HJK december 2015

Page 1

Vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen

Goed W&T-onderwijs is taalgericht onderwijs Stimuleer onderzoekend spelen! Wees een genie met communicatie

Nr. 4 - Jaargang 43 – dec. 2015

www.hjk-online.nl

De jonge wetenschapp e

r


De jonge wetenschapp e

r

Tips voor taalgerichte W&T-activiteiten

Goed W&T-onderwijs is taalgericht onderwijs In 2020 moeten alle basisscholen Wetenschap en Technologie (W&T) hebben ingevoerd in het onderwijs. Maar hoe doe je dat? En belangrijker nog: hoe doe je dat op een goede manier? In dit artikel laten we zien dat W&T meer is dan af en toe een proefje doen en belichten we de rol van taal in W&T-activiteiten. Want goed W&T-onderwijs is taalgericht onderwijs!

Martine Gijsel is associate lector taaldidactiek. Symen van der Zee is lector Wetenschap en Techniek in het Onderwijs. Beiden zijn werkzaam aan de Academie Pedagogiek & Onderwijs van Saxion en maken deel uit van het Kenniscentrum Onderwijsinnovatie (KCOI), www.saxion.nl/ onderwijsinnovatie.

J

onge kinderen zijn wetenschappers in zakformaat. In hun spel zijn ze precies en actief aan het experimenteren; ze zijn nieuwsgierig en willen weten hoe het zit (Gopnik, 2012). Door dit onderzoekend gedrag hebben jonge kinderen al de nodige kennis over de wereld opgedaan, wanneer ze het onderwijs binnenkomen. Een belangrijk doel van W&T-onderwijs is deze kennis te verbreden en verdiepen. Maar dit is niet het enige doel: het gaat ook om het leren onderzoeken. In de onderbouw kun je als leerkracht hiervoor een basis leggen door actief en doelbewust de inzet van onderzoeksvaardigheden te stimuleren. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen basisvaardigheden en geïntegreerde vaardigheden (Rezba, Sprague, McDonnough & Matkins, 2007). De basisvaardigheden zijn: • observeren; • meten; • classificeren; • communiceren; • voorspellen; • gevolgtrekkingen maken. De geïntegreerde vaardigheden zijn: • identificeren en controleren van variabelen; • operationaliseren van variabelen; • formuleren van hypotheses; • interpreteren van data; • experimenteren; • formuleren van modellen. Het verschil tussen beide typen vaardigheden is dat de geïntegreerde vaardigheden de inzet van meerdere vaardigheden tegelijkertijd vereisen en dus ook complexer zijn. Hoewel in de onderbouw de nadruk zal liggen op de ontwikkeling van de basisvaardigheden, moeten we jonge kinderen niet onderschatten. Veel kleuters zijn al prima in staat om geïntegreerde vaardigheden toe te passen, zoals het interpreteren van (eenvoudige) gegevens en het trekken van conclusies (Gopnik, 2012).

6

HJK december 2015

Om de kennis en onderzoeksvaardigheden van leerlingen te bevorderen, moet je als leerkracht zelf voldoende kennis van zaken hebben. Je hoeft natuurlijk niet alles tot op de bodem uit te zoeken, maar een basis aan vakinhoudelijke en procedurele kennis is noodzakelijk. Zo weet je wat de kernbegrippen zijn en welke redeneringen je wilt stimuleren. Ook kun je de juiste vragen voorbereiden. Bovendien kun je op die manier beter anticiperen op misconcepties van leerlingen (bijvoorbeeld: de lucht is blauw, de zon draait ’s nachts en verandert in de maan, en regen komt door gaten in de wolken). Deze onvolledige of foutieve ideeën van kinderen over de wereld kunnen het leren in de weg staan. Hierna gaan we in op een effectieve didactiek voor W&T, waarin het stimuleren van de taalvaardigheid van leerlingen een sleutelpositie inneemt.

Waarom aandacht voor taal? Voor het verbreden van de kennis van jonge kinderen over de wereld en de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden is het belangrijk om tijdens W&T-activiteiten aandacht te hebben voor taal. Er wordt namelijk vaak op een abstract niveau over ‘specifieke dingen’ gepraat (hoe zit iets in elkaar?) en daarbij gaat het vaak ook om complexe verbanden (bijvoorbeeld oorzaak-gevolgrelaties). Een gevolg hiervan is dat er veel vakspecifieke woorden aan bod komen (bijvoorbeeld zwaartekracht, polen, ontkiemen en massa) en woorden die in het dagelijks leven van kinderen een andere betekenis hebben (bijvoorbeeld volume en sterkte). Bovendien zijn de zinsconstructies soms complex, doordat de taal van het logisch redeneren wordt gehanteerd (als … dan …). Ook de didactiek van onderzoekend en ontwerpend leren doet een beroep op de taalvaardigheid van leerlingen. Kinderen formuleren onderzoeksvragen en / of voorspellingen / hypotheses, rapporteren over de resultaten van hun onderzoek, trekken conclusies en presenteren


De jonge wetenschapp e

r

Begeleiding bij het onderzoekend spel van jonge kinderen

Stimuleer onder­ zoekend spelen! Voor jonge kinderen is begeleiding tijdens het onderzoekend spel onmisbaar. Dit artikel beschrijft aan de hand van een aantal museumstudies verschillende manieren van verbale begeleiding. Ook wordt besproken hoe je deze als leerkracht kunt toepassen in de klas.

T

egenwoordig komen er steeds meer families met jonge kinderen naar science musea. In het wetenschaps- en technologieonderwijs voor jonge kinderen staat het stimuleren van het onderzoekend spel centraal. Onderzoekend spel houdt in dat kinderen de materiële omgeving exploreren door gebruik te maken van hun lichaam en zintuigen. Een belangrijk kenmerk van dit type spel is dat het kinderen in staat stelt allerlei vaardigheden te oefenen, zoals motorische vaardigheden, maar bijvoorbeeld ook vaardigheden als observeren en vergelijken. De natuurwetenschappelijke opstellingen in science musea hebben een grote aantrekkingskracht op jonge kinderen. Deze leeftijdsgroep heeft dan ook de neiging direct zelf op onderzoek uit te gaan. Dit neemt niet weg dat jonge kinderen veel baat kunnen hebben bij de begeleiding van een (groot)ouder of leerkracht. Crowley, Callanan, Jipson et al. (2001) demonstreerden bijvoorbeeld de meerwaarde van ouderbegeleiding door het bestuderen van het onderzoekend spel van 4- t/m 8-jarigen in het Children’s Discovery Museum in San Jose (Verenigde Staten). De onderzoekers vergeleken het onderzoekend spel van kinderen die alleen speelden bij een opstelling met dat van kinderen die met hun ouders speelden bij dezelfde opstelling. Ze concludeerden dat kinderen die met hun ouders exploreerden dit langer en op een dieper niveau deden dan kinderen die alleen exploreerden.

Foto’s: DigiDaan

Tessa J.P. van Schijndel is postdoc bij Ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit van Amsterdam (t.j.p.vanschijndel@ uva.nl). In januari 2016 start zij als postdoc bij het ICLON aan de Universiteit Leiden.

Opstelling Schaduwschilderij (‘Kleuters aan zet’ in NEMO 2010/2011)

12

HJK december 2015

Verbale begeleiding Begeleiding van het onderzoekend spel van kinderen door volwassenen kan verschillende vormen aannemen. Denk bijvoorbeeld aan non-verbale aspecten, zoals het voordoen van een beweging, en verbale aspecten, zoals het geven van uitleg. In de wetenschappelijke literatuur over ‘family learning’ in wetenschaps- en technologiemusea is veel aandacht voor conversaties tussen kind en ouder. Deze studies laten zien dat de uitleg die ouders geven gerelateerd is aan zowel kind- als ouderkenmerken. Ouders leggen meer uit aan jongens dan aan meisjes (Crowley, Callanan, Tenenbaum, & Allen, 2001) en meer aan kinderen die weinig kennis hebben van een onderwerp dan aan kinderen die veel kennis hebben van een onderwerp (Palmquist & Crowley, 2007). Ook zijn er verschillen tussen de uitleg van hoger en lager opgeleide ouders: hoger opgeleide ouders zijn meer gericht op het overdragen van kennis aan het kind (Siegel, Esterly, Callanan, Wright, & Navarro, 2007) en refereren meer aan de bestaande kennis van kinderen (Szechter & Carey, 2009) dan lager opgeleide ouders. Verschillende typen uitleg In het onderzoek naar conversaties in musea worden verschillende typen uitleg van volwassenen onderscheiden. Denk bijvoorbeeld aan het stellen van open vragen of het beschrijven van


De jonge wetenschapp e

r

Een model van communicatie om elke kleuter voor techniek te enthousiasmeren

Wees een genie met communicatie In dit artikel staan we stil bij het feit dat er geen universele tovermiddelen zijn om ervoor te zorgen dat kleuters warm lopen voor techniek. Als leerkracht zul je moeten differentiëren en nagaan hoe je een activiteit kunt aanbieden die meerdere types van kleuters kan motiveren. Daartoe geven we hier enkele communicatieadviezen – gebaseerd op het Process Communication Model – die inzetbaar zijn bij techniekactiviteiten.

Leen de Bie is Pedagogisch Adviseur bij het Onderwijscentrum Gent en co-directeur van De Kleine Icarus

V

oor dit artikel werkten we een voorbeeldles uit rond knopen. Deze les kan als inspiratie dienen voor leerkrachten om zelf techniekvoorbeelden te ontwikkelen die de onderzoekscompetenties en de taal- en communicatievaardigheden van kleuters kunnen bevorderen.

Motiveren in zesvoud Sommige kleuters zijn uit zichzelf (intern) gemotiveerd om te presteren, andere kleuters presteren vooral vanuit externe motivatie (voor iemand of iets). Daarnaast zijn er kleuters die heel taakgericht zijn (ze willen zelf dingen weten …), terwijl andere vooral gericht zijn op (betekenisvolle) ‘anderen’. Die laatste groep komt naar school voor de vriendjes en de leerkracht. De eerste groep komt naar school om dingen te leren, te weten, te kunnen …

18

HJK december 2015

De motivatie van kleuters om met techniek aan de slag te gaan kan dus heel erg verschillen. Het is daarom van belang om ‘afgestemd’ met elke kleuter om te gaan, zodat de ‘motor tot leren’ – de motivatie – ‘aanslaat’. Het Process Communication Model (PCM) biedt ons hiervoor handvatten (Antersijn & Van Hest, 2012; Valcke & De Craene, 2015). De evidentie rond het PCM werd onlangs gebundeld in een boek (Hantson, Vande Velde, & Desoete, 2015). Er zijn ook tal van buitenlandse publicaties die de kracht van dit model onderschrijven.


De jonge wetenschapp e

r

De invloed van context op leren

Vergeet de context niet! Bij de term ‘leren’ wordt in eerste instantie aan de leerling als individu gedacht, maar leren omvat ook de context van de leerling: leerkracht, materiaal, klasgenoten, enzovoort. Zeker als gewerkt wordt met fysieke materialen, zoals bij lessen wetenschap en techniek, speelt de context een grote rol binnen het leren. Als de leerkracht deze context ook meeneemt in de les, biedt dit extra mogelijkheden om het leren bij kleuters te stimuleren. Heidi Meindertsma (h.meindertsma@rug.nl) is onderzoeker bij de Rijksuniversiteit Groningen en docent bij Hogeschool Windesheim

E

en kleuter krijgt van een testleider de vraag of een voorwerp zal drijven of zinken in een bak water. Na een aantal voorwerpen zo te hebben besproken, laat de testleider een metalen knikker zien. De jongen voorspelt dat deze gaat zinken omdat ‘hij zo zwaar is’. De testleider laat de knikker los in een bak water en de metalen knikker zinkt inderdaad. De jongen geeft een verklaring: ‘omdat het zo zwaar is en hij is van metaal’. Hierna wordt een kleine glazen knikker aan de jongen getoond. Nu maakt hij een onjuiste voorspelling: de knikker zal blijven drijven omdat ‘hij zo klein is en licht’. Nadat hij gezien heeft dat de knikker toch zinkt, geeft de jongen als verklaring: ‘omdat hij wel wat zwaar is’. Het volgende voorwerp is een golfbal. Dit keer is de voorspelling correct: ‘omdat hij zo zwaar is en hard’.

Variabiliteit Als we goed kijken naar bovenstaande verklaringen van deze kleuter, zien we dat hij verschillende oorzaken geeft voor het drijven of zinken van een voorwerp. De eerste keer wijst hij op het gewicht, dan een keer op gewicht en materiaal, daarna op de grootte en het gewicht, vervolgens weer op alleen het gewicht en ten slotte op gewicht en hardheid van het materiaal. Er is dus een grote variabiliteit in de verklaringen die de kleuter geeft binnen een tijdsbestek van luttele minuten. Het voorbeeld hierboven geeft slechts de verklaringen weer van één kleuter bij drie voorwerpen, maar ditzelfde patroon is teruggevonden bij meer kleuters in een promotieonderzoek naar het wetenschappelijk redeneren bij kleuters. Elke kleuter in dit onderzoek kreeg veertien voorwerpen te bevoelen, om dan eerst te voorspellen en verklaren wat er zou gebeuren en vervolgens te observeren en verklaren wat er was gebeurd toen het voorwerp in een waterbak werd gedaan. Van de 38 kleuters waren er 31 kleuters die verschillende oorzaken noemden voor het drijven of zinken van de voorwerpen. Variabiliteit hoort er blijkbaar bij en dit komt ook naar voren in andere literatuur. Het is goed om deze variabiliteit eens nader te bespreken. 24

HJK december 2015

Driehoek Voordat variabiliteit nader kan worden bekeken, is het belangrijk na te gaan hoe een kleuter tot een voorspelling of verklaring komt. Een voorspelling of verklaring van een kleuter zoals in het hierboven beschreven voorbeeld ontstaat in de interactie tussen de leerkracht (of elke andere persoon), het kind en de taak. De verklaring die een kind geeft, wordt niet zomaar uit zijn geheugen opgediept, maar is het resultaat van zelforganiserende processen op het moment zelf in en door de interactie tussen het kind (met bepaalde ervaringen, herinneringen, enzovoort) en zijn / haar omgeving. Een iets andere taak (bijvoorbeeld met een ander voorwerp) kan dus resulteren in een andere verklaring. Ook iets ander gedrag van de leerkracht kan leiden tot een andere uitkomst van de zelforganiserende processen en daarmee een andere verklaring. Dit kan weergegeven worden als een driehoek (zie figuur 1a) waarin de drie deelnemers elkaar wederzijds beïnvloeden. Dit gebeurt voortdurend, waardoor er in de loop van de tijd een opeenvolging van driehoeken ontstaat (figuur 1b). De leerkracht vraagt bijvoorbeeld waarom iets drijft. Het kind geeft daarop een antwoord, waarna de leerkracht een vervolgvraag stelt. Het kind gaat daardoor verder nadenken en wijzigt het antwoord. Vervolgens beïnvloedt de leerkracht de taak door een object in het water te doen. Dit beïnvloedt weer de volgende verklaring van het kind, enzovoort. In een drijven / zinken-taak is een voorspelling van het drijven of zinken van een voorwerp het resultaat van een zelforganiserend proces waarin de voorgaande acties in de interactie ook een aandeel hebben, zoals bijvoorbeeld het zien drijven of zinken van een eerder voorwerp. Stabiliteit Die doorlopende en wederzijdse beïnvloeding van leerkracht, kind, en taak zagen we terugkomen in meerdere onderzoeken die we hebben gedaan. Zo zagen we duidelijk de invloed van de verschillende voorwerpen in een enkele drijven / zinken-taak op de voorspellingen en verklaringen van kleuters. De helft van de kleuters kreeg vragen over een kleine glazen knikker meteen


Verwacht in HJK De ontwikkeling van ruimtelijk inzicht

HJK (De wereld van het jonge kind) bestaat al ruim 40 jaar en is het bekendste vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen. HJK biedt actuele en betrouwbare vakinformatie en maakt daarbij een koppeling tussen theorie en praktijk.

Hoe bevorderlijk is het tekenen van een plattegrond voor de ontwikkeling van ruimtelijk inzicht? Wat is hierbij de rol van de leerkracht en van de leerling? Dit artikel beantwoordt beide vragen.

Passende taalhulp tijdens de eerste opvang

Niets missen?

De laatste tijd is er veel te doen over de eerste opvang. Het aantal vluchtelingenkinderen is toegenomen. In dit artikel lees je hoe je vluchtelingenkinderen voorbereidt op Nederlandse les.

Neem dan nu een combiabonnement op HJK én JSW en betaal slechts € 117,50 per jaar!

Een natte broek, wat nu?

Kinderen met plasproblemen … wat een moeilijk onderwerp! Hoe kun je als leerkracht een kind met plasproblemen ondersteunen? In dit artikel krijg je praktische tips van een urotherapeute.

Proefabonnement HJK Ook leuk voor thuis! Vakblad voo en onde r ontwikkeli ng rwijs aa n jonge , opvoeding kinderen Vakblad voor ontwik en onderw kel ijs aan jon ing, opvoeding ge kinder en Vakblad voor ontwik keling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen

Spe óók len: groe in p 3!

3x HJK magazine,

de online versie én toegang tot het digitale archief

voor €10,-*

Samen ve

rhalen veLrt eln ledn ere spelen

Abonnement stopt automatisch!

Werken met De groep 3 kind ineren zet va=n sampr Betrek ouders bij

2 nummers gratis!

in

enw enSte erk onb oe epen e leke spelcont o n in exten vergang van gr oep 2 na het ar

3 tegeng Wet aan en van Sp hap en elsc en te chten pes nologiisetaal leren in de terklas Nrkl . 8eu - Ja argang Rekenontwik 42 – ap kel ril 2015 ww w.hing jk-o : besefNr. 9 van-hoe Jaarg vee an lheden nline. g 42 – me

i 2015

www.hjk-

HJK15_HR

Nr. 10 - Jaargang XXXXXX

XX_TDS_N

nl

online.nl

42 – juni 2015 R8_2015.i

ndd 1

www.hjk-online. nl

HJK15_HR1

5042101_TD

S_NR9 2015.i

ndd 1

01-04-15

HJK 10.indd 1

* De vermelde abonnementsprijzen zijn geldig t/m augustus 2016

30-04-15

28-05-15 16:33

Meer weten? Ga naar www.hjk-online.nl of bel 088-2266691 34

HJK december 2015

15:44

14:48


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.