nr 9 mei 2019
Schrijven over kunst Discussie rekenwiskundeonderwijs Interview Gert Biesta
Is de leerkracht nog nodig?
ICT EN MEDIA
Verrijking, geen vervanging
Nut adaptieve leermiddelen Digitale adaptieve leermiddelen stemmen de opdrachten af op het niveau van de leerling. Adaptief houdt in dat er op maat wordt gewerkt. Leerlingen worden hierdoor op hun eigen niveau uitgedaagd. Als deze programma’s dit voor je doen, is er dan nog wel een leerkracht nodig? TEKST ANNE-MARIJN BRUIJN
D
e Kennisrotonde is een online loket waar leerkrachten terecht kunnen met vragen over de dagelijkse onderwijspraktijk. Uit het databestand van de Kennisrotonde zijn elf vragen uitgekozen die gaan over het inzetten van digitale adaptieve leermiddelen in de onderwijspraktijk. In deze vragen wordt ingezoomd op de leeropbrengsten van digitale adaptieve leermiddelen, de rol van de leerkracht en de houding van de leerlingen tijdens het gebruik van deze leermiddelen. Deze vragen zijn door de Kennisrotonde beantwoord en geanalyseerd in het samengestelde rapport Digitale adaptieve leermiddelen in het onderwijs. Een destillaat van 11 vragen en antwoorden van de Kennisrotonde (Van der Wilt, Bruijn, Stam, & Van der Veen, 2018).
op maat uit te dagen. Een digitaal adaptief programma schat, na het maken van een aantal opgaven, het niveau van de leerling in en past de complexiteit van een opgave aan op dit niveau. Voorbeelden van deze digitale adaptieve leermiddelen zijn Rekentuin, Snappet en Gynzy. De populariteit van deze programma’s op basisscholen is hoog en ze worden op vele manieren ingezet in de dagelijkse praktijk. Leerkrachten gebruiken deze leermiddelen als verrijking tijdens of na hun les of zetten ze in als huiswerk. Populariteit betekent alleen nog niet dat het programma ook resultaat geeft. Ondersteunen deze leermiddelen de leeropbrengsten of is het eigenlijk alleen een leuk computerspel? Deze vraag werd ook door de leerkrachten gesteld in het rapport Digitale adaptieve leermiddelen in het onderwijs. Een destillaat van 11 vragen en antwoorden van de Kennisrotonde (Van der Wilt et al., 2018), maar er was geen eenduidig antwoord op te vinden. Wat wel
ONDERSTEUNENDE LEERKRACHT Digitale adaptieve leermiddelen kunnen een handig hulpmiddel vormen om leerlingen
6
REKENENWISKUNDE
Constructieve dialoog
Discussie rekenwiskundeonderwijs Het reken-wiskundeonderwijs is veelvuldig in het nieuws. De discussie erover wordt vaak polariserend gevoerd. Daar is het onderwijs niet bij gebaat. Kies voor een constructieve dialoog en help je leerlingen op wiskundige wijze greep te krijgen op hun toekomst. TEKST RONALD KEIJZER EN MICHIEL VELDHUIS
K
leeftijd, wordt vaak gesproken over rekenen. De term rekenen appelleert vooral aan het toepassen van rekenregels bij het werken met getallen. Wat leerlingen moeten leren van rekenen-wiskunde is meer dan alleen rekenen met getallen. Zij moeten in tal van situaties leren omgaan met getalsmatige informatie en ook meten, meetkunde en verbanden horen onlosmakelijk bij het reken-wiskundeonderwijs. Daarom wordt het vak vaak aangeduid als rekenen-wiskunde. Het nadeel hiervan is dat het suggereert dat rekenen en wiskunde twee verschillende dingen zijn, die samengevoegd zijn. Dat is niet zo. Rekenen, gezien als toepassen van rekenregels om getallen te manipuleren, is onderdeel van de wiskunde. We gebruiken in deze beschouwing daarom vanaf nu het woord wiskunde. We sluiten zo aan bij wat in het buitenland gebruikelijk is, waar een variant van het woord mathematics wordt gebruikt om het vak aan te duiden, terwijl het Engelse woord arithmetic alleen gaat over getallen en bewerkingen (Keijzer, 2016).
inderen en leerkrachten hebben last van de polariserende wijze waarop de discussie over het reken-wiskundeonderwijs gevoerd wordt, met argumenten als ‘redactiesommen bij realistisch rekenen leiden tot chaos’ en ‘het is zinloos om kinderen bij aanvang van de les te vragen wat zij kennen of weten’. Een discussie over het curriculum, het wat van het onderwijs, en de didactiek, het hoe van het onderwijs, is niet gebaat bij dergelijke argumenten. Het zou moeten gaan over doelen die je wilt stellen en hoe je die doelen wilt behalen. In deze discussie gaat een onderliggende vraag wel over de doelen: moet het bij de doelen meer gaan om het kunnen uitvoeren van rekenprocedures of om het begrijpen van reken-wiskundige concepten? Goed als die belangrijke discussie gevoerd wordt in het licht van eisen die de wereld anno 2019 en later aan kinderen stelt. WAT IS WISKUNDE? Als er discussie is over het reken-wiskundeonderwijs voor kinderen in de basisschool-
12
INTERVIEW
‘Lesgeven bestaat niet uit kunstjes, maar is een kunst’ Gert Biesta over het kunstenaarschap van leerkrachten 18
‘I
k denk dat het moderne onderwijs last heeft van twee zaken. Aan de ene kant die aanhoudende beheersingsdynamiek en aan de andere kant een samenleving met een grote hoeveelheid onvolwassen verlangens.’ Aan het woord is Gert Biesta, onderwijspedagoog, hoogleraar Public Education aan de Maynooth University (Ierland) en bijzonder hoogleraar Pedagogische dimensies van onderwijs, opleiding en vorming aan de Universiteit voor Humanistiek (Nederland). Met zijn boek Goed onderwijs en de cultuur van het meten gaf hij in 2012 woorden aan een ondergesneeuwd onderwijsaspect: de pedagogiek. Sindsdien is hij de stem geworden van mensen die zich zorgen maken over de ‘meten is weten’-cultuur in het onderwijs. Zij geven aan dat Biesta verwoordt wat zij zelf niet onder woorden kunnen brengen. Ik sprak Biesta op landgoed De Horst in Driebergen en trof een bedachtzaam formulerende wetenschapper die wijst op de belangrijke rol van het onderwijs in een ‘puberende’ samenleving.
Wie ben je en wat beweegt je? ‘Ik ben geboren en getogen in het centrum van Rotterdam, net aan de brandgrens. Het gebied rond ons huis was een gigantische lege ruimte waar we, met het geluid van heimachines op de achtergrond, naar hartenlust konden spelen. Ik speelde al jong schooltje, maar de echte belangstelling voor onderwijs kwam pas veel later. Mijn middelbare schooltijd verliep niet zo goed en ook een studie economie brak ik al na twee jaar af. De daarop volgende theologiestudie maakte ik niet af, omdat ik een fors auto-ongeluk kreeg. Na mijn herstel besloot ik op de röntgenafdeling van een ziekenhuis te gaan werken. Het was mijn eerste succeservaring. Ik werd gediplomeerd röntgenlaborant. Toen ik me vervolgens ging bezighouden met opleiden, viel alles op zijn plaats en wilde ik meer met onderwijs doen. Ik volgde een
FOTO: WERRY CRONE
TEKST RONALD BUITELAAR
Gert Biesta: ‘Je kunt het onderwijs zo organiseren dat het allemaal perfect functioneert, maar dan valt de mens er wel uit’
avondstudie pedagogiek aan de Universiteit Leiden en daarna een studie filosofie. In het hoger onderwijs ben ik blijven hangen tot het Nederlandse academische wereldje mij begon te benauwen. In 1999 verhuisden we met het hele gezin naar het Verenigd Koninkrijk. Daar ben ik in intellectueel opzicht opgebloeid. In Nederland had ik te maken met georganiseerde tolerantie, waarbij een baas de kaders bepaalt waarbinnen je mag werken. In Engeland
19
JSW 09 2019
FOTO: ELLIE VAN DEN BOMEN
Lessenserie vanuit formatief evalueren
Schrijven over kunst 32
TAAL
Hoe kun je leerlingen vaardiger maken in het beschouwen van kunst en in het schrijven van teksten en zicht krijgen op hun kijk- en schrijfontwikkeling? TEKST JOANNEKE PRENGER, ANNE-CHRISTIEN TAMMES EN KRIS VERBEECK
V
ia de Visual Thinking Strategies-methode (VTS) leren leerlingen aandachtig naar kunst te kijken en hun observaties te verwoorden. Als je dat vervolgens schriftelijk laat doen met inzet van strategieën uit de formatieve evaluatie, kun je ook hun schrijfvaardigheid verbeteren. Zo werk je gelijktijdig aan kunst- en taaldoelen. KUNSTLESSEN OP DE BASISSCHOOL Leerkracht Corrie Koenen van basisschool Lucas van Leyden uit Leiden en leerkracht Caroline van Houten van de ASVO-school uit Amsterdam gebruiken de VTS-methode in hun kunstlessen. In een VTS-les leren leerlingen hun observaties bij een kunstwerk te verwoorden. Dit inspireerde Koenen ertoe om leerlingen hun observaties te laten opschrijven in een beschouwende tekst. Via de teksten wilde ze zicht krijgen op de groei van de leerlingen in hun esthetische ontwikkeling en mate van kritisch denken. Hoewel in VTS-lessen het schrijven van een goede beschouwing geen doel op zich is, liggen hier wel kansen voor het verbinden van kunst- en taalonderwijs. Dit bood SLO een interessante context om een gerichte aanpak te ontwikkelen waarin de strategieën van formatief evalueren zijn uitgewerkt voor het schrijven van een tekst. FORMATIEF EVALUEREN Bij formatieve evaluatie (zie ook de website www.slo.nl/thema/meer/formatief-evalueren) gaat het om ‘alle activiteiten die leerlingen en leerkracht uitvoeren om de leeractiviteiten van leerlingen in kaart te brengen, te interpreteren en te gebruiken om betere beslissingen te nemen over vervolgstappen’ (Black & Wiliam, 2009). Het model voor formatieve evaluatie dat je kunt gebruiken als basis voor het stappen-
plan tijdens het werken aan de schrijftaak is het driefasenmodel van Hattie en Timperley (2007): feedup, feedback en feedforward. In de feedup-fase moeten de leerlingen weten waar zij naartoe gaan, wat de leerdoelen en de bijbehorende succescriteria zijn. Feedback gaat vervolgens over de vraag hoe leerlingen het tot nu toe doen. Die vraag is direct gerelateerd aan de leerdoelen en de succescriteria uit de feedup-fase. Uiteindelijk krijgen leerlingen adviezen voor vervolgstappen om de doelen te kunnen halen: feedforward. LES KUNSTBESCHOUWING SCHRIJVEN Hoe kun je leerlingen begeleiden bij het beter leren schrijven van een tekst en hoe kun je daar de fasen van Hattie en Timperley (2007) bij inzetten? Doorloop de drie fasen door concrete lesactiviteiten aan te bieden voor het schrijven van een kunstbeschouwing. STAP 1: HET VERKENNEN VAN EEN BESCHOUWING (FEEDUP 1/3) Om de leerlingen succescriteria te laten ontdekken voor een tekst die een kunstwerk goed beschrijft, kun je geanonimiseerde teksten gebruiken van leerlingen die een jaar eerder zijn geschreven
VTS: Visual Thinking Strategies-methode Een VTS-les is een ‘kijkles’ waarbij leerlingen vrij uitgenodigd worden om op een kunstwerk te reageren en de reacties van leerlingen in hun eigen woorden zonder oordeel worden teruggegeven door de leerkracht. Zie voor meer informatie: www.vtsnederland.org.
33 33
JSW 09 2019
Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in het basisonderwijs?
Neem een abonnement op JSW g Ontvan
W 10 x JS
nr 5 januari 2019
en op JSW lez n pc e tablet oltas o via Sch
l specia egang Krijg to digitaal tot het f archie artikelen) 0 0 (>1. 0
Voor slechts â‚Ź79,95 per jaar
d e o g p o e i s i s j V i w r e d n o n e k re
Studenten ontvangen
50% korting
Meer weten? Ga naar www.jsw.nl of bel 088-2266692
PROFESSIONALISERING
Praktijkgericht onderwijsonderzoek
Vraaggestuurd leren met je team Samen praktijkonderzoek doen, ondersteunt teams bij het verbeteren en vernieuwen van hun onderwijs. Opleiden in de school bestaat uit samenwerkingsverbanden tussen scholen (of schoolbesturen) met lerarenopleidingen die samen de verantwoordelijkheid nemen voor het opleiden van aanstaande leerkrachten. TEKST HARRY STOKHOF, JAN DERKSEN EN RITA GUDDEN
H Figuur 1 – Vijf fasen voor vraaggestuurd leren
et idee achter Opleiden in de school is dat studenten en leerkrachten samen invulling kunnen geven aan schoolontwikkeling en hier samen van leren (Van Velsen & Timmermans, 2017). De schoolleider is daarbij eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs, de professionalisering van zijn team en de aansturing van de schoolontwikkeling (Stokhof, De Vries, & Derks, 2018). De school-
opleider is een leerkracht die gerichte begeleiding geeft aan (aanstaande) leerkrachten en speelt daarom een belangrijke rol waar het gaat om het initiëren, begeleiden en coördineren van de onderzoeken. STARTEN VANUIT GEZAMENLIJK DOEL Praktijkgericht onderzoek is de zoektocht naar oplossingen voor de vragen die leven in een team. Vragen als ‘wat willen we?, waar lopen
FASE 1
FASE 2
FASE 3
FASE 4
FASE 5
Ontwerpen
Introduceren
Vragen
Kennis bouwen
Evalueren
40
Kom dit voorjaar naar de rekenmiddagen
meld je aan op www.thiememeulenhoff.nl/po-rekenmiddagen