Vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen
45 jaar!
Stilstaan bij de tijd
special :
Sociale relaties Zet spel op de kaart Nr. 8 – Jaargang 45 – april 2018
www.hjk-online.nl
kunst & cultuur
Contrast met vroeger
Stilstaan bij de tijd Spelen met de tijd, met verleden en heden, kan haast in elk thema. Zoek met kinderen naar de verschillen tussen vroeger en nu en verdiep zo hun begrip. Speel met geschiedenis in thema’s van fietsen tot feesten. De klassieke geschiedenisthema’s kun je gerust links laten liggen als de actualiteit dat toelaat.
Johan De Wilde is opleidingshoofd kleuteronderwijs bij Odisee in Aalst en netwerklid van HJK Joke Grimmonprez is kleuterleerkracht en docent bij Odisee in Aalst
A
ls leerkracht in groep 1 of 2 trek je bewust en onbewust de aandacht van je kleuters op veranderingen om hen heen. De seizoenen vormen wellicht de klassieker onder de klassiekers. In de herfst kunnen ze de verkleurende en vallende bladeren niet negeren. Maar hun fascinatie voor verandering gaat verder. Jonge kinderen kunnen zich al verwonderen over het verdwijnen van een speeltje of het verschijnen van een regenboog. De waaromvraag loert om de hoek. Wie wil dat niet weten? Een bron van verandering die te vaak onbenut gelaten wordt, is de tijd. De vragen hoe de school er vroeger uitzag of wat de voornamen van de kinderen in de klas vijftig jaar geleden waren, hebben iets magisch. Kinderen willen het net zo graag weten als het einde van een verhaal. Die intrinsieke motivatie effent het pad tot inzichten in de wereld van vandaag, zonder dat je daar diep naar moet graven. Misschien hangt een oude schoolfoto gewoon in de gang waar iedereen dagelijks langs loopt en merkt iemand op dat er vandaag wel Turkse namen op je lijst staan en vroeger niet. Het kan net zo goed opvallen dat de sterren naar wie kinderen toen en nu genoemd worden niet dezelfde zijn.
Geschiedenisles? Er zijn specifieke kerndoelen voor tijd binnen het leergebied oriëntatie op jezelf en de wereld in het primair onderwijs, maar wie de gesuggereerde leerlijnen bij kerndoel 51 napluist, vindt niets over geschiedenis voor kleuters in termen van de grote periodes als de Romeinen en bekende figuren als Willem van Oranje. Wat je wel vindt, zijn verwijzingen naar een eenvoudig tijdsbesef met begrippen als vandaag en morgen en naar het gebruik van de klok en kalenders. De relevantste uitbreiding is die naar het vergelijken van voorwerpen van vroeger en nu (auto’s, gebouwen), het kijken naar foto’s van vroeger (de school, de stad) en het luisteren naar verhalen erover (zie http://tule.slo.nl). Dat is net waar we hier een warm pleidooi voor willen houden en wat je bezwaarlijk een geschiedenisles kan noemen.
Het gaat er in de eerste plaats om dat kinderen zich verwonderen over wat ze kennen
4
HJK april 2018
Historisch besef De ontwikkeling van het historisch besef is een doel voor het primair onderwijs als geheel. In het advies van de Commissie Kennisbasis Pabo (2012) omschrijft men dat als ‘de samenhang (…) tussen de interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst’. Hoewel het hier duidelijk om meer gaat dan om terug- of vooruitkijken naar een uitstapje of een verjaardagsfeestje, staat hier evenmin dat men Nederlandse kleuters al complexe historische oorzaak-gevolgconclusies wil laten trekken of dat men ze in termen van op elkaar volgende tijdvakken leert denken. Hoewel, er zijn auteurs die pleiten voor het werken aan een ontluikend historisch tijdsbesef, inclusief eenvoudige tijdsbalken en chronologische ordening. In HJK geven De Groot-Reuvekamp en Jansen (2016) in hun artikel hiervoor een theoretische en praktische voorzet. Wij kiezen eerder voor iets waar deze auteurs in hun uitsmijter op zinspelen: het integreren van geschiedenis in thema’s die niet specifiek over geschiedenis gaan. Indirect voelen kleuters zo ook aan dat er naast cyclische tijd (bijvoorbeeld dag-nacht-dag of de oneindige opeenvolging van de seizoenen) ook lineaire tijd bestaat (2018 volgt op 2017 en 2017 keert nooit meer terug, net zomin als onze jeugd). Het gaat er in de eerste plaats om dat ze zich verwonderen over wat ze kennen. Niets is vanzelfsprekend. Alles evolueert en zal blijven veranderen. Het kan misschien wel de kiem voor de ontwikkeling van een echt historisch besef later bevatten, maar het draagt bovenal nu bij tot andere leerdoelen, zoals nauwkeurig waarnemen en kritisch denken. Ooit was het anders Of je nu rond thema’s als ‘Auto’s’, ‘Eten’ of ‘Feesten’ werkt, de vergelijking maken tussen nu en vroeger kan altijd. Voor ‘Familie’, ‘Bouwen’ of ‘Onze stad’ is het niet anders. Je botst zeker op gelijkenissen en verschillen en die nodigen uit tot verdere verkenning. Wie is er vanmorgen met de auto afgezet? Wie kwam te voet of met de fiets? Sommige vriendjes hebben een oma die hier ook naar school ging. Hoe kwam die naar school? Hoe zag die fiets eruit? Hoe zagen de eerste fietsen eruit? Wat is er
spelen
Belang van spelontwikkeling
Zet spel op de kaart Leerkrachten in kleutergroepen en pedagogisch medewerkers hebben dagelijks te maken met spel van kinderen. Binnen dit spel zijn ongelooflijk veel kansen te grijpen om kinderen verder te helpen in hun ontwikkeling als de professional meer weet over spel. Hoe krijg je meer zicht op de kwaliteit van spel en spelontwikkeling van peuters en kleuters? En op welke wijze kun je het belang van spel en spelontwikkeling binnen je team of in je eigen groep beter op de kaart zetten?
Anneke Elenbaas van Ommen is als onderwijspedagoog zelfstandig gevestigd onder de bedrijfsnaam Personal Development Schiedam en is redactielid van HJK Tinka Hofmeijer is adviseur bij Expertis en gespecialiseerd in het jonge kind van 0 tot 7 jaar
S
peciaal voor professionals heeft het netwerk Spel & Spelontwikkeling Versterk Het Jonge Kind een kwaliteitskaart voor spel ontwikkeld. Deze kaart – met als naam ‘Spel op de kaart!’ – geeft in één oogopslag weer waar het om draait bij spel en spelen. Het doel van de kwaliteitskaart is dat professionals meer kennis krijgen over spel en beter inzicht krijgen op wat er nodig is om de spelkwaliteit van jonge kinderen te verbeteren. Als aanvulling op de kaart zijn er diverse verdiepingskaarten beschikbaar waar collega’s in de onderbouw zelf actief mee aan de slag kunnen gaan. De kijkkaarten, actiekaarten, denkkaarten en inspiratiekaarten zetten aan tot het nadenken over het eigen handelen, dagen de professional uit tot verdiepende spelactiviteiten en lokken inhoudelijke discussies over spel uit. Door op deze wijze het gesprek met elkaar aan te gaan en hierbij ook de verdiepende informatie op de achterkant van de kaart te gebruiken, kunnen collega’s samen een goed onderbouwde visie op spel vormen en hiermee de nodige actiepunten voor hun eigen organisatie bepalen.
Studiedag Tijdens een gezamenlijke studiedag heeft een aantal leerkrachten en pedagogisch medewerkers van stichting De Linge uit de gemeente Lingewaard de kwaliteitskaart gebruikt om met elkaar in gesprek te gaan over hoe zij het handelingsgericht werken en het speelse leren concreet in hun groep kunnen omzetten. Het prentenboek De Gruffalo was hierbij het uitgangspunt. De collega’s hebben in gemixte groepen via een circuit de stappen van het handelingsgericht werken doorlopen en bij elke stap onderdelen van de spelkaart gebruikt.
Door scherp te hebben waar je in het spel van kinderen op moet letten, ga je beter waarnemen
1. Waarnemen Bij de stap ‘Waarnemen’ is er op de kwaliteitskaart gekeken naar het onderdeel ‘Wat ziet de professional?’ Door scherp te hebben waar je in het spel 28
HJK april 2018
van de kinderen op kunt letten, ga je beter waarnemen. Aan de hand van denk- en discussievragen zijn de leerkrachten en pedagogisch medewerkers hierover met elkaar in gesprek gegaan. Wat zouden zij tijdens de Kinderboekenweek in het spel van de kinderen allemaal kunnen zien en waar willen ze in het spel op gaan letten?
2. Begrijpen Bij de stap ‘Begrijpen’ is er op de kwaliteitskaart gekeken naar het onderdeel ‘Wat weet de professional?’ Door te bekijken welk spel past bij een bepaalde leeftijd, en ook wat de volgende stap in de ontwikkeling is, begrijpt de professional waar een kind staat. Hij kan daardoor beter aansluiten bij de zone van de naaste ontwikkeling en zorgen voor een passend aanbod. 3. Plannen Bij de stap ‘Plannen’ is er gekeken naar de onderdelen ‘Wat doet de professional?’ en ‘Hoe faciliteert de professional?’ Vanuit de verschillende praktische voorbeelden, gericht op de speelleeromgeving en de betekenis die de professional zelf binnen deze speelleeromgeving kan innemen, zijn er afspraken gemaakt. Afspraken over activiteiten die in de eigen praktijk uitgeprobeerd worden en de wijze waarop de ervaringen vervolgens met elkaar worden gedeeld. Behalve spelkennis en spelvaardigheden is de inrichting van een rijke speelleeromgeving namelijk zeker zo belangrijk. De ruimte is ingericht met inspirerende en echte materialen waarmee kinderen ontdekkingen kunnen doen om hun spel een eigen inhoud te kunnen geven (Janssen-Vos & Van der Meer, 2017). Er zijn zowel basishoeken als wisselende hoeken waarbinnen het thema herkenbaar is doorgevoerd en de materialen de ontluikende gecijferdheid en geletterdheid ontlokken. Bijvoorbeeld door de huishoek als basishoek te verbinden met de wisselende hoek, de groentewinkel passend bij het thema ’Gezonde voeding’, zodat kinderen daar hun boodschappen kunnen doen. Behalve de binnenruimte, die volop benut kan worden door gangen bij de hoeken in de klas te betrekken,
Sociale relaties
Relaties tussen kinderen
Gevolgen van sociale positie Welke kinderen liggen (niet) goed in de groep? Als leerkracht zie je natuurlijk dat sommige kinderen buiten de groep vallen of dat klasgenootjes niet met ze willen spelen. Sociale relaties met klasgenootjes en de positie in de groep kunnen de ontwikkeling van het jonge kind beïnvloeden. Wat zijn de gevolgen van sociale acceptatie en afwijzing? Jeroen Pronk doet onderzoek naar pesten op school en sociale status en werkt aan de Vrije Universiteit Amsterdam
S
ociale relaties gaan er in de eerste levensjaren van een kind al toe doen. Vanaf driejarige leeftijd gaan kinderen voorkeuren ontwikkelen voor bepaalde leeftijdsgenootjes, terwijl ze andere leeftijdgenootjes gaan afwijzen (Hay, Payne, & Chadwick, 2004). Dit proces markeert het begin van het sociale netwerk dat kinderen gedurende hun leven opbouwen. Dit sociale netwerk is het gevolg van een complex samenspel van positieve en negatieve sociale relaties die kinderen met anderen hebben. Terwijl kinderen beginnen met het ontwikkelen van zelfgekozen sociale netwerken, gaan ze tegelijkertijd ook deel uitmaken van ‘geforceerde’ sociale netwerken, zoals de schoolklas. Hoewel kinderen in de klas uiteraard weer zelfgekozen relaties opbouwen, moeten ze in de klas ook ‘gedwongen’ deel uitmaken van een sociaal netwerk bestaande uit niet zelfgekozen klasgenootjes (en een leerkracht). Hoe kinderen omgaan met klasgenootjes waar ze geen vrienden mee zijn, heeft ook een invloed op hun sociale positie in de groep. Bovendien brengen kinderen een groot deel van hun tijd door met hun klasgenootjes. De sociale relaties die ze in deze klassencontext dus opbouwen en de sociale positie die ze in de groep innemen, hebben dan ook een sterke invloed op hun ontwikkeling.
Sociale positie in klassennetwerk De mate waarin kinderen worden geaccepteerd of afgewezen door klasgenootjes is bepalend voor hun sociale positie in de groep. De sociale positie van kinderen is overigens redelijk stabiel over tijd (Coie, 1990). Een kind dat goed in de groep ligt in de kleuterklas, zal later in het leven dus waarschijnlijk ook positieve en stabiele sociale relaties Definitie sociale positie In dit artikel wordt de sociale positie van kinderen gebaseerd op hoe aardig ze worden gevonden door hun klasgenootjes. In onderzoek wordt naast aardigheid ook wel gekeken naar vriendschap of populariteit om iemands sociale positie in de groep te bepalen. Hoewel verschillend, zijn deze concepten – in ieder geval in de vroege kindertijd – sterk aan elkaar gerelateerd en gelijkwaardig (Beazidou & Botsoglou, 2016).
14
HJK april 2018
ontwikkelen. Het is daarom voor leerkrachten belangrijk om te weten welke positie kinderen in de groep innemen. Maar hoe krijg je daar als leerkracht zicht op? Een veelgebruikte procedure om de sociale positie van kinderen in kaart te brengen, is het maken van een sociogram na het uitvoeren van een sociometrisch klassenonderzoek. Bij een sociometrisch onderzoek geven kinderen een antwoord op twee vragen: (1) wie vind jij aardig? en (2) wie vind jij niet aardig? Kinderen in het klassennetwerk krijgen op deze manier positieve nominaties (aardig), negatieve nominaties (onaardig) of worden niet genomineerd door klasgenootjes. Hoe meer nominaties een kind krijgt, hoe centraler het kind is binnen de groep. De sociale positie die een kind inneemt in de groep kan op verschillende manieren zijn of haar algehele ontwikkeling beïnvloeden. Wat kunnen de gevolgen zijn van het hebben van een positieve of juist een negatieve positie in de groep?
Geaccepteerd of afgewezen Een positieve positie in de groep geeft aan dat het kind goed in de groep ligt en sociaal geaccepteerd wordt door klasgenoten. Sociale acceptatie heeft een beschermend effect op de ontwikkeling van het kind (Hay, Payne, & Chadwick, 2004). Kinderen die sociaal geaccepteerd worden door hun klasgenootjes, beschikken over het algemeen over goede sociale competenties (Beazidou & Botsoglou, 2016): ze weten hoe ze zich in sociale situaties en tijdens sociale interactie moeten gedragen. Bovendien vertonen ze vaak prosociaal gedrag: ze delen spullen, helpen anderen en werken samen met hun klasgenootjes (Coie, Dodge, & Kupersmidt, 1990). Ten slotte presteren sociaal geaccepteerde kinderen over het algemeen beter op school dan sociaal afgewezen kinderen (Vandell & Hembree, 1994). Ze halen hogere cijfers en zijn beter in het samenwerken met klasgenootjes. De kans dat sociaal geaccepteerde kinderen zich ontwikkelen tot gezonde volwassenen is dan ook groot. Aan de andere kant van de medaille vinden we kinderen met een negatieve positie in de groep. Deze kinderen liggen niet goed in de groep en worden (chronisch) sociaal afgewezen door
Sociale relaties Belangrijk voor kind én leerkracht
Goede leerkracht-kind relaties Met de meeste kinderen bouw je als leerkracht als vanzelfsprekend een goede relatie op. Maar met sommige kinderen gaat dit minder soepel: er zijn vooral negatieve interacties en weinig momenten van warmte. Leerkracht-Leerling Interactie Coaching kan je hierbij helpen. Dit is een interventie die tot doel heeft de leerkracht aan te zetten tot reflectie over verschillende aspecten van de leerkracht-kind relatie.
Martijn zit in groep 4 bij juf Anne. Vanaf het begin van het schooljaar laat Martijn storend gedrag zien: hij zoekt ruzie met andere kinderen, verstoort activiteiten door constant geluiden te maken en reageert dwars en opstandig wanneer juf Anne hem hierop aanspreekt. Hierdoor is er een negatief interactiepatroon ontstaan, waarin weinig ruimte is voor warmte en veiligheid. Juf Anne voelt zich geïrriteerd door de vele verstoringen van Martijn en geeft aan dat zij zich vooral machteloos voelt over de negatieve interacties. Martijn komt nauwelijks tot effectieve leertijd en juf Anne merkt dat zij haar geduld verliest. Ze zegt opgelucht te zijn als Martijn een keer afwezig is.
Gevolgen negatieve relatie Een negatieve leerkracht-kind relatie kan invloed hebben op het functioneren en welbevinden van de leerkracht én het kind. Uit onderzoek blijkt
• Foto’s: Tom van Limpt
Rianne Bosman is promovenda bij het Research Institute of Child Development and Education van de Universiteit van Amsterdam. Zij onderzoekt onder andere de effectiviteit van Leerkracht-Leerling Interactie Coaching (LLInC) voor leerkrachten in het basisonderwijs
dat een negatieve leerkracht-kind relatie bij kinderen kan leiden tot lage motivatie en slechtere leerprestaties (Roorda, Koomen, Spilt, & Oort, 2011). Bovendien leidt het bij leerkrachten vaak tot stress. Het is dus belangrijk om manieren te ontwikkelen om de negatieve interactiepatronen te doorbreken en positieve interacties en gevoelens te stimuleren.
Gehechtheidstheorie Eén van de bekendste theorieën over de ouderkind relatie is de gehechtheidstheorie, waarvan de psycholoog John Bowlby de grondlegger is. Binnen deze theorie wordt verondersteld dat een kind een stabiele en veilige relatie met een ouder nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen. Hoewel de relatie tussen een leerkracht en een kind minder exclusief is (er zijn immers veel kinderen in de klas die de aandacht van de leerkracht vragen), zijn aspecten van de gehechtheidstheorie
>>
Het is belangrijk om manieren te ontwikkelen om positieve interacties en gevoelens te stimuleren
HJK april 2018
17
Kinderopvang en onderzoek
Sociale relaties
Sociaal-emotionele ontwikkeling Ruim 80 procent van de kinderen gaat voorafgaand aan de basisschool naar een vorm van kinderopvang in groepsverband, zoals een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal of voorschool (OECD, 2016). De algemene gedachte is dat dit goed is voor de ontwikkeling van de sociale vaardigheden van jonge kinderen. Kinderopvang is de plek waar jonge kinderen in aanraking komen met leeftijdsgenootjes. Een veelgehoord credo in de kinderopvang is bijvoorbeeld: 'samen spelen, samen delen'. Maar is er wetenschappelijke ondersteuning voor de aanname dat kinderopvang goed is voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden?
Pauline Slot en Martine Broekhuizen zijn beiden onderzoeker bij de Universiteit Utrecht
O
nderzoek naar de kwaliteit van de kinderopvang en hoe die kwaliteit een bijdrage kan leveren aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van jonge kinderen wordt veel gedaan. Wat bedoelen we nu met kwaliteit in de kinderopvang? Hier zijn vele boeken en artikelen over geschreven. Internationaal gezien is men het erover eens dat de dagelijkse ervaringen en interacties die kinderen hebben in de groep aan de basis staan van kwalitatief goede kinderopvang. Het gaat om die ervaringen en interacties die een bijdrage leveren aan het welbevinden van jonge kinderen en die hen in staat stellen om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Om de verschillende aspecten van interactiekwaliteit in kaart te brengen, worden veelal observatie-instrumenten gebruikt. Het gaat dan bijvoorbeeld om de positieve sfeer in de groep en medewerkers die opmerkzaam zijn ten aanzien van de behoeften van de kinderen en hier adequaat op inspelen. Dit wordt ook wel de emotionele proceskwaliteit genoemd. Daarnaast gaat het om het ondersteunen van de brede ontwikkeling van kinderen door hen actief en op een kindvolgende manier te begeleiden en te stimuleren in spel en alledaagse activiteiten. Dit wordt aangeduid als de educatieve proceskwaliteit. Een veelgebruikt observatie-instrument om de emotionele en educatieve proceskwaliteit in kaart te brengen is de Classroom Assessment Scoring System (CLASS) (Pianta, La Paro, & Hamre, 2008). Resultaten uit een grootschalig Nederlands onderzoek in ruim 270 kinderopvang- en peuterspeelzaalgroepen met de CLASS laten zien dat de emotionele kwaliteit gemiddeld tot hoog is, terwijl de educatieve kwaliteit laag tot gemiddeld is (Slot et al., 2015).
Zelfregulatie Internationaal onderzoek laat zien dat vooral de emotionele proceskwaliteit belangrijk is voor het ontwikkelen van betere sociale vaardigheden (zoals positieve interacties met leeftijdsgenootjes en gedrag als helpen en delen) en het 20
HJK april 2018
terugdringen van gedragsproblemen (zoals boos en opstandig gedrag) bij jonge kinderen. Ondanks de positieve effecten van een hoge emotionele proceskwaliteit op de sociaal-emotionele ontwikkeling van jonge kinderen, zijn er aanwijzingen dat deze effecten niet voor alle kinderen hetzelfde zijn. Recent onderzoek laat zien dat de mate van zelfregulatie die kinderen bezitten een rol speelt in de relatie tussen de emotionele proceskwaliteit en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Zelfregulatie is de vaardigheid om de eigen emoties en het eigen gedrag te sturen en te controleren. Kinderen kunnen hier sterk in verschillen. In twee onderzoeken met verschillende groepen kinderen (Broekhuizen et al., 2015; Broekhuizen et al., 2016) is gevonden dat de relatie tussen emotionele proceskwaliteit en het sociale gedrag van kinderen sterker was voor kinderen met een lagere zelfregulatie: kinderen die minder goed in staat waren om hun eigen emoties en gedrag te sturen en te controleren, waren bij een lagere emotionele proceskwaliteit minder sociaal vaardig dan kinderen met een hogere zelfregulatie. Bovendien lieten zij juist betere sociale vaardigheden zien bij een hogere emotionele proceskwaliteit. Een mogelijke verklaring voor deze bevindingen is dat kinderen die minder goed in staat zijn om zelf hun emoties en gedrag te sturen, meer afhankelijk zijn van sturing door pedagogisch medewerkers. Je kunt je waarschijnlijk voorstellen dat een wat drukker en meer impulsief kind wellicht meer hulp van een pedagogisch medewerker nodig heeft om sociaal vaardig gedrag te laten zien. Met de juiste hulp en steun door pedagogisch medewerkers kunnen zij dus zelfs meer sociaal vaardig gedrag laten zien dan kinderen met een hogere zelfregulatie.
Sociale vaardigheden In de hiervoor genoemde onderzoeken is altijd de kwaliteit van de groep als uitgangspunt genomen: wat is de emotionele en educatieve kwaliteit
Sociale relaties Ervaringen uit de praktijk
Omgaan met sociale processen Het is september. Een nieuwe groep staat voor de deur. Een aantal kinderen ken je nog van vorig jaar, maar voor sommigen is het hun allereerste schooldag. Je bekijkt het vanaf een afstandje en ziet een bij elkaar geraapte groep kinderen. Hoe maak je daar een groep van met een sterk wij-gevoel? Een groep waarin niemand wordt buitengesloten en kinderen zich verantwoordelijk voelen voor elkaar?
Femke van der Wilt is promovenda aan de Vrije Universiteit Amsterdam en doet onderzoek naar de relatie tussen communicatieve taalvaardigheid en sociale relaties in de kleuterklas Mariska Rave is leerkracht van groep 1/2 op basisschool De Mijlpaal in Amsterdam en heeft meer dan 18 jaar ervaring als kleuterleerkracht. Zij blogt regelmatig op www.mariskarave.nl
G
roepsvorming, sociale interacties, vriendschappen, conflicten en ruzies. Je bent er als kleuterleerkracht maar druk mee. In de voorgaande artikelen van deze special werd al duidelijk hoe belangrijk sociale relaties zijn voor de ontwikkeling van het jonge kind. Maar hoe maak je daar als leerkracht werk van in de dagelijkse onderwijspraktijk? Voor Mariska Rave, leerkracht in groep 1/2 van basisschool De Mijlpaal in Amsterdam, is dit de kern van haar vak. Niet alleen in de kleuterklas, maar later ook. Het is iets waar ze zelf de hele dag mee bezig is: ze grijpt zoveel mogelijk momenten aan om met kinderen in gesprek te gaan over sociale processen in haar
klas. Wij brachten een bezoek aan de klas van Rave en vroegen haar hoe zij omgaat met sociale relaties tussen de kinderen in haar klas. Zij reikt vanuit haar praktijk enkele handvatten aan voor het bevorderen van sociale relaties in de klas.
Een goed begin is het halve werk Elke leerkracht wil aan het begin van het schooljaar een goede start maken. Zeker met een nieuwe groep is het belangrijk om direct duidelijke afspraken op te stellen. Rave doet dit op haar eigen manier: ‘In het begin gaat iedereen gewoon zijn eigen gang. Na de eerste week blikken we dan terug: wat ging er goed en wat kan er beter?
• Foto’s: Tom van Limpt
Chiel van der Veen is universitair docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij doet onderzoek naar gespreksactiviteiten in klassen, en is redactielid van HJK
Als je weet waarin een kind geïnteresseerd is, kun je gemakkelijk een praatje maken en aan de relatie werken
HJK april 2018
23
>>
Wil je op de hoogte blijven van de ontwikkelingen rondom het jonge kind? Neem nu een abonnement op HJK
Kijk voor onze speciale congresactie met prentenboeken op: www.hjk-online.nl/ spel-in-zicht
Ontvang 10 x HJK
HJK lezen op tablet en pc via Schooltas
Krijg toegang tot het digitaal archief
Studenten ontvangen
40% korting
Samen voor â‚Ź79,- per jaar Meer weten? Ga naar www.hjk-online.nl of bel 088-2266691
Verwacht in HJK Ik wou dat ik kon lezen!
Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met (voor)lezen. De kleuters van De Strandwacht, een basisschool voor speciaal onderwijs, zijn daarvan al overtuigd. Ze zijn op bezoek bij het Kinderboekenmuseum in Den Haag. Haas leest Kikker voor. ‘En … wat gebeurt er als je voorleest?, vraagt de museumdocent. ‘Dan word je wijzer', reageert een kind dolenthousiast. ‘En dan word je héééél slim!’
HJK (De wereld van het jonge kind) bestaat al 45 jaar en is het bekendste vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen. HJK biedt actuele en betrouwbare vakinformatie en maakt daarbij een koppeling tussen theorie en praktijk.
Roza Rozeur, ingenieur
• Sarah Dona
Het is van belang om kinderen al op jonge leeftijd kennis te laten maken met wetenschap en techniek. In PrentenboekIndruk staan vijf prentenboeken centraal rondom dit thema. Onder andere Roza Rozeur, ingenieur. Dit boek gaat over een meisje dat doorzet om ingenieur te worden.
Niets missen? Neem dan een combi-abonnement op HJK én JSW (het vakblad voor de midden- en bovenbouw) en betaal slechts € 119,50. www.hjk-online.nl/abonneren
Aan de slag: Tutti Timbri
Muziek kun je maken op instrumenten, bijvoorbeeld met behulp van een piano, gitaar en viool. Het is ook mogelijk om muziek te maken met elektronische instrumenten als synthesizers en tablets. Maar ook met leuke voorwerpen en speelgoed. Maak muziek met alles wat geluid maakt!
© Pixabay
Los nummer
Voor jezelf of als cadeau! Vakblad voo en onde r ontwikkeli ng rwijs aa n jonge , opvoeding kinderen Vakblad voor ontwik en onderw kel ijs aan jon ing, opvoeding ge kinder en
• Ontbreekt er een nummer van HJK in je collectie? • Een interessant artikel gezien dat je wilt lezen, maar heb je geen abonnement? • Op zoek naar een cadeautje voor je collega?
Spe óók len: groe in p 3!
Samen ve
rhalen veLrt eln ledn ere spelen
De inze groep 3
in
prenStenb t van oepe oe leke spelcont o n in exten vergang van gr
Bestel een los nummer voor € 10,-
oep 2 na
ar
3 WetSp ensc p en enha is ta technoello a l le re gie n in de
terklas Nrkl . 8eu - Ja argang 42 – ap ril 2015 www.h Nr. 9 - Ja jk argang 42 -online.nl – mei 20 15 www.hj HJK15_HR
XXXXXX
HJK15_HR1
5042101_TD
k-online.
XX_TDS_N
nl
R8_2015.i
ndd 1
S_NR9 2015.i
ndd 1
01-04-15 30-04-15
Ga naar www.hjk-online.nl/abonneren of bel 088-2266691 34
HJK april 2018
15:44
14:48
roep 1-4
ls voor g e g n E e d o h t e ale lesm
DĂŠ digit
g Native speakin co-teachers via het digibord 6 5 1
2
3
4
Vraag een gratis n op proeicentie aa .nu y s a e t i e k a .t w ww
7
8
7