Vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen
Relatietekening visualiseert relatie leerkracht-leerling Vaders betrekken bij onderwijs Opvoedingstrap: samen opvoeden Nr. 3 – Jaargang 46 – nov. 2018
www.hjk-online.nl
sociaal-emotioneel
Leerkracht-leerlingrelatie analyseren
Relatietekening als hulpmiddel Als leerkrachten beter begrijpen welke (vaak impliciete) boodschap gedragsmoeilijke leerlingen geven, kunnen zij hun pedagogisch handelen beter laten aansluiten op de specifieke wensen van hun leerlingen en ervoor zorgen dat zij daadwerkelijk aan hun leermogelijkheden toekomen. Leerkracht-leerling relatietekeningen kunnen fungeren als praktisch hulpmiddel bij het analyseren van de gedachten, emoties, gevoelens en gedragingen van leerlingen in relatie tot hun leerkracht.
Marjolein Zee (m.zee@uva.nl) is onderwijskundige en universitair docent bij de afdeling Pedagogische en Onderwijswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam
Z
icht krijgen op de gevoelens en gedragingen van leerlingen in relatie tot hun leerkracht in de klas is geen sinecure. Binnen de gehechtheidsbenadering worden deze processen doorgaans geduid aan de hand van vroege, herhaaldelijke ervaringen die het kind heeft opgedaan in de relatie met primaire hechtingsfiguren (ouders, verzorgers). Centraal staat het idee dat deze ervaringen worden opgeslagen in een uniek intern werkmodel, of mentale relatierepresentatie, die geĂŻnternaliseerde gedachten, gevoelens en overtuigingen van het kind over zichzelf, de ander en de onderlinge relatie weerspiegelt. Deze mentale representaties helpen kinderen de onderliggende intenties en betrouwbaarheid van de ander in de relatie te duiden en hun reactie op het gedrag van de ander in nieuwe situaties en contexten te sturen.
Relatiegeschiedenis In de klas hangt de kwaliteit van mentale representaties van kinderen niet enkel af van hun relatiegeschiedenis, maar ook van de mate waarin leerkrachten responsief zijn en een sensitieve, steunende houding aannemen ten aanzien van hun leerlingen. Wanneer leerlingen hun leerkracht kunnen gebruiken als veilige haven in tijden van stress en overtuigd zijn van de emotionele beschikbaarheid van hun leerkracht, hebben zij meer vertrouwen in zichzelf en de leerkracht, minder gedragsproblemen en zijn zij meer betrokken bij hun schoolwerk. Echter, wanneer negatieve gevoelens binnen de relatie tussen de leerkracht en de leerling de overhand hebben, er strijd heerst of er een gebrek aan vertrouwen is, kunnen leerlingen hun leerkracht mogelijk onvoldoende als veilige basis gebruiken voor het ontdekken van hun leeromgeving. Leerlingen met
Tijdens persoonlijke gesprekken kunnen jonge kinderen het lastig vinden om hun emotionele staat te verwoorden
4
HJK november 2018
dergelijke negatieve relatierepresentaties lopen een verhoogd risico op tal van problemen op school, zoals storend of juist naar binnen gericht gedrag, slechtere leerprestaties en een lager zelfbeeld (Hamre & Pianta, 2001).
Mentale representaties Mentale representaties van leerlingen bestaan uit vaak onbewuste (impliciete), geïnternaliseerde patronen van informatie over zichzelf in relatie tot hun leerkracht. Om deze reden zijn de gedachten en gevoelens die deze relatie begeleiden vaak moeilijk te herkennen voor leerkrachten of diagnostici. Zelfs tijdens persoonlijke gesprekken kunnen met name jonge leerlingen het lastig vinden om hun emotionele staat onder woorden te brengen. Toch is de input van leerlingen zelf cruciaal in het verkrijgen van inzicht in hun gedrag en de vaak stroeve leerkracht-leerlinginteracties die daarmee gepaard gaan. Idealiter zou deze input verkregen moeten worden op een manier die zo min mogelijk een appèl doet op de verbale expressie van een leerling en tevens aansluit bij zijn of haar ontwikkelingsniveau. Relatietekeningen zouden hierin een belangrijke rol kunnen spelen (zie figuur 1 hiernaast voor voorbeelden). Tekeningen van kinderen winnen zowel in de klinische praktijk als gezinsdiagnostiek (bijvoorbeeld beeldende systeemtherapie) al jaren aan populariteit. Voor jonge kinderen zijn tekeningen, naast spel, een natuurlijke en veilige vorm van expressie. Daarnaast bieden zij een schat aan informatie over de vaak onbewuste verlangens, gedachten, gevoelens en gedragingen van het kind, die verbaal vaak moeilijk te uiten zijn. Om dergelijke tekeningen op een zinvolle en bruikbare wijze te interpreteren, hebben Kaplan en Main (1986) een coderingsschema ontwikkeld voor het analyseren van mentale representaties van kinderen in de gezinscontext. Dit interpretatieve kader heeft zijn wortels in de gehechtheidstheorie en legt de focus
rekenen
Rekenwiskundige ontwikkeling
Spel als basis voor handelingsmodel Het Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie (ERWD) (Van Groenestijn, Borghouts, & Janssen, 2011) behandelt het handelings- en drieslagmodel. Om de rekenwiskundige ontwikkeling van kinderen in beeld te krijgen, bieden deze modellen aanknopingspunten voor het volgen, observeren en analyseren van die ontwikkeling. Eén van de niveaus die in het handelingsmodel centraal staat, is het informeel handelen. Dit is zichtbaar in het spel van jonge kinderen.
De themahoek is door de kinderen als sporthoek ingericht. Geïnspireerd door het boek Igor Stippelkampioen en de Olympische Winterspelen hebben de kinderen gekozen voor onder andere een doos, pilonnen, ballen en stokken. Roeien, voetballen, gewichtheffen, skiën, zo maar een voorbeeld van de sporten die de kinderen in deze hoek aan het naspelen zijn. Natuurlijk mag het podium niet ontbreken!
Lisanne Quinten is redactielid van HJK, specialist jonge kind en leerkracht groep 3 bij basisschool de Oversteek in Liempde
Spel observeren Ik hoef als leerkracht maar enkele minuten het spel in deze hoek te observeren en de rekenwiskundige taal vliegt mij al om mijn oren. De doos die vaak gebruikt wordt als roeiboot, wordt gekanteld om er een voetbalgoal van te maken. Dat
Hoofdlijnen rekenwiskundige ontwikkeling De rekenwiskundige ontwikkeling van een kind draagt bij aan het beter begrijpen van de wereld om je heen. Daarvoor is het noodzakelijk dat functionaliteit, rekenwiskundige concepten en oplossingsprocedures aandacht krijgen in de rekenwiskundige ontwikkeling. • Begripsvorming. Het dagelijks leven laat tal van situaties zien waarin functioneel gerekend kan worden. In betekenisvolle situaties leren kinderen de bijbehorende taal te gebruiken en wordt er een start gemaakt met de ontwikkeling van begripsvorming. • Ontwikkelen van oplossingsprocedures. Voor jonge kinderen betekent dit dat zij basisbewerkingen zoals tellen, optellen en aftrekken uitvoeren. • Vlot leren rekenen. Regelmatig en goed oefenen is noodzakelijk om vlot te leren rekenen. Oefenen, herhalen, automatiseren en memoriseren leidt tot vlot leren rekenen. Betekenisvol en doelgericht handelen zijn hierin voor jonge kinderen belangrijk. • Flexibel toepassen van kennis en vaardigheden. In het dagelijks leven lopen allerlei situaties door elkaar, waarin geen gebruik kan worden gemaakt van hulpmiddelen zoals een getallenlijn. Het flexibel toepassen van kennis en vaardigheden leidt tot de ontwikkeling van functionele gecijferdheid: zelfstandig weten wanneer je welke kennis of vaardigheid in moet zetten om tot een oplossing te komen.
10
HJK november 2018
kantelen valt nog niet mee, want hoort de lange kant van de goal verticaal of horizontaal te staan? Ik zie een kind de bal pakken om op goal te schieten, maar er ontstaat een discussie over hoeveel stappen je mag zetten vanaf de goal om te mogen schieten. Verder weg of dichtbij is de vraag. Hoewel ik tal van gevaarlijke situaties voor me zie (het kind staat al halverwege de klas), laat ik het gebeuren. Na een paar minuten wordt het spel al opgegeven, van veraf schieten is niet haalbaar vanwege alle andere kinderen, dichtbij is geen optie voor ze omdat dat ‘saai’ is.
Ontluikende/beginnende gecijferdheid Het protocol ERWD geeft aan dat kinderen in de onderbouw zich ontwikkelen door te doen, te kijken, te experimenteren en ze daarover te laten vertellen. De basis voor het rekenwiskundig handelen wordt ook wel ontluikende of beginnende gecijferdheid genoemd. De rekenwiskundige ontwikkeling wordt verdeeld in drie domeinen: • Getallen en bewerkingen: het verkennen van getallen en hoeveelheden. • Meten en meetkunde: het verkennen en leren benoemen van maten. • Verhoudingen: kennis ontwikkelen over getallen, relaties leggen tussen getallen. Daarnaast verloopt een goede rekenwiskundige ontwikkeling volgens vier hoofdlijnen (zie het kader ‘Hoofdlijnen rekenwiskundige ontwikkeling’ hiernaast). Deze hoofdlijnen zijn voor mij concreet waarneembaar in deze hoek. Dat wordt mij niet alleen duidelijk in bovenstaand voorbeeld, maar vooral wanneer in een andere speeltijd discussie ontstaat over de plek van het podium. Op het podium Vol trots gaat winnaar Elise op het podium bij plek ‘3’ staan. Joost wijst haar erop dat ze op de hoogste plek moet gaan staan, want als je
Op de schouders van…
...Jan Ligthart ‘If I have seen further, it is by standing on the shoulders of giants’ (Isaac Newton, 1676). Wanneer je de traditie kent waarin je staat, zie je meer. Dit geldt ook voor professionals die met het jonge kind werken. Op welke onderwijstheorieën berust jouw werk? Aan welke pedagogen ben jij schatplichtig? Op wiens schouders sta jij? In deze serie geven we je de woorden om je werk van vandaag te kunnen beargumenteren. Deze keer: Jan Ligthart.
Barbara de Jong is historisch pedagoge en filosofe. Zij werkt onder andere aan de Universität Duisburg-Essen als Dozentin für Niederländisch
M
et een grondige vernieuwing van het zaakonderwijs in de eerste drie klassen (groep 3-5) haalde de schoolmeester Ligthart rond 1900 ‘het volle leven’ de lagere school binnen. De bekende schoolplaten van de illustrator Cornelis Jetses (1873-1955), het leesplankje aap-noot-mies en een pakket aan schoolboekjes zijn de sporen die vandaag nog naar zijn project verwijzen. Ooit kreeg Ligthart internationale aandacht. Waaruit bestond deze vernieuwing en hebben we er nog iets aan?
Het verwaarloosde kind Ligthart werd in 1859 geboren in de Amsterdamse volksbuurt de Jordaan. Toen hij 12 jaar was en de school verliet, kreeg hij de kans om kwekeling te worden aan de Openbare School Nr. 14 in de Jodenbreestraat. Aan deze ‘school voor onvermogenden’ ontwikkelde de jonge Ligthart zich tot een vriendelijke en persoonlijk betrokken onderwijzer met een groot hart voor het arbeiderskind. De
• Cornelis Jetses
Schoolplaat bij Het volle leven: 'Een junimorgen in de bouwlanden'
16
HJK november 2018
Jodenhoek was de levendigste, maar ook de armste buurt van Amsterdam. Veel kinderen werkten of werden verwaarloosd. Op de ‘Gemeentelijke Normaallessen’ (nu de pabo) kreeg Ligthart in de avonduren een opleiding in de schoolpedagogische traditie van de negentiende eeuw. Deze was romantischkindvriendelijk, godsdienstig zo neutraal mogelijk en wilde dat de leerkracht in de allereerste plaats goed op de hoogte was van de wetenschappelijke achtergrond van de schoolvakken. Het systeem van de Nederlandse grammatica, perfecte rekenvaardigheid, het stelsel van Linneaus, fysische geografie en kennis van verre volkeren, vaderlandse geschiedenis. Kortom, om de volledige bevoegdheid als onderwijzer te behalen, moesten kwekelingen een enorme hoeveelheid examenstof doorworstelen. Het stond in contrast met de sociale werkelijkheid waarin Ligthart voor de klas stond.
Hartepedagogiek In 1885 verwisselde Ligthart Amsterdam voor de Schilderswijk in Den Haag, waar hij hoofd van de Openbare School in de Tullinghstraat werd. Opnieuw een plek waar armoede een stempel op het kinderleven drukte. Hij zou er tot aan zijn dood in 1916 blijven werken. Van begin af aan bracht hij er zijn hartepedagogiek in praktijk. Niet de gezagsdrager ‘hoofd der school’, maar de persoon meester Ligthart leefde er het voornaamste beginsel van zijn pedagogiek voor. De opvoeding mocht niet gebaseerd zijn op het machtsverschil en de daaruit voortvloeiende, maar rond 1900 toch nog alledaagse hardheid tegenover kinderen. Zij moest uitdrukkelijk doordrongen zijn van vrolijkheid, hartelijkheid en uiteindelijk achting voor het kind. Vanuit die hartepedagogische basis konden onderwijzers geïnspireerd lesgeven, kon het kind zijn
ouders
In dialoog over opvoeding
Opvoedingstrap: samen opvoeden Ouders, grootouders, leerkrachten en pedagogisch medewerkers zijn allemaal betrokken bij de opvoeding van een kind. Elk met hun eigen visie en aanpak. De opvoedingstrap geeft een taal aan opvoeding en kan zo de dialoog hierover tussen leerkrachten en andere opvoeders bevorderen. Want hoe sterker opvoeders samenwerken, hoe beter het loopt (Adriaenssens, 2018).
Viv is een vrolijk meisje van 5 jaar en komt net zoals ieder ander kind in aanraking met meerdere opvoeders. Elk van hen met eigen opvattingen, maar ook eigen vragen en onzekerheden.
Maai Huyse (maai.huyse@ucll.be) en Anne Slaets (anne.slaets@ucll.be) zijn onderwijskundige, lector en onderzoeker aan de lerarenopleiding van UC Leuven-Limburg in België
Juf Sarah: ‘Hoe kan ik mijn relatie met Viv nog versterken?’ Papa: ‘Geef ik niet te veel toe aan Viv?’ Mama: ‘Waarom begint Viv altijd zo te zeuren in de avondspits van het huishouden?’ Opa: ‘Leg ik de lat soms niet te hoog voor mijn kleindochter?’ Vakleerkracht bewegingsonderwijs Nabil: ‘Viv is opvallend stil tijdens de bewegingslessen. Hoe kan ik haar meer doen stralen?’ Stiefvader: ‘Welke rol speel ik in de opvoeding van Viv?’
Netwerk Samen opvoeden vanuit een netwerk. Hoe doe je dat, wetende dat iedereen een andere rol en
Figuur 1 – De opvoedingstrap (Huyse & Slaets, 2018)
22
HJK november 2018
referentiekader heeft? Wat kan opvoeders helpen om met elkaar in gesprek te gaan over opvoeding en elkaar te ondersteunen? De ‘Webster-Stratton teaching piramide’ (Webster-Stratton, 2007), het gedachtegoed van ‘Nieuwe autoriteit’ (Omer, 2011) en het groeigerichte denken van Dweck (2011) bieden krachtige pedagogische insteken die een bijzonder gunstige invloed hebben op opvoeding. Deze zijn visueel weer te geven als ‘bouwstenen’ van een opvoedingstrap (zie figuur 1 hieronder). De opvoedingstrap is tijdens de focusgesprekken van een onderzoek (Huyse & Slaets, 2018) voorgelegd aan en verder verfijnd met ouders, leerkrachten en mensen uit het opvoedingswerkveld. Ook is hij in scholen gebruikt als ondersteuningsmiddel tijdens team- en oudergesprekken. Zo is de trap uitgegroeid tot een hulpmiddel dat ondersteuning biedt in de zoektocht naar een gemeenschappelijke taal rond opvoeden tussen verschillende opvoedingspartners. De bouwstenen zijn handvaten om stil te staan bij ieders visie en aanpak.
ouders
Luizenmoeders gezocht! En de vaders dan?
Vaders betrekken bij onderwijs Leerkrachten zijn eerder geneigd om met moeders dan met vaders te communiceren. Ook bij de vraag naar hulpouders, bijvoorbeeld bij het bestrijden van luizen, worden de mannen nog weleens ‘vergeten’ (Hoogeveen, Donkers, & Bontje, 2018). Waarom is het belangrijk om vaders te betrekken bij het onderwijs en hoe doe je dat? Karin Hoogeveen is senior adviseur en onderzoeker bij Sardes Denise Bontje is taalkundige en theatermaker en redactielid van HJK. Ze is eigenaar van DmaakthetBont en verzorgt onder andere trainingen
Term ‘vaders’ Met ‘vaders’ worden de mannelijke opvoeders die betrokken zijn bij de zorg en opvoeding van kinderen bedoeld. Het gaat in dit verband niet alleen over biologische vaders en ook niet alleen over heteroseksuele gezinnen.
28
O
uders zijn onmisbaar voor een optimale ontwikkeling van jonge kinderen, daar is iedereen inmiddels van overtuigd. Daarom zijn er ouderbeleidsplannen en doen scholen er veel aan om ouderbetrokkenheid te stimuleren. Een belangrijke groep ouders wordt nogal eens over het hoofd gezien en dat zijn de vaders. Meestal onbewust gaan leerkrachten ervan uit dat moeders de eerstverantwoordelijken zijn voor de kinderen.
Rol vaders Dat is om verschillende redenen geen goede zaak. Ten eerste is het jammer voor mannen die het vaderschap serieus nemen en er toe willen doen voor hun kind. Zij voelen zich niet altijd serieus genomen als opvoeder. Daarnaast is het voor kinderen gunstig als de vader een rol speelt bij de zorg en opvoeding. Kinderen zijn erbij gebaat als ook vaders tijd met ze doorbrengen en voor ze zorgen (Lamb, 2010). Betrokken vaderschap heeft een positief effect op de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van jonge kinderen. Dat is vooral te verklaren uit de toename in tijd die vaders aan hun kinderen besteden. Vrouwen brengen aanzienlijk meer tijd met kinderen door dan mannen. Mannen nemen 35 procent van de totale tijd, besteed aan onbetaalde arbeid, voor hun rekening. Voor vrouwen ligt dit percentage op 65 procent. (Portegijs, Cloïn, Roodsaz, & Olsthoorn, 2016). Zodra vaders meer tijd besteden aan hun kinderen, heeft dat – net als bij moeders – positieve effecten. In de wijze van communicatie en interactie met hun kinderen zit géén verschil tussen vaders en moeders. Ouderlijke warmte, verzorging en intimiteit correleren met positieve resultaten bij kinderen. Het maakt niet uit of het om een moeder of een vader gaat, want vaders zijn net zo competent in het geven van warmte en verzorging als moeders (Wilson & Prior, 2011). Desalniettemin is er in Nederland (en in
HJK november 2018
de ons omringende landen) een sterke overtuiging dat vrouwen – al dan niet van nature – beter voor kinderen kunnen zorgen (Portegijs, Cloïn, Roodsaz, & Olsthoorn, 2016).
Vaderbetrokkenheid Sardes voerde een inventarisatie uit via een online vragenlijst (Hoogeveen, Donkers, & Bontje, 2018): 110 mannen beantwoordden vragen over hun ervaringen bij de verloskundige, de kraamzorg, het consultatiebureau, de kinderopvang en het onderwijs (zie het kader ‘Zorgend Ouderschap’ op pagina 30). Wat blijkt? Slechts 82 procent van de mannen vindt dat leerkrachten van de basisschool hem evenveel informatie gaven als zijn partner; 18 procent is van mening dat de leerkrachten vooral met de (vrouwelijke) partner spraken. Informatie over het kind wordt niet altijd gedeeld met beide partners, zo ervaart 11 procent van de mannen. Bijna 63 procent van de mannen merkt dat de leerkrachten van de basisschool vaderbetrokkenheid belangrijk vinden. En 83 procent heeft het gevoel dat zijn hulp net zo welkom is op school als de hulp van zijn partner. Daarnaast geeft 15 procent van de mannen aan dat de school bij de organisatie van activiteiten rekening houdt met werktijden. Uit de antwoorden kun je concluderen dat veel mannen zich niet anders behandeld voelen en dat het dus meevalt (zie het kader ‘Ervaringen van mannen’ hiernaast). De stellingen zijn echter geen extreme uitspraken. Je zou mogen verwachten dat alle mannen het er helemaal mee eens zouden zijn en dat er in het onderwijs geen onderscheid gemaakt wordt tussen mannelijke en vrouwelijke opvoeders. Wanneer je er op die manier naar kijkt, is het verontrustend dat een aantal mannen vindt dat er minder informatie wordt gedeeld, minder met hen wordt gecommuniceerd en vooral dat professionals vaderbetrokkenheid niet belangrijk vinden (ruim 14 procent).
Verwacht in HJK Stress en jonge kinderen
Special: Stress en jonge kinderen
Maandagochtend. In het verleden vaak de ochtend van de week dat de kinderen het meest uitgerust waren, omdat het weekend voorbij was. Tegenwoordig is dat steeds vaker de ochtend dat kinderen het meest vermoeid ogen, juist omdat het weekend voorbij is. Wat verklaart deze omslag? Wat moet je als leerkracht weten over stress bij jonge kinderen?
HJK (De wereld van het jonge kind) bestaat al meer dan 45 jaar en is het bekendste vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen. HJK biedt actuele en betrouwbare vakinformatie en maakt daarbij een koppeling tussen theorie en praktijk.
Functionele buikpijnklachten
Functionele klachten komen vaak voor bij kinderen. Hierbij kan het gaan om klachten van buikpijn, hoofdpijn, vermoeidheid of pijn in de ledematen. Buikpijnklachten komen vaak voor. Chronische buikpijn is ook de meest voorkomende reden voor ouders om het kind te presenteren bij de kinderarts. Hoe ga je als leerkracht om met functionele buikpijnklachten?
Niets missen? Neem dan een combi-abonnement op HJK én JSW (het vakblad voor de midden- en bovenbouw) en betaal slechts € 119,50. www.hjk-online.nl/abonneren
Fluisterzacht en haarzuiver
© Lemniscaat
In het boek Fluisterzacht en haarzuiver wordt een belangrijke boodschap verkondigd, namelijk dat cultuureducatie juist voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften zo van belang is. Daar mag geen enkele basisschool aan voorbijgaan. In BoekIndruk een bespreking van dit boek.
Los nummer
Voor jezelf of als cadeau! Vakblad voo en onde r ontwikkeli ng rwijs aa n jonge , opvoeding kinderen Vakblad voor ontwik en onderw kel ijs aan jon ing, opvoeding ge kinder en Vakblad voor ontwik keling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen
• Ontbreekt er een nummer van HJK 45 in je collectie? jaar! • Een interessant artikel gezien dat je wilt lezen, maar je hebt geen abonnement? • Op zoek naar een cadeautje voor je collega?
Bestel een los nummer voor slechts € 9,95
45 jaar!
45 jaar!
Zintuig en rvaar h verhaal: Signaleen t verha als baesi al s voor nd el Close Readinha g in en de ond Kerb ouw ijk Been w metgeen beteeregin brilsonderwijs Positief Educat ief Hoae cr Pro Kin gra mm derb oe ëer je o erbkenweee vruiednd trokkek:n sceha heid? p Inclusief werke n: past dat Nr. 4wel – Jaar ?
special :
gang 45 – dec. 20 www.h 17 Nr. 1 – Ja jk argang 46 -online.nl – sept. 20 18 www.hj
Nr. 2 – Jaargang
k-online.
nl
46 – okt. 2018
www.hjk-online. nl
Ga naar www.hjk-online.nl of bel 088-2266691 34
HJK november 2018
45 jaar!
45 jaar!
Met Schatkist leren kleuters de wereld om zich heen begrijpen. Het draait hierbij om taal én rekenen. Kleuters onderzoeken de betekenis van cijfers en leren omgaan met hoeveelheden.
Volop rekenen in Schatkist Bouwen en construeren met materialen
Rekentaal gebruiken bij het vergelijken van materialen lengte, oppervlakte en omtrek meten
1
Schatkist editie 3 • Illustrator: Uco Egmond • © 2015 Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
groot
sk_schatkistkaarten_rekenen.indd 1
Dagen van de week, maanden en dagritme leren begrijpen
7-5-2015 16:37:51
Schaduwen meten en vergelijken
2016 2017 augustus
Carnaval
1 april
Pasen
Pasen
Koningsdag
Moederdag
Vaderdag
Ramadan
Ramadan
Suikerfeest
Suikerfeest
Dierendag
Kinderboekenweek
Kinderboekenweek
Driekoningen
Valentijnsdag
Halloween
Sint-Maarten
Carnaval
Sinterklaas
Kerstmis
Kerstmis
Oud en nieuw
Schoolreisje
Uitstapje
Uitstapje
Uitstapje
Verjaardag
Verjaardag
Verjaardag
Verjaardag
Verjaardag
dinsdag
maandag
1
Vrij!
Vrij!
Vrij!
Vrij!
Vrij!
Vrij!
Vrij!
september
oktober
november
december
woensdag
januari
februari
maart
april
mei
vrijdag
donderdag
juni
juli
zondag
zaterdag
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
Vrij!
23-6-2015 14:39:35
sk_jaarkalender_Unc.indd 3
Schatkist editie 3 • Illustraties: Katrien Van Schuylenbergh en Studio Steehouwer en Leenheer • © 2016 Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Schatkist editie 3 • Stickervel bij de jaarkalender • Illustrator Anjo Mutsaars • © 2015 Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
sk_stickervel-bij-jaarkalender.indd 1
11-5-2016 10:53:48
En nog véél meer! Nieuwsgierig geworden? Vraag een zichtzending of presentatie aan op zwijsen.nl/schatkist