HJK september 2017

Page 1

Vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen

45 jaar!

Kinderboekenweek: Rekenen met de Gruffalo Leerzame voorleesapps kiezen HJK 45 jaar: inspiratie voor morgen Nr. 1 – Jaargang 45 – sept. 2017

www.hjk-online.nl

45 jaar!


rekenen

Kinderboekenweek 2017

Rekenen met de Gruffalo Het thema van de Kinderboekenweek is dit jaar 'Griezelen'. Monsters, spoken en heksen zullen tijdens de Kinderboekenweek een belangrijke rol spelen in (voorbereidende) leesactiviteiten. Griezelige verhalen kunnen ook aanzetten tot rijke rekenlessen. Ontdek rekenactiviteiten bij het bekende prentenboek De Gruffalo die je kunt inzetten in je eigen klas. © Lemniscaat

Hanneke van Bree is leerkracht op basisschool De Rank in Helmond

I

n de Kinderboekenweek is de spot vol gericht op leespromotie. Dat is goed, want (voor)lezen kan niet genoeg gestimuleerd worden. Hoe past rekenen in dit plaatje? Gaat rekenen wel samen met de Kinderboekenweek? Leespromotie en betekenisvol rekenonderwijs hoeven elkaar niet uit te sluiten. Achter de luisterrijke verhalen in veel prentenboeken schuilen rekenuitdagingen waar kinderen zich geboeid in vast kunnen bijten. (Voor)lezen kan zonder hapering overgaan in mooi en veelzijdig rekenonderwijs. Het genieten van taal, het prikkelen van de verbeelding en rekenen versterken elkaar dan. Rekenen en (voor)lezen gaan prima samen, ook in de Kinderboekenweek!

Doelgerichtheid Rekenen met jonge kinderen is verrassend, uitdagend en veelzijdig, maar niet vrijblijvend. Integendeel, rekenonderwijs is doelgericht onderwijs. Voor jonge kinderen zijn de doelen voor het rekenen verdeeld over de domeinen getalbegrip, meten en meetkunde (SLO, z.j.). Prentenboeken kunnen een brug slaan tussen doelgericht werken en onderwijs in een aansprekende context. De Gruffalo (Donaldson & Scheffler, 2003) heeft zo’n brugfunctie in het domein meten. In dit artikel staan wij uitgebreid stil bij de uitwerking van de boeiende meetuitdagingen die besloten liggen in dit prachtige prentenboek van hoge literaire kwaliteit.

Rekenen met jonge kinderen is verrassend, uitdagend en veelzijdig, maar niet vrijblijvend

Een kijkje in het boek In het prentenboek De Gruffalo loopt een muisje over een bospad waarop het achtereenvolgens een vos, een uil en een slang tegenkomt. Deze drie dieren proberen het niet te versmaden muisje vleiend over te halen met hen mee te gaan. Dat 4

HJK september 2017

lukt niet. Het muisje antwoordt driemaal dat het vandaag bij de Gruffalo gaat eten. De Gruffalo? Dat is geen bekend wezen voor de vos, de uil en de slang. Ogenschijnlijk nonchalant beschrijft het muisje het uiterlijk van de Gruffalo. Het blijkt een griezelige creatuur te zijn, met onder meer scherpe klauwen, oranje ogen en paarse stekels. Na deze enge beschrijving kiezen de belagers van het muisje schielijk het hazenpad. Wat blijkt? Het muisje heeft het bestaan van de Gruffalo verzonnen. Of toch niet? Als het muisje zelfvoldaan verder wandelt, stuit het op een levende Gruffalo. Die zou wel een muisje lusten. Vol bluf omschrijft het muisje zichzelf als het gevaarlijkste dier van het woud, als een dier waarvoor alle andere bosdieren wegvluchten. Dus, Gruffalo, pas op! Wat is hiervan waar? Dat wil de Gruffalo graag achterhalen. Dus loopt het muisje even later, met de Gruffalo dicht op de hielen, de weg terug langs de slang, de uil en de vos. Haastig maken zij zich uit de voeten als ze de griezelige Gruffalo achter het muisje zien

• Hanneke van Bree

Rob van Bree is leerkracht en gezondheidspsycholoog

Kinderen schilderen de Gruffalo om zijn grootte te schatten


spelen

HJK 45 jaar

Inspiratie voor morgen Terugbladerend door 45 jaargangen valt het op dat HJK steeds, passend in de tijd, een platform is voor het delen van goede praktijken en belangrijke wetenschappelijke inzichten. Zo zorgt HJK al 45 jaar voor inspiratie! En we blijven dit doen! Want werken met jonge kinderen vraagt specifieke kennis. Daarom blikken we vooruit en gaan we in op wat HJK in de komende vijf jaar wil bereiken: wat kan HJK in deze jaren bijdragen aan de ontwikkeling van professionals die werken met jonge kinderen?

Aleid Beets Kessens is Specialist Jonge Kind, orthopedagoog en docent Master Educational Needs bij Fontys Hogescholen. Tevens is zij redactievoorzitter van HJK

M

ensen ontwikkelen zich in de eerste zeven jaar van hun leven razendsnel. Het is haast ongelofelijk om te zien dat baby’s zó afhankelijk ter wereld komen en binnen zeven jaar zó snel groeien tot jonge mensen met eigen persoonlijkheden met hun voorkeuren, talenten en mogelijkheden. De verwondering voor de wereld om hen heen is de motor van hun ontwikkeling. Oók groot willen worden maakt dat jonge kinderen vanuit die verwondering actief ingaan op de uitnodiging van die omringende wereld. Dit vraagt van professionals de vakbekwaamheid om met diezelfde verwondering naar de wereld te kunnen kijken om te begrijpen wat het jonge kind bezighoudt. Het vraagt een open houding, geconcentreerde en alerte aandacht en specifieke kennis om de acties van het jonge kind passend bij zijn speel- en onderwijsbehoeften te begeleiden. Het waarborgen van goed onderwijs aan het jonge kind vraagt van professionals voortdurende reflectie op hun kennis, hun handelen en hun houding. Daardoor zijn zij hopelijk in staat om op basis van hun specialisme een serieuze gesprekspartner te zijn voor directies, besturen en inspectie. Zo kunnen zij het spelen, dat essentieel is voor deze ontwikkelingsperiode, onderbouwen en verantwoorden. Daarom blikken we in dit artikel niet terug, maar vooruit, op 50 jaar HJK. We bespreken welke bijdrage HJK wil leveren om jou, óók de komende vijf jaar, te inspireren voor jouw werk van ‘morgen’.

Kennis helpt je de keuzes die je vandaag maakt in je onderwijsaanbod te verwoorden en te onderbouwen

Kennis en ervaring delen Er zijn nogal wat actuele ontwikkelingen in de wereld van het jonge kind waarbij het delen van kennis en ervaring met professionals nuttig is. Zo gaan bijvoorbeeld op veel scholen de deuren letterlijk open en wordt er hard gewerkt aan het bouwen van een integraal kindcentrum (IKC) of brede school. De een is al ver in deze ontwikkeling en de ander begint net; leerkrachten van de onderbouw zetten de eerste

10

HJK september 2017

stappen in bijvoorbeeld het samenwerken met de pedagogisch medewerkers van de naburige peuterspeelzaal, kinderdagopvangvoorziening en buitenschoolse opvang. Het bieden van passende begeleiding en onderwijs aan jonge kinderen met specifieke behoeften binnen de Wet passend onderwijs is nog zo’n actueel thema waarbij we elkaars kennis en ervaringen goed kunnen gebruiken. Dat we bij die begeleiding en dat onderwijs het spel en het spelen (weer) als uitgangspunt moeten nemen, daarvan zijn de meesten overtuigd. Jonge kinderen staan spelend in de wereld en zó worden zij wijs. Die eerste zeven jaren vormen de basis van hun ontwikkeling. Hoe we vervolgens ons onderwijsaanbod op dat spelen kunnen afstemmen en hoe onze rol als professional daarbij vorm en inhoud krijgt, is eveneens een actueel punt van aandacht. Ook daarbij is het fijn te kunnen putten uit inzichten van anderen: van professionals uit de praktijk, van wetenschappers van nu en toen, van beleidsmakers, van opleiders en begeleiders. HJK wil hier ook de komende tijd op inspelen en krachten bundelen.

HJK speelt erop in HJK blijft ook de komende vijf jaar alert op actuele ontwikkelingen en houdt contact met de professionals in het veld. De platformfunctie van HJK blijft dan ook openstaan voor jouw bijdrage! Laat ons weten hoe jij met jouw collega’s inspeelt op bijvoorbeeld de vraag van jouw bestuur om te zorgen voor ‘een doorgaande lijn’ beginnend vanaf de peuterspeelzaal. Of hoe jij al spelend afstemt op de specifieke speel- en onderwijsbehoeften van jouw kinderen. Laat ons weten wat jouw oplossingen betekenen voor jouw handelen en voor jouw kennis. En wat jij nodig hebt van wie om kwalitatief goed werk te kunnen doen. HJK wil door publicatie van dergelijke praktijkbijdragen ervoor zorgen dat je als lezer draagvlak voelt voor jouw werk in de praktijk en je helpen je bewust te blijven van je handelen, en je alternatieven aanreiken. Door ervaringen uit de praktijk te delen, inspireren we elkaar.


taal

App, noot, mies

Leerzame voorleesapps kiezen Jonge kinderen groeien vrijwel zonder uitzondering op in gezinnen waar ze omringd zijn door beeldschermmedia, zoals smartphones, laptops en tablets. Iedereen kent voorbeelden van één- of tweejarigen die zonder moeite hun favoriete filmpje op de smartphone van hun ouder weten te vinden en kunnen activeren. Net als leren praten en lopen lijken ze digitale vaardigheden zonder zichtbare moeite op te pikken. We kunnen in deze context spreken van ‘Digital Natives’ of de ‘Net-generatie’ (Bittman, Rutherford, Brown, & Unsworth, 2011). Hoe kies je als leerkracht leerzame apps voor jonge kinderen die de taalontwikkeling stimuleren?

Maria T. Sikkema-de Jong (PhD) is verbonden aan de Universiteit Leiden en aan het Leiden Institute for Brain and Cognition. Haar onderzoek richt zich op de lees- en rekenontwikkeling van jonge kinderen en het effect van digitale middelen daarop

Elise K. Swart (MSc) is promovendus bij de Universiteit Leiden en haar onderzoek richt zich op de genetische en neurobiologische factoren die invloed kunnen hebben op leesmotivatie en begrip en de effecten van multimedia en feedback op leesmotivatie en -prestatie

16

D

e Net-generatie spreekt de taal van computers, apps en het internet, en de continue interactie met deze beeldschermmedia beïnvloedt de ontwikkeling. De centrale vraag hierbij is of en, zo ja, wat kinderen leren van die dagelijkse interactie met beeldschermmedia en hoe ouders en leerkrachten, ‘digitale immigranten’, kinderen hierin optimaal kunnen begeleiden.

Einsteintjes in de dop? Veel fabrikanten van apps en andere beeldschermmedia adverteren dat hun programma’s kinderen slimmer maken (peuters worden kleine Einsteintjes) of zelfs dat baby’s van 3 maanden al leren lezen. Dat de claims niet altijd waar zijn, bleek onder meer uit Amerikaans onderzoek naar de effecten van baby-media (Neuman, Kaefer, Pinkham, & Strousse, 2014). In deze studie met kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 18 maanden werden geen effecten gevonden op testjes voor (ontluikende) geletterdheid na gebruik van baby-media. Bij het kiezen van geschikte apps voor jonge kinderen is het dus onverstandig om af te gaan op claims van fabrikanten. Maar hoe moet het dan wel? Om de jonge digitale generatie te begeleiden in het optimaal gebruiken van beeldschermmedia zijn twee dingen nodig volgens Lisa Guernsey en Michael Levine, onderzoekers aan het Amerikaanse Joan Ganz Cooney Center en auteurs van het boek Tap, Click, Read (2015). Naast het erkennen van de verscheidenheid aan digitale leermogelijkheden, hebben opvoeders en leerkrachten kennis en vaardigheden nodig om de beste, of meest leerzame, digitale programma’s voor kinderen te herkennen. Dat het een lastige klus kan zijn om de juiste digitale programma’s te selecteren, blijkt wel uit onderzoek van het Joan Ganz Conney Center dat in 2012 werd uitgevoerd (Guernsey & Levine, 2015). Volgens de

HJK september 2017

onderzoekers gebruiken ouders vooral de labels ‘educatief’ en ‘populair’ als zij op zoek gaan naar leerzame apps die de taalontwikkeling van kinderen stimuleren. Het probleem hierbij is dat er weinig bekend is over de betekenis van de gebruikte labels. Wanneer is een app educatief en wie bepaalt dat? De onderzoekers bestudeerden de beschrijving van bijna 200 apps. In maar 2 procent van de beschrijvingen werden onderzoeksresultaten naar de effectiviteit van de app genoemd. Een andere bevinding was dat slechts 17 procent van de apps die door experts als goed beoordeeld waren voorkwamen in de lijsten met meest gedownloade apps. De onderzoekers concluderen dat ook app-stores meer gericht zijn op verkoopcijfers dan op het aanbieden van evidence based-apps die de taalontwikkeling van jonge kinderen stimuleren. Het is in dit licht heel begrijpelijk dat bijna de helft van de Nederlandse ouders van jonge kinderen zich weleens afvraagt hoe ze een geschikte app voor hun kind kunnen kiezen (Iene Miene Media, 2017). Het doel van dit artikel is om leerkrachten handvatten te geven voor het selecteren van leerzame apps. We richten ons daarbij op bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van apps, digitale voorleesverhalen in het bijzonder, op de taalontwikkeling van kinderen.

Voorlezen als stimulans Het is algemeen bekend dat voorlezen een belangrijke stimulans is voor de taalontwikkeling van zowel jongere als oudere kinderen. Kinderen die vaker worden voorgelezen, leren met minder moeite zelf lezen en zijn in het verlengde daarvan succesvoller op school en in de maatschappij (Mol, Bus, & De Jong, 2009). Veel interventies in de voor- en vroegschoolse educatie zijn daarom gericht op voorlezen. Denk daarbij aan Boekstart, VoorleesExpress en Boekenpret. Voorleesroutines


spelen

Verander je handelen

Eerst volgen en daarna pas sturen Iedereen kent ze wel. De foto’s van aantrekkelijk ingerichte speelhoeken op social media-kanalen. Dergelijke hoeken zijn vaak in de vakantie door de leerkracht ingericht en al ‘af’ voordat het thema bij de kinderen is geïntroduceerd of ‘leeft’. Ik vraag mezelf af wat het voor de ontwikkelingswaarde van jonge kinderen betekent als doelen, activiteiten en inrichting vooraf door de leerkracht bepaald zijn. Ontdek wat het mij heeft opgeleverd wanneer ik in een andere volgorde te werk ga en pas dit zelf toe in je eigen praktijk. Ik start nu met het creëren van betekenisvolle situaties in samenspraak met de kinderen en ga daarna op zoek naar de balans met mijn eigen bedoelingen.

Lisanne Quinten is redactielid van HJK, student master EN aan Fontys (specialisatie jonge kind) en leerkracht groep 1/2 bij basisschool de Oversteek in Liempde

I

n mijn groep start het thema ‘Verkeer’. Enkele jaren geleden was het onderwerp ‘politie’ binnen dit thema zeer geliefd bij mijn toenmalige groep. Het uitschrijven van bekeuringen stond toen met stip op nummer één. De kleuters waren verontwaardigd over het gedrag van sommige volwassenen. ‘Waarom rijd je dan zonder gordel?’ ‘Dat mag toch helemaal niet, weet jouw mama dat dan niet?’ ‘De politie zegt het en dan moet je altijd luisteren.’ Ik heb een echte politieagent uitgenodigd in de klas en hij vertelt vanuit zijn eigen ervaringen over zijn werk. Het bezoek heeft duidelijk veel indruk gemaakt. Het is een waardevolle inbreng voor betekenisvolle activiteiten rondom lezen, schrijven, tellen, betalen, regels en afspraken. In de huidige voorbereiding van het thema 'Verkeer' vraag ik mezelf af of dit onderwerp weer zo zal aanslaan. Ik heb mijn twijfels. Want voor die kinderen, op dat ene moment, kreeg het onderwerp betekenis door hun eigen ervaringen. Zijn de kinderen in mijn huidige groep hier ook in geïnteresseerd? Ik vraag mezelf af wat ik met mijn onderwijs bereik wanneer ik vooraf bepaal dat het spel over het uitdelen van bekeuringen zal gaan. Geef ik kinderen dan wel genoeg ruimte voor hun eigen betekenisverlening? Hoe kan ik in mijn aanbod oog hebben voor de betekenissen van kinderen en mijn bedoelingen als leerkracht?

Wanneer een leerkracht uitsluitend vooraf ingeplande activiteiten binnen een thema aanbiedt, is de kans groot dat er sprake is van oppervlakkig leren

Volgen en sturen Wanneer het lokaal bij aanvang van een thema volledig ingericht is, heeft de leerkracht op voorhand vaak al bepaald hoe het onderwijsaanbod eruitziet en wat er de komende weken gespeeld 22

HJK september 2017

kan worden. Böttger et al. (2016) geven aan dat methodes of andere projecten dan gebruikt worden om het onderwijsaanbod voor de komende periode programmagericht vorm te geven. De leerkracht stuurt en daarna volgen de kinderen. Wanneer een leerkracht uitsluitend vooraf ingeplande activiteiten binnen een thema aanbiedt, is de kans groot dat er sprake is van oppervlakkig leren. Activiteiten roepen dan weinig herkenning bij de kinderen op; de voorkennis en ervaringen van de kinderen worden niet als vertrekpunt gebruikt. Wil je zorgen voor fundamenteel leren, dat wil zeggen dat je daadwerkelijk verandering in gedrag, kennis en vaardigheden aanbrengt, dan is het van belang om binnen een thema op zoek te gaan naar betekenisvolle onderwerpen en ervaringen die het kind kan opdoen. Gedurende een thema kan de leerkracht waarnemen of een activiteit betekenisvol voor een kind is of wat nodig is om dat te kunnen bereiken. Communicatie is hiervoor het toverwoord. Door in gesprek te blijven gaan met kinderen, te luisteren, door te vragen en ruimte te geven aan de kinderen, kan ontdekt worden wat dat ‘zinvolle’ dan precies voor een kind of een groep is. Daarbij hoeft de leerkracht haar doelen niet volledig los te laten; de bedoelingen van de leerkrachten tellen wel degelijk mee. Binnen het proces van de kinderen kan de leerkracht nog steeds het initiatief nemen en ideeën opperen. De leerkracht gaat sturen nadat ze kinderen gevolgd heeft.

Doelen voor de leerkracht Een terugkerende vraag in onderwijsland is de vraag hoe het onderwijs het best aan kan sluiten bij de ontwikkeling van het jonge kind. Vaak worden taal- en rekendoelen, zoals die van SLO voor eind groep 2, gebruikt als beheersingsdoelen voor de beoogde ontwikkeling met het oog op groep 3. Orthopedagoog Eggermont (2015) stelt dat de ontwikkeling van het jonge kind niet zo beheersbaar is


kunst & cultuur

Over spek en bonen en drie-in-de-pan

Waar komt ons eten vandaan? ‘Sop om de mond!’, roept een meisje vol verbazing terwijl ze naar een kalfje wijst. Groep 1/2 van basisschool De Kringloop in Arnhem is op bezoek in het Nederlands Openluchtmuseum en kijkt zijn ogen uit. Het ritje in de ouderwetse tram was al de eerste verrassing. Maar nu zal het programma pas echt beginnen. De kleuters gaan het educatieve project ‘Keuterboeren’ doen, al jarenlang een succesnummer van het museum.

Z

oals de titel van dit artikel al doet vermoeden, staan de bezigheden van de boer in lang vervlogen tijden hierbij centraal. Toen leefden voedselbron en consument nog dicht bij elkaar. Inmiddels zijn daar tal van schakels tussenin gekomen. Voor de meeste mensen komt het eten uit de supermarkt en dat geldt zeker voor de belevingswereld van de leerlingen van deze groep 1/2. Wanneer de leerkracht de instructie van het museum heeft gelezen, is er op school voorafgaand aan het bezoek al aandacht besteed aan de herkomst van ons dagelijkse voedsel. Zij moeten kaartjes waarop veel voorkomende producten (patat, kaas, brood, ei, spek, et cetera) zijn afgebeeld bij de

• Foto’s: Melissa de Vreede

Melissa de Vreede is senior cultuureducatie bij het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA)

Een kleuter leert wat koeien eten en wat het verschil is tussen stro en hooi

28

HJK september 2017

planten of dieren leggen die hiervoor de hoofdleverancier zijn (aardappel, koe, koren, kip, varken). Wanneer deze opdracht in het klaslokaal al aan de orde komt, herkennen de kinderen dit onderwerp in het museum, waardoor er grotere kans bestaat dat de informatie ook werkelijk overkomt.

Toen en nu Voor de kinderen van De Kringloop vindt het bezoek aan het Nederlands Openluchtmuseum op de eerste dag na hun vakantie plaats. Er was daarom helaas geen tijd voor de voorbereidende les. De kleuters hebben dus geen idee wat hen te wachten staat. Geen nood, de museumdocenten vertellen precies wat de bedoeling is. Zij zijn gekleed als ouderwetse boeren en dragen klompen. Voor kinderen van deze leeftijd is het nog lastig te beseffen dat er een tijd heeft bestaan waarin de dingen anders gingen en anders waren. Het tijdsbesef is nog volop in ontwikkeling. Bij vijfjarigen begint meestal geleidelijk door te dringen dat zij vroeger nog kleiner waren en dat ook papa en mama ooit kleuter zijn geweest. Van die notie maken de museumdocenten gebruik. Zij verwijzen naar de tijd dat zelfs opa’s en oma’s nog kleine kinderen waren en vertellen dat zaken die voor ons nu heel gewoon zijn toen nog helemaal niet bestonden. Door dagelijkse voor de kleuters bekende handelingen te benoemen, zoals boodschappen doen, schoonmaken en koken, begrijpen de kleuters de context en verbazen zij zich over de manier waarop dat vroeger ging. Door zelf deze activiteiten ook uit te voeren, ervaren zij de verschillen. Zo wordt de eerste kiem gelegd voor historisch besef (Van de Geer, 2006). In de stal De eerste kleuters die de stal binnenkomen trekken een vies gezicht. ‘Ieuww wat stinkt het hier!’, roepen ze uit. Maar dan wordt hun aandacht al


Verwacht in HJK Vroege aandacht voor taal

Begin dit kalenderjaar verscheen bij het Expertisecentrum Nederlands het Protocol Preventie van Leesproblemen – groep 1 en 2. Het ‘oude’ protocol richtte zich vooral op ‘vroegtijdige signalering en effectieve begeleiding van kleuters die achterblijven in hun ontwikkeling van beginnende geletterdheid’. Wat is er in het nieuwe protocol qua inhoud en opzet veranderd? En wat kun je daar als leerkracht mee?

© Expertisecentrum Nederlands

HJK (De wereld van het jonge kind) bestaat al ruim 40 jaar en is het bekendste vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen. HJK biedt actuele en betrouwbare vakinformatie en maakt daarbij een koppeling tussen theorie en praktijk.

Nieuwe inzichten de klas in

De vernieuwde uitgave van Basisontwikkeling voor peuters en de onderbouw is voorzien van nieuwe inzichten. De visie op spel vanuit het paradigma van de cultuurhistorische theorie van Vygotsky is aangescherpt en verbonden met actuele ontwikkelingen. Wat kun je met deze inzichten in je klas?

Niets missen? Neem dan een combi-abonnement op HJK én JSW (het vakblad voor de midden- en bovenbouw) en betaal slechts € 119,50. www.hjk-online.nl/abonneren

Hulp bij groepsvorming

Groepen maken altijd een aantal fases door. Als leerkracht en leerling word je meegezogen in forming, storming, norming en performing. Dat kan best heftig zijn! Ontdek in de rubriek PrentenboekIndruk superleuke prentenboeken die je helpen om een ‘stevige’ groep te vormen. © Luitingh-Sijthoff

Los nummer

Voor jezelf of als cadeau! Vakblad voo en onde r ontwikkeli ng rwijs aa n jonge , opvoeding kinderen Vakblad voo en onderwr ontwikkeling, opv ijs aan jon oed ge kinder ing en

• Ontbreekt er een nummer van HJK in je collectie? • Een interessant artikel gezien dat je wilt lezen, maar heb je geen abonnement? • Op zoek naar een cadeautje voor je collega?

Spe óók len: groe in p 3!

Samen ve

rhalen veLrt eln ledn ere spelen

De inze groep 3

prenStenb t van oepe oe leke spelcont ovneinrg

Bestel een los nummer voor € 10,-

in

exoe van gr a ten p 2 naar ng 3

WetSensc pelenha p en is ta technolo l leren gie inade

terklas Nkl r. 8eu - Ja argang 42 – ap ril 2015 www.h Nr. 9 - Ja jk argang 42 -online.nl – mei 20 15 www.hj HJK15_HR

XXXXXX

HJK15_HR1

5042101_TD

k-online.

XX_TDS_N

nl

R8_2015.i

ndd 1

S_NR9 2015.

indd 1

01-04-15 30-04-15

Ga naar www.hjk-online.nl/abonneren of bel 088-2266691 34

HJK september 2017

15:44

14:48


roep 1-4

ls voor g e g n E e d o h t e ale lesm

DĂŠ digit

g Native speakin co-teachers via het digibord 6 5 1

2

3

4

Vraag een gratis p o n a a ie t n e ic  e pro sy.nu a e t i e k a .t w w w

7

8

7


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.