Nummer 10, jaargang 102, juni 2018
w ww.jsw -o n lin e .n l Jeugd in School en Wereld Vakblad voor het basisonderwijs, speciaal onderwijs en opleiding
Zijn en gezien worden School als lerende organisatie Neurowetenschap en onderwijs Zomerlezen met vakliteratuur
Passend onderwijs
Onderwijsbehoeften hoogbegaafde kinderen
Zijn en gezien worden Passend onderwijs vraagt van leerkrachten om te voldoen aan de basisbehoeften van alle kinderen, ook aan die van hoogbegaafde kinderen. De praktijk leert dat het soms lastig is om hen echt te begrijpen. Herken de onderwijsbehoeften van hoogbegaafde kinderen beter met behulp van een matrix voor leerkrachten. Marjon de Boer-Bruggink (marjon.deboer@iselinge.nl) is (senior) docent (ortho)pedagogiek aan Iselinge Hogeschool Melline Huiskamp (melline.huiskamp@iselinge.nl) is docent pedagogiek en onderzoek aan Iselinge Hogeschool Beiden zijn verbonden aan de Academische Werkplaats
Mees (4 jaar) gaat sinds kort naar school. Hij is vol enthousiasme om nu ‘echt’ te mogen gaan leren. Hij merkt al snel dat zijn klasgenoten andere dingen (willen) leren dan hij. Ze zijn bijvoorbeeld nog bezig met letters, terwijl Mees thuis al heeft leren lezen. Ze hebben ook heel andere interesses dan hij. Het samen spelen is voor Mees ook een uitdaging, omdat ruzies naar zijn idee niet goed worden opgelost. Na verloop van tijd wordt Mees steeds stiller. Zijn leerkracht hoort van zijn ouders dat Mees thuis veel meer laat zien dan op school. Ook kiest Mees op school
Hoogbegaafdheid (www. awonderwijs.nl/projecten/hb), waarin samen met studenten aan de pabo, leerkrachten en experts op het gebied van hoogbegaafdheid ontwerpgericht onderzoek wordt gedaan
Een kind kan de basisbehoefte of hebben om zijn haar passies te verbinden aan uitdagende leerdoelen
6
JSW 10 juni 2018
Foto's: Vincent van den Hoogen
Pedagogische Sensitiviteit bij
opvallend genoeg bij moeilijke taken juist de makkelijke weg. De leerkracht vraagt zich af wat ze kan doen om hem beter te begeleiden. Ze realiseert zich dat hij meer uitdaging nodig heeft en tegelijkertijd voelt ze aan dat het enkel aanbieden van moeilijkere taken niet genoeg is. Haar zoektocht naar de begeleidingsbehoeften van Mees begint. Het zijn van hoogbegaafde kinderen Kieboom (2002) beschrijft hoogbegaafdheid aan de hand van twee luiken: het cognitieve luik en het zijnsluik. Het cognitieve luik typeert het
Rekenen-Wiskunde
Automatiseren en memoriseren
Rekenen op je basisvaardigheden Meer structurele aandacht voor de reken-wiskundige basisvaardigheden is essentieel, maar hoe doe je dat binnen een vol programma, waarbij de methode ervan uitgaat dat de kinderen alles inmiddels begrijpen, kunnen en beheersen? Pieter Gerrits (p.gerrits@deonderwijsontwikkelaar.nl) is eigenaar van het adviesbureau De Onderwijsontwikkelaar en geeft advies, procesbegeleiding en projectleiding en is tevens gespecialiseerd in rekenonderwijs Anneke Noteboom (a.noteboom@slo.nl) is leerplanontwikkelaar voor het primair onderwijs en vakexpert rekenen-wiskunde bij SLO
Veel leerlingen die de basisvaardigheden niet beheersen, hebben het lastig met de rekenlessen 12
JSW 10 juni 2018
In de teamkamer zucht Else bij het nakijken van het rekenwerk van haar groep 7. ‘Ze kennen de tafels gewoon niet’, merkt ze op. ‘Die moeten ze in groep 5 al kennen. En nu maken ze de grote vermenigvuldigingen daardoor ook niet goed.’ Marianne, leerkracht van groep 5, kijkt op: ‘Die hebben ze toch echt gehad’, is haar reactie. Basale rekenvaardigheden Veel leerkrachten zullen bovenstaande situatie herkennen. Wat kan er aan de hand zijn? Het kan zijn dat de kinderen de tafels wel kenden in groep 5, maar niet voldoende hebben onderhouden en weer zijn vergeten. Het klopt dat er onderwijs gegeven is in de tafels en dat de kinderen die veel hebben geoefend. Maar aanbod betekent nog geen beheersing, terwijl de leerkracht van groep 7 ervan uitgaat dat de kinderen de tafels vlot uit het hoofd kennen. Hoe kun je anders grotere bewerkingen uitvoeren of rekenen met breuken en procenten? Maar ook: wat bedoelt Else precies met ‘ze kennen de tafels niet’? Alle leerlingen? Alle vermenigvuldigingen uit alle tafels? En gaat het om ‘niet kennen’ of ‘niet (vlot) kunnen oplossen’? Uit onderzoek (Meijerink, 2008; Danhof et al., 2013) blijkt dat de beheersing van de basale rekenvaardigheden bij veel leerlingen stagneert en dat deze stagnatie het verdere rekenen ernstig belemmert. Je kunt je natuurlijk afvragen of leerlingen zich deze vaardigheden nog wel moeten eigen maken in een wereld waarin computers of smartphones het rekenen eenvoudig kunnen overnemen en het meer gaat om kritisch denken en problemen oplossen. Hoewel er binnen het ontwikkelen van het curriculum voor de toekomst (Curriculum.nu) ook voor het leergebied rekenen-wiskunde kritisch nagedacht wordt over de vraag wat de leerling van nu nodig heeft aan reken-wiskundige vaardigheden voor zijn
toekomst, is duidelijk dat bovengenoemde basisvaardigheden ook dan essentieel blijven. Meer structurele aandacht voor deze vaardigheden is essentieel, maar hoe doe je dat binnen een vol programma, waarbij de methode ervan uitgaat dat de kinderen alles inmiddels begrijpen, kunnen en beheersen? Opbouw van dit artikel In dit artikel gaan we in op het automatiseren en memoriseren van basale rekenvaardigheden die noodzakelijk zijn voor het verdere (leren) rekenen. Eerst bespreken we om welke rekenvaardigheden het dan gaat. De termen die we hierbij gebruiken, zijn ‘rekenmuurtje’ en ‘rekendrempels’. Vervolgens beschrijven we een aanpak die er niet alleen op gericht is dat leerlingen de basisvaardigheden leren en blijven onderhouden, maar die ook het eigenaarschap en de verantwoordelijkheid van de leerlingen voor hun eigen leren versterkt. We bespreken hierbij speciale rekenspellen die leerlingen kunnen gebruiken om zich de rekendrempels eigen te maken. Rekenmuurtje en rekendrempels Veel leerlingen die de basale vaardigheden niet beheersen, hebben het lastig met de rekenlessen. Je hoeft maar een rekenboek open te slaan of je ziet dat bijvoorbeeld tafelkennis of rekenen onder 20 noodzakelijk is om grotere bewerkingen, breuk- en procentproblemen op te kunnen lossen. Maar ook een goed getalbegrip is fundamenteel. Het leren rekenen maakt gebruik van ‘stapelen van inzichten, kennis en vaardigheden’. Het getallengebied wordt groter, bewerkingen worden complexer en er komt steeds meer samenhang tussen verschillende domeinen. Het zogenaamde ‘rekenmuurtje’ (Danhof, Bandstra, & Hofstetter, 2015) geeft deze stapeling mooi weer (zie figuur 1 op de volgende pagina).
Kwaliteit van begripsvorming
Neurowetenschap en onderwijs Je begrijpt als leerkracht beter hoe kinderen leren en zich ontwikkelen wanneer je bestaande inzichten vanuit de leer- en ontwikkelingspsychologie verbindt met neurowetenschappelijke bevindingen. Theo Lamers is onderwijskundige en psycholoog en auteur van het boek Groei, leren & ontwikkelen
Eén van de processen die een belangrijke rol spelen in de emotionele ontwikkeling is modelling 18
JSW 10 juni 2018
D
e resultaten van de neurowetenschap staan erg in de belangstelling sinds het verschijnen van het boek van neurobioloog Dick Swaab: Wij zijn ons brein. Daarnaast hebben de televisiepresentaties van Erik Scherder, hoogleraar neuropsychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, en de publicaties van onder andere Margriet Sitskoorn, neuropsycholoog en hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Tilburg, bijgedragen aan verdere popularisering. Deze belangstelling is niet verwonderlijk. De neurowetenschap geeft ons inzicht in de wijze waarop de hersenen werken en daarmee ons gedrag beïnvloeden en vaak zelfs bepalen. Verschillende disciplines maken gebruik van deze nieuwe inzichten. Zo is binnen de marketing een nieuwe stroming ontstaan: neuromarketing. Hierin worden inzichten uit de neurowetenschap gebruikt om ons koopgedrag te beïnvloeden. Vertaling naar het onderwijs Ook binnen het onderwijs probeert men rekening te houden met neurowetenschappelijke inzichten. Dat is niet gemakkelijk. Neurowetenschappelijk onderzoek vindt immers voornamelijk plaats met behulp van fMRI-scans in strak gecontroleerde, experimentele situaties. De vertaling van de resultaten naar de complexe onderwijssituatie is dan ook niet altijd mogelijk. Daarbij komt dat de bevindingen vaak betrekking hebben op een klein toepassingsgebied. Zo is het bijvoorbeeld interessant om te weten dat het het meest effectief is om woorden uit een vreemde taal te leren net voor het slapen gaan, omdat deze dan het best beklijven (Geluk & Oude Lohuis, 2015). Maar voor het onderwijs in de klas heeft dit gegeven echter nauwelijks enige betekenis. Wat kan de neurowetenschap dan wél voor het onderwijs betekenen? Mijn ervaring is dat je beter begrijpt hoe kinderen leren en zich ontwikkelen wanneer je bestaande inzichten vanuit de
leer- en ontwikkelingspsychologie verbindt met neurowetenschappelijke bevindingen. Ik werk deze opvatting in dit artikel exemplarisch uit met betrekking tot de sociaal-emotionele en de cognitieve ontwikkeling. Meer dan een exemplarische uitwerking is binnen de omvang van een artikel niet mogelijk (zie ook Lamers, 2016). Modelling en spiegelneuronen Eén van de processen die een belangrijke rol spelen in de emotionele ontwikkeling is modelling. Wat onder modelling wordt verstaan, wordt duidelijk aan de hand van het Bobopoppen-experiment van de Canadese psycholoog Albert Bandura. Bobo-poppen-experiment Een Bobo-pop is een plastic pop die werkt als een soort tuimelaar, omdat de bodem verzwaard is. Als je de pop slaat of schopt, veert die vanzelf weer overeind. Tijdens het experiment kregen vierjarige kleuters een filmpje te zien, waarin een volwassene de pop sloeg en schopte. In het filmpje dat de eerste groep kinderen te zien kreeg, werd de volwassene door een andere volwassene beloond. De tweede groep zag hoe de volwassene door een andere volwassene vermanend werd toegesproken. In het filmpje dat de derde groep kleuters zag, gebeurde er niets. Na de vertoning van de filmpjes konden de kleuters spelen met allerlei speelgoed, waaronder de Bobo-pop. Kinderen uit de eerste groep, waarbij de volwassene beloond werd voor zijn agressieve gedrag, vertoonden daarbij duidelijk meer agressief gedrag naar de pop dan de kleuters uit de andere groepen. Uit dit experiment blijkt dat wanneer je ziet dat jouw ‘model’ beloond of gestraft wordt, dit hetzelfde effect heeft als wanneer jij zelf wordt
Professionalisering
Professionele leergemeenschap opzetten
School als lerende organisatie Bestuurders en schoolleiders hebben een belangrijke rol, maar als het gaat om de werkelijke verbetering van de onderwijspraktijk, zal enkel de leerkracht het uiteindelijk kunnen realiseren. Het is de morele plicht van onderwijsprofessionals om het altijd beter te willen doen. Werken met het hoogste goed van andere mensen, hun kinderen, verplicht hen daartoe. Maar goed onderwijs verzorgen, is een heel moeilijk en belangrijk vak en dat kunnen leerkrachten niet alleen. Hoe creëer je een school als professionele en lerende organisatie?
Erik Meester, Pim Pollen, Margareth de Wit, Michel Freriks, Sarah Bergsen en Alex Koks zijn werkzaam bij Academica Business College
E
en professionele leergemeenschap bestaat uit een groep leerkrachten die zich gezamenlijk inzetten voor processen van collectief actieonderzoek met het oog op betere leerresultaten voor de leerlingen die ze dienen. Een professionele leergemeenschap opereert onder de veronderstelling dat de sleutel tot een beter leerproces voor leerlingen is: het hebben van leerkrachten die continu en werkgerelateerd leren (DuFour et al., 2006). Om tot gemeenschappelijk professioneel leren en ontwikkelen te komen, is het eerst nodig te investeren in een gedegen visie op goed onderwijs. Een stukje tekst op de schoolwebsite vol platitudes als ‘de leerling centraal’ of ‘elk kind wordt gezien’ volstaat in dit kader dus niet. Een gedegen schoolvisie is het resultaat van diepgaande gedeelde domeinkennis en daarvoor is het nodig dat teamleden impliciete aannames en overtuigingen expliciet maken en beargumenteren op basis van actuele inzichten uit de onderwijswetenschap. Wat wordt er bijvoorbeeld verstaan onder ‘coöperatief leren’, hoe (vaak) wordt het in de praktijk toegepast en wanneer wel of wanneer vooral niet? Visieontwikke-
Voordelen professionele leergemeenschap De voordelen van een professionele leergemeenschap voor de praktijk: • Een structureel leerteam waar je als leerkracht met problemen altijd op kunt terugvallen; • Leerkrachten krijgen meer zeggenschap over onderwijsverbeteringen en -vernieuwingen; • Onderzochte duurzame oplossingen voorkomen alsmaar terugkerende problemen; • Intensievere en diepgaande samenwerking en uitwisseling zorgt voor minder werkdruk; • Ontwikkelde materialen zijn van hoge kwaliteit, waardoor deze nog lang bruikbaar zijn; • Geen oeverloze discussies meer over meningen, maar aandacht voor data en theorie; • Hypes en ongefundeerde onderwijsmythes krijgen geen kans meer in de school.
32
JSW 10 juni 2018
ling is dus vooral gezamenlijke kennisontwikkeling en dat vereist teambrede studie en oefening. Zonder visie vaar je blind Maar wat levert een dergelijke visie uiteindelijk nou eigenlijk op? Een gedegen visie zorgt ten eerste voor de noodzakelijke professionele ambitie, interactie en verbinding binnen het team. Leerkrachten willen, zoals elke professional, ook graag praten over hun onzekerheden, emoties en succeservaringen in de ontwikkeling van hun leskwaliteit. Professionele leergemeenschappen moeten functioneren als een prettige thuisbasis voor leerkrachten, waaruit ze zich professioneel gevoed voelen. Daarnaast is een gedegen visie bruikbaar als normatief kader voor allerlei initiatieven en praktijken op het gebied van onderwijs- en organisatieontwikkelingen die zowel vanuit binnen en buiten de school binnenkomen. Een gedegen visie helpt je als schoolteam om keuzes te maken (en aan eenieder te verantwoorden) in wat je als team wel en vooral ook niet (meer) gaat doen of op basis van die visie daar in ieder geval een reflectieve dialoog over aan te kunnen gaan (Senge, 2006). Gezamenlijke kennis vereist Over welke kennisdomeinen spreken we dan eigenlijk? Ten eerste de cognitieve, gedrags- en ontwikkelingspsychologie (visie op leren). Als er onvoldoende kennis is over hoe mensen leren, ontbreekt het fundament voor de keuzes in hoe we het leren kunnen organiseren. Als we bijvoorbeeld weten dat het werkgeheugen bij het ontbreken van voldoende domeinspecifieke kennis zonder begeleide instructie al snel overbelast raakt en leerlingen gemakkelijk misconcepties ontwikkelen, ligt het niet voor de
Vijf onderwijsboeken voor in de hangmat
Zomerlezen met vakliteratuur Leerkrachten komen weinig toe aan het lezen van vakliteratuur. Dit is geen verwijt, maar een constatering. De werkdruk in het onderwijs is hoog en er is altijd wel iets te doen. Het lezen van een boek over onderwijs schiet er dan regelmatig bij in. Leerkrachten halen deze schade vaak in tijdens de zomervakantie. Ontdek vijf boeken die je deze zomer zou kunnen lezen. Het zijn boeken die verschillende aspecten van ons beroep belichten, toegankelijk zijn geschreven en je kunnen helpen om je verder te professionaliseren. Martin Bootsma is teamleider en leerkracht op de Alan Turingschool in Amsterdam en redactievoorzitter van JSW
D
e boeken die (in deze volgorde) besproken worden, zijn: Zelfsturing in de klas (geschreven door Diana Smidts en uitgegeven door uitgeverij Nieuwezijds), Elke les telt (geschreven door Shaun Allison en Andy Tharby en uitgegeven door uitgeverij Pica), ADHD: Macht en misverstanden (geschreven door Laura Batstra en uitgegeven door uitgeverij Lucht), Handelingsgericht werken. Samenwerken aan schoolsucces (geschreven door Noëlle Pameijer en uitgegeven door uitgeverij Acco) en Handboek professionele schoolcultuur (geschreven door Henk Galenkamp en Jeannette Schut en uitgegeven door uitgeverij Pica).
Zelfsturing in de klas Smidts beschrijft in haar boek Zelfsturing in de klas (2018) hoeveel stappen een leerling zelfstandig moet zetten op weg naar de presentatie of spreekbeurt: • Onthouden wat het onderwerp is; • Een planning maken op weg naar de presentatie; • Het plan omzetten in handelen; • Het handelen monitoren en waar nodig bijsturen; • De spreukbeurt houden.
© Nieuwezijds
Voor veel leerlingen is dit proces moeilijk zelfstandig uit te voeren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel ouders zich intensief bemoeien met de spreekbeurt van hun kind. Het boek van Smidts is mijn eerste leestip voor deze zomer. Dit boek geeft je inzicht in wat zelfsturing is, welke problemen leerlingen met een lage zelfsturing tegenkomen en wat jij als leerkracht kunt doen om die leerlingen in je klas te helpen. Zelfsturing is, aldus Smidts, ‘het vermogen om effectief je gedrag te sturen, zodat je het beste uit jezelf en je interactie met anderen kunt halen’. Bij
de meeste leerlingen verloopt de ontwikkeling hiervan goed. Deze leerlingen geven de ouderbrief die jij meegeeft aan je leerlingen keurig thuis af en laten na de gymles geen shirt of broekje hangen aan het knaapje in de kleedkamer. Op leerlingen die dit wel vergeten, die chaotisch en ongeorganiseerd overkomen, kun je als leerkracht soms – niets menselijks is ons vreemd – hoofdschuddend reageren. En als je er dan een kritische opmerking over maakt, dan geef je geen hulp, maar hoon. Om hulp te kunnen geven aan leerlingen met een lage zelfsturing, moet je wel weten wat qua zelfsturing op een bepaalde leeftijd regulier, dan wel afwijkend is. Smidts somt de kenmerken hiervan op en verwijst naar screeningslijsten. Verder geeft ze tips en aanwijzingen hoe je deze leerlingen kunt helpen. Dat kan zowel op individueel niveau zijn als op groepsniveau. Werken met een goede dagplanning en een heldere inrichting van het klaslokaal helpt deze leerlingen al enorm. Het boek leest gemakkelijk en wetenschappelijke inzichten worden eenvoudig uitgelegd. Een boek dat je praktijk zal verbeteren. Elke les telt Ik stond te juichen toen bekend werd dat er van het succesvolle Engelstalige onderwijsboek Make Every Lesson Count een Nederlandse vertaling zou verschijnen. Elke les telt (2017) verdient ook in Nederland een groot lezerspubliek. De auteurs, Allison en Tharby, hebben een © Pica
40
JSW 10 juni 2018
Verwacht in JSW Taal- en leesonderwijs
Steeds weer worden cijfers gepubliceerd waaruit blijkt dat Nederland internationaal gezien terrein verliest als het gaat om leesprestaties. We zien dit in de PIRLS-toets waarbij groep 6-leerlingen worden vergeleken en bij de vergelijking tussen eindtoetsen in het basisonderwijs door de Inspectie van het Onderwijs. Tevens neemt het aantal laaggeletterden zorgwekkend toe. Hoe zit het met de leeskwaliteit in het basisonderwijs en wat is nodig om alle leerlingen goed te leren lezen?
Petra Bear
JSW informeert je over de laatste ontwikkelingen in het basisonderwijs met een focus op de midden- en bovenbouw, en vertaalt deze naar de praktijk. Met iedere maand interessante vakinformatie, praktische tips, prikkelende columns, recensies en kant-en-klare lessen.
Samenwerken met ouders Betrokken ouders: dat wil iedere leerkracht wel. Betrokken ouders die de school steunen, meehelpen als er een beroep op hen wordt gedaan, niet alleen voor het belang van hun kind opkomen en de hardwerkende leerkracht in het vizier hebben. Effectief en efficiënt met de ouders samenwerken werkt werkdruk verlagend: samenwerken in het belang van het kind.
Niets missen? Neem dan nu een combi-abonnement op JSW én HJK (het vakblad voor de onderbouw) en betaal slechts € 119,50 per jaar! Meer informatie: www.jsw-online.nl/abonneren.
Fijne zomervakantie!
Melanie Tickell
JSW wenst je alvast een fijne zomervakantie en ziet je graag in het nieuwe scholjaar weer terug! Dan bieden we je graag weer inspirerende artikelen en rubrieken met een vertaalslag naar de praktijk om het onderwijs aan basisschoolleerlingen in alle groepen te verbeteren.
Los nummer
Voor jezelf of als cadeau! Nummer Nummer
1, jaargan
10, jaa
rgang 101
, juni 201
g 102, sept
7
ember 201
7
Nummer 2, jaargan
g 102, oktober 2017
• Ontbreekt er een nummer van JSW in je collectie? • Een interessant artikel gezien dat je wilt lezen, maar heb je geen abonnement? • Op zoek naar een cadeautje voor je collega?
Bestel een los nummer voor € 10,-
www .j sw -o n li n e Jeu .n l Schoo w w w.jVakblagdd in Werel sw voo het basl en d speciaal -or nl isonder onderw in e. nl wijs, Jeugd in ijs en opl Sch eid
Vakblad
ool en We reld
voor het basisond ww w.j swspeciaal erwijs, onderwine onl ijs en ople .nl iding
ing
Jeugd in Schoo l en Wereld Vakblad voor het basisonderwijs, speciaal onderwijs en opleiding
n
Startg espre Bete vor eorn ed enrawijds: kken n Aan ma e zome leare kn Effectie het ver schil! r rekenv f begri rd jp ig he Pleaa e id n d leeso zier in Kind
erboeken leren nderw P ssen week: gri aanwa ijs D kria e p rs ezelenkkiserg eno tischedle Piek een ond ectieve ed erwijsere krapch Po n sit t ie re ve ke De thuistaalkiin nen jk de op klas combin atieklass Verbeteren van en uit verbinding
Ga naar www.jsw-online.nl/abonneren of bel 088-2266692 50
JSW 10 juni 2018
Specia l
O barr p de icad e
Taal- en spellingmethode van hoge kwaliteit, gedegen ĂŠn innovatief!
Held lesopb ere ouw e n struct uur
Digitale mogelijkheden optimaal en eenvoudig benut
Probeer
Leuk en enthousiasmerend
uit!
www.taalverhaal.nu
Enige methode die alle kerndoelen dekt