FDmagazine_juli2024

RONDETAFEL

CSRD ALS

PROJECT VAN

HET HELE BEDRIJF

COLUMN

STILLE WATERS, DIEPE GRONDEN

VAKANTIELECTUUR

STRATEGY

VASTGOED MET MAATSCHAPPELIJKE MEERWAARDE

Met deze office pods voor één of meerdere personen kunnen jouw medewerkers van thuis uit of vanop eender welke locatie werken, ongestoord en in alle comfort.

M Een flexibele huurformule

M Te bedienen met een app

M Snel te installeren

M Te integreren in het loonbeleid

M Circulair en duurzaam

M Eigen branding mogelijk

Iedereen kijkt naar finance

tekst: gert verlinden

Duurzaamheid en finance zijn intussen verstrengeld tot twee handen op één buik. Soms gebeurt dat vanuit een intrinsieke keuze, soms is het opgelegd door de toenemende Europese regelgeving. Upgrade Estate (p. 6) kiest bewust voor een financieel beleid met maatschappelijke meerwaarde. Cfo Jean-Marie Vanderstichele kwantificeert die meerwaarde en positioneert zich als de eerste bewaker van de duurzaamheidsparameters. Wat opvalt, is de verregaande transparante communicatie ervan, die de investeerders kritisch onder de loep nemen. Jean-Marie Vanderstichele zet de financeafdeling centraal. “Alles wat reilt en zeilt in dit vastgoedbedrijf passeert op een bepaalde manier via finance”, zo stelt hij. Hij raadt overigens elke student om die reden aan om voor een financiële studierichting te kiezen. Victor Laroy past dit alvast toe: hij legt de brug tussen finance en logistiek (p. 14). Tijdens het rondetafelgesprek over de regelgeving in de financiële afdeling (p. 18), komt de samenwerking tussen finance en andere afdelingen prominent naar voor. Net zoals bij Upgrade Estate erkennen de deelnemers aan het gesprek dat finance centraal staat. Iedereen in de organisatie kijkt ernaar. De redenen? Het vakmanschap om kwalitatief te rapporteren, de ervaring om strakke KPI’s te hanteren en de kunst om samen te werken met een externe auditeur. De veelzijdigheid van de ESG-data, zoals bijvoorbeeld

waterbesparing, de opbrengst van zonnepanelen of employee net promotor scores, vraagt wel dat finance uitreikt naar de operationele afdelingen.

CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) is met stip de ingrijpendste verplichting voor de financiële afdeling de komende jaren. De toetreding van TIC-bedrijven (testing, inspectie, certificatie) tot de auditmarkt leidt tot een verhoogde controlecapaciteit (p. 45). Upgrade Estate heeft inmiddels zeventig procent van de CSRD-rapporteringsweg afgelegd, onder meer inzake analyse van de dubbele materialiteit. Bij Belgische scale-ups duikt de regelgeving op als een van de grootste nieuwe uitdagingen (p. 39). Investeerders hanteren striktere maatstaven. Bovendien kijkt de financiële sector naar artificiële intelligentie om de volgende stap te zetten in de beslissingen over investeringen (p. 30).

Misschien maakt u van deze zomermaanden gebruik om een leerrijk boek te lezen over het potentieel van artificiële intelligentie. Verderop in FDmagazine vindt u inspiratie over vakantielectuur (p. 46). Of nodig uw gezinsleden uit om een test te doen over financiële (on)geletterdheid (p. 13). Een makkie voor u als cfo, maar wat is uw rol ten aanzien van de zeventig procent financieel ongeletterde burgers? Ook voor de oplossing van dat vraagstuk kijkt iedereen naar finance. ¶

‘Finance heeft het vakmanschap om kwalitatief te rapporteren en de ervaring om strakke KPI’s te hanteren’

AI FOR FINANCE

This conference serves as a unique platform where CFOs, controllers, risk analysts, investment managers, financial planners and accountants come together to exchange insights, share best practices and discuss the groundbreaking applications in the world of finance.

NOVEMBER 21

2024 THURSDAY MIX, BRUSSELS

SAVE THE DATE

18

RONDETAFEL

Operationele medewerkers beheren CSRDdata

Kirsten Leon, United Consulting

Dries Wyffels, Galloo

Els De Keukelaere, Ekopak

Karolien Vlassenroot, Durabrik/Camino

40 OPERATIONS

Finance en hr boeken samen productiviteitswinst

Ervaringen van Owens Corning Tessenderlo

06

STRATEGY

Jean-Marie Vanderstichele

Cfo Upgrade Estate

Vastgoed met maatschappelijke meerwaarde

46

VAKANTIELECTUUR

Niet alleen maarontspanning, ook bijleren

Tips van Quinten Swinnen en Jan Sonck

25 FISCALITEIT

Fiscale geschillen kunnen beter

Laat meer deskundigen toe in de procedure

42 OPERATIONS

Strenge wetten over betalingstermijnen op komst

12 COLUMN

Filosofische vakantiebeschouwingen

Wat is de rol van de cfo ten aanzien van financieel ongeletterde burgers?

Vastgoed met maatschappelijke meerwaarde

Jean-Marie Vanderstichele, cfo van Upgrade Estate, legt uit hoe het bedrijf vanuit zijn sociale bekommernis over het welzijn van studenten ook focust op andere duurzaamheidsaspecten.

Die aanpak levert mooie financiële resultaten op. tekst: peter ooms / foto’s: diego franssens

Wat is de strategie van Upgrade Estate?

Jean-Marie Vanderstichele: “De oprichters van Upgrade Estate – Nele Van Damme en Koenraad Belsack – zijn 24 jaar geleden begonnen met een allereerste studentenhuis met zes kamers in Gent. Ze hebben toen meteen ingezet op sociale interactie tussen de bewoners. Ze waren zelf nog student en deden volop mee met de spaghetti- en spelletjesavonden, het samen uitgaan en de feestjes. Intussen is het concept verder geëvolueerd, maar het bedrijf blijft trouw aan die oorspronkelijke gedachte. We bieden het decor zodat huurders kunnen connecteren, met als resultaat een community van mensen. Centraal in onze Upkot-gebouwen (studentenhuisvesting) staan de leefkeukens, waar de bewoners elkaar elke dag kunnen ontmoeten.

In de gebouwen is er bovendien dagelijks een coach aanwezig die periodiek activiteiten organiseert voor de bewoners. Ook biedt die coach een luisterend oor aan studenten die twijfelen over hun studiekeuze, lijden aan examenstress, enzovoort. Eenzelfde aanpak met coaches bieden we aan bij Upliving (volledig ingerichte appartementen voor young professionals) en Upoffiz (kantoren voor groeibedrijven).”

Past die sociale bekommernis in een duurzaamheidsstrategie?

Jean-Marie Vanderstichele: “De maatschappelijke meerwaarde die we bieden met onze woningen is er inderdaad ook inzake milieu en klimaat. Op dat vlak liggen onze

doelstellingen zeer hoog. Upgrade Estate wil tegen 2035 al net zero bereiken op het vlak van -uitstoot in de drie scopes (eigen verbruik, aankoop van energie en de uitstoot bij klanten en leveranciers, n.v.d.r.). Een belangrijk deel van onze activiteiten draait om de bouw van nieuwe koten, appartementen en kantoren. Daar speelt de problematiek van de embodied carbon: de CO2 die is uitgestoten bij de productie van de bouwmaterialen en uitrustingsgoederen en tijdens de bouwwerken zelf. Die CO2 zit dus ook in onze bestaande gebouwen.

Om die ambitieuze doelstelling te behalen, heeft Upgrade drie acties opgezet. Ten eerste willen we vanaf 2025 onze nieuwe gebouwen ook optrekken in hout om zo het gebruik van beton en staal met veel CO2-uitstoot tot een minimum te beperken. In functie daarvan hebben we nu al 250 hectare bos gekocht in Finland. Die worden op een duurzame manier beheerd en zullen deel uitmaken van de volledige supplychain in houtbouw. We zetten ook in op de productie van eigen stroom met zonnepanelen in een eerste solar park in Wetteren met drieduizend panelen. Straks volgt een tweede op The Loop in Gent, met twaalfduizend panelen. Dit tweede park zullen we via een rechtstreekse lijn verbinden met ons project ‘Upoffiz - Upliving Ghent Loop5’ om er tot zeventig procent van de energiebehoefte in te vullen. Tot slot lopen er ook vergunningsaanvragen voor het plaatsen van twee windturbines in Vlaanderen.

Die eigen energieproductie laat ons toe om onafhankelijk te worden van de volatiele energiemarkt en de ener-

ID-KIT FINANCE

UPGRADE ESTATE :: Medewerkers: 10

• Cfo: 1

• Head of finance: 1

• Accountants: 4

• Finance-expert voor rapportering, consolidatie, controlling: 1

• Head of climate action: 1

• Verantwoordelijke ESGrapportering: 1

• Financieel & treasuryanalist: 1

Jean-Marie Vanderstichele

giekosten voor de huurders laag te houden. Zo kunnen we hiervoor ook in de toekomst een stabiel forfaitair bedrag aanrekenen. Limoengroen is trouwens ons eigen energiebedrijfje. Het staat in voor de levering van elektriciteit en warmte, maar ook internet, water en afvalbeheer. De kost voor een kot of appartement is voor onze merken namelijk altijd opgebouwd uit twee componenten: de huur enerzijds en de bijkomende kosten anderzijds. In de coronaperiode,

FLEXIBELE RPA

:: Hoe verhoogt u de efficiëntie van de financiële afdeling?

Jean-Marie Vanderstichele: “We zetten sterk in op digitalisering. Dat gebeurt in de eerste plaats in de contacten met huurders en investeerders, die bijvoorbeeld de contracten digitaal ondertekenen. Ook het verwerken en betalen van facturen verloopt digitaal.

De nieuwe kantoorgebouwen, zoals Upoffiz Ghent Loop5, voorzien in privékantoorruimten voor bedrijven. Daarbij hoort een keuze aan gemeenschappelijke vergaderzalen, opleidingslokalen, een auditorium, een multimediastudio, enzovoort. De huurders kunnen die boeken via onze eigen Upoffiz-app en afrekenen in functie van het aantal uren. De registratie van de boekingen is gekoppeld aan de toegangscontrole tot die zalen, zodat ook de verrekening en facturatie automatisch lopen. Voor dergelijke automatiseringsprojecten rekenen we steeds meer op onze eigen IT-afdeling.

Verder hebben we een RPA-robot (Robotic Process Automation) geïnstalleerd – onze Marcel – die specifieke taken op zich neemt en een deel van het manueel werk overneemt van onze medewerkers. Zo downloadde de robot elke dag de coda-bestanden, om ze vervolgens op te laden in onze boekhouding per vennootschap. De robot bereidde ook de gegevens voor de boekingen voor. Binnenkort schakelen we over van onze oude Navision-software naar de nieuwe Microsoft Business Central. Dan kunnen we onze ERP direct connecteren met een aantal digitale platformen, zoals Isabel Connect (multibankenbeheer), Companyweb (handelsinformatie), Hubspot (sales & marketing) en Twikey (Sepa-mandaten en recurrente invorderingen).

Door die upgrade van de software kunnen we een aantal RPA-processen weer afschaffen. De codabestanden verwerken we straks rechtstreeks met Isabel Connect. Ik ben een believer van de RPA-techniek, maar je hebt er wel standaardprocessen voor nodig met heel grote volumes aan transacties. Zo hebben wij er niet veel. Dikwijls gaat het ook om een gedeeltelijke automatisering, want aan het eind van de rit heb je vaak nog een menselijke inbreng of beslissing nodig.”

toen energie plots heel duur werd, hebben we het forfaitair tarief voor de bijkomende kosten niet aangepast. We hebben zelf de extra kosten gedragen.

De sociale component én onze duurzaamheidsaanpak zullen ons succes op het vlak van kantoren bepalen. Het eerste kantoorproject in Gent op The Loop – 14.000 m² kantoren, 45 appartementen voor young professionals, een theaterzaal en bovendien 10.000 m² verbindend groen –was al vóór de oplevering volledig verhuurd. We bieden de huurders ook een parking met 104 oplaadpunten voor elektrische auto’s aan, naast een fietsparking met vijfhonderd plaatsen. De werken voor een tweede Upoffiz-kantoorproject in de Brusselse Wetstraat zijn gestart. Ook daar gaat het om ruim 14.000 m² werkruimte met gemeenschappelijke functies.

Nu al verzorgen we de afwerking in nieuwe gebouwen met veel hout, gerecycleerd materiaal en degelijk tweedehands meubilair. In de toekomst willen we ook de bouwstructuur zelf in hout maken en blijven we verder inzetten op duurzame materialen en installaties.”

Wat is uw rol als cfo in die strategische doelstellingen?

Jean-Marie Vanderstichele: “Een cruciaal element in onze bedrijfsvoering is de financiering. Bij de start van Upgrade Estate werden de twee coceo’s geconfronteerd met een eis van de bank dat ze eerst een gebouw moesten verkopen om nog een bijkomende lening te krijgen. Dat hebben ze gedaan, maar de koper van het studentenhuis vroeg hen om het beheer en de animatie op zich te blijven nemen. Dat was meteen de oorsprong van het concept voor Upkot, namelijk het zelf blijven verhuren en beheren van gebouwen die ze ook zelf realiseerden.

Onze strategie is er niet op gericht om volledig eigenaar te blijven van de gebouwen, wel om de verantwoordelijkheid te nemen voor het beheer en de verhuur. Uiteraard waken we ook over de kwaliteit van het gebouw. Het komt er dus op aan om investeerders aan te trekken die samen de gebouwen in eigendom nemen, terwijl Upgrade Estate zelf als minderheidsaandeelhouder mee aan boord blijft. Vaak zijn die investeerders ouders of grootouders van studerende kinderen, want die hebben ook voorrang bij de verhuur van onze koten. Dat is een belangrijke troef als je weet dat er een tekort is aan kwalitatieve en betaalbare studentenkamers in veel steden.

Onze aanpak is geëvolueerd met de tijd. Eerst traden we vooral op als syndicus, een rol die we nog altijd opnemen voor de eerste tien Upkot-gebouwen die we realiseerden. Door veranderende regelgeving in Gent hebben we dat een tiental jaar geleden moeten aanpassen. De stad eiste één beheerder als aanspreekpunt per gebouw (en niet meer per studentenkamer). We hebben nu een vennoot-

‘Limoengroen is ons eigen energiebedrijfje’

ID KIT

UPGRADE ESTATE IN CIJFERS

:: Omzet (geconsolideerd): 52 miljoen euro (2023)

• Winst (geconsolideerd): 2,9 miljoen euro (2023)

• Medewerkers: 115

• Juridische entiteiten: 70

• Vastgoed onder beheer: 692 miljoen euro (2024)

• Investeerders: bijna 3.000

• Studentenkoten (Upkot): 3.091

• Locaties met appartementen in Gent en Brussel (Upliving): 4

• Locaties voor kantoren in Gent en (straks) in Brussel (Upoffiz): 2

schap voor elk nieuw opgericht gebouw en verkopen de aandelen (en niet de kamers) van deze patrimoniumvennootschap in tickets vanaf 110.000 euro. Op die manier verkopen we gemiddeld tot 97 procent van de aandelen aan externe investeerders.

Voor elke patrimoniumvennootschap duiden deze investeerders drie bestuurders aan, naast de drie bestuurders van Upgrade Estate zelf. Met het bestuursorgaan garanderen we het behalen van de doelstellingen en de kwaliteit van het project. De intrede van al dat extern vermogen vermindert onze behoefte aan eigen vermogen.

‘Investeerders zijn onze tweede groep klanten, naast de huurders’

Tegelijk zorgen we voor de voorfinanciering tijdens de bouwfase van het project. Deze financiële en duurzaamheidsparameters bewaken, is een belangrijke taak voor mij. Daarover communiceer ik ook met de interne en externe aandeelhouders.

Die investeerders zijn trouwens onze tweede groep van klanten, naast de huurders. In ruil voor hun intrede in het kapitaal verzekeren wij hen een goede return. Wij beheren zelf het patrimonium met het oog op een heel hoge bezettingsgraad en huurders die gemiddeld gezien voor langere tijd blijven. Ook de wissel na een opzegging verloopt vlot, met onze eigen facilityafdeling die alle herstellingen uitvoert.

Onze investeerders kiezen bewust voor een zorgeloze investering met een jaarlijkse uitkering die in functie staat van de reële opbrengsten en kosten van het gebouw. Bij de intrede van nieuwe investeerders is er ook altijd wat communicatie nodig. In dat verkoopproces neem ik een stukje van de verantwoordelijkheid op mij. De rapportering over de resultaten, bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse algemene vergadering per gebouw, gebeurt heel transparant. Onze auditor zegt zelfs dat het een beetje te transparant is. Dat past dan weer perfect bij onze manier van zakendoen. Voor onze investeerders en de banken is het trouwens geruststellend dat we de opbrengsten uit de ontwikkeling van nieuwe gebouwen niet als dividend uitkeren, maar herinvesteren in nieuwe acquisities en investeringen voor de verdere groei van de groep.

Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor de financiële kant van de bouwprojecten. Ik hou de vinger aan de pols van al die projecten en rapporteer erover op het managementcomité. Met dat doel onderhoud ik nauwe contacten met de budgethouders en projectleiders. Ik bewaak de risico’s, ook in verband met vergunningen, bouwvertragingen, enzovoort.”

Alle cfo’s werken aan de nieuwe rapportering rond duurzaamheid. U ook?

Jean-Marie Vanderstichele: “Zoals je merkt, zet Upgrade Estate sterk in op duurzame acties. We hante -

ren daarbij het model en de methodiek van de Future Fit Business Organization, dat de focus legt op de drie onderdelen van ESG: environment, social en governance. Het systeem mikt op een positieve bijdrage voor de maatschappij, dus meer dan een break-evendoelstelling. We willen daar ook over rapporteren en dat doen we intussen al drie jaar. Daarmee zijn we al flink op weg om snel in orde te zijn voor de CSRD-rapportering, die verplicht wordt vanaf 2026 over het boekjaar 2025. Daar hebben we al minstens zeventig procent van de weg voor afgelegd.

Ook de analyse van de dubbele materialiteit (over de impact van het bedrijf op de omgeving én over de impact van de omgeving op het bedrijf) is al gebeurd. We overwegen daarom om al in 2025 een eerste CSRD-rapport intern te publiceren. In onze organisatie ligt de verantwoordelijkheid daarvoor bij de head of climate action, die rechtstreeks aan mij rapporteert. Deze collega is niet alleen bezig met de analyse van de data, maar ook met het beheer van Limoengroen, ons eigen energie- en dienstenbedrijf.

Elk operationeel gebouw van Upgrade Estate zit intussen in een aparte patrimoniumvennootschap. Samen met onze eigen vennootschappen, houdt dit in dat we jaarlijks zo’n zeventig jaarafsluitingen maken. Eigenlijk voeren we dus het hele jaar door afsluitingen uit. Het zorgt ervoor dat mijn taak nooit hetzelfde is. Altijd verandert er iets, telkens leer ik nieuwe zaken bij. De financiële afdeling staat altijd centraal in die activiteiten. Ik vind een financeafdeling daarom de meest interessante afdeling in een bedrijf: alles wat reilt en zeilt in het bedrijf passeert altijd op een of andere manier via finance. Ik wil graag iedere student aanraden om voor een financiële richting te kiezen.”

Heeft Upgrade nog behoefte aan extra financiering?

Jean-Marie Vanderstichele: “Met Upgrade Estate trekken we heel wat externe investeerders aan, die we ook een mooie jaarlijkse uitkering bieden. Toch hebben we daarnaast nog bijkomend geld nodig voor nieuwe investeringen en acquisities. Dat gaat in de eerste plaats om onze grondbank: een portefeuille aan percelen en panden die we nodig hebben voor toekomstige bouwprojecten. Op elk moment hebben we wel twee of drie vergunningen lopen om te bouwen. We blijven ook voortdurend uitkijken naar mogelijke nieuwe gronden en panden.

De toenemende onvoorspelbaarheid en lange looptijd van de vergunningstrajecten vormt een grote uitdaging voor ons bedrijf en bij uitbreiding voor de hele sector. We stellen vast dat steden en gemeenten steeds terughoudender zijn om hun strategie op korte termijn te realiseren. Er zijn in het verleden bovendien wel wat projecten gesneuveld na klachten van één of enkele buurtbewoners. Dat laatste schrikt ons niet af, want wij streven actief naar een goede

relatie met de buurt, onder andere via de aanwezigheid van onze coach in elk gebouw. In de praktijk kan dit heel positief verlopen. De studenten zijn vaak helemaal niet zo luidruchtig als gedacht. Ze kunnen ook optreden als oppas of babysit en zich zo dienstbaar opstellen voor de buurtbewoners. Voor en tijdens de ontwikkelingsfase investeren we daarom sterk in voortdurend overleg met de overheid, de buurt, de bank en andere stakeholders. Als cfo hou ik de vinger aan de pols van die ontwikkelingen. Elke vertraging of wijziging kan een effect hebben op het uiteindelijke rendement van het project. Het is dan ook een complex samenspel van veel parameters. Dat is een van de redenen waarom we vandaag voor onze financieringen samenwerken met slechts twee banken. Beide kennen ons al heel lang en daar hoef ik ons businessmodel niet telkens uit te leggen. Dus ook op dat vlak spreken we van een duurzame relatie. Het komt er vooral op aan om onze langetermijndoelstellingen te bewaken en daarover goed te communiceren.” ¶

Jean-Marie Vanderstichele: “Voor en tijdens de ontwikkelingsfase investeren we in voortdurend overleg met de overheid, de buurt, de bank en andere stakeholders.”

‘In de gebouwen is dagelijks een coach aanwezig’

In FD Deep Dive interviewt een bekende journalist experts over een actueel finance topic. Ze werpen een blik op de toekomst en nemen een duik in de finance wereld. Verruim op een toegankelijke manier je kennis en inzicht via deze podcasts en video’s.

NIEUWE AFLEVERINGEN - BEKIJK/LUISTER HIER

DORIEN LEYERS

RUDY AERNOUDT COLUMN

Filosofische vakantiebeschouwingen voor de cfo

RUDY AERNOUDT

IS PROFESSOR AAN DE UNIVERSITEIT GENT, DEPARTEMENT ACCOUNTING, CORPORATE FINANCE & TAXATION.

MEER COLUMNS OP WWW.FDMAGAZINE.BE

Met de vakantie in zicht wil je als cfo de tabellen, cijfers, budgetten, KPI’s en fiscale aangiftes misschien even achterwege laten. Dit is het ideale moment om uit de cfo-bubbel te stappen en te kijken naar het maatschappelijk belang van financiële en digitale basiskennis.

Cfo’s ontmoeten elkaar geregeld op topseminaries, zoals de FD-congressen. Ze wisselen dan ervaringen uit over het gebruik van artificiële intelligentie, kredietmanagement, voorraadbeheer ... Af en toe kijken ze over de grenzen van hun expertisedomein, bijvoorbeeld om te onderzoeken hoe ze jong talent kunnen overtuigen om in het bedrijf te stappen. Dat is allemaal heel noodzakelijk. Toch blijven ze hiermee binnen de bubbel.

Vaak ontmoet ik cfo’s voor wie het even te veel is. Door bijvoorbeeld een burn-out realiseren ze zich dat ze over de schreef zijn gegaan. Ze hebben genoeg van de ratrace met deadlines en stappen er even uit. Bepaalde cfo’s werpen het over een totaal andere boeg en zoeken opnieuw de band met de natuur. Dat kan zelfs tot een volledige professionele heroriëntering leiden.

HET LEVEN BUITEN DE BUBBEL

Ik wil het eigenlijk niet hebben over de cfo die de bubbel al dan niet tijdelijk verlaat, wel over het leven buiten de bubbel. Wij gaan er immers allemaal van uit dat de snelle evolutie van de wereld, en in het bijzonder de financiële wereld, voor iedereen gemakkelijk verteerbaar is. We jongleren met begrippen zoals blockchain, kwantumrekenen, reverse factoring … alsof dat concepten uit het dagelijks leven zijn. Maar dat zijn ze helemaal niet. Het blijven termen van de inner circle die wij vor-

men. We vergeten daarbij dat financiële en digitale ongeletterdheid wijdverspreid zijn.

HOE MEET JE FINANCIËLE ONGELETTERDHEID?

De meest gebruikte methode is het stellen van vijf eenvoudige vragen die te maken hebben met het dagelijks leven. In plaats van een kruiswoordraadsel in te vullen, vraag ik jullie deze vragen te beantwoorden (zie kader). Het is multiple choice; één antwoord is juist.

Ik durf vermoeden dat alle cfo’s zonder aarzelen de vijf vragen juist beantwoorden. Doe de test ook met familie en vrienden. Zo moeilijk is het niet en mijn studenten kunnen er alleen maar van dromen om dergelijke vragen te krijgen op hun examen financieel management.

En toch. Slechts ongeveer een op drie Belgen – dertig procent om precies te zijn – geeft vier of vijf correcte antwoorden. Deze Belgen kunnen we beschouwen als financieel geletterd. Zeventig procent beantwoordt slechts drie of zelfs minder vragen juist. Een op vier Belgen, of 26 procent, geeft niet meer dan één juist antwoord.

Opvallend is dat vrouwen slechter scoren dan mannen. Ook het verschil tussen landen is groot. Aan de ene kant van het spectrum staat Nederland met 43 procent financieel geletterden. Aan de andere kant is er Roemenië, met slechts 13 procent van de burgers die een voldoende financiële basiskennis hebben.

DIGITAAL ONGELETTERD

Daarnaast raakt de wereld steeds meer gedigitaliseerd. Fintech is alomtegenwoordig. Je bankrekening beheren en communiceren met openbare diensten: het gebeurt digitaal. We ontvangen onze facturen digitaal of downloaden ze op een plat-

‘Wat is de rol van de cfo ten aanzien van de zeventig procent financieel ongeletterde burgers?’

form. De veronderstelling is dat iedereen die digitalisering heeft omarmd. Ook dat klopt niet.

Negen procent van de Belgen heeft nooit gewebsurft, nooit gegoogeld. Slechts 54 procent van de Belgen heeft voldoende digitale skills om in deze digitale wereld autonoom te zijn. In de armere Europese landen zoals Roemenië en Bulgarije heeft slechts dertig procent van de burgers voldoende digitale skills.

EEN NIEUW ANALFABETISME

Heel wat mensen zijn dus financieel én digitaal ongeletterd. Dit leidt tot een duale maatschappij tussen zij die weten en zij die niet weten. De financiële en digitale ongeletterdheid leidt tot financiële exclusie als een soort nieuw analfabetisme. Wie noch digitaal, noch financieel geletterd is, is zo goed als hulpeloos in onze tech- en fintechgedreven maatschappij. Vaak is integratie op de arbeidsmarkt moeilijk en de armoedekans groot.

Daarnaast zijn financieel en digitaal ongeletterde mensen een gemakkelijke prooi voor malafide bankiers en consulenten. De verhalen van personen die een groot stuk van hun vermogen zijn verloren doordat ze erin geluisd zijn, spreken boekdelen. Vaak recupereren ze hun zuurverdiende centen niet meer. Het zijn stuk voor stuk familiale drama’s.

BOODSCHAP VOOR DE CFO

Cfo’s zijn bijna per definitie zowel digitaal als financieel geletterd. Bij interne bedrijfscommunicatie of op cfo-congressen kan je ervan uitgaan dat dit voor iedereen geldt. De vraag die zich opdringt: wat kan de rol van de cfo zijn ten aanzien van de 70 procent financieel ongeletterden en de 46 procent digitaal ongeletterden? Een vraag om mee te nemen tijdens filosofische mijmeringen op het strand. ¶

FINANCIËLE ONGELETTERDHEID:

DOE DE TEST

::

Vraag 1: Je hebt honderd euro op je spaarrekening met een intrest van twee procent per jaar. Vergeet de bankkosten. Hoeveel heb je na vijf jaar?

1. Meer dan 110 euro

2. Precies 110 euro

3. Minder dan 110 euro

4. Ik weet het niet

Vraag 2: Stel dat de intrest op je spaarrekening twee procent bedraagt per jaar en de inflatie drie procent. Vergeet opnieuw de bankkosten. Ben je na één jaar in staat meer, hetzelfde of minder te kopen dan met het geld op je rekening vandaag?

1. Meer

2. Precies hetzelfde

3. Minder

4. Ik weet het niet

Vraag 3: Wanneer een investeerder zijn of haar geld verspreidt over diverse investeringen in plaats van alles te concentreren op één aandeel, dan zal het risico om geld te verliezen:

1. Stijgen

2. Dalen

3. Hetzelfde blijven

4. Ik weet het niet

Vraag 4: Als de intrest stijgt, wat gebeurt er dan met de prijs van bestaande obligaties?

1. Stijgen

2. Dalen

3. Hetzelfde blijven

4. Ik weet het niet

Vraag 5: Een investering met een hoger rendement zal vermoedelijk:

1. Een hoger risico inhouden

2. Een lager risico inhouden

3. Hetzelfde risico inhouden

4. Ik weet het niet

(Juiste antwoorden: vraag 1:1, vraag 2:3, vraag 3:2, vraag 4:2, vraag 5:1)

‘Mijn arbeidsethos pikte ik op bij mijn ondernemende familie’

tekst: gert verlinden

OPLEIDING

Master Logistiek en Maritiem Management

Victor Laroy behaalt deze zomer zijn masterdiploma in Logistiek en Maritiem Management. Voordien sleepte hij al twee bachelordiploma’s in de wacht in Business- en Supplychainmanagement. Op die prestatie is hij trots gezien zijn minder voor de hand liggende technische studieachtergrond in het middelbaar onderwijs. “Ik ben gepassioneerd door het roll-on-roll-offproces in de havens.”

1. Waarover gaat jouw thesis?

Ik onderzoek de verschuiving van lucht- naar zeetransport in de logistieke keten van de farmaceutische sector. Die beweging is volop aan de gang. De belangrijkste drijfveer is niet volume- maar wel waardegedreven. Het transport van hoogwaardige medicijnen voor bijvoorbeeld een kankerbehandeling verloopt via het vliegtuig. Zogenoemde counterproducten zoals pijnstillers passeren steeds meer per boot. De zeegebonden handel ontwikkelt zich snel. Logistieke bedrijven doen de nodige investeringen en verhogen hun betrouwbaarheid, onder andere op het vlak van snelheid. Zodra de logistieke keten is geïnstalleerd, is het effect van macro-economische verstoringen zoals de dreiging in de Rode Zee, verwaarloosbaar op lange termijn. Het zeetransport is goedkoper en biedt schaalvoordelen.

2. Waar wil je na je studies werken?

Ik kom bij voorkeur terecht in de logistieke operaties, eerder dan in de consultancywereld, waar je projectmatig handelt. De dagelijkse voeling met de operationele processen boeit me het meest, bijvoorbeeld de opvolging en vormgeving van transportstromen. Dat hoeft niet per se in de haven te zijn. De luchtvaartlogistiek trekt me zelfs nog meer aan. Op termijn zou ik graag een tijdje in het buitenland werken. Mijn vriendin volgt een masteropleiding in Internationale Betrekkingen en Diplomatie. Dat brengt ons misschien over de landsgrenzen.

3. Wat doe je naast je studies?

Mijn affiniteit met supplychainmanagement is gegroeid door de ervaring in mijn studentenjob. Ik rij met een lichte bestelwagen de last miles in de logistieke keten als distributeur van medicijnen naar apothekerszaken bij Febelco. Daarnaast woon ik met mijn vriendin op kot in de gezellige Antwerpse studentenbuurt. Al wandelend kom ik tot rust. We verkennen graag samen de stad. Voordien was ik pendelstudent tussen mijn woonplaats Aalter en de campussen in Brugge en Kortrijk. Veel vrije tijd rest er niet, want ik studeer keihard voor mijn diploma en thesis. Dat vraagt opofferingen en inspanningen. Ik ben fier op mijn traject zonder herexamens. Dat arbeidsethos pikte ik op bij mijn ondernemende familie.

‘Zeetransport is goedkoper en biedt schaalvoordelen’

Victor Laroy

BECOME A MEMBER

Word vandaag nog lid van onze community om te genieten van heel wat voordelen.

FDMAGAZINE

€ 2 6 0 / J A A R

I n d i v i d u e e l m e m b e r s h i p b i j d e f i n a n c i ë l e

c o m m u n i t y

G r a t i s t o e g a n g t o t o n z e n e t w e r k e v e n t s

V o o r d e e l t a r i e v e n v o o r e v e n t s

G r a t i s v a c a t u r e o p o n z e w e b s i t e

P r i n t v e r s i e v a n F D m a g a z i n e

FDMAGAZINE + HRMAGAZINE

€ 4 5 0 / J A A R

D u o m e m b e r s h i p b i j d e N e d e r l a n d s t a l i g e

f i n a n c e - c o m m u n i t y e n d e N e d e r l a n d s t a l i g e

H R - c o m m u n i t y

G r a t i s t o e g a n g t o t o n z e n e t w e r k e v e n t s

V o o r d e e l t a r i e v e n v o o r e v e n t s

G r a t i s v a c a t u r e o p o n z e w e b s i t e

P r i n t v e r s i e v a n F D m a g a z i n e &

H R m a g a z i n e

PUB

B E S T V A L U E

C

n e n i n u w b e d r i j f , z e l f i n t e v u l l e n h o e u d e c o m b i n a t i e m a a k t t u s s e n f i n a n c e e n / o f H R ( 1 + 3 , 2 + 2 , 3 + 1 , 4 ) .

G r a t i s t o e g a n g t o t o n z e n e t w e r k e v e n t s

V o o r d e e l t a r i e v e n v o o r e v e n t s

G

P

B e k i j k a l o n z e a a n b i e d i n g e n v i a d e z e Q R - c o d e o f v i a f d m a g a z i n e b e / m e m b e r s h i p

/HET RESULTAAT IS MINDER DOEL OP ZICH/

Hardlopen staat voor mij gelijk aan de knop omdraaien na een drukke werkdag. Als er een training op mijn planning staat, vertrek ik naar mijn werk met de sporttas in de koffer. Hoe druk, chaotisch of stressvol de werkdag ook mag zijn, na mijn laatste vergadering trek ik mijn sportschoenen aan. Lopen doe ik in het bos of op de piste van de VUB, naast mijn werk. Als ik daarna naar huis rijd, ben ik echt ontspannen.

Ik heb intussen al 25 marathons gelopen. Dat vergt uiteraard de nodige voorbereiding en planning, maar ook volharding en discipline. Mijn coach Benny Fischer uit Oostende bezorgt me altijd schema’s. Ik was het eerste lid van zijn loopclub. Die telt nu driehonderd mensen. In het weekend ga ik soms met vrienden een twintigtal kilometer lopen aan zee, om zes uur ’s morgens. Dan begint de dag goed voor mij.

Naast een goede voorbereiding, moet je goed weten wat je wil. Daar zie ik een sterke parallel met het werk. Je bereidt je voor op een groot project en maakt een goed plan van aanpak. Tijdens een marathon heb je momenten waarop je je goed voelt en alles goed gaat, maar de clou zit in de momenten dat je het lastig hebt en je moet doorzetten. Dat is op het werk ook zo. Bij elk project heb je momenten dat alles vlekkeloos verloopt, terwijl je soms ook op je tanden moet bijten.

De marathon in Düsseldorf heb ik gelopen in drie uur en drie minuten. Voor een amateur als ik is dat een goed resultaat. De voorbereiding verliep ook goed. Alles viel op zijn plaats. Later heb ik nog geprobeerd om onder de drie uur te lopen, maar dat is me niet meer gelukt.

Als je jong bent, kijk je maar naar één ding en dat is de eindtijd. Met ouder te worden, is het resultaat voor mij minder een doel op zich. Nu kijk ik meer naar het proces: voel ik me goed? Als ik ergens pijn heb of last ondervind, begin ik rationeler na te denken. Rust ik best een paar dagen of train ik verder? Ook op het werk kijk ik niet alleen naar het resultaat, maar ook hoe ik daar geraak.

Naast het hardlopen, lees ik vaak. Fictie is voor mij honderd procent ontspanning. Bij non-fictie lees ik vooral over technologie, meer bepaald over artificiële intelligentie, om de vinger aan de pols te houden. Sony Depthsensing Solutions is daar actief mee bezig en daarom probeer ik bij te blijven. ¶

tekst: melanie de vrieze / foto: james arthur

Peter De Groof schrijft voortaan ook columns voor FDmagazine. De eerste vind je in dit nummer op p. 36.

Peter De Groof

‘De clou zit in de momenten dat je het lastig hebt en je moet doorzetten’

OPERATIONELE MEDEWERKERS BEHEREN CSRD-DATA

Hoewel de financiële afdeling centraal staat in het rapporteren over duurzaamheid, slagen steeds meer bedrijven erin om die verantwoordelijkheid te delen met andere afdelingen. FDmagazine verzamelt ervaringen van United Consulting, Ekopak, Camino en Galloo.

Met welke nieuwe regels ziet de financiële afdeling in uw bedrijf zich geconfronteerd?

— Van links naar rechts

Kirsten Leon, accounting manager, United Consulting

Dries Wyffels, cfo, Galloo

Els De Keukelaere, cfo, Ekopak

Karolien Vlassenroot, cfo, Durabrik/Camino

Dries Wyffels: “Als voorbereiding voor dit gesprek was ik begonnen aan een lijstje van de regels waaraan Galloo en de financiële afdeling in het bijzonder moeten voldoen. Die lijst werd snel te lang. De belangrijkste regels zijn de CSRD, de invoering van Peppol en know your customer (KYC). Bij ons gaat het eigenlijk meer om de leveranciers. In de recyclagesector moet je de herkomst van schroot of afval goed kunnen traceren en dus is het belangrijk om die leveranciers goed te kennen. Een aantal regels hebben meer te maken met onze sector: de verplichting om te rapporteren over de auto’s die je recycleert, de elektronische melding van afvaltransporten en het nieuwe meldingsplatform van Ovam om materialen in hun levenscyclus – en dus ook tijdens de recyclage – op te volgen.”

Els De Keukelaere: “CSRD en de EU Taxonomy zijn zeker het ingrijpendst voor de financiële afdeling van Ekopak. Daarna komen de invoering van de elektronische facturatie en de steeds evoluerende regels van het internationaal boekhoudsysteem IFRS. Ik houd ook mijn hart vast over de verplichting om transparant te rapporteren over de lonen. Dat is een Europese richtlijn die nog moet worden omgezet en in werking treedt tegen 2026. Over Peppol maak ik me minder zorgen, dat zal wel loslopen via onze ERP.”

Karolien Vlassenroot: “Voor de groep Camino en het grootste bedrijf in de groep, Durabrik Bouwbedrijven, is CSRD de belangrijkste verplichting. Tegelijk moet ik zeggen dat we al een aantal jaren bezig zijn met een ander framework, B Corp. Je kan dit systeem samenvatten als business as a force for good. Het bevat strenge, nog niet verplichte doelen op het vlak van duurzaamheid en sociale impact. Die hebben ons al een mooi inzicht gegeven. We houden ons aan die filosofie om steeds hogere doelstellingen te bereiken. Intussen zijn we voor een deel in overeenstemming met de regels van CSRD.”

Kirsten Leon: “Met United Consulting maken we ons klaar voor CSRD. We voelen vooral de toenemende vragen hierover van grote klanten. De regels zijn nog niet zo duidelijk voor bedrijven in de dienstverlenende sector. We zijn wel al volop aan de slag op het vlak van e-invoicing en Peppol.”

In jullie dagelijkse praktijk gaat het dus in de eerste plaats om de invoering van CSRD. Wie in het bedrijf krijgt die verantwoordelijkheid? Is dat finance of een andere afdeling?

Dries Wyffels: “Formeel hebben we daarvoor een team opgericht met de drie directieleden van finance, hr en milieu. Zij zullen moeten samenwerken om die rappor-

tering in goede banen te leiden. Ik merk dat iedereen vooral naar finance kijkt. Wij zijn het gewend om op die manier te rapporteren en ook om samen te werken met een externe auditor. Toch vind ik het belangrijk dat we dit zien als een project van het hele bedrijf waarin veel mensen hun verantwoordelijkheid moeten nemen. We hebben dan ook een stappenplan opgezet om dat te realiseren.”

Els De Keukelaere: “Ik heb het altijd gedaan. We hebben met Ekopak trouwens nog maar net ons geïntegreerd rapport gepubliceerd. Bij de collega’s in de beursgenoteerde bedrijven is het meestal de cfo die verantwoordelijk is. De ESG-medewerkers rapporteren aan de cfo. We werken ook nauw samen met een consultingbedrijf (Encon) om het CSRD-rapport samen te stellen.

Wij staan op het punt om een nieuwe ESG-officer aan te werven om een stuk van het werk van de consultant over te nemen. Die nieuwe medewerker zal aan mij rapporteren. Dat de cfo verantwoordelijk blijft, is enerzijds logisch: we zijn het gewend om strakke KPI’s te hanteren en samen te werken met de auditor. Tegelijk moeten we er operationele zaken in opnemen. Bij ons is dat bijvoorbeeld de waterbesparing die we kunnen realiseren bij klanten.

Dergelijke KPI’s en metingen moeten we zoveel mogelijk automatisch capteren. Daarvoor werken we dan weer nauw samen met de R&D-afdeling. Het is dan ook een samenwerking tussen de verschillende afdelingen, maar finance coördineert. De strategie van het bedrijf is erg gericht op duurzaamheid en daarom moet ook onze rapportering daarbij aansluiten. We hebben al heel veel op orde, zoals de dubbele materialiteit en de EU Taxonomy. Toch maken we in het managementcomité elk jaar opnieuw de dubbele materialiteitsanalyse om zeker te zijn dat dit nog goed zit. We groeien heel snel en dan kan er veel veranderen.”

Kirsten Leon: “Bij United Consulting is de financiële afdeling verantwoordelijk voor die rapportering. Door de aard van onze activiteiten – we hebben achthonderd consultants die diensten verlenen aan klanten – zal dat in nauwe samenwerking met de hr-manager verlopen. De data daarover hebben we al op orde. Daarnaast gaat het bij ons nog over de CO2-uitstoot van de wagens. Ook daar voorzie ik weinig problemen. Ten slotte hebben we op sociaal vlak heel wat initiatieven lopen rond wellbeing en genderneutrale lonen. We bereiden ons nu voor op het effectief rapporteren daarover.”

Els De Keukelaere: “Ook bij ons is wellbeing erg belangrijk. Onze belangrijkste asset zijn de mensen. We volgen dat op met de employee net promotor score (ENPS) die fungeert als een KPI binnen de sociale component van ESG.”

HOE REAGEREN DE MEDEWERKERS OP DE NIEUWE VERPLICHTINGEN?

::

Els De Keukelaere: “Voor Ekopak is duurzaamheid ook een belangrijke troef bij het aantrekken van nieuwe medewerkers. Jongeren associëren zich graag met een bedrijf dat bekend staat voor zijn duurzaamheid.”

Kirsten Leon: “Dat merken wij ook. Zeker de pas afgestudeerden vragen ons daarnaar.”

Dries Wyffels: “De circulaire activiteit van Galloo is zeker een voordeel in deze arbeidsmarkt. We merken dat de potentiële medewerkers dat ook hebben opgepikt.”

Karolien Vlassenroot: “Niet alleen medewerkers vinden dat belangrijk. Ook onze klanten, de overheden … zijn ermee bezig. Camino en Durabrik zijn binnen de sector voorlopers. Dat heeft het voordeel dat de rest van de sector ons als referentie neemt. Denk dan bijvoorbeeld aan de manier waarop specifieke KPI’s gemeten worden of een methode voor het beheer van de data. Camino heeft bijvoorbeeld beslist om geen PUR meer te gebruiken als isolatiemateriaal. Andere bouwbedrijven volgen.”

Karolien Vlassenroot: “Bij Camino hebben we een duurzaamheidsmanager die rechtstreeks rapporteert aan de ceo. Zij is ook verantwoordelijk voor de CSRD-rapportering. Binnen ons bedrijf is dat historisch gegroeid. De eerste duurzaamheidsmanager kwam al meer dan tien jaar geleden aan boord. Toen was dat een architect die onze woningen duurzamer maakte. Rapportering was niet de eerste doelstelling. Intussen is dat veel belangrijker geworden en heeft de duurzaamheidsmanager een zeer veelzijdige rol. Tegelijk is er heel wat actie in de operationele afdelingen. Met het executive committee hebben we ons jaren geleden al gebogen over de sustainable development goals van de Verenigde Naties. Daar hebben we de thema’s uitgekozen die voor ons belangrijk zijn. Dat werden de pijlers van ons duurzaamheidsbeleid.

De beslissing over het kader van het duurzaamheidsrapport is top-down genomen. Dan hebben we de medewerkers gevraagd of ze zich wilden engageren voor een specifiek thema. Dat zijn uiteindelijk de dertig cameraden (naar Camino) geworden. Die gingen op zoek naar best practices. Ze hebben dan een beleid en beheersplan opgemaakt dat ze hebben voorgesteld op het exco. Daar is dan samen met de duurzaamheidsmanager als coördinator de structuur vastgelegd.

Nu zijn het deze mensen die zorgen voor de rapportering over hun thematiek, altijd in overleg met de duurzaamheidsmanager. In het verslag schrijven zij de stukken over hun thematiek. Mijn rol als cfo is gericht op de kwali‘CSRD en de EU Taxonomy zijn het ingrijpendst voor Ekopak’

Els De Keukelaere

‘We moeten CSRD zien als een project van het hele bedrijf’

Dries Wyffels

teit van de gegevens. Dat zijn enerzijds harde data die recht uit de systemen komen: financiële parameters, maar ook opbrengsten van zonnepanelen, EPS-eisen, energieverbruik ... Een gedeelte van de data is nog heel wat zachter, zoals de hr-gerelateerde data. Dat beheren we nog manueel in rekenbladen.”

Dries Wyffels: “Ik zie bij ons een gelijkaardige beweging als bij Camino. Werknemers stellen zich kandidaat om een bepaalde thematiek op te volgen. Zij komen uit de operationele afdelingen. ESG is intussen zodanig prominent aanwezig in al wat we doen, dat die personen spontaan naar voor komen en daarin een rol willen spelen.”

Els De Keukelaere: “Maar zijn ze zich er ook van bewust dat dit een juridische problematiek is die volledig draait rond wetgeving?”

Dries Wyffels: “Dat denk ik inderdaad niet.”

Karolien Vlassenroot: “Dat is niet erg. De cameraden bij Camino komen ook uit de operationele afdelingen. Een apart team - de duurzaamheidsmanager, de cfo en een ex-

terne adviseur - volgt de juridische en wettelijke aspecten op.”

Els De Keukelaere: “Daar komt bij dat die wetgeving nog niet op punt staat. Op het vlak van de EU Taxonomy is er nog heel wat onduidelijkheid, bijvoorbeeld over het gebruik van Belgische of Europese Nace-codes. Of de definitie van significant harm . Voor die beslissingen rekenen wij ook sterk op een externe consultant.”

Dries Wyffels: “Bij Galloo hebben we een persoon met een hoog profiel aangeworven om hierbij een belangrijke bijdrage te leveren. Het gaat niet om een financiële, maar een juridische specialist die komt uit een Europese sectorfederatie.”

Karolien Vlassenroot: “Bij Camino hebben we daarvoor ook een juridisch team dat aan mij rapporteert.”

Hoever staan jullie met die rapportering?

Dries Wyffels: “Wij zijn het gewend om transparant te communiceren over de financiële resultaten in een jaarverslag. Dat verspreiden we massaal. Daar voegen we nu kwalitatieve teksten aan toe over de duurzame activiteiten en werkwijzen van Galloo. We zullen alle ESG-thema’s behandelen, wel nog niet op een kwantitatieve manier. Bij Galloo vinden we de wetgeving nog te vaag en zijn we nog niet volledig overtuigd van onze lijst met KPI’s. Als we nu al zouden meten, rijden we ons misschien vast en moeten we opnieuw beginnen. Dus houden we die boot nog even af. Dit past allemaal in ons stappenplan waarin we duidelijk maken hoe we op termijn wel op een kwantitatieve manier zullen rapporteren. Het vastleggen van de KPI’s is daarbij cruciaal.”

Karolien Vlassenroot: “Wij rapporteren al langer over duurzaamheid en evolueren snel richting een volledig conforme CSRD-rapportering. Dat doen we onder andere door deel te nemen aan een Europese wedstrijd over ESG-rapportering. Daar hoorden we bij de top drie. Dat zit dus wel goed. Daarnaast bekijken we het rapport als een communicatiemiddel, ook intern. In het rapport lezen medewerkers en stakeholders vaak voor het eerst over specifieke activiteiten op het vlak van duurzaamheid.”

Dries Wyffels: “Wij rapporteren nog vooral op een kwalitatieve manier, maar ik merk toch dat stakeholders of klanten daar tevreden mee zijn. Zelfs grote beursgenoteerde stakeholders kunnen daar voorlopig mee verder.”

Karolien Vlassenroot: “Als je wel over kwantitatie-

ve data beschikt, vinden ze dat nog interessanter. Wij kunnen bijvoorbeeld de EPC-waarden van onze woningen leveren aan de banken. Zij gebruiken die om de duurzaamheidsgraad van hun hypotheekportefeuille in te schatten. Ik zie ook dat banken ons jaar- en duurzaamheidsrapport als databron integreren. Dan contacteren ze ons wel voor wat bijkomende informatie, maar we hoeven intussen geen vragenlijsten meer in te vullen. Ze hebben de belangrijkste gegevens al.”

Els De Keukelaere: “Dat is goed te begrijpen, want de banken moeten al veel sneller rapporteren over die thematiek. Met Ekopak werken we wel al met KPI’s en meetpunten. Ik denk niet dat je moet vrezen dat je jezelf vastrijdt. Soms moet je een KPI veranderen onder druk van de omstandigheden. Dan moet je dat ook kunnen doorvoeren. Het is belangrijk om daar dan goed over te communiceren.”

Dries Wyffels: “Ik merk ook de druk van de banken om groene leningen in portefeuille te hebben. Galloo maakt jaarlijks een investeringsplan op, dat ook de banken ontvangen. Dan zie je dat ze echt aan cherry picking doen door specifieke projecten te willen financieren, zoals een zonnepanelenproject. Wij mikken wel op een financiering van het geheel van onze activiteiten.”

De CSRD-regels gaan nu ook gepaard met de verplichting om te rapporteren over de supplychain met klanten en leveranciers. Hoe valt dat mee in de praktijk?

Kirsten Leon: “Op die manier werden wij er voor het eerst mee geconfronteerd. Onze consultants werken ook voor grote beursgenoteerde bedrijven. De opdrachtgevers begonnen ons vragen te stellen over duurzaamheidsdoelstellingen.”

Dries Wyffels: “Dat is bij ons ook zo. We hebben zeer veel kleine leveranciers, maar slechts een relatief beperkt aantal grote klanten, vaak grote internationale bedrijven. Die schakelen zelfs externe consultants in om die gegevens te verzamelen. Voorlopig blijven zij tevreden met onze kwalitatieve data, weliswaar met het perspectief op betere gegevens zoals in ons stappenplan aangegeven.”

Els De Keukelaere: “De verplichting om daarover te rapporteren en de data aan te leveren aan externe partijen is aanzienlijk. Ik ben ervan overtuigd dat die externe druk een belangrijke reden is waarom wij GWE konden overnemen. Dat bedrijf uit Brugge werkt aan de afvalzuivering van grote bedrijven als Danone of Heineken. Zij vroegen

HOE VERZAMEL JE DE GEGEVENS?

::

Karolien Vlassenroot: “Wij hebben softwarepakketten bekeken die alle ESG-data bij elkaar brengen en overweg kunnen met heel verschillende databronnen. We zijn erg geschrokken van de prijs van die tools. Ik heb de indruk dat die leveranciers al hun ontwikkelingskosten willen verhalen op de eerste gebruikers.”

Dries Wyffels: “Ik krijg heel wat aanbiedingen voor dergelijke tools, maar we gaan daar nu niet op in. De prijs is inderdaad hoog. We zijn zelf nog niet zover. We volgen ons stappenplan en moeten eerst nog wat zaken realiseren vooraleer we daarover een beslissing nemen.”

ook bijkomende gegevens. Die rapportering zou ook weer investeringen vergen. Door de overname kwam die verplichting bij Ekopak te liggen en was GWE ervan verlost. Als beursgenoteerd bedrijf zijn wij veel beter in staat om daarover te rapporteren.”

Karolien Vlassenroot : “Over de onderaannemers moesten we al rapporteren in het kader van ons B Corp-certificaat. Dat is een moeizaam proces, maar we zien nu dat ook de onderaannemers gegevens aanleveren.”

Dries Wyffels: “Voor Galloo wordt dat heel lastig. Wij hebben ook zeer kleine schroothandelaren als leverancier. Zij kunnen ons heel moeilijk gegevens bezorgen. Ik denk dat zij er met de tijd niet meer in zullen slagen om de steeds strenger wordende verplichte rapporteringen te verzorgen. Dat kan voor hen een bedreiging vormen.” ¶

‘We krijgen vooral van grote klanten meer vragen over CSRD’ Kirsten Leon ‘Een apart team volgt de wettelijke aspecten op’ Karolien Vlassenroot

team building

Xavier is een inspirerende locatie voor je teambuilding. Hier heeft elke hoek zijn eigen unieke uitstraling. De perfecte plek om je team nog beter te leren kennen.

Onze ruimtes zijn voor een halve of hele dag af te huren. Om je wow-experience compleet te maken, sluit je de dag af met een sunset barbecue aan onze vijver.

Meer weten? Laten we kennismaken.

T 09 274 45 66

E emilie.blanckaert@xavier-events.be

Omdat een cfo een meerwaardezoeker is, verzamelen we elke editie producten die het leven aangenamer maken. Geen vakantiedagen meer over? Met deze vijf items breng je de vakantiesfeer naar je werkplek en geniet je van een ontspannen (werk)zomer.

samenstelling: sabrina bouzoumita

1. Stimuleer je creativiteit en werk met uitzicht dankzij deze in de hoogte verstelbare floating desk. - €199 via notadesk.com

2. Met een hangmat in huis of in de tuin ervaar je het vakantiegevoel, 365 dagen per jaar. Ferm living Path hangmat - € 175 via debijenkorf.be

3. Creëer een vakantieoase in je werkruimte met exotische geuren die je ontspannen en verkwikken. Medisana Aroma vernevelaar - € 49,99 via coolblue.be

4. Projecteer je favoriete vakantiefoto's of natuurscènes op de muur en creëer een ontspannen werksfeer. - Optoma HD146x - €469 via coolblue.be

5. Verbeter akoestiek en sfeer met deze groene, geluidabsorberende wand van gerecycleerde PET-flessen. - Prijs op aanvraag via coolplant.com

Jan Tuerlinckx

Tuerlinckx Tax Lawyers

Fiscale geschillen kunnen beter

Jan Tuerlinckx, partner bij Tuerlinckx Tax Lawyers, schreef een kritische reflectie over de fiscale procedure die vijfentwintig jaar geleden is ingevoerd. Voor hem is het duidelijk dat de beoogde verbetering in de fiscale rechtspraak van toen niet is waargemaakt.

“De digitalisering, de verhouding tussen de belastingplichtige en de administratie, het toenemend formalisme en de nimmer aflatende complexiteit maken dat de fiscale geschillenbeslechting aan een fundamentele herziening toe is.” Dit schrijft Jan Tuerlinckx al meteen in de inleiding van zijn white paper ‘Hoe een gemoderniseerde geschillenfase bijdraagt tot taxificatie’. Die laatste term slaat op het herstel van het vertrouwen tussen de belastingplichtige en de fiscale administratie.

MEER DESKUNDIGEN

Wat zijn de belangrijkste veranderingen die hij voorstelt? Jan Tuerlinckx en zijn collega’s Bas Minten en Evemie Vits denken dat het belangrijk is om meer deskundigen toe te laten in de procedure. Die zijn in staat om de dossiers voor te bereiden en de discussie op scherp te stellen. Zo is het mogelijk om sneller een oplossing te vinden.

ÉÉN ERKENDE FISCAAL BEMIDDELAAR

De auteurs pleiten er ook voor om de rol van de erkende fiscaal bemiddelaar te versterken en uit te bouwen. “In België is er maar één erkende fiscaal bemiddelaar en dat is professor Michel Maus, maar ook hij oefent die functie niet uit. De belangrijkste reden daarvoor is dat de fiscale administratie afwijzend staat ten opzichte van de bijkomende kosten die dat met zich meebrengt. De fiscus schakelt liever zijn eigen ambtenaren in bij rechtszaken, zonder kosten voor een neutrale bemiddelaar te maken.”

RECHTSZAKEN VERSNELLEN

Daarnaast zijn de auteurs voorstanders van kortere en efficiëntere procedures. Rechtszaken versnellen is mogelijk door meer tussentijdse beslissingen (pretaxatiegeschillen) mogelijk te maken over specifieke onderdelen van de procedure. “Nu moeten de partijen in het geding wachten tot het eind om zeker te weten of bijvoorbeeld een specifieke onderzoeksdaad al dan niet rechtsgeldig gebeurde. In principiële kwesties moet de rechter ook een vraag kunnen stellen aan het Hof van Cassatie. In andere zaken is iets dergelijks wel mogelijk bij het Hof van Justitie van de Europese Unie of het Grondwettelijk Hof. Laat het dan ook toe in fiscale zaken”, zegt Jan Tuerlinckx.

De voorstellen komen er omdat de toestand heel erg is en nog verder verslechtert. “Voor het Hof van Beroep van Brussel kan het twaalf jaar duren voor er een beslissing valt in een geschil. Voor belastingplichtigen is dat vaak een onoverkomelijke hindernis. Ze sluiten liever een dading met de fiscus om een lange en dure rechtszaak te vermijden, ook al zijn ze overtuigd van hun gelijk”, zegt Jan Tuerlinckx.

NIET MEE MET DE DIGITALISERING

Hij stelt ook vast dat de rechtbank steeds meer belastingplichtigen in het ongelijk stelt. “De druk op de rechtbanken is zo groot dat ze steeds meer in het voordeel van de fiscus beslissen. Die druk komt er door de toegenomen complexiteit en techniciteit van de dossiers. Dat gebeurt ook in een omgeving die niet mee is met de digitalisering van de rest van de maatschappij en de ondernemingswereld. Als advocatenkantoor moeten we zelf oplossingen bedenken om een dossier van zestig gigabyte te kunnen opladen bij de griffie. Al die elementen maken de afstand tussen burger en belastingadministratie alleen maar groter”, besluit Jan Tuerlinckx. ¶

tekst: peter ooms

Doorbreekt private equity de stilstand?

Consultingkantoor Bain publiceerde zijn jaarlijkse studie over de stand van zaken in de markt van de private-equitykantoren. De stilstand van het voorbije jaar kan volgens Bain snel omkeren in een actieve markt als gevolg van de meer voorspelbare rentevoeten.

CVC, dat sinds kort genoteerd is op de beurs van Amsterdam, heeft onlangs het grootste buy-outfonds uit de geschiedenis gelanceerd. “Dat is een teken dat er nog veel geld beschikbaar is voor private-equitytransacties. In de praktijk is het beeld heel gemengd. Er zijn fondsen die het heel goed doen, andere komen net in de problemen”, zegt Cédric Bovy, partner bij Bain & Company.

BETERE RENDEMENTEN

Cédric Bovy wijst erop dat private equity (PE) de voorbije twintig jaar zeer goede resultaten kon voorleggen. De opbrengsten van de investeringen in niet-beursgenoteerde bedrijven liggen een stuk boven die op de aandelenmarkt. “En dat is een gemiddelde. Als je kijkt naar de PE-bedrijven in het hoogste kwartiel dan presteren die nog eens significant beter. In het algemeen zijn ze ook erg snel om in te spelen op nieuwe trends. Eerst was het digital, daarna ESG en nu AI”, zegt Cédric Bovy.

De laatste tijd is die reputatie wel getaand. Door de stijging van de rentevoeten zien de fondsen zich geconfronteerd met problemen met de leningen die als hefboom fungeren. Door die extra financiële inbreng kunnen de bedrijven in de portfolio gewoonlijk sneller groeien. Dergelijke leningen worden nu veel duurder. Dat maakt ook dat de fondsen minder kandidaat-bedrijven zien om over te nemen. Ze blijven zitten met te veel ongebruikte cash. Er zijn grote problemen om de bedrijven in de fondsen op het eind weer te verkopen aan een betere prijs. Dat ligt ook aan een daling van het aantal beursintroducties. “Op dit ogenblik komen alleen nog de allerbeste bedrijven in

een PE-fonds. De vraag is klein en dus dalen de prijzen, waardoor de eigenaars weer afhaken.”

EEN NIEUW BEGIN

In het Global Private Equity Report 2024 is er sprake van het donker voor het ochtendgloren. In een eerste reeks grafieken is telkens een duidelijk dalende tendens te zien. Door de snelle rentestijgingen daalden zowel het aantal deals, de gemiddelde waarde van die transacties, de waarde van de exits als het bedrag aan ingezamelde fondsen. Er is wel een verschil: deal value en exit value zijn allebei gedaald met zestig procent of meer. Het ophalen van nieuw kapitaal loopt slechts lichte vertraging op (min één procent). Bain spreekt van een exit conundrum als het ernstigste probleem. Door de stijging van de intrestvoeten dalen de multiples bij de verkoop van bedrijven. De aandeelhouders van het bedrijf zijn dan niet geneigd om snel te verkopen en willen wachten tot de marktomstandigheden beter zijn. Voor de fondsen betekent dit dat ze minder winst kunnen uitkeren aan hun investeerders. Die laatsten moeten in uitzonderlijke gevallen soms wachten op een volledige ontbinding van het fonds om hun inleg en de opbrengst terug te krijgen. In die omstandigheden hebben ze ook minder kapitaal om in een nieuw private-equityfonds te stoppen. “Dat kan ook een effect hebben op de fondsenbeheerders zelf. Als die medewerkers geen perspectieven op groei zien, beperkt dat hun carrièremogelijkheden. Dan zoeken ze liever elders werk”, zegt Cédric Bovy.

‘Steeds meer partijen zijn geïnteresseerd om te investeren via een private-equityfonds’

“We stellen vast dat de bekendste en grootste PE-spelers wel nog nieuw kapitaal kunnen aantrekken, maar dat sommige kleinere fondsen in de problemen geraken. Sommige zijn er zelfs mee gestopt. Het verschil is de manier van het beheer van de fondsen en de aanpak in de bedrijven. Ik denk dat een voorzichtige investering in de juiste bedrijven, gecombineerd met weloverwogen management, de laatste twee jaar beter heeft gewerkt”, aldus nog Cédric Bovy.

MEER DEALS VERWACHT

De auteurs van het rapport wijzen ook op een verandering in de financiële aanpak in de overgenomen bedrijven. Te lang hebben de fondsenmanagers gemikt op een verhoging van de omzet en te weinig aandacht besteed aan het verbeteren van de marge. “Dat werkt niet meer wanneer de stijgende rentevoeten als een ballast de multiples naar beneden trekken. De bedrijven in de portfolio die beter presteren in deze moeilijke markt hebben alles uit de kast gehaald om hun ebitda op een efficiënte manier te verbeteren.”

Cédric Bovy

FUNCTIE Partner

Cédric Bovy is ook optimistisch over een snelle ommekeer door de evolutie van de rentevoeten. “Iedereen wachtte op een daling van de intrestvoeten bij de centrale banken, maar die is er niet meteen gekomen. Intussen maken we een periode mee waarin die rentevoeten nu al lange tijd erg stabiel zijn. Dat maakt het voor de fondsenmanager makkelijker om de bedrijfswaarde te bepalen als koper en verkoper. Ik verwacht weer meer deals in de loop van dit jaar.”

OVER BAIN

::

Bain & Company heeft dezelfde roots als het PE-kantoor Bain Capital, maar intussen staat tussen de twee een Chinese muur. Bain Capital was een van de eerste private-equityfondsen en intussen een van de allergrootste. In België kwam het kantoor nog in de kijker toen het in 2022 hoofdaandeelhouder werd bij House of HR. Dat is de groep die Conny Vandendriessche oprichtte en die bekend is van interimkantoor Accent. Bain Capital nam de aandelen over van Naxicap, een Franse privateequityspeler die de groep al had begeleid bij een eerste internationalisering.

PE WORDT MAINSTREAM

Steeds meer partijen zijn geïnteresseerd om te investeren via een private-equityfonds. “Recent heeft ook het grote Noorse pensioenfonds overwogen om in te stappen. Uiteindelijk hebben ze dat niet gedaan. Ik stel wel vast dat het steeds meer deel uitmaakt van het aanbod van private bankiers en wealth managers. Er ontstaat ook een secundaire markt met fondsen van PE-fondsen. Een digitaal platform als Moonfare maakt het mogelijk om vanaf honderdduizend euro in te stappen in PE-beleggingen. Een tiental jaar geleden moest je minstens een miljoen kunnen inleggen. Dat verhoogt de liquiditeit in de hele sector”, zegt Cédric Bovy.

Kan je de aanpak van de Belgische family offices vergelijken met die van private-equitykantoren?

“Ja en neen. Ze mikken enerzijds ook op een snelle verbetering van het rendement door het invoeren van een professioneel management en gebruiken een hefboom om de groei te versnellen. Maar de bekende familiale holdings, zoals Sofina (familie Boël) of vehikels als Korys (Colruyt) of Baltisse (Balcaen) hebben veel meer geduld. Sofina is meer dan dertig jaar een grote aandeelhouder geweest van Colruyt bijvoorbeeld. Die tijdshorizon is helemaal anders bij private equity, met een fonds dat zichzelf na vijf of zeven jaar opheft en alle assets verkoopt.” ¶

Meer bedrijfswinst geeft minder risico op burn-out

Verloop, kort en langdurig absenteïsme en flexibele contracten leiden tot slechtere bedrijfsprestaties. Dat blijkt uit onderzoek van Securex en GraydonCreditsafe. “Aandacht voor diversiteit en welzijn is een voorwaarde voor een financieel gezond bedrijf”, zegt Heidi Verlinden van Securex.

Het onderzoek bekeek welke bedrijfskenmerken invloed hebben op absenteïsme of ziekteverzuim op de werkvloer en in welke bedrijfsomgevingen de risico’s net lager zijn. Opvallend is dat genderdiversiteit op de werkvloer een belangrijke rol speelt. Bedrijven die in hun medewerkersbestand het verst van een gelijke verdeling tussen genders zitten, hebben bijna dubbel zoveel risico (1,98 keer meer) op ziektegevallen van langer dan drie maand, wat vaak burnoutgevallen zijn.

WINSTCIJFERS ALS INDICATOR VAN BURN-OUT

Bedrijven met financiële problemen vormen vaak stressvolle werkomgevingen. De slechte financiële gezondheid van een bedrijf verhoogt het risico op ziekte en burn-out. Tegelijk leidt dit tot verminderde arbeidsproductiviteit, waardoor de bedrijfsresultaten verder verslechteren. Zo zijn ook de winstcijfers een indicator van het burn-outrisico in een bedrijf.

Eric Van den Broele van GraydonCreditsafe: “Ik vind het opvallend dat bedrijven waar het personeelsbestand sterk richting gendergelijkwaardigheid evolueert een pak minder burn-outrisico kennen. Dat ligt in lijn met eerdere studies. Bovendien toont dit aan dat de ESGtransitiedoelstellingen, ook de sociale, echt steek houden en uiteindelijk ook onze bedrijven rendabeler maken.”

‘Genderdiversiteit op de werkvloer speelt een belangrijke rol’

Eric Van den Broele

BETERE ARBEIDSPRODUCTIVITEIT

Er zijn meerdere factoren in een bedrijf die de bedrijfsprestaties beïnvloeden. Zo heeft ziekteverzuim altijd een negatieve impact. Bij kort absenteïsme is de impact voor de werkgever meteen voelbaar in de vorm van gewaarborgd loon zonder dat daar prestaties tegenover staan, maar ook in de vorm van indirecte kosten, zoals werkdruk bij collega’s. Bij langdurig absenteïsme is er ook een directe impact op de loonkost per gewerkt uur, omdat structurele vervanging doorgaans meer kost per uur en er tegelijk kosten blijven doorlopen voor de afwezige medewerker. Daarbovenop zijn er kosten verbonden aan het rekruteren en trainen van de vervangers en hun efficiëntie, die niet

Bar Bricolage

Het kleurrijke terras met zelfgemaakte meubels van deze levendige stadsbar zorgt voor de ideale setting voor een zomerse afterworkdrink. Blijven plakken doe je niet alleen voor de uitgebreide kaart. Hun wekelijkse culturele agenda barst van livemuziek en andere events ‘met een hoek af’.

Graaf van Vlaanderenplein 40, Gent - chinastraat.be/bar-bricolage/

The Lab

Wil je liever zélf een afterwork organiseren? Deze hotspot met trendy interieur en heerlijke tapas vormt het ideale decor. Volg samen met je collega’s een cocktailworkshop en proost met je zelfgemaakte creaties op een succesvolle werkweek.

Budastraat 10, Kortrijk socialclub.thelab.be

‘Bedrijfscultuur zit ook in de manier waarop je beslissingen neemt’

‘De meeste organisaties passen bedrijfscultuur niet goed toe’

Bedrijven met de juiste cultuur zullen de war for talent winnen, maar eenvoudig is dat niet. Dat stelde professor Katleen De Stobbeleir van Vlerick Business School tijdens haar presentatie op de conferentie ‘The cfo of the future’.

“… and talent has won”, hoor je wel eens zeggen als het gaat over de war for talent. Jobkandidaten staan nog steeds in de beste positie. Er is nog steeds een schaarste aan geschikte profielen en bedrijven wedijveren met elkaar om ze aan zich te binden. Professor De Stobbeleir wijst erop dat de concurrentiestrijd echter niet stopt met de aanwerving. Vorig jaar zou zeventig procent van de werkgevers zich zorgen hebben gemaakt over een mogelijk vertrek van medewerkers. Die personeelsleden zijn niet tevreden: 39 procent zegt ongelukkig te zijn op het werk. 55 procent van hen ziet zichzelf niet bloeien en groeien (thrive) in de huidige omgeving.

ME, MYSELF AND I

De onvrede heeft er ook mee te maken dat die medewerkers, en zeker de jongere generatie, heel hoge eisen stellen. Ze willen al hun voorkeuren ingewilligd zien, met vooraan flexibiliteit, een goede bedrijfscultuur, een goed loon en arbeidsvoorwaarden aangepast aan hun individuele noden. Dat alles in een tijdsbesteding van negen tot vijf. “Bedrijven moeten beseffen dat het niet helpt om in te gaan op al die eisen. De focus op me, myself and I zal hen niet helpen om de war for talent te winnen. Ik raad aan om de nadruk te leggen op de loopbaan en minder op de beloning”, zegt Katleen De Stobbeleir.

cultuur niet goed toepassen. Bedrijfscultuur is zoveel meer dan het jaarlijkse personeelsfeest of een wekelijkse drink. Het is net tijdens de werkuren dat die bedrijfscultuur zich manifesteert. Dat gebeurt in de manier waarop de organisatie aandacht heeft voor het behalen van haar bedrijfsdoelstellingen en hoe ze gedrag van de medewerkers beloont of afstraft in functie daarvan.

GEÏNDIVIDUALISEERDE LOOPBANEN

De manier waarop je beslissingen neemt, bepaalt ook de bedrijfscultuur. Is die bijvoorbeeld gebaseerd op data of is er een no rules rule zoals bij Netflix? Daarnaast kunnen specifieke acties of rituelen ook een emotionele band scheppen. Zo organiseert Vlerick vrijwilligerswerk voor de medewerkers. In ziekenhuizen moeten morbidity & mortality (M&M)-sessies verplegers en dokters laten reflecteren over de kwaliteit van de zorg.

Bedrijven kunnen wel niet om de vraag naar inclusiviteit heen, met steeds meer geïndividualiseerde loopbanen. Daarbij is de productiviteit op de lange termijn van groot belang. Bedrijven moeten medewerkers ondersteunen in hun groei om zeker te zijn dat ze inzetbaar zijn en blijven. ¶

DRIE SLOGANS

::

Katleen De Stobbeleir vat haar betoog als volgt samen:

① One size does not fit all: een werkplek aangepast aan het individu zal blijven bestaan.

Katleen De Stobbeleir

Professor Vlerick Business School

BEDRIJFSDOELSTELLINGEN BEHALEN

Zij wijst op het belang van talentmanagement gericht op inclusiviteit, productiviteit en cultuur. Vooral op dat laatste aspect kunnen bedrijven nog grote stappen vooruitzetten. De professor toont aan dat de meeste organisaties

② Us>me: het geheel is belangrijker dan het individu. Probeer dan ook niet om in te gaan op de verwachtingen van elk individu.

③ Focus op de loopbaan, niet op de beloning.

tekst: peter ooms

‘Mijn AI-studenten willen allemaal naar Wall Street’

tekst: peter ooms

Hod Lipson, professor Engineering & Data Science aan de Columbia-universiteit in New York, gaf een opgemerkte presentatie op de conferentie ‘The cfo of the future’. Die werd georganiseerd door het Centre for Financial Leadership & Digital Transformation van Vlerick.

Hod Lipson is vast overtuigd van de kracht van AI omdat het fenomeen zich razendsnel blijft ontwikkelen. Dat kan hij ook aantonen. Een eerste bewijs is de evolutie van de investeringen in bedrijven die de technologie ontwikkelen. Hod Lipson toonde daarover een grafiek van de bank Goldman Sachs. In 2010 bedroegen de investeringen in AI minder dan twintig miljoen dollar. De inschatting van de bank is dat dit cijfer in 2025 evolueert naar zo’n tweehonderd miljard dollar. Volgens de professor is dat nog een onderschatting.

STEEDS MEER DATA

De reden waarom het enthousiasme voor AI zo groot is, schuilt in de technologie zelf. Ten eerste blijft de wet van Moore gelden. Die zegt dat de rekenkracht van processoren elk anderhalf jaar verdubbelt. Dat zorgt op zich al voor een exponentiële curve. Daarnaast wijst hij erop dat steeds meer data ter beschikking komen. Die zijn nodig om de modellen te trainen. De toegenomen beschikbaarheid heeft te maken met steeds meer sensoren die in onze maatschappij actief zijn en die voortdurend data capteren en ter beschikking stellen. De opslag van die data verloopt nog sneller dan die voor de rekenkracht. Het gaat om een verdubbeling elk jaar.

ALGORITMES

LEREN VAN ELKAAR

De echte doorbraak zit in de evolutie van de AI-modellen zelf. Hier gebeurt de verdubbeling nog sneller, namelijk

om de acht maanden. “De belangrijkste ontwikkeling is dat de modellen en algoritmes elkaar nu vragen stellen en van elkaar leren. Zelfrijdende auto’s bijvoorbeeld kunnen leren van elk voorval in elke andere wagen. Op die manier is het mogelijk elkaars ervaringen veel sneller door te geven dan mensen. Ook de productie van artificiële beelden gaat nu veel sneller omdat één model de beelden genereert en een ander moet beoordelen of ze levensecht zijn. Die samenwerking is heel efficiënt om portretten van niet-bestaande personen toch heel realistisch te maken”, zei Hod Lipson. Het zijn ook voorbeelden van de creatieve kracht van AI, dat heel snel met alternatieve ideeën kan komen. Hod Lipson voorspelt ook dat de robots en de AI-technologie in de toekomst zelfbewustzijn krijgen en over zichzelf kunnen nadenken. Dat zal de evolutie opnieuw versnellen.

AI EN INVESTERINGEN

In een gesprekje met de professor achteraf ging het nog over de ambitie van zijn studenten. Zijn die ingenieurs en datawetenschappers wel geïnteresseerd in finance? “Zeker. De meeste van hen willen na hun studie meteen naar Wall Street. Ik benijd hen, want daar zullen ze veel geld verdienen. De financiële sector kijkt naar AI om de volgende stap te zetten in de beslissingen over investeringen”, aldus nog Hod Lipson.

EINDDOEL: FRAUDE EN VERVALSINGEN

TEGENGAAN

Misschien nog belangrijker is dat volgens hem AI veel beter in staat is om fraude en vervalsingen te detecteren. Daar willen zijn studenten hun steentje toe bijdragen. Zelf vindt hij dat het ultieme einddoel, of utopia. Die financiële fraude en corruptie zijn volgens hem de oorzaak van de meeste van de hedendaagse problemen. Het zou geweldig zijn als AI die kon oplossen. ¶

‘Het zou geweldig zijn als AI financiële fraude en corruptie kon oplossen’

Hod Lipson

— FUNCTIE

Professor Engineering & Data Science aan de Columbia-universiteit in New York

stronger teams

Xavier is een inspirerende locatie voor je teambuilding. Hier heeft elke hoek zijn eigen unieke uitstraling. De perfecte plek om je team nog beter te leren kennen.

Onze ruimtes zijn voor een halve of hele dag af te huren. Om je wow-experience compleet te maken, sluit je de dag af met een sunset barbecue aan onze vijver.

Meer weten? Laten we kennismaken.

T 09 274 45 66

E emilie.blanckaert@xavier-events.be

Voorbeeldrol leider brengt verantwoordelijkheid mee

Alexandra Lammens, cfo van ManpowerGroup, beschikt over een uitgebreide set aan facts and figures om te beslissen. Ook haar buikgevoel zet ze in. Dat valideert ze met cijfers.

Alexandra Lammens leidt een departement van een 25-tal medewerkers in verschillende afdelingen, zoals accounting, kredietenincasso, payroll, aankoop en zelfs fleetmanagement. Dat doet ze samen met een groep middenmanagers. Het departement gaat door een verandering, wat een uitdaging is. “We werken verder met de langetermijnhorizon in het vooruitzicht.” Ze durft duidelijk en eerlijk te communiceren. “Ik heb geen pokergezicht en ben zo transparant mogelijk voor het team.”

SUCCESSIEPIJPLIJN

Alexandra Lammens streeft ernaar om het beste uit haar medewerkers te halen. Dat houdt ook in dat ze bouwt aan een successiepijplijn van toekomstige leiders. “Je moet altijd een plan B klaar hebben.” Bij ManpowerGroup is het de ambitie dat minstens de helft van de personen in de successiepijplijn een vrouw is. Op dit moment is een derde van het directiecomité een vrouw. Alexandra Lammens krijgt veel erkenning van vrouwelijke collega’s in de onderneming. “Ik bekleed voor hen een voorbeeldrol. Dat brengt een verantwoordelijkheid mee die ik graag opneem.”

EMPATHISCH EN VERBINDEND

Maatschappelijk en economisch leven we in een uitdagende tijd. Welk leiderschap heb je nodig in zo’n context? “Crisissen zijn even moeilijk te leiden voor mannen als voor vrouwen. Een empathische en verbindende benadering staan zeker niet in de weg

‘Minstens de helft van de personen in de successiepijplijn is een vrouw’

Alexandra Lammens

om doortastende beslissingen te nemen wanneer je manoeuvreert met een langetermijnperspectief. Je moet ook rekening houden met hoe je een boodschap communiceert.”

TANDEM MET DE CEO

Alexandra Lammens steunt op een combinatie van facts and figures en een gezond buikgevoel om te beslissen. “Facts and figures vertellen ook een verhaal. En een buikgevoel kun je valideren met financiële cijfers. Data ter beschikking hebben, maakt dat je financiële simulaties kan genereren.” ManpowerGroup is een globale beursgenoteerde onderneming. Dat brengt ieder kwartaal druk met zich mee, met bijbehorende beslissingsmomenten over optimalisaties, besparingen en investeringen. “Het helpt dat ik een goede tandem vorm met de ceo. We coveren en vertrouwen elkaar.”

Een teamleader voor accounts payable, accounts receivable of general ledger verdient een brutomaandsalaris van 3.800 à 5.700 euro. Dat wordt aangevuld met tal van extralegale voordelen.

Bron: Walters People

QUOTE

Duco Sickinghe, investeerder en managing partner bij Fortino Capital

Leiderschap cruciaal bij investeringsbeslissing

“Onafhankelijk van de producten van de bedrijven waarin je investeert, zijn het team, de mensen en het leiderschap het allerbelangrijkste. Als die goed zitten, raak je ver.”

CFOCONFERENZ 2024

KANTELMOMENTEN VOOR FINANCE

Dezelfde doelen voor hr en finance

tekst: christophe lo guidice / foto: aurore delsoir

Maud Larochette is bij N-Side verantwoordelijk voor financiën, hr, communicatie en juridische zaken. Een onmogelijke combinatie? Ze vertelt waarom hr en finance elkaar nodig hebben en elkaar beter maken. Ze zet een stap verder dan de klassieke thema’s zoals loon- en vlootbeheer, die hr en finance al gemeenschappelijk hebben. “Spreek de taal van de data om directie en raad van bestuur te overtuigen.”

Kiezen tussen de rol van chro en die van cfo? Dat is een no-brainer voor Maud Larochette. Ze beschouwt zichzelf als een generalist en adoreert de beide vakdomeinen. Ze heeft een professionele achtergrond in financieel beheer als businesscontroller en auditor. Zodra ze bij FedEx Express peoplemanagement toevoegde aan haar functie, wakkerde de vlam voor hr aan. Bij een scale-up als N-Side was het evident dat ze de twee metiers zou combineren. Ondanks de groei van het bedrijf blijft ze twee petten dragen. Dat lukt alleen dankzij sterk gealigneerde hr- en financeteams.

MENSELIJK EN FINANCIEEL PERSPECTIEF

Bij N-Side bracht ze eerst de administratieve afdeling, waaronder de boekhouding en payroll, op een impactvol strategischer niveau. Daarna groepeerde ze hr, finance, legal en communicatie in één nieuwe corporate services-afdeling. “Sindsdien voel ik me honderd procent cfo en chro”, vertelt ze. “De teams delen dezelfde collectieve objectieven, namelijk duurzame groei realiseren.” Dat vraagt een organisatie die steunt op een fundament van people & culture -processen, zoals aantrekken, behouden

N-SIDE

::

N-Side, een technologiebedrijf uit Louvain-La-

Neuve met kantoren in de Verenigde Staten en Japan, helpt organisaties in de farmaceutische industrie en energiesector om het gebruik van hun belangrijkste middelen te optimaliseren. Dat gebeurt door een combinatie van sterke industriële expertise en geavanceerde softwaretechnologie. Het bedrijf telt 250 medewerkers en boekte in 2023 een omzet van ruim 23 miljoen euro.

en ontwikkelen van talent. Een volgende laag betreft een geoptimaliseerd beheer van budgetten en middelen. Tot slot bakent een juridisch aansprakelijkheidskader de actieradius af.

“Wanneer de onderste laag, de medewerkers, onvoldoende robuust zou zijn, hebben we een probleem. We moeten zorg voor hen dragen zodat zij op hun beurt zorgen voor innovatie en groei van onze zakelijke activiteiten.” Menselijke zorg en zakelijke groei gaan met andere woorden hand in hand. Dat typeert de bedrijfscultuur bij N-Side. “Je kunt onze visie lezen door een persoonlijk en financieel perspectief.”

DATA ALS VOEDING VOOR HR EN FINANCE

Vertrouwen, attractiviteit en duurzaamheid vormen de drie kapstokken om tot budgettaire doelstellingen te ko -

WAAROM FINANCE UITMUNTENDE HRPROCESSEN NODIG HEEFT: FINANCE WIL WAARDE CREËREN.

::

→ Om productief te zijn, heb je de juiste mensen nodig, op de juiste plaats en het juiste moment.

→ Het is belangrijk dat hr fungeert als een impactvolle businesspartner, bijvoorbeeld bij ontslagdossiers.

→ De kost van een slechte rekrutering of zwak presterende medewerker is hoog, net zoals de extra kosten verbonden aan een ontoereikend onboardingproces.

→ Hr levert de data die businesscases voeden, zoals absenteïsmecijfers, leeftijdspiramide, anciënniteit en net promotor scores

→ Effectieve leer- en ontwikkelingsprocessen dragen bij tot innovatie.

→ Hr-systemen en -analytics zijn gekoppeld aan de financiële bedrijfsvoering.

→ Competitieve salarispakketten hebben een aantoonbaar terugverdieneffect, bijvoorbeeld de investering in een cafetariaplan.

‘Finance is meer dan de aandeelhouders tevredenstellen met een dividend’

Cfo & chro N-Side

men. Maud Larochette pareert de kritiek van de beperkte meet- en tastbaarheid van die kapstokken. “Vertrouwen handelt ook over de perceptie van investeerders in ons bedrijf. Absenteïsme en engagementsmetingen leveren data op inzake duurzaamheid. ESG-data en -doelstellingen zijn van toepassing op zowel het hr- als financemetier.”

WAAROM HR UITMUNTENDE FINANCEPROCESSEN NODIG HEEFT: HR WIL WAARDE CREËREN.

::

→ Finance levert de data voor een adequate resourcesplanning en personeelsbudgettering.

→ Finance zorgt voor de cashflow om de maandelijkse salarissen te betalen.

→ Het is belangrijk dat processen compliant zijn, zodat de structuren om talent te rekruteren voldoen, bijvoorbeeld voor contracten, fiscale rulings en onkosten.

→ Een efficiënt mobiliteits- en vlootbeheer is onontbeerlijk.

→ Hr maakt gebruik van de expertise in fiscaliteit, aankoop, audit en treasury.

Data vormen een rode draad doorheen het discours van Maud Larochette. Ze zijn de ‘taal’ waarin ze praat met de directie en de raad van bestuur. Het financeteam beheert en analyseert de data, ook die met een hr-karakter zoals de resultaten van het engagementsonderzoek en de employee net promotor score. “Finance gaat over meer dan de aandeelhouders tevredenstellen met een dividend. Finance levert ook de voeding voor de interne processen.” Het maakt dat de budgetronde bij N-Side bijzonder uitdagend is. Finance initieert en daagt zijn interne businesspartners uit om grondig te reflecteren over de eigen winstgevendheid, vertrekkende vanuit een objectieve, neutrale analyse. ¶

Maud Larochette

PETER DE GROOF

COLUMN

Stille waters, diepe gronden

PETER DE GROOF

IS HEAD OF FINANCE & OPERATIONS BIJ SONY DEPTHSENSING SOLUTIONS.

MEER COLUMNS OP WWW.FDMAGAZINE.BE

Er zijn verschillende manieren om mensen in vakjes onder te brengen. De meest voorkomende is de schaalverdeling tussen introvert en extravert. Velen onder u zitten vermoedelijk in de grijze middenmoot (41 procent). Een groot deel onder u is extravert (21 procent) of zelfs héél extravert (12 procent), samen goed voor 33 procent.

Vandaag wil ik het hebben over een minderheidsgroep: zij die introvert (15 procent) of zelfs héél introvert (5 procent) zijn.

VOOROORDELEN

Introvert betekent dat je energie haalt uit taken die je in je eentje uitvoert, of misschien met twee, maar alleszins niet met een grote massa.

Misschien kunnen we bij deze even een vooroordeel uit de weg ruimen: introvert betekent niet dat je asociaal of wereldvreemd bent. Het betekent simpelweg dat het méér energie kost om groepen, en zeker grote groepen, te entertainen.

Helaas voor de collega’s in het introversiehokje: het is vaak sociaal wenselijk om extravert uit de hoek te komen. Maar dat is een andere problematiek.

Of er wetenschappelijke cijfers over bestaan, heb ik niet kunnen achterhalen, maar in de wereld van de cfo en de financieel directeur, in de financecommunity, kortom, denk ik dat we misschien aan meer dan twintig procent introversie komen. Heel veel activiteiten in de financewereld (analyse, rapportering, enzovoort) lijken immers op het lijf geschreven van de meer introverte collega.

STILLE KRACHT

Soms lijkt het alsof introversie een handicap is, iets wat je moet overwinnen. Karolien Koolhof, die zich in dit onderwerp heeft vastgebeten, legt het als volgt uit:

“Introvert zijn wordt vaak verkeerd begrepen. Mensen hebben soms de neiging te denken dat het een minpunt is, iets waar je overheen moet groeien, of zelfs een handicap. Maar laten we dit eens op een andere manier bekijken. Introversie is namelijk een hele krachtige eigenschap.”

Hoe benut je dan de kracht van introverte collega’s in je organisatie? Karolien Koolhof schuift drie zaken naar voor waarin introverte collega’s vaak heel sterk zijn:

1. Luisteren: “Introverte medewerkers zijn bedreven in het observeren van subtiele signalen en het begrijpen van de emoties van anderen. Dit maakt hen tot empathische en ondersteunende collega's. Zij zijn vaak degenen die rust brengen, diepgang bieden en een vertrouwde haven zijn voor de anderen in tijden van nood.”

2. Focus: “Introverte collega’s hebben een natuurlijke neiging tot concentratie en focus. In een wereld van constante afleiding zijn zij degenen die zich graag verdiepen in meer ingewikkelde taken en projecten.”

3. Diepgang in relaties: “Introverten zijn vaak degenen die diepgaande relaties aangaan met de mensen om hen heen. Ze nemen de tijd om echt te luisteren. Deze diepgaande relaties zijn niet alleen waardevol op persoonlijk vlak, maar helpen ook in de samenwerking en het groepsgevoel binnen teams.”

Qua kracht en introvert power kan dat tellen.

HIDDEN GEMS IN FINANCETEAMS?

Die stille, wat zwijgzame meneer in z’n apart kantoor of die rustige mevrouw, waar je eigenlijk nooit heel veel van hoort? Misschien loont het bij de volgende vergadering de moeite om hen actiever te bevragen en nadrukkelijker uit hun tent te lokken? Of misschien bevraag je hen beter face to face, nadat ze de tijd hebben gekregen om na te denken over je vraagstelling?

Het is wellicht makkelijk gezegd en net iets moeilijker gedaan, maar voor de cfo kan dit een wereld van verschil maken, in zijn team. Misschien zitten er heel wat hidden gems in onze financeteams?

Ik wens u een aangename zomervakantie, met veel focus en diepgang. ¶

Peter De Groof deelt op p. 16 in de rubriek ‘Inside’ ook zijn visie op leven en werken.

‘Introvert is niet asociaal, het betekent dat je energie haalt uit taken die je in je eentje uitvoert’

ID

Linda Vanhaecht — FUNCTIE

Gepensioneerd boekhouder

Gepensioneerde boekhouders als uitzendkracht

Walters People schakelt een vijftiental gepensioneerde boekhouders in als uitzendkrachten in Vlaanderen. Die vallen blijkbaar in de smaak, want bedrijven hernieuwen de contracten.

Linda Vanhaecht is 72 en wil graag blijven werken als boekhouder. Ze houdt er nu mee op om haar man te helpen, maar na haar pensionering heeft ze een aantal langlopende opdrachten uitgevoerd, voor verschillende bedrijven.

“Mijn werk is mijn hobby”, vertelt ze. “Ik doe het graag. Het houdt mijn verstand levendig en ik heb altijd genoten van het sociaal contact met de collega’s. Ik was steeds actief in standaardboekhouding: facturen en bankverrichtingen boeken en de algemene boekhouding voeren. Ik verzorgde daarnaast eenvoudige btw-aangiften, op verschillende boekhoudsystemen. Die computerprogramma’s verschillen wel licht van elkaar, maar het werk komt altijd op hetzelfde neer. Verschillende firma’s zetten hetzelfde pakket soms heel anders in. Gewoonlijk krijg ik een halve dag opleiding en na de middag ga ik zelfstandig aan de slag.”

METEEN INZETBAAR EN FLEXIBEL

Hun jarenlange ervaring helpt oudere uitzendkrachten zoals Linda bij hun opdracht. Ze zijn vaak meteen inzetbaar en stellen zich flexibel op in functie van de noden van het bedrijf. Dat werkt ook in de andere richting. De gepensioneerden bij Walters People werken vaak volgens specifieke regimes. “Iemand wil in de zomer op de kleinkinderen kunnen passen. Een ander verblijft in de winter in Spanje. Linda werkte aan het eind alleen nog vier vijfde”, zegt Jens Spittael-Speeckaert, associate director bij Walters People.

Andere afdelingen van de groep Robert Walters richten zich dan weer op de hogere managementprofielen. De klanten zijn bedrijven die tijdelijke ondersteuning nodig hebben bij langdurige afwezigheden door ziekte, zwangerschap … van werknemers. Boekhouders zijn voor zo’n vervangingen veel gevraagd. De functie staat al jaren in de lijst met knelpuntberoepen. De situatie is zo erg dat de grote accountantskantoren samen met Bockie De Repper een campagne voeren om het beroep beter bekend te maken bij jongeren.

UITSTROOM VERTRAGEN

“De reden van de krapte op de arbeidsmarkt is dat de instroom kleiner is dan de uitstroom uit het beroep. Er zijn meer boekhouders die naar hun pensioendatum gaan dan jongeren die de studierichting kiezen. Ook in de toekomst zal er dus een tekort blijven. Dat een aantal gepensioneerde boekhouders toch weer in het beroep stapt, kan helpen om die uitstroom wat te vertragen”, zegt Jens Spittael-Speeckaert.

Hij benadrukt dat het af en toe nodig is om de specifieke kwaliteiten van de oudere boekhouders uit te leggen aan de klanten. “Ze zijn loyaal, betrouwbaar en maken een bewuste keuze om te blijven werken”, besluit Jens Spittael-Speeckaert. ¶

Jens SpittaelSpeeckaert

Associate director

Walters People

BEROEP BETER BEKENDMAKEN BIJ JONGEREN

Zijn kantoor is gespecialiseerd in administratieve uitzendkrachten voor finance, accounting, sales, marketing, enzovoort. Daarmee mikt het op de junior- en middenmanagementprofielen die het plaatst via uitzendcontracten.

‘Oudere boekhouders zijn loyaal, betrouwbaar en flexibel inzetbaar’

Jens Spittael-Speeckaert

tekst: peter ooms

Incasso: fusie van ABR-BVI en Socrem

tekst: peter ooms

Socrem en de Belgische Vereniging van Incasso-ondernemingen gaan samen. Ze hebben duidelijke voorstellen om de minnelijke invordering van schulden te promoten. Na de fusie gaan de twee organisaties samen verder onder de naam ABR-BVI.

Socrem is de naam van de vzw die in 2018 ontstond met als doel sociaal verantwoord kredietmanagement mogelijk te maken. Die naam wordt niet meer gebruikt. Philippe Bottequin is de nieuwe directeur van ABR-BVI. Hij gaat meteen van start met de promotie van de doelstellingen van de incassobureaus die lid zijn. Onder de slogan amicable first geeft de vernieuwde organisatie een positief antwoord op de plannen van de Belgische overheid rond aanpak van de schuldindustrie. Het initiatief promoot minnelijke invordering als sociaal verantwoord alternatief voor gerechtelijke invordering.

FUSIEBEDRIJF MIKT OP AANPASSING WET

“Onze doelstelling is om de schuldenlast van consumenten te verminderen. We willen vermijden dat zij het slachtoffer worden van de oplopende kosten die gepaard gaan met de gerechtelijke invordering zoals deurwaarders die uitvoeren. We mikken daarom op een aanpassing van de bestaande wetten en regels over die invorderingen. Concreet stellen we voor dat de wet voorschrijft dat consumenten die hun facturen niet betalen tijdens een eerste periode van bijvoorbeeld 180 dagen nadat de schuldeiser het dossier voor inning doorgaf, de kans krijgen om hun schulden te vereffenen via een minnelijke schikking. In de praktijk gaat het meestal om een afbetalingsplan. Pas daarna mag de gerechtelijke invordering starten”, zegt Philippe Bottequin.

VERDIENMODEL VAN DEURWAARDER

Voor hem is het duidelijk dat de gerechtelijke weg in veel gevallen leidt naar kostenverhogingen voor de consument. “Het is de schuldenaar die de kosten voor de deurwaarder betaalt, niet de schuldeiser die de opdracht geeft voor de invordering, zoals bij minnelijke invordering. Het verdienmodel van de deurwaarder is er net op gericht om op die manier alle kosten aan te rekenen aan de consument die zijn factuur niet heeft betaald. De kosten van de gerechtelijke invordering komen bovenop de bestaande schuld en moeten eerst afbetaald worden. De eerste afbetalingen verminderen dus de uitstaande schuld van de consument niet. Dat is de reden waarom die schulden blijven oplopen. Zo ontstaat de term schuldindustrie. Het zou ook goed zijn als de overheid zelf het voorbeeld gaf en niet zo snel zou starten met gerechtelijk invorderen”, vervolgt Philippe Bottequin.

ZELFDE RECHTEN EN PLICHTEN

Hij wijst erop dat de deurwaarders zich intussen ook profileren op het vlak van minnelijke invordering. Door hun wettelijke status hebben zij een aantal voordelen ten opzichte van de andere organisaties in de sector. Ten eerste kunnen ze altijd druk uitoefenen op de consument. Dat doen ze door te dreigen met een gerechtelijke procedure en hierbij hun titel en logo te misbruiken in de minnelijke fase. Daarnaast hebben zij toegang tot onder meer het rijksregister om op die manier bijkomende informatie over de consument in te winnen. Incassokantoren hebben die toegang niet. “Wij pleiten er in het belang van de consument voor om alle spelers die minnelijke invorderingen uitvoeren dezelfde rechten en plichten te geven”, besluit Philippe Bottequin van het nieuwe fusiebedrijf ABR-BVI.

‘Onze doelstelling is om de schuldenlast van consumenten te verminderen’

FUNCTIE

Directeur ABR-BVI

Belgische scale-ups vinden moeilijker financiering

Voor het vijfde jaar op rij lanceerde

Deloitte de Belgische editie van zijn Scaleup Confidence Survey. Wat waren het afgelopen jaar de belangrijkste uitdagingen voor scale-ups in België en andere Europese landen?

Belangrijkste bevindingen:

• Door het economisch turbulente klimaat kampten Belgische scale-ups vaker met cashflow-, liquiditeits- en financieringsproblemen.

• Voor het eerst staat de toenemende regelgeving in de top tien van uitdagingen waarmee scale-ups geconfronteerd worden.

• Scale-ups doen steeds minder een beroep op overheidssubsidies door de administratieve last en de onzekerheid die ermee gepaard gaan.

• Scale-ups uit de gezondheids- en mobiliteitssector realiseerden in 2023 de grootste gemiddelde omzetgroei. De verwachting voor 2024 is dat de sectoren ‘electronics’ en ‘sustainability’ de sterkste groei neerzetten.

• Het vertrouwen bij scale-ups in hun groeitraject daalt licht tegenover vorig jaar, maar het algemeen vertrouwensniveau blijft hoog.

Bovenaan de lijst van uitdagingen voor scale-ups staan, net zoals vorig jaar, het verwerven van nieuwe klanten en het binnenhalen van klantencontracten. Liefst de helft van de ondervraagde bedrijven worstelt hiermee.

Nieuw dit jaar is dat cashflow-, liquiditeits- en financieringsproblemen met 39 procent op de tweede plaats staan. Dit is grotendeels te verklaren door het turbulente economische klimaat van het afgelopen jaar. Het heeft daarnaast ook te maken met striktere maatstaven die investeerders hanteren.

‘De echt innovatieve scale-ups vinden gemakkelijk toegang tot kapitaal’

Anaïs De Boulle

GEAVANCEERDE FINANCIËLE MAATSTAVEN

“We merken dat de toegang tot financiering wereldwijd een uitdaging is, zeker in het turbulente economische klimaat. In België is gelukkig nog steeds veel kapitaal beschikbaar, hoewel dit niet iedere scale-up bereikt. De verklaring is enerzijds dat sommige scaleups ervoor kiezen om te wachten met het ophalen van kapitaal tot er meer stabiliteit of verbetering is in hun waardering. Anderzijds wordt het investeringsecosysteem volwassener en hanteren investeerders meer geavanceerde financiële maatstaven bij hun beoordelingen. Winstgevendheid is een steeds belangrijkere factor. Omzetgroei is niet langer het enige criterium. De echt innovatieve scale-

14,7%

14,7 procent van de bedrijven geeft toe dat ze de mogelijkheden voor loonoptimalisatie niet onderzoeken.

(bron: Partena Professional)

Hackers houden altijd woord

“Het laatste wat je tijdens een onderhandeling met hackers mag doen, is ingaan op de vraag om losgeld te betalen. Natuurlijk moet je dat proberen te vermijden, maar in de praktijk is het netwerk van een bedrijf vaak zo zwaar geïnfecteerd dat betalen de enige manier blijkt om de bedrijfsvoering snel weer op gang te brengen.

Neem het van mij aan: er is een grote discrepantie tussen theorie en praktijk. Ik kan eerlijk stellen dat hackers altijd woord houden. Iedere keer hebben ze alle sleutels teruggegeven. Nooit heb ik meegemaakt dat ze data nadien toch hebben gelekt, of dat ze terugkomen om meer losgeld te eisen.”

Geert Baudewijns, cybersecurity-adviseur

Finance en hr boeken samen productiviteitswinst

tekst: josefien de bock

“Wij werken hard aan onze producten én aan het thuisgevoel”, klinkt het bij senior hr lead Brigitte Lacroix en Yannick Dewingaerden, financial manufacturing lead bij Owens Corning Tessenderlo. Bij de specialist in cellulaire glasisolatie (Foamglas) werken zij veel én graag samen. “Finance en hr koesteren beide het menselijk kapitaal.”

Brigitte Lacroix, senior hr lead, rekruteerde in de zomer van 2023 Yannick Dewingaerden. Hij is de opvolger van de toenmalige financieel directeur van Owens Corning Tessenderlo. De twee collega’s onderhouden sindsdien een sterk samenwerkingsverband.

Op welke manier werken jullie samen? Human resources en finance zijn erg verschillende afdelingen.

Brigitte Lacroix: “We zien elkaar dagelijks omdat we deel uitmaken van het leidinggevend team van de productiesite. Met dat team komen we elke dag samen om de gang van zaken te bespreken.”

Yannick Dewingaerden: “We participeren in het strategisch overleg. Daar komen ESG-topics op tafel, net zoals de vraag hoe we het bedrijf financieel gezond houden en tegelijk goed voor onze medewerkers zorgen.”

Brigitte Lacroix: “Op het vlak van duurzaamheid is energie prioritair. We doen veel inspanningen om onze productieprocessen milieuvriendelijker te maken. We zetten ook sterk in op het sociale luik. Het uitbouwen van een gelukkig en gezond team is een van de globale doelstellingen van Owens Corning.”

Duurzaam ondernemen kost geld. Hoe gaan jullie daarmee om, elk vanuit jullie rol?

de nodige financiële middelen te krijgen, leggen we onder bouwde budgetcalculaties voor. Dat vergt inspanningen, maar het voordeel van werken met Amerikaanse collega’s is dat ze ven, zolang de berekeningen correct zijn.”

trouwbare vestiging. Het budget dat we toebedeeld krij gen, zetten we in om concrete resultaten te bereiken. We hebben onze cijfers op orde.”

Die cijfers moéten kloppen, want Owens Corning is beursgenoteerd. Welke impact heeft dit op jullie jobs?

uiteraard volledig kloppen en we zijn verplicht om regelma tig transparant te communiceren naar de aandeelhouders.”

nanciële focus. Ook al besteed ik veel aandacht aan de men selijke factor, de cijfers hebben prioriteit. Dat weerspiegelt zich in de evaluaties van onze medewerkers. Die zijn erg prestatiegericht. Ik waak erover dat dit op een menselijke manier gebeurt.”

Hr en finance werken intensief samen. Is dat bij andere afdelingen ook zo?

zijn ingenieurs, waardoor ze technisch denken en spreken. Yannick en ik zorgen voor tegengewicht, hij vanuit financië le en ik vanuit hr-hoek. Wij durven zaken in vraag te stellen om tot betere oplossingen te komen.”

OWENS CORNING TESSENDERLO IN CIJFERS

:: Omzet (2022): 116,5 miljoen euro

• Balanstotaal (2022): 137,1 miljoen euro

• Ebitda (2022): 9,1 miljoen euro, volgens CBN-methode

Strenge wetten over betalingstermijnen op komst

tekst: peter ooms / foto: damon de backer / beeld: tom vanlaere

Er liggen voorstellen op tafel om de betalingsvoorwaarden tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en de overheid in heel Europa te verstrengen. Fecma, de associatie van Europese kredietmanagementverenigingen, organiseerde er een webinar over.

Als de Europese ministerraad deze wetgeving goedkeurt, is dat niet minder dan een ommekeer in de gebruikelijke afhandeling van betalingen. Dit zijn de belangrijkste punten in het voorstel voor een Europese regulering:

· De betalingstermijn mag niet langer zijn dan 30 dagen na ontvangst van de factuur. Contractueel is een verlenging tot 60 dagen mogelijk. Voor slowmovinggoederen en seizoensproducten (bijvoorbeeld voor kerstmis) kunnen bedrijven onderling 120 dagen overeenkomen.

· Bedrijven worden verplicht om intrest aan te rekenen van zodra een groot bedrijf of een overheid de factuur één dag te laat betaalt. Het is verboden om die intrest en de kosten niet aan te rekenen.

· De intrest wordt berekend op basis van de reference rate van de Europese Centrale Bank, plus 8 procent. Op dit ogenblik gaat het om een totaal van 12,5 procent.

· Daarnaast is het mogelijk een kost aan te rekenen van 50 tot 150 euro per transactie. Bij grote bedrijven en overheden moet deze kost aangerekend worden.

· De lidstaten moeten een onafhankelijke autoriteit installeren die het opvolgen van de regels afdwingt.

INSPIRATIE VANUIT FRANKRIJK

De huidige voorzitter van Fecma (Federation of European Credit Management Associations) is de Belgische professor

Ludo Theunissen, ook voorzitter van het Belgische Instituut voor Kredietmanagement (IvKM). Hij wijst erop dat de nieuwe regels erg geïnspireerd zijn door het Franse initiatief om de betaaltermijnen te verkorten in het kader van de ‘Loi de Modernisation de l’Economie (LME)’ uit 2009. Nicolas Flouriou van de Franse kredietmanagementorganisatie AFDCC legde uit dat die wet leidde tot een significante daling van de gemiddelde DSO (days of sales outstanding): van 62 dagen in 2008 naar 48 in 2022. In een bijdrage in FDmagazine had ook Tom Vantyghem, kredietmanager van Sioen, al bevestigd dat Franse klanten intussen veel sneller betalen.

CONTROLEAUTORITEIT

Een essentieel facet van de Franse aanpak is het controlemechanisme voor de betalingstermijnen, dat onderdeel is van het ministerie van Economie. In het ontwerp voor de nieuwe Europese regulering is er sprake van een onafhankelijke autoriteit die proportionele maatregelen kan nemen om tijdige betalingen af te dwingen. Die autoriteit moet ook samenwerken met de organisaties in de andere landen en in elk geval de macht hebben om zelf onderzoeken en onaangekondigde huiszoekingen te doen. Ze kan bedrijven verplichten om de nodige informatie te verschaffen. Essentieel is ook de controle op de betalingen van de laattijdigheidsintresten.

Nicolas Flouriou denkt dat de controleautoriteit haar effectiviteit vooral te danken heeft aan de communicatie over individuele gevallen. “In Frankrijk is er een website waar die autoriteit publiceert welke bedrijven te laat hebben betaald, met vermelding van het bedrag van de boete.

‘Nog steeds de helft van de facturen wordt te laat betaald, wat zeker de kmo's in gevaar brengt’

Die naming-and-shamingaanpak is heel effectief. Ik stel vast dat in Frankrijk intussen iedereen achter die wetgeving rond snelle betaling staat en ze haast vanzelf toepast.”

Verschillende deelnemers hadden vragen bij de concrete organisatie van die controleautoriteit. Robert Dyrcz van de Poolse kredietmanagementorganisatie PICM wees op het belang van data in deze kwestie. Hij ziet dat in heel Europa de elektronische factuur wordt ingevoerd. Dat maakt dat de overheid een veel beter zicht krijgt op de facturen tussen bedrijven. “Daarmee weet ze echter nog niet wanneer die facturen betaald worden. Daarvoor zou de overheid ook inzage moeten krijgen in de bankrekeningen.”

COMMERCIËLE RELATIES IN GEVAAR?

De Europese Commissie nam het initiatief voor het reguleringsvoorstel. Het gaat om een Europese wet die onmiddellijk van toepassing is, zonder dat de lidstaten ze moeten goedkeuren of overnemen. Ze kunnen de wet ook niet wijzigen. De nieuw voorgestelde regulering is opvallend omdat er eerder al een directieve bestond met strenge regels rond betalingstermijnen. Bij een directieve kunnen de landen wel in afwijkingen voorzien.

WAT MET BESTAANDE COMMERCIËLE CONTRACTEN?

::

Advocaat Reuben Balzan gaf een voorbeschouwing van de mogelijke effecten bij invoering van de nieuwe regulering. De regulering moet ertoe leiden dat de cashflowpositie voor de leveranciers snel verbetert. Dat betekent wellicht ook dat de klanten het dan moeilijker krijgen. Zeker grote bedrijven gebruiken het leverancierskrediet als een vorm van financiering. Wanneer dat nu beperkt wordt, zullen die organisaties een andere vorm van financiering moeten vinden. Het is dus goed mogelijk dat die bedrijven zelf in moeilijkheden komen, zeker als ze van tevoren al financiële problemen hadden.

Josef Busuttil van de Maltese kredietmanagementorganisatie maakt zich vooral zorgen over de bestaande commerciële contracten. Soms hebben klanten en leveranciers al jarenlange samenwerkings verbanden. Daarin zijn de betalingstermijnen zorgvuldig afgewogen in het belang van beide partijen. Wat moet daar dan mee gebeuren? Voor Reuben Balzan is het duidelijk. Als ze niet voldoen aan de voorwaarden van de nieuwe regulering zijn die afspraken ongeldig. De partijen zullen dus nieuwe contracten moeten opstellen die aan de nieuwe wetgeving voldoen.

Ludo Theunissen

Voorzitter Fecma

De bevoegde commissaris Roza Thun stelt vast dat er sinds de invoering van die eerdere directieve geen merkbare verandering in betalingsgewoonten is opgetreden. In de praktijk betalen bedrijven en overheden elkaar nu nog

slechter. Dat betekent dat nog steeds de helft van de facturen te laat betaald wordt en dat daardoor zeker de kmo's in gevaar komen om failliet te gaan. Zij denkt dat een belangrijke reden voor het gebrek aan effectiviteit schuilt in de angst van kleine bedrijven om hun commerciële relaties met grote klanten in gevaar te brengen door te streng te zijn op het vlak van late betalingen. Experten gaan ervan uit dat je dit alleen kan oplossen door die betalingsvoorwaarden en -termijnen te verplichten in de wet. ¶

POM wint de IvKM Credit Management Innovation Award

tekst: peter ooms

POM wint de IvKM-award met de nieuwe feature ‘facturen’ in de Payconiq by Bancontact-app. De prijs werd uitgereikt op de voorbije Credit Expo en is een initiatief van het Instituut voor Kredietmanagement.

“POM heeft een nieuwe dienst toegevoegd aan de Payconiq by bancontact-app. Met deze nieuwe toepassing biedt POM aan gebruikers van Payconiq de mogelijkheid om facturen te ontvangen en te betalen in een veilige omgeving. De toepassing richt zich op consumenten die hun facturen snel en veilig willen opvolgen en betalen. Intussen hebben al 631 organisaties deze nieuwe betaalmogelijkheid beschikbaar gesteld aan hun klanten. Veiligheid is een heel belangrijk aspect bij alles wat met betalingen te maken heeft”, schrijft juryvoorzitter professor Ludo Theunissen.

De IvKM Credit Management Innovation Award is bedoeld voor personen en organisaties die met succes een innovatieproject hebben afgerond dat heeft geleid tot een aantoonbare positieve doorbraak in de manier waarop kredietmanagement plaatsvindt in België. De onafhankelijke jury, bestaande uit het bestuur van het Instituut voor Kredietmanagement (IvKM) onder voorzitterschap van prof. Ludo Theunissen, had drie projecten genomineerd.

QUADIENT

Quadient werkte aan voorspellende AR-analytics (accounts receivable), gebaseerd op AI en machinelearning. Doel is nauwkeurig te voorspellen wanneer betalingen zullen gebeuren, op basis van de betaalgeschiedenis van elke klant op factuurniveau. Daar hoort ook een voorspelling bij van de cashflow die op een bepaalde datum beschikbaar zal zijn in het bedrijf.

POM

POM en Bancontact Payconiq Company sloegen de handen in elkaar om een nieuwe dienst toe te voegen aan de Payconiq by Bancontact-app. Doel is om ieders persoonlijke administratie te vereenvoudigen. Payconiq-gebruikers kunnen sinds kort rechtstreeks in de beveiligde omgeving van de app facturen ontvangen en betalen. POM is de back-endtechnologiepartner van dit innovatieproject.

AIVIDENS

De innovatie van AiVidens bestaat in de mogelijkheid om het betalingsgedrag van klanten te analyseren en te voorspellen wanneer klanten hun facturen zullen betalen. Sinds vorig jaar heeft het bedrijf een nieuwe use case die de kloof tussen incasso en cashmanagement overbrugt. ¶

Tom Totté van POM nam op Credit Expo de award in ontvangst.

‘Payconiqgebruikers kunnen in de beveiligde omgeving van de app facturen ontvangen en betalen’

Openheid in de Belgische CSRD-auditmarkt volgens TIC Council Europe

TIC-bedrijven, actief in testing, inspectie en certificatie, voeren al CSRD-audits uit op duurzaamheidsverslagen in verschillende Europese landen, waaronder Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Dit proces wordt nog niet toegepast in België, een situatie die TIC Council Europe onder de aandacht brengt.

Martin Michelot, executive director Europe Region bij TIC Council, benadrukt dat hun leden zich niet richten op de audit van financiële verslagen. Zij controleren wel de duurzaamheidsinformatie. In de praktijk gebeurt de financiële audit door de revisor en voeren gespecialiseerde inspecteurs de duurzaamheidsinspectie uit. Vervolgens worden beide rapporten geïntegreerd in het jaarrapport.

Marc Boissonnet, ESG-director bij TIC Council: "De TIC-sector gebruikt een pragmatische methode door ervaren auditors in te zetten die gespecialiseerd zijn in milieugerelateerde vraagstukken. Dit biedt een waardevol alternatief voor het bestaande oligopolie van grote auditkantoren."

GEEN EXTRA KOSTEN

In Europa is de auditmarkt maar beperkt geopend voor dergelijke praktijken. Frankrijk is een voorloper met de vroege toelating van TICbedrijven tot de NFRD- en CSRDrapportcontroles, een praktijk die nu ook Spanje, Hongarije en Roemenië toepassen. Boissonnet benadrukt dat zo’n openstelling van de markt kan zonder extra kosten en met behoud van veiligheid, mits goedkeuring en toezicht door centrale accreditatie-instellingen zoals Belac in België.

‘De TICsector zet ervaren auditors in, die gespecia–liseerd zijn in milieugerelateerde vraagstukken’

Marc Boissonnet foto: © Tic Council

Ondanks de opening van de markt in enkele landen, blijven grote beursgenoteerde ondernemingen vaak bij hun traditionele revisoren voor CSRD-rapportages. TICbedrijven richten zich daarom meer op middelgrote en kleine bedrijven, waar ze hun langdurige ervaring met testen en certificatie kunnen inzetten.

MEER CAPACITEIT EN DIVERSITEIT

De invoering van CSRD vergroot het aantal benodigde controles en vereist een grotere reikwijdte van de rapportage. Dit vraagt om een aanzienlijk hoger aantal gekwalificeerde duurzaamheidsauditors. Volgens Boissonnet zal de toetreding van TIC-bedrijven tot de auditmarkt leiden tot een verhoogde capaciteit en diversiteit, wat de dominante positie van traditionele financiëleauditkantoren vermindert en de kwaliteit en kosten van audits verbetert.

1.769,95 €

Het gemiddelde bedrag van de uitgekeerde loonbonussen steeg in 2023 naar 1.769,95 euro bruto. Zo’n zes procent van de kmo-bedienden ontving vorig jaar een collectieve loonbonus. Dat is het hoogste percentage van de laatste jaren.

Bron: Liantis

Graag een level playing field

“Met het IBR vragen we dat een level playing field wordt gegarandeerd zodat opdrachten van wettelijke assurance van duurzaamheidsinformatie aan dezelfde kwaliteitseisen beantwoorden, ongeacht wie ze uitvoert. Het is uitgesloten dat de bureaus uit de TIC-sector onder de huidige wetgeving aan deze kwaliteitseisen kunnen voldoen.”

Inge Vanbeveren, adjunct secretaris-generaal van het IBR (Instituut van de Bedrijfsrevisoren)

Niet alleen ontspanning, maar ook bijleren

tekst: melanie de vrieze / beeld: tom vanlaere

De zomer is in aantocht. Tijd om te deconnecteren. Welke boeken lezen of herlezen Jan Sonck en Quinten Swinnen straks in hun hangmat of aan het strand?

Quinten Swinnen studeerde vorig jaar af als handelsingenieur. Omdat hij interesse ontwikkelde voor het psychologische aspect van het bedrijfsleven, startte hij met de studie Psychologie. Naast het studeren, is hij ook zelfstandige. Met zijn eenmanszaak geeft hij financiële coaching aan bedrijven. Hij leest relatief veel, met ups en downs. “Tijdens de examenperiode heb ik veel minder tijd dan doorheen het jaar. Ik hou op mijn gsm alle boeken bij die ik heb gelezen. Vorig jaar waren het er zeventig, maar gemiddeld zijn het er dertig tot veertig.”

FERVENTE LEZER

De overgrote meerderheid van de boeken die hij leest, is non-fictie. Hij werd pas een fervente lezer aan de universiteit. “Ik lees vooral boeken die aansluiten bij de onderwerpen die me interesseren, zoals economie, financiën en psychologie. Vroeger had ik minder belangstelling voor fictieboeken, ik vond dat tijdsverspilling. Intussen heb ik mijn mening herzien. De boeken van Georges Orwell bijvoorbeeld vind ik interessant, zoals 1984 en Animal Farm. Over de laatste kun je discussiëren of het wel echt fictie is.”

BOEKEN HERLEZEN

The Laws of Human Nature, geschreven door Robert Greene, is zijn favoriete boek. Hij las het al twee keer en het was zeker niet zijn laatste keer. “Ik ben beginnen lezen als ontspanning, maar vind het ook belangrijk om die vrijetijdsbesteding nuttig door te brengen en bij te leren.

Iedere keer haal ik iets nieuws uit dit boek. Dat is voor mij hét criterium van een goed boek. The Laws of Human Nature gaat over hoe wij als mensen denken, voelen en handelen. Het houdt je echt een spiegel voor en je wordt je bewust van je sterktes en zwaktes.”

Zijn op één na favoriete boek is Thinking Fast and Slow van Daniel Kahneman. Hij raadt het iedereen aan. “Het geeft je inzicht en doet je kritisch nadenken over hoe je bepaalde zaken ziet en interpreteert. Je denkt dat iedereen irrationeel is, behalve jijzelf. Dit boek doet je beseffen dat je zelf ook vatbaar bent voor bias.”

BOEKENKAST VORM GEVEN

Mensen die vastzitten met het lezen, geeft hij het advies om een zwaar boek af te wisselen met iets luchtig. “Als je het ene boek beu bent, kun je overschakelen naar een andere vorm.” Wat hij niet doet, is twee boeken tegelijk lezen over een bepaald onderwerp. “Ik ben enorm geïnteresseerd in geschiedenis, maar ik zal geen twee boeken over de Tweede Wereldoorlog lezen. Wel wissel ik een financieel getint boek af met bijvoorbeeld een boek over geschiedenis. Die twee zaken staan los van elkaar.”

Quinten Swinnen leest altijd op papier. Hij heeft geen e-reader omdat hij zijn boekenkast vorm wil geven. “Boeken zijn duurder, maar ik zie ze eerder als investering dan als kost.” In zijn boekenkast staan minstens dertig boeken die hij nog wil lezen. Een daarvan is het tweede deel van De Franse Revolutie van Johan Op de Beeck. “Ik heb ook graag geluisterd naar zijn podcast over Leopold II. Het heeft me gemotiveerd om ook het boek nog te lezen. Een ander boek dat staat te wachten, is gebaseerd op een podcast die ik vroeger beluisterde, namelijk What you will learn. Twee Australiërs, Adam Ashton en Adam Jones,

‘The Laws of Human Nature gaat over hoe wij als mensen denken, voelen en handelen. Het houdt je echt een spiegel voor’ Quinten Swinnen

‘Being Digital is beangstigend correct geschreven, terwijl het al dertig jaar oud is’ Jan Sonck

wijdden elke week een aflevering aan een boek. Die podcast-afleveringen hebben ze nu gebundeld in The Sh*t they never taught you: What You Can Learn From Books. Het is een soort samenvatting van al die boeken. Dat vind ik superinteressant.”

RUSTGEVEND

Jan Sonck, quantum ecosystem manager, heeft tijdens het jaar geen tijd om te lezen. Hij doet dit alleen tijdens zijn vakantie. Negentig procent van wat hij leest, is non-fictie. De boeken gaan altijd over technologie, macrotrends en de job die hij op dat moment uitoefent. “Ik lees geen oeverloos aantal boeken over bijvoorbeeld AI, een of twee boeken volstaan. Non-fictie over macrotrends – of het nu gaat over economie, de evolutie van de maatschappij of technologie – geeft me op een of andere manier rust. Als je weet dat bepaalde zaken tendensen zijn over langere periodes, ga je niet panikeren als je naar het nieuws kijkt.”

Jan Sonck werkt aan de opstart van een community rond quantumtechnologie. Hij heeft dan ook enkele boeken over dat onderwerp achter de kiezen. “Een onderwerp dat mij nu enorm boeit, is de werking van communities en

ecosystemen. Hoe ga je daarmee aan de slag? Wat werkt en wat werkt niet? Wat zijn de best practices? Ik lees nu over social entrepreneurship: Building a Social Business van Muhammad Yunus. Ik kies altijd voor lectuur die gekoppeld is aan het momentum. Dat helpt mij enorm. Je hebt mensen die klassikaal leren, via podcasts of YouTube, maar ik kom het meeste te weten door boeken.”

TOEKOMSTVOORSPELLEND

Op zijn nachtkast ligt Morele ambitie van Rutger Bregman. “Niet slecht”, zegt hij. “Wat mij wel stoort, is dat veel auteurs tegenwoordig massa's verhaaltjes in hun boek vertellen, terwijl ik er aan tien of twintig genoeg heb.”

Onlangs las hij met veel plezier Being Digital van Nicholas Negroponte, stichter van MIT Media Lab in de Verenigde Staten. “Het boek dateert van 1995. Het is een toekomstvoorspelling over hoe de wereld van telecommunicatie, netwerken, computers, maar ook entertainment, nieuws, consumptie en het dagelijks leven er zal uitzien. Het is beangstigend correct geschreven, terwijl het al dertig jaar oud is. Had ik dit boek toen gelezen, dan had mijn carrière er misschien helemaal anders uitgezien.” ¶

Laurent Marcelis

GROUP CFO

ENHESA ::

Sinds 15 april is Laurent Marcelis aan de slag als group cfo bij Enhesa, na een periode van meer dan zeven jaar als cfo bij Unifiedpost.

Enhesa is een vrij onbekend Belgisch bedrijf dat toch wereldwijd actief is. Het verzamelt alle mogelijke informatie over wetgevingen en regels met betrekking tot environment, health & safety (vandaar de naam) in meer dan tweehonderd landen. Het heeft honderden juristen in dienst die de wetsaanpassingen opvolgen en verzamelen. Op die manier beschikken internationale bedrijven altijd over de meest actuele informatie die van belang is voor hun producten en processen. Enhesa hanteert hiervoor een abonnementsformule.

COMPLIANCE EN DUURZAAMHEID

Laurent Marcelis werkt als group cfo vanuit het hoofdkwartier in Brussel. Enhesa heeft ook vestigingen in Canada, China, Japan, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. “Ik vind het heel bijzonder dat een Belgisch bedrijf hier vrijwel onbekend is, maar tegelijk klanten heeft onder de allergrootste organisaties: Amazon, Apple, Google, Mastercard, Bayer, Johnson & Johnson, GSK, Porsche … om er maar enkele te noemen. Het aanbod van Enhesa past ook perfect in de nieuwste trends naar compliance en duurzaamheid”, zegt Laurent Marcelis.

RAPPORTERING EN BUDGETPROCES VERSTERKEN

Wat is zijn opdracht bij zijn nieuwe werkgever? “Enhesa is nu in handen van twee grote Amerikaanse private-equitybedrijven: CGE en Bregal Sagemount. Die hebben al voor een snelle

CARRIÈRESWITCH

uitbreiding gezorgd. Nu moet de financiële afdeling verder uitgebouwd worden om de toekomstige groei aan te kunnen. Dat wil zeggen dat we in de eerste plaats de verschillende financiële rapporteringen en het budgetproces versterken”, zegt Laurent Marcelis.

MEER PRODUCTEN EN DIENSTEN VERKOPEN

Hoe wil Enhesa die groei verwezenlijken? “Dat doen we zowel door overnames als organisch. Het lijstje met klanten is nu al indrukwekkend, maar we denken dat we bij het bestaande cliënteel bijkomende producten en diensten kunnen verkopen. Bedoeling is dat die upsell voor een belangrijk stuk van de groei zorgt.”

Laurent Marcelis was voordien zeven jaar cfo van Unifiedpost. Voor die periode had hij verschillende financiële en bestuursverantwoordelijkheden bij organisaties als Belfius en Pwc. Hij begon zijn carrière bij IBM.

‘We gaan met de financeafdeling de financiële rapporteringen en het budgetproces versterken’

Laurent Marcelis

foto: Wouter Van Vaerenbergh

CARRIÈRESWITCH

Wouter Van Houtte

CHIEF INVESTMENT RISK AND COMPLIANCE OFFICER

WORXINVEST

Sinds begin mei is Wouter Van Houtte chief investment risk and compliance officer van WorxInvest.

WorxInvest is de holding boven SD Worx die ook optreedt als investeringsmaatschappij. Ze kwam pas nog in het nieuws met de overname van het belang van de Vlaamse regering in de Gimv. De holding investeert op een indirecte manier in bedrijven via private-equityfondsen. Daarnaast neemt de maatschappij ook directe participaties in ondernemingen. Bekende namen zijn i3 (leersoftware), Hazelheartwood (transformatieconsulting) en natuurlijk SD Worx. WorxInvest staat ook in voor het beheer van het vastgoed en de thesaurie van dat laatste bedrijf.

DOORGEDREVEN RISICOMANAGEMENT

Wat is de opdracht van Wouter Van Houtte? “Door de snelle groei van WorxInvest is er nood aan een doorgedreven risicomanagement op

de investeringsportefeuille. Ik ben verantwoordelijk voor wat in het jargon de second line of defense heet. In de theorie van de three lines of defense ligt de verantwoordelijkheid voor de eerste verdedigingslijn bij de operationele afdelingen. Ze verzorgen dat in hun dagelijkse processen en rapporteren daar ook over. De tweede verdedigingslijn ondersteunt hen en staat hen bij met expertise en rapportering. Mijn belangrijkste taak is om de personen in de eerste lijn te blijven uitdagen en hun beslissingen in vraag te stellen. De derde linie van de verdediging ligt bij de interne auditor.”

STRAKKE GOVERNANCEREGELS

Bij WorxInvest zal Wouter Van Houtte in de eerste plaats werken aan structuren, policies en rapportering. Doel is de verantwoordelijkheden vast te leggen en de risico’s transparant te maken. “Het beheersen van de risico’s moet in strakke governanceregels worden verankerd en via een heldere rapportering opgevolgd”, zegt Wouter Van Houtte.

Die aanpak komt oorspronkelijk uit de financiële sector. Daar is Wouter Van Houtte jarenlang actief geweest als riskmanager bij Crelan. Hij startte zijn carrière als auditmanager bij Deloitte.

‘Het beheersen van de risico’s moet in strakke governanceregels worden verankerd en via een heldere rapportering opgevolgd’

Wouter Van Houtte

Xpand, Galileilaan 18, 2845 Niel Tel.: 052-20 18 81 info@fdmagazine.be www.fdmagazine.be

HOOFDREDACTEUR

Gert Verlinden gert.verlinden@nieuwemediagroep.be

EINDREDACTEUR

Christine Huyge

WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER

Rudy Aernoudt, Peter Ooms, Melanie De Vrieze, Peter De Groof, Josefien De Bock, Christophe Lo Guidice en Gert Verlinden

BLADCONCEPT

Oeyen en Winters / info@oeyenenwinters.be LAY-OUT

Tom Vanlaere

DRUK EN AFWERKING

Graphius / www.graphius.com

ADVERTENTIES

Evelyne Ferange +32 498 68 23 33 evelyne.ferange@nieuwemediagroep.be

MEMBERSHIPS

Contacteer Murielle Cosyns via murielle.cosyns@nieuwemediagroep.be Een membership bij FDmagazine kost 260 euro (excl. 6% btw) (buitenland 300 euro, excl. 6% btw, bij facturatie in België) en omvat 6 nrs/jaar en kan op ieder ogenblik ingaan.

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER NMG.

Galileilaan 18, 2845 Niel

AFGIFTEKANTOOR

Gent

COPYRIGHT

Overname uit de inhoud is slechts toegestaan na schriftelijk akkoord. Uitgever en redactie zijn niet verantwoordelijk voor inhoud van advertenties.

foto: Wouter Van Vaerenbergh

Loonkost per gepresteerd uur steeg

+9,1%

In 2023 betaalden bedrijven in België gemiddeld 27,44 euro loonkosten voor een gewerkt uur. Dat is een stijging met 9,1 procent tegenover het jaar

‘Heel wat sectoren en bedrijven kenden in 2023 ook een koopkrachtpremie toe’

Els Vanderhaegen, juridisch expert bij Securex: “De mate van stijging van de gemiddelde loonkost per gewerkt uur ligt in de lijn van de loonindexering van 2023, voor de sectoren die in januari indexeren. Heel wat sectoren en bedrijven kenden in 2023 ook een koopkrachtpremie toe. Tot slot trok de overheid vorig jaar ook de fietsvergoeding op tot 0,27 euro per kilometer.”

Securex berekent de loonkosten per gewerkt uur door de totale jaarlijkse loonkost te delen door het totaal aantal gepresteerde uren van alle werknemers die in dat jaar in dienst waren: werknemers in vaste loondienst, maar ook flexibele contracten zoals flexi-jobs, studentenjobs, leercontracten, enzovoort. Dit geeft aan hoeveel werkgevers gemiddeld betalen voor een gewerkt uur. Het omvat naast het brutoloon ook socialezekerheidsbijdragen en andere arbeidsgerelateerde kosten.

De stijging van de loonkost is te verklaren door de loonindexaties doorgevoerd in 2023 en niet door minder gewerkte uren: het kort ziekteverzuim (tot één maand) daalde in 2023 naar 2,56 procent (vs. 2,70 procent in 2022).

UNITED IN AMBITION.

— United Consulting™ is uw ideale partner voor tijdelijke versterking en professioneel advies. Heeft u een specialist nodig op het gebied van finance, HR, supply chain, business support of marketing? Wij bieden ondersteuning op maat.

Ons veelzijdige team van consultants, variërend van junior tot senior en van generalist tot expert, staat klaar om uw organisatie naar een nog hoger niveau te tillen. Verwacht praktische, deskundige professionals met een solide combinatie van hard en soft skills.

Meer weten? Of wil je als consultant aan de slag? Laat ons kennismaken! Surf naar www.unitedconsulting.be of bel 03 361 80 93. We vertellen je graag meer.

WWW.UNITEDCONSULTING.BE

AI FOR FINANCE

This conference serves as a unique platform where CFOs, controllers, risk analysts, investment managers, financial planners and accountants come together to exchange insights, share best practices and discuss the groundbreaking applications in the world of finance.

NOVEMBER 21

2024 THURSDAY MIX, BRUSSELS

SAVE THE DATE