8 minute read

Focus

E-health in opmars… en nu?

Als er één positief ding aan de coronacrisis toegeschreven kan worden, is het wel dat de implementatie van e-health in de eerstelijnszorg een sprong voorwaarts heeft gemaakt. Goed, noodgedwongen, maar de koudwatervrees is er in veel gevallen nu definitief vanaf en anderen zijn enthousiast de stroomversnelling ingedoken. Hoe nu deze ontwikkeling ook in de toekomst vast te houden?

Advertisement

Het heeft even geduurd. In 2014 zijn er vanuit de overheid zorgvuldig geformuleerde ambities gepresenteerd om e-health op brede schaal te laten landen in het Nederlandse zorglandschap. De ambities konden echter niet worden waargemaakt. In het FD verscheen eind 2019 nog een uitgebreid stuk van journaliste Christel Don met de veelzeggende kop ‘Waar blijft de e-health revolutie?’ en begin dit jaar publiceerde ZorgVisie een uitgebreid stuk genaamd ‘Waarom het maar niet wil opschieten met e-health’. “De kwaliteit, betaalbaarheid en de toegankelijkheid van de zorg staan op het spel. Personeelstekorten stapelen zich op, de werkdruk neemt toe evenals de wachtlijsten en patiënten vallen tussen wal en schip. Iedereen is het er over eens dat ‘het roer om moet’, maar niemand neemt de regie”, zo stond in laatstgenoemd artikel en dat is in diverse andere berichten in de pers eveneens de strekking. De in november gepresenteerde ‘eHealth monitor 2019’ van Nictiz liet eveneens zien dat de in 2014 geformuleerde overheidsdoelen nauwelijks gehaald waren. “Het blijkt lastig om de doelstelling eenop-een te vergelijken met de huidige situatie”, aldus Nictiz. “De (zorg)wereld van nu ziet er anders uit dan in 2014; voortschrijdend inzicht en vernieuwende, technologische ontwikkelingen spelen een rol.”

‘Alle spelers in het zorgveld zijn nu aan zet om e-health zorgbreed in te voeren en te gaan gebruiken’

Onmisbaar Toch liet genoemde monitor ook zien dat de inzet van e-health een onmisbaar onderdeel van de zorg(verlening) in Nederland is geworden. Zorgverleners zien – aldus het onderzoek – de noodzaak om zorgprocessen opnieuw te gaan vormgeven en inrichten met behulp van e-health. “Op die manier krijgen patiënten meer zeggenschap over hun eigen gezondheid. Ook draagt de inzet van e-health bij aan de verlaging van de werkdruk in de zorg. Zo ervaren zorgverleners tijdwinst door beter overzicht en inzage op afstand met behulp van e-health.” In de monitor zijn de ondervraagden het eens over het feit dat de technologie vlekkeloos moet werken om e-health goed te kunnen inzetten en goed moet aansluiten op de zorgprocessen binnen en tussen de zorginstellingen. De boodschap was helder: “Alle spelers in het zorgveld zijn nu aan zet om e-health zorgbreed in te voeren en te gaan gebruiken.”

Zorgwinst Toch is er op meerdere fronten tegengestribbeld. Elders in dit magazine vertelt huisarts Jasper Schellingerhout over de manier waarop in zijn huisartsenpraktijk e-health succesvol geïmplementeerd is en zorgwinst oplevert. Tegelijk merkt hij dat er collega’s zijn die achter blijven vanuit de redenatie ‘mijn patiënten willen dit niet’. In januari van dit jaar publiceerde Werkgroep Zorg 2025 in Medisch Contact een brief waarin werd gesteld dat ‘e-health de toegankelijkheid van zorg kan belemmeren’. Uitgangpunt van dat schrijven was dat niet iedereen over een computer of de digitale vaardigheden beschikt om via e-health goed geholpen te worden.

Beeldbellen En toen kwam corona. Patiënten die normaal in de spreekkamer werden gezien, moesten opeens op andere manieren worden benaderd of behandeld. Zorgprocessen moesten noodgedrongen om. En de diverse e-health technieken die – kort door de bocht – lange tijd op afstand waren gehouden, bleken daartoe ineens hét middel. Zo was in de GGZ de ontwikkeling waarneembaar dat er 16 keer meer digitaal afgesproken werd dan voor de corona-uitbraak. Uit recent onderzoek van Nivel blijkt dat sinds de coronacrisis driekwart van de Nederlandse huisartsenpraktijken meer gebruik is gaan maken van

e-health toepassingen. Met name beeldbellen heeft een vlucht gemaakt. Van de 1443 huisartsenpraktijken die aan het onderzoek hebben meegewerkt, heeft bijna de helft (693) voor het eerst gebruik gemaakt van beeldbeltechnieken. De overige huisartsen zijn ook relatief recent gestart, want uit vergelijkbaar onderzoek van Nivel een jaar geleden, bleek dat het percentage dat beeldbellen inzette om patiënten te spreken destijds op 0 (nul!) procent lag. Indien er voor de crisis al van e-health toepassingen gebruik werd gemaakt, is deze vooral op het gebied van online recepten aanvragen en e-consults geïntensiveerd. Zo gaf 73 procent van de huisartsen aan al gebruik van e-consulten te maken, 69 procent van het online aanvragen van herhaalrecepten en 52 procent van teleconsultatie, maar deze toepassingen nu intensiever te gaan gebruiken. Van de ondervraagde huisartsenpraktijken verwacht 28 procent beeldbellen ook na de crisis meer te blijven gebruiken en 26 procent e-consults in zwang te houden, waar de bereidheid bij andere e-health toepassingen wat minder groot is. 17 procent zegt door te willen met teleconsultatie, 14 procent met digitale herhaalrecepten en 7 procent met telemonitoring.

De ‘oude situatie’ In die zin is de impact van coronacrisis voor de zorg enigszins vergelijkbaar met die van de hele maatschappij. Toen de crisis uitbrak gingen mensen er ambitieus mee om. Hoopvolle visies van een wereld waarin minder werd gevlogen, meer rekening met de ander en de natuur werd gehouden en op andere manieren met bijvoorbeeld woon-werkverkeer (en thuiswerken) zou worden omgegaan, gleden langzaam maar zeker weer terug naar de oude bekende patronen. Dat is de menselijke natuur, we houden het liefst alles zoals we het kennen. Tegenover HuisartsenService stelde huisarts Bart van Pinxteren: “Wat mij opvalt is dat veel collega’s liefst zo snel mogelijk terug willen naar de ‘oude’ situatie, terwijl de zorginnovatoren staan te trappelen om e-health definitief op de kaart te zetten. En wat wil de patiënt?”, hij is niet de enige. Tegenover BNR zei Lea Bouwmeester, voorzitter van de redactiedraad van ICT&health iets soortgelijks. “Tijdens de coronacrisis ging de digitalisering van de zorg extreem snel, omdat het moest. Wat je nu ziet is dat er een stuwmeer aan vragen is, maar het oude logistieke proces weer wordt opgepakt (…) Digitalisering heeft zeker wel een

vlucht genomen, de vraag is nu alleen hoe we dat vasthouden. Er zijn veel mooie vormen van digitale zorg in de praktijk samen gebouwd. Daarvoor zullen we ervoor moeten zorgen dat we de innovatieve geest vasthouden. Met het doel kwaliteit van leven en functioneren van mensen vergroten voor wie dat op deze manier kan en wil.”

Digitale zorg Daarmee sluiten zij aan bij wat Jasper Schellingerhout elders in dit nummer zegt. De patiënt is over het algemeen blij met dergelijke innovaties en omarmt deze in veel gevallen zelfs. Hoe nu door? In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelde de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving het advies ‘Zorg op afstand dichterbij? - Digitale zorg na de coronacrisis’ op. “Ook in de zorg zijn digitale toepassingen meer dan ooit gebruikt, terwijl de afgelopen jaren vooral werd gesproken over hobbels en knelpunten. Wij bogen ons langs die weg eerder over het thema. De coronacrisis dwong velen nu om te gaan doen. Er was weinig keus en voor knelpunten was weinig tijd. Vaak bleek het een goede oplossing die zelfs de verwachtingen te boven ging. Niet alles ging goed en niet iedereen was tevreden. Maar feit blijft dat de afgelopen maanden in de praktijk enorm

NHG-Standpunt: e-health voor huisarts en patiënt Het NHG is voorstander van de nieuwe mogelijkheden die e-health toepassingen kunnen bieden aan burger, patiënt of zorgverlener en heeft dit ook zo verwoord in de Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022. E-health biedt volop kansen voor huisartsen hun service/bereikbaarheid te verbeteren en zorg op een meer efficiënte manier te organiseren. Het NHG ziet het als haar taak haar leden te ondersteunen door middel van richtlijnen, praktische hulpmiddelen en onderbouwde adviezen ten aanzien van kwalitatief goede e-health toepassingen. Voor het NHG ligt de prioriteit bij toepassingen die de huisarts helpen in de zorg voor patiënten. Dit betreft in eerste instantie voorlichting en de mogelijkheden voor contact tussen huisarts en patiënt. Het NHG wil met name aandacht schenken aan drie thema’s: online afspraken en online recepten aanvragen ten, onder meer door het individueel zorgplan veel ervaringen zijn opgedaan met digitale zorg. En dat is enorme winst”, zo stelt RVS-voorzitter Jet Bussemaker. Volgens de Raad is het niet evident dat de zinvolle ontwikkelingen die nu zijn gemaakt op e-health gebied ook na de coronacrisis worden doorgezet. Dit terwijl dat wel van groot belang is. Dat belang werd in 2014 al onderstreept en jarenlang bleef dat een ondergeschoven kindje. De omslag moet nu worden voortgezet. “Er moet niet langer gefocust worden op het investeren in digitale infrastruc

‘Digitalisering heeft een vlucht genomen, de vraag is nu alleen hoe we dat vasthouden’

tuur en opschalen van bestaande toepassingen, maar op het stimuleren van een lerende praktijk waarin digitale zorg gericht kan worden ontwikkeld”, zo stelt het RVS. “Dat vraagt niet zozeer het vasthouden of opschalen van wat nu is ontwikkeld, maar het voortbouwen op de bewe

Online dienstverlening van de huisarts: e-consult, Ondersteuning van zelfmanagement door patiënging in de praktijk die ten tijde van corona is ontstaan.” Ondersteunen van de patiënt door het digitaal beschikbaar stellen van geselecteerde medische gegevens uit het HIS, bijvoorbeeld voor gebruik in een Persoonlijk Gezondheids Dossier Het NHG stelt de volgende voorwaarden aan e-health in de huisartsenzorg: E-health moet ingebed zijn in de bestaande artspatiënt relatie Digitale toepassingen voor de samenwerking tussen huisarts en patiënt zijn aanvullend op bestaande reguliere vormen van zorg. E-health wordt op maat en passend bij de patiënt ingezet (zie ook de toekomstvisie) Het inzetten van e-health toepassingen door de huisarts gebeurt met inachtneming van algemene normen voor het waarborgen van privacy en vertrouwelijkheid. Deze normen zijn in brede zin van belang bij gegevensuitwisseling in de zorg en van groot belang voor de beroepsgroep en de patiënt Noodzakelijk voor de acceptatie van toepassingen is dat deze altijd zijn te koppelen aan, dan wel te integreren in het HIS van de huisarts Huidige en toekomstige toepassingen

(bron: NHG.nl)

This article is from: