21 minute read

Reizen in het Noordoosten

Reizen met Iceland Travel

Reizen in het Noordoosten

Het noordoosten van IJsland is een uitgestrekt gebied met z’n eigen collectie van afwisselend landschap en bekoorlijke natuur. Ook al kan het zich niet roemen op het ‘vuur’ van de frequente erupties of het ‘ijs’ van de massieve gletsjers, het heeft wel een aantal zeer indrukwekkende bezienswaardigheden binnen zijn grenzen, zoals het meer Mývatn en Dettifoss, Europa’s krachtigste waterval. Met de Krafla vulkaan en de geestdriftige geothermische velden in zijn kern, klopt het gebied nog steeds, hoewel nauwelijks hoorbaar, met een gesmolten hart.

Deze streek maakt deel uit van de Arctic Coast Way, IJslandse eerste panoramische route. Meer informatie op arcticcoastway.is

De noordoost kust

De dorpjes en bezienswaardigheden langs de noordoost kust liggen ver uit elkaar verspreid, en zijn zowel landinwaarts als aan de kust te vinden. Vanaf Egilsstaðir rijdt u door Fellabær en verder naar het noordwesten in de richting van Húsavík. Nadat u na ongeveer 10 km de rivier Jökulsá oversteekt, neem gelijk de afslag naar rechts op weg nr. 917. Deze weg brengt u langs een aantal van IJslands meest verlaten en ongerepte landschappen met een unieke schoonheid. Dit gebied van mistig isolement, waar het lijkt alsof de tijd niet bestaat, werkt als een magneet op de reiziger die de minder begane wegen wil berijden. Let op! Niet alle wegen in dit gebied zijn geasfalteerd en u zult waarschijnlijk regelmatig trajecten met gravelwegen tegenkomen. Deze onregelmatige en soms hobbelige wegen kunnen gevaarlijk zijn als u niet voorzichtig rijdt.

Vopnafjörður

Aan het einde van de 19e eeuw gesticht, is dit pittoreske plaatsje aan de noordoost kust prachtig gesitueerd tussen watervallen, kustkliffen en stranden met zwart zand. Het verbaast niet dat het ontstaan en de welvaart van Vopnafjörður nauw verbonden zijn met de visindustrie.

De groene dalen Selárdalur, Hosárdalur en Vesturárdalur kenmerken hier het landschap en worden gescheiden door twee van IJslands eersteklas zalmrivieren: de Hofsá en de Selá. Met een gezamenlijke vangst van ongeveer 2.500 zalmen per jaar zijn ze onweerstaanbaar voor de toegewijde hengelsporter.

Bustarfell is een fraaie, goed bewaard gebleven rij van 19e eeuwse turfhuizen die nog tot 1966 bewoond waren. Tegenwoordig worden bezoekers op het terrein meegenomen door de geschiedenis van de landbouw in IJsland en de leefwijzen op het platteland van het begin van de 18e, tot halverwege de 20e eeuw. De meeste voorwerpen, waaronder handgemaakte schaakstukken en een paar babyschoentjes, gebreid met menselijk haar, geven een beeld van het leven op het platteland in vroeger tijden. Er is ook een concertzaal en een café (Croft Café). Van juni tot september dagelijks geopend van 10-17 uur. Bustarfell, 690 Vopnafjörður, bustarfell.is

Bakkaflói en Langanes

In noordelijke richting vanaf Vopnafjörður brengt weg nr. 85 u naar het levendige plaatsje Bakkafjörður, gesitueerd aan de gevarieerde kustlijn van de baai Bakkaflói, met zeerotsen vol met zeevogels en talloze kleine inhammen en kliffen. Net iets buiten het dorp ligt het gehucht Skeggjastaðir, met het in 1962 gerenoveerde kerkje uit 1845. Een eindje verder in westelijke richting is Stapi, een apart uitziende zeerots, dichtbevolkt met zeevogels. Langanes is een smal schiereiland dat de vorm heeft van een grote gans die opstijgt van IJslands grondgebied. Met zo’n sterke gelijkenis is het heel toepasselijk dat het schiereiland een interessant en rijk gevarieerd vogelleven heeft. Het is het territorium van de kleine rietgans, de koningseidereend en de zeldzame kortsnavel zeekoet. Een bezoek aan het vogel observatiepunt Lambanes, aan de noordkust van het schiereiland op weg nr. 869, geeft u een blik van dichtbij op deze gevleugelde vrienden.

Precies op het ‘voorhoofd’ van de opstijgende gans bij Skoruvíkurbjarg is een zeerots genaamd Karlinn, waar de grootste kolonie jan-van-genten van noordoost IJsland zich heeft genesteld.

SIBERISCH HOUT De stranden van noordoost IJsland zijn bezaaid met drijfhout, afkomstig uit rivieren in Siberië. Er wordt geschat dat het hout 5 jaar onderweg is voordat het IJsland bereikt. Na een lange reis langs de Noordpool wordt het uiteindelijk door de Oost-Groenlandstroom hier afgeleverd. Door het tekort aan bossen in IJsland was deze overvloed aan drijfhout zeer welkom en werd het gebruikt voor de bouw van huizen, boten en meubilair, en meer recent als telefoonpalen. De enige mensen die het waarschijnlijk niet als een geschenk uit de hemel zagen waren de heksen en tovenaars die in de middeleeuwen op de brandstapels van drijfhout werden omgebracht. Het noordoosten, met z´n overvloed aan dit hout, draagt ook het oneerbare record van de meeste verbrandingen in die tijd.

Þórshöfn

Verborgen in de inham Lónafjörður in de grote Þistilfjörður-fjord ligt Þórshöfn, een klein maar levendig plaatsje met een service center en het vertrekpunt voor excursies naar de ‘opstijgende gans’ Langanes. Voordat u de mistige heides en drijfhoutstranden gaat ontdekken, maak een stop bij het Sauðaneshúsið-museum voor informatie over vissen, vogelobservatie en paardrijden in het gebied. Sauðanes, 681 Þórshöfn.

Melrakkaslétta

Raufarhöfn, gelegen tussen de kiezelstranden van het schiereiland Melrakkaslétta (‘vossenvlakte’), is op 10 km van de noordpoolcirkel gelegen en tevens IJslands meest noordelijke dorp op het vasteland. In vroeger eeuwen legden hier Duitse en Nederlandse handelsschepen aan en in de 50-er jaren van de 20e eeuw had het de grootste haring verwerkingsindustrie van het land waardoor het duizenden mensen voor een baan aantrok. Toen in de 70er jaren plotseling de haring uit IJslands viswateren verdween, daalde het inwonersaantal sterk (nu ongeveer 200 inw). In de omgeving zijn talloze lieflijke meertjes, ideaal voor vissen en vogels spotten. Een plezierige wandelroute loopt van Raufarhöfn tot het Ólafsvatn-meer. Het dorpje biedt de reiziger goede faciliteiten en het toeristen informatiecentrum in Hotel Norðurljós maakt u wegwijs door het Melrakkaslétta gebied. Aðalbraut 2, hotelnordurljos.is The Arctic Henge. Op een heuvel iets ten noorden van het dorp wordt de Arctic Henge opgericht, een cirkelvormige stenen constructie wat doet denken aan Stonehenge in Engeland. Het is geïnspireerd op de mythische wereld van het Edda gedicht Völuspá (‘waarzeggerij van de zieneres’). Bovenop een 8 meter hoge stenen pilaar wordt een grote kristal geplaatst die het licht van de middernachtzon aanwendt en het over een pad met 72 dwergpilaren reflecteert. Elke dwerg ontvangt de reflectie 5 dagen en samen vormen ze een jaarcirkel. Ze hebben elk hun eigen karakter en naam en bezoekers kunnen hun eigen verjaardagsdwerg kiezen! Rauðinúpur. Aan deze roodkleurige kaap aan de noordwest punt van het schiereiland, slechts een paar kilometer onder de noordpoolcirkel, kunt u een sterk ‘aan het einde van de wereld’gevoel krijgen. Al weg nr. 85 u verder richting Húsavík, langs Öxarfjörður. Dit betekent ‘bijlenfjord‘ maar heeft eigenlijk meer weg van een brede baai dan van een fjord. U passeert het kleine plaatsje Kópasker wat in 1976 onaangenaam werd verrast door een aardbeving van 6.3 op de schaal van Richter waarbij een aantal huizen en andere gebouwen werden vernield. Terwijl de weg comfortabeler wordt, passeert u het complexe gebied van ondiepe meren in Bakkahlaup. De weg leidt nu naar Ásbyrgi, een grote, mysterieus uitziende vallei aan de noordkant van de machtige kloof Jökulsárgljúfur.

Vatnajökull Nationaal Park

Jökulsárgljúfur (weg nr. 862). Spoelen met het helderste water, zelfs met een beetje citroen, zal u niet helpen deze nationale schat van IJsland uit te spreken, maar een poging wagen is een leuke uitdaging. Dit tongbrekende natuurwonder betekent ‘gletsjer-rivier-kloof’ en noemt gelijk de hoofdkenmerken van het gebied. Maar om iets dieper in te gaan op de meer specifieke kenmerken: Jökulsárgljúfur is een 100 m diepe, ruwe kloof die over een lengte van 30 km zuidelijk van Ásbyrgi loopt. Het laatste stuk van de machtige, 206 km lange Jökulsá á Fjöllum (‘gletsjerrivier op de bergen’) stroomt er doorheen, onderweg creërde het indrukwekkende watervallen. Voor een wandelkaart van dit gedeelte van het Vatnajökull Nationaal Park, bezoek het informatiecentrum in Ásbyrgi.

ÁSBYRGI, HET GODENBASTION Volgens de legende werd deze hoefijzervormige kliffenvallei gevormd door een mythisch wezen: Sleipnir, Óðin’s gigantische achtbenige paard waarmee hij door de hemelen reist. Op één van deze tochten, op een heldere nacht onder de sterrenhemel, daalde de Noorse god nét iets te laag tot aan de aarde, waardoor zijn paard struikelde en met één van zijn hoeven de grond raakte. En zo ontstond de magnifieke Ásbyrgi vallei.

Wetenschappelijk wordt het iets anders verklaard: waarschijnlijk zijn hier duizenden jaren geleden enorme smeltwatervloeden langs geraasd en hebben in hun donderende vaarweg het gebergte in deze vorm uitgeslepen. Maar van beide scenario’s zijn geen ooggetuigen, dus we zullen het nooit zeker weten!

Een korte, geasfalteerde weg brengt u in Ásbyrgi, waar u tussen 100 m hoge kliffen rijdt, met in het midden een rotseiland. Aangekomen bij de parkeerplaats kunt u via een kort wandelpad door een bos naar het meertje Botnstjörn wandelen, een klein paradijsje waar jaarlijks smienten, grauwe franjepoten en noordse stormvogels hun jongen grootbrengen. Het wandelpad splitst net vóór het meertje naar rechts en leidt naar een uitzichtpunt aan de rotswand waar u de prachtige hoefijzer vorm van het gebied kunt bestuderen. Mócht u er voor kiezen alleen Ásbyrgi te bezoeken en Hljóðaklettur en Dettifoss te bewaren voor een andere keer, kunt u nu weg nr. 85 vervolgen over het schiereiland Tjörnes, richting Húsavík. Dit schiereiland staat bekend om z’n fossielen, waarvan u bij de boerderij Hallbjarnarstaðir een collectie kunt bestuderen.

Húsavík

Na ongeveer 12 km bereikt u Húsavík, de hoofdstad van de walvissafari’s van IJsland. Deze mooie plaats met een levendige vissershaven, ligt aan de pittoreske baai Skjálfandi, wat ‘schuddende baai’ betekent, verwijzend naar de aardbevingen die er regelmatig plaatsvinden. Húsavík is ook een bloeiend commercieel centrum voor de omliggende landbouwgebieden.

Het stadje is nu welbekend uit de populaire film uit 2020: Eurovision Song Contest: Het verhaal van de vuurlegende.

Het Húsavík Whale Museum. Dit walvismuseum is het enige zeezoogdierenmuseum in IJsland, met informatie over de walvissoorten, aangespoelde walvissen en walvisjacht. Dagelijks geopend van April tot Oktober, van November tot April alleen op werkdagen. Hafnarstétt 1, whalemuseum.is

In het Húsavík Museum House vindt u het vernieuwde volksmuseum (met een opgezette ijsbeer) en een Maritiem museum. Van juni tot augustus geopend van 10-18 uur en de rest van het jaar van maandag tot vrijdag van 9-17 uur, ‘s zondags van 16-18 uur. Stórigarður 17, husmus.is

Húsavík heeft volop leuke cafés en restaurants, waaronder Gamli Baukur, een mooi huis voornamelijk uit drijfhout gebouwd, gelegen aan de haven, en Salka restaurant aan Garðarsbraut.

Eeuwenlang hebben de bewoners van Húsavík het warme zeewater dat geleverd werd door de geothermische energie en rijk was aan mineralen, gebruikt. Nu kunt u ook genieten van de weldaden van een bad in dit warme water als u een bezoekje brengt aan GeoSea, een nagelnieuw complex met buitenbaden. Terwijl u van uw bad geniet, kunt u de spectaculaire vergezichten bewonderen van de bergketen in het westen en de poolcirkel in het noorden. De openingsuren en de toegangsprijzen staan vermeld op hun website. geosea.is

Ten zuiden van Húsavík splitst weg nr. 85 zich in twee nieuwe wegen: weg nr. 245 en weg nr. 87, allebei leiden ze naar het natuurgebied rond Mývatn. Als u na Ásbyrgi verder het Nationale Park Jökulsárgljúfur wilt ontdekken, neem dan de hobbelige weg nr. 862 richting het zuiden. Deze weg brengt u naar Hljóðaklettar, wat ‘geluidrotsen’ betekent (verwijzend naar de echo’s). Het is een groot labyrint van weergalmende, bizarre rotsformatie en bazaltzuilen. Ook heeft het de razende gletsjerrivier Jökulsá á Fjöllum binnen zijn grenzen. Vanaf de parkeerplaats bij Hljóðaklettar zijn er verschillende wandelpaden door het gebied.

Het natuurreservaat Hólmatungur, iets verder zuidelijk aan dezelfde weg, biedt ook zo’n sensationele wandelervaring, langs kleurrijke rotsformaties en een weelderige flora.

Nog verder zuidelijk op weg nr. 862 bevindt zich Dettifoss, Europa’s grootste waterval met een gemiddeld volume van 193 m3 water per seconde, wat in het voorjaar gemakkelijk kan verdubbelen. Over een breedte van 100 m stort het troebele gletsjerrivierwater zich 44 m de diepte in en laat hierbij de rotsige aarde er omheen schudden. Deze feiten kunnen u nog niet voorbereiden op de overweldigende aanblik van dit natuurgeweld. De ervaring wordt nog intenser als er op een zonnige zomerdag een kraakheldere regenboog verschijnt, die vooral vanaf de westkant van de waterval zó dichtbij lijkt dat u hem kunt aanraken.

De watervallen Hafragilsfoss en Selfoss liggen vlak in de buurt en zijn ook prachtig, maar blijven dwergen vergeleken met deze enorme reus onder de watervallen.

Vanaf Dettifoss loopt een nieuwe geasfalteerde weg richting het zuiden tot aan de weg nr. 1. Bij de splitsing aangekomen kunt u in westelijke richting naar het natuurgebied Mývatn rijden. Dettifoss is over de gravelweg nr. 864 ook aan de oostelijke kant te bereiken, van Ásbyrgi uit noordelijke richting en vanaf weg nr. 1 uit zuidelijke richting.

Van Egilsstaðir naar Mývatn

Kronkelt weg nr. 1 over een afstand van 167 Km in westelijke richting over de Fljótsdalsheiði, de hogere vlaktes van Jökuldalsheiði en een uitgestrekt kaal gebied, bedekt met vulkanisch as en gletsjerafzettingen. Overblijfselen van nederzettingen tussen 1841 en 1946 zijn nog zichtbaar in deze streek en werden vroeger bewoond door mensen die naar Amerika emigreerden na de verwoestende uitbarsting van Askja in 1875.

Op een heldere dag wordt het gebrek aan vegetatie ruimschoots gecompenseerd met fascinerende vergezichten van meren, rotsige bergpassen en heldere waterstromen. Maar als de mist neerdaalt en de regen z’n watergordijn opwerpt, het uitzicht wegnemend, ontstaat de griezelige atmosfeer waarin vele spookverhalen zijn ontstaan. Kijk er dan niet van op als u plotseling gedurende enkele kilometers een zwijgzame meerijder in uw auto heeft...

Sænautasel. Als u de lange reis naar het westen even wilt onderbreken, breng dan een bezoekje aan Sænautasel (tweemaal linksaf: op weg nr. 901 en daarna 907), een gerestaureerde turfboerderij op de verlaten Jökuldalsheiði hoogvlakte. Gelegen aan een meer in een aangenaam groene omgeving, is het een welkome afwisseling en lijkt het uit een ander tijdperk te zijn. De boerderij dateert uit 1843 en was tot 1943 in gebruik, uitgezonderd in de periode van 1875-1880 toen de Askja uitbarsting het onbewoonbaar maakte.

Sænautasel is de plek waar het verhaal Sjálfstætt fólk (‘zelfstandige mensen’) van Halldór Laxness zich afspeelt. Het boerenleven op deze hoogtes was extreem zwaar en draaide van jaar tot jaar vooral om het in leven houden van de schapen. De boerderij werd in 1992 door de lokale gemeente opgeknapt en is geopend van juni tot september van 9-22 uur of volgens afspraak.

Möðrudalur. Aan weg nr. 901 op slechts 10 min. rijden van de ringweg ligt Möðrudalur, IJslands hoogst gelegen boerderij op 469 m boven zeeniveau. Op deze plek wordt al sinds de Saga tijd bewoond en het was een belangrijke rustplaats tijdens de lange tochten over de hooglanden. In goed weer heeft u een prachtig uitzicht op de koningin onder de IJslandse bergen, de tafelberg Herðubreið én op de Kverkfjöll bergketen aan de noordkant van de Vatnajökull gletsjer. Een enthousiast jong echtpaar runt op deze bijzondere bestemming het leuke café en gasthuis Fjalladýrð (‘Bergenpracht’). Geopend van juni tot september. Möðrudalur, fjalladyrd.is

MANGA VAN MÖÐRUDALUR De laatste dominee van Möðrudalur, Bjarni Jónsson, werd naar verluidt belaagd door de geest van zijn eerst vrouw Margrét (‘Manga’), die tragisch om het leven kwam tijdens de geboorte van hun eerste kind. Voordat ze overleed beloofde Bjarni haar dat hij nooit zou hertrouwen, maar toen hij zijn belofte brak veroorzaakte de spookachtige aanwezigheid van Manga een grote commotie, vooral bij zijn opvolgende echtgenotes. Verder richting het westen over weg nr. 1 komt u bij het natuurgebied Mývatn waarmee zowel het meer als het hele natuurgebied er omheen wordt bedoeld. Maar voordien kunt u via het recent geasfalteerde gedeelte van weg nr. 862 naar de Dettifoss waterval rijden om deze vanaf de westzijde te bewonderen.

Mývatn

Mývatn is een uniek gebied vol met geologische wonderen en dierenleven. De bijzondere kenmerken en ongewone ecologie van het Mývatn meer maken het tot één van de voornaamste bezienswaardigheden van noordoost IJsland, vooral door de combinatie van een rijk vogelleven en de vulkanische en geothermische activiteit in het gebied. Tijdens de zomer explodeert de vogelpopulatie, die langs de waterkant nestelt en gretig gebruik maakt van de rijke flora en fauna. Het gebied is met internationale wetten beschermd als een belangrijk broedgebied, dus het is zeker niet de plek voor schietgrage jagers. Maar voor onschuldige vogelaars biedt Mývatn: eenden, eenden en nog eens eenden. Alle IJslandse soorten behalve de eidereend broeden hier. Aangenomen dat u een kenner bent, kunt u ook uitkijken naar de ijsduiker, grauwe franjepoot, kuifduiker, roodkeelduiker en smelleken. Als u geluk heeft zal zelfs de IJslandse giervalk zich laten zien!

DE MUGGEN VAN MÝVATN Als u ontdekt dat de vertaling van Mývatn ‘muggenmeer’ is, zult u begrijpen waarom sommige mensen een vreemd uitziend muggennet over hun hoofd hebben terwijl meer modebewuste wandelaars fanatiek met hun handen langs het hoofd wapperen. De muggen bijten niet, maar worden aangetrokken tot kooldioxide en zijn geneigd rechtstreeks uw neus of mond in te vliegen.

De centrale vulkaan Krafla is onderdeel van het Grote Krafla Vulkanische Systeem (een strook van scheuren en spleten van 4 tot 10 km breed en van noord naar zuid 80 km lang) en mag niet verward worden met de vredige nabijgelegen berg Krafla. De caldera (niet de krater) van de centrale vulkaan Krafla ligt in het midden van het vulkanische systeem en heeft een diameter van maar liefst 10 km. Hij is moeilijk te herkennen vanaf de grond. De vulkaan werd bekend door de ‘Krafla Vuren’ van de jaren ‘70 en ‘80, toen een enorm gordijn van lava uit een systeem van spleten uit de caldera omhoog spoot.

Het geothermische gebied van Krafla (aan weg nr. 863) ligt in de caldera en herbergt een aantal van de bezienswaardigheden waar het gebied om bekend staat, zoals het veld met bubbelende modderpoelen en spuitende stoomgaten bij Hverir, de smeulende lavavelden van Leirhnjúkur (zie beneden) en de Víti krater. Het woord Víti betekent ‘hel’, wat is geïnspireerd op het voormalige geloof dat vulkanen de poort tot de onderwereld der eeuwige verdoemenis waren. Als u nieuwsgierig bent hoe geothermische warmte op een slimme manier wordt omgezet in elektriciteit, bezoek dan de tentoonstelling van de Krafla krachtcentrale op weg nr. 863.

Leirhnjúkur (weg nr. 863, over de heuvel na de krachtcentrale). In deze surrealistische omgeving kunt u het nog steeds nasmeulende lavaveld van de uitbarsting tussen 1975 en 1984 van dichtbij bekijken. Onder dit gebied ligt een enorme magmakamer, op sommige plekken tot 3 km dicht onder het aardoppervlak. Vanaf de parkeerplaats aan de linkerkant van de weg lopen een langer en een korter wandelpad rond de vulkaan en naar de top van de krater, waar u een schitterend uitzicht heeft over het vulkanische landschap. Maar laat de geweldige omgeving u niet al te veel afleiden en blijf kijken waar u loopt, pas op voor de licht gekleurde aarde bij geothermische velden en draag goede wandelschoenen, vooral op regenachtige dagen wanneer de modder dit gebied glibberig maakt.

Een klein stukje verder omhoog na Leirhnjúkur op weg nr. 863 vindt u rechts de parkeerplaats bij de Víti krater.

Námafjall (‘de mijnberg’) ligt vlak langs weg nr. 1 ten zuiden van het Krafla gebied. Uit de stomende berg werd eeuwen lang zwavel gemijnd, wat in Europa voor buskruit werd gebruikt. Het geothermische veld aan de voet van de berg is een bizarre verzameling van sulfatoren en fumarolen (hete modderpoelen en stoomgaten), met prachtige kleuren, vreemde geuren en bijzondere, bubbelende geluiden.

Let op! De kokend hete modder kan in overspelbare richtingen opspatten en onder de dunne aarde is het op sommige plekken zeer heet. Blijf dus op de paden en achter de koorden!

(Mývatn Nature Baths) Jarðböðin ligt aan weg nr. 1, aan de andere kant van de bergpas, eerste afslag links. Deze in 2004 geopende Spa is het antwoord op de populaire Blue Lagoon in het zuiden van IJsland. Net als z’n zuidelijke wederhelft bevat dit bad een unieke samenstelling van mineralen, silicaten en geothermische micro-organismen, die het water z’n prachtige parelblauwe kleur geven. In Jarðböðin kunt u in een unieke vulkanische omgeving ontspannen genieten van de spectaculaire middernachtzon, of ‘s winters van het noorderlicht. Jarðböðin heeft een restaurant met een goed, redelijk geprijsd buffet. Jarðbaðshólar, 660 Mývatn, myvatnnaturebaths.is

Het meer Mývatn. Elk seizoen ontsluiert een ander perspectief van het zelfde landschap en het is moeilijk om niet onder de indruk van de diversiteit van IJsland te raken. Of het nu de heldergroene tinten van de zomer zijn of het verbluffende contrast van het fel oranjerood van de berkenbossen, scherp afgetekend tegen de donkere basaltsteen in de herfst. Het Mývatn meer bijvoorbeeld is weelderig en lieflijk in de zomer, maar in de minder druk bezochte wintermaanden heeft het een totaal andere aanblik. Met sneeuw beladen oevers en bevroren gebladerte vormt het een betoverende inlijsting van zwanen die door de mistige wateren glijden. ‘s Winters schijnt de zon ten hoogste een paar uur om deze pracht zichtbaar te maken en bij open ondergaande zon kleurt de hemel in prachtig roze en paarsblauwe tinten.

Het meer, met een oppervlakte van 37 km2, is ontstaan door een lavastroom uit een vulkaanuitbarsting van 2300 jaar geleden en is gemiddeld maar 2,5 m diep. Hierdoor kan het zonlicht gemakkelijk doordringen tot aan de bodem, die weelderig begroeid is. Ontelbare muggen leggen hun eitjes aan de oevers en zijn daarna een waar ‘banket’ voor de vogels en vissen (zalm en forel) van het meer. Vogelliefhebbers uit de hele wereld komen hier hun

droomfoto van de vele eendensoorten en andere vogels maken. In en rondom het meer zijn prachtig gevormde pseudokraters, die ontstaan wanneer een lavastroom over moerasachtig gebied stroomt en door de hitte stoomexplosies in het water eronder veroorzaakt. Hierdoor spat de lava omhoog en vormt ‘kraters’, waar dus nooit lava uit heeft gestroomd.

Het omliggende landschap wordt gedomineerd door indrukwekkende vulkanische landvormen, zoals de ‘Donkere Burchten’ van Dimmuborgir.

Reykjahlíð. Aangekomen in het dorpje Reykjahlíð heeft weg nr. 1 u naar de noord-oostelijke oever van het meer gebracht. Hier vandaan is een goed gemarkeerde wandelroute die langs een aantal van de hoogtepunten van Mývatn loopt, waaronder Grjótagjá, Hverfjall en Dimmuborgir. Grjótagjá (weg nr. 860) is een met bronwater gevulde grot in een spleet. Dit was ooit een favoriete badplaats totdat in de 70-er jaren de Krafla Vuren in het gebied uitbarstten en het water te heet werd. Het verleidelijk uitziende kristalheldere water koelt langzaam weer af en hopelijk kunnen mensen er over een paar jaar weer comfortabel baden. Pas op, de afdaling naar het water in de grot is vrij moeilijk. Hverfell, ook Hverfjall genoemd, aan de oostkant van het meer, is een cirkelvormige tefra ring en doet denken aan een gigantische maankrater. Het werd 2800 jaar geleden gevormd tijdens een explosieve uitbarsting. De krater is 1200 m in diameter, 150 m hoog en is vrij makkelijk te beklimmen. Sinds 2011 geniet Hverfell als natuurmonument een hoge beschermingsgraad. Als u een halve ring op de krater loopt kunt u via het steile slingerpad aan de zuidwestzijde naar beneden wandelen richting Dimmuborgir.

Dimmuborgir, wat ‘Donkere Burchten’ betekent, is een magnifiek lavalandschap met een labyrint van grotten, ruwe spleten en vreemde lavaformaties. Wat is hier gebeurd? Men vermoedt dat een gedeeltelijk gestold lavameer plotseling leeg liep, hierbij de al gestolde lava in een chaos achterlatend. Een van de mooiste formaties is een enorme boog, bekend als Kirkjan (‘de kerk’). Er zijn drie verschillende gemarkeerde wandelroutes.

De kerstmannen (‘Jólasveinar’). Wie zijn deze grappig geklede bebaarde mannen die u op foto’s en wie weet in

het echt bij Dimmuborgir tegenkomt? In IJsland begint Advent 12 dagen voor de Kerst. In de bergen woont de griezelige trollenheks Grýla met haar arme man Leppalúði, hun 13 Jólasveinar-zonen en de huiskat Jólakötturinn (‘de kerstkat’). Elke dag voor de Kerst komen de kerstmannen één voor één naar de bewoonde mensenwereld en halen er allerlei streken uit.

Hun namen verraden hun favoriete bezigheid: Deurensmijter, Pottenlikker, Worstjessteler en Ramen gluurder, om er maar een paar te noemen. Voor brave kinderen komen ze met cadeaus maar stouterikken vinden een aardappel in hun sok. Arme kinderen die met Kerst geen nieuw kledingstuk hebben gekregen moeten ook nog uitkijken voor de hongerige kerstkat! Höfði. Verder zuidelijk aan de oostkant van het meer is Höfði, een indrukwekkend natuurpark, rijk met flora en fauna en panoramische vergezichten over het meer.

Skútustaðagígar. Aan de zuidkant van het meer is een groep kleurrijke, prachtig gevormde pseudokraters waar u vanaf hotel Sel in een cirkelvormig pad overheen kunt lopen. Het vogelmuseum (Fuglasafn Sigurgeirs) aan de noordwest kant van Mývatn is een fascinerende privé collectie van IJslandse vogels. Van 1 juni tot 10 augustus geopend van 10-19 uur, en tijdens de andere zomermaanden iets korter. Ytri Neslöndum, 660 Mývatn, fuglasafn.is

Als u tijd heeft en graag de Askja krater wilt bezoeken neem dan contact op met onze klantenservice.

Het Vogafjós Café aan weg nr. 1 is een brandschoon café in een koeienstal, waar u het melkproces kunt observeren en de smaak van rauwe melk kunt proeven. De koeien worden twee maal per dag gemolken en klanten die dit ook wel eens willen proberen krijgen hier hun kans. Op het menu staan huisgemaakte producten uit de regio, zoals gerookte forel, mozarella kaas van de eigen boerderij en geiser brood, op unieke wijze in de warme aarde gebakken.

Gamli bærinn is een klein caférestaurant met een prettige sfeer, vlabij Hotel Reynihlíð.

This article is from: