13 minute read

Reizen in het Noordwesten

Reizen met Iceland Travel

Reizen in het Noordwesten

Met noordwest IJsland worden vooral de kustgebieden aan de Húnaflói baai en de fjord Skagafjörður bedoeld. U kunt het grootste gedeelte van dit gebied overslaan door op de ringweg nr. 1 te blijven, wat -jammer genoegde meeste mensen doen. Wat er te doen is als u wél van ringweg nr. 1 afgaat: zeehonden spotten op het schiereiland Vatnsnes; het bezichtigen van de 19e eeuwse stenen kerk bij Þingeyrar; een bezoek aan IJslands best bewaard gebleven 19e eeuwse turfboerderij in Glaumbær; een bezoek aan het vroegere bisdom Hólar. Ook biedt het landschap vele mooie meren, watervallen, rivieren en bergtoppen.

HET IJSLANDSE PAARD Skagafjörður staat bekend om haar geweldige paardenfokkerij en er zijn talloze boerderijen in deze streek die paardrijtochten en shows aanbieden. Het IJslandse Vikingpaard staat er om bekend sterk, onafhankelijk, vriendelijk, geestdriftig en tredvast te zijn. Het IJslandse paard beschikt over vijf gangen: stap, draf, galop, tölt en telgang. De tölt is een vijfde gang die alleen een handvol paardenrassen kunnen uitvoeren. Dit geeft voor de ruiter een vloeiende rit die aanvoelt als zweven. De comfortabele gang wordt graag gedemonstreerd door ruiters die in volle vaart een dienblad met bierglazen vasthouden zonder ook maar een druppel te morsen!

Skagafjörður

Skagafjörður verbindt de Atlantische Oceaan met de binnenlanden en is een gebied dat een centrale plaats in de cultuur en geschiedenis van IJsland inneemt. Het is de locatie van belangrijke gebeurtenissen tijdens de 13e eeuwse burgeroorlog en speelde een sleutelrol in de eeuwen daarna. Er zijn verschillende gletsjerrivieren in het gebied die ideaal voor rivier raften zijn.

Skagafjörður heeft na het zuiden van IJsland het grootste aantal paarden van het land en een aantal top paardenfokkerijen. Het vissersplaatsje Hofsós, halverwege de oostelijke oever van de Skagafjörður fjord op weg nr. 76, was al vanaf het jaar 1500 een handelspost en werd later het vertrekpunt voor veel van IJslands emigranten naar NoordAmerika. Nakomelingen van deze emigranten komen nog steeds naar Hofsós om het Vesturfararsetrið (‘Emigratiecentrum’) en het stamboomkantoor te bezoeken. Een aantal 18e eeuwse gebouwen zijn

goed bewaard gebleven en andere zijn in een vergelijkbare stijl gebouwd, waardoor het dorpje een aantrekkelijke oude tijdse sfeer uitstraalt. We raden u aan om het plaatselijke zwembad te bezoeken, dat op de zeekliffen ligt en niet verrassend een geweldig uitzicht biedt over de fjord en de berg Tindastóll.

De permanente tentoonstelling in Vesturfararsetrið (Icelandic Emigration Center) laat de IJslandse emigratiegolf van eind 19e eeuw en begin 20e eeuw zien samen met het lot van de mensen in de IJslandse nederzettingen van Utah tot Brazilie. Rond 1914 waren 15.000 IJslanders, destijds bijna 20% van de bevolking, vertrokken naar de Nieuwe Wereld. hofsos.is

Net ten zuiden van Hofsós (van weg nr. 76 af) is Gröf, een mooi turfkerkje daterend uit het einde van de 17e eeuw. Gezien de leeftijd van de houten stutpalen, is Gröf het oudste houten kerkgebouw van IJsland en is het sinds 1939 onder beheer van het Nationale Museum.

Hólar is een historisch, cultureel en educatief centrum, landinwaarts van de Skagafjörður fjord op weg nr. 767. De Hóladómkirkja kathedraal heeft misschien wel de mooiste kunstvoorwerpen van alle kerken in IJsland. Hólar heeft z’n bestaan te danken aan de 11e eeuwse IJslanders in het noorden die beweerden dat Skálholt in het zuiden, waar IJslands eerste bisschop werd geïnstalleerd, te ver weg was voor hun spirituele behoeften. Behalve de kathedraal is er een kleine universiteit aan Hólar, waar toerisme, landbouw en paardenwetenschappen wordt gedoceerd.

Daterend uit 1763 is Hóladómkirkja de oudste stenen kerk van IJsland, gebouwd uit locale rode zandsteen en basalt. Ter bezichtiging is een Bijbel uit 1584 en een schilderij uit 1620 van een bisschop op Hólar, het oudste bekende portret van een IJslander. Andere waardevolle voorwerpen zijn een kruisbeeld uit de 16e eeuw, een spekstenen doopfont en een indrukwekkend houten altaarstuk van rond het jaar 1500 met een beeltenis van de Passie van Christus. De zijkanten van het altaarpaneel draaien naar binnen en laten aanvullende schilderijen zien. Andere gebouwen op Hólar zijn Nýibær, een goed behouden 19e eeuwse turfboerderij en Auðunarstofa (‘Auðun´s Kamer’), een reconstructie van een 14e eeuwse bisschopsresidentie, vervaardigt met bouwmethodes uit die tijd. holar.is Flugumýri (weg nr. 76, 3 km van weg nr. 1 af) is een IJslandse paardenboerderij die rijtochten en paardenshows organiseert. Flugumýri was ooit de woonplaats van een 13e eeuwse hoofdman en de overblijfselen van zijn fort zijn nog steeds zichtbaar op de heuvels ten zuidoosten van de boerderij. Varmahlíð is een klein dorpje, gelegen aan de kruising van weg nr. 1 en 75. Het is een handige stopplaats voor dorstige en hongerige reizigers en een aangewezen plek om trips als paardrijden en sneeuwscooteren te boeken. Hestasport biedt paardrijtochten aan in de omgeving van Hofsós en Hólar en over de Kjölur hoogland route naar Gullfoss en Geysir. Ook kunt u bij Hestasport terecht voor deelname aan de steeds populairder wordende ‘rettir’ dagen, waar in ware ‘round-ups’ de schapen van de bergen naar beneden worden gedreven en hele families meehelpen om ze in de schapenkraal te scheiden en bij de rechtmatig eigenaar te brengen.

De boerderij Varmilækur aan weg nr. 752 is een paardenfokkerij die ook paardenshows geeft.

U kunt dit boeken op uw app of de website van Iceland Travel, icelandtravel.is

Het kleine turfkerkje in Víðimýri (net van weg nr. 1 af als u in zuidwestelijke richting van Varmahlíð rijdt) heeft houten gevels, een turfdak en dikke zoden muren. De kerk is in 1834 gebouwd en de charme ervan wordt alleen nog maar vergroot door het vredige weidelandschap in de omgeving.

Glaumbær Museum is een oude boerderij met traditionele turfgebouwen waarvan gedeeltes dateren uit de 18e eeuw. Glaumbær was al vanaf de kolonisatie een boerderij en werd in de 11e eeuw bewoond door Guðríður Þorbjarnardóttir. Ze was de eerste IJslandse vrouw die naar Noord Amerika reisde en daar het eerste kind van Europese afkomst ter wereld bracht. Een beeldhouwwerk van moeder en zoon, door Ásmundur Sveinsson staat bij het kerkje. IJslands voormalig president Ólafur Ragnar Grímsson bracht tijdens zijn bezoek

aan de paus in 2011 een replica van dit beeldje mee als cadeau. Dit ter ere aan Guðríður, die na haar Amerikareis een pelgrimstocht naar Rome maakte, in die tijd een ongebruikelijk lange reis voor een vrouw alleen.

De huizen op het terrein zijn op verschillende momenten door de eeuwen heen gebouwd en gereconstrueerd en de grootte van de boerderij laat zien dat er rijke families hebben gewoond.

Er zijn een aantal bijzondere voorwerpen in Glaumbær, waaronder een bureau van drijfhout, een snuifdoos uit walvistand en een mand van wilgenwortels. Deze laatste werd, naar wordt aangenomen, gemaakt door ‘Fjalla-Eyvindur’ (‘Eyvindur van de bergen’), een geliefde vogelvrijverklaarde en volksheld die samen met zijn partner Halla een verbanning van 20 jaar op de hooglanden overleefde! Hun avontuurlijke en vaak keiharde bestaan wordt in veel IJslandse verhalen, mythen, toneelstukken en volksliedjes beschreven. Glaumbær ligt ten noorden van Varmahlíð op weg nr. 75. In één van de 19e eeuwse huizen is Áskaffi, een sfeervol café dat traditionele lekkernijen en lichte maaltijden serveert in een woonkamer uit grootmoeders tijd. Vraag naar de Nederlandstalige folder over Glaumbær op het kantoor. glaumbaer.is

DE TURFHUIZEN VAN DE TOEKOMST Er zijn verschillende factoren die in IJsland tot de populariteit van turfwoningen hebben geleid. Al vanaf het begin van de kolonisatie waren er op IJsland niet genoeg bomen om hout als het voornaamste bouwmateriaal te blijven gebruiken en turf biedt een uitstekende bescherming tegen koude, regen en sneeuw. Soms werden er voor de muren dunne houten platen gebruikt (ingevoerd vanuit Noorwegen) waar aan beide kanten turfblokken tegenaan werden opgestapeld. De dikke wortels van het IJslandse gras maken de zoden sterk en zo konden de gebouwen onder normale omstandigheden ongeveer een eeuw lang mee. Maar het is helemaal niet zeker dat de oude turfgebouwen tot het verleden behoren. In steden rond de hele wereld wordt het voordeel van turf ontdekt en is men aan het experimenteren met dit natuurlijke bouwmateriaal. In Chicago bijvoorbeeld, heeft het Greenroofs Project ontdekt dat de milieuvoordelen divers zijn: betere isolatie, luchtkwaliteit en regenwaterbeheersing, én het verfraait de binnenstad.

Sauðárkrókur (weg nr. 75), met de verassende letterlijke vertaling: ‘Schapenrivierhoek’, is met ongeveer 2600 inwoners het grootste dorp in Skagafjörður. De laatste jaren wordt het misschien wel het meest geassocieerd met de nabijheid van de plek waar in het voorjaar van 2008 twee ijsberen aan land kwamen. De beren hadden dagenlang op een ijsschots van Groenland gedreven voordat ze hier in het landschap werden gespot. De dieren waren na hun lange reis uitgeput en hadden niet de kracht om van enig gevaar te zijn, maar er werd geen risico genomen en beide beren werden afgeschoten. Visserij is de belangrijkste industrie industrie in Sauðárkrókur, maar de economie is ook gebaseerd op lichte industrie en de dienstensector.

Minjahús is een museum, informatiecentrum en het nieuwe huis voor één van de opgezette ijsberen. Het museum brengt het verleden tot leven door workshops waar bezoekers aan kunnen deelnemen als smid, horlogemaker, timmerman en zadelmaker. Aðalgata 16b, visitskagafjordur.is Gestastofa Sútarans (‘gastkamer van de looier’) is de enige looierij in Europa die visleer verwerkt. In de Tannery Visitors Center kunt u een rondleiding door de looierij krijgen, waar vissenhuid tot hoge kwaliteitsleer wordt verwerkt. Het bedrijf voorziet IJslandse én buitenlandse ambachtslieden met het vissenleer waar ze kledij, portemonnees, tassen en sieraden van maken. Borgarmýri 5. Hebt u belangstelling voor militaire of Viking geschiedenis? De Slag om IJsland uit 1238 geeft u de gelegenheid om deze cruciale slag mee te maken via virtual reality technologie. Aðalgata 21, 1238.is

Drangey en Málmey in Skagafjörður zijn twee pittoreske, onbewoonde en vogelrijke eilandjes, gekenmerkt door hoge kliffen en sprookjesachtige rotsformaties. Verbazend genoeg graasden hier vroeger schapen, die in het voorjaar in touwen omhoog werden getakeld langs de steile kliffen van tot 180 m hoog! Aan het einde van de zomer gingen ze op dezelfde manier weer naar beneden om in bootjes naar het vasteland te worden gebracht.

Eén van IJslands bekendste Sagahelden is de vogelvrijverklaarde Grettir, die volgens de Grettissaga drie jaar op Drangey heeft doorgebracht. Málmey is groter en niet zo’n ontoegankelijk ‘fort’ als Drangey. Hier was een bloeiend boerenbedrijf, totdat in 1950 het boerenhuis volledig afbrandde.

Boottochten naar Drangey en Málmey kunnen worden georganiseerd, bijvoorbeeld vanaf Reykir, een gasthuis 20 km ten noorden van Sauðárkrókur op weg nr. 748. Van de enige landingsplek op Drangey leidt een steil pad, met ladders en handgrepen uit kabels, naar de top. drangey.net

In Grettissaga wordt verteld dat, naar wordt aangenomen, de vogelvrijverklaarde Grettir van het eiland Drangey naar de westkust van Skagafjörður zwom, waar hij een

geothermisch bad nam en vervolgens gloeiende sintels haalde die hij meenam naar Drangey. Daar maakte hij een nieuw vuur mee aan omdat de vorige was uitgedooft en Grettir bang was in het donker na een gevecht met het spook Glaumur.

Húnaflói Baai

Verder over weg nr. 1 richting het westen naar Blönduós en Hvammstangi komt u langs een paar van IJslands beste zalmrivieren. Het dorpje Blönduós, waar de rivier Blanda dwars doorheen stroomt, is een oude handelspost en nu het administratieve centrum van de regio. Heimilisiðnaðarsafnið (Het Textiel Museum) is een moderne tentoonstelling van een uitzonderlijke collectie van nationale kostuums uit verschillende periodes, werktuigen voor wolverwerking en tapijtweven, gehaakte nachthemden en fijn geborduurde onderkleding uit alle hoeken van het land. IJslanders zijn nog steeds fervente breiers (inclusief de heren!) en het is heel gewoon om mensen te zien breien in een café, een klaslokaal of in de bus. Een deel van het museum is gewijd aan het werk van hedendaagse textielkunstenaars. Bezoekers worden aangespoord zelf wol te weven aan het weefgetouw. Het meest bijzondere voorwerp is misschien wel een portret van pluis. Achter het gebouw ligt een mooi wandelpad naar de zee. Árbraut 29, 540 Blöndós, textile.is

Þingeyrarkirkja aan weg nr. 721 is een indrukwekkende kerk uit 1877, gelegen aan het meer Hóp, het vijfde

grootste meer van IJsland, ten oosten van het schiereiland Vatnsnes. De kerk is ongebruikelijk voor het einde van de 19e eeuw omdat de zijkanten van kerken in die tijd meestal met golfplaten werden bedekt. In plaats hiervan is Þingeyrarkirkja opgetrokken uit gehouwen basalt en kalksteen, een kostbare onderneming. Het interieur is ook ongewoon, met een diepe, brede apsis die alles vóór de kerkbanken omcirkelt en duidelijk afwijkend is van de rechthoekige IJslandse norm. Het blauwe plafond met een halve koepel is bestrooid met ongeveer duizend gouden sterren. Een aantal stukken in de kerk hebben een belangrijke historische betekenis, waaronder het 15e eeuwse altaarstuk, afkomstig uit Nottingham.

Op de splitsing tussen weg nr. 1 en 721 komen talloze heuveltjes in zicht: de golvende Vatnsdalshólar, die het resultaat zijn van een aardverschuiving. Aan de andere kant van weg nr. 1 kunt u over weg nr. 722 in een lus door het prachtige dal Vatnsdalur rijden. Verder zuidelijk, leidt weg nr. 715 naar de spectaculaire Kolugljúfur kloof, met een paar mooie watervallen. De kloof is genoemd naar Kola, een trol die het naar zeggen heeft uitgegraven en hier nog steeds woont. Als u het risico durft te nemen de woonplaats van een trol te betreden is Kolugljúfur en de pittoreske Víðidalsá rivier de perfecte plaats voor een picknick.

Vatnsnes Schiereiland

Een 82 km lange omweg over weg nr. 711 rond het schiereiland Vatnsnes geeft de beste blik op de zeehonden populatie van de Húnaflói baai. Aan de noordoost kant van Vatnsnes ziet u in zee de vorm van een drinkende draak verschijnen. Dit is Hvítserkur, een 15 m hoge rots die onderaan verstevigd is met beton om het tegen de beukende zeegolven te beschermen. Hvítserkur betekent witte monnikskap, waarschijnlijk doelend op de witte vogeluitwerpselen waar de rots mee bedekt is. Het is een vredige plek en soms zijn hier dozijnen zeehonden te zien, evenals bij Illugastaðir halverwege de westkust van Vatnsnes, bij Hindisvík nabij de top van het schiereiland en Ósar aan de oostelijke kust. De vriendelijke zeehonden volgen soms de mensen vanaf een afstand, maar geef ze alstublieft geen eten en stoor ze niet. Een aantal gebieden van Vatnsnes zijn tijdens het vogel broedseizoen gesloten van eind april tot eind juni.

Het Selesetur Íslands (The Icelandic Sealcenter in Hvammstangi) aan weg nr. 72 is een onderzoekscentrum en museum met informatie over zeehonden, zeehondenkolonies, de geschiedenis van de zeehondenjacht en andere manieren waarop zeehonden een belangrijke plaats innemen in de IJslandse cultuur, traditie en folklore.

Het centrum is ook een bron van informatie over de vogels van het Vatnsnes schiereiland, waar er verrassend veel van zijn. Strandgata 1, selasetur.is

Als u geen haast heeft, is Arinbjörn Jóhannsson van de boerderij Brekkulækur (weg nr. 704) bekend om zijn uitgebreide paardenrijtours die hij in dit gebied organiseert, zowel langs de kust als door de binnenlanden, tot wel 15 dagen lang. Brekkulækur, abbiisland.is

Staðarskáli kruispunt

Veel reizigers maken een stop bij Staðarskáli (splitsing weg nr. 1 en 68) voordat ze de reis in diverse richtingen voortzetten: over de Holtavörðuheiði richting Borgarfjörður en de hoofdstad; richting het noordwesten naar de Westfjorden; richting het noordoosten naar Akureyri of zelfs naar het westen richting het schiereiland Snæfellsnes over weg nr. 68 en 59. Hierdoor is dit rechttoe rechtaan wegrestaurant tóch een gezellige stop omdat locale bewoners en toeristen verhalen uitwisselen over reisavonturen of de terugtocht naar huis. Borðeyri net ten noorden van Staðarskáli, op weg naar de Westfjorden, is het kleinste plaatsje van IJsland. Borðeyri is een gehucht op een smalle zandbank aan de westkant van Hrútafjörður fjord. Het heeft een servicecentrum voor de omgeving, een lokale supermarkt en het is simpelweg een mooie plek om langs het strand te wandelen, met uitzicht over de hele fjord en helemaal tot aan de monding van de Húnaflói baai.

Dit charmante kustgebied, Strandir genoemd, strekt zich helemaal uit tot voorbij Hólmavík, aan de oostelijke rand van de Westfjorden en wordt gekenmerkt door talloze rivieren, beken en meertjes. Op veel plekken is de kustlijn bezaaid met drijfhout uit Siberie, wat ooit een kostbare vondst was gezien de snelle afnemende hoeveelheid bomen op IJsland vanaf de kolonisatie. Er zijn ook veel vrij grote eidereendenkolonies langs de kust en inwoners van het gebied verzamelen de donzen veren uit de nesten. Regelmatig worden spelende en vissende zeehonden vlak bij land gezien.

This article is from: