ITAA-zine | Nummer 8 - december 2020

Page 1

-ZIN E Nummer 8 | December 2020

Maandelijkse uitgave – Afgiftekantoor Gent X – P409030

De brexit zal een belangrijke impact hebben voor de Belgische operatoren

iStockphoto.com/Lya_Cattel.

In juni 2016 werd het referendum gehouden over het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (EU). Ondertussen zijn al meer dan vier jaar verstreken. Alhoewel over het vertrek van het Verenigd Koninkrijk een zekere onvermijdelijkheid en een gevoel van onvoltooidheid heersen, lijken alle voorwaarden vervuld om dit concrete vorm te geven.


Colofon Uit het jaar 2020 onthouden we vooral dat digitalisering niet langer een uitdaging is, maar een opportuniteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Dossier brexit

De handelsrelaties tussen België en het Verenigd Koninkrijk bestand tegen de brexit . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Dossier brexit

Akkoord of niet, de brexit zal een belangrijke impact hebben voor de Belgische operatoren! . . . . . . . . . . . . . 7

ITAA-zine Maandelijks tijdschrift van het ITAA (verschijnt niet in januari en juli) nr. 8/2020 ADMINISTRATIE EN REDACTIE ITAA, Emile Jacqmainlaan 135/2, B-1000 Brussel Tel.: +32 2 240 00 00 E-mail: info@itaa.be COÖRDINATIE Stéphane De Bremaeker (NL) – stephane.debremaeker@itaa.be Gaëtan Hanot (FR) – gaetan.hanot@itaa.be

Fiscale gevolgen voor Belgische vennootschappen. . 11

REDACTIECOMITÉ Stéphane De Bremaeker, Gaëtan Hanot, Johan De Coster, Chantal Demoor, Sophie Bosschaerts, François Lezaack, Bart Van Coile (voorzitter), Frédéric Delrue (ondervoorzitter), Geert Lenaerts, Eric Steghers

Dossier brexit

AFBEELDINGEN iStockphoto

Dossier brexit

Belangrijkste btw-gevolgen op 1 januari 2021. . . . . . . . . . . . . . 14 Over kosten eigen aan de werkgever voor thuiswerk, de thuiswerkvergoeding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

iStockphoto.com/MStudioImages.

17

iStockphoto.com/Ivan-balvan.

iStockphoto.com/Laurence Dutton.

7 11 14 iStockphoto.com/ronnachaipark.

iStockphoto.com/xavierarnau.

4

iStockphoto.com/Bet_Noire.

Efficiëntie en tijdwinst voor uw kantoor? BeExcellent 7.0 in een notendop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

19

VERTALINGEN IGTV en House of Words VERANTWOORDELIJKE UITGEVER B. Van Coile, Emile Jacqmainlaan 135/2, B-1000 Brussel MEDEDELING VOOR DE LEZERS De auteurs, het redactiecomité en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. De opinieartikelen vertegenwoordigen de inzichten en de mening van de auteurs en dus niet noodzakelijk die van het Instituut of van het redactiecomité. Het Instituut van de Belastingadviseurs en Accountants (IBA) is opgericht bij wet van 17 maart 2019. Het IBA gaat door het leven als ITAA, en is het resultaat van een fusie tussen het IAB en het BIBF. Het ITAA wordt bestuurd door een Raad en een Uitvoerend comité. Voor meer informatie: www.itaa.be. UITGEVER Wolters Kluwer België Motstraat 30, B-2800 Mechelen


3

Uit het jaar 2020 onthouden we vooral dat digitalisering niet langer een uitdaging is, maar een opportuniteit Geachte confrater, Het jaar 2020 kan niet alleen worden beschouwd als een annus horribilis op gezondheidsvlak; het was dat ook voor de wereldeconomie en de ganse samenleving. Nu is het nog moeilijk om de balans op te maken van de rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen van de COVID 19-crisis, maar het staat vast dat de voorspellingen blijk geven van grote onzekerheid. In deze erg bijzondere context moet ons beroep zijn rol vervullen. Onze leden mogen zichzelf beschouwen als belangrijke spelers met een centrale verantwoordelijkheid wat de economie van ons land betreft. In deze moeilijke tijden wordt de werklast van de meeste van onze kantoren erg hoog. De diensten die we onze cliënten verlenen worden elke dag complexer door de crisis en door haar gevolgen op het gebied van hulpaanvragen, ondersteuning voor ondernemingen in moeilijkheden, zieke cliënten, personeelsgebrek wegens ziekte en heel wat andere factoren. De organisatie van de kantoren en de contacten met de cliënten vragen ook heel wat bijkomende inspanningen op het gebied van digitalisering. Onze leden hebben zich erg snel aan de nieuwe noden van hun cliënten aangepast en met behulp van digitale tools in de moeilijke momenten voor operationele doeltreffendheid gezorgd. Niemand twijfelt eraan dat de digitalisering onze leden flexibeler heeft gemaakt. Wat eerst een uitdaging was, is vandaag hoe langer hoe meer een opportuniteit. De kantoren die in het verleden al in dit

Onze leden mogen zichzelf beschouwen als belangrijke spelers met een centrale verantwoordelijkheid wat de economie van ons land betreft.

We willen u ook een boodschap van hoop en optimisme geven. We mogen er redelijkerwijs op hopen dat een vaccin de verspreiding van het virus doeltreffend zal bestrijden. We zijn optimistisch over de mogelijkheid dat de economie zich zal herstellen en dat het enthousiasme voor het ondernemerschap bij de kmo’s en de zelfstandigen overeind zal blijven. We kunnen dit bereiken door verder te werken als een prioritaire partner voor onze cliënten. Ons Instituut staat u graag op een zo professioneel mogelijke wijze bij in uw dagelijkse taken.

domein hebben geïnvesteerd, hebben vandaag een duidelijke voorsprong. Het grote voordeel van de digitalisering ligt in de tijd die we ermee winnen die we vervolgens aan onze cliënten kunnen besteden op het vlak van menselijke betrekkingen, punctuele analyses en goed uitgewerkte adviezen. Dit versterkt de vertrouwensrelatie die we met ze onderhouden en raakt aan de kern zelf van ons beroep.

Bart Van Coile Voorzitter

We willen zeker nog alle mandatarissen en alle medewerkers van het ITAA bedanken voor het geleverde werk tijdens dit toch wel aparte jaar. We wensen iedereen voor 2021 een minder stresserend en beangstigend jaar toe. En vooral, draag zorg voor de mensen die u dierbaar zijn en voor uzelf.

Met confraternele groeten,

Frédéric Delrue Ondervoorzitter

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020


DOSSIER BREXIT

4

Dit brexit-dossier geeft een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de gevolgen van de brexit voor de betrekkingen tussen België en het Verenigd Koninkrijk bekeken vanuit het oogpunt van de handelsrelaties, de btw, de fiscaliteit, de douanerelaties, ... Op het moment van redactionele afsluiting van de tekst (1 december

2020) zijn de onderhandelingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU nog niet afgerond. Het is mogelijk dat er tegen 1 januari 2021 een globaal akkoord tussen beide partijen is (zachte brexit) of weinig of geen akkoord (harde brexit). Wij willen de aandacht van de lezer hier zeker op vestigen.

De handelsrelaties tussen België en het Verenigd Koninkrijk bestand tegen de brexit Voorwoord Voordat we het zullen hebben over de toekomst van de relaties tussen onze beide landen, moeten we de geografie even verduidelijken. Moet men spreken over Verenigd Koninkrijk of over Groot-Brittannië? Het Verenigd Koninkrijk is eigenlijk een land dat bestaat uit vier landen: Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland, waarvan de volledige naam het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland is. Groot-Brittannië is gewoon het grootste Britse eiland. Het grondgebied ervan wordt ingenomen door drie landen: Engeland, Schotland en Wales. Door verkeerd taalgebruik wordt het Verenigd Koninkrijk echter vaak Groot-Brittannië genoemd. De Kanaaleilanden en het Isle of Man zijn autonome bezittingen van de Britse Kroon (“crown dependancies”) en hebben dan ook nooit deel uitgemaakt van de Europese Unie.

1. Stand van zaken van de handelsbetrekkingen tussen onze beide landen Door zijn nabije ligging en zijn nauwe handelsbetrekkingen met het Verenigd Koninkrijk zal België schade lijden door de brexit. Het Verenigd Koninkrijk is immers een van de belangrijkste handelspartners van ons land. Tussen 2017 en 2019 bedroeg het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de totale uitvoer van goederen van België gemiddeld 6,9% en dat van de invoer 4,5%. Het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in het totaal van de commerciële dienstenstromen van België bedraagt gemiddeld 8,8% voor de uitvoer en 9,6% voor de invoer. Bovendien zijn de wederzijdse 1

Bron: Agentschap voor de Buitenlandse Handel

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020

belangen van beide landen nauw verweven met elkaar, in het bijzonder op het gebied van de vele buitenlandse rechtstreekse investeringen in België, maar ook in het Verenigd Koninkrijk. Als men kijkt naar de toegevoegde waarde die voortvloeit uit de Britse eindvraag, stelt men vast dat het Verenigd Koninkrijk belangrijker is voor België dan voor onze buurlanden. De brexit zal bijgevolg een impact hebben op de buitenlandse handel, maar ook op de buitenlandse rechtstreekse investeringen en op de financiële markten. Om die reden werd beslist om een “Task Force” op te richten die de Belgische regering moet informeren aan de hand van uitgewerkte en verzamelde economische analyses die pertinent zijn voor de Belgische belangen. Er werd eveneens gestalte gegeven aan Monitoring Brexit, een gemeenschappelijk project van de Nationale Bank van België, het Federaal Planbureau en de FOD Economie, om de impact van de brexit op de economieën van beide landen te onderzoeken. Dit monitoringproject wordt periodiek bijgewerkt en direct aan minister Pierre-Yves Dermagne overgemaakt. We voegen hier voor de volledigheid nog aan toe dat België in 2018 de zesde grootste leverancier was van het Verenigd Koninkrijk en dat de handelsbalans tussen onze beide landen traditioneel een positieve evolutie kent in ons voordeel1 .

2. De Covid 19-crisis en haar economische gevolgen We weten allemaal dat deze gezondheidscrisis lange tijd gevolgen zal hebben voor de wereldeconomie. Voor het Verenigd Koninkrijk was de impact nog dramatischer dan voor België en de eurozone. Dit ligt aan het feit dat de lockdown er later werd ingevoerd en de Britse regering eerst


5

iStockphoto.com/xavierarnau.

gerekend had op een strategie van groepsimmuniteit. Het goederen- en dienstenverkeer tussen onze beide landen onderging het ganse jaar een nettodaling. In het tweede kwartaal van dit jaar, onderging de Belgische uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk een daling van 30% ten opzichte van 2019 en kende de invoer een terugval van 35%. Toch bleef het overschot op de handelsbalans positief voor België.

3. Zijn België en zijn ondernemingen voorbereid op de gevolgen van de brexit? Het maakt niet zoveel uit welk akkoorden zullen worden gesloten tussen de EU en het VK: de Belgische ondernemingen kunnen gevolgen van de brexit ondervinden. Zelfs ondernemingen die geen directe handelsbetrekkingen met het VK hebben kunnen onrechtstreeks worden getroffen. Het VK is op 31 januari 2020 uit de EU gestapt. Er werd een overgangsperiode overeengekomen tot 31 december 2020 om een nieuw samenwerkingsakkoord tussen de EU en het VK te sluiten.

3.1. Welke gevolgen zal een harde brexit hebben op België en zijn Gewesten? We merken eerst en vooral op dat de handel met het VK voor bijna 100.000 banen zorgt in België (72.000 in Vlaanderen, 20.000 in Wallonië en 6.000 in Brussel). Volgens de Nationale Bank van België zou een “harde brexit” een vermindering van het Belgische BBP tot gevolg hebben in een grootteorde gaande van 0,5% (optimistisch scenario) tot 2,3% van het BBP in het slechtste geval. In het scenario van een vertrek zonder akkoord, zou België meer dan 28.000 banen kunnen verliezen 2 . Ander gevolg dat vaak wordt onderschat voor België: volgens de Universiteit Gent (UGent – Professor Herman Matthijs), zou België dan nog een bijkomend aandeel van meer dan 500 miljoen euro per jaar te storten hebben aan de gemeenschappelijke EU-begroting. Zonder akkoord zal België ook opnieuw douanediensten moeten oprichten voor de controle van deze nieuwe grens (zie verder het artikel dat aan dit probleem is gewijd). Om een voorbeeld te geven: 46% van het verkeer van de haven van Zeebrugge heeft het Verenigd Koninkrijk als herkomst of bestemming. Hier zijn 5.000 banen mee gemoeid.

2 Bron: NBB: https://www.nbb.be/nl/articles/survey-long-term-impact-brexit-uk-and-eu27-economies IWEPS: https://www.iweps.be/wp-content/uploads/2018/09/WP26-final-3.pdf Rapport van de Belgische High Level Group – “Towards a Belgian Economic Brexit Strategy” https://economie.fgov.be/nl/publicaties/ rapport-van-de-belgische.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020


6 3.2. Maatregelen die werden ingevoerd door de federale regering en de Gewesten In het licht van deze verschillende scenario’s, hebben de federale regering en de Gewesten maatregelen ingevoerd om de mogelijke schok voor ons land op te vangen. In 2016 richtte de federale overheid dan ook de “Brexit High Level Group” op. Deze groep, die wordt ondersteund door de studiedienst van de NBB, de FOD Economie en de werkgeversfederaties heeft twee rapporten gepubliceerd met 50 politieke aanbevelingen om de juridische veranderingen zo klein mogelijk te houden, meer zekerheid aan de ondernemingen te geven, de controlediensten aan de grens te versterken, en de gelegenheid van de brexit te baat te nemen om buitenlandse investeringen aan te trekken. De FOD Economie van zijn kant heeft eind 2018 de “brexit impact scan” online gezet om de ondernemingen te helpen om een evaluatie te maken van de impact van de brexit op hun activiteiten. De federale overheid heeft ook een werkgroep opgericht samengesteld uit vertegenwoordigers van de douane, het FAVV, de NBB en het Geneesmiddelenagentschap om de balans op te maken van de voorbereidingen voor een “No Deal”. Sinds de brexit impact scan in het leven werd geroepen, werd deze tool al 30.889 keer geraadpleegd (situatie op 31/08/2020 – 22.905 raadplegingen voor de Nederlandstalige versie en 7.984 raadplegingen voor de Franstalige versie). De FOD Economie zal ook spoedig filmpjes maken die op de sociale netwerken zullen worden verspreid: • een filmpje dat toont hoe gemakkelijk het is om de brexit impact scan te gebruiken en welke resultaten men dankzij deze tool kan krijgen; • een filmpje dat de risico’s toelicht die ondernemingen lopen wanneer ze zich niet op de brexit voorbereiden; • meerdere filmpjes met getuigenissen van ondernemingen die de brexit impact scan al hebben gedaan en/of die zich al op de brexit hebben voorbereid, maar ook getuigenissen van deskundigen bij de FOD Economie. 3 Wat de Gewesten betreft, heeft het Waalse Gewest geen specifieke maatregelen ingevoerd om het hoofd te bieden aan de brexit of om private ondernemingen aan te trekken die soms gedwongen in de douane-unie moeten blijven om hun activiteiten voort te zetten. Awex, het Waalse agentschap voor de export, geeft aan dat het specifieke individuele stappen heeft gezet naar bepaalde ondernemingen zoals de data centers. Brussel is erin geslaagd om de consultant EY (Ernst & Young) en de verzekeraar Lloyds op zijn grondgebied aan te trekken, maar steden als Amsterdam, Luxemburg, Parijs, Dublin en Frankfurt hebben hiervoor echte task forces opgericht. We moeten toegeven dat er op Belgisch niveau geen echt overleg plaatsvindt of coördinatie wordt gevoerd ter ontwikkeling

van een strategie om de Britse ondernemingen aan te trekken. De bedoeling van Vlaanderen is vooral om via zijn havenstructuren (Zeebrugge, Gent en Antwerpen) sterke banden met het VK te behouden en om de visserijrechten van zijn vissers in de Britse wateren te beschermen. Wat dit betreft, bij wijze van anekdote: de Vlaamse regering houdt nog steeds een voorrecht van 1666 achter de hand dat werd verleend door Koning Karel II van Engeland en dat een eeuwigdurend recht verleent voor 50 Brugse vissers om in de 12-mijlszone in de Britse wateren te vissen. Als er geen akkoord komt over de visserij tussen de EU en het VK, zal dit charter nog steeds gelden en door de Vlaamse regering worden verdedigd.

4. En als de brexit nu eens positieve gevolgen zou hebben voor bepaalde ondernemingen? De brexit kan ook bepaalde kansen bieden. Denkt u even aan ondernemingen die met uw onderneming concurreren en die zich grotendeels in het VK bevoorraden. Bepaalde ongemakken die de brexit voor hen met zich mee kan brengen, kunnen uw onderneming uiteindelijk een concurrentieel voordeel opleveren. U kunt ook een deel van de Europese markt van uw Britse concurrenten innemen. Zelfs als u niet rechtstreeks onderhandelt met het VK, kan de brexit dan ook positieve gevolgen hebben voor uw onderneming. Denk daaraan.

Conclusie De brexit is ongetwijfeld de belangrijkste gebeurtenis voor de EU sinds de ondertekening van het Verdrag van Rome in 1957. Er hebben zich sindsdien tal van landen bij de Europese Unie aangesloten en er zijn er nog die willen toetreden. Het Verenigd Koninkrijk is echter de eerste die er weer uit wil vertrekken. Dit zal een feit zijn op 1 januari 2021. Er blijven nog veel onbekende factoren bestaan die geval per geval zullen geregeld moeten worden. We denken bijvoorbeeld aan Schotland en Noord-Ierland die tegen de brexit hebben gestemd en aan de grens tussen NoordIerland en Ierland (Éire). De brexit zal zijn kinderziektes hebben. Laat ons hopen dat het gezond verstand aan beide zijden van het Kanaal zal zegevieren. Gaëtan Hanot Cel Communicatie van het ITAA

3 Bron: FOD Economie – Gezamenlijke nota van de NBB, het FPB en de FOD Economie.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020


DOSSIER BREXIT

7

Akkoord of niet, de brexit zal een belangrijke impact hebben voor de Belgische operatoren! In juni 2016 werd het referendum gehouden over het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (EU). Ondertussen zijn al meer dan vier jaar verstreken. Alhoewel over het vertrek van het Verenigd Koninkrijk een zekere onvermijdelijkheid en een gevoel van onvoltooidheid heersen, lijken alle voorwaarden vervuld om dit concrete vorm te geven. Met nog maar een paar weken te gaan vóór het einde van de overgangsperiode, houden de Belgische ondernemingen de adem in bij het vooruitzicht van een “harde brexit” die hoe langer hoe meer plausibel wordt en vrezen ze de funeste economische gevolgen die de brexit op hun handelingen kan hebben. Het Verenigd Koninkrijk is een zeer belangrijke partner voor België. Deze laatste is het vijfde Europese invoerland van goederen afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk en het derde Europese uitvoerland van goederen naar het Verenigd Koninkrijk. Akkoord of niet, vanaf 1 januari 2021 zal het beginsel van het vrije verkeer van goederen niet meer worden toegepast en komen er zowel tarifaire als niet-tarifaire beperkingen op de handelsbetrekkingen tussen GrootBrittannië en België... die onvermijdelijk gevolgen zullen hebben voor de handelsmarge van de operatoren.

1. Terugkeer naar een grensdouane Vanaf 1 januari 2021, zal het Verenigd Koninkrijk niet langer deel uitmaken van de douane-unie met de EU, hetgeen onvermijdelijk een reeks gevolgen met zich mee zal brengen: • Er kunnen douanerechten geheven worden op de goederen afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk bij invoer ervan in de EU (en in België), en omgekeerd, wanneer de goederen

1

afkomstig uit België in het Verenigd Koninkrijk worden ingevoerd1 . • Er worden opnieuw douane-aangifteformaliteiten ingevoerd tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk alhoewel die verdwenen waren. Telkens wanneer koopwaar in de EU of het Verenigd Koninkrijk wordt ingevoerd zal een douaneaangifte van invoer en/uitvoer moeten worden gedaan. De operatoren moeten zich in een positie bevinden waarin ze de juiste documenten kunnen voorleggen, in het bijzonder wat de indeling van de goederen betreft, hun douanewaarde en hun oorsprong om de douaneschuld te kunnen bepalen, omdat ze anders het risico lopen op strafrechtelijke sancties (het wordt (opnieuw) zeer belangrijk om de verantwoordelijke persoon vast te stellen voor de invoer en/of de uitvoer van goederen). • Belgische operatoren zullen zich ervan moeten vergewissen dat ze een EORI-nummer hebben gekregen om alle douanehandelingen te verrichten. In het kader van verkoop die plaatsvindt onder bescherming van de incoterm “DDP” (Delivery Duty Paid – op plaats van bestemming) moet bijzondere aandacht worden besteed aan de

leveringsovereenkomst van de goederen om te bepalen of de Belgische operator ook verantwoordelijk is voor de invoer-/uitvoerformaliteiten in Groot-Brittanië. In een dergelijk geval is er een EORI-nummer en inschrijving bij de btw vereist en moet men een beroep doen op een douanevertegenwoordiger. • De douanevergunningen die worden uitgereikt door de Britse douaneautoriteit HMRC zullen niet langer worden erkend in de rest van de EU en omgekeerd. Dit zal onder meer het geval zijn voor de AEOvergunningen (Authorised Economic Operator – geautoriseerde marktdeelnemer) en voor die welke betrekking hebben op vereenvoudiging of op douaneregelingen, zoals het douanedepot of de actieve/ passieve veredeling. • Belgische operatoren die accijnsproducten uitvoeren (alcohol, tabak of energieproducten) naar Groot-Brittanië kunnen geen beroep doen op het EMCS-systeem voor het verkeer van deze producten tot hun plaats van bestemming. Het is mogelijk dat voor eenzelfde handeling aan weerskanten van de grens uitvoer- en invoeraangiftes en een nieuwe e-AD vereist zullen zijn in

Het Verenigd Koninkrijk heeft zijn nieuwe douanetarief (‘UK Global Tariff Act’) al bekendgemaakt dat het gemeenschappelijke buitentarief van de Europese Unie zal vervangen en zal gelden voor alle producten die in Groot-Brittanië worden ingevoerd (waardoor NoordIerland wordt uitgesloten).

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020


8

iStockphoto.com/Bet_Noire.

plaats van gebruik te maken van één elektronisch document (e-AD) zoals dit nu het geval is. Deze niet-exhaustieve lijst zet de ongemakken en negatieve gevolgen in de kijker die de brexit op de Belgische operatoren zal hebben. De betaling van douanerechten die men in tegenstelling tot de btw niet kan terugkrijgen, kan de winstmarges van de ondernemingen, die nu al blootgesteld waren aan de Covid 19-crisis, verder aantasten. De talrijke formaliteiten die niet bestonden toen het Verenigd Koninkrijk nog een lidstaat van de EU was zullen voor een grote administratieve last zorgen die de operatoren intern zullen moeten beheren of aan douanevertegenwoordigers moeten delegeren, wat ook voor extra kosten zal zorgen. De brexit zal ook voor een groot logistiek probleem zorgen. De Britse douaneautoriteiten en deze van de lidstaten kunnen zodra er wordt ingevoerd of uitgevoerd tussen Groot-Brittannië en de EU goederen fysiek controleren en documenten nakijken.

De bestaande infrastructuren om dergelijke controles uit te voeren zijn vooral in het Verenigd Koninkrijk nog niet klaar om een groot volume aan verklaringen en goederen te verwerken. De wachttijden aan de grenzen van de EU en Groot-Brittanië zullen waarschijnlijk aanzienlijk worden verlengd, zoals dit nu het geval is tussen de EU en Zwitserland of Noorwegen, wanneer er geen akkoord komt over douanesamenwerking, Om die reden heeft de Britse regering beslist om de douaneformaliteiten in verschillende fasen herin te voeren, tot juli 2021. Wat de EU betreft zal deze vanaf de eerste dag van het post-brexit-tijdperk de goederen afkomstig uit Groot-Brittanië controleren net zoals ze dat nu doet voor derde landen. Alhoewel er niet stelselmatig grenscontroles plaatsvinden op alle goederen, zal voor sommige categorieën van goederen zoals levende dieren, verse producten of fytosanitaire producten een verplichte inspectie door de bevoegde overheden vereist zijn. De operatoren van de sector zullen worden geconfronteerd met nog langere wachttijden aan de grenzen zolang het diergeneeskundige

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020

personeel en de infrastructuren om dergelijke inspecties uit te voeren ontbreken, zonder rekening te houden met de meldingen en documenten die zullen worden gevraagd bij de invoer. Voor deze goederen moeten alle douaneformaliteiten voltooid zijn vanaf 1 januari 2021, waardoor de bevoorradingsketens in moeilijkheden dreigen te komen. Ze staan nu al onder druk door de logistieke verplichtingen die eigen zijn aan de sector. De economische operatoren zullen dus moeten nadenken over vereenvoudigde procedures voor douaneaangifte om het verkeer aan de toegang en de uitgang van Groot-Brittannië zo veel als mogelijk vlot te laten verlopen.

2. Einde van de eenheidsmarkt en van een gemeenschappelijk handelsbeleid De brexit betekent dat het Verenigd Koninkrijk vanaf 1 januari 2021 niet langer deel zal uitmaken van de eenheidsmarkt van de EU.


Momenteel zorgt de eenheidsmarkt voor het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten van de EU waardoor onder meer technische productnormen kunnen worden geharmoniseerd. Een product dat in een lidstaat als conform wordt beschouwd, zal dit ook zijn in een andere lidstaat van de EU en in de meeste gevallen ook in de Europese Economische Ruimte (EER, waartoe ook Noorwegen, IJsland en Liechtenstein behoren). Deze regels strekken er voor alles toe om de veiligheid en de bescherming van Europese consumenten te verzekeren. De richtlijn 2001/95/EG inzake algemene productveiligheid en alle sectorwetgeving die de EU in dit kader heeft uitgevaardigd, zal niet langer gelden voor het Verenigd Koninkrijk. In de praktijk zullen de Belgische operatoren in tegenstelling tot wat ze vandaag moeten doen, zich ervan moeten vergewissen dat de producten die uit het Verenigd Koninkrijk worden ingevoerd aan de Europese wetgeving beantwoorden. Nogmaals: de Belgische operatoren kunnen een toename ondervinden van hun administratieve last en van de kosten om de producten conform te maken aan de Europese markt. Dit zal zich onder meer op de volgende wijze concretiseren: • Om de producten op de Britse markt te kunnen commercialiseren, moeten de producten die afkomstig zijn uit België en de EU conform zijn aan verschillende standaarden wanneer ze bestemd zijn voor Groot-Brittanië, wat onder meer betekent dat bijkomende technische documenten moeten worden opgesteld of een andere conformiteitsmarkering dan de CE-markering moet worden aangebracht. • In sommige sectoren verplicht de wetgeving van de Unie dat een aangemelde instantie optreedt in de evaluatieprocedure van de conformiteit van sommige goederen zoals

geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, cosmetica en andere producten van de life sciences-industrie, een sector die vooral in België belangrijk is. Vanaf 1 januari 2021 zullen de attesten die worden uitgereikt door de aangemelde instanties van het Verenigd Koninkrijk (UKAS) niet langer door de EU-overheden worden erkend. Sommige ondernemingen moeten een nieuwe aanvraag voor een attest indienen bij een aangemelde instantie van de Unie of het dossier en het ermee overeenstemmende attest van de Britse aangemelde instantie aan een aangemelde instantie van de EU overmaken. Wanneer er geen wederzijdse erkenning in het eventuele handelsakkoord met het Verenigd Koninkrijk wordt opgenomen, wordt de commercialisering van geneesmiddelen en andere life sciences-producten dus nog complexer. Tot slot heeft het Verenigd Koninkrijk besloten om niet langer deel uit te maken van het gemeenschappelijke handelsbeleid van de EU: • De bevoegdheid die de EU heeft op het gebied van de controle op uitvoer, en dan vooral bij sommige gevaarlijke chemische stoffen of goederen voor tweeërlei gebruik, zal niet langer gelden voor het Verenigd Koninkrijk die zijn eigen regeling zal hebben, bijvoorbeeld: – Belgische operatoren die goederen voor tweeërlei gebruik willen uitvoeren, moeten bepalen of een aanvraag voor een uitvoervergunning nodig is en deze in voorkomend geval indienen 2; – de uitvoer van sommige gevaarlijke chemische stoffen moet ter kennis worden gebracht van de bevoegde autoriteiten, ofwel moet men voorafgaande toestemming van het land van invoer hebben gekregen 3;

– de invoer en uitvoer van drugsprecursoren zal worden gecontroleerd en zal aan specifieke formaliteiten moeten voldoen4 . • De vrijhandelsakkoorden die de EU in naam van de 28 lidstaten – waaronder het Verenigd Koninkrijk – heeft gesloten, zullen niet langer voor deze laatste gelden. Belgische fabrikanten lopen het risico dat zij niet langer tariefpreferenties kunnen genieten bij de uitvoer naar landen die een handelsovereenkomst met de EU hebben: onderdelen van Britse oorsprong die worden gebruikt bij de fabricage van in België afgewerkte producten zullen niet langer worden beschouwd als materiaal van EU-origine, maar als materiaal van derden. Bijgevolg kan men zich de vraag stellen of het sluiten van een handelsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk al deze tarifaire en niet-tarifaire beperken uit de weg kan ruimen.

3. Is een handels­ akkoord een oplossing voor de brexit? Het is duidelijk dat het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU onherroepelijk opnieuw tarifaire en niet-tarifaire beperkingen tot leven zal wekken, omdat het Verenigd Koninkrijk heeft beslist om geen douane-unie met de EU te vormen (zo’n unie zou de tarifaire beperkingen werkelijk hebben doen opheffen) en evenmin deel wil uitmaken van de EER (waardoor het land de meeste van zijn regels in overeenstemming kon hebben gebracht met de regels van de Europese eenheidsmarkten en sommige niet-tarifaire beperkingen had kunnen doen opheffen).

2 Verordening (EG) nr. 428/2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik. 3 Verordening (EU) nr. 649/2012 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen. 4 Verordening (EG) nr. 111/2005 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020


10

iStockphoto.com/ronnachaipark.

Het sluiten van een eerder klassiek akkoord (zoals dat welke werd gesloten tussen de EU en Canada of Japan) riskeert om een probleem te blijven voor de Belgische operatoren. Het toekomstige akkoord moet er eerst nog komen en vervolgens worden geanalyseerd, maar we kunnen wel al sommige zaken opmerken: • Vanuit tarifair oogpunt moet de koopwaar die naar het Verenigd Koninkrijk wordt uitgevoerd voldoende zijn verwerkt of in België of een andere lidstaat van de EU zijn geproduceerd om een preferentieel tarief te genieten (dat wil zeggen een vermindering of vrijstelling van douanerechten). Technisch gezien moet de koopwaar een zogeheten preferentiële oorsprong EU hebben gekregen. De oorsprongscriteria, of liever gezegd, de uit te voeren industriële processen om een preferentiële oorsprong te krijgen, worden bepaald in het oorsprongsprotocol van een eventueel toekomstig vrijhandelsakkoord. Hieruit blijkt dat de operatoren een zekere inspanning moeten leveren om de preferentiële oorsprong te bepalen: ze moeten zich ervan vergewissen dat ze daadwerkelijk aan de oorsprongscriteria voldoen. Als ze de

preferentiële oorsprong niet krijgen, worden douanerechten geheven op de goederen wanneer ze het Verenigd Koninkrijk binnengaan. Dezelfde logica geldt wanneer de Britse uitvoerder geen preferentieel tarief kan krijgen omdat het product in kwestie geen preferentiële oorsprong in het Verenigd Koninkrijk heeft gekregen. • Vanuit een niet-tarifair oogpunt zal het feit dat er twee verschillende juridische regelingen naast elkaar bestaan onvermijdelijk tot verschillen leiden op normatief en regelgevend gebied, zelfs als er akkoorden van wederzijdse erkenning worden gesloten. Sommige certificeringsprocedures kunnen hoogstwaarschijnlijk worden verlicht door de erkenning van sommige aangemelde instanties, maar in de meeste gevallen zal de toename van de administratieve last voor de Belgische operatoren en de tijd die ze moeten besteden aan conformiteit onvermijdelijk zijn.

4. De impact beperken Er bestaan oplossingen om de impact van de brexit te beperken.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020

De Europese wetgeving (in dit geval het douanewetboek van de Unie) voorziet in een AEO-toelating. Wanneer een operator een AEO is, kan hij onder meer: • verminderde controle aan de grens genieten en als een vertrouwenspersoon worden beschouwd in de bevoorradingsketen van goederen. In de praktijk kan de wachttijd aan de grenzen aanzienlijk worden verminderd en wordt de AEO-operator op voorhand kennis gegeven van een genomen controlebeslissing; • gemakkelijker vereenvoudigde formaliteiten en douanevergunningen krijgen (bijvoorbeeld de inschrijving in de administratie van de aangever die geldt als een douaneaangifte, gedecentraliseerde vrijmaking, vermindering van het waarborgbedrag, gemakkelijker betalingsuitstel krijgen). De uitdaging die de brexit stelt is niet onoverkomelijk. Er moet vooral een strategie (korte termijn, middellange termijn en lange termijn) worden uitgewerkt die aangepast is aan de toestand van de onderneming, waarbij een inspanning wordt gedaan om de bevoorradingsketen van de operatoren aan te passen en om in dit opzicht te investeren in de instelling van een doeltreffend kwaliteitsbeheer en een doeltreffende organisatie van de douanediensten en in automatiseringstools. De operatoren beschouwen de investeringen in deze tools wellicht als belangrijke investeringen in de huidige context. Ze kunnen de competitiviteit van de Belgische operatoren verbeteren en nieuwe kansen bieden op andere markten, zoals de Amerikaanse, de Aziatische of de Afrikaanse. Lionel Van Reet Sylvain Guelton


DOSSIER BREXIT

11

Fiscale gevolgen voor Belgische vennootschappen Het Verenigd Koninkrijk (VK) heeft de Europese Unie (EU) verlaten op 31 januari 2020. Nu geldt een overgangsperiode tot en met 31 december 2020. In deze periode moet het VK zich houden aan alle EU-regels en wetten. Voor burgers en bedrijven verandert er vrijwel niets. Na de overgangsperiode komen er veranderingen, met of zonder een akkoord over de nieuwe relatie. De EU en het VK onderhandelen tijdens de overgangsperiode verder over hun nieuwe relatie. Zij spreken dan af hoe ondernemers na de overgangsperiode zaken kunnen doen in en met het VK. Volledige duidelijkheid over de nieuwe relatie is er pas als de onderhandelingen voorbij zijn. Dat is aan het eind van de overgangsperiode. In ieder geval verandert de relatie van de VK met de EU. In deze bijdrage geven we een overzicht van de gevolgen op het vlak van de vennootschapsbelasting: Belgische ondernemingen moeten immers rekening houden met een gewijzigd fiscaal kader aangezien het VK niet langer tot de EU zal behoren. Verder is het ook mogelijk dat het VK niet langer tot de Europese Economische Ruimte (EER) zal behoren.

1. Vrijstellingen op basis van de MoederDochterrichtlijn Dividenden kunnen tussen verbonden vennootschappen in België worden uitgekeerd met vrijstelling van roerende voorheffing. Die vrijstelling is gebaseerd op de Europese MoederDochterrichtlijn.1 Oorspronkelijk was de vrijstelling afhankelijk van een minimum deelneming van 25% die gedurende ten minste één jaar werd aangehouden.

1 2 3 4 5

In een latere fase werd het minimum percentage verlaagd naar 10% (of een deelneming van ten minste 2.500.000 euro). De vraag stelt zich of dividenduitkeringen van een Belgische vennootschap aan een VK-aandeelhouder nog vrijgesteld kunnen worden van Belgische roerende voorheffing als de vermelde voorwaarden vervuld zijn. Het antwoord is bevestigend: België heeft immers de vrijstelling uitgebreid in het interne recht naar alle landen waarmee een overeenkomst ter vermijding van dubbele belasting werd afgesloten, op voorwaarde dat deze overeenkomst of enig ander verdrag in de uitwisseling van inlichtingen voorziet die nodig zijn om uitvoering te geven aan de bepalingen van de nationale wetten van de betrokken Staten. 2 Artikel 26 van de overeenkomst tussen België en het VK voorziet in een dergelijke bepaling. Bijgevolg kan de vrijstelling van roerende voorheffing op dividenduitkeringen worden toegepast als de vermelde voorwaarden worden vervuld, ook indien het VK niet langer tot de EU zou behoren. Voor een Belgische moedervennootschap met een dochteronderneming in het VK heeft de uittreding evenmin impact: het VK heft vandaag immers geen bronheffing op dividenden

die door de Britse dochter worden uitgekeerd. De vrijstelling van roerende voorheffing zoals voorzien in de MoederDochterrichtlijn werd in België ook uitgebreid naar de gerealiseerde meerwaarden op aandelen. Deze meerwaarden worden vrijgesteld van vennootschapsbelasting voor zover de voorwaarden voor de DBI-aftrek worden nageleefd. 3 Brexit heeft geen impact op deze vrijstelling: meerwaarden die door Belgische vennootschappen worden gerealiseerd op hun aandelen in een VK-vennootschap, blijven onder de vermelde voorwaarden vrijgesteld van vennootschapsbelasting.

2. Vrijstellingen op basis van de Interest- en Royaltyrichtlijn Ook interest- en royaltybetalingen kunnen tussen verbonden ondernemingen met vrijstelling van Belgische roerende voorheffing worden betaald, voor zover de voorwaarden van de Europese Interest- en Royaltyrichtlijn4 vervuld zijn. De richtlijn voorziet in een vrijstelling voor zover er een deelneming van tenminste 25% is die gedurende tenminste één jaar wordt aangehouden.5 Ofwel bezit één van beide verbonden

Richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende Lid-Staten, PB L 225 van 20 augustus 1990, p. 0006 – 0009. Artikel 264/1 WIB92. Artikel 192 WIB92. Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty’s tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten, PB L 157, 26 juni 2003, p. 49–54. Artikel 107, § 6 KB/WIB92.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020


12 vennootschappen een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming van ten minste 25%, ofwel bezit een derde vennootschap die binnen de Europese Unie gevestigd is, een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming van ten minste 25%.6 In tegenstelling tot de MoederDochterrichtlijn werd het minimumpercentage nadien niet aangepast voor betaalde interesten en royalty’s. Ook de uitbreiding die België implementeerde voor de meeste verdragslanden, geldt niet voor de Interest- en Royaltyrichtlijn. Bijgevolg kan na de brexit geen beroep meer worden gedaan op deze vrijstelling. Interesten en royalty’s die tussen verbonden vennootschappen worden betaald, zullen na de brexit moeten geanalyseerd worden op basis van het dubbelbelastingverdrag tussen België en het VK. Dit verdrag bevat volgende regels. Voor royalty’s voorziet het dubbelbelastingverdrag in een volledig vrijstelling:7 een Belgische onderneming die royalty’s betaalt aan een VK-onderneming, zal dus onder voorwaarden 8 geen Belgische roerende voorheffing moeten inhouden. De Belgische interne roerende voorheffing van 30% kan worden verlaagd naar 10% als de betrokken ondernemingen verdragsgerechtigd zijn. Het verlaagde tarief van 10% kan worden vervangen door een volledige vrijstelling van Belgische roerende voorheffing in de volgende gevallen:9 a) interest betaald uit hoofde van een lening van welke aard ook die is toegestaan of een krediet dat is verleend door een onderneming aan een andere onderneming; b) interest betaald aan een pensioenstelsel op voorwaarde dat die

interest niet afkomstig is uit het uitoefenen van een bedrijf door het pensioenstelsel of met behulp van een afhankelijke onderneming; c) interest betaald aan de andere overeenkomstsluitende Staat, aan één van de staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan of aan een openbare entiteit. In vergelijking met de vroegere situatie zijn de vrijstellingsformaliteiten of de formaliteiten tot het bekomen van een verminderd verdragstarief complexer: een formulier 276 Int.-Aut. (voor interesten) of 276R (voor royalty’s) moet immers worden toegevoegd aan de aangifte roerende voorheffing. Omdat deze formulieren uitgebreider zijn dan het huidige attest en deze ook door de VK-belastingadministratie moeten worden geattesteerd, is de procedure omslachtiger.

3. Toepassing van de fusierichtlijn Net zoals voor andere richtlijnen zal ook de EU-Fusierichtlijn niet meer gebruikt worden voor cross-border fusies, splitsingen, verplaatsing van maatschappelijke zetel, enzovoort. Het belastingneutrale karakter van dergelijke operaties zoals voorzien in artikel 211 van het WIB92 is immers voorbehouden voor een Belgische of een intra-Europese vennootschap. Na de brexit is deze voorwaarde niet langer vervuld voor VK-vennootschappen.

4. EER-lidmaatschap Aangezien het VK ook uit de Europese Economische Ruimte (EER) zou treden, heeft dit een impact op de toepassing van bepaalde Belgische fiscale regels.

Zo is het nieuwe consolidatieregime (of de groepsbijdrage) enkel mogelijk tussen verbonden vennootschappen die gevestigd zijn in België en in een EERlidstaat. Twee Belgische dochterondernemingen van een VK-vennootschap zullen dus niet meer in aanmerking komen voor de groepsbijdrage. Ook de verliezen die een Belgische vennootschap op een definitieve wijze realiseert in een VK-inrichting, komen niet meer in aanmerking voor vrijstelling in België. Voor de toepassing van de tax shelter regeling voor producties van een audiovisueel werk, zullen de productie- en exploitatie-uitgaven van VK-productiehuizen niet meer in aanmerking komen voor het Belgische stelsel. Dergelijke uitgaven moeten immers verricht worden binnen de EER. Verder zullen ook andere mogelijke voordelen in het WIB92 die gekoppeld zijn aan de vestiging in de EER niet meer mogelijk zijn: de gespreide taxatie van bepaalde meerwaarden en de wederbelegging, de DBI-aftrek op bepaalde verworpen uitgaven, exit taxes, enzovoort.

5. Verdere actie gewenst! Het is duidelijk dat Belgische ondernemingen met activiteiten of verbonden vennootschappen in het VK nadeel kunnen ondervinden van de post-brexit situatie. Een grondige analyse van de diverse transacties in het licht van de brexit situatie is noodzakelijk om mogelijke nefaste gevolgen te vermijden. Peter Van Rompaey Gecertificeerde belastingadviseur

6 Artikel 105, 6, b KB/WIB92. 7 Artikel 12, Synthesetekst van het MLI en de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België en de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar vermogenswinsten, ondertekend te Brussel op 1 juni 1987, zoals gewijzigd door het protocol, ondertekend te Parijs op 24 juni 2009 (hierna Verdrag BE/VK). 8 In de mate dat zij in aanmerking komt als uiteindelijke gerechtigde van de inkomsten en de andere verdragsvoorwaarden naleeft. 9 Artikel 11, Verdrag BE/VK.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020


Adsolut Fiscaal Dossier:

uw garantie voor een vlotte jaarafsluiting Adsolut Fiscaal Dossier bundelt tal van functies om het boekjaar efficiënt en correct af te sluiten. Dankzij de integratie met Accon Jaarrekening en Superfisc Vennootschapsbelasting loopt u moeiteloos doorheen het volledige proces, van balanscontrole tot jaarverslag. Belastingaangifte Fiscale bijlagen Simulaties

Berekening autofiscaliteit Toewijzing inkomsten Gepersonaliseerde toelichting

Controle Neerlegging bij de Nationale Bank Financiële analyse

Sjablonen Alle documenten op één plek Jaarrapport

Spreiding van werklast Inzicht in de voortgang van uw dossiers Naadloze integratie met Adsolut Boekhouding, Expert/M en de Wolters Kluwer-aangiftesoftware

Voor meer informatie, klik hier


DOSSIER BREXIT

14

Belangrijkste btw-gevolgen op 1 januari 2021 1. Situering van het probleem De brexit, die het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie verankert, is op 1 februari 2020 in werking getreden. Voor de toepassing van de btw blijven de intracommunautaire regels echter behouden in de betrekkingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de andere lidstaten van de Europese Unie, tot en met 31 december 2020. Tenzij een andere beslissing wordt genomen, gaan de goederen en de diensten tussen de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk vanaf 1 januari 2021 over naar de btw-regeling van de extracommunautaire handelingen.

De belangrijkste btw-gevolgen hebben betrekking op de fysieke verplaatsingen van goederen (binnengekomen en uitgaande goederen van de Europese Unie, ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk) en de leveringen en dienstafnames met in het Verenigd Koninkrijk gevestigde personen. De bijzonderheden voor Noord-Ierland komen hier niet aan bod. Aangezien het overgrote deel van de intracommunautaire handelingen (goederen en diensten) tussen belastingplichtigen plaatsvindt die voor btw-doeleinden zijn geĂŻdentificeerd, met recht op aftrek, richt deze uiteenzetting zich op de btw-aspecten tussen deze belanghebbenden.

2. Goederen 2.1. Goederen die het grondgebied van de Europese Unie binnenkomen 2.1.1. Verenigd Koninkrijk nog steeds beschouwd als een lidstaat van de Europese Unie Tot 31 december 2020, blijft men het Verenigd Koninkrijk voor de toepassing van de btw als een lid van de Europese Unie beschouwen. De bewegingen van de goederen blijven de regels volgen van intracommunautaire leveringen-verwervingen tussen de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk.

iStockphoto.com/Laurence Dutton.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020


15 Voor deze handelingen moet men in het bijzonder rekening houden met de hoedanigheid van de kopers: (i) belastingplichtigen met recht op aftrek; (ii) leden van de groep van vier (belastingplichtigen vrijgesteld door art. 44 van het WBTW; landbouwondernemingen van de regeling van artikel 57 van het WBTW, kleine ondernemingen van artikel 56bis van het WBTW, niet-belastingplichtige rechtspersonen); (iii) particulieren. Men dient ook naargelang de omstandigheden rekening te houden met de aard van de goederen, onder meer: (i) al dan niet onderworpen aan accijnzen (alcohol, tabak, enz. – artikel 1, §6, 4° van het WBTW); (ii) nieuwe vervoermiddelen (artikel 8bis van het WBTW); (iii) tweedehandsgoederen onder de regeling van de winstmarge (artikel 58, §4, van het WBTW). Men mag de hoedanigheid van de verkopers evenmin veronachtzamen (categorieën van belastingplichtigen, niet-belastingplichtigen). Wanneer de verkopers en de kopers belastingplichtigen zijn, die voor btw-doeleinden zijn geïdentificeerd, met recht op aftrek, zijn de belastingplichtigen voor de btw die verschuldigd is op de intracommunautaire verwervingen in de regel de kopers, door middel van normale periodieke aangiften (in België, belastbare basis in rooster 86, verschuldigde btw in rooster 55, aftrekbare btw in rooster 59 en één van de roosters 81, 82, 83 volgens de kwalificaties). Dergelijke intracommunautaire leveringen zijn vrijgesteld van btw. Ze horen thuis in rooster 46 van de Belgische normale periodieke aangifte en in de lijst van intracommunautaire handelingen.

2.1.2. Verenigd Koninkrijk beschouwd als een derde staat door de Europese Unie Vanaf 1 januari 2021, worden de goederen die uit het Verenigd Koninkrijk komen en het grondgebied van de Europese Unie binnenkomen, beschouwd als invoer, omdat deze goederen van een derde land komen. Een dergelijke invoer brengt douaneformaliteiten met zich mee. In de regel is de btw verschuldigd in hoofde van de invoerder die de hoedanigheid van de bestemmeling aanneemt. Het kan gaan om belastingplichtigen of niet-belastingplichtigen. Deze btw wordt vanuit douaneoogpunt normaal opeisbaar op het ogenblik dat de ingevoerde goederen in het vrije verkeer komen. Er bestaan voorwaarden voor het kwijten van de btw bij de invoer, in het bijzonder: • niet-opeisbaarheid voor de goederen die onder opschortende douaneregelingen zijn geplaatst (entrepot, enz.); • niet-betaling in situaties van wederuitvoer; • betalingsuitstel bij de normale periodieke btw-aangifte (voorafgaande toelating); • douanevervoer; • actieve en passieve veredelingen; • vrijstellingen; • enz. De belastbare basis van de btw verschuldigd bij de invoer, stemt overeen met de douanewaarde, verhoogd met bepaalde kosten (transport, verzekeringen, douanekantoren, enz.). Deze belastbare basis wijkt af van de aankoopprijs, en van de belastbare basis van de intracommunautaire verwervingen. Over het geheel genomen ligt de verschuldigde btw op ingevoerde goederen hoger, met alle gevolgen die daaruit kunnen voortvloeien (recht op beperkte of geen aftrek, voorfinanciering, enz.). De invoerder-bestemmeling dient zijn btw-identificatienummer niet langer

aan de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde verkoper mee te delen, zoals dat voorheen wel het geval was voor de intracommunautaire verwervingen.

2.2. Goederen die het grondgebied van de Europese Unie verlaten 2.2.1. Verenigd Koninkrijk nog steeds beschouwd als een lidstaat van de Europese Unie De regeling van intracommunautaire leveringen-verwervingen geldt tot en met 31 december 2020. Zoals uiteengezet onder 2.1.1 moet op bepaalde punten een onderscheid worden gemaakt (kopers, goederen, verkopers). Wanneer de kopers en de verkopers belastingplichtigen zijn, die voor btw-doeleinden zijn geïdentificeerd, met recht op aftrek, en alle voorwaarden vervuld zijn (vertrek van de goederen uit de lidstaat van vertrek, lijst van intracommunautaire handelingen, enz.), worden de intracommunautaire leveringen vrijgesteld. De belastingplichtigen van de in het Verenigd Koninkrijk verschuldigde btw zijn dan ook de intracommunautaire verwervers. De verkopers, die in België normale periodieke aangiftes moeten doen, nemen deze verkopen op in het rooster 46 van dit formulier, en vermelden ze in de lijst van intracommunautaire handelingen.

2.2.2. Verenigd Koninkrijk beschouwd als een derde staat door de Europese Unie Op 1 januari 2021 worden de goederen die de Gemeenschap verlaten om naar het Verenigd Koninkrijk te gaan beschouwd als uitvoer. Onder strikte voorwaarden worden ze van btw vrijgesteld.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020


16 3.2. Verenigd Koninkrijk nog steeds beschouwd als een lidstaat van de Europese Unie Tot en met 31 december 2020 blijven de diensten met het Verenigd Koninkrijk intracommunautair. iStockphoto.com/alphaspirit.

Men dient deze vrijstellingen voor uitvoer buiten de Gemeenschap te rechtvaardigen door bewijsdocumenten (contracten, transport- en betaaldocumenten, douane-aangifte, enz.). Exemplaar 3 van de douane-aangifte is bijzonder belangrijk. Het wordt opgesteld volgens de douanevoorschriften en moet in een specifiek systeem (PLDA) worden ingevoerd. De verklaring moet aan de douane samen met de goederen worden overgelegd en door de douaneautoriteiten worden gevalideerd. De uitvoerder moet dit exemplaar 3 in zijn bezit hebben. Vak 2 vermeldt de uitvoerder en vak 44 vermeldt zijn Belgisch btw-identificatienummer. In België wordt genoemde uitvoer opgenomen in rooster 47 van de periodieke btw-aangifte. Voor deze uitvoer moet geen enkele lijst van intracommunautaire handelingen worden ingevuld. Het wordt overbodig om de afnemers van het Verenigd Koninkrijk naar hun btw-identificatie te vragen.

3. Diensten 3.1. Plaatsbepaling Volgens de algemene regel van artikel 21, §2 van het WBTW dient men de diensten te plaatsen op de plaats van vestiging van de belastingplichtige afnemer. Het maakt niet uit of deze belastingplichtige binnen of buiten de Europese Unie is gevestigd. In afwijking van deze algemene regel, voorziet §3 van genoemd artikel 21 in uitzonderingen (plaats van het onroerend goed voor bepaalde diensten die verband houden met onroerende goederen, plaats van uitvoering voor de restaurant- en cateringdiensten, plaats waar personenvervoer wordt uitgevoerd, enz.). Artikel 21bis van het WBTW stelt de regels van plaatsbepaling vast wanneer de afnemers niet-belastingplichtigen zijn. Volgens de algemene regel van de eerste paragraaf, wordt de plaats van de diensten door dit artikel bepaald op de plaats van vestiging van de dienstverrichter. Paragraaf 2 van dit artikel 21bis voorziet echter in uitzonderingen op deze algemene regel (de plaats van bepaalde diensten die verband houden met onroerende goederen wordt bepaald op de plaats van het onroerend goed, restauranten cateringdiensten worden geplaatst waar de dienst materieel wordt verricht, enz.).

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020

Wanneer de btw-plichtige de belastingplichtige afnemer is die in een andere lidstaat dan de dienstverrichter is gevestigd, is in de regel de verleggingsregeling van toepassing. De dienstverrichters moeten deze diensten opnemen in de lijst van intracommunautaire handelingen. In België wordt voorzien in de roosters 44 van de normale btw-aangiftes van deze dienstverrichters. Voor de belastingplichtige afnemers, worden de normale periodieke aangiften die in België worden gedaan, uitgedrukt in de roosters 82 of 83, 88 (belastbare basis), 55 (verschuldigde btw) en 59 (aftrekbare btw).

3.3. Verenigd Koninkrijk beschouwd als een derde staat door de Europese Unie Vanaf 1 januari 2021, worden de diensten die worden ontvangen en verleend door belastingplichtigen die in het Verenigd Koninkrijk zijn gevestigd NIET-communautair. Wanneer de in België gevestigde dienstverrichter de normale periodieke btw-aangiftes doet, vult hij het rooster 47 in. De lijst van intracommunautaire handelingen slaat niet op deze extracommunautaire diensten. Voor de in België gevestigde belastingplichtige ontvangers van diensten, worden de normale periodieke aangiften ingevuld aan de hand van de roosters 82 of 83, 87 (belastbare basis), 56 (verschuldigde btw), en 59 (aftrekbare btw). Yvon COLSON Extern medewerker


17

Over kosten eigen aan de werkgever voor thuiswerk, de thuiswerkvergoeding Door de coronacrisis werden veel werknemers verplicht om van huis uit te werken. Thuiswerk brengt uiteraard voor werknemers een aantal kosten met zich mee die eigen zijn aan de werkgever. Circulaire 2020/C/100 bespreekt de mogelijkheid van een werkgever om, onder bepaalde voorwaarden, een forfaitaire thuiswerkvergoeding toe te kennen aan alle werknemers, met inbegrip van ambtenaren van de diverse overheden, die regelmatig en structureel thuiswerken, om de kosten te dekken die deze werknemers maken en die ten laste komen van de werkgever.

Voorwaarden niet-belastbare terugbetaling eigen kosten werkgever Wanneer een werkgever een vergoeding toekent aan een werknemer, kan die vergoeding slechts worden aangemerkt als een niet-belastbare terugbetaling van eigen kosten van de werkgever (artikel 31, tweede lid, 1°, in fine, WIB92), op voorwaarde dat de werkgever het dubbele bewijs levert dat: • de vergoeding bestemd is tot het dekken van kosten die hem eigen zijn; • de vergoeding ook daadwerkelijk aan dergelijke kosten is besteed.

Forfaitaire thuiswerkvergoeding De werkgever kan die vergoedingen echter ook forfaitair vaststellen, zonder dat ze de aard van werkelijke kosten verliezen, wanneer hun bedrag is bepaald overeenkomstig ernstige normen die het resultaat zijn van herhaalde waarnemingen en steekproeven. Voorheen: wie voor 1 maart 2020 aan zijn werknemers een thuiswerkvergoeding wenste toe te kennen diende best, om de fiscale zekerheid te hebben, hierover een ruling aan te vragen. Sinds 1 maart 2020: de fiscus heeft via de circulaire 2020/C/100 over kosten eigen aan de werkgever voor thuiswerk, retroactief met ingang van 1 maart 2020, een permanent karakter gegeven aan de thuiswerkvergoeding waardoor men geen rulings meer dient aan te vragen indien men opteert voor het forfaitair stelsel en haar voorwaarden. De bureauvergoeding bedraagt na indexering sinds 1 april 2020 maandelijks 129,48 euro.

Indien er effectief regelmatig en structureel aan thuiswerk wordt gedaan door werknemers, nl. minstens vijf werkdagen per maand, kan de werkgever een forfaitaire thuiswerkvergoeding toekennen van maximaal 129,48 euro per maand. De hier vermelde bedragen moeten niet evenredig worden verminderd in geval van deeltijdse prestaties. Als een deeltijdse werknemer effectief aan de voorwaarden voldoet om de forfaitaire thuiswerkvergoeding te ontvangen, mag de werkgever de maximale forfaitaire thuisvergoeding toekennen, ongeacht het aantal uren van de arbeidsovereenkomst. Die forfaitaire thuiswerkvergoeding wordt geacht de bureaukosten te dekken. Dit zijn kosten gerelateerd aan de inrichting en het gebruik (inclusief huur en eventuele afschrijvingen) van een bureau, kantoorbenodigdheden, nutsvoorzieningen zoals water, elektriciteit en verwarming, onderhoud, verzekering, onroerende voorheffing, ... in de verblijfplaats van de werknemer. Bovenop de thuiswerkvergoeding mag de werkgever ook een kostenvergoeding tot 40 euro per maand terugbetalen voor het gebruik van een privé internetaansluiting met abonnement (maximum 20 euro) en een privécomputer (maximum 20 euro) indien de werknemer zijn eigen privé-pc en privé-internetaansluiting gebruikt (de zogenaamde BYOD-vergoeding of bring your own device-vergoeding). Werkgevers die vóór de COVID-19-maatregelen de kosten van hun telewerkers terugbetaalden op basis van de 10% van het brutoloon voor de voorziene thuisprestaties in de telewerkovereenkomst, kunnen die vergoeding pro rata verder betalen (bijvoorbeeld 10% op 2/5de van het maandloon als twee dagen telewerk was voorzien). Een vergoeding van 10% van het volledige brutoloon wordt niet aanvaard. Maar een vergoeding van 129,48 euro mag wel uitgekeerd worden in de plaats van de 10% van het pro rata van het maandloon, als dit laatste lager zou zijn.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020


18

iStockphoto.com/MStudioImages.

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende functiecategorieën. Er moet aan alle werknemers die aan regelmatig en structureel thuiswerk doen, hetzelfde bedrag van maximaal 129,48 euro per maand worden toegekend. Om eventueel dubbel gebruik van toegekende onkostenvergoedingen te vermijden, mag de hier bedoelde forfaitaire thuiswerkvergoeding niet worden gecombineerd met eventuele andere vergoedingen voor bureaukosten die de werknemer al zou ontvangen.

Modaliteiten Bij de verkrijgers is die forfaitaire thuiswerkvergoeding een niet-belastbare terugbetaling van eigen kosten van de werkgever, indien rekening wordt gehouden met volgende modaliteiten: 1. De verkrijgers van de forfaitaire thuiswerkvergoeding zijn verplicht, in geval zij hun werkelijke beroepskosten bewijzen in hun aangifte in de personenbelasting, deze forfaitaire vergoeding in mindering te brengen van hun bewezen beroepskosten en dit in de mate dat deze vergoedingen op hun bewezen beroepskosten betrekking hebben – om de mogelijkheid van dubbele aftrek van eenzelfde uitgave te vermijden, mogen de op basis van een forfaitair bedrag toegekende kosten eigen aan de werkgever niet meer op basis van werkelijke bewijsstukken ten laste worden genomen door de werk­gever – de werkgever heeft steeds nominatieve lijsten ter beschikking met de werknemers die voor een bepaald aanslagjaar toepassing krijgen van de in deze circulaire bedoelde forfaitaire thuiswerkvergoeding. 2. De forfaitaire thuiswerkvergoeding die als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever wordt betaald, moet worden verantwoord door individuele fiches. Op de fiche Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020

281.10, naast rubriek b) van vak 26 ‘diverse inlichtingen’, moet de vermelding ‘JA – ernstige normen’ worden ingevuld aangezien deze forfaitaire kostenvergoeding is vastgesteld op basis van ernstige normen. 3. De vergoedingen die als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever worden betaald aan werknemers die een ‘salary split’ hebben, moeten worden verminderd in verhouding tot de door deze werknemers in België uitgeoefende werkzaamheid – het bedrag van de forfaitaire thuiswerkvergoeding mag ook worden uitbetaald tijdens het normale vakantieverlof, maar moet evenredig worden verminderd in geval van lange afwezigheid wegens andere redenen dan het jaarlijks vakantieverlof. De circulaire bespreekt enkel de hiervoor bedoelde toekenning van een forfaitaire thuiswerkvergoeding. Als een werkgever: • daarenboven forfaitaire terugbetalingen van andere kosten eigen aan de werkgever dan voormelde bureaukosten wil toekennen; • of forfaitaire terugbetalingen van eigen kosten van de werkgever voor bureaukosten die niet voldoen aan de in deze circulaire vermelde voorwaarden wil toekennen, bijvoorbeeld als een werkgever wel wenst te differentiëren tussen verschillende functiecategorieën; • of daarenboven bepaalde bestanddelen die gedekt worden door deze vergoeding voor bureaukosten, zoals bijvoorbeeld een bureaustoel ter beschikking stellen, kan hij hiervoor altijd een aanvraag tot voorafgaande beslissing bij de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken (DVB) indienen. Christophe Meesters Gecertificeerde belastingadviseur


19

Efficiëntie en tijdwinst voor uw kantoor? BeExcellent 7.0 in een notendop De leden onder u die vertrouwd zijn met BeExcellent weten het al; dit online platform u aangeboden door het ITAA dient om u bij te staan in het vereenvoudigen van de dagelijkse werking van uw kantoor. Eind oktober werd door onze leverancier Scienta de versie 7.0 bij alle BeExcellent gebruikers geïnstalleerd. Reden genoeg dus voor een eerste kennismaking met, of een uitgebreide inleiding tot, BeExcellent 7.0.

Wat is BeExcellent? Uw online platform voor het vastleggen, beheren en publiceren van handboeken, processen en andere relevante informatie. Een efficiënte ondersteuning bij het uitoefenen van uw beroep als accountant en/of belastingconsulent. U kunt alle beroepsdocumentatie zoals de Belastingalmanak 2020, de Almanak vennootschapsbelasting 2020, en Cijfer en tarieven 2020 in BeExcellent raadplegen aan de hand van uw eigen gratis account. Uw organisatie heeft een eigen unieke omgeving die alleen voor uw kantoor beschikbaar en aanpasbaar is.

Hoe werkt het? Updates ophalen en verwerken Omdat u een abonnement heeft van het ITAA, ontvangt u regelmatig updates van deze artikelen. Wanneer er nieuwe updates klaarstaan, omdat bijvoorbeeld de vennootschapsbelasting wetgeving wijzigde, ontvangt u een bericht in BeExcellent. Wanneer u ook heeft aangegeven dat u e-mail wilt ontvangen van BeExcellent, ontvangt u ook een e-mail wanneer er een nieuwe update beschikbaar is.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020


20 Tip: U kunt op het dashboard van het beheer ook de button “Zoek naar abonnement-updates” gebruiken. U komt dan meteen in het “Overzicht met beschikbare updates”.

Wanneer u de updates heeft opgehaald en de wijzigingsvoorstellen heeft verwerkt, heeft u de laatste versie van elk artikel en alle nieuwe artikelen van het ITAA.

Wat kan BeExcellent voor uw kantoor betekenen?

maakt het overlopen van de verschillende artikelen per ­categorie sneller.

• Vooral het stuk van het “Artikelen” scherm tussen de weergave van de boomstructuur en de structuur- of lijstweergave is de moeite van het in detail bekijken waard. We lichten er hier een paar elementen voor u uit:

Voeg aan bijvoorbeeld de opdrachtbrief reeds uw logo en adresgegevens toe, zodat deze er, ongeacht wie van uw kantoor een opdrachtbrief voor een nieuwe klant opstelt, altijd professioneel en hetzelfde uitziet. Ziet u door de bomen het bos niet meer met de logingegevens van alle systemen waarin u dagelijks werkt; maakt een centraal document aan in BeExcellent met al deze gegevens en al uw werknemers hebben hier altijd toegang toe. Moet u altijd de contactgegevens van bijvoorbeeld de advocaten waarmee u samenwerkt gaan opzoeken indien men u erom vraagt? Zet de contactgegevens van personen naar wie u vaak doorverwijst bij elkaar in een artikel en maakt dit artikel via BeExcellent toegankelijk voor al uw medewerkers.

BeExcellent 7.0 Sinds 30 oktober jongstleden werken we allemaal met de versie BeExcellent 7.0. Waarschijnlijk is deze overgang onopgemerkt aan u voorbijgegaan. Niet echt verwonderlijk, aangezien de grootste wijziging “achter de schermen” plaatsvond om BeExcellent klaar te stomen voor toekomstige ontwikkelingen.

– Er werden een aantal tabbladen toegevoegd, die het onder andere mogelijk maken bepaalde kolommen in de structuur of lijstweergave weg te halen of juist toe te voegen. Dit wordt een preset genoemd. – Als beheerder kunt u presets ook beschikbaar maken voor de andere gebruikers. Zij zullen deze aanpassingen zien naast de “Standaard lijst”:

Wat wijzigde er voor u? Op het niveau van het doorzoeken of filteren van de artikelen is het aantal mogelijkheden aanzienlijk uitgebreid: • Waar dat er voor versie 7.0 maar een aantal artikelen per keer werd geladen, worden nu alle artikelen in een bepaalde categorie onmiddellijk weergegeven. Dit – Het werd mogelijk gemaakt selecties te maken op basis van data. Ofwel geeft u zelf de gewenste data in met behulp van het scherm, ofwel maakt u gebruik van de

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020


21 “Snelle selectie” met een aantal reeds gedefinieerde periodes.

Tips: Tot slot nog een paar simpele tips om u het (beroeps)leven eenvoudiger en aangenamer te maken: 1. Voeg de artikelen die u vaak raadpleegt toe aan uw favoriete artikelen, zodat u deze informatie altijd bij de hand heeft door op de optie “Favoriet” te klikken als u een artikel opent.

– Gemaakte selecties zijn simpel te verwijderen door op het vuilbakje te klikken: Het artikel zal dan rechtstreeks beschikbaar zijn onder de titel “Favorieten” op uw BeExcellent dashboard (beginscherm).

– In de structuurweergave is het mogelijk om alle categorieën in één keer uit of in te klappen, zonder elk niveau apart te moeten aanklikken:

2. Maak gebruik van de zoekfunctie om snel de gewenste artikelen te vinden.

3. Heeft u nog vragen, neem dan zeker een kijkje in de online handleiding; https://helpstartversie.beexcellent. be. Geraakt u er toch nog niet uit, stuur dan gerust een mailtje naar servicedesk@itaa.be. Kitty van Commenee Scienta Karen van der Loo Cluster Kenniscentrum ITAA

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 8 | December 2020


UW ONLINE JAARAFSLUITING CaseWare automatiseert de jaarafsluiting, volledig online, en dit in nauwe samenwerking met BBB vzw, VABF vzw, LVAB vzw en MAB vzw. Dankzij de uitgebreide integratie met FID-Manager en uw online boekhoudpakket gaat u nu 100% online met uw kantoor.

Intelligente checklists

Automatische rapportering

Jaarrekening XBRL opstellen

Koppeling met FID-Manager

Geïntegreerde notulen en verslagen

WCO checklist meldingsbrief

Geïntegreerde portal voor klant

Coming soon: aangifte VenB XBRL

met de steun van

VZW

VZW

VZW

VZW

Bezoek onze webpagina

www.caseware.be/nl/uw-online-kantoor-beroepsvereniging


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.