8 minute read

De Corsten’s

Next Article
Blokkenoverzicht

Blokkenoverzicht

BEDRIJF

IN BEELD

Advertisement

Aardappelen poten in februari

PIONIEREN MET VROEGE BIOLOGISCHE TEELTEN IN MIDDEN-LIMBURG

De Corsten’s

Thieu, Cora en Marc Corsten schakelden in een paar jaar om van een gemengd bedrijf met gangbare varkenshouderij naar biologische vollegrondsgroenteteelt met nietkerendegrondbewerking, vaste rijpaden en vervroegde teelten.

TEKST JAN DE KOEIJER & NIELS HEINING FOTO’S MARC CORSTEN & NIELS HEINING

Wanneer we begin december aanschuiven bij de familie Corsten, is de laatste week van de prei-oogst net achter de rug. Het oogstseizoen dat eind juni begon met vroege aardappelen, is daarmee ten einde. Het geeft vader, moeder en zoon de tijd om uitgebreid te vertellen over alle ontwikkelingen op het bedrijf in de afgelopen vier jaar. Na wikken en wegen werd in 2018 besloten te stoppen met de gangbare varkenshouderij. Thieu: “We werken liever buiten en het toekomstperspectief voor de varkenshouderij voelde beperkt.” Marc treedt toe tot de maatschap en wilde eigenlijk niet groeien in areaal: “Ik houd het liever dicht bij huis. Met die droge jaren kostte beregenen enorm veel tijd en met percelen op afstand is dat een enorm gedoe.” Biologisch komt al snel in beeld bij Marc: “Met het stukje chemie heb ik nooit wat gehad, ik snap het ook niet goed. Ik vind filosoferen samen met collega’s over bodem en gewas veel leuker en de biologische processen veel begrijpelijker. Door wat kleiner te worden in areaal konden we de omschakeling financieren. Er zijn weinig machines voor grondbewerking hetzelfde gebleven.” Thieu zag wel wat beren en leeuwen op de weg naar biologisch telen op zandgrond: “We hebben hier een hoge onkruiddruk. Daarnaast is de bewaarbaarheid en kwaliteit van het product over het algemeen minder dan in de Flevopolder.” Marc wist zijn ouders echter te overtuigen door naar de kansen te zoeken: “We kunnen hier vroeger zijn dan in de polders. En klei heeft ook nadelen. Er komt hier weliswaar meer onkruid maar we hebben geen last van korstvorming dus kunnen vaker het land op om onkruid te bestrijden.” Thieu was opgegroeid met het streven naar een zo hoog mogelijke productie, maar zag de nadelen van de gangbare bedrijfsvoering: “Een deel van de problemen die we probeerden te bestrijden, veroorzaakten we eigenlijk zelf. Door grondontsmetting raakten we bijvoorbeeld ook het goede bodemleven kwijt en was er geen weerstand meer tegen ‘slecht’ bodemleven. Een ander voorbeeld is witte roest, een zwakteschimmel waar we veel last van hadden. Door het systeem weerbaarder te maken kun je dat voorkomen en hoef je niet te bestrijden.” Waar Marc begon met de zoektocht naar een andere benadering, is Thieu nu minstens zo fanatiek. Marc: “Ondertussen zoekt hij er nog meer over op dan ik!” De omschakeling naar biologisch ging stapsgewijs en werd iets makkelijker door een al omgeschakelde melkveehouder in de buurt. Thieu: “Wij konden beginnen met biologische teelten op zijn biologische percelen en wij leverden hem grasklaver dat hij als in-omschakeling-voer mocht gebruiken. Op die manier konden we in 2019 al meteen biologisch product leveren.”

Om de bedrijfsvoering ook bedrijfseconomisch

te laten slagen, heeft de familie Corsten iets slims bedacht met vroege teelten. Door de biologische gewassen te oogsten voordat telers in de polder dat kunnen, weten ze zich te onderscheiden in de markt: “Je merkt dat er ook steeds meer interesse komt vanuit supermarkten om zo lang mogelijk Nederlands product te kunnen verkopen,” vertelt Marc. Ze moesten tijdens het omschakelen wel eerst bewijzen aan de afnemers dat ze daadwerkelijk vroeg konden leveren. Na wat wisselingen zijn ze nu tevreden met de afzetkanalen: “We vinden afzetgarantie belangrijk, maar hebben lie-

“Vervroegde teelten vragen een enorme arbeidsinvestering: voor een schoffelbeurt moet het vliesdoek eraf en erop.”

Thieu: “Door het systeem weerbaarder te maken hoef je niet te bestrijden.”

ver geen prijscontracten. Als we eind juni de aardappelen oogsten kunnen we een goede prijs vragen. Juli is voor ons de drukste maand, dan oogsten we ook al wortelen, ui en pompoen.” Om vroeg te zijn, maakt de familie veel gebruik van vliesdoeken en over de pompoenen gaat zelfs een tunnelkas. Een techniek die ze zelf hebben ontwikkeld.

De afnemer neemt ook een risico door uit te gaan van een vroeg Nederlands product. Voor het vroege segment gaan ze dan immers geen contract aan met een buitenlandse producent. Als je vroeg moet zijn, mag het gewas daarom eigenlijk niet mislukken. Stuifgevoeligheid is met name in wortelen daarom een belangrijk aandachtspunt. Mede hierdoor kwam niet-kerende-grondbewerking (NKG) in beeld. Na een bezoek aan de Biotechniekdag in Tollebeek in 2018 sloten ze aan bij de ploegloos-boeren-studiegroep van Stefan Muijtjens en begonnen ze in 2019 met experimenteren. “We zijn toen gelijk ook begonnen met een vaste-rijpaden-systeem. In combinatie met NKG sluit dat heel goed aan bij onze strategie met vroege teelten, omdat we daarmee hopen eerder het land op te kunnen.” Ondanks de hoge investeringen per hectare voeren ze een paar jaar later al een groot deel van de werkzaamheden uit vanaf de rijpaden (op 3,20 meter). Enkel tijdens oogst en beregening wordt niet door de vaste sporen gereden.

De vroege gewasoogst, grotendeels van eind juni tot half augustus, maakt van de groenbemesters veelal een hoofdteelt. Er wordt bewust niet gekozen voor een nateelt, gewasresten blijven bovenin. De grond moet

Peen beregenen

Bedrijfsgegevens Maatschap Corsten

Thieu, Cora en Marc Corsten

Arbeid | Thieu (56), Cora (54) en Marc (26) fulltime. Maikel werkt in deeltijd mee en in het seizoen negen vaste werknemers plus uitzendkrachten Areaal | 40 hectare, deels in eigendom, deels pacht. Roulerend in 70 ha deelbouw met biologisch melkveehouder in de buurt Grondsoort | zand Gewassen | Prei, pompoen, ui, consumptieaardappel, wortel, zoete aardappel Afzet | We Grow Organic (aardappel, ui), Laarakker Bio (prei), De Terp (pompoen)

MARC: “We beginnen nu de investering in de bodem echt terug te zien.”

in februari weer klaarliggen voor de vroege teelt. Thieu legt de afwegingen uit: “We gaan voor zo veel mogelijk diversiteit in een mengsel dat snel en dicht groeit voor het onkruid. We bemesten niet meer voor de groenbemester om de vlinderbloemigen optimaal tot hun recht te laten komen.” Er zijn natuurlijk ook nog vragen: “Hoe vaak en zwaar eggen is genoeg eggen? Welke combinatie van groenbemester en bemesting past bij welke teelt?” De vervroegde teelten zijn een vak apart en vragen een enorme arbeidsinvestering: voor een schoffelbeurt het doek erop en eraf door vier man, liefst binnen een dag, de zakjes die op het doek liggen moeten iedere omgang van het schoffeltuig worden verplaatst (door twee man), enzovoort.

Over de pompoenen gaat een tunnelkas, een techniek die ze zelf hebben ontwikkeld Om vroeg te zijn, maakt de familie veel gebruik van vliesdoeken

Aardappels branden

“Overheid moet erop letten dat haar regelgeving niet belemmerend werkt voor de praktijk die ze promoot.”

Cora is de stille kracht van de maatschap. Ze doet de administratie en verzorgt het personeel. Thieu en Marc vullen in koor aan: “Cora doet eigenlijk alles wat niet op de trekker hoeft!” De jongste van de vier zoons, Maikel (18), is student werktuigbouwkunde en doet in de vrije uren fanatiek mee op het bedrijf en voert samen met Thieu het roer op de techniekafdeling. Zo wordt een oude vrachtwagenas gebruikt om de mestwagen op 3,20 te zetten. Met de biologische bedrijfsvoering kwamen ook werknemers van buiten op het bedrijf, maar dat blijkt zeker niet onwennig. Marc: “We hebben dit jaar zelf mensen in dienst gehad en via het uitzendbureau. Mijn moeder zorgt voor goede koffie en lekker eten. Dat wordt enorm gewaardeerd en zorgt voor een betere en fijnere samenwerking.” Cora vult aan: “Eigenlijk zouden we na de prei-oogst naar Roemenië gaan om de werknemers en hun families daar te ontmoeten. Dit jaar kon dat niet doorgaan door corona, maar hopelijk volgend jaar wel.”

Naar nieuwe ontwikkelingen en verbeteringen

blijft deze familie zoeken. Aan de keukentafel in Kelpen-Oler, pratende over de talrijke innovaties op het bedrijf, passeert de hele biosector de revue. Marc en Thieu genieten zichtbaar van de puzzels en ze praten vol respect over collega’s: “We hebben steeds meer bewondering voor bio-boeren die jaren geleden pionierden met de biologische teelt. Daar profiteren wij nu van”. Ook zijn ze enthousiast over hun lidmaatschap van BioLogisch Limburg dat biologische telers vertegenwoordigd binnen het Biohuis en op provinciaal politiek niveau: “Het bestuur heeft een goed beeld van de belangen van de leden en doet daar echt iets mee.” Thieu heeft namens BioLogisch Limburg zitting in Bioplant, het landelijke overleg van biologische akkerbouwers. Hij ziet ook het nut van die belangenbehartiging.

Zorgen over de toekomst zijn er ook. “De samenwerking met de melkveehouder is heel belangrijk voor onze bedrijfsvoering,” vertelt Marc. “Ik zou het liefst volledig gebruik maken van A-meststoffen waar ik de herkomst van weet. Maar je ziet dat er heel veel veehouders stoppen hier om ons heen. De overheid moet uitkijken dat er straks niet te weinig veehouders meer zijn om kringlopen te sluiten. Ik vind dat de overheid er beter op zou moeten letten of haar regelgeving niet belemmerend werkt voor de praktijk die ze promoot.” Vooruitkijkend naar de toekomst ziet Marc potentie in regionale afzet: “Het lijkt me mooi als een deel van onze producten hier in Limburg blijft en dat we ons verhaal direct aan de consument kunnen vertellen. Maar voor nu zijn we blij met waar we zijn. Het is soms een balans zoeken tussen korte termijnopbrengst en de bodem zo min mogelijk bewerken. Ik heb het idee dat we dat evenwicht voor nu goed gevonden hebben. We beginnen de investering in de bodem nu echt terug te zien.”

Jan de Koeijer en Niels Heining zijn werkzaam bij Bionext

Webinar Biokennisweek

44 - Omschakelen naar biologische akkerbouw en groenteteelt

This article is from: