5 minute read

Resistenties op de proef in natte zomer

Next Article
De Corsten’s

De Corsten’s

Resistenties

op de proef in natte zomer

Na twee jaar van droogte was het afgelopen seizoen uitzonderlijk nat. Ideaal voor een snelle verspreiding van schimmelziekten. Voor bescherming tegen infectie is de biologisch teler afhankelijk van een weerbaar teeltsysteem, met robuuste, resistente rassen als belangrijke basis. Hoe hebben de resistente rassen zich gehouden in de aardappelteelt van 2021?

TEKST & FOTO’S | NIELS HEINING

Op sommige percelen was het schrikken dit jaar. In sommige resistente aardappelrassen werd toch ook al vroeg phytophthora aangetroffen. Als onafhankelijk adviseur komt Christoffel den Herder op veel bedrijven, ook hij hoorde verontrustende geluiden: “Telers spraken al vrij snel over doorbroken resistenties. Over de hele linie gezien heb ik echter niet het gevoel dat de resistenties waardeloos zijn. Integendeel, ze zorgen over het algemeen voor een latere infectie en een stuk teeltzekerheid. In de afrijpingsfase wordt iedere plant minder weerbaar en worden ook resistente rassen makkelijker ziek. We hebben dit in het verleden al vaker gezien en ik vrees dat we dit door extremere klimaatomstandigheden in de toekomst vaker mee gaan maken. Resistente rassen in combinatie met een bepaalde vroegheid hebben dit jaar nog een mooie opbrengst gehaald.” Geert Kessel doet al jaren onderzoek naar plantenziekten en phytophthora aan de WUR. Ook hij zag resistente rassen die ziek werden, maar schrok niet meteen: “Met de druk van dit jaar weet je dat geen enkel ras volledig resistent is. De beste bescherming tegen phytophthora die de biologische sector heeft, is de genetische bescherming die we in resistente rassen vinden. Phytophthora zit echter niet stil. Met de hoge phytophthoradruk van dit jaar ontstaan er meer natuurlijke mutaties in phytophthora die door de resistenties heen breken. Daarom zag je dat ook veel resistente rassen uiteindelijk geïnfecteerd werden. De data laten wel zien dat resistente rassen later ziek werden. Zoals verwacht.”

Sinds de start van het robuuste aardappelconvenant in 2018 zijn er jaarlijks drie demovelden aangelegd om de robuuste rassen te demonstreren en te monitoren. 36 Rassen lagen er dit jaar in de velden in Dinteloord, Zeewolde en Kollumerwaard. Als je naar de resultaten van de demovelden kijkt zie je dat over het algemeen eerst de vatbare rassen ziek worden, vervolgens, na enige tijd, de enkelvoudig

resistente rassen en ten slotte ook een enkel meervoudig resistent ras. Geert Kessel: “Misschien stelden de resistente rassen sommige telers teleur, maar het algemene beeld is dat ze wel degelijk zorgen voor uitstel van infectie. Hoe meer phytophthora, hoe meer mutanten en hoe groter de kans dat een mutant plaatselijk door een resistentie heen breekt. Het doel moet dus zijn om de ziektedruk zo laag mogelijk te houden.” Peter Keijzer van het Louis Bolk Instituut ziet dat het zo klein mogelijk houden van de phytophthora-druk daarom essentieel is voor bescherming van de opbrengst en van de resistenties: “Vroege aantastingen op vatbare biologisch geteelde rassen verhogen de phytophthora-druk en genereren relatief vroegere mutaties van phytophthora waardoor ook op meer plekken resistente rassen geïnfecteerd worden. Dit zou er dus voor pleiten om bij een nieuw convenant volledig in te zetten op robuuste rassen met ten minste een resistentiegen.”

Bij een aantasting in een resistent ras

is het niet meteen zo dat de resistentie definitief doorbroken is. Daar zijn nog een aantal extra stappen voor nodig, stelt Kessel: “We monitoren ieder jaar de bij zijn: “Allereerst is phytophthora in het pootgoed een risico, met name in de resistente rassen. Controleer daarom het pootgoed goed bij ontvangst en monitor op phytophthora bij de opkomst, vooral bij vochtig weer. Daarnaast is het goed afschermen van afvalhopen en het verwijderen van opslagplanten belangrijk. En voorkom dat een vatbaar ras naast een resistent ras staat. Dit kan zorgen voor een vroege zware druk op de resistenties.” Christoffel den Herder wil daar nog aan toevoegen dat ook teeltmaatregelen om de plant sterk te houden mee lijken te wegen: “Je ziet dat planten met een te lage bemesting bijvoorbeeld vaak minder energie hebben om ziekte te bestrijden. Je moet natuurlijk niet overdrijven in overbemesting, maar een vitaal gewas biedt bescherming. Voorkiemen is hierbij ook een goede optie.” Geert Kessel: “Uiteindelijk kunnen we volgend jaar pas echt zien wat het effect van afgelopen jaar is geweest op de resistenties. Dat wordt spannend.” Laten we hopen op een droger jaar.

Controleer pootgoed bij ontvangst en monitor bij opkomst op phytophthora, vooral bij vochtig weer.

phytophthora-populaties in een Europees netwerk. Als je ziet dat een nieuwe phytophthora-stam een manier heeft gevonden om door een resistentie-gen heen te breken en jaar na jaar terugkomt, dan heb je wel een probleem. Dat betekent dat die bepaalde phytophthora er vanaf het begin van het jaar bij is. Dan kun je ook het effect van uitgestelde infectie van resistente rassen kwijt raken. Maar ook dan is het vaak nog niet zo zwart-wit.”

Resistenties zo goed mogelijk be-

schermen is een verantwoordelijkheid van de biologische sector. Het gaat dan om het zo klein mogelijk houden van phytophthora-populaties en voorkomen dat mutanten overwinteren. Peter Keijzer ziet drie belangrijke maatregelen die telers kunnen nemen om te voorkomen dat de ongewilde phytophthora-mutanten er vanaf het begin van het seizoen weer

Effect van strokenteelt en mulching op phytophthora

Marieke Datema is student aan de WUR en deed voor haar scriptie onderzoek naar het effect van mulching en strokenteelt op de verspreiding van phytophthora. “Zowel strokenteelt als mulching hebben een reducerend effect op de Phytophthora infecties. In de figuur kun je zien dat alle behandelingen minder Phytophthora-infecties hebben dan het referentie veld zonder speciale behandeling. De ‘strip’ is een strook van 3x60 meter zonder extra behandelingen, de ‘strip-plus’ is een strook waarbij grasklaver als mulch is gebruikt. De ‘strip-var’ is een strook met verschillende aardappelrassen, zowel vatbaar als resistent in rijen naast elkaar. Tenslotte was er nog een behandeling met een combinatie van meerdere aardappelrassen en de toevoeging van grasklaver genaamd ‘strip-combi’. Je ziet dat de teeltmaatregelen er voor zorgden dat op 16 en 19 juli phytophthora nog veel minder werd aangetroffen.”

Phytophthora aantasting

Niels Heining is projectleider bij Bionext. De demovelden zijn mede mogelijk gemaakt door de provincie Flevoland

Webinar Biokennisweek

24 - Robuuste aardappelen in heel Europa?

Dinsdag 11 jan | 15.30-16.00 uur Door Paul Verbeke (Bioforum) en Hugh Blogg (Soil Association). Mmv van Niels Heining (Bionext)

This article is from: