5 minute read

Voedselbossen onderzocht

EERSTE (VERRASSENDE) RESULTATEN UIT RUIM TWEE JAAR NATIONAAL ONDERZOEK

Voedselbossen

Advertisement

onderzocht

In november 2019 ging het Nationaal Monitoringsprogramma Voedselbossen (NMVB) van start. Wat zijn de resultaten tot nu toe?

soortsamenstelling van nematoden, kun je de zogenaamde maturity index maken. Dit is een goede indicator voor hoe ver de bodem is in de natuurlijke successie van open bouwland (zeer verstoord) tot bos (onverstoord). De selectie en methodiek van de indicatoren is vrijwel geheel gestoeld op de Bodemindicatoren voor de Landbouw in Nederland, om zo de voedselbossen goed te kunnen vergelijken met andere landbouwvormen.

De eerste resultaten bevestigen dat zeker voor beginnende voedselbossen de bodemtextuur (zand, leem of klei) sterk bepalend is voor verschillen in waterhuishouding, vruchtbaarheid en bodemleven. Verrassender is dat de effecten van het voormalige landgebruik (akker, weiland of bos) er voor de meeste bodemindicatoren weinig toe leken te doen. Dit was onverwacht, omdat de bodem traag reageert op bovengrondse veranderingen, en effecten van vorig landgebruik in sommige bodems decennia later nog zichtbaar zijn (zgn. legacy effecten). In de nematodendata zagen we wél tekenen van legacy effecten. Die verklaren mogelijk waarom de gevonden grote verschillen in de maturity

TEKST BASTIAAN ROODUIJN FOTO’S ESTHER DE GROOT & BASTIAAN ROODUIJN

Op 12 november 2019 is het Nationaal Monitoringsprogramma Voedselbossen (NMVB) van start gegaan. Dit onderzoeksprogramma is voortgekomen uit de Green Deal Voedselbossen en sinds kort onderdeel van Stichting Voedselbosbouw Nederland. Andere betrokken partijen zijn onder meer Utrecht Universiteit (UU), Wageningen Universiteit (WUR), het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) en stichting Akvo. Het hoofddoel van het programma is het gestandaardiseerd en langdurig monitoren van de ecologische, economische en sociale impact van voedselbossen, door de inzet van robuuste, herhaalbare methodes. Daarnaast bouwen we een nationaal praktijknetwerk op om samen te kunnen leren van de verkregen inzichten uit de wetenschap en de praktijk. Na ruim twee jaar onderzoek is er al een aantal verrassende en bevestigende ontdekkingen gedaan. Daarvan geven we in dit artikel een kort overzicht.

Er doen inmiddels 33 voedselbossen mee, verspreid over heel Nederland (zie figuur 1). Samen zijn ze goed voor ruim 114 hectare. De voedselbossen hebben verschillende leeftijden variërend van net aangelegd tot meer dan twintig jaar oud. Ook de percelen kennen een grote variëteit in bodemtypes en vorig landgebruik. Dit wordt allemaal nauwkeurig in kaart gebracht en geverifieerd. Alle voedselbossen voldoen aan de Green Deal-definitie van een voedselbos.

Bodem. Eind 2019 begon de eerste ronde van een grondig bodemonderzoek. Door bodembemonstering (zie foto 1) en labanalyses is onder meer naar fysische en chemische eigenschappen gekeken, zoals organisch stofgehalte, voorraden van macro- en micronutriënten en kationen uitwisselingscapaciteit (CEC). Ook is gekeken naar het bodemleven, zoals het aantal en de diversiteit van regenwormen en nematoden. Nematoden zijn microscopische aaltjes die een belangrijke rol spelen in het bodemvoedselweb. Op basis van de

Figuur 1. Een satellietkaart met de ligging van alle 33 voedselbossen die nu deelnemen aan het Nationaal Monitoringsprogramma Voedselbossen.

index tussen de voedselbossen niet verklaard kunnen worden door verschillen in aanplantjaar. As we speak wordt een nieuwe ronde bodemonderzoek uitgevoerd. Uit deze en toekomstige metingen zal blijken of, en eventueel hoe snel, de verschillende bodemeigenschappen veranderen, en in welke mate aanvankelijke verschillen - bijvoorbeeld door een andere gebruiksgeschiedenis - naar verloop van tijd nog samenkomen met een toenemende leeftijd.

Koolstof. In de zomer van 2020 is er gestart met uitvoerig onderzoek naar de bovengrondse koolstofvoorraad. De biomassa van alle bomen en struiken is bepaald in vastgestelde permanente plots in elk voedselbos. Hiermee is de gemiddelde hoeveelheid bovengrondse koolstof in ton per hectare uitgerekend. Hieruit bleek een duidelijk toename van koolstofopslag met de leeftijd, voor voedselbossen gestart vanaf landbouwgrond. Op basis van onze eerste cijfers en eerdere studies kunnen we zeer voorzichtig stellen dat voedselbossen gemiddeld in staat zijn om na 20 jaar zo’n 40 ton koolstof (circa 150 ton CO2) per hectare bovengronds op te slaan. Hier is de ondergrondse koolstofopslag dus nog niet bij opgeteld. Nader onderzoek is hard nodig voor verfijnde en robuustere prognoses. Voor het voorjaar van 2022 is daarom een volgende onderzoeksronde gepland.

Biodiversiteit. In 2020 is een onderzoek gestart naar de biodiversiteit van kruiden en houtige planten, middels veld- en waar nodig herbariumdeterminaties (zie foto 2). Trends in het aantal soorten naar gelang aanplantjaar zijn er niet gevonden, maar conform de ecologische theorie veranderde de samenstelling van soorten wilde kruiden in oudere voedselbossen wel aantoonbaar. Ook is er in 2020 een eerste onderzoek verricht naar de biodiversiteit van dagvlinders en kruipende insecten. Hieruit bleek voor kruipende insecten een kleine toenemende trend in biodiversiteit met toenemende leeftijd van het voedselbos. De studie heeft een waardevolle basis gelegd, maar helaas waren door de gemiddeld slechte weersomstandigheden de resultaten voor beide groepen niet betrouwbaar. In 2021 is er onderzoek gedaan naar de biodiversiteit van vogels in voedselbossen met behulp van audioopnameapparatuur. Hieruit kwam onder meer een significante positieve relatie tussen de soortenrijkdom van bomen en vogels: een mooie bevestiging dat het aanbrengen van meer soorten bomen in voedselbossen ook leidt tot een hogere biodiversiteit voor andere groepen zoals vogels.

Sociaal en economisch. Tot slot is er gestart met sociaal en economisch onderzoek. Er is een enquête uitgezet onder ruim vijftig respondenten die inzicht heeft gegeven in de achterliggende motivaties en waarden van verschillende belanghebbenden, waaronder eigenaren, vrijwilligers en afnemers. Ook is het aantal door het voedselbos opgebouwde contacten onderzocht. Natuur en biodiversiteit bleken de belangrijkste onderliggende waardes, en het aantal opgebouwde contacten lag voor beheerders en eigenaars op gemiddeld vijftig personen. In samenwerking met stichting Akvo ontwikkelen we een tool waarmee deelnemers hun investeringen in geld en tijd en hun oogst in kilo’s en euro’s gestandaardiseerd kunnen bijhouden. Hiermee hopen we meer inzicht te krijgen in het verdienmodel en de bedrijfsvoering van voedselbossen.

Foto 1.

Het uitvoeren van diverse bodemmetingen in Voedselbos Kreilerwoud eind 2019, met v.l.n.r. onderzoeker Bastiaan Rooduijn, initiatiefnemer en beheerder Jelle Fekkes en vrijwilligers Priscilla Beemsterboer en Arja Helmig.

Foto 2.

Vegetatieonderzoek in de zomer van 2020 door UU studenten Kaspar Buinink (links) en Fleur Colen (rechts).

‘Voedselbossen slaan na twintig jaar bovengronds zo’n veertig ton koolstof circa 150 ton CO2 per hectare op.’

Bastiaan Rooduijn is onderzoeker bij Universiteit Utrecht en voedselbosondernemer.

Voor meer informatie over het Nationaal Monitoringsprogramma Voedselbossen, zie https://www.greendealvoedselbossen.nl/nationaalmonitoringsprogrammavoedselbossen/ of mail naar info@natvise.com

This article is from: