Gebruik van geneesmiddelen na een gastric bypass Callcenter radiologie en nucleaire geneeskunde Multidisciplinaire aanpak van endometriose
MEDISCH INFORMATIEBLAD JESSA ZIEKENHUIS NR. 18 JUNI 2015
JessaLinea
2 INHOUD
NIEUWE OPERATIETECHNIEK VOOR BEHANDELING VAN VOORKAMERFIBRILLATIE
COLOFON
6
JessaLinea nr. 18 - juni 2015
Het Jessa Ziekenhuis is de eerste zorgverlener in BelgiĂŤ die een nieuwe katheterisatietechniek voor de behandeling van voorkamerfibrillatie standaard aanbiedt. De nieuwe techniek is een uniek systeem dat rechtstreeks zicht toelaat binnenin het kloppend hart. Het grote voordeel van deze techniek is de verlaagde kans op een heringreep.
Verantwoordelijke uitgever: vzw Jessa Ziekenhuis, Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt Hoofd- en eindredactie: dienst communicatie Jessa Ziekenhuis, Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt tel. 011 30 82 21, jessalinea@jessazh.be Vormgeving: marjanwuyts Grafische Vormgeving Drukwerk: Drukkerij Haletra www.jessazh.be info@jessazh.be www.facebook.com/jessaziekenhuis www.twitter.com/jessaziekenhuis
Frameless stereotactische radiochirurgie
12
TeddyBear Hospital
16
Medisch directeur prof. dr. Dirk Ramaekers
21
Nieuw brachytherapietoestel
24
Geneesmiddelengebruik na gastric bypass
26
3 INHOUD
ANGIOGRAFIE ZONDER CONTRASTVLOEISTOF
18
32
KINDERMISHANDELING: GEZIN IN MOEILIJKHEDEN
Onderzoek naar ziekenhuisincidenten
30
Next Generation Sequencing
36
Callcenter medische beeldvorming
37
Endometriosecentrum
38
Klassiek worden bij een angiografie de bloedvaten zichtbaar gemaakt door een contrastvloeistof in de bloedbaan te injecteren. Voor sommige patiĂŤnten is het gebruik van die contrastvloeistof echter niet aangewezen. Voor die groep van patiĂŤnten is er nu ook een oplossing met een nieuwe NMR-techniek.
Kindermishandeling gaat niet alleen om lichamelijke mishandeling. Verschillende signalen kunnen wijzen op kindermishandeling maar ze zijn vaak moeilijk te herkennen. De huisarts kan hierin een centrale rol spelen.
9 vragen over vaccinatie bij reizen
41
Sportscreening bij jonge sporters
44
4 KORT NIEUWS
APPLICATIE TER VERHOGING VAN DE THERAPIETROUW BIJ PATIËNTEN MET VOORKAMERFIBRILLATIE
D
e dienst cardiologie van het Jessa Ziekenhuis samen met
doctoraatsstudente Lien Desteghe (Departement Fysiologie, UHasselt) werken mee aan de ontwikkeling van een innovatieve app voor patiënten met voorkamerfibrillatie (VKF). Het project wordt ontwikkeld in samenwerking met de firma’s Bayer, i-propeller en DAE Studios en wordt ondersteund door verschillende gezondheidsmedewerkers over heel België. De bedoeling van de app is al spelenderwijs de therapietrouw van de patiënten met VKF te vergroten. In de educatieve app wordt immers een spel verwerkt dat patiënten kunnen spelen met hun kleinkind(eren) om VKF en de behande-
Life Support Center moet kennis van reanimatietechnieken verbeteren Een aantal Limburgse ziekenhuizen, waaronder het Jessa Ziekenhuis, AZ-Vesalius, Sint-Trudo en het Sint-Franciskusziekenhuis slaan samen met het PLOT (Provincie Limburg Opleiding en Training), PXL-Healthcare en PIVH (Provinciaal instituut voor verpleegkunde) de handen in mekaar voor de oprichting van een Life Support Center op de campus van PXL-Healthcare te Hasselt. Naast de studenten kunnen ook burgers hier in levensechte omstandigheden EHBO en levensreddende handelingen aanleren en oefenen. Door de ziekenhuizen zal het Life Support Center gebruikt worden voor de verplichte ‘Advanced courses’ voor de Bijzondere beroepstitel spoed & intensieve verpleegkundigen en artsen. Met deze gezamenlijke aanpak willen de partners ervoor zorgen dat de kennis van reanimatievaardigheden in geval van een hartstilstand verbetert. Reanimatie verhoogt immers de overlevingskansen met een factor 2 tot 3. In het Life Support Center organiseren alle partners samen een gemeenschappelijke en op elkaar afgestemde opleiding om de kwaliteit van de verleende hulpverlening in noodsituaties te verbeteren.
ling ervan beter te begrijpen, gezond te leven, en de band tussen grootouder en kleinkind te versterken. Om na te gaan wat patiënten en hun kleinkinderen vinden van dit nieuwe concept, werd er op 22 april een workshop met enkele families georganiseerd in het Jessa Ziekenhuis. Op basis van de verkregen informatie wordt de app momenteel verder ontwikkeld. Binnenkort volgt nog een tweede sessie om de app uit te testen. Lancering is voorzien in het najaar.
ROPARUN SCHENKT
HOOFDHUIDKOELER AAN JESSA ZIEKENHUIS
Roparun is een jaarlijkse estafetteloop van meer dan 500 kilometer van Parijs en Hamburg naar Rotterdam waarbij mensen, in teamverband, een sportieve prestatie leveren om geld op te halen voor de strijd tegen kanker. Zo werd in 2014 meer dan 5 miljoen euro opgehaald. Dankzij Roparun beschikt de dienst oncologie van het Jessa Ziekenhuis sinds medio mei over een nieuwe hoofdhuidkoeler. Door koeling van de hoofdhuid tijdens chemotherapie kan het haarverlies worden verminderd of zelfs helemaal worden voorkomen. Dank je wel Roparun, in naam van onze patiënten.
5 RUBRIEK
Internationale waardering voor onze dienst urologie
D
e dienst urologie van het Jessa Ziekenhuis heeft momenteel 7 senior urologen in dienst, beschikt over een capaciteit van een 50-tal bedden en groeit nog steeds. The European Association for Urology ( EAU) koos onlangs onze dienst uit om een mooie reportage te maken die werd getoond op het jaarlijks congres van de EAU in Madrid. Een blijk van waardering voor ons werk. De EAU loofde vooral de brede waaier van subspecialismen die aangeboden worden zoals uro-oncologie, endo-urologie, functionele urologie, reconstructieve urologie en pediatrische urologie. Meer hierover in het volgende nummer van Jessalinea.
DIT SYSTEEM STELT ONS IN STAAT OM DOORHEEN DE TRANSPARANTE BALLON HET TE BEHANDELEN GEBIED RECHTSTREEKS TE ZIEN EN OP DE JUISTE PLEK HEEL NAUWKEURIG LASERENERGIE AF TE LEVEREN.
NU BESCHIKBAAR
IN BELGIE
REVOLUTIONAIRE OPERATIETECHNIEK
H
et Jessa Ziekenhuis in Hasselt is de eerste zorgverlener in
Voorkamerfibrillatie
België die een nieuwe katheterisatietechniek voor de be-
“In België hebben naar schatting
handeling van voorkamerfibrillatie (VKF) standaard aanbiedt. VKF is wereldwijd de meest voorkomende hartritmestoornis. De nieuwe kathetertechniek, het Heartlight® endoscopische ablatiesysteem, werd
200.000 mensen voorkamerfibrillatie (VKF)”, zegt dr. Johan Vijgen, elektrofysioloog van het Hartcentrum Hasselt, gespecialiseerd in de behandeling van hartrit-
ontwikkeld door CardioFocus. Dit unieke systeem met laserenergie
mestoornissen. “Bij deze aandoening is
bestaat uit een ballon die in het hart wordt gebracht. In de ballon be-
het normale patroon van de elektrische
vindt zich een endoscoop die toelaat om rechtstreeks binnenin het
geleiding in de voorkamers van het hart
kloppend hart te kijken.
verstoord. VKF resulteert daardoor in een snelle en onregelmatige hartslag, die vaak meer dan 150 tot 200 slagen per minuut kan bedragen, in vergelijking met het normale gemiddelde van 60 tot 100 slagen per minuut. Symptomen van VKF
DE KANS OP EEN HERINGREEP
zijn hartkloppingen, kortademigheid en
IS VEEL KLEINER.
vermoeidheid. Daarnaast geeft VKF risico
6 CARDIOLOGIE
VOORKAMERFIBRILLATIE op bloedstolsels in het hart, waardoor de
een katheter wordt ingebracht en een
van cryoablatie is dat de vorm van die
kans op beroerte tot 5 maal groter is.”
elektrische isolatie wordt aangelegd rond
ballon niet altijd ideaal is. Iedereen heeft
de pulmonale vene zodat het elektrisch
immers een verschillende vorm van venen.
signaal daarna op een correcte manier
Bovendien wordt ook op gevoelige plaat-
Behandeling
wordt overgebracht op het hart. De klas-
sen de temperatuur even laag gebracht,
“Als behandeling wordt meestal gestart
siek gebruikte technieken zijn ablatie met
hetgeen tot meer complicaties kan leiden.”
met antistollingspreparaten en antiarit-
radiofrequentie en cryoablatie.”
mica, maar soms is dat niet voldoende en Laserballon hartkatheter
blijft het probleem duren”, vertelt zijn collega elektrofysioloog, dr. Pieter Koopman.
Ablatie
“Daarom hebben we besloten om de laser-
“In de meeste gevallen ontstaat VKF
“Bij radiofrequentie ablatie wordt een
ballon hartkatheter mee uit te testen”, valt
door een storing in het elektrisch signaal
elektrische stroom vrijgegeven die het hart-
dr. Koopman hem bij. ”Bij deze laserablatie
ter hoogte van de pulmonale venen. Die
weefsel plaatselijk opwarmt en verbrandt,
heeft de ballon de vorm van een peer.
storing wegnemen moet dan via een
terwijl dat bij cryoablatie gebeurt door
Die peervorm sluit beter aan bij verschil-
ingreep gebeuren. Dat kan op verschil-
bevriezing”, aldus dr. Vijgen. “Bij cryoablatie
lend gevormde venen. Daarenboven kan
lende manieren, o.a. door ablatie. Dit is
wordt gebruik gemaakt van een ballon die
de vorm ook nog aangepast worden door
een minimaal invasieve techniek waarbij
wordt gekoeld tot -60°C. Het grote nadeel
middel van de druk. De transparante ballon
7 CARDIOLOGIE
DR. PIETER KOOPMAN, ELEKTROFYSIOLOOG HARTCENTRUM HASSELT
DR. JOHAN VIJGEN, ELEKTROFYSIOLOOG HARTCENTRUM HASSELT
bevat een endoscoop waardoor we perfect
patiënten succesvol behandeld met erg
intermitterende, of paroxysmale VKF. We
kunnen zien waar we ons bevinden in het
veelbelovende resultaten. Dr. Vijgen: “Ter-
kozen voor de laserballon na beoordeling
hart en welke delen van de venen we al
wijl we doorgaan met evalueren, hebben
van de operaties die tot op heden zijn
geïsoleerd hebben. Zo kunnen we op de
we tot nu toe slechts één patiënt gehad
uitgevoerd in Europa, die laten zien dat het
juiste plek heel nauwkeurig laserenergie
waarbij de hartritmestoornis kortstondig
veel potentie heeft en beter is dan bestaan-
afleveren, met een regelbaar vermogen.
opnieuw optrad na de behandeling. We
de technologieën in het bereiken van een
We zijn hierdoor effectiever en efficiënter
gaan er vanuit dat deze positieve trend
duurzaam normaal hartritme. Dit betekent
in het behandelen van de hartritmestoor-
zich voortzet. We hebben besloten deze
dat de kans op een heringreep veel lager
nis. Bovendien kunnen we de hoeveelheid
behandeling permanent aan te bieden
ligt, waardoor de patiënten niet blootge-
röntgenstraling waaraan de patiënt wordt
aan een deel van onze patiënten met
steld hoeven te worden aan de risico’s van
blootgesteld drastisch verminderen. Het
voorkamerfibrillatie. Ook de andere
een extra operatie. Wij zijn verheugd dat
visuele aspect van de laser techniek is
technieken kunnen uiteraard nog verder
het Jessa Ziekenhuis het eerste is in België
echt een sterk pluspunt.”
gebruikt worden in ons hartcentrum.”
dat deze behandeling kan aanbieden aan patiënten met VKF”, zegt dr. Vijgen.
“De laserballon hartkatheter is een ongeVoordelen voor de patiënt…
looflijk interessante, nieuwe technologie
“Naast de lagere kans op een heringreep,
Sinds december vorig jaar zijn een 25-tal
voor de behandeling van patiënten met
kunnen de patiënten door het gebruik van
8 CARDIOLOGIE
NAAST DE LAGERE KANS OP EEN
WE ZIJN HET EERSTE HARTCENTRUM
HERINGREEP, HERSTELLEN PATIËNTEN
IN BELGIË DAT DEZE REVOLUTIONAIRE
SNELLER MET DEZE NIEUWE TECHNIEK.
TECHNIEK KAN AANBIEDEN.
de laserablatietechniek sneller herstellen”,
“In België zijn we het eerste centrum dat
aantal complicaties was gelijk in beide
zegt dr. Koopman.
deze revolutionaire techniek aanbiedt”,
groepen. Dit bewijst dat deze techniek
zegt dr. Koopman. “Behalve in België is
in de juiste handen op een efficiënte en
het systeem ook beschikbaar in verschil-
veilige manier kan worden gebruikt.”
… en voor de arts
lende andere landen binnen de Europese
“Niet alleen voor de patiënt zijn er voor-
Unie en in Australië. De katheter werd re-
delen, ook voor ons. De ingreep gebeurt
cent bestudeerd in een groot onderzoek
sneller en tegelijkertijd accurater, wat een
in de Verenigde Staten. 178 patiënten
tijdswinst oplevert per ingreep. Dat bete-
werden behandeld met de laserballon en
kent dat we meer patiënten kunnen helpen.
de resultaten werden vergeleken met die
Daarenboven dachten we eerst dat we
van 175 patiënten die werden behandeld
deze techniek zouden kunnen aanbieden
met de klassieke radiofrequentie ablatie.
aan slechts een beperkte selectie van onze
De laserballon was efficiënter in het iso-
patiënten, maar ondertussen is gebleken
leren van de venen bij een eerste poging
dat deze techniek nog beter werkt dan
en de isolatie was duurzamer. Er werd
oorspronkelijk gedacht en dat deze breed
uiteraard ook nauwlettend toegekeken
inzetbaar is”, aldus dr. Vijgen.
op de veiligheid van deze procedure. Het
9 CARDIOLOGIE
MEER INFORMATIE DR. JOHAN VIJGEN DR. PIETER KOOPMAN
Hartcentrum Hasselt 011 37 35 65 (secretariaat)
D
e jongste generatie zal bij het horen van het woord ‘netwerken’ stande pede aan Facebook denken. Hasseltse se-
nioren komen om te netwerken met hun e-bike naar de Grote Markt. Gewiekste consultants schuimen daartoe de zoveelste receptie af. IT nerds dromen dan van IPv6 en glasvezelkabel. Voor ons artsen is netwerken vooralsnog iets relatief abstract. Dat zal veranderen. De geschriften en debatten over de toekomst van de gezondheidszorg staan er bol van. Together, we care van Zorgnet Vlaanderen, zegt genoeg. Lees er de regeerakkoorden maar eens op na. Maggie De Block gaat, als ze haar visie op de nieuwe ziekenhuisfinanciering in de praktijk kan brengen, dure technologie alleen nog terugbetalen via een netwerk.
Netwerken met de eerste lijn Netwerken met de eerste lijn, daar horen we in de ziekenhuizen minder over. Dat doen we toch al, zullen velen zeggen. Inderdaad, bij de artsen van het Jessa Ziekenhuis staat de samenwerking met de verwijzende huisartsen al langer hoog in het vaandel. Dat zal de volgende jaren andere vormen aannemen, niet in het minst dankzij de zesde staatshervorming. Die legt de bevoegdheid voor de organisatie van de eerstelijn nu volledig in Vlaanderen. De financiering blijft echter wel federaal. Hoe dat kan werken, weet voorlopig nog niemand. De Vlaamse huisartsen zijn wel gedreven bezig om hun voorstellen te ontwikkelen en hun terechte rol in de coördinatie van de hele eerstelijn op te eisen.
PROF. DR. DIRK RAMAEKERS: SAMENWERKING DOOR SUBSIDIARITEIT IN PLAATS VAN DE KLASSIEKE CONCURRENTIEPOLITIEK TUSSEN ZIEKENHUIZEN.
10 COLUMN
DAG
Collega’s
Samenwerking tussen ziekenhuizen
Dat het Jessa Ziekenhuis ambities heeft op dit vlak, zal u de voor-
Tussen de ziekenhuizen zal samenwerking niet langer een facul-
bije jaren niet ontgaan zijn. Die ambities komen niet louter voort
tatieve optie zijn. De afgelopen weken is de intensiteit van de
uit de grootte van ons ziekenhuis. Het aantal bedden waarover
gesprekken om met de Limburgse ziekenhuizen een nog betere
een ziekenhuis beschikt zegt immers niets. Maar die ambities vin-
samenwerking op te zetten in oncologie, en dan specifiek voor de
den hun oorsprong in de vele dynamische medische diensten in
zeldzame tumoren, opgedreven. Geen sinecure gezien de soms uit-
het Jessa Ziekenhuis waar vele collega’s zich inzetten om voor uw
eenlopende belangen. Maar kan er één Limburgs ziekenhuis een ar-
patiënten de beste kwaliteit aan te bieden. Dat gaat samen met
gument verzinnen waarom we niet voor elke Limburger in de provin-
een voortdurende zoektocht naar innovatie. In dit nummer vindt
cie zelf topkwaliteit zouden kunnen blijven bieden voor de meeste
u weer heel wat nieuws over innovaties in oncologie, cardiolo-
zeldzame tumoren? Ook de behandeling van CVA-patiënten zal in de
gie, beeldvorming, de behandeling van endometriose en nog veel
toekomst in een netwerkstructuur plaatsvinden. De kersverse asso-
meer.
ciatie Jessa-ZOL voor interventionele radiologie past daar perfect in. Het basisprincipe in een dergelijk netwerk is subsidiariteit in plaats
Voortrekker in kwaliteitsbeleid
van de klassieke concurrentiepolitiek. De wil om de volledige zorg
Op het moment dat u dit leest, zal ook de website van het kwa-
van (zeldzame) tumoren of van alle CVA-patiënten te concentreren
liteitsindicatorenproject VIP2 van de Vlaamse ziekenhuizen het
in één of enkele ziekenhuizen druist dan ook in tegen die filosofie.
levenslicht gezien hebben. Het Jessa Ziekenhuis is één van de
Neen, mits goede afspraken kan zoveel mogelijk zorg vaak dicht
voortrekkers in het Vlaams kwaliteitsbeleid. Kwaliteit speelt zich
bij de patiënt worden aangeboden. Voor welbepaalde ingrepen of
uiteraard niet alleen af in de ziekenhuizen, wel integendeel. In het
technieken verplaatst de patiënt zich dan even naar een meer ter-
toekomstige Vlaams Instituut voor Zorgkwaliteit zullen ook de
tiair gericht ziekenhuis, waarna de verdere zorg in het regionale
huisartsen een prominente plaats krijgen. Als geen ander weten
ziekenhuis aangeboden wordt (of vice versa). Het Jessa Ziekenhuis
zij vaak nu al in welke ziekenhuizen kwaliteit een werkwoord is en
toont in haar structurele samenwerking met Sint-Franciscus aan
niet louter een obligate slogan tijdens de volgende netwerkverga-
dat een dergelijk model wel degelijk kan werken. En ook met an-
dering. Aarzel in tussentijd niet om uw feedback rechtstreeks aan
dere ziekenhuizen zoals bijvoorbeeld Sint-Trudo en Vesalius neemt
ons te geven. Dat is immers cruciaal om aan kwaliteit te kunnen
de samenwerking alsmaar toe.
werken.
11 COLUMN
12 ONCOLOGIE
MINDER “
BELASTENDE BEHANDELING VAN INTRACRANIËLE LETSELS MET FRAMELESS
H
oge precisiebestralingen (stereotaxie) voor heel kleine intracraniële letsels worden al sinds 2004 op zeer regel-
matige basis uitgevoerd in het Limburgs Oncologisch Centrum (LOC). Dit gebeurt steeds in samenwerking met de diensten Neurochirurgie van het Jessa Ziekenhuis en van het Ziekenhuis Oost-Limburg. Het LOC kan ondertussen buigen op een ruime ervaring en een lange opvolging van de behandelde patiënten. Sinds 2014 beschikt het LOC over een nieuw toestel dat toelaat deze techniek op een minder invasieve manier maar met een even hoge precisie te gebruiken.
13 RUBRIEK
STEREOTACTISCHE RADIOCHIRURGIE”
DEZE NIEUWE TECHNIEK IS UITERST EFFICIËNT EN PRECIES VOOR DE BEHANDELING VAN KLEINERE EN NIET-OPERABELE INTRACRANIËLE BENIGNE EN MALIGNE LETSELS.
14 ONCOLOGIE
FRAMELESS STEREOTACTISCHE RADIOCHIRURGIE
Een 10-tal jaar geleden richtte het Limburgs Oncologisch Centrum
letsel in, bepalen de dosis en de stralingsfysicus werkt de planning
(LOC) samen met de diensten Neurochirurgie van zowel het
uit. Daarna worden een aantal kwaliteitscontroles gedaan om na te
Jessa Ziekenhuis als het Ziekenhuis Oost-Limburg als één van
gaan of alle parameters goed zijn ingesteld. Pas als die kwaliteits-
de eersten in België een Centrum voor Stereotactische Radio-
controle goed verlopen is, voeren we de behandeling uit. Na deze
chirurgie op. Stereotactische radiochirurgie (SRS - Stereotactic
behandeling kan de patiënt terug naar huis.”
RadioSurgery) is de techniek waarbij onder uiterst hoge precisie (stereotaxie) een hoge dosis radiotherapie op kleine intracraniële letsels (maximaal 3 cm diameter) wordt toegediend. Net door deze
Nieuw bestralingstoestel
hoge precisie kan de bestralingsdosis worden opgedreven met een
“Om de behandeling met dit masker mogelijk te maken, investeerde
significant beter resultaat tot gevolg. Bij grotere letsels kan deze
het LOC in een nieuw en hypermodern bestralingstoestel, de
stereotactische techniek ook worden toegepast, alleen wordt dan
Truebeam STX. Dit toestel is uitgerust met een realtime imaging
de bestralingsdosis over meerdere fracties (dagen) verdeeld maar
systeem en een 6D behandelingstafel. Het beeldsysteem laat toe
met dezelfde precisie als in de single fracties SRS.
om tijdens de behandeling foto’s te maken van het bestralingsisocentrum en dit te correleren met het vooraf opgestelde behande-
Jaarlijks worden zo’n 50 patiënten behandeld met deze techniek.
lingsplan. Op die manier kunnen we eventuele kleine afwijkingen in
Het centrum kan dus buigen op een jarenlange ervaring en lange
positionering onmiddellijk opsporen en corrigeren”, legt dr. Maes uit.
termijn opvolging van de behandelde patiënten. “We passen deze techniek al toe sinds 2004”, zegt dr. Annelies Maes, radiothera-
“De 6D behandelingstafel kan volautomatisch in 6 richtingen
peut-oncoloog in het LOC.
verschuiven (verticaal, lateraal, longitudinaal en rotaties in 3 vlakken) om zo bij de minste afwijking de positie aan te passen”, zegt dr. Staelens. “Een ander voordeel van het nieuwe toestel is dat er
Invasief frame maakt plaats voor stereotactisch masker
tijdens de behandeling zelf opnieuw kan gecontroleerd worden of
“Tot voor kort werd gebruik gemaakt van een invasief stereotac-
de patiënt niet bewogen heeft in zijn masker en zo nodig kunnen er
tisch kader of ‘frame’ voor de immobilisatie van de patiënten en de
tijdens de behandeling nog correcties worden doorgevoerd.”
lokalisatie van de tumor. Dit frame werd de dag van de behandeling door de neurochirurg onder lokale anesthesie met 4 pinnen op
“Metingen door het team van bestralingsfysici van het LOC tonen
het hoofd van de patiënt gefixeerd”, vertelt dr. Eric Put, neuro-
aan dat deze bewegingen in het masker bij gebruik van een met
chirurg in het Jessa Ziekenhuis. “Sinds januari 2015 zijn we in het
zorg vervaardigd masker zeer beperkt zijn. De verpleegkundigen op
LOC gestart met stereotactische radiochirurgie zonder dit frame
de simulator zijn dan ook uiterst ervaren in het vervaardigen van
(frameless SRS). In plaats van het kader wordt nu een stereotac-
een zo perfect mogelijk aansluitend masker zodat we die aanpas-
tisch masker gebruikt. Dit masker bestaat uit een thermoplastisch
singen bijna nooit moeten doorvoeren tijdens de behandeling”, gaat
materiaal. Na opwarming plaatst een verpleegkundige het masker
dr. Staelens verder.
over het gezicht van de patiënt zodat een gepersonaliseerd bestralingsmasker ontstaat. Dankzij dit masker kunnen we het hoofd van de patiënt op een even precieze wijze fixeren als met
Weinig belastend voor de patiënt
een frame.”
“Deze techniek biedt heel wat voordelen”, zegt dr. Koen Engelborghs, neurochirurg in het ZOL. “Het eerste grote voordeel voor de
“Na het maken van het masker wordt een plannings CT-scan
patiënt is dat frameless SRS kan gebeuren zonder pijn. We maken
verricht”, zegt dr. Yves Staelens, radiotherapeut-oncoloog in het
hier gebruik van een gewoon masker terwijl een invasief frame
LOC. “De bekomen beelden worden dan gefusioneerd met de NMR-
vastgeschroefd moet worden in de schedel onder lokale anesthe-
beelden. De neurochirurg en radiotherapeut tekenen samen het
sie. Pijnstillers zijn dus niet meer nodig. Soms moeten we wel een
15 ONCOLOGIE
anxiolyticum gebruiken bij patiënten met claustrofobie, maar dat komt slechts zelden voor. Een tweede belangrijk voordeel is dat de bestraling ook beter gepland kan worden. Het masker kan immers op voorhand gemaakt worden waarna onze fysici de nodige berekeningen kunnen doen. De bestraling zelf kan dan enkele dagen later gebeuren op afspraak. Op die manier is er ook geen dagopname meer nodig, wat de kost voor de patiënt drukt.” Dr. Put: “Frameless SRS is weinig belastend voor de patiënt zodat ook voor patiënten in een slechtere algemene toestand toch een adequate behandeling kan aangeboden worden. Een bijkomend voordeel is dat in geval van recidief (i.e. metastasen) de patiënt veel gemakkelijker opnieuw behandeld kan worden. Een frame moet opnieuw opgezet worden; het masker is al op maat gemaakt en kan gemakkelijk hergebruikt worden.”
WAT ZIJN DE VOORNAAMSTE INDICATIES VOOR SRS? BENIGNE LETSELS:
Goede resultaten “Uit onderzoek blijkt dat deze nieuwe techniek uiterst efficiënt en precies is voor de behandeling van kleinere en niet-operabele intracraniële benigne en maligne letsels en dat die even nauwkeurig is als de techniek met het frame”, besluit dr. Maes. “De resultaten van SRS zijn over het algemeen goed. Voor benigne letsels zoals bijvoorbeeld meningeoma bekomen we bij 90 tot 95% van de patiënten een groeistop, soms een vermindering van de diameter van het letsel. Met deze techniek kunnen we voorkomen dat de groei van het meningeoma resulteert in een belangrijke neurologisch deficit”, vertelt dr. Put. “Voor patiënten met (een beperkt aantal) hersenmetastasen zien we meestal dat de metastasen na een 3-tal maanden sterk in volume zijn afgenomen of verdwenen. Met deze techniek kunnen we bij deze groep van patiënten de hersenmetastasen redelijk goed onder controle houden en neurologi-
- Inoperabele meningeomen, vb: sommige schedelbasismeningeomen - Schwannomen, vb: nervus acousticus (vestibularis) - Arterioveneuze malformaties (AVM) die niet of slechts partiëel geëmboliseerd kunnen worden (hiervoor dient het invasief frame wel nog geplaatst te worden) MALIGNE LETSELS: - Inoperabele solitaire hersenmetastasen - Postoperatief tumorbed, vb. na resectie hersenmetastasen - Multipele hersenmetastasen (1-3) - Recidief gliomen Ook voor extracraniële letsels wordt de techniek tegenwoordig gebruikt; dan spreekt men van stereotactic body radiotherapy of ‘SBRT’ (vb: coin lesions in de long).
sche uitval voorkomen wat een uiterst belangrijke verbetering van hun levenskwaliteit oplevert.” Dr. Engelborghs: “De resultaten van deze weinig invasieve techniek zijn bij de juiste indicatie trouwens zeer vergelijkbaar met een operatieve ingreep. Daarenboven zijn de risico’s van deze techniek kleiner dan bij een operatieve ingreep, wat vooral bij oudere en verzwakte patiënten een pluspunt is.”
MEER INFORMATIE LIMBURGS ONCOLOGISCH CENTRUM 011 30 99 60, info@loc.be DR. ERIC PUT,
neurochirurg Jessa Ziekenhuis DR. ANNELIES MAES,
radiotherapeut-oncoloog Limburgs Oncologisch Centrum, Jessa Ziekenhuis
16 TEDDYBEAR HOSPITAL
Derde editie van TeddyBear Hospital een groot succes! Z
aterdag 18 april werden 240 zieke knuffels met spoed opgenomen in het TeddyBear Hospital in Hasselt. Studenten geneeskunde van de UHasselt en ambulanciers van het Jessa Ziekenhuis ontfermden zich de hele dag over hen. Alle knuffels zijn ondertussen gezond en wel en hebben het ziekenhuis verlaten.
Spelenderwijs vertrouwd raken met het ziekenhuis
Voor heel wat kinderen zijn het ziekenhuis en de dokter onbekend en spannend. Om kinderen op een speelse en leuke manier kennis te laten maken met verschillende aspecten van het ziekenhuis en een doktersbezoek, werd dit jaar al voor de derde keer het TeddyBear Hospital georganiseerd. Het initiatief is bedoeld voor kinderen van 4 t.e.m. 6 jaar. Samen met de teddybeerdokter maakt het kind zijn/haar knuffel spelenderwijs beter en raakt zo beter vertrouwd met de dingen die in het ziekenhuis kunnen gebeuren. Voor de ouders werd er ondertussen een lezing gegeven door de kinderpsychologe van het Jessa Ziekenhuis.
17 TEDDYBEAR HOSPITAL
JESSA BIEDT OPLOSSING VOOR PATIËNTEN WAARBIJ HET GEBRUIK VAN CONTRASTVLOEISTOF NIET AANGEWEZEN IS.
Angiografie
ook mogelijk zonder contrastvloeistof
K
lassiek worden bij een angiografie de bloedvaten zichtbaar
dr. Steven Schepers, eveneens radioloog
gemaakt door een contrastvloeistof in de bloedbaan te injecte-
aan het Jessa Ziekenhuis. “Ze staan nu
ren. Voor sommige patiënten is het gebruik van die contrastvloeistof echter niet aangewezen. Voor die groep van patiënten kan het Jessa Ziekenhuis nu ook een oplossing bieden dankzij de nieuwe 3T-NMR.
anderhalf jaar op punt. De interne validatie is afgerond en toont goede resultaten. Tot nu toe hebben we met deze nieuwe technieken al een 40-tal patiënten kunnen helpen die anders niet in aanmerking waren gekomen voor een angiografie.”
Een angiografie is een onderzoek van
NMR met hogere resolutie
de bloedvaten. Dat kan gebeuren door
“De klassieke NMR-toestellen gebruiken
Geen standaard onderzoek
middel van röntgenstralen of door een
een magnetische veldsterkte van 1,5T
“Het is zeker niet de bedoeling dat
NMR (nucleaire magnetische resonantie)
(tesla)”, legt Pascal Hamaekers, verpleeg-
plotseling alle patiënten een angiografie
onderzoek waarbij men meestal gebruik
kundig-consulent MRI, op de dienst ra-
moeten ondergaan zonder contrastvloei-
maakt van een contrastvloeistof om de
diologie, uit. “Wij beschikken ook over een
stof, we bieden deze techniek slechts
bloedvaten goed in beeld te kunnen
toestel met een hogere veldsterkte van
aan wanneer het echt nodig is”, vertelt dr.
brengen. “Voor patiënten met een aller-
3T. Dit resulteert in een hogere resolutie
Termote.
gie aan deze contrastvloeistoffen en voor
van de beelden waardoor we scherpere
mensen met een zeer slechte nierfunctie
details kunnen waarnemen. Bovendien laat
“We kunnen onderzoeken zonder intrave-
betekende dit in de praktijk dat een
dit toestel toe om nieuwe scantechnieken
neuze contraststoftoediening uitvoeren
angiografie niet kon uitgevoerd worden”,
te introduceren zoals een angiografie van
voor vier categorieën van angiografieën,
zegt dr. Bruno Termote, radioloog aan
de nierslagaders of de slagaders van de
meer bepaald voor onderzoek van de hals-
het Jessa Ziekenhuis. “Voor die populatie
benen zonder contraststof in de bloedbaan
slagaders, de nierslagaders, de slagaders
kunnen we nu op NMR alternatieven
te spuiten.”
van de benen en de slagaders in de hersenen (zie kader)”, zegt dr. Schepers, “waar-
bieden waar er vroeger geen mogelijkheden waren”.
“We zijn momenteel één van de weinige
bij het onderzoek van de slagaders in de
ziekenhuizen in de regio die deze nieuwere
nieren en de benen exclusief gebeurt op
NMR technieken kunnen aanbieden”, zegt
ons 3T-toestel. De andere onderzoeken
18 MEDISCHE BEELDVORMING
kunnen ook gebeuren op de klassieke 1,5T-
waardoor we ook goede beeldvorming
beeldvorming verstoren of onderzoeksduur
toestellen.”
verkrijgen op plaatsen waar er een vertra-
verlengen.”
ging in de bloedstroom zit, bijvoorbeeld na een belangrijke vernauwing.” Overleg met de aanvrager
Voordelen
“Momenteel zijn de mogelijkheden van deze
“Het 3T NMR toestel stelt ons in staat om de toegediende dosis contraststof signifi-
Beperkingen
technieken nog niet voldoende gekend bij
cant te reduceren zodat ook patienten
Dr. Termote: “Het blijft uiteraard een NMR-
de verwijzende artsen. Dit is dan ook een
met een matig verminderde nierfunctie
onderzoek met de inherente beperkingen
uitnodiging aan iedereen die hierover meer
nog een angiografie kunnen ondergaan. Bij
daarvan. Omwille van de magnetische
vragen heeft om ons te contacteren voor
allergieën of ernstig nierlijden kunnen an-
velden die gebruikt worden, komen bij-
meer uitleg i.v.m. de sterktes en de beper-
giografie onderzoeken zonder contraststof
voorbeeld patiënten met een pacemaker
kingen ervan”, zegt dr. Schepers.
uitgevoerd worden. Bovendien zijn er geen
of defibrillator niet in aanmerking voor
röntgenstralen nodig”, legt dr. Termote uit.
een dergelijk onderzoek. Ook bij patiënten
Dr. Termote: “We kunnen dus een heel
met stents kunnen we met NMR de bloed-
spectrum van diagnostische mogelijkheden
“Daarenboven kan er een dynamische tech-
stroom in de stent niet of zeer beperkt in
aanbieden waarbij er nu oplossingen voor-
niek toegepast worden om de passage van
beeld brengen.”
handen zijn voor mensen die hier vroeger niet voor in aanmerking kwamen. Het is dan
de contraststof doorheen de bloedvaten op meerdere momenten in de tijd in beeld
Dr. Schepers: “Daarnaast blijven we
ook van belang om ervoor te zorgen dat
te brengen. Bij een klassiek CT-angiogram
natuurlijk afhankelijk van de conditie van
de mensen op het juiste type NMR toestel
brengt men slechts één fase van de
de patiënt. Het is cruciaal dat de patiënt
terecht komen en dat de juiste indicatie-
contrastpassage in de bloedbaan per scan
gedurende de duur van het onderzoek
stelling gevolgd wordt. In functie van de
in beeld, waardoor de kans bestaat dat niet
goed stil kan blijven liggen. Als patiënten
nierwerking kunnen we overleggen met de
alle bloedvaten optimaal in beeld gebracht
bijvoorbeeld in een slechte algemene toe-
aanvrager om hetzij geen contraststof te
worden. Met de dynamische scantechniek
stand verkeren en heel moeilijk kunnen
gebruiken hetzij een verlaagde dosis ervan,
echter kan je het bloed zien toekomen en
ademen of stilliggen, kan dit de beeldkwa-
ondermeer omdat de onderzoeksduur dan
volgen op verschillende momenten (verge-
liteit verstoren. Ook een sterk onregelma-
verkort kan worden. Overleg kan dus nooit
lijkbaar met een klassieke RX angiografie)
tig hartritme kan in sommige gevallen de
kwaad.”
19 MEDISCHE BEELDVORMING
C
A: NMR angiografie van de beenarteries na toediening van intraveneuze contraststof. B: NMR angiografie van de beenarteries zonder toediening van intraveneuze contraststof.
A
B
D
WELKE SOORTEN NMR ANGIOGRAFIEテ起 KUNNEN OOK ZONDER INTRAVENEUZE CONTRASTSTOF UITGEVOERD WORDEN? - ANGIOGRAFIE VAN DE NIERSLAGADERS. Een potentieel doelpubliek voor dit onderzoek dat enkel op het 3T-toestel kan gebeuren, zijn patiテォnten met hypertensie die niet onder controle gebracht kunnen worden met medicatie. Hier wordt specifiek gezocht naar vernauwingen of vaatafwijkingen op de nierarteries die een verklaring bieden voor de verhoogde bloeddruk. Een andere groep zijn bv. patiテォnten met een achteruitgang van de nierfunctie. Hier wil men nagaan of dit te wijten is aan een vernauwd bloedvat dat ervoor zorgt dat te weinig bloed in de nier terecht komt. - ANGIOGRAFIE VAN DE SLAGADERS VAN DE BENEN. Patiテォnten met vernauwingen in de slagaders van de benen krijgen typische klachten van claudicatio intermittens of hebben slecht helende wonden aan benen of voeten. In dat geval moeten stenosen uitgesloten worden of moet er een algemeen beeld gevormd worden van het arterieel lijden. Personen met een arterieel lijden van de benen hebben vaak ook een verminderde nierfunctie en komen dus minder in aanmerking voor de klassieke techniek met contrastvloeistof. - ANGIOGRAFIE VAN DE HALSSLAGADERS (CAROTIDEN): op basis van een time-offlight meting kunnen we eventuele vernauwingen goed in beeld te brengen. Deze techniek kan ook uitgevoerd worden op een klassiek 1,5T-toestel. - ANGIOGRAFIE VAN DE ARTERIES IN DE HERSENEN. Hiervoor is een angiografie zonder contraststof de standaardprocedure. Deze techniek is eveneens gebaseerd op het time-of-flight principe en kan ook uitgevoerd worden op een 1,5T-toestel. Typisch in dit gebied is de cirkel van Willis.
MEER INFORMATIE Voor meer informatie kunnen artsen via het call center medische beeldvorming op nummer 011 33 55 66 terecht bij: DR. BRUNO TERMOTE - DR. STEVEN SCHEPERS - PASCAL HAMAEKERS
20 MEDISCHE BEELDVORMING
C + D: Nierarteries ax MIP en nierarteries cir MIP: beeldreconstructies in het axiale en coronale vlak van een NMR angiografie zonder toediening van intraveneuze contraststof.
21 WELKOM
Jessa verwelkomt
MEDISCH DIRECTEUR PROF. DR. DIRK RAMAEKERS
P
rof. dr. Dirk Ramaekers is de nieuwe medisch directeur van
het Jessa Ziekenhuis. Hij volgde op 2 maart dr. Yves Breysem op, die deze functie tijdelijk combineerde met de functie van algemeen directeur. Met de komst van prof. dr. Ramaekers wil het Jessa Ziekenhuis zijn voortrekkersrol in kwaliteit en patiëntveiligheid verder uitbouwen. Hij kent immers als geen ander het belang van kwaliteitsvolle zorg die
JESSA IS EEN VOORTREKKER.
duidelijk en transparant gecommu-
DE REFERENTIE VAN HOGE KWALITEIT BLIJVEN,
niceerd wordt naar verwijzers en
IS DE UITDAGING.
patiënten. 21 BEELDVORMING
22 WELKOM
Prof. dr. Dirk Ramaekers heeft een uitgebreide ervaring opgedaan
kwaliteit en patiëntveiligheid en in het open communiceren van
als algemeen medisch directeur bij Ziekenhuis Netwerk Antwer-
die zorgkwaliteit naar verwijzers en patiënten. Als voorzitter
pen en directeur gezondheidsbeleid bij de Christelijke Mutualitei-
van het VIP²-forum had ik dit al sterk ervaren. En ook nu, in mijn
ten. Als voorzitter van het VIP²-forum (Vlaams Indicatoren Project)
eerste maanden op de werkvloer, valt die kwaliteitsdynamiek
stond hij mee aan de wieg van de ontwikkeling van kwaliteitsin-
me sterk op. In 2008 waren we het eerste Belgische ziekenhuis
dicatoren voor Vlaamse Ziekenhuizen. Ook binnen de muren van
dat het NIAZ-kwaliteitslabel kreeg toegekend. Begin 2016
het Jessa Ziekenhuis toont prof. dr. Ramaekers zich een vurig pleit-
hopen we voor de derde keer een NIAZ-QMentum accreditatie te
bezorger van het doordacht meten, aantoonbaar maken en continu
behalen. De voorbereidingen hiervoor lopen volop.”
verbeteren van kwaliteit en veiligheid van zorg. Het zorglandschap is in volle evolutie. Geboren en getogen Limburger
Welke belangrijke trends ziet u?
Prof. dr. Ramaekers is een geboren Hasselaar en groeide op in
Prof. dr. Ramaekers: “Patiënten worden steeds mondiger en
Helchteren. “Voor mijn studies trok ik naar Leuven. Van opleiding
zullen meer en meer participeren in het besluitvormingsproces.
ben ik geneesheer-specialist in de Algemene Inwendige Genees-
Het meten en objectiveren van zorgkwaliteit blijven primordiaal,
kunde. Daarna volgde ik de aanvullende opleiding Ziekenhuis-
maar ook het openbaar maken van kwaliteitsgegevens is een
beleid & -Management. Mijn carrière startte ik als staflid op de
terechte maatschappelijke verwachting. Tegelijkertijd zal de
dienst algemeen inwendige geneeskunde van UZ Leuven. Van
organisatie van de zorg de volgende jaren grondig veranderen.
1999 tot 2003 was ik verbonden als expert gezondheidszorg
Alle opinieleiders zijn het erover eens dat we niet meer alle
aan het kabinet van toenmalig minister van sociale zaken Frank
behandelingen en specialismen in alle ziekenhuizen moeten
Vandenbroucke en in 2003 stond ik mee aan de wieg van het fe-
aanbieden. Jessa heeft op dat vlak uitgesproken ambities. In
deraal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg, waar ik tot 2008
vergelijking met de andere provincies heb je in Limburg minder
algemeen directeur was”, legt prof. dr. Ramaekers uit. “Bij ZNA
aanbod van grote ziekenhuizen. Dat schept opportuniteiten. Ook
Antwerpen - een groep van drie algemene en zes gespecialiseerde
het feit dat Jessa al zeer goed samenwerkt met andere regionale
ziekenhuizen - was ik medisch directeur tot 2013. Ondertussen
ziekenhuizen, is een voordeel. Dat de zorg zich meer en meer in
was ik ook betrokken als raadgever aan het kabinet Johan Vande
netwerken organiseert, zien we ook op het niveau van de eerste
Lanotte bij de voorbereiding, coördinatie en financiering van het
lijn. Huisartsen professionaliseren zich verder en gaan structu-
gezondheidszorgbeleid van de toekomst. In 2013 was ik nog maar
rele samenwerkingsverbanden aan.”
net benoemd tot directeur gezondheidsbeleid bij CM, toen het Jessa Ziekenhuis me de functie van medisch directeur aanbood. Kunnen terugkeren naar de ziekenhuiswereld en naar Limburg,
Hoe moeten we daar als ziekenhuis mee omgaan?
maar ook de kwaliteitsreputatie en toekomstige ambities van
“Deze verschuivingen hebben uiteraard een impact op de
Jessa waren argumenten die meespeelden in mijn beslissing. Met
manier waarop we met patiënten omgaan en met de eerste lijn
mijn gezin woon ik in Lummen.”
samenwerken. We moeten steeds beter en sneller inspelen op de veranderende verwachtingen van de patiënt en zijn familie. Communicatie en inspraak zullen een nog grotere rol spelen. Een
De keuze voor Jessa is geen toeval?
patiënt is méér dan de ontvanger van zorg. Huisartsen zullen
Prof. dr. Ramaekers: “Jessa is altijd een voortrekker geweest van
meer en meer betrokken worden in de besluitvorming rond de
23 WELKOM
patiënt en dus zullen we ons samenwerkingsmodel en onze com-
Kreeg ik duidelijk uitleg in klare mensentaal? … Patiënten centraal
municatie daarop moeten afstemmen. Jessa zet daar nu al sterk op
zetten is een slogan. Maar het is veel meer dan dat. Je moet verder
in met een goed uitgebouwd model voor stakeholderoverleg, maar
gaan dan de slogan. Het is cruciaal voor Jessa om de referentie van
we willen daarin nog groeien. De elektronische digitale evolutie
hoge kwaliteit te blijven. Of we daarin slagen, valt af te meten
zal hierin een sleutelrol spelen.”
aan de erkenning door onze patiënten en verwijzers.”
Wat is uw standpunt over het meten en transparant maken van de zorgkwaliteit? “Kwaliteit van zorg is een patiëntenrecht en krijgt terecht veel aandacht. Kwaliteitsindicatoren en accreditaties zijn geen doel op zich maar een middel om impact te hebben op die zorgkwaliteit,
DE VOLGENDE JAREN GAAN PARTICIPATIE EN INSPRAAK VAN PATIËNTEN STEEDS HOGER OP DE AGENDA STAAN.
door met de resultaten aan de slag te gaan en verbeteracties op te zetten. Constant opvolgen en steeds verder verbeteren van de zorg, daar draait het om. Daarnaast hebben patiënten en verwijzers het recht om te weten hoe het staat met de kwaliteit in onze ziekenhuizen. Daarom is het belangrijk dat we onze resultaten
PATIËNTEN HEBBEN ER RECHT OP OM
bekendmaken en dat we dat op een heldere manier doen mét de
TE WETEN HOE HET STAAT MET DE
nodige duiding. Haalbaar en relevant meten, vind ik belangrijk. We
KWALITEIT VAN HUN ZIEKENHUIS.
mogen niet verdrinken in het aantal metingen en registraties. Wat je meet, moet nuttig zijn. Het moet een ziekenhuisbrede spiraal van continue verbetering in gang zetten. Dan pas ben je goed bezig.”
Waar moet Jessa volgens u op inzetten?
PROF. DR. DIRK RAMAEKERS IN EEN NOTENDOP
Hoe kunnen we werk maken van steeds betere
ACTUEEL
zorgkwaliteit?
- Medisch directeur Jessa Ziekenhuis
“Aantoonbare kwaliteit van de zorg, onderbouwd vanuit de weten-
VOORHEEN
schap, is de basis. Maar kwaliteit is een werkwoord. Het is niet iets
- Directeur Gezondheidsbeleid LCM
dat er zomaar op een dag is en ook altijd blijft. Kwaliteit is werken,
- Algemeen medisch directeur ZNA Antwerpen
het vergt inspanningen, elke dag opnieuw. Uit onderzoek weten
- Algemeen directeur Federaal Kenniscentrum
we dat de kwaliteitsreputatie een belangrijke factor is in de keuze
voor de Gezondheidszorg KCE
van een ziekenhuis. Maar ook bejegening speelt een doorslagge-
- Algemene Inwendige Geneeskunde, UZ Leuven
vende rol: waren de verpleegkundigen en artsen vriendelijk? Werd
OPLEIDING
ik correct behandeld? Hebben ze zich voorgesteld? Kon ik met mijn
- MD, PhD, KU Leuven
vragen bij iemand terecht? Liepen de onderzoeken vlot? Waren
PRIVÉ
de resultaten snel beschikbaar? Was mijn huisarts op de hoogte?
- Gelukkig gehuwd, twee zonen
24 RUBRIEK
Nieuw brachytherapie toestel voor behandeling van
25 ONCOLOGIE
borst-, huid- en gynaecologische tumoren
B
rachytherapie of curietherapie is een inwendige bestralingsbehandeling waarbij één of meerdere radioactieve bronnen (iridium – 192) in of tegen het te bestralen weefsel worden gebracht. Aangezien de stralingsdosis beperkt blijft tot de zone rond de bron, maakt brachytherapie het mogelijk om de omliggende gezonde weefsels optimaal te sparen. Dankzij een nieuw HDR-toestel kan dit nu met een hogere dosis in een kortere tijdsspanne. Deze behandelingstechniek wordt toegepast als “boost bestraling” in combinatie met externe radiotherapie of als enige behandeling, al dan niet na chirurgie. Recent installeerde de dienst Radiotherapie van het Limburgs Oncologisch Centrum (LOC) een HDR of ‘High Dose Rate’ toestel. Door gebruik te maken van een ‘High Dose Rate’ techniek kan de arts via een iridium-192 bron een hoge dosis toedienen in een korte tijdspanne. Voordien maakte het LOC gebruik van een ‘Pulsed Dose Rate’ (PDR) techniek waarbij de bestralingsbehandeling zich over een veel langere periode voltrok (tot 72 uur in korte pulsen). Met de High Dose Rate techniek zal de behandelingsduur voor de patiënt veel korter zijn (een 15-tal minuten per toediening). Op die manier ontstaat een grotere capaciteit zodat meer patiënten geholpen kunnen worden. Het LOC schakelde reeds langer over van een 2D-beeld- naar een 3D-beeldgebaseerde brachytherapieplanning, conform de Europese richtlijnen, hetgeen leidt tot een uitermate nauwkeurige dosisberekening, zowel ter hoogte van het doelgebied als van de omliggende gezonde organen. De HDR-techniek zal in het LOC aangewend worden voor de behandeling van patiënten met borst-, huid- en gynaecologische tumoren (voornamelijk baarmoeder- en baarmoederhalstumoren). Deze techniek gaat door in een tot bunker omgebouwde ruimte met een stralingswerende deur. Via een intercom en camera wordt de patiënt continu gevolgd tijdens de behandeling.
MEER INFORMATIE LIMBURGS ONCOLOGISCH CENTRUM 011 30 99 60, info@loc.be
26 OBESITAS
Unieke aanpak rond GENEESMIDDELENGEBRUIK
V
oor sommige patiĂŤnten met obesitas is het uitvoeren van een gastric bypass de enige oplossing voor blijvend ge-
wichtsverlies. Een bypass verandert de anatomie van het maagdarmstelsel ingrijpend en kan de opname van geneesmiddelen, vitamines en mineralen beĂŻnvloeden waardoor hun effect wijzigt. Het Jessa Ziekenhuis ontwikkelde daarom een nieuw initiatief om optimaal advies te geven rond medicatiegebruik na de ingreep.
27 OBESITAS
NA GASTRIC BYPASS Dr. Wim Bouckaert: “Obesitas is een
een behoorlijke hoeveelheid medicijnen
bruik na de ingreep. “Ons multidisciplinair
steeds vaker voorkomend gezondheids-
moeten gebruiken. De vraag was dan ook
team, dat reeds bestond uit 2 diëtisten,
probleem in onze huidige maatschappij.
wat er gebeurt op het vlak van absorp-
2 psychologen, 4 chirurgen, een cardio-
Uiteraard hebben niet alle obesitaspa-
tie van geneesmiddelen na een gastric
loog, endocrinologen en gastro-enterolo-
tiënten chirurgie nodig, maar van de
bypass ingreep.”
gen, werd daarop versterkt met 3 klinisch
mensen die wel in aanmerking komen
apothekers”, vertelt dr. Bouckaert.
voor obesitaschirurgie belanden op dit
“De patiënten die een gastric bypass
ogenblik slechts enkele procenten in het
ondergaan, lopen potentieel een risico
“Op vlak van absorptie verandert er inder-
juiste zorgtraject. In het Jessa Ziekenhuis
op onderbehandeling van een aantal
daad heel wat, zeker kort na de ingreep”,
hebben we daarom gekozen voor een
aandoeningen en/of ziektes waaraan ze
gaat apr. Decoutere verder. “Patiënten
multidisciplinaire aanpak van obesitas.
lijden”, aldus dr. Bouckaert. “We kwamen
ondervinden ook een moeilijkere inname
Iedereen krijgt bij ons de juiste zorg
vrij snel tot een consensus rond het
van medicatie omdat de maag kleiner
toegewezen volgens de heersende IFSO
vitaminebeleid na een gastric bypass.
wordt gemaakt, waardoor vooral de
normen (International Federation for
We hebben dezelfde oefening gedaan
inname van grote geneesmiddelen een
the Surgery of Obesity and metabolic
voor andere medicatiegroepen. Veel van
probleem vormt. We hebben afgesproken
disorders), waarbij we uiteraard ook reke-
de obesitaspatiënten nemen immers
om de medicatie van alle patiënten te
ning houden met de geldende wettelijke
antihypertensiva, diabetesmedicatie of
screenen vóór de ingreep en een advies
normeringen.”
cholesterolverlagende middelen en we
te formuleren over de medicatie na de
moesten dan ook een antwoord vinden op
ingreep in een elektronisch verslag.”
hun vragen rond medicatiegebruik na de Onder- en overbehandeling
ingreep. Daarenboven werkt de ingreep
bij obesitaspatiënten
zelf ook ‘genezend’ op een aantal aandoe-
Praktijk
“Het startpunt van dit verhaal ligt in de
ningen en kunnen heel wat geneesmid-
“Enkele weken voor de ingreep vult de
observatie dat er, ondanks hun overvoe-
delen na de ingreep ook afgebouwd of
patiënt, eventueel in samenspraak met de
ding, toch heel wat tekorten bestaan bij
gestopt worden. Daarom moet men ook
huisarts, een thuismedicatieformulier in
obesitaspatiënten’, zegt dr. Bouckaert.
opletten voor overbehandeling.
zodat we een volledig overzicht hebben van zijn/haar medicatie. Deze lijst wordt
“Een typisch voorbeeld hiervan is een
elektronisch ter beschikking gesteld
tekort aan vitamine D, wat voorkomt bij ongeveer 40% van de patiënten’, zegt
Multidisciplinaire aanpak
aan de klinisch apotheker. Als de patiënt
klinisch apotheker Liesbeth Decoutere.
Jessa startte daarom in 2014 als één van
geopereerd wordt, heeft de klinisch
“Ondanks hun jonge leeftijd ontwikkelen
de eerste ziekenhuizen in België met een
apotheker daarna een advies klaar over
patiënten met obesitas vaak comorbidi-
systematische screening van de genees-
het verdere medicatieverloop. Dit advies
teiten zoals diabetes mellitus, hyperten-
middelen van deze patiënten nog voor de
wordt dan bezorgd aan de behandelende
sie, hypercholesterolemie, refluxziekte
ingreep plaats vindt om hen optimaal te
arts en huisarts die de wijzigingen in het
en obstructieve slaapapneu, waardoor ze
informeren over hun geneesmiddelenge-
medicatieschema kunnen doorvoeren. Dit
GENEESMIDDELENGEBRUIK NA GASTRIC BYPASS
BIJ ONS KRIJGEN ALLE PATIËNTEN EEN GEFUNDEERD ADVIES OVER MEDICATIEGEBRUIK NA EEN GASTRIC BYPASS. EEN UNIEKE AANPAK MET EEN DUIDELIJKE MEERWAARDE VOOR PATIËNTEN EN HUISARTSEN.
is echt een systematische aanpak - we
zijn moeilijke klassen van geneesmid-
betrokkenheid van de patiënt verhogen
doen dit immers bij alle patiënten - en dat
delen. Zo bestaan vele antidepressiva
we de kans op een goede opvolging van
maakt het vrij uniek in Vlaanderen.”
als preparaten met verlengde vrijstelling,
ons advies. Bij elk opvolgbezoek wordt de
welke niet tijdig opgenomen kunnen
medicatielijst opnieuw overlopen met de
“Een klassiek advies dat we bijvoorbeeld
worden in het lichaam. We adviseren in
patiënt.”
meegeven aan vrouwen in de vrucht-
dit geval om over te schakelen naar een
bare leeftijd betreft het gebruik van de
preparaat met onmiddellijke vrijstelling,
“De opvolging van de patiënt gebeurt door
anticonceptiepil’, zegt apr. Decoutere. ‘De
eventueel in overleg met de psychiater of
middel van middel van een uitgebreide
enterohepatische cyclus speelt hier een
de huisarts. Soms is er echter geen alter-
bloedname met bepaling van zouten, he-
belangrijke rol. Aangezien de galsappen
natief in dezelfde geneesmiddelenklasse.
moglobine, leverfunctietesten, vitamines,
na de ingreep een meter verder in de
Extra monitoring wordt aangeraden voor
cholesterolwaarden en dergelijke. Meestal
darm pas kunnen binden aan de anti-
geneesmiddelenklassen met hoog risico
verbetert de situatie van de patiënt ook
conceptiepil is er een potentieel risico
op therapiefalen zoals anti-epileptica,
door de ingreep en kunnen een aantal ge-
op verminderde opname. Daarenboven
anti-tumorale middelen en schildklierhor-
neesmiddelen achterwege gelaten worden.
merken we vaak al een verhoogde vrucht-
monen.”
Als de absorptie van die geneesmiddelen wat minder is, kan dat gek genoeg soms
baarheid na de ingreep. In combinatie met een minder goed werkende pil (door de
“Als er wijzigingen nodig zijn, zullen we
zelfs beter zijn, omwille van de vermin-
verminderde absorptie) is dit natuurlijk
dat nooit op eigen houtje beslissen”, ver-
derde kans op nevenwerkingen.”
belangrijk voor de patiënt. We raden orale
telt dr. Bouckaert. “We geven enkel een
anticonceptie dan ook af na een gastric
advies mee. De artsen kunnen ons altijd
“Het is niet altijd gemakkelijk om na te
bypass omdat we de betrouwbaarheid
contacteren voor bijkomend overleg.”
gaan of alles goed wordt opgevolgd. Het
van het preparaat echt niet meer kunnen
advies dooft immers voor een stuk ook uit
garanderen.”
door de verandering in medicatie die impliOpvolging
ciet volgt op een bypass ingreep. Sommige
Wijzigingen in medicatieschema
“De patiënten worden na de ingreep goed
patiënten voelen zich bijvoorbeeld een
“Verder zijn er nog een aantal genees-
opgevolgd. Het eerste jaar na de ingreep
stuk beter dan voordien en kunnen begin-
middelenklassen absoluut te mijden
worden ze 4 keer per jaar uitgenodigd
nen met de afbouw van antidepressiva”,
na een gastric bypass omwille van een
voor opvolging, het tweede jaar 2 keer
besluit dr. Bouckaert.
hoog risico op nevenwerkingen zoals het
en vanaf dan 1 keer per jaar. We laten ze
gebruik van anti-inflammatoire middelen
dus niet los, ze staan er niet alleen voor”,
of geneesmiddelen die aanleiding kunnen
zegt dr. Bouckaert. “Het is trouwens ook
Ontwikkelen van databank
geven tot hypoglycemie. Het negatief
heel belangrijk om de patiënt zoveel
Dr. Bouckaert: “Eén van de problemen
advies voor het continueren van deze
mogelijk te betrekken bij onze adviezen
waarmee we vaak geconfronteerd worden,
medicatie wordt uitdrukkelijk vermeld.”
en goed uit te leggen waarom bepaalde
is het gebrek aan kennis omtrent de
“Ook anti-epileptica en antidepressiva
veranderingen nodig zijn. Door de actieve
absorptie van geneesmiddelen in de dunne
28 OBESITAS
HOE WORDT EEN GASTRIC BYPASS UITGEVOERD?
darm. Sommige geneesmiddelen worden immers opgenomen in het eerste deel van de dunne darm of zijn heel gevoelig
BELANGRIJKE BASISPIJLERS VOOR PATIËNTEN MET GASTRIC BYPASS
aan pH-veranderingen voor hun absorptie. Ook de metabolisatie en de desintegratie
- DE GROOTTE VAN DE MEDICATIE: zeker
van geneesmiddelen in de dunne darm
in de periode kort na de ingreep erva-
kan veranderd zijn. Maar wat verandert er
ren heel wat patiënten slikproblemen.
concreet? Dat weten we niet altijd”.
Sommige geneesmiddelen kunnen blijven steken of geraken moeilijk
“We werken momenteel aan de ontwikkeling
doorgeslikt. Het is dan aangewezen
van een databank. Elk geneesmiddel dat we
om te zoeken naar een aangepaste
screenen bij deze patiënten wordt in deze
formulering (vb. pletten van tabletten
databank geplaatst samen met ons advies
indien mogelijk of een vloeibare vorm)
rond het gebruik ervan. Zo kunnen we ook
- DE OPNAMETIJD VAN GENEESMIDDELEN
Bij de procedure van een gastric bypass wordt er een kleine voormaag gecreëerd
zorgen voor continuïteit in onze aanpak”,
WORDT KORTER: vooral geneesmidde-
ter hoogte van de overgang van de
vervolgt apr. Decoutere.
len met een verlengde afgifte worden
slokdarm naar de maag. Deze voormaag
“Er bestaan weinig publicaties over dit
hierdoor moeilijker opgenomen. Pro-
is dan niet meer verbonden met de rest
thema. De resultaten van onze pilootstudie
beer een formulering met onmiddel-
van de maag en heeft slechts een inhoud
met de eerste obesitaspatiënten die we zo
lijke vrijgave of ga op zoek naar een
van 20 tot 30 ml (blauw vak). Hierdoor is
hebben aangepakt (in de periode van okto-
alternatief geneesmiddel
er sneller een gevoel van verzadiging. Bij
ber tot december 2014) zullen binnenkort
- SOMMIGE KLASSEN VAN GENEESMIDDE-
deze ingreep wordt de rest van de maag niet verwijderd.
door onze groep voorgesteld worden op een
LEN ZIJN TE VERMIJDEN na een gastric
wetenschappelijk congres. Ook op dat vlak
bypass omdat ze aanleiding kunnen
is het pionierswerk dat de deur opent naar
geven tot de ontwikkeling van maag-
Vervolgens wordt de dunne darm
nieuw en voortgezet onderzoek.”
ulcera of te lage suikerspiegels. Best
doorgenomen, 40 tot 50 cm voorbij het
is om het gebruik van deze genees-
uiteinde van de maag. Nu wordt het
middelen definitief te stoppen.
bovenste deel van deze darm naar boven
MEER INFORMATIE Obesitascentrum, 011 33 75 05 DR. WIM BOUCKAERT
Klinische farmacie
- GENEESMIDDELEN DIE WORDEN
gebracht en verbonden met de nieuwe
OPGENOMEN IN HET EERSTE DEEL VAN
voormaag. Dit wordt de voedingslis
DE DUNNE DARM MOETEN KRITISCH
genoemd (roze lis).
BEKEKEN WORDEN. Alternatieven zijn
aangewezen. Dit geldt bijvoorbeeld
Tot slot wordt de uitgang van de rest-
voor ijzer- en calciumpreparaten waar
maag op een lager niveau verbonden met
APR. JANNE THEUWISSE
de meest optimale vorm dient voorge-
de voedingslis. Op dat niveau komen de
klinischefarmacie@jessazh.be
steld te worden.
verteringssappen dus terug bij het eten.
APR. LIESBETH DECOUTERE APR. MARTIJN DROOGMANS
29 OBESITAS
30 RUBRIEK
JESSA ONDERNEEMT
ACTIE OM
ZIEKEN HUISINCIDENTEN
TE VERMIJDEN
U
it onderzoek in de Limburgse ziekenhuizen blijkt dat
één op vier ongeplande opnames op intensieve zorgen vermeden kan worden. Het Jessa Ziekenhuis onderneemt actie om dergelijke incidenten in de toekomst zoveel mogelijk te vermijden.
31 KWALITEIT
Wereldwijd bestaan er reeds onderzoeken
medicatie incidenten”, vertelt prof. dr. Dirk
naar ziekenhuisincidenten. Bij haar docto-
Ramaekers, medisch directeur van het Jessa
raatsonderzoek in Limburgse ziekenhuizen
Ziekenhuis. “Bloedverdunners en antibiotica
bekeek dr. Kristel Marquet, coördinator
zijn de twee voornaamste groepen binnen
dienst kwaliteit en veiligheid, ziekenhuisin-
deze categorie. Beiden vertegenwoordigen
cidenten die leiden tot een ongeplande
ze een vijfde van de vermijdbare medicatie
opname op intensieve zorgen of een interne
incidenten. Na de bekendmaking van de re-
MUG. Deze verhoging van zorg leidt tot een
sultaten in 2013 zijn we gestart met enkele
langere verblijfsduur en hoge kosten voor
verbeteracties omtrent medicatieveiligheid,
de ziekteverzekering. Bovendien heeft het
zoals bijvoorbeeld de verdere optimalisatie
een belangrijke impact op de patiënt en
van het antibioticagebeuren. Er werden
diens familie.
duidelijke richtlijnen opgesteld in verband met het voorschrijven en toedienen van
Uit het onderzoek bleek dat één op vier
antibiotica. Wij voeren nu ook regelmatig
ongeplande opnames op intensieve zorgen
steekproeven uit om ons antibioticabeleid
vermeden kan worden. De resultaten vor-
verder intensief op te volgen.”
men een belangrijke aanzet om de zorgkwaliteit nog verder te kunnen verbeteren.
“Voor wat betreft de bloedverdunners werd
De studie is gepubliceerd in Critical Care
er een uitgebreid verbetertraject opge-
Medicine, één van de meest vooraanstaande
start in samenwerking met de apotheek
tijdschriften ter wereld voor intensieve
en medische staf en dr. Kristel Marquet”,
zorgen geneeskunde.
voegt hij nog toe. “Een eerste stap was het actualiseren, uniformiseren en verder
De resultaten van het onderzoek zijn
ontwikkelen van de richtlijnen voor het
vergelijkbaar met die van andere Europese
gebruik van bloedverdunners op basis van
studies. Maar de Limburgse ziekenhuizen
wetenschappelijk onderzoek. Verpleegkun-
zijn de eerste in ons land die door middel
digen, apotheek-assistenten en apothekers
van dit onderzoek het voortouw nemen op
werden verder getraind in het veilig gebruik
vlak van kwaliteitsverbetering. Vooral op
van bloedverdunners. Bij patiënten met
vlak van medicatieveiligheid zijn verbeterin-
afwijkende stollingsparameters wordt er
gen mogelijk.
vaker beroep gedaan op een apotheker voor bijkomende opvolging en advies. En de verpakking van de bloedverdunners
Verbeteracties
wordt gemarkeerd met een rode sticker
binnen het Jessa Ziekenhuis
om de zorgverleners attent te maken op
“Uit het onderzoek blijkt dat vermijdbare
het product en eventuele incidenten te
incidenten vaak te maken hebben met
voorkomen.”
MEER INFORMATIE KRISTEL MARQUET 011 30 82 15, kristel.marquet@jessazh.be Marquet K et al. One fourth of unplanned transfers to a higher level of care are associated with a highly preventable adverse event: a patient record review in six belgian hospitals. Crit Care Med. 2015 May;43(5):1053-61.
Het doctoraat werd uitgevoerd onder het promoterschap van prof. Vleugels (UHasselt/KU Leuven), copromotor prof. Neree Claes (UHasselt) en Elke De Troy (Jessa), en met financiële steun van Limburg Sterk Merk (LSM).
32 KINDER- EN JEUGDGENEESKUNDE
KINDERMISHANDELING: een symptoom van
EEN GEZIN IN MOEILIJKHEDEN
K
DR. PETER AERSSENS
indermishandeling verdient onze blijvende aandacht. Het
Wat is kindermishandeling?
herkennen van signalen die wijzen op kindermishandeling
“Bij kindermishandeling denkt men
is echter niet zo eenvoudig. Huisartsen die met kindermishandeling geconfronteerd worden, zitten met heel wat vragen. Dr. Peter Aerssens, pediater, Karen Castermans, psychologe en Leen Core-
automatisch aan lichamelijke mishandeling zoals blauwe plekken en breuken, maar het is meer dan dat”, vertelt dr. Peter Aerssens. “Elke situatie waarin een
mans, orthopedagoge van de afdeling kinder- en jeugdgenees-
kind - actief of passief - slachtoffer is van
kunde van het Jessa Ziekenhuis gaan graag in op deze vragen.
fysiek, psychisch of seksueel geweld is kindermishandeling. Ook lichamelijke of emotionele verwaarlozing is een vorm van kindermishandeling. Denken we bijvoorbeeld aan een gebrek aan hygiëne of medische zorgen, een tekort aan ouderlijk toezicht, verbale agressie, het constant kleineren van kinderen…” Leen Coremans: “Ook getuige zijn van
DAT OUDERS HUN KIND MISHANDELEN, BETEKENT NIET
geweld tussen de ouders of van mis-
DAT ZIJ HUN KIND NIET GRAAG ZIEN.
handeling van een broer of zus kan zeer traumatiserend zijn en even ernstige
33 RUBRIEK
KAREN CASTERMANS
LEEN COREMANS
gevolgen hebben als zelf slachtoffer zijn
een symptoom van een moeilijk functio-
kaderstuk) is wanneer het verklarende
van mishandeling. Kinderen die getuige
nerend gezin.”
verhaal niet klopt met de verwonding of continu verandert. Of als de feiten niet
zijn van huishoudelijk geweld hebben 30%
kloppen met de leeftijd van het kind. Het
tot 60% risico op één of andere vorm van kindermishandeling en -verwaarlozing.
Herkennen van kindermishandeling
is dan aangeraden om door te vragen,
Daarom moeten alle kinderen in een gezin
Karen Castermans: “Het gebeurt zelden
niet als een politiedetective, maar op
waar sprake is van intrafamiliaal geweld
dat kindermishandeling meteen duidelijk
een empatische wijze, vertrekkende
onze aandacht krijgen en waar mogelijk bij
is op basis van een letsel. Deze letsels
vanuit de zorg voor het kind. De meeste
de zorgverlening betrokken worden.”
zouden ook veroorzaakt kunnen zijn door
artsen deinzen hiervoor terug omdat ze
een ongeluk. Er zijn ook kinderen waar-
de vertrouwensband met hun patiënt
Moeilijke gezinssituatie
aan niets te merken valt en die geen sig-
niet willen beschadigen”, bevestigt dr.
“Dat ouders hun kind mishandelen, bete-
nalen vertonen en dat maakt het net zo
Aerssens.
kent echter niet dat zij hun kind niet graag
moeilijk. Eén signaal of een vermoeden
zien”, vervolgt Leen. “Vaak zijn er andere
is dus vaak niet voldoende om conclusies
Centrale rol van de huisarts
problemen van financiële, psychische, of
te trekken, maar kan wel voldoende zijn
“De huisarts kan een centrale rol
andere aard waardoor het gezin in een
om alert te zijn. Het is dus zeer belangrijk
opnemen bij kindermishandeling. Als
moeilijke situatie verkeert. Hierdoor kunnen
dat men als hulpverlener kritisch is en
vertrouwenspersoon van een gezin is de
de ouders onvoldoende adequaat voor hun
doorvraagt bij de anamnese.”
huisarts immers goed geplaatst om de familiedynamiek en de evolutie ervan
kind zorgen of ontstaat er een verkeerd opvoedingspatroon. Mishandeling is vooral
“Één van de belangrijkste signalen (zie
te observeren. Indien de huisarts weet
34 KINDER- EN JEUGDGENEESKUNDE
heeft van risicofactoren of eerder al
voor Kindermishandeling. In geval van
SOCIALE KAART
vage signalen van intrafamiliaal geweld
ongerustheid kan de arts bij hen advies
- VOOR HULPVERLENERS:
heeft opgemerkt, kan hij kindermis-
vragen zonder dat er een dossier wordt
Vertrouwenscentrum voor
handeling opnemen in zijn differentiaal
opgestart. Ook bij het Ondersteunings-
kindermishandeling,
diagnostisch landschap. Hierbij speelt
centrum Jeugdzorg kan men anoniem
Boerenkrijgsingel 30, 3500 Hasselt,
de herkenning van een aantal risico-
terecht. Soms is het aangeraden om
011 27 46 72
factoren een grote rol. Gezinnen die
de situatie te bespreken met andere
sociaal geïsoleerd zijn en dus weinig
collega’s of om contact op te nemen
ondersteuning hebben van vrienden of
met andere mensen die het gezin goed
Meldpunt misbruik,
familie, tienermoeders, huilbaby’s en
kennen zoals leerkrachten. Daarnaast
geweld en kindermishandeling,
drugsproblematiek binnen het gezin
kunnen ook Kind en Gezin en het CLB een
vormen potentiële risico’s. Doorverwij-
rol spelen. Wanneer er meer is dan alleen
zen naar geschikte familiale of profes-
maar een vermoeden van kindermishan-
of zelf hulp zoeken)
sionele hulpbronnen kan dan latere
deling is het best om een melding te
- Ondersteuningscentrum Jeugdzorg,
problemen vermijden. Adequaat en
doen bij het Vertrouwenscentrum voor
anonieme consultfunctie
vroegtijdig ingrijpen bij een vermoeden
Kindermishandeling.”
011 30 34 30
van kindermishandeling is essentieel”, zegt dr. Aerssens.
(voor anoniem consult of voor melding) - VOOR BURGERS:
1712 (voor burgers die ongerust zijn
- Diensten parket en jeugdrechtbank: “Binnen het Jessa Ziekenhuis hebben we een protocol uitgewerkt dat ge-
te contacteren via politie (wanneer kind in acuut gevaar is)
volgd wordt door onze kinderartsen en
- Crisispunt -18:
De huisarts staat er niet alleen voor
verpleegkundigen. Het is belangrijk dat
011 30 07 00
Leen Coremans: “Het is aanbevolen om
ook zij alert blijven bij vermoedens van
(voor advies of crisisinterventies)
reeds bij de eerste signalen in overleg
kindermishandeling”, zegt dr. Aerssens.
te gaan met een collega of een an-
- Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW):
dere dienst (zie sociale kaart). Niet om
011 21 20 20
meteen een melding te doen, maar om
Niet beschuldigen, wel helpen
(voor ouders met financiële, relationele
samen te zoeken naar de juiste begelei-
Karen Castermans: “Het blijft belangrijk
of andere problemen)
ding of aanpak. De huisarts kan zorgen
als hulpverlener te kijken naar verant-
voor een begeleiding van het gezin in
woordelijkheid en niet naar schuld. Kin-
het soms complexe hulpverleningsland-
dermishandeling is een signaal van het
schap. Het is belangrijk het kind en zijn
disfunctioneren van een gezin. Veel van
ouders op de hoogte te stellen van
deze ouders hebben zelf ook een verle-
elke genomen stap en dit op een open,
den van mishandeling of verwaarlozing.
respectvolle en niet-veroordelende
We kunnen hier dan ook niet spreken
manier.”
van schuld. Alleen vanuit een morele en
“Bij een vermoeden van kindermishan-
relationele verantwoordelijkheid kunnen
deling zijn er verschillende diensten
we ouders vragen om te zoeken naar
waarop men als hulpverlener beroep
verandering voor hun gezin. Het kan dat
kan doen voor overleg of een doorver-
zijzelf heel wat moeilijkheden hebben,
wijzing ”, zegt Karen Castermans. “Eerst
maar tenslotte dragen zij ook de verant-
en vooral is er het Vertrouwenscentrum
woordelijkheid voor hun kinderen.”
MEER INFORMATIE kinder- en jeugdgeneeskunde: DR. PETER AERSSENS, 011 29 43 15 KAREN CASTERMANS, 011 30 92 77 LEEN COREMANS, 011 30 92 73
35 KINDER- EN JEUGDGENEESKUNDE
KLINISCHE EN LICHAMELIJKE SIGNALEN Opgelet, deze signalenlijst is een hulpmiddel om een vermoeden van kindermishandeling te onderbouwen, niet om kindermishandeling te ‘bewijzen’. Deze lijst is een samenvatting en is niet volledig. KLINISCHE SIGNALEN:
LICHAMELIJKE SIGNALEN:
Bij het vaststellen van onderstaande klinische tekenen moet
- Let vooral op de vorm en de plaats van huidletsels en blauwe
kindermishandeling steeds deel uitmaken van de differentiële
plekken.
diagnose. Het is zeer belangrijk om de morfologie, de vormen
- Ook bij brandwonden kan de plaats en de vorm een indicatie ge-
en de afmetingen van het letsel te noteren, alsook hun exacte
ven; bij contact met een hete vloeistof bijvoorbeeld verwacht
benaming. - Ongewone symptomen die vermoedelijk niet het gevolg zijn van een aandoening - Letsel op een plaats waar op basis van een ongeval geen letsel verwacht wordt - Kwetsuren bij steeds hetzelfde kind in een gezin - Ongewone of repetitieve kwetsuren die niet eenvoudig te verklaren zijn
men een spatpatroon. - Geen enkele specifieke fractuur is op zich bewijzend voor kindermishandeling, maar de plaats, het type en de ontwikkelingsleeftijd kunnen kindermishandeling doen vermoeden. - Hoofdwonden: een hematoom van de oorschelp of binnenoor of gescheurd trommelvlies kunnen een gevolg zijn van slagen. Mishandeling kan oog-, neus- en mondletsels veroorzaken. - In geval van trias van subdurale bloedingen, retinale bloedingen en afwezigheid van uitwendige letsels bij kinderen jonger dan 4 jaar moet gedacht worden aan het Shaken Infant Syndroom. Dit geldt ook bij zuigelingen met onverklaarde convulsies, overdreven prikkelbaarheid of met bomberend fontanel, verlamming, zwaar braken. - Sommige lichamelijke tekens kunnen wijzen op intoxicatie. Bij intoxicaties is het steeds belangrijk om door te vragen naar de omstandigheden en om kindermishandeling in het achterhoofd te houden.
ANDERE SIGNALEN Bij kindermishandeling is er niet altijd sprake van lichamelijke letsels. Naast lichamelijke letsels zijn er verschillende andere signalen die kunnen wijzen op kindermishandeling. Signalen kunnen opgemerkt worden bij kinderen zelf of bij de ouders. GEDRAG VAN HET KIND:
GEDRAG VAN DE OUDER:
- Het gedrag van het kind is niet aangepast aan het ontwikke-
- Onverschillig over welzijn van het kind, ontkent problemen
lingsniveau van het kind en kan niet verklaard worden door
- Uit zich negatief over het kind, negatieve interacties met kind
een andere stressvolle gebeurtenis
- Geeft aan het niet meer aan te kunnen
- Agressief, wantrouwend of gedragsproblemen - Psychosomatische klachten - Teruggetrokken, angstig, nerveus gedrag - Schoolproblemen of ontwikkelingsachterstand - Algemeen slechte verzorgingstoestand - Neemt volwassen zorgen en problemen op zich
- Zoekt laattijdig (of geen) medische hulp
36 ONCOLOGIE
BELGISCHE PRIMEUR VOOR NEXT GENERATION SEQUENCING
H
et laboratorium Moleculaire Biologie behaalde op 12 mei een schitterend resultaat bij een externe audit voor de Next Generation Sequencing (NGS) analyses door de Belgische accreditatie-instel-
ling Belac. De auditeurs vonden geen enkele tekortkoming in een nochtans complexe materie. Dit resultaat betekent dat de NGS-analyses van het Jessa Ziekenhuis als eerste in BelgiĂŤ voldoen aan alle zeer hoge kwaliteitsnormen (ISO-normering). Met NGS kunnen verschillende genen in kankercellen tegelijkertijd gescreend worden zodat de behandeling van kanker heel gericht en gepersonaliseerd kan verlopen wat de overlevingskansen van de patiĂŤnt sterk vergroot. Met deze erkenning zet het Jessa Ziekenhuis een belangrijke stap naar de oncologie van de toekomst. De mogelijkheden van NGS zullen verder besproken worden in het volgende nummer van JessaLinea.
37 MEDISCHE BEELDVORMING
ÉÉN NUMMER VOOR RADIOLOGIE EN NUCLEAIRE GENEESKUNDE
011 33 55 66 V
anaf 1 juni wordt de dienst nucleaire ge-
er tal van voordelen. Gecombineerde onderzoeken kunnen nu
neeskunde geïntegreerd in het bestaande
via 1 centraal nummer geboekt worden. Dat levert voor iedereen
callcenter van radiologie en wordt het een callcen-
tijdswinst op: voor de patiënten en hun verwijzende artsen, maar
ter voor medische beeldvorming. Op die manier verhoogt het Jessa Ziekenhuis de bereikbaarheid van nucleaire geneeskunde.
ook voor onze beide diensten.” Het callcenter werkt Jessabreed waardoor onderzoeken over de campussen heen (Sint-Ursula in Herk-de-Stad en Virga Jesse en Salvator in Hasselt) geboekt kunnen worden afhankelijk van het type onderzoek en de wachttijd. Afspraken voor de raadpleging bij
Sinds april 2014 is Jessa gestart met een callcenter radiologie. “Er
nuclearist-endocrinoloog dr. Jean-Luc Coolens op campus Salvator
werden 2 gemakkelijk te onthouden nummers in het leven geroe-
behoren echter niet tot het pakket.
pen, 011/33 55 55 voor patiënten en 011/33 55 66 met hoge prioriteit voor externe artsen en hun secretariaat. Ondertussen
Het centrale nummer voor artsen is tussen 8u en 20u snel bereik-
zijn die nummers zeer goed gekend bij artsen en patiënten”, zegt
baar. Voor dringende vragen kunnen artsen op dit nummer ook
dr. Geert Souverijns van de dienst radiologie. Deze dienstverlening
buiten deze uren terecht , en dit 24u op 24u, 7 dagen op 7. De
wordt verder uitgebreid naar de dienst nucleaire geneeskunde.
hoge graad van dienstverlening naar verwijzers blijft dus overeind
Door de integratie van de dienst nucleaire geneeskunde wordt het
en wordt hiermee zelfs nog verder uitgebreid.
nu een callcenter medische beeldvorming. Dr. Michel Ingels van de dienst nucleaire geneeskunde: “Sinds het invoeren van hybride technieken zoals PET/CT en SPECT/CT,
MEER INFORMATIE
hebben radiologie en nucleaire geneeskunde een intense samen-
DR . MICHEL INGELS, nucleaire geneeskunde
werking ontwikkeld. Zowel voor de patiënt als voor de arts zijn
DR. GEERT SOUVERIJNS, radiologie
BEREIKBAARHEID CALLCENTER MEDISCHE BEELDVORMING VOOR ARTSEN EN HUN SECRETARIATEN:
VOOR PATIËNTEN:
011 33 55 66
011 33 55 55
- tijdens weekdagen tussen 8u en 20u
- tijdens weekdagen tussen 8u en 20u
- zaterdag van 8-13u
- zaterdag van 8-13u
- voor dringende vragen: 24u op 24u, 7 dagen op 7
Voor afspraken voor dr. Jean-Luc Coolens, nuclearist-endocrinoloog: 011 33 81 80
38 ENDOMETRIOSECENTRUM
JESSA ZIEKENHUIS RICHT ENDOMETRIOSECENTRUM OP
Multidisciplinaire aanpak
E
ndometriose, een goedaardige ziekte waarbij het slijmvliesweefsel dat normaal de bin-
nenkant van de baarmoeder bekleedt (endometrium), ook buiten de baarmoeder voorkomt, is in opmars. In het Jessa Ziekenhuis werd recent een multidisciplinair endometriosecentrum opgericht om de vrouwen op een wetenschappelijke en efficiënte manier te begeleiden doorheen het traject van onderzoeken en behandeling.
“Endometriose is een frequent voorkomende aandoening bij vrouwen in de vruchtbare periode van het leven”, vertelt prof. dr. Jasper Verguts, gynaecoloog bij het Jessa Ziekenhuis. “Hoe deze ziekte ontstaat, is nog niet gekend. Eén van de gangbare theorieën is dat endometriose het gevolg is van een retrograde menstruatie waarbij cystes gevormd worden die een ontsteking veroorzaken. Dit kan in ernstige gevallen leiden tot pijnklachten en zelfs vruchtbaarheidsproblemen. Bij niet-behandeling van langdurige endometriose kan dit zelfs uitvloeien in mesotheelcarcinoom.”
Symptomen van endometriose “Endometriose kan al op zeer jonge leeftijd ontstaan, de jongste patiënten zijn 16 jaar, maar het kan voorkomen tot aan de menopauze”, gaat hij verder. “Vaak worden de klachten bij deze jongste patiënten dan weggezet als zeer pijnlijke menstruatie. Een belangrijk symptoom waaraan endometriose kan herkend worden, is progressieve dysmenorroe, die gepaard kan gaan met ernstige hematurie, dyschesie, of zelfs bloed bij de stoelgang. Buiten de
VAAK WORDEN DE KLACHTEN BIJ DE JONGSTE PATIËNTEN GEKLASSEERD ALS ZEER PIJNLIJKE MENSTRUATIE.
80% van de vrouwen met
In
vruchtbaarheidsproblemen
endometriosegevallen
10% van de
hebben endometriose.
is de darm betrokken.
39 ENDOMETRIOSECENTRUM
van ernstige endometriose menstruatieperiode hebben de meeste endometriosepatiënten
Multidisciplinaire raadpleging
weinig tot geen klachten, behalve als de endometriose in een ver
“Daarom zijn we ook sinds maart gestart met een gemeenschap-
gevorderd stadium zit. Enige voorzichtigheid is wel geboden. Im-
pelijke raadpleging van de diensten abdominale heelkunde en
mers, niet alle meisjes of vrouwen met pijnlijke menstruatie hebben
gynaecologie”, vertelt dr. Guido Vangertruyden, abdominaal
daarom endometriose, dat is slechts bij een minderheid het geval.
chirurg. “Door dit multidisciplinair overleg verloopt de uitleg en
Bij vrouwen met fertiliteitsproblemen komt endometriose, in al zijn
de communicatie naar de patiënt veel gestroomlijnder. Deze
verschillende vormen, zeer frequent voor, tot bijna 80%.”
gestructureerde aanpak komt ook de voorbereidingen voor de
Prof. dr. Verguts vervolgt: “Ik heb de indruk dat endometriose nu
ingreep ten goede en verlaagt tegelijkertijd de drempel tijdens de
meer voorkomt dan pakweg 50 jaar geleden. Het kan natuurlijk ook
operatie. Een bijkomend voordeel voor de patiënt is de tijdswinst
zijn dat men meer aandacht heeft voor de aandoening. Maar er zijn
die geboekt wordt door de gecentraliseerde aanpak. Er zijn immers
zeker een aantal factoren zoals omgeving, milieu, kleinere gezinnen,
minder afspraken nodig en de consultaties kunnen veel beter op
minder borstvoeding, latere kinderwens … die een rol spelen bij de
elkaar afgestemd worden.”
ontwikkeling van endometriose.” “Deze unieke multidisciplinaire aanpak laat ons ook toe om op meer objectieve wijze de kwaliteit van de ingreep beter te Behandeling
registreren”, vult dr. Bert Houben, abdominaal chirurg, aan.
“Het gebruik van de anticonceptiepil kan niet alleen endometriose
“Belangrijke parameters hiervoor zijn het percentage zwanger-
voorkomen, maar kan ook een oplossing bieden bij lichte vormen
schappen bij vrouwen met fertiliteitsproblemen, de frequentie van
van endometriose. De menstruatie kan dan worden tegengehou-
bijklachten en uiteraard recidieven. Door de registratie van deze
den door de pil continu door te nemen. Bij ernstige gevallen van
parameters kunnen we strenger en kritischer zijn voor onszelf om
endometriose biedt enkel chirurgie een oplossing. Als endometriose
zo een nog betere kwaliteit te garanderen voor de patiënt.“
gevonden wordt bij een kijkoperatie wordt dit altijd weggehaald, zelfs als het in eerste instantie minder ernstig lijkt. Het kan immers steeds uitgroeien tot een ernstigere vorm en fertiliteitsproblemen
Verwijscentrum
veroorzaken. Radicaal weghalen is dus de beste oplossing”, zegt
“We blijven natuurlijk wel een verwijscentrum”, besluit prof.
prof. dr. Verguts.
dr. Verguts. “Het is zeker niet de bedoeling dat patiënten met pijnklachten op eigen initiatief naar ons toe stappen met endo-
“Tijdens een ingreep worden alle endometriosehaarden verwijderd.
metrioseklachten. Indien er via een scan of een echografie reeds
Soms is de aantasting zeer ernstig en uitgebreid en is het noodza-
endometriose is vastgesteld of indien er ernstige vermoedens
kelijk de aangetaste organen te verwijderen, inclusief de dikke darm
zijn van endometriose kan de huisarts uiteraard zijn patiënten
of endeldarm. In dat geval kunnen we beroep doen op onze abdomi-
doorverwijzen naar ons.”
nale chirurgen. Indien nodig staan ook onze urologen paraat.”
MEER INFORMATIE
10% van de meisjes/vrouwen met pijnlijke menstruatie lijden aan een vorm van endometriose.
De raadpleging van het endometriosecentrum heeft plaats elke eerste maandag van de maand tussen 9u en 11u (011/30 98 90). PROF . DR . JASPER VERGUTS, gynaecologie DR. GUIDO VANGERTRUYDEN, abdominale chirurgie DR. BERT HOUBEN, abdominale chirurgie
40 KORT NIEUWS
PROF. DR. DOMINIQUE HANSEN WINT YOUNG SCIENTIST AWARD …
O
p 22 mei heeft prof. dr. Hansen de Young Scientist award (t.e.m. 35 jaar) ontvangen op het internation-
ale congres Neurorehabilitation and Neural Repair te Maastricht voor zijn werk ‘Altered muscle signaling for mitochondrial and myofibrillar biogenesis is related to impairment and disability level in multiple sclerosis patients.’ In dit werk laat hij zien dat in de spiercel van personen met multiple sclerosis de signalering voor de aanmaak van mitochondria en spiervezels ontregeld is, en dat deze ontregeling aanwezig blijft na een eenmalige inspanningsprikkel. Bovendien bleek deze ontregeling in verband te staan met de ernst van beperkingsniveau en inspanningsintolerantie. Hiermee wordt de hypothese geponeerd dat MS-patiënten metabole abnormaliteiten ondervinden, naast de zuiver neurologische beperkingen. …én 2de prijs PRoF 2015 award Op 27 mei mocht prof. dr. Hansen de tweede prijs van de PRoF
Jessa werkt mee aan Belgian Masterclass voor pediatrie
Om de kennis uit te breiden binnen allerhande onderzoeksdomeinen in de pediatrie, werd het platform Belgian Masterclass opgericht. Dit initiatief met verschillende elearningmodules wordt ondersteund en uitgewerkt in samenwerking met de Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde (S.B.P./B.V.K.). Elke module bevat verschillende sessies die gepresenteerd worden door experten ter zake. Dr. Marc Raes, pediater en Leen Coremans, orthopedagoge in het Jessa Ziekenhuis, werkten hieraan mee. Zij ontwikkelden een module binnen de rubriek: ‘Ethiek en economie voor kindergeneeskunde 2015’. In deze e-learning lichten zij toe hoe er in het Jessa Ziekenhuis gewerkt wordt met het charter van het gehospitaliseerde kind waarin belangrijke principes en voorschriften voor het welzijn van kinderen in het ziekenhuis opgelijst worden. Via deze e-learning hopen zij anderen warm te maken hier ook mee aan de slag te gaan. De sessies kunnen gevolgd worden op www.belgianmasterclass.be.
2015 awards in ontvangst nemen (van 32 inzendingen uit 7 landen) voor het EACPR EXPERT (EXercise Prescription in Everyday practice & Rehabilitative Training) flowchart project. De PRoF awards worden uitgereikt aan instellingen of personen die een idee uitgewerkt hebben dat een belangrijke impact heeft op de gezondheidszorg in brede zin. In dit project heeft hij, samen met 31 revalidatie-experten uit 11 Europese landen en computerwetenschappers, een digitale beslisboom ontwikkeld voor de revalidatie van 9 primaire indicaties (hart- en vaatziekten), 5 cardiovasculaire risicofactoren en 4 chronische comorbiditeiten. Op basis van de aan- of afwezigheid of combinaties van deze ziekten/risicofactoren berekent de beslisboom voor de arts welke trainingsmodaliteiten (intensiteit, duur, type, volume, veiligheidsmaatregelen) geselecteerd dienen te worden om tot een maximaal therapeutisch effect te komen. Het project wordt ondersteund door The European Society of Cardiology.
PROF. DR. PETER MESSIAEN GASTPROFESSOR AAN UHASSELT
P
rof. dr. Peter Messiaen, staflid op de dienst Infectiologie & Immuniteit in het Jessa Ziekenhuis, is
sinds 1 februari 2015 als gastprofessor verbonden aan de UHasselt. Prof. dr. Messiaen zal er mee het onderwijs verzorgen aan de faculteit Geneeskunde voor de Masteropleiding Biomedische wetenschappen en Bachelor Geneeskunde en participeren in onderzoek bij de vakgroep Fysiologie - biochemie - immunologie.
41 INFECTIEZIEKTEN EN IMMUNITEIT
JESSA TRAVEL CLINIC
9
VRAGEN OVER
VACCINATIE BIJ REIZEN
V
oor
vele
mensen
begint straks de va-
kantie. Sommige mensen zoeken het dicht bij huis, anderen reizen af naar een verre exotische bestemming. Maar hoe zit het dan met vaccinatie? Twee specialisten van de Jessa Travel Clinic, dr. Reinoud Cartuyvels en dr. Jeroen van der
Hilst
beantwoorden
voor ons een aantal vragen omtrent vaccinatie bij reizen.
42 INFECTIEZIEKTEN EN IMMUNITEIT
VACCINATIE BIJ REIZEN
1
Voor welke landen is vaccinatie nodig?
toedienen. Indien er nog herhalingsvaccinaties nodig zijn, kunnen we een vacci-
Bij verre reizen denkt men meestal wel
natieschema uitwerken dat kan afgewerkt
aan vaccinatie. Zo zijn vaccinaties aan-
worden bij de huisarts. De meeste vaccins
bevolen voor bijna alle reizen naar Afrika,
kunnen ook gezet worden door de huis-
Azië en Latijns-Amerika. Maar ook voor
arts, met uitzondering van gele koorts.
minder verre bestemmingen kan vaccina-
Het is wettelijk vastgelegd dat vaccinatie
tie aangewezen zijn. Zo komt bijvoorbeeld
tegen gele koorts moet gebeuren in een
hepatitis A vaak voor in Turkije, Egypte en
erkend vaccinatiecentrum zoals de Jessa
Marokko. Voor reisbestemmingen binnen
Travel Clinic. Er zijn immers een aantal be-
Europa, Noord-Amerika, Australië en Japan
langrijke contra-indicaties voor dit vaccin.
zijn extra vaccinaties zelden nodig.
Er moet dus voorzichtig mee omgesprongen worden omdat dit een potentieel
2
gevaarlijk vaccin is, zeker bij patiënten met een verminderde immuniteit. Ook bij
Wat is het beste moment om te vaccineren?
zwangere vrouwen kan het plaatsen van dit vaccin zeer delicaat zijn. We merken
Uiteraard hangt dit af van factoren die
dat veel huisartsen graag met ons samen-
enerzijds verband houden met de reis
werken omdat ze bij ons terecht kunnen
zoals bestemming(en), duur, reisomstan-
voor een actueel en wetenschappelijk on-
digheden en activiteiten ter plaatse, en
derbouwd advies.
anderzijds met de reizigers zelf zoals hun leeftijd, gezondheidstoestand, medicatie, allergische reacties en eerdere vaccinaties. Voor korte reizen raden we aan om ten laatste 1 maand voor het vertrek te starten met de vaccinaties. Voor een
4
Wordt de patiënt opgevolgd met antistofbepalingen?
Als de mensen het vaccinatieschema
langdurig verblijf van meerdere maanden
hebben gevolgd, zijn we voor bijna alle
of voor reizen met specifieke risico’s is
vaccinaties quasi zeker dat ze voldoende
het advies om 6 maanden voor vertrek al-
beschermd zijn. Verdere opvolging is dan
les op te starten. De vaccinatieschema’s
eigenlijk niet vereist. De bepaling van an-
worden best zo goed mogelijk gevolgd
tistoffen is immers vrij duur, zeker in ver-
en daar is tijd voor nodig. Een klassiek
gelijking met de prijs van de vaccins zelf.
voorbeeld hiervan is de gecombineerde
In geval van twijfel wordt daarom gewoon
vaccinatie tegen hepatitis A en B, maar
gehervaccineerd. Enkel in bepaalde ge-
ook hondsdolheid (rabiës) en Japanse en-
vallen kan het zinvol zijn om de bescher-
cefalitis.
mingsgraad na te gaan bijvoorbeeld tegen hepatitis B.
OOK VOOR SOMMIGE POPULAIRE BESTEMMINGEN DICHT BIJ HUIS KAN VACCINATIE WENSELIJK ZIJN.
3
Waar kan de reiziger terecht voor gezondheidsadvies voor een reis?
In de Jessa Travel Clinic kunnen we alle noodzakelijke vaccins voor de reiziger
5
Hoe kent de patiënt zijn/ haar vaccinatiestatus?
Op dit ogenblik is Vaccinet in volle ont-
43 INFECTIEZIEKTEN EN IMMUNITEIT
wikkeling. Eens dit systeem op volle
moeten we regelmatig een negatief reis-
toeren draait, kan iedereen die hiertoe
advies uitbrengen, zeker bij reizen naar
gerechtigd is, dus ook de patiënt zelf en
een hoog-risicogebied.
8
Zijn er nog andere reisadviezen die men in rekening moeten brengen?
de huisarts, zeer gemakkelijk zijn/haar
Afhankelijk van de bestemming geven we
vaccinatiestatus nagaan. De gegevens
de reizigers heel wat nuttige informatie
die worden ingevoerd in Vaccinet komen van instellingen zoals Kind & Gezin, CLB, en van huisartsen. Momenteel worden
7
mee over onderwerpen zoals bescherming
Welke voorzorgsmaatregelen tegen malaria?
tegen muggen, voedselhygiëne (cook it, boil it, peel it, forget it), reizigersdiarree,
Malaria komt voor in grote delen van Afri-
hoogteziekte, en profylaxe van trombose
boekje van de WGO. We streven ernaar om
ka, Azië, Zuid- en Midden-Amerika. Mala-
bij risicopatiënten. Deze informatie is
de vaccinaties uitgevoerd in de vaccina-
ria wordt veroorzaakt door een parasiet,
gemakkelijk terug te vinden op onze web-
tiecentra eveneens in te brengen in Vac-
Plasmodium, die na een muggenbeet in
site (www.jessazh.be/jessatravelclinic).
cinet, maar daarvoor zijn er eerst nog wat
het lichaam komt. Plasmodium falciparum
technische moeilijkheden te overwinnen.
is de meest verspreide en gevaarlijkste
onze vaccins gedocumenteerd in het gele
soort. Malaria veroorzaakt door deze vorm
9
Wat met patiënten die klachten hebben na terugkeer?
Er moet zeker rekening gehouden worden
kan zelfs dodelijk zijn, zeker als de juiste
met eerdere vaccinaties. Daarom is het
therapie niet tijdig wordt ingesteld. Er be-
belangrijk dat men zoveel mogelijk infor-
staat op dit ogenblik geen efficiënt vac-
matie verzamelt over zijn vaccinatiege-
cin tegen malaria. Er is wel een vaccin in
schiedenis wanneer men bij ons op raad-
ontwikkeling, maar dat is vooral bedoeld
opnemen met de dienst infectieziekten
pleging komt. Er wordt dan ook steeds
voor lokaal gebruik in gebieden waar veel
en immuniteit. Hier wordt dan nagegaan
gevraagd om op voorhand een formulier
malaria voorkomt om de mortaliteit bij
wat de oorzaak is van de klachten en of
in te vullen op onze website.
kinderen te verlagen en niet voor de be-
eventueel een hospitalisatie nodig is.
Bij deze patiënten kan men best contact
scherming van reizigers.
6
Bij reizen naar malariagebied is het dan
Kan iedereen tijdig gevaccineerd worden?
ook sterk aanbevolen om ’s avonds en ’s nachts, wanneer de malariamuggen actief
Jammer genoeg zijn er af en toe mensen
zijn, beschermende kledij te dragen en
die we niet verder kunnen helpen om-
een muggenwerend product aan te bren-
wille van hun gezondheidstoestand of de
gen op de huid zoals bijvoorbeeld DEET
medicatie die ze nemen en dan moeten
(25% tot 30%, verkrijgbaar in de apo-
we soms een negatief reisadvies geven.
theek) en te overnachten in een ruimte
Denk maar aan patiënten die langdurig
waar er geen blootstelling aan muggen is.
immuunremmende medicatie gebruiken
Indien dit laatste onmogelijk is, moet een
zoals bij reumatoïde aandoeningen of in-
muskietennet gebruikt worden. Daarnaast
flammatoire darmaandoeningen. De me-
moeten soms preventief antimalariamid-
dicatie moet immers lange tijd, soms zelfs
delen worden ingenomen,
een jaar, stopgezet zijn vooraleer men kan
worden vóór het vertrek en die verder
vaccineren. Dan kan men best op voor-
genomen worden na terugkeer uit het ri-
hand een afspraak maken bij de dienst
sicogebied. Welke tabletten men moet in-
infectieziekten en immuniteit zodat beke-
nemen, is afhankelijk van de bestemming,
ken kan worden hoe ze gevaccineerd kun-
de reisduur en de gezondheidstoestand
nen worden. Ook voor zwangere vrouwen
van de reiziger.
die gestart
MEER INFORMATIE JESSA TRAVEL CLINIC, 011 33 83 38 DIENST INFECTIEZIEKTEN EN IMMUNITEIT, 011 30 94 85 DR. JEROEN VAN DER HILST,
infectieziekten en immuniteit DR. REINOUD CARTUYVELS,
klinisch laboratorium
OPINIE
DE VISIE VAN HET HARTCENTRUM HASSELT OP HET KCE RAPPORT
SPORTSCREENING BIJ JONGE
D
e afgelopen tijd was er heel wat te doen
Een optimistischer visie
rond de conclusies van het Kenniscentrum
Het KCE heeft de hele analyse door een erg pessimistische bril bekeken, wat leidt tot hun conclusies. Er zijn ook argumenten genoeg
voor de Gezondheidszorg (KCE) i.v.m. de sport-
voor andere uitgangspunten. Dan wordt de balans anders, zeker voor
screening van jonge amateursporters, en kort
bepaalde sporters of sporttakken. Het KCE stelt dat het probleem
daarop het plots overlijden van drie bekende at-
van plotse dood bij sporters zeer klein is (<10 gevallen per jaar in
leten. Het KCE rapport leidde onder andere tot
België). Maar er is geen registratie in België. Recente Amerikaanse
emoties bij de vereniging van Sport- en Keurings-
gegevens met goede registratie wijzen op cijfers die voor België
artsen (SKA). De overlijdens bij vooraf onderzoch-
zouden overeenkomen met 24 gevallen per jaar.(1) In sommige sportgroepen is dat in verhouding 2,5 tot 14 maal hoger dan het
te atleten leken voor het KCE een aanwijzing dat
gemiddelde. We moeten dus rekening houden met het type sport.
screening inderdaad niet zinvol is.
Het KCE gaat ook voorbij aan het feit dat sporten kan leiden tot een verergering van sommige hartaandoeningen waardoor medische
Het verhaal heeft evenwel vele facetten en vraagt
problemen later in het leven kunnen optreden (niet noodzakelijk
een genuanceerde benadering. Het is wat verba-
overlijden op korte termijn), en het hart zelf sportletsels kan ontwik-
zend dat het KCE een vrij eenzijdig negatief stand-
kelen door sommige sporten. Vele recreatieve sporters zijn even intensief bezig als competitiesporters die wel nagekeken worden. Zij
punt inneemt, zelfs zijn kop in het zand steekt
hebben een vergelijkbaar risico, zoals in een recente Deense studie
voor het probleem, waar we ons dus niets van zou-
werd aangetoond.(2)
den moeten aantrekken. Daar helpen we sporters niet mee vooruit. Plotse hartdood is al bij al een Detectie is mogelijk
klein risico, veel minder dan bv. ongevallen tijdens
Het KCE stelt dat detectie weinig gevoelig is, maar 70% van de
sport, maar het raakt iedereen wanneer een jong
onderliggende hartaandoeningen die leiden tot plotse dood kunnen
en schijnbaar gezond iemand plots overlijdt. Voor
door een eenvoudige evaluatie met bevraging, klinisch onderzoek
een verplichte screening van een volledige bevol-
en elektrocardiogram (EKG) herkend worden. Maandelijks halen we
kingsgroep vanuit de overheid is er inderdaad on-
op onze sportcardiologische raadpleging wel zo’n casus naar boven.
voldoende bewijs. Maar bij een individuele vraag
Zoals bij elke screening zal je niet alles detecteren. Mensen kunnen
of bij een vraag vanuit een specifieke sporttak
dat wel plaatsen. Ondertussen gaan wetenschappelijke inzichten wel vooruit, en kunnen nieuwe risico-entiteiten ontdekt worden.
moeten we een goede sportmedische evaluatie
Recent hebben we nog een nieuwe hypothese rond virusinfecties en
kunnen aanbieden. De voordelen wegen daarbij
hart-verlittekening internationaal naar voren gebracht. Volgens het
wel op tegen de nadelen en het kan bijdragen tot
KCE is er ook geen bewijs dat behandeling na detectie levens redt.
meer kwaliteit van sport, niet minder.
Maar er is evenmin bewijs van het tegendeel, laat staan dat detectie meer zou schaden dan baten. In een grote studie die we samen met Amerikaanse onderzoekers opzetten bij atleten die met een (preventieve) implanteerbare defibrillator bleven doorsporten (een ‘risicogroep’), bleek dat 1 op 8 van hen na 2,5 jaar een levensreddende shock van het toestel kreeg.(3) Geen enkele atleet overleed
44 OPINIE
SPORTERS: GEEN SLOGANESK VERHAAL of had enige andere schade door shocks. Wat was het alternatief
de sporter tot bij de cardioloog moet komen. En naar aanleiding van
geweest zonder die behandeling? Helemaal geen sport meer. En
de recente sportdoden heb ik een initiatief genomen om een natio-
waarschijnlijk een aantal hartdoden.
nale medische evaluatiecommissie op te richten, die de volmacht zou krijgen om alle gegevens over sportdoden in ons land op te vragen, op te lijsten, en op basis daarvan beleidsvoorstellen te formuleren.
Onterechte ongerustheid?
Bij de pakken blijven zitten en niets doen, is geen alternatief…
Het KCE is bevreesd van onderzoek omdat er “5 tot 30% valspositieven zijn” en dat er dus veel negatieve (psychologische) effecten kunnen verwacht worden. Als voorzitter van de Europese
Conclusie
Sportcardiologie Vereniging werkte ik samen met Europese en
Er is niets mis mee om je te laten evalueren door een sportarts
Amerikaanse experten aan het verfijnen van de detectiecriteria bij
of sportcardioloog. Iedere sporter van >14 jaar moet de voor- en
sportmedisch geschiktheidsonderzoek. Op een recente conferentie
nadelen afwegen, zonder verplicht te worden. Maar iedere sporter
in Seattle (februari 2015) werden op basis van die verfijnde criteria
moet erop kunnen vertrouwen dat de arts werkt op een uniforme,
gegevens voorgesteld met een positief screeningspercentage van
degelijke, wetenschappelijk onderbouwde manier, in samenspraak
slechts 1,6%. Daarvan had 1 op 6 (16%) effectief een onderliggend
met andere experten wanneer nodig. Op basis daarvan kan een heel
probleem (na bijkomend onderzoek). Ook eigen lopend onderzoek
genuanceerd advies gegeven worden en kunnen een groot deel
aan de UHasselt wijst in dezelfde richting. Het vraagt continue
levensbedreigende situaties vermeden worden.
opleidingsinspanningen om die criteria tot bij alle artsen te brengen, maar daar wordt aan gewerkt. Zelfs als een hartafwijking wordt
Prof. dr. Hein Heidbuchel,
vastgesteld heeft de sportarts of cardioloog de ingesteldheid om
Universiteit Hasselt en Hartcentrum Hasselt, Jessa Ziekenhuis,
de sporter te laten doorsporten, misschien met aanpassing van de
voormalig voorzitter van de Europese Vereniging van Sportcardiologie
sportactiviteiten of mits behandeling. Dat is net het omgekeerde
Prof. dr. Paul Dendale,
van wat het KCE veronderstelt. Nergens is overigens de waarde
Universiteit Hasselt,
vermeld van een geruststellend onderzoek.
diensthoofd Hartcentrum Hasselt, Jessa Ziekenhuis
Een gestructureerde aanpak Sportevaluatie dient op een uniforme, wetenschappelijk onder-
Referenties
bouwde manier te gebeuren. Het KCE had op een constructieve
1. Harmon KG, Asif IM, Klossner D, Drezner JA. Incidence of sudden cardiac
manier kunnen verwijzen naar het unieke Vlaamse VASO platform
death in national collegiate athletic association athletes. Circulation.
(www.sportkeuring.be) om atleten selectiever te informeren,
2011;123(15):1594-600.
artsen verder bij te scholen, en goede eigen Belgische gegevens te
2. Risgaard B, Winkel BG, Jabbari R, Glinge C, Ingemann-Hansen O, Thom-
vergaren die het beleid onderbouwd kunnen bijsturen. Sportevalu-
sen JL, et al. Sports-related sudden cardiac death in a competitive and a
atie vraagt een systeem ‘in trapjes’. Vanuit het Hartcentrum Hasselt
noncompetitive athlete population aged 12 to 49 years: data from an unse-
ondersteunen we sport- en huisartsen in hun taak door opleidingen,
lected nationwide study in Denmark. Heart Rhythm. 2014;11(10):1673-81.
en door een mogelijkheid om snel en kosteloos advies te krijgen bij
3. Lampert R, Olshansky B, Heidbuchel H, Lawless C, Saarel E, Ackerman
moeilijk interpreteerbare onderzoeken of EKGs via een speciaal web-
M, et al. Safety of sports for athletes with implantable cardioverter-
portaal. De ervaring leert dat in 80% van de gevallen binnen de 24
defibrillators: results of a prospective, multinational registry. Circulation.
uur een geruststellend antwoord kan gegeven worden, zonder dat
2013;127(20):2021-30.
45 OPINIE
46 NIEUWS
NIEUW
in Jessa DR. KRISTEL MARQUET COÖRDINATOR KWALITEIT & PATIËNTVEILIGHEID Dr. Kristel Marquet studeerde eerst verpleegkunde aan de PXL Provinciale Hogeschool Limburg (2000) en behaalde vervolgens aan de KULeuven het bachelor- en licentiaatsdiploma in de ziekenhuis- en verplegingswetenschappen (2003) en geaggregreerde in het hoger onderwijs (2004). Daarna verwierf ze een bijzondere beroepstitel in de spoedgevallen en intensieve zorgen (2006). In maart 2015 behaalde ze een doctoraat getiteld ‘Adverse events in acute hospitals: ‘Methodological aspects and results of a record review in patients with an unplanned transfer to a higher level of care’ aan de faculteit Geneeskunde en Levenswetenschappen van Universiteit Hasselt. De focus van het doctoraat was het kwaliteits- en patiëntveiligheidsbeleid in de acute ziekenhuizen. Dit onderzoek werd gepubliceerd in hoog aangeschreven medische tijdschriften zoals Critical Care Medicine en Critical Care. In januari 2015 startte Kristel Marquet als coördinator kwaliteit & patiëntveiligheid in het Jessa Ziekenhuis. Dit houdt in dat zij de diverse projecten op het vlak van kwaliteit, patiëntveiligheid en accreditatie coördineert, en die samen met haar stafleden uitrolt binnen de organisatie. Daarvoor werkte ze als kwaliteit, patiëntveiligheidscoördinator en zorgmanager in Ziekenhuis Maas & Kempen (ZMK), als lector aan de Hogeschool PXL, als verpleegkundige op de cardiac care unit van het Ziekenhuis Oost Limburg en als wetenschappelijk medewerker aan de KULeuven. Bijkomende informatie: Kristel Marquet Kwaliteit en patiëntveiligheid 011 30 82 15, kristel.marquet@jessazh.be
47 VERBUM
VERBUM Gepubliceerd in Cell Prolif. 2015 Jan 29
CLINICAL-SCALE IN VITRO EXPANSION PRESERVES BIOLOGICAL CHARACTERISTICS OF CARDIAC ATRIAL APPENDAGE STEM CELLS. S. Windmolders*,†,a, L. Willems*,†,a, A. Daniëls*, L. Linsen*,†,‡, Y. Fanton*,†, M. Hendrikx†,§, R. Koninckx*,†, J.-L. Rummens*,†,‡, K. Hensen*,† (†*) Laboratory of Experimental Hematology, Jessa Hospital, 3500 Hasselt, Belgium (†) Faculty of Medicine and Life Sciences, Hasselt University, 3590 Diepenbeek, Belgium, (‡) University Biobank Limburg, Jessa Hospital, 3500 Hasselt, Belgium and (§)Department of Cardiothoracic Surgery, Jessa Hospital, 3500 Hasselt, Belgium. Received 5 September 2014; revision accepted 14 October 2014. ABSTRACT OBJECTIVES: Cardiac atrial appendage stem cells (CASCs) have recently emerged as an attractive candidate for cardiac regeneration after myocardial infarction. As with other cardiac stem cells, CASCs have to be expanded ex vivo to obtain clinically relevant cell numbers. However, foetal calf serum (FCS), which is routinely used for cell culturing, is unsuitable for clinical purposes, and influence of long-term in vitro culture on CASC behaviour is unknown. MATERIALS AND METHODS: We examined effects on CASC biology of prolonged expansion, and evaluated a culture protocol suitable for human use. RESULTS: In FCS-supplemented medium, CASCs could be kept in culture for 55.75 ± 3.63 days, before reaching senescence. Despite a small reduction in numbers of proliferating CASCs (1.37 ± 0.52% per passage) and signs of progressive telomere shortening (0.04 ± 0.02 kb per passage), their immunophenotype and myocardial differentiation potential remained unaffected during the entire culture period. The cells were successfully expanded in human platelet plasma supernatant, while maintaining their biological properties. CONCLUSIONS: We successfully developed a protocol for long-term culture, to obtain clinically relevant CASC numbers, while retaining their cardiogenic potential. These insights in CASC biology and optimization of a humanized platelet-based culture method are an important step towards clinical application of CASCs for cardiac regenerative medicine.
Accepted Manuscript - To appear in: Translational Research
ALTERED SIGNALING FOR MITOCHONDRIAL AND MYOFIBRILLAR BIOGENESIS IN SKELETAL MUSCLES OF MULTIPLE SCLEROSIS PATIENTS. Dominique Hansen, PhD1,2, Inez Wens, PhD1, Frank Vandenabeele, MD, PhD1, Kenneth Verboven, MSc1, Bert O Eijnde, PhD1. (1) REVAL – Rehabilitation Research Center, BIOMED- Biomedical Research Center, Faculty of Medicine and Life Sciences, Hasselt University, Diepenbeek, Belgium. (2) Jessa Hospital, Heart Centre Hasselt, Hasselt, Belgium. Received 4 November 2014; revised 31 December 2014; accepted 15 January 2015. ABSTRACT
Patients with MS (pwMS) experience muscl weakness and lowered muscle oxidative capacity. To explore the etiology for the development of such muscle phenotype we studied
skeletal muscle AMP-activated protein kinase (phospho-AMPKα, governing mitochondrial biogenesis) and mammalian target of rapamycin (phospho-mTOR, governing myofibrillar biogenesis) phosphorylation in pwMS. After assessment of body composition, muscle strength, exercise tolerance and muscle fiber type, muscle phospho-AMPKα and phosphomTOR was assessed in 14 pwMS and 10 healthy controls (part 1). Next, an endurance exercise bout was executed by 9 pwMS and 7 healthy subjects, with assessment of changes in muscle phospho-AMPKα and phospho-mTOR (part 2). Elevated basal muscle phosphoAMPKα and phospho-mTOR was present in MS (p<0.01) and independently related to MS. Correlations between muscle phospho-AMPKα or phospho-mTOR and whole-body fat mass, peak oxygen uptake and expanded disability status scale (p<0.05) were found. After endurance exercise muscle phospho-AMPKα and phospho-mTOR remained elevated in pwMS (p<0.01). Muscle signaling cascades for mitochondrial and myofibrillar biogenesis are altered in MS and related to impairment and disability level. These findings indicate a link between muscle signaling cascades and level of disability/impairment, and thus may open a new area for the development of novel therapies for peripheral muscle impairment in MS. KEYWORDS: multiple sclerosis, AMPK, mTOR, skeletal muscle biochemistry, exercise.
Gepubliceerd in Am J Phys Med Rehabil. 2015 Mar 12.
IMPACT OF 24 WEEKS OF RESISTANCE AND ENDURANCE EXERCISE ON GLUCOSE TOLERANCE IN PERSONS WITH MULTIPLE SCLEROSIS. Wens I, Hansen D, Verboven K, Deckx N, Kosten L, Stevens AL, Cools N, Eijnde BO. ABSTRACT
Recently, the authors reported an elevated prevalence of impaired glucose tolerance in individuals with multiple sclerosis (MS), compared with matched healthy controls, indicating metabolic defects that may increase comorbidity. MS also leads to a more inactive lifestyle, increasing the likelihood to develop fat accumulation, muscle wasting/weakness, and exercise intolerance. In other populations, these health complications can partly be reversed by physical exercise. OBJECTIVE: The aim of this study was to determine the impact of a mild-to-moderate-intensity exercise program on glucose tolerance, ranging between normal and impaired, in persons with MS. DESIGN: Persons with MS (mean expanded disability status scale, 3.3 ± 0.2; mean age, 48 ± 15 yrs) were randomized to an exercise group (n = 29) or a nonexercise control group (n = 15). Glucose tolerance, as well as muscle strength, exercise tolerance, and body composition to validate the applied exercise program, was determined in both groups at baseline and after 6, 12, and 24 wks of mild-to-moderate-intensity combined endurance and resistance training. RESULTS: No effects on blood glucose and serum insulin were detected. BACKGROUND:
48 VERBUM
However, 6 mos of exercise improved muscle strength, exercise tolerance, and lean tissue mass within the intervention group as compared with baseline. In the control group, no changes were detected. CONCLUSION: Twenty-four weeks of mild-to-moderate-intensity combined endurance and resistance training was not able to improve glycemic control in this cohort of persons with MS. Future research is warranted to investigate the influence of higher exercise intensities on glucose tolerance, in an attempt to remediate metabolic deficits and to decrease the prevalence of comorbidities in MS.
Gepubliceerd in Eur Heart J. 2015 Feb 25.
IMPACT OF CLINICAL PRESENTATION ON ISCHAEMIC AND BLEEDING OUTCOMES IN PATIENTS RECEIVING 6- OR 24-MONTH DURATION OF DUAL-ANTIPLATELET THERAPY AFTER STENT IMPLANTATION: A PRE-SPECIFIED ANALYSIS FROM THE PRODIGY (PROLONGING DUAL-ANTIPLATELET TREATMENT AFTER GRADING STENT-INDUCED INTIMAL HYPERPLASIA) TRIAL. Costa F, Vranckx P, Leonardi S, Moscarella E, Ando G, Calabro P, Oreto G, Zijlstra F, Valgimigli M. ABSTRACT
Gepubliceerd in Sports Med - DOI 10.1007/s40279-015-0328-5.
CHRONOTROPIC INCOMPETENCE DURING EXERCISE IN TYPE 2 DIABETES: AETIOLOGY, ASSESSMENT METHODOLOGY, PROGNOSTIC IMPACT AND THERAPY Charly Keytsman, Paul Dendale, Dominique Hansen ABSTRACT
During incremental exercise tests, chronotropic incompetence (CI), which is the inability of the heart rate (HR) to rise in proportion to an increase in metabolic demand, is often observed in patients with type 2 diabetes mellitus (T2DM). Despite the fact that CI is associated with exercise intolerance and elevated risks of development of cardiovascular disease and premature death, this clinical anomaly is often ignored or overlooked by clinicians and physiologists. CI is, however, a significant clinical abnormality that deserves further attention, examination and treatment. The aetiology of CI in T2DM remains poorly understood and is complex. Certain T2DMrelated co-morbidities or physiological anomalies may contribute to development of CI, such as altered blood catecholamine and/or potassium levels during exercise, structural myocardial abnormalities, ventricular and/or arterial stiffness, impaired baroreflex sensitivity and cardiovascular autonomic neuropathy. Clinicians should thus be aware of the potential presence of yet undetected anomalies or diseases in T2DM patients who experience CI during exercise testing. However, an effective treatment for CI in T2DM is yet to be developed. Exercise training programmes seem to be the only potentially effective and feasible interventions for partial restoration of the chronotropic response in T2DM, but it remains poorly understood how these interventions lead to restoration of the chronotropic response. Studies are thus warranted to elucidate the aetiology of CI and develop an effective treatment for CI in T2DM. In particular, the impact of (different) exercise interventions on CI in T2DM deserves greater attention in future studies. KEY POINTS: Chronotropic incompetence (CI) is often overlooked by clinicians and physiologists, despite its association with exercise intolerance and risks of development of cardiovascular disease and premature death. Certain co-morbidities or physiological anomalies related to type 2 diabetes mellitus (T2DM) may contribute to development of CI. However, the aetiology of CI in this population remains poorly understood and is complex. Studies are warranted to elucidate the aetiology of CI and to develop an effective treatment for CI in T2DM.
AIMS: We investigated if acute coronary syndrome (ACS) rather than stable coronary artery disease (SCAD) presentation is an outcome modifier with respect to the duration of dual-antiplatelet therapy (DAPT) in patients undergoing coronary stenting. METHODS AND RESULTS: In the Prolonging Dual-Antiplatelet Treatment After Grading Stent-Induced Intimal Hyperplasia (PRODIGY) trial, a total of 1465 (74.3%) patients presented ACS whereas 505 (25.7%) had SCAD and were randomized to 6- or 24-month DAPT. At 24 months, the composite of death, myocardial infarction (MI), or cerebrovascular accident (CVA) did not differ between the long- and short-term DAPT arms in both ACS (11.1 vs. 11.7%; P = 0.67) and SCAD (7.5 vs. 4.8%; P = 0.21) patients, respectively. Long-term DAPT was associated with a 75% increase of Bleeding Academic Research Consortium (BARC)class 2, 3, or 5 bleeding in ACS [7.1 vs. 4.1%; hazard ratio (HR) 1.75, 95% confidence interval (CI) 1.11-2.74, P = 0.015; number needed to treat for harm (NNTH): 33.3] and a five-fold increase in SCAD (8.2 vs. 1.6%; HR 5.37, 95% CI 1.84-15.74, P = 0.002; NNTH: 15.1) patients, with a borderline quantitative interaction (PINT = 0.056). As a result, net adverse cardiovascular events (death, MI, CVA, BARC class 2, 3, or 5 bleeding) were more than doubled in SCAD patients receiving 24-month DAPT, whereas they did not differ in ACS patients (PINT = 0.024). CONCLUSIONS: This analysis suggests that clinical presentation may be a treatment modifier with respect to DAPT duration after stenting consistent with the hypothesis that SCAD-but not ACS-patients are exposed to a significant increase in bleeding and net adverse clinical events when treated with 24-month compared with 6-month therapy. TRIAL REGISTRATION: Published on behalf of the European Society of Cardiology. All rights reserved. Š The Author 2015. For permissions please email: journals.permissions@oup.com. KEYWORDS: bleeding; clopidogrel; drug-eluting stents; dual-antiplatelet therapy.
Gepubliceerd in J Am Coll Cardiol. 2015 Mar 3;65(8):805-15.
ZOTAROLIMUS-ELUTING VERSUS BARE-METAL STENTS IN UNCERTAIN DRUG-ELUTING STENT CANDIDATES Valgimigli M, Patialiakas A, Thury A, McFadden E, Colangelo S, Campo G, Tebaldi M, Ungi I, Tondi S, Roffi M, Menozzi A, de Cesare N, Garbo R, Meliga E, Testa L, Gabriel HM, Airoldi F, Ferlini M, Liistro F, Dellavalle A, Vranckx P, Briguori C; ZEUS Investigators.
49 VERBUM
ABSTRACT
The use of drug-eluting stents (DES) in patients at high risk of bleeding or thrombosis has not been prospectively studied; limited data are available in patients who have a low restenosis risk. OBJECTIVES: This study sought to compare a hydrophilic polymer-based, second-generation zotarolimus-eluting stent (ZES) with a unique drug fast-release profile versus bare-metal stents (BMS) under similar durations of dual-antiplatelet therapy (DAPT). METHODS: We randomly assigned 1,606 patients with stable or unstable symptoms, and who on the basis of thrombotic bleeding or restenosis risk criteria, qualified as uncertain candidates for DES, to receive ZES or BMS. DAPT duration was on the basis of patient characteristics, rather than stent characteristics, and allowed for a personalized 1-month dual antiplatelet regimen. The primary endpoint was the risk of 1-year major adverse cardiovascular events (MACE), which included death, myocardial infarction (MI), or target vessel revascularization (TVR). RESULTS: Median DAPT duration was 32 days (interquartile range [IQR]: 30 to 180 days) and did not differ between the groups. In the ZES group, 140 patients (17.5%) reached the primary endpoint, compared with 178 patients (22.1%) in the BMS group (hazard ratio: 0.76; 95% confidence interval: 0.61 to 0.95; p = 0.011) as a result of lower MI (2.9% vs. 8.1%; p < 0.001) and TVR rates (5.9% vs.10.7%; p = 0.001) in the ZES group. Definite or probable stent thrombosis was also significantly reduced in ZES recipients (2.0% vs. 4.1%; p = 0.019). CONCLUSIONS: Compared with BMS, DES implantation using a stent with a biocompatible polymer and fast drug-eluting characteristics, combined with an abbreviated, tailored DAPT regimen, resulted in a lower risk of 1-year MACE in uncertain candidates for DES implantation. (Zotarolimus-eluting Endeavor Sprint Stent in Uncertain DES Candidates [ZEUS] Study; NCT01385319). Copyright © 2015 American College of Cardiology Foundation. Published by Elsevier Inc. All rights reserved. KEYWORDS: drug-eluting stent(s); dual-antiplatelet therapy; high bleeding risk; high thrombotic risk; zotarolimus-eluting stent(s). BACKGROUND:
Gepubliceerd in J Am Coll Cardiol. 2015 Mar 10;65(9):931-941.
EVALUATION AND TREATMENT OF PATIENTS WITH LOWER EXTREMITY PERIPHERAL ARTERY DISEASE: CONSENSUS DEFINITIONS FROM PERIPHERAL ACADEMIC RESEARCH CONSORTIUM (PARC) Patel MR, Conte MS, Cutlip DE, Dib N, Geraghty P, Gray W, Hiatt WR, Ho M, Ikeda K, Ikeno F, Jaff MR, Jones WS, Kawahara M, Lookstein RA, Mehran R, Misra S, Norgren L, Olin JW, Povsic TJ, Rosenfield K, Rundback J, Shamoun F, Tcheng J, Tsai TT, Suzuki Y, Vranckx P, Wiechmann BN, White CJ, Yokoi H, Krucoff MW. ABSTRACT
The lack of consistent definitions and nomenclature across clinical trials of novel devices, drugs, or biologics poses a significant barrier to accrual of knowledge in and across peripheral artery disease therapies and technologies. Recognizing this problem, the Periph-
eral Academic Research Consortium, together with the U.S. Food and Drug Administration and the Japanese Pharmaceuticals and Medical Devices Agency, has developed a series of pragmatic consensus definitions for patients being treated for peripheral artery disease affecting the lower extremities. These consensus definitions include the clinical presentation, anatomic depiction, interventional outcomes, surrogate imaging and physiological follow-up, and clinical outcomes of patients with lower-extremity peripheral artery disease. Consistent application of these definitions in clinical trials evaluating novel revascularization technologies should result in more efficient regulatory evaluation and best practice guidelines to inform clinical decisions in patients with lower extremity peripheral artery disease. Copyright © 2015 American College of Cardiology Foundation. Published by Elsevier Inc. All rights reserved. KEYWORDS: amputation; foot; intermittent claudication; leg; myocardial infarction; stroke
Gepubliceerd in Lancet. 2015 Mar 13.
RADIAL VERSUS FEMORAL ACCESS IN PATIENTS WITH ACUTE CORONARY SYNDROMES UNDERGOING INVASIVE MANAGEMENT: A RANDOMISED MULTICENTRE TRIAL Valgimigli M, Gagnor A, Calabró P, Frigoli E, Leonardi S, Zaro T, Rubartelli P, Briguori C, Andò G, Repetto A, Limbruno U, Cortese B, Sganzerla P, Lupi A, Galli M, Colangelo S, Ierna S, Ausiello A, Presbitero P, Sardella G, Varbella F, Esposito G, Santarelli A, Tresoldi S, Nazzaro M, Zingarelli A, de Cesare N, Rigattieri S, Tosi P, Palmieri C, Brugaletta S, Rao SV, Heg D, Rothenbühler M, Vranckx P, Jüni P; MATRIX Investigators. ABSTRACT
It is unclear whether radial compared with femoral access improves outcomes in unselected patients with acute coronary syndromes undergoing invasive management. METHODS: We did a randomised, multicentre, superiority trial comparing transradial against transfemoral access in patients with acute coronary syndrome with or without ST-segment elevation myocardial infarction who were about to undergo coronary angiography and percutaneous coronary intervention. Patients were randomly allocated (1:1) to radial or femoral access with a web-based system. The randomisation sequence was computer generated, blocked, and stratified by use of ticagrelor or prasugrel, type of acute coronary syndrome (ST-segment elevation myocardial infarction, troponin positive or negative, non-ST-segment elevation acute coronary syndrome), and anticipated use of immediate percutaneous coronary intervention. Outcome assessors were masked to treatment allocation. The 30-day coprimary outcomes were major adverse cardiovascular events, defined as death, myocardial infarction, or stroke, and net adverse clinical events, defined as major adverse cardiovascular events or Bleeding Academic Research Consortium (BARC) major bleeding unrelated to coronary artery bypass graft surgery. The analysis was by intention to treat. The two-sided α was prespecified at 0·025. The trial is registered at ClinicalTrials.gov, number NCT01433627. BACKGROUND:
50 VERBUM
We randomly assigned 8404 patients with acute coronary syndrome, with or without ST-segment elevation, to radial (4197) or femoral (4207) access for coronary angiography and percutaneous coronary intervention. 369 (8·8%) patients with radial access had major adverse cardiovascular events, compared with 429 (10·3%) patients with femoral access (rate ratio [RR] 0·85, 95% CI 0·740·99; p=0·0307), non-significant at α of 0·025. 410 (9·8%) patients with radial access had net adverse clinical events compared with 486 (11·7%) patients with femoral access (0·83, 95% CI 0·73-0·96; p=0·0092). The difference was driven by BARC major bleeding unrelated to coronary artery bypass graft surgery (1·6% vs 2·3%, RR 0·67, 95% CI 0·49-0·92; p=0·013) and all-cause mortality (1·6% vs 2·2%, RR 0·72, 95% CI 0·53-0·99; p=0·045). INTERPRETATION: In patients with acute coronary syndrome undergoing invasive management, radial as compared with femoral access reduces net adverse clinical events, through a reduction in major bleeding and all-cause mortality. FUNDING: The Medicines Company and Terumo. FINDINGS:
day mortality. The pathologic quality of all mesorectal specimens was excellent. The distal resection margin was 19.4 ± 10.4 mm, the mean circumferential resection margin was 13.8 ± 5.1 mm, and the median lymph node harvest was 10.5 (range 5-15) nodes. CONCLUSIONS: A combined laparoscopic and transanal approach can achieve a safe and oncologically complete TME dissection for low rectal tumors. This approach may improve clinical outcomes in these technically difficult cases, but larger prospective studies are needed.
Gepubliceerd in Crit Care. 2015 Feb 16;19(1):63.
INCIDENCE AND OUTCOME OF INAPPROPRIATE IN-HOSPITAL EMPIRIC ANTIBIOTICS FOR SEVERE INFECTION: A SYSTEMATIC REVIEW AND META-ANALYSIS Marquet K1,2, Liesenborgs A3, Bergs J4, Vleugels A5,6, Claes N7,8. (1) Hasselt University, Faculty of Medicine and Life Sciences, Agoralaan, Building D, Room C53, Diepenbeek, BE3590, Belgium. kristel.marquet@uhasselt.be. (2) Jessa Hospital, Stadsomvaart 11, Hasselt, BE3500, Belgium. kristel.marquet@uhasselt.be. (3) Jessa Hospital, Stadsomvaart 11, Hasselt, BE3500, Belgium. an_liesenborgs@hotmail. com. (4) Hasselt University, Faculty of Business Economics, Agoralaan, Building D, Die-
Gepubliceerd in Tech Coloproctol. 2015 Feb 22.
TRANSANAL ENDOSCOPIC TOTAL MESORECTAL EXCISION: TECHNICAL ASPECTS OF APPROACHING THE MESORECTAL PLANE FROM BELOW-A PRELIMINARY REPORT Knol JJ1, D’Hondt M2, Souverijns G3, Heald B4, Vangertruyden G1.
penbeek, BE3590, Belgium. jochen.bergs@uhasselt.be. (5) Hasselt University, Faculty of Medicine and Life Sciences, Agoralaan, Building D, Room C53, Diepenbeek, BE3590, Belgium. arthur.vleugels@med.kuleuven.ac.be. (6) KU Leuven, Centre for Health Services and Nursing Research, Kapucijnenvoer 35/3, Leuven, BE3000, Belgium. arthur.vleugels@ med.kuleuven.ac.be. (17) Hasselt University, Faculty of Medicine and Life Sciences, Ago-
(1) J. J. Knol (&) G. Vangertruyden, Department of Abdominal Surgery, Jessa Hospital, Sal-
ralaan, Building D, Room C53, Diepenbeek, BE3590, Belgium. neree.claes@uhasselt.be.
vatorstraat 20, 3500 Hasselt, Belgium, (2) M. D’Hondt, Department of Abdominal Surgery,
(8) Antwerp Management School, Health Care Management, Sint-Jacobsmarkt 9, Antwerp,
Groeninge Hospital, Kortrijk, Belgium, (3) G. Souverijns, Department of Radiology, Jessa
BE2000, Belgium. neree.claes@uhasselt.be.
Hospital, Hasselt, Belgium, (4) B. Heald, Colorectal Research Unit, The Ark Conference
ABSTRACT
Centre, Pelican Cancer Foundation, Basingstoke, Hampshire, UK 123.
INTRODUCTION: The aims of this study were to explore the incidence of in-hospital inappropriate empiric antibiotic use in patients with severe infection and to identify its relationship with patient outcomes. METHODS: Medline (from 2004 to 2014) was systematically searched by using predefined inclusion criteria. Reference lists of retrieved articles were screened for additional relevant studies. The systematic review included original articles reporting a quantitative measure of the association between the use of (in)appropriate empiric antibiotics in patients with severe in-hospital infections and their outcomes. A meta-analysis, using a random-effects model, was conducted to quantify the effect on mortality by using risk ratios. RESULTS: In total, 27 individual articles fulfilled the inclusion criteria. The percentage of inappropriate empiric antibiotic use ranged from 14.1% to 78.9% (Q1-Q3: 28.1% to 57.8%); 13 of 27 studies (48.1%) described an incidence of 50% or more. A meta-analysis for 30-day mortality and in-hospital mortality showed risk ratios of 0.71 (95% confidence interval 0.62 to 0.82) and 0.67 (95% confidence interval 0.56 to 0.80), respectively. Studies with outcome parameter 28-day and 60-day mortality reported significantly (P ≤0.02) higher mortality rates in patients receiving inappropriate antibiotics. Two studies assessed the total costs, which were significantly higher in both studies (P ≤0.01).
ABSTRACT BACKGROUND: Laparoscopic total mesorectal excision (TME) for low rec-
tal cancer can be technically challenging. This report describes our initial experience with a hybrid laparoscopic and transanal endoscopic technique for TME in low rectal cancer. METHODS: Between December 2012 and October 2013, we identified patients with rectal cancer < 5 cm from the anorectal junction (ARJ) who underwent laparoscopic-assisted TME with a transanal minimally invasive surgery (TAMIS) technique. A standardized stepwise approach was used in all patients. Resection specimens were examined for completeness and measurement of margins. Preoperative magnetic resonance imaging (MRI) characteristics and short-term postoperative outcomes were examined. All values are mean ± standard deviation. RESULTS: Ten patients (8 males; median age: 60.5 (range 36-70) years) were included. On initial MRI, all tumors were T2 or T3, mean tumor height from the ARJ was 28.9 ± 12.2 mm, mean circumferential resection margin was 5.3 ± 3.1 mm , and the mean angle between the anal canal and the levator ani was 83.9° ± 9.7°. All patients had had preoperative chemoradiotherapy, TME via TAMIS, and distal anastomosis. There were no intraoperative complications, anastomotic leaks, or 30-
51 VERBUM
This systematic review with meta-analysis provides evidence that inappropriate use of empiric antibiotics increases 30-day and in-hospital mortality in patients with a severe infection. CONCLUSIONS:
means that one fourth of all unplanned transfers to a higher level of care were associated with a highly preventable adverse event.
Gepubliceerd in BMC Res Notes. 2014 Dec 16;7:915. Gepubliceerd in Crit Care Med. 2015 May;43(5):1053-61.
ONE FOURTH OF UNPLANNED TRANSFERS TO A HIGHER LEVEL OF CARE ARE ASSOCIATED WITH A HIGHLY PREVENTABLE ADVERSE EVENT: A PATIENT RECORD REVIEW IN SIX BELGIAN HOSPITALS Marquet K1, Claes N, De Troy E, Kox G, Droogmans M, Schrooten W, Weekers F, Vlayen A, Vandersteen M, Vleugels A. (1) Faculty of Medicine and Life Sciences, Hasselt University, Diepenbeek, Belgium. ABSTRACT
The objectives of this study are to determine the prevalence and preventability of adverse events requiring an unplanned higher level of care, defined as an unplanned transfer to the ICU or an in-hospital medical emergency team intervention, and to assess the type and the level of harm of each adverse event. DESIGN: A three-stage retrospective review process of screening, record review, and consensus judgment was performed. Setting: Six Belgian acute hospitals. PATIENTS: During a 6-month period, all patients with an unplanned need for a higher level of care were selected. Interventions: The records 6-month period, the records of all patients with an unplanned need for a higher level of care were assessed by a trained clinical team consisting of a research nurse, a physician, and a clinical pharmacist. MEASUREMENTS AND MAIN RESULTS: Adverse events were found in 465 of the 830 reviewed patient records (56%). Of these, 215 (46%) were highly preventable. The overall incidence rate of patients being transferred to a higher level of care involving an adverse event was 117.6 (95% CI, 106.9-128.3) per 100,000 patient days at risk, of which 54.4 (95% CI, 47.15-61.65) per 100,000 patient days at risk involving a highly preventable adverse event. This means that 25.9% of all unplanned transfers to a higher level of care were associated with a highly preventable adverse event. The adverse events were mainly associated with drug therapy (25.6%), surgery (23.7%), diagnosis (12.4%), and system issues (12.4%). The level of harm varied from temporary harm (55.7%) to long-term or permanent impairment (19.1%) and death (25.2%). Although the direct causality is often hard to prove, it is reasonable to consider these adverse events as a contributing factor. CONCLUSION: Adverse events were found in 56% of the reviewed records, of which almost half were considered highly preventable. This OBJECTIVE:
IMPLEMENTING AN ELECTRONIC MEDICATION OVERVIEW IN BELGIUM Storms H, Marquet K, Nelissen K, Hulshagen L, Lenie J, Remmen R, Claes N. ABSTRACT
An accurate medication overview is essential to reduce medication errors. Therefore, it is essential to keep the medication overview up-to-date and to exchange healthcare information between healthcare professionals and patients. Digitally shared information yields possibilities to improve communication. However, implementing a digitally shared medication overview is challenging. This articles describes the development process of a secured, electronic platform designed for exchanging medication information as executed in a pilot study in Belgium, called ‘Vitalink’. FINDINGS: The goal of ‘Vitalink’ is to improve the exchange of medication information between professionals working in healthcare and patients in order to achieve a more efficient cooperation and better quality of care. Healthcare professionals of primary and secondary health care and patients of four Belgian regions participated in the project. In each region project groups coordinated implementation and reported back to the steering committee supervising the pilot study. The electronic medication overview was developed based on consensus in the project groups. The steering committee agreed to establish secured and authorized access through the use of electronic identity documents (eID) and a secured, eHealth-platform conform prior governmental regulations regarding privacy and security of healthcare information. DISCUSSION: A successful implementation of an electronic medication overview strongly depends on the accessibility and usability of the tool for healthcare professionals. Coordinating teams of the project groups concluded, based on their own observations and on problems reported to them, that secured and quick access to medical data needed to be pursued. According to their observations, the identification process using the eHealth platform, crucial to ensure secured data, was very time consuming. Secondly, software packages should meet the needs of their users, thus be adapted to daily activities of healthcare professionals. Moreover, software should be easy to install and run properly. The project would have benefited from a cost analysis executed by the national bodies prior to implementation. BACKGROUND:
SYMPOSIA
2015
SYMPOSIUM LOC DATUM: zaterdag 14 november 2015 LOCATIE: UHasselt, campus Diepenbeek
SYMPOSIUM NEUROCHIRURGIE DATUM: zaterdag 21 november 2015 LOCATIE: Jessa Ziekenhuis, aula campus Salvator, Hasselt
SYMPOSIUM LIVE SURGERY UROLOGIE DATUM: zaterdag 28 november 2015 LOCATIE: Jessa Ziekenhuis, aula campus Salvator, Hasselt SYMPOSIUM CARDIO 2016 DATUM: zaterdag 5 december 2015 LOCATIE: Kinepolis, Hasselt SYMPOSIUM WECO 2016 DATUM: zaterdag 12 december 2015 LOCATIE: Jessa Ziekenhuis, aula campus Salvator, Hasselt
Dit is een voorlopige lijst van symposia. Voor een up-to-date overzicht kan u terecht op www.jessazh.be/symposia.