JESSALINEA
Medisch informatieblad Jessa Ziekenhuis
nr. 9 maart 2013
in dit nummer Revalidatiecampus St.-Ursula 6 | Associatie Hartcentrum Hasselt en Heusden-Zolder 8 | Palliatieve afdeling campus SA 10 | Uitbreiding therapie Parkinsonpatiënten 12 | Universitaire Biobank Limburg 14 | Onderzoekers Jessa Ziekenhuis identificeren nieuw type hartstamcel 16 | Symposium gehoorscreening 20 | Bachelorproef diabeteseducatie 23 | Nieuwe artsen 24 | Cardio 2013 26 | Symposium chemo- en targeted therapy 28 | Verbum 31 | Symposia 35
Onderzoekers van het Jessa Ziekenhuis zijn erin geslaagd om een nieuw stamceltype te isoleren uit het menselijk hart. Dat opent nieuwe perspectieven voor de toepassing van stamceltherapie na een hartinfarct. De bevindingen van het onderzoeksteam zijn gepubliceerd in het internationaal gerenommeerde tijdschrift Cardiovascular Research. Meer hierover op pagina 16.
2 JESSALINEA
EDITORIAAL
Samen – Werken Dat de economische crisis na 7 (of eerder 10) ‘vette’ jaren de gezondheidszorg treft, blijkt de laatste weken uit de aandacht die verschillende media aan dit onderwerp besteedden. Verdere besparingen op de honoraria in onder meer de klinische biologie en radiologie, het on-hold staan van de toekenning van nieuwe subsidiebeloften door VIPA (Vlaams orgaan dat beslist over de financiering van infrastructuurwerken in de gezondheidszorg) voor nieuwbouwprojecten en berichten over de afbouw van het personeelscontingent in verschillende Vlaamse ziekenhuizen getuigen hiervan. Hoewel het woord crisis een eerder negatieve connotatie heeft, stamt het woord etymologisch af van het Griekse werkwoord
dat betekent ‘onder-
scheiden, oordelen, beslissen’. In essentie zou je kunnen stellen dat crisissituaties ‘moments of truth’ zijn waarin keuzes dienen gemaakt te worden. Dergelijke keuzes hoeven niet altijd negatief te zijn, integendeel. In de geschiedenis is het vaak zo geweest dat tijden van onzekerheid en problematische situaties een goede voedingsbodem waren voor creativiteit, innovatie en latere vooruitgang. Zo ook in de gezondheidszorg. Met de huidige schaarste aan middelen zal het nodig zijn om een aantal van de huidige paradigma’s te herformuleren. Zoals in alle sectoren kan alles beter en efficiënter. Een kwalitatieve zorg (doelmatig en efficiënt) steunt in eerste plaats op een goede interne organisatie bij de lokale verstrekker (praktijk of ziekenhuis). Kwalitatieve zorg betekent ook dat afspraken gemaakt worden over de grenzen van de instelling heen zodat dure diagnostische en therapeutische acta verantwoord uitgebaat kunnen worden. Het is dus tijd dat instellingen krachten en middelen bundelen zodat we de beschikbare resources op een oordeelkundige en maatschappelijk verantwoorde manier kunnen en zullen inzetten. Dit is de ultieme verantwoordelijkheid van beleidsmakers, elk op zijn of haar niveau. Van de overheid mogen we verwachten dat zij een coherent beleid uitstippelt waarbij kwaliteit en betaalbare zorg voor iedereen het uitgangspunt is. De initiatieven die noodzakelijk zijn om dit beleid om te zetten in concrete resultaten dienen (waar mogelijk) onderbouwd te zijn door wetenschappelijke evidentie zonder inmenging van belangengroepen. Het hervormen van het huidige financieringssysteem dient hiervan een essentieel onderdeel te zijn. Maar ook lokaal hebben de actoren in de gezondheidszorg een belangrijke rol te vervullen. Er dient voldoende leiderschap aanwezig te zijn om zich ten volle te vereenzelvigen met bovenvermelde doelstellingen. Het is dan en slechts dan dat we zullen groeien naar een nog meer kwaliteitsvolle zorg. Dit betekent dat samen-werken meer dan ooit aan de orde is. Tot slot wil ik de artsen en medewerkers die vermeld worden in het huidige nummer speciaal bedanken. Elk heeft op zijn vakgebied unieke dingen neergezet die voor de dienst en het ziekenhuis een absolute meerwaarde betekenen. Ik wens jullie veel leesgenot.
dr. Frank Weekers
JESSALINEA 3
Prof. Dominique Hansen brengt boek over fysieke training personen met overgewicht uit Prof. Dominique Hansen is verbonden aan het Revalidatie- en gezondheidscentrum van het Jessa Ziekenhuis. In de huidige maatschappij neemt het aantal personen met overgewicht (obesitas) sterk toe. Deze tendens heeft op lange termijn ernstige gevolgen: obesitas verhoogt de kans op hart– en vaatziekten, suikerziekte, orthopedische problemen, bepaalde vormen van kanker, en verlaagt de levensverwachting (met ±8 jaar). Vandaar dat personen met obesitas aangeraden worden om te diëten, en meer te bewegen, met als doel vetmassa te doen dalen. Er blijkt echter nog veel verwarring en discussie te bestaan over hoe een bewegingsprogramma opgesteld dient te worden voor personen met obesitas. Het boek van prof. Hansen heeft als doel om zorgverstrekkers toe te lichten hoe een bewegingsprogramma op te stellen voor personen met obesitas. Het boek start met de epidemiologie van obesitas, gevolgd door hoe vetmassa te meten en hoe een pre-participatiescreening uit te voeren, en wat de effecten zijn van dieet versus fysieke training op vetmassa. Vervolgens wordt in detail toegelicht hoe het cardiovasculaire, pulmonale,
Kinderen meenemen op bezoek in het ziekenhuis?
endocrinologische, neurologische en spierstelsel reageert op inspanning in personen met obesitas. Men eindigt met te beschrijven hoe personen met obesitas te motiveren om te blijven bewegen, wat de impact is van verschillende trainingsvormen op vetmassaverlies, hoe vetten precies gemobiliseerd en verbrand worden, en waarom niet iedereen evenveel vetmassa zal verliezen ten gevolge van fysieke training. Het boek baseert zich op recente
Sinds kort is er op de ziekenhuiswebsite een
wetenschappelijke studies/inzichten waarvan een deel uitgevoerd in het Revalidatie-
speciaal luik uitgewerkt ‘Kinderen meenemen
en Gezondheidscentrum van het Jessa ziekenhuis. Het bestaat uit 16 hoofdstukken. De
op bezoek in het ziekenhuis – een goed idee?’
meeste hoofdstukken zijn geschreven door internationaal erkende experten.
Een ziekenbezoek met een kind is immers niet altijd evident. “Toch betrekken ouders hun kind best op een of andere manier bij een ziekenhuisopname van een al dan niet ernstig ziek familielid,” zegt kinderpsychologe Karen Castermans. “Belangrijk hierbij is wel een goede begeleiding, zowel vóór, tijdens als na het bezoek.”
Cardioloog dr. Pascal Vranckx gedoctoreerd Op dinsdag 11 december is dr. Pascal Vranckx,
Net omdat ouders of grootouders zich vaak
als cardioloog verbonden aan het Hartcen-
afvragen hoe ze dit best aanpakken, heeft de
trum Hasselt, gedoctoreerd aan de Erasmus
kinderpsychologe heel wat tips op de website
Universiteit Rotterdam. Hij verdedigde er
voorzien. Moet ik het slechte nieuws aan mijn
overtuigend zijn doctoraal proefschrift ‘Con-
kind vertellen? Wat moet een kind dan weten?
temporary coronary intervention trial conduct. Addressing the 4P’s: Patency,
Neem ik mijn kind mee op bezoek? Wanneer
Perfusion, Performance and Prevention’.
stel ik het bezoek beter uit? Met een ant-
Uit het onderzoek van dr. Vranckx blijkt dat bij toegepast klinisch onderzoek
woord op deze en tal van andere vragen wil
naar de doeltreffendheid en veiligheid van stents voor de behandeling van
het Comité Kindaangepast Ziekenhuis van het
kransslagadervernauwing of afsluiting, de keuze van het juiste meetinstru-
Jessa Ziekenhuis de twijfels rond kinderen op
ment cruciaal is. Bovendien kan de meerwaarde van nieuwe stents enkel
bezoek in het ziekenhuis bespreekbaar maken.
worden beoordeeld in de context van het totale zorgpakket voor de patiënt.
Het Comité Kindaangepast Ziekenhuis werkt
Dr. Vranckx lag mee aan de basis van de ontwikkeling van universele con-
op tal van vlakken actief aan een aangepast,
sensus eindpuntdefinities voor gebruik in onderzoek naar nieuwe invasieve
kindvriendelijk beleid in het ziekenhuis.
en/of medicamenteuze behandelingen voor kransslagadervernauwing of afsluiting. In zijn proefschrift plaatst hij deze definities in hun context, wijst op
Meer info over kinderen op bezoek: www. jessazh.be/kinderen > kinderen meenemen op bezoek in het ziekenhuis?!
4 JESSALINEA
hun waarde maar tevens ook op mogelijke zwakten.
kort nieuws
Dr. Didier Nolens door Belgische vereniging afgevaardigd in Europese organen Plastisch chirurg dr. Didier Nolens is onlangs door de Belgische Vereniging voor Plastische Reconstructieve en Esthetische Chirurgie aangesteld als afgevaardigde in drie Europese organen. Concreet betekent dit dat dr. Nolens zetelt als: • Vertegenwoordiger voor ons land in de Union Européen de Médecins spécialistes. • Member of the Examination Board EBOPRAS (European Board Plastic, Reconstructive & Aesthetic Surgery). Dr. Nolens fungeert hier als jurylid tijdens mondelinge examens die afgenomen worden voor het bekomen van een Europees certificaat. • Member of the Accreditation subcommittee EBOPRAS. Deze commissie houdt zich bezig met het opstellen van criteria voor opleiding en visitatie van opleidingscen-
Afdeling neonatologie in een nieuw kleedje
tra die een Europese erkenning wensen. Dr. Didier Nolens is als plastisch chirurg al tal van jaren actief binnen het Jessa Ziekenhuis. Het is eerder uitzonderlijk dat de benoeming in deze Europese organen te beurt valt aan een arts die niet aan een universitair ziekenhuis verbonden is.
Begin januari verhuisde de afdeling neonatologie van campus Virga Jesse naar een nieuwe locatie op dezelfde campus. De nieuwe afdeling neonatologie biedt een aantal voordelen. Zo is er meer ruimte gecreëerd rond de bedjes, is er een aparte kamer voor het brengen van slecht nieuws en is de opnameruimte aanzienlijk groter. Hoofdvroedvrouw Marleen Kosten: “Daarnaast is comfort een belangrijke spil. We willen de baby’s rust en regelmaat bieden. Zeker voor onstabiele baby’s of baby’s die zich niet goed voelen maakt dat een groot verschil. Daarom beperken we het lichtgebruik en dempen we onze stem. afdeling.”
Dienst ‘infectieziekten’ wordt ‘infectieziekten en immuniteit’
Volledig nieuw zijn de twee ouder-kind-
Binnen de dienst infectieziekten van het Jessa Ziekenhuis worden - naast patiënten
boxen die steeds meer aan populariteit
met gecompliceerde infecties, tropische ziekten en HIV - in toenemende mate patiën-
winnen. “De ouder-kindbox is een
ten met (verdenking op) aandoeningen van de immuniteit gezien. Zo volgen de art-
ruime kamer waar de meest onstabiele
sen-infectiologen onder meer patiënten met auto-inflammatoire ziekten (HyperIgD
baby’s liggen. Hier kan de mama of papa
syndroom, FMF, CAPS, TRAPS), met een primaire immuunziekte (XLA, CVID) en pa-
doorlopend en ongestoord bij de baby
tiënten met inflammatoire vasculitis op. Daarnaast zien zij ook patiënten met koorts
verblijven. Met de verbouwing hebben
van onbekende oorsprong, waarbij vaak sprake is van een niet-infectieus probleem.
Iedereen fluistert nu spontaan op deze
we ook het aantal rooming-in kamers verhoogd van één naar vier. De laatste
Deze aandoeningen vallen binnen het vakgebied interne geneeskunde, maar strikt
nacht dat baby’s in het ziekenhuis
genomen buiten het vakgebied van infectieziekten. Daarom heeft het ziekenhuis de
verblijven, kunnen mama’s (vooral die-
dienst ‘infectieziekten’ herbenoemd tot ‘dienst infectieziekten en immuniteit’. Door
genen die borstvoeding geven) daar een
deze naamsverandering is het voor de verwijzende huisartsen en specialisten dui-
nachtje doorbrengen en zo wennen aan
delijker dat analyse en behandeling van patiënten met (verdenking op) een immuni-
de grote verandering in hun leven.”
teitsprobleem ook behoort tot de competentie en het domein van deze dienst. Meer info over de dienst infectieziekten en immuniteit:www.jessazh.be/deelwebsites/infectieziekten-en-immuniteit.
JESSALINEA 5
revalidatie
Campus St.-Ursula is volledige revalidatiecampus Sinds 21 januari 2013 zijn alle revalidatieafdelingen van het Jessa Ziekenhuis gecentraliseerd op campus St.-Ursula in Herk-de-Stad. Met ondermeer een bijkomend therapieblok is de volledige campus nu ingericht als revalidatiecampus. Daarnaast beschikt campus St.-Ursula over een goed uitgebouwde dienst radiologie en wordt het aantal raadplegingsactiviteiten systematisch uitgebreid. Zo kunnen patiënten uit de regio Herk-de-Stad voor steeds meer raadplegingen dicht bij huis terecht.
Welk soort revalidanten verblijven op de
tuur en werkorganisatie volledig kan uitbou-
waren om onze volledige werkorganisatie kri-
revalidatiecampus?
wen rond de revalidant.”
tisch onder de loep te nemen. Door het beste
Luc Claes (zorgmanager zorgcluster neuro-loco-
van beide campussen bij elkaar te brengen,
motoriek): "Op onze revalidatiecampus kunnen
Dr. Guido Claes (medisch manager zorgcluster):
kom je tot de beste en meest efficiënte ma-
revalidanten terecht voor locomotorische en
“Door de schaalvergroting is er een grotere
nier van werken.”
neurologische revalidatie. De locomotorische
subspecialisatie zowel binnen het artsenteam
revalidatie richt zich vooral op de revalidatie na
als binnen de paramedische en verpleegkun-
prothesechirurgie en amputaties. De doelgroep
dige equipe mogelijk. Iedereen heeft uiteraard
Gaan verwijzers ook een voordeel voelen?
voor de neurologische revalidatie zijn vooral
de algemene kennis onder de knie, maar er is
Dr. Joyce Steenberghs: “Met de komst van dr.
mensen met niet aangeboren hersenletsels
ruimte om daarnaast verder te specialiseren in
Sofie Peeters vanuit campus Virga Jesse zijn
(NAH). Naast een kwalitatieve neurorevalidatie
bepaalde aandachtsgebieden.”
we nu met vier revalidatieartsen. Door een re-
specialiseert het revalidatieteam zich in de be-
organisatie houden we nu veel meer consul-
handeling van comapatiënten, cognitieve reva-
Marc Michielsen (hoofdtherapeut): “We zien
taties, zowel algemene als gespecialiseerde
lidatie, arm-handrevalidatie, spasticiteit/Botox,
dit ook binnen het team van therapeuten.
consultaties zoals Parkinsonraadpleging of
reconditionering en Parkinson.”
Onze therapeuten moeten allemaal een all-
schoenenspreekuur. Dit betekent dat verwij-
round kennis hebben, maar daarnaast kunnen
zers sneller een afspraak voor hun patiën-
ze verder specialiseren in een bepaald deel-
ten kunnen vastleggen. Vroeger bedroeg de
Biedt het voordelen om alle revalidatieaf-
domein zoals Parkinsonrevalidatie, cognitieve
wachttijd vaak enkele weken.”
delingen op één campus samen te brengen?
revalidatie of arm-handrevalidatie. Gespe-
Luc Claes: “Absoluut. Verblijven op een revali-
cialiseerde medewerkers delen hun kennis op
datieafdeling in een acuut ziekenhuis – zoals
hun beurt met de andere collega’s en geven
Hoe vangen jullie binnen de therapiezalen
onze revalidatieafdeling die onlangs van cam-
hen de nodige adviezen. Door de schaalver-
het groter aantal behandelingen op?
pus Virga Jessa naar hier verhuisde – geeft
groting wordt het trouwens ook gemakkelij-
Marc Michielsen: “Vooraleer de vierde revali-
voor de revalidant een heel ander gevoel. Op
ker om regelmatig in eigen huis opleidingen
datieafdeling naar Herk-de-Stad verhuisde, is
de revalidatiecampus heerst veel minder een
te organiseren.”
er een tweede therapieblok gebouwd. Daar
ziekenhuissfeer. We laten de revalidanten zo-
werken we volgens een geheel nieuw prin-
veel mogelijk actief zijn en bieden hun een
Dr. Joyce Steenberghs (medisch coördinator):
cipe. In het reeds bestaande blok heeft iedere
dagvullend revalidatieprogramma aan. Dit is
“Een bijkomend voordeel van de samenvoe-
discipline een bepaalde ruimte in gebruik: de
mogelijk omdat je op één campus infrastruc-
ging op één locatie is dat we gedwongen
kinesitherapiezaal, ergotherapiezaal, ... In het nieuwe gedeelte werken we volledig multidisciplinair naar één doel toe en kijken we telkens hoe we dat centrale doel op de meest
Enkele cijfers: • 90 revalidatiebedden, verdeeld over 4 afdelingen • Erkenning voor 5 comabedden • 4 revalidatieartsen • 145 medewerkers
effectieve en efficiënte manier kunnen bereiken. Zo kunnen therapeuten heel gemakkelijk inspelen en verder bouwen op wat de andere disciplines doen. De therapeuten hebben vanuit hun expertise zelf mee gedacht over de bestemming van de zalen. Ook hier hebben we gemerkt dat je werking in vraag stellen,
6 JESSALINEA
Luc Claes, dr. Joyce Steenberghs, Marc Michielsen en dr. Guido Claes
tot verbeteringen leidt. In de toekomst willen
op het vlak van revalidatie zoals een docto-
Bovendien hebben we samen met een aan-
we trouwens ook ons aanbod aan ambulante
raatsstudie over conditietraining vroeg in de
tal externe partners de afgelopen twee jaar
therapie verder uitbreiden. Dit alles kan mede
revalidatie bij neurologische patiënten en
het project Weer-werk, een innovatief project
doordat er drie therapeuten van campus Virga
een onderzoek naar de hersenactiviteit tij-
rond arbeidsre-integratie van revalidatiepa-
Jesse mee de overstap naar ons revalidatie-
dens het stappen in de Locomat (staprobot)
tiënten, op poten gezet. We wachten nu op de
centrum hebben gemaakt.”
en de werking van rompmusculatuur tijdens
goedkeuring van het Europees Sociaal Fonds,
het stappen in de Locomat. We hebben ook
om het project nog een jaar verder te kunnen
meegewerkt aan een studie rond de try-out
zetten. Dat jaar is voorzien om het project
Is het belangrijk dat de campus beschikt
van een nieuw computergestuurd spel voor
klaar te maken voor gebruik binnen andere
over een dienst radiologie?
de bovenste ledematen en er loopt nu een
revalidatiecentra.”
Luc Claes: “Het is zeker een pluspunt. Zo kun-
licentiaatsthesis rond spiegeltherapie.
nen we voor onze revalidatiepatiënten heel wat transporten vermijden. En uiteraard is het ook aangenaam voor mensen uit de regio Herk-de-Stad dat ze hier terecht kunnen voor een radiologieonderzoek.”
Voordelen van de centralisatie in een notendop • Meer subspecialisatie bij artsen en therapeuten mogelijk door schaalvergroting • Prettiger sfeer voor revalidanten, geen ‘ziekenhuissfeer’ • Meer mogelijkheden om in eigen huis opleidingen te organiseren
De raadplegingsactiviteiten zijn intussen ook uitgebreid? Dr. Guido Claes: “De raadplegingsruimten, wachtzalen en lokalen voor functiemeting zijn vernieuwd en het aantal raadplegingslokalen is uitgebreid. Hiermee hebben we de komst mogelijk gemaakt voor een aantal artsen die ook op onze campussen in Hasselt actief zijn. In de toekomst voorzien we nog verdere uitbreiding. Voor patiënten uit de regio Herk-de-Stad is het een stuk aangenamer
• Infrastructuur en werkorganisatie volledig afgestemd op de revalidant • Betere en efficiëntere organisatie door het samenbrengen van ‘best of both worlds’ • Het belang van (verder) participeren in wetenschappelijk onderzoek stijgt nog • Het aantal revalidatieconsultaties is uitgebreid en de wachttijden zijn verkort
Bijkomende revalidatiearts Revalidatiearts dr. Sofie Peeters was de verantwoordelijke arts voor de revalidatieafdeling op campus Virga Jesse. Met de verhuis van deze afdeling naar Herkde-Stad, komt dr. Peeters het team van revalidatieartsen op campus St.-Ursula versterken. Het team bestaat nu uit 4 revalidatieartsen. Dr. Peeters blijft ook actief binnen de dienst fysische geneeskunde & revalidatie op campus Virga Jesse.
als ze dicht bij huis terecht kunnen voor een consultatie. Bovendien is onze campus gemakkelijk bereikbaar en beschikken we over een ruime parking.”
Coming soon... Campus St.-Ursula organiseert op 28 september een symposium arm-handrevalidatie voor artsen en kinesitherapeuten. Dit vindt plaats in de Markthal-
Denken jullie ook aan wetenschappelijk onderzoek? Marc Michielsen: “Toch wel, ja. We participe-
len in Herk-de-Stad en omvat ook een bezoek aan de revalidatiecampus. Meer info hierover volgt. In mei en september organiseert het team telkens een Bobath advanced cursus voor kinesitherapeuten en ergotherapeuten.
ren nu al in een aantal onderzoekstrajecten
JESSALINEA 7
cardiologie
Hartcentra Hasselt en Heusden-Zolder werken samen in één associatie Het Hartcentrum Hasselt van het Jessa Ziekenhuis en de afdeling cardiologie van het Sint-Franciskusziekenhuis hebben al 20 jaar een prima samenwerking. Op 1 januari 2013 kreeg deze een meer formeel karakter en bundelden de cardiologen hun expertise en jarenlange ervaring in één associatie. Jessalinea en Intro SFZ spraken met prof. dr. Paul Dendale (Jessa Ziekenhuis) en dr. Dirk Mertens (Sint-Franciskusziekenhuis). Waarom hebben jullie ervoor gekozen om
gevestigde cardiologen, was het Sint-Francis-
in één associatie samen te werken?
kusziekenhuis ook voorheen al een zeer be-
Dr. Mertens: “Cardiologie is een discipline die
langrijke groep verwijzers. De cardiologen van
op technologisch vlak de laatste twee decen-
SFZ doen ook al heel wat jaren hartcathete-
nia zeer sterk en snel geëvolueerd is. In het
risaties in Hasselt. We vonden het belangrijk
ching’ onder elkaar. Elke woensdag bespreken
Sint-Franciskusziekenhuis hebben we steeds
om die jarenlange, uitstekende samenwer-
we binnen het hartteam moeilijke casussen.
getracht een optimale kwaliteit te bieden in
king te intensifiëren. Ook op persoonlijk vlak
Het is de bedoeling dat ook campus Heusden-
basiszorg. De samenwerking met de collegae
verloopt de samenwerking trouwens bijzon-
Zolder hierin voortaan – al dan niet via tele-
in Jessa voor technische onderzoeken en be-
der aangenaam. We hopen dat ons centrum
conferentie – participeert. Cardiologie is een
handelingen die in Heusden-Zolder niet be-
nog kan groeien en we ons gebied van verwij-
technische discipline waarbij overleg in team
schikbaar zijn, verliep altijd zeer correct maar
zers nog kunnen vergroten.”
een belangrijke meerwaarde biedt.”
dien de laatste jaren meestal een bijkomende
Jullie werkten al samen. Wat verandert er
Is er een taakverdeling binnen de verschil-
subspecialisatie. Een groter centrum biedt hen
dan nu?
lende campussen?
meer mogelijkheden om deze bijkomende be-
Dr. Mertens: “We werkten inderdaad prima sa-
Dr. Dendale: “Op dat vlak verandert er niet
kwaming in de praktijk om te zetten. Door de
men, en vanuit Hasselt gebeurde de terugver-
zoveel. Het is niet de bedoeling dat we alle-
samenwerking wordt het gemakkelijker om
wijzing van patiënten ook heel correct. Maar
maal continu van campus wisselen, maar we
nieuwe mensen te rekruteren die binnen één
we functioneerden wel in twee afzonderlijke,
nemen uiteraard wel onze rol in een andere
groot team op meerdere campussen actief
toch wel concurrentiële teams. Nu kunnen we
campus op als dat nodig of nuttig is. Ook tij-
kunnen zijn. De samenwerking maakt het voor
onze know-how bundelen binnen één team.
dens verlofperiodes biedt dit mogelijkheden
ons zo ook mogelijk om te subspecialiseren.
Voor onze patiënten in de regio Heusden-Zol-
om elkaar te vervangen. We vragen daarom
We zullen in Heusden-Zolder vooral algemene
der biedt het zeker een meerwaarde dat ze
allemaal een statuut als ‘toegelaten arts’ in
cardiologie blijven aanbieden. Maar de komst
nu voor meer behandelingen dichter bij huis
het andere ziekenhuis aan. Nieuwe collega’s
van dr. Mulleners, die in Jessa een bijkomende
terecht kunnen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan
zullen hun activiteiten wel meer over de bei-
opleiding in revalidatie voltooide, en dr. Joris
revalidatie of het opvolgen van patiënten met
de sites verdelen. Zo zal dr. Joris Schurmans
Schurmans, die zich specialiseerde in de inten-
een ingeplante defibrillator.”
bijvoorbeeld voor 1/3e binnen elektrofysiolo-
campus Virga Jesse
was niet in een formele samenwerking verankerd. Jonge collegae-cardiologen kiezen boven-
sieve zorgen en in Jessa een bijkomende oplei-
gie Jessa actief zijn en voor 2/3e de kennis
ding elektrofysiologie voltooide, betekent voor
Dr. Dendale: “We proberen de beste oplos-
over elektrofysiologie in SFZ versterken en
ons een belangrijke meerwaarde.”
sing voor de patiënt te zoeken. Ik ben ervan
daarnaast actief zijn op de afdeling intensie-
overtuigd dat patiënten uit Heusden-Zolder
ve zorgen in SFZ.”
Dr. Dendale: “In Jessa zijn we afhankelijk
het sterk zullen appreciëren dat hun eigen
van een goede samenwerking met andere
arts hen ook binnen Jessa kan opvolgen, in-
Dr. Mertens: “In Hasselt ligt het accent meer
ziekenhuizen voor verwijzingen van zware
dien daar een behandeling nodig is. Voor ons
op de subspecialismen en minder op de
pathologie. Naast de ziekenhuizen van Diest,
als artsenteam – en onrechtstreeks dus ook
algemene cardiologische interventies. In
St.-Truiden en Tongeren en enkele privé
voor de patiënt - zit de meerwaarde in de ‘tea-
Heusden-Zolder is de verhouding 70-80 %
8 JESSALINEA
Prof. dr. Paul Dendale (Jessa Ziekenhuis) en dr. Dirk Mertens (Sint-Franciskusziekenhuis)
Hollandsch Huys
campus Salvator
campus Heusden-Zolder
algemene cardiologie en 20-30 % subspe-
Zijn er ook aandachtpunten binnen de sa-
bijvoorbeeld de efficiëntere opmaak van fac-
cialisaties. Maar door de associatie komen nu
menwerking?
turen in SFZ ook in Jessa uitwerken."
hoog gekwalificeerde artsen de cardiologie in
Dr. Dendale: “Een eerste grote opdracht is de
Heusden versterken.”
verschillende manieren van werken op elkaar
Dr. Dendale: “Met de komst van dr. Mulleners
afstemmen, processen stroomlijnen en over-
Heeft de samenwerking voordelen voor
legstructuren uitbouwen.”
verwijzende artsen?
stijgt bijvoorbeeld de kans op een officiële
Dr. Dendale: “Sinds enkele jaren hebben
erkenning voor de revalidatiedienst in Heus-
Dr. Mertens: “Omdat we met een grote groep
we in Hasselt de artsenlijn ingevoerd waar
den-Zolder sterk. Deze dienst is de eerste en
over meerdere campussen werken, is het be-
huisartsen en specialisten elke werkdag van
langst opgerichte revalidatiedienst in Limburg
langrijk om medische protocols en klinische
8 tot 20u terecht kunnen om op zeer korte
en de erkenning zou meer dan verdiend zijn!
paden samen verder uit te werken en duide-
termijn een dringende raadpleging voor hun
Door de regelgeving van het RIZIV gebeurde
lijke afspraken te maken rond bv. medicatie.
patiënt te boeken. Het is de bedoeling om dit
dat tot nu toe nog niet.”
Dergelijke afspraken sluiten trouwens perfect
systeem in de nabije toekomst uit te breiden
aan bij de wetgeving over zorgprogramma's.”
naar de collega’s van campus Heusden-Zolder.
Dr. Mertens: “We willen inderdaad onze facili-
Zo kunnen we over de verschillende locaties
teiten rond cardiale revalidatie verder uitbou-
Dr. Dendale: “Samenwerken betekent ook
heen kijken bij welke cardioloog de patiënt
wen omwille van de vele voordelen voor de
van elkaar leren, efficiënter werken, samen
het snelst en in de dichtsbijzijnde regio te-
patiënten die dan dicht bij huis kunnen terug-
nieuwe apparatuur aankopen. Zo willen we
recht kan voor een dringende raadpleging.”
vallen op een goed, multidisciplinair team.” Dr. Dendale: “Vanuit Jessa hebben we dan weer de ambitie om in Limburg een goede cardiogenetische dienst op te zetten samen
Actief op 6 locaties
met ons klinisch laboratorium en de UHasselt.
De nieuwe associatie draagt de naam Hartcentrum Hasselt, met vermelding van de
Dr. Pieter Koopman volgt hiervoor momenteel
campus, bijvoorbeeld ‘Hartcentrum Hasselt, campus Heusden-Zolder’.
een bijkomende opleiding in Maastricht en zal
Het Hartcentrum Hasselt is actief op 6 locaties:
vanaf september ons team voltijds verster-
• Campus Virga Jesse
ken. Net omdat er nog maar weinig geweten
• Campus Salvator
is over de genetische achtergrond van bv. rit-
• Het ‘Hollandsch Huys’ aan de Prins Bisschopssingel (vlakbij campus Salvator)
mestoornissen, is het belangrijk ook hier weer
• Campus Heusden-Zolder
op een breed netwerk van verwijzers te kun-
• Medisch Centrum Beringen
nen terugvallen.”
• Practimed, Medisch Centrum in Tessenderlo
JESSALINEA 9
palliatieve zorgen
Palliatieve eenheid opnames ligdagen verblijfsduur externe verwijzingen interne verwijzingen zorgcluster oncologie Jessa niet-oncologie (pneumologie, gastro-enterologie, ...) Dr. Marc Desmet: "de nieuwe locatie biedt onze patiënten en hun familie meer comfort."
Palliatieve afdeling Jessa voortaan op campus Op zaterdag 8 december 2012 verhuisde de palliatieve afdeling van het Jessa Ziekenhuis van campus Virga Jesse naar campus Salvator. De nieuwe unit is ruimer en biedt patiënten en hun familie meer comfort. Via het palliatief supportteam blijven de artsen palliatieve zorg ook sterk actief op campus Virga Jesse. Het Jessa ziekenhuis beschikt over een palliatief supportteam op iedere campus: Virga Jesse, Salva-
de palliatieve eenheid kende de afgelopen jaren een lichte stijging. “Met onze verhuis naar een nieuwe locatie verandert er voor de huisarts niets aan onze werking,” zegt dr. Desmet. “Huisartsen kunnen me altijd contacteren als ze iemand willen laten opnemen op de palliatieve afdeling. Ze kunnen dit – in de mate van het mogelijke – best al een tijdje vóór de opname doen. Zo kan soms vermeden worden dat patiënten via de spoedgevallendienst op
tor en St.-Ursula.
onze afdeling terechtkomen. Daar worden ze uiteraard heel goed opgevangen, maar een
Net als voorheen beschikt de palliatieve een-
voor onze patiënten en hun familie dat ze daar
rechtstreekse opname is voor een palliatieve
heid op campus Salvator over 7 bedden voor
wat van de buitenlucht kunnen genieten. Aan
patiënt toch comfortabeler. Al is het natuurlijk
palliatieve patiënten. Medisch verantwoor-
het terras is ook een buitentrap voorzien. Dat
niet altijd mogelijk om dit zo te plannen.”
delijke van de palliatieve eenheid is dr. Marc
maakt het gemakkelijker om patiënten tijd
Desmet. Samen met dr. Joke Bossers staat hij
met hun huisdier te laten doorbrengen.”
141 opnames, 1 000 begeleidingen via PST
in voor de medische zorg van de palliatieve patiënten.
Ook korte opnames positief ervaren
In 2012 telde de palliatieve eenheid 141 op-
Meer comfort
Ongeveer tweederde van de patiënten op de
portteam (PST) in voor ruim 1 000 begeleidin-
Dr. Marc Desmet: “De nieuwe locatie biedt
palliatieve afdeling komt van afdelingen bin-
gen,” licht dr. Desmet toe. “Zo’n begeleiding
onze patiënten en hun familie meer comfort.
nen het ziekenhuis. De overige patiënten wor-
kan variëren van een ambulant contact of een
Zo zijn de kamers gemiddeld ruimer dan op
den via de huisarts of een ander ziekenhuis
eenmalig gesprek met de psycholoog of pal-
onze vorige locatie en is er op elke kamer een
verwezen of ze nemen zelf het initiatief om
liatief arts tot iemand 6 weken volgen op de
zetelbed voorzien zodat familieleden op een
een opname aan te vragen. “We zien dat de
afdeling of drie weken pijncontrole.”
comfortabele manier bij de patiënt kunnen
gemiddelde verblijfsduur de laatste jaren wat
De artsen palliatieve zorg proberen een da-
overnachten. In de gespreksruimte is een ex-
afneemt en er soms ook heel korte opnames
gelijkse beschikbaarheid van een supportarts
tra zetelbed voorzien. De leefruimte is licht en
tussen zitten. Toch geven ook die patiënten
op beide Hasseltse campussen te voorzien.
ruim en beschikt over een volledig ingerichte
en familie aan dat ze de opname op de pal-
“Gezien de concentratie van alle oncologie-
keuken. Voor de kinderen hebben we een
liatieve afdeling nog zinvol vinden en als heel
en pneumologieafdelingen op campus Virga
aparte kinderhoek.”
positief ervaren. We willen dus zeker – in de
Jesse is de werking van het supportteam daar
mate van het mogelijke – op dergelijke vragen
nog versterkt. Op campus Salvator willen we
blijven ingaan.”
onder meer bijzondere aandacht hebben voor
Buitenlucht
names. “Daarnaast stond ons palliatief sup-
palliatieve situaties op de afdelingen geria-
De nieuwe palliatieve afdeling kreeg ook een
trie, maagdarmziekten en neurologie. Naast
buitenterras met tuinmeubels. “Tegen de zo-
Verwijzing door huisarts
de begeleiding van patiënten en hun familie
mer komt daar nog een luifel. Heel aangenaam
Het aantal verwijzingen van huisartsen naar
op verpleegafdelingen, is het palliatief sup-
10 JESSALINEA
Kort nieuws
2007
2008
2009
2010
2011
106
126
127
130
137
2 133
2 036
2 147
2 088
2 162
20,6
16,7
16,9
16
15
43%
35%
50,4%
38,4%
36,5%
57%
65%
49,5%
61,6%
63,5%
29%
37%
25,1%
29,2%
29,2%
28%
28%
24,4%
32,3%
34,3%
Prof. dr. Paul Dendale, cardioloog Jessa Ziekenhuis
UHasselt, ZOL en Jessa in redactie Tijdschrift voor Geneeskunde Vanaf dit academiejaar treden vertegenwoordigers van de Universiteit Hasselt (UHasselt), ZOL en Jessa Ziekenhuis toe tot de redactieraad van het Tijdschrift
Salvator
voor Geneeskunde. Prof. dr. Gyselaers, gynaecoloog in het Ziekenhuis Oost Limburg, neemt de functie van UHasselt-redacteur op zich en prof. dr. Dendale, cardioloog in het Jessa Ziekenhuis, wordt lid wordt van de Raad van Bestuur. Beide artsen zijn als docent verbonden aan de faculteit Geneeskunde en
portteam ook actief in de ambulante zorg. Zo
Levenswetenschappen van de UHasselt.
winnen de afdelingen radiotherapie en ambulante chemotherapie bijvoorbeeld regelmatig
Dit nieuwe werkingskanaal voor UHasselt biedt de mogelijkheid aan Lim-
advies in over pijn- en symptoomcontrole,
burgse artsen die willen bijdragen tot de nascholing van hun Vlaamse collegae
emotionele opvang, info over thuiszorgdien-
- zowel omnipractici als specialisten – om hun boodschap via dit medium te
sten en palliatieve thuiszorg. Vragen voor eu-
verspreiden. De laatste jaren is de band sterk aangehaald tussen de klinische
thanasie of wilsverklaringen komen meestal
artsen in de Limburgse ziekenhuizen of algemene praktijk en de academici
bij mij terecht,” besluit dr. Desmet.
aan UHasselt, en dit heeft geleid tot een sterke verandering in de Limburgse geneeskunde, zowel op het vlak van de toepassing van wetenschappelijke principes in de dagdagelijkse praktijkvoering als op het gebied van medische
Dr. Bossers stopt activiteiten in palliatief supportteam Dr. Joke Bossers lag vele jaren geleden aan de basis van de uitbouw van de palliatieve zorg in Limburg en fungeert ook nu nog als spilfiguur in de palliatieve zorg. Daarnaast combineert zij al tal van jaren een drukke praktijk als huisarts met haar
opleiding. De samenwerking met de universiteit heeft geleid tot een eigen identiteit van de Limburgse geneeskunde, en deze identiteit mag en kan worden getoond en gedeeld met collegae en studenten in het land. De directieleden van de Universiteit Hasselt en de ziekenhuizen ZOL en Jessa staan volledig achter deze nieuwe opportuniteit om de geneeskunde en wetenschap in Limburg nog meer en beter op elkaar af te stemmen. Zij hopen dan ook dat de Limburgse artsen, studenten en wetenschappers deze mogelijkheid ten volle zullen aangrijpen om hun kwaliteiten, kennis en didactiek te delen met hun collegae in Vlaanderen.
activiteiten in het Jessa Ziekenhuis. Door de verdere uitbouw van haar huisartspraktijk is deze combinatie niet langer mogelijk. Dr. Bossers zet daarom vanaf begin maart haar activiteiten in het palliatief supportteam van het Jessa Ziekenhuis stop. Het is nog niet bekend wie haar zal vervangen. Dr. Bossers dankt iedereen met wie ze binnen het Jessa Ziekenhuis samenwerkte voor het vertrouwen en de samenwerking.
Een begrip in Vlaanderen Het Tijdschrift voor Geneeskunde is reeds decennia lang een begrip in Vlaanderen. Met een oplage van ca. 7000 exemplaren is het één van de meest gelezen medisch wetenschappelijke periodieken in ons land. Met onderwerpen uit alle medische disciplines richt het zich vooral tot de omnipracticus, maar onder de lezers bevinden zich ook vele specialisten, wetenschappers en andere werkers in de gezondheidszorg. Het tijdschrift verschijnt twee maal per maand, en wordt uitgegeven zowel in geprinte als in elektronische versie. Het tijdschrift werd in 1945 gesticht door de Nederlandstalige Medische Faculteiten in België en hun Alumni-Verenigingen. Initieel werd het ondersteund door de professoren van de faculteiten voor geneeskunde van de Gentse en
MEER INFO Voor meer info over een opname op de palliatieve eenheid: dr. Marc Desmet, tel. 011 28 93 43, e-mail: marc.desmet@jessazh.be.
Leuvense universiteiten en door leden van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde. Later zijn ook de professoren van de Antwerpse en Brusselse universiteiten tot de redactieraad toegetreden, evenals praktiserende artsen uit de algemene en klinische geneeskunde. Onder deze organisatie is het tijdschrift uitgegroeid tot zijn huidige vorm. Nu treden dus ook vertegenwoordigers van UHasselt, ZOL en Jessa toe tot de redactieraad.
JESSALINEA 11
revalidatie
Revalidatiecampus breidt therapie Parkinsonpatiënten uit Op revalidatiecampus St.-Ursula in Herk-de-Stad loopt sinds enkele jaren een multidisciplinair en zeer praktijkgericht oefenprogramma voor Parkinsonpatiënten. Ambulante patiënten vanuit heel Limburg (en verder) leren hier strategieën aan waarmee ze thuis – samen met hun thuistherapeut – verder aan de slag kunnen. Het revalidatiecentrum wil deze therapie voor Parkinsonpatiënten in de nabije toekomst aanvullen met een psychosociaal educatieprogramma.
Opstaan vanuit een stoel of je omdraaien in je
om een intensieve therapie die bestaat uit 10
Met steun van KU Leuven
bed? Het zijn bewegingen die je ‘op automati-
sessies. In iedere sessie komt een ander as-
Vooraleer revalidatiecampus St.-Ursula het
sche piloot’ uitvoert. Voor Parkinsonpatiënten
pect aan bod.” “We bouwen de sessies vanaf
begeleidingsprogramma opstartte, gebeurde
betekenen ze echter vaak een hele opgave
de basis op,” voegt zijn collega Liselot Thijs er-
er heel wat voorbereidend werk. “We werden
waarbij ze sterk moeten nadenken over de
aan toe. “Het is belangrijk dat de patiënt het
daarbij sterk ondersteund vanuit de KU Leu-
volgorde waarin de beweging moet gebeuren.
volledige programma afwerkt.”
ven, met name door prof. Alice Nieuwboer, een autoriteit op het vlak van Parkinsonreva-
Om tegemoet te komen aan de noden van
lidatie,” aldus dr. Vander Plaetse. “Bovendien
deze patiënten, werkte een multidisciplinair team van revalidatieartsen, kinesitherapeu-
Aanvullende therapie
hadden we zelf al mensen met ervaring in
ten, ergotherapeuten en logopedisten op
“Het is niet de bedoeling om de therapie die
huis zoals de kinesisten Lien Billiet, die op dat
campus St.-Ursula enkele jaren geleden een
deze patiënten in hun thuissituatie krijgen, te
ogenblik nog deeltijds in Leuven werkte, en
begeleidingsprogramma uit.
vervangen,” benadrukt revalidatiearts dr. Maai-
Maarten Bossuyt, die in Zwitserland ervaring
ken Vander Plaetse. “We willen net aanvullend
opdeed met Parkinsonpatiënten. Intussen zijn
werken en de patiënten, hun familie en hun
er vanuit de KU Leuven plannen om samen
10 sessies
therapeuten op weg helpen. Iedere patiënt
met een aantal centra een Parkinsonnetwerk
“Het oefenprogramma is sterk praktijkgericht,”
krijgt een individuele begeleiding. We starten
uit te bouwen. “Vanuit onze revalidatiecampus
vertelt kinesist Maarten Bossuyt. “We leren er
telkens met 5 tot 8 patiënten die gelijktijdig
volgt ergotherapeute Sanne Bogaerts dit op.”
de patiënten strategieën rond bv. bedmobili-
de 10 sessies doorlopen. Zo kunnen ze samen
teit, en reiken hen praktische tips aan zodat
met lotgenoten naar een doel toe werken. Dat
ze thuis beter kunnen functioneren. Het gaat
maakt het vaak wat gemakkelijker.”
Doorverwijzing Het therapieaanbod voor Parkinsonpatiënten in Vlaanderen is vrij beperkt. Centra die er ge-
Sterke punten bestaande oefenprogramma • Multidisciplinaire begeleiding door revalidatieartsen, kinesisten, ergotherapeuten en logopedisten • Screening door arts en therapeut om zicht te krijgen op niveau van functioneren en motivatie van de patiënt
structureerd rond werken zijn er onder andere in Leuven, Gent, Oostende, Turnhout, ... en dus ook Herk-de-Stad. Dr. Vander Plaetse: “De meeste doorverwijzingen komen van neurologen. Medicamenteuze behandeling en opvol-
• Individuele begeleiding, samen met lotgenoten
ging door de eigen neuroloog blijft immers de
• Het begeleidingsprogramma bestaat niet alleen uit oefeningen,
basisbehandeling van de Parkinsonpatiënt.
maar wordt aangevuld met praktische tips en allerhande informatie
Maar ook huisartsen kunnen uiteraard men-
die de patiënt nu of later in zijn ziekteproces helpt
sen doorverwijzen naar onze Parkinsonraad-
• 10 sessies waarbij elke sessie op één aspect toegespitst is
pleging. Uniek in ons programma is dat we
• Het begeleidingsprogramma krijgt op termijn uitbreiding met
de patiënten eerst screenen om een goed
een psychosociaal educatieprogramma, waarin ook psychologen
zicht te krijgen op hun niveau van functione-
betrokken worden
ren en hun motivatie. Tijdens de Parkinson-
12 JESSALINEA
Het Parkinsonteam vlnr: dr. Veronik Slachmuylders (revalidatiearts), Maarten Bossuyt, Lien Billiet en Liselot Thijs (kinesitherapeuten), Sanne Bogaerts (ergotherapeute) en dr. Maaiken Vander Plaetse (revalidatiearts). Ontbreekt op de foto: Louisette Raymaekers (logopediste).
raadpleging bekijken mijn collega dr. Veronik
dr. Vander Plaetse in het Atrium MC Parkstad
beperkingen – en frustraties - die de ziekte
Slachmuylders of ikzelf samen met een van
terecht en slaagde erin deze experten naar
van Parkinson meebrengen.”
de therapeuten wat de mogelijkheden van
Herk-de-Stad te halen voor een eendaagse
de patiënt zijn en of het Parkinsonprogramma
cursus ‘train de trainers – educatieprogramma
geschikt is voor deze patiënt. Zowel de ver-
voor Parkinsonpatiënten’ (zie kadertje).
Eigen programma ontwikkelen
wijzende neuroloog als de huisarts krijgt ach-
Het multidisciplinair team wil nu verder be-
teraf een uitgebreid functioneel bilan.”
kijken hoe ze het geleerde naar de praktijk
Positieve benadering
kunnen vertalen. Liselot Thijs: “In het oor-
Maar wat houdt zo’n psychosociaal educa-
spronkelijke programma zitten 7 thema’s, die
Psychosociaal educatieprogramma
tieprogramma eigenlijk in? Maarten Bossuyt:
wekelijks aan bod komen. Het programma is
“Naast het oefenprogramma organiseren we
“Omgaan met angst en depressie, het zien
er opgesplitst in een patiëntengroep en een
ook infosessies voor partners en hun familie.
van de positieve dingen in het dagelijkse
mantelzorggroep. De accenten in beide groe-
Deze zijn eerder medisch gericht maar belich-
leven, omgaan met de ziekte, belichten wat
pen kunnen anders liggen. Het is ook de be-
ten ook aspecten zoals woningaanpassing,
nog wel kan, sociale steun krijgen, ... het zijn
doeling dat patiënten ‘huiswerk’ meekrijgen,
hulpmiddelen e.d.,” vertelt kinesitherapeute
allemaal aspecten die in dit programma aan
punten waaraan ze thuis moeten werken.”
Lien Billiet. “Patiënt en partner krijgen al heel
bod kunnen komen. Het is de bedoeling ook
“We gaan nu kijken hoe we hier in huis een
wat informatie om hen in de ziekte te bege-
de psychologen bij dit project te betrekken. Zo
eigen
leiden, maar we voelen toch de nood aan nog
bundelen we hun expertise in psychologische
ontwikkelen, volledig op maat van onze pa-
meer begeleiding. Parkinson is een chronisch
begeleiding met onze grondige kennis van de
tiënten,” besluit dr. Vander Plaetse.
psycho-educatieprogramma
kunnen
progressieve, sterk stressgebonden ziekte. Door in te spelen op de psychosociale aspecten die bij deze ziekte komen kijken, verbetert de kwaliteit van leven zowel bij de patiënt als bij de partner.”
Grote interesse voor cursus Op 1 februari organiseerde campus St.-Ursula in samenwerking met KU Leuven en Atrium Medisch Centrum Parkstad een dagopleiding ‘train de trainers – educatiepro-
Expertise uit Nederland En dus ging het multidisciplinaire team op zoek naar een geschikte basis om een dergelijk programma uit te bouwen. Dr. Vander Plaetse ging de mosterd hiervoor in Nederland halen. “Daar bestaan al dergelijke programma’s en zijn er ook netwerken voor therapeuten die sterk begaan zijn met de zorg
gramma voor Parkinsonpatiënten. Dit programma - gebaseerd op een programma opgezet in Europees verband - bestaat uit educatief materiaal voor gebruik tijdens groepstraining. Het educatieprogramma wil de kwaliteit van leven verhogen, zowel bij patiënt als partner. Tijdens de cursus leerden de zorgverstrekkers zelfstandig een educatieprogramma voor Parkinsonpatiënten geven. De docenten waren een revalidatiearts, een Parkinsonverpleegkundige, een ergotherapeut, een kinesitherapeut en een psycholoog van het Atrium MC Parkstad. De deelnemers waren artsen, kinesitherapeuten en ergotherapeuten vanuit heel Vlaanderen.
voor Parkinsonpatiënten.” Uiteindelijk kwam
JESSALINEA 13
Het biobankteam: dr. Loes Linsen, Tine Vanbinst, prof. dr. Jean-Luc Rummens, Caroline Motmans en Merle Meus.
Universitaire Biobank Limburg wint posterprijs op internationaal biobankcongres Het belang van staalkwaliteit voor onderzoek Het onderzoek van de Universitaire Biobank Limburg (UBiLim), voorgesteld door dr. Loes Linsen, wetenschappelijk medewerker en biobankmanager van het Jessa Ziekenhuis, werd op de jaarlijkse meeting van de European, Middle Eastern & African Society for Biopreservation & Biobanking (Granada, Spanje) bekroond met de posterprijs in de
gebundeld in het Limburg Clinical Research Program, te ondersteunen. De kernactiviteit situeert zich in het Jessa Ziekenhuis en wordt geleid door prof. dr. Jean-Luc Rummens. De depots van ZOL en UHasselt worden beheerd door respectievelijk prof. dr. Joris Penders en prof. dr. Veerle Somers.
categorie Biospecimen Research. Tevens werd het werk geselecteerd voor een mondelinge presentatie. In dit onderzoek werd het effect van de invriesvorm van witte bloedcellen nagegaan. Hieruit bleek dat
Kwaliteitsvol biobanken: nonsens in is nonsens uit Net zoals haar inrichtende partners draagt
de invriesvorm een drastische impact heeft op de resultaten van de
UBiLim kwaliteit hoog in het vaandel. De kwa-
analyses uitgevoerd op deze cellen. Bovendien kan ze zelfs leiden tot
dere factoren. Enerzijds wordt deze bepaald
liteit van een biobank is afhankelijk van meer-
foutieve bevindingen door introductie van onderzoeks-ongerelateer-
door de kwalificaties van het personeel en de
de afwijkingen in de stalen.
deze gegarandeerd door de inplanting van de
aanwezige faciliteiten. Binnen UBiLim worden biobankactiviteiten in de ISO-geaccrediteerde laboratoria. Anderzijds speelt ook de kwali-
In een biobank wordt lichaamsmateriaal
beschikbaarheid van materiaal in een biobank
teit van de studieprojecten een rol. Een on-
(zoals bloed, tumorweefsel of urine,…) van
kan de duur van een wetenschappelijk on-
doordachte studieopzet kan ertoe leiden dat
welbepaalde patiënten en gezonde contro-
derzoek drastisch verkorten en de conclusies
ongepaste populaties worden geïncludeerd,
les bewaard, samen met demografische en
versterken. Studies die op gegevens uit een
waardoor de bewaarde stalen niet bruikbaar
klinische gegevens over de donor. Het mate-
biobank gebaseerd zijn, kunnen zo sneller een
zijn voor het correct beantwoorden van de
riaal dient voor wetenschappelijk onderzoek
waardevolle bijdrage leveren aan de gezond-
vooropgestelde onderzoeksvraag. Alterna-
en draagt bij tot een betere diagnose- en/of
heidszorg. De Universitaire Biobank Limburg
tief kunnen stalen worden verspild omdat de
prognosestelling, tot een dieper inzicht in de
(UBiLim) is een samenwerking tussen het Zie-
verkeerde conclusies worden getrokken uit de
ziekteprocessen en tot de ontwikkeling van
kenhuis Oost-Limburg (ZOL), de Universiteit
behaalde resultaten (zie pagina 15 onderaan).
efficiëntere therapieën. De bewaring gebeurt
Hasselt en het Jessa Ziekenhuis. Deze over-
Om zulke situaties te voorkomen, evalueert
met strikt respect voor de privacy van de do-
koepelende biobank werd in 2009 opgericht
de Wetenschappelijke Raad van UBiLim de
nor en volgens de Belgische wetgeving. De
om het groeiend translationeel onderzoek,
studieprojecten voor ze van start gaan. Last
14 JESSALINEA
biobank
De Universitaire Biobank Limburg wordt gesteund door de stichting Limburg Sterk Merk (LSM).
but not least is de staalkwaliteit van elemen-
lende invriesvormen of termijnen. De kwali-
meeting van de European, Middle Eastern &
tair belang. Meerdere veelbelovende biomar-
teit van het RNA daarentegen was afhankelijk
African Society for Biopreservation & Bioban-
kers konden niet worden bevestigd in grotere
van de bewaarvorm en –termijn. De resultaten
king in Granada, Spanje. De relevantie van dit
staalverzamelingen omdat in de initiële ana-
variëerden van sterk afgebroken of gedegra-
werk wordt onderstreept door de selectie voor
lyse de controle en patiëntenstalen van ver-
deerd RNA tot RNA van uitstekende kwaliteit.
mondelinge toelichting, maar bovenal door de
schillende kwaliteit bleken te zijn. Als één van
Hoewel het gedegradeerde RNA kon worden
posterprijs die werd toegekend in de catego-
zijn hoofddoelstellingen doet UBiLim daarom
gebruikt voor expressieanalyses, resulteer-
rie Biospecimen Research. Als kenniscentrum
in zijn kernfaciliteit van het Jessa ziekenhuis
de het in aberrante hoge expressieniveaus
willen we echter vooral ook de onderzoekers
onderzoek naar factoren die een effect kun-
in vergelijking met eenzelfde hoeveelheid
ervan bewust maken dat de kwaliteit van het
nen hebben op deze staalkwaliteit.
hoogkwalitatief RNA. Deze resultaten geven
bronmateriaal voor hun studie de uiteinde-
duidelijk aan dat de invriesvorm van een staal
lijke resultaten rechtstreeks zal beïnvloeden
een significante impact heeft op de analyses
en mogelijk doen afwijken. UBiLim beoogt
uitgevoerd na bewaring van dit staal.
daarom het onderzoek naar parameters met
De impact van staalkwaliteit De levensloop van een staal wordt opge-
een invloed op de staalkwaliteit verder te
deeld in een pre-analytische fase, een op-
zetten om zo de kwaliteit van translationeel
slag fase en een post-analytische fase. Het
Besluit
en klinisch onderzoek te verhogen en dus in-
werk waarvoor de posterprijs werd ontvan-
Deze onderzoeksbevindingen werden begin
direct bij te dragen aan de vooruitgang van de
gen, concentreert zich op de pre-analytische
november 2012 voorgesteld op de jaarlijkse
gezondheidszorg.
fase. Deze omvat alle omstandigheden en behandelingen alvorens een staal kan opgeslagen worden, zoals onder andere de koude ischemietijd, de verwerkingsprocedure, of de vorm van bewaring. In dit onderzoek werd de beste invriesvorm van witte bloedcellen
Bad Science: de wetenschapper die kikkers onderzoekt.
bepaald, die het grootste bereik aan verdere
Hij roept “Spring” naar de kikker en de kikker springt een meter ver.
downstream toepassingen toelaat. In eerste
Dan snijdt hij een poot af, roept “Spring” en de kikker springt een halve meter ver.
instantie werd gefocust op de kwaliteit van
Dan snijdt hij een andere poot af, roept “Spring” en de kikker springt een kwart
DNA en RNA geëxtraheerd uit witte bloedcel-
meter ver.
len, als buffy coat, celpellet of celsuspensie
Dan snijdt hij een derde poot af, roept “Spring” en de kikker springt niet. Hij roept
ingevroren voor korte en middellange termijn.
opnieuw “Spring” en de kikker springt nog steeds niet.
Uit de resultaten bleek dat de kwaliteit van
“Aha,” zegt de wetenschapper “Ziedaar mijn resultaat!” en hij schrijft zorgvuldig
het DNA niet werd beïnvloed door de verschil-
neer: “Wanneer drie poten verwijderd zijn, wordt een kikker doof.”
JESSALINEA 15
Vlnr: prof. dr. Marc Hendrikx, prof. dr. Jean-Luc Rummens, Annick Daniëls, dr. Karen Hensen, Leen Willems, Severina Windmolders, dr. Remco Koninckx, Yanick Fanton en dr. Boris Robic
Onderzoekers Jessa Ziekenhuis identificeren Onderzoekers van het Jessa Ziekenhuis zijn erin geslaagd om een nieuw stamceltype te isoleren uit het menselijk hart. Dat opent nieuwe perspectieven voor de toepassing van stamceltherapie na een hartinfarct. De bevindingen van het onderzoeksteam zijn gepubliceerd in het internationaal gerenommeerde tijdschrift Cardiovascular Research.
weefselregeneratie te bereiken (ref. 2). Bovendien zijn er steeds meer aanwijzingen dat getransplanteerde cellen paracriene factoren (cytokines en groeifactoren) vrijzetten die het genezingsproces begunstigen o.a. door het aantrekken van stamcellen. De positieve effecten die in de eerste klinische studie werden beschreven (ref. 1) zijn dus niet toe te schrijven aan veranderingen op celniveau, doch mogelijk wel aan factoren die werden afgescheiden door de ingespoten beenmergcellen. Daarnaast heeft het aanwezige litte-
Het onderzoek van het Jessa Ziekenhuis ka-
Wereldwijd lopen verschillende studies waar-
kenweefsel nog steeds een inhiberend effect
dert binnen de cluster cardiologie van het
bij men na een hartinfarct stamcellen in de
op het functioneel herstel.
Limburg Clinical Research Program, een initia-
hartspier tracht te brengen om zo de groei
tief van de UHasselt, het Jessa Ziekenhuis en
van nieuw hartspierweefsel te bevorderen.
het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL), dat mede
Ook in ons ziekenhuis is men al meer dan 10
Voorgeprogrammeerd
gefinancierd wordt vanuit de Stichting Lim-
jaar actief in dit onderzoeksdomein.
Ondertussen werd met de ontdekking van
burg Sterk Merk (LSM).
Zo werd in 2004-2006 in ons ziekenhuis een
stamcellen die in het hart zelf aanwezig zijn,
klinische studie uitgevoerd die uitwees dat
het paradigma van het hart als post-mitotisch
het rechtstreeks inspuiten in het hartspier-
orgaan verworpen in de literatuur. Deze hart-
Levenskwaliteit
weefsel (ook wel intramyocardiale injectie
stamcellen zijn mogelijk beter geschikt voor
Bij een hartinfarct loopt het hart altijd onher-
genoemd) van de mononucleaire celfractie uit
cardiaal herstel omdat ze al ‘voorgeprogram-
stelbare schade op. De bloeddoorstroming
het beenmerg, resulteerde in een verbetering
meerd’ zijn om tot effectief werkende hart-
in de kransslagader blokkeert, waardoor de
van de regionale, maar niet van de globale
spiercellen uit te groeien.
hartspier onvoldoende zuurstof krijgt en het
pompfunctie van het hart (ref. 1). De keuze
Uit internationaal onderzoek is de aanwezig-
spierweefsel afsterft. Als gevolg daarvan ver-
voor beenmergstamcellen was destijds ge-
heid van twee belangrijke typen van humane
mindert de pompfunctie en stijgt de kans op
baseerd op talrijke internationale studies die
hartstamcellen aangetoond, namelijk c-kit
hartfalen. De huidige behandelingen, zowel
het potentieel van dat celtype in de cardiale
positieve cellen en CDCs. “Wij hebben de mo-
farmacologische therapieën als chirurgische
setting beschreven. Uitgebreider onderzoek
gelijkheden van die celtypes uitgebreid on-
interventies, verbeteren de overlevingskan-
door onze onderzoeksgroep toonde echter
derzocht. En inderdaad, die hartstamcellen
sen en de levenskwaliteit van de patiënt op
aan dat beenmergstamcellen slechts een be-
bezitten een beter myocardiaal differentiatie-
korte termijn, maar kunnen het verloren weef-
perkte capaciteit bezitten om uit te groeien
potentieel ten opzichte van beenmergstam-
sel niet vervangen en dragen dus niet bij tot
tot functionele cardiomyocyten en dus niet
cellen (ref. 3). Maar de eigenschappen van die
functioneel herstel op lange termijn.
in staat zijn om de verhoopte myocardiale
cellen of de isolatietechnieken om die cellen
16 JESSALINEA
dossier
Reactie van prof. dr. Pedro Brugada in Het Nieuwsblad “De bevindingen van het Hasseltse onderzoek worden gepubliceerd in het tijdschrift Cardiovascular Research (ref. 4). Dat is een sterke garantie voor de kwaliteit van het onderzoek”, zegt topcardioloog Pedro Brugada, verbonden aan het UZ Brussel. “Een team van experts stelt echt wel strenge eisen aan zo'n publicatie. Minder dan 20 procent van alle voorgestelde artikels wordt gepubliceerd. Deze doorbraak is dus fantastisch voor Hasselt. Het had nog geen internationale faam, maar nu staat het bij de wereldtop. Wereldwijd zoekt men al jaren naar stamcellen die zich kunnen nestelen in het hart. Dit is een belangrijke stap in de goede richting.”
nieuw type hartstamcel te bekomen, beperken de toepassingsmoge-
eerder bekende types. De CASC laat zich
hartstamcellen komen dan in het verleden.
lijkheden om een belangrijke bijdrage te kun-
makkelijker isoleren en is vlot op te kweken
Ook de kwaliteit is beter omdat de celpopula-
nen leveren aan het herstel van beschadigd
in het laboratorium. Daardoor kan men veilig
tie die men isoleert homogeen is en enkel uit
hartspierweefsel na een hartinfarct,” leggen
en sneller tot grotere hoeveelheden bruikbare
levende stamcellen bestaat.
prof. dr. Jean-Luc Rummens en prof. dr. Marc Hendrikx (Jessa, UHasselt) uit. “Het zijn bovendien erg arbeidsintensieve isolatiemethodes waarbij we niet altijd een zuivere stamcelpopulatie bekomen.”
Nieuw type hartstamcel Het onderzoeksteam van ons ziekenhuis zocht en vond een nieuwe manier om stamcellen uit het hart te isoleren. “Dat gebeurt
Het minipig model
op basis van enzymatische activiteit van de
Momenteel wordt in ons ziekenhuis de in vivo differentiatie van en het functio-
cellen. Die techniek maakt het makkelijker
neel cardiaal herstel door de CASCs bestudeerd in een minipig infarctmodel, ont-
om stamcellen te isoleren, op te kweken en
wikkeld door prof. dr. Marc Hendrikx en dr. Boris Robic van de dienst cardiotho-
te transplanteren,” aldus dr. Karen Hensen en
racale heelkunde. De anesthesisten dr. Jasperina Dubois en dr. Luc Jamaer zijn
dr. Remco Koninckx (Jessa, UHasselt). “Dankzij
betrokken bij alle chirurgische ingrepen. Dr. Eric Bijnens en verpleegkundige Nic
de toepassing van de nieuwe techniek heb-
Heuts van de dienst medische beeldvorming zijn verantwoordelijk voor de beeld-
ben we een type hartstamcel geïdentificeerd
vormingstechnieken (MRI, Fluoroscopie) en de analyse van de bekomen data die
dat nog niet beschreven was: de cardiale
gebruikt worden om de functionaliteit van het hart te onderzoeken.
atrium stamcel (CASC). De CASCs hebben een
Prof. dr. Marc Hendrikx: “We hebben gekozen voor de adulte Göttingen minipig als
meer uitgesproken myocardiaal differentia-
proefdiermodel omwille van de hoge graad van overeenkomst tussen het cardio-
tiepotentieel dan de reeds beschreven car-
vasculair systeem van varkens en mensen. Daardoor worden er meer klinisch re-
diale stamcellen. Onderzoeken bewijzen dat
levante resultaten bekomen die de extrapolatie van het diermodel naar humane
er functionele en fenotypische verschillen
toepassingen vereenvoudigen.”
zijn en dat het dus wel degelijk om een nieu-
Dr. Remco Koninckx: “Minipigs zijn uiterst geschikt omdat ze, in vergelijking met
we celpopulatie gaat.” (ref. 4)
gewone varkens, relatief klein en gemakkelijk hanteerbaar zijn voor verzorging en functionele analyses. Daarnaast neemt bij deze varkens de hartmassa niet meer toe, wat post-operatieve analyse vereenvoudigt en betrouwbaarder maakt.”
Grote doorbraak
De resultaten zijn alvast veelbelovend. Het hartspierweefsel herstelt zich goed
Het nieuwe type stamcel heeft enkele be-
bij de minipigs, de hartspier trekt nadien beter samen en de varkensharten func-
langrijke voordelen in vergelijking met de
tioneren bijna net zo goed als vóór het infarct.
JESSALINEA 17
Uit laboratoriumonderzoek en onderzoek met
cellen uitsluiten,” licht dr. Karen Hensen toe.
proefdieren, uitgevoerd in het Jessa Zieken-
Aan deze doorbraak gingen vele jaren onder-
huis en aan de UHasselt, blijkt intussen dat
zoek vooraf. Vier doctoraatsstudenten uit de
de stamcellen effectief kunnen uitgroeien tot
Volgende stap
onderzoeksgroep lichten hun bijdrage aan het
functionele hartspiercellen. Die bevindingen
Prof. dr. Marc Hendrikx en dr. Remco Koninckx:
onderzoek toe en blikken vooruit naar de toe-
zijn gepubliceerd in het tijdschrift Cardiovas-
“Zowel bij mensen als dieren is het nieuwe
komst van hartstamceltherapie. Ze zoeken elk
cular Research (ref. 4). Voor dit onderzoek
type hartstamcel aanwezig. Toen we dat
vanuit hun eigen achtergrond naar oplossin-
werd samengewerkt met de KU Leuven en de
ontdekten, hebben we in het laboratorium
gen voor de knelpunten die er momenteel nog
‘University of Health Sciences’ van Kaunas,
experimentele hematologie zowel de CASCs
zijn om zo het totaalproces te optimaliseren.
Litouwen. “We hopen dat we op termijn die
van dieren als die van mensen proberen op te
stamcellen kunnen injecteren bij patiënten
kweken. Met succes: we zijn nu in staat om
na een hartinfarct en zo hun beschadigd hart
een klinisch relevant celaantal te verkrijgen
herstellen,” aldus prof. dr. Jean-Luc Rummens.
zonder verlies van de stamceleigenschappen. len terug te plaatsen bij proefdieren die een
Doctoraatsstudente Severina Windmolders vervoegde het team
Methodiek
infarct hadden doorgemaakt. Momenteel is al-
in 2009. Na het behalen van haar IWT-
“CASCs vertonen een hoge aldehydedehy-
les klaar om die proefdierstudie verder uit te
beurs startte zij haar PhD (doctoraatspro-
drogenase (ALDH) activiteit. Die eigenschap
breiden.” Als dit pre-klinisch onderzoek gun-
ject). De eerste twee jaar bestudeerde
wenden we aan om de cellen te isoleren uit
stig evolueert, volgen de testen bij de mens.
zij het groeipotentieel, de differentiatie-
de weefselfragmenten. Het Aldefluor reagens,
“Wij hopen dat CASCs ook bij de mens terug
mogelijkheden en de verouderingspro-
een niet-toxisch substraat voor ALDH, diffun-
hartspierweefsel aanmaken. Bij alle infarcten
cessen van de cardiale stamcellen. De
deert doorheen de membraan van de cellen en
gaat er immers hartspierweefsel verloren; de
resultaten waren positief: de stamcellen
wordt vervolgens door ALDH omgezet in een
stamceltherapie is dus breed toepasbaar.”
kunnen veelvuldig opgekweekt worden
Vervolgens zijn we er in geslaagd om die cel-
fluorescent reactieproduct dat we flowcyto-
zonder hun stamceleigenschappen en
metrisch meten. Het voordeel is dat enkel leef-
Het volledige onderzoeksteam telt vier stafle-
differentiatiecapaciteit naar cardiomyo-
bare cellen met voldoende stamcelcapaciteit
den (arts-specialisten en post-doctorandi) van
cyten te verliezen. Verder werkte ze met
geïsoleerd worden en dat er geen antigen-an-
het Jessa Ziekenhuis en de UHasselt, één we-
de rest van het team mee aan de opstart
tilichaam binding vereist is, waardoor we mo-
tenschappelijk assistent en vier doctoraats-
van de minipig-studie.
gelijke invloeden op de genexpressie van de
studenten.
Sinds 2011 focust Severina zich meer
Reactie van prof. dr. Piet Stinissen, UHasselt "De nieuwe internationale doorbraak in het stamcelonderzoek is ook een stevige opsteker voor het Limburg Clinical Research Program (LCRP), het ambitieuze onderzoeksprogramma dat met steun van LSM door de UHasselt, het Jessa Ziekenhuis en het Ziekenhuis Oost-Limburg wordt uitgebouwd om het medisch wetenschappelijk onderzoek in Limburg gevoelig te versterken. In totaal wordt er ingezet op zes medische clusters: cardiologie, oncologie, infectieziekten, anesthesie (met link naar neuro), fertiliteit en obesitas. Vandaag zijn er al bijna 20 doctoraatsstudenten actief in dit onderzoeksprogramma. Vanuit het LCRP werd recent een Mobile Health Unit opgestart (telemonitoring) en er wordt intensief samengewerkt met de Limburgse biobank (UbiLim). Het LCRP werd nauwelijks drie jaar geleden gestart maar bewijst nu al haar toegevoegde waarde voor het medisch onderzoek in Limburg, getuige daarvan deze toppublicatie van het Jessa team. Die snelle successen zijn een gevolg van het verder bouwen op stevige fundamenten die de afgelopen jaren werden gelegd in Jessa en ZOL. Zij hebben immers reeds jarenlang hoogstaand onderzoek uitgebouwd in specifieke disciplines.”
Referenties 1. Hendrikx M, Hensen K, Clijsters C, Jongen H, Koninckx R, Bijnens E, Ingels M, Jacobs A, Geukens R, Dendale P, Vijgen J, Dilling D, Steels P, Mees U, Rummens JL.. Restoration of regional contractile function through stem cell transfer by direct intramyocardial injection; results from a randomised controlled clinical trial. Circulation, 2006, 114 (1suppl): 101-107 2. Koninckx R, Hensen K, Daniëls A, Moreels M, Lambrichts I, Jongen H, Clijsters C, Mees U, Steels P, Hendrikx M, Rummens JL. Human bone marrow stem cells co-cultured with neonatal rat cardiomyocytes display limited cardiomyogenic plasticity. Cytotherapy. 2009 22:1-15. 3. Koninckx R, Daniëls A, Windmolders S, Carlotti F, Mees U, Steels P, Rummens JL, Hendrikx M, Hensen K. Mesenchymal Stem cells or cardiac progenitors for cardiac repair? A comparative study. Cell Mol Life Sci. 2011 Jun;68(12):2141-56. 4. Koninckx R, Daniëls A, Windmolders S, Mees U, Macianskiene R, Mubagwa K, Steels P, Jamaer L, Dubois J, Robic B, Hendrikx M, Rummens JL, Hensen K. The cardiac atrial appendage stem cell: a new and promising candidate for myocardial repair. Cardiovasc Res. 2013 Mar 1; 97(3):413-23.
18 JESSALINEA
dossier
Severina Windmolders doctoraatsstudente
Yanick Fanton doctoraatsstudente
Leen Willems doctoraatsstudente
dr. Boris Robic
Annick Daniëls wetenschappelijk assistent
op de paracriene effecten van mesenchy-
rakterisatie van de CASCs, want als de CASCs
fect heeft. MicroRNA's zijn een vorm van
male stamcellen afkomstig uit het beenmerg.
alle celtypes van het hart kunnen vormen,
niet-coderend RNA dat de eiwitexpressie van
Die stamcellen zetten namelijk stoffen vrij
wijst dat op het multipotente karakter van die
specifieke genen beïnvloedt. Via activatie
die een gunstige invloed uitoefenen op het
stamcellen. Yanick zal de vorming van bloed-
van specifieke processen zou het zo de CASCs
cardiaal weefsel na een hartinfarct. De ma-
vaten staven in het minipig model, waarbij
kunnen beschermen tegen ischemie of de cel-
nier waarop dat gebeurt, is echter nog niet
men na een infarct CASCs inspuit.
len mobiliseren naar de plaats van het infarct.
gekend. Een mogelijke hypothese is dat die
Als tweede punt onderzoekt Yanick hoe we
Tot slot gaat Leen na welke mechanismen een
factoren (ook wel eens het geconditioneerd
de stamcellen kunnen wapenen tegen de on-
rol spelen bij de proliferatie, zelfvernieuwing
medium genoemd) in staat zijn de residente
gunstige omgeving in een hart na een infarct.
en differentiatie van de CASCs. Hierbij zal ze
cardiale stamcellen, aanwezig in het hart, te
Wanneer men stamcellen transplanteert ko-
onderzoeken of het evenwicht tussen deze
mobiliseren naar de plaats van schade. Se-
men deze normaliter in de borderzone terecht,
processen zodanig gestimuleerd en geregeld
verina heeft daarom een 3D-collageen assay
het gebied tussen het dood infarctweefsel en
kan worden dat het lokaal herstelmechanisme
in het lab geïmplementeerd waarbij ze cardi-
de gezonde hartspiercellen.
van het hart in staat is tot voldoende weefsel-
ale weefselfragmenten in een collageen gel
Dat gebied is echter zuurstofarm en er zijn bij-
herstel. Indien we daarin slagen, zou het pro-
brengt en blootstelt aan het geconditioneerd
na geen voedingsstoffen aanwezig, wat een
ces van celisolatie, proliferatie in het labora-
medium. De resultaten van deze assays tonen
negatief effect heeft op de overleving, de in-
torium en transplantatie misschien vermeden
aan dat mesenchymale stamcellen effectief
corporatie en de differentiatie van de stamcel-
kunnen worden.
factoren vrijzetten die migratie/mobilisatie
len. Met dit deel van het onderzoek hopen we
van cardiale stamcellen kunnen teweegbren-
de efficiëntiegraad van de therapie aanzienlijk
gen. Severina tracht nu de specifieke facto-
te verhogen. Voor dit onderzoeksproject be-
Dr. Boris Robic vatte zijn doctoraat in au-
ren die in dat migratieproces een belangrijke
haalde Yanick een mandaat via het Bijzonder
gustus 2012 aan. Hij werkte drie jaar lang als
rol spelen te identificeren en de moleculaire
Onderzoeksfonds van de Universiteit Hasselt.
hartchirurg in het universiteitsziekenhuis in
mechanismen die erachter schuilen te ontra-
zijn thuisland Slovenië. Prof. dr. Marc Hendrickx
felen. Een wetenschappelijk artikel met meer
nodigde hem uit om als chirurgisch assistent Nadat doctoraatsstudente Leen Willems met succes haar doctoraatsproject
het onderzoeksteam te versterken. Dr. Boris
verdedigde voor het IWT, vervoegde zij in ja-
waarbij hij instaat voor de chirurgische ingre-
Doctoraatsstudente Yanick Fanton studeerde in juni 2012 af als Master in
nuari 2013 het onderzoeksteam. Leen spitst
pen en via de EKG de ritmestoornissen bij mi-
zich onder andere toe op het fibrotisch proces
nipigs met getransplanteerde CASCs opvolgt.
de Biomedische Wetenschappen en wijdde
na een infarct waarbij het verloren hartspier-
haar thesis aan de angiogene of bloedvat-
weefsel vervangen wordt door dens-niet-
vormende eigenschappen van verschillende
contractiel littekenweefsel. Dat resulteert in
Een andere belangrijke spil en vaste waarde
stamcelpopulaties uit de tand. Bijgevolg
een verlies van hartfunctie, de inhibitie van
in het onderzoek is wetenschappelijk
spitst zij zich binnen de onderzoeksgroep toe
myocardiaal herstel en de ontwikkeling van
assistent Annick Daniëls. Zij speelt
op het potentieel van de CASCs om na een
hartfalen. Met dit deel van het onderzoek wil
een centrale rol in de onderzoeksgroep. Ze
hartaanval revascularisatie (bloedvatherstel)
Leen nagaan hoe we dat proces van litteken-
helpt en denkt mee over de invalshoeken van
teweeg te brengen in het infarctgebied. Het
vorming kunnen onderdrukken.
de verschillende experimenten, vult de ont-
hartspierweefsel is sterk doorbloed, herstel
Daarnaast gaat zij dieper in op de paracriene
brekende stukken aan en heeft zich gespe-
van de bloedtoevoer is dus een belangrijk as-
mechanismen die reeds gedeeltelijk zijn
cialiseerd in het op punt stellen van moeilijke
pect voor het functioneel herstel van het hart.
blootgelegd door Severina. Hierbij zal Leen
technieken, zoals de southern- en western
Yanick gaat dan ook na of we de CASCs kun-
onderzoeken of het geconditioneerd medium
blotting. Daarnaast staat Annick in voor alles
nen omvormen tot endotheelcellen en gladde
van beenmerg mesenchymale stamcellen
wat vooraf gaat aan het labellen van cellen,
spiercellen, de hoofdceltypes aanwezig in een
het microRNA expressiepatroon in de CASCs
zorgt ze voor de validaties van de toestellen
bloedvat. Dat zou bijdragen aan de verdere ka-
verandert en op welke processen dit een ef-
en allerhande experimenten.
informatie hieromtrent zit in de pipeline.
Robic is vooral betrokken bij het minipig model,
JESSALINEA 19
Symposium Universele gehoorscreening van neonati in Limburg: state of the art Aanpak, opvang en resultaten bij verwijzing van pasgeborenen met aangeboren gehoorstoornissen
In april 2012 organiseerde de dienst NKO voor Kind & Gezin het symposium ‘Universele gehoorscreening van neonati in Limburg: state of the art’. In de vorige edities kon u al enkele (verkorte) voordrachten uit dit symposium lezen. Vandaag brengt dr. Sebastien Janssens de Varebeke u het slotartikel uit deze reeks.
dr. Sebastien Janssens de Varebeke, NKO-arts
In de Westerse landen wordt de prevalentie
Vroegtijdige aanpak belangrijk
van een aangeboren tweezijdig gehoorver-
Een vroegtijdige identificatie van de pas-
lies van 35-40 dB HL of meer geschat rond
geborenen met deze gehoorstoornissen is
1 à 2 per duizend levende pasgeborenen.
uitermate belangrijk omdat een vroegtijdige
Dit cijfer is tien maal belangrijker binnen de
aanpak in belangrijke mate bijdraagt tot de
populatie van pasgeborenen die verblijven
verbetering van de ontwikkeling van deze
in neonatologische intensieve zorgen (NICU).
slechthorende pasgeborenen. Dit heeft voor
Dit betekent dat er per jaar in België tussen
een zeer groot deel te maken met de plastici-
100 en 120 kinderen met gehoorstoornissen
teit van de hersenen op auditieve (en andere)
geboren worden, waarvan tussen 60 en 80 in
prikkels. Deze plasticiteit wordt optimaal be-
Vlaanderen, afhankelijk van het geboortecij-
nut dankzij vroegtijdige en optimale prikke-
fer van datzelfde jaar. Figuur 1 Legende:
Wachttijd eerste contact met dienst ORL na verwijzing door Kind & Gezin (weken) 12
12
percentiel 1 hoogste laagste percentiel 3
12
8 6
mediaan = 1,1 week 20 JESSALINEA
0,1
2,05
2 1
1,8
1,675 0,7
1
0
0
0
0
0,425
0 12/12/2012
0
2 1
12/12/2011
0
1,15 0,2
3,1
12/12/2010
0,3
0,7 0,2
3,3
12/12/2009
0
3,3
12/12/2008
0,5
3,5
12/12/2007
0
3,9
2,1
12/12/2006
0,4 0,2
1,6 0,5 0,5
2,2 1,625
12/12/2005
0,4 0,1
1,5
3
2,8
12/12/2004
0,45 0,1
1,7
12/12/2002
0,55
1,7
12/12/2001
1998 - 2011
0
1,5 1,35 0,875 0
12/12/2000
1,9
12/12/1999
2
3 2
12/12/2003
3
0
4,3
4,2
4
12/12/1998
wachttijd (weken)
10
1 0,6
symposium
ling (gebruik van hulpmiddelen zoals hoortoe-
diagnostiek voor gehoorstoornissen verwe-
In geval van bevestiging van aangeboren ge-
stellen, implantaten, revalidatie,..). Hierdoor
zen, zoals ons centrum op campus Virga Jesse.
hoorverlies wordt er gekeken naar mogelijke
kunnen de centrale auditieve banen zich ten
Op jaarbasis test Kind & Gezin in heel Vlaan-
geassocieerde afwijkingen, wordt aandacht
volle ontplooien en ontwikkelen. Deze plasti-
deren zo’n 63.000 pasgeborenen, met een
besteed aan opvolging en gezocht naar de
citeit neemt evenwel snel af, waardoor een
dekking van ongeveer 94% dat met zo’n 3%
oorzaak van het verlies. Soms kan het gebeu-
laattijdige revalidatie gepaard gaat met blij-
is aangevuld door gehooronderzoek op NICU
ren dat er aanvullende onderzoeken onder
vende gevolgen en tekortkomingen. Daarom
afdelingen. De actuele refer ratio bedraagt
narcose moeten gebeuren, maar dit blijft toch
streeft men naar een detectie vòòr de leeftijd
7 promille: met name worden er 7 per duizend
vrij beperkt.
van 3 maanden en behandeling vòòr de leef-
gescreende pasgeborenen effectief doorver-
tijd van 6 maanden.
wezen naar refereercentra (Erwin Van ker-
Elke slechthorende pasgeborene en zijn/haar
schaever, Kind & Gezin Jaarrapport Algo-
familie worden in contact gebracht met het
screening in Vlaanderen 2009,2010,2011).
thuisbegeleidingsteam van KIDS (Koninklijk
Gehoorverlies betekent niet alleen minder gehoorsignalen opvangen. De impact ervan
Instituut voor Doven en Spraakgestoorden).
op sociaal-emotioneel vlak, op leermogelijk-
Er wordt een behandelingsplan en opvolging
heden, op gebied van zelfontplooiing en inte-
Diagnose
gratie binnen onze maatschappij is eveneens
Wanneer Kind en Gezin een kind verwijst we-
aanzienlijk.
gens faling van de ALGO-screening wordt er
Jaar na jaar slagen we er in onze dienst steeds
De behaalde voordelen dankzij vroegtijdige
aandacht besteed om het kind zo snel moge-
beter in om bij de meeste verwijzingen snel-
detectie en vroegtijdige begeleiding beper-
lijk te kunnen zien. Doorgaans is dit binnen de
ler een duidelijk antwoord te formuleren over
ken zich dan ook niet louter op auditief vlak.
week (mediaan 1.1 week) (figuur 1). De pas-
betrouwbare gehoordrempels (Figuur 2): de
geborenen worden tijdens hun (natuurlijke)
diagnose over het gehoor werd van 1998
verzekerd.
slaap onderzocht met gebruik van diverse
tot 2012 gemiddeld gesteld op 2,15 maan-
Screening
objectieve gehooronderzoeken, en daarnaast
den leeftijd, doch de laatste jaren gebeurt dit
Zodra een pasgeborene tot twee maal toe
gebeurt er ook een grondig klinisch onder-
vaker al tijdens het eerste bezoek op onze
een screeningsonderzoek door Kind & Gezin
zoek en micro-otoscopisch nazicht. Dit vraagt
dienst (cf. figuur 2).
personeel niet succesvol heeft doorstaan,
veel geduld, vakkennis en aangepaste infra-
wordt deze naar een referentiecentrum voor
structuur.
Figuur 2 Legende:
leeftijd pasgeborene bij bepaling betrouwbaar gehoorstatus (maanden) 10,0 9,0
percentiel 1 hoogste laagste percentiel 3
8,8
8,0
6,0 5,0 4,0 3,3
3,0 2,0 1,0
1,7 1,0
0,0 1998 - 2012
leeftijd (maanden)
7,0
mediaan = 2,15 maanden JESSALINEA 21
symposium
Behandeling
dragstoornissen, enz. Bovendien kunnen er
tweezijdige slechthorendheid (figuur 4).
Afhankelijk van de gehoordrempels worden
ook geassocieerde aandoeningen opduiken.
De groep met unilateraal gehoorverlies moet
pasgeborenen behandeld met hoortoestellen
Grondige pediatrische en pedagogische na-
echter ook heel strikt opgevolgd worden aan-
en/of cochleaire implantatie, waarbij elk van
zichten/opvolgingen zijn daarom primordiaal
gezien ruim 13% van onze doorverwezen
deze behandelingsvormen hun eigen indica-
voor deze groep kinderen.
kindjes met blijvend gehoorverlies (dus on-
tiegebied, leeftijd en werkwijze kennen. Bij
geveer een vierde van de unilaterale gehoor-
de keuze van de behandeling worden naast
Van alle doorverwezen pasgeborenen naar
stoornissen) met de tijd zijn geëvolueerd naar
gehoordrempels ook andere factoren in reke-
ons refereercentrum vertonen er uiteinde-
een bilaterale (tweezijdige) doofheid (figuur
ning gebracht.
lijk ongeveer 33% (een derde) een blijvend
5). Vooral CMV-gemedieerde gehoorstoor-
gehoorprobleem. De overigen hebben een
nissen (82%) en kinderen met het Pendred
normaal gehoor of een tijdelijke gehoorver-
syndromen (75%) als oorzaak van de gehoor-
Nauwe opvolging
mindering door middenooreffusie (OME) of
stoornis lopen dit risico het meeste op. Deze
Binnen de groep slechthorende kinderen kun-
slijmoortjes (figuur 3).
vaststellingen zijn het bewijs dat een strikte
nen er op latere leeftijd ook andere problemen
Van de groep met een permanent (blijvend)
en permanente follow-up belangrijk is.
opkomen, zoals autisme, leerstoornissen, ge-
gehoorverlies vertoont de meerderheid een
Figuur 3
Figuur 4
verhouding permanent gehoorverlies en REFER
33%
67%
Figuur 5
verdeling één- en tweezijdige permanente slechthorendheid
38%
evolutie van éénzijdige doofheid
13%
62%
51% 36%
REFER ≠ permanent gehoorverlies REFER = permanent gehoorverlies
22 JESSALINEA
67 % 33 %
bilateraal unilateraal
62 % 38 %
bilateraal éénzijdig stabiel oorspronkelijke unilaterale doofheid die is overgegaan naar bilaterale doofheid
51 % 36 % 13 %
nieuws
Evelien Vos, studente, en Astrid Vanoppen, diëtiste Jessa Ziekenhuis en promotor van de bachelorproef
Studente behaalt prijzen met bachelorproef over diabeteseducatie Studente Evelien Vos viel onlangs twee keer in de prijzen met haar bachelorproef ‘Educatie bij kinderen en adolescenten met diabetes mellitus type 1 - Ontwikkeling van een cdrom’. Deze cd-rom is een uitstekend hulpmiddel om op een ludieke, interactieve manier voedingseducatie te geven aan kinderen en jongeren met diabetes. Astrid Vanoppen, diëtiste op de afdeling kinder- en jeugdgeneeskunde van het Jessa Ziekenhuis, lanceerde het idee van de cd-rom en was tevens promotor van de bachelorproef.
‘Lodje’ leren over diabetes Studente Evelien Vos actualiseerde en digitaliseerde daarom voor haar bachelorproef al het bestaande materiaal en ontwikkelde met behulp van Astrid Vanoppen een cd-rom, ‘Lodje’ leren over diabetes. Die bevat 10 interactieve ‘educatiefjes’ die los van elkaar gebruikt kunnen worden: gezonde voeding,
diabetessymposium de Novo Nordisk prijs in
Nood aan compact educatief materiaal
ontvangst nemen. Deze prijs wordt uitgereikt
“Er is een groot aanbod aan (soms door onszelf
glycemische index, zoetstoffen, hypoglyce-
aan laatstejaarsstudenten gezondheidszorg
ontwikkelde) educatieve materialen voor kin-
mie, etiketten lezen, beweging en alcohol. De
die een bachelorproef over diabetes maak-
deren en adolescenten met diabetes type 1,
thema’s zijn meestal opgebouwd vanuit een
ten. Daarnaast koos een professionele jury
maar de bestaande educatiematerialen ver-
inleidende vraag die peilt naar kennis, met
haar als één van de 12 laureaten van de grote
ouderen snel, onder meer doordat weten-
daarna het educatief gedeelte en enkele leu-
Bachelor Award 2012. Het gaat om de beste
schappelijk onderzoek regelmatig tot nieuwe
ke oefeningen. Sterren geven de drie moei-
afstudeerwerken uit de grote groep van meer
inzichten en ontwikkelingen leidt. Het aanbod
lijkheidsgraden aan. Astrid Vanoppen: “We
dan 19 000 afgestudeerde professionele ba-
aan voedingsmiddelen wordt ook steeds gro-
hebben de ‘educatiefjes’ en het gebruik van
chelors van het academiejaar 2011-2012.
ter en sommige educatiematerialen zijn niet
een cd-rom bij het geven van educatie laten
Diëtiste Astrid Vanoppen was promotor van
aangepast aan de moderne technologieën die
evalueren door de doelgroep. De reacties wa-
de bachelorproef. “In de kinderdiabetescon-
jongeren gebruiken. Omdat we individuele
ren positief: ‘plezierig en leerrijk’. De cd-rom
ventie - waar we kinderen en adolescenten
educatie én educatie in groep geven, en dit
is voor ons een uitstekend hulpmiddel om op
met Diabetes Mellitus type 1 begeleiden
zowel in het ziekenhuis als tijdens oudercon-
een ludieke, interactieve manier voedings-
onder leiding van prof. dr. Guy Massa - is het
tacten, activiteiten, school- en huisbezoeken,
educatie te geven aan kinderen en jongeren
gebruik van educatief materiaal heel belang-
is er nood aan compact, gebruiksvriendelijk
met diabetes. Dit project kadert mooi in onze
rijk bij het geven van voedingsadvies en (her)
educatief materiaal dat aangepast is aan de
blijvende opdracht om de zorg voor onze pa-
educatie over voeding.”
nieuwste inzichten.”
tiëntjes en hun familie te optimaliseren.”
Studente Evelien Vos mocht op het 15e
diabetes en voeding, koolhydraten, vetten,
JESSALINEA 23
nieuws
Nieuwe artsen In 2012 en begin 2013 kwamen een tiental nieuwe artsen ons artsenkorps versterken. We stellen hen graag even kort voor.
Dr. Wendy Werckx stu-
Academisch Ziekenhuis Maastricht. Tevens
Dr. Johan Orye studeerde
deerde
geneeskunde
zal hij zich toeleggen op de verdere uitbrei-
geneeskunde aan de KU
aan de Universiteit van
ding van de wetenschappelijke activiteiten
Leuven en behaalde zijn
Hasselt en de Vrije Uni-
van de maatschap Anesthesiologie in het
diploma van arts in 2002.
versiteit van Brussel. Ze
Jessa Ziekenhuis.
Vervolgens behaalde hij
behaalde haar diploma
er tevens zijn diploma
van arts met grote onder-
tandarts in 2005. Tij-
scheiding in 2004. Gedurende haar opleiding
dens zijn specialisatie tot mond-, kaak- en
pediatrie werkte zij in Brussel (UZ Brussel en
Dr. Kathleen Boosten
aangezichtschirurg werkte hij in Genk (ZOL),
Sint Pieter Ziekenhuis) en in het Zeepreven-
studeerde geneeskunde
Antwerpen (Middelheim), Arnhem (Rijnstate
torium in De Haan. Na haar opleiding specia-
aan het Limburgs Uni-
ziekenhuis) en het UZ Leuven. Tijdens deze
liseerde ze zich verder in de kinderneurologie
versitair Centrum en de
opleiding ontwikkelde hij een specifieke in-
in het UZ Brussel en in het Revalidatiecen-
KU Leuven. Nadien spe-
teresse in oncologische en reconstructieve
trum Inkendaal. In 2009 en 2011 voltooide
cialiseerde zij zich in de
hoofd-halschirurgie. Daartoe volgde hij na
ze de EPNS (European Pediatric Neurology
oogheelkunde
de
zijn opleiding een gespecialiseerd fellowship
Society) kinderneurologie cursussen. In 2011
KU Leuven en promo-
in het CHU Amiens, onder leiding van prof. B.
promoveerde dr. Werckx als kinderneurologe.
veerde als oftalmologe in 2010. Vervolgens
Devauchelle.
Sinds januari 2012 is ze werkzaam op de
bekwaamde zij zich verder in cataractopera-
Sinds 1 september 2012 is dr. Orye werkzaam
dienst pediatrie van het Jessa Ziekenhuis,
ties en refractieve heelkunde tijdens een fel-
als MKA-chirurg in het Jessa ziekenhuis en in
campus Virga Jesse. Daarnaast blijft ze als
lowship in het Universitair Oogziekenhuis van
de groepspraktijk van dr. Lenssen, dr. De Troy-
consulent verbonden met het UZ Brussel en is
Maastricht.
er, dr. Jacobs en dr. Henquet (Toekomststraat
ze actief lid van de Belgische Vereniging van
Sinds maart 2012 is zij werkzaam in de
2, Hasselt). Hij zal zich naast de algemene
Kinderneurologie.
oogartsenpraktijk te Alken samen met haar
mond-, kaak- en aangezichtschirurgie meer
collega’s dr. Jacobs, dr. Mangelschots en dr.
specifiek toeleggen op speekselklierchirurgie
Raymaekers, en deeltijds werkzaam in de oog-
en oncologische en reconstructieve chirurgie
kliniek van het Jessa Ziekenhuis. Daarnaast is
van hoofd- halsgebied.
aan
Sinds 1 januari 2012 is de
zij werkzaam als consulente medische retina
dienst
Anesthesiologie
(netvliesproblematiek) aan de KU Leuven. Zij
versterkt door dr. Björn
zal zich naast de algemene oogheelkunde in
Stessel.
studeerde
het bijzonder toeleggen op cataract heelkun-
Dr. An Liesenborgs stu-
geneeskunde aan de KU
de, medische retina en refractieve heelkunde.
deerde geneeskunde aan
Hij
Leuven en behaalde zijn
de KU Leuven waar ze in
diploma van arts in 2004.
1999 met grootste on-
Na een kort intermezzo
derscheiding haar diplo-
binnen de huisartsgeneeskunde vatte hij zijn
ma van arts behaalde. In
specialisatie aan binnen de Anesthesiologie
Dr. Elke Munters stu-
2005 promoveerde ze als
in 2005. Zijn specialisatiejaren doorliep hij in
deerde in 2003 af aan de
cardioloog. Tevens behaalde ze in 2011 haar
het Academisch Ziekenhuis Maastricht en het
KU Leuven en behaalde in
master of science in het management en het
Catharina Ziekenhuis Eindhoven. Tijdens het
datzelfde jaar het brevet
beleid van de gezondheidszorg met zieken-
laatste deel van zijn opleiding tot Anesthesio-
acute geneeskunde. Na-
huismanagement als afstudeerrichting.
loog verdiepte hij zich met name in de cardio-
dien deed zij een aantal
Dr. Liesenborgs ontwikkelde een bijzondere
anesthesie. Na het behalen van zijn diploma
jaren stage anesthesie.
interesse in acute pathologie en behaalde in
Anesthesiologie in 2010, genoot hij nog een
Zij doctoreert momenteel
het kader hiervan het getuigschrift invasieve
bijkomende specialisatie binnen de Inten-
aan de universiteit Hasselt.
cardiologie, theorie intensieve zorgen en het
sieve Geneeskunde, die hij afrondde in 2011.
Sinds 14 juni 2012 werkt dr. Elke Munters,
brevet acute geneeskunde. Ten slotte is zij
Zijn werkzaamheden binnen het Jessa zie-
arts brevet acute geneeskunde, als vast staf-
sinds 2012 bijkomend erkend als specialist in
kenhuis combineert hij met een doctoraats-
lid op de dienst spoedgevallen van het Jessa
de urgentiegeneeskunde.
studie, die wordt gecoördineerd vanuit het
Ziekenhuis.
Dr. An Liesenborgs werkt sinds september 2012 in het Jessa ziekenhuis als urgentiearts.
24 JESSALINEA
kort nieuws
Kinderafdeling laureaat ‘Colour your hospital’wedstrijd
Dr. Shabnam Golmarvi
Dr.
studeerde geneeskunde
volgde zijn studies ge-
aan de VUB en studeerde
neeskunde aan het LUC
af in 2003. In het eerste
te Hasselt en vervolgens
jaar van haar opleiding
aan de KU Leuven waar
interne
geneeskunde
hij afstudeerde als arts
Het project ‘Activity on wheels’ van onze
werkte ze in het Do-
in 2007. Tijdens zijn op-
afdeling kinder- en jeugdgeneeskunde
doensziekenhuis in Mechelen, waarna ze
leiding ‘Volwassenen-Psychiatrie’ werkte hij
is in de prijzen gevallen bij de wedstrijd
haar specialisatie afwerkte in het UZ Brus-
als assistent in het UPC Leuven (campussen
Colour your hospital. De Belfius Founda-
sel. Aansluitend specialiseerde ze zich daar in
Gasthuisberg en Kortenberg), in het PC Zieke-
tion riep voor deze wedstrijd ziekenhuis-
de nefrologie. Na haar opleiding startte ze in
ren in St.-Truiden en in het Academisch zie-
teams op om projecten in te dienen die
Nederland haar carrière als nefrologe in o.a.
kenhuis van Maastricht. Daarnaast deed hij
gericht zijn op het welzijn van gehospi-
het Atrium MC Parkstad in Heerlen. Na een
bijkomende stages in Neurologie en Kinder-
taliseerde patiënten. Een onafhankelijke
aantal jaren werkzaam te zijn in de nefrologie
en jeugdpsychiatrie in respectievelijk het ZOL
jury van 12 zorgverleners koos uit 162
besloot ze over te gaan tot een carrièrewen-
Genk en het OPZ Geel. Op dit ogenblik volgt
ingediende projecten 24 laureaten, on-
ding in een omgeving met meer acute patho-
hij nog een bijkomende post-universitaire
der wie onze kinderafdeling. De afdeling
logieën.
opleiding in psychotherapie in UPC Leuven,
wint een budget van 7 500 euro om het
Sinds september 2012 is ze werkzaam in het
campus Kortenberg.
project ‘Activity on wheels’ te realiseren.
Jessa Ziekenhuis op de dienst spoedgevallen
In januari 2013 is dr. Schreurs gestart als psy-
als urgentiearts waar ze samen met haar col-
chiater in het Jessa Ziekenhuis, waar hij ver-
Orthopedagoge
lega's instaat voor de dagelijkse werking van
antwoordelijk is voor de liaison-werking psy-
hoofdverpleegkundige
de dienst.
chiatrie op campussen Salvator en St.-Ursula
leggen kort uit wat ze willen realiseren.
en voor de werking van het dagziekenhuis
“Onze afdeling beschikt over een ruime
psychiatrie op campus Virga Jesse. Poliklini-
en goed uitgeruste speelzaal. Maar som-
sche raadpleging psychiatrie start hij in het
mige kinderen kunnen door ziekte of
Sint-Franciskusziekenhuis in Heusden-Zolder.
een aandoening niet naar de speelzaal.
Dr. Sylvia Hermans stu-
Vincent
Schreurs
Leen
Coremans Veerle
en
Lynen
deerde geneeskunde aan
Ook voor baby's en kinderen met een
het Limburgs Universitair
ernstige handicap willen we een uit-
Centrum en de KU Leuven
gebreider activiteitenaanbod op maat.
waar zij in 2006 als arts
Daarom willen we een systeem uitbou-
afstudeerde. Zij speciali-
wen van mobiele activiteitenmodules
seerde zich in de neuro-
die naar de kamer gerold kunnen worden
logie en werkte als arts-
nadat ze - op maat - gevuld zijn. Ook
specialist in opleiding in het UZ Gasthuisberg
met het oog op de uitbreiding van het
in Leuven en het Ziekenhuis Oost Limburg in
kinderdagziekenhuis zal dit zeker een
Genk.
meerwaarde zijn. Een module voor kin-
In het kader van een verdere subspecialisatie
deren in het dagziekenhuis kan bijvoor-
in de klinische neurofysiologie en neuromus-
beeld bestaan uit speelgoedvakken met
culaire aandoeningen en een aanvullende
materiaal tegen verveling zoals sticker-
opleiding slaapgeneeskunde was zij één jaar
boeken, kleurplaten, digitale spelen,
werkzaam als fellow in het UZ Gasthuisberg.
speelgoed bouwmateriaal, I-pad,... Het is
Dr. Sylvia Hermans werkt in het Jessa Zieken-
de bedoeling dat we de kinderen een ge-
huis als neuroloog sinds 1 december 2012 in
varieerd aanbod geven dat hen afleidt,
associatie met dr. Willems, dr. De Klippel, dr.
activeert, rust brengt en ontspant. Zo
Soors en dr. Dhollander. Naast de algemene
wordt de ziekenhuiskamer een veilige,
neurologie zal zij zich vooral toeleggen op
ontspannende en genezende ruimte.” De
neuromusculaire aandoeningen alsook slaap-
kinderafdeling hoopt het project tegen
stoornissen.
de zomer van 2013 te realiseren.
JESSALINEA 25
Cardio 2013 Op zaterdag 1 december 2012 organiseerde het Hartcentrum Hasselt het symposium Cardio 2013. Zo’n 350 artsen woonden dit symposium bij in de nieuwe faculteit Rechten van de UHasselt (lees: Oude Gevangenis). Zowel qua opkomst als reacties was het symposium een succes. In Jessalinea lichten we graag kort enkele onderwerpen uit het symposium toe.
Nieuwe guidelines voor preventie van cardiovasculaire aandoeningen kaarten waarbij rekening gehouden wordt
Rookstop en fysieke activiteit
met de waarde van HDL-cholesterol. Verder
In het kader van cardiovasculaire preven-
zijn er kaarten die een inschatting geven van
tie is rookstop natuurlijk van groot belang.
het relatieve risico, in vergelijking met leef-
Het Score-risico is bij rokers ongeveer 2 x zo
tijdsgenoten en er wordt nu ook gebruik ge-
groot als bij niet-rokers en ook passief roken
maakt van het concept risico leeftijd. Dit om
verhoogt de kans op cardiovasculaire aandoe-
patiënten met een laag absoluut risico beter
ningen met 30%. Fysieke activiteit is zowel in
te kunnen motiveren om de noodzakelijke le-
primaire als in secundaire preventie belangrijk
vensstijlveranderingen door te voeren.
en vermindert de kans op een (nieuw) cardiovasculair event. Het gaat dan om een matig
dr. Johan Vaes cardiologie - cardiale revalidatie
intense activiteit, 3 tot 5 maal per week gedurende minimaal 30 minuten.
De 5e versie van de Europese richtlijnen voor cardiovasculaire preventie werd in juli gepubliceerd in de European Heart Journal en is beschikbaar op de website van de Europese vereniging voor cardiologie (www.escardio. org, in de guidelines & surveys sectie). De voornaamste nieuwigheden in deze editie worden hieronder verder toegelicht.
streefcijfers Bloeddruk
<140/90 mmHg
Cholesterol
Secundaire preventie en very high risk
< 70 mg/dl of > 50% reductie
High risk
< 100 mg/dl
Moderate risk en gewone populatie
< 115 mg/dl < 7.0% (< 53 mmol/mol)
Hemoglobine A1c bij diabetes
Cardiovasculaire preventie blijft nodig gezien cardiovasculaire ziekten wereldwijd de be10 year risk of fatal CVD in low risk regions of europe
ziekte die zowel mannen als vrouwen treft, gemiddeld 10 jaar later op dan bij mannen. Preventie is efficiënt en er is nog steeds veel ruimte voor verbetering, ook in secundaire preventie.
WOMEN
score 15% and over 10% - 14% 5% - 9% 3% - 4% 2% 1% < 1%
Score-kaarten Patiënten worden afhankelijk van hun onderliggende aandoeningen onderverdeeld in very high risk, high risk, moderate risk of low risk groepen. Voor de patiënten in primaire preventie wordt er gebruik gemaakt van de Score-kaarten die een inschatting van het 10-jaars risico op cardiovasculaire mortaliteit geven. Om de kans op een niet fataal cardiovasculair event te kennen, moet het cijfer met 3 vermenigvuldigd worden. Voor patiënten in de moderate risk groep zijn er aangepaste
26 JESSALINEA
bron: European Heart Journal 2012:33;1635-1701 European Journal of Preventive Cardiology 2012;19 : 4 : 585-667
non-smoker
Systolic blood pressure l (mmHG)
alleen treden de symptomen bij vrouwen
MEN
smoker
AGE
180
4
5
6
6
7
9
9 11 12 14
160
3
3
4
4
5
6
6
7
8 10
140
2
2
2
3
3
4
4
5
6
7
120
1
1
2
2
2
3
3
3
4
4
180
3
3
3
4
4
5
5
6
7
8
160
2
2
2
2
3
3
4
4
5
5
140
1
1
1
2
2
2
2
3
3
4
120
1
1
1
1
1
1
2
2
2
3
180
1
1
2
2
2
3
3
3
4
4
160
1
1
1
1
1
2
2
2
3
3
140
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
120
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
180
1
1
1
1
1
1
1
2
2
2
160
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
140
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
120
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
180
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
160
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
140
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
120
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4
5
6
7
8
4
5
6
7
non-smoker
smoker
8
9 10 12 14
15 17 20 23 26
5
6
7
8 10
10 12 14 16 18
4
4
5
6
7
7
8
9 11 13
2
3
3
4
5
5
5
6
5
6
7
8
9
10 11 13 15 18
3
4
5
5
6
7
8
9 11 13
2
3
3
4
4
5
5
6
7
9
2
2
2
3
3
3
4
4
5
6
3
4
4
5
6
6
7
8 10 12
2
2
3
3
4
4
5
6
7
8
1
2
2
2
3
3
3
4
5
6
1
1
1
2
2
2
2
3
3
4
2
2
3
3
4
4
4
5
6
7
1
1
2
2
2
2
3
3
4
5
1
1
1
1
2
2
2
2
3
3
1
1
1
1
1
1
1
2
2
2
0
1
1
1
1
1
1
1
2
2
0
0
0
1
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
8
4
5
6
7
8
4
5
6
7
8
65
60
55
50
40
Total cholesterol (mmol/L)
8
9
150 200 250 300 mg/dl
©2012 ESC
langrijkste doodsoorzaak blijven. Het is een
symposium
Streefcijfers aangepast
aan triple therapie. Ook bij 80-plussers zijn
combineren met ezetimibe of een fibraat. Bij
De streefcijfers voor bloeddruk, LDL-cho-
antihypertensiva efficiënt in de preventie van
diabetespatiënten wordt er gestreefd naar
lesterol en Hemoglobine A1c (bij diabetes-
cardiovasculaire aandoeningen. Wat betreft
een hemoglobine A1c van minder dan 7% (53
patiënten) werden in de nieuwe guidelines
cholesterol blijft LDL-cholesterol het voor-
mmol/mol). Voldoende aandacht voor controle
aangepast. Er wordt nu gestreefd naar een
naamste doel, het streefcijfer in secundaire
van lipiden en bloeddruk blijft bij diabetespa-
bloeddruk van minder dan 140/90 mmHg.
preventie werd verlaagd naar 70 mg/dl of,
tiënten (die behoren tot de high of de very
Vaak zal een combinatietherapie nodig zijn
zo niet haalbaar, een 50% reductie. Statines
high risk groep) ook aangewezen.
en 15 tot 20% van de patiënten hebben nood
blijven de eerste keuze therapie, zo nodig te
Sportscreening: nuttig? nodig? overbodig? Plotse dood bij sporters, en vooral bij jonge sportertjes, is de laatste jaren echt een ‘hot topic’. Mede door de uitgebreide verslaggeving in de media is de maatschappelijke impact van deze problematiek bijzonder groot, en vaak erg emotioneel gekleurd. Meer en meer stemmen gaan op om een duidelijk screeningsprotocol in te voeren, maar de uitwerking hiervan staat nog niet op punt. dr. Pieter Koopman cardiologie
Plotse dood blijft een extreem zeldzaam fe-
Pro en contra
nomeen met een incidentie van 1-2/100000/
Dergelijke screening is zeker nuttig, maar he-
Atleten met een bewezen verhoogd risico
jaar, en wordt vooral gezien bij duursporters,
laas nooit sluitend. ECG’s bij sporters zijn soms
op plotse dood vermijden best intensief te
maar ook bij de grote groep van jonge voetbal-
erg moeilijk te interpreteren, en belangrijk te
sporten, en in bepaalde instanties kan een
lertjes. Etiologie is bijna steeds een elektro-
noteren is ook een groep van ongeveer 8%
implanteerbare defibrillator aangewezen zijn
anatomisch cardiaal substraat dat aanleiding
vals positieven, die ten onrechte het sporten
ter preventie van fatale aritmieën.
geeft tot een fatale ventrikelaritmie. Boven
zullen ontzegd worden! Een systematische
de leeftijd van 35 jaar betreft het meestal
screening zal ook een niet te onderschatten
De dienst elektrofysiologie van het Jessa Zie-
ischemisch hartlijden, onder de 35 jaar co-
socio-economische impact hebben. Het laat-
kenhuis is steeds beschikbaar voor verwijzin-
ronaire anomalieën, channelopathieën (lang
ste woord over systematische sportscreening
gen, hulp of advies wat betreft deze delicate
QT, Brugada,…), en vooral cardiomyopathieën
is nog niet gezegd en vele debatten met pro’s
materie.
(meestal aritmogene rechter ventrikel cardio-
en contra’s zijn nog te verwachten!
myopathie of hypertrofe cardiomyopathie).
young competitive athletes
Screeningsprotocol Doordat plotse dood zo zeldzaam is, hebben alle onderzoeken een lage positief predictie-
family and personal history, physical examination, 12-lead ECG
ve waarde, maar het is mogelijk om met een aantal eenvoudige tests (aangepaste vragenlijst met aandacht voor familiale anamnese,
negative findings
klinisch onderzoek en ECG) een behoorlijk sensitief screeningsprotocol te ontwikkelen (ongeveer 90%) (zie fig). De Vlaamse Over-
eligible for competition
positive findings no evidence of cardiovascular disease
further examinations (echo, stress test, 24-h Holter, cardiac MRI, angio/EMB, EPS)
heid heeft erg recent een screeningsprotocol voorgesteld, uitgewerkt door de Vereniging van Sport- en Keuringsartsen in samenwerking met Vlaamse cardiologen, met klinische
diagnosis of cardiovascular disease
screening vanaf 6 jaar, aangevuld met een ECG om de vier jaar vanaf de leeftijd van 14 jaar.
management according to established protocols
JESSALINEA 27
Chemo- en targeted therapy Op 17 november 2012 organiseerde het Limburgs Oncologisch Centrum een regionaal symposium over ‘Chemo- en targeted Therapy: van voorschrift tot toediening’. Dr. Daisy Luyten, medisch oncoloog in het Jessa Ziekenhuis, belichtte er de aandachtspunten voor huisartsen op vlak van targeted therapie.
Recht op doel in de strijd tegen kanker de nevenwerkingen, helpen om te komen tot
(graad 1-2 toxiciteit) wordt vaak over het
de optimale therapieduur en –dosis. Dit is ui-
hoofd gezien, hoewel ze de levenskwaliteit
termate belangrijk, want het volhouden van
van de patiënt sterk beïnvloedt. Anamnese
de therapie is essentieel om het effect van
door de huisarts en controle elke 2, 4 of 6 we-
de behandeling te maximaliseren. De huisarts
ken, dragen bij tot een vroegtijdig opsporen
speelt hierin een grote rol”, aldus dr. Luyten.
van de eerste toxische signalen.”
“De patiënt onder therapie houden, is essentieel. Zelfs dosisreducties ondermijnen signifi-
Tot slot
cant het effect van de behandeling.”
Dr. Luyten: “Het laatste decennium is het dr. Daisy Luyten, medische oncologie
spectrum van antikankerbehandelingen uit-
Nevenwerkingen opsporen
gebreid met succesvolle targeted therapies,
Dr. Daisy Luyten: “Targeted therapy of doel-
Huidtoxiciteit (acneïforme rash, huiddroogte/
waarvoor het aantal indicaties systematisch
gerichte therapie slaat op een groep van nieu-
fissuren, paronychia, handvoetreactie…), maar
toeneemt. Dit confronteert ons met een heel
were medicijnen, die specifiek inwerken op
ook GI-symptomen, stomatitis, arteriële hy-
nieuw arsenaal aan nevenwerkingen. Starten
eiwitten vooral aanwezig op tumorcellen en
pertensie, cardiale symptomen, allergische
met targeted therapy leidt vaak tot behande-
in mindere mate op gezonde lichaamscellen.
reacties en vermoeidheid zijn enkele van de
ling met veel medicamenten om niet alleen
Die eiwitten stimuleren de celgroei, maar de
meest voorkomende nevenwerkingen van
de kanker maar ook de nevenwerkingen te
medicatie blokkeert dit proces. Hierdoor remt
targeted therapy.
bestrijden. Onze oncocoaches, speciaal op-
vooral de groei van tumorcellen af. Het aantal
Dr. Luyten: “We onderscheiden verschillende
geleide verpleegkundigen, staan alvast klaar
indicaties voor targeted therapy is de jong-
graden: van graad 1 (mild) tot graad 5 (fataal).
om vragen van patiënten te beantwoorden en
ste jaren flink toegenomen. En dat is goed
Het is vooral de graad 3-4 toxiciteit die opge-
advies te geven over de mogelijke nevenwer-
nieuws, want het betekent dat we over meer
spoord en behandeld wordt. De mildere vorm
kingen en preventieve maatregelen.”
therapeutische opties beschikken in de strijd tegen kanker.” Sommige doelgerichte behandelingen worden in pilvorm gegeven, andere via regelmatige infusen. Zij kunnen alleen of in combinatie met chemotherapie worden gebruikt. Ook combinatie met bestraling is mogelijk. Vooral niertumoren, maar ook darm-, borst-, hoofdhals- en longtumoren worden met dit soort medicijnen behandeld.
Niet vrij van nevenwerkingen
Wat kan de huisarts doen voor het detecteren en minimaliseren van nevenwerkingen? Voor start van de behandeling: - risk/benefit ratio inschatten
- stabiliseren van comorbiditeiten
- concomittante medicatie - educatie patiënt Na start van de behandeling:
- intensieve follow-up, vooral de eerste weken
- snelle behandeling van nevenwerkingen
Dr. Luyten: “Therapieën zijn er o.m. op basis van Tyrosinekinase-inhibitoren, MTOR-inhibitoren en monoclonale antistoffen. Hoewel ze heel gericht de tumor aanvallen en door-
Meest voorkomende nevenwerkingen targeted therapy: 1. GI-symptomen
7.
Hypothyroidie
gaans minder schadelijk zijn voor normale
2. Cutane nevenwerkingen, huidklachten
8.
Vermoeidheid
lichaamscellen, zijn ook deze behandelingen
3. Stomatitis
9.
Pulmonale toxiciteit
niet vrij van nevenwerkingen. Ze verschillen
4. Arteriële hypertensie
10. Hypercholesterolemie
sterk van medicijn tot medicijn en van pa-
5. Cardiale symptomen
11. Hyperglycemie
tiënt tot patiënt. Patiënteducatie, preventie
6. Myelosuppressie
12. Allergische reacties/infusiereacties
en het herkennen en prompt behandelen van
28 JESSALINEA
(neutropenie, trombopenie)
13. Niertoxiciteit
symposium
Welke nevenwerkingen en wat kan de huisarts doen? 1. Gastro-intestinale symptomen Diarree,
misselijkheid/braken,
buik-
vermijden van sterke kruiden, sterke
trole de eerste 6 weken, eventueel dage-
geuren, drinken tijdens het eten
lijks, zijn aangewezen. Er wordt best gestart
krampen en opgeblazen gevoel kunnen op ieder moment van de behandeling
met een calciumantagonist, maar daarnaast 2. Stomatis
is ook vaak een ACE-remmer nodig.
voorkomen. Een medicamenteuze be-
Erytheem, atrofie en ulceratie van de
handeling om de symptomen, meestal
orale mucosa ontstaan meestal na 1 à
in graad 1 of 2, te bestrijden, is aangera-
2 weken behandeling. Ze resulteren in
Voorzichtigheid is vooral geboden bij
den.
pijn en verminderde voedsel- en vocht-
patiënten met symptomatische hartin-
inname. Vaak zijn er geen zichtbare let-
sufficiëntie, antecedenten van hyper-
sels.
tensie en bewezen coronair lijden.
Advies aan de patiënt bij diarree:
4. Cardiale symptomen
vermijden/beperken van vetrijke maal Advies aan de patiënt:
tijden, alcohol, cafeïnehoudende dran-
Advies aan de patiënt:
ken, vezelrijke voeding
De patiënt stimuleren tot een goede
Zorgvuldig cardiaal onderzoek voor en tij-
vermijden/beperken van gasvormende
mondzorg is noodzakelijk. Tandprothese
dens de therapie is een must. Bij ernstige
voeding en koolzuurhoudende dranken
verwijderen of aanpassen, atraumatisch
cardiale symptomen is het soms nodig om
vermijden van sterke kruiden die de
poetsen en orale decontaminatie via
de therapie te onderbreken. In de meeste
darmslijmvliezen irriteren
mondspoelingen brengen al veel soelaas.
gevallen is cardiale comedicatie nodig. Na
vermijden van sorbitol (snoepgoed,
Voeding aanpassen, voldoende drinken en
stabilisatie kan de therapie hernomen wor-
kauwgom)
het verwijderen van risicofactoren (roken,
den. Helaas zijn andere targeted therapies
niet drinken bij of binnen het uur na de
alcohol, sommige tandpasta’s) zijn even-
vaak geen alternatief. Wees in ieder geval
maaltijd
eens aangewezen.
bedacht op corfalen in geval van evolutie-
daarbuiten voldoende drinken lichte voeding (kip, vis, rijst, aardappe-
ve dyspnoe. 3. Arteriele hypertensie 5. Beenmergsuppressie
len, bananen, wit brood…)
30% van alle targeted therapies leiden
geraspte appels (pectines…)
tot arteriële hypertensie. In de helft van
Net zoals chemotherapie, kunnen som-
de gevallen gaat het om bestaande hy-
mige targeted therapies myelosuppres-
pertensie die verergert.
sie veroorzaken. Wees bedacht op trom-
Advies bij misselijkheid/braken:
bopenie in geval van bloedingstekenen
kleine maaltijden calorierijk/eiwitrijk voedsel
Advies aan de patiënt:
en op neutropenie in geval van koorts;
regelmatig kleine hoeveelheden drinken
Bloeddrukcontrole voor de start van de tar-
een controle van complet en formule in
droog voedsel eten (granen, toast)
geted therapy en wekelijkse bloeddrukcon-
deze omstandigheden is aangewezen.
Aanpak cutane reacties bij targeted therapy Dr. An Timmermans, dermatoloog in het Jessa Ziekenhuis, gaf op het recente symposium over chemo- en targeted therapy een presentatie over de aanpak van cutane reacties bij targeted therapy. Ze bundelde voor u de voornaamste inzichten uit haar presentatie.
dr. An Timmermans, dermatologie
Binnen de targeted therapy veroorzaken de
receptor (EGFR) komt veel tot expressie in de
karakteristiek spectrum van cutane nevenef-
EGFR-inhibitoren de belangrijkste cutane
huid, o.a. in de basale keratinocyten en in de
fecten ontstaat. Enkele EGFR-inhibitoren zijn
neveneffecten. De epidermal growth factor
haarfollikel, waardoor er een zeer uniek en
Cetuximab, Erlotinib, Panitumumab.
JESSALINEA 29
symposium
Kliniek
tetracycline geassocieerd worden (zie kader
het optreden van eczeemletsels of kloven
Patiënten die beginnen met de inname van
2). Gezien de acneïforme eruptie op zichtbare
kan dan een aangepaste behandeling opge-
een EGFR-inhibitor ontwikkelen binnen de 2
plaatsen voorkomt, is het des te belangrijker
start worden op basis van een lokaal steroïd,
weken na start reeds de eerste cutane letsels.
dit goed te behandelen. De behandeling is ze-
ureum of salicylzuur.
Typisch ontstaat er eerst een acneïforme
ker niet louter cosmetisch, maar draagt ook bij
Hoewel een nagelwalontsteking zeer erg
eruptie in de seborreuze zones. Dit zijn de zo-
tot het zelfvertrouwen en de levenskwaliteit
lijkt op een ingegroeide teennagel, wordt
nes waar veel talgklieren aanwezig zijn, zoals
van de patiënt.
dit best anders benaderd, dus zeker niet chi-
het gelaat (vooral voorhoofd, neus, wangen),
rurgisch! De patiënt neemt bij voorkeur da-
scalp, schouders en thorax. De eruptie bestaat
Droge huid of xerosis wordt best preventief
gelijks een voetbadje en brengt vervolgens
uit folliculair gebonden papels en pustels. Het
aangepakt. Dit kan door reeds vóór de start
een pasta aan met een antisepticum, een
grote verschil met een klassieke acne is het
van de EGFR-inhibitor de patiënt te adviseren
antimycoticum en een steroïd. Indien er zich
ontbreken van meeëters of comedonen.
om bad- of doucheolie te gebruiken in com-
een pyogeen granuloom ontwikkelt, kan dit
binatie met een goed emolliërende crème. Bij
aangestipt worden met zilvernitraat.
De huid van de patiënten wordt tijdens de behandeling van een EGFR-inhibitor geleidelijk aan droger. Dit kan leiden tot eczeem met zelfs kloven op handen en voeten. De uitdroging van de huid ontstaat ongeveer 1 à 2 maand(en) na start van de behandeling. Sommige patiënten ontwikkelen na enkele maanden een paronychium (nagelwalontsteking). Dit begint meestal ter hoogte van de halluces en lijkt zeer erg op een ingegroeide teennagel.
Nuttige adviezen voor de patiEnt vóór start van de behandeling met een EFGR-inhibitor - wassen met lauw water en een milde zeep of douche- of badolie - hydraterende crèmes aanbrengen op de ledematen, niet op gelaat en thorax - zon zoveel mogelijk mijden om hyperpigmentatie te voorkomen - comfortabele schoenen dragen - make-up ter camouflage mag, bij voorkeur hypo-allergeen
Minder frequent zien we bij langdurige therapie typische veranderingen van de haren. Patiënten krijgen lange, gekrulde wimpers (trichomegalie) of stugge wenkbrauwen.
Behandeling acneIforme eruptie Graad 1: mild
Behandeling
Papels en pustels <10% BSA, al of niet subjectieve last van jeuk of branderigheid
Behandeling:
alleen lokale therapie
Bijna 80% van alle patiënten die behandeld
metronidazole 2x/dag
worden met een EGFR-inhibitor hebben deze
geen klassieke acnebehandeling!
cutane nevenwerkingen in mindere of meerdere mate. Het is belangrijk om de patiënt
Graad 2: matig
vóór de start van de behandeling in te lich-
Papels en pustels 10-30% BSA, al of niet subjectieve last van jeuk of branderigheid,
ten over deze huidafwijkingen en nuttige ad-
psychosociale impact, gehinderd in de dagelijkse activiteiten
viezen mee te geven (zie kader 1). Dit zal de
therapietrouw alleen maar ten goede komen.
Behandeling:
Lokaal metronidazole 2x/dag Oraal tetracycline (bv. minocyline 100mg/dag)
Een milde acneïforme eruptie kan lokaal
Graad 3: ernstig
behandeld worden met een metronidazole-
Papels en pustels >30% BSA, al of niet subjectieve last van jeuk of branderigheid,
crème. Klassieke anti-acnebehandelingen zijn
psychosociale impact, gelimiteerde self-care, geassocieerd met lokale surinfectie
niet aan te raden omdat deze vaak te agres-
Behandeling:
Lokaal: fysiologische kompressen
sief zijn omwille van het uitdrogend effect.
metronidazole tot 5x/dag
Lokale retinoïden moeten zeker gemeden
oraal tetracycline in hogere dosis (bv. minocycline 200mg/dag)
worden. Bij uitgebreide reacties kan een oraal
eventueel dosisaanpassing of onderbreking van EGFR-inhibitor
30 JESSALINEA
Verbum Publicaties
Gepubliceerd in Journal of Thrombosis and Haemostasis, 2013 Jan
0.0379, respectively). Also, thrombin-antithrom-
Gepubliceerd in Cardiovascular Research 2013 Jan 20.
Effects of pre-hospital clopidogrel ad-
bin (TAT) complexes were increased significantly
The cardiac atrial appendage stem cell:
ministration on early and late residual
in the combined dabigatran group compared to
a new and promising candidate for myo-
platelet reactivity in ST-segment eleva-
pre-PCI levels (4.2 [2.2] ug/l). Levels ranged from
cardial repair.
tion myocardial infarction patients un-
5.2 (2.5) to 8.5 (2.3) (p=0.0497, 0.0343, 0.005
Koninckx R, Daniëls A, Windmolders S, Mees U,
dergoing primary intervention.
and 0.1628, respectively). In contrast, in the
Macianskiene R, Mubagwa K, Steels P, Jamaer L,
Biscaglia S, Tebaldi M, Vranckx P, Campo G, Val-
control group of patients treated with UFH, no in-
Dubois J, Robic B, Hendrikx M, Rummens JL, Hen-
gimigli M.
crease was observed in F1+2 and TAT complexes
sen K.
Source: Cardiovascular Institute, Azienda Ospedaliera Universita-
during PCI. Five out of 40 (12.5%) patients re-
Source: Laboratory of Experimental Hematology, Jessa Hospital,
ria S.Anna, Ferrara, Italy Department of Cardiac Intensive Care and
quired bail-out anticoagulation in the dabigatran
3500 Hasselt, Belgium.
Interventional Cardiology, Hartcentrum, Hasselt, Belgium Cardio-
group, of whom four experienced a procedural
Abstract
vascular Research Centre, Salvatore Maugeri Foundation, IRCCS
myocardial infarction (MI), versus one out of 10 in
AIMS: Considerable shortcomings in the treat-
Ferrara (FE), Ferrara, Italy.
the UFH group, who had a stent thrombosis wit-
ment of myocardial infarction (MI) still exist and
hout MI prior to the study-PCI. One minor access-
therefore mortality remains high. Cardiac stem
site bleeding occurred in the dabigatran group.
cell (CSC) therapy is a promising approach for
Gepubliceerd in EuroIntervention. 2013 Jan 22
Conclusions: Dabigatran treatment (110 mg or
myocardial repair. However, identification and
A randomised study of dabigatran in
150 mg BID) may not provide sufficient antico-
isolation of candidate CSCs is mainly based on
elective percutaneous coronary in-
agulation during PCI. ClinicalTrials.gov Identifier:
the presence or absence of certain cell surface
tervention in stable coronary artery
NCT00818753 EudraCT. No: 2007-007536-25.
markers, which suffers from some drawbacks. In
disease patients.
order to find a more specific and reliable identi-
Vranckx P, Verheugt FW, de Maat MP, Ulmans VA,
fication and isolation method, we investigated
Regar E, Smits P, Ten Berg JM, Lindeboom W, Jo-
Publisher: Nova Publishers, series: Public Health in the 21st Cen-
whether CSCs can be isolated based on the high
nes RL, Friedman J, Reilly P, Leebeek FW.
tury (2013 - January
expression of aldehyde dehydrogenase (ALDH).
Source: Department of Cardiac Intensive Care & Interventional
Exercise Therapy in Adult Individuals
Methods and results: An ALDH(+) stem cell po-
Cardiology, Hartcentrum, Hasselt, Belgium.
with Obesity
pulation, the cardiac atrial appendage stem cells
Abstract
Editors: Dominique Hansen (Hasselt University,
(CASCs), was isolated from human atrial appen-
Aims: Patients receiving long-term anticoagulant
Faculty of Medicine, Jessa Hospital, Dept. Car-
dages. CASCs possess a unique phenotype that
treatment with dabigatran may need to undergo
diology & Cardiovascular Rehabilitation, Hasselt,
is clearly different from c-kit(+) CSCs but that
a percutaneous coronary intervention (PCI). We
Belgium)
seems more related to the recently described
studied markers of coagulation activation during
Book Description: This book provides up-to-date
cardiac colony-forming-unit fibroblasts. Based
elective PCI in patients using dabigatran in order
evidence-based information on why and how to
on immunophenotype and in vitro differentiation
to investigate whether coagulation activation
implement exercise intervention in the treatment
studies, we suggest that CASCs are an intrinsic
upon balloon inflation and stenting is suppressed
of obesity. It starts with a description of the epi-
stem cell population and are not mobilized from
by dabigatran without additional heparin treat-
demiology of obesity, how to execute preparti-
bone marrow or peripheral blood. Indeed, they
ment.
cipation screening in the obese, and the impact
possess a clonogenicity of 16% and express
Methods and results: This phase IIa, explora-
of caloric intake restriction vs exercise training
pluripotency-associated
Furthermore,
tory, multicentre, randomised, open-label study
in obese subjects. Next, a detailed description
compared with cardiosphere-derived cells, CASCs
included 50 stable patients having an elective
of exercise physiology in obesity is provided, fol-
possess an enhanced cardiac differentiation ca-
PCI. Patients on standard dual antiplatelet the-
lowed by motivation techniques, the impact of
pacity. Indeed, differentiated cells express the
rapy (DAPT) were randomised (2:2:1) to either
training modalities on adipose tissue mass loss,
most important cardiac-specific genes, produce
pre-procedural dabigatran 110 mg BID (n=19)
and an exploration of factors related to the he-
troponin T proteins, and have an electrophysiolo-
or 150 mg BID (n=21), as compared to standard
terogeneity of adipose tissue mass loss in the
gical behaviour similar to that of adult cardiomyo-
intraprocedural unfractionated heparin (UFH)
obese when following exercise interventions. In
cytes (CMs). Transplanting CASCs in the minipig
(n=10). Following PCI, a significant increase in
final, the impact of emerging concepts in current
MI model resulted in extensive cardiomyogenic
the levels of prothrombin fragment 1+2 (F1+2)
exercise prescription for the obese, such as exer-
differentiation without teratoma formation.
in the combined dabigatran group was observed
cise in fasting condition, is covered. This book is
Conclusion: We have identified a new human CSC
compared to the level just before the start of PCI
dedicated to healthcare professionals and resear-
population able to differentiate into functional
(159.1 [1.4] pmol/l; geometric mean [gSD]). Le-
chers dealing with obesity patients participating
CMs. This opens interesting perspectives for cell
vels at 0.5, 1.0, 1.5 and 2 hrs after the start of PCI
in exercise interventions. Moreover, this book
therapy in patients with ischaemic heart disease.
ranged from 193.5 (1.4) to 270.6 pmol/l (1.7); (p-
could be a support to anyone with great interest
value for paired analysis=0.015, 0.022, 0.2342,
for exercise physiology and exercise therapy in
genes.
JESSALINEA 31
obesity. (Imprint: Nova Biomedical)
Methods: This is a nationwide cross-sectional
(2:1) to receive 28 weeks of treatment with ei-
ISBN: 978-1-62257-811-5
survey in which all Belgian rheumatologists were
ther IV IFX 5 mg/kg (weeks 0, 2, 6, 12, 18, and
invited to participate. Each rheumatologist could
24)+NPX 1000 mg/d or IV PBO+NPX 1000 mg/d.
include 10 RA patients treated with a biological
In Part II of INFAST, patients who had achieved
Gepubliceerd in Tijdschrift voor Geneeskunde 2012;68:1054-
for at least 6 months.
ASAS partial remission at week 28 continued in
1058
Results: Questionnaires were available from
Part II with no IFX treatment and were randomi-
Jichtartritis: behandelingsstrategieen
257 SC treated patients coming from 37 centers
zed (1:1 ratio) to continue on NPX or to stop NPX
in 2012
and 67 rheumatologists. 37% of patients were
until week 52. The primary study outcomes were
J. Lenaerts, R. Westhovens
treated with Etanercept, 55% with Adalimumab,
ASAS partial remission at week 28 and week 52.
Jichtartritis blijft de meest voorkomende oorzaak
2% with certolizumab, 6% with golimumab. The
MRIs of spine and SI joints at baseline, week 28,
van artritis in België. De laatste tien jaar heeft
mean DAS-28-3-CRP was 2.5, mean DAS28-3-
and week 52 were used to assess active, inflam-
men enerzijds de bestaande medicijnen zoals
ESR was 2.7.
matory lesions. Group differences were analyzed
colchicine, corticosteroïden, niet-steroïde anti-
Focussing on patients under SC therapy, 68 %
descriptively or using Fisher exact tests.
inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) en allo-
administrated their therapy themselves, 7% was
Results: At baseline, mean BASDAI scores (on
purinol beter leren gebruiken en bestaat er naast
given by the partner, 18% by a nurse , 4% by phy-
a 100 mm VAS) were 64.4 (SD=15.37) mm
allopurinol nu een nieuwe xanthine-oxidaserem-
sician, 3% by another family member.
and 63.0 (SD=15.43) mm in the IFX+NPX and
mer, namelijk febuxostat. Anderzijds heeft een
Patients did not inject themselves for the fol-
PBO+NPX arms. At week 28, mean BASDAI sco-
dieper inzicht in de fysiopathologie van jichtar-
lowing reasons: fear (58%), problems with their
res were 7.1 (SD=6.63) mm in the NPX group and
tritis het therapeutische arsenaal gevoelig uit-
hands (37%), other physical problems (4%).
6.2 (SD=6.99) mm in the no-treatment group. At
gebreid. Hierdoor kan men stellen dat, mits een
Delay of therapy did not happen very often. It
week 28, ASAS partial remission was achieved
goede therapietrouw, jichtartritis een te genezen
mostly happened just because the therapy was
by more patients treated with IFX+NPX (61.9%)
reumatische aandoening is. Volledige remissie
forgotten of because of planned journey.
than PBO+NPX (35.3%), P=0.0021. At week 52,
blijft het streefdoel en dit door een verlaging van
Conclusions: SC administration anti-TNF treatment
similar percentages of patients in the NPX and
het serumurinezuur onder de saturatiedrempel
is an important treatment option for RA patients,
no-treatment groups maintained partial remis-
van 6 mg/dl. De bestaande aanbevelingen voor
which can be easily done by self –injection. A re-
sion (47.5 vs 40%). A change from presence
jichtartritis en de richtlijnen om urinezuurverla-
lative lower percentage of self-injection compa-
at baseline to complete absence of lesions at
gende medicatie in te stellen worden besproken.
red to other SC therapy (insulin, heparin) could be
week 28 occurred more often with IFX+NPX
Een goede educatie van de patiënt met aandacht
explained by hand problems.
than PBO+NPX for the SI joint (21.9% vs 3.9%, P=0.0043) and spine plus SI joints (16.2% vs 0%,
voor een niet-farmacologische behandeling blijft
P=0.0016), but not spine alone (29.5% vs 15.7%,
echter ook belangrijk. Bij elke patiënt met jichtartritis is het aangewezen om te screenen naar
Poster presentation
P=0.0764). In Part II, no treatment group diffe-
cardiovasculaire en renale comorbiditeit. Er be-
Presented as oral poster presentation on the American Con-
rences were observed. In descriptive analyses
staan op dit ogenblik onvoldoende argumenten
gress Rheumatology (ACR poster 779) Arthritis Rheumatism
up to week 28, Berlin MRI spine scores improved
om patiënten met asymptomatische hyperuri-
2012;64:Suppl,abstract 779.
only in the IFX+NPX group; SI scores improved
kemie te behandelen met urinezuurverlagende
Changes in Active Inflammatory Lesions
in both groups (Table 1). In Part II, scores were
medicijnen.
Assessed by Magnetic Resonance Ima-
stable or worsened in both the NPX and no-treat-
ging: Results of the Infliximab as First
ment groups (Table 2).
Line Therapy in Patients With Early Ac-
The safety profile was consistent with that of
Poster presentation
tive Axial Spondyloarthritis Trial
other anti-TNF biologics.
Belgisch Congres Reumatologie Brussel sept 2012 (Poster 53)
J Sieper, J Lenaerts, J Wollenhaupt, VI Mazurov, L
Conclusions: Patients with early, active axial
SC treatment in RA patients : results
Myasoutova, S Park, Y Song, R Yao, D Chitkara,
SpA who were treated with IFX+NPX had grea-
from the Be-raise study
N Vastesaeger on Behalf of All INFAST Investi-
ter MRI improvement than patients treated with
Bert Vander Cruyssen², Jan Lenaerts2, Herman
gators
NPX alone. During follow-up, no differences were
Mielants³, René Westhovens4, Patrick Durez5 and
Background: Few studies have evaluated chan-
observed in MRI measures for patients who re-
Dirk Elewaut³ on behalf of the Be-Raise study
ges in active inflammation of spine and sacroiliac
ceived NPX vs no-treatment.
group.
(SI) joints by MRI during long-term treatment for
(1) Department of Rheumatology, Sint Jozef Hospital Bornem,
axial SpA.
OLV Hospital Aalst, Belgium, (2) Department of Rheumatology,
Objectives: To determine whether combination
2012 EULAR Annual European Congress of Rheumatology, Berlin,
Reuma-Instituut Hasselt, Leuven University Hospital, Belgium, (3)
infliximab (IFX)+NSAID therapy is superior to
Germany, June 6-9, 2012
Department of Rheumatology, Ghent University Hospital, Belgi-
NSAID monotherapy for achieving improvement
Ann Rheum Dis 2012;71(Suppl3):247
um, (4) Department of Rheumatology, Leuven University Hospital,
in inflammatory lesions in patients with early, ac-
Double-blind, Placebo-Controlled, 28-
Belgium, (5) Department of Rheumatology, Université Catholique
tive axial SpA and to measure changes in lesions
Week Trial of Efficacy and Safety of
de Louvain UCL, Belgium
during follow-up with either NPX or no treatment.
Infliximab Plus Naproxen vs Naproxen
Introduction: The Belgian Be-raise survey aimed
Methods: Part I of the INFAST study was a dou-
Alone in Patients With Early, Active
to explore how patients experience their current
ble-blind, randomized controlled trial of IFX in
Axial Spondyloarthritis Treated With
treatment with biologicals and correlate this with
biologic-naïve patients 18–48 years of age with
a Submaximal Dose of NSAIDs: Results of
the treating physician’s opinion.
early, active axial SpA. Patients were randomized
INFAST Part I
32 JESSALINEA
J Sieper, J Lenaerts, J Wollenhaupt, VI Mazurov, L
IFX+NPX vs 35% with NPX alone; clear supe-
joints at baseline (week 28) and week 52 were
Myasoutova, S Park, Y Song, R Yao, D Chitkara,
riority of combination therapy over NPX mono-
used to assess inflammation. Patients with flares
N Vastesaeger on Behalf of All INFAST Investi-
therapy was also evident for ASAS-40, but not
(BASDAI ≥30 mm [on a 100 mm VAS] during 2
gators
ASAS-20, response. MRI remission was achieved
consecutive visits within 1–3 weeks) had a final
Abstract
with combination treatment but not NPX alone.
MRI and were discontinued.
Background: Efficacy of anti-tumor necrosis fac-
The safety profile was consistent with that of
Results: In preliminary results, 41 patients were
tor (TNF) therapy in patients with axial spondy-
other anti-TNF biologics.
randomized to NPX and 41 to no treatment in
loarthritis (SpA) has been tested only in patients
Part II of INFAST. Mean Bath Ankylosing Spon-
who are refractory to nonsteroidal anti-inflamma-
dylitis Disease Activity Index (BASDAI) scores at
tory drugs (NSAID) therapy.
2012 EULAR Annual European Congress of Rheumatology Berlin,
the start of follow-up were 7.1 (SD=6.63) mm
Objectives: To determine whether combina-
Germany, June 6–9, 2012
and 6.2 (SD=6.99) mm in the NPX and no-treat-
tion infliximab (IFX)+NSAID therapy is superior
Ann Rheum Dis 2012;71(suppl3):248
ment groups, respectively. At week 52, similar
to NSAID monotherapy for reaching clinical and
A Randomized, Open-Label Study to Ex-
numbers of patients in the NPX group (19/40,
magnetic resonance imaging (MRI) remission in
plore Whether Partial Remission Can Be
47.5%) and the no-treatment group (16/40,
patients with early, active axial SpA who were
Maintained With Naproxen or No Treat-
40.0%) met the ASAS partial remission criteria,
naïve to NSAIDs or had a submaximal dose of
ment in Patients With Early, Active Axial
P=0.6525. Complete absence of lesions on MRI
NSAIDs.
Spondyloarthritis:
was achieved by similar numbers of patients in
Methods: INFAST was a double-blind, rando-
Preliminary Results of INFAST Part II
the NPX and no-treatment groups for combined
mized controlled trial of IFX in biologic-naïve
J Sieper, J Lenaerts, J Wollenhaupt, VI Mazurov, L
spine and SI lesions (2.5% vs 2.5%), SI lesions
patients 18–48 years of age with early, active
Myasoutova, S Park, Y Song, R Yao, D Chitkara,N
alone (7.5% vs 10.0%), and spine lesions alone
axial SpA (Assessment in Ankylosing Spondy-
Vastesaeger on Behalf of All INFAST Investiga-
(50.0% vs 40.0%), all P>0.5. Few flares were
litis [ASAS] criteria, disease duration ≤3 years
tors
experienced by patients during follow-up treat-
with chronic back pain and active inflammatory
Abstract
ment (NPX, 1/40, 2.5% vs no treatment, 3/40,
lesions of the sacroiliac [SI] joints on MRI). Pa-
Background: In patients with axial spondy-
7.5%; P=0.6153). During the follow-up period,
tients naïve to NSAIDs or treated with a sub-
loarthritis (SpA) who have achieved partial re-
1 serious adverse event was reported in the no-
maximal dose of NSAIDs were randomized (2:1)
mission, it is unclear whether continuous treat-
treatment group. No deaths occurred.
to receive 28 weeks of treatment with either
ment with nonsteroidal anti-inflammatory drugs
Conclusions: ASAS partial remission was main-
intravenous (IV) IFX 5 mg/kg (weeks 0, 2, 6, 12,
(NSAIDs) is superior to stopping treatment.
tained at week 52 by 47.5% of patients who
18, and 24)+naproxen (NPX) 1,000 mg/d or IV
Objectives: To investigate whether continued
stayed on NPX therapy and 40.0% of patients in
placebo (PBO)+NPX 1,000 mg/d. The primary
treatment with naproxen (NPX) was superior to
whom all treatment (IFX and NPX) was stopped.
endpoint was the proportion of subjects meeting
discontinuing all treatment in order to maintain
ASAS partial remission criteria at week 28. ASAS-
disease control for 6 months in early, active axial
20 and ASAS-40 responses were also assessed.
SpA patients who were in partial remission af-
Gepubliceerd in BIOPRESERVATION AND BIOBANKING, Volume
Treatment group differences were analyzed
ter 28 weeks of therapy with either infliximab
10, Number 2, 2012, 204;
using Fisher exact tests. MRI lesions of spine and
(IFX)+NPX or placebo+NPX.
voorgesteld op ISBER 2012 Annual Meeting & Exhibits, Westin
sacroiliac (SI) joints were also evaluated.
Methods: Part I of INFAST was a double-blind,
Bayshore Hotel, Vancouver, British Columbia, Canada, May 15-18,
Results: In preliminary results, 106 patients were
randomized controlled trial of IFX in biologic-
2012
randomized to IFX+NPX and 52 to PBO+NPX.
naïve patients 18–48 years of age with early,
Storage Form of Peripheral Blood Com-
At baseline, mean Bath Ankylosing Spondyli-
active axial SpA. Patients were randomized (2:1)
ponents Determines Quality of Extrac-
tis Disease Activity Index (BASDAI) scores (100
to receive 28 weeks of treatment with either
ted DNA and RNA
mm visual analogue scale [VAS]) were 64.4
intravenous (IV) IFX 5 mg/kg (weeks 0, 2, 6, 12,
L. Linsen1,2, M. Meus1, JL. Rummens1,2
(SD=15.37) mm and 63.0 (SD=15.43) mm and
18, and 24)+NPX 1000 mg/d or IV placebo+NPX
(1) Laboratory of Experimental Hematology, Jessa Hospital, Has-
human leukocyte antigen (HLA)-B27–positive
1000 mg/d. In Part II of INFAST, patients who had
selt, Belgium; (2) University Biobank Limburg, Hasselt, Belgium
statuses were 82.1% and 90.4% in the IFX+NPX
achieved Assessment in Ankylosing Spondylitis
Background: Post-storage quality of distributed
and PBO+NPX groups, respectively. At week 28,
(ASAS) partial remission at week 28 continued in
blood component samples and their derivatives
ASAS partial remission, ASAS-40, and complete
Part II of the study with no IFX treatment. These
is affected by various pre-analytical as well as
absence of MRI lesions (spine+SI joints [MRI re-
patients were randomized in a 1:1 ratio to con-
storage factors. The precise nature and impact
mission] and SI joints alone) were achieved by
tinue on NPX or to stop NPX until week 52. Pa-
of these factors has not been studied in detail.
significantly greater percentages of patients in
tients from the 2 treatment arms in Part I were
As a result, blood components are stored in many
the IFX+NPX group than in the PBO+NPX group
equally balanced over the 2 groups in Part II. The
different ways to meet all researchers’ needs.
Serious adverse events were reported in 5 (4.8%)
outcome explored was the proportion of subjects
However, hospital integrated biobanks often
patients in the IFX+NPX group (possibly related
who maintained ASAS partial remission at week
only have limited volumes of blood available for
to study medication in 3 [2.9%] patients) and 3
52; detection of a treatment group difference in
storage. In search of the most versatile procedure
(5.8%) patients in the PBO+NPX group (possibly
this small sample size would require large diffe-
for storage of blood components, we studied the
related in 2 [3.8%] patients). No deaths occurred.
rences (>40%) for statistical significance. Treat-
effect of storage form on the quality of DNA and
Conclusions: 62% of patients with early, ac-
ment group differences were analyzed using Fis-
RNA extracted from frozen buffy coat (BC), red
tive axial SpA reached clinical remission with
her exact tests. MRIs of spine and sacroiliac (SI)
blood cell lysed white blood cell (WBC) pellets
JESSALINEA 33
and WBC suspensions.
In contrast, RNA integrity and PCR performance
hospitalized Belgian children. Tijdschr Belg
Methods: Peripheral blood of healthy volunteers
were already severely affected in short-term sto-
Kinderarts 2012; 14: 34.
was fractionated into BC, WBC pellets and/or WBC
red WBC suspensions, although comparable RNA
suspensions. These were snap-frozen in LN2 and
yields were obtained between storage types.
Deneyer M, De Meirleir L, De Schepper J, Alliet
stored at -80°C for 6 weeks. Subsequently, DNA
Moreover, middle-term storage of BC also resul-
Ph, Vandenplas Y. Verplichting van de neona-
and RNA was extracted and the yield, integrity
ted in degraded RNA compared to WBC pellets,
tale opsporing van aangeboren metabole en
and real-time PCR performance was analysed.
which still yielded high quality RNA after 2 years
endocriene ziekten. Tijdschr Belg Kinderarts
Results: DNA yield per 1000 WBC tends to be
of storage.
2012; 14: 47.
higher when extracted from BC compared to WBC
Conclusions: Qualitative DNA and RNA can be
pellets or suspension, but purity, integrity and
obtained from short-term stored BCs. However,
Coolen C, Alliet Ph. Coeliac disease: a 20 year
PCR performance are comparable between the
storage of WBC as pellets is superior to storage
single-centre experience. Tijdschr Belg Kinder-
3 storage forms. In contrast, although RNA yield
as BC when demanding RNA applications are
arts 2012; 14: 34.
per 1000 WBC is comparable, RNA integrity and
envisioned. Studies to validate the pellet as an
PCR performance is severely affected when sto-
optimal long-term WBC storage type are ongoing.
Alliet Ph, Verellen G, Vandenplas Y, Van Geet C en
red as WBC suspension. Surprisingly, storage of
het college pediatrie. De toekomst van de zie-
cells as BC does not appear to affect RNA quality.
kenhuispediatrie in België.Tijdschr Geneesk
Conclusions: Qualitative DNA and RNA can be
2012; 68: 263-269.
obtained from short-term stored BCs. Studies to evaluate the application of long-term BC storage as valid RNA source are ongoing.
Wetenschappelijke publicaties gerealiseerd vanuit de afdeling Kinder- en Jeugdgeneeskunde 2012
Vijgen S, Alliet Ph, Gillis Ph, Mewis A. Seropre-
Delange K, Quintelier S, Vanoppen A, Van Win-
and adolescents. Acta Gastroenterol Bel 2012;
ckel M, Alliet Ph, et al. Vegetarische voeding.
75: 325-330.
valence of celiac disease in Belgian children
Gepubliceerd in BIOPRESERVATION AND BIOBANKING, Volume
Informatiebrochure voor hulpverleners in
10, Number 5, 2012, A31; voorgesteld op Joint Conference of the
de gezondheidszorg. VVK voedingscel. 2012.
De Swert L, Gadisseur R, Sjölander S, Raes M,
European, Middle Eastern & African Society for Biopreservation
Herwerkte versie.
Leus J, Van Hoeyveld E. Secondary soy allergy in children with birch pollen allergy may cuse
& Biobanking (ESBB) and the Spanish National Biobank Network Granada, Spain, November 7–9, 2012
Alliet Ph, Hauser B, Vanoppen A, Van Winckel M,
both chronic and acute symptoms. Pediatr Al-
Storage Form of Peripheral Blood Com-
Vandenplas Y, et al. Richtlijnen over borstvoe-
lergy Immunol 2012; 23: 117-123.
ponents Determines Quality of Extrac-
ding en kunstvoeding voor zuigelingen van 0
ted DNA and RNA
tot 12 maanden. VVK voedingscel. 2012. Her-
Braeckman T, Van Herck K, Meyer N, Pirçon JY,
L. Linsen1,2, M. Meus1, T. Vanbinst1, J.L. Rum-
werkte versie.
Soriano-Gabarro M, Heylen E, Zeller M, Azou M, De Koster J, Maernoudt AS, Raes M, et al.
mens1,2 (1) Laboratory of Experimental Hematology, Jessa Hospital, Has-
Degreef E, Mahachie J, Hoffman I, Smets F, Van-
Effectiveness of rotavirus vaccination in
selt, Belgium, (2) University Biobank Limburg, Hasselt, Belgium
biervliet S, Scaillon M, Hauser B, Paquot I, Alliet
prevention of hospital admissions for rota-
Background: Hospital integrated biobanks often
P et al. Factors determining therapeutic stra-
virus gastroenteritis among young children
only obtain limited volumes of blood for storage
gegy at diagnosis and evolution of disease
in Belgium: case-control study. BMJ 202; 345:
and subsequent research. Additionally, various
severity in a cohort of pediatric patients with
e4752 doi: 10.1136/bmj.e4752.
pre-analytical as well as storage factors affect
Crohn’s disease. Acta Gastroenterol Belg 2012;
the post-storage quality of blood samples and
75: E03.
Kuppens M, Raes M. Platte rust na verrichten van lumbaal punctie? Tijdschr Belg Kinderarts
their derivatives. Therefore, we are searching
2012; 14:11.
for the optimal storage type of white blood
Degreef E, Hoffman I, Dhaens G, Vanbiervliet S,
cells (WBC) which allows the broadest range of
Smets F, Scaillon M, Dewit O, Peeters H, Paquot I,
downstream molecular applications. To this end,
Alliet P et al. Safety and cost of infliximab for
Borgers H, Meyts I, De Boeck K, Raes M, Sauer K,
we assessed the quality of DNA and RNA ex-
the treatment of Belgian pediatric patients
Proesmans M, Moens L, Jeurissen A, Flamaing J,
tracted after short and middle-term storage of
with Crohn’s disease. Acta Gastroenterol Belg
Peetermans W, Verhaegen J, Bossuyt X. Fold-
frozen buffy coat (BC) erythrocyte lysed white
2012; 75: E10.
increase in antibody titer upon vaccination with pneumococcal unconjugated polysac-
blood cell (WBC) pellets and WBC suspensions. Methods: Peripheral blood of healthy volunteers
Gysemans W, Van Geet C, Janssens E, Alliet Ph.
charide vaccine. Clin Immunol 2012; 145: 136-
was fractionated into BC, WBC pellets and/or WBC
Thrombosis as extra-intestinal complication
138.
suspensions (n¼20). These were snap-frozen in
of Inflammatory Bowel Disease (IBD) in child-
LN2 and stored at -80°C for 2 months or 2 years.
ren. Tijdschr Belg Kinderarts 2012; 14: 35.
their yield, integrity and real-time PCR perfor-
Kuppens M, Raes M. Habit cough. Tijdschr Belg
mance was analyzed.
Kinderarts 2012; 14: 88.
Results: DNA yield, purity, integrity and PCR per-
Raes M.
Bofvaccinatie en allergie. Vaxinfo
2012; 63: 10.
formance were not affected upon short or mid-
Alliet Ph, Uyttendaele M, Devreker T, Muyshondt
dle-term storage in different WBC storage types.
L, Bontems P, Vandenplas Y. Under-nutrition in
34 JESSALINEA
Raes M. Vaccinatie tegen varicella bij kinderen. VaxInfo 2012; 63: 1-4.
Subsequently, DNA and RNA was extracted and
De Schutter I, Tuerlinckx, Vergison A, Raes M,
Smet J, Smeesters P, Verhaegan J, Mascart F, Sur-
Besouw MT, Van Dyck M, Francois I, Van Hoy-
Van Camp JK, Zegers D, Verhulst SL, Van Hooren-
mont F, Malfroot A. Pneumococcal etiology and
weghen E, Levtchenko EN. Detailed studies of
beeck K, Massa G, Verrijken A, Desager KN, Van
serotype distribution in hospitalized child-
growth hormone secretion in cystinosis pa-
Gaal LF, Van Hul W, Beckers S. Mutation analysis
ren with community-acquired pneumonia in
tients. Pediatr Nephrol. 2012 Nov;27(11):2123-
of WNT10B in obese children, adolescents
Belgium. Evaluation by culture, RT-PCR and
2127
and adults. Endocrine. 2012 Oct 27. [Epub
serotype-specific-IgG&IgA serology. Abstract
ahead of print]
Poster No 39. 8th International Symposium on
Gies I, Thomas M, Tenoutasse S, De Waele K,
Pneumococci and Pneumoccal Diseases – ISPPD.
Lebrethon MC, Beckers D, Francois I, Maes M,
Zegers D, Beckers S, de Freitas F, Jennes K, Van
Iguaçu Falls (Brazil) – 2012; March 11-15.
Rooman R, de Beaufort C, Massa G, De Schepper J.
Camp JK, Mertens IL, Van Hoorenbeeck K, Rooman
Insulin sensitivity modulates the growth
RP, Desager KN, Massa G, Van Gaal LF, Van Hul
Strens D, Raes M, Standaert B. Fourth year post-
response during the first year of high-dose
W. Identification of mutations in the NUCB2/
rotavirus vaccination in Belgium: decrease of
growth hormone treatment in short prepu-
nesfatin gene in children with severe obesi-
rotavirus-positive stool samples in hospita-
bertal children born small for gestational
ty. Mol Genet Metab. 2012 Dec;107(4):729-734
lized children. Poster presentation. No 39508.
age. Horm Res Paediatr. 2012;78(1):24-30. Zegers D, Beckers S, Hendrickx R, Van Camp JK,
15th Annual European Congress – ISPOR. Berlin Werckx W, Hasaerts D, Jansen A, Cloet E, De Maes-
Van Hoorenbeeck K, Desager KN, Massa G, Van
schalk D, Van Boxlaer E, Eggers N, Verrycken K, De
Gaal LF, Van Hul W. Prevalence of rare MC3R
Alliet Ph, Uyttendaele M, Devreker T, Muyshondt
Meirleir L. Intercultural differences in compli-
variants in obese cases and lean controls.
L, Bontems P, Vandenplas Y. Undernutrition in
ance to developmental follow-up programs
Endocrine. 2012 Dec 24. [Epub ahead of print]
hospitalized Belgian children. Espghan update
after preterm birth. DMCN. 2012; 54 (suppl 3)
(Germany) 2012; November 5th.
Raes M, hoofdredacteur. Astma bij Kinderen/
2012. Abstract booklet 2012; 93: PO-N-197. Werckx W, Hasaerts D, Jansen A, Dereu I, Royeae-
L’asthme chez les enfants - 3de editie.
Naulaers G, Alliet Ph, Bochner A, Degomme P,
rd E, Van Der Velde K, Van Den Eynde E, Schelpe L,
Denayer E, Dhondt K, François G, Marchand J,
De Meirleir L. Scholastic Achievements in pre-
Alliet Ph, Verellen G, Van Geet C en college pedi-
Ravet F, Van Reempts P. Huidige stand van
term born children. European Academy for
atrie. Visie van het college pediatrie op het
zaken betreffende cardiorespiratoire thuis-
Childhood Disability. DMCN. 2012; 54 (suppl 3)
laatste voorstel van de werkgroep van de NRZV voor herziening van het zorgprogram-
monitoring in het kader van preventie van wiegendood. Tijdschr Belg Kinderarts 2012; 14:
Doggen K, Debacker N, Beckers D, Casteels K,
ma pediatrie. Tijdschr Belg Kinderarts 2012; 14:
17-23.
Coeckelberghs M, Dooms L, Dorchy H, Lebrethon
37-41.
M, Logghe K, Maes M, Massa G, Mouraux T, RoomAlliet Ph. Coeliakie: onbekend is onbemind.
an R, Thiry-Counson G, Van Aken S, Vanbesien J,
Alliet Ph. Samenvatting verslagen vergade-
Tijdschrift Vlaamse Coeliakievereniging 2012; 2:
Van Casteren V. Care delivery and outcomes
ring stuurgroep academie pediatrie (juni-de-
13-15.
among Belgian children and adolescents
cember 2012). Tijdschr Belg Kinderarts 2012;
with type 1 diabetes. Eur J Pediatr. 2012
14: 55-59.
Nov;171(11):1679-1685.
Symposia 2013 Leven na kanker Datum:
zaterdag 20 april 2013
Locatie: Organisatie:
Centrum Duurzaam Bouwen, Heusden-Zolder LOC (Limburgs Oncologisch Centrum)
Ethische click Datum:
zaterdag 27 april 2013
Locatie:
aula campus Salvator, Jessa Ziekenhuis Hasselt
Arm- en handrevalidatie Datum:
zaterdag 28 september 2013
Locatie:
cc De Markthallen, Herk-de-Stad
Life surgery urologie Datum:
zaterdag 23 november 2013
Locatie:
aula campus Salvator, Jessa Ziekenhuis Hasselt
JESSALINEA 35
jessalinea nr 9 - maart 2013 Verantwoordelijke uitgever:
vzw Jessa Ziekenhuis, Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt
Eindredactie:
dienst communicatie Jessa Ziekenhuis, Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt tel. 011 30 82 21, jessalinea@jessazh.be