op
EW
Europa
z’n
mooist
special
N
motor vakanties Verwarmde handvaten Cruise control
Verbeterde aerodynamica Elektrisch instelbaar windscherm Nieuw LCD-instrumentpaneel
Cardanaandrijving Tractiecontrole
Ultrasportief chassis
FJR 1300 AE
18.990 €
Nieuw motormanagement YCC-T elektronische gasklepsturing D-Mode Touring/Sport
Elektronisch instelbare vering met 84 verschillende mogelijkheden
Adviesprijs, inclusief BTW 21%, exclusief afleveringskosten (120 € BTW incl.). Geïllustreerde Akrapovic uitlaat is optie.
Droomreis door de Drôme • Emilia Romagna, waar balsamico-azijn thuis is Bretagne, kusten en cultuur • Het eiland Man, weg van de TT-course Boedapest, parel aan de Donau • Parijs per motor
Voor de dichtstbijzijnde dealer in uw buurt kijk op:
www.yamaha-motor.be
BMW Motorrad
200 GS
The Ultimate Riding Machine
R 1200 RT
000 RR R 1200 GS Adv
600 GT
K 1300 S
50 GS
F 800 R
300 R
G 650 GS Ser
600 GTL
F 800 GS
200 R
F 700 GS
00 Sport
TWEE FERME SMEERLAPPEN. Een actie was nog nooit zo smerig. Bij aankoop van de BMW F 700 GS of BMW F 800 GS krijg je nu een variokofferset én kit handprotectoren voor maar 300 euro! Dat is een voordeel van 800 euro (BTWi).* Deze twee motoren kicken slechts op één ding: grenzeloze off-road actie. Neem nu de ruige BMW F 700 GS, een tiptop uitgebalanceerde waaghals van 75 pk (55 kW) waarmee je ongetwijfeld legendarische avonturen beleeft. Zijn pittig broertje, de BMW F 800 GS, is een rasechte off-road spierbundel en kan met zijn 85 pk (63 kW) moeiteloos elk terrein de baas. Het ophangsysteem speelt immers haarfijn in op elke denkbare omgeving. ABS krijg je er standaard bij. Enkel de intelligente hulpsystemen ASC (Automatic Stability Control) en ESA (Electronic Suspension Adjustment) zijn optioneel. Meer info over deze modellen en acties vind je bij je BMW Motorrad concessiehouder of op bmw-motorrad.be. STANDARD ON ALL MODELS.
C 650 GT
THE F 700 GS AND F 800 GS. UNSTOPPABLE ENDURO.
* actie geldig tot en met 30/06/2014
VOOORWOORD
REDACTIE (persberichten, lezersbrieven,...) Keetberglaan 1b, B-9120 Melsele tel. +32 - (0)3 20 20 100 motoren-toerisme@thinkmediamagazines.be internet: www.motoren-toerisme.be webmaster: Jochen Scheire ADMINISTRATIE - ABONNEMENTEN abo@motoren-toerisme.be www.mannenblad.be (abonnementen)
CORRESPONDENTIE-ADRES NEDERLAND Postbus 4 - 4524 ZG Sluis Onze kantoren zijn geopend elke werkdag van 9 tot 12 en van 13 tot 17 uur BTW BE 0461.983.086 RPR Antwerpen HOOFDREDACTEUR Dirk Gossye EINDREDACTIE Dirk Gossye, Bart De Schampheleire REDACTIE Bart De Schampheleire, Dirk Gossye, Christophe Jardon, Arno Jaspers, motoren-toerisme@thinkmediamagazines.be WERKTEN MEE AAN DEZE VAKANTIESPECIAL Alan Cathcart, Erwin Kennis, Pieter Paques, Nicolas Franckx Lars Wennersheide, Chris Wouters FOTOGRAFIE Philippe Buissin (Imagellan), Joost De Bock (YellowSmile), Joost Demuynck (Photojoost.com), David Stockman, Thierry Dricot VORMGEVING Luk Windels LICENTIES & COPYRIGHTS Frank Vanhove fvanhove@thinkmedia.be SALES DIRECTOR Karen De Ridder kderidder@thinkmedia.be tel. +32 (0)3 20 20 100 SALES MANAGER Olivier Hebbelinck ohebbelinck@thinkmedia.be Direct: +32 (0)320 20 124 GSM: +32 (0)486 27 14 36 MARKETING MANAGER Lieve Nolmans Lnolmans@thinkmedia.be COÖRDINATIE CIRCULATION Ellen Cappelle ecappelle@thinkmedia.be ADMINISTRATIE EN FINANCIËN Christine Vercauteren cvercauteren@thinkmedia.be BANKRELATIES BE 67 7330 5583 8987 KREDEBB VERDELING AMP nv Brussel, Aldipress bv Utrecht De ons meegedeelde persoonsgegevens worden gebruikt om uw (aan)vraag te beantwoorden (abonnementen, wedstrijden, spaaracties, lezersvragen, ...) en worden opgenomen in het adressenbestand van Think Media om u op de hoogte te houden van onze activiteiten. Tenzij schriftelijk verzet mogen uw persoonsgegevens worden doorgegeven aan derden. U heeft steeds het recht op toegang, verbetering en schrapping van deze gegevens. Alle rechten voorbehouden in binnen- en buitenland. Niets van deze uitgave (artikelen, foto’s, publiciteitsmateriaal, zelfs gedeeltelijk) mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever. Lezersbrieven vallen onder de uitsluitende verantwoordelijkheid van de schrijver. De redactie ziet graag elke inzending van beeldmateriaal en teksten tegemoet. Voor ongevraagd ingezonden beeldmateriaal of teksten kan nochtans geen enkele eis gesteld worden. Retourzenden is enkel mogelijk wanneer portkosten ingesloten zijn. Copyright: Think Media, tenzij anders vermeld.
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Maurice Develder, redactieadres.
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers
Reizen,
makkelijker dan je denkt
D
eze vakantiespecial wil niets anders dan aantonen dat reizen per motorfiets één van de makkelijkste en leukste manieren is om je horizon te verbreden. We sprokkelden een aantal reisverhalen samen die deze stelling met verve onderschrijven, niet in het minst omdat je elk van de beschreven regio’s met
wat goede wil in één dag kunt bereiken. Slechts één ervan is van de hand van een professionele reisredacteur, de rest werd neergepend door een freelance testpiloot, een vaste redacteur, een vertaler, een lezer en een freelance routemaker. Om maar te zeggen: per motor op reis gaan is weggelegd voor ieder van ons, ook voor u. Of je nu kiest voor een streek (Bretagne, de Drôme), een stad (Parijs, Boedapest) of een thema (balsamico azijn, de TT races op het eiland Man), het gaat er in elk van die gevallen om dat je er voor kiest om die grote doos met leuke herinneringen nog wat voller te maken. Beschouw deze vakantiespecial 2014 gerust als een amuse-gueule voor uw eigen op stapel staande motorreis, hopelijk geniet u even intens van deze lectuur als van uw vakantietrip!
DIRK GOSSYE
inhoud
is een uitgave van Think Media Magazines verschijnt 12 maal per jaar
4
Bretagne, kusten en cultuur (Fr.)
16
Boedapest, parel aan de Donau (Ho.)
28
Emilia Romagna, waar balsamico azijn thuis is (It.)
40
Droomreis door de Drôme (Fr.)
52
Het eiland Man, weg van de TT-course (B.k.)
64
Vader & dochter door Parijs per motor (Fr.) MOTOREN & TOERISME J UNI 2 0 1 4
3
FRANKRIJK DWARS DOOR BRETAGNE
Een zee van
Bretagne is een reep land die in het uiterste westen van Frankrijk omringd wordt door zee en beroemd is omwille van zijn ruige kusten met daarin verscholen pittoreske baaitjes. Verder rusten er bij elk restaurant wel oesters op een ijsbed of pruttelen vers geplukte mosselen in een pot. En in de prehistorie leefde er een volk dat overal gigantische stenen rechtop in de grond stak…
TEKST EN FOTO’S: Erwin Kennis
S
lierten mist, gevuld met meeuwengekrijs haasten zich over het lege strand. De zee is er even vandoor, het is eb. Schelpenjagers staan her en der aan de rotsen te pulken. Een vrouw komt aangefietst met in haar mandje een baguette. Dat is wat we te zien krijgen van boven op de 1,8 km lange middeleeuwse omwalling die Saint Malo omsluit. In de middeleeuwen gingen stip om tien uur ‘s avonds de zes stadspoorten onherroepelijk dicht en werden er bloeddorstige honden langs de omwalling gestuurd om indringers op afstand te houden. Gelukkig zijn de tijden veranderd. De honden lopen al lang geen
4
JUN I 2014 MOTOREN & TOERISME
rondjes meer, maar hun afbeelding vinden we wel nog terug op de riooldeksels van de stad. Het wandelpad op de muur is een heerlijke plek om in vogelperspectief de stad en de omliggende kuststrook te ontdekken. Auto’s wringen zich door de smalle kronkelstraatjes van de binnenstad langs statige gevels van enorme panden. In de achttiende eeuw werden ze gebouwd door rijke kooplieden en tijdens WO2 werden ze tot puin herschapen door geallieerde bombardementen. En dat verhaal liep een beetje als volgt. De Duitsers zaten net buiten Saint Malo op het schiereiland Cité d’Alet. Ze hadden er binnen de contouren van een middeleeuws fort een netwerk van 32 zwaarbewapende bunkers neergepoot. Van daar uit controleerden ze het reilen en zeilen in de wijde omgeving. Eind 1944 begon het allemaal wat minder op wieltjes te lopen voor de Duitsers. Toen de bewoners van Saint Malo vernamen dat de geallieerden in aantocht waren, trokken ze hun redders tegemoet met de mededeling dat de ‘cité’ vol zat met zwaar bewapende Duitse troepen. De Amerikaanse legerleiding besliste om dat varkentje eens snel te wassen en er werd besloten om een paar bommenwerpers over ‘the city full with Germans’ te jagen. Resultaat: tachtig procent van Saint Malo lag plat. De nazi’s hebben zich waarschijnlijk kostelijk geamuseerd met het gratis vuurwerk dat ze van in hun adelaarsnest op de Cité d’Alet ongehinderd konden volgen. En zo zie je maar, city of cité, het is een wereld van verschil en vooral een pijnlijk misverstand. Met die kennis op zak is het hoog tijd om te vertrekken met het voorwiel
Frankrijk
Dwars door Bretagne
Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
5
Dwars door Bretagne
Frankrijk
Saint Malo
in westelijke richting. De prima asfaltweg loopt soms vlak langs de kust, duikt dan met een scherpe bocht het binnenland in om een paar kilometer verder weer de kustlijn op te zoeken. In de verte piekt een joekel van een vuurtoren door de ochtendmist. Op het einde van dit stukje Bretagne moet Cap FrĂŠhel liggen, een homp rotsig land dat als een reusachtige duim in zee steekt. Ondertussen aarzelt de lucht tussen uitklaren en dichtslibben. Nu en dan werpt de zon wat licht op de rotsen en het oceaanwater, maar het lijkt erop dat de grijze bewolking niet echt van plan is om op te krassen. Jammer, want het kronkelbaantje dat langs de kliffen voert is subliem, maar het uitzicht is vanwege de erwtensoep beperkt. We zetten even de motor langs de kant en turen de diepte in. Goed vijftig meter lager beuken de golven met een doffe dreun tegen de rotsen, het klinkt een beetje als een te zware bas. Wit schuimend water spuit op, wordt meege-
6
jun i 2014 Motoren & Toerisme
Chateau
du
Taureau
Frankrijk
Chateau
du
Dwars door Bretagne
Taureau
Saint Malo
voerd door de wind en komt dan kletterend neer op het granieten gesteente.
Keltisch
voor beginners
Het asfalt krult traag verder van dorp naar dorp en verwijdert zich enkele kilometers van de kust. Het valt onmiddellijk op dat de Bretoenen het liefst van al aan zee wonen, in het binnenland geraakt de bewoning niet veel verder dan wat losse gehuchten. Via Saint-Brieux en Paimpol dringen we dieper Bretagne binnen. En dan de namen van dat kleine grut: Plourhan, Kermaria, Treverec…. en zo kunnen we nog wel even door gaan. Het klinkt allemaal een beetje vreemd en mysterieus en dat is het in feite ook. Het Bretons is van oorsprong een Keltische taal die werd gesproken door de Keltische volksstammen die ongeveer vijfhonderd jaar voor Christus op het schiereiland neerstreken. In het Bretons betekent ‘Plou’ gemeente,
staat ‘ker’ voor huis en ‘tre’ betekent woonwijk of gehucht. Na een dagje rond tuffen belanden we uiteindelijk in Perros-Guirec. Als een jachthond bij het haardvuur, zo kronkelt Perros zich rond de baai die afgezoomd wordt door een wit zandstrand. Het is eb, vissersboten en pleziervaartuigen liggen in een onnatuurlijke houding in het zand. Het lijkt wel of ze kramp hebben en niet meer overeind geraken. Dat doen ze uiteindelijk wel als het water opkomt en het vloed wordt. Trouwens, eb en vloed zorgen hier voor zomaar eventjes veertien meter niveauverschil, een Europees record. Perros voelt aan als een typisch Bretoens kustplaatsje waar je gelukkig zou kunnen zijn zonder daar al te veel moeite voor te hoeven doen. Precies wat we nodig hebben, we gaan hier onder zeil. De volgende morgen worden we gewekt door straatkabaal. Het is markt, leuk! De kraampjes puilen uit van het lekkers dat de zee in petto heeft.
Krabben pikkelen rond in een plastieken bak, mosselen worden met een grote schep in draagtasjes gemikt. Oesters rusten in een bak water, wachtend tot iemand ze op de kop tikt. Letterlijk dan. “Hoor je een ‘toktok’ geluid, wanneer je twee oesterschelpen tegen elkaar tikt, dan zijn ze vers”, zegt een kenner. Prima, weer wat bijgeleerd. Tijd om de kust af te schuimen, maar dan wel met de motor. We tuffen langs de kustweg die van Perros naar Trébeurden loopt. Een dun asfaltlint slingert langs rotsen en kliffen en heeft alle moeite van de wereld om zich honderd meter recht te houden. Het baantje loopt als een reusachtige wenteltrap met sierlijke bochten naar een plateau dat een meter of vijftig boven de oceaan uitsteekt. ‘La Corniche Bretonne’ hebben de Fransen het stukje weg genoemd. En inderdaad, het is alsof je vanuit een gigantische dakgoot naar het landschap kijkt. Ter hoogte van Ploumanach buigen we af naar Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
7
Dwars door Bretagne
8
jun i 2014 Motoren & Toerisme
Frankrijk
FRANKRIJK
DWARS DOOR BRETAGNE
Het kronkelbaantje dat langs de kliffen voert is subliem. We zetten even de motor langs de kant en turen de diepte in. Goed vijftig meter lager beuken de golven met een doffe dreun tegen de rotsen, het klinkt een beetje als een te zware bas.
MOTOREN & TOERISME J UNI 2 0 1 4
9
Dwars door Bretagne
Frankrijk
zeeniveau. Granietrotsen met alle kleurschakeringen tussen rose en licht purper liggen er schijnbaar kwansuis uitgestrooid in het water. De rotsformaties worden van elkaar gescheiden door kleine inhammen. Het doorzichtige, blauwe water likt met kleine golfjes aan het parelwitte zand. De merkwaardige rotsen hebben namen zoals het konijn, de schildpad en de olifant. Het is een heerlijke plek waar de tijd ongemerkt voorbij glijdt.
10
jun i 2014 Motoren & Toerisme
Kuifje We trekken verder in westelijke richting. We verlaten de kust en klieven door een stukje Bretoens binnenland. Ter hoogte van Morlaix komen we weer boven water. In de verte zien we de contouren van een fort dat als de boeg van een gestrand schip in zee steekt. We rijden tot Carentec, tillen de motoren op de middenbok en steken van wal, letterlijk dan. We schepen in voor een boottochtje naar het fort. Eveneens aan
boord: een bende joelende schoolkinderen. Als de kapitein en tevens gids ‘bonjour, bienvenue à bord’ in de micro brult wordt het stil. Eerst heeft hij het over de veiligheid aan boord, maar dan gaat hij verder over een eilandje met een vuurtoren en één huisje. Het eiland ligt op nauwelijks honderd meter van ons aan bakboordzijde. En dan heeft de kapitein het plots over Tintin. We leren dat Hergé zich door L’Ile Noir liet inspireren voor het Kuifje album ‘De Zwarte
Frankrijk
Rotsen’. De kinderen aan boord zijn één en al oor. Iets later vaart de boot recht naar het ‘Chateau du Taureau’. Het ovalen fort werd halfweg de zestiende eeuw op een rots midden in zee gebouwd. De relatie tussen de koninkrijken Frankrijk en Engeland ging er serieus op achteruit, de Fransen vreesden dat er oorlog zou van komen en startten met de bouw van een reeks forten langs de kust en op rotspartijen in zee om de havens te beschermen. Ondertussen schuurt de boot langs de aanlegsteiger. Via de neergelaten ophaalbrug stappen we het fort binnen en neemt een gids ons onmiddellijk op sleeptouw. We stappen door de halfmaanvormige binnenplaats waar al de slaapvertrekken van de soldaten op uit geven. We komen aan de weet dat het fort zijn huidige vorm kreeg aan het einde van de zeventiende eeuw toen Vauban, de architect van Louis XIX, het oorlogsbolwerk moderniseerde. We trekken naar de verdieping waar de officieren sliepen om dan langs een wenteltrap op het dak te belanden. Een muur van wel anderhalve
meter dikte staat op de rand van het dak, overal zijn er schietgaten aangebracht. De verroeste loop van de kanonnen wijst nog steeds naar Engeland. Als even later de kapitein van het bootje het fluitsignaal geeft, weten we dat hij dadelijk terug richting vasteland afvaart en haasten we ons aan boord. Terug aan wal starten we meteen de motoren en rijden nog verder naar het westen. Gewestweg D58 loopt over een baai die door het getij werd drooggelegd en buigt dan af naar een schiereiland. Op het einde van het land ligt Roscoff. We rijden het stadje in en stallen de motoren aan de haven. Vissers zijn in de weer met de reparatie van hun netten, houten sloepen met onuitspreekbare Keltische namen krijgen een likje verf. We klimmen op de kaaimuur. Op een flinke steenworp ligt Ile de Batz, een eiland van een paar vierkante kilometer dat vooral tijdens de zomermaanden flink in trek is bij dagjesmensen. Horden wandelaars en fietsers met een overvolle picknick mand schepen dan in voor een boottochtje, op zoek naar rust
Dwars door Bretagne
op één van de vele zandstrandjes die afgezoomd worden door subtropische vegetatie.
Motor
in de kerk
Verder slokt Roscoff niet al te veel van onze tijd op. We starten de motoren en rijden naar het Bretoense hinterland. Een geel weggetje loopt van Morlaix in een kronkelpatroon naar het zuiden. Gaandeweg wordt het landschap desolater. Er is nauwelijks bebouwing met als gevolg dat ook de wegen er zo goed als verlaten bij liggen. Een ideaal moment om even flink aan het gashendel te draaien. In een rotvaart scheuren we door een natuurkader van weiden omgezoomd met stroken bos. Achter een flauwe bocht duikt plots een ruïne op. Het is warempel een kerk. Grijze, verweerde stenen muren staan kaal in een rechthoek, het dak heeft reeds de geest gegeven. Je kunt als kerkganger rechtstreeks naar de hemel kijken. We besluiten om de motor pal in de middenbeuk van de kerk te plaatsen voor een unieke foto. Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
11
Dwars door Bretagne
Frankrijk
De weg langs de Cote Sauvage zorgt voor een heerlijke rit vol met motorplezier. De kustweg slingert heen en weer door groene duinen van helmgras. De zee is nooit veraf, golven rollen over het strand of slaan te pletter op de rotsen. En zo is er altijd wel wat te zien. Kortom, het is wellicht ĂŠĂŠn van de leukste stuurwegen die Bretagne rijk is.
12
jun i 2014 Motoren & Toerisme
Frankrijk
Dwars door Bretagne
Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
13
Dwars door Bretagne
Huelgoat
14
Frankrijk
We tuffen verder en na enkele kilometers komen we in Huelgoat. Dat kan worden vertaald als ‘hooggelegen bos’. Huelgoat, heeft een dorpsplein zoals een Frans dorpsplein er hoort uit te zien met een kerk, het gemeentehuis, de Tabac winkel, de boulangerie en een oude mannetjesbank onder een boom. Tot daar het gewone deel. Het ongewone, zeg maar mystieke gedeelte van Huelgoat bevindt zich in het bos dat onmiddellijk achter de laatste huizenrij begint. We trekken even te voet op verkenning en verdwalen bijna meteen in de vreemde mix van grote rotspartijen en dichte begroeiing. Rotsen -sommige zo groot als een huis- liggen schots en scheef op en onder elkaar. Het lijkt alsof één of andere reus ze achteloos heeft uitgestrooid, niet beseffend dat het achteraf wel eens de uitgelezen schuilplaats konden zijn voor de duivel. De rotsen zijn begroeid met felgroen mos. Een smal wandelpad wurmt zich tussen de granietblokken. We dringen nog wat verder door tot we op het plaatje jun i 2014 Motoren & Toerisme
‘Grotte du Diable’ stoten. Via een verankerd metalen laddertje geraak je tot in een grot waar een riviertje tussen de stenen sijpelt. Of zou het de duivel zijn, die tussen zijn tanden sist? Genoeg mystiek, we keren terug naar de motoren en trekken verder. Ter hoogte van Carnac komen we uit op de Atlantische Oceaan. We rijden in een rechte streep naar het Presqu’Ile De Quiberon. Het schiereiland steekt als een neerwaarts gerichte duim in zee. De kustweg langs de Cote Sauvage zorgt voor een heerlijke rit vol met motorplezier. De kustweg slingert heen en weer door groene duinen van helmgras. De zee is nooit veraf, golven rollen over het strand of slaan te pletter op de rotsen. En zo is er altijd wel wat te zien. Kortom, het is wellicht één van de leukste stuurwegen die Bretagne rijk is.
De Prehistorie Vanuit Quiberon is het slechts een dozijn kilometer tot in Carnac. De badplaats mag dan wel een schitterend zandstrand heb-
ben, de meeste bezoekers komen om stenen te bewonderen. De naam Carnac stamt af van het Keltische woord ‘karn’, wat steen of rots betekent. Niet zomaar stenen natuurlijk, maar wel dolmen en menhirs. Op de weidegronden net buiten de stad staan de menhirs rijen dik. Vermoedelijk zijn de stenen monumenten, verbonden met prehistorische rituelen waarin zon en maan een belangrijke rol speelden. In het totaal tel je er ongeveer 2600. Dankzij de menhirrijen groeide Carnac uit tot het symbool van de prehistorie en wordt het in één adem genoemd met het Britse Stonehenge. We lopen een toertje tussen de stenen. Het is een vreemde plek. Het lijkt er op alsof je per ongeluk een draaideur naar de prehistorie genomen hebt en je elk moment op Obelix kan botsen. Het laatste deel van onze Bretagne toer loopt via Vannes naar de boorden van de Golfe Du Morbihan. De baai is bezaaid met eilandjes die allemaal hun best doen om er in het licht van de avondzon op hun best uit te
FRANKRIJK
DWARS DOOR BRETAGNE
VanneS
, Michelin kaart Toestemming nr 08-B-09.
zien. Een smal baantje loopt parallel met het water. Wat kan je als motorrijder nog meer wensen? Een glaasje rosé op een terrasje, langs datzelfde water misschien… •
Download de route als gdb- bestand voor GPS op www.demotorsite.be
PRAKTISCHE
INFORMATIE
Afstand Brussel - Saint Malo: 640 km, waarvan 600 op de snelweg. Waar slapen? Saint – Malo: Hotel Chateaubriand (met garage voor de motor) www.hotel-chateaubriand-st-malo.com Perros – Guirec: Hotel Les Costans (afgesloten parking voor de motor), www.hotel-les-costans.fr Carnac: Hotel Le Tumulus (parking, maar niet afgesloten), www.hotel-tumulus.com Beste periode? Juni en september. Te mijden: hoogseizoen (van 14/7 tot 31/8) Algemene informatie: www.tourismebretagne.com Toeristische Dienst van Frankrijk in België: Louizalaan 222, te 1050 Brussel,
©
www.be.rendezvousenfrance.fr, info.be@atout-france.fr MOTOREN & TOERISME J UNI 2 0 1 4
15
Parel
aan de
Hongarije Boedapest
Donau
Er zijn zo van die reisbestemmingen waar je nooit op uitgekeken raakt, steden of regio’s waarvan je weet dat ze je telkens weer iets nieuws te bieden hebben. Voor mij hoort de Hongaarse hoofdstad Boedapest thuis in dat rijtje omdat ik er kan terugkeren naar een vorig leven en er mijn nooit aflatende nieuwsgierigheid naar alles wat met Hongarije te maken heeft kan bevredigen.
Tekst: Nicolas Franckx / DG Foto’s: Philippe Buissin – Imagellan
D
e uitdrukking ‘terugkeren naar een vorig leven’ mag je gerust met een korrel zout nemen, ik leef echt niet in de waan dat ik de reïncarnatie ben van een Magyaarse nomade die duizend jaar geleden neerstreek op de uitgestrekte vlaktes langs de Donau. Evenmin kreeg ik eeuwen terug af te rekenen met Mongoolse of Ottomaanse veroveraars noch reken ik mezelf tot een uitstervend ras gevangen tussen Slavische en Germaanse volkeren. Wel had ik het geluk meteen na mijn studententijd drie jaar in Zuid-Moravië – Tsjechië te kunnen lesgeven, het amper 250 kilometer verder
16
jun i 2014 Motoren & Toerisme
gelegen Boedapest was de gedroomde bestemming voor een goed gevulde en uitdagende minitrip. Dichtbij en toch exotisch, gezegend met een bruisend nachtleven, rustgevend met z’n vele thermale baden en parken, gastronomisch hoogstaand en met zijn uitgestrekte boulevards toch aantrekkelijk voor de sportieve wandelaar.
Veel Het is altijd gemakkelijk om een reisverslag over een bepaalde stad te verpakken onder de titel ‘stad met vele gezichten’, maar wat Budapest betreft mag je met een gerust hart gewag maken van twee compleet verschillende persoonlijkheden. Op de heuvel aan de noordelijke oever van de Donau vind je het oude stadsdeel Buda dat uitkijkt over het lagergelegen handelscentrum Pest. Deze twee totaal van elkaar verschillende entiteiten werden in 1873 bij elkaar gevoegd, maar ook anderhalve eeuw later voel je meteen dat er een heel andere sfeer heerst aan beide zijden van de blauwe rivier. In Buda vergapen toeristen met wat meer culturele bagage zich aan de vele musea, oude gebouwen, forten en kerken terwijl ze en passant ook kennis nemen van de liederlijke levensstijl van de Hongaarse bourgeoisie in hun statige villa’s met dikke berlines op de oprit. In Pest viert het op uitgaan en shoppen gerichte toerisme hoogtij, met de uit zijn voegen barstende Vaci Utca-boulevard als commerciële ader en de immer druk bevolkte promenade langs de Donau. Een goede raad: wil je deze stad leren kennen, laat dan de motor achter bij het hotel en gebruik de benenwagen. Het verkeer is de hele dag door razend druk, zowel in de hoofdstraten als in de belendende steegjes en het grondplan van de stad bestaat uit een wirwar van straatjes
Hongarije
Boedapest
Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
17
Boedapest
Hongarije
en pleintjes met eenrichtingsverkeer dat je alle kanten uit stuurt. Word je te moe dan neem je gewoon de metro of slenter je traag terug teneinde je spijsvertering een handje toe te steken. Want weet één ding: in Hongarije is eten een kwestie van lekker en vooral veel. De porties die je op restaurant krijgt voorgeschoteld nemen soms monsterlijke afmetingen aan. De enorme lappen vlees zijn bijna altijd gepaneerd en worden geserveerd met dikke jus, aardappelen én rijst, terwijl het bier per halve liter in de stenen kruiken vloeit. Wie zinnens is op dieet te gaan heeft in Boedapest niets te zoeken, zoveel mag duidelijk zijn…
18
jun i 2014 Motoren & Toerisme
Sissi
yes!
We hebben ons eerste wandeldagje achter de rug en voelen de rechterhand alweer kriebelen, klaar om terug aan de slag te gaan op twee wielen. De 1400 kilometer tussen Brussel en Boedapest die we eergisteren overbrugden aan boord van de VFR 1200 zijn ondertussen al vergeten en een rustig ritje in de buurt zien we helemaal zitten. Ons eerste doel is het onooglijke stadje met onnozele naam Gödöllö. Je zou er zo voorbij rijden mocht hier geen in de 18e eeuw gebouwd kasteel staan. Op zich nog niet opzienbarend, maar wel als je weet dat het kasteel in de 19e eeuw als trouwcadeau aan keize-
rin Elisabeth en haar kersverse echtgenoot François-Joseph werd geschonken. Rinkelt er nog geen belletje, weet dan dat die Elisabeth niemand minder is dan keizerin Sissi, naar verluidt in het echt nog mooier en edeler dan Romy Schneider die haar personage neerzette in de aan haar gewijde film. Sissi was één van de vurigste pleitbezorgers voor meer onafhankelijkheid voor de Hongaren en ze wordt hier dan ook aanzien als een nationale heldin. Maar ook zonder in ‘Sissimanie’ te vervallen kan je genieten van het vele moois dat hier te zien valt, zoals het enige barokke theaterzaaltje in heel het land en de prachtig aangelegde tuinen.
Hongarije
Goed
gevuld dagje
Na dit cultuurbad is het tijd voor wat snediger vertier, zoals een bezoekje aan de Hungaroring. Het 4,38 kilometer lange circuit in de buurt van Mogyoród werd halverwege de jaren ’80 gebouwd op vraag van F1-goeroe Ecclestone nadat die tevergeefs had geprobeerd ‘zijn’ Formule 1 aan de Russen te slijten. Satellietstaat Hongarije toonde zich iets toeschietelijker en het circuit werd in een recordtempo klaargestoomd om er in 1986 de eerste ‘communistische’ F1Grand Prix te verwelkomen. Wanneer wij er passeren ligt het complex er zo goed als verlaten bij, we horen enkel een paar auto-
motoren brullen in de verte. Navraag leert dat er in de komende dagen geen vrije ritten voor motoren zullen zijn, dus we laten het plan om het vermeend verraderlijke en hobbelige circuit per VFR te verkennen, varen. Liever dan ons in het zweet te werken met een combi om het lijf gaan we verfrissing zoeken in één van de vele publieke zwembaden. Je kunt er in de meeste gevallen een sauna afwisselen met een koude douche, een hammam-sessie combineren met een bubbelbad om dan nog een paar baantjes te trekken. Of omgekeerd. We verkiezen het wat drukkere Népliget boven het stijfdeftige Hotel Gélert en kopen een ticket dat recht
Boedapest
geeft op vier uur non-stop waterpret. Om de goed gevulde dag af te sluiten zoeken we een cukraszda – een theehuis – in de buurt van ons hotel en bestellen er de specialiteit van het huis: een galuska. Dat is een luchtige cake gevuld met confituur, vanillecrème en chocoladesaus met daardoor krenten gemengd. Yummie!
Vedetten,
koningen en presidenten De volgende dag leiden onze omzwervingen ons naar wat gemeenzaam de ‘Donaubocht’ wordt genoemd. Hier verandert de rivier abrupt van stroomrichting, Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
19
Boedapest
Hongarije
De 4,38 kilometer lange Hungaroring werd halverwege de jaren tachtig gebouwd op vraag van F1-goeroe Ecclestone nadat die tevergeefs had geprobeerd ‘zijn’ Formule 1 aan de Russen te slijten. Satellietstaat Hongarije toonde zich iets toeschietelijker en het circuit werd in een recordtempo klaargestoomd om er in 1986 de eerste ‘communistische’ F1 Grand Prix te verwelkomen.
20
jun i 2014 Motoren & toerisMe
Hongarije
Boedapest
Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
21
Boedapest
22
Hongarije
jun i 2014 Motoren & Toerisme
Hongarije
Boedapest
Op de heuvel aan de noordelijke oever van de Donau vind je het oude stadsdeel Buda dat uitkijkt over het lagergelegen handelscentrum Pest. Deze twee totaal van elkaar verschillende entiteiten werden in 1873 bij elkaar gevoegd, maar ook anderhalve eeuw later voel je meteen dat er een heel andere sfeer heerst aan beide zijden van de blauwe rivier. in plaats van noord/zuid kiest hij hier voor een oost/west-traject. De regio is uitbundig groen en rijk aan toeristische bezienswaardigheden terwijl je voortdurend getrakteerd wordt op prachtige panorama’s. Onze eerste stop plannen we in mooie Szentendre, genoemd naar de beschermheilige Saint-André. Tijdens het interbellum groeide het dorp uit tot het favoriete plekje van een aantal toonaangevende kunstenaars, waardoor ook communistische partijbonzen zich geroepen voelden om hier een optrekje neer te poten. Vandaag de dag wordt hun plaats ingenomen door welgestelde industriëlen, vedetten en politici waardoor het centrum soms de allures aanneemt van een soort Saint-Tropez aan
de Donau, inclusief paparazzi en ronkende Italiaanse bolides. Twintig kilometer verder parkeren we de Viffer op het marktpleintje van Visegrad, een Slavische naam die verwijst naar het hoog op de heuvel gelegen kasteel. De weg ernaartoe leent zich perfect voor een heuvelklim, maar de kans is groot dat je die moet afwerken in het zog van de zoveelste walmende – en lompe en trage! – toeristenbus. De eerste bewoners van Visegrad arriveerden hier rond het jaar 1000 en bouwden een fort waardoor ze de oprukkende Mongolen een halt konden toeroepen. In de 14e eeuw kreeg Visegrad hoog bezoek, meer bepaald van de koningin van Hongarije, Polen en Bohemen tekenden hier
een niet-aanvalsverdrag dat stand hield tot in de 16e eeuw. Toen viel het land ten prooi aan de Turkse invallers en het kasteel bleef vernield achter, tot in de 19e eeuw beslist werd het bouwwerk te restaureren. De glorie van weleer is wel degelijk terug van weggeweest, getuige het recente (handels) akkoord dat hier door de presidenten van dezelfde drie landen werd getekend.
Laatste
loodjes
Onze volgende halte leidt ons naar de stad Esztergom, alweer zo’n historisch belangrijke plaats in Hongarije. Het belangrijkste gebouw van de stad werd ook hier hoog op een heuvel neergepoot, maar het betreft deze keer geen kasteel of fort. Je Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
23
Boedapest
24
Hongarije
jun i 2014 Motoren & Toerisme
Hongarije
Boedapest
De volgende dag leiden onze omzwervingen ons naar wat gemeenzaam de ‘Donaubocht’ wordt genoemd. Hier verandert de rivier abrupt van stroomrichting, in plaats van noord/zuid kiest hij hier voor een oost/west-traject. De regio is uitbundig groen en rijk aan toeristische bezienswaardigheden terwijl je voortdurend getrakteerd wordt op prachtige panorama’s.
Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
25
Boedapest
Hongarije
vindt hier de grootste basiliek van het land, opgericht in de 19e eeuw om God en klein Pierke er aan te herinneren dat Esztergom gedurende 240 jaar – van 972 tot 1242 – fungeerde als hoofdstad van Hongarije en dat de hier geboren koning Stephanus I (975 – 1038) de eerste tot het christendom bekeerde vorst van het land was. Wie wat verkoeling zoekt in de zomer of zich wil opwarmen in de winter zal blij zijn vast te stellen dat de inkom van de basiliek gratis is. Alleen bepaalde delen zoals de crypte zijn betalend, maar hedonisten als we zijn, houden we ons geld liever op zak om onszelf de laatste avond nog eens te
26
jun i 2014 Motoren & Toerisme
trakteren op een flinke braspartij. Dat betekent: motoren aan de ketting op de parking en afdalen naar de metrostellen richting centrum. Veel trappen hoef je daarvoor niet te nemen want de ondergrondse van Boedapest is op die van Londen na de oudste van Europa wat impliceert dat er niet echt diep werd gegraven. Een aantal van de oudste perrons zijn prachtig gerestaureerd en werden terecht opgenomen bij het Unesco werelderfgoed. Wat de rest van die avond bracht is niet echt geschikt voor publicatie, het volstaat te zeggen dat we de volgende dag niets anders deden dan wat rondlummelen in de
overdekte grote markthal aan Fövám Ter om er wat souvenirs en wat licht verteerbare spullen te kopen. Zoals eerder gezegd: er zijn van die plaatsen waar je elke keer weer met plezier naar terugkeert, en deze parel aan de Donau is er vast en zeker één van! •
Praktische
info
Aanrijroute: de afstand Brussel – Boedapest bedraagt 1350 kilometer als je over Oostenrijk gaat, 1450 kilometer als je via Tsjechië rijdt. Moeilijk haalbaar op één dag, een overnachting met bijhorend city-tripje in Praag of Salzburg is veel leuker.
Hongarije
Boedapest
Vignetten: Motorfietsen zijn vrijgesteld van
Verkeer: Met de verkeersveiligheid neem je
voor een euro. Geld afhalen kan in eender
vignetplicht in Tsjechië en Slovakije, maar niet
best geen loopje in het land van János Áder.
welke bankautomaat met een gewone Maestro-
in Oostenrijk en Hongarije. Het vignet voor
Radarcontroles bij de vleet en nultolerantie
kaart, dit zonder al te hoge bankkosten.
toegang tot de Hongaarse autostrades met
voor wat betreft het rijden met een glaasje
Overnachten: Aan hotels en B&B’s geen
een looptijd van een week (€ 5,25) of een
op, net als in heel Centraal-Europa. U bent
gebrek in Boedapest, wij verbleven in hotel
maand (€ 17,50) kan je online aankopen via
gewaarschuwd!
Manzard Panzio en betaalden er 35 euro per
www.motorway.hu.
Geld: De munteenheid in Hongarije is de Forint
persoon per nacht voor een tweepersoonska-
(HUF), daarvan krijg je er ongeveer 300 in ruil
mer met ontbijt. Zie www.manzardpanzio.com.
Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
27
ITALIË Door De buik van italië
ZO DE ZOMER Tussen de Adriatische Zee en de Apennijnen vormt de regio Emilia-Romagna de buik van Italië. En zeg je ‘buik’, dan denk je meteen ook aan lekker eten zoals daar zijn Parmaham en parmezaankaas op smaak gebracht met een dressing op basis van balsamico azijn. Stefan Meyer en Lars Wennersheide doorkruisten de regio die bij wieleren motorsportfans flink wat emoties losweekt.
TEKST: Lars Wennersheide VERTALING: Bart De Schampheleire FOTO’S: Stefan Meyer
Z
ijn wil is wet in de ‘Osteria Pedroni’ in het amper tien huizen grote dorpje Rubbiara di Nonantola waar de straatjes zo nauw zijn dat onze dikke BMW zescilinders er met moeite doorheen geraken. Nogal logisch dat de ouderlingen van het dorp ons van achter hun glaasjes grappa in de bar na staren. Ondanks de beperkte omvang van het dorpje moet je wel aandachtig zijn om niet aan de Pedroni voorbij te rijden. Achter de halfgesloten deuren heerst Italo, een kleine man met sneeuwwitte haren en een gedemodeerde hoornen bril. Hij spreekt langzaam, maar vult met zijn bescheiden postuur en ingehouden bewegingen toch probleemloos elke ruimte waarin hij opduikt. Iedereen luistert ook naar hem: Alberto die zich over de wijnranken ontfermt, schoondochter Fabrizia die samen met zoon Giuseppe bijspringt waar de werkdruk het hoogst is en ook de mama des huizes, Franca, luistert wanneer Italo spreekt. Franca kraakt buiten onder een moerbeiboom de noten waarmee ze het gerecht van vanavond zal afwerken. Want wat de pot schaft, daarover regeert La Mama. En in deze streek kookt La Mama nog net
28
Jun i 2014 MOTOREN & TOERISME
Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
29
Door de buik van Italië
ITALIË
iets beter dan in de rest van Italië want hier vind je de beste recepten van de hele laars. Alleen al daarom zou Mama Italia eigenlijk Emilia als voornaam moeten hebben.
Traditioneel In de achtergrond puft een oude tractor die een bijzonder sportieve merkbadge draagt, maar van een sportief tempo is bij deze Lamborghini beslist geen sprake. Halfweg de vorige eeuw stonden de zevenjarige Italo en zijn net weduwe geworden moeder er alleen voor om de familietraditie van landbouwer, wijnbouwer, likeurproducent, grappastoker en azijnmaker in stand te houden. Italo werd een duidelijke richting uit gestuurd en hij zal het je niet kwalijk nemen als je hem omschrijft als ‘traditioneel’ of ‘van de oude stempel’. Aan moderne frivoliteiten heeft hij een broertje dood, zijn Fiat heeft zijn beste dagen al lang gehad en de mobiele telefoons van de gasten worden tijdens hun verblijf achter slot en grendel bewaard. ‘Kwaliteit vereist tijd en rust’, die instelling heeft er voor gezorgd dat Italo uitgegroeid is tot de azijnkoning. Hij is momenteel immers de hoogst gedecoreerde fabrikant van Aceto Balsamico Tradizionale di Modena. Er hangt een bijzonder parfum in de loggia, je associeert de lucht met de geur van wijnranken hoewel er iets heel onherkenbaars in zit. Een aangename, zuidelijke geur die niet overstemt, maar wel aanwezig is. Als dessert krijgen we ‘Gelato di Crema con Aceto Balsamico 7 Anni’ geserveerd of in het Nederlands: vanille-ijs besprenkeld met zeven jaar oud balsamico azijn. Azijn hoort hier bij elke gang van de maaltijd zoals een moderne zescilinder fijne motorolie behoeft. Qua looks en textuur komen de fijne motorolie en balsamico azijn trouwens dicht bij mekaar in de buurt. Vergelijk de azijn van Italo in ieder geval niet met de rommel die je in een warenhuis vindt, het is alsof je een Lada met een Ferrari zou vergelijken. Ferrari’s die overigens hier niet zo ver vandaan in Maranello gebouwd worden. Azijn van Italo is gelukzaligheid op je lepel, een ongelooflijke mix van zuren en intense zoete smaken. Over het vanille-ijs geserveerd smaakt deze azijn naar karamel. Amore, Mamma Italia!
Kelder
of zolder?
Maar waar komt dit vloeibare goud dan vandaan want op deze nazomerdag speuren we vergeefs naar iets wat op een wijnkelder lijkt. “De Acetaia is de plaats waar het azijn rijpt”, vertelt Giuseppe terwijl hij ons meetroont naar de zolder waar de lucht zo dik is dat ademen lastig wordt. De luchtvochtigheidsgraad is zo hoog dat je de nattigheid bijna met de hand uit de
30
jun i 2014 Motoren & Toerisme
ITALIË
Hoe druivensap in de vaten verandert in balsamico azijn is zowel voor wetenschappers als ambachtslui een vraagstuk, al weten Italo en co wel perfect wat ze moeten doen om een product van topkwaliteit af te leveren. lucht kunt plukken. “Anders dan bij wijn zijn de temperatuurschommelingen onder het dak ideaal om de azijn te laten verouderen. In de zomer kan het vlak onder het dak ruim veertig graden warm worden terwijl het hier in de winter lichtjes vriest”, meldt Giuseppe als we ons een weg banen door de vaten die in rijen van een zestal stuks achter mekaar staan, netjes gerangschikt volgens formaat. In de grote vaten krijgt de azijn zijn juiste zuurtegraad, in
de middelgrote tonnen begint het rijpingsproces en in de kleinste vaten veroudert de azijn. Alle vaten hebben een opening die net groot genoeg is om de proeflepel vrije doorgang te bieden, het gat wordt slechts met een dun doek afgedekt opdat het vat en zijn inhoud met de omgeving zou kunnen interageren. Net zoals bij de sherry in Spanje wordt ieder jaar in februari of maart een beetje azijn uit de kleinste vaten getapt voor consumptie waarna een
Door de buik van Italië
hoeveelheid azijn van de grotere naar de kleinere vaten wordt overgeheveld. Op die manier wandelt de azijn van vat naar vat om uiteindelijk na minstens twaalf hete zomers en evenveel koude winters in het kleinste vaatje terecht te komen, klaar om gedegusteerd te worden. “Hoe ouder de azijn, hoe intensiever, romiger en dieper de smaak”, weet Giuseppe, maar naar wat er zich echt in de vaten afspeelt heeft iedereen het raden. Hoe balsamico azijn in de vaten verandert is zowel voor wetenschappers als ambachtslui een onopgelost vraagstuk, al weten Italo en co wel perfect wat ze moeten doen om een product van topkwaliteit af te leveren. De passage door de Po-vlakte is voor motorrijders vaak een noodzakelijk kwaad om ter bestemming te geraken, maar op deze mooie nazomerdag liggen de Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
31
Trebbiano-druiven vormen het basismateriaal voor ongeveer alles wat bij Osteria Pedroni wordt geproduceerd: wijn, grappa, likeur, en bovenal: balsamico-azijn.
32
Jun i 2014 MOTOREN & TOERISME
Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
33
Italia’ of gaan we een paar huizen verder voor ‘Caffé Peppone’? Het moet in één van deze bars geweest zijn dat het idee werd geopperd om een Museo Don Camillo e Peppone uit de grond te stampen, een museum waar je filmattributen en memorabilia uit de tijd van de opnames kunt bekijken. Van een paar fietsen en Piaggio scooters over de Moto Guzzi van Peppone en de soutane van Don Camillo tot wat meubilair van op de filmset.
Uit
kaarten helemaal anders. Het is een typische, heldere en warme Italiaanse dag waarvan de herinnering ons een heel eind door de komende koude winter zal helpen. Met de ventilatieritsen van de kleding helemaal open, de cruise control op en een streepje Italiaanse muziek die door de boxen van de K1600 GTL schalt doen we er alles aan om Italië via al onze zintuigen op te nemen. We houden halt in Brescello, dorpje waar de Fransman Fernandel en de Italiaan Cervi tussen 1952 en 1965 vijf maal in de huid kropen van Don Camillo en Peppone. Het feit dat de kerk schuin tegenover het
34
jun i 2014 Motoren & Toerisme
gemeentehuis aan de Piazza Matteotti staat zal ongetwijfeld mee de keuze voor Brescello als draailocatie bepaald hebben. In de jaren vijftig gold de Po-vlakte als de scheidingslijn tussen het communistische Emilia en het katholieke Lombardije. Vandaag ligt de Piazza er broeierig heet bij. Een paar toeristen fotografeert mekaar bij de bronzen beelden van Don Camillo en Peppone die – zoals altijd – lijnrecht tegenover mekaar staan. Ook wat spijs en drank betreft worden we tot een keuze verplicht: nestelen we ons in het tot ‘Don Camillo’ omgedoopte voormalige ‘Café Ristorante
een ander vaatje tappen
Terug naar de periferie van Modena, halfweg tussen de culturele zwaargewichten Toscane en Venetië een sterk onderschatte regio op vlak van kunst en cultuur. We zigzaggen over lanen en straten die chique namen als ‘Canale Grande’ op de naambordjes torsen. Populieren zorgen voor schaduw en bescherming tegen de wind, bonte koeien geven het zinderend hete landschap zowaar een Vlaams tintje. Peren hangen in de boomgaarden klaar om geoogst te worden in een regio die landbouw uitademt. Velden vol mais, groenten en boomgaarden worden doorsneden door kaarsrechte kanalen in een vlakte die er uitziet als was het een drooggelegd moeras. We lassen een korte stop in aan vatenmakerij Renzi. Vooraan in de tentoonstellingsruimte van de vatenmakerij geven vergeelde foto’s uit de tijd van toen een blik op
ITALIË
Door de buik van Italië
Van een petieterig vaatje dat niet veel groter is dan een druppelglas tot een megaton van 250 hectoliter die in 1928 werd gemaakt: het zijn allemaal illustraties van het vakmanschap van vatenmaker Renzi. wat hier ooit allemaal gemaakt is. Van een petieterig vaatje dat niet veel groter was dan een druppelglas tot een megaton van 250 hectoliter die in 1928 werd gemaakt: allemaal illustraties van het vakmanschap van deze familie die oorspronkelijk in Beieren als houthakkers aan de kost kwam. Net zoals bij Italo wordt ook hier met respect en een zweem van mystiek over hun bezigheden gesproken in volzinnen in de trant van ‘Een goed vat bouwen is geen stiel, maar een kunst’. En net zoals azijn maken is ook de productie van een deugdelijk vat een werk van lange adem. Door het hout zes tot twaalf jaar te laten staan krijgt de regen de tijd om de tannine uit het hout te spoelen. Goed om weten voor elke aspirant-vatenbouwer is dat de keuze van het basismateriaal (es, eik, acacia, kastanje,…) mee de smaak van het azijn zal bepalen. “De houten planken worden gekookt, over het vuur gebogen waarna ze op de juiste lengte afgezaagd en geschaafd worden. De montage van de vaten gebeurt in een later stadium. Daarvoor is het belangrijk dat de zijkanten van de planken perfect glad zijn zodat de latten later tot een vloeistof-
dicht vat kunnen worden samengeperst. We mogen immers geen lijm of andere middelen gebruiken om de vaten te sluiten, dat zou de smaak van de inhoud aantasten”, doceert Giuseppe.
Feestje Voor de motorrijder ligt de ware verlokking van Emilia in de Apennijnenkam die je vanaf Spilamberto aansnijdt. Spilamberto zou een dorp van dertien in een dozijn zijn mocht hier geen azijnmuseum en –onderzoekscentrum gevestigd zijn. “Van hieruit pompen we het bloed door de aders van deze streek. Van hieruit geven we zuurstof aan de ambachtslieden uit de regio die met balsamico hun brood verdienen”, zegt Rino die de titel ‘Gran Maestro assagiatore dell’aceto balsamico’ op zijn visitekaartje heeft staan, een titel die je pas na negen jaar en minstens tachtig proeverijen per jaar kunt bekomen. Net als een sommelier moet hij zijn smaakpapillen en reukorgaan trainen om bij de jaarlijkse wedstrijd tussen alle fabrikanten uit de regio de topproducten van de middelmatige te kunnen scheiden.
Dat na de verkiezing van het beste balsamico azijn in het dorp een groot feest losbarst mag een extra reden zijn om Spilamberto op het juiste tijdstip te bezoeken. Rino proeft en beoordeelt de Tradizionale bij kaarslicht op geur, smaak, gewicht en viscositeit. “Altijd hetzelfde licht komt de juiste beoordeling ten goede”, brengt hij ter verdediging van zijn antieke lichtbron aan. Belangrijk bij de beoordeling van het azijn is wat de Italianen omschrijven als camicia, in het Nederlands omschreven als de olie die aan de binnenkant van het glas blijft hangen als je het goedje in je glas laat walsen. “Hoe beter het azijn, hoe langer het aan je glas blijft kleven. Maar waarom het ene azijn nu beter is dan een ander, dat is een bijzonder complexe vraag die iedereen op een andere manier zal beantwoorden.”
Stilstaan
of gas geven
Ter compensatie na de extreme rust bij Rino geven we onze BMW zescilinders flink de sporen in de Apennijnen, een landschap dat probleemloos de vergelijking met een groene zee met metershoge golven Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
35
Alle Italianen hebben ĂŠĂŠn zaak met mekaar gemeen: ofwel staan ze stil, ofwel bewegen ze zich in een rotvaart voort. We hebben die Italiaanse rijstijl inmiddels helemaal de onze gemaakt en amuseren ons rot met bochtjes pikken.
36
Jun i 2014 MOTOREN & TOERISME
ITALIË kan doorstaan. Dit is een compleet ander Emilia, ver van de grootsteden, de industrie en de snelwegen. Een regio met meer bochten, haarspelden en doordraaiers dan inwoners. Minder bewoning betekent ook dat je minder op je medeweggebruikers moet letten waardoor je als vanzelf meer van het motorrijden gaat genieten. Want alle Italianen hebben één zaak met mekaar gemeen: ofwel staan ze stil, ofwel bewegen ze zich in een rotvaart voort. Een tussenweg is er niet. We hebben de Italiaanse rijstijl inmiddels helemaal de onze gemaakt en amuseren ons rot met het bochtjes pikken. Stefan plakt in mijn wiel, of zou ik hem vanaf nu beter Valentino noemen? Het ene moment waait koele berglucht de ventilatieopeningen van jas en helm naar binnen, ogenblikken later krijg je van op een geërodeerd plateau een adembenemend uitzicht over een bergflank waarin een reus blijkbaar trappen heeft uitgehouwen. Met daarboven een onbeschrijflijk heldere hemel die alle kleuren oplicht. Minstens even indrukwekkend is het interieur van de trattoria van Alberto die door de smaakpolitie van Michelin met een ster werd beloond. Tafellakens met rood/ wit dambordmotief, een enorme keuze aan grappa en een oude Faema koffiemachine in de hoek: het etablissement in Savigno kon evengoed het decor van een Fellini film zijn. Ondanks dat alles neemt Mick Hucknall, zanger van Simply Red, bij het diner gewoon in jeans plaats aan het tafeltje naast ons. Alberto is een beetje de chef van het dorp. Wanneer ik deze ochtend probeerde om de drukte van de markt samen in beeld te brengen met de sfeer van het motorrijden zorgde Alberto er voor dat de lokale politieman eventjes de andere kant op keek. Het is trouwens opmerkelijk hoe goed Alberto Engels spreekt, een erfenis uit de tijd dat hij als zakenman in de modewereld actief was. Toen hij van die sector zijn buik vol had sloeg hij aan het koken met grootmoeders recepten in de hand. “Onze codewoorden zijn ‘streekproducten’ en ‘timing’. Wat voor lekkers er momenteel in de regio beschikbaar is, dat aanbod bepaalt onze menukaart”, vertelt Alberto wiens moeder Giuglia en haar collega Anna dagelijks het deeg kneden voor klassiekers zoals Tortellini in Brodo of Tagliatella al Ragú. Bij de bereiding gebruikt Alberto zo weinig mogelijk kruiden, kwestie van de (h)eerlijke smaken helemaal tot hun recht te laten komen. Gevraagd naar de topper van zijn menu hoeft Alberto niet lang na te denken: truffel! Logisch als je in één van de weinige regio’s woont waar de zes Europese truffelvarianten te vinden zijn.
Door de buik van Italië
opstaan. Truffelzoekers zijn ochtendmensen met een fysieke conditie die hen toestaat om lange wandelingen te maken. Vochtige bladeren dempen onze stappen. Margot, de hond van Gianluca, volgt haar neus en wij hollen kriskras achter de viervoeter door het bos en af en toe graven we een put in de grond, op zoek naar de dure lekkernij die truffel heet. De ene teleurstelling volgt de andere op, het lijkt wel zoeken naar een contactlens. Later die dag zoeken we ons op een gelijkaardige manier rot naar de Caseificio Oratorio San Giorgio, een Parmigiano-Reggiano kaasmakerij in Carpi. Zelfs Google maps en oom Garmin slaan tilt als we het adres van onze bestemming invoeren. “Parmezaankaas hoort bij Italië zoals ijs en amore”, zal kaasmaker Luca ons vertellen als we hem eindelijk hebben opgesnord. Blijkt dat je ook voor goede kaas vroeg uit de veren moet want je bereid de beste kaas bij het ochtendgloren met een mix van avond- en ochtendmelk. Met behulp van een linnendoek hijst Luca samen met een collega de gestremde melk uit grote koperen ketels om de massa in ronde vormen te persen. Waarna de negentig kilo zware klomp in twee gelijke helften
Speurneus Zelfs de vogels liggen nog in hun nest als wij de volgende ochtend veel te vroeg Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
37
wordt verdeeld en na een zoutbad minstens twaalf maanden rijpen moet. Zestien liter ongepasteuriseerde, verse melk verandert zo in een kilo parmezaankaas. In de rijpingskamers liggen de kazen tot vijf meter hoog gestapeld, met een prachtig kleurenspektakel van alle tinten strogeel als resultaat. En de geur kruipt je letterlijk en figuurlijk in de kleren…
De
absolute top
In de buurt van Modena moet je als autoliefhebber je ogen de kost geven want alle pure Italiaanse sportwagens worden in deze regio gebouwd en ook wel eens op de openbare weg uitgetest. Ferrari, Lamborghini en Maserati hebben hier hun hoofdzetel en je struikelt in deze streek over de automusea en private collecties zoals die van ‘prentjesstickermagnaat’ Umberto Panini die zijn centen investeerde in de grootste privé-collectie Maserati wagens.
38
jun i 2014 Motoren & Toerisme
Ook het Museo Stanguellini is uniek want deze Italiaan was naast Enzo Ferrari één van de mannen die het pad effende voor de Formule 1. Maar zijn automerk redde het niet. Het nec plus ultra op vlak van exclusiviteit in deze regio is Pagani Automobili wegens nog duurder en specialer dan wat de verzamelde concurrentie uit de streek op het asfalt zet. Omdat ons hart toch nog altijd dichter bij motoren dan bij auto’s ligt laten we ons in het Ducati Museum in de Bolognese wijk Borgo Panigale naar binnen vallen. De gids draagt met trots een Ducati tattoo op de voet, unieke machines zoals de Cucciolo staan er naast bekers die het merk in de racerij verdiende. Hup, nog een stukje rijden, weer de bergen in. De Passo di Radici op, flirten met de grens tussen Romagna en Toscane. Op de top verkoopt Graziella de obligate rommel uit het Verre Oosten, in een zee van Ducatisti vallen onze BMW’s op en worden we tot in den treure gevraagd om de centrale vergren-
deling van de koffers en de verlichting in de topcase te demonstreren. Van hetzelfde laken een pak bij het tankstation in Casi Balocchi dat zonder daar zelfs iets te moeten voor doen uitgroeide tot een trefpunt voor motorrijders die hier samen aan hun ritten beginnen. In het rustige Villa Minozzo lassen we een korte pauze in, van daaruit gaat het naar Carpineti en Castello. In de buurt van Langhirano krijgen we op de motor af te rekenen met de onvoorspelbare valwinden die er mee voor zorgen dat de Parmahammen hier een perfect rijpingsproces doormaken. Carlo geeft tekst en uitleg: “Voor originele Parmaham mag enkel het vlees van varkens uit de regio’s Emilia-Romagna, Lombardije, Venetië en Piëmonte gebruikt worden en daarenboven moeten de dieren een jaar lang vetgemest worden volgens een strikt voedingsplan. De hammen zelf moeten twaalf maanden in de wind drogen.” Polesine Parmense is een eenzaam dorp in de Po-vlakte. Op amper vierhonderd meter
Door De buik van italië van de Po ligt Massimo’s landgoed Antica Corte Pallavicina uit de dertiende eeuw. Buiten knorren de zwarte varkens met roze vlekken. In de kelder hangen de edelste hammen van de wereld, ingepakt in zakken gemaakt van natuurlijke weefsels. Op de labels prijken de namen van de klanten. Armani, Prins Albert van Monaco en Prins Charles hebben zich blijkbaar getrakteerd op één van de beste hammen ter wereld, een Culatello Di Zibello, die hier in dit vochtige microklimaat 18 tot 28 maanden rijpt. De ham wordt flinterdun gesneden en geserveerd op een houten plank. Het vlees smelt in je mond, puur genot in het kwadraat. Net als een reis doorheen de buik van Italië
PRAKTISCHE
INFORMATIE
Aanrijroute Cremona is het ideale startpunt om deze reis na te rijden en dit stadje ligt op net geen duizend kilometer van Brussel. Gemakkelijk te bereiken ook via de E35 van Milaan naar Modena. Met de autotrein tot Alessandria is ook een optie. Overnachten Zelfs in het binnenland van Emilia-Romagna vind je in alle prijsklassen talrijke overnachtingsmogelijkheden. Wij sliepen in: Agriturismo „Le Vigne della Duchessa” 41019 Soliera (Mo) www.levignedelladuchessa.eu Locanda Amerigo 1934 40060 Savigno (Bo) www.amerigo1934.it Antica Corte Pallavicina 43010 Polesine Parmense (Pr) www.acpallavicina.com Het bezoeken waard (meestal enkel na reservering !) Acetaia Pedroni www.acetaiapedroni.it Bottaio Renzi www.renziartigianobottaio.com Museo e consorteria del Balsamico Tradizionale www.museodelbalsamicotradizionale.org Museo di Peppone e Don Camillo www.visitbrescello.it , Michelin kaart Toestemming nr 08-B-09.
Maserati-Collezione Umberto Panini www.paninimotormuseum.it Sammlung Stanguellini www.stanguellini.it Pagani Automobili www.paganiautomobili.it Ducati Motor Holding S.p.A www.ducati.com Overzicht van alle musea en autoverzamelingen: www.motorvalley.it Kaasmakerij Parmigiano-Reggiano - Caseificio Oratorio San Giorgio www.caseificiosangiorgio.it
©
Salumifio „La Perla“ di Lanfranchi Carlo e Download de route als gdb- bestand voor GPS op www.demotorsite.be
Fabrizio www.salumificiolaperla.it MOTOREN & TOERISME J uni 2 0 1 4
39
frankrijk de drôme
De
Drômefabriek Het is ondertussen al sinds 1995 geleden dat Bart Peeters het programma ‘De Droomfabriek’ presenteerde op TV1. Kijkers zonden brieven in waarin ze hun hartewens omschreven, en voor enkele gelukkigen werd de droom werkelijkheid. Ook ik was één van de honderdduizenden kijkers die iedere vrijdagavond aan het beeldscherm kleefden, al raapte ik nooit de moed bijeen om een brief te schrijven (waarin motoren en reizen ongetwijfeld een hoofdrol zouden spelen). De hulp van Bart Peeters zou niet nodig zijn, want twintig jaar later kwam de droom alsnog uit. Als kersverse motorjournalist werd ik met een gloednieuwe BMW F800GT op pad gestuurd richting – niet toevallig – de Drôme.
Tekst: Arno Jaspers Foto’s: Arno Jaspers, Thomas Kraemer
H
et is amper zes uur ‘s ochtends wanneer de wekker afloopt. Motorpak aantrekken, snel een boterhammetje verorberen, de bagage op de motor hangen, en dan vertrekken we voor zo’n 850 saaie autosnelwegkilometers richting Tain-l’Hermitage. We rijden op 1 mei, de dag van de arbeid, en dus is er amper verkeer. Voor we het goed en wel beseffen zitten we al in Luxemburg en houden we halt voor een koffie-, tank- en plaspauze. Spijtig genoeg is de
40
jun i 2014 Motoren & Toerisme
zon inmiddels verdwenen, dus trekken we veiligheidshalve ook maar een regenpak aan. Terug op de snelweg valt het op dat er best wel wat motorrijders onderweg zijn, of liever: Harley-rijders. We kunnen geen péage of tankstation voorbijrijden zonder dat er een kudde Harley-Davidsons staat. Dit kan geen toeval zijn. Tussen Metz en Nancy houden we even halt en vragen we wat er gaande is. “Iedereen is op weg naar Port-Grimaud, één van de grootste Harley meetings in Europa!”. Klinkt leuk, maar met onze BMW-toerbak zouden we toch maar uit de toon vallen. En bovendien is het nog eens 300 kilometer verder dan onze eindbestemming. Intussen blijft het maar doorregenen en vertoont ons Macna regenpakje al enige tekenen van lekkage. Ook na een snelle lunch blijven de hemelsluizen wagenwijd open staan. We verstoppen ons zo goed we kunnen achter het windscherm van de F800GT, maar tegen een stortbui van een paar uur is niets opgewassen. Gelukkig is de BMW tanktas wel waterdicht, waardoor we met onze zompige handschoenen toch een halfdroog ticketje aan de péage-bediende afgeven. Eens voorbij Lyon komt de zon er opnieuw door, wat ons de kans geeft om een beetje op te drogen tegen dat we aankomen in Tain-l’Hérmitage. Dit stadje ligt aan de Rhône, de natuurlijke grens tussen de Drôme en de Ardèche. Maar vooraleer we op verkenning trekken, checken we in bij hotel ‘Les Deux Côteaux’ en ruilen we het halfnatte motorpak in voor een droge motorjeans en een leren vest.
Op
adem komen
De combinatie van leder en jeans is volledig in de mode bij de Zuid-Franse motards die en masse aan de Rhône-oevers passeren. De overgrote meerderheid verkiest een sportieve naked, al dan niet uitgerust met een lederen tankovertrekje en een topcase. Onder een heerlijk avondzonnetje wandelen we de Rhône over richting Ardèche en meteen komen we terecht in een bar waar alle motards
frankrijk
de dr么me
Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
41
de drôme
Frankrijk
samentroepen. Er heerst een gezellige sfeer en alle hoofden draaien bij het geluid van iedere passerende motorfiets. Nochtans is het vooral het geluid van knetterende 50cc (of meer…) crossertjes dat ons het meeste opvalt. Het lijkt wel alsof de iPhone hier nog niet bestaat, want iedere veertienjarige paradeert fier door de straten op zijn brommer. We krijgen er spontaan jeugdsentiment van. Een biertje of twee later besluiten we om maar terug te stappen richting het hotel, zo’n kletsnatte autosnelwegrit kruipt tenslotte niet in je kleren. Vroeg het bed in want morgen wacht ons een druk gevuld programma.
Côtes
du
Rhône
Na een goede nachtrust en een ontbijtbuffetje trekken we naar de wereldbekende wijngaarden van de Côtes du Rhône. De motor blijft nog even geparkeerd, want ‘Au Sommelier’ organiseert tochten door de
42
jun i 2014 Motoren & Toerisme
wijngaarden per elektrische mountainbike. Zo kunnen ook de minst getrainde fietsers de steile en smalle bergpaadjes in de wijngaarden overwinnen. Een aanrader voor wijnliefhebbers, al hoef je niets van wijn te kennen om te genieten van de prachtige uitzichten die je onderweg voorgeschoteld krijgt. Het is echter maar een voorproevertje van wat nog komen zou. Eens de fietsen weer op slot staan, trekken we opnieuw ons motorpak aan en maken we ons klaar voor het echte werk. De zijkoffers en tanktas hangen opnieuw aan onze beemer en we zijn helemaal klaar voor de eerste col van de dag.
Overdosis
bochtenwerk
We reizen naar het zuiden, en nadat we eerst een paar rechttoe-rechtaan kilometers verwerkt hebben in de Rhônevallei, richten we onze pijlen op de Col de Tourniol. De zon schijnt, ons Beiers paardje is in goede vorm en we hebben wel zin in het betere bochten-
werk. Het duurt niet lang vooraleer de eerste haarspeldbochten zich aandienen en we flink in hoogte stijgen. Hier en daar wordt de weg heel smal, maar het asfalt is van uitstekende kwaliteit. De Col de Tourniol is een uitstekende plek om een motorfiets tot het uiterste te drijven, de twin toont er zich van zijn beste kant. We letten wel op dat we nog niet al onze energie verspelen, want het zwaarste werk moet nog komen. We dalen weer af richting Combe Laval waar we de tijd nemen voor een korte koffiepauze. Wat kan ‘un p’tit café’ toch smaken als je al wat kilometers achter de rug hebt. De eigenaar van de koffiezaak inspecteert onze machine grondig en vraagt of we een ruil met zijn oude Renault 5 zien zitten. We bedanken vriendelijk, betalen onze koffie en trekken verder naar de prachtige Col de la Machine. Een lokale motorrijder stopt voor een praatje terwijl we wat foto’s aan het nemen zijn en hij vertelt ons dat deze klim ‘s zomers
frankrijk
bijna in een racecircuit verandert. “Nu is het rustig omdat de temperatuur nog niet heel hoog is, maar vanaf juli komen alle snelle jongens hier grote show verkopen. Zowel met racemotoren als met getunede rallywagens. En dat heeft soms nare gevolgen.” Het verklaart meteen enkele kruisjes die we eerder langs de weg zagen en de barsten en beschadigingen aan de muurtjes en vangrails in de bochten. Een gewaarschuwd man is er twee waard, dus we zijn extra voorzichtig en banen ons een weg richting de Col de Rousset. Deze bergen zijn de droom van iedere motortoerist en we moeten ons inhouden om niet bij elke mooie plaats te stoppen voor een foto. Tenslotte kan geen enkele foto de pracht van sommige plekjes helemaal vatten…
Van
toerboot naar toerboot
Het is ook op één van deze idyllische plekjes bij de Col de Rousset dat
we de motor langs de kant parkeren. Gisterenavond hebben we nog snel wat proviand ingeslagen bij de supermarkt in Tain en met het uitzicht op het hemels mooie berglandschap maken we tijd voor een picknick. Op het geluid van de vogels en een occasioneel passerende motor na, is het ontzettend stil. Een schril contrast met de drukte op de Belgische snelwegen die ons iedere dag naar de redactie brengen. Met wat pain, boursin en ehm…’un coca’ in onze maag, vertrekken we richting Saillans. Na wederom een heerlijk kronkelende afdaling komen we er bij de rivier die zijn naam leent aan deze streek. De Drôme is bekend bij kajakkers en kanovaarders en dus besluiten wij ook om het motorpak in te ruilen voor een wetsuit en de motor voor een bootje. In deze tijd van het jaar is er echter niet genoeg stroming om met de kano of kajak op pad te gaan, dus wordt het een raft. Ervaring is niet vereist, zolang je
de drôme
maar goed luistert naar de gids kan er niets fout gaan. Eerst helpen we met de boot te water te laten en dan springen we met natte voeten aan boord. Met de peddel in de hand, roeien we richting Die. Het begin van het boottochtje is rustig en dus krijgen we ruim de tijd om de bevelen van onze gids vanbuiten te leren. Hét belangrijkste: op tijd van de opblaasbare rand afkomen en je vasthouden aan de veiligheidskoorden. Tijdens de stroomversnellingen raakt er al wel eens een peddel verloren en nat worden we sowieso. Bovenal is het raften een leuke manier om een stukje ongerepte natuur te ontdekken. Voor we bij Die aankomen wordt de Drôme heel breed en merken we een Volkswagen hippiebusje op aan de oever. “Tijdens de zomer komen hier heel veel seizoensarbeiders met busjes”, vertelt onze gids “Ze parkeren zich aan de oevers of langs verlaten wegen in het bos en werken overdag in de wijngaarden. Ook Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
43
de drôme
Frankrijk
Op weg naar de Col de Rousset moeten we ons inhouden om niet bij elk mooi plekje te stoppen voor een foto. Zelden kan zo’n foto de pracht van een vergezicht helemaal vatten…
44
jun i 2014 Motoren & Toerisme
frankrijk
de dr么me
Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
45
de drôme
Frankrijk
bij studenten is het populair geworden om hier aan de oevers van de Drôme te komen kamperen. De campinghouders maken zich er vaak boos over en de laatste tijd treedt de politie ook wel wat strenger op tegen wildkampeerders. In het hoogseizoen is het echter soms zo druk dat er weinig tegen te beginnen valt.” Het is ook hier op het brede, rustigste punt van de rivier dat we het raft aanmeren, op de aanhanger van een busje laden en terugrijden richting Saillans.
46
jun i 2014 Motoren & Toerisme
Om af te sluiten drinken we een glaasje Clairette de Die, een uiterst zoete, sprankelende wijn die – volledig onterecht – weinig bekendheid geniet buiten de streek. Hadden we nog maar wat plaats overgehouden in onze zijkoffers….
La Pétite Auberge Spijtig genoeg is alle bagageruimte op onze motor volledig ingenomen, meteen een goed excuus om hier een glaasje
Clairette extra te drinken. Dat doen we uiteraard wel pas wanneer we aangekomen zijn bij ons hotel ‘La Pétite Auberge’ in Die. In ons beste Frans checken we in en vragen we of er een veilige staanplaats is voor de motoren, wat wordt beantwoord met een volmondig Vlaamse ‘Ja’ van uitbater Koen. “Ik had jullie al Nederlands horen spreken op de parking en heb zelf tot mijn veertiende in Mortsel gewoond.” Toch altijd leuk om op 1.000 kilometer van je voordeur
frankrijk
iemand te ontmoeten die bij wijze van spreken achter je hoek heeft gewoond. Na een kort gesprek over de prachtige omgeving en wegen in de Drôme (en de verschrikkelijke verkeershel in Mortsel) begeven we ons naar de eetzaal waar we een heerlijk avondmaal krijgen. Nog een dessertje, een degustiefje en dan trekken we ons vermoeid maar voldaan terug in de hotelkamer voor een welverdiende nachtrust. De dag erop begint wederom met een ontbijtbuffet en het klaarmaken van de motoren. Het in-, en uitpakken van de koffers gaat steeds een beetje vlotter en in geen tijd staan we klaar voor de rit naar Camping Les Foulons in Luc en Diois. Zolang we op de departementale wegen blijven is het navigeren geen probleem, maar eens we de echt kleine straatjes in moeten, wordt het moeilijker. Misschien volgende keer toch maar een GPS meenemen? Na een korte ongeplande (daarom niet minder leuke!) omweg komen we aan bij de camping. Niet om onze tent op te
slaan, wel omdat het de uitvalsbasis is van Hugues, een lokale motorrijder die toeristen zoals ons op sleeptouw neemt. Op zijn knalgroene Triumph Speed Triple gidst hij ons vanuit Diois over de prachtige wegen van Valdrôme richting de Col de Carabès en vervolgens naar de bron van de Drôme. Net zoals de voorbije dagen genieten we van de uitzonderlijk mooie wegen waarvan we in de lage landen enkel maar kunnen dromen. “Jullie hebben de goede economie en de centen, dus is het toch maar eerlijk dat wij de natuur en de mooie motorbaantjes hebben”, zegt Hugues. Terecht ook wel, want je kan niet door de Drôme rijden zonder op te merken hoeveel huizen er vervallen bijstaan of welke oude verkommerde auto’s er overal geparkeerd staan. “Buiten het toeristisch seizoen is het hier heel kalm”, vertelt Hugues. ”Vroeger was er nog wat textielnijverheid, al zijn alle fabrieken inmiddels gesloten. Sommigen zijn omgebouwd tot hostel, maar het is niet makkelijk om te overleven enkel en alleen van het toerisme. Ik gids wat motorrijders rond, geef klimles-
de drôme
sen en help mee op de camping. Maar de jeugd trekt bijna allemaal richting de grotere steden om te studeren en te werken. Je kan het ze niet kwalijk nemen.”
Wijnproeverij Nadat we nog een paar foto’s genomen hebben van de bron van de Drôme, rijden we de Col de Cabre op. Hier nemen we afscheid van onze Franse gids, want hij rijdt terug naar Diois en wij moeten verder richting Crupies. Via de D106 en D60 passeren we nog in het idyllische dorpje Remuzat en eventjes later parkeren we de BMW op de parking van hotel’ Moulin de Crupies’. Zoals de naam doet vermoeden gaat het hier om een oude watermolen die omgebouwd werd tot een modern hotel. Er zijn zeven kamers die elk volgens een apart thema ingericht werden, wij mogen onze koffers achterlaten in de Keniaanse kamer. Kwestie van er wat inspiratie op te doen voor een volgende motorreis? Na het avondmaal heeft de hoteluitbater een wijnproeverij voor ons op de planning Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
47
de drôme
Frankrijk
staan, maar we blijven niet al te lang aan tafel hangen. Er staat zoals dat hoort bij een wijnproeverij een spuug-emmertje klaar, maar de meeste hotelgasten beslissen om hun druivensapjes in te slikken. Binnen de kortste keren is iedereen dus boven zijn theewater en kruipen we maar onder de
48
jun i 2014 Motoren & Toerisme
wol. Morgen wacht ons tenslotte een niet te onderschatten ‘zadelwissel’…
La Scourtinerie Achteraan de Moulin de Crupies bevindt zich een manège met de paarden van de hoteleigenaar. Ze staan ter beschikking van
de gasten die per paard de omgeving willen verkennen. Zo’n aanbod slaan we niet af, dus ruilen we onze helm in voor een toque – zo’n knullig zwart pothelmpje voor paardrijders – en gaan we een toertje doen. ‘Skippy’, ons paard, volgt trouw de gids en dat is maar goed ook. Net zoals bij motor-
frankrijk
de drôme
“Jullie hebben de goede economie en de centen, dus is het toch maar fair dat wij de natuur en de mooie motorbaantjes hebben”, aldus onze gids Hugues... rijden, zijn er aan het paardrijden ook wel risico’s verbonden. En het laatste wat we willen is duizend kilometer ver rijden om dan dan na tien meter van een paard af te vallen. Hoe dan ook is het een leuke ervaring die we voor geen geld wilden missen. Nadat de paarden even konden grazen bij
het oude kapelletje van Crupies, keren we terug richting hotel om over te stappen op onze F800GT. We rijden over de D70 richting Nyons, waar we afspraak hebben bij de ‘Scourtinerie’. Dit is een museumpje gewijd aan de teloorgang van de productie van zogenaamde ‘scourtins’. Dat zijn
de ronde juten tapijtjes of onderleggers die je overal in de Drôme Provençale ziet opduiken. Nochtans was dat niet hun oorspronkelijk doel, want eigenlijk kan je deze platte scourtins opentrekken tot een soort van bolvormige zak. Zo werden ze vroeger dus ook gebruikt om op te vullen met Motoren & toerisMe j uni 2 0 1 4
49
de drôme
Frankrijk
olijven en ze vervolgens samen te persen. De juten zakken hielden de olijfpitten en het vruchtvlees bij, terwijl de olijfolie eruit kon lekken. Voilà: we reizen om te leren, toch?
Route
fermée
Na de geschiedenisles is het weer tijd voor wat rijplezier, en we mogen wel zeggen dat we het beste voor het laatste bewaard hebben. Via de D938 en de heerlijk bochtige D974 banen we ons een weg naar de bekendste berg van de Drôme, een icoon uit de Tour de France: de Mont Ventoux. Dit stukje weg zou iedere motorrijder toch minsten één keer in zijn leven moeten rijden, al was het maar omwille van de klinkende naam van de berg. Nog voor we beginnen aan de klim worden we al vergezeld door talloze andere motorrijders en er valt ook heel wat moois op vier wielen te besturen. De Ventoux is dus zeker niet enkel een bedevaartsoord voor wielrenners, ook benzinesnuivers zijn er thuis. De kronkelende stukjes worden afgewisseld met haarspeldbochten en snelle rechte stukken, wederom een perfect parcours om de BMW de sporen te geven. De tweecilinder zet nog maar eens zijn beste beentje voor en met een heerlijke uitlaatsound op de achter-
50
jun i 2014 Motoren & Toerisme
grond stijgen we steeds maar hoger. Het is soms wel even opletten voor de wielertoeristen aan de kant van de weg, al kunnen we toch goed doorrijden. Tenminste totdat… een gesloten slagboom de weg verspert. Het mindere weer van de voorbije dagen gooide roet in het eten, of liever: sneeuw. Dat laatste stukje zal dus voor een andere keer zijn, meteen een goede reden om nog eens een keertje terug te keren naar dit prachtige stukje Frankrijk. Eerst is er wel nog de afdaling van de Mont Ventoux, maar tijdens de rit naar hotel Saint-Marc in Mollans-sur-Ouveze begint het al door te dringen dat dit de laatste dag van ons droomreisje was…
voor iets meer dan 900 kilometer op de autosnelweg. Deze droom had gerust nog wat langer mogen duren… •
Aanbevolen
adressen
• Hotel Les 2 Côteaux Tain l’Hérmitage www.hotel-les-deux-coteaux-26.com • Wijnproeven en gegidste fietstocht door de wijngaarden van de Côtes du Rhône www.ausommelier.com • Kanovaren op de Drôme Vertrekplaats in Saillans www.canoe-drome.com • Hotel (met Vlaamse eigenaar) in Die www.lapetiteauberge.com • Camping in Luc-en-Diois
Marco Borsato beweert luidkeels dat de meeste dromen bedrog zijn, maar van bedrog was op deze reis geen sprake. De Drôme is een streek waar motorrijders op hun wenken bediend worden met bochtige trajecten, circuitasfalt en prachtige natuur zover als het oog reikt. Het enige nadeel dat we kunnen bedenken na drie zalige dagen rondtoeren, is dat deze streek niet dichter bij huis ligt. Na een verplichte stop in Montélimar om nougat op te pikken voor het thuisfront, staan we weer klaar
Met lokale motorgids Hugues (op aanvraag) www.camping-les-foulons.com • Hotel in Crupies Met aangebouwde manège en mogelijkheid tot paardrijden www.lemoulindecrupies.com • La Scourtinerie de Nyons Museum over de lokale specialiteit, ‘scourtins’ www.scourtinerie.com • Hotel in Mollans-sur-Ouveze www.saintmarc.com
de dr么me
, Michelin kaart Toestemming nr 08-B-09.
frankrijk
漏
Download de route als gpxbestand voor GPS op www.demotorsite.be
Motoren & toerisMe j uni 2 0 1 4
51
Isle of Man
Lieflijk
circuit
Begin juni zullen de ogen van sport- en motorliefhebbers aller landen gericht zijn op dat ene ovale eilandje gelegen tussen Ierland en Groot-Brittannië: Man. Een lieflijk plekje dat kan bekoren met zandstranden, bossen, venen en hoogland, maar vooral: gekend als het oudste stratencircuit waar meer dan 100 jaar geleden al geracet werd op het scherpst van de snee. De ‘Isle of Man’-races zijn een waar fenomeen, reden waarom jaarlijks tienduizenden motorfans de Steam Packet ferry nemen om zich te vergapen aan de snelheidsduivels die het aandurven om topsnelheden van meer dan 320 km/u aan te tikken op de openbare weg. Echter: ook nadat de racers van het eiland verdwenen zijn, is er meer dan voldoende moois te zien en te beleven om een tripje naar dit lieflijke circuit in overweging te nemen.
Tekst: Alan Cathcart / DG Foto’s: Kyoichi Nakamura 52
jun i 2014 Motoren & Toerisme
E
llan Vannin – de Keltische naam van het eiland – maakt in tegensteling tot wat velen denken geen deel uit van het Verenigd Koninkrijk, het is een zogenaamde ‘Crown Dependancy’, vergelijkbaar met Gibraltar en de Kanaaleilanden Jersey en Guernsey. Dat is meteen ook de reden waarom Prins William er in 2003 zonder al te veel plichtplegingen een zitje op de hoofdtribune kon scoren om het herboren Triumph aan het werk te zien Met Aussie Bruce Anstey aan boord van een Valmoto Daytona 600 en waarom de afbeelding van Queen Elisabeth II op de bankbiljetten van Man prijkt. Geld is overigens – meer nog dan motorraces – de belangrijkste business op het eiland dat met een inkomensbelasting van maximum 18% bekend staat als ‘offshore’ belastingsparadijs. Tussen de 80.000 inwoners – waarvan alleen al in hoofdstad Douglas 26.000 – zitten dan ook enkele grootverdieners uit de (motor)sport zoals Cal Crutchlow, James Toseland en Andrew Pitt.
Uniek Als ex TT-rijder ben ik meer dan een dozijn keer te gast geweest op het eiland en dat gaf me de gelegenheid om de 60,4 kilometer lange ‘mountain course’ tot in het kleinste detail te leren kennen. Ik eindigde een keer vierde, een keer vijfde, een keer negende maar crashte ook twee keer op plaatsen waar anderen het leven lieten. Gelukkig was er naast het hectische racegebeuren altijd nog wel wat tijd op overschot om ook de rustiger hoekjes van het 572 vierkante kilometer kleine eiland te leren kennen. Omdat mijn zoon Andrew nog maar een ukje was toen ik de laatste keer meeracete
Isle of Man
Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
53
Isle of Man
nam ik ‘m mee op een verkenningstocht langs die uithoekjes, elk aan boord van een heel ander soort Triumph: een Bonneville Thruxton SS en een 675 Daytona. De ene al wat beter geschikt om rustig te flaneren, de andere om de wat snellere stukken op bol te werken. Weet overigens dat ‘snel’ hier niet eindigt bij streepje 120 of 130, het eiland Man kent – buiten de bebouwde kommen -–nog steeds geen snelheidsbeperking en dat alleen al maakt het een unieke plek voor motorrijders.
Elfjes “Er zijn maar een paar plaatsen ter wereld waar de tijd echt heeft stil gestaan, alsof ze onderweg naar de vooruitgang
54
jun i 2014 Motoren & Toerisme
door een scheur in het tijdscontinuüm zijn gesukkeld. Het Eiland man is zo’n plekje, gevangen in het gezellige jaar 1957”. De Britse humorist A. A.Gill schreef deze bedenking neer naar aanleiding van zijn allereerste bezoek aan het eiland, en hij slaat met zijn omschrijving de nagel op de kop. Hier vind je nog op elke straathoek dezelfde antieke (groene) telefooncellen die in Groot-Brittannië tot het historisch erfgoed gerekend worden. Ook stokoude dubbeldekbussen en door paarden getrokken trams zijn hier nog van de partij, terwijl je op elke parking wel struikelt over een antieke Austin Morris of een Riley. Smeedijzeren poorten geven uit op binnenkoertjes waarachter met keitjes
bezette gevels prijken, handgeschilderde bordjes nodigen je uit om zelfgebakken taart te proeven of verse scharreleieren te kopen. Er rijdt een stoomtrein van Douglas naar de zuidkust en er heerst een gezellig gevoel van samenhorigheid dat er in resulteert dat elke benzinestop uitmondt in een minutenlange babbel met de uitbater of een local die net voor een busje olie langs loopt. En dan zijn er ook nog een hoop gewoonten en tradities die in ere moeten worden gehouden, zoals het gebruik om bij het overschrijden van de ‘Fairy Bridge’ de gunsten van de goden af te smeken door luidop “Hallo elfjes!” te roepen. Doe je dat niet, dan wacht je volgens de overlevering groot onheil, en geen enkele TT-rijder
Isle of Man
Groene smeedijzeren telefooncellen, katten zonder staart, schapen met vier hoorns... het zijn maar een paar van de eigenaardigheden die je op het eiland Man kunt aantreffen. zal dan ook verzaken aan dat kleine gebaar van goodwill…
Net
als toen
Verspreid over het hele eiland vind je nog steeds tal van oude boerderijen en landhuizen, maar de beste manier om je een beeld te vormen van de vroegere ‘way of life’ op het eiland is een bezoek aan het Cragneash National Folk Museum op het
zuidpuntje van het eiland. Je krijgt er een erg bevattelijk overzicht van de activiteiten die in de 19e eeuw het leven van de eilandbewoners bepaalden. Het was raar genoeg een Noorse professor die eind de jaren ’30 geluidsopnames kwam maken van Harry Kelly, één van de oudste bewoners van Man die nog het uitstervende Manxdialect beheerste, die de aanzet gaf tot het uitbouwen van deze historische site. De
uitbaters van het toenmalige Manx Museum beseften dat het doodjammer zou zijn een dergelijke schat aan kennis te laten verloren gaan en kozen er voor de boerderij van Kelly te restaureren en om te vormen tot een ‘levend’ museum. In de decennia erna werden tientallen typische boerderijtjes in de buurt opgekocht en samengevoegd tot een themapark waar je aan den lijve kunt meemaken hoe het rurale leven er in de Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
55
Isle of Man
19e eeuw echt aan toeging. Vrijwilligers demonstreren er hoe wol werd gesponnen, tonen je hoe de met de hand gemolken melk verwerkt werd tot kaas en boter en nog elders kan je terecht in een smidse waar hoefijzers worden klaargemaakt om er de ploegpaarden mee te beslaan. Voor je Cregneash verlaat moet je zeker ook de gelegenheid te baat nemen om even te proeven van de Bonnag, een erg lekkere traditionele fruitcake.
56
jun i 2014 Motoren & Toerisme
Staarten
en stalen zenuwen
Het is typisch voor een eiland dat je er bepaalde diersoorten vindt die je elders niet aantreft. Man vormt daarop geen uitzondering, met de befaamde Manx-kat voorop. In tegenstelling tot wat de meesten aannemen is dat niet zomaar een kat zonder staart (de ‘rumpy’), er zijn namelijk ook varianten met een stompje (de ‘stumpy’) en met een normale staart (een ‘tailie’). Die kat zonder staart is het gevolg
van een spontane mutatie, waarbij ook opvalt dat de vacht veel dikker is en de achterpoten langer en forser ontwikkeld zijn. Belangrijker nog is dat de Manxkat bijzonder intelligent is terwijl ze ook aanhankelijker is dan de doorsnee kat, waardoor ze wel eens de ‘dog cat’ genoemd wordt. Ik kan uit eerste hand beamen dat zo’n Manx-kat het perfecte huisdier is want ik had er in de voorbije jaren drie, van elke ‘soort’ één..
Isle of Man
Ten zuiden van Santon vind je Castletown, voormalige hoofdstad en met voorsprong het meest pittoreske dorp van het eiland. Het wordt gedomineerd door het middeleeuwse kasteel ‘Rushen’ waarvan de eerste grondvesten teruggaan tot het jaar 1090 waardoor het één van de oudste nederzettingen is van de Britse eilanden. De smalle straatjes, de kleine stenen vissershuisjes en de activiteit in het haventje maken het
tot één van de leukste plekjes op het eiland, terwijl er ook voor motorrijders nog iets te beleven valt. Zij vinden er een Triumph-, BMW en Ducati-dealer en aan de rand van Castletown ligt het Billown circuit waarop elk jaar in juli de ‘Southern100’ motorraces plaatsvinden. Vergis je niet omtrent de naam ‘circuit’, het betreft hier een 4,25 mijl lang asfaltlint dat afgezoomd is met stenen muurtjes. Alweer zo’n plekje voor mannen met stalen zenuwen, want de Superbikes
zetten hier vorig jaar een rondetijd neerzet van 2m15sec, wat omgerekend neerkomt op een gemiddelde snelheid van 180 km/u.
Heuvels
en stenen
Wie per plezierboot naar Man komt afgezakt zal zeker het raffinement van Port Saint-Mary kunnen waarderen, vooral omdat een stukje grandeur uit vervlogen Victoriaanse tijden er nog steeds aanwezig is. Trek je van hieruit naar de zandstranden Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
57
Isle of Man
van Port Erin, dan kom je langs het mooiste stukje weg dat je hier als motorrijder geserveerd kunt krijgen. Niet verwonderlijk dus dat hier in de buurt al meer dan 70 films werden opgenomen, al zullen een aantal erg aantrekkelijke ‘tax incentives’ daar ook niet vreemd aan zijn. Kers op de taart is de steile heuvel met de tongbrekende naam ‘Cronk ny Irrey Lhaa’ wat zoveel wil zeggen als ‘heuvel van de dageraad’. De top daarvan diende immers als baken voor vissers die de nacht op zee hadden doorgebracht en uitkeken naar het eerst zonlicht dat boven de top kwam piepen. Om en rond het oude havenstadje Peel worden we geconfronteerd met de overblijfselen van de allereerste eilandbewoners in de vorm van steencirkels die meer dan 5.000 jaar oud zouden zijn. Van groot belang voor de eilandbewoners is Tynwald Hill, een door mensenhanden aangelegde aarden verhoging die meer dan waarschijn-
58
jun i 2014 Motoren & Toerisme
lijk eerst gebruikt werd als grafheuvel, maar ongeveer 1000 jaar geleden door de toen regerende Vikings gebruikt werd als openlucht rechtbank en parlement. Eén keer per jaar keert het voltallige parlement van Man van hoofdstad Douglas naar hier terug om er tijdens Tynwald Day die eeuwenoude traditie te eren.
Kreeft,
bier, pasta en kippers
Saint-Johns was de uitvalsbasis van de allereerste Tourist Trophy die hier in 1907 werd georganiseerd. Hier vertrokken de racers voor een 25 kilometer lange sprint over gravel en zandpaden richting Ballacraine, waar de huidige TT-course aanknoopt bij de oude. Het narijden van die allereerste ronde is goed voor een paar spectaculaire uitzichten over de westkust en misschien spot je wel een walvis die zich voor de kust komt vermeien. Havenstadje Peel is als stopplaats ideaal om er ken-
nis te maken met de lokale gastronomie, waarbij uiteraard zeevruchten allerhande de boventoon voeren. Vooral de voor de kust gevangen kreeft is een lekkernij ‘hors categorie’ en ook de dagverse ‘Queenies’ – kleine schelpdieren – zijn heerlijk, eender waar je ze geserveerd krijgt. Als toetje een ter plaatse bereide Davidson’s ijskreem voor de zoon en een Manx biertje voor mezelf, en de dag kan – zeker in combinatie met de immer goede luim van de doorsnee Man-pubganger - niet meer stuk. Wil je iets exotischer spul op je bord, overweeg dan zeker een stop in één van de authentieke Italiaanse restaurants die Man rijk is. Daar hangt bovendien een wat apart verhaal aan vast: tijdens WOI en II werd Man gebruikt als ‘strafkolonie’ voor vijandelijke soldaten. Nogal wat Italianen die hier tijdens de tweede wereldoorlog geïnterneerd waren besloten eieren voor hun geld te kiezen en verkozen een stulpje aan de Ierse zee
Isle of Man
Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
59
Isle of Man
60
jun i 2014 Motoren & Toerisme
Isle of Man
De ‘scenic route’ van Ramsey naar Douglas voert ons langs Laxey, een verlaten mijnstadje aan de oostkust dat kan bogen op het grootste waterrad van het eiland, daterend uit het jaar 1854. boven een terugkeer naar het post-fascistische Italië. Als belangrijkste vissershaven is Peel verantwoordelijk voor de dagelijkse aanvoer van haring om er de rokerijen op het eiland mee te bevoorraden. Zij produceren een andere traditionele specialiteit: de Manx kippers. Het enige verschil met vroeger is dat de haringen nu machinaal gevild worden, de rest van de receptuur en de verschillende behandelingen zijn ongewijzigd gebleven, aldus Paul Desmond, de eigenaar van rokerij Moores. “De gereinigde haringen gaan exact tien minuten in een speciaal zoutbad en worden daarna opgehangen in de rookhangars. Daar worden gedurende ongeveer 12 uur eikschilfers gebrand waardoor de vis zijn unieke smaak verkrijgt.” Je kunt de verpakte haring kopen in de shop bij Moores of bij concurrent Devereau in het centrum van Douglas. Een aanrader.
Rad
en getouw
Eén van de voordelen van het compacte formaat van dit eiland is dat je niet van
de ene naar de andere B&B of hotel moet verkassen tijdens je verkenningstocht, het volstaat ergens een centrale uitvalsbasis op te zetten waarna je een paar dagtrips plant die je terugvoeren naar je vaste stek. Wij verbleven in de River House B&B in Ramsey maar de meeste eilandbezoekers komen in Douglas terecht wegens het veel grotere aanbod aan overnachtingsplaatsen. Maar eender waar je verblijft, altijd en overal word je geconfronteerd met het embleem dat symbool staat voor het eiland Man: de triskelion. Die bestaat uit drie geplooide benen in de vorm van een rad met telkens een spoor aan de laars en illustreert de Latijnse lijfspreuk van de eilandbewoners: Quocunque Jeceris Stabit, wat zoveel wil zeggen als “eender hoe je ‘m neergooit, hij landt altijd op z’n voeten”. Helaas geldt die spreuk duidelijk niet voor alle racers die hier ooit ten val kwamen… De ‘scenic route’ van Ramsey richting Douglas voert ons langs Laxey, een verlaten mijnstadje aan de oostkust dat kan bogen op het grootste waterrad van het eiland, daterend uit het jaar 1854. Het Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
61
isle of Man
werd ontworpen om aan een tempo van drie omwentelingen per minuut water uit de 460 meter diepe mijnschacht te pompen, dit a rato van ongeveer 1200 liter per minuut. De mijn was decennialang de grootste Britse producent van zink, koper, lood en zilver, maar was tegen 1930 volledig uitgeput. Elders in het dorp vind je ook nog de antieke weefgetouwen waarop sinds 1880 tweed wordt geweven. Het gadeslaan van de wevers die omzichtig omspringen met het fragiele getouw is als kijken naar een orgelspeler in volle concentratie: fascinerend.
orgelpUnt Het feit dat we onze trip afwerkten per motorfiets had slechts één nadeel: we verzaakten aan de bijna 30 kilometer lange tramrit naar Douglas aan boord van één van de originele elektrische stelletjes van de Manx Electric Railways. Best wel
62
jun i 2014 Motoren & toerisMe
jammer, want die tuigen zijn ondertussen ruim 120 jaar oud. Er is ook een 8 kilometer lange tramlijn die je van april tot september vanuit Laxey naar de top van de Snaefell brengt, een ritje dat 30 minuten in beslag neemt omdat er verschillende bijzonder steile passages zijn die stapvoets genomen worden. Douglas vormt het perfecte orgelpunt van een verkenningstocht die ons dit racegekke eiland leerde kennen op een heel andere, ontspannen manier, weg van de TT Course. Nog even nagenieten op de promenade van Douglas Bay is de leukste manier om een einde te breien aan deze uitzonderlijke midweek trip. Geen wonder dat duizenden motorliefhebbers zich elk jaar het eten uit de mond sparen om nog maar eens naar dit wonderlijke eiland af te zakken, onder het mom van: “vrouw, ik ga naar de races kijken!...” •
Meer info over het eiland Man vind je op de uitstekende website www.isleofman.com • Triumph-, BMW en Ducati-dealer in Castletown: www.jasongriffith.im • Southern 100-races: www.southern100.com • Alles over de gerookte Manx kippers: www.manxkippers.com of www.isleofmankippers.com
1108_INT_MWD_demotorsite
dagelijks nieuws l tests l sport l toerisme techniek l offroad l filmpjes gratis GPS tracks l en nog zoveel meer
frankrijk parijs
SuperMeen in Parijs
Een straffe dame, mijn dochter. Negen jaar oud en 270
Van
kilometer achterop een motor. Met de nieuwe wet
We zijn deze ochtend vertrokken rond 11u30 met de bedoeling voor voor het donker een hotelletje te vinden. Tegen 12u30 hadden we er al een dikke honderd autostradekilometers op zitten, tijd voor een korte stop om een extra fleece aan te trekken. Nadien volgden we een traject dat hoofdzakelijk bestond uit rechttoe-rechtaan, heuvelop-heuvelaf Franse wegen. Zeker vandaag had ik niet al te veel zin in dit soort wegen. Vermoedelijk is deze antipathie te wijten aan een angst voor de gevolgen van deze monotone wegen bij mijn kleine duo. Meen heeft de laatste dagen niet echt goed geslapen en de combinatie van rechte wegen, het monotone geroffel van de boxermotor en van de dwarsrichels in de betonplaten met de totale rust die je ervaart als duo hebben al meerderen in trance gebracht. Bij iedere stop peil ik naar de aanwezigheid van het zandmannetje, maar Meen slaat moeiteloos elke aanval van deze werkman bij de strooidienst af. Haar ogen blijven helder, ze blijft zingen achterop en ze geniet duidelijk van de trip. Uiteindelijk neemt de tocht toch een andere wending. Na een kleine 100 kilometer départementales krijgen we gedurende de laatste 60, 70 kilometer een Frankrijk te zien om vingers van af te likken.
omtrent kinderen achterop de motor in het achterhoofd is er een wat nare bijklank rond het begrip ‘verantwoordelijkheid’ gecreëerd. Meen rijdt nu al zo’n 2,5 jaar mee, ze is het gewoon en ze gedraagt zich als een ‘professionele’ duo. Het blijft natuurlijk een kind, denk ik soms. Maar los daarvan: is iemand pas klaar om aan het verkeer deel te nemen als ie de juiste leeftijd heeft, of als ie een examen heeft afgelegd of als ie door een intellectuele delegatie het statuut van ‘mentaal geschikt’ krijgt? Pfff waar ben ik nu mee bezig? We zijn op vakantie!
Tekst en foto’s: Pieter Paques 64
jun i 2014 Motoren & Toerisme
monotoon naar pittoresk
parijs
frankrijk
Wegen om van te snoepen, vergezichten die vragen om het gas even dicht te draaien en dorpen die telkens een extraa tje in petto hebben: kastelen, ruïnes, kathedralen,… Frankrijk blijft nog steeds een ‘oud’land, maar hier heeft dat nu eens niets te maken met de grauwheid en het verval zoals ik die tijdens vorige reizen heb ervaren. Wegen om van te snoepen, vergezichten die vragen om het gas even dicht te draaien en dorpen die telkens een extraatje in petto hebben: kastelen, ruïnes, kathedralen,… Frankrijk blijft nog steeds een ‘oud’ land, maar hier heeft dat nu eens niets te maken met de grauwheid en het verval zoals ik die tijdens vorige reizen heb ervaren.
66
jun i 2014 Motoren & Toerisme
Altijd
zin in pizza
De eerste stop in de zoektocht naar een onderkomen, is er meteen al ‘boenk’ op. 80 euro en gratis ontbijt voor min 10-jarigen. Onze ‘Spirit’ (de GS-A) gaat op slot op de parking, dan de koffers eraf halen en alles meezeulen naar onze kamer-voor-éénnacht. Onmiddellijk andere kledij aantrek-
ken en dan op zoek naar een restaurantje. Die zoektocht verloopt niet echt zo vlot, op deze Paasmaandag lijkt alles wat neigt naar horeca & toerisme er de brui aan te geven. We moeten kiezen tussen een sushi bar (alright voor mij, bwèeek voor haar) en een Pizzeria waar wij de enige klanten zijn. Spijtig voor de ondernemende Franse
frankrijk
Italiaan, wreed veel geluk voor ons, want wij hadden net zin in pizza (hebben we dat niet altijd?) Momenteel lig ik in bed het verslag van deze eerste dag te schrijven en kijk even naar links. Meen ligt met gesloten ogen naast me, rustig ademend met een arm rond haar knuffel en een hand boven de dekens. Snurken doet ze niet, gelukkig. Ze wist me eerder aan tafel te zeggen dat ze haar mama al mist. Geen erg, dat mag en dat hoort zo. Toch wel een heel andere beleving, zo’n motortrip met dochter. De babbels zijn meestal van een ander niveau, de stops frequenter en in plaats van naar andere motards-reisgezellen te moeten zoeken in de achteruitkijkspiegel, zoek ik nu in dezelfde spiegel constant naar ‘gelijk wat’ zolang het maar een glimp van mijn duootje is. Zit ze er nog op?
Naar Parijs Het is 21u30 en we zijn net in bed gekropen in een hotelletje in Les Lilas. Eigenlijk iets te laat, maar in deze contreien van Parijs geldt de ‘geen eten voor 19.30’-regel, vandaar dat alles een beetje is vertraagd. Tijd om even dag twee te overlopen en op papier zetten. Om 04u33 liet de interne wekker me weten dat ik m’n portie slaap achter de rug had. Omwille van het vroege licht-uit-uur van de vorige avond was mijn klokje serieus de kluts kwijt. Verder een sober, maar ruim voldoende ontbijt. Ik weet ondertussen uit betrouwbare bronnen dat het product dat wij kennen als ‘yakult’ in Frankrijk van geen kanten over de toonbank gaat. Ik snap nu waarom. Hun koffie zal voor de rest van de vakantie participeren in een eenvoudige afhandeling van mijn darmtransit. De hotelier antwoordde ‘bien sur’ op de
parijs
vraag of de plaatselijke kathedraal reeds open was voor bezoekers en weg waren we. Immens bouwwerk, met de nodige beeldjes van engeltjes, duiveltjes en draken op de gevels. Als dit al wordt neergezet in een dorp als Noyons, dan zijn we benieuwd wat Parijs zal brengen. Om 10u30 dan toch de baan op. We hadden vandaag maar een dikke 100 kilometer te consumeren, dus tijd zat.
Stop & Go De geweldige wegen, mooie dorpen, oude glories en rijke verledens zijn nog steeds van de partij en het is wederom een memorabele reisdag. Om de 20 minuten gaat de motor op de zijpikkel en is er wel ergens iets te zien en te fotograferen. De reisweg heb ik op kaart uitgestippeld als een verbindingsrit tussen zo veel mogelijk kastelen, ruïnes of kerktorens. Bij één van Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
67
parijs
frankrijk
de ritten naar zo’n kerkruïne gaat de weg over van verhard naar kiezel naar karrenspoor. Diepe plassen en vettige zijkanten: let’s get dirty. Indien we omver vallen is de snelheid toch traag en de grond zacht. De beladen GSA zet echter geen stap verkeerd. We komen echter van een kale reis thuis, want de ruïne is ommuurd en het hek potdicht. De zon blijft ons heel de dag nabij en we genieten bij iedere stop van de warmte die ze zo vroeg op het jaar al geeft. Al rijdend voelen we deze warmte pas doorkomen als we dichter bij Parijs komen en het dichtslibbende verkeer het tempo naar beneden haalt. Zo dicht bij Parijs haakt ook Svetlana – mijn GPS-dame - af. Ze heeft geen visum voor Parijs of beter gezegd, we hebben haar
68
jun i 2014 Motoren & Toerisme
geen kaarten ingeladen voor de stad. Ik ben nogal een papieren-kaartrijder… Meen vind wederom zonder enige moeite een geschikt hotel en we boeken pronto voor twee nachten. We halen hier een mooie buit binnen: 45 euro voor 2 personen, met nog eens 5 euro erbovenop voor een ontbijt. Deze kleine dame heeft een neus voor zaakjes. We liggen hier ondertussen gezellig naast elkaar, ik al schrijvend en zij al knorrend. De reiswekker zegt 22u04, ik knip het licht uit. Over en out.
Carrefours &
vapeurs
Vandaag gaat het naar ‘Paris centre ville’. Hoe dicht we ook bij het centrum logeerden, de smalle straten in combinatie
met het Parijse soepketel-verkeer zorgen er voor dat we welgeteld 1 uur onderweg zijn om het hart van de grootstad te bereiken. Enige ervaring met overlevings-rijtechnieken is hier mooi meegenomen, zo niet geef je hier gegarandeerd na 20 minuten, je auto- of motorsleutels af aan de eerste de beste clochard die je tegenkomt. Met een beetje ervaring, lef en optimisme kan je het leuke er nog van inzien en lukt het wel om je er in onder te dompelen. Uiteindelijk staat de Spirit goed en wel geparkeerd op één van de ontelbare motorparkings en we zijn ondertussen aangepast aan de volgende dresscode. Notre-Dame fungeert als opener en die dame is nog imposanter dan ik had gedacht. De aanschuifrijen voor de ingang zijn dat evenzeer en veel Frans
frankrijk
wordt daar niet gepraat. Dit slaan we wel even over vandaag. We hadden al op voorhand een soort traject uitgestippeld en dat biedt niet veel speelruimte in de vorm van urenlang aanschuiven. Het Louvre is een goede tweede, maar eerste een hapje eten op het plein voor het stadhuis, gevolgd door een frisse cola/pint op een terras met uitzicht op het Louvre, enfin op de buitenkant van het geheel, want het bestaat uit nogal wat ‘laagjes’. Daarna duiken we er al iets meer ‘in’, tot aan het binnenplein met de glazen piramide en verhoogde vijvers en fonteinen. Niet al teveel wachtrijen, maar… nog niet voor ons. Via enkele kleinere bezienswaardigheden gaat het verder naar Pompidou en het kunstenaarsplein, om even naar de vreselijk ama-
teuristische showmannen te kijken. Nog een stukje flaneren langs de Seine om terug uit te komen bij de Spirit, die al staat te trappelen om een paar groen-licht-sprintjes te trekken, richting Eiffel (neen niet het gebergte). Dit verloopt al filevrijer. De motor gaat weer aan de kant en we vergapen ons aan de stalen mastodont. We houden nog net onze monden toe door elkaars kin naar boven te duwen. Dit is toch wel een joekel van jewelste hoor. We geven onszelf een kwartier om aan te schuiven en te evalueren, op basis van hoe ver we in die tijd zijn opgeschoten, of we al dan niet de moeite gaan doen om zoals elke toerist in Parijs de Eifeltoren te beklimmen. 45 minuten later hebben we onze tickets en 10 minuten later staan we op niveau 2 (van 3). Nog eens 45 minuten
parijs
later is de top van ons. Samen met honderd anderen, schat ik, maar dat kan de vreugde om het magnifieke uitzicht niet drukken. Terug naar beneden gaat veel en veel sneller dan naar boven, maar dan start WOIII. Via Montmartre willen we terug naar ons hotel rijden en alles loopt supervlot tot aan Trocadero. Vanaf daar is het hel op twee, drie (ontelbare MP3-scooters) en vier wielen. De Spirit heeft de ene ‘vapeur’ na de andere, de auto’s staan te oververhitten en roken alsof er in iedere vierwieler net een nieuwe paus is verkozen. Bussen rijden ieder rond- en kruispunt potdicht. Scooters en motoren palmen stoepen in en een enkele scooterrijdster krijgt het voor elkaar om tussen twee baanvakken, in tegenovergestelde richting enkele tientallen meters te Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
69
parijs
frankrijk
Na 45 minuten hebben we onze tickets om de Eiffeltoren te bezoeken en 10 minuten later staan we op niveau 2 (van 3). Nog eens 45 minuten later is de top van ons. Samen met honderd anderen, schat ik, maar dat kan de vreugde om het magnifieke uitzicht niet drukken.
70
jun i 2014 Motoren & Toerisme
frankrijk
parijs
Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
71
parijs
frankrijk
vorderen. De meeste chauffeurs laten het niet aan hun hart komen en steken hun duim op naar deze dappere amazone. Om het ergste rondpunt over te steken volg ik even haar voorbeeld en dan is blijkbaar de zwaarste veldslag gestreden. We karren voorbij Montmartre, maar vinden niet meer de moed om even af te stappen. Een snelle foto van op het zadel, richting kerk, dan de blik even wenden naar het stadszicht en óp naar een pizzeria!
Paris
by night
In een klein straatje zie ik een klein restaurantje, weliswaar reeds open, maar volledig leeg. Ik kijk even naar binnen, nog steeds op onze motor, knik beleefd naar de uitbaatster en krijg een vriendelijke hoofdknik
72
jun i 2014 Motoren & Toerisme
terug. Voldoende om een keus te maken. We parkeren de BMW en stappen de zaak binnen, de dame haar glimlach wordt nog groter. Het aperitief van het huis staat binnen de vijf tellen op tafel, nog voor we onze motorkleding en helm hebben uitgedaan. Een klein wonder voltrekt zich: tegen de tijd dat we ons eten op tafel krijgen, zit de zaak stampvol. Goed gekozen en blijkbaar net op tijd. We nemen alle tijd voor een gezellig vader/dochter-onderonsje en gaan pas tegen zonsondergang terug de motor op. Allebei moe, maar de Parijse citroen is nog niet uitgeknepen. ‘Paris by night’ lonkt, zeker nu het verkeer uit het centrum verdwenen is. Dus terug naar Trocadero voor een zicht op de Eiffeltoren met de nodige verlichting… zooo romantisch. Nog even langs de kant van de
Seine van de verlichte bruggen en boten genieten en dan, het kan niet meer stuk, terug naar ons startpunt: De Notre Dame.
En
wat nu?
Het is 22u30 en we vinden het nu echt wel welletjes. We parkeren de beemer aan het hotel, koffers eraf, straat over, sleutel van het hotel in aanslag… en de deur wil niet open. De receptie sluit om 21.00 en nergens is licht te bespeuren. Meen slaat een milliseconde in paniek, maar kan zich snel herpakken. Enkele huizen verder is een nachtwinkel, misschien kunnen zij helpen. Neen dus. Terug naar de gesloten deur, nogmaals proberen. De sleutel gaat wel in het slot, maar omdraaien gaat niet. Om 23u00 nog een ander hotel zoeken? Ik denk dat er
frankrijk
parijs
De context van de borden is duidelijk: hier zijn mensonwaardige en vreselijke dingen gebeurd, dus gedraag je daar ook een beetje naar. Diepe zucht, een moment van stilte, zelfs Meen haar gekwebbel en gezang blijft even achterwege.
nu nog maar twee typen hotels open zijn. Bij de ene zullen we ons blauw betalen en bij de andere zullen ze vermoedelijk de politie bellen als ik daar met een negenjarig meisje een kamer wil boeken. Nog eens rustig alle sleuteltechnieken toepassen, zelfs de meest onlogische en dan wil het mechanisme toch zijn geheimen prijsgeven: de sleutel wil zowel ‘normaal’ als ‘omgekeerd’ in het slot, maar enkel in z’n ondersteboven-stand werkt hij. Wij dolblij en vijf minuten later is het licht uit en slaat de zandman toe. Wat een dag!
Koude Champagne Om 10 uur zitten we de volgende ochtend toch alweer op de Spirit, maar die heeft na zijn Parijs avontuur ook enige vakantie-
genoegens: benzine graag en gelijk ook even de bandendruk controleren en liefst ook nog een scheutje olie! Om 11 uur wuiven we Parijs uit in de achteruitkijkspiegel. Anderhalf uur later krijgen we terug het gezelschap van onze Russische tankcommandante ‘Svetlana’. We vliegen door de Champagnestreek en daar is – weliswaar enkel vandaag – weinig goeds over te vertellen. Een koude noorderwind laat de Spirit gedurende meer dan 150 opeenvolgende kilometers naar links overhellen en stort ook nog eens een portie nattigheid over ons. Net na 17 uur arriveren we in Verdun en duwen we de deuren open van de toeristische dienst. We hebben geen zin om op goed geluk een onderkomen te zoeken en roepen assistentie in. Twee sterren en een navenante prijs is voldoende voor ons. Ordentelijkheid,
ruimte en netheid, maar ook vergane glorie is hetgeen we krijgen. Andere kleding, kleine wandeling, een licht slaatje, nog een wandeling en fotokes. Gevolgd door een douche en enkele meegenomen reisspelletjes op de hotelkamer. ‘Lights out’ aan haar kant van het bed. Nog het verslag van twee dagen schrijven. Gisteren weigerden mijn ogen de medewerking. En morgen enkele WOI-monumenten bezoeken om dan huiswaarts te karren.
Door
merg en been
Dag vijf begint lekker vroeg, want we hebben weer een tijdsgevoelig schema voor de boeg. Ruim voor 10 uur rijden we al tussen de slagvelden van Verdun door, richting ossuarium van Douament. Naarmate we Motoren & Toerisme j uni 2 0 1 4
73
parijs
frankrijk
dichter komen, stijgt ook de frequentie van de borden waarop staat beschreven wat wel – en vooral niet – is toegelaten op deze site. De context van de borden is duidelijk: hier zijn mensonwaardige en vreselijke dingen gebeurd, dus gedraag je daar ook een beetje naar. Meen en ik zijn hier zowat de enige toeristen. Dit in combinatie met het decor, de verhalen en de gedragscode en Meen is onmiddellijk in respectvolle sferen. Het ossuarium maakt duidelijk indruk bij haar en alhoewel ik het al eerder had gezien blijft het een imposant gegeven. Wat ik echter nog niet gezien had (ik had er pas enkele dagen voor ons vertrek over gelezen) was hetgeen zich
74
jun i 2014 Motoren & Toerisme
onder het gelijkvloers bevond. Daar vind je – letterlijk – een opeenstapeling van de stoffelijke overschotten van meer dan 130.000 gesneuvelden. Door groezelige raampjes kan je een de achterzijde van het ossuarium naar binnen kijken om er wezenloos naar bergen, op een hoop gegooide, beenderen te staren.
Niet
gewoon
Diepe zucht, een moment van stilte, zelfs Meen haar gekwebbel en gezang blijft even achterwege. De rit richting Sedan verloopt over vers zwart asfalt met spierwitte wegmarkeringen. Een glooiend, licht heuvelachtig landschap, geflankeerd door een
jeugdige Maas en een aaneenschakeling van flauwe bochten. Hemelsblauwe lucht en een nette 15 graden: het nec plus ultra op motorrijdersgebied. De grens komt in zicht en ik heb nog één belofte waar te maken aan Meentje: een flinke portie dessert als afsluiter. Een wafel met witte suiker voor haar en appeltaart met ijs en slagroom voor mij. En dat met een uitzicht op Bouillon. Mooi orgelpunt. Zo’n 160 E- en A-kilometers scheiden ons nog van het weerzien met mama Jo. Deze laatste etappe telt enkel als overgang van het leven in de Lichtstad naar het normale leven. Enfin, wat heet normaal?… À la prochaine! •
N N EW EW Verwarmde handvaten Verwarmde handvaten Cruise control Cruise control
Verbeterde aerodynamica Verbeterde aerodynamica Elektrisch instelbaar windscherm Elektrisch instelbaar windscherm Nieuw LCD-instrumentpaneel Nieuw LCD-instrumentpaneel
Cardanaandrijving Cardanaandrijving Tractiecontrole Tractiecontrole
Ultrasportief Ultrasportief chassis chassis
FJR 1300 AEAE FJR 1300
18.990 18.990€€
Nieuw motormanagement Nieuw motormanagement YCC-T elektronische YCC-T elektronische gasklepsturing gasklepsturing D-Mode Touring/Sport D-Mode Touring/Sport
Elektronisch instelbare Elektronisch instelbare vering met 84 verschillende vering met 84 verschillende mogelijkheden mogelijkheden
Adviesprijs, inclusief BTW BTW 21%,21%, exclusief afleveringskosten (120 (120 € BTW incl.).incl.). Geïllustreerde Akrapovic uitlaat is optie. Adviesprijs, inclusief exclusief afleveringskosten € BTW Geïllustreerde Akrapovic uitlaat is optie.
Voor de de dichtstbijzijnde dealer in uw buurt kijkkijk op:op: Voor dichtstbijzijnde dealer in uw buurt
www.yamaha-motor.be www.yamaha-motor.be
The Ultimate Riding Machine
The Ultimate Riding Machine
F 800 GT
R 1200 GS
special motorvakanties 2014
200 GS
BMW Motorrad Belux
R 1200 RT
S 1000 RR R 1200 GS Adv
K 1600 GT
K 1300 S
R 1200 RT
G650 GS
F 800 R
K 1300 R
G 650 GS Ser
000 RR R 1200 GS Adv
600 GT
K 1300 S
50 GS
F 800 R
300 R
G 650 GS Ser
600 GTL
F 800 GS
200 R
F 700 GS
00 Sport
TWEE FERME SMEERLAPPEN.
REISDOEL: DE HORIZON. K 1600 GTL
Koop nu een handige kofferset voor maar 50 euro en rij Deze twee motoren kicken slechts op één ding: grenzeloze off-road actie. Neem nu de ruige * de horizon tegemoet! Jouw voordeel:waaghals 600 euro (BTWi). BMW F 700 GS, een tiptop uitgebalanceerde van 75 pk (55 kW) waarmee je ongetwijfeld
legendarische avonturen Zijnzijn pittig broertje,nog de BMW F 800 GS, is een rasechte off-road Stap op en kijk niet meer om. Met de BMWbeleeft. F 800 GT, toertochten nooit zo aantrekkelijk C 600 Sport C 650 GT geweest. Zijn krachtige tweecilinder lijnmotor (66kW) staat garant voor een spierbundel en kan met zijn 85van pk 90pk (63 kW) moeiteloos elk terrein de baas. Het ophangsysteem speelt onovertroffen rijervaring. Met een die speciaal ontworpen voor lange immers haarfi jn in ophanging op elke denkbare omgeving. ABS werd krijg je er standaard bij. Enkel de intelligente afstanden én dehulpsystemen standaard aanwezige ABS reis jeStability veiliger Control) dan ooit. en Terwijl voortdurend ASC (Automatic ESAje(Electronic Suspension Adjustment) zijn een ongeëvenaard gevoel van vrijheid en zorgeloze eenvoud ervaart.vind En dat tenslotte optioneel. Meer info over deze modellen en acties je bijisje BMW Motorrad concessiehouder of op waar motorrijdenbmw-motorrad.be. allemaal om draait. Voor meer informatie, ga snel naar bmw-motorrad.be R 1200 GS (K50) F 800 GT
THE F 700 GS AND F 800 GS. THE F 800 GT. UNSTOPPABLE UNSTOPPABLE TOUR. ENDURO.
C 650 GT
F 800 GS
Een actie was nog nooit zo smerig. Bij aankoop van de BMW F 700 GS of BMW F 800 GS krijg je nu een variokofferset én kit handprotectoren voor maar 300 euro! Dat is een R 1200 R F 700 GS voordeel van 800 euro (BTWi).*
STANDARD ON ALL MODELS.
* actie geldig tot en met 30/06/2014
Motoren &toerisMe
BMW Motorrad
STANDARD ON
* actie geldig tot en met 30/06/2014 ALL MODELS.