Kinderkrant Drechtsteden februari 2022

Page 1

FEBRUARI 2O22

3 Roofvissen

5

8

Kampioen striptekenen

9

Levi doneert zijn haar

Naar de kidsclub

EEN RUIMTEREIS OP SCHOOL MAKEN

Jana, Retal, Karin, Veronique, Imraan, Keyano en Mylène staan voor de Spacebuzz. ZWIJNDRECHT – Jana (12), Retal (12), Karin (11), Veronique (8), Imraan (8), Keyano (11) en Mylène (10) bezochten de Spacebuzz. De Spacebuzz was 24 januari naar hun school De Twee Wieken gekomen voor een ruimtereis met VR-brillen. Retal: ‘De Spacebuzz leert kinderen meer over de aarde en het heelal.’ Jana: ‘En dat we zuinig moeten zijn op onze mooie aarde. De reis lijkt heel echt. Mijn stoel beweegt, ik voel kou en warmte. Ik vind dit een speciale ervaring.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS Jana, Retal, Karin, Veronique, Imraan, Keyano en Mylène gaan in de stoelen van de Spacebuzz zitten en krijgen een VR-bril op. ‘André Kuipers vertelt ons wat we gaan doen. Hij is een astronaut, die in het ruimtestation is geweest, maar niet op de maan’, zegt Imraan. ‘André Kuipers ziet er heel echt uit, maar het is allemaal VR’, vertelt Jana.

In de ruimte

Er is veel te zien vanuit de ruimte. ‘Ik zie de terminator. Dat is de grens tussen dag en nacht’, zegt Retal. ‘Het ene deel van de aarde was daar licht en het andere deel donker’, vertelt Veronique. ‘Ik zie groen licht. Dat is het noorder- en zuiderlicht. Dit komt door straling van de zon op de dampkring’, zegt Karin. ‘Ik zie bliksemschichten van onweer door de lucht gaan’, vertelt Keyano. ‘Ik zie gouden lichten. Dat is verlichting op plekken waar mensen wonen. Ik zie ook satellieten. Deze controleren de aarde, bijvoorbeeld de luchtkwaliteit’, zegt Mylène.

Landen

Opstijgen

‘We zitten in de cockpit van een raket’, zegt Imraan. ‘Ik kan veel zien in de cockpit, ik vind dat cool’, vindt Mylène. ‘Bij het opstijgen beweegt mijn stoel en ik voel wind’, vertelt Karin. ‘We zien de dampkring om de aarde. Deze beschermt de aarde en het is daardoor niet te koud of te warm op de aarde’, zegt Imraan.

Karin, Veronique, Mylène, Jana, Retal, Imraan en Keyano komen de Spacebuzz uit.

De leerlingen zitten klaar voor de ruimtereis.

‘Het landen voelt een beetje eng. Ik zie voor de ramen van de cockpit allemaal rood, roze en oranje licht. Dat komt omdat de raket door de dampkring gaat. Alles wordt dan heel heet, wel 2.000 graden Celsius. Gelukkig wordt het in de raket niet heet door een hitteschild’, vertelt Mylène. De VRbrillen gaan na de landing af. ‘Deze ruimtereis voelde heel echt’, zegt Retal.


Prikbord

FEBRUARI 2O22

Twee muizen lopen in het bos.

Aangeboden door kinderboekhandel De Giraf in Dordrecht

Dan zien ze opeens een vleermuis voorbij vliegen. De ene

muis vraagt aan de andere muis: ‘Ken jij hem?’

Zegt de ander: ‘Ja, dat is

mijn broer, hij werkt bij de

luchtmacht.’ Shelly (10)

Meester: ‘Jantje, je zou

echt eens in bad

moeten gaan.’

Jantje: ‘Nee hoor, ik word

later namelijk stinkend rijk!’ Simon (12)

ZOEK de sneeuwballe n in deze Kinderkrant

B U U

R

C O N

T A C

T

S

P O

R

T

E

N

E

O

L

E

E

T

P

J

E

N

E

T

H

E M

I

K

E

A

E

E

T

T

C G A

T

E

I

ACTIE

PARK

E

L

G

E

BASISSCHOOL

REGELS

T

K R A N

T

L

I

N N O S N

U S N

R A S

N O U

K S R N A

S

C

P A R K

BARBECUE BUREN

BUURTEN

SPORTEN

STEUN WIJK

I

E

L

S B

B W

B U S

B A R B

E

C U

E

I

BUURTKRANT

W A N

D

E

L

I

N G R U

J

KATTEN

B

U U

R

T

G

E

V O E

L

K

B U U

R

T

H U

S N R

T

I

SAMEN

BUURTGEVOEL

W U W

N K

PLEK

BUURTHUIS CONTACT OPPAS

WANDELING WINKELS WONEN

ANTWOORD (4 WOORDEN):

REGELS: DE WOORDEN VIND JE HORIZONTAAL, VERTICAAL EN DIAGONAAL. JE MAG LETTERS MEERDERE KEREN GEBRUIKEN. ALS JE DE OVERGEBLEVEN LETTERS IN DE JUISTE VOLGORDE ZET, KRIJG JE HET ANTWOORD. MAIL DIT WOORD SAMEN MET JE VOORNAAM, LEEFTIJD EN HET TELEFOONNUMMER VAN JE OUDERS OF VERZORGERS (ZODAT WE CONTACT MET JE OP KUNNEN NEMEN ALS JE HEBT GEWONNEN) NAAR ANTWOORD@KINDERKRANTDRECHTSTEDEN.NL. ALLEEN WINNAARS KRIJGEN BERICHT.

HET ANTWOORD VAN DE WOORDZOEKER IN DE VORIGE KINDERKRANT IS: ELFSTEDENTOCHT DE WINNAAR IS: NOA GEFELICITEERD!

Kun jij ze allemaal vin den? Vul hier het aantal in:

Waarom kan een ei niet bevriezen? Deborah (10)

Omdat er een dooier in zit.

Hoe niest een verkouden Pokémon?

PikaCHU!

Waarom zwemmen haaien alleen in zout water?

Omdat ze van peper moeten niezen.

Hoe laat is het als een olifant op een tuinhekje gaat zitten? Jesse (8) Tijd voor een nieuw tuinhekje.

2

derkrant De nieuwe Kin verschijnt Drechtsteden aart! donderdag 10 m ������ ������������������

een goed Heb jij een leuke mop, voor een artikel? e ide raadsel of een leuk am en je leeftijd Mail deze met je voorna ntdrechtsteden.nl. naar redactie@kinderkra Deze Kinderkrant Drechtsteden wordt mede mogelijk gemaakt door:

COLOFON KINDERKRANT DRECHTSTEDEN FEBRUARI

2022, JAARGANG 3, EDITIE 2

OPLAGE:

13.500

KRANTEN��

MEER INFORMATIE EN CONTACT: www.kinderkrantdrechtsteden.nl

Kinderkrant Drechtsteden verschijnt in Alblasserdam, Dordrecht, Heerjansdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Oprichter en hoofdredacteur: Linda te Veldhuis Eindredacteur: Mariska Buitendijk-Pijl Vormgever: Stan van Oss Op alle artikelen in Kinderkrant Drechtsteden berust copyright.

Volg de Kinderkrant op:


Sport

SHORTTRACK

FEBRUARI 2O22

3

DORDRECHT – Fabian (10) en Aaron (11) leren shorttrack bij IJssportvereniging Alblasserwaard. Ze trainen elke vrijdagavond op de ijsbaan van Sportboulevard Dordrecht. Aaron: ‘Shorttrack is heel hard schaatsen op een korte afstand. Je schaatst rondjes bij shorttrack.’ Fabian: ‘Mijn broer Aaron en ik zitten in de Schaatsklas. We leren hier de technieken voor shorttrack.’ Fabian en Aaron zitten sinds de zomervakantie in de Schaatsklas. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS ‘We schaatsen op shorttrack schaatsen. Dat zijn noren. Je kunt heel snel schaatsen met noren. Het schaatst wel heel anders dan bijvoorbeeld kunstschaatsen. Ik moest wennen om met noren te schaatsen’, zegt Aaron. Noren hebben lange ijzers. ‘We leren in de lessen schaatsen, remmen, bochten maken en starten. We doen spelletjes als tikkertje en wedstrijdjes als estafette’, vertelt Fabian.

Aaron stopt zijn schaatsen in een handdoek.

Fabian en Aaron staan in de starthouding.

Hard schaatsen

‘Ik wil hard leren schaatsen. Ik kan nu al een stuk harder schaatsen dan voor ik met de Schaatsklas begon. Ik wil ook goed leren remmen, zo met je schaatsen dwars op het ijs’, zegt Aaron. ‘Ik wil ook snel leren schaatsen. En ik vind het leuk om wedstrijdjes te doen’, vertelt Fabian.

Beschermen tegen snijden

De ijzers van schaatsen zijn scherp. ‘We dragen daarom snijvaste sokken. Ik had ze eerst niet. Een schaats raakte tijdens een botsing mijn been. Ik had toen een snee in mijn been. De snee moest

Fabian en Aaron doen aan shorttrack.

gehecht worden’, zegt Fabian. ‘We dragen ook een helm met kleine gaten. Er zitten in een fietshelm te grote gaten. Een ijzer van een schaats kan in die gaten komen en je hoofd raken’, vertelt Aaron. ‘We dragen ook handschoenen tijdens het schaatsen’, zegt Fabian.

Goed afdrogen

‘Shorttrack schaatsen zijn duur. Ze kosten zo’n 600 euro. We huren de schaatsen. Ik droog de schaatsen na de training goed af met een handdoek, anders gaan ze roesten. Ik stop de schaatsen in de handdoek in mijn tas. De schaatsen worden anders in de auto weer nat. Dat komt door de temperatuurverschillen. Thuis droog ik mijn schaatsen nog een keer goed af’, legt Aaron uit.

R O O FV I S S E N

ALBLASSERDAM – William (10) is gek op vissen. William: ‘Ik vis denk ik al sinds mijn 3e. Mijn vader vist, dus ik ging toen al met hem mee. Ik vis sinds mijn 7e echt zelf. Ik ga nu ook vaak met vrienden vissen. Zij zijn een paar jaar ouder. We leren veel van elkaar, bijvoorbeeld waar veel vissen zitten. Ik vis het hele jaar door. Ik denk dat ik 2 keer per week ga vissen. In de maanden met lekkerder weer ga ik vaker. Ik vis het liefst op roofvissen. Dat is bijvoorbeeld een snoek. Mijn grootste gevangen vis was een snoek van 1,17 meter. Mijn droom is om een meerval te vangen. Dat is ook een roofvis.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Om te mogen vissen heb je meestal een VISpas nodig. Dat is een soort vergunning. ‘Ik vis vaak bij de Boezem, bijvoorbeeld bij de sluis. Of ik ga met vrienden met een bootje vissen bij Het Lammetjeswiel of op de Waal. Ik vis ook in de haven bij Landvast en in de slootjes in mijn wijk’, zegt William.

Actief vissen

‘Je kunt vissen door te wachten. Je kijkt dan naar de dobber tot je beet hebt. Maar dat vind ik saai. Ik houd van actief vissen. Ik heb een werphengel met een molen voor de vislijn. Ik gebruik bijvoorbeeld een nepvisje als aas. Dat zit aan de lijn. Ik gooi het aas in het water en haal dat weer binnen. Het nepvisje beweegt dan als een echt visje. Een snoek komt op dat bewegende aas af. Ik gooi het aas steeds opnieuw in het water, tot ik een keer beet heb’, vertelt William.

Vis vangen

William bewaart zijn aas in een koffer.

‘Ik weet dat ik beet heb, als ik een soort klap aan de lijn voel. Je ziet dan bijvoorbeeld ook de kop van de vis of gespartel. Ik haal de vislijn binnen met de molen aan mijn hengel. Ik pak de vis meestal met mijn handen uit het water. Soms gebruik ik een schepnet. Ik pak hem onder zijn kop. Ik doe voorzichtig met de vis’, zegt William.

William ving deze snoek afgelopen november.

FOTO: ALBERDINA KOELEWIJN

Vis terugzetten

‘Met een speciale tang haal ik het aas uit de bek op een onthaakmat. Ik doe dat voorzichtig. Een snoek heeft tot wel 700 tanden. Dan is het tijd voor een foto. Ik houd hem met 1 hand bij zijn kieuwen beet en met 1 hand bij zijn staart. Ik doe de vis daarna weer in het water. Ik houd hem eerst een beetje tegen, tot hij gaat spartelen. Dan geef ik hem een duwtje en zwemt de vis weg’, vertelt William.

William is aan het roofvissen.


4

Natuur en Eten

FEBRUARI 2O22

Een kat via het asiel DORDRECHT – Sophie (10) en Milou (8) hebben sinds begin januari een kat via Dierenzorgcentrum Louterbloemen. Sophie: ‘We hebben bij mijn moeder al 2 katten, Simba en Nala. En nu hebben we ook bij mijn vader een kat, Pumba. Onze achternaam is Van Leeuwen.’ Milou: ‘We hebben daarom gekozen voor namen uit de film The Lion King.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Pumba liep bij mijn moeder in de straat. Hij was een zwerfkat, maar wel tam. Mijn moeder belde de dierenambulance en die heeft hem na een tijdje meegenomen. Hij bleef 2 weken in het asiel om te kijken of zijn baasje zou komen. Maar die kwam niet. Overburen namen hem eerst in huis. Zij hadden al katten. Maar Pumba bleek niet samen met andere katten te kunnen. Nu woont hij bij onze vader’, vertelt Sophie.

Even wennen

‘We hebben Pumba 3 januari opgehaald, na oud en nieuw vanwege al het vuurwerk’, zegt Sophie. ‘Het ophalen ging goed. We moesten een formulier invullen met onze gegevens’, vertelt Milou. ‘We hebben hem in een reismand meegenomen in de auto. Thuis ging hij eerst overal snuffelen. Hij moest wel even wennen als iemand boven of weg was’, vult Sophie aan.

Een boefje

‘Pumba houdt van knuffelen, maar is ook een boefje’, zegt Sophie. ‘Hij klimt in de planten en gordijnen. Hij speelt met de balletjes uit de plantenbak. En hij plast soms in de stoel’, vertelt Milou. ‘Pumba is op zijn territorium gesteld, daarom plast hij daar misschien. Of het komt omdat hij net gecastreerd is. Het plassen wordt hopelijk minder als hij straks los naar buiten kan’, zegt Sophie.

GECASTREERD: Het verwijderen van de teelballen bij een dier.

Milou en Sophie zitten met Pumba op de bank.

BANANENBROODMUFFINS

MET PURE CHOCOLADE

Pumba speelt ook door als hij wordt opgetild.

Veel spelen

‘Pumba is een lieve, speelse kat’, vertelt Sophie. ‘Pumba speelt graag met een neppe grijze nepmuis aan een touwtje met stokje. Hij kan ook kunstjes. Hij staat dan op zijn achterpoten en pakt een snoepje uit mijn hand’, zegt Milou.

Naar buiten met een tuigje

‘Pumba was een zwerver, dus hij moet leren dat hij nu een huisje heeft. Hij gaat nu meestal nog met een tuigje om naar buiten. Het tuigje zit om zijn lijf en daaraan zit een lang touw. Wij houden dat touw beet. Zo leert hij waar zijn huis is’, zegt Sophie. Zo kan Pumba zijn huis terugvinden als hij los naar buiten gaat.

Pumba probeert de grijze nepmuis te pakken.

TERRITORIUM: Leefgebied waar een dier de baas is.

Noortje: ‘Dit heb ik nodig. Ik gebruik een pot waar al een deel van de ingrediënten voor bananenbrood in zit.’

ZWIJNDRECHT – Noortje (9) maakt voor het eerst bananenbrood. Noortje: ‘We hebben een paar oude bananen. Deze lijken me niet lekker meer. Maar het is zonde om ze weg te gooien. Daarom maken we er bananenbrood mee. We hebben alleen geen cakeblik, dus we maken bananenbroodmuffins’. TEKST: LINDA TE VELDHUIS

Noortje: ‘Ik verwarm de oven op 160 graden Celsius. Ik smelt daarna de boter in een pannetje op het vuur.’

Noortje: ‘Ik prak de banaan tot een soort moes.’

A Noortje: ‘Ik voeg de pot met het meel, de havermout, suiker, bakpoeder, vanillesuiker en chocoladedruppels toe. Ik meng alles weer met een mixer.’

B Noortje: ‘Ik breek de walnoten met een stamper in een vijzel.’

E

Noortje: ‘Ik doe de geprakte banaan, 2 eieren en de gesmolten boter in een kom. Ik meng alles met een mixer.’

C

Noortje: ‘Ik meng de walnoten door het beslag.’

F

van Noortje Wat heb je nodig? - 2 eieren - 2 rijpe bananen - 2 eetlepels rietsuiker - 160 gram volkoren speltmeel - 50 gram havermout - Een handje pure chocoladedruppels

- Een snufje zout r - 2 theelepels bakpoede r ike su ille - 1 zakje van - 75 gram walnoten - Cupcake-vormpjes - 120 gram boter

Noortje: ‘Ik schep met 2 lepels het beslag in de cupcake-bakjes op een bakplaat. De cupcakes gaan daarna 20 minuten in de oven.’

G

D De bananenbroodmuffins van Noortje.


Kunst & Cultuur

FEBRUARI 2O22

5

Robert speelt slagwerk bij een showband ZWIJNDRECHT – Robert (10) speelt trommel bij Showband Jong Holland. De trommel is een slagwerkinstrument. Robert: ‘Je hoort het al aan de naam. Slagwerk is een instrument om op te slaan. Dat kan een trommel zijn, maar ook een xylofoon. Er zijn dus verschillende slagwerkinstrumenten. Ik speel nu ongeveer 3 jaar trommel.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS ‘Het zit in me om te trommelen. Toen ik 2 jaar was, sloeg ik al op pannen. Je wordt heel ritmisch van trommelen. Je leert tijdens de lessen om goed op de trommel te slaan. En je leert allerlei roffels maken. Ik vind dat erg leuk om te doen’, zegt Robert.

Doorzetten

‘Ik heb de ene week 1 keer trommelles en de andere week 2 keer. Ik oefen thuis elke dag om 5 uur ’s middags op mijn trommel. Het trommelen lukt door veel te oefenen steeds beter en dat vind ik leuk. Ik heb eens in een vakantie niet geoefend en dat merkte ik gelijk. Het trommelen ging lastiger. Soms lukt een roffel even niet en dan is het lastig om door te zetten. Ik neem dan een slokje water en probeer het opnieuw. Vaak lukt het dan wel’, vertelt Robert.

Robert draagt een harnas om met de trommel te kunnen lopen tijdens shows.

Harnas dragen Robert slaat met de stokken op de trommel.

Samen optreden

‘Jong Holland is een showband. Het slagwerk maakt samen met de blazers en de vlaggendragers een show. De blazers noemen we brass. Zij spelen bijvoorbeeld trompet. De vlaggendragers noemen we guard. Zij zwaaien met vlaggen en dansen. We dragen tijdens een show een uniform. We treden bijvoorbeeld op tijdens Koningsdag. We oefenen om de week met elkaar de show en het lopend muziek maken. Lopend muziek maken is lastig. Je moet op veel dingen tegelijk letten. Of je goed loopt en of je de muziek nog goed speelt’, legt Robert uit. Robert speelt slagwerk bij Showband Jong Holland.

RITMISCH: Met een regelmatige herhaling.

‘Ik draag mijn trommel tijdens het lopen met een harnas. Het harnas en de trommel bij elkaar zijn best zwaar. Het lukt me om er 1 kwartier mee te lopen. Ik til de trommel soms omhoog. Dan is het gewicht anders en is het lopen minder zwaar’, vertelt Robert.

Ook eens proberen? Wil jij muziek leren maken en samen optreden? Dan is Showband Jong Holland misschien iets voor jou. Om daarachter te komen, kun je meedoen met Music Kids. Tijdens een aantal lessen maak je kennis met slagwerk, brass en guard. Wie weet vind je het erg leuk en wil je lid worden van Showband Jong Holland. Kijk voor meer informatie op www.jongholland.nl/music-kids.

Kampioen striptekenen

REVALIDATIECENTRUM: Een plek waar mensen na een ernstige ziekte herstellen.

DORDRECHT – Mila (10) is Nederlands kampioen striptekenen. ‘Ik heb vorig jaar oktober het Nederlands Kampioenschap Striptekenen gewonnen. Ik ben de winnaar van de categorie 9 tot en met 11 jaar. Mijn prijs was het plaatsen van mijn strip in het stripblad Eppo. Ik ben al heel lang gek op tekenen. Ik wil heel graag beroemd worden met striptekenen.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS ‘Mijn oma was een tijd in een revalidatiecentrum. Er hingen op haar kamer tekeningen van mij. Een verzorger van mijn oma zag deze tekeningen. Hij zei dat ik mee moest doen aan het NK Striptekenen. Ik was toen nog 8, dus ik was te jong. Maar op mijn 9e heb ik voor het eerst meegedaan. En op mijn 10e werd ik kampioen in mijn categorie!’, vertelt Mila.

Strips maken

‘Ik verzin eerst een verhaal voor de strip. Ik probeer altijd een grapje te maken. Ik maak daarna schetsen. Dat zijn een soort stokpoppetjes met hulplijnen. Een hulplijn is bijvoorbeeld een kruis in het hoofd. Zo weet je waar de ogen, neus en mond moeten staan. Ik teken daarna de echte tekeningen. De hulplijnen haal ik weer weg. Ik zet daarna de tekst in het plaatje en dan pas de tekstballon eromheen. Dan past de tekst altijd in de ballon. Het inkleuren van de strip doe ik als laatst’, zegt Mila.

Tekenen op papier en iPad

De cover van een strip over Supermila.

‘Ik teken op papier met speciale potloden. Die zijn wat duurder en tekenen fijner. Of ik gebruik markers met ecoline. Tegenwoordig teken ik steeds meer op de iPad. Ik gebruik de app Procreate. In de app kun je bijvoorbeeld al je hulplijnen in 1 keer weghalen. Ook kun je makkelijker rechte lijnen tekenen en effecten gebruiken. Ook kan ik tekenen en tegelijk een YouTube-filmpje kijken’, vertelt Mila.

Mila met door haar getekende strips, ook in het tijdschrift Eppo.

Verschillende strips

‘Ik maak nu strips over Supermila. Ik wil graag een serie stripboeken over haar uitbrengen. Ik heb ook een strip voor mijn school gemaakt. Deze gaat over het weghalen van stenen. Mijn school heeft de strip samen met een brief naar de gemeente gestuurd. Ik maak ook strips voor de wijkkrant De Dubbeldammer. Er worden 5 strips van mij in deze krant geplaatst. Deze strips gaan over de wijk Dubbeldam’, zegt Mila.

Mila tekent strips vaak op de iPad.

De strips van Mila

Wil je zien wat Mila zoal tekent? Ze heeft een account op Instagram: comicsarecomics7. Ook heeft zij een webwinkel: www.comics-are-comics.nl.

NK: Nederlands Kampioenschap.


6

Verkeer

FEBRUARI 2O22

VEILIG OVERSTEKEN VRAAG OM AAN IEMAND TE STELLEN: Waar let je op als iemand wil oversteken?

DE VERKEERSQUIZ 1. OP DE STEP OF SKELTER GELDEN DE REGELS VOOR A. een fietser. B. een automobilist. C. een voetganger.

2. ALS JE TUSSEN AUTO’S DOOR MOET OVERSTEKEN, DAN

A. klim je op een auto om te kijken of er verkeer aankomt. B. leun je een stukje naar voren om te kijken of er verkeer aankomt. C. ga je op de grond liggen om te kijken of er verkeer aankomt.

3. WAT DOE JE ALS JE WILT OVERSTEKEN? Collin: ‘Ik leun bij het oversteken tussen auto's een klein stukje naar voren om te kijken.’

A. Oogcontact maken. B. Springen en zwaaien. C. Je duim opsteken.

Deze rubriek is mede mogelijk gemaakt door:

ZWIJNDRECHT – Collin (11) is Verkeersheld. Collin: ‘Ik ben op mijn fiets op de foto gegaan. Ik heb een rood masker op mijn voorhoofd en een rode cape om. Zo sta ik op folders en reclameborden. De borden hingen in de hele regio Drechtsteden. Ik heb samen met klasgenoten actie gevoerd om automobilisten aan te spreken om veilig te rijden. We droegen toen allemaal een rood masker en een rode cape. We deden dit op drukke punten, bijvoorbeeld bij een school, waar veel kinderen oversteken.’ Collin weet goed waar je op moet letten tijdens het oversteken. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Tussen auto’s oversteken Soms moet je tussen auto’s door oversteken, omdat het niet anders kan. ‘Je moet dan goed opletten. Je ziet het verkeer zelf minder goed en een bestuurder ziet jou ook minder goed. Leun daarom een stukje naar voren als je tussen de auto’s staat. Zo kun je kijken of er verkeer aankomt’, legt Collin uit.

Zwijndrecht maakt een punt van nul.nl Doe mee!

Collin kijkt naar links. Haaientanden op de weg ‘Op de fiets kom je weleens haaientanden op de weg tegen. De verkeersdeelnemers op de andere weg hebben dan voorrang. Je moet goed kijken bij het oversteken. Soms rijden auto’s op zo’n plek hard’, vertelt Collin.

Facebook.com/verkeersheld

Collin is sinds afgelopen najaar Verkeersheld. ‘Je steekt veilig over door eerst naar links, naar rechts en weer naar links te kijken, het liefst bij een zebrapad. Je kijkt zo of er van beide kanten geen verkeer aankomt’, zegt Collin.

Met de fiets op het zebrapad ‘Fietsend krijg je geen voorrang op een zebrapad. Iemand zal alleen stoppen als je loopt met je fiets aan de hand’, weet Collin.

Hand uitsteken ‘Als je tijdens het fietsen de weg gaat oversteken, steek je je hand uit. Zo laat je zien waar je heen wilt gaan. Je kijkt daarna over je schouder om te zien of er niemand aankomt. Je houdt je hand uitgestoken, kijkt of er voor je niemand aankomt en begint met oversteken’, zegt Collin.

Oversteken bij een verkeerslicht ‘Als ik naar Winkelcentrum Walburg fiets, kom ik verkeerslichten tegen bij het oversteken. Ik druk daar op de knop om groen licht te krijgen. Er gaat dan een teller met lampjes branden. Zo weet je hoe lang het duurt voordat het licht voor jou op groen gaat. Dat is handig voor ongeduldige mensen, dan steken ze niet te vroeg over’, vertelt Collin. Met de skelter of step ‘Op de step of skelter gelden de regels voor een voetganger. Op de skelter ben je wel erg laag, dus anderen zien jou minder snel. Dat is goed om te weten bij het oversteken’, zegt Collin.

Antwoorden: 1. C 2. B 3. A

Plek om te staan ‘Soms is er op de weg een soort hellinkje of een plekje tussen de weghelften. Je kunt daar blijven staan. Je steekt dan eerst de ene helft van de weg over en daarna de andere helft’, vertelt Collin.

Oogcontact maken ‘Het is belangrijk om oogcontact met mensen te maken. Als je dat niet doet, kunnen ze misschien doorrijden. Door oogcontact te maken weet je zeker dat ze je gezien hebben. Als ze dan stoppen voor het zebrapad, kun je oversteken’, vertelt Collin. Bushalte bij zebrapad ‘Soms is er vlak bij een zebrapad een bushalte. Als daar een bus staat, moet je nooit zomaar oversteken. Er kan verkeer achter de bus vandaan komen, wat je nog niet ziet. Probeer langs de bus te kijken om te zien of er iets aankomt’, zegt Collin.

Collin staat naast een Verkeersmaatje. Deze gele pop laat automobilisten afremmen.

Collin steekt zijn hand uit, omdat hij wil oversteken.

Collin kijkt over zijn linkerschouder of er geen verkeer aankomt.

Collin kijkt voor zich of er geen verkeer aankomt en gaat oversteken.


Kunst & Cultuur

FEBRUARI 2O22

7

Ezekiel speelt orgel

DORDRECHT – Ezekiel (12) speelt orgel. Ezekiel: ‘Orgels staan vaak in kerken. Thuis hebben wij een elektrisch orgel. Ik heb tijdens het spelen soms een koptelefoon op. Ik speel thuis elke dag 2 uur op ons orgel. Als ik thuis kom van school en bijvoorbeeld als ik even moet wachten op iets. Ik word blij van orgel spelen. De tijd gaat tijdens het spelen ook heel snel. Soms speel ik op een orgel in een kerk. Mijn grote wens is om in de Grote Kerk van Dordrecht te spelen.’ TEKST EN FOTO'S: LINDA TE VELDHUIS ‘Ik speel sinds 3 jaar orgel. Mijn broer speelde vroeger veel op een keyboard. Ik ging dat ook eens proberen en vond het leuk om te doen. Mijn broer kon goed keyboard spelen en daardoor is er een orgel bij ons thuis gekomen. Mijn broer en ik hebben toen allebei orgel leren spelen’, vertelt Ezekiel. Ezekiel speelt een muziekstuk.

Piano versus orgel

Ezekiel speelt iedere dag orgel.

‘Een orgel lijkt op een piano, maar klinkt anders. Een orgel heeft alleen geen snaren. Er gaat bij een kerkorgel lucht door pijpen, wat een geluid geeft. Een orgel geeft een soort galmend geluid. Een klank blijft even klinken. De klank van een piano is snel weg. Dat vind ik vervelend. Ik vind het daarom leuker om op een orgel te spelen. Een orgel heeft toetsen, die op de toetsen van een piano lijken. Een rij toetsen heet een klavier. Mijn orgel thuis heeft 2 klavieren; het bovenste en onderste klavier. Een orgel heeft ook een

Hier speelt Ezekiel op 2 klavieren tegelijk. soort grote toetsen voor je voeten. Deze heten pedalen’, legt Ezekiel uit. Een piano heeft 2 pedalen.

Ezekiel bedient de pedalen met zijn voeten.

Een boek uitkiezen DORDRECHT – Joep (10) en Morris (7) houden van lezen. Joep: ‘Ik vind dat er best veel leuke boeken zijn. Ik houd van verhalen, meestal fantasieverhalen. In zo’n verhaal komt iets voor wat eigenlijk niet kan.’ Morris: ‘Ik houd ook van verhalen, bijvoorbeeld fantasie, maar ik wil ook graag om een verhaal kunnen lachen. Het verhaal moet grappig zijn.’ TEKST EN FOTO’S:

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

LINDA TE VELDHUIS

‘Wij wonen vlak bij de bibliotheek (redactie: de vestiging aan de Groenmarkt). Ik ga best vaak naar de bibliotheek. Ik zit trouwens in de Kinderraad van de bibliotheek. Er komt een nieuwe bibliotheek in

Dordrecht en ik denk mee hoe die eruit gaat zien’, vertelt Joep.

Boek bekijken en uitproberen

Er zijn veel boeken in de bibliotheek. Hoe vind je nou een boek wat jij leuk vindt? ‘Ik kijk eerst naar de voorkant met de titel. Daarna kijk ik naar de plaatjes in het boek. Ik lees ook de achterkant van het boek. En daarna weet ik of een boek me leuk lijkt of niet’, zegt Morris. ‘Ik lees ook even een stukje in het boek. Op de rug van veel boeken staat een tekentje, bijvoorbeeld een toverhoed voor fantasieboeken. Ik kijk daar ook naar’, vertelt Joep. In de bibliotheek hangt een bord met de uitleg van deze tekentjes.

een boek’, vult Morris aan. Joep schrijft ook recensies. ‘Ik schrijf recensies over boeken van Uitgeverij Lemniscaat. Morris en ik plaatsen ook recensies op ons Instagramaccount jemsboekentips’, vertelt Joep.

Morris en Joep lezen een stukje in een boek. Zo bepalen ze of een boek hen leuk lijkt om te gaan lezen.

‘Ik speel af en toe op het orgel in een kerk. Ik heb al in verschillende kerken in verschillende plaatsen gespeeld. We huren dan speeltijd op het orgel. Je moet wel eerst laten zien dat je orgel kunt spelen. De orgels zijn vaak oud en soms ook kwetsbaar. Binnenkort mag ik op het orgel in de Grote Kerk in Dordrecht spelen. Dat wil ik heel graag. Niet iedereen mag daar zomaar op spelen. Ik ben uitgenodigd door de organist van de Grote Kerk’, vertelt Ezekiel.

De favoriete boeken van Morris en Joep Morris: ‘Ik vind Bob Popcorn

erg grappig om zelf te lezen. Dat gaat over een mannetje van maïs dat popt tot popcorn als hij boos is. Als voorleesverhaal vind ik de boeken over Mus en Kapitein Kwaadbaard erg leuk. Deze gaan over piraten en ik vind de verhalen spannend en grappig.’

Joep

: ‘Ik vind Pieter Koolwijk een hele leuke schrijver. Hij schrijft met veel humor. Luna en Gozert zijn mijn favoriete boeken van hem. Het zijn fantasieverhalen, maar niet met tovenaars. Ik heb net de Waterwaack van Natterlande van Marco Kunst gelezen. Mijn recensie hierover staat op onze Instagram.’

Een recensie

Een recensie lezen helpt ook om een boek te kiezen. Je vindt recensies bijvoorbeeld in de app van de bibliotheek. ‘In een recensie staat waar een boek over gaat en wat iemand van het boek vindt, zonder het hele verhaal te verklappen. Een recensie is eigenlijk een soort nieuwsgierigmaker’, zegt Joep. ‘Ja, het lijkt een beetje op reclame voor

In een kerk spelen

Wist je dat je gratis lid kunt worden?

Joep wijst het teken voor Fantasieboeken aan. Op het bord staat wat alle plaatjes op de boeken betekenen.

Inschrijven kan aan de balie van jouw bibliotheek of via www.debibliotheekaanzet.nl/lid-worden. Met een abonnement lees je altijd jouw favoriete boeken.


8

Sociaal

FEBRUARI 2O22

Levi doneert zijn haar

ZWIJNDRECHT – Levi (10) liet 21 januari zijn haar knippen. Levi: ‘Ik heb mijn haar laten groeien voor zieke kinderen zonder haar. Die kunnen pruiken krijgen van gedoneerd haar. Mijn haar werd lang, maar ik had geen zin om het te laten knippen. Ik hoorde over het doneren van haar. Ik besloot mijn haar te laten groeien tot 30 centimeter. Dat is de lengte om je haar te doneren. Ik had mijn haar eerst in een staartje. Ik droeg mijn haar later in een knotje. Ik heb mijn haar 2,5 jaar laten groeien.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS ‘Ik vind het best spannend dat mijn haar afgeknipt wordt. Hoe kort is mijn haar na het knippen? Ik wil niet helemaal kaal. Ik hoop dat mijn haar nog naar achteren kan. Maar ik ben mijn lange haar wel zat. Ik vind het vervelend met douchen, dan moet ik steeds al mijn haar wassen. En het drogen van mijn haar duurt lang.

gestuurd. In de enveloppe zit een briefje met Levi’s naam en e-mailadres. Hij krijgt een e-mail als zijn vlecht is aangekomen.

Na het knippen

‘Het afknippen van de vlecht was spannend. En toen de kapper klaar was, ben ik gelijk in de spiegel gaan kijken. Mijn haar zit heel anders nu, maar het valt me mee. Het is niet zo kort geworden als ik dacht. Ik ben er trots op dat ik mijn haar doneer’, vertelt Levi.

De kapper knipt de vlecht af. Soms is het kammen niet zo leuk, bijvoorbeeld als mijn haar in de klit zit’, vertelt Levi.

Vlecht maken

Het haar van Levi is 30 centimeter lang.

......................................................... ......................................................... ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................

‘Het gedoneerde haar moet schoon, droog en zonder klitten zijn. Ik heb vanmorgen dus mijn haar gewassen. De kapper maakt een vlecht in mijn haar. Daar gaan elastiekjes om. De kapper knipt de vlecht af’, zegt Levi. De vlecht wordt in een stevige enveloppe naar Stichting Haarwensen

Levi heeft nu kort haar.

DONEREN: Bijdragen aan een goed doel.

De vlecht wordt in een enveloppe opgestuurd naar Stichting Haarwensen.

.Zou . . . . . . . .jij. . . .je. . . .haar . . . . . . . . . .willen . . . . . . . . . . . . doneren? .................. O Ja, omdat ......................................................... ........................................................ ........................................................ ........................................................ .O. . . .Nee, . . . . . . . . . omdat .......................................... ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................

Hallo, ik heb kanker ALBLASSERDAM – Rose (10) heeft lymfeklierkanker. In de editie van september staat een artikel over haar en haar inzamelingsactie voor een nieuwe kraal aan de kanjerketting. Rose is inmiddels goed op weg met haar actie. En ze is momenteel te zien in de tv-serie Hallo, ik heb kanker. TEKST: LINDA TE VELDHUIS, FOTO'S: PETRA LEENHEER ‘Hallo, ik heb kanker gaat over 4 tieners die hun leven met kanker vloggen. 1 daarvan ben ik. De anderen zijn Kelsie, Marleen en Olivier. We laten de leuke en de minder leuke momenten uit ons leven met kanker zien. Je kunt zo een kijkje nemen in leven met kanker. Je ziet wat we meemaken, bijvoorbeeld in het ziekenhuis. En je kunt bijvoorbeeld zien wat ik tijdens mijn ziekte niet meer kan doen’, vertelt Rose.

Nieuwe vrienden

‘Ik heb door mijn deelname nieuwe vrienden gemaakt. Ik houd via Whatsapp en Instagram contact met Marleen, Kelsie en Olivier. Ook heb ik door mijn deelname veel leuke en lieve mensen ontmoet. Die ontmoetingen en de nieuwe vrienden zijn megabelangrijk’, zegt Rose.

Nieuwe kraal voor de Kanjerketting

Aanmelden met filmpje

‘Mijn Kanjerketting was afgelopen zomer 10,6 meter lang. Hij is nu 14,4 meter lang. Je ontvangt een kraal bij iedere behandeling. Ik zamel geld in voor een nieuwe kraal: de Haargroeikraal. Daar is € 10.000,- voor nodig. In de tv-serie zie je hoe ik dit bedrag probeer in te zamelen. Ik verkoop bijvoorbeeld kaarten en ik maak armbandjes samen met vriendinnen', vertelt Rose. Zondag 13 februari kun je tijdens de laatste aflevering zien of het Rose gelukt is het geld in te zamelen.

‘Mijn moeder kwam een oproep van het programma tegen. Ze zochten kinderen met kanker die mee wilden doen. Dat leek me wel wat. Ik wil anderen laten zien hoe het echt is om te leven met kanker. Ik maakte een filmpje om mezelf voor te stellen en stuurde dat naar het programma. Ik was heel blij toen ik hoorde dat ik mee mocht doen’, zegt Rose.

Opnames in studio en thuis

‘Er zijn bij mij thuis opnames gemaakt en in de studio. De opnames in de studio zijn voor talkshows. Thuis kwam een cameravrouw een aantal keer opnames maken. Zo kwam rapper Pjotr langs om samen een liedje te maken. Ik vond het wel spannend om met hem te praten. Het praten voor de camera en het filmen vond ik niet spannend. Ik maak zelf ook filmpjes met mijn vlogcamera. Ik heb alles wat uitgezonden wordt vooraf gezien’, vertelt Rose.

Rose is zichtbaar op het scherm van een camera.

6 afleveringen

Fien, de hond van Rose, is voor de opnames ook mee naar de studio.

De tv-serie bestaat uit 6 afleveringen. De laatste aflevering is op 13 februari. Het programma wordt uitgezonden om 17.45 uur bij de EO op NPO Zapp. Heb je afleveringen gemist? Je kunt ze terugkijken via www.zapp.nl/ programmas/hallo-ik-heb-kanker/gemist.


Sociaal

FEBRUARI 2O22

ZWIJNDRECHT – Julia (11), Isa (12), Sage (12), Blessing (12), Merel (11), Dea (11), Iris (11), Jaël (11) en Chiara (11) gaan naar de Diverz Kidsclub in Kubiek. Jaël: ‘Dit is een soort club waar je met elkaar leuke activiteiten doet. Het is iedere donderdag en begint om half 3.’ Isa: ‘Ik ga uit school gelijk hiernaartoe. Ik vind het gezellig om bij de Kidsclub te zijn.’ Iris: ‘De Kidsclub is gratis, je hoeft niet te betalen om te komen.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA

9

TE

VELDHUIS

Alle meiden komen al een paar jaar naar de Kidsclub. ‘Iedereen hier is wel via iemand die al kwam gekomen’, zegt Blessing. ‘Ik zag anderen een keer met een gevlochten haarslinger. Ik vroeg hoe ze daaraan kwamen.

Sage en Merel spelen een potje 4 op 1 rij. En dat was van de Kidsclub. Mijn ouders hebben het toen opgezocht op internet en sindsdien ga ik hierheen’, vertelt Iris.

Nieuwe dingen leren

Blessing en Dea zijn aan het breien. Iris, naast juf Laila, heeft haar zelfgebreide sjaal om.

‘We hebben nu 4 juffen op de Kidsclub’, zegt Blessing. ‘Zij leren ons verschillende nieuwe dingen, zoals koekjes bakken, kaarten voor eenzame mensen maken of breien. Breien hebben we pas geleerd. Ik heb in 3 dagen een grote sjaal gebreid’, vertelt Sage. ‘Ik hoop dat ik ook leer breien, zodat ik een sjaal kan maken’, wenst Isa. ‘We maken ook sieraden en hebben eens een escaperoom gedaan. En we leren elkaar soms ook

Achter: Julia, Isa, Sage en Blessing. Voor: Merel, Dea, Iris, Jaël en Chiara. iets. Een paar gaven de anderen een keer een les Chinees’, zegt Dea. ‘Het zijn heel verschillende activiteiten en dat maakt het leuk hier’, vertelt Julia.

Gezellig samen zijn

‘We leren dus nieuwe dingen, maar we spelen en praten ook veel met elkaar. We maken plezier’, vertelt

Merel. ‘Soms gaan we in de gymzaal even lekker los’, zegt Chiara. ‘Ik ken anderen al van school, maar je leert hier elkaar toch beter kennen’, vertelt Jaël. ‘Mocht je in de buurt van Kubiek wonen, kom eens kijken op de Kidsclub hier’, nodigt Julia uit. ‘Vandaag zijn er alleen maar meisjes, maar er komen ook jongens naar de Kidsclub’, zegt Dea.

Naar een kidsclub bij jou in de buurt? Er zijn op veel plaatsen in de Drechtsteden plekken om je samen met leeftijdsgenoten te vermaken. Wil jij ook leuke dingen doen en vrienden maken? Zoek via Google of social media naar initiatieven voor kinderen tussen de 7 en 12 jaar bij buurthuizen, speeltuinen etc. Waarschijnlijk is er wel een plek bij jou in de buurt.

Buitenspelen in de winter DORDRECHT – Speel jij veel buiten? Of zit je in de winter liever binnen? In Speeltuin Oosterkwartier is het ook in de winter lekker druk. Veel kinderen uit de buurt komen met elkaar spelen. Maïsanne (6), Viënna (6) en Sorsha (7) zijn er zelfs vriendinnen geworden. De zusjes Lieve (10) en Nova (8) hebben hun vriendin Olivia (10) meegenomen. TEKST EN FOTO’S: SUZANNE HEIKOOP

Lieve:

‘Ik ben met mijn zusje Nova in de speeltuin. Vandaag is onze vriendin Olivia mee. Ik vind het heel leuk om overal op te klimmen. Springen en rennen in de frisse lucht doe ik graag. In de winter speel ik wel iets minder vaak buiten. In de zomer is het warmer. Dan zijn er ook veel dingen open. In de winter speel ik vaker binnen met vrienden.’

Olivia:

‘Ik ben wel vaak buiten. Meestal ga ik met

papa mee. Dan laten we onze hond Scotty uit. Ik speel ook graag buiten met vrienden. Maar als het regent, blijf ik liever binnen. Het leukste aan de winter vind ik de sneeuw. Dan doe ik een sneeuwballengevecht. Of bouw ik een sneeuwpop.’

Nova:

‘Ik speel vaak verstoppertje.

Ik vind het ook leuk om boomhutten te bouwen. Soms ga ik een stukje fietsen in de buurt. Dan verken ik straatjes en steegjes. Rolschaatsen is ook leuk. Als het goed weer is, vind ik het leuk om in de tuin te helpen. Dan help ik met het planten van plantjes. Onkruid moet dan juist uit de tuin gehaald worden.’

Viënna, Maïssane en Sorsha zijn in de speeltuin vriendinnen geworden. Ze vertellen samen: ‘Wij komen hier in de zomer én in de winter. Soms spelen we op de schommels. Ook klimmen we veel in bomen. Tikkertje en verstoppertje spelen doen we graag.’ De meiden spelen in de winter net zo vaak buiten als in de zomer: ‘In de zomer zwemmen we veel. Daar is het nu te koud voor. Daarom doen we dingen waar we warm van worden. Lekker rennen en fietsen helpt daarbij. Ook helpen we met het opruimen van de speeltuin.’ Ze hebben ook een tip voor kinderen die niet veel buiten spelen: ‘Zoek vrienden en ga verstoppertje of tikkertje doen. Of kom naar de speeltuin. Daar is het altijd gezellig.’


10

De Vraag en Puzzel

FEBRUARI 2O22

Haal jij weleens een boodschap? DORDRECHT – Boodschappen doen is nodig voor het dagelijks leven. Boodschappen doen kan bijvoorbeeld in de supermarkt, op de markt, bij de boer/slager/bakker enzovoort of online. Mila (10), Laurens (11), Sophie (11) en Elin (11) vertellen of zij weleens een boodschap halen, voor zichzelf of iemand anders. TEKST: LINDA TE VELDHUIS, FOTO’S: PRIVÉ

‘Ik haal niet zo vaak een boodschap. We doen sinds corona alles online. Het is dus heel zeldzaam dat ik in een supermarkt kom. Ik haalde voor corona soms weleens iets kleins. Ik denk dat wij ook na corona online boodschappen blijven doen.’

‘Ja, ik haal weleens wat voor mezelf of het avondeten. Ik ga dan onderweg vanuit school naar huis langs de Plus. Ik haal dan iets waar ik trek in heb. Of ze vragen thuis of ik iets mee wil nemen voor het avondeten. Ik doe sinds 3 jaar weleens een boodschap. Ik reken bij de kassa af met een pinpas. Ik vond het afrekenen bij de kassa in het begin wel spannend, maar nu niet meer.’

Mila (10)

‘Ik haal heel soms een boodschap. Wij laten de boodschappen thuisbezorgen. Ik ga heel soms iets zelf halen. Dan ben ik bijvoorbeeld bij een vriendin en willen we iets bakken. We halen dan bij een supermarkt bakspullen. Ik vind de zelfscan fijner om af te rekenen dan de kassa. Er staan daar minder lange rijen en je bent er met een paar dingen sneller doorheen.’

Elin (11)

Laurens (11) ‘Ik doe niet zo vaak een boodschap. Ik koop soms iets lekkers voor mezelf bij de Jumbo. Ik ga wel met mijn moeder mee grote boodschappen halen. Mijn moeder vraagt soms of ik iets wil halen. Zij zet dan geld op mijn rekening en ik betaal met de pinpas. Ik durfde vroeger niets te zeggen bij de kassa. Ik gaf het geld alleen maar. Maar dat is al een tijd over.’

Sophie (11)

Haal jij weleens een boodschap?

K i n d e r K r a n t P U Z Z E L

Over welke astronaut

Waar lijkt een orgel

heeft Imraan het?

op?

PAGINA 1

PAGINA 7

Waarin stopt Aaron zijn

Wat maken ze van

schaatsen?

gedoneerd haar?

PAGINA 3

PAGINA 8

De katten van Sophie

Op welke dag is de

en Milou heten Pumba,

kidsclub in Kubiek?

Simba en …

PAGINA 9

PAGINA 4

Op welke Wat draagt Robert

ziekenhuisafdeling wil

tijdens het lopen met

Caira werken?

zijn trommel?

PAGINA 11

PAGINA 5

Waar leg je je duimen

De letters in de gele balk vormen het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar antwoord@kinderkrantdrechtsteden.nl We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.

Het antwoord van de puzzel van januari is: SLIEDRECHT De winnaars is VIN. GEFELICITEERD! Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!

Wat is Collin sinds het

op tijdens het typen?

afgelopen najaar?

PAGINA 12

PAGINA 6


Toekomst

FEBRUARI 2O22

11

MIJN MOEDER IS:

PEDAGOGISCH MEDEWERKER

ZWIJNDRECHT – De moeder van Veerle (8) en Benjamin (9) heet Evelyn en is pedagogisch medewerker. Veerle: ‘Mijn moeder werkt op een bso en met peuters.’ Benjamin: ‘Ze begeleidt kinderen.’ Evelyn: ‘Klopt, ik werk 2 ochtenden op de peuterspeelgroep en 2 middagen op de bso. Dat doe ik op christelijk kindcentrum Juliana van PIT kinderopvang & onderwijs.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Bso is de afkorting van buitenschoolse opvang. ‘De bso is opvang na schooltijd. Het is voor kinderen van wie de ouders nog werken na schooltijd. Ze kunnen hun kinderen dan later ophalen’, vertelt Veerle. ‘De kinderen op de peuterspeelgroep gaan nog niet naar school. Zij zijn jonger dan de kinderen op de bso’, zegt Benjamin.

De werkdag van Evelyn

‘De dag op de peuterspeelgroep begint met het binnenkomen van de kinderen. Daarna gaat iedereen spelen. Mijn moeder eet fruit met de kinderen. En daarna gaan ze weer spelen, buiten of binnen. De kinderen worden na de lunch opgehaald’, zegt Veerle. ‘Het is dan tijd om op te ruimen voor de kinderen van de bso

Benjamin en Evelyn spelen tafelvoetbal bij de bso. komen’, vult Benjamin aan. ‘Ja, en ik overleg dan met collega’s, doe de administratie op de computer en ga activiteiten voorbereiden. Met de kinderen van de bso doen we ’s middags activiteiten. De bso is hun vrije tijd en daarom kiezen zij zelf wat ze doen’, legt Evelyn uit.

leren waar zij later in hun leven iets aan hebben. Een voorbeeld is leren hoe je met elkaar omgaat. Ik doe dat bij de peuters meestal door met hen mee te spelen en soms door iets voor te doen. Ik ga met oudere kinderen in gesprek en laat hen meedenken over hoe omgaan met elkaar hoort’, vertelt Evelyn.

Kinderen helpen ontwikkelen

‘Ik vind het enthousiasme en de verbazing over kleine dingen bij jonge kinderen erg leuk. De wat oudere kinderen vraag ik graag om hun mening. Ik zorg er tijdens mijn werk voor dat kinderen zich kunnen ontwikkelen. Dat zij leren door te ervaren, dus door iets zelf te mogen doen. Ik help kinderen van alles te

Evelyn en Veerle zitten in de huishoek van de peuterspeelgroep.

Welke opleiding doe je voor deze baan?

Evelyn, de moeder van Veerle en Benjamin, is pedagogisch medewerker.

‘Ik wist na de middelbare school (mavo) niet waarvoor ik wilde leren. Mijn ouders adviseerden mij met kinderen te gaan werken. Dat bleek een goed advies. Ik werk inmiddels 20 jaar met plezier als pedagogisch medewerker’, vertelt Evelyn. Je kunt de opleiding voor pedagogisch medewerker in de Drechtsteden volgen. Het is een mbo-opleiding. Hier kun je naartoe na de middelbare school (verschillende niveaus vmbo en havo).

Later word ik...

HENDRIK-IDO-AMBACHT – Denk jij weleens na over wat je later voor werk gaat doen? Dat gebeurt vaak in de bovenbouw van de basisschool. Je denkt dan na over naar welke middelbare school je kunt gaan. Azra (12), Cecilia (10), Anne (11), Amy (12) en Caira (12) vertellen wat zij later willen worden. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Advocaat

Azra

‘Ik wil advocaat worden. Ik heb dan eerst vwo nodig. Ik ga naar het Walburg College. Ik kan daarna naar de universiteit om rechten te studeren. Ik kan goed praten en ik houd van papierwerk, dat is lezen en schrijven. Ik kan ook goed onderzoeken. Ik denk dat advocaat daarom goed bij mij past. Een advocaat draagt een toga. Dat is een soort zwarte jurk met een wit stukje aan de bovenkant. Als advocaat kun je ook een crimineel moeten helpen.’

Kapper

‘Ik wil kapper worden. Ik vind het leuk om het haar van iemand mooi te maken, bijvoorbeeld door het te kammen en te vlechten. Ik heb nog niemand geknipt of geverfd. Ik ga na de zomervakantie naar het Loket. In het 3e jaar kies ik daar een richting. Volgens mij kan ik na het Loket naar een kappersopleiding.’

Amy

Oppas

Anne

‘Ik wil oppas worden van peuters en kinderen op de basisschool. Ik wil dan bijvoorbeeld in huis bij een gezin oppassen. Ik kan best goed met kinderen omgaan. Ik vind dat ook leuk. Ik pas nu al op nichtjes en neefjes. Ik doe bijvoorbeeld spelletjes met ze of we gaan iets bakken. Ik weet nog niet welke opleiding ik nodig heb om oppas te kunnen worden, maar ik heb straks in ieder geval wel al een beetje ervaring.'

Kraamverzorgende

‘Ik wil kraamverzorgende op de ziekenhuisafdeling neonatologie worden. Dat is de afdeling voor te vroeg geboren baby’s. Een kraamverzorgende helpt bij de zorg voor de moeder en de baby. Het lijkt me leuk om met baby’s te werken. Ik verschoon nu al luiers van mijn nichtjes. En vroeger was ik een poppenmeisje. Ik ga eerst mavo/havo doen en daarna een opleiding verpleegkundige. Als ik niet bij neonatologie kan werken, wil ik een gewone kraamverzorgende worden. Die komt bij mensen thuis.’

Architect

‘Ik wil architect worden. Ik wil later huizen en gebouwen ontwerpen. Ik vind het leuk om te bepalen hoe iets eruitziet, iets ontwerpen. En ik houd van tekenen. Ik zou kleurrijke gebouwen willen ontwerpen. De opa van mijn nicht heeft de kubuswoningen in Rotterdam ontworpen. Ik ga straks naar het Johan de Witt Gymnasium en daarna wil ik naar de Kunstacademie in Amsterdam.’

Cecilia

Caira

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Denk jij weleens na over wat je later wil worden?

O

Ja, namelijk

..........................................................

...........................................................................................

O

Nee, want

.............................................................

..........................................................................................


12

Op School

FEBRUARI 2O22

DORDRECHT – Zinedin (9), Pip (10), Sude (9), Elana (9), Meks (11) en Sven (10) volgen op school een typcursus. Elana: ‘We leren met deze cursus blind typen. Dat is dat je tijdens het typen niet naar het toetsenbord en je vingers kijkt.’ Zinedin: ‘We doen deze typcursus sinds het begin van dit schooljaar.’ Sude: ‘Het is de bedoeling om voor het eind van dit schooljaar de typcursus af te hebben.’ Pip: ‘Ik ben al klaar. Ik krijg binnenkort mijn typdiploma.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

 

Zinedin, Pip, Sude, Elana, Meks en Sven leren blind typen met TypeWorld. ‘Dat is een betaald programma’, weet Elana. ‘Maar voor ons is het gratis, omdat school het betaalt’, zegt Sven.

Zinedin, Pip, Sude, Elana, Meks en Sven volgen een typcursus.

Oefeningen en spelletjes

Handig voor later

‘Blind typen is handig voor later. Je kunt dan sneller typen’, zegt Sude. ‘Ja, bijvoorbeeld op de middelbare school, als je aantekeningen maakt’, vult Sven aan. Meks doet een oefening.

Vaak oefenen

‘We kunnen de typcursus thuis en op school doen. Op school doe je de cursus als je klaar bent met je weektaak. Thuis heb ik een schema waarop staat wanneer ik ga typen’, zegt Meks. ‘Ik moest van papa elke dag een half uur oefenen thuis. Hij was heel goed in motiveren, ook al had ik geen zin om te oefenen. Hij zei: Maak dit en dan krijg je een snoepje’, vertelt Pip. ‘Ik oefen niet echt vaak. Ik vergeet het meestal’, zegt Zinedin.

De handen van Elana zijn op de basispositie.

SLIEDRECHT – Thom (12) en Cas (10) zitten in de Talentklas van basisschool Oranje-Nassau. Thom: ‘Iedereen in de Talentklas organiseert iets. Cas en ik besloten een knikkerbaanwedstrijd te organiseren. We wilden sowieso iets met knikkers doen. We bedachten eerst een knikkerwedstrijd buiten. Maar we wilden vanwege het weer liever iets binnen doen. En we wilden ook dat je iets kon maken. En toen werd het een knikkerbaanwedstrijd.’ De klasgenoten van Thom en Cas uit groep 7 doen mee aan de wedstrijd, waaronder Jiska (11) en Yse (10). TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Een k n

‘We leerden eerst de basispositie van je vingers. Je rechterwijsvinger leg je op de J. Je linkerwijsvinger leg je op de F. Je andere vingers leg je op de toetsen naast de J en F. Je duimen leg je op de spatiebalk’, legt Zinedin uit. ‘Je leert op een bepaald tempo

Tips om goed te leren typen:

- Pip: ‘Noem de letters als een soort liedje hardop. Dat helpt om de plekken van de letters te leren.’ - Sven: ‘Doe je iets fout, ga gewoon door. Je kunt een oefening altijd opnieuw doen.’ - Pip: ‘Oefen elke dag. Zit het niet mee, gewoon doorgaan. Het gaat steeds beter.’ - Sven: ‘Doe geen vogeltjesdans. Dat betekent dat je niet je ellebogen omhoog moet doen.’ - Sude: ‘Houd je polsen van de tafel. Zo gaan je handen omhoog en worden je vingers een soort van langer. Je kunt zo beter bij de toetsen.’ - Pip: ‘Leg je handen niet op de toetsen. Deze druk je dan per ongeluk in.’

Met een groepje bouwen

‘We maken 1 knikkerbaan met een groepje van 4. Onze knikkerbaan krijgt een soort lift voor de knikker. Ik vind het wel lastig, dat we maar 1 uur hebben om te bouwen. Ik heb nog nooit zelf een knikkerbaan gemaakt’, vertelt Yse. ‘Ik wel, maar niet zo vaak. Ik vind dit superleuk. Je werkt samen en het is spannend, omdat het een wedstrijd is. Wij werken in ons groepje in tweetallen. Die maken elk een deel van de knikkerbaan. Het werkt fijn zo’, zegt Jiska.

w n edst a a b i k k er r i j d orga n i seren

‘We hebben eerst bedacht wat er nodig is om een knikkerbaan te maken. We hebben dit via Google opgezocht’, vertelt Thom. ‘We hebben spullen als dozen, wc-rollen, keukenrollen en spijkers verzameld. Klasgenoten namen ook spullen mee. Thom en ik hebben alle spullen klaargezet voor de wedstrijd’, zegt Cas.

De jury beoordeelt

Thom en Cas zijn de jury. ‘We letten op 3 punten. We kijken naar de samenwerking in een team. We kijken of de knikkerbaan het goed doet. En we kijken hoe creatief het ontwerp is’, vertelt Cas. ‘Cas en ik lopen tijdens het bouwen tussen de teams rond. We kijken dan hoe de groepjes op de verschillende punten scoren’, Thom. ‘Ik denk wel dat het Eenzegt knikkerbaanwedstrijd organiseren lastig is om een winnaar te bepalen’, vertelt Cas.

teksten na te typen’, zegt Meks. ‘Je hoort geluidjes die het tempo aangeven’, vertelt Sude. ‘Zo leer je een bepaald aantal aanslagen per minuut te maken. Dat heet APM’, zegt Sven. ‘Er zijn ook spelletjes om sneller te leren typen’, vertelt Meks.

Tussendoor testen

‘Onze knikkerbaan heeft hoogteverschil. De knikker maakt zo veel snelheid. We testen tijdens het bouwen steeds of de knikker goed over de baan rolt. Als je dat pas aan het eind doet, moet je misschien veel verbeteren’, vertelt Jiska.

De knikkerbaan van het team van Jiska.

Goed idee

‘Ik vind het leuk dat Thom en Cas deze wedstrijd hebben bedacht. Zo zijn we creatief bezig en leren we samenwerken’, zegt Yse. ‘Ik vind het goed dat Thom en Cas de moed hebben om deze wedstrijd te organiseren. Zo heb ik nu geen gewone les’, vertelt Jiska.

Lijkt het jou leuk om een knikkerbaanwedstrijd voor je klas te organiseren? ............................................................................. O ............................................................................. Ja, omdat

............................................................................. ............................................................................. O ............................................................................. Nee, omdat ............................................................................. Cas en Thom zijn de organisators van de knikkerbaanwedstrijd.

De knikkerbaan van het team van Yse.

Cas en Thom praten met elkaar over de beoordelingen van de teams.

............................................................................. .............................................................................


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.