Kinderkrant Jong078 mei 2021

Page 1

MEI 2o21

4 Een eigen kanaal op YouTube

5

7

Wedstrijd met papieren vliegtuig jes

Haar van 1 meter lang

8 De Romeinse tijd

Gedichten voor de Dodenherdenking HENDRIK-IDO-AMBACHT – Aaron (10), Amber (12), Milan (10), Merel (10), Sofie (11) en Monique (12) waren 21 april bij de prijsuitreiking van de Woordkunstwedstrijd van het 4 en 5 mei comité uit Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht. Zij hadden hiervoor gedichten gemaakt en waren genomineerd om te winnen. De gedichten gingen over vrijheid en oorlog. Amber: ‘Ik vind het belangrijk dat we herinneren wat er is gebeurd. Het lijkt er niet op, maar ons leven nu is voor een groot deel door vroeger bepaald. We moeten ons herinneren wat er tijdens oorlogen gebeurde. De kans is anders groter dat die dingen nog een keer gebeuren. Ik doe daarom mee aan deze wedstrijd.’ Tekst: Linda te Veldhuis ‘Het is belangrijk om over oorlog en vrijheid na te denken. Ik vind het knap dat mensen hun best doen om een oorlog te stoppen’, zegt Merel. ‘Zo’n wedstrijd als deze is belangrijk. Zo vergeten we niet wat er is gebeurd’, zegt Sofie. ‘We hadden het in mijn klas over 75 jaar vrijheid. Daar hoorde ik over deze wedstrijd en toen heb ik mijn gedicht ingestuurd’, vertelt Milan.

Oorlog, vrijheid en corona

‘Ik heb in mijn gedicht oorlog met deze tijd van corona vergeleken’, zegt Merel. ‘Ik heb in mijn gedicht de verschillende kanten van vrijheid genoemd’, vertelt Monique.

Monique draagt haar gedicht voor tijdens de Dodenherdenking in Hendrik-Ido-Ambacht. Foto: Privé

Het winnende gedicht van Merel Jij en ik zijn al meer dan 75 jaar vrij Daarvoor ben ik dankbaar en blij Alhoewel ik de oorlog nooit heb meegemaakt Hebben de verhalen hierover mij altijd diep geraakt Zo’n oorlog krijgen we hopelijk niet weer Want dat willen we echt niet meer Tot vorig jaar kon je doen en laten wat je wil Maar door Covid stond alles opeens stil Oorlog en een pandemie: lijken ze op elkaar? Niks meer kunnen of mogen is zo zwaar Tijdens de Tweede Wereldoorlog duurde dat zelfs 5 jaar Hopelijk is Covid snel voorbij En zijn we weer helemaal vrij Vrij van oorlog, vrij van al het leed Maar laten we zorgen dat niemand de oorlog ooit vergeet

De uitslag

1e plaats: Merel, voordracht in Zwijndrecht. 2e plaats: Monique, voordracht in Hendrik-Ido-Ambacht. 3e plaats: Amber, voordracht in Hendrik-Ido-Ambacht.

Een gedicht is ook vrijheid

‘Een gedicht schrijven is net knutselen met woorden’, zegt Merel. ‘Een goed gedicht heeft een achterliggende gedachte. Het gedicht brengt een boodschap over. Er zijn geen echte regels om een gedicht te schrijven. Het schrijven van gedichten is eigenlijk ook een soort vrijheid’, vertelt Amber.

Meedoen wedstrijd

‘Ik schrijf liedjes, maar nooit gedichten. Ik ging het toch proberen op school. En mijn gedicht kwam toen eigenlijk vanzelf’, zegt Monique. ‘Ik ben gaan nadenken over 75 jaar vrijheid en woorden gaan rijmen. Ik vond het best makkelijk om een gedicht te maken. Mijn juf vroeg of ik hem voor de wedstrijd wilde insturen’, zegt Aaron. ‘Ik had mijn gedicht graag voorgedragen tijdens de Dodenherdenking. Ik had het voordragen geoefend. Ik vind het erg leuk deze uitreiking mee te maken’, zegt Sofie.

Milan, Aaron, Amber, Sofie en Merel poseren na de prijsuitreiking met de burgemeesters en mensen van 4 en 5 mei comité. Foto: Linda te Veldhuis


Prikbord

MEI 2o21

2 borrelnootjes lopen over straat. Zegt de één tegen de ander: ‘Hoe gaat het met je?’ Zegt de ander: ‘Niet goed. Ik heb morgen

V

I

L

I

N G S

P

een feestje!’

R S W A N D

E

L

E

N P

L

V A

L

T

A

E

S

Sheila (9) ‘Wat wil jij later worden, Anne?’, vraagt opa. ‘Nachtbewaker’, zegt Anne.

E

R

V U

I

C

L

A F

J

H

E

L

P

E

N

T

T

P

U K

W O V

I

S S

E

N

E

L

R U

N N A

T

S

I

O E

S A M E

hoef ik 's avonds nooit meer vroeg naar bed

L

N N

I

D O P

P

E

en mag ik altijd lang opblijven!’

L

M

I

L

I

E

U

P

A T

C C

I

A D

I

E

R

E

‘Waarom nachtbewaker?’, vraagt opa. ‘Dan

Nadia (10)

G K

Er staat een politieman op een druk kruispunt. Een man loopt naar de agent. Hij vraagt: ‘Wat is de kortste weg naar het ziekenhuis?’ De politieman antwoordt:

E

S

E V

R N A

N O T

Aangeboden door kinderboekhandel De Giraf in Dordrech t

ACTIE AFVAL

SAMEN

LEVEN MILIEU NATUUR

VERVUILING VISSEN VRIJWILLIGER

DIEREN DOPPEN HELPEN KUST

SCHOON SCHOONMAKEN SPEURTOCHT TROEP VERSTRIKT

WANDELEN ZEE

N C

E

H Z

C H O O N

T

N

T

E

NETTEN PLANTEN

T

R

I

K

T

E

ANTWOORD (1 WOORD):

T U U R

S

E

O

E

P

E

R S

REGELS: DE WOORDEN VIND JE HORIZONTAAL, VERTICAAL EN DIAGONAAL. JE MAG LETTERS MEERDERE KEREN GEBRUIKEN. ALS JE DE OVERGEBLEVEN LETTERS IN DE JUISTE VOLGORDE ZET, KRIJG JE HET ANTWOORD. MAIL DIT WOORD SAMEN MET JE VOORNAAM, LEEFTIJD EN HET TELEFOONNUMMER VAN JE OUDERS OF VERZORGERS (ZODAT WE CONTACT MET JE OP KUNNEN NEMEN ALS JE HEBT GEWONNEN) NAAR ANTWOORD@JONG078.NL. ALLEEN WINNAARS KRIJGEN BERICHT.

‘Gewoon blijven staan, meneer.’ Gea (10)

HET ANTWOORD VAN DE WOORDZOEKER IN DE VORIGE KINDERKRANT IS: BEGROTINGSSPEL DE WINNAAR IS: MIKE (10) GEFELICITEERD!

ZOEK de bloemen in deze Kinderkrant

Kun jij ze allemaal vin den? Vul hier het aantal in:

Ken je die mop over

die bloem? Pieter (12)

In het Engels is hij nog flauwer.

Ik ben een oneven getal. Haal je er een letter af dan word ik even. Welk getal ben ik? Destiny (11)

Wat zit vol met gaten maar houdt wel water vast? Tim (9) Een spons.

Zeven: (z)even.

2

078 De nieuwe Jong verschijnt ni! donderdag 24 ju ������ ������������������

een goed Heb jij een leuke mop, e voor een artikel? raadsel of een leuk ide am en je leeftijd Mail deze met je voorna l. naar redactie@jong078.n

Deze Jong078 wordt mede mogelijk gemaakt door:

COLOFON JONG078

-

2021 JAARGANG 2 - EDITIE 5 OPLAGE: 12.000 KRANTEN�� MEI

MEER INFORMATIE EN CONTACT: WWW.JONG078.NL

Jong078 verschijnt in Alblasserdam, Dordrecht, Heerjansdam, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht. Oprichter en hoofdredacteur: Linda te Veldhuis Eindredacteur: Mariska Buitendijk-Pijl Vormgever: Stan van Oss Op alle artikelen in Jong078 berust copyright.

Volg Jong078 op:


Sport

MEI 2o21

OOSTERHOUT – Simon (11) uit Zwijndrecht doet aan boogschieten. Simon: ‘Ik train bij de vereniging St. Sebastiaan in Oosterhout. Ik train iedere donderdagavond. Ik train met het schieten de spieren van mijn schouderbladen en rug. Ik ben het enige kind in mijn les. Ik train met allemaal volwassenen. Ik gebruik mijn eigen handboog en pijlen.’ Tekst en foto’s: Linda te Veldhuis ‘Ik zit nu 1 jaar op boogschieten. Ik was een keer weg met school en kon daar boogschieten. Toen bedacht ik dat ik op deze sport wilde gaan. Mijn vader heeft een vereniging gezocht. Zo ben ik in Oosterhout terechtgekomen’, vertelt Simon. Oosterhout ligt een half uur rijden met de auto van Zwijndrecht vandaan.

Goede houding

‘Een goede houding tijdens het schieten is belangrijk. Anders schiet je de verkeerde kant op. We doen daarom eerst een warming-up voor een training. Ik maak dan mijn benen, schouders, armen en polsen los.

3

Ik draag bergschoenen. Ik sta dan stabieler. Ik zet tijdens het schieten mijn voeten net zo breed als mijn schouders’, zegt Simon.

Pijl schieten

‘Ik zet de pijl met de nok op de pees. De nok is een soort gleufje aan de achterkant van de pijl. De pees is het dikkere stukje van de draad. Ik doe het witte vleugeltje aan de linkerkant. Doe ik dat niet, dan raakt de pijl de boog bij het wegschieten. Ik span de boog door de draad naar achter te trekken. Ik trek totdat mijn schouderbladen elkaar bijna raken. Ik houd de hand met de draad bij mijn

Simon doet aan boogschieten. mondhoek. Ik kijk met allebei mijn ogen. Ik mik op een kubus in het gras en laat de draad los’, vertelt Simon.

Goed opletten

Simon houdt tijdens het schieten 1 vinger boven en 2 vingers onder de pijl op de pees.

‘Tijdens het boogschieten let je goed op elkaar. Je gaat tegelijk 3 pijlen schieten. Daarna ga je tegelijk lopen om de pijlen weer op te halen. Je moet ook opletten dat je jezelf geen pijn doet. Je moet de boog niet te dicht tegen je arm houden. De draad kan dan keihard tegen je arm schieten’, legt Simon uit.

Simon mikt op een kubus in het gras.

Verdedigen en aanvallen

bij korfbal

ALBLASSERDAM – Lucas (12), Dide (11), Lisanne (10) en Skyler (10) spelen korfbal bij CKC Kinderdijk. Lucas: ‘Korfbal is een balsport. Je scoort punten door de bal in een korf te gooien.’ Skyler: ‘Korfbal is een gemengde sport. Je speelt met jongens en meiden in 1 team.’ Dide: ‘Je staat met 8 spelers in het veld. Dat zijn 4 aanvallers en 4 verdedigers. Er zijn 2 reservespelers.’ Lisanne: ‘Ik vind het een leuke teamsport.’ Tekst en foto’s: Linda te Veldhuis ‘We spelen normaal wedstrijden tegen andere teams, bijvoorbeeld uit Zwijndrecht, Dordrecht en Papendrecht. Dat kan door corona niet. We spelen nu alleen oefenwedstrijden met onze eigen club’, vertelt Skyler.

Aanvaller en verdediger

‘Je bent bij korfbal de ene keer aanvaller en de andere keer verdediger. Dit wisselt steeds na 2 doelpunten. Je staat altijd tegenover dezelfde persoon, of je nu verdedigt of aanvalt’, vertelt Dide.

Lisanne, Dide, Lucas en Skyler zitten op korfbal.

Hoe val je aan?

Lisanne en Skyler zijn hier de aanvallers, Lucas en Dide de verdedigers.

‘Je moet goed kijken waar je tegenspelers en waar je teamgenoten staan. Je gooit de bal met 1 hand’, legt Lisanne uit. ‘Je speelt de bal veel rond. Dit doe je om je tegenstander moe te maken. Je krijgt dan sneller de kans om een doelpunt te maken. Je moet altijd goed opletten waar de bal is. Het is handig om op 1 been te schieten. Je maakt dan een sprongetje. Je komt zo los van je tegenstander’, zegt Skyler.

Hoe verdedig je?

‘Je houdt je tegenspeler goed in de gaten en maakt oogcontact. Je moet niet omkijken. Dan kan je tegenstander snel de bal gooien. Je zakt door je knieën. Je kunt zo goed met je tegenstander mee achteruitlopen’, vertelt Dide. ‘Je steekt altijd je hand op. Zo kun je de bal sneller tegenhouden als iemand wil schieten. Dit heet blokken. Je kunt ook voorzichtig naar de bal springen als iemand deze gooit en zo de bal afpakken’, zegt Lucas.


4

Sociaal en Online

MEI 2o21

Eman viert het

Suikerfeest DORDRECHT – Eman (10) vierde medio mei het Suikerfeest. Eman: ‘Het Suikerfeest duurt 3 dagen. Het is de afsluiting van de Ramadan. Ik eet tijdens het Suikerfeest veel lekkers. Ik ga bij familie op bezoek. En ik krijg nieuwe kleren, cadeautjes en geld van familie.’ Tekst: Linda te Veldhuis foto’s Privé ‘De Ramadan duurt 30 dagen. Het Suikerfeest start na deze 30 dagen als de maan zichtbaar is. Suikerfeest is het Nederlandse woord voor Eid ul-fitr’, legt Eman uit.

om Eid Mubarak te zeggen. Dat betekent gezegend feest. Je vraagt dan ook om snoepgoed. Het leukste aan het Suikerfeest vind ik dat ik cadeautjes krijg. En dat ik samen met familie ben’, vertelt Eman.

Niet eten en drinken

‘Moslims vasten tijdens de Ramadan. Je weet door te vasten hoe het is om arm te zijn. Je hebt namelijk vaak geen of weinig eten als je arm bent. Het vasten moet van Allah. Na het vasten kun je lekker eten tijdens het Suikerfeest. Daarna ga je weer gewoon als normaal eten’, zegt Eman.

Gebed in de moskee

‘We beginnen het Suikerfeest met een gebed in de moskee. Dit gaat door corona wel anders. Er zijn bijvoorbeeld minder mensen in de moskee. We zijn ook vroeger naar de moskee gegaan. Normaal gaan we om 9 uur, maar nu gingen we al om half 7 ’s ochtends’, zegt Eman.

Eman eet na het bezoek aan de moskee thuis allemaal lekkers.

18 dagen gevast

‘Ik heb 18 dagen meegedaan aan de Ramadan. Ik ben nog jong en hoef daarom niet de hele Ramadan mee te doen. Ik leer wat vasten is door nu al een deel mee te doen. Als je 18 jaar of ouder bent, doe je wel de hele Ramadan mee’, vertelt Eman.

Lekkers eten en cadeautjes

‘Na het gebed eet je 3 dadels. Dat is traditie. Daarna ga je lekkere dingen eten als cake, taart, koekjes en snoep. Je gaat ook bij buren langs

Eman gaat op visite tijdens het Suikerfeest.

TRADITIE: Een gewoonte, die vaak al eeuwenlang bestaat.

Het lekkers staat klaar op tafel.

VASTEN: Niet of nauwelijks eten en drinken tijdens een bepaalde periode.

Een eigen kanaal op YouTube ZWIJNDRECHT – Steijn (12) en Luciano (11) maken filmpjes voor hun eigen YouTube-kanaal. Luciano: ‘We maken sinds 2 jaar filmpjes voor ons kanaal Cif 92. Er staan nu ongeveer 200 filmpjes op.’ Steijn: ‘Het zijn filmpjes met onszelf, gamevideo’s en live streams.’ Tekst en foto’s: Linda te Veldhuis ‘We hebben de naam voor ons kanaal in de Albert Heijn bedacht. We wilden een korte naam. We zagen bij de schoonmaakmiddelen Cif staan. Dit was op de 92e dag van het jaar. Zo is onze naam Cif 92 geworden’, vertelt Steijn.

Verschillende rollen

‘Ik doe de telefoontjes en de e-mail. Ik zorg ervoor dat we bijvoorbeeld ergens een filmpje kunnen maken. Ik regel ook alles met YouTube’, zegt Luciano. ‘Ik ben de cameraman en edit de filmpjes. Ik zet ze ook online’, zegt Steijn.

Tips van Steijn en Luciano voor een eigen kanaal

- Doe het niet alleen, maar met meer mensen. Je kunt dan langer doorgaan. - Gebruik de functies van YouTube. Geef je film een goede titel, beschrijving, thumbnail en tags. - Houd je kanaal overzichtelijk met playlists.

Klasgenoten doen mee

‘Er waren klasgenoten die ook mee wilden doen. We hebben hen toen laten solliciteren. Ze vertelden wat ze wilden doen en waarom. We hebben hier ook een filmpje van gemaakt. We zijn erg trots op dat filmpje’, zegt Luciano. ‘Jules is nu onze extra cameraman. Valentijn kan Luciano vervangen. Jayden helpt bij van alles en hij kan ook editen’, vertelt Steijn.

Controle op YouTube

‘Computers checken alle filmpjes op YouTube. Ze controleren of een filmpje wel veilig is voor de kijkers. Een filmpje waarin gescholden wordt, mag bijvoorbeeld niet voor kijkers onder de 18 jaar’, vertelt Steijn. ‘Er is weleens een filmpje van ons verwijderd. Dat was met vuurwerk. Je krijgt alleen niet de reden van het verwijderen door. We leren dus niets van het verwijderen. Dat is jammer’, zegt Luciano. Steijn en Luciano maken meerdere filmpjes per week. Luciano: 'Volg jij ons ook? Zoek naar Cif 92 op YouTube.'

SOLLICITEREN: Jezelf aanbieden voor een functie.

Luciano is bezig met de instellingen in YouTube.


Kunst & Cultuur en 800 jaar stad

MEI 2o21

5

Wedstrijd met papieren vliegtuigjes B

C A ‘Vouw een A4 in het midden’, zegt Hugo.

‘Vouw de bovenste hoeken naar het midden’, zegt Hugo.

ZWIJNDRECHT – Hugo (8) deed op 24 april mee aan de wedstrijd papieren vliegtuigjes gooien van Stichting Jong Zwijndrecht. Hugo: ‘Ik ga vandaag kijken hoe ver ik een papieren vliegtuigje kan gooien. Ik kan best goed vliegtuigjes vouwen. Ik denk dat ik ga winnen.’ Tekst en foto’s: Linda te Veldhuis

‘Maak de vleugels door de lange kant naar het midden te vouwen’, vertelt Hugo.

‘Ik vind het leuk om vliegtuigjes te vouwen. Ik heb dat geleerd van mijn opa. Ik heb een boek over papieren vliegtuigjes. Er staan 200 verschillende in om na te maken. Ik heb tot nu toe 5 verschillende soorten vliegtuigjes gemaakt’, vertelt Hugo.

D

F E

‘Strijk het vliegtuigje goed glad als je beide kanten hebt gedaan’, legt Hugo uit.

Tips van Hugo:

Hugo staat klaar om zijn papieren vliegtuigje te gooien.

‘Knip met een schaar in de onderkant van het vliegtuig’, zegt Hugo.

H

‘Vouw allebei de vleugels nog een keer dubbel tot het midden’, vertelt Hugo.

- Je moet recht vouwen. Een beetje schuin is niet erg, maar heel schuin wel. Je vliegtuig wordt dan scheef en vliegt niet goed. - Ga met je nagel over een vouw en niet met je vinger. De vouw wordt dan strakker. Er komt zo minder wind in je vliegtuig. Het komt dan verder. - Je vliegtuig komt verder met een straaljagerstaart. - Gooi niet te hard, de punt van je vliegtuig gaat dan stuk.

G

‘Vouw het geknipte stukje naar boven. Dit is de straaljagerstaart’, vertelt Hugo.

‘Mijn papieren vliegtuigje is klaar! Ik heb het 11,5 meter ver gegooid. Ik heb de wedstrijd gewonnen!’, zegt Hugo trots.

E e n r a p ove r

b ee ld e n m a k e n

DORDRECHT – Bjorn (10), Juha (10), Valentijn (12), Ayda (11), Pip (11) en Noy (10) deden 20 april met hun klas mee aan een workshop rappen. Ayda: ‘Er staan beelden in Park Merwestein. De beelden zijn daar gekomen vanwege 800 jaar Dordrecht.’ Pip: ‘We bezoeken eerst het park om ideeën te krijgen. We maken daarna op school een woordrap.’ Tekst en foto’s: Linda te Veldhuis ‘Ik bekijk de beelden in het park door deze workshop beter’, zegt Valentijn. ‘Ik gebruik het beeld “De Toren des Levens” in mijn rap. Er zitten vogels, een auto en een stoel in dit beeld’, vertelt Juha. ‘Ik heb het in mijn rap over een soort kubus met kleuren’, zegt Ayda.

Soort gedicht

‘Een rap is een soort gedicht. Je zegt de tekst alleen heel snel. Een rap heeft veel rijmende woorden, maar dat hoeft niet’, vertelt Valentijn. ‘Je praat zo snel dat een ander de teksten bijna niet verstaat. En je zegt “yo yo” tussen de tekst door’, zegt Noy.

Geluiden en bewegingen

‘Er is een beatbox in de achtergrond bij een rap’, zegt Juha. ‘Een beatbox is iemand die met zijn mond geluidjes maakt’, legt Bjorn uit. ‘Je zegt bijvoorbeeld heel overdreven de woorden “poffertjes” en “kikkertjes”. Je laat de klanken goed horen. Je klinkt dan als een beatbox’, zegt Noy. ‘Je moet een rap ook “swag” geven. Je gaat dan in een bepaalde houding staan en draait met je handen en vingers’, vertelt Ayda.

Woordweb maken

Bjorn, Juha, Valentijn, Ayda, Pip en Noy staan voor een beeld in Park Merwestein.

‘Je kiest eerst een onderwerp voor je rap. Dat zijn voor ons de beelden in het park. Je gaat dan een woordweb maken. Je schrijft dan allemaal woorden op over het onderwerp. Je zet er woorden bij die rijmen’, zegt Bjorn.

De leerlingen laten zien hoe je tijdens een rap moet staan.

De rap schrijven

‘Het kostte mij veel moeite om de tekst van de rap te maken’, zegt Valentijn. ‘Mensen denken misschien: een rap schrijf je zo op. Maar het is eigenlijk moeilijker dan je denkt’, zegt Noy. ‘Ik dacht dat ik een rap schrijven niet leuk vond. Maar ik vond Dit artikel het wel leuk’, zegt is mede Pip. ‘Ik zou nog wel mogelijk een keer een rap gemaakt willen schrijven. Maar door: ik doe het zonder swag. Swag is niks voor mij’, vindt Juha.


6

Verkeer

MEI 2o21

Veilig buitenspelen

HENDRIK-IDO-AMBACHT – Nikki (10) woont in de wijk De Volgerlanden. ‘Ik speel graag buiten. Ik kan op veel plekken in mijn buurt veilig buitenspelen. Maar er zijn ook een paar plekken waar ik me wat minder veilig voel’, zegt Nikki. Tekst en foto’s: Linda te Veldhuis

De Verkeersquiz 1. Wat doet Nikki om op het verkeer te letten? A. Kijken en luisteren. B. Kijken en voelen. C. Ruiken en luisteren.

2. Wat maakt een speeltuin veiliger? A. Gras. B. Hekken. C. Bosjes.

3. Wanneer vindt Nikki het lastiger om op het verkeer te letten? A. Als het donker is. B. Als het druk is. C. Als er veel lawaai is.

Nikki rijdt met haar penny board graag op het fietspad. ‘Ik speel de laatste tijd vaak Jachtseizoen. Ik speel ook verstoppertje of ik ga fietsen. Ik rijd ook graag op mijn penny board. Ik speel ook weleens met een bal buiten. Laatst deden we busje trap’, vertelt Nikki. Jachtseizoen op straat ‘Ik speel met vriendinnen vaak in de avond Jachtseizoen. Bij dit spel moet je af en toe snel wegrennen. Maar je moet dan ook op het verkeer letten. Dat is lastiger als het druk is. Er zijn ’s avonds vaak veel auto’s in mijn buurt. Ik ben dan weleens bang dat er iets kan gebeuren door die auto’s’, zegt Nikki.

Penny board rijden ‘Ik rijd graag met mijn penny board op het fietspad. Het rijdt lekkerder op asfalt. Ik moet dan goed op de fietsers en scooters op het fietspad letten. Dit gaat dus goed en ik voel me dan gewoon veilig. Het fietspad is best breed’, vertelt Nikki. Aan de kant gaan ‘Ik denk dat bestuurders mij wel zien als ik op straat speel. Ik let zelf ook op het verkeer. Ik kijk en luister vooral. Ik zorg ervoor dat ik veilig ben als een auto hard aan komt rijden. Ik ga dan bijvoorbeeld op de stoep staan’, zegt Nikki.

Nikki speelt graag Jachtseizoen op straat.

Kun jij veilig buitenspelen in jouw buurt? Ja, omdat…

Hard fietsen ‘Het voelt soms onveilig om in het Sophiapark te spelen. Jongeren komen dan vaak hard langs me gefietst. Ik schrik daarvan en ga dan een stukje verderop spelen’, zegt Nikki. Veilige speeltuinen ‘Een paar speeltuinen in mijn buurt hebben een hek. Zo kan een auto of fietser niet makkelijk een speeltuin in rijden. Ook kan een bal of kind niet makkelijk de speeltuin uitkomen. Hekken zorgen voor een veilige speeltuin’, vindt Nikki. Deze rubriek is mede mogelijk gemaakt door:

Nee, omdat…

De speeltuin is een veilige plek om verstoppertje te spelen.

Vraag om aan een volwassene te stellen: Antwoorden: 1. A 2. B 3. B

Kon jij vroeger veilig buitenspelen?


Sociaal

MEI 2o21

7

Haar van 1 meter lang Zwijndrecht – Chelsea (11) heeft heel lang haar. Chelsea: ‘Mijn haar is 1 meter lang. Mijn haar groeit best snel. Ik heb geluk dat ik zulk lang haar kan krijgen. Dat lukt niet bij iedereen. Ik wil mijn haar tot mijn knieholtes laten groeien. Ik moet dan nog ongeveer 15 centimeter.’ Tekst en foto's: Linda te Veldhuis.

‘Ik vind het leuk als mijn lange haar bij iemand opvalt en die mensen me een compliment geven. Ze zeggen bijvoorbeeld dat ze het mooi lang vinden’, zegt Chelsea.

Het verzorgen

‘Ik gebruik veel crèmespoeling bij het wassen van mijn haar. Ik doe mijn haar na het wassen in een speciale handdoek. Die handdoek is een soort muts met een zak. Mijn haar kan daarin drogen. Ik doe af en toe een masker met olie in mijn haar. Dat maakt mijn haar mooier. Ik borstel mijn haar meerdere keren per dag. Ik kam mijn haar sowieso elke ochtend 1 kwartier lang. Ik ga 1 keer per jaar naar de kapper. Ik laat het dan recht knippen. De punten zijn dan weer mooi’, vertelt Chelsea.

Soms lastig

‘Mijn lange haar is soms ook lastig, bijvoorbeeld met zwemmen. Mijn haar gaat erg klitten door het chloor. Ik blijf soms ook met mijn haar haken aan een deurklink. Mijn haar zit ook vaak in mijn gezicht. Maar sporten kan prima. Ik zit op voetbal. Ik doe mijn haar dan in een vlecht’, zegt Chelsea.

Naar de wc

Chelsea borstelt haar lange haar meerdere keren per dag.

‘Mijn haar komt over mijn billen heen. Soms vraagt iemand hoe ik dat op de wc doe. Ik doe mijn haar dan als een soort sjaal om mijn nek. Het zit dan niet in de weg’, legt Chelsea uit.

Het haar van Chelsea is 1 meter lang.

Haar doneren

‘4,5 jaar geleden heb ik 35 centimeter van mijn haar af laten knippen. Ik heb dat haar toen gedoneerd. Ze maken van het gedoneerde haar pruiken voor zieke kinderen die geen haar meer hebben. Er loopt nu dus iemand met mijn haar rond. Ik ben blij en trots dat ik mijn haar heb kunnen doneren’, vertelt Chelsea.

Geld inzamelen voor zieke juf DORDRECHT – Joey (10), Daniël (10), Elise (10), Julia (10), Jaïra (11) en Hadassa (11) zamelen geld in voor hun zieke juf Marion. Elise: ‘Onze juf heeft acute leukemie. Ik schrok erg toen ik dat hoorde.’ Daniël: ‘Juf Marion hoorde vlak voor kerst dat ze ziek was. We zamelen geld in om mensen als onze juf te helpen.’ Tekst en foto: Linda te Veldhuis ‘Acute leukemie is een soort kanker. Je hebt dan verkeerde cellen in je bloed’, vertelt Joey. ‘Je hebt bij leukemie kanker in je hele lichaam. Je bloed komt overal’, zegt Hadassa.

Beter worden door stamcellen

‘Juf Marion kan beter worden dankzij stamcellen. Stichting Matchis zoekt voor zieke mensen zoals onze juf mensen met de juiste stamcellen. Die zieke mensen kunnen dan ook beter worden’, zegt Hadassa.

Lege flessen

‘Julia, Jaïra en ik hebben in onze buurten lege flessen met statiegeld opgehaald. We hebben ook met een krantenartikel over onze juf geld gevraagd. We hebben € 220,opgehaald. De helft hebben we gedoneerd aan Stichting Matchis. De andere helft gebruikten we voor een cadeau voor de juf’, vertelt Elise. STAMCEL: Een stamcel is een cel die nog alles in je lichaam kan worden.

Sponsorloop doen

‘Ik heb sponsoren gezocht voor een sponsorloop. Ik heb 8 kilometer gewandeld en ik heb daarmee € 349,opgehaald. Ik heb ook oud ijzer verkocht. Ik kreeg daar € 50,- voor. Ik heb van dit geld een cadeau voor onze juf gekocht’, vertelt Hadassa.

Andere acties

‘Ik maak met de plusklas een plan voor een sponsorloop met workshops. We hopen daarmee ook nog geld op te halen’, zegt Daniël. ‘Ik wil ook een sponsorloop gaan doen. Ik heb al spullen verkocht. Ik kreeg daar € 20,voor. Deze heb ik gedoneerd aan Stichting Matchis’, vertelt Joey.

Kaarten toesturen

‘We sturen onze juf heel veel kaarten. Ze krijgt er bijna iedere dag 1’, zegt Daniël. ‘Onze juf voelt zich zo niet eenzaam’, vertelt Joey.

Weten hoe het gaat

‘Onze juf plaatst berichten op Instagram. We lezen zo hoe het met haar gaat. Dat is fijn’, zegt Julia. ‘Ja, al zijn de posts soms wel verdrietig. Ik lees ze samen met mijn

Joey, Daniël, Julia, Elise, Jaïra en Hadassa zamelen geld in voor hun zieke juf Marion. moeder’, vertelt Elise. ‘Het is zeker fijn om te weten hoe het gaat. Ik heb weleens een nachtmerrie gehad. Ik droomde toen dat haar trouwdag niet haar trouwdag was, maar haar begrafenis’, zegt Daniël.

Weer beter

‘Gelukkig kon onze juf haar eigen stamcellen gebruiken om beter te worden. Onze juf is genezen van de kanker. Ze is uit het ziekenhuis. Ze

moet nog wel verder opknappen’, vertelt Julia. ‘We zullen haar dit schooljaar niet meer als juf kunnen krijgen. Dat is wel jammer’, zegt Joey. CHEMOKUUR: Een manier om medicijnen te geven als je kanker hebt.


8

Geschiedenis en Natuur

MEI 2o21

ALBLASSERDAM – Steven (11), Gerbert (11) en Marieke (9) van het ABC-Team deden 28 april mee met de workshop “Bouw een landschap van de Romeinen”. Alblasserdam en andere plaatsen in de regio lagen 2.000 jaar geleden in het Romeinse Rijk. Steven, Gerbert en Marieke leerden in de workshop hoe het landschap in de Romeinse tijd eruitzag. Steven: ‘Ik weet nu hoe het 2.000 jaar geleden was op de plek waar ik woon.’ Marieke: ‘We leven hier nu echt heel anders dan toen.’ Tekst en foto’s: Linda te Veldhuis ‘We maken van grond, zand en stenen land. We maken van klei boerderijen. We maken zo het landschap van toen na’, zegt Gerbert.

Een moeras

‘Alblasserdam was vroeger een moeras. Ik wist dat niet’, zegt Gerbert. Een moeras heeft erg natte grond waarin je weg kunt zakken. Ook de andere plaatsen in de regio Drechtsteden waren moerassig. ‘Er is nu bijna geen water meer in Alblasserdam en er is geen moeras meer’, vertelt Marieke. Er waren hoge, drogere plekken in het moeras. Mensen gingen op deze hogere plekken kleine boerderijen bouwen.

huis. Er woonden geen Romeinen in Alblasserdam. Er zijn hier geen resten van hun huizen gevonden. De Romeinen woonden aan grotere rivieren, zoals de Rijn’, zegt Marieke.

Gemene Romeinen

Potten ruilen voor eten

‘De Romeinen waren gemeen. Ze spaarden de mensen op de boerderijen in Alblasserdam als ze de Romeinen zouden helpen. De mensen van de boerderijen verbouwden eten en maakten kleding van koeienhuiden voor de Romeinen. Ze hielpen ook met het verdedigen van het Romeinse Rijk. Zo konden ze blijven leven’, legt Steven uit. Het nagemaakte landschap uit de Romeinse tijd. De boerderijen staan op de hogere stukken grond.

Slimme Romeinen

‘Romeinen konden al veel bouwen. Ze hadden huizen van baksteen en ze hadden al een kachel in

Marieke en Gerbert laten opgegraven scherven zien. Steven laat een opgegraven knie van een koe zien. De scherven en het bot komen uit de Romeinse tijd.

‘De Romeinen konden ook goed potten bakken, de boeren niet. De Romeinen ruilden de potten met de boeren voor eten en kleding’, weet Marieke.

Opgegraven spullen

‘Er zijn hier in Alblasserdam daarom heel veel scherven van potten opgegraven. Ik vind dat best bizar. Er is ook een boomstamkano in de grond gevonden. Mensen maakten toen kano’s van boomstammen. Ze konden met de kano’s over het water in het moeras varen’, vertelt Steven.

Bobbie, de hond van Demian

Gerbert en Steven maken van klei een boerderij.

Heb jij ook een huisdier? Ja, ik heb …

ZWIJNDRECHT – Demian (11) heeft een hond. Demian: ‘Bobbie is echt een maatje voor me. Bobbie is een jongen en 2,5 jaar oud. Hij kwam bij ons toen hij 9 weken oud was. Bobbie is een Engelse Cocker Spaniel. Dat is een hondenras.’ Tekst en foto’s: Linda te Veldhuis

‘Rashonden hebben een stamboom. Bobbie is een rashond en heeft dus ook een stamboom. Je weet door een stamboom wie de ouders van je hond zijn. En wie de ouders van de ouders van je hond zijn’, vertelt Demian.

Uit Engeland

‘De vader van Bobbie komt uit Engeland. Zijn moeder komt uit Nederland. Bobbie is wel in Nederland geboren. Ze was voor een hondenshow in Engeland. Daar heeft de vader van Bobbie per ongeluk zijn moeder gedekt. Daardoor heeft Bobbie een Engelse vader’, zegt Demian.

Nee, want …

Veel samen doen

‘Bobbie is graag bij mij. Hij komt bij me liggen als ik aan het gamen en aan het slapen ben. Ik spring samen met hem op de trampoline. We spelen samen met een bal. We rennen samen over het gras. We stoeien’, vertelt Demian.

Bobbie beschermt

‘Ik merk dat Bobbie me beschermt. Als er iemand in mijn buurt boos doet, gaat hij naar die persoon grommen. En hij troost me als ik verdrietig ben. Hij komt dan bij me liggen en geeft me kusjes’, zegt Demian. Demian zit met zijn hond Bobbie op de bank.

Beetje snoepen

‘Bobbie is gek op kluifjes die eruit zien als een schoen. Maar hij is

Bobbie eet een waterijsje. ook gek op waterijs. We geven dat weleens in de zomer. Hij doet soms ook iets grappigs. Ik zat eens chips te eten en toen stak hij heel zijn kop in de zak’, vertelt Demian.

Papier versnipperen

‘Bobbie is ook onze papierversnipperaar. Hij mag doosjes en kranten verscheuren. Zo kunnen we die makkelijker weggooien bij het oud papier’, zegt Demian.

Wil jij in Jong078 vertellen over je huisdier? Stuur dan een e-mail naar redactie@jong078.nl.


Sport en Eten

MEI 2o21

Kian is keeper ZWIJNDRECHT – Kian (9) is keeper bij voetbalvereniging Groote Lindt. Kian: ‘Mijn vader is 1e keeper bij Groote Lindt. Hij vroeg of ik ook keeper wilde worden. Dat leek me leuk. Dus ik ben nu al 2 jaar keeper. Later wil ik mijn vader opvolgen.’ Tekst en Foto’s: Linda te Veldhuis ‘Ik vind het leuk dat je als keeper niet zo veel hoeft te doen. Je rent minder dan de spelers in het veld. Ik vind het leuk om de bal tegen te houden en de bal weer het spel in te schoppen’, zegt Kian.

Veel trainen

‘Ik train 2 keer in de week met mijn team. Ik heb ook 2 keer in de week keeperstraining. Ik ga op zondag naar een speciale keepersschool. Ik ben een goede keeper. Ik kan goed naar links en naar rechts duiken. Ik weet goed waar ik moet staan om de bal weg te stompen. En ik zie goed waar ik de bal het spel in moet schoppen. Ik ben daarom uitgenodigd om 3 keer een proefles bij Feyenoord te doen’, vertelt Kian.

Speciale kleding

Een keeper draagt andere kleding dan de spelers in het veld. ‘Ik heb een keepersbroek. Deze heeft beschermers op de knieën en heupen. Ik heb ook een keepersshirt. Die heeft beschermers op de ellebogen. Ik draag ook handschoenen. Ik heb daardoor meer grip bij het vangen van de bal’, legt Kian uit.

Wat doet een keeper?

‘Een keeper staat in het doel. De keeper houdt de bal tegen. Een keeper roept ook naar de verdedigers. Ik roep bijvoorbeeld dat ze op moeten letten of terug moeten komen. Een keeper mag de bal vangen en lopen met de bal. Een keeper mag ook meevoetballen en een doelpunt maken. Maar het is niet slim om uit je doel te gaan. De ander kan dan makkelijker scoren’, vertelt Kian.

Kian staat klaar om een bal tegen te houden.

9

Kian staat op het voetbalveld.

Kian duikt om een bal te stoppen.

Tips van Gido ZWIJNDRECHT – Gido (11) is dol op tomatensoep. Gido: ‘Ik vind de smaak van tomaat lekker. Ik heb voor het eerst zelf tomatensoep gemaakt. Mijn moeder maakt het normaal. Ze doet dat ongeveer 1 keer per maand. Ik zou het eigenlijk wel vaker willen eten.’ Tekst en foto’s: Linda te Veldhuis Gido: ‘Ik gebruik 1 kilo tomaten, 750 milliliter water, 1 winterpeen, 1 ui, 2 tenen knoflook, 2 eetlepels olie, 2 eetlepels tijm, 2 bouillonblokjes, 1 klein blikje tomatenpurée en vermicelli voor de tomatensoep.’

‘Ik snijd de winterpeen, de ui en de tomaten in stukken.’

- Zorg ervoor dat de soep niet te lang kookt. De soep blijft dan lang heet als je wilt eten. De soep wordt ook minder lekker van lang koken. - Snijd groente van je af, dat is veiliger. - Schil een wortel met een dunschiller. Dat is makkelijker dan met een mes. - Snijd de harde stukjes van de tomaat eruit en gooi ze weg. Deze zijn niet lekker in de soep.

Gido: ‘Ik doe dan de tomaat en het water in de pan.’

C A ‘Ik was de tomaten. Ik schil de winterpeen. Ik pel de ui en knoflooktenen.’

B

Gido: ‘Ik zet het vuur uit. Ik pureer de soep tot het glad is met een staafmixer.’

G

Gido: ‘Ik zet het vuur onder de pan aan. Ik doe de olie in de pan. Ik bak de ui, winterpeen, tijm, knoflook en tomatenpurée 5 minuten.’

D

E Gido: ‘Ik doe de bouillonblokjes erbij. Ik laat de soep 15 minuten koken.’

F

Gido: ‘Ik doe de vermicelli in de pan. Ik laat de soep nog even koken tot de vermicelli zacht is. Mijn tomatensoep is klaar!’

H


10

De vraag en Jong078 puzzel

MEI 2o21

Wat weet jij van het Nederlands koningshuis?

‘De oudste prinses wordt koningin als de koning stopt. Als zij niet kan, dan wordt haar middelste zus koningin. Kan die ook niet, dan haar jongste zus. Het oudste kind van de oudste prinses wordt later ook weer koning of koningin.’

DORDRECHT – Liyana, Laya, Cafer, Abolfazl, Sara, Leila en Beissan zitten op basisschool De Wereldwijzer. Ze vertellen op de dag van de Koningsspelen wat zij weten over het Nederlands koningshuis.

Cafer (10)

‘De koning heeft de Koningsspelen bedacht. Hij vindt dat kinderen meer moeten spelen en bewegen. In de Tweede Wereldoorlog was Wilhelmina koningin. Zij sprak de Nederlanders via de radio toe vanuit Londen.’

Leila (10) Abolfazl (10) ‘De koning opent soms grote plekken als een museum. Ik zie de koning en koningin op tv weleens zwaaien vanuit een koets. Ze lijken me heel aardig en zijn goed voor ons land.’

‘De koning gaat soms op zakenreis naar het buitenland. Ze praten dan over het verkopen van spullen aan elkaar. Het koningshuis is een soort familie van iedereen in Nederland.’

‘Eerdere koningen en koninginnen zijn Willem I, Willem II, Willem III, Juliana, Wilhelmina en Beatrix. Nu hebben we koning Willem-Alexander. Onze koningin heet Máxima. De prinsessen heten Amalia, Alexia en Ariane.’ ‘We vieren op Koningsdag de verjaardag van de koning. Hij is dit jaar 54 geworden. Hij bezoekt op Koningsdag een plaats. Hij is ook een keer in Dordrecht geweest.’

Liyana (10)

Sara (10)

‘Prinses Beatrix heeft in Dordrecht een keer een standbeeld onthuld. Ik ben toen gaan kijken. Ik ben op de foto gegaan met haar. De koning en koningin hebben allebei werk. Ze dragen veel blauwe kleding.’

Laya (9)

Beissan (10)

Wat weet jij van het Nederlands koningshuis?

Wat brengt een

Wat was Alblasserdam

gedicht over?

in de tijd van de

Pagina 1

Romeinen? Pagina 8

Wat moet je niet doen tijdens het

Wie helpt Justin en

verdedigen?

Britney?

Pagina 3

Pagina 11

Wie wilden meedoen

Wat hebben Lars,

met Luciano en

Julia, Demi en Laurèn

Steijn?

in de klas getrokken?

Pagina 4

Pagina 12

Wat maak je voor een rap? Pagina 5

Waar rijdt Nikki Het antwoord van de

De letters in de gele balk vormen het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar antwoord@jong078.nl We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.

puzzel van april is: KIPPENHOK.

lekkerder op met haar penny board? Pagina 6

De winnaar is SAM (10). GEFELICITEERD! Aangeboden

door:

Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!

Wat doet het haar van Chelsea door chloor? Pagina 7


Toekomst

MEI 2o21

11

MIJN VADer is:

Werkverantwoordelijke

ZWIJNDRECHT – De vader van Ryan (10) is werkverantwoordelijke. De vader van Ryan heet Jaco. Jaco: ‘Ik zorg ervoor dat monteurs veilig kunnen werken aan kabels in de grond. Deze kabels zijn voor de stroom in huis of bij bedrijven.’ Ryan: ‘Mijn vader werkt soms thuis op de computer. Soms is hij weg voor zijn werk.’ Tekst en foto’s: Linda te Veldhuis ‘Het is belangrijk om veilig te werken met stroomkabels. Het koper in de kabel verplaatst de stroom. Er zit rubber om de kabel als bescherming. Als dit rubber kapot is en je raakt de kabel aan, kun je geëlektrocuteerd worden. Je krijgt dan een erge schok. Dat is gevaarlijk’, legt Ryan uit.

ELEKTROCUTIE: schok door je lichaam krijgen door stroom.

Veilig werken

‘Ik zorg ervoor dat de mensen veilig kunnen werken en geen schok krijgen. Ik kijk wat er nodig is om te doen. Als kabels kapot zijn, beslis ik bijvoorbeeld dat de stroom van de kabels moet gaan. Huizen of bedrijven hebben dan een tijdje geen

Veel leren

Ryan zit achter een apparaat dat zijn vader gebruikt. stroom. Als het werk klaar is en alles is goed, dan gaat de stroom pas weer op de kabels’, vertelt Jaco.

Aan het werk

‘Ik zie mijn vader thuis werken op de computer. Als hij weg moet, is mijn vader vaak al weg als ik nog in bed lig. Ik ben een keer met mijn moeder gaan kijken toen hij buiten met kabels aan het werk was’, zegt Ryan.

‘Ik denk dat het werk van mijn vader best lastig is. Je moet veel leren. Maar als je het werk snapt, dan is alles duidelijk’, zegt Ryan. ‘Dat klopt. Ik ben begonnen als monteur. Ik heb daar speciale opleidingen voor gedaan. Toen ik veel ervaring had, ben ik nog een opleiding gaan doen. Ik ben toen werkverantwoordelijke geworden. Ik volg nu ook nog steeds cursussen om te blijven leren’, vertelt Jaco. Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Welke opleiding doe je voor deze baan? Je volgt bijvoorbeeld eerst een mbo-opleiding Monteur Laagspanning. Daarna een opleiding 1e Monteur Middenspanning. Je volgt daarna een opleiding Technicus Elektrotechniek. Je kunt tijdens deze opleidingen ook al gaan werken. Je kunt deze opleidingen in de Drechtsteden volgen. Je doet ze na de middelbare school.

Ryan staat met zijn vader Jaco naast de auto met alle werkspullen.

Een eigen bedrijfje HENDRIK-IDO-AMBACHT – Justin (12) en Britney (10) zijn broer en zus en zijn een eigen bedrijfje begonnen. Britney: ‘We bedrukken telefoonhoesjes en mokken. We kunnen verschillende soorten mokken en hoesjes bedrukken.’ Tekst en foto’s: Linda te Veldhuis

‘We verveelden ons een beetje door corona’, zegt Justin. ‘Het leek mij leuk om een eigen winkeltje te beginnen. Ik vertelde dat aan mijn vader en moeder. En toen kwamen we op het idee van het eigen bedrijfje’, vertelt Britney.

kunnen ook iets op de computer ontwerpen. Het plaatje printen we uit. We zetten het daarna met een apparaat op de mok of het hoesje’, vertelt Justin.

Geld verdienen

‘Ik koop de kale mokken en hoesjes samen met mijn vader. Een deel van het geld dat we verdienen, gebruiken we voor het betalen van de spullen. We zetten ook geld opzij voor het maken van een website en voor het kopen van nieuwe apparaten. En een deel van het geld gaat naar onszelf’, zegt Justin.

Klanten spreken

‘Justin doet alles met de prijzen en ik doe de promotie. Ik spreek dan ook mensen aan de telefoon, die willen

Britney en Justin bedrukken mokken en telefoonhoesjes.

Het bedrukken

‘We hebben thuis allemaal spullen om de mokken en telefoonhoesjes te bedrukken. We kunnen er eigenlijk alles op zetten. Een logo, maar we

bestellen. En ik doe de social media. Klanten vinden we nu nog via via’, vertelt Britney. Eigen winkel ‘We leren hier heel veel van. We leren zelfstandig te zijn. We leren hoe we iets kunnen maken. En we leren hoe we met geld om moeten gaan’, zegt Britney. ‘Onze vader helpt ons nog. Mijn droom is om later een eigen grote winkel in Rotterdam te hebben’, zegt Justin. ‘Ja, met een eigen kantoor’, vult Britney aan.

Britney haalt het papier van de mok af. Het logo staat nu op de mok.

Britney haalt de mok uit het apparaat.

Nieuwsgierig naar de mokken en telefoonhoesjes van Justin en Britney? Zoek naar sea_cases op Instagram of TikTok.


12

Op School en Sociaal

MEI 2o21

Wat zou jij willen veranderen in je woonplaats? ZWIJNDRECHT – Sophie (11) is de kinderburgemeester van Zwijndrecht. Luna (11) en Merel (10) zijn kinderambassadeurs van Zwijndrecht. Samen denken zij na over de woonplek van kinderen, nu en in de toekomst. Zij hebben ideeën over wat er anders kan. Tekst: Linda te Veldhuis foto’s: Gemeente Zwijndrecht

‘Ik vind dat ieder kind even ver moet lopen naar een speeltuin in de buurt. Er moeten dus meer speeltuinen komen.’

‘Ik vind dat we op de basisschool meer huiswerk moeten krijgen. Je bent dan al aan huiswerk gewend als je naar de middelbare school gaat.’

Merel ‘Er is een jeugdbrandweer. Maar waarom is er eigenlijk geen jeugdpolitie? Je kunt dan al leren hoe het bij de politie is.’

‘Ik vind het erg jammer dat het buitenzwembad weggaat. Ik wil eigenlijk dat het blijft.’

‘Het lijkt mij goed om een kinderrechtbank op scholen te hebben. Kinderen zijn dan de rechter en de advocaten. Ze lossen zo ruzies op.’

‘Als je ergens goed genoeg in bent, kun je op mijn school geen bijles krijgen. Maar als je zelf beter wilt worden, vind ik dat je wel bijles moet kunnen krijgen.’

‘Ik zie maar 1 keer per maand een agent op straat. Ik denk dat de mensen meer politie moeten zien. Ze houden zich dan beter aan regels, zoals niet te hard rijden of hondenpoep opruimen.’

Luna

‘Het lijkt me goed om 1 keer in de week een ruilmarkt voor spullen te hebben.’

Sophie

Wat zou jij willen veranderen in je woonplaats?

‘Zwijndrecht heeft nog geen stadsrechten. Maar Zwijndrecht kan wel stadsrechten krijgen. Ik heb dat onderzocht.’

Een computerspel op het schoolplein DORDRECHT – Julia (11), Demi (11), Laurèn (11) en Lars (10) zitten op basisschool Het Avontuur. Ze hebben sinds 21 april op hun schoolplein “The Gamer”. Julia: ‘Dat is een elektrische vloer waar je spelletjes op kunt spelen.’ Demi: ‘Het spel wekt zijn eigen energie op door zonnepanelen.’ Tekst en

Voor veel groepen ‘We hebben in de klas lootjes getrokken om The Gamer bij een bedrijf in Rotterdam uit te proberen. Wij vieren mochten ernaartoe’, zegt Lars. ‘We gingen daar de spelletjes spelen. We hebben gekeken of het leuk was vanaf groep 3. Er moeten veel groepen mee kunnen spelen. Dus dat was belangrijk om te weten. En dat kan!’, vertelt Laurèn.

foto’s: Linda te Veldhuis

‘Het spel is plat en bestaat uit 9 zonnepanelen. Je kunt er gewoon op staan’, zegt Lars. ‘Op elk zonnepaneel zitten 9 vakjes die licht geven,’ vertelt Julia.

Bewegen tijdens spelen ‘Ik vind het leuk dat we meerdere spelletjes buiten kunnen doen. Het is eens wat anders dan een klimrek. En je kunt toch lekker bewegen’, zegt Demi. ‘Het zijn spelletjes die je anders binnen doet. Nu kun je ze buiten doen’, vertelt Julia.

9 spelletjes ‘Er zitten nu 6 spelletjes op. Dat zijn bijvoorbeeld rekenspelletjes, boter-kaas-en-eieren en The Snake. Er komen nog 3 andere spelletjes Demi, Laurèn, Julia en Lars spelen een spel op “The Gamer”. bij, bijvoorbeeld Dino Jump’, zegt Demi. ‘Bij de rekenspelletjes moet je zo snel mogelijk keersommen uitrekenen’, zegt Laurèn. ‘Je kunt de spelletjes met maximaal 4 personen doen’, vertelt Julia.

Lars, Julia, Demi en Laurèn zitten op “The Gamer”.

Tikken met je voet ‘Het apparaat voelt gewicht. Zo weet het apparaat waar je staat’, vertelt Julia. ‘Je tikt met je voet op een paneel om het spel te starten. Je ziet dan een startscherm met cijfers. Elk cijfer is een spelletje’, legt Lars uit. ‘Wil je stoppen met een spel, dan raak je de panelen 40 seconden niet aan. Je komt dan weer bij het startscherm’, zegt Laurèn.

Demi tikt een vlak aan tijdens boter-kaas-eneieren.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.