Tasharo Linkers, voor een stukje van de mamyo. Achter hem de tekst van zijn tante Gracia L inkers. Daarboven de tekst van Tasharo en zijn neefjes.
ALA SMA TORI
Quand la vérité n’est pas libre, la liberté n’est pas vraie. Wanneer de waarheid niet vrij is, is de vrijheid niet echt.
• Jacques Prévert
The area where we are the greatest is the area in which we inspire, encourage and connect with another human being.
Wij zijn op ons best wanneer we ons verbinden met anderen en elkaar inspireren en aanmoedigen.
• Maya Angelou
Sakafasi na krosi fu skin. Respect siert de mens
• Surinaamse odo
ALA SMA TORI
KETI KOTI VERBEELD
DOOR MAARTJE JAQUET
Aandacht voor het slavernijverleden in Suriname en op de Caribische eilanden en de erfenis daarvan in het heden.
Een belangrijk, onderbelicht onderdeel van de Nederlandse geschiedenis:
Amsterdam, 2023
Herdenkingsjaar Slavernijverleden
160 jaar na de officiële afschaffing van de slavernij
150 jaar na de feitelijke afschaffing door het einde van het Staatstoezicht
COLOFON
LM Publishers
Voorhaven 129
1135 BP Edam info@lmpublishers.nl www.lmpublishers.nl
Copyright © 2023 Maartje Jaquet/LM Publishers
Tekst en kunstwerken Maartje Jaquet
Redactie Nellie Bakboord en Wilgo Holwijn
Grafische vormgeving Maartje Jaquet
Productie Hightrade BV
ISBN 9789460229787
Alle rechten voorbehouden.
Logostempel www.ketikotiproject.com: Gertie Jaquet
www.maartjejaquet.nl
www.ketikotiproject.com
www.instagram.com/maartjejaquet
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
ALA SMA TORI, KETI KOTI VERBEELD is een kunstboek met persoonlijke verhalen rondom Keti Koti, dat wil zeggen de afschaffing van de slavernij door Nederland in Suriname en op de Caribische eilanden. Ik begon eraan op 1 juli 2020, de dag van Keti Koti. Eerst tekende en schildede ik portretten. In de loop van drie jaar is mijn ‘Keti Koti Project’ steeds uitgebreider geworden. Uiteindelijk heb ik besloten om er een mooi geheel van te maken in de vorm van dit boek.
ALA SMA TORI betekent ‘verhalen van een ieder’. Om precies te zijn van dertig mensen, van verschillende leeftijd en achtergrond, met elk een eigen beleving. Ik vroeg hun onder andere wat Keti Koti voor hen betekent, of er verhalen over verteld werden in hun familie, over hun manier van herdenken en vieren en over verschillen tussen bijvoorbeeld Suriname en Nederland; wat zou men ervan vinden wanneer Keti Koti ook in Nederland een nationale vrije dag werd?
KETI KOTI VERBEELD is de ondertitel. Het boek bevat veel beeldmateriaal. Om te beginnen alle portretten. De originelen zijn getekend en geschilderd met pen en aquarel, op A3-formaat papier. In totaal zijn het er 79. Van de mensen op de portretten heb ik er dertig geïnterviewd. Hun verhalen zijn uitgebreid met persoonlijke foto’s, heel oude, bijvoorbeeld van iemands overgrootmoeder, of juist foto’s van nu, met jonge kinderen. Bij elkaar brengen die foto’s alle verhalen nog meer tot leven. Ik heb ook video-opnames gemaakt, waarin mensen vertellen en zingen. En alle geïnterviewden kozen een eigen titel bij hun verhaal. Die schilderde ik met zelfgemaakte, bij de persoon en diens verhaal passende inkt, op dertig doekjes van verschillende soorten katoen. Al die doekjes bracht ik bij elkaar op één gezamenlijke, symbolische ‘mamyo’.
DAT IS EEN HOOP INFORMATIE in een paar zinnen. Lastig misschien om je je er een voorstelling van te maken. Maar gelukkig is het boek zo opgebouwd dat je kunt volgen hoe ik te werk ben gegaan. Vanaf de allereerste portretten en de eerste doekjes met zelfgemaakte inkt, tot en met het laatste verhaal. De verhalen sluit ik af met een foto- en videokatern. Daarna volgt er een deel waarin je kunt zien hoe ik inkt heb gemaakt en doekjes heb beschilderd. Erachter vind je een lijst met woorden, namen en begrippen.Ik leg daar ook uit waarom ik iemands spelling niet altijd heb aangepast aan de laatste richtlijnen. Dan komt er nog een pagina met bronnen. En als laatste mijn dankwoord. De gehele mamyo is achterin het boek afgebeeld.
KETI KOTI (Sranan Tongo) of Kabena Kibrá (Papiaments) betekent letterlijk: de ketens zijn gebroken. De slavernij is afgeschaft. In dit geval door Nederland, in Suriname en op de Caribische eilanden. De officiële datum is 1 juli 1863. Daarna is er nog tien jaar onder het Staatstoezicht onbetaalde dwangarbeid geweest. Dit jaar, 2023, is uitgeroepen tot Herdenkingsjaar Slavernijverleden. Vanaf nu wordt de datum 1873 aangehouden. Men herdenkt dit jaar dus dat de slavernij 150 jaar geleden is afgeschaft. De officiële naam was ‘Dag der Vrijheden’. In Suriname spreekt men ook wel van ‘Manspasi’ (emancipatie) en op de Caribische eilanden van ‘Dia di Abolishon’ of ‘Emancipation Day’.
NAAST DE DAG VAN KETI KOTI zijn er andere betekenisvolle data en jaartallen. De inheemse Surinamers herdenken ook 10 januari 1686. Na een oorlog van elf jaar werd door hun voorouders afgedwongen dat ze niet meer als slaven op de plantages hoefden te werken. Ook de Marrons wisten eerder uit de slavernij te ontkomen. Hun strijd vanuit het oerwoud leverde vanaf 1760 door de tijd heen verschillende vrijheidsverdragen op, tot ze in 1856, zelfs op de plantages volledige bewegingsvrijheid kregen. Mensen op/van Curaçao herdenken en vieren op 17 augustus de grote slavenopstand in 1795, onder leiding van hun verzetsheld Tula: Dia di Tula of Dia di lucha pa libertat. En de contractarbeiders hebben weliswaar niet in slavernij geleefd,
maar rond de tijd dat de slavernij werd afgeschaft, van 1858 tot lang na 1873, werden deze mensen uit Azië onder het Nederlandse koloniale bewind onderworpen aan zware arbeid
EEN PIJNLIJKE GESCHIEDENIS, waaraan ik in dit boek op mijn manier aandacht wil geven, via mijn kunst en via de verhalen. Verhalen spelen een belangrijke rol in de overdracht van dat deel van de geschiedenis dat bij mij op school niet werd behandeld. We lazen over slavernij in de Verenigde Staten en hoe erg dat was, maar over de koloniale geschiedenis van mijn eigen land werd ons verteld dat Nederlanders zulke akelige dingen niet deden, want wij waren een tolerant volk en alleen geïnteresseerd in de handel. Zélfs bij het vak ‘Geschiedenis van Nederland’, dat verplicht was voor mijn studie aan de universiteit, kregen we dat te horen. De waarheid is anders. En, hoe confronterend en verdrietig die ook is, we moeten die waarheid in de ogen kijken. Alleen dan kunnen we samen helen, en kunnen we samen verder.
DE POSITIEVE LES die ik uit de ontmoetingen met de mensen in dit boek kan trekken is, dat er zoveel kracht uit spreekt. De nazaten van nu zijn er omdat hun voorouders hebben overleefd. En de positieve les die ik aan de lezer wil meegeven is deze: wanneer we meer over elkaar weten, we naar elkaar luisteren, kunnen we elkaar beter begrijpen. Ik hoop een steentje bij te dragen aan een open en gezamenlijke toekomst.
HET BOEK BIEDT MOGELIJKHEDEN om te werken met kinderen vanaf groep zeven en acht van de basisschool, met middelbare scholieren en met volwassenen van alle leeftijden. Het kan ingezet worden voor de vakken beeldende vorming, geschiedenis, maatschappijleer en in het taalonderwijs. In buurthuizen zou je er creatieve workshops rond kunnen verzinnen. Het kan ook, bij ouderenverenigingen bijvoorbeeld, aanleiding geven tot interessante conversaties en uitwisselingen. Op de website www.ketikotiproject.com heb ik een pagina aangemaakt met een aantal ideeën voor lessen en gesprekken, te vinden onder het kopje ‘lessuggesties e.d.’. In de loop der tijd zal die pagina verder worden uitgebreid. Aanvullingen zijn welkom!
Van links naar rechts Loulou van der Lee en Livia Rutgers, Derrick van der Leuv, Vastie Markelo, Martha Koenders, Susanne Dirksen (moeder van Loulou), Marian Markelo, ikzelf (Maartje Jaquet) en Nellie Bakboord.
OVER MEZELF
Mijn naam is Maartje Jaquet. Ik ben in 1963 geboren in Egmond aan Zee. Sinds mijn zeventiende woon ik in Amsterdam. Daar woon ik nog steeds, met mijn man en onze twee kinderen. Ik heb Nederlands gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Ik hield van verhalen en van poëzie. Na mijn afstuderen in 1988 werkte ik tot 2007 als docent Nederlands als Tweede Taal (NT2) aan volwassenen uit allerlei landen van de wereld. Dat was geweldig mooi werk. Rond mijn dertigste deed ik naast mijn werk, in de avonden, de Rietveld Academie, met daarbij één jaar aan de School Of Visual Arts (SVA) in New York. Na het behalen van mijn diploma heb ik een tijdje gewerkt als grafisch ontwerper. Maar ik miste mijn oude werk, met mijn collega’s en al die mensen met verschillende culturen. Ik ging weer voor de klas staan. Totdat alle bezuinigingen en reorgangisaties me teveel stress gaven.
Sinds die tijd ben ik me als kunstenaar gaan ontwikkelen en werk ik in verschillende disciplines. Ik teken en schilder, fotografeer, maak video’s, collages, schrijf gedichten en korte teksten en combineer die verschillende kunstvormen met elkaar. Ik houd van samenwerken, van nieuwe dingen uitproberen, maak mijn eigen kunstboeken, verzamel kunst en maak muziek (zang, basgitaar). Ik maak werk wanneer ik op reis ben, en ga op reis voor mijn werk: Istanbul, New York, China en Japan. En Suriname. Daar gaf ik in 2009 videoworkshops aan (oud-) studenten van de twee kunstacademies van Suriname: het AHKCO en de Nola Hatterman Art Academy in Paramaribo. In 2010 gaf ik, op uitnodiging van beeldend kunstenaar Marcel Pinas, fotografieles aan de kinderen in en rond Moengo.
In 2012 was ik voor het eerst in Marokko, in Marrakech. Dat land stond, sinds de tijd dat ik NT2-docent was, hoog op mijn verlanglijstje. Ik maakte er tekeningen van mensen op straat, met pen en aquarel. Vooral voor mijn plezier, want als kunstenaar was ik in die tijd vooral actief met fotografie en videokunst. In 2016 was ik er weer, voor een artist residency in Tétouan. Ik wilde mijn tijd daar vooral gebruiken om veel mensen te tekenen, om daarna in mijn eigen stad aan een nieuw poject op te zetten: ‘Amsterdamse Mensen’. Een serie kleurrijke tekeningen van al die Amsterdammers van verschillende afkomst, cultuur, kleur, leeftijden, noem maar op. Bedoeld als tegenwicht tegen de opkomst van extreem-rechts. Ik had met die tekeningen mijn eigen rubrieken, In ‘Z! De Amsterdamse Straatkrant’ en achterop het tijdschrift ‘Argus’. In 2021 heeft het KOG (Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, Rijksmuseum) een serie tekeningen aangekocht, van mensen met mondkapjes op in het openbaar vervoer.
ALA SMA TORI - KETI KOTI VERBEELD is mijn nieuwste werk. Het komt direct voort uit mijn derde werkperiode in Suriname. Ik vertel daar meer over in het volgende deel. Daar kun je ook lezen wat de directe aanleiding was, die maakte dat ik op 1 juli 2020 ben begonnen met de eerste portretten in dit boek. Ik had er op die dag geen idee van dat het zo’n uitgebreid project zou worden en dat ik er een boek van zou maken. Nu ik op deze bladzijde op een rijtje heb gezet wat er in mijn leven aan is voorafgegaan, zie ik hoe allerlei puzzelstukjes in elkaar zijn gevallen. Op de foto hiernaast: bezig met het portret van Astrid Druiventak, serie ‘Mensen aan de Waterkant’. Paramaribo, Suriname (2019).
Het was de dag van Keti Koti en ik was op weg van CBK Zuidoost aan het Anton de Komplein in Amsterdam Zuidoost naar station Bijlmer Arena, om de metro te pakken richting het centrum, naar het Compagnietheater in het oude centrum van Amsterdam, één van de locaties waar op die dag voor het eerst de Heri Heri maaltijden werden uitgedeeld, ‘Free Heri Heri For All’. Onderweg zag ik mensen die zich speciaal voor deze dag prachtig hadden aangekleed. Ik sprak ze aan om te vragen of ik een portret van ze mocht maken. Hillary, de vrouw op het portret links, was de eerste. Daar was wel een en ander aan voorafgegaan:
Ik woon in het centrum van Amsterdam maar kom graag in Zuidoost. Als kunstenaar ben ik bovendien verbonden met CBK Zuidoost, ik doe mee aan exposities en andere activiteiten, zoals BijlmAIR. In 2017 werkte ik daar vier weken als Artist in residence aan mijn project ‘Amsterdamse Mensen’. Ik maakte er tekeningen van mensen in de wijk, met pen en aquarel. Van een afstandje, dus zonder dat ik er vooraf toestemming voor had gevraagd. Wanneer mensen het zagen en het vervelend vonden, gooide ik de tekening weg. En als ze het leuk vonden kregen ze hem cadeau.
Twee jaar later, in het najaar van 2019, deed ik op uitnodiging van Rinaldo Klas in Readytex Art Gallery (Paramaribo) mee aan een duo-expositie met hem. Hij had me gevraagd vanwege die BijlmAIR tekeningen. Met Rinaldo Klas was ik bevriend geraakt toen ik in 2009 in Paramaribo was om videoworkshops te geven. Hij was toen directeur van het Nola Hatterman Instituut (tegenwoordig Nola Hatterman Art Academy). Voor de expositie in Readytex Art Gallery maakte ik ook nieuw werk: een serie portretten van ‘Mensen aan de Waterkant’. Dan moest ik wel eerst kennis met ze maken en vragen of ze het goed vonden, natuurlijk.
En zo komen we bij de eerste portretten in dit boek. Het was 1 juli 2020, ruim een maand na de moord op George Floyd in Minneapolis (VS) op 25 mei. Ik liep rond met het gevoel dat ik iets moest doen, ik wilde er als kunstenaar op reageren, meer doen dan alleen demonstreren op de Dam. Maar wat? Die middag, op weg naar station Bijlmer Arena, toen ik al die mensen zag lopen, werd het idee geboren om ze aan te spreken en te vragen of ik hun portret mocht maken, met pen en aquarel, net zoals ik in 2019 in Paramaribo had gedaan. Met het verschil dat er weinig tijd was, dus in dit geval maakte ik foto’s om die later rustig uit te werken. Ik deed hetzelfde in het Compagnietheater. Ook daar vroeg ik de mensen of ze wilden poseren voor een portret. Voor een project over Keti Koti.
Hoe het verder zou lopen wist ik nog niet, maar na het uitwerken van een stuk of tien portretten begon er weer iets te borrelen. Ik vond dat er meer achtergrond nodig was. Ik wilde niet dat iemand die weinig weet over Keti Koti bijvoorbeeld alleen iets zou denken als : “Oh wat vrolijk en wat een mooie klederdracht.” Dat had ook te maken met het feit dat ik weinig had geleerd, zelfs niet op de universiteit, over de minder fraaie kanten van de Nederlandse geschiedenis. Ik had geleerd dat Nederland zo’n vrij en tolerant land was, we vingen hier immers Portugese Joden op en Hugenoten uit Frankrijk. Ik had geleerd dat wij Nederlanders alleen in handel geïnteresseerd waren. Daarbij werd niet de handel in mensen genoemd en ook niet hoe deze mensen werden behandeld. We leerden over de Amerikaanse Burgeroorlog en hoe erg het er in het Zuiden van de Verenigde Staten aan toe was gegaan, maar niet over onze eigen rol in het slavernijverleden.
Om die reden ben ik degenen die daarvoor open stonden gaan interviewen. Het leverde een rijkdom aan verhalen, aan persoonlijke geschiedenis op. En het project werd steeds uitgebreider. Ik schreef daar al over in de inleiding. Het boek is zo opgebouwd dat je stap voor stap het hele proces, in woord en beeld, kunt volgen.
Hier begint dan het eerste deel, de start, op 1 juli 2020.
DOEKJES MET TEKST
In de inleiding schreef ik al over de mamyo met beschilderde doekjes. Verderop komen de doekjes aan bod, stuk voor stuk, met uitleg. Hieronder alvast het doekje met de odo van Gracia Linkers, de vrouw op het portret hiernaast. Deze odo geeft voor mij perfect weer waar het in dit boek om draait: ‘Om te weten waar je naartoe gaat moet je weten waar je vandaan komt’. Kennis van de geschiedenis is belangrijk voor het leven nu en in de toekomst.
Gracia: In mijn familie werd veel gesproken over het slavernijverleden en over onze voorouders. We vinden het belangrijk dat onze kinderen die geschiedenis meekrijgen. Want om te weten waar je naartoe gaat, moet je weten waar je vandaan komt, oftewel ‘fu sabi pé yu go, yu mus sabi pé yu kmopo’. We bezoeken daarom in Suriname bijvoorbeeld de plantages Commewijne en Para, de beelden bij Fort Nieuw Amsterdam en natuurlijk Fort Zeelandia. We hebben met z’n allen ook die boottocht gedaan met Cynthia McLeod, auteur van ‘Hoe duur was de suiker?’.
Rowena: Het is niet eens zo lang geleden, he. Door mijn werk in de ouderenzorg hoor ik soms nog dingen over de slavernij. Zo sprak ik eens een omaatje van een jaar of 102, 103. Die vrouw vertelde me dat haar ouders bang waren voor water. Dat had te maken met bepaalde straffen die ze indertijd hadden moeten ondergaan.
Glenda: In Nederland is één juli geen vrije dag, maar ik ga in elk geval niet werken op die dag. Dan neem ik maar zelf vrij. Ik zou het prima vinden wanneer het in Nederland net als in Suriname een nationale feestdag zou worden. Het is ook een stuk geschiedenis is van Nederland.
Gracia: In Suriname is het beleven van Keti Koti heel anders. Vaak werkt het klimaat mee, dat is natuurlijk al heerlijk. Ik vraag me wel af waarom er geen Bigi Spikri door de straten van Paramaribo gaat, zoals hier in Amsterdam. Dat zou het geheel een nóg mooier aanzicht geven.
Glenda: Maar in Suriname wordt het op zich wel veel groter gevierd dan hier in Nederland. En als ik daar ben, dan voel ik het echt.
Rowena: Ja, in Suriname voel je het meer. Ik ga het liefst naar de Palmentuin op die dag.
Riquensha: Dat vind ik een fijne plek.
Kyara: Ik ook!
Gracia: Keti Koti betekent voor mij: Vrijheid. Ik heb het altijd herdacht en gevierd.
Glenda: Ik kan me niet heugen dat ik Keti Koti ooit heb gemist.
Gracia: Tijdens Keti Koti voel je echt een eenheid. We zijn ook altijd samen met de familie. We vertellen verhalen en dragen ze over aan de kinderen. De Bigi Spikri
optocht vinden zij het hoogtepunt.
Tasharo, Keanu en Dynevion: Wij houden van de Biki Spikri!
Glenda: Ik draag op Keti Koti altijd iets speciaals. Vandaag heb ik een pangi omgeslagen.
Gracia: Mijn kleding staat voor mij voor verbondenheid. Ik draag graag iets Surinaams cultureels. Ik draag vaker culturele kleding hoor, maar zeker op 30 juni en 1 juli! Dynevion heeft een dashiki aan en de andere kinderen dragen een inheemse schouderdoek die hun tante voor ze heeft gemaakt. Mijn man is inheems.
Riquensha: Vandaag draag ik een Afrikaanse rok met een lichtblauwe blouse. De ketting heb ik daarbij uitgezocht.
Gracia: Mijn voorouders vereer ik en noem ik in mijn gebeden. Ik put er veel kracht uit. We zijn voortgekomen uit een samensmelting van verschillende Afrikaanse stammen. Je draagt het met je mee of je nou wilt of niet. Bezinnen doe ik in m’n hart en uit ik tijdens het bidden.
ZODAT JE NU VRIJ KUNT RONDLOPEN
WIJ ZIJN BLIJ WANT ONZE OUDERS HEBBEN GESTREDEN
Gracia: Het valt me op dat er de laatste jaren meer tijd besteed wordt aan Keti Koti op de basisschool van mijn kinderen. Dat sluit mooi aan bij wat wij hen meegeven. Het is immers onze geschiedenis! En daarmee bedoel ik de geschiedenis Nederland en die van Suriname. Want die zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Riquensha en Kyara: Wij zijn blij, want onze voorouders hebben gestreden, zodat je nu vrij kunt rondlopen.
Kyara Wolf
• Gracia Linkers. Sociaal pedagogisch werkster. Geboren in Nederland (Groningen, 1977). Woont in Nederland (Amsterdam IJburg). Moeder van Kyara Wolf (2007) en Keanu Wolf (2014) • Glenda Linkers. Autospuiter Geboren in Suriname (Paramaribo, 1972), Woont in Nederland (Amsterdam Zuidoost). Zus van Gracia, moeder van Tasharo Linkers (2012) • Rowena Akiem. Verpleegkundige. Geboren in Nederland (Amsterdam, 1977), Woont in Nederland (Purmerend). Moeder van Riquensha Linger (2009) en Dynevion Linger (2014)) • Esmeralda Hasselbaink . Schoonzus. Ze was niet bij het interview, dat na de eerste ontmoeting op 1 juli 2020 plaatsvondaar ze sluit zich aan bij de tekst van haar famillieleden.