Brief aan mijn jongere zelf Een vleugel, een kast vol partituren, een handvol instrumentenkisten op de grond. Toms huis ademt muziek. De snaren van zijn viool vibreren in de academie en af en toe op het podium. Maar zijn andere missie vindt hij even ambitieus: kinderen samen aan het zingen krijgen op school.
Amai Tom, Eén repetitie van een verplicht eerstejaarsvak aan het conservatorium. Meer was er niet nodig om je te laten betoveren door de magie van het samen zingen. Tijdens diezelfde les kiemt je missie: zou het niet geweldig zijn als je dat gevoel kon overbrengen op andere kinderen? Niet alleen in de academie, maar ook in scholen, zodat iedereen van de verbindende kracht van samen zingen kon proeven? Het is alvast de meest laagdrempelige vorm van actief musiceren, met je eigen stem als instrument. Wat niet wil zeggen dat het zomaar ‘samen liedjes zingen’ is. Het moet muzikaal, stemtechnisch en didactisch goed zitten, maar zo professioneel ben jij wel. Denk dus niet dat wat jij zal realiseren minder ambitieus is dan wat je medestudenten na het conservatorium gaan doen. Beloof me dat het instant plezier bij de kinderen én jezelf altijd blijft primeren. Acht- tot twaalfjarigen zijn zó dankbaar: veel fantasie, weinig gêne. Maar besef tegelijk hoeveel impact je hebt. Verlegen kinderen durven zich te smijten, ‘moeilijke’ leerlingen vinden – vaak tot verbazing van de klasleraar – een positieve manier om zich uit te drukken. Loop een extra mijl voor wie nog geen Nederlands kent. Zie het als een heerlijke kans om de universele taal van de muziek te benutten. Begin je les zonder woorden, gewoon voordoen en nadoen. Dan ervaart zo’n kind: dit kan ik! Kies voor een mix van Nederlandstalig repertoire en liederen in een vreemde taal, die zijn voor de hele klas even moeilijk. Durf tegelijk streng zijn. Aan drie regels heb je genoeg. Eén: als de meester voorzingt, luisteren we actief. Twee: als een klasgenoot alleen zingt, lachen we niet. Drie: schreeuwen is niet zingen. Leg je lestempo hoog genoeg, zo is er geen tijd voor afleiding. En bereid je klasopstelling en lesopbouw goed voor. Vertrek onderaan de ladder, binnen ieders comfortzone: in de handen klappen bijvoorbeeld, altijd veilig, nooit weerstand. Ja, soms zal je thuiskomen van een school en denken: dat ging niet vlot. Weet dat dat negen op de tien keren komt omdat jij een slechte dag had – die andere keer was het wellicht vrijdagnamiddag. Je bent nu eenmaal een spiegel voor de leerlingen. Gelukkig ook in de positieve zin: als jij goedgezind bent, straalt dat net zo goed op hen af. En tot slot: blijf zelf zingen in groep! Dat is niet alleen leuk, je leert ook bij voor je lespraktijk als je af en toe nog eens aan de andere kant zit.
P.S. Vergeet je niet die viool – je eerste liefde – geregeld uit haar kist te halen? Tekst Nele Beerens Beeld Tine Schoemaker