KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE juni 2018
Een blik op... Italië
VERSCHIJNT VIJF KEER PER JAAR - FEBRUARI, APRIL, JUNI, SEPTEMBER, NOVEMBER AFGIFTEKANTOOR 2300 TURNHOUT - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808
1
We are crafters of comfort. Mythic Sleeping Bag. The summit of our knowledge and craftsmanship the Mythic challenges the limit of what is technically possible. Hand-filled with ethically sourced 900 fill power hydrophobic down, this fully-featured bag is perfected for alpine environments with an exceptional warmth to weight ratio.
2
W W W.R AB.EQUIPMENT
JAARGANG 11
2018 / 3
EEN BLIK OP... ITALIË 10
Inhoud Actueel 4 Up2Date 5 Voorwoord
24
een blik op... italië 18 Vitale Bramani: de naam die we allemaal onder de voet lopen 30 Rotsklimmen in Sicilië 38 GTA - Grande Traversata delle Alpi 42 Canyoning in de Piemonte 34 Cresta Segantini 66 Webtip: Die Nordwände der Drei Zinnen Veiligheid & techniek 14 Materiaal & techniek: Hoe kies ik een goed paar schoenen?
30
Sportklimmen 10 Klimmuur Utrecht 13 Speedklimmen. Het gaat snel! Bergwandelen 20 Bivakkeren voor beginners 24 Met een hond in de bergen rotsKlimmen 50 La dalle du Beaupère te Anhée 54 Samen kunnen we rotsen verplaatsen 58 Onbekend is onbemind: Grosse Roche te Trooz
34
42
En verder… 6 Op avontuur in de vallei van de Our 28 Zeg niet boe tegen een koe 46 Praktische meteorologie 62 Ecologie: Bloemengrinta in Parco naturale Adamello Brenta 65 Medisch: zonbescherming
Foto kaft: Mark Sebille
3
UP2DATE nieuw in de webshop van KBF !! We voegden maar liefst 4 nieuwe publicaties toe aan de webshop: • Het boek “Alpiene ervaring opdoen: 10 beklimmingen Écrins Oost” • De topo van “La dalle du Beaupère” in Anhée • De vernieuwde cursusboekjes KVB 1 en 2. Nieuw in deze cursusboekjes zijn de KBFaanbevelingen over het gebruik van zekeringsapparaten bij sportklimmen. Wist je dat we de verzendkosten in onze webshop verlaagd hebben? Neem zeker een kijkje op www.kbfvzw.be > webshop.
OVER KLIM- EN BERGSPORTFEDERATIE De Klim- en Bergsportfederatie vzw is een unisportfederatie met meer dan 11 500 leden, erkend en gesubsidieerd door Sport Vlaanderen. De KBF telt 29 aangesloten clubs. Vind een club in jouw regio op www.kbfvzw.be > clubs
BEREIKBAARHEID Statiestraat 64, 2070 Zwijndrecht Bereikbaar van maandag tot vrijdag, tussen 9:00 en 17:00 uur T: 03 830 75 00* *Tijdens het weekend: uitsluitend voor de melding van ernstige ongevallen. Gewone ongevallen meld je op maandag. E: info@kbfvzw.be W: www.kbfvzw.be Klachten: ombudspersoon@kbfvzw.be Op de hoogte blijven? Volg ons op
oproep: tochtgenoten expeditie baruntse Van 22 oktober tot 19 november 2018 organiseert Stefan Wagemans een expeditie naar de Baruntse (7129 meter) in het Makalu Barun National Park in Nepal. De expeditie wordt georganiseerd met een Nepalese contactpersoon, waar Stefan zeer goede ervaringen mee heeft, en bijhorende klimsherpa. Vermits het om een kleine expeditie gaat, bedraagt het deelnamebedrag 5000 US dollar per deelnemer, op voorwaarde dat er minimum 3 personen deelnemen. Momenteel is Stefan op zoek naar een derde deelnemer voor deze expeditie. De expeditie is tevens gekoppeld aan het goed doel “Kom op tegen kanker”. Meer informatie vind je op www.komoptegenkanker.be/actie/baruntse-7129-m-expeditienepal-herfst-2018. Meer weten? Contacteer Stefan via wagemans@soudal.com of 0479 90 53 60.
Europees jeugdkampioenschap boulder komt naar Brussel Van 27 augustus tot 3 september organiseert de Club Alpin Belge het EK boulder voor jeugd in het Jubelpark in Brussel. Om dit immense evenement in goede banen te leiden, is de CAB op zoek naar vrijwillige medewerkers. Meer informatie vind je op Facebook: https://www.facebook.com/events/963836983791928/
Parc du Cinquantenaire - Jupelpark Brussel
SHOP In de KBF-webshop kun je topo’s, allerlei boeken en cursusteksten aankopen aan democratische prijzen. Meer op www.kbfvzw.be > webshop
KBF-HUTTEN Chaveehut Rue de la Chavée 7, 5330 Maillen Van 1 maart tot 30 oktober: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Vennhütte Am Bahnhof 13, 4790 Burg-Reuland Vanaf 30 maart: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Reserveer je slaapplaats via www.kbfvzw.be of info@kbfvzw.be. Voor KBF-leden geldt een kortingstarief.
S P O RT
ENZE MET GR
ro n d t v ra g e n ra g ? Z it je m e end ged jd ri ch rs e v so n re g l) (s e k su e e lp li jn 17 12 e va l: h u 0 75 02 • Noodg of 03 83 e k b fv zw.b i@ p a s: ie • Ad v
27/08 - 03/09
follow the Belgian Climbing Team on facebook
4
N
T SPOR MET N ZE GREN
VOORWOORD
Il Dolce Far Niente Italië associëren we niet met de hoogste bergen maar wel met de mooiste. Italië heeft de elegantste wagens, de beste wijnen, een heerlijke keuken en kleurrijke klimmers. Nergens ter wereld slaagt men er in meer inhoud te geven aan het begrip “genieten”. Dolce far niente is nochtans veel meer dan de kunst van het zalig niets doen. De Italiaan ziet een moment van “niets doen” als een belangrijke activiteit, naast werken, sporten, koken en sociale activiteiten zoals eten, bidden en beminnen. Far Niente , zoals de kwaliteit van het middagdutje…
KBF werkt samen met: MOUNT COACH-Academy
Er zijn nochtans veel verschillende Italiës, en niet overal spreken ze Italiaans. In de Val d’Aosta wordt nog altijd heel wat Frans gesproken, een eeuw geleden zelfs amper Italiaans, Zuid-Tirol is Duitstalig gebleven maar heeft de Italiaanse levenskunst geadopteerd, en in een deel van de Dolomieten zit het Ladinisch weer sterk in de lift. De berglandschappen van de Piemonte verschillen sterk van die in de Veneto en de Apennijnen zijn met geen enkele andere bergketen te vergelijken. De Unesco riep 2002 uit tot het jaar van de bergen en de Dolomieten werden erkend als Werelderfgoed. Hier hadden i migliori alpinisti hun thuis. Emil Zsigmondy, Giusto Gervasutti, Angelo Dibona, Emilio Comici, Aldo Bonacassa, Tita Piaz, Ricardo Cassin, Reinhold Messner, Walter Bonatti, en vele anderen. Hun namen staan voor altijd gebeiteld in de geschiedenis van de bergsport. Italië begint bij het oversteken van de Brennerpas en het eindigt ver voorbij de Etna in Sicilië. We kunnen in dit blad maar enkele van die vele Italiës in de kijker zetten, maar allemaal hebben ze iets gemeen… zaligzoete bergen. Dat is wat we jullie wensen voor deze zomer: overal wat dolce en op tijd en stond ook een beetje far niente .
SPORTKADERKLEDIJ
Mark Sebille
colofon KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE KBF Dit federatietijdschrift verschijnt vijf maal per jaar en is een uitgave van de Klim- en Bergsportfederatie VERSCHIJNINGSDATA 2018 Begin februari, begin april, half juni, begin september en begin november. Special Edition januari. REDACTIEVERANTWOORDELIJKE Reginald Roels / reginald.roels@kbfvzw.be REDACTIEMEDEWERKERS Reginald Roels, Isabeau Vogeleer, Pleun van Looij, Celien Souvagie, Lisa Viane, Hilde De Dobbeleer Mark Sebille, Arne Monstrey, Luc Vandenbosch VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK Lay-out / Opmaak en beeldvorming Reginald Roels Eindredactie teksten: Isabeau Vogeleer Druk: Drukkerij EVM Print - Brussel Afsluitdatum inzendingen uitgave september: 03/08/2018 uitgave november: 06/09/2018 VERANTWOORDELIJKE UITGEVer Tuur Ceuleers - p/a Statiestraat 64 - Zwijndrecht
5
Tekst Isabeau Vogeleer
Op avontuur in de vallei van de
OUR
Basiskamp Vennhütte Begin april opende de Vennhütte de deuren, een tweede KBF-hut, ter vervanging van de intussen gesloten refuge De Roeck in Ovifat. De Vennhütte is gelegen in Steffenhausen, onderdeel van de prachtige Duitstalige gemeente Burg-Reuland. In de weelderig groene vallei stroomt de Our, de natuurlijke grens tussen Duitsland en België. Afgelopen jaar is de Vennhütte grondig gerenoveerd. Momenteel is er slaapplaats voor 20 personen op het ‘lager’ of de slaapzolder. In de toekomst zullen er ook kamers beschikbaar zijn voor 3 tot 8 personen. In de Vennhütte worden geen avondmaaltijden geserveerd, maar in de moderne en goed uitgeruste keuken kun je zelf een potje koken. Vooraf kun je een ontbijt en/of lunchpakket bestellen. In de bar kun je genieten van een drankje aan democratische prijzen. Vennhütte praktisch De hut is in het weekend geopend van vrijdag- tot zondagavond. KBF-leden profiteren van een kortingstarief. Vooraf reserveren is noodzakelijk via www.kbfvzw.be > Vennhütte.
6
De Vennhütte is de uitgelezen uitvalsbasis voor allerlei avonturen in de vallei van de Our, een ietwat onbekende, maar erg charmante regio in het uiterste zuidoosten van ons land. Maak kennis met ‘la dolce vita’ in de Belgische Eifel, op een boogscheut van Duitsland en Luxemburg!
Te voet Alleen al vanuit de gemeente Burg-Reuland kun je meer dan 300 kilometer wandelen langs goed bewegwijzerde wandelpaden. Vanuit de Vennhütte kun je drie luswandelingen maken. Meer informatie over deze wandelingen vind je in de brochure “De mooiste wandelingen”, gratis verkrijgbaar in de Vennhütte of Tourist Info Reuland-Ouren. De GPX-bestanden kun je gratis downloaden op onze website!
Foto: Copyright©TIBurg-Reuland
Wandeling 1 GR 56: Cantons de l’Est et parc naturel “Hautes Fagnes – Eifel” Een uitdagende wandeling langs de toppen van de Ourvallei met beklimming van de Kemmel (495 meter) en de Brachter Berg (480 meter). • Lengte: 12 km • Tijd: 3 uur 30 min • Hoogteverschil: 300 meter • Markering: Gele rechthoek, blauwe rechthoek • Vertrekpunt: Vennhütte
De GR 56 is één van de oudste GR-paden in ons land en verbindt de Oostkantons, Hoge Venen en de Eifel. Ook de Ourvallei maakt deel uit van het grensoverschrijdende natuurpark Hoge Venen-Eifel. De GR 56 is een rondwandeling met een totale lengte van 168 kilometer. Daarbovenop is er nog eens 84 kilometer aan varianten en verbindingen. De GR 56 kruist door Steffenhausen, aan de voet van de Vennhütte. De Vennhütte is de ideale verblijfplaats om de etappes Schönberg – Burg-Reuland (20,4 km) en Burg-Reuland – St. Vith (15,1 km) te stappen.
Wandeling 2 Een pittige wandeling in de Ourvallei met prachtige uitzichten over de Eifel. De wandeling kruist het drielandenpunt België – Duitsland – Luxemburg. • Lengte: 9 km • Tijd: 3 uur • Hoogteverschil: 190 meter • Markering: Blauw kruis • Vertrekpunt: Centrum van Ouren Wandeling 3 Een wandeling geschikt voor kinderen. Beklim de top van de Steinkopf met het opvallende, metalen kruis en daal af via het bos en een prachtig bergstroompje. • Lengte: 6 km • Tijd: 2 uur 30 min • Markering: gele markering • Vertrekpunt: Vennhütte
7
Met de fiets De Belgische Oostkantons zijn een uitgelezen bestemming voor sportieve fietsers. Vanuit de Vennhütte kun je vier aangeduide mountainbiketochten fietsen. Meer informatie over deze mountainbike-tochten vind je in de brochure “De mooiste MTB-toeren”, gratis verkrijgbaar in de Vennhütte of Tourist Info Reuland-Ouren. Ook deze GPX-bestanden vind je op onze website!
Mountainbiketocht 1 Een vrij eenvoudige tocht met prachtige uitzichten over de Ourvallei. Vertrekpunt is de burchtruïne in het centrum. • Lengte: 13 km • Hoogteverschil: 250 meter • Markering: MTB-symbool met groene 1 • Moeilijkheidsgraad: matig Mountainbiketocht 2 Afwisselende tocht langs beide oevers van de beek Ulf, een zijrivier van de Our. Halverwege steek je de beek over. Mooie uitzichten onderweg. • • • •
Lengte: 19 km Hoogteverschil: 350 meter Markering: MTB-symbool met blauwe 2 Moeilijkheidsgraad: matig
Mountainbiketocht 3: Tweelandenroute Allicht één van de mooiste MTB-routes in het zuiden van de Oostkantons. Veel klimmen, weinig asfalt, prachtige uitzichten, schilderachtige dorpen. Vergt een goede conditie en rijtechniek. • Lengte: 32 km • Hoogteverschil: 750 meter • Markering: MTB-symbool met rode 3 • Moeilijkheidsgraad: moeilijk
Mountainbiketocht 4: St. Vith – Ouren – St. Vith Vanuit de Vennhütte kun je de lus St. Vith – Ouren – St. Vith rijden. Deze lus maakt deel uit van de zogeheten ‘grote tocht’: een MTB-tour van 190 km, 2650 hoogtemeter die Bütgenbach, Malmedy, St. Vith en Burg-Reuland verbindt. De tour is verdeeld in 3 lussen die je in 1 of meerdere etappes kan fietsen. • Lengte: 60,2 km • Hoogteverschil: 1168 meter • Markering: MTB-symbool met gele stip • Moeilijkheidsgraad: moeilijk
8
<11
Burg Reuland
Plan je eigen route
Met kinderen
Dankzij een uitgebreid netwerk aan fiets- en wandelknooppunten is het erg eenvoudig om je eigen tocht samen te stellen. Surf naar go.eastbelgium.com, selecteer jouw gewenste activiteit en klik Burg-Reuland aan als uitvalsbasis. Knooppunt 33 (wandelen) en knooppunt 175 (fietsen) in Steffeshausen liggen op een boogscheut van de Vennhütte.
Ook voor gezinnen met (jonge) kinderen valt er heel wat te beleven rond de Vennhütte. Samen met de kinderen kun je een 6 km lange fotozoektocht maken in de omgeving van Burg-Reuland. Kaarten zijn gratis te verkrijgen in de Vennhütte of de Tourist Info Reuland-Ouren. Correct ingevulde kaarten worden in de Tourist Info beloond met een kleine verrassing!
Met de routeplanner kun je zelf je route samenstellen. Klik de gewenste fiets- of wandelknooppunten aan en de routeplanner doet de rest. Je kunt meteen de lengte en het hoogteprofiel van de tocht bekijken. Je kunt ook kiezen voor de optie ‘surprise me’. De routeplanner doet een suggestie op basis van de geselecteerde uitvalsbasis en het gewenste aantal kilometers.
Meer inspiratie voor avonturen op kindermaat vind je in de brochure ‘Kids on tour’. In deze brochure vind je 11 kindvriendelijke wandelingen of fietstochten. Je kunt de brochure gratis downloaden via www. eastbelgium.com.
Tenslotte kun je de geplande route downloaden als GPX-bestand en op je GPS-toestel installeren. Heb je geen GPS-toestel? Dan kun je de route downloaden op je smartphone via de app 'Go Eastbelgium', gratis verkrijgbaar voor Android en iOS.
Middeleeuwse burcht
Foto: Copyright©TIBurg-Reuland
Een bezoek aan de Middeleeuwse burchtruïne, waaraan BurgReuland haar naam ontleent, mag niet ontbreken tijdens een verblijf in de Vennhütte! De burcht werd gebouwd in de 12de eeuw en was de thuisbasis van het adellijke geslacht Reuland. De huidige ruïne heeft een grote van 55 op 65 meter en werd volledig gerestaureerd. Allerlei voorwerpen, documenten, zegels,... die gevonden werden tijdens de opgravings- en restauratiewerken kun je bekijken. Toegang is gratis. De burcht is het hele jaar toegankelijk. Openingstijden van het informatiepaviljoen zijn afhankelijk van het seizoen. Meer informatie op www.reuland-ouren.be.
9
Tekst en foto's Celien Souvagie en Pleun van Looij
Klimmuur Utrecht
K
limmuur Utrecht is een kleine, gezellige, goed onderhouden klimzaal in het Nederlandse Utrecht. Een leuk alternatief voor de “grootste klimzalen van Europa” die als paddenstoelen uit de grond schieten. De zaal telt een 120-tal routes verspreid over 500 m² klimoppervlak, met niveaus van 3 tot 8A. Door de opbouw van het pand zijn de klimwanden ofwel verticaal ofwel sterk overhangend. De klimstijl varieert bijgevolg van eerder technisch tot echte ‘power-routes’. Doordat de hoogte van de zaal beperkt is tot 12 meter, hebben de routes doorgaans ook een ‘boulderachtig kantje’. Daarnaast is er ook een échte boulderruimte, die zich boven de bar bevindt. Het compacte karakter van de zaal en de open inkijk tussen de verschillende ruimtes maken dat er in Klimmuur Utrecht een gezellige sfeer hangt. De moeite waard om eens te bezoeken!
10
De oudste klimmuur van Nederland
Klimmuur Utrecht bestaat al een 30-tal jaar en heeft dus een hoop geschiedenis en ervaring. De zaal is onder andere de vaste klimplek van de USAC (de Utrechtse Studenten Alpen Club). In de loop der jaren veranderde de zaal al enkele malen van locatie en van eigenaar, maar het beleid van de huidige uitbaters spreekt voor zich. Er wordt ingezet op het regelmatig vernieuwen van de routes, het dagelijks onderhoud van de zaal, een uitgebreid trainingsprogramma, de sfeer en gezelligheid, …
Een team van ongeveer 30 medewerkers - voornamelijk vrijwilligers – houdt de zaal draaiende. Klimmuur Utrecht organiseert zelf routebouwcursussen, met het gevolg dat er een tiental routebouwers ter beschikking zijn die zorgen voor een ruime variatie aan routes. Er wordt beoogd om elke route maximum drie à vier maanden te laten hangen, een plezier voor de regelmatige bezoekers van de zaal. Opmerkelijk is het gebruik van het “hartjessysteem”: een origineel systeem om de routes te beoordelen. De klimmers kunnen een route ‘liken’ door een hartjessticker op het routeplakkaatje te kleven. Hierdoor is het snel duidelijk voor andere klimmers welke routes in de smaak vallen, en ook voor de routebouwers is dit een extra motivatie! Daarnaast is er een uitgebreid trainings- en cursusaanbod, dat de laatste jaren enorm aan populariteit wint. Niettemin wordt ernaar gestreefd om op elk moment maximum één trainingsgroep in te plannen, zodat het ook voor de vaste klimmers aangenaam blijft. Ook op vlak van infrastructuur doet Klimmuur Utrecht er alles aan om het de klimmers naar hun zin te maken. Zo wordt de zaal dagelijks een poetsbeurt gegeven en besteedt men veel aandacht aan de acclimatisatie. Je ziet, een kleinere klimzaal heeft ook zijn voordelen! Tot slot is er een gezellige, steigerhouten bar, met zicht op de zaal én Belgisch bier op de kaart. Alvast geen argument om Klimmuur Utrecht niet te bezoeken!
Praktisch Klimmuur Utrecht bevindt zich op een kleine 2 uur rijden van Antwerpen, en kan dus perfect op een dag bezocht worden. Adresgegevens Vlampijpstraat 79 3534 AR, Utrecht 030 - 246 71 81 Openingsuren Ma 18u-23u, Di/Do 19u-23u, Woe/Vrij 16u-23u, Za 13u-17u, Zo 13u-18u Toegang 9,90 € Jonger dan 25 jaar: 8,80 € www.klimmuur-utrecht.nl
11
FIND YOUR OWN ROUTE
Avventura - Gent Trekking - Aalst Kampeerder 2 - Antwerpen Kariboe - Leuven
blueice.com
SEE YOU OUT THERE Gratis levering in BeNeLux vanaf €50
Complete Canyoning Webshop 12
SINCE 2008
10% korting voor KBF-leden met code ‘KBF10’
Tekst Bert Geerinckx
Speedklimmen Het gaat snel!
A
l wel 100 keer hadden we het design van de nieuwe klimzaal in Gent aangepast en al 100 keer was de speedwand er uit gevlogen. Ook bij de allerlaatste herziening kroop hij er stiekem, maar definitief in. Zo hebben we twee jaar later dus de eerste officiële speedwand van de Benelux in het nieuwe klimcentrum op de Blaarmeersen in Gent. Russische traditie Rond 1948 begon men in de Sovjetunie met speedklimmen en het werd er een traditie. De rest van de wereld had daar toen weinig interesse voor. De eerste World Cup met speed op het programma vond plaats in 1989. In 1991 organiseerde de UIAA het eerste wereldkampioenschap speed. Raar maar waar, het was de Belgische Isabelle Dorsimond die in ’89 de eerste World Cup domineerde en het eindklassement speed won. In ’91 werd de Luikse in Frankfurt de éérste wereldkampioene in de speed. In ’93 haalde ze in Innsbruck zilver. Sinds 2011 verdelen de Russische dames op het WK de podiumplaatsen onder elkaar. Bij de mannen zagen we voor 2007 vooral Oekraïners, daarna kwam de Chinees Qixin Zhong opzetten die vier maal op rij goud won. Opvallend is ook het zilver van de Fransman Jacky Godoffe op het WK speed in ’91. Godoffe was nochtans een rasechte ‘Bleausard’ die in die tijd vooral aan boulderwedstrijden deelnam. onbekend is onbemind Vijf jaar geleden waren de speedklimmers nog maar een kleine gespecialiseerde groep. De andere klimmers keken wel eens naar de mediagenieke filmpjes die wereldwijd verspreid werden. En ook op de World Cup in Puurs keek iedereen wel met grote ogen naar de speedfinales. Maar het bleef toch voor velen een minderwaardige discipline. De doorwinterde rotsklimmers beginnen het indoorklimmen te aanvaarden, de leadklimmers krijgen stilaan meer respect voor de jonge snaken die kiezen voor het boulderen,... Maar speed? Neen, dat is voor velen nog een brug te ver. Het ligt té veraf van het rotsklimmen, die passie die we allemaal delen… Tot we vernamen dat klimmen een kans maakte om een olympische sport te sport te worden, en ook speed daar een belangrijke rol in zou krijgen. Met het oog op de toekomst was het voor ons, als eigenaar en uitbater van het nieuwe sportcentrum, erg belangrijk om ook de speedwand een plaats te geven. We zijn er ons van bewust dat we zo een belangrijke stap zetten in de aanvaarding en popularisering van het speedklimmen. Want misschien maakt onbekend wel onbemind? Sportklimmen olympisch Een jaar geleden werd duidelijk dat sportklimmen deel uitmaakt van het programma van de Olympische Spelen in 2020 in Tokyo. Klimmen komt aan bod als een meerkamp met de disciplines boulder, lead en speed. Topatleten moeten nu beslissen of ze zich willen kwalificeren voor deze combinatie, en speedklimmen zou wel eens de scherprechter kunnen worden tussen goud en brons!
Zoals boulder en lead verschillende disciplines zijn, en dus andere training vereisen, geldt dat nog meer voor speedklimmen. Het is het verhaal van de snelle en de trage spiervezels. Speedklimmen vereist zoveel meer explosiviteit, die een leadklimmer niet nodig heeft. Als topatleet moet je je trainingsschema volledig overhoop gooien om de Olympische droom waar te maken. De discipline waar je jarenlang alles voor hebt opgeofferd, moet je ietwat verloochenen. Want ja, speed is niet de sport waar je als kind verliefd op bent geworden. Mijn eeuwig respect voor Anak Verhoeven die de moeilijke keuze maakt om haar discipline trouw te blijven, ondanks de hoop op een Belgische Olympische medaille. Voor de jonge, aanstormende talenten is die keuze niet zo moeilijk. Zij groeien nu op met de officiële wedstrijden en daar is speedklimmen een evidente derde discipline, naast boulder en lead. Zo snel verandert het! Eerste officiële speedwand in de Benelux De speedwand in Gent beschikt over de officiële klimgrepen, het belay-systeem en het tijdsopnamesysteem zoals vastgelegd door de internationale sportklimfederatie IFSC. De muur is dus een identieke kopie van de speedwand zoals die er in 2020 uitziet in Tokyo. Nadat routebouwers Koen Baekelandt en Nicolas Dejeneffe de klimgrepen hadden geplaatst, was het al dikke fun! Op 25 april 2018 werd de speedwand ingehuldigd met een eerste wedstrijd: de Millet Rise Up Tour. Bij de vrouwen won de Russische Liubov Lukina, voor ‘locals’ Eline Verstraeten en Siegried Robben. Bij de mannen won Koen Baekelandt de finale van Arno Luypaert, Ward Huylebroek werd derde. Het zaalrecord staat bij de vrouwen nu op naam van Liubov Lukina met een tijd van 15,338 sec. en bij de mannen op naam van Arno Luypaert met 10,45 sec. Het wereldrecord staat op naam van de Iraniër Reza Alipourshenazandifar met 5,48 seconden. Dat is zo'n 10 km/uur! Bij de vrouwen is de Russische Iuliia Kaplina wereldrecordhoudster met 7,46 sec. Alle Belgische klimmers die dromen van de Olympische Spelen komen nu specifiek trainen op onze speedwand. Ook de doordeweekse klimmer daagt al eens graag zijn vrienden uit voor een kort speedklimwedstrijdje, ‘just for fun’ . Tijdens de wedstrijd betrapte ik er mezelf op dat dit echt wel leuk is om naar te kijken. Het was spannend, snel en spectaculair. Ook de deelnemers vonden het dikke fun. De neerbuigende blik van de klimwereld lijkt wel te zijn omgedraaid tot een appreciatie van het speedklimmen als volwaardige discipline? De Olympische Spelen in 2020 zullen uitwijzen welke atleten de nieuwe combinatie het beste onder de knie hebben. Één ding staat vast: speedklimmen is zo mediageniek dat het op de Olympische Spelen een ‘hot item’ zal zijn. In amper vijf seconden heb je een hele wedstrijd gezien. Het filmpje van die finale zal gegarandeerd één van de highlights van de Olympische Spelen worden. Het risico bestaat dat dit ten koste gaat van de aandacht voor lead en boulder. Moeten we dat jammer of vinden? Of zijn we juist blij met de aandacht voor de klimsport in het algemeen?
13
Tekst Arne Monstrey Foto's: Manuel Meurisse - Joanna Nix - Nicole Harrington - Tyler Nix
Hoe
kies ik een goed paar schoenen ? 14
Tekst Reginald Roels De zomer is in het land en dat betekent voor velen onder ons dat er regelmatig eens stevig gewandeld mag worden. Of dat nu in onze Belgische Ardennen of de Italiaanse Alpen is, hopelijk is het met een goed paar wandelschoenen. Maar wat is dat, een goede wandelschoen? En hoe vind je je weg doorheen het alsmaar grotere wordende aanbod?
'wie het schoentje past, trekke het aan' Misschien wel hét belangrijkste bij het kopen van een nieuwe wandelschoen, is er voor te zorgen dat je uitgebreid de tijd neemt om te passen. Iedere schoen is anders, iedere voet is anders. Je vrienden kunnen zweren bij een bepaald model, reviews op internet kunnen een schoen de hemel in prijzen, maar daarom zit die nog niet per se goed aan jouw voet, passen dus!
4. De tussencategorie van de B/C-schoenen is in het leven geroepen voor mensen die zich in terrein willen begeven dat zich tussen het bergwandelen en bergbeklimmen bevindt. Denk aan afgelegen berggebieden zonder duidelijke paden, waar eventueel sneeuwvelden of eenvoudige gletsjers overgestoken moeten worden en plaatsen met heel veel grote losliggende stenen, zoals morenes.
'zeg eens A'
De schacht van de schoen is nóg iets hoger gemaakt. Weeral om je enkels te beschermen tegen omslaan. Ook is de zool terug stijver geworden. De reden hiervoor is dat een B/C-schoen eigenlijk al een stijgijzervriendelijke schoen is. Dit wil zeggen dat de zool stijf genoeg is om er stijgijzers (met riemsluiting) onder te kunnen binden.
Dat is ineens ook de reden waarom veel buitensportwinkels zoveel schoenen hebben 'die er allemaal hetzelfde uitzien'. Terwijl ze wel anders aan je voet zitten natuurlijk. Enkele tientallen jaren geleden kwam het bekende schoenenmerk Meindl met een systeem op de markt om verschillende soorten schoenen van elkaar te onderscheiden, gaande van een type A- tot een type D-schoen. Ondertussen worden hierin zes onderverdelingen gemaakt. 1. Een type A-schoen is hoofdzakelijk een lage wandelschoen. Denk hierbij aan eenvoudige wandelingen over vlak en effen terrein. Ideaal om bijvoorbeeld de Kalmthoutse Heide of het Zoniënwoud mee te verkennen, maar ook om mee op citytrip te gaan. Ook daar kun je immers behoorlijk wat kilometers malen. Het verschil met een 'gewone' stadsschoen, is dat er in 'echte' wandelschoenen vaak meer schokdemping zit, dat ze iets meer ondersteuning geven en meestal een dieper zoolprofiel hebben. Hierdoor heb je bijvoorbeeld meer grip op een modderige helling. 2. Een schoen van het type A/B is in principe een halfhoge of hoge wandelschoen. Ze zijn ontworpen voor een type terrein zoals onze Belgische Ardennen. Omdat ze gemaakt zijn voor een oneffen ondergrond, is de schacht iets hoger. Hierdoor is je enkel beter beschermd en is het moeilijker om je voet om te slaan. Tegelijkertijd blijft de zool redelijk flexibel (zeker in vergelijking met een type B-schoen). Vaak stap je immers nog op eenvoudige grind- of zelfs asfaltwegen en dan is het aangenaam dat je voet zich nog kan afrollen.
5. Een C-schoen is eigenlijk een lichte alpiene schoen, die de laatste jaren meer en meer een volwaardige vervanger aan het worden is voor een D-schoen. De zool plooit nauwelijks nog, dus ook hier is de schoen perfect geschikt voor stijgijzers. Vaak is er achteraan de hiel reeds een uitsparing aanwezig, zodat ook halfautomatische stijgijzers opgeklikt kunnen worden. Door het feit dat de schoen lichter is en toch nog een heel klein beetje plooit, is het een veel aangenamere schoen tijdens aanlooptochten. Iets wat op D-schoenen niet altijd een pretje is. 6. Een D-schoen dan, is de echte alpiene schoen. Ze zijn bedacht om je mee in de wereld van de eeuwige sneeuw te begeven. Men gaat er van uit dat je bijna altijd stijgijzers aan je voeten zult hebben. Deze schoenen worden dan ook stijgijzervast genoemd. Ze zijn zo stijf qua zool en schacht dat het quasi onmogelijk wordt om hierin je voeten om te slaan. Perfect voor in sneeuw en ijs, nogal log daarbuiten.
3. Een type B-schoen is een klassieke bergwandelschoen, bedacht voor iedereen die bijvoorbeeld op huttentocht wil gaan. De zool is ineens een pak stijver (maar nog steeds plooibaar). Het grote voordeel hiervan is dat je voetzool na een dag stappen op stenen en kiezels niet te vermoeid zal zijn. Met een A/B-schoen bestaat de kans dat je na een lange wandeldag echt pijnlijke zolen hebt van al die punt-drukken die ze te verwerken krijgen. De schacht bij een B-schoen is nog wat hoger en nog wat stijver. De kans is immers reëel dat je op zeer oneffen ondergrond komt en zodoende zijn je enkels nog beter beschermd. Een B-schoen is zowat de meest allround schoen in dit systeem. Je kunt er naast in de Alpen, net zo goed mee in de Ardennen gaan stappen, alleen weegt hij dan wel wat meer dan een A/B-model.
15
'schoenen buiten categorie'
'to breathe or not to breathe'
De lijst hierboven is een korte opsomming en verduidelijking van een categorie die de laatste jaren behoorlijk ingeburgerd is geraakt. Toch opvallend, aangezien het slechts door één merk bedacht en gebruikt wordt. De onderverdeling bleek echter zo handig dat ze tegenwoordig overal door leveranciers, verkopers, lesgevers en klanten gebruikt wordt. Een hele muur schoenen in jouw favoriete buitensportwinkel, kan dus algauw herleidt worden tot zes kleine subcategorieën.
Het merendeel van de wandelschoenen gebruikt een GTX of GoreTex membraan. Dit membraan zorgt ervoor dat je schoenen 100% waterdicht zijn. Hou er hierbij wel rekening mee dat dit membraan na verloop van tijd kan doorscheuren. Je hoeft dit niet te zien, maar je zal het wel merken omdat je natte voeten krijgt. In de praktijk geldt dat hoe soepeler je schoen is (type A, type A/B, trailschoen...) hoe sneller dit membraan zal doorslijten ter hoogte van de plooi die je schoen maakt tijdens het stappen. Bij een hele stijve schoen (type B/C, C en D) gaat het membraan in principe net zo lang mee als de rest van je schoen.
Hoewel, zes... Wat met gevoerde winterschoenen? Bij welke categorie zet je dan de approach schoenen? En behoren trailschoenen bij de loop- of de wandelschoenen? Een korte uitleg: • Winterschoenen zijn over het algemeen lichtere, soepele en vooral gevoerde schoenen. Sommige types gaan tot -20°C, andere zelfs tot -40°C. Het soort rubber dat in deze schoenen gebruikt wordt, is net iets anders waardoor je een optimale grip hebt op sneeuw en ijs. De rubberen stootrand komt over het algemeen veel hoger om ook daar zo lang mogelijk een waterdichtheid te blijven garanderen. Deze schoenen zijn eerder bedoeld voor mensen die lang buiten moeten stilstaan: marktkramers, vissers, jagers of mensen die in de winter het noorderlicht willen gaan bewonderen. Voor de gemiddelde alpinist of winterse bergwandelaar zijn deze schoenen veel te licht en soepel. Dan verkies je beter een gevoerde schoen in de hogere categorieën, liefst met een GoreTex voering. • Approach (of approche) is een term die eigenlijk pas de laatste jaren op is gekomen. Hiermee wordt een lichtgewicht lage, maar toch stevige schoen met een goede grip bedoeld. Het plan is om hiermee snel en licht aan te kunnen lopen van een geparkeerde auto of je basecamp tot aan de rotswand die je wilt gaan beklimmen. Eens daar aangekomen, kunnen de schoenen met een kleine musketon aan je gordel vastgeklikt worden. Veel van deze schoenen hebben vooraan aan de voetzool een soort 'climbing zone'. Een plek waar het rubber net iets meer grip biedt. Handig dus omdat je soms op weg naar de inklim al wat moet klauteren. Vaak zijn ze zo comfortabel dat je ze ook aan kan houden in lange routes die ruim onder je klimniveau liggen. • Stappen met lichtgewicht trail schoenen is een trend die in razendsnel tempo uit Amerika is komen overwaaien. Oorspronkelijk zijn deze schoenen bedoeld om mee te gaan trailrunnen. Zeg maar, gaan hardlopen op een oneffen ondergrond in de wilde natuur. Veel wandelaars zagen echter al snel het voordeel in van deze lichte schoenen en gingen ze ook aanwenden om mee te gaan stappen. De filosofie hierachter is dat als al je materiaal lichter is, en dus ook je schoenen, je sneller een bepaalde afstand zult kunnen afleggen. 'Light is Fast'. Wat velen hierbij wel vergeten, is dat het de bedoeling is dat álles lichter wordt. En dus ook je slaapmat, slaapzak, tent, kookgerief... Een rugzak van 9 kilo valt te verantwoorden in combinatie met trailrunners. Blijf je echter vasthouden aan die rugzak van 15 kilo of meer, dan schiet het hele concept van trailschoenen als wandelschoenen zichzelf in de voet. Verder moet je veel meer opletten waar je je voeten neerzet op een oneffen ondergrond. Het zijn immers lage schoenen en dus bieden ze geen enkelbescherming. Alles moet opgevangen worden door je spieren. Vandaar dus de opmerking om ze niet te combineren met een zware rugzak. Je moet er ook van uitgaan dat trailschoenen inderdaad licht, maar helaas niet zo duurzaam zijn. Ze gaan gemiddeld twee tot drie keer zo snel kapot als een gelijkaardig model in leer.
16
Meestal wordt het klassieke GoreTex membraan gebruikt. Soms kom je ook GTX XCR tegen. In dit geval staan de letters XCR voor eXtended Comfort Range. Dit membraan zou iets ademender moeten zijn dan de klassieke versie. Maar hoe raar het ook klinkt, ook al is GoreTex een ademend membraan, haal dit eruit en je schoen zal direct nog ademender zijn. Voor mensen die vlug last hebben van warme voeten of zweetvoeten, is een schoen zonder GoreTex dus meestal een veel betere optie. Idem voor mensen die van zichzelf weten dat ze (op een fout weerbericht na) enkel bij mooi weer op stap zullen gaan, en hoofdzakelijk zonnige gebergten gaan opzoeken (Pyreneeën, Corsica, Atlas gebergte). Ben je echter van plan de komende jaren hoofdzakelijk richting Schotland of Scandinavië te trekken en doe je af en toe graag eens een wintertrekking, dan is een schoen met een GoreTex voering nog steeds veel interessanter.
'wide versus narrow' Het maakt voor een schoen met GoreTex trouwens niet uit of je bovenwerk uit leer of synthetische materialen bestaat. De waterdichte voering zit als een soort sok verwerkt aan de binnenkant van je schoen. Als je een schoen zonder GoreTex verkiest, maar toch een zo groot mogelijke bescherming tegen water wilt, opteer je best voor een volledig leren schoen met zo weinig mogelijk naden. Je zult deze gewoon iets vaker moeten behandelen met een wax om ze goed waterdicht te krijgen. Redelijk nieuw op de markt tenslotte zijn schoenen met een GTX Surround membraan. Hierbij is de ademende GoreTex voering ook in de zool verwerkt, gecombineerd met een speciale verluchting waardoor er een veel groter oppervlak ontstaat waarlangs je zweet naar buiten kan. Er zijn meerdere modellen met dit systeem op de markt, maar omwille van gebrekkige marketing is dit systeem in België vooralsnog niet doorgebroken.
• Uiteraard bestaan er dames- en herenschoenen. Dames hebben gemiddeld kleinere voeten en dus worden de meeste modellen verkocht vanaf maat 36 t/m maat 42. Heren hebben iets grotere voeten. Hun modellen beginnen meestal bij maat 41 en gaan tot maat 47. Kleinere én grotere maten bestaan zowel voor dames als heren, maar zijn niet per se standaard op voorraad. Vraag hiernaar bij je winkelier. Ga er verder nog van uit dat een 41.5 voor dames smaller zal zijn dan een 41.5 voor heren. Mensen die rond deze schoenmaat schommelen en een iets smallere of bredere voet hebben, doen er soms beter aan te shoppen bij het andere geslacht. • Dames met een heel kleine schoenmaat kunnen soms ook terecht bij de kindermaten (gaan meestal tot 36). Deze schoenen zijn goedkoper dan volwassen damesschoenen, maar ze gaan ook minder lang mee. De kwaliteit op vlak van schokdemping en ondersteuning is dikwijls wel goed, maar de duurzaamheid niet. De gebruikte materialen, stiksels en lijmen zijn minder sterk, omdat men er van uitgaat dat kinderen hun schoenen ook minder lang gaan dragen, omdat ze er immers sneller uitgroeien. • Een ander bekend merk, zijnde Hanwag, heeft faam gemaakt door één klassieke leest te vervaardigen in drie verschillende breedtes. Narrow voor mensen met smalle voeten, Wide voor mensen met brede voeten en de gewone standaard leest voor het merendeel van de wandelaars. • Ditzelfde merk heeft nog een gat in de markt gevonden. Met name, schoenen maken die geschikt zijn voor vrouwen die last hebben van een 'Hallux Valgus', ofwel een knobbel ter hoogte van de dikke teen. De zogenaamde 'Bunion' reeks heeft zowel lage als halfhoge en zelfs hoge B-schoenen op de markt gebracht met zo'n extra uitsparing.
Type A
laag
soepele zool
eenvoudige dagtochten over vlak en effen terrein
Heide, bossen en parken...
MERRELL Moab GTX
Type A/B
halfhoog
soepele zool
dagtochten met lichte bepakking over heuvelachtig terrein
Ardennen, Vogezen, ea...
LOWA Renegade GTX Mid
Type B
hoog
redelijk stijve zool
meerdaagse Huttentocht in de tochten met zware Alpen, ea... bepakking op bergpaadjes
MEINDL Borneo
Type B/C
hoog
stijve zool
zware tochten op ruwe ondergrond met sneeuw en eventueel eenvoudige gletsjeroverschrijding
Huttentocht in de Alpen, GR 20, IJsland, ea...
HANWAG Alaska GTX
Type C
hoog
zeer stijve zool
lichte Alpiene schoen voor aanlooptochten en klassiek alpinisme
beklimming van de LA SPORTIVA Mont Blanc langs Trango Trek normaalroute, ea... Micro Evo GTX
Type D
hoog
onplooibare zool
volwaardige stijgijzervaste alpiene schoen voor technische routes
technisch alpinisme
LA SPORTIVA Nepal Extreme
17
Tekst Mark Sebille
Vitale Bramani De naam die we allemaal onder de voet lopen...
V
itale Bramani was een echte “Milanese del Novecento”. Op 3 mei 1900 geboren in Milaan als zoon van een ebenistmeubelmaker. Het was zijn oudere broer Cornelio die zijn klimtalent had opgemerkt en hem op vijftienjarige leeftijd inschreef voor een stage bij de SEM (Società escursionisti milanesi), een klimschool verbonden aan de Club Alpino Italiano. Vitale ontmoet er Eugenio Fasana die zijn leermeester wordt. Twee jaar later klimt hij vlot alle VI routes in de Grigni en de andere bergmassieven van Lombardije, en dat was de andere alpinisten uit die tijd niet ontgaan. Bramani opent in 1928 een winkel van bergsportartikelen in de Via della Spiga. Door zijn goed technisch inzicht lukt het hem om de nieuwste snufjes in huis te halen en hij ontwerpt eigen producten, zoals slaghaken, die hij laat smeden. Daardoor krijgt hij al snel de hele klimmerswereld over de vloer: zijn vrienden Ettore Castiglioni, Aldo en Alberto Bonacossa, maar ook Cassin, Comici, Dibona, ze lopen er allemaal wel eens binnen. Ook koning Albert I van België komt er zijn inkopen doen. Maar er komen ook minder grote klimmers die evenwel een belangrijke rol zullen spelen wanneer hij zijn ideeën vorm wil geven. Zo raakt Vitale bevriend met Franco Brambilla, grote baas bij bandenfabrikant Pirelli, en schoonbroer van Leopoldo Pirelli. In 1933 ontvangt hij uit handen van Angelo Manaresi, op dat moment “il presidente” van de Club Alpino Italiano (CAI) de gouden medaille voor meest verdienstelijke klimmer. Manaresi was meer politicus dan alpinist, Mussolini dicteerde Italië met ijzeren hand en plaatste in iedere organisatie zijn mannetje, dus zeker ook in de CAI. Daarmee wordt Bramani als sporter ongewild voor de kar van de fascisten gespannen maar het zal hem enkele jaren later een plaats aan het oorlogsfront besparen.
18
Tekst Reginald Roels
De bergsport kent haar protagonisten, haar voorlopers, de helden die de bakens verzetten en het onmogelijke waar maken. Maar achter die helden staan ook noeste werkers, techniekers, alchimisten, uitvinders van steeds betere technieken en materialen. Vaak waren ze zelf ook superieure klimmers: Pierre Allain, Yvon Chouinard, Tom Frost, François Simond en nog vele anderen. Maar de meest alomtegenwoordige is ongetwijfeld Vitale Bramani.
In 1935 is Vitale Bramani getuige van een ernstig bergongeval op de Punta Rasica (Val Bregaglia) waarbij zes bergsporters om het leven komen ten gevolge van inadequaat schoeisel. In die tijd werden in de bergen nog schoenen met leder- of canvaszool gedragen, voor het hooggebergte was dat een gespijkerde lederzool. Bramani loopt al langer met het idee om schoenzolen te ontwikkelen die zowel op sneeuw, ijs, rots en slijk hun grip behouden door kanalen te voorzien waarlangs het water of de modder onder de voet weg kan. Er waren wel al zolen met een antislipprofiel maar die zijn niet in alle terrein- en weersomstandigheden efficiënt. Hij laat zich inspireren door het principe dat zijn vrienden bij Pirelli hadden toegepast op autobanden. Vitale ontwikkelt enkele prototypes met gevulkaniseerd rubber en stapt dan weer naar Pirelli om de juiste materialen aan te kopen. In 1937 staat zijn product op punt en hij wil die uittesten met een première. Met Ettore Castaglioni beklimt hij als eerste de noordwestwand van de Piz Badile (3308 meter). Test met brio geslaagd, en ook Castaglioni is er wég van. Dit succes schudt een hele wereld door elkaar. De fabrikanten van bergschoenen hadden tot dan vooral oog voor de boven- en binnenzijde van de schoen terwijl Bramani nu ineens voor de zool een revolutionaire vernieuwing introduceert, zij het voorlopig nog enkel in zijn eigen winkel verkrijgbaar.
Hij laat zijn uitvinding goed patenteren met de naam VIBRAM , een samentrekking van zijn voor- en familienaam. Zamberlan zal als eerste schoenenfabrikant de Vibramzolen gaan gebruiken. Zodra de oorlog voorbij is bouwt hij in ’47 een eerste fabriek in Albizzate, twee jaar later een grotere in Gallarate waar meteen veertig arbeiders aan het werk kunnen. Bramani zelf blijft zijn hele leven klimmen. In 1954 investeert hij zwaar in de Italiaanse expeditie die voor het eerst met succes de K2 beklimt. Samen met Dolomiti ontwikkelde hij een aangepaste expeditieschoen. Dit was een enorme reclamestunt die de poort voor export naar Noorden Zuid-Amerika opende. Twintig jaar later wordt de Vibramzool al gefabriceerd bij elf concessiehouders over de hele wereld. Bramani financiert met de inkomsten van het patentrecht zijn researchcentrum want hij beseft dat de verbetering van een product nooit stopt. In 2005 brengt Vibram de “Fivefingers” uit, een nieuwe revolutie die Vitale echter niet meer zelf kan meemaken. Deze schoen moet trailrunners het gevoel geven van het blootsvoets lopen. Vitale Bramani overlijdt in 1970 in Milaan, de familie blijft de winkel Bramani Sport nog tot 1994 openhouden. Het valt te betwijfelen of er vandaag in onze kringen één iemand kan zeggen nooit op Vibramzolen te hebben gelopen. Zèlfs mijn hond Orki draagt Vibram in de bergen.
19
Tekst Lien Grimonprez / foto's Patrick Das
Bivakkeren voor beginners Op stage in de Vercors...
20
Tekst Reginald Roels
Leren bivakkeren, dat is precies wat we in juni 2017 deden met een enthousiast groepje wandelaars. Een week lang zwierven we doorheen het schitterende decor van het regionale natuurpark van de Vercors. Op het kalksteenplateau kregen we alle nodige kennis en vaardigheden aangereikt om zelf een bivaktocht te organiseren en uit te voeren: bivakkeren voor beginners.
Een goede voorbereiding, de helft van het werk Een bivakstage met Hiking Advisor, die start je in een schitterende tuin in de Brusselse rand. De voorbereidingsdag gaat bij instructeur Philippe thuis door. We ploffen maar al te graag onze rugzakken op zijn terras neer. Een kwart van de inhoud gaat er onmiddellijk uit wegens ‘niet essentieel en te zwaar.’ Samen overlopen we wat essentieel is en hoe je aan een tochtvoorbereiding begint. Iedereen krijgt zijn eigen dag toegewezen. ‘Hoe lang doe je over je etappe, rekening houdend met de afstand, hoogtemeters,...’ Er komt wat rekenwerk en gezond verstand aan te pas. Daarna volgt nog een belangrijk puntje: eten. Blijkbaar is zelf gedroogde voeding veel lekkerder dan de kant-enklare versies die je koopt in de winkel. We testen het tijdens deze bivakstage met veel plezier uit. Een interactieve stage Op zaterdag 3 juni zien we elkaar allemaal terug op de camping van La Chapelle-en-Vercors. De volgende ochtend stormt iedereen nog even naar de lokale supermarkt om wat laatste inkopen te doen. Bij het ene groepslid wordt er al wat meer gepropt dan bij het andere om alles in de rugzak te krijgen. Dan volgt een eerste weging. Misschien toch maar weer wat snacks uithalen, volgt snel de conclusie. In de namiddag leren we enkele touwtechnieken aan. Met een sling of prusiktouw maken we een eenvoudige gordel zodat we mensen eventueel over moeilijke passages kunnen helpen. Comfortabel is het niet maar we zien er het nut van in. We simuleren nog de oversteek van een rivier met een hoog debiet. Het wandeltouw wordt tussen twee bomen op het grasveld opgespannen en er is niemand die verdrinkt tijdens de oefening.
komen we op een mooie weide terecht, met zicht op de vallei. Een ideale bivakplaats. Praktische tip van onze instructeur: blaas eerst je matje op en check of de plaats waar je je tent wil opzetten wel degelijk plat is. Met veel moeite krijgen dappere vuurmakers na het avondeten een kampvuurtje in gang en kunnen we onze dag afsluiten met warme thee. “We zijn niet echt opgestegen” Blijkbaar scharrelde er vannacht een luidruchtig everzwijn rond bij ons tentenkamp maar dat heb ik volledig gemist. Lang leve oordoppen. Na het ontbijt volgt een les weerkunde. Niet mijn sterkste kant. De hoogte op onze hoogtemeter is sinds de vorige avond met twintig meter gestegen. Ik kijk wat onbegrijpend naar mijn horloge. “Lien, we zijn niet echt opgestegen hé vannacht.” Zo ver was ik ondertussen ook gekomen. Het verschil toont dat er slechter weer op komst is. Check. Onze route brengt ons tot bij Fontaine du Plainet. Hier volgt de eerste test met onze waterfilters. Het systeem is heel eenvoudig en al snel is de watervoorraad weer bijgevuld. We wandelen langs de rand van het plateau maar zien niet veel door de mist. Het belangrijkste criterium voor de picknick is: een plaats uit de wind. Enkele natuurliefhebbers in de groep wijzen ons op het ros korstmos en de sleutelbloemen die blijkbaar goed gedijen op de kalkondergrond. We slaan onze bivak op aan de ‘bergerie de Chironne’, een hut waar de herder in de zomer verblijft, vlakbij een bron. Nu is er gelukkig nog geen vee te bespeuren en hebben we de weide voor onszelf. Hoewel het nog niet laat in de namiddag is, smijten we ons allemaal even op ons matje om van de zon te genieten.
Daarna voelen we ons helemaal klaar om aan de tocht te beginnen. Iedereen krijgt nog één avondmaal voor de volledige groep mee. Ik ontferm mij over de EHBO-kit, dat lijkt mij nuttig om dichtbij te hebben. Philippe weegt de rugzakken opnieuw en na een paar afkeurende blikken, gooien we er nog wat ballast uit. Iedereen draagt wel een extra liter water mee aangezien we geen bronnetje tegenkomen tijdens de eerste etappe. Het startpunt is Col de la Chau in Vassieux-en-Vercors. Eerst stellen we onze hoogtemeter in en leren we onze rugzak op een correcte manier op onze rug hijsen. Koude wind en mist zorgen ervoor dat we ons oorspronkelijk plan omgooien. Flexibel zijn, is de boodschap. Dit is niet het beste moment om over het plateau te wandelen aangezien er toch geen zicht is. We kiezen een pad dat lager ligt en door het bos gaat. Philippe spoort iedereen aan om mee te volgen op de kaart. Het is niet omdat we een ‘leider van de dag’ hebben, dat je als een dom eendje mag volgen. Een interactieve stage is dit. Aan de hand van onze hoogtemeter en de hoogtelijnen oriënteren we ons op enkele moeilijke punten. Na een kilometer of vier en 350 meter stijgen,
21
Na de korte siësta volgt nog een lesmomentje. Als klimmer vind ik het inoefenen van de touwtechnieken heel fijn. Eerst leren we hoe we mensen met onze zelfgemaakte gordel veilig een bergwand laten afdalen als ze bang zijn. Daarna installeren we boven op een rotshelling een relais. We gooien ons wandeltouw uit en iedereen laat zich met de hulp van een prusikknoop zakken. Om iedereen weer boven te krijgen, zekeren we aan onze relais met een halve mast. Puur genieten in een prachtige omgeving is dit. We sluiten onze dag af met koken aan het gasvuurtje. Puree, prei en spekjes, dat telt ook als een hoogtepunt van de dag. Kattenwasjes en nachtelijke onrust Ontbijten kan nog net in het droge maar daarna begint het te regenen. Niet een beetje druilerig maar echt een gigantische stortbui. Hup, iedereen trekt zijn regenbroek aan. We breken de tenten in record tempo af en volgen een schitterend stukje van de GR 93. Tussen zware regenbuien door krijgen we een prachtig zicht op indrukwekkende rotsmassieven en enkele via ferrata’s. Ondertussen leer ik bij dat je een regenbroek beter boven je korte short aantrekt in plaats van boven je lange broek. Anders raken je benen al snel oververhit. Via een autotunnel komen we bij Col de Rousset. De enige plaats in de bewoonde wereld die we deze week zullen zien. In de sanitaire blok wordt er enthousiast een kattenwasje gedaan. We zoeken nog even beschutting in het lokale café en bestellen een warme chocomelk met veel slagroom én koekjes.
De overwinning van ‘Le grand Veymont’ Niet erg verwonderlijk maar iedereen staat op met een licht gebrek aan slaap. Ons programma houdt daar geen rekening mee want vandaag beklimmen we ‘Le grand Veymont’, het hoogste punt van de Vercors op 2341 meter. Philippe loopt op kop en geeft het tempo aan. We vorderen gestaag op het rotspad. Je moet een beetje kijken waar je je voeten zet. Plots zie ik twee koddige marmotten. Dat deel ik dan ook enthousiast met de rest van de groep. Iedereen stopt om even naar de beestjes te kijken. Het duurt een moment voor we weer flink op gang zijn. Dan besef ik dat Philippe die marmotten natuurlijk ook al lang opgemerkt had, maar het tempo van de groep niet wou onderbreken. Jep, achteraf had ik dat helemaal door. Sorry Philippe. Op minder dan een uur staan we op de top. We kruipen achter een laag muurtje om ons te beschermen tegen de snijdende wind tijdens onze picknick. De afdaling vind ik wat uitdagender dan het stijgen. Met zo’n zware rugzak is het precies wel moeilijker om je balans te vinden. Laat ons zeggen dat ik niet zo elegant van die berg afgekomen ben. Daar valt nog wat aan te oefenen.
“Koude wind en mist zorgen ervoor dat we ons oorspronkelijk plan omgooien. Flexibel zijn, is de boodschap..."
Het pad brengt ons vervolgens verder over de ‘crêtes du Vercors’. Het klaart gelukkig wat op en het uitzicht is schitterend. En daar is ze dan: onze eerste en enige vale gier. Een indrukwekkende vogel met een enorme spanwijdte. Rond 15 uur krijgen we de Cabane de Preyperet in zicht. Een koddig tuinhuis in een idyllische vallei. Alle tenten worden bovengehaald om te drogen in de namiddagzon. Ondertussen installeren we ons allemaal met onze matjes op de mezzanine van de cabane. Twee uur lang blazen we de longen uit ons lijf om de ‘Leuvense stoof’’ in gang te krijgen. Er wordt niet alleen geblazen maar ook gewapperd, gezwaaid en gevloekt. Wanneer het vuur eindelijk goed op weg lijkt te zijn, wordt de rookafvoerbuis ongelofelijk rood. Daar zijn we niet helemaal gerust in. Bovendien loopt het daarna ook nog lichtjes verkeerd met ons avondeten. Het zoutgehalte blijkt wel erg hoog te zijn. Iedereen, behalve de kok, kan er al snel mee lachen. Gelukkig is er voor vanavond ook dessert voorzien. Overheerlijke pannenkoekjes met gedroogde appeltjes en stroop. Letterlijk om je vingers van af te likken. In het warme avondlicht zie ik bij valavond drie gemzen over de heuvelkam lopen. Heel even stoppen ze om nieuwsgierig terug te kijken voor ze ervandoor gaan. Zucht, zo mooi hier. Iedereen kruipt vroeg in zijn slaapzak maar er is wat onrust in de groep. Sommigen liggen te draaien en keren, anderen staan nog minstens tweemaal op. Bij elke beweging kraakt de houten vloer of piept de deur. En dat een hele nacht lang…
22
Halverwege de afdaling komen we voorbij een steil sneeuwveld. Ideaal voor de praktijkoefening: ‘wat te doen als je wegglijdt op zo’n helling?’ Eén voor één glijden we op onze rug, met de voeten in de lucht, van de helling. Sommigen smijten zich al wat enthousiaster dan anderen. Ergens halverwege staat Philippe om ons op te vangen. De kunst is om onderweg te stoppen door je op je buik te draaien, benen en armen te spreiden en je schrap te zetten. Na een paar keer oefenen, hebben we het min of meer onder de knie. Toch een geruststelling als je voelt dat deze techniek echt wel werkt. We rusten even uit in een zadel, boven ons hoofd paradeert een familie gemzen. Zij zijn duidelijk niet onder de indruk van onze aanwezigheid. Wat verderop oefenen we in een blokkenveld nog onze stabiliteit. Iedereen kiest een onstabiele blok uit, gaat op één been staan en dan gooien we een slaapmatje naar elkaar. ‘Laat de bom niet vallen.’ Het levert hilarische beelden op. Als laatste oefening van de dag leren we nog met het kompas een driehoeksmeting uit te voeren. Met twee gekende punten kan je bepalen waar je bent op je kaart. Het duurt wel even voor we allemaal mee zijn. Onze bivakplaats is opnieuw een prachtige weide. We verwachten geen regen meer en zetten enkele onze binnentent op: de cabrio. Aan het kampvuur volgen straffe verhalen uit de bergen. Ondertussen is het volle maan geworden. Er zijn slechtere plaatsen om te slapen.
Eerste hulp, niet onze sterkste kant
Eindbestemming in zicht
Vandaag is het EHBO-dag. Na een tijdje stappen hebben we plots door dat Philippe niet meer bij de groep is. We lachen eerst wat tot Patrick, één van onze groepsleden en een verstandige mens, zegt: “gasten, we moeten dit serieus nemen, het kan altijd echt zijn.” De sfeer slaat plots om. Help, wat doen we best eerst? Gaan we met de volledige groep zoeken? Wie blijft achter en belt de hulpdiensten?... We gooien onze rugzakken af, ik neem de EHBO-kit uit (eindelijk!) en we doorzoeken het gebied. Al snel vinden we onze instructeur terug. Hij ligt op zijn buik in het gras, iets van het pad af. We zijn natuurlijk bijna zeker dat het een oefening is maar het is best wel een eng zicht. Uiteindelijk doen we bijna alles verkeerd, we draaien hem te snel op zijn rug en verslepen hem bovendien over een grote steen. “Als ik nog geen rugletsel opgelopen had door mijn val, dan heb ik er dankzij jullie nu zeker wel één”, is het droge commentaar van ons slachtoffer. We overlopen de correcte procedure. Volgende keer beter.
Onze laatste wandeldag start met een reddingsoefening. Stel dat iemand ziek is maar de helikopter kan pas uren later langskomen. Hoe hou je dan iemand warm? In ons geval wikkelen we Linde in twee slaapzakken en een tarp met een matje onder haar. We verstevigen het volledige pakketje met ons prusiktouw. Het ziet er meer uit alsof we een lijk willen transporteren maar he, Linde heeft het wel warm. Wel spijtig dat de helikopter ons in realiteit nooit gevonden zou hebben, aangezien ik de foute coördinaten doorgaf. Sorry Linde, klein foutje.
Niet lang daarna doet Philippe nog alsof hij zijn voet breekt. Hij schreeuwt het hele bos bijeen. Best indrukwekkend en een beetje angstaanjagend. Met wandelstokken en een bivakzak leren we een draagberrie maken. De laatste etappe eindigt in een zoektocht met kompas doorheen een heuvelachtige vallei naar de waterput. De mannen gaan er erg competitief naar op zoek maar het is Liesbeth die de put eerst bereikt. Licht gegniffel onder de vrouwen. Een klein beetje inventiviteit is daarna wel nodig om water uit de diepe put te halen. Het plan om erin te rappellen, wordt snel afgeschoten. Spijtig. Een opengesneden plastic fles aan een touwtje erin laten vallen is veel minder spannend maar wel efficiënt.
Zonder omwegen nemen we de snelste route naar onze eindbestemming: La Chapelle-en-Vercors. Op een nijdige helling bewijzen we onszelf nog een laatste keer door zo snel mogelijk naar boven te trappelen. Met een rode kop blazen we boven even uit terwijl we het dorp al zien liggen. Halverwege de namiddag ploffen we ons neer op het eerste terras dat we tegenkomen. Zalig. Alle rugzakken rusten broederlijk naast elkaar, de schoenen staan ervoor te stinken. We hebben niet veel moeite met onze ‘plat du jour’. Op de camping is het een blij weerzien met het doucheblok. Met een pintje in de hand, dank u Sofie, oefenen de strevers onder ons nog enkele touwtechnieken aan een boom. De bivakstage wordt afgesloten met een korte evaluatie en we zijn het er allemaal over eens: een betere ‘leider’ konden we ons niet voorstellen. Dankzij de officiële lesmomenten en de vele praktische tips van Philippe onderweg, voelen we ons allemaal in staat om er zelfstandig op uit te trekken en te bivakkeren. Missie geslaagd. Dank je wel aan medereisgenoten Tuur, Sofie, Patrick, Linde, Liesbeth, Ellen en Philippe voor deze fijne week!
Praktisch Onze route vind je hier terug: https://nl.wikiloc.com/routes-wandelen/vercors-ha-4-9un-127-22044291 De Vercors is een kalkplateau. Waterbronnen zijn schaars of uitgedroogd. Goed bekijken voor vertrek.
Foto pagina 20: De Vercors, een natuurlijke burcht van kalk die er nog indrukwekkender uitziet door de dreigende wolken Foto pagina 21: In Cabane de Preyperet worstelen we met de 'Leuvense stoof'. We verliezen het gevecht Foto pagina 22: In de zomer neemt het vee deze idyllische weide in maar voorlopig moeten we de waterput nog niet delen Foto pagina 23: De afdaling van 'Le grand Veymont'
23
Tekst en foto's Mark Sebille
Met een hond in de
bergen
Sportieve honden ontdekken in de bergen de tuinen van Eden...
24
De hond is het enige huisdier dat je kan meenemen in de bergen. Zelfs tot héél ver in de bergen, als je maar terdege rekening houdt met een aantal voorwaarden want risico’s zijn er ook voor hen. Maar met een goede planning kan dit voor unieke belevenissen zorgen voor mens en hond.
Ken je hond
De vrijheid
De eerste vraag die zich stelt is uiteraard of je hond het leuk zal vinden. In bijna alle gevallen is het antwoord “ja”. Maar niet elke hond is daar echt geschikt voor.
Gezonde honden moeten nu en dan de benen kunnen strekken en de bergen bieden hen daar alle ruimte voor. In beschermd natuurgebied is het meestal verplicht de hond aan de lijn te houden. Daar is doorgaans een goede reden voor. In de Réserve Naturelle Hauts-
Heel grote honden zoals een Berner sennen, Deense dog of een sintbernard zijn zwaar en zijn niet bepaald geschikt om langere afstanden mee af te leggen. Bij oudere dieren kan het oneffen parcours pijnlijk worden voor de heupen en de gewrichten. Windhonden zijn dan weer erg temperatuurgevoelig en zijn kwetsbaar wat hen ook niet echt geschikt maakt. Ook de meeste kleine honden zullen het met hun korte pootjes moeilijk hebben om over grote rotsblokken te lopen, maar ook cardiologisch kunnen ze dit niet aan. Hoewel een jackrusselterriër dat wel kan en zeker fijn zal vinden. Chihuahuas, pekineesjes of Nero’kes laat je best thuis, zij overleven het hooggebergte niet.
Plateaux du Vercors is het betreden van de beschermde zone zelfs helemaal verboden voor honden, ook aangelijnd. Maar in het grootste deel van de Alpenruimte wordt enkel een verantwoord toezicht verwacht.
Maar een herdershond, retriever, collie, labrador, dalmatiër, husky (en nog een aantal andere), zijn stuk voor stuk sportieve dieren die in de bergen de tuinen van Eden zullen ontdekken. Je hond moet goed opgevoed zijn, moet meteen komen wanneer zijn baas hem roept. Altijd. Je hond mag de andere wandelaars en klimmers niet aanblaffen of ze bespringen, ook niet om ze een lik te geven. Dat lijkt vanzelfsprekend maar niet alle honden kunnen meteen goed omgaan met de extra bewegingsvrijheid die ze plots krijgen. De bergen zijn geen plek om hen op die vlakken nog te beginnen opvoeden, daarvoor zijn de nieuwe prikkels te talrijk.
“Een rustige en goed gecontroleerde hond wordt snel de lieveling van de andere gasten in de berghut..."
Pups zijn zoals kleine kindjes. Ze kunnen vanaf drie maand al mee in de bergen, maar laat hen vooral spelen en verlang daar geen tochten van. Je moet wachten tot ze volgroeid zijn en intussen zullen ze nog veel bijleren. Tenslotte moet je ook weten waar je hond bang voor is of wanneer je hond overmoedig wordt, net zoals je je klimpartners zou evalueren. Het spreekt ook voor zich dat een loops teefje even niet mee kan.
In tal van situaties, bijvoorbeeld een smal bergpad met naastliggend ravijn is het aanlijnen ronduit gevaarlijk. Bij de minste ruk op de lijn kan het jou helemaal uit evenwicht halen. Honden hebben het gemakkelijker op moeilijk terrein omdat hun zwaartepunt laag ligt en met hun vier pootjes vinden ze een beter evenwicht. Mijn ervaring leerde mij ook dat een hond spontaan dichter bij zijn baas blijft naarmate het terrein moeilijker of steiler wordt, maar daarentegen graag voorop loopt als daar ruimte voor is. Waar het bergpad voor wandelaars gezekerd wordt met een staalkabel zal ik meestal de hond aan die kabel aanlijnen. Wees steeds op uw hoede wanneer je door een alm trekt waar vee graast. Vooral runderen hebben het niet op honden begrepen. Dat komt onder meer omdat ze van op afstand niet meteen het verschil zien tussen een grote hond en een wolf. Loop er best in een grote boog omheen en blijf ze voortdurend observeren. Hou de hond kort aan de lijn maar zorg dat je die lijn meteen kan lossen mocht het rund aanvallen. De koe zal eerder de hond achterna gaan en de hond is altijd de snelste. Ook wanneer er schapen of geiten in de buurt grazen hou je de hond aan de lijn tot je er ver genoeg voorbij bent. Wees niet bang voor vossen, wolven of lynxen, die hebben geen interesse in uw hond en zullen discreet op afstand blijven. Zelfs de beren in de Pyreneeën vormen geen direct gevaar voor mens of dier zolang je hun jongen niet benadert. Algemeen genomen kan je zeggen dat hoe jonger de hond is, hoe groter de kans dat het andere dieren al spelend zou durven uitdagen omdat je hond het gevaar niet kent. Dus, alweer geldt de basisregel “ken uw hond” !
Ik heb mijn herdershond voor het eerst op een bergtocht meegenomen toen ze tien maand was. De tocht van een kleine vijf uur naar de Similaun Hütte (3019 meter) in Tirol was een openbaring voor haar. Zij ging overal speelse elementen opzoeken zoals beekjes en meertjes en nog het leukst van al waren de sneeuwhellingen. De volgende dag gingen we nog wat hoger tot 3250 meter en daar merkte ik dat haar grens voor die eerste keer bereikt was, we hadden immers ook nog een lange afdaling voor de boeg. Een dergelijke test is noodzakelijk vooraleer met je hond een meerdaagse tocht te plannen.
25
Uitrusting Maar er bestaan andere bedreigingen. In de Vercors en de Ecrins kan je boven de boomgrens grote kudden schapen aantreffen. Met “groot” bedoel ik meer dan vijfhonderd schapen, er zijn er zelfs met meer dan duizend. Die kudden worden begeleid door één of twee herders en een aantal border collies de het echte hoedewerk doen. Daarrond lopen dan nog een aantal “patous” (chien de montagne des Pyrénées) die enkel instaan voor de bewaking van hun kudde. En die is nodig. Sinds de terugkeer van de wolf, enkele decennia geleden, bleek dit de enige hond te zijn die de wolven aankan en op afstand houdt. Hoe onmisbaar de patou ook is, hij wordt steeds vaker een probleem voor de mens. Ze zijn in de kudde geboren en maken er integraal deel van uit, maar zijn als hond totaal verwilderd en werden door de herders nooit gesocialiseerd. Steeds vaker zijn er meldingen van fietsers of wandelaars die door de patous bedreigd of gebeten worden. De overheid geeft duidelijke instructies, zo moeten de mountainbikers afstappen en langzaam om de kudde heen stappen. En ik kan er persoonlijk van getuigen dat het héél veel adrenaline opwekt wanneer ze in groep al van ver op jou afkomen en je omsingelen. De leider kwam dan mij en de kort aangelijnde hond grondig inspecteren en ik verzeker je dat ik het geen seconde in overweging nam om weg te rennen. Gelukkig is mijn viervoeter een tamelijk “onderdanig teefje” terwijl zo’n leider een dominante reu is, en dat ruiken die honden meteen. Na enkele minuten, veel gesnuffel en veel omwandelingen, voelde ik de dreiging afnemen. Ik liet hem enkele malen langs mijn hand glijden en kon hem zelfs voorzichtig aaien. Uiteindelijk konden we verder trekken. In de dagen daarop kruisten we nog drie andere kudden en ik had de indruk dat elke nieuwe ontmoeting telkens vriendelijker verliep. Je mag er zeker van zijn dat dat enkel kwam doordat we er elke keer meer ontspannen bij bleven en ook zoiets ruikt een hond meteen. Het is ook aangeraden om geen foto’s te maken van de patous wanneer je er oog in oog mee staat, want ook dat kan als een vijandig gebaar worden geïnterpreteerd.
26
Een hond heeft net als zijn baasje een aangepaste uitrusting nodig, in evenredigheid tot wat je er wil mee ondernemen. Gebruik, zelfs voor een bergwandeling, nooit een strop maar een stevige halsband die precies op maat zit. Maak je al eens zwaardere tochten besef dan dat een harnasje meer aangewezen is omdat dan de beide voorpoten en soms ook de buik omsloten zijn. Gebruik geen ketting als lijn, die is nodeloos zwaar en altijd een risico bij onweer. Wil je de lat nog hoger leggen met passages in via ferrata of over gletsjers, dan heeft de hond een integraal harnas nodig dat ook de achterpoten omsluit. Neem dan ook een touw van 10 à 15 meter mee om, indien nodig, je hond een stuk te laten zakken of op te takelen. Bij korte passages met ladders kan je eventueel de hond aan de eigen gordel hangen en op die manier de hindernis nemen. Met een dier dat maar een goede twintig kilo weegt is dat nog geen probleem maar als die zwaarder dan dertig kilo is dan zal je graag eerst een ander oplossing proberen. Een 6mm touw is sterk genoeg om een hond te takelen maar 8mm zit beter in de hand. Een dergelijke situatie kan je hond tijdelijk stress geven, maar daar kan je aan werken door dit vooraf enkele keren in te oefenen. Wie de gletsjers opzoekt plaatst de hond tussen twee personen in het cordée en met een korte lijn aan het touw vastgemaakt. Er bestaan ook gletsjerbrillen voor honden. Dit is geen aanrader maar even noodzakelijk voor een hond als voor een mens. Laat je hond daar af en toe al eens aan wennen vòòr je op een gletsjer stapt. En tenslotte heeft een hond, net als wij, bergschoenen nodig. Niet voor een korte wandeling, zelfs niet voor een dagwandeling, maar als je voor meerdere dagen op huttentoer vertrekt is dit onontbeerlijk. Onze honden zijn niet in de bergen opgegroeid en de kussentjes van hun poten zijn relatief kwetsbaar. Als die eenmaal zijn doorgesleten volgt letterlijk een lijdensweg voor het dier. Ook kloofjes kunnen pijnlijk zijn. De schoentjes zullen de pootjes behoeden voor dergelijke schade en als ze goed op maat zitten zal de hond er geen hinder
van hebben, integendeel. Ook zomersneeuw heeft een grove korrel en kan agressief zijn voor de pootkussentjes. Honden hebben die schoentjes niet nodig tegen de koude, wat vaak gedacht wordt, en op steile sneeuwhellingen kan het aangewezen zijn om ze weer uit te trekken want hun klauwen zijn aangeboren crampons. Ik heb mijn hond ook getraind om te reageren op een ultrasoon fluitje. Die toon draagt erg ver zodat de hond mij zeker kan terugvinden mochten we plots van elkaar gescheiden worden door dichte mist. Ook een muilband moet mee in de rugzak. In sommige regio’s mag de hond niet zonder muilband op de bus of in de cabine van de kabelbaan. Er bestaan zeer lichte exemplaren die geen noemenswaardige hinder geven aan de hond. Het huttenleven Er bestaat geen reglement voor honden in de berghutten. Met ander woorden, de Wirten bepalen zelf de regels. Vooreerst heeft vrijwel elke berghut een eigen hond. Die huttenhonden zijn het gewoon om elke dag tientallen tot honderden passanten te zien langskomen, en geregeld ook met een hond. Huttenwirten zijn dus in regel niet hondvijandig. Maar voor elke hut gelden basisprincipes zoals volledige nachtrust en de gasten moeten ongestoord kunnen eten waarbij ze geblaf best kunnen missen. Je hond moet absoluut zindelijk zijn, dat klinkt vanzelfsprekend maar is het niet altijd. Enkele basisregels kan je in acht nemen. Stap bij aankomst met een netjes aangelijnde hond de hut binnen om je aan te melden. Ook de hond kan maar één keer een goede eerste indruk maken. Indien mogelijk laat je de hond buiten eten. Tracht tijdens je eigen maaltijd, en ook de rest van de avond, de hond onder tafel of onder de banken te laten liggen.
Een rustige en goed gecontroleerde hond zal snel de lieveling worden van de andere hutbewoners. Laat nooit toe dat de hond bedelt aan tafel bij andere gasten. Wie dat thuis niet toelaat zal daar ook in de hut geen probleem mee hebben. Zorg wel dat je een klein dekentje mee hebt waarin de hond zijn/haar geur herkent om elke avond tot rust te komen op die vreemde plek. Planning en voorbereiding Het EU-dierenpaspoort hoort in de rugzak te zitten en de hond draagt best een plaatje met je telefoonnummer. Je hond moet gechipt zijn en in orde met alle vaccinaties, net zoals thuis. Noodzakelijk is ook het rabiës vaccin tegen hondsdolheid. Voor het overige zijn er geen extra medische verplichtingen noch beperkingen maar elk land kan voor de toegang van buitenlandse honden eigen regels hebben, vooral buiten de EU. Een goede website hiervoor is www.licg.nl/invoereisen-perland-europa/ Hoe groter de hond, hoe meer voeding er mee moet in de rugzak. Maar je kan in de meeste hutten ook wel een hondenmaaltijd vragen. Er blijven na het avondeten genoeg botten en etensrestjes over. Contacteer de hut vooraf om te reserveren en zeg dat je een hond bij hebt. Vrijwel altijd zoeken ze daarvoor een oplossing. De meeste hutten zullen je niet met de hond in het lager laten slapen en hebben liever dat je er een kamer boekt. Of ze leggen jullie in het winterruim. Bij overboeking kunnen daar nog andere gasten bijkomen maar die worden er dan ook voor verwittigd dat er al een hond is. Eén keer had ik niet gereserveerd en heb ik uiteindelijk op de houten banken in de inkomruimte geslapen, met dekbed en hoofdkussen van de hut. Er zijn dus zo veel oplossingen als er hutten zijn. Volledigheidshalve kan je er uiteraard ook voor kiezen om te kamperen of te bivakkeren met je hond. Bevraag u goed over de aard van de trajecten die je wil afleggen. Dat doe je uiteraard al voor jezelf, maar doe het ook in functie van de hond. Als er bijvoorbeeld ladders op het traject voorkomen dan kan je dat best vooraf weten. Verzeker jou ervan dat er onderweg genoeg water is. Sommige trajecten, bij voorbeeld in de Dolomieten, in de Vercors of in Corsica, zijn erg droog. Neem daar voldoende water mee want jijzelf kan langer zonder dan de hond. Wie zowel van bergen als van honden houdt zal in de combinatie het paradijs ontdekken. Meerdaagse bergtochten met je huisdier zijn verheven momenten, zowel onderweg als in de hut of in de tent. De andere hutbezoekers hoeven niet te vrezen voor hun nachtrust. Net zoals jullie is de hond ’s avonds moe en zal vast en rustig slapen. En wat ook gewaardeerd mag worden… een hond snurkt niet.
Meer info: mark.sebille@kbfvzw.be
27
Tekst en foto Mark Sebille
Statig grazen ze hoog op de almen, maar...
Zeg niet boe tegen een koe
28
Tekst Reginald Roels
Koeien hebben een rustige en vredelievende aard. Maar als ze zich bedreigd voelen kunnen ze erg agressief uithalen. Ze hebben immers alle tools in huis om een mens zwaar toe te takelen. Hulpdiensten in de Alpen stellen vast dat het aantal feiten van agressies van koeien tegen mensen fors toeneemt. Dat is al jaren aan de gang en het is een vaststelling over de gehele Alpen, en zelfs bij ons.
M
et hun brede lederen halsband, met of zonder bel, kijken ze statig over de almen. Ze zijn in de valleien tussen 1200 en 2000 meter hoogte niet weg te denken. Geef toe, een bergkoe dwingt respect af, ze begrazen soms hellingen waar een wandelaar zich ongemakkelijk op voelt. Maar door de steeds groter wordende recreatieve activiteit van de mens komen ook koeien meer onder stress. Meer wandelaars maar vooral de mountainbikers zijn een nieuw gegeven voor een rund en de instinctieve bescherming van hun kalveren is een prioriteit. In Groot-Brittannië, waar veel wandelwegen door weiden lopen, is de koe al uitgeroepen tot het meest dodelijke dier. In vijftien jaar stierven er vierenzeventig mensen, vaak boeren en hikers met honden. Ook in de Pyreneeën wordt de wandelaar duidelijk gemaakt dat de koe er een grotere bedreiging vormt dan de beer, de lynx of de wolf, die allemaal de mens mijden. In Vlaanderen, bijvoorbeeld in de Gentbrugse Meersen waar ook een wandelweg door een begraasde weide loopt, geeft Natuurpunt de raad heel omzichtig om de koeien heen te lopen. In de Isère raakte een jogster door onoplettendheid ingesloten door een groep runderen die haar zwaar verwondden. Kort daarop werd in de Vallée de Planès een Spaanse wandelaar met een hond eveneens door meerdere runderen aangevallen met hetzelfde resultaat: meervoudige ernstige breuken.
3. Handen thuis! Je hoeft ze niet te voederen met gras, dat ligt al aan hun voeten. Laat strelen en knuffelen achterwege, ook een koe kan met het verkeerde been uit bed gestapt zijn en een zwaai met de hoornen wil je niet meemaken. 4. Hou nog meer afstand van kalveren. Een moederinstinct is tot erg veel in staat, en van stieren blijf je best héél ver weg. 5. Het gezichtsveld van een koe is beperkt. Maak daarom geen onverwachte bewegingen en, zo lang de koe je laat voorbij gaan, maak geen lawaai. Doe dus zeker geen poging om de koeien te doen wijken voor jou of voor je groep.
Ook het AÖ waarschuwt op haar website voor foute omgang met runderen. Een animatiefilmpje “Ein Alm ist kein Streichelzoo” deelt de hogervermelde adviezen verder in tot een tienpuntenplan, maar de boodschap is dezelfde. Het filmpje is ook te vinden op Youtube. https://www.youtube.com/ watch?v=MJfMNrQZii8 En omdat een (bewegend) beeld meer zegt dan duizend woorden, in de Valoire werd een aanval op een groep kinderen, die gelukkig goed afliep, gefilmd: https://www.youtube.com/watch?v=rnNQsTazHVw Wat als het toch fout loopt en een koe recht op je afkomt?
Geen paniek Neen, er is zeker geen reden tot paniek. Koeien blijven vredige dieren. Maar voor een onschuldige ontmoeting moeten beide partijen zich vredelievend gedragen, en aan de mens krijgen we dat gemakkelijker uitgelegd. Het komt er op aan enkele eenvoudige gedragsregels te respecteren.
Noodplan A Blijf kalm en loop zeker niet meteen weg. Tracht zonder wilde bewegingen langzaam weg te gaan, best achteruit of zijwaarts. Keer het dier nooit de rug toe. Mocht je een hond bij hebben moet je (en alleen dan) de hond meteen losmaken. De hond is sneller dan jij en zal zichzelf wel in veiligheid brengen.
Deze vijf tips kunnen veel ellende voorkomen: 1. Stap geen afgespannen weide in, ook al kan je er een hele hoek mee afsnijden. Als het pad toch middendoor een weide loopt ga dan in een grote boog om de dieren heen en stap NOOIT dwars door een kudde. Fietsers kunnen beter afstappen en naast hun fiets aan de dieren voorbij gaan.
Noodplan B Als de koe geen aanstalten maakt om de aanval te stoppen, begin dan luid te brullen met wilde bewegingen. Een stok kan helpen, geef desnoods een tik tegen de neus maar zorg dat je het dier nooit verwond. Laat desnoods je rugzak of je fiets achter en haal die later op.
2. Ben je met een hond op stap, neem hem dan onmiddellijk aan de lijn. Een koe ziet niet meteen het verschil tussen een grote hond en een wolf en redeneert uit zelfbehoud. Sommige honden zullen spontaan afstand houden, andere beginnen te blaffen en daarmee de runderen nodeloos irriteren.
Paul Libmann, een dierenarts uit Bourg-Madame, waar meerdere incidenten plaatsvonden, vatte het bondig samen: “Nous y devons nous plier aux règles des bovins” . Wij moeten ons aanpassen aan de wetten van de runderen als we op hun terrein komen.
29
Tekst en foto's Jonas Boonen
Rotsklimmen in
SiciliĂŤ
30
Moet er nog wind zijn?
Tekst Reginald Roels
“Wind? What are you talking about, there is no wind today!” De woorden van de uitbater van het ‘YMCA Climbing House’, nadat we zowat uit de route geblazen waren op de eerste klimdag. In Sicilië is niets wat het lijkt …
H
et idee om in december 2017 naar Sicilië te trekken, kwam er aan het eind van de zomer. Het was alweer even geleden dat Sven en ik erop uit getrokken waren, we hadden het gevoel dat we voldoende ‘relationeel budget’ opgespaard hadden op het thuisfront en niets is beter om de winter in België te vergeten dan het zonnetje aan de Middellandse Zee. Een aantal van onze vrienden hadden San Vito Lo Capo al bezocht en waren positief over de hele lijn. Het beloofde dus een topper te worden! Moet er nog wind zijn? We hadden 3 hele dagen en een voormiddag om te klimmen vóór de terugvlucht op zondagavond. Op dag 1 besloten we rustig op gang te komen in de ‘Pace Di Chiostro’ (180 meter 5a, trad & bolted belays). Het niveau op zich was geen probleem, maar we klommen op de kam en vanaf de derde lengte stak de wind op. We konden elkaar amper horen en leerden bovendien dat als in Sicilië de zon schijnt, dat niet wil zeggen dat je je jas in de auto kan laten. De rappel aan de oostkant zou los in de wind liggen. De laatste brokkelige lengte deed ons opteren voor een noordelijke afdaling, weliswaar in zes rappels. Jammer genoeg vond ik de tweede rappelstand niet en moesten we dus toch langs de winderige kant. Meteen dus volle bak avontuur, goed gezweet van het prusikken en lekker uitgewaaid. Toen we ons verhaal deden in het klimmerscafé (dat trouwens ongeveer de enige plek was in het stadje waar iets te beleven viel), voelden we ons helemaal watjes wanneer de eigenaar beweerde dat er amper wind was die dag.
31
32
Vroeg begonnen, half gewonnen!
Op veilig spelen
Vrijdag stond het hoogtepunt op de agenda, de ‘Via Fratelli Titt’ (645 meter 5c, 7 eerste lengtes behaakt en vervolgens 8 trad). De moed zonk ons bijna in de schoenen toen we hoorden dat de broertjes Titt, bij het openen in Januari 2012, zonder bivakmateriaal hadden moeten overnachten in de wand. We lieten ons niet uit het lood slaan en stonden om kwart voor 6 met onze koplampen aan de start. De eerste lengtes schoten we omhoog. De topo was niet geheel duidelijk en de ‘moeilijkste’ lengte van de eerste helft was achter de rug voor we er erg in hadden. Rond 9 uur konden we het thuisfront al laten weten dat we aan het trad-gedeelte begonnen. Vroeg begonnen is half gewonnen!
De derde dag gaven ze in de namiddag regen. We speelden op zeker en gingen voor Pinelsa – een volledig behaakte 6a+ van 100 meter in de Cattedrale nel Deserto. De tapper van de klimbar was niet zo’n grote fan en waarschuwde ons vooral voor de run-out. Een behaakte route leek ons – met onze supergoede mentaal – hoegenaamd geen probleem. Jawadde! Pijn! Afzien! Schrik! Kou! Na 2 dagen klauteren op dalletjes was een licht overhangende wand toch iets anders. Er werd veel gevloekt en in de (inderdaad geschifte) run-out uiteindelijk toch nog een trad-relais gemaakt. Toen we ’s middags thuis kwamen kropen we meteen in bed. Misschien hadden we onze lange route van gisteren toch niet zo goed verwerkt als we dachten…
Van Koen, Ruben en Sarah hadden we begrepen dat het zaak was om van daar uit goed op te letten en niet te fel naar rechts af te wijken. Zij hadden ergens de route kwijtgespeeld en vonden in deel 2 maar een behaakte relais. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan zonder enige aanwijzing in avontuurlijk, struikerig en relatief eenvoudig (5b) terrein. Binnen de kortste keren zaten wij dus ook relais te maken op friends en op goed geluk de wand te beklimmen. Na een fenomenaal spannende traversé, waaruit bleek dat ik mentaal echt goed zat, vond ik toch één boorhaak. Maar daarbij bleef het ook voor ons, en de overige 250 meter deden we volledig trad. Om 14 uur stonden we meer dan voldaan op het plateau van waar we terug wandelden. Als we geweten hadden dat we geen haken zouden vinden, waren we er waarschijnlijk niet eens aan begonnen. De lokale biertjes (waarvan ze er in Sicilië trouwens heel wat hebben) smaakten ons des te meer.
Dag vier sloten we af met de tradroute Marisa Mille Grazie (70 meter 5c). We werden nog getrakteerd op losliggende rotsblokken ter grootte van een diepvries, hagelbollen zo groot als olijven en verdomd scherpe cactussen. Fantastisch gewoon. In de namiddag wandelden we nog de Monte Cofano op en bezochten we het pittoreske bergtopklooster Erice (aanraders!). Ook voor gewone toeristen, wandelaars en levensgenieters is er dus vanalles te doen in Sicilië!
REISWIJZER Vervoer Vliegen met Ryanair op Trapani, 4 x per week en van daar nog een uurtje met huurauto. Op Palermo vliegen kan ook maar is iets verder rijden. Beste periode In lente en herfst kan je rond de 25°C verwachten. Rond kerstmis 14-18°, maar evengoed dus hagel. In de zomer is het te warm om te klimmen. Accommodatie Campings in de zomer, AirBnB of guest houses in de winter. In de winter waren er niet zo veel opties om uit te eten in het toeristische stadje. Als je de auto neemt, zijn er wel opties. Het klimcafé schijnt elke dag open te zijn. Moeilijkheidsgraad Talloze fantastische routes, voor alle soorten en maten van klimmers. Petzl heeft dit gebied “an area which in the very next years will become the most important international destination for crag climbing” genoemd! Topo “Sicily Rock” (ISBN 9783938680322) is goed, maar er zijn ook andere mogelijkheden. Er bestaat ook een topo waar nog meer Siciliaanse gebieden in opgenomen zijn. De topo beschrijft ongeveer 50 vierdegraads, 150 vijfdegraads, 350 zesdegraads en 300 moeilijkere routes.
33
Tekst Celien Souvagie / foto's Giacomo Longhi en Celien Souvagie
Cresta
Segantini Bekende alpinisten als
Cassin, Bonatti en Comici
kwamen hier tijdens hun jonge jaren klimmen...
34
Ten oosten van het Comomeer in de provincie Lombardia in Noord-Italië, ligt het massief van de ‘Grigne’. De groep Grigne maakt deel uit van de Orobische Alpen en bestaat uit de toppen Grignone (2410 meter) in het Noorden, en Grignetta (2177 meter) in het zuiden. Ondanks zijn bescheiden hoogte staat het massief bekend voor zijn panorama over de Noord-Oostelijke Alpen, met zicht op de Matterhorn, Monte Rosa, …, en bij helder weer zelfs de Duomo di Milano. De westflank van de Grigne is kaal en ruig, en daalt steil af tot aan het Comomeer. De oostflank wordt bedekt door bergweiden en dichte bossen, en langs de noordzijde nemen de hellingen de vorm aan van de gletsjerkom die er ooit lag.
Grigne De Grigne bieden tal van mogelijkheden voor bergsporters: wandelen, alta via, via ferrata, speleologie, rotsklimmen, alpinisme, … Maar vooral panorama waarin de Grigne liggen maken die activiteiten een stuk meer de moeite waard. Er zijn verschillende (bivak)hutten waaronder Rifugio Brioschi op de top van Grignone en Bivacco Ferrario op de top van Grignetta, waar men kan overnachten of verpozen. Verschillende van de routes op de Grigne werden geopend door de ‘Ragni di Lecco’ of ook ‘Ragni della Grignetta’, die in 1946 werden opgericht en op vandaag nog steeds wereldbefaamd zijn voor hun beklimmingen.
35
Grignetta Voor rotsklimmers en alpinisten biedt Grignetta veruit de interessantste beklimmingen. De flanken liggen bezaaid met torens, monolieten, en naalden waar een ontelbaar aantal ‘klassieke rotsroutes’ op zitten. Bekende alpinisten als Cassin, Bonatti, Comici kwamen hier tijdens hun jonge jaren al klimmen. Naast het beklimmen van de torens, zijn er ook verschillende manieren om de top van Grignetta te bereiken. De eenvoudigste manier is via de Cresta Cermenati, de normaalroute (E, 877m).
36
Daarnaast zijn er de Sentiero Cecilia (EE, 580m) die aan de hoger gelegen Rifugio Rosalba start, en de Sentiero Direttissima (EEA, 1000m). Vervolgens zijn er nog twee graten die tot aan de top leiden. De eerste is de Cresta Sinigaglia (EEA, 894m) die iets meer ‘exposed’ is dan de voorgaande routes, maar op enkele passages ook afgezekerd is. Maar de mooiste route is ongetwijfeld de Cresta Segantini (PD+, 1050m), een alpiene rotsgraat van 500 meter lengte die zich langs verscheidene torens naar de top begeeft.
Cresta Segantini
REISWIJZER
De Cresta Segantini is een klassieke alpiene route die ondanks zijn relatief beperkte hoogte toch het karakter heeft van een hooggebergte beklimming.
Beste periode De Cresta Segantini kan het hele jaar door beklommen worden (mits aangepast materiaal in de winter)
De route is eerder bescheiden qua niveau (PD+, III), maar is vooral omwille van zijn lengte toch niet te onderschatten. De mooie ligging en het slingerende verloop van de route maken de beklimming absoluut de moeite waard. Sommige passages zijn eerder ‘luchtig’, maar hier en daar is (beperkte) behaking voorzien. Rode markeringen zorgen ervoor dat de route makkelijk gevolgd kan worden.
Vervoer Lecco ligt op 9u rijden/900 km van Brussel. Andere mogelijkheid is vliegen vanuit Charleroi naar Bergamo. Van daar is het nog 50 min rijden/40 km naar Lecco.
De start van de route ligt aan Piani dei Resinelli, een plateau op 1250 meter, gelegen langs het Comomeer. Vanaf daar zijn er twee mogelijkheden om in de richting van ‘de cresta’ te gaan: ofwel via de Sentiero delle Foppe (E/EE) ofwel via de Sentiero della Direttissima (EEA). De eerste legt een makkelijker maar iets langer traject af, via Rifugio Rosalba. De laatste is iets technischer, maar pikt ook hoger in op de graat. Beide routes leiden naar de Colle Valsecchi op 1898 meter, de eigenlijke start van de graat. De graat zelf bestaat uit een opeenvolging van zeven torens die men afwisselend beklimt en rappelt (of afklimt). Doordat de route zowel langs de noord- als de zuidzijde van de torens loopt, variëren de omstandigheden continu. Via de rode bollen die her en der zijn aangebracht is het relatief eenvoudig om de route terug te vinden. Het niveau ligt nooit hoger dan III, de grepen zijn goed, en de kwaliteit van de rots (kalk) is excellent. De moeilijkste passage van de route (III+/ IV-) ligt net voor de top, en is aangeduid met een zwarte pijl en het woord ‘summit’. Men kan deze passage wel omzeilen door rechtsom te gaan en in te pikken op de Cresta Cermenati die eveneens naar de top leidt. Kenmerkend voor de top van Grignetta is zeker de Bivacco Ferrario, een ‘blikken doos’ die als noodbivak dienst doet. Het uitzicht vanaf de top over alle aanliggende toppen en meren is zonder meer overweldigend. Om af te dalen zijn er verschillende mogelijkheden, maar de eenvoudigste manier is via de de Cresta Cermenati (de normaalroute). Deze brengt je in 1u30 terug naar Piani dei Resinelli.
Accomodatie Overnachten in Piani dei Resinelli is ideaal om vroeg aan de beklimming te kunnen beginnen. Er is een camping, enkele B&B, en een rifugio. Lecco biedt ook heel wat mogelijkheden, maar reken toch een half uurtje om naar de start van de route te rijden. Piani dei Resinelli biedt voldoende parking. Je kan hier zonder problemen je auto kwijt, en meteen starten aan de beklimming. Materiaal Touw van 60m (rappels van 30m), 6 setjes Totale duur +/- 6u Topo's www.trekking-etc.it, summitpost.org Andere mogelijkheden Het gebied rond het Comomeer (Lario) biedt heel wat mogelijkheden voor bergsporters zoals sportklimmen, bergwandelen, sneeuwschoenstappen, (toer)ski, alpinisme, …
Pagina 34: Cresta Segantini (Longhi) Pagina 35: : Grignetta vanaf Grignone (Longhi) Pagina 36: Zicht vanaf Grignetta (2 x Souvagie) Pagina 37: Comomeer vanaf Grignetta (Longhi)
37
Tekst en foto's Arne Monstrey
GTA Grande
Traversata delle Alpi
Uitkijken over de Po-vlakte die bijna 4000 m lager ligt...
38
De Grande Traversata delle Alpi is een prachtig lange afstandspad van ongeveer 1.000 kilometer lang. Het voert je in 55 à 65 etappes mee van de hoogste alpentoppen tot aan de Middellandse Zee. Het begin- en eindpunt zijn in de loop der jaren meermaals aangepast, maar ondertussen vertrekken de meesten aan een punt vlakbij de Nufenenpas in Zwitserland: met name de 'Alpe di Cruina' op 2.033 meter hoogte. Eén van de redenen hiervoor is dat de tocht zo bijna niet langer kan worden, aangezien je in het uiterste noordoosten van Piëmonte vertrekt. Een andere goede reden is dat je er gemakkelijk met het openbaar vervoer geraakt. Eindigen gebeurt normaalgezien in Ventimiglia. Een droom van een dorp aan de Middellandse Zee, omringd door palmbomen en groene heuvels, met de Alpi Marittime niet eens zo ver weg.
V
eel mensen zal je hier sowieso niet tegenkomen. Daar gaat zijn bekendere buur de GR5 mee lopen. Deze Grande Randonnée is nog veel langer. Ze vertrekt immers aan 'de Hoek van Holland' en steekt nadien de Ardennen, de Vogezen en de Jura over alvorens aan te komen aan het meer van Genève en vandaar doorheen de Westelijke Franse Alpen zijn weg te vervolgen tot aan la Méditerranée. De GR5 komt trouwens toe in Menton, de Franse variant van Ventimiglia, dat net over de grens ligt. Waar de GR5 elk jaar meerdere honderden mensen te verwerken krijgt, die het stuk doorheen de Alpen stappen, ziet de GTA er slechts enkele tientallen passeren. Het opzet was nochtans hetzelfde. Om de leegloop van de valleien en de exodus van de lokale bevolking tegen te gaan, werd een plan bedacht om een Italiaanse tegenhanger van de Franse GR5 te maken. En zo werd de Grande Traversata delle Alpi geboren. Ze is echter nooit zo beroemd geworden, maar daar kunnen wij als wandelaars alleen maar van profiteren! Buiten de totale afwezigheid van massatoerisme, zijn er nog enkele andere verschillen op te merken. slow food Het belangrijkste is misschien wel het feit dat je bijna elke dag begint en eindigt in een dorp in plaats van een berghut. Je zou dit misschien jammer kunnen vinden, maar het brengt best wel wat voordelen met zich mee. Je kunt immers met een lichtere rugzak op stap en net iets vaker een warme douche nemen om je vermoeide spieren te doen ontspannen. Elke dag opnieuw word je oprecht welkom geheten door de lokale inwoners. De bewoners van deze verloren valleien zien je maar wat graag komen. Aangezien deze streek in de loop der geschiedenis vaak van Italiaanse naar Franse en weer terug naar Italiaanse handen is gegaan, spreken velen van hen ook een mondje Frans.
39
De grootste troef is echter de lokale gastronomie. Het is immers hier dat eind de jaren '80 de zogenaamde 'Slow Food'-beweging is begonnen. Bewust proeven en eten, met verse en lokale ingrediĂŤnten, een correct en 'menselijk' omgaan met de dieren die een groot deel van je eten verschaffen en met respect voor de traditionele keuken. Elke dag opnieuw, krijg je dus de kans om heerlijk te eten. En dat voor werkelijk heel weinig geld. Slapen gebeurt meestal in een 'Posto Tappa'. Dit kan een gewoon hotel zijn, maar net zo vaak een kleine familiale Bed & Breakfast. Sommige maken zelfs deel uit van een boerderij. In de plaatsen waar geen hotels voor handen waren, werden bij het ontwerp van de route slaapplaatsen voorzien in oude schoolgebouwen of leegstaande gemeentehuizen. Soms slaap je zelfs in een klooster. Het aanbod is zeer gevarieerd en elke dag opnieuw een aangename verrassing. Alles draait hier om een duurzame, bescheiden en alternatieve vorm van toerisme. De meeste paden waarover je wandelt, fluisteren geschiedenis. Het zijn oude handelspaden waaroverheen met ezels tonnen zout werd vervoerd, smokkelwegen die meerdere oorlogen gediend hebben om illegale goederen en mensen de grens over te krijgen, het zijn jachtpaden, speciaal aangelegd voor Italiaanse koningen, er zitten militaire wegen tussen en ook kleine kasseiwegen die door de eeuwen heen de enige verbinding vormden tussen vele kleine gehuchten en boerderijen.
40
vergezichten Een laatste groot verschil aan deze tocht is dat het uitzicht naar het oosten leegloopt in de Po-vlakte. Vaak, als je 's ochtends de Bergen in stijgt, zal je in het oosten een deken van wolken onder je voeten zien liggen. Elke dag opnieuw krijg je dus schitterende vergezichten te zien. Omdat de Po-vlakte bijna 4.000 meter lager ligt dan de hoogste Italiaanse toppen, heb je hier heel vaak schitterende panorama's, zowel aan je voeten als hoog in de lucht.
dagboekgragmenten Zelf stapte ik ondertussen alweer tien jaar geleden enkele stukken van de GTA, toen ik over de Via Alpina de Alpen overstak van Slovenië naar Monaco. Graag deel ik hier nog enkele dagboekfragmenten: 10/09/2008 dag 120: Rifugio Arlaud - Usseaux (P'zit Reï)
Als ideaal hulpmiddel om deze tocht voor te bereiden, kan ik je de Rother wandelgids over de GTA aanraden. Deze is zodanig opgevat dat de meeste etappes min of meer per week gegroepeerd zijn. Bovendien hebben de auteurs voor jou reeds uitgezocht hoe je met het openbaar vervoer bij elk van deze begin- en eindpunten geraakt. Verder staat het boek vol prachtige foto's. Het enige nadeel is dat je bij het lezen van deze pagina's een onweerstaanbare drang zult voelen om te vertrekken. En dat gaat nu eenmaal moeilijk als papa van twee dochters. Hoewel, 55 dagetappes? Dat moet te doen zijn tijdens een zomervakantie...
"Na het geweldig formidabele avondmaal van gisteren zijn we als roosjes in slaap gevallen (gegrilde aubergine, een paprika/roomkaasje, quiche, everzwijnragout, polenta, bladerdeegroulade met gedroogde vruchtenvulling en thee, mmmm!)" "Usseaux heeft veel muurschilderingen op de huizen. Mooi. Gezellig dorpje hier. Vlak naast Fénestrelle, het grootste fort van Europa! En de hut hier is superfijn, met een keukentje. De meneer van de gîte kwam nog een praatje maken en vond het toch wel heel stoer wat we deden. Daarjuist toen ik mijn tandjes ging poetsen heeft hij ons nog een pin van de gîte en een hangertje van Occitanië gegeven, als geluksbrenger, da's keilief!" 11/09/2008 dag 121: Usseaux - Balsiglia "1.380 meter stijgen en 1.450 meter dalen... in de regen... En toen was daar ineens Balsiglia! Zowel in Rifugio Arlaud als gisteren hadden ze ons al gezegd dat het hier gesloten was. We hadden al zo half en half een deal gemaakt dat we, eens hier, de mensen van Didiero gingen bellen (nog eens twee uur verder) en dat die ons dan met de jeep hier gingen komen oppikken. Eens hier aangekomen vonden we twee papiertjes. Eén waarop stond dat de Posto Tappa enkel open was in juli en augustus en een ander die zei dat hij open was... En inderdaad, de deur was niet op slot! Wat een paradijs! Een keuken vol eten, een koelkast vol eten en drank (wijn!), alles heel proper, warme douches, een WC, bedden... En dan vragen ze 15 euro per persoon voor alles, graag eerlijk te deponeren in een doosje. Wat een service!!! De goedheid van de mens zal ons blijven verbazen."
41
Tekst Lisa Viane / foto's Laura Van Brussel, Linda Schippers en Jimmy Gysens
Canyoning in de Piemonte Het kleine broertje van Ticino...
42
Tekst Reginald Roels
Piemonte, een streek die voor velen onbekend is. Gelegen in Noord-ItaliĂŤ, vlakbij de Zwitserse grens, kan de regio gezien worden als het kleine broertje van Ticino, een waar canyonwalhalla. Ben je nog niet helemaal klaar voor de zware canyons in Ticino of wil je graag eens een rustigere canyon doen tijdens je Ticinotrip? Hier volgen de toppers van deze streek.
43
44
Isorno
Rasiga (inferior)
De Isorno (finale) is een ‘must do’ als je in Verbania bent. Met een gemiddelde duurtijd van 2u30min is deze zowel geschikt voor beginnende als gevorderde canyoneers. Bij deze canyon zie je ook overduidelijk dat je niet ver van Ticino zit: bijna de hele canyon is een smalle kloof, waarbij de rotsen mooi afgevlakt zijn. Na een eerste rappel van 14 meter komt er een stuk met glijbanen en sprongen. Daarna is het tijd voor het zwaardere werk: een rappel van 28 meter, gevolgd door een rappel van 15 meter waarbij je deels door de waterval heen rappelt. Daarna volgen nog een rappel van 18 en 12 meter. Opgelet: deze canyon eindigt bij een dam. Aan de linkerkant kan je omhoog klimmen. Er zijn niet veel ankerpunten, dus het is aangewezen om een ervaren klimmer als eerste te laten gaan, zodat die een touw kan spannen voor de anderen. Hierna loop je over de dam en kan je via ladders en trappen terug in de bewoonde wereld komen.
Het is iets avontuurlijker om aan het begin van deze canyon te geraken: een goed evenwicht is handig wanneer je over buizen moet lopen… Deze smalle canyon is minder mooi uitgeslepen dan de Isorno en ligt bij open stukken ook veel meer tussen de bomen. Toch zorgt de afwisseling tussen sprongen, rappels en glijbanen ervoor dat dit echt een leuke canyon is. Wie wil kan na het eerste smalle stuk de canyon verlaten.
Mondelli (intermedio)
Val Bianca
Canyoneers die van een canyon met afwisseling houden, zijn hier aan het goede adres. Zowel qua technieken (sprongen, glijbanen en rappels) als qua vorm (van heel open tot iets nauwer) biedt deze canyon veel variatie. Op sommige plaatsen is het iets moeilijker om te installeren, maar dat mag de pret niet drukken. Canyoneers die van een langere canyon houden, kunnen na deze intermedio (afdaling van ongeveer drie uur) ook nog de inferior doen. De totale afdaling neemt dan ongeveer 7 uur in beslag. Alhoewel de intermedio het mooiste stuk is, moet de inferior zeker niet onderdoen.
De Val Bianca is een ideale canyon voor de eerste dag. De afdaling duurt in totaal ongeveer drie uur, maar er lopen verschillende wandelpaden langs of over de canyon waardoor je de canyon op veel momenten kunt verlaten. Indien er veel water in de canyon staat, kan je op veel plaatsen glijden. Het hoogtepunt zijn echter de laatste rappels: na een smaller stuk kom je op een open stuk met zicht op de vallei. Drie rappels komen vlak na elkaar, waarbij je vanaf de laatste al de auto langs de weg ziet staan. Doordat deze canyon zuidgericht is,
Durvers dalen echter verder de rappel van 68 meter (50+18) af. Hierna is het wat zoeken naar de uitgang: de beste optie is om bij het samenvloeien van twee rivieren de andere rivier stroomopwaarts te volgen tot aan de dam. Vlak voor de dam loopt er een klein, steil pad tot op de parking.
kan je tijdens het afdalen vaak heerlijk van het zonnetje genieten.
Kampeertips Vlak bij het dorpje Feriolo, in de buurt van Gravellona Toce, liggen enkele campings aan het Lago Maggiore. Wanneer je hier je tent opslaat, is het meestal drie kwartier à een uur rijden tot aan de canyon. Je kan ook in een van de zijvalleien kamperen, maar dan mis je natuurlijk het wondermooie Lago Maggiore én zit je verder van winkels en restaurants verwijderd.
Foto pagina 42 - 43: Isorno Foto pagina 44: Rasiga Foto pagina 45: Installeren met een view
45
De zomer komt eraan, de Alpen roepen ons. Voor velen onder jullie was het misschien al zover tijdens de talrijke verlengde weekends. Maar alvorens het seizoen echt van start gaat, hier een opfrissing in weersvoorspelling in de bergen. We gaan hierbij niet diep in op de theorie van de meteorologie, maar geven enkele basisregels mee betreffende het weer in de Alpen. Vergaard van wat we met Mount Coach 7 tot nog toe leerden, hier een korte praktijkles.
De basis van het weer Ons dagelijkse weer wordt gevormd door 5 basiselementen: luchtdruk, temperatuur, wind, neerslag en wolken. Elk van deze elementen staan hier niet op zichzelf maar werken synergisch. Dit maakt weersvoorspellingen tot een ondankbare job. Luchtdruk Allereerst is er luchtdruk. We spreken van hoge luchtdrukgebieden (H op weerkaart) en lage luchtdrukgebieden (L op weerkaart). Hogeluchtdrukgebieden brengen stabiel weer, mooi in de zomer en nevelig in de winter. Lageluchtdrukgebieden brengen wisselvallig weer. Hiertussen bevinden zich zones van ‘vlakke druk’, in de praktijk gepaard gaande met wolken, wind en eventueel onweer. In lagedrukgebieden draaien fronten zich rond (in tegenwijzerzin). Er zijn drie soorten fronten: koudefronten (blauwe driehoeken), warmtefronten (rode halve manen) en occlusiefronten (paars). In een warmtefront glijdt de aankomende warme lucht over de ‘zwaardere’ koude lucht. De warme lucht koelt hierbij af en condenseert: het begint te regenen. In de tweede instantie wordt het warm. Het koudefront ontstaat door een hevige luchtdrukdaling. Er zijn kortstondig buien en wind, hierna volgt afkoeling. Koudefronten bewegen zich sneller en kunnen zo warme fronten inhalen. Hierbij onstaat een occlusiefront.
46
De luchtdrukverschillen worden aangegeven met isobaren. Hoe dichter de isobaren bij elkaar staan, hoe meer wind (vergelijk: hoe dichter de hoogtelijnen, hoe steiler). Diegene onder jullie met een hoogtemeter kunnen aan de hand hiervan inschatten of de luchtdruk daalt of stijgt. Bij het verblijven op constante hoogte (bijvoorbeeld in het basiskamp), daalt de hoogte aangegeven op de hoogtemeter wanneer de luchtdruk stijgt. Omgekeerd stijgt de hoogte op de hoogtemeter als de luchtdruk daalt. Het stabiel blijven van de aangegeven hoogte, en dus van de luchtdruk, betekend dat het weer niet plots zal omslaan. Bij een sterke luchtdrukval (en dus hoogtestijging) is er slecht weer op komst. Bij een luchtdruktoename (en dus hoogtedaling) is er goed weer op komst. Temperatuur Hier geldt: voor elke 100 meter omhoog, daalt de temperatuur met 0,65 graden Celsius. Eenvoudiger gerekend, voor elke 300 meter erbij, wordt het 2° kouder. Aanvullend nog een kleine heropfrissing voor de winterliefhebbers onder jullie: de nulgradengrens is niet gelijk aan de sneeuwgrens. De sneeuwgrens kan tot 200 meter lager liggen bij lichte sneeuwval, en tot 1000 meter lager bij zware neerslag.
Praktische meteorologie Tekst Amelie Gistelinck / foto Paul Gilmore en Dave Robinson
Wind
Neerslag
Eerst en vooral zijn er de hoogtestromen. Hier volgt een tip voor de mensen onder jullie zonder hoogtemeter. Aan de hand van de verticale windrichting kan je het type drukgebied herkennen. Kijk hiervoor naar de draairichting van de bovenste wolkenlaag tov de onderste wolkenlagen. In het noordelijke halfrond draait de wind bij een lagedrukgebied tegenwijzerzin (naar links); bij een hogedrukgebied draait de wind in wijzerzin. Op het zuidelijke halfrond is dit omgekeerd.
Als het weer nederslaat, is het voor de bergbeklimmer reeds te laat. Zie dus de tips bij alle andere elementen om dit te voorkomen.
De lokale windstromen in de bergen kunnen we opdelen in dalwind en bergwind. Dalwind ontstaat vooral ‘s zomer in de ochtend en stroomt vanuit het dal bergopwaarts. Bergwind stroomt bergaf. Als een dalen bergwind op regelmatige basis kan worden waargenomen, is er een hogedrukgebied op komst. Hier kunnen we dus spreken van een ‘mooi-weer-teken’. Bij sterke avondwinden, nachtelijke winden of wind uit het (Zuid-) Westen, is het opletten geblazen, hier is slecht weer op komst. Zwakke wind op hoogte duidt dan weer op een hogedrukgebied in aantocht, en dus mooi stabiel weer.
Wolken Wolken kunnen worden opgedeeld naargelang hoogte. Deze opdeling is ook nuttig om bovenstaande tip te kunnen toepassen (zie: wind en hoogtestromen). Voorbeelden van hoge wolken zijn cirrus, cirrocumulus en cirrostratus. Cirruswolken, ook wel de fluwelen penseelstreken van Van Gogh, staan aan de hemel bij mooi weer: Echter indien deze cirrus aandikken, zit er een weerverslechtering in de komende dagen. Ook wanneer een ‘halo’ rond de zon gezien wordt, zal het met grote waarschijnlijkheid de volgende dag regenen. Middelhoge wolken bevinden zich tussen 2 en 7 km hoog, zoals de altocumulus en de altostratus. De altocumulus wolk ontstaat in de vroege ochtend. Oftewel verdwijnen ze in de loop van de dag door inwerking van de zon, oftewel blijft deze hangen en duiden ze op onweer. Altostratus wolken duiden op een aankomend warmtefront. De lage wolken zijn de stratuswolken. Het is vooral opletten geblazen als cumuluswolken zich in de loop van de dag ontwikkelen. Bij groei in de hoogte ontstaat dan met name de cumulonimbus oftewel de onweerswolk. Bij een horizontale evolutie ontwikkelt de cumulus wolk zich in stratocumulus wolk, die lichte regen brengt. Tenslotte is er nog de typische ‘föhnwolk’, de altocumulus lenticularis. Deze ontstaat aan de lijzijde en brengt vaak slecht weer met zich mee.
Bronvermelding: - Sanne Bosteels' persoonlijke schatkist aan kennis - http://www.wetterkursus.de/Metartikel.pdf - http://www.meteoswiss.admin.ch/content/dam/meteoswiss/de/service-und-publikationen/Publikationen/doc/Web_Wetterlagen_DE_low.pdf - Wikimedia Foundation, Inc. - Yashin Ver Donck
47 47
12 uren van Durnal Na 3 succesvolle edities (2015-2016-2017) lanceert de Klim- en Bergsportfederatie, samen met de Club Alpin Belge en de Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging de vierde editie van de klimchallenge: 12 uur van Durnal. De uitdaging? Slaag jij erin om samen met je klimpartner duizend hoogtemeters te klimmen binnen 12 uur tijd? Afgelopen edities slaagde amper de helft van de deelnemers in deze opdracht! Mag het iets meer zijn? Hardcore rotsklimmers gaan voor de ultieme uitdaging: het klimmen van Ă lle 66 routes in het massief (goed voor 1562 meter) binnen 12 uur tijd.
15 sept 2018 Klimchallenge: 12 uur van Durnal De uitdaging? 1000 meter klimmen in 12 uur tijd!
Inschrijven: www.kbfvzw.be vanaf de start van de zomervakantie
Toptijd voor alle 66 routes: iets meer dan 10 uur! Doet jouw touwgroep beter?
Het weer in Europa
Het weer in de Alpen
Het weer in Europa wordt bepaald door de straalstromen, grote windstromen die van west naar oost verlopen. De twee belangrijkste voor ons zijn de polaire straalstroom en de subtropische straalstroom. Een straalstroom brengt lagedrukgebieden en bijhorende fronten met zich mee. Gaat de straalstroom noordelijk aan ons voorbij, heersen er warme temperaturen, eventueel een onweder met zich meebrengend. Indien de straalstroom zuidelijk van ons voorbijraast, is het kouder en natter.
De Alpen vormen het overgangsgebied tussen de vochtige Atlantische lucht en het Euraziatische landklimaat. Vier hoofdstromen bepalen hier het weer. De westwind, de Bise, de zuidelijke Föhn en de noordelijke Föhn.
Soorten wolken
De westwinden - Ontstaat wanneer lagedrukgebied vanuit het westen komt; - Meerdere dagen lang aanhoudend; - Brengt eerst een warmtefront met zich mee, hier volgt een warmtesector, dan een koudefront en tenslotte koude lucht. Bise - Ontstaat wanneer een hogedrukgebied uit het noordoosten op een lagedrukgebied in het zuiden botst; - Betekent vooral veel wind; - ‘s Zomer is het droog en warm, ‘s winters is er nevel op hoogte Zuidelijke Föhn - Ontstaat bij collisie van een hogedrukgebied in het zuiden met een lagedrukgebied in het noordwesten - Veel wind vanuit het zuiden - Wolkendek in het zuiden met regen Noordelijke Föhn - Ontstaat door samenkomst van een hogedrukgebied in het westen met een lagedrukgebied in het noordoosten - Wolkendek in het noordoosten met regen
Kort samengevat: de tips -
opstijgende nevel= regen dalende nevel = helder Rode lucht ‘s avonds = mooi weer Rode lucht ‘s ochtends = slecht weer Cumulus ontwikkelt verticaal = onweer Cumulus ontwikkelt horizontaal = regen Verdwijnen van wolken in de loop van de dag = mooi weer Hogedrukgebied = lange lichte regen Lagedrukgebied = korte zware regen luchtdruktoename oftwel hoogtedaling op hoogtemeter = mooi weer - Regelmatig dal- en bergwinden = mooi weer - Sterke avondwind = slecht weer - Nachtelijke wind = slecht weer - Wind uit (zuid-)westen = slecht weer - Zwakke hoogtewind = mooi weer - Halo = slecht weer - cirrus = mooi weer - verdichten van cirrus = slecht weer
49
Tekst Koen Hauchecorne
La Dalle du
Beaupère teAnhée
50
Tekst Reginald Roels In 1997 wint Jan Ulrich de Tour de France, verongelukt prinses Diana, sluit Renault Vilvoorde en worden alle koeien gek. Op het einde van datzelfde jaar verneemt de toenmalige Vlaamse Bergsportfederatie dat in de gemeente Anhée een terrein te koop is dat bestaat uit 4 percelen met een oude steengroeve, een vervallen industrieel gebouw en ook een woonhuis. De totale vraagprijs: 6,2 miljoen oude Bfr (ong 155 000€). De federatie koopt slechts één perceel: na de nodige inforondes, het contacteren van de clubs en het inschakelen van een notaris lijkt dat de beste oplossing. Medio 1998 volgt daartoe een bod van 1,1 miljoen Bfr (27 500€).
M
aar pas op met voormalige steengroeves! Een wakkere geest ontdekt dat het immobiliënkantoor dat voor de privé-eigenaar de verkoop regelt, een verkeerde voorstelling heeft gegeven van de grenzen van het terrein. Daardoor valt een flink deel van de rotsen buiten het geviseerde perceel! Twee jaar van juridisch gehakketak zijn het resultaat, waarna eind 2001, nog net vóór de EURO in voege gaat, de (ondertussen geconfedereerde) Vlaamse Bergsport- en Speleologiefederatie het perceel aankoopt voor een bedrag waar beide partijen zich kunnen in vinden. De eerste grove kuiswerkzaamheden starten een jaar later. Maar nog andere krachten gaan hindernissen opwerpen. In 2003 (ruim te laat) reageert de Waalse regering op Europese aanmaningen met het uitbrengen van haar decreet op de milieuvergunningen. Van de massieven van Yvoir, Mozet, Durnal en Pont à Lesse is de VBSF op dat moment al huurder (Hotton is al langer eigendom), er wordt daar al druk geklommen. Deze massieven krijgen dus voorrang bij de milieuvergunningsaanvragen, zodat ze beklimbaar blijven. Anhée is dat nog niet, en er moet ook geen huur betaald worden. Voor de vergunningsaanvraag blijft daar geen tijd over. Bovendien dreigt de federatie in 2007 flink getaxeerd te worden voor het vervallen industriële gebouw op het perceel. Dat dient op korte termijn te worden hersteld en afgesloten. Na de fusie, in 2009, tussen VBSF en BAC, wordt er zelfs aan gedacht het terrein terug te verkopen, een plan dat gelukkig niet doorgaat. Omdat ondertussen ook de massieven te Flones en Comblain-la-Tour gehuurd worden, waarvoor ook weer vergunningen nodig zijn, moet Anhée opnieuw wachten…Tot uiteindelijk eind 2014 de taaie en saaie aanvraagprocedure kan starten, die begin 2016 een positief gevolg kent. Na deze kruistocht van bijna twee decennia dient nog één detail ingevuld te worden: het poetsen van de rotsen en omgeving, en het inrichten van de routes. Een klus die het BRT-team van de Bergsport Provincie Antwerpen voor haar rekening neemt.
51
Vernieuwde en uitgebreide klimafdeling
L A PA SS
D
IO
N
AN S L ' ÂME
NIEUWE WEBSITE: www.avventura.be www.avventura.be
klim- en alpineweek 52
15 - 24 juni
KBF-leden 10% korting
Gent - St-Amandstraat 20 • 09 223 37 92
techdeals 22 - 31 juni
solden
vanaf 30 juni
Anhée
Recept van de topchefs van bpA (massief geschikt voor ong. 20 personen) Men neme een voormalige steengroeve. Besteed meerdere winterse dagen aan het wegzagen en –hakken van het kreupelhout en de jonge bomen op de vlakte vóór de rotswand. Verwerk deze in een omheining, of construeer er zitbanken mee. Inspecteer daarna deze vlakte minutieus op exoten zoals bvb de fluweelboom. Verwijder scheuten daarvan met de hand (draag handschoenen, want het sap irriteert de huid!). Doe dit zorgvuldig, besteed er desnoods meerdere dagen aan. Reinig de rotswand zelf grondig en ontdoe die van meerdere tientallen tonnen losse stenen en aarde. De stenen kan je eveneens in de omheining verwerken. Zorg dat de voet van de rotswand gemakkelijk toegankelijk wordt door er met veel graaf- en hakwerk een houten trap aan te leggen. Monteer 131 broches en 24 standplaatsen op de wand, nadat je de plaatsing ervan zorgvuldig hebt gecontroleerd. Werk het geheel af met de bladblazer.
Topo Dalle du Beaupère
Dien, na een slordige 200 dagen vrijwilligersinzet (vooral rotswerkersgroep BPA) het klimmassief op. Zorg uiteraard voor een aantrekkelijke menukaart/topo.
Nieuwe topo Anhée - uitgave 2018
Anhée Editie/Édition 1 (2018)
Prijs: 8 € Deze en andere topo's te bestellen via webshop: www.kbfvzw.be > webshop
volg ons op facebook Het Belgian Rebolting team zorgt voor de inrichting en het onderhoud van de KBF-massieven en heeft momenteel 10 teams. Ben je geïnteresseerd om mee te werken? We verwelkomen je met open armen! Contacteer rotsklimmen@kbfvzw.be of vraag ernaar in je club.
53
Tekst en foto's Nanette Laevaert
Samen kunnen we rotsen verplaatsen Collectieve werkdag Maizeret
54
Tekst Reginald Roels
Het is een koude ochtend in maart wanneer een groep moedige rotskuisers zich verzamelt in Maizeret. Het gehuchtje aan de Maas, niet ver van Mozet, is op dat moment nog gehuld in volledige stilte. BVLB is de organiserende club van dienst voor deze collectieve KBFwerkdag, en kersvers ex-voorzitter Walter De Bruyne verwelkomt alle deelnemers uitbundig met een warme glimlach en een tafel vol croissants, vers van de bakker.
I
n de ochtendzon verwarmen de aanwezige enthousiastelingen zich aan het kampvuur. Bijna alle clubs van het Belgian Rebolting Team (BRT) zijn goed vertegenwoordigd, maar ook de andere deelnemers staan te popelen om aan de slag te gaan. Na het smakelijke welkomstonbijt is het tijd voor het echte werk. In Maizeret is nog heel veel ruw opkuiswerk nodig, en het is vooral de meest linkse sector die vandaag onder handen zal worden genomen. BRT-verantwoordelijke Kobe Bellinckx geeft ook nog een kort woordje uitleg, en al snel worden de werkgordels aangetrokken en de touwzakken verdeeld. Het merendeel van de groep trekt naar het plateau aan ‘Moria’. Als je door het bos via het paadje naar boven komt, merk je meteen de scenische vergelijking met de film waar deze sector zijn naam aan dankt. Het is hier dat het groffe kuiswerk van de dag plaatsvindt. Gretig kegelt het kuisteam hier de hele voormiddag bomen en rotsblokken naar beneden. Geregeld klinken de oohs en aahs luid tot aan de andere kant van het massief. Het groepsgevoel en de samenhorigheid zijn duidelijk sterk aanwezig! Fingerspitzegefühl Naast het ruwe werk is er ook plaats voor de nodige vorming. Zowel in de ochtend als in de namiddag is er een sessie. De nieuwkomers worden getrakteerd op de deskundige uitleg van Bies; een krak met boor- en lijmmateriaal. Eerst worden de deelnemers even getest op hun kunde en kennis van de knopen. Na enige aarzeling heeft iedereen de paalsteek, vlinderknoop en negenknoop in de vingers en kan het betere demonstratiewerk beginnen. Bies haalt de boormachine boven en het is duidelijk dat er al enkelen staan te trappelen om zelf aan de slag te gaan. Als snel blijkt dat het helemaal niet zo simpel is als de pro’s van BRT het doen uitschijnen. Allereerst is het belangrijk om loodrecht in de rots te boren, iets dat de anciens al grimassend benadrukken: “Boren duurt soms lang, het is belangrijk dat je comfortabel hangt … iets dat in een overhang niet altijd evident is.” Daarnaast moeten de haken ook worden ‘verzonken’: kleine inkepingen worden in de rots geboord boven en onder het gat waar de haak in zal worden geplaatst. De eerste enthousiasteling merkt dat die verzinking boren geen vanzelfsprekendheid is, en dat het enig fingerspitzengefühl vraagt om de boormachine niet van de rots te laten schieten. Na het boren komen een blaasbalg en een smal borsteltje van pas om het boorgat stofvrij te maken zodat we met de tweecomponentenlijm aan de slag kunnen. Die lijm begint meteen te werken, dus doorgaans worden eerst alle gaten geboord en kan daarna alles worden gelijmd. Bovendien worden er daardoor vaak verschillende routes naast elkaar worden geëquipeerd zodat de lijm kan worden doorgegeven van de ene rotskuiser naar de andere. Na ruim anderhalf uur zitten de haken muurvast en test de kuiser zijn route uit. “Het is bijna onmogelijk om er dan een moeilijkheidsgraad op te plakken,” geeft Bies nog mee. “Op dat moment heb je de route al zo vaak geklommen en kan je praktisch blindelings naar boven. Daarom hechten we zeker belang aan de mening van medeklimmers.”
55
Evolutieleer Net zoals in andere aspecten van het klimmen, zijn er ook in het rotsbeheer sprake van verschillende evoluties. De meest prominente daarvan is het aanpassen van de standplaatsen. De ketting die vaak een welkom zicht bood bovenaan een route zal geleidelijk aan uit het klimlandschap verdwijnen. De standplaats – ons ook wel beter bekend als relais - zal in zijn huidige vorm zal in de toekomst vervangen worden door twee haken in inox, met daar twee maillons aan bevestigt die eveneens uit inox zijn vervaardigd. De ketting zal worden weggelaten omdat ze heel gevoelig is aan contacterosie en het neemt te veel tijd en budget in beslag om ze telkens opnieuw te vervangen. De beschikbare opties van fabrikanten voldoen voorlopig niet aan de door het rotsbeheer gestelde eisen, maar ontwikkelingen worden wel op de voet gevolgd. Zeker ook nu het aantal massieven waar de rotskuisers actief zijn, toeneemt, is er nood aan een veilig en onderhoudsvriendelijk systeem van standplaatsen. Dat wil niet zeggen dat meteen alles moet worden vervangen, het huidige materiaal beantwoordt immers wel aan alle veiligheidsvoorschriften. Geleidelijk aan zullen per massief, en per sector, de veranderingen worden toegepast. De klimscholen geven in hun cursussen ‘Klimvaardigheidsbewijs 3’ bovendien al opleiding tot het ombouwen van een standplaats, dus in essentie verandert er voor de klimmers niet veel.
56
Niet alleen op gebied van materiaal zijn er wijzigingen, ook in de opbouw van routes is er een evolutie gaande. Tegenwoordig is er een grotere tendens om alle haken in een rechte lijn te zetten. Ook staan ze dichter bij elkaar, zo licht Bies toe: “Beter een haak meer dan minder. We maken routes voor sportklimmers, en niet voor macho’s!” Met ecodagen zoals die van vandaag in Maizeret willen de rotskuisers ook enkele praktische problemen aankaarten die bij hun werk komen kijken.
“Boren duurt soms lang, het is belangrijk dat je comfortabel hangt… in een overhang is dit niet altijd evident..." “Ook al komen er steeds meer enthousiastelingen bij, de groep BRTvrijwilligers blijft beperkt, net zoals het aantal dagen per jaar dat we effectief kunnen kuisen,” licht Bies verder toe. Gemiddeld gezien is er per club slechts een georganiseerde dag per maand dat de Ardense rotsen onder handen worden genomen. Tel daar bij dat de temperaturen tijdens de wintermaanden niet ideaal zijn om haken te plaatsen, maar ook tijdens de zomer is het vaak niet optimaal werken.
Ontploffingsgevaar Rond het middaguur lokt de geur van warme soep de ganse groep naar beneden, en wordt er dankbaar gepauzeerd in de aangename middagzon. Dan pas wordt duidelijk hoe veel aanwezigen er zijn: met maar liefst zestig enthousiaste rotsklimmers kan er nu al gesproken worden van een succes. Medeorganisator Stef Laevaert is tevreden met de opkomst: “De vaste leden van BRT steken hier al zo veel vrije tijd en middelen in, dan doet het goed om zo veel nieuwe gezichten te zien die zonder morren hun handen uit de mouwen steken om er mee iets moois van te maken.” Want al dat rotskuiswerk gebeurt uiteraard door klimmers, maar vooral voor klimmers. En wat is er nu leuker dan bij de opening van een nieuw massief achteraf tevreden terug te kunnen kijken op het werk dat je mee hebt geleverd?
Na de welverdiende pauze komt het moment waar velen al sinds het ochtendgloren naar hebben uitgekeken: het pneumatisch luchtkussen wordt boven gehaald. Dat kussen is simpel te omschrijven als een soort rubberen mat die wordt opgeblazen, en door de hoge druk kan worden gebruikt om losse rotsblokken ‘een duwtje in de rug’ te geven. Er is een hardnekkige pijler waar al enkele weken aan wordt gesleurd, die hopelijk vandaag zal sneuvelen. Eerst is het de beurt aan enkele kleinere stukken rots. Met ingehouden adem en verscheidene camera’s in de aanslag, verzamelt er zich al snel een groepje kijklustigen die de professionelen graag aan het werk willen zien. Het is niet lang wachten op het eerste succes, en is het maar goed dat de laatste bivakkeerder zijn tentje op tijd wist op te bergen. Het enthousiasme laait hoog op, en opnieuw brengen de mannen op de rotsen het kussen in gereedheid. Het is op dat moment, net wanneer een tweede rotsblok het begeeft onder de druk, dat een van de rotskuisers het rakelings weet te ontwijken. Die momenten onderdrukken de euforie even, en brengen je terug naar de realiteit: veiligheid blijft een belangrijk gegeven in de bergsport. En het is dan ook niet geheel zonder gevaar dat deze mensen meewerken aan het opkalfateren van de Belgische massieven. Maar er is geen reden dat veiligheid en enthousiasme niet met elkaar gepaard kunnen gaan; en aan dat laatste was er op deze mooie ecodag zeker geen gebrek. Die weerspannige pijler zit dan misschien voorlopig nog wel altijd op zijn plaats, maar wie weet als jij volgende keer op een ecodag mee komt trekken en sleuren, dan krijgen we hem wel klein …
57
Tekst Koen Hauchecorne en Jean Claude Vittoz / foto's Koen Hauchecorne
Onbekend is onbemind, en onbeklommen: Grosse Roche 58
Tekst Reginald Roels Wie ooit een klimopleiding volgde, heeft ongetwijfeld al kennisgemaakt met de rotsmassieven in Dave, Durnal, Yvoir of Mozet. Ook na afloop van de opleiding grijp je gauw terug naar dit bekende terrein. Maar wist je dat Wallonië nog talrijke andere, weliswaar kleinere klimgebieden herbergt? In deze rubriek “Onbekend is onbeklommen” stellen we ieder tijdschrift een onbekend of vergeten rotsmassief aan je voor. In dit nummer presenteren we: de Grosse Roche te Trooz
D
e massieven die aan bod komen in deze rubriek, zijn stuk voor stuk een bezoekje waard: gelegen in een pittoresk stukje natuur en zelden overbevolkt. Maar opgelet: deze rotsmassieven zijn niet geschikt om met grote groepen te bezoeken. Initiaties, individuele uitnodigingen en daguitnodigingen zijn hier uit den boze. Bezoek deze massieven steeds op een discrete en ecologisch verantwoorde wijze.
Specifieke kenmerken
Hoe geraak je er?
Het gaat om een massieve, donker gekleurde zandstenen rots van goed 35 meter hoog, die aan de rechterkant voor een stukje met de voeten in het water staat. Alle routes (op één na) zijn ingeboord (kleefhaken en ingerichte standplaatsen) door Jean-Claude Vittoz (en kameraden). De rotskwaliteit is niet steeds goed, en de afstand tussen de zekeringspunten is vaak behoorlijk groot (106 punten verdeeld over goed 15 routes), waardoor Vittoz zelf het omschrijft als “semi-avontuurlijk terrein”. Terrein waaraan Jean-Claude Vittoz de volgende definitie geeft: “De routes vragen soms een zeker engagement en kunnen op sommige plaatsen geëxponeerd zijn, omwille van de rotskwaliteit, omwille van het reliëf van de wand, omwille van de afstand tussen de zekeringspunten en/of omwille van het feit dat een voorklimmersval soms onplezierige gevolgen kan hebben.” De start van de routes bereiken is een kleine (en mooie) wandeling. Eerder voor KVB 4-houders, dus.
De rots ligt op het grondgebied en vlakbij het centrum van de gemeente Trooz. Op de E25 Luik-Luxemburg afrit 43 nemen (Beaufays) nemen, en via Beayfays naar Trooz. Aangekomen in die plaats kan je verder met onderstaand plannetje. Coördinaten Google Maps: 50.574810, 5.690159 Meer informatie De uitgebreide informatie vind je op: infosescalade.forumup.be/viewtopic. php?t=733&mforum=infosescalade Een enthousiasmerende video vind je op: www.youtube.com/watch?v=L2wGB6JO59g&feature=youtu.be
59
www.berghut.be info@berghut.be
60
Uw startpunt voor elke outdooractiviteit!
routes Grosse Roche - Trooz 1 - Li Rocthe qui Tchoûle: 5b JEREMIE VITTOZ et J-C VITTOZ April 2003 Licht overhangende plaat met goede grepen. 2 - La Diagonale du Fou: L1 5c L2 4c - 7 setjes vereist J-C VITTOZ Oktober 2001 L1 : plaat en overhang langs links ; L2 : moeilijk routeverloop, via een soort ‘rotshoek-geul’ en over een plaat.. 2a - Variante: 4a uitklimmen langs een barst. 3 - La Quadrature du Cercle: 6c+ J-C VITTOZ augustus 2004 –eerste vrije beklimming door CLAUDE LORENZI Een overhangende plaat onder het grote dak. Veeleisend. 4 - Putain de Temps: 4b A. VINCKEN et J-C VITTOZ juli 2001 De klassieker en eerste route op het massief. 5 - Transes: 5c J-C VITTOZ juli 2001 Vanaf het platform een korte overhang en dan een barst met goede grepen. Luchtig! 6 - L’Enigme du Tuyau: 5a J-C VITTOZ april 2004 Vanaf de relais van Putain de Temps, een kleine rotshoek, een overhang langs links (indien direct : 6a+) en een plaat. 7 - L'Allumé: 5b J-C VITTOZ september 2002 Start rechts van Putain de Temps, een kleine overhang en een overhangende zone, dan een rotshoek. Standplaats of uitklimmen via PDT 8 - Le Poids des Ans: 5c (geëngageerd) B. VANDERHEYDEN en J-C VITTOZ augustus 2002 Rechts van L’Allumé, voorbij een klein dak langs links. Vanop het platform rechts een overhangende pijler tot de standplaats van PDT.
9 - La Folie des Glandeurs: 6c+ J-C VITTOZ oktober 2004. Vrijgeklommen door Jérome Franssen. Mooie pas aan het kleine dak. 10 - La Balsamine de l’Inde: 4c J-C VITTOZ oktober 2002 rechts van La Folie des Glandeurs, een gebarsten en licht overhangende rotshoek. Standplaats en verder via la Deuxième Séance 11 - Tessons: 5b J-C VITTOZ augustus 2003 Variante liggend tussen Balsamine en Excès Pondéral. Overhangende passage onder een klein dak. 12 - Excès Pondéral: 6b Xavier BONJEAN en J-C VITTOZ September 2004 Aan het begin van de traverse boven het water en links van het eerste zekeringspunt een mooie overhangende pijler beklimmen tot de standplaats van Clapotis. Variant: vanaf het platform van Tessons naar het tweede zekeringspunt klimmen. 13 - Clapotis: 6c J-C VITTOZ augustus 2003 Vrijgeklommen door CLAUDE LORENZI augustus 2004. Uiterst rechts horizontaal boven het water traverseren en dan naar een brede rotshoek en daarboven een overhang. Vanaf de standplaats kan men uitklimmen via la Deuxième Séance. Heel mooie route 14 - La Deuxième Séance: 5a Stéphane Débanterlé - J-C Vittoz - November 2008 Vertrek via Clapotis, 3 meter onder de ketting, licht overhangend schuin naar rechts boven tot een richel (eventueel standplaats). Dan een aantal platen en muurtjes tot de top. 15 - Vertige de l’Amour: 5b Stéphane Débanterlé - J-C Vittoz - mars 2009. De traverse van Clapotis verder zetten tot de oever. Een brede barst, een klein dak langs links ontwijken (eventueel standplaats op de richel van la Deuxième Séance). Rechtdoor tot de standplaats.
61
Tekst Luc Vandenbosch / foto's Noëlla Heyman en Erik Vandormael
Bloemengrinta in Parco naturale Adamello Brenta Maandag, 21 juli 2008 De zon verovert stormenderhand de schonkige schouders van Monte Prada. We kijken neer op het wolkendek. Wilma, Hüttenwirtin van Rifugio Alpenrose (1.160 m), mijmert nostalgisch: “De vallei ligt te slapen onder haar donsdeken.“ Bij het omgorden van onze klimuitrusting vat Simone, onze Italiaanse gids, zijn bergfilosofie laconiek samen: “Slowly and mind your step”. Kadans en balans, meer moet dat niet zijn om recht in onze schoenen te staan! We klauteren over Sentiero Vidi, een via ferrata die we links lieten liggen in 2006 omwille van de abominabele weersomstandigheden. Alpenkauwtjes katapulteren zich krijsend in de leegte. Onze wandelstokken ketsen onwennig. We trekken ons op aan de dynamiek die de bloemen in dit Keltisch landschap uitstralen. De Edelweiss wervelt. De Bolrapunzel klauwt. De Stengelloze silene krioelt. De Voorjaarsgentiaan talmt. We proeven hun pure kleuren. Op Sentiero Claudio Costanzi halen we zes Tsjechen in. Ter hoogte van Passo di Val Gelada (2.687 m), houdt het fabuleuze Lago di Tovel ons een spiegel voor. We verlaten Sentiero Claudio Costanzi en duikelen de smalle Val Gelada di Tuenno in. We zoeken onze weg over grijze rolkeien. Alpenasters swingen. Bij elke uitschuiver knarsen onze dijspieren. Rhaetische papavers zijn als gele verfspatten kwistig over het kalkpuin gekliederd. Alpenmarmotten fluiten. Als antieke herauten gaan zij ons vooraf, de alpenweiden in. De zwartpurperen Vanille-orchissen knetteren als steekvlammetjes. Een Oranjelelie markeert de aanvang van Sentiero delle Palete. Simone raadt ons aan om een minder golvend pad te nemen. We kuieren naar Malga Tuena (1.737 m), een kaasboerderij met knappe eet- en overnachtingsmogelijkheden. Er zijn nog vijf bedden vrij. De Blauwe monnikskap deelt in onze opluchting. Dinsdag, 22 juli Aan de achterkant van het varkenskot reikhalst de Esparcette naar de opkomende zon. Nevelslierten kringelen uit het dal. Als we even halt houden om ons te hergroeperen, lonkt de Blauwgroene steenbreek (Saxifraga caesia) bevallig. Een echte hartendief, dit tere witte bloempje! Haar innerlijke kracht ontging Plinius de Oude niet, als hij aan de slag ging met saxum (steen) en frangere (breken). We ronden de kam van Sasso Rosso (2.645 m) en waaien Valle del Vento binnen. Samen met het goudgeel Streepzaad duiken we even weg in een depressie om nieuwe krachten op te doen. We ploegen over een uitgerolde serpentine op het ritme van de Alpijnse vegetatiegordels. Het door rollende stenen ondermijnde rotspad transformeert geleidelijk in een door boomwortels kapot gescheurde boswegel. Eén rugzak gaat solo, vijftig meter langs de kortste weg naar beneden. De Zwarte rapunzel loopt op zijn laatste benen, en het Vogelnestje heeft er zelfs zijn bladgroen voor veil om onopgemerkt te blijven.
62
Rifugio Adamello Collini ‘Al Bedole’ (1.641 m) ligt aan het uiteinde van de zeventien kilometer lange Val Genova, die aanvangt in Carisolo (806 m) en de kabbelende F. Sarca di Val Genova omarmt. De vallei is de toegangspoort tot Parco naturale Adamello Brenta, een wandelparadijs met spectaculaire watervallen. Deze publiekstrekker profileert zich in 2008 als ‘un’avventura speciale’. We gaan opnieuw met de kippen op stok. Ieder schrijft in gedachten zijn verhaal over deze scharnierdag. Woensdag, 23 juli De roodwitte luikjes van de Rifugio knipperen naar de opkomende zon. In onze rugzak ruimt de helm plaats voor een pikkel en stijgijzers. Van de twee toegangswegen om Rifugio ai Caduti dell’Adamello alla Lobbia Alta te bereiken, kiezen we vermetel voor de meest spannende, nl. Sentiero Matarot. Een houten infobord waarschuwt nochtans: “Sentiero per escursionisti esperti”. We struinen door een arcadisch beekvalleitje. De zon friemelt aan de bladeren van de bomen. Vlinders kietelen de Zwarte rapunzel. Onder een weggerotte balk van een houten brug trekt het water van F. Sarca ribbels in de keien. Deze knusse intimiteit verdampt bruusk als het platgetreden pad verbrokkelt. Op de puinhelling van Monte Menicigolo (2.686 m) aan onze linkerkant, licht een mozaïek van ijsvlekken op. We springen doorheen het ragfijn gordijn van een watervalletje. Glinsterende pareltjes spetteren tegen onze brilglazen. We beseffen dat we thuis onachtzaam door het leven stappen. Maar hier en nu is grip krijgen op de gepolijste stapstenen een voortdurende zorg. We overschrijden de magische hoogte van drieduizend meter. Als we vanuit onze linkerooghoek Vedretta della Lòbbia een blauwgroen bergmeertje zien voortduwen, geeft ons groepsgevoel feilloos aan halt te houden. Wat we onderweg broksgewijs waargenomen en geregistreerd hebben, roepen we op, reconstrueren het en kaderen het in zijn brede omgeving. Achteloos weggeworpen blikken roesten. De inwerking van het Vogelkopkartelblad kalmeert ons. Op Vedretta della Lòbbia verdwijnen drie onooglijke stipjes tussen de plooien van het sneeuwtapijt. Voor we de berghut bereiken, moeten we zelf ook de gletsjer op. We dwarsen geulen, opengereten door een reuzenploeg. We zijn zes uur onderweg. De berghut is een tijdens de zondvloed op de klippen geworpen vlaggenschip. Op het dek blaast Vedretta del Mandrone (3.000 m) haar ijzige adem uit over ons, gestrande schipbreukelingen. Het panorama op Corno di Cavento maakt ons euforisch. Geen wonder dat ook Johannes Paulus II deze magie lijfelijk wilde ondergaan.
Links: Rhaetische papaver / Rechts: Edelweiss
Tekst Reginald Roels San Lorenzo slaapwandelt in het grensgebied tussen Lombardije en Trento, en symboliseert perfect de verbondenheid van onze beide reisbestemmingen, nl. Gruppo di Brenta en het aanliggende Parco naturale Adamello Brenta. De weg omhoog is dezelfde als de weg omlaag. Heraclitus van Efeze (544 - 483 v. Chr.) Donderdag, 24 juli We ontwaken met bonkende slapen. Voor we ontbijten, controleren we een laatste maal ons materiaal. De slang van de angst heeft ons in haar macht. Buiten is het donker, de sneeuw glanst asgrijs. Ons cyclopenoog boort zich in de slaapdronken rotsen. Wij betreden het ijsdek als pubers die naar het altaar schrijden. De sneeuw knerpt. We zijn geboeid, en toch voelen we ons tegelijkertijd bevrijd van iedere egoïstische reflex. Het is alsof die plaats in het kordon onze individuele behoeften bant. Subtiele voelhoorntjes stellen ons in staat te intercepteren op een web van interacties. We worden tochtgenoten. We stoten op verroeste prikkeldraad, en even verder op een verweerd vensterluik en een gerafelde lap stof. Een keten van dramatische gebeurtenissen ontrolt zich aan ons innerlijke oog. Tijdens de Eerste Wereldoorlog brachten jonge Duitsers en Italianen elkaar meedogenloos om het leven op deze ijsvlakte. Honderd jaar later braakt deze gletsjer hun schamele resten uit. We bevinden ons op het snijpunt van verleden, heden en toekomst. De zon hamert keihard op onze brillenglazen. Onze schaduw blijft ons telkens een stapje voor. Wij klauteren tegen een sneeuwduin op. Een vliegtuig met condensstaart schuimt het luchtruim af. Monte Adamello rijst op uit het oergesteente. Zijn silhouet weerspiegelt in het breekbare blauw van een ijsmeer. We worstelen ons omhoog over een wankelende rotsgraat en struikelen over een slagzij makend sneeuwveld. Om tien uur dertig staan we op de top van Monte Adamello (3.539 m). We speuren over de kantelen van een imaginair luchtkasteel. Ritmisch rukken kale rotspieken naar ons op. Onze blik schuift langs hun organische curven en tuimelt in barsten en breuken. We laven ons aan Lago di Garda. Een jodiumbruine vlieg schaatst over een rotsblok. Frankrijk en Oostenrijk verschansen zich achter hun driedimensionele grens. De wind resoneert in een onzichtbare gong. “Free your heel”, juicht Simone als hij zich naar beneden stort, zonder stijgijzers. We glijden in zijn daalsporen. Een sienna vlinder dwarrelt over het rozige ijs. In de zijmorenen blikkert de rauwheid van de naakte gletsjer. De laatste honderd meter bergop fixeren wij halsstarrig het moeizaam optillen en neerploffen van onze voeten. Nog achtenzeventig passen, zevenenzeventig, zesenzeventig …. Het is vijftien uur tien als we het zonneterras van de berghut betreden.
Er duikt een Steenarend op. Het eresaluut van Pablo Neruda aan zijn ongenaakbare vlucht echoot tussen de bergwanden: “(..) Alle arenden van de hemel voedden hun bloedige kroost in het onbewoonbare blauw.(..)”. De vogels komen (De lamp op de aarde, Canto general). Vrijdag, 25 juli Vandaag kiezen we voor een gezondheidswandeling naar Rifugio Adamello Collini ‘Al Bedole’. We zigzaggen naar beneden over de gletsjertong en schrijden behoedzaam over de middenmorene. De ijsmassa gaat over in blauwachtig gletsjerijs. Ondergronds stuwen beekjes. Zij slijpen een onmetelijk labyrint uit. In dramatisch zwartwit lichten dwarsspleten ingestorte galerijen uit, waar brokken ijs het broze filigraan van transparante kamerwanden verpletterden. Als de gletsjervoet zich stoot aan de verhakkelde Lòbbia Bassa (2.903 m), klimmen we tegen een helling op en overschouwen een steenwoestijn. Na enig speuren vervoegen we het GR-pad, dat als een grof gestikte naad over de rotsterrassen op en neer slingert. Aan onze rechterzijde gaapt in de diepte Lago Nuovo (2.217 m). Vanop deze hoogte lijkt het meertje op een balorig kikkervisje. Een Dwergwilg kruipt weg in zijn hoekje. Het blanke Scheuzers Wollegras danst sierlijk rond Lago Madrone (2.403 m). Een kleurenwaaier van blauwe en groene tinten ligt uitgespreid over zijn wateroppervlak. Lichtvlekjes zijn er als gouden stiksel doorheen geweven. De Pellegrinaggio dell’Adamello doorploegt het Adamellomassief. Dikbuikige nabestaanden eren jaarlijks hun oorlogshelden. Alle deelnemers dragen het Robin Hoodhoedje van de Alpijnse jagers. De Turkse lelie begeleidt ons tijdens de laatste meters. Familieportretten in sepia waken over ons gedurende het afscheidsdiner. We lachen hartelijk met D.H. Lawrence’s koddige beschrijving van een gletsjer: “Hij leek op een grote ijsbeer met een dikke vacht, die op de bovenste hoogten lag uitgestrekt, en verschrikkelijke poten van ijs uitstak naar het dal; als een onmetelijke hemelbeer die van bovenaf in de vaste holten van de aarde viste.”
63
ALPAMAYO KLIMCENTRUM be-Mine 21 - 3582 Beringen 011 96 66 66 info@alpamayo.be www.alpamayo.be
Alle materiaal voor de actieve buitensporter Oude Gentbaan 255
9300 AALST
www.trek-king.be
trekking buitensport
Info@trek-king.be
053 705 222
64
Bron: Hoogtelijn - NKBV / Tekst Marieke Van Vessem / Illustrator Toon Hezemans
Verantwoord zonnen is de laatste jaren vrij breed uitgemeten in verschillende media. Soms misschien tot vervelens toe, maar niet zonder reden: ook recent werd weer bekend dat de hoeveelheid mensen met huidkanker snel stijgt. En buitenmensen zoals jij lopen meer risico op het ontwikkelen van huidkanker, doordat de zon de ontwikkeling van voorstadia van huidkanker bevordert. Hoe kun jij jezelf in de bergen optimaal beschermen tegen de zon?
Zonbescherming
Smeren, kleren en weren Z
onverbranding kan je nachtrust of de volgende dagtocht behoorlijk verpesten. Er bestaan verschillende gradaties van zonverbranding. Graad 1 is de meest onschuldige en kenmerkt zich door een voorbijgaande roodverkleuring van de huid, die in één tot drie dagen zonder afschilfering verdwijnt. Bij graad 4, de meest schadelijke vorm, zie je met vocht gevulde blaasjes en blaren, naast een zeer pijnlijke rode uitslag en algehele vervelling. Deze graad heeft blijvende vlekkerige restpigmentaties en huidoneffenheden tot gevolg. Bovendien kun je er goed ziek van zijn. Smeren, kleren en weren, dus! Uv-A, B en C Zonnestralen bestaan uit verschillende soorten ultraviolet (uv) licht. Uv-C bereikt de aarde niet dankzij de ozonlaag, maar uv-A en B wel, waarbij uv-B de belangrijkste veroorzaker is van zonverbranding en huidkanker. Zorg er dus voor dat de zonnecrème die je koopt, niet alleen tegen uv-A beschermt, maar ook tegen uv-B. Uv-A is het meest schadelijk voor je ogen en kan sneeuwblindheid (fotokeratitis) veroorzaken. Stralingsintensiteit De intensiteit van uv-straling wordt bepaald door verschillende factoren: de tijd van de dag (de zonkracht is het sterkst tussen 12:00 en 15:00 uur), het jaargetijde, de latitude (hoe dichter je bij de evenaar bent, hoe sterker de uv-straling), de mate van bewolking, de hoogte waarop je je bevindt, de dikte van de ozonlaag en de mate van weerkaatsing. Hoewel een gesloten wolkendek de zonnekracht halveert, is een bewolkte dag dus geen excuus om niet te hoeven smeren. Daarnaast verdubbelt de intensiteit van de straling door reflectie op sneeuw en ijs, dus is het essentieel dat je je kin en de onderkant van je neus beschermt tijdens een tocht op de gletsjer!
Bescherming Er is geen betere manier om jezelf te beschermen tegen de zon dan jezelf goed kleden. Realiseer je daarbij dat hoe lichter en dunner je kleding is, hoe meer uv-straling deze doorlaat. Een wit T-shirt is dus vaak niet voldoende. Effectiever en veiliger is het om te investeren in speciaal ontwikkelde uv-werende kleding, zeker als het om kinderen gaat. Uv-werende kleding staat gelijk aan Sun Protection Factor (SPF) 50, een wit shirt maar aan SPF 15. Zorg daarnaast voor een goede zonnebril met een hoog uv-filter en draag een pet of hoed (of helm). Naast het dragen van beschermende kleding moet je smeren. Op zeeniveau bereik je een zinvolle bescherming door een crème te gebruiken met minimaal SPF 15. Let op: als je een te hoge factor gebruikt, went je huid niet aan de zon. De zon zorgt voor een verdikking van de hoornlaag en de aanmaak van pigment, wat beschermend werkt. Verder gaat een te hoge beschermingsfactor de aanmaak van vitamine D tegen. Op hoogte heb je meer bescherming nodig dan op zeeniveau, want hoe hoger, hoe minder atmosfeer er is om de uv-straling te blokkeren. Als er geen sneeuw ligt, neemt de zonkracht al met ongeveer 5 procent per kilometer hoogte toe. Gebruik op hoogte dus een crème met minstens SPF 30. Smeer een aantal keren per dag, het liefst elke twee uur, en houd er rekening mee dat zweten de effectiviteit van het insmeren vermindert. Toch verbrand? Mocht je ondanks je voorzorgsmaatregelen toch verbranden, gebruik dan een verkoelende aftersunlotion en houd je huid vet. Zorg ook dat je voldoende drinkt. Indien nodig, kun je pijnstillers nemen in de vorm van paracetamol en zo nodig daarbij ibuprofen. Heel soms zijn hormooncrèmes nodig, maar alleen op recept. En blijf de volgende dag uit de zon!
65
Tekst Mark Sebille
Het World Wide Web bevat een overvloed aan boeiend beeldmateriaal uit de geschiedenis van de bergsport. Op deze pagina proberen we er telkens een parel uit te halen en deze te duiden tegen een bredere achtergrond.
Grenze der Felskletterei: DIE NORDWÄNDE DER DREI ZINNEN HD-film van Jochem Hemmleb & Gerald Salmina Documentaire 51 min, 2012 Productie: Blue Bird GmBH In opdracht van ServusTV en RedBull Media Met Alexander Huber Van alle noordwanden in de Dolomieten spreken de “Drei Zinnen” (Tre Cime di Lavaredo ) het meest tot de verbeelding. Ze liggen op de grenslijn van het Tiroolse en het Italiaanse deel van de Dolomieten en horen tegelijk tot het collectieve beeldgeheugen. Hoewel de Drei Zinnen gekend staan als een trio, gaat het eigenlijk om meer dan drie wanden. De “Kleine Zinne” kan je best vergelijken met een rotte tand waar diepe kloven de delen van mekaar scheiden.
De film kadert in een reeks van ServusTV over de klassieke grote wanden in de Alpen. Het ontbrak de makers niet aan het nodige budget want het camerawerk is waanzinnig en tegelijk uitmuntend. In de film komen ook de nog levende helden aan het woord die de honderdvijftigjarige geschiedenis van de Drei Zinnen zo sterk hebben gekleurd, zoals Dietrich Hasse, Lothar Brandler, Gerhard Baur, en de superster van de tachtiger jaren Thomas Bubendorfer.
Het exploot van “onze” Claudio Barbier staat als één van de mijlpalen in de geschiedenis van het Dolomietenklimmen vermeld. Hij klom op 24 augustus 1961 de vijf klassieke noordwanden van de Drei Zinnen solo in één dag. Die prestatie verschafte hem een sterrenstatus in de Alpenlanden. Als Barbier een fransman was geweest, dan had men al lang een film over hem gedraaid. Maar over hem gaat deze film dus niet.
Deze film is opgebouwd als een klassieke documentaire zonder diepere verhaallijn, maar is zeer professioneel gemaakt met een sterke muzikale score. De beelden zijn bij wijlen duizelingwekkend maar het is een grote verdienste van de makers dat de drone op voldoende afstand blijft van de klimmers zodat je voortdurend een realistisch beeld hebt van de wand. De taal varieert van sappig Beiers tot beschaafd Oostenrijks zonder ondertitels, maar toch altijd goed verstaanbaar.
De film van Jochem Hemmleb volgt de Duitse extreemklimmer Alexander Huber bij zijn belangrijkste beklimmingen terwijl we tussendoor ook het gehele plaatje te zien krijgen, vanaf de eerste beklimmingen door de Innerkoflers. Huber klimt hier de Comici-route op de Grosse Zinne in “free solo” en het Riesendach in de Westliche Zinne in “free” via een nieuwe route: de Panaroma .
66
webtip
Aanbevolen aan iedereen die van rotsklimmen houdt. Wie gevoelig is voor hoogtevrees kan de film best zittend bekijken, KBF is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen thuis. www.youtube.com/watch?v=m7nUlAddzcU
13
SPARTATLON Organisatie Bergsport Vlaams Brabant
14/15 september 2018, locatie Dinant Info - Inschrijving www.bvlb.be/spartatlon-endorfine
RUN - BIKE - CLIMB - H2O Organisatie Bergsport Vlaams Brabant
11
ENDORFINE
24
67
GRIGRI® +
Photo © www.kalice.fr
Standard features include assisted braking, anti-panic handle, and gear selector.
68
With the GRIGRI+, Petzl’s family of assisted-braking belay devices just expanded. Designed for all climbers, this new device can be used with 8.9mm to 10.5mm diameter single ropes. The belay mode selector (for top rope or lead climbing) and the anti-panic handle make this device extremely comfortable to use at both the gym and the crag. www.petzl.com