MONTE - Klim-en bergsportmagazine - 2021 / 5

Page 1

KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE

MONTE

2021 / 5

EEN BLIK OP: Winter - - - - - -

/ / / / / /

Icecanyoning: first descent Albula Met sneeuwschoenen op Mount Thabor Treinreizen naar de Alpen De juiste helm op voor toerskiën Belgisch highline record Klimmen? Da’s kunst!

VERSCHIJNT VIJF KEER PER JAAR - JANUARI (SPECIAL EDITION - OPLEIDINGSBROCHURE), MAART, JUNI, OKTOBER, DECEMBER AFGIFTEKANTOOR 2300 TURNHOUT - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808

1


SWIFT PROTECT PRO DRY 8.9 MM The first dynamic single rope with a sheath that includes aramid, for markedly increased cut resistance. Thanks to a special processing method, the Swift Protect Pro Dry remains dynamic. Despite reinforcement with aramid and the overall higher sheath content, the impact force remains within the required standard. These characteristics make the SWIFT PROTECT PRO DRY the ideal lead climbing rope and the perfect companion for alpine climbing and mountaineering. INCREASED CUT RESISTANCE

PRO DRY FINISH

PERFECT HANDLING

2


JAARGANG 14

2021 / 5

EEN BLIK OP... Winter 11

Inhoud Actueel 3 Inhoud 5 Voorwoord 7 Up2Date 11 Belgisch record highlinen 12 Klimmen? Da's kunst! 48 De Alpenpolitie 60 Endorfine 62 Topografie

12

30

Veiligheid & techniek 8 Materiaal & Techniek: nieuwe producten 17 RAB's Arc Eco Jacket ecologie 18 Met de trein naar de bergen

42

een blik op... winter 6 Boekbespreking - winter 22 Het hoge Noorden 26 Mont Thabor - sneeuwschoentocht voor 50 + 30 Winterverkenning van de Beaufortain 34 Toerskiën - een intense sport 38 Toerskiën en freeriden - welke helm heb ik nodig? 42 Winter- en Icecanyoning 44 First descent of winterse Albula 50 Wijl de storm raast bergbeklimmen 52 Mount Coach 9: Spaltenspringen en sneeuwglijden 56 100% Women Peak Challenge

52 Foto kaft: © Jeroen Kirchner - Rosenlaui 3


OVER de KLIM- EN BERGSPORTFEDERATIE De Klim- en Bergsportfederatie vzw is een unisportfederatie met meer dan 13 000 leden, erkend en gesubsidieerd door Sport Vlaanderen. De KBF telt 34 aangesloten clubs. Vind een club in jouw regio op www.kbfvzw.be > clubs

BEREIKBAARHEID Statiestraat 64, 2070 Zwijndrecht Bereikbaar van maandag tot vrijdag, tussen 9:00 en 17:00 uur T: 03 830 75 00*

De mooiste berg ter wereld, de Alpamayo, ligt in Peru. Het mooiste klimcentrum met dezelfde naam vind je op de be-MINE, in de voormalige elektriciteitscentrale. Individuelen, groepen en scholen zijn er welkom.

*Tijdens het weekend: uitsluitend voor de melding van ernstige ongevallen. Andere ongevallen meld je op maandag. E: info@kbfvzw.be W: www.kbfvzw.be Klachten: ombudspersoon@kbfvzw.be

Op de hoogte blijven?

Klimcentrum ALPAMAYO be-Mine 21, 3582 Beringen info@alpamayo.be facebook/alpamayo.klimcentrum 011/96.66.66

W W W. ALPAMAYO.BE

Volg ons op

SHOP In de KBF-webshop kun je topo’s, allerlei boeken en cursusteksten aankopen aan democratische prijzen. Meer op www.kbfvzw.be > webshop KBF-HUTTEN Chaveehut Rue de la Chavée 7, 5330 Maillen Van 1 maart tot 30 oktober: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Vennhütte Am Bahnhof 13, 4790 Burg-Reuland Vanaf 30 maart: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Reserveer je slaapplaats via www.kbfvzw.be of info@kbfvzw.be. Voor KBF-leden geldt een kortingstarief.

KLIMGREPEN

KLIM VOLUMES

S P O RT

HARDWAREN

KLIM MATERIALEN

DE BESTE PRIJZEN VIND JE OP

WWW.KLIMWANDSHOP.BE

4

ENZE MET GR

N

ro n d t v ra g e n ra g ? Z it je m e end ged jd o v e rs c h ri s n re g l) (s e k s u e e lp li jn 17 12 e v a l: h u 75 02 • Noodg 03 830 z w.b e o f fv b k i@ p :a • A d v ie s


VOORWOORD Winter

Onze projecten MOUNT COACH-Academy

Belgian Rebolting Team

KBF werkt samen met:

Wie herinnert zich nog de tijd dat we bang waren voor de afkoeling van de Aarde? In de jaren tachtig van de vorige eeuw groeide het inzicht dat een kernoorlog wel eens een jarenlange ‘nuclaire winter’ zou kunnen veroorzaken. De tijden zijn veranderd. Nu liggen we wakker van smeltende gletsjers en afbrokkelend poolijs. De klimaatproblematiek stond hoog op de agenda van de jaarvergadering van de Österreichische Alpenverein. Zelf was ik er met de trein naartoe. Ecologisch verantwoord, maar met een laptop om wat te werken en een boek en muziek als ontspanning, ook nuttig en aangenaam. In Villach, bij de grens met Slovenië, ontving de Franz Fischer Hut het milieukeurmerk van onze moedervereniging. Het is de eerste berghut waar alleen nog vegetarische en veganistische maaltijden geserveerd worden. Onze Oostenrijkse vrienden discussieerden er over windmolens die propere energie leveren, maar het landschap vervuilen. De zaal werd echter stil van het betoog van glacioloog dr. Georg Kaser van de universiteit van Innsbruck. In zijn keynote analyseerde hij de bestaande klimaatmodellen. Zijn conclusie: ons CO2-budget is op. Alleen een radicale maatschappelijke omwenteling kan een wereldwijde klimaatcatastrofe nog voorkomen. Geen opbeurende boodschap om over te piekeren op de trein huiswaarts. Zijn we met de KBF wel voldoende bezig met de klimaatproblematiek? Welke acties kunnen we nog meer ondernemen? Hoe verankeren we duurzaamheid in onze organisatie? (Mail me gerust jouw antwoorden!) Even voorbij Aken reed de trein een tunnel in en stopte. Een technisch defect. Vier uur lang stonden we daar. Er is nog werk aan de winkel. Bruno Vermeeren Teamlead

colofon Het federatietijdschrift Monte verschijnt vijf maal per jaar en is een uitgave van de Klim- en Bergsportfederatie VERSCHIJNINGSDATA 2022 januari (Special Edition - Opleidingen en workshops), maart, juni, oktober, december deadlines 2022 Maart 24.12.2021 / juni 04.04.2022 / oktober 29.07.2022 / december 10.10.2022 REDACTIEVERANTWOORDELIJKE Reginald Roels / reginald.roels@kbfvzw.be REDACTIEMEDEWERKERS Reginald Roels, Annelore Orije, Lisa Viane, Hilde De Dobbeleer, Lus Van den Bossche, Arne Monstrey, Jan Cools, Ben Van Poucke, Ignace Bral, Bart Smets, Bart Haenraets VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK Lay-out / Opmaak en beeldvorming Reginald Roels Druk: Drukkerij Albe de Cocker - Hoboken VERANTWOORDELIJKE UITGEVer Frank Stevens - p/a Statiestraat 64 - Zwijndrecht

5


BOEKBESPREKING

Tekst Ignace Bral

Op drift tussen Alaska en Siberië Mijn Beringstraat-odyssee Op 7 juni 2021 verdween Dixie Dansercoer in Groenland in een diepe kloof, zijn eeuwige graf op een plek waar hij graag was. Maar hij leeft wel voort in onze gedachten. De talrijke boeken die hij heeft nagelaten helpen zeker om ons nog lange tijd deze mooie mens, want dat was hij, te helpen herinneren. Dit boek past zeker in de reeks ‘Winter’ omdat de voorbereiding in volle winter plaats vond en de eigenlijke tocht ook in heel barre omstandigheden verliep. In 2005 gingen Dixie Dansercoer en Troy Henkels de uitdaging aan om de Beringstraat over te steken van Alaska tot Siberië (en terug). Dixie laat ons eerst kennismaken met de Beringstraat en met de geschiedenis van de ontdekkingen. Hij beschrijft recente oversteekpogingen en laat ons meekijken in de voorbereidingen aan het thuisfront. Daarna trekt hij met zijn expeditie-partner en een fotograaf in januari 2005 naar Groenland voor een laatste training en het uittesten van het materiaal. Hij laat ons ook kennismaken met de vele administratieve moeilijkheden en met de noodprocedures… Op woensdag 30 maart 2005 gaan Dixie en Troy eindelijk op pad. Zij weten dan nog niet dat ze acht dagen later hun poging om de Beringstraat over te steken zullen moeten opgeven: ‘We konden de natuurkrachten die in de Beringstraat heersen niet verslaan. We hadden alles gegeven, maar moesten het onvermijdelijke onder ogen zien.’ Een boek dat je meesleept in een extreem avontuur en waar de passie om te slagen de hoofdrol speelt. Een boek dat je laat inzien dat de natuur altijd en overal het laatste woord heeft. Rust zacht Dixie. ISBN 90 209 6444 5

Zes maanden in de Siberische wouden Sylvain Tesson had een belangrijk doel in zijn leven: nog voor zijn veertigste wilde hij ervaren hoe het is om als kluizenaar te leven, diep in een bos. Het is een man die houdt van extremen en dus besluit hij om zes maanden in een hut te gaan wonen, gelegen aan het Bajkalmeer in Siberië. Het dichtstbijzijnde dorp is 150 kilometer verderop, ’s winters vriest het er tot – 30°C en ’s zomers lopen er beren rond. En toch is het leven er prachtig. Dit is het relaas van een periode zonder alle stress van ons drukke en moderne bestaan. Sylvain Tesson (1972) is een Franse reiziger, schrijver en filosoof. In 2011 heeft Tesson de Prix Médicis Essai gewonnen. Zet alvast de vodka koud… dan ben je zo mee in het verhaal. ISBN 978 90 295 8625 2 / NUR 320

Het verhaal van de Belgische Mount Everest Expeditie Ken je klassiekers. Het verhaal van de eerste beklimming door een Belgische expeditie van de Mount Everest… en dit in de winter. In 1988 behoorde de beklimming van de hoogste berg ter wereld vooral in de winter tot de grootste uitdagingen en boeiendste avonturen van die tijd. Het verhaal van de tien weken durende expeditie beschrijft de barre levensomstandigheden op een koude gletsjer en de intense inspanningen van de klimmers die de dodelijke gevaren van sneeuw en ijs trotseren. Rudy Van Snick keert op 150m van de top om. Samen met Ang Rita doet hij er alles aan om de hoogteklimmer-sherpa Lhakpa Dorje naar veiliger oorden te brengen… maar vergeefs. Een boek dat je meesleept in het pure alpinisme toen sherpa’s en klimmers nog samen de weg naar boven voorbereidden. Journalist André Peeters, die de expeditie gedurende drie jaar zag groeien, en vanuit het basiskamp de gebeurtenissen meemaakte, schreef het verhaal van de expeditie. Fragmenten uit het dagboek van expeditieleider Herman Detienne vullen zijn verslag aan. Een nostalgisch boek over een mijlpaal in de geschiedenis van het Belgische alpinisme. ISBN 90 209 1611 4

6


UP2DATE Nieuwe IMWT’ers en afscheid van Wendy Saerens

Eind oktober ontvingen Danny Iliaens, Jasper Billemont, Stijn Mus, Sam Janssens, Jonathan Billen en Siegried Robben het diploma van Instructor Mountain Walking and Trekking. Pieter Schroé en Tom Lauwereins (rechts) moeten nog één onderdeel afwerken. De diploma’s werden uitgereikt door Wendy Saerens. Meer dan tien jaar stond zij in voor de opleiding van de instructeurs bergwandelen. Na zeventien jaar nam Wendy afscheid van het KBF-team, maar zij blijft zich met enthousiasme inzetten voor alles wat met IMWT te maken heeft.

Hernieuw je lidmaatschap voor 1 januari en geniet van 10 euro korting

Het nieuwe lidjaar komt eraan, en zoals steeds loopt je KBF-lidmaatschap gelijk met het kalenderjaar, namelijlk van 1 januari tot 31 december. Om optimaal gebruik te maken van je verzekering hernieuw je dus best vòòr de aanvang van het nieuwe jaar. Bovendien genieten deze snelle beslissers van extra korting! De uitnodiging tot hernieuwing wacht op jou in je mailbox. Kan je de mail niet vinden? Neem dan contact op het met KBF-secretariaat, dan helpen we jou met plezier op weg. Vanaf 2022 werken we met een nieuw ledenbeheersysteem, met andere lidnummers conform de andere secties van de Oostenrijkse Alpenvereniging. Je lidnummer zal daarbij minder vreemd ogen in de berghutten en de AÖ-webshop. Daarnaast opent het nieuwe ledenportaal heel wat deuren in de digitale wereld… Zoals online raadpleegbare diploma’s, KVB’s en lidkaarten om maar een tipje van de sluier op te lichten.

Twee berghutten bekroond met felbegeerd milieukeurmerk

en Kei van de kbf 2021 gaat naar… Robert Renzler!

De Klim- en Bergsportfederatie reikt jaarlijks de eretitel “Kei van de KBF” uit aan iemand die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de klim- en bergsport in Vlaanderen. Dit jaar gaat de titel naar Robert Renzler.

De Oostenrijkse Alpenvereniging exploiteert 231 hutten met als doel deze te ontwikkelen tot voorbeeldige accommodaties met het oog op ecologisch en duurzaam beheer. Om de betrokkenheid op het gebied van milieubescherming te bevorderen, wordt sinds 1996 het milieukeurmerk toegekend aan deze Alpiene Club-hutten. Dit jaar was de felbegeerde onderscheiding weggelegd voor de Franz Fischer Hut (2020m) in de Radstädter Tauern (Salzburg), eveneens de eerste 100% puur vegetarisch-veganistische hut. Ook de Wiener Mountain Association ontving het milieukeurmerk voor zijn Hubertushaus (946m) in de Gutenstein-Alpen (Neder-Oostenrijk).

Robert Renzler was jarenlang algemeen directeur van de Oostenrijkse Alpenvereniging, tot zijn pensioen in december 2020. Dat de Klimen Bergsportfederatie als volwaardige sectie wordt beschouwd van de Oostenrijkse Alpenvereniging hebben we mede aan hem te danken. De KBF-clubs en -leden genieten daardoor van een gedegen internationale verzekering, hebben een warme tweede thuis aan de Chaveehut en de Vennhütte en zoveel meer. Redenen genoeg om hem unaniem te verkiezen tot Kei van de KBF 2021. De trofee werd hem overhandigd op de algemene vergadering van 16 oktober 2021 door KBF-vertegenwoordiger Bart Vercruyssen.

7


MATERIAAL EN TECHNIEK

Tekst Arne Monstrey (verkoper bij K2)

SNOW PEAK – Field Barista Set ‘koffie en kamperen, a match made in Japan’ De Field Barista Set brengt de termen kamperen en koffie dichter bij elkaar. Ze bestaat uit een Barista Kettle, een Barista Coffee Grinder en een Barista Coffee Drip. De Kettle is eigenlijk een veredelde theepot, maar mooier en stijlvoller. Ze dient om water in te koken, maar net zo goed om er thee of koffie in klaar te maken en nadien stijlvol te kunnen uitgieten. Daarmee dat ook de Coffee Drip van pas komt. Ja, dit is gewoon een houder voor een koffiefilter, maar wel een zeer stijlvolle en duurzame én eentje die volledig gedemonteerd kan worden, zodat het handiger wordt om mee te nemen in de rugzak. Voor zij die geen gemalen koffie willen maar wel bonen, is er tenslotte de Coffee Grinder, een handig apparaatje om koffiebonen te malen. Die Japanners weten hoe ze design en functionele producten kunnen combineren. Gewicht: 225 gram (Coffee Grinder) / 150 gram (Coffee Drip) / 540 gram (Barista Kettle) Adviesverkoopprijs: 109,95 euro (Coffee Grinder) / 41,95 euro (Coffee Drip) / 159,95 euro (Barista Kettle)

TRIGGO – Buitenbeentjes ‘een spel voor jonge en oude avonturiers’ Zijn jouw kinderen niet zo zot van wandelen, lok ze dan uit hun kot met dit knotsgekke spel. Gaan ze wel graag op stap, voeg er dan enkele extra uitdagingen aan toe. Met dit kaartspel wordt elke tocht een toffe activiteit voor het hele gezin. Door de diverse opdrachten lachen je kinderen zich een weg door de natuur. Educatief en uitdagend, grappig en leuk, voor jong en oud. En hop, buiten met die beentjes. Ideaal voor iedereen die nog op zoek is naar een cadeautje. Adviesverkoopprijs: 19,95 euro

RAB – Arc Eco Jacket (Zie pagina 17) ‘snel op weg om één van de meest ecologische merken ter wereld te worden’ Bij RAB zijn ze er in geslaagd om een jas niet alleen samen te stellen uit gerecycleerd materiaal, maar ook om er voor te zorgen dat deze jassen op het einde van hun leven terug gerecycleerd kunnen worden. Iets wat bij andere merken tot nu toe alleen in theorie mogelijk was. In de praktijk bleek dit nauwelijks realiseerbaar omdat de verschillende lagen (binnenkant, buitenkant en membraan) niet van elkaar los te koppelen waren. Bij de Arc Eco Jacket zijn alle drie deze lagen vervaardigd uit hetzelfde polymeer waardoor dit probleem tot het verleden behoort. Het drielaagse Pertex Shield Revolve is 100% water- en winddicht (20.000 mm waterkolom) uitermate ademend (15.000 MVTR), heeft een fluorcarbonvrije DWR-behandeling meegekregen en is tegelijkertijd zeer compact, licht, soepel en aangenaam om te dragen. Verder zitten er alle features op die je verwacht van een outdoor jas: waterdichte ritsen, pitzips en een ruime kap. De toekomst is aan RAB. Gewicht: 375 gram (dames) en 428 gram (heren) Adviesverkoopprijs: 249,95 euro

8


EOE – Titanium Stove ‘Duitse performantie uit de Eifel’ De Titanium Stove van het Duitse ‘Eifel Outdoor Equipment’ is licht, compact en performant. 1 liter water aan de kook brengen, duurt ongeveer 3,5 minuten (voor een vermogen van 3300 watt). Door de mengeling van titanium en hoogwaardig aluminium krijg je een zeer licht en tegelijkertijd sterk en krachtig vuurtje. Bovendien is het een compact model en wordt het geleverd in een handig en sterk plastic doosje. In een wereld waar de ecologie en economie van de korte keten steeds belangrijker wordt, is het niet zo gek om te kiezen voor Duits in plaats van Amerikaans. Gewicht: 48 gram Adviesverkoopprijs: 49,95 euro

BLUE ICE – Aero Lite Ice Screw ‘de lichtste ijsvijs met de grootste diameter momenteel op de markt’ Deze gloednieuwe ijsvijzen zijn (momenteel) de lichtste op de markt. Dit kan enkel door de hele schacht uit lichtgewicht aluminium te vervaardigen en alleen de kop te maken in roestvrij staal. Op die manier krijg je de perfecte combinatie van een laag gewicht voor een sterk product. Het grote verschil met de concurrentie zit hem in het feit dat de kop slechts drie, in plaats van vier tanden heeft. De ijsvijzen hebben tegelijkertijd een iets grotere diameter, waardoor je ze veiliger in reeds ‘voorgeboorde’ gaten kunt gebruiken. Uiteraard komen al deze vijzen met een handige en kleurgecodeerde manivelle. Zo draai je ze niet alleen makkelijker in het ijs, je herkent aan je gordel ook vlugger de juiste lengte. De Aero Lite Ice Screw is verkrijgbaar in vijf verschillende lengtes en komt telkens met een beschermende Aero Cap op het einde. Afmetingen en gewicht: 10 cm: 58 gram / 13 cm: 65 gram / 16 cm: 72 gram / 19 cm: 78 gram / 22 cm: 84 gram Adviesverkoopprijs: 69,95 euro per stuk, onafhankelijk van de lengte

MSR – Revo Explore M25 ‘omdat wandelen in de winterse Bergen prachtig is’ De Revo Explore is dé sneeuwschoen voor alle avonturen die je je als Belg maar kunt wensen. De Exotract onderkant zorgt voor een zeer duurzaam en slijtvast geheel. Ideaal bij wisselende ondergrond waar nog stenen of boomwortels door de sneeuwlaag komen piepen. De nieuwe hyperlink binding zorgt ervoor dat het gemakkelijker is om elk type schoen vast te maken. Tegelijkertijd zit er een EVA schuimkussen tussen dat voor nog meer draagcomfort zorgt. De zogeheten Ergo Televators zorgen ervoor dat je in een handomdraai een stijghulp kunt omhoog zetten, waardoor je minder belasting zet op je kuiten en je achillespezen tijdens het stijgen. Afmetingen en gewicht: 64 cm lang en 20 cm breed (per sneeuwschoen) en 1,97 kg zwaar (per paar) Adviesverkoopprijs: 259,95 euro

9


Reeds 30 jaar uw buitensportspecialist!

OUDE GENTBAAN 255 – 9300 AALST 053/ 705 222 - info@trek-king.be – www.trek-king.be

10


Tekst en foto's Jef Cox

Belgisch Highline record

770 m highline in Freyr BeSlack en Lyapunov -stability in motion - presenteren: Een nieuw Belgisch Highline record van 770m. Het gevaarte werd tussen 16.10 en 24.10.2021 in Freyr gespannen tussen de massieven Merinos en Jeunesse, dwars over de bocht van de Maas. De 770m lijn is “gesend” (over gewandeld zonder te vallen) door: Jef Cox, Oscar Defoor, Kobe Somers en Gregor Lawrenz. De lijn is “gecrossed” (over gewandeld met vallen en weer opstaan) door: Johan Wuyts, Laurent Kothar, Stijn Vandenbussche, Wouter Opdebeeck, Senne Jennis, Viktor Deturck, Sami Cooreman, Emile Dumon, Tom Boegler, Korneel Labeur, Jannis Dothée, Lendert Francois, Coco Pilat, Pierre Materne, Marina Catanese, Jessica Levine, Sebastian Pesqueira, Gertian Roose en Jens konnektonaut.

BeSlack Wil je ook leren highlinen? Word lid van BeSlack North (KBF). Voor Slackline en Highline initiaties, check www.beslack.be

Lyapunov - stability in motion Op zoek naar een act, performance of highline installatie op uw evenement? Het Lyapunov-team zorgt voor een optreden op maat.

11


Tekst Annelore Orije / foto's Bart Swaan

Klimmen? Da’s kunst!

Bart Swaan

Kunst en klim-en bergsport gaan wonderbaarlijk goed samen. Daar zijn duizend-en-één voorbeelden van te vinden. Neem bijvoorbeeld de klimroutes op de Olympische Spelen, of de boulderzaal Gustaaf Klimt in Turnhout… Het barst van creatieve breinen in onze sport, en het zou zonde zijn om dat zomaar te laten passeren. Daarom zetten we in deze rubriek de kunst in de kijker, met een eerste blik op de houtskool-op-papier tekeningen van Bart Swaan, fervente bergsporter en jarenlang KBF-lid.

12


Bart Swaan als bergsporter

Trial and error

Dankzij mijn ouders heb ik de bergen en de bergsport leren kennen. We gingen steeds met het hele gezin op vakantie in Oostenrijk. Aanvankelijk was dat enkel in de zomer, maar al snel zakten we ook in het najaar af naar de bergen om van de wintersport te proeven. We konden daarvoor steeds terecht bij vrienden die in Tirol woonden.

Tijdens de beklimming van de noordwand van de Mont Blanc du Tacul (anno 1999) maakte ik, in mijn ogen, de beste foto’s ooit. Ik was zó enthousiast dat ik er de volgende dag meteen mee naar de fotowinkel in Chamonix stapte. De dag daarop stond ik te popelen om het resultaat te zien, maar het heeft niet mogen zijn. De koude en het vocht hadden het hele filmrolletje onklaar gemaakt. Het doet nog pijn als ik daaraan terug denk. Gelukkig heb ik de herinnering van de beelden in mijn hoofd opgeslagen.

Ik ontdekte er op jonge leeftijd de wondere wereld van de bergen, al had ik in het prille begin meer appreciatie voor de weg naar beneden dan voor die naar boven. Dat is intussen wel anders. Tijdens onze tochten zoeken we steeds een goede balans tussen plezier, gezelligheid en fysieke inspanningen. Het blijft tenslotte vakantie. In de zomer kon je me ook vaak bij de rotsmassieven vinden. Vanaf het moment dat ik eigen vervoer had werd er vlijtig heen en weer naar de Ardennen gereden. Ook de klimzaal werd vertrouwd terrein voor een beetje extra training. Bij het volgen van een hooggebergtecursus werd ik even met beide voeten op de grond gezet. De bergen zijn geen kinderspel. Er komt heel wat informatie en opleiding bij kijken, en dat is me zeker ten goede gekomen. Vanaf toen trok ik er op eigen houtje op uit, met een klimpartner van dienst. Samen trokken we naar de Alpen om er zowel ééndaagse als meerdaagse tochten te maken. Zo zette ik bijvoorbeeld de Haute Route op mijn palmares en volbracht ik ook wat mixt klimroutes.

We kwamen tijdens deze tocht zowat alle weersomstandigheden tegen: sneeuw, zon, mist, hagel, kleine lawines, een prachtige zonsopgang… voldoende taferelen om een dag van 16 uur mee in te vullen. Daarmee staat deze beklimming in ieder geval in mijn top 5, ook al haalden we de top niet door een misverstand. Ik heb het geluk een partner gevonden te hebben die ook wild is van de bergen. Het blijft soms nog een uitdaging om de kinderen enthousiast te houden om de weg naar boven te ontdekken, maar dat lukt hoe langer hoe beter. Onze oudste dochter (10 jaar) heeft inmiddels haar eerste voorklimroute op haar palmares staan en ook de jongste heeft een paar sterke benen ter beschikking. Dat belooft voor de opvolging!

13


"Ik vergelijk het maken van een tekening graag met het maken van een bergtocht of beklimming. Hoe het eindpunt of hoogtepunt er ook uitziet, de ervaring en de weg daarnaartoe is onbetaalbaar waardevol en zorgt voor nieuwe toekomstplannen...“

14


Van passie tot passie Van jongs af aan heb ik graag getekend. Met de steun en aanmoediging van thuis ben ik dat blijven doen en werd ik er beter in. Op de academie verfijnde ik mijn techniek nog verder en leerde ik met verschillende materialen omspringen. Nu werk ik hoofdzakelijk met houtskool op papier, waardoor mijn werken veel grijs-, wit- en zwarttinten krijgen. Dat maakt ze een beetje tijdloos. Door de bergen en de bergsport als onderwerp te gebruiken combineer ik twee passies. Door zelf te klimmen heb ik vanzelfsprekend meer voeling met het onderwerp. Vooral bij het vastleggen van sneeuw en ijs bots ik vaak op een uitdaging. ‘Wit’ tekenen is lang niet zo makkelijk... Verder blijft het een continu zoeken naar de balans tussen de correcte weergave van het landschap en mijn stijl. Als ik te abstract te werk ga, kan de specifieke vorm van de berg onherkenbaar worden. En als ik te veel focus op de waarheidsgetrouwe tekening, vervaagt mijn eigen stijl en gaat de spanning van het werk verloren. Het is een continu balanceren, wat het voor mij interessant maakt en me keer op keer iets nieuws laat ontdekken. Main-d’oeuvre Hoofdzakelijk gebruik ik als basis voor mijn werken zelf genomen foto’s, maar soms gebruik ik ook foto’s uit oude boeken of magazines. Mijn werk begint dus meestal op reis en op tocht in de bergen. Thuis zoek ik dan in de foto’s iets wat me op dat moment het meest aanspreekt. Meestal zijn dat de spontane foto’s of de beelden waarvan ik dacht dat ze niets zouden worden.

Het blijft interessant eigen foto’s of andere beelden te gebruiken van plaatsen waar ik ben geweest. Zo kan ik me meer inleven in het werk. De sfeer, het weer, het zicht… van de kleinste details tot de breedste vergezichten buiten de foto…. Het helpt me om de gewenste sfeer over te zetten op papier. Soms krijg ik ook de vraag om een bepaalde foto van een beklimming of berg te tekenen. Dit is ook altijd mogelijk en bespreekbaar. Het grote werk dat in de bar van klimzaal Wallstreet hangt is hiervan een mooi voorbeeld. In tegenstelling tot sommige bekendere kunstenaars die ook met houtskool werken, gebruik ik geen projector om de basis van de tekening op papier te zetten. Het zou tijdbesparend zijn maar het zou de beweging en snelheid van mijn werk niet ten goede komen. Ik gebruik natuurlijke bewerkte houtskool om dat dit het beste effect geeft voor het werk dat ik wil maken. De hele donkere stukken zet ik in oliepastelkrijt of geperste houtskool zodat ik een diepere zwarte kleur krijg. Door met houtskool te werken, moet ik vele stukken wit laten en van in het begin rekening houden met plaatsen waar ik echt niets mag zetten om het spierwitte te blijven behouden. Vooral als er sneeuw of ijs getekend moet worden is dat een uitdaging. Het moet van de eerste keer goed zijn omdat met houtskool niet alles weg te gommen is. Door de techniek en de manier van tekenen die ik toepas heeft mijn werk een eigenheid en herkenbaarheid. Mijn werken zijn ook niet super realistisch. Dit is met de tijd zo gegroeid en zal mogelijks in de toekomst nog verder veranderen.

Expositie Wie de werken van Bart Swaan in het echt wil zien kan daarvoor op verschillende plaatsen terecht. De expositie in klimzaal Wallstreet in Deurne mag dan wel afgelopen zijn, één van zijn werken werd door de klimzaal aangekocht en is er blijvend te bewonderen. Andere werken hebben een thuis gevonden bij hun nieuwe eigenaar. Zo hangt één van zijn werken in L’Ancien Hôpital, een historisch vakantieverblijf in de Ardennen. Op www. bartswaan.com kan je ook door alle werken bladeren, en zie je welke nog beschikbaar zijn. Nieuwe tentoonstellingen worden aangekondigd via de website of sociale media van Bart Swaan. Indien je interesse hebt in een specifiek werk kan je contact opnemen met Bart Swaan voor een afspraak.

Kost en plaatje De prijzen van de werken zijn verschillend, afhankelijk van de afmetingen en de lijst. Deze zijn eveneens te raadplegen via www.bartswaan.com. De ijsklimmer zoals hier afgebeeld in dit artikel heeft bijvoorbeeld een prijs van 2000€, dit is inclusief de lijst en de levering aan huis. Het andere werk van de gletsjer heeft bijvoorbeeld nog geen kader en kost 1700€. Foto © Helmuth Van Pottelbergh

15


adv XFoodnl+QR A5 liggend FC - F1 LC.indd 1

01-10-2021 14:07

december

klimschoenen deals

Autumn Red

Forest Green

Sokken 3 + 1 gratis Acties geldig t.e.m. 31 december 2021

mounteqshop.be 16

Extra open

Zondag 19 december : 13:00 - 17:00 uur Di. 21 t.e.m. do. 23 december : open tot 19:30 uur


Rab's nieuwe Arc Eco Jacket: bekroonde en milieubewuste waterdichte bescherming De essentie van Rab’s DNA is liefde voor het buitenleven. Voor het Britse outdoormerk, dat sinds 1981 slijtvaste bergsportkleding maakt, is het topprioriteit om verantwoord geproduceerde producten te maken waarbij aan de functionaliteit geen concessie hoeft te worden gedaan. Toepassen van in de harde praktijk opgedane kennis en ervaring op de serieuze uitdagingen waarmee onze wereld wordt geconfronteerd, vermindering van milieu-impact en bescherming van de wildernis, staan voorop in alle aspecten van het bedrijf.

In 2020 werd Rab gecertificeerd als klimaatneutraal bedrijf. Het bedrijf is planmatig onderweg om tegen 2030 netto nul-emissies te bereiken. Om de verandering in gang te zetten die helpt de planeet te beschermen, is het noodzakelijk elk aspect van de bedrijfsvoering te beoordelen en een alomvattende aanpak te ontwikkelen. Het merk stelt zichzelf daarmee een moeilijk doel en zet sterk in op CO2reductieprojecten rond het bedrijf; van het verminderen van plastic in verpakkingen en het overschakelen op hernieuwbare energie, tot het nadenken over ontwerp, productie en het einde van de levensduur van elk product, met ambitieuze plannen om kringloopdenken altijd als uitgangspunt van het ontwerpproces te nemen.

De succesvolle combinatie van prestaties en duurzaamheid in het ontwerp van de Arc Eco werd erkend door de juryleden van de ISPO Award 2021, die door deze jas werd gewonnen. Debbie Read, Rab CSR Manager, legt uit: “We zijn verheugd dat de Arc Eco Jacket tot de winnaars van de ISPO Award 2021 behoort. Dit is niet alleen een grote erkenning voor Rab, maar het is ook het bewijs dat er niet langer hoeft te worden gekozen tussen technische eigenschappen en duurzame prestaties.” Als je geïnteresseerd bent in de ins en outs van de verantwoordelijkheidsstrategie van Rab, ga dan naar https://rab.equipment/eu/rab-dna

Samen met zijn partners heeft Rab kansen geïdentificeerd om hoogwaardige materialen te ontwikkelen met een lage milieu-impact. Het toenemend gebruik van gerecyclede stoffen en het kritisch beoordelen van productieprocessen zijn twee radicale stappen die de ecologische voetafdruk van het bedrijf zullen verkleinen en een echt verschil zullen maken. In 2020 bevatte 34% van de door Rab gebruikte stoffen gerecyclede materialen. Dat was al tien keer meer dan in 2019. Tegen 2030 zal ten minste 50% van Rab's stoffen 100% hernieuwbare of gerecyclede materialen bevatten, zoals het bedrijf aankondigde in het duurzaamheidsrapport 2021. Milieubewust, duurzaam en waterdicht, dat zijn de eigenschappen van het Arc Eco Jacket, een gloednieuwe toevoeging aan Rab's herfst/winter 2021-collectie, dat bewijst dat duurzaamheid en prestaties hand in hand kunnen gaan. Elk aspect van de Arc Eco is weloverwogen ontwikkeld met een milieuvriendelijke bril op. De revolutionaire 3-laags Pertex® Shield Revolve waterdichte stof van de Arc Eco kenmerkt zich doordat buitenstof, membraan en binnenstof zijn gemaakt van één enkel materiaal dat uit 100% post-consumer gerecycled polyester bestaat. Dit is van cruciaal belang, want hierdoor is het jack aan het einde van zijn levensduur gemakkelijker te recyclen en omdat het mogelijk wordt om zodoende de polyesterkringloop te sluiten, wordt de impact van de productie verminderd. De buitenzijde is behandeld met een fluorkoolstofvrije DWR om de waterdichte prestaties verder te verbeteren zonder het gebruik van mogelijk milieubelastende fluorkoolwaterstoffen. Met een verstelbare capuchon met een gelamineerde klep, een zoom met trekkoord, verstelbare manchetten met klittenband en YKK® AquaGuard®-ritsen rondom, is de Arc Eco gemaakt om wandelaars, bergwandelaars en klimmers optimale bescherming te bieden. Twee toegankelijke borstzakken kunnen handschoenen of een kaart gemakkelijk opbergen, en voor transport kan de jas in zijn eigen zak worden gestopt.

17


Tekst Jan Cools

Met de trein naar de bergen

"Zijn jullie met de trein naar de bergen geweest? Ik wist niet dat dat ging. Hoe lang waren jullie dan onderweg? Ging dat op één dag? Dat zal wel duur geweest zijn?!" Dit zijn enkele reacties op het avontuur dat wij in juli 2021 ondernamen met Bergsportvereniging Provincie Antwerpen (BPA). We wandelden de Berliner Höhenweg, een huttentocht in het Oostenrijkse Zillertal. En we reisden met de trein. We deden ook een vergelijkende test: een groepje ging met de auto, een ander groepje met de trein. Wie was het snelst? Na de huttentocht reisde mijn gezin me na, met de trein.

18

Samen carpoolen is de klassieke oplossing om naar de bergen te gaan. Zeker als medereizigers een bedrijfswagen hebben, is dat praktisch en goedkoop. Maar wat doe je als er onvoldoende auto’s zijn, of als er te weinig chauffeurs zijn? Of misschien wil je onderweg wat meer rusten of een boek lezen. Dan biedt de trein een alternatief en het is bovendien nog duurzaam en goed voor het klimaat ook. Toch is het vaak geen voor de hand liggende keuze om met de trein te reizen.

Eerst brengt de Duitse hogesnelheidstrein, de InterCity Express, kortweg ICE, je naar de grote steden, met 100% groene stroom. Op 6 tot 7 uren sta je in Zürich, Genève of München. Op 8 tot 9 uren rijd je naar Salzburg of Innsbruck. Het laatste stuk leg je dan af met een lokaal treintje of bus, of eventueel zelfs per taxi. Dit laatste stuk vraagt toch nog wel een paar uur, al is dat laatste stuk natuurlijk afhankelijk van waar je precies naartoe wilt. Maar, ’s morgens in België vertrekken, ’s avonds aankomen in de bergen. Dat kan dus.

Met de trein kies je best je bestemming zorgvuldig uit. In de grote steden geraak je vaak vlot. Maar, de zogenoemde ‘last mile’, of het laatste stuk tot aan het wandelpad, leg je niet overal even makkelijk af. In Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk zijn er echter verschillende opties om de ‘last mile’ eenvoudig te overbruggen. In deze landen geraak je met het openbaar vervoer tot aan het wandelpad.

Een andere optie is de nachttrein. Sinds 2020 brengt de Nightjet je naar München, Wenen of Innsbruck. Je spaart een overnachting uit. De Nightjet doet er wel langer over, namelijk 15 uren, maar daardoor kom je wel in de ochtend toe (om 07u00 in München, om 09u00 in Innsbruck). De ICE is comfortabel en heeft wifi. De nachttrein komt uit de vorige eeuw, maar de bediening is wel hartelijk. Met onze groep kozen we voor een reis overdag. Onze ervaringen lees je hieronder.


Tot aan het wandelpad De Duitse (DAV) en Oostenrijkse (AÖ) Alpenvereniging zochten uit welke bergtochten goed bereikbaar zijn met ‘öffis’, de verkorting van het Duitse woord voor openbaar vervoer (öffentlicher Verkehr). Voor DAV Panorama (uitgave van 4/2021) maakte Michael Vitzthum een kaart (zie pag. 20-21). Hierop zie je de locaties in de Duitse en Oostenrijkse Alpen die eenvoudig bereikbaar zijn met de trein (‘Bahn’ in het Duits) of met de bus (zie pagina 36-37). In de apps Alpenvereinaktiv en Outdooractive, die eigenlijk dezelfde achterliggende data en kaarten hebben, kan je bovendien filteren op tochten die met trein en bus bereikbaar zijn. Dat maakt het zoeken wat eenvoudiger. Voor de dienstregeling van het openbaar vervoer in de Alpen zijn er ook handige apps, waarmee je ook tickets kan kopen. Ik gebruik meestal de app en website van de Duitse spoorwegen (website ‘bahn. de’ en app ‘DB Navigator’), maar die van de Oostenrijkse spoorwegen (ÖBB, oebb.at) is even goed.

De Wegfinder is een routeplanner van ÖBB die alle transportopties in Oostenrijk samenbrengt: bus, trein, taxi, deel- en huurauto’s, deelfiets en e-scooter. Je kan via Wegfinder ook een ticket kopen voor het ganse traject, ongeacht je vervoersmiddel. In Oostenrijk worden de bussen uitgebaat door een ander bedrijf. In Tirol is dat bijvoorbeeld VVT. Een app zoals Wegfinder brengt de dienstregeling en ticketverkoop van alle vervoersbedrijven samen. Met het ‘ÖBB Rail & Drive’-programma kan je bovendien een auto huren om de ‘last mile’ eenvoudiger af te leggen. Ook deze auto’s kan je huren via Wegfinder. In populaire stations voor bergtochten, zoals Innsbruck, Jenbach, Bischofshofen of Schladming vind je makkelijk een huurauto. Die lijken me voornamelijk geschikt voor locals die op daguitstap gaan. Als je op meerdaagse huttentocht gaat, is bus en taxi wel handiger om aan het wandelpad te geraken. De auto staat dan wel een week geparkeerd, terwijl je huur betaalt. Als je in de vallei op hotel gaat, krijg je in de meeste valleien een gastenkaart, waarmee bus en kabelbanen gratis zijn.

Nuttige apps om je reis naar de bergen te plannen

DB Navigator App van de Duitse spoorwegen (Deutsche Bahn – ook via bahn.de) gebruikt

dezelfde

databank

ÖBB Scotty App van de Oostenrijkse spoorwegen (ook via oebb.at) en Wegfinder Combineert en vergelijkt alle opties – trein, bus, taxi, deelauto-, deelfiets en e-scooters –initiatief van de Oostenrijkse spoorwegen

Alpenvereinaktiv Portaal met bergtochten, gezamenlijk opgezet door de bergsportfederatie van Duitsland (DAV), Oostenrijk (AÖ) en Zuid-Tirol (AVS). Je kan filteren op routes die bereikbaar zijn met openbaar vervoer (In de filter, gebruik de setting ‘public transport friendly’ of ‘mit Bahn und Bus erreichbar’

Outdooractive & Tochtplanner.be Is een variant op Alpenvereinaktiv, en gebruikt dezelfde databank en software als Alpenvereinaktiv

19


De terugweg begon, een week later, om 7u30 hoog in de bergen, vanuit de Edelhütte. Na 1 uur wandelen namen we de kabelbaan tot in Mayrhofen waar de trein vertrok om 8u47. Volgens plan zouden we pas de trein om 9u47 in Mayrhofen nemen. Gezien de aansluiting met de ICE in München echt niet kon gemist worden, namen we de vroegere trein in Mayrhofen om wat extra marge in te bouwen voor de aansluiting in München. Alles verliep vlot, en ook in München konden we een vroegere trein nemen: de ICE naar Frankfurt. Een ijverige conducteur had dit, helaas voor ons, gezien. Een ICE reserveer je voor een specifiek uur, met specifieke zitplaatsen. Blijkbaar mag je wel een latere trein nemen, maar niet een vroegere trein. We werden dus halfweg, in Nürnberg, uit de trein gegooid. Wachten dus voor de trein die we gereserveerd hadden. Wel vervelend, maar uiteindelijk zaten we wel nog op schema. Om 22u komt de groep terug aan in Brussel, een half uur later dan gepland. De conclusie is dat de reis naar Mayrhofen ongeveer even snel is met de trein als met de auto. Wie uiteindelijk de snelste is, hangt voor een deel af van geluk, zoals ‘hoelang staat de auto in de file’, en of ‘de aansluitingen met de trein vlot gehaald worden al dan niet’. De auto nam ook weinig pauze onderweg. De terugreis duurde wat langer dan de heenreis, maar we vertrokken dan ook vanuit een berghut en bouwden bovendien marge in om op tijd te zijn voor de internationale trein. En ook de auto bleek langer onderweg te zijn, waardoor uiteindelijk ook in de terugweg de autogroep maar een beetje sneller thuis was dan de treingroep.

Met de trein naar Mayrhofen Voor de Berliner Höhenweg reisden we naar het station Mayrhofen. De rit ving aan om 8u25 in Brussel-Zuid. Na 4 keer overstappen arriveerden we om 19u30 in Mayrhofen. Na een overstap in Frankfurt kwam de ICE trein om 15u30 toe in München Hauptbahnhof. In München HBF testten we meteen de fysieke conditie. Het was toch nog een kleine 10 minuten wandelen naar het perron van de volgende trein. Vanaf hier namen we een lokaal en tegelijk internationaal treintje: een boemeltreintje dat over de grens ging. Na een overstap in Kufstein en vervolgens Jenbach, verder naar met de Zillertal-express naar Mayrhofen. De treinen sloten mooi aan, enkel aan de grens met Oostenrijk stond de trein een kwartier stil, waardoor we uiteindelijk met een half uur vertraging onze bestemming bereikten. Een taxi bracht ons vervolgens naar de Dominikushütte, diep in het Zillertal, waar we om 20u stipt aan de start van de wandeling aankwamen. In totaal waren we 11h onderweg met de trein, overstappen inbegrepen. De auto was op hetzelfde moment gestart in België. Zij kwamen toe om 19u. Na een totale reis van 980 km en 10 uren rijden komt de autogroep 1 uur sneller toe dan de treingroep. De whatsapp chat deed besluiten dat de auto en trein eigenlijk even snel gingen. De auto won vooral tijd op het laatste stuk, en stond bovendien amper in de file op de autosnelweg.

Stuttgart

Ulm

Günzburg

Augsburg

Mering

Mammendorf

Kaufering Memmingen

Buchloe

Mindelheim

Kaufbeuren

Kempten Hergatz

Oberstaufen

Echelsbacher Brücke Immenstadt

Rindalphorn

Hochgratbahn

Nagelfluhkette Gunzesried

Nesselwang

Fischen

Weißenbach

Hinterstein Kälbelespitze

Tiefenbach

Thaneller

Giebelhaus

Kleinwalsertal

Oberstdorf

Egg Fellhorn

Hoher Ifen

Ifen

Baad

Rietzlern Mittelberg

Gr. Widderstein

Schröcken

Höfle

Brand

Nebelhorn

Roter Stein

Stanzach

Boden

Hahnentennjoch

Allgäuer Hochalpen

Warth Lech

Zams-Landeck

Arlberg

Steeg

Parseierspitze

Muttekopf

Teilweise saisonaler Verkehr Alle Angaben ohne Gewähr © 2021 Michael Vitzthum

20

Fernpass

Pitztal Serfaus Nauders

Hohe Munde Wankspitze

Kaunertal

Heimgarten Herzogstand

Mandarfen

Kaunertal

Vent

Sölden

Kühtai

Sellrain

Mutterbergalm Obergurgl

Ötztal

Benediktenwand

Jachenau Vorderriß

Wank

Wallgau Krün

Fall Demeljoch

Hinterriß

Soiernspitze

Mittenwald

Achenkirch Scharnitz Fleischbank Gießenbach Seekarspitze Birkkarspitze Seefeld Pertisau Karwendel Eng Reith Erlspitze

Axams Praxmar

Brauneck

Jochberg Wegscheid Walchensee

Eschenlohe Oberau Farchant

Gries i. Sellr.

Ötztal-Bf. Oetz

Rabenkopf

Kochel

Bettelwurf

Hochzirl Hungerburg Thaur Telfs Rum Zirl T.-Pfaffenhofen

Obsteig

St. Anton am Arlberg Bahn Bus

Weidach Leutasch

Wannig

Nassereith Imst

Imst-Pitztal Bf.

Wetterstein

Hochwanner Sonnenspitze

Biberwier

Bichl Benediktbeuern

Ohlstadt

Ettaler Mandl

Zahn

Almbahn

Bad Heilbrunn

Urfeld

Oberammergau

Klammspitze

Grubigstein

Namloser Wetterspitze

Spielmannsau Elmen Birgsau

Hörnle

Teufelsstättkopf

Lermoos

Lechtaler Alpen

Hochvogel

Schongau Bad Kohlgrub Murnau

Ettal Reutte Linderhof Kreuzspitze Notkarspitze HeiterwangZiegspitz Kramer Plansee Schellschlicht Untergrainau Garmisch Pitzenegg Griesen Bichlbach Hausberg Eibsee Alpspitze Klais Daniel Ehrwald Ferchensee Lähn Zugspitze

Gimpel

Tannheimer Tal

Obermaiselstein

Säuling

Penzberg

Peißenberg

Großweil

Kenzenhütte Unterammergau

Hochplatte

Weilheim

Geltendorf

Hoher Peißenberg

Saulgrub

Ammergauer Alpen

Hohenschwangau Füssen Pfronten

Jungholz Bad Hindelang Aggenstein Pflach Oberjoch Tannheim Nesselwängle

Hittisau Balderschwang

Wäldele

Halblech

Edelsberg

Sonthofen

Riedberger Horn

Lindau

Wertach

Blaichach Grünten

Rangiswanger Horn

Landsberg

Innsbruck

Hall

Navis Fulpmes

Matrei

Neustift

Stubaier Alpen

Gschnitz

Absam

Wattens

Wattenberg Hintertux

Tuxer Alpen

Schmirn

Steinach Gries

Obernberg

Bärenkopf

Lampsenspitze

Schlegeis

Brenner

Z


KU Leuven berekende dat de gemiddelde totaalkost van een auto per 100 kilometer uitkwam op 45 euro voor een benzinewagen en 25 euro voor een dieselwagen. De totaalkost van een auto houdt naast de kost van brandstof ook rekening met de vaste kosten van verzekering, belastingen en onderhoud.

De trein duurder? Als je maanden op voorhand treintickets koopt, valt de prijs mee. Zolang er nog tickets met ‘Sparpreis’ of zelfs ‘Super Sparpreis’ over zijn, betaal je minder. De Duitse spoorwegen maken reclame dat je de reis naar Oostenrijk kan maken voor een prijs vanaf 22,40 euro, enkele reis. Voor deze reis naar Oostenrijk was het, door de covid-19 beperkingen, tot kort voor vertrek nog onduidelijk of de reis zelfs kon doorgaan. Met de treingroep betaalden we, 1 maand voor vertrek, voor een rit op zaterdag, 85 euro per persoon (enkel) voor de trein en 12 Euro per persoon voor de taxirit naar de Dominikushütte.

Voor de groepsreis naar Oostenrijk was de trein uiteindelijk dus duurder dan de auto (enkel brandstofkost), ook al omdat je op de trein voor elke persoon apart betaalt en de auto een bedrijfswagen was. Voor mijn gezin was de trein goedkoper. De kinderen reisden gratis, en mijn partner hoefde niet het hele traject zelf te rijden. Indien je de totaalkost van je auto zelf betaalt, is de trein goedkoper. Verder is de trein natuurlijk ook beter voor het klimaat. Een trein stoot gemiddelde 4 tot 5 maal minder CO2 uit dan een auto.

Mijn gezin vertrok 10 dagen later op een weekdag en betaalde 60 euro persoon, met het extra voordeel dat kinderen t.e.m. 14 jaar gratis reizen. Mijn vrouw en 2 kinderen reisden dus voor 60 euro, enkele reis.

Finaal hangt de keuze tussen trein en auto sterk af van wie de kost betaalt, wat je het meest comfortabel vindt en hoeveel belang je hecht aan klimaat.

Een studie van VAB berekende wat het gemiddeld kost aan brandstof om 100 km met de auto te rijden. Dat bleek 7,5 Eero / 100 km te zijn voor een benzinewagen en 7,7 euro / 100 km voor een dieselwagen. Voor een rit naar het Zillertal (bijna 1.000 km) komt dit neer op een kost van 75 tot 77 euro voor brandstof. Uiteraard is de exacte brandstofkost afhankelijk van het type auto en verbruik van de auto. Hou er ook rekening mee dat de totaalkost van een auto 3 tot 6 keer groter is dan de kost van brandstof alleen.

München M-Ost

M-Pasing

Rosenheim

Grafing

Onderstaande afbeelding: locaties in de Oostenrijkse en Duitse Alpen die goed bereikbaar zijn met trein (Bahn, in het rood) – Gemaakt door Michael Vitzthum, eerder verschenen in DAV Panorama 4/2021.

Bad Endorf

Prien

Traunstein

Übersee

Bad Aibling Starnberg Schaftlach

Bad Tölz Blomberg

Bad Wiessee

Taubenberg

Seekarkreuz Roß-Buchstein

Spitzing

Kreuth

Plankenstein

Wildbad Kreuth

Risserkogel Schinder Halserspitze

Steinberg a. Rofan

Rofan

Hochiss

Maurach

Fischbachau

Roßkogel Rofanspitze

Osterhofen Rotwand

Valepp

Flintsbach

Sudelfeld

Bayerischzell

Hinteres Sonnwendjoch

Landl

Inntal

Brixlegg

Mayrhofen Ginzling

Zillergrund

Zillertaler Alpen

Scheffauer

Söll

Ellmauer Halt

Scheffau

Going

Wörgl Hohe Salve

Hopfgarten

Wildschönau Inneralpbach

Auffach

Alpbachtal Königsleiten

Krimml

Hohe Tauern

Aschau

Kitzbüheler Alpen

Neukirchen a. Großvenediger

Berchtesgaden Kehlstein

Hintersee Stadelhorn

Hirschbichl

Birnhorn

Schönfeldspitze

Kitzbühel Saalbach-Hinterglemm

Hochkönig

Arthurhaus

Saalfelden

St. Johann

Hoher Göll

Königssee

Steinernes Meer

Kirchdorf

Hochfilzen

Hinterbrand

Watzmann

Weißbach

Fieberbrunn Kirchberg

Brixen i. Thale Kelchsau

Gerlos

St. Ulrich

Ellmau

Jenbach Zell a. Ziller

Loferer Steinberge

Griesenau

Kaisergebirge

Kufstein

Ramsau Lofer

Waidring

Pyramidenspitze

Thiersee

Brandenberger Alpen

Unken

Kohlental

Kiefersfelden

Trainsjoch

Hintergern Marktschellenberg Schneizlreuth

Steinplatte Heutal

Walchsee

Hochthron

Bischofswiesen

Sonntagshorn

Oberaudorf

Grödig

Bad Reichenhall

Seegatterl Winklmoosalm

Kössen

Wildalpjoch

Inzell

Reit i. Winkl

Sachrang

Piding

Zwiesel Hochstaufen

Chiemgauer Alpen

Fischbachau Bf Wendelstein

Geitau

Hochgern

Ruhpolding Unterwössen

Geigelstein

Spitzstein

Großer Traithen

Guffert

Unnütz

Birkenstein

Brecherspitze

Spitzingsee Monialm

Brannenburg

Breitenstein

Kampenwand

Schleching

Hochries

Tegernsee

Wallberg

Aschau

Bad Feilnbach

Neuhaus

Enterrottach

Hohenburg

Miesbach

Schliersee Gindelalm

Lenggries Rott.-Egern

Freilassing

Bergen Marquartstein

Hausham

Gmund

Fockenstein

Klamm

Raubling

Warngau

Tutzing

Salzburg

Siegsdorf

Holzkirchen

Hinterthal Maishofen

Mühlbach a. Hochkönig

Kitzbüheler Alpen Pass Thurn Mittersill

Zell am See

Glocknergruppe

21


Tekst en foto's Nelson Neirinck

Het hoge Noorden Na drie jaar vast wonen in Oppdal en vriendelijk te bedanken voor een deelname in het welgekende Belgische tv-programma doe ik hier graag uit de doeken hoe het een klimgeörienteerde Belg vergaat in Noorwegen en, speciaal voor deze editie, hoe een winterse week er voor mij uit ziet. Het is geen exact verslag, eerder een schets met bijeengeraapte ervaringen om een blik te bieden in het Noorse klimleven en een verklaring te geven over waarom het voor een winterliefhebber als ik onmogelijk is terug te keren naar België!

Maandagochtend gaat de wekker immer te vroeg af. De spieren zijn nog moe na een actief weekend maar helaas, de plicht roept. We moeten op om de lokale jeugd te onderwijzen! Terwijl in de keuken de koffiekan vreugdevol gorgelt trek ik een trui aan en kijk ik op de thermometer: 17 graden binnen. Aangenaam. Min 21 graden buiten... Frisjes vandaag! Blij dat we vorige zomer gerenoveerd hebben en er nu effectief isolatie in de muren zit! Verder is het pikdonker buiten... en dat blijft het ook voor de komende 3-4 uur. Hoewel deze ‘donkere periode’ veel mensen afschrikt is het iets waar je eigenlijk best snel aan went. Op school verloopt alles vlot en ondanks de wekelijkse “mandagsmøte” (maandagsvergadering) kom ik rond half vijf thuis. Het is een goede gewoonte niet direct stil te vallen want, hoewel de duisternis mentaal went, slaat de biologische klok soms wel eens te vroeg op slapenstijd. Daarom laad ik met Tammy (mijn vrouw) de ski’s in de pickup, en al gauw zijn we op weg naar Vangslia, een van de lokale skipistes. Onze vrienden wachten ons op en gezien de liften gesloten zijn leggen we de vellen op om de kleine vijfhonderd hoogtemeters te stijgen. De verlichting stopt echter halfweg de piste, maar met een goede koplamp cruisen we vrolijk verder. Een klein halfuurtje later gaan de vellen in de rugzak, de ski’s in “partymode” en suizen we naar beneden met een full-speed Don (onze hond) in het spoor!

22

Dinsdagmeetings zijn er niet, dus ben ik iets vroeger thuis. Daarom pakken we vanavond de rugzakken met touwen, vijzen en ijsblijlen en rijden we naar Drivdalen. Een halfuur van ons huis ligt “Treningsfeltet” een gebiedje met een aantal 30m hoge steile ijslijnen op vijf minuten stappen van de auto. Hoewel ook hier de koplamp zijn dienst bewijst komt één van mijn briljante uitvindingen erg van pas: de “LightBag-3000”. Een rugzak met autobatterij en twee 1500 lumen arbeidslampen. Een geniale manier om de hele crag te verlichten, al zeg ik het zelf! We klimmen wat voor en doen dan elk meerdere rondjes op toprope om warm te blijven. Eens thuis ploffen we moe maar tevreden in de zetel terwijl het inferno in de kachel ons gezellig laat knikkebollen. Op woensdagvoormiddag hebben we op school zogenaamde “vakdagen”– een hele voormiddag met 1 vak. Gezien er vandaag geen wetenschappen op het programma staan gaan we in de voormiddag Storhornet op. Een kleine “topptur”, zoals dat hier heet, van ongeveer 1000 hoogtemeter. Hoewel het behoorlijk wat gesneeuwd heeft hoeven we hier niet bang te zijn voor lawines gezien de helling nooit boven de 30 graden komt. Eigenlijk is touren voor ons het wintersurrogaat van lopen (trailrunnen) of een toertje joggen door de buurt. In dat opzicht verschillen wij wellicht behoorlijk van de Noren, die s’avonds of voor korte duur liever de langlauflatten aantrekken. Met het schaamrood op de wangen moet ik hier echter vaak toegeven dat ik tot op vandaag nog geen enkele keer op die extreem lichte, wiebelig lange, flinterdunne latten heb gestaan!


Op zaterdag zijn we van plan de graat richting Store Skagastolstind – of makkelijker: Storen (de grote) – te volgen om na enkele rappels te overnachten in het “hytte på bandet”-bivak. We hopen daar slaapmatjes te vinden, want “light” is nog steeds “right”, ... dus we hebben enkel het absolute minimum aan materiaal meegenomen. Als we niet te veel moed verloren hebben beginnen we op zondag met een vijftal korte lengtes rots (4e graads) om dan snel over Dyrhaugsryggen – de graat over Dyrhaugstind – het hoefijzer te vervolledigen en terug naar het begin van de vallei te wandelen.

Donderdag gaan we naar de (nieuwe) lokale klimzaal waar we onze goede vrienden en eigenaars van Opplev Oppdal, Emily en Andreas ontmoeten. Het koppel Canadezen runt hier het lokale rafting en adventure bedrijf, en in de winter hebben ze daarom veel tijd voor ski- en ijsklimtrips. Vanavond vergaderen we hier met hen voor het “Oppdal Ice Climbing Festival” – het ijsklimfestival die ik hier enkele jaren geleden uit de grond stampte. De pandemie verhinderde ons om dit jaar een festival te organiseren, dus zijn we extra paraat om er komend jaar (tweede weekend, februari 2022) een pareltje van te maken! Op vrijdag screenen we “the Alpinist” – de film over MarcAndré Leclerc in het filmtheater. Zaterdag (en zondag) organiseren we een reeks cursussen, vooral voor beginners, en 's avonds nemen twee klimmers het woord met een spetterende presentatie. Achteraf serveren we eten en wellicht volgt er ook tijdens deze editie een van onze ondertussen beruchte ijsklimparties! Vrijdagavond trek ik met mijn vriend Snorre richting Jotunheimen, een gebied waar ik pas vorig jaar over geleerd heb en eerlijk gezegd van achterover viel. Een machtig berggebied waar in de tweede helft van 1800 – de goude jaren van het alpinisme – ook hier de Britten van de partij waren en vele eerste beklimmingen wegsnoepten (weliswaar vaak met lokale gidsen). Het massief heeft een ongelooflijk aantal alpiene routes, waaronder een aantal adembenemende graatoverschrijdingen. In de zomer gaat het vaak om vrij eenvoudige routes (PD/AD, 4e/5e graads rots) maar nu gaan we de uitdaging aan in de winter!

pag pag pag pag pag pag pag

22: Dyrhaugsryggen 23 links. Storen 23 rechtsboven: Op skagastolsryggen 23 rechtsonder: Luchtig op skagastolsryggen 24: Overzichtskaart 25: Eerste touwlengte richting dyrhaugsryggen 25: Smelfie

23


24

De route begint met een steile wandeling en wat klauterwerk richting Nordre Skagastolstind. Hier merken we dat klauteren in sneeuw en rijm snel klimmen maar vooral graven naar houvast betekent. Desondanks raken we vrij snel tot op de brede rug en wandelen we verder richting Skaret, een hak in de graat waar we twee korte lengtes moeten klimmen. Ik begin de eerste lengte en al snel merk ik weer maar eens dat zomerroutes in de winter meestal iets uitdagender zijn. Mijn lichte Akila bijltjes schrapen op zoek naar houvast, mijn crampons maken schrapende geluiden over de rots en vele barsten zitten vol sneeuw. Het kost me behoorlijk veel tijd, maar tevreden maak ik relais en haal Snorre naar boven. Met (iets meer?) stijl klimt hij de tweede lengte en daar staan we dan, aan het begin van de meanderende graat!

Enkele rappels, en een lange sneeuwhelling later vinden we tot ons groot jolijt niet alleen twee slaapmatjes, maar ook een stapel brandhout in het hutje! Het belooft een gezellige en vooral warme nacht te worden. De sfeer zit er dik in, dus we beslissen de dag erop verder te zetten met de tweede graat. De vijf korte lengtes rots blijken ook hier weer iets heftiger dan in de zomer. Gelukkig kent Snorre deze als zijn broekzak, dus kan hij me makkelijk de weg wijzen wanneer ik al in de eerste lengte wat verdwaal. Het is zwoegen. Het is zweten. Het is ‘exposé’ (hoe zeg je dat in het Nederlands?). Maar na zes uur staan we eindelijk op de brede top van Søre Dyrhaugstind. Vanaf hier is het een snelle wandeling tot de hoogste top, en dan is het naar beneden lopen – aldus Snorre. Of toch niet?

’s Zomers gaat het hier om een eenvoudige graat met enkele klauterpartijen tot aan Patchels sva de crux-lengte over een gladde plaat. Daarna volgt een korte rappel om vervolgens tot de top van Storen te klimmen. 'In de sneeuw kunnen we op bepaalde stukken snel vorderen, maar diezelfde sneeuw verbergt ook alle zekeringsmogelijkheden. Iets waar we bij onze planning van deze tocht geen rekening hebben mee gehouden. Hierna volgen enkele uren enorm luchtig traverseren...Af en toe kijken we terug en kijken we in verbazing naar onze sporen over de scherpe graat.

De sneeuw is hier in Patagonische stijl aan de rotspunten blijven plakken en geeft, terwijl de zon stilaan meer warmte geeft, erg weinig houvast. De graat blijkt hier ook veel luchtiger dan verwacht – iets wat zo stilaan begint door te wegen – en zorgt ervoor dat we traag vorderen. Op enkele plaatsen moeten we het touw uithalen om te rapellen, maar uiteindelijk vinden we skisporen die het einde van de moeilijkheden aankondigen. We doen zelfs geen moeite om een tiental met hoger naar de werkelijke top van Store Dyrhaugstind te klimmen, maar wandelen gewoon rond en dalen zo verder af.

Patchels sva blijkt echter geen probleem gezien Snorre makkelijk een kort sneeuwcouloir omhoogklimt om de gladde plaat te vermijden. De dag vordert en omdat graven naar een rappel-anker nutteloos is klimmen we naar beneden om uiteindelijk aan de voet van Storen te staan. Wat sneeuwklauteren en vooral veel graven en schrapen zorgt ervoor dat we al gauw op de top staan!

Terug in de hut is het fijn onze ski’s te vinden, en gemakkelijk de helling af te skiën naar de auto. We beseffen maar half wat een enorm avontuur we beleefd hebben en hoe gelukkig we zijn om in zo’n ongelooflijk mooie omgeving te kunnen klimmen! Hoewel ik uitgeput ben, voel ik met toch ook weer helemaal opgeladen voor de komende week. Hoe kan het ook anders?


klein overzicht van de omgeving: Zwarte cirkel: Oppdal Centrum. In het rood: Drivdalen. Vallei vol met ijs met een van de meest stabiele condities in Europa (van eind oktober tot maart). De lijnen zijn vaak kort (1-3 touwlengtes) met uitzondering van de 300m lange Kongsvoldfossen. Andere klassiekers zijn Tøftfossen, Wenche Foss (zie cover KBF-magazine 20141) en Bjølla. Hoewel de meeste lijnen van moderate moeilijkheidsgraad zijn (WI1 – WI3) vind je er ook een aantal verborgen parels tot WI5/M6. In het blauw: Sunndalen. “Fossenes Rike” aka het rijk van de watervallen. Hier vind je de meer spectaculaire (WI5-WI6) en lange (700m) lijnen van de streek met het grote voordeel dat de meeste lijnen een korte approche hebben. Het kan geen toeval zijn dat ijsklimgodin Ines Papert hier een aantal ‘first ascents’ heeft! Gezien Sunndalen dichter bij zee (fjord) ligt is het weer hier echter iets meer wispelturig. Daarenboven liggen de meeste lijnen ook zuid-georiënteerd waardoor het seizoen hier iets korter is. (januari-februari). Sta me ook toe Snøvasskjerdingan te verkopen als ons lokale Chamonix – een enorm drie-dimensionale kanjer met goulotten, couloirs, ijs en rijm. Met andere woorden: alles wat een alpinist van een klimgebied verlangt! In het groen: Litjdalen. Als verlening van Eikesdalen (een ander ijsklimmekka en tussen vrienden vaak het centrum van het universum genoemd) heeft deze vallei alles voor modern ijsklimmen. De langste waterval van de streek (en destijds de langste geklommen lijn in Europa) ligt hier verscholen: het machtige Tågbekken, 1000m(!) ijs tot WI5. Verder liggen er meerdere 800m lange lijnen, hangen er pilaren in eindeloze couloirs en zijn er alpiene routes verderop. Steil. Adembenemend. Machtig. (ps: let op voor lawines). In het geel: Innerdalen. Tourskiparadijs alsook mixed/alpien speelterrein. Giklingdalen (zij-vallei) heeft heel veel rotsroutes uit de jaren 70-80 die nu minder geklommen worden (af en toe wat los gesteente en daardoor nu iets minder populair). De laatste jaren worden er daarom meer (zomer-)routes in de winter geklommen. Pittig maar vaak een leuke uitdaging!

Topos: Isklatrefører for Oppdal & Sunndal (Noors en Engels): Alle ijslijnen in de omgeving van Oppdal en Sunndalen. Klatrefører: Jotunheimen (Noors en Engels): Alle alpiene routes in Jotunheimen. Klatrefører for Innerdalen (Noors): Alle rotsroutes van Innerdalen. Met een beetje fantasie aldus ook alle winterroutes. Alle topos zijn verkrijgbaar in VPG – de lokale klimshop. (www.vpg.no)

25


Tekst Henk Vandenhoeck / foto's Martin Desmedt

MONT THABOR

sneeuwschoentocht voor 50+

5 februari 2020: we leven nog in een vrije wereld en hebben nauwelijks het vermoeden dat er iets boven ons hoofd hangt. We spreken ’s avonds af in het dorpje Névache in de HautesAlpes, het is putteke winter. Omdat het echte toerskiseizoen pas begint op 15 februari zijn nog verschillende gîtes en refuges gesloten. Daarom moeten we de ‘klassieke’ tocht wat aanpassen… maar dat geeft natuurlijk de opportuniteit om nieuwe “veilige” trajecten uit te zoeken. De nood maakt de deugd. Gelukkig ken ik de regio als mijn broekzak, toch zeker in de winter.

26


De eerste dag vertrekken we vanuit Névache naar de Refuge Chardonnet, zo’n 630 meter hoger. Een zacht stijgend bospad brengt ons tot op 2230 meter. Na de middag maken we voldoende tijd vrij om een uitgebreide lawine-oefening te doen. De volledige procedure voor als er toch een lawineslachtoffer zou zijn wordt overlopen. Er wordt gezocht en gegraven alsof er een echte persoon onder de sneeuw ligt. De tweede dag begint met een mooie klim naar de Pic Ombière (2832 m). Er zijn weinig of geen sporen, dus moeten we er zelf een trekken in de maagdelijke sneeuw. We kiezen de weg van de minste weerstand en in een gestaag tempo stappen we omhoog. Het is een heldere koude februari-ochtend, met prachtig uitzicht op de verschillende massieven rondom ons (zoals het Ecrins-massief en in de verte de Monte Viso), en we genieten van een mooi zicht op de Mont Thabor (3178 m) die we later in de week willen beklimmen. Na de top volgt de afdaling tot de Chardonnet-hut, en in de namiddag dalen we nog verder af tot in de hoofdvallei (de Vallée Clarée), om dan terug omhoog te klimmen naar de Refuge Ricou (2115 m). Het blijkt een heel gezellige hut te zijn, waar het fijn vertoeven is rond de tegelkachel.

De derde dag begeven we ons op onbekend terrein. Ik beschik wel over een gps-track maar ik wil het toch even checken in de praktijk. Besneeuwde cols lijken vaak op elkaar en je moet wel de juiste col of top beklimmen om met een gerust gemoed verder te kunnen trekken. We stappen naar de Pic Lac Blanc (2980 m) en van daaruit wordt het zoeken naar de juiste doorgang. Gelukkig zijn er meerdere ogen en komen we snel tot de juiste beslissing om onze afdaling aan te vatten: het blijft veilig maar het is niet altijd makkelijk en gelukkig staat iedereen stevig op zijn/haar benen. We trekken verder naar de Col du Vallon, waarna een lange afdaling naar de Rifugio I Re Magi (1780 m), een Italiaanse hut op Frans grondgebied (een 'cadeau' uit Wereldoorlog II), wordt ingezet. Als je de I Re Magi-hut binnenstapt, stap je meteen Italië binnen, niet alleen omwille van de taal maar ook omwille van de getoonde gastvrijheid. Je wordt er echt culinair verwend. We laten ons dit welgevallen want we weten dat het morgen anders zal zijn…

27


De volgende dag hoeven we niet zo vroeg te vertrekken want we moeten slechts 800 meter stijgen naar de Col du Vallée Étroite, om daarna rustig af te dalen naar de Refuge du Mont Thabor (2501 m) die nog in winterslaap is. Bij aankomst ligt de hut er koud en verlaten bij, maar het winterbivak is open: we proberen de houtkachel aan de praat te krijgen en verzamelen voldoende propere sneeuw om drank en voedsel te bereiden. Aangezien de hut de week nadien zal bemand worden en men dan alle voedselresten (halve zakken pasta, halve doosjes melkpoeder, tomatenpuree, ...) toch zal weggooien, proberen wij zo creatief mogelijk deze “restjes” te combineren met onze eigen droogvoeding zodat we met een volle maag in de onderkoelde slaapruimte de nacht kunnen ingaan.

28

Ook op de vijfde dag is het nog steeds mooi weer. Eindelijk krijgen we de kans om de Mont Thabor in de winter te beklimmen. Met 850 meter klimmen en ruim 1500 meter dalen zal het een stevige stapdag worden. We vertrekken dus al vroeg in de ochtend richting Col des Muandes (2820 m): met zijn vieren trekken we naar de top, 3 anderen dalen meteen af. De bagage die we niet nodig hebben voor de klim, graven we in in de sneeuw die op de Col zelf nog bijna 3 meter dik is.


Over een brede sneeuwgraat klimmen we nog 360 meter omhoog naar de top. Door de speling van de wind lopen we nu meer op hardere stukken sneeuw. Het wordt wel zoeken naar de “weg van de minste weerstand” om boven te komen. Net onder de top staat een grote bouwvallige kapel. Er staat een bord met het woord “periculoso” maar iedereen die de top bereikt negeert dit verbodsbord en stapt een wereld van herinneringen binnen die voornamelijk Italiaanse bedevaarders hebben achtergelaten. We vinden er een kaart van Belgische bedevaarders van wie het stamcafé in Vlaanderen “Café Thabor” heet: elke reden is goed om een bedevaart of een bergtocht te ondernemen. Tijdens de afdaling moeten we goed uitkijken naar het minst steile traject aangezien er bijna geen afdrukken van onze sneeuwraketten te zien zijn. Als we terug op de Col des Muandes aankomen is het moeilijkste deel van de tocht achter de rug, maar staat er ons wel nog een heel lange afdaling (vele kilometers en toch nog 1100 meter) te wachten. Gelukkig hebben onze 3 voorgangers een mooi spoor gemaakt richting warmte en gezelligheid van de Rifugio I Re Magi. Voor het laatste traject vanuit deze hut richting Névache zijn we altijd erg geïnteresseerd in het lawinebericht. Bij lawineschaal 3 kunnen we namelijk de uitgestippelde route niet uitvoeren (is in het verleden al gebeurd). De eerste 300 hoogtemeters lopen namelijk door een bos waar niet toevallig een aantal open plekken zijn. Deze open plekken zijn het gevolg van lawines tijdens de voorgaande jaren. We zullen tijdens de passage van deze zone dus heel erg moeten opletten. We houden ruim 20 meter afstand van elkaar. Zo bereiken we veilig de Col des Thures vanwaar we in voornamelijk open terrein kunnen afdalen naar Névache, waar we een kleine week eerder de beschaving achter ons hadden gelaten.

29


Tekst en foto's Debbie Sanders

Winterverkenning van de Beaufortain De Beaufortain staat bekend om zijn lekkere kaas en de Pierra Menta, een markante berg in het landschap en ook de locatie voor een van de bekendste wedstrijden binnen het ski-alpinisme. Na een inloopdagje trekken we eropuit voor een vierdaagse tocht met diverse facultatieve topjes voor wie nog wat energie over heeft.

30


Voorbereiding

Inloopdag vanuit Valézan Afstand: 7,4km, stijgen: 660m, dalen: 660m

Tijdens een ontmoetingsavond op mijn workshopzolder maken we kennis en overlopen we de uitgebreide paklijst die bij een wintertrekking komt kijken. Veel kledij van zomerse tochten kan je hergebruiken, maar kampeermateriaal moet je echt kritisch bekijken. Benzinevuurtjes doen het altijd, maar gasvuurtjes moeten opzichzelfstaande branders zijn, omdat je bij koudere temperaturen vloeibaar gas moet kunnen aanvoeren. Je slaapmatje heeft minstens een R-waarde van 5 nodig (twee matjes combineren kan ook). Ook je tentdoek moet sterk genoeg zijn en tegen de grond aansluiten opdat wind en stuifsneeuw geen vrij spel krijgen, anders krijg je het ‘sneeuwboleffect’.

Zelfs op een maandag stroomt het verkeer vlotjes richting Auberge de Valézan, of dan toch tot een van onze auto’s er in Chambéry de brui aan geeft. Na veel vijven en zessen kunnen we toch nog een vervangwagen op de kop tikken en is iedereen net op tijd voor het avondeten.

Elke deelnemer moet bovendien van tevoren een cursus sneeuw- en lawinekunde volgen bij de Klim- en Bergsportfederatie, kwestie van niet onwetend op stap te gaan. Lawinegevaar is er altijd in de bergen. Vanaf hellingen van 30° (en 25° bij warme/natte condities) verhoogt de kans aanzienlijk dat de zwaartekracht de sneeuw doet schuiven als de onderlinge lagen onvoldoende gebonden zijn. Op één dag leer je hoe lawines ontstaan, hoe je kan beoordelen of je wandelroute haalbaar is en hoe je zelf snel een slachtoffer kan terugvinden en opgraven.

Daarna trekken we de natuur in. We hoopten de auto’s aan de sneeuwgrens te kunnen parkeren, maar de weg blijkt afgesloten. Er zit dus niets anders op dan de eerste honderden hoogtemeters de raketten op de rugzak te binden. Het is warm, en we staan al snel in het zweet.

De volgende ochtend maken we dankbaar gebruik van de extra leefruimte van de gîte om ons programma samen te bespreken. We overlopen de route en lawineberichten. Ook al staat bij een winterverkenning de beleving centraal, het is en blijft de bedoeling dat de deelnemers er ook wat uit leren.

Nabij het gehuchtje ‘la Lance’ kunnen we onze sneeuwschoenen eindelijk aanbinden. We lopen van de ene naar de andere verlaten boerderij. Na de lunch gaan we aan de slag met lawinebieps, sonde en schop. Het is een bruikbare opfrissing, veel leuker dan in het zand, en ook een ideaal moment om in groep te leren samenwerken. Zo kan ik met een gerust hart op stap en erop vertrouwen dat de deelnemers mij terugvinden in geval van een lawine… Ik sta niet achter de redenering van sommige gidsen die zeggen: “Le risque d’avalanche, c’est mon problème.”

31


Granier naar Refuge de la Coire (bivak en gebruik winterruimte om te koken) Afstand: 8km, stijgen: 861m, dalen: 63m De sneeuw valt met bakken uit de lucht, zoals voorspeld. Regenbroek en- jas gaan dus aan. Daaronder houden we het op één basislaag want met zo’n zware rugzak is het al snel zweten, en dan dreigt je isolatielaag nat en onbruikbaar te worden. Dat is bij het bivakkeren zeker een aandachtspunt want je kledij krijg je door de koude temperaturen vaak niet meer droog. De eerste uren geeft het naaldwoud ons nog wat beschutting, maar daarna zijn we onderworpen aan wind en sneeuw. De ongemarkeerde toerskiroute, die met een blauwe lijn op de stafkaart is aangeduid, was onze eerste optie. Maar gezien de autoweg goed verijsd is en dus minder lawinegevaarlijk dan verwacht, lijkt die met sneeuwschoenen de meest comfortabele weg om te volgen. Meestal dan toch, want op enkele plaatsen is de weg zo ingesneeuwd dat ik met heel wat moeite een spoor moet maken langs een steile flank. Iedereen volgt gedwee, en dat met voldoende tussenafstand, om het risico te verlagen dat een lawine vertrekt en dat we er met z’n allen onder liggen. De laatste kilometer naar Refuge de la Coire gebeurt in een quasi white-out. Een GPS is geen luxe maar noodzaak in zo’n condities. In de winterruimte hebben 5 toerskiërs de kachel al opgestookt. We maken er dankbaar gebruik van om lijf en leden terug op te warmen. Na een late lunch en een blik door het raam, is het duidelijk dat we niet ver meer gaan lopen vandaag. Dus maken we gebruik van de tijd en de ruimte om nog wat bij te leren. Hoe lees je UTM-coördinaten af op een kaart en gebruik je die om een GPS-route te maken? Ideaal als je de hulpdiensten moet contacteren of ‘on the field’ een alternatieve route moet uitwerken. Iedereen bekijkt me een beetje scheef als ik aangeef dat we hoe dan ook gaan bivakkeren, en niet binnen gaan slapen. Als bij wonder gaat de wind liggen en trekken de wolken open als we de tenten opzetten naast de hut. Niemand die mijn keuze nog in twijfel trekt.

Refuge de la Coire naar Refuge du Nant du Beurre

32

(bemande berghut) Afstand: 6,9km, stijgen: 437m, dalen: 419m Extra’s: Croix du Berger: 1,8km, 183m stijgen en dalen. Le Grand Crétet: 2,1km, 205m stijgen en dalen We staan op onder ‘Le Grand Beau’. Met een lichte rugzak klimmen we via de bergrug omhoog naar Croix du Berger, een bergtop ten noorden van de hut, met zicht op de winterse bergen en Lac du St Guérin. Zon, schaduw en sneeuw leveren prachtige beelden op! De tenten worden terug opgeborgen. Via diverse bergpassen maar zonder veel hoogtemeters trekken we zuidwestwaarts. Door de verse sneeuwval moeten we het grootste deel van de route zelf sporen. Je eigen afdrukken maken in maagdelijke sneeuw is lastig en mooi tegelijk. Nabij Col de Génisses maken we enkele sneeuwprofielen om een zicht te krijgen op de opbouw en stabiliteit van het sneeuwdek. Het blijft echter een erg lokaal gegeven en dat blijkt ook als je zo’n doorsnede maakt op diverse oriëntaties. Het terras van Refuge du Nant du Beurre is een welkome beloning na twee dagen hiken met een zware rugzak. De pannenkoeken van het huis gaan gretig naar binnen. Voor het avondeten sprokkel ik nog twee deelnemers voor een avondwandeling. Telkens als we op een topje komen, denken we luidop ‘hm, op naar het volgende?’ om uiteindelijk te eindigen op le Grand Crétet. De rust en de gele gloed van de avondzon, heerlijk!


Refuge du Nant du Beurre naar Col de la Légette (bivak) Afstand: 8,1km, stijgen: 535m, dalen: 369m Extra: Point du Col: 1,5km, 148m stijgen en dalen Vol goede moed gaan we terug van start, maar we moeten helaas van twee deelnemers afscheid nemen: de ene heeft een voetblessure, de andere koorts. Ze dalen af naar Grand Naves, een dorpje op een boogscheut van de berghut, en reizen via een lift, een trein en een taxi terug naar Valézan. Een stevige klim leidt ons naar le Quermoz, waar we voor het eerst de Mont Blanc ‘bewust’ zien. In een ruime boog trekken we daarna verder richting le Bagnaz en Col de la Légette. Het is opnieuw sporen geblazen en dat onder een warme lentezon en in windstil weer. Het UV-licht komt van alle kanten: een kwaliteitsvolle zonnecrème, lippenbalsem en een zonnebril, bij voorkeur van categorie 4 en die goed aansluit, zijn absoluut noodzakelijk bij wintertochten.

Col de Légette naar Granier Afstand: 7,9km, stijgen: 62m, dalen: 1.045m Extra: Pointe du Dzjonfié: 1,9km, 210m stijgen en dalen Alvorens de afdaling in te zetten stijgen we naar onze laatste bergtop: Pointe du Dzjonfié. We hadden hem al van de andere kant mogen aanschouwen, maar nu kunnen we er eindelijk bovenop gaan staan. De laatste tientallen meters gaan over een nauwe en wat verijsde bergrug, maar de sneeuwschoenen hebben voldoende grip. Het Mont Blanc-massief staat nog wat prominenter aan de horizon te pronken. Tijdens de afdaling naar Granier lopen de temperaturen steeds hoger op en voelen we dat de sneeuw zijn draagkracht verliest. Hier en daar schieten we er met onze voet eens door, het lukt niet altijd om ons recht te houden. Op de ingesneeuwde weg kunnen we nog vrij lang de sneeuwschoenen aanhouden, maar de droge stukken beginnen alsmaar talrijker te worden. Het landschap wordt groener en het dorp ziet er intussen helemaal anders uit dan toen we hier 4 dagen geleden vertrokken. PRAKTISCHE INFO

De namiddag is nog jong als we de tenten opzetten. Deze keer is er geen hutje in de buurt, maar het is buiten heerlijk vertoeven. Een klim naar le Pointe du Col is een mooie afsluiter.

debbiestochten.com/2020/03/28/winterverkenning-van-debeaufortain/

33


Tekst en foto's Lus Van den Bossche

Toerskiën – een intense sport In 1991 schreef ik mij in voor de klimschool en werd lid van de toenmalige Vlaamse Bergsportfederatie. Zo onstond mijn eerste contact met toerski. Om deel te nemen aan de toerski stages waren er geen specifieke vereisten, je moest natuurlijk kunnen skiën. Ik startte met piste skiën een paar jaar ervoor. Ik schreef me in voor een stage vanuit Arolla.

Mijn eerste toerskiweek werd al na drie dagen afgebroken wegens slecht weer. Gelukkig voor mij want het bleek dat ik er niet klaar voor was. Ik verloor namelijk al energie door de stress van het gebruik van nieuw materiaal en de onbekende stap- en skitechnieken. Maar, ik had nu een heel jaar om mij voor te bereiden. En sindsdien toerski ik elk jaar minstens een week. Toerski is een allesomvattende sport. Het is winter en toch ben je de hele dag buiten, het is fysiek vrij inspannend en emotioneel heel intens. Je vertrekt vaak in - of aan de rand van een dorp, wandelt over weiden en door het bos. Eens voorbij de boomgrens kom je in een desolaat rotslandschap. Je kan het vergelijken met wandelen in de woestijn of varen op zee: de stilte, de eindeloosheid en de vergezichten zorgen voor een immens geluk.

34

Dertig jaar toerskiën De eerste jaren nam ik deel aan stages van de federatie. Het stageaanbod was niet zo uitgebreid. Zo werden er bijvoorbeeld in 2000 slechts drie stages aangeboden. Daarna deed ik ervaring op bij meerdere organisaties, onder andere de CAI, het DAV en met de gidsen van het Oostenrijkse Alpenverein. Omdat de klemtoon van deze tochten op beleving lag, en minder op opleiding, volgde ik ook enkele opleidingen in Oostenrijk en Chamonix (een mixte-stage off piste/toerski, lawinekunde, skiën in cordée, oriëntatie).


Conditie

Stage aanbod Begin jaren 2000 was het stageaanbod van de federatie nog steeds beperkt. Als ondervoorzitter was ik uitgenodigd op een beurs voor sporttoerisme, waar ik in contact kwam met de organisatie en de berggids waarmee ik sinds 2004 toerskistages organiseer. In de loop der jaren is het aantal KBF-begeleiders sterk toegenomen. Zo beschikt de federatie nu over degelijk opgeleide begeleiders en berggidsen. Het stageaanbod is daardoor indrukwekkend, en het toerskiën zit nog steeds in de lift (zeker na covid-19).

Om volop te kunnen genieten van een toerskistage is een goede conditie een must. Het stappen met de ski’s, met een rugzak op de rug, is niet te onderschatten. Soms moeten de ski’s heel snel na elkaar, bij het nemen van een hindernis, uit- en aangedaan worden. Vellen af en op, harseisen plaatsen, … en je moet geconcentreerd blijven tijdens de afdaling in alle soorten sneeuw. Vallen, rechtkomen met de rugzak, beenspieren die pijnlijk worden. Als je een heel jaar door zorgt dat je conditie optimaal is kan je volop genieten en recupereer je sneller. Hoe je aan je conditie werkt is afhankelijk van wat je graag doet. Er zijn vele programma’s voor kracht- en uithoudingtraining: trainen in de fitnesszaal, zwemmen, lopen, fietsen, mountainbiken, en klimmen voor soepelheid is een goede combinatie, liefst aangevuld met indoorskiën voor techniek. Er is een groot verschil hoe je je conditioneel onderhoudt, of je twintig of zestig bent.

35


Materiaal en techniek

De mooiste tochten

De eerste jaren huurde ik mijn toerskimateriaal, omdat het belangrijk is om in te schatten of toerskiën je al dan niet ligt. Sommigen houden het bij één ervaring, anderen zijn, net zoals ik, gebeten en willen dit levenslang blijven doen. Als je meer dan één keer per jaar op tocht gaat is het voordeliger je eigen materiaal te kopen, wat ik dan ook deed. Het totale pakket is niet goedkoop: ski’s, binding, vellen, schoenen, harseisen, opvouwbare stokken en rugzak met skibevestiging. Daarnaast heb je ook een lawine-uitrusting nodig: sonde, schop en lawinepieper. Van Airbag was toen nog geen sprake. Mijn eerste toerskischoenen waren van het merk Raichle, de Mercedes onder de toerskischoenen, degelijk maar zwaar. Het materiaal is ondertussen sterk geëvolueerd. Voor mij is lichtgewicht belangrijk. In mijn opleidingen heb ik geleerd dat “elke kilo aan je voet twee kilo op je rug is”. De ski’s, binding en schoenen die ik nu heb zijn enkele kilo’s lichter. Zeker belangrijk wanneer je de ski’s op de rugzak moet dragen. Materiaal is heel persoonlijk, welk soort skiër ben je, wat wil je voornamelijk doen? In goede sportwinkels en ook online vind je de nodige informatie.

Op de vraag ‘wat was de mooiste tocht?’ kan ik moeilijk antwoorden. Iedere tocht op zich heeft iets speciaals. Voor een optimale beleving zijn de condities belangrijk. Zo is het op de Haute Route Chamonix-Zermatt, met voldoende sneeuw, volop genieten van mooie afdalingen. Maar met weinig sneeuw moet je vaak stappen. Bij de Haute Route van de Gran Paradiso word je omgeven door veelkleurige rotsformaties en de hutten zijn aangenaam. Tijdens de beklimming van de Toubkal in Marokko werden we van de top geblazen, en de wind had het terrein omgevormd tot een ijsvlakte. De Lynghen-Alpen in Noorwegen waren dan weer super, het verblijf op een oude postboot was speciaal. Soms gingen we aan land met de boot, en andere keren in kleine rubberbootjes. De beklimmingen starten op nul meter, de sneeuw is anders dan in de Alpen en je skiet met zicht op het helblauwe water.

De beste investering Door al die jaren enkel te toerskiën is mijn skitechniek er niet op vooruitgegaan. Ik ski overal af, maar hoe? Vier jaar geleden volgde ik drie voormiddagen privéles, de skileraar was streng, en het was niet altijd even gemakkelijk. Maar de zelfzekerheid die ik nadien voelde bij het afdalen en het ontspannen skiën waren deze investering meer dan waard. Familietochten De eerste jaren organiseerde ik tochten vanuit Rabbi, de thuisbasis van gids Lorenzo in Val di Sole. We logeerden in een familiepension. De uitbaters hadden ook een boerderij. Ze verwenden hun gasten alsof het één grote familie was. Die eerste jaren waren er ook gezinnen met tieners in de groep. Het was prachtig om te ervaren hoe de jeugd zich amuseerde en hun enthousiasme overging op de volwassenen.

36


Beaufortain Mijn laatste tocht, voor covid-19 toesloeg, was in de Beaufortain, een kleine regio gelegen in het Franse departement van de Savoie. De belangrijkste toppen zijn Le Grand Mont en de rotsformatie Pierra Menta (is ook de naam van de plaatselijke mythische toerskiwedstrijd). In het massief van Beaufortain vinden we de hoogstgelegen bergdorpjes, die het hele jaar door bewoond zijn. Een pluspunt voor deze regio is de bereikbaarheid met de TGV, Albertville of Bourg St-Maurice. We verblijven de eerste drie dagen in hotel Le Grand-Mont in Beaufort, en de volgende dagen in hotel l’Autantic in Bourg St-Maurice. Het familiale hotel/restaurant Le Grand-Mont is een voltreffer, gerund door vier generaties, Laura, Valérie, Christiane en de kranige 94jarige oma Denise. Het avondeten is à la carte en ’s morgens staat een uitgebreid ontbijt klaar. Maandagmorgen. Voor het vertrek wordt het materiaal nagekeken. In Hauteluce, een gehucht op 1125 meter starten we met biepsoefeningen. Daarna zigzaggen we zuidoost tot het bos. De steilere bospassages gaan niet altijd even vlot, af en toe moeten de ski’s uit. We bereiken de kam (1827 m) in de buurt van Le Chatelard, waar we even zicht hebben op het Lac de La Girotte. Plots begint het te regenen en de wind steekt op. Het laatste stuk moeten we de ski’s dragen. Gelukkig heeft het hotel een droogkamer en mogen we onze kleren in de droogkast stoppen.

Bij de eerste bocht naar beneden gaat een ski uit, blijkbaar was de stopper vastgevroren. Lorenzo gaat er achter aan, en moet bij het stijgen uitwijken voor een kleine lawine. De afdaling is verder mooi en plezant. Lorenzo kiest steile hellingen. We traverseren naar een helling tegenover de top, iedereen zoekt een comfortabel plaatsje voor het maken van een sneeuwprofiel. Vrijdag 21 februari. Ik blijf een dagje op hotel, wat lezen, beetje schrijven. Het is tenslotte al mijn tweede week. De groep gaat vanuit Granier (1100 m) via Le Verraret (1770 m) naar Pointe de Combe Bénite (2575 m) en komt enthousiast terug. Zaterdag 22 februari. Vanuit La Thuile (1388 m) stappen we over zachte weiden naar de bosrand. In een mum van tijd staan we op de Dôme de Vaugelaz (2217 m), de Mont Blanc lijkt dichtbij, en verder krijgen we een panorama op Vanoise, Ecrins, Pierra Menta en de Combe Bénite. We sluiten een mooie week af, en wat we op dat moment niet weten, ook het seizoen, want vanaf maart 2020 gaat alles dicht…

Dinsdag 18 februari, “Le Grand Beau”… Op het programma: Le Grand Mont. In Arêches nemen we de Télésiege du Grand Mont en de Télésiege des Bonnets Rouges tot 2050 meter. Bij de start is de weg gemarkeerd door Dynafit en staat er een apparaat om de bieps te testen. Op de laatste helling voor de top moeten we traverseren. Op het einde gaat het steil naar beneden, de meeste mensen vallen en glijden een tiental meter. Lorenzo bouwt trappen zodat we veilig aan de laatste helling kunnen beginnen die leidt naar de top van Le Grand Mont (2633 m). We worden beloond met een prachtig panorama op het Mont-Blancmassief, de Vanoise, en de Ecrins. Een lange, schitterende afdaling volgt. Voor Thibaut op splitboard is het soms lastig omhoog te kunnen traverseren. De zwarte piste tot Arêches is gesloten, de snelle skiërs zijn snel beneden terwijl Lorenzo de tragere begeleidt. Woensdag 19 februari. Het sneeuwt wanneer we vertrekken aan La Barma (1152 m). Met een gevonden plank bouwt Lorenzo samen met Jonas en Thibaut een brug over het bosriviertje, zodat onze vellen niet nat worden. Aan het stuwmeer van St-Guérin (1576 m) traverseren we links en op het einde van het meer, rechts de helling op tot de chalets van Le Grand Plan (2112 m). Bij de afdaling hebben we op de eerste helling goede sneeuw. Daarna gaat het langs het meer tot het bospad voorbij de stuwdam naar de parking. We verhuizen naar hotel l’Autantic in Bourg St-Maurice waar het zwembad wacht. We maken onder een prachtige sterrenhemel een avondwandeling naar het restaurant La Petite Auberge, Donderdag 20 februari parkeren we aan Chalet Milka voor de beklimming van de Mont Rosset (2429 m), een tocht van een medium moeilijkheidsgraad en haalbaar met het lawinegevaar. De aanloop brengt ons door het bos en vervolgens via een zachte kam tot op de top. Eens op de kam denk ik “dit is de laatste heuvel,” maar schijn bedriegt, en achter elke heuvel verschijnt weer een nieuwe. We genieten van een magnifiek zicht op de Pierra Menta en de vele toppen van de Vanoise.

37


Tekst en foto's Jef Verstraeten

Toerskiën & freeriden: Welke helm heb ik nodig? Berggids aan het woord: Jef Verstraeten Tijdens mijn gidsenopleiding viel het op dat meerdere instructeurs geen helm dragen tijdens wintersport. Een helm zou niet “cool” genoeg zijn of “wie een helm nodig heeft moet zeker een slechte skiër zijn”. Als de jongste van mijn lichting, en nog een laaglander ook, vergde het net te veel moed om me nog met helm te laten zien. In mijn eerste winterseizoen als berggids begeleidde ik een groep Duitse jongeren in vergletsjerd terrein nabij de Franz-Senn-Hütte. Als jonge “coole” gids had ik geen helm mee, zoals ik had gezien bij mijn lesgevers. De eerste dag hadden de meesten een helm in de rugzak, en deze werd gedragen in de afdaling. Dag twee waren de meeste rugzakken niet meer met een helm uitgerust. Zodoende waren de hoofden tijdens de afdaling onbeschermd… door mijn slechte voorbeeld. De volgende week was ik met een groepje Belgen op stap. Hier keerde het tij. Bij een gevaarlijke passage in de beklimming vroeg ik hen de helm op te zetten. Ik had er geen bij en dat voelde dom aan. De klanten maakten duidelijk dat ze niet verstonden waarom ik geen helm droeg tijdens de afdaling. Ik kon niets anders dan hen gelijk geven. Amper een week later begeleidde ik een groep Nederlanders op een toerskiweek, met op de eerste dag freeriden in Ischgl. Eén van de klanten vroeg of hij een helm moest dragen. Ik heb het niet verplicht, maar door te zeggen dat ik er zelf één zou dragen, was zijn keuze snel gemaakt. Later die dag raakte hij met zijn hoofd een stevige tak, en kon hij in plaats van naar het ziekenhuis te moeten, dankzij zijn helm verder genieten van een weekje poedersneeuw.

38

Voordelen skihelm Veiliger Het dragen van een skihelm vermindert het hoofdletselrisico met minstens 35%. Dat is dus 35% meer kans op skiplezier tot het einde van je verlof, als het tot een val of botsing komt waarbij je hoofd iets raakt! Warmer Na een vermoeiende klim krijg je het snel koud, daar 10% van onze lichaamswarmte via ons hoofd verdwijnt, vind ik persoonlijk de combinatie muts+helm heel fijn. Beter met een helm op voelt men zich zelfzekerder en beter beschermd bij het skiën. Daardoor geniet men meer.


De tegenargumenen ontkracht

“Ik ben een goeie skiër, dus ik heb geen helm nodig” Ook op de skipistes maken eigen fouten en vallen maar liefst 8090% van de ski-accidenten uit. 10 à 15% van de ongevallen in de statistieken zijn botsingen. Een anekdote van Dominik, een goede vriend en uitstekende gids die de Oostenrijkse opleiding van de ski instructeurs leidt, en zowat de beste skiër in het Stubaidal: tijdens de afdaling van de Zuckerhütl 3507 m, bleef hij met één van zijn ski’s in een steen hangen. Zonder verweer viel hij met zijn hoofd het dal in, gelukkig zonder letsels. Hij viel amper tien centimeter naast een grote steen in zachte diepsneeuw. Sindsdien draagt ook hij steeds een helm bij het toerskiën en freeriden.

“Helmen zijn niet cool.” Dat is natuurlijk een non-discussie… Er zijn veel mooie en comfortabele helmen. Delen maar die foto’s met helm op! “Met een helm op, zie ik minder.” Het is niet de helm die je kijk eventueel beperkt, het is mogelijks wel de skibril. Maar heeft die skibril een alternatief? Het dragen van een zonnebril heeft echter ook risico’s bij een val. “De helm neemt plaats weg in mijn rugzak.” Buiten aan elke rugzak neemt geen enkele helm plaats weg. Elke betere rugzakfabrikant levert modellen met helmnetje om het bevestigen te vergemakkelijken. Deze zijn ook voor weinig geld online te koop.

39


Soorten helmen

All in one: de ideale triathlonhelm

De klassieke skihelm kennen we allemaal. Deze helm is gemaakt om vallen en botsingen op te vangen. Dit wil zeggen dat ze verzachtend werken op de impact van sneeuw, ijs, of een ander hard object. De meeste skihelmen zijn redelijk zwaar omdat het gewicht bij alpiene skiën geen grote rol speelt. Opgelet: de skihelm is ontworpen om te beschermen tegen ernstige hoofdtrauma’s, maar letsels blijven altijd mogelijk. De bescherming tegen een whiplash is hier beperkt, maar een hersenschudding kan nog voorkomen.

Er is een oplossing. Enkele buitensportmerken hebben intussen een helm op de markt gebracht die op drie normen getest zijn, namelijk die voor skiën, fietsen en klimmen. · Uvex P1000 · Salamon MTN Lab · Movement 3 Tech

Af en toe gebruiken toerskiërs klimhelmen. Ze zijn een pak lichter en nemen ook minder plaats in. Bij gecombineerde beklimmingen, waar je een aanloop hebt op ski’s en daarna bijvoorbeeld een graatbeklimming, geniet je van dit gewichtsvoordeel. Een klimhelm is echter ontworpen om steenslag te absorberen. Nu worden er meer en meer klimhelmen als toerskishelm verkocht. Dit komt door de reglementering bij de toerskiwedstrijden. Bij deze “skimo”-wedstrijden moeten de atleten minstens een klimhelm opzetten. Om hieraan tegemoet te komen heeft Petzl met een CE Testbureau de PCSR-001 testprocedure ontwikkeld. Hier worden helmen getest op hun vermogen om schokken op te vangen langs de zijkanten (en dus niet enkel van bovenaf zoals voor steenslag). Naast de standaard “top-and-side protection” test, controleert Petzl voor helmen zoals de Meteor of Sirocco, nog andere dingen. Wat juist getest wordt, wordt niet meegedeeld. Zeker is, dat de huidige klimhelm niet voldoet aan de strenge ski-norm EN 1077.

40

Als ik dan in het late voorjaar op mijn fiets door het Wildlahnertal tot aan de sneeuwgrens rijd, met mijn ski’s op de rugzak, en vervolgens met de vellen onder de skilatten een 1000 meter stijg, gevolgd door de beklimming van de 3476m hoge Olperer via de noordgraat, de grootste top van de Zillertaler Alpen, dan heb ik slechts één helm nodig.


Letsels vermijden, meer dan helmdracht Het dragen van een helm maakt een verschil. Je tochtvoorbereiding en gekozen strategieën om letsels te vermijden zijn echter van nog groter belang! Tijdens je voorbereidingen en het uitvoeren van de skisport kan je op de volgende dingen letten. Voorbereiding Vanzelfsprekend zou moeten zijn dat je fysiek goed voorbereid bent. Ook in het vlakke Vlaanderen is dit mogelijk.

Bronnen Faulhaber, Martin & Pocecco, Elena & Posch, Markus & Ruedl, Gerhard. (2020). Accidents during Mountain Hiking and Alpine Skiing – Epidemiological Data from the Austrian Alps Unfällebeim Bergwandern und Alpinskifahren – epidemiologische Daten aus den österreichischen Alpen. Deutsche Zeitschrift für Sportmedizin. 71. 293-299. 10.5960/dzsm.2020.465.

Stap 1 is het verhelpen van bestaande letsels. Pijn aan de knieën, heup of in andere gewrichten wordt door de belastingen op de ski’s meestal niet beter. De maanden voor een toerskivakantie kan je best samen met een kinesitherapeut aan je zwakke puntjes werken. Geef ook even de informatie door dat je wil gaan (toer)skiën, en dat je aan deze doelstelling wil werken... Stap 2 is het daadwerkelijke fysieke trainen en oefenen. Specifieke vaardigheden zoals het instappen in je pin-binding en zelfs het ‘Spitzenkehren’ kan je thuis op je tapijt zelfs oefenen… of eens op een kunstsneeuwpiste. Fysieke fitheid verkrijg je door voldoende bewegen en sporten. Maar ook specifieke spierversterkende oefeningen zijn wenselijk.

“Met een helm op voel ik me zelfzeker en beter beschermd bij het skiën, waardoor ik er meer kan van genieten...”

Werk ook aan je skivaardigheden. Ik raad echt aan om vooraf een dagje in te skiën in een skigebied vooraleer je de “backcountry” ingaat. Ook enkele uurtjes met een goeie skileraar helpen daarbij. Ook ik als ski- en berggids ga nog jaarlijks enkele keren onder begeleiding werken aan mijn skitechniek. Ga je met een berggids op stap, vraag ook feedback op je skitechniek of misschien kan een goede skileraar aangeraden worden voor die dag vooraf?

Jef Verstraeten, geboren in België, woont als sinds z'n veertiende in Oostenrijk. Hij maakte van de bergen zijn beroep en is naast internationaal gediplomeerd bergen skigids ook outdoor trainer en touroperator. Zijn aanbod vind je op berggids.be

Op locatie Heb je eigen ski’s? Laat bij een jaarlijks skionderhoud dan zeker ook je binding opnieuw instellen. Kleine veranderingen in je lichaamsgewicht kunnen al een groot verschil maken in welke z-waarde er in je ski’s moet ingesteld worden. Of je nu huurt of bezit, wees steeds eerlijk over je skivaardigheden. Een fout ingestelde binding kan betekenen dat je ski’s niet snel genoeg lossen… met groot risico op kruisbandletsel of breuken. Massa maal versnelling is kracht. Hoe sneller je dus skiet, hoe meer krachten zich bij een val ontwikkelen. Pas je snelheid aan je skivaardigheid aan. Ook andere variabelen niet vergeten zoals: steilte, sneeuwcondities, andere skiërs, en vergeet ook niet dat je na een lange klim of skidag niet meer zo fit bent als ’s ochtends om tien uur. Last but not least, alcohol is taboe als je nog terug de latten op gaat. Elke hut heeft intussen 0% alcohol bier. En de zogenaamde Gipfelschnaps, de jenever op de top is iets voor oude Oostenrijkers met houten ski’s, wolhoed, kauwtabak en een snor. Op ski’s is iedereen zijn eigen BOB.

41


Tekst Orije Kirchner - opgedragen aan Joris Linden Tekst Annelore en foto's Jeroen

WINTER- EN ICECANYONING Wintercanyoning biedt geoefende canyoneers kansen om tijdens de koudere maanden de minder toegankelijke plekken op de berg te verkennen. Denk maar aan gletsjercanyons waar in de zomer een gigantische hoeveelheid smeltwater door stroomt. Tijdens die vaak gedurfde exploraties krijg je er de prachtige winterse taferelen bij. Bij sommigen, zoals bij Jeroen Kirchner, ontstond de passie om die unieke winterpracht systematisch op te zoeken en tegelijkertijd de confrontatie met de meest barre condities aan te gaan. Voor velen is icecanyoning het summum. Inderdaad is het een van de meest complete en uitdagende bergsporten. Stel je een afdaling tussen half-bevroren watervallen en spectaculaire ijsstructuren maar eens voor! Toch blijken de condities niet altijd even winters en idyllisch mooi als we ze ons voorstelden, of zijn ze net strenger dan verwacht. Water, sneeuw en ijs zijn onvoorspelbare factoren. Nog meer dan in de zomer zal een wintercanyoneer in z’n planning met heel wat rekening moeten houden: het temperatuurverloop over een lange periode, de temperatuur van het water (zeker met een gletsjer of smeltwater aan de bron), de toestand van het ijs of de sneeuw… en niet in het minst de tijd die men voor de afdaling denkt nodig te hebben. Het Stop of Go!-principe is meer dan ooit van toepassing en zeer bepalend voor de uiteindelijke beleving en voor de veiligheid. Op de KBF-website staat een uitgebreid artikel voor wie er zelf wil van proeven. In Monte schetsen we een beeld van de activiteit en focussen we op enkele aandachtspunten. winter- en icecanyoning, lang niet zonder risico! Wanneer de buitentemperatuur en de temperatuur van het water om en bij het vriespunt liggen, spreken we in het algemeen over wintercanyoning. Je beschermen tegen de koude is daarbij de voornaamste bezorgdheid. Om over een echte icecanyoning te kunnen spreken, moet de buitentemperatuur al langere tijd ruim negatief zijn (max. -5° à -6°C). IJs is dan overvloedig en in diverse vormen aanwezig. Sneeuw en ijs veranderen dan het landschap en bedekken vaak ook de ankers. Alles bevriest: het touw waarop je afdaalt en de rotsen worden glad, zelfs je karabiners vriezen vast. Een wintercanyon hoeft dus niet noodzakelijk een icecanyon te zijn maar kan best wel als opstap bekeken worden.

Piumogna III (Ticino) half-gevormde ijstunnels

42

Terwijl je bij andere bergsporten vaak nog rechtsomkeer kan maken, heb je door het ontbreken van begaanbare vluchtwegen die kans bij wintercanyoning meestal niet. Eens de tocht begonnen is, zit er niets anders op dan hem te volbrengen. Eventuele reddingsacties van buitenaf zijn vrijwel onmogelijk en zouden in ieder geval veel tijd vergen. De canyoneer zal z’n uiterste best moeten doen, zowel tijdens de voorbereiding als tijdens de activiteit zelf, om een mogelijke stilstand in de canyon, onderkoeling en de kans op vrieswonden te vermijden.

42


Kennis, planning en voorbereiding Een canyon in lawinegevoelig gebied, een föhn die de kop opsteekt, stijgend water omwille van een bewolkte nacht: het zijn maar enkele voorbeelden van potentieel gevaar. Een veilige canyon weten te kiezen of het al dan niet realiseren van een activiteit naargelang de condities: een doorwinterde canyoneer moet in alle omstandigheden de juiste beslissingen kunnen nemen. Daarbij dient hij onder andere rekening te houden met: - de duur van de canyontocht (liever wat korter) - de technische details (canyoning- versus ijsklimtechnieken) - het debiet (hoe hoger, hoe riskanter) - de omgevingsfactoren (vluchtwegen, lawinerisico, diepe poelen) - de stabiliteit en kwaliteit van het ijs of de sneeuw. De verschillende ijsvormen (gelamineerd ijs, spray, slush, al dan niet valse ijspoelen, ijsgordijnen, ijstanden en -stalactieten, basetraps, sifons…) vragen allemaal een specifieke aanpak. Het evalueren van de kwaliteit van het ijs vergt aandacht en inschattingsvermogen. Om de risico’s in te schalen, moet men kunnen bepalen waar het ijs sterk genoeg is om te passeren of om eventueel een ijs- of sneeuwanker op te bouwen. Uitrusting In een canyon zit je diep ondergedompeld in de natuur en ben je blootgesteld aan invloeden van buitenaf. De kledij voor een wintercanyon zal aangepast moeten zijn en vraagt mogelijks een extra investering: een dry- of semi-drysuit kan zich opdringen in plaats van de zomerse wetsuit bestaande uit een of twee lagen. Canyoningschoenen zitten makkelijker met 2 paar sokken als de binnenzool wordt verwijderd. Tussen de wetsuitsokken in wordt soms een plastic zakje (of dry-suit) geplaatst. Getten helpen in de aanlooptocht om je droog te houden, en in de canyon zelf om je drysuit te beschermen. Maar uiteraard is het niet het materiaal dat de soldaat maakt! Je eigen lichaam moet je warm houden en daarvoor de nodige extra calorieën aanmaken: voldoende en juiste voeding en drank dus. Qua technisch materiaal zijn er een aantal opvallende wijzigingen tegenover de zomer: de normaal veiligere (beveiligde) karabiners met schroef of trilock kunnen vastvriezen en worden vaak vervangen door... eenvoudige snappers!

Sefi (Oberland) – nazekeren teamgenoten

Karabiners met magnetisch sluitsysteem, alsook speciaal behandelde (hydrophobe) icecanyoningtouwen zijn in opkomst. Enkel de mechanische hulpmiddelen die je met handschoenen kan bedienen, komen in aanmerking, want hulptouwtjes hebben weinig of geen grip op bevroren touw. Omdat de sluitingen van de semi-open canyonrugzak kunnen bevriezen, wordt de inhoud vastgemaakt. Afhankelijk van de intensiteit van het ijs worden ijsschroef, ijsbijl en crampons ingezet of opgeborgen. Het hulptouw wordt zo lang mogelijk droog gehouden. Moeten ook voorhanden zijn: waterdichte zakken met onder meer warme en droge kleding, lawinespullen en voeding. En een point chaud of noodshelter om een warmtebubbel rond een slachtoffer + een helper te kunnen creëren. Volstaat het dan wel om ervaren canyoneer te zijn? Uit bovenstaande info wordt al snel duidelijk dat je ’s winters veel meer kennis nodig hebt dan voor de afdaling van canyons in zomerse condities. Een doorgedreven risicobeoordeling kunnen uitvoeren én heel wat winter- en ijsklimtechnieken beheersen, is een must. Je hoort dus zowel canyoneer te zijn als essentiële (winter) bergsportvaardigheden verworven te hebben. Je moet een sterke basis in sneeuw- en lawinekunde hebben, sneeuw en ijsankers kunnen plaatsen, andere touwtechnieken uit diverse disciplines kunnen toepassen en vertrouwd zijn met het ingezette materiaal. Momenteel bestaat er binnen KBF geen specifiek opleidingsaanbod voor wintercanyoning. De beste basis vormt het volgen van opleidingen tot zelfstandig canyoneer, bergbeklimmer en ijsklimmer, aangevuld met workshops in o.a. meteorologie en lawinekunde. Voor een kennismaking met wintercanyoning zijn er in Zwitserland twee clubs die activiteiten organiseren, één voor het Duitstalige (meertalige) gedeelte (www.bachab.ch) en één voor het Franstalige gedeelte (www.amicalecanyon.ch). Er zijn ook berggidsen die er zich op toegelegd hebben… Laat je deskundig begeleiden als je niet over de juiste en volledige expertise beschikt!

Rosenlaui (Oberland) ijsgordijnen

43


Tekst en foto's Jeroen Kirchner en Andrea Furger

First descent van winterse Albula De eerste dagen van 2020 waren zonnig en warm in de Zwitserse Alpen. Maar op enkele dagen tijd kelderden de temperaturen en kregen we droog en koud weer. Ideale condities voor wintercanyoning dus, dankzij lage waterstanden en een miniem oud sneeuwdek. Met die goede vooruitzichten kreeg ik een uitnodiging voor het daaropvolgende weekend. Als eersten zouden we een diepe canyon afdalen - niemand had dit eerder gedaan! We zouden er twee dagen de tijd voor nemen. Spannend! De canyon, Albula genaamd, ligt bij het dorpje Bergún. Pas later zou ik me het geografisch belang van de plek realiseren...

Na een telefoontje met groepsleider Timo Stammwitz spraken we af dat ik reeds op vrijdag zou aankomen om de staat van de canyon in te schatten. Met andere woorden: ik zou de kloof solo stroomopwaarts in wandelen met sneeuwschoenen, en indien nodig stijgijzers, om de kwaliteit en de hoeveelheid van het ijs na te gaan. Die dag was het goed koud met -9°C. Het ijs dat ik aantrof aan de uitgang van de canyon was zich nog aan het vormen: ik zag op dat punt geen belemmering voor een afdaling. De overige leden van het team kwamen aan op zaterdagmorgen. Het was -8° C. In ons team van vier zaten de bekende gezichten van Timo en Alex, met wie ik al eerder aan wintercanyoning deed, en de Italiaans-Duitstalige Alessia. De voertaal bleek ergens tussen het Frans, het Duits en het Engels in te liggen: een grappige driehoeksverhouding! De toon in de groep was snel gezet. Tot onze verbazing had Timo een fotograaf meegebracht om alles vast te leggen. Blijkbaar had hij hoge verwachtingen van de canyon… Het was raar om gevolgd te worden, maar we vonden het ook wel leuk uiteraard.

44

Boven de kloof ligt een handige parking: van daaruit konden we de canyon verkennen met onze drones. Die plek zou ook de positie van de fotograaf worden. Timo had het steeds weer over één problematisch punt in de canyon: een diepe poel met mogelijk waterbewegingen, waarna het water blijkt te verdwijnen... We zagen veel ijs op de wanden, maar we konden uit de dronebeelden maar niet opmaken hoe de doorgang na deze poel er uitzag. Timo vreesde voor een sifon of een ander obstakel. Even overwogen we van bovenuit een vast touw te installeren, om in extremis alsnog uit de kloof te kunnen klimmen, maar daarvoor was 100 meter te diep. Bovendien zouden we er kostbare tijd door verliezen. Samen besloten we de afdaling zonder meer te proberen. Alex en ik, de waaghalzen van de groep, spraken onze teamgenoten moed in: we zouden zo veel mogelijk audiovisueel contact houden met de fotograaf, die op zijn beurt contact had met gekwalificeerde mensen die zo nodig te hulp konden komen. Weliswaar veel later, maar daar stond niemand bij stil...


Foto © Andrea Furger, in opdracht van Timo Stammwitz Drone shot van een first descent in winter.

45


Zoals op de topografische kaart te zien is, zijn er voor deze canyon twee mogelijke startpunten. In een kortere versie doet men enkel het onderste gedeelte, en in een langere versie start men enkele honderden meters stroomopwaarts en is er dus een vluchtweg tussen de twee delen in. Voor de opening dit weekend kozen we om de canyon in twee dagen te doen.

De enorme diepte en het grootse karakter van de canyon zijn indrukwekkend. Tenslotte vloeit hier een heuse rivier door een kloof, en niet zomaar een bergbeekje. Het ijs reikte torenhoog en op sommige plaatsen waren de ijsformaties, in het bijzonder de ijsgordijnen, op beide oevers tientallen meters breed. Het ijs was ook zeer solide: we hadden er vanuit de canyon zo op kunnen klimmen.

Bij de start van de canyon merkten we meteen dat er veel ijsvorming op de wanden was. Bijna alle oppervlaktes waren bedekt met een laag glad ijs: het was duidelijk meer dan wat ik aan de uitgang gezien had. Onze canyoning van vandaag zou zich dus grotendeels in het water afspelen. Dat beloofde!

Op één plaats was de rivier bijna dichtgevroren: door het opspattende water was er zich al een ijsbrug aan het vormen. Ik zag potentieel en ging er als een limbodanser onderdoor. We slaagden er telkens in om op de juiste locaties goede rots te vinden. Beurtelings werden er haken geboord. Ondanks het feit dat we slechts met zijn vieren waren en het wachten dus beperkt was, hadden we tijdens het stilstaan in de koude allemaal erg te lijden.

Een van de eerste obstakels was een X van dwarsliggende boomstammen, met ijs bij de start en op de aankomst. Timo plaatste een anker om deze pas te zekeren, en dat bleek erg nuttig: ik bleef halverwege steeds uitglijden en redde het amper! Ik had dan ook bewust gekozen om zonder stijgijzers te gaan... Gelukkig wachtte Timo me op aan de overkant…

Foto's ©Jeroen Kirchner Links: begeleide rappel om diepe poel te vermijden Midden: Bloc coincé Rechts: afdalen in een uniek winters landschap

46

De gevreesde sleutelpassage is een mooie waterval die als een paardenstaart in een woelige, diepe poel terechtkomt en vervolgens door een vernauwing verdwijnt. Ze is technisch en aquatisch, niet iets waar je je zomaar in lanceert. Timo was de dapperste: hij ging als eerste naar beneden. Gepakt en gezakt met een zware rugzak, inclusief boormachine, doorkruiste hij de schuimige watermassa. Aangekomen aan de overkant plaatste hij een anker en verdween hij door de vernauwing. Wow. We zouden het voor elkaar krijgen!


Enkele obstakels verder kwamen we al vrij snel bij het einde van de onderste canyon. Het kader van dag één was indrukwekkend en de dag erop restte ons nog een stukje dat de uiteindelijke canyon zou aanvullen. De teamleden met wetsuit kregen nog een laatste beproeving: voor ze de auto indoken, op zoek naar warmte, moesten ze eerst nog uit de kleren. Ikzelf had een drysuit en de kampeerwagen op een leuk plekje in de buurt. De dag erop zouden we een uurtje later starten: hopelijk zouden we de zon dan ook gedurende een tiental minuten te zien krijgen... Afspraak in het plaatselijke hotel voor een tweede ontbijt en koffie. Het bovenste gedeelte van de canyon, dat we vandaag gingen openen, was makkelijk te bereiken vanuit het dorp. Ter verkenning van de kloof maakten we opnieuw gebruik van een drone. We genoten van de weinige minuten zonnestralen, alle redenen waren goed om toch maar niet te snel in het water te moeten. Deze ochtend lag de temperatuur met -6° iets hoger, maar dat is nog winters genoeg voor een canyoning. Albula superiore is niet zo nauw als z’n onderste broer, maar heeft wél dat grootse karakter en makkelijk veel ijs. De temperaturen waren al enkele dagen zo laag, dat alles spontaan bevroor. Het water dat uit onze kleren en schoenen stroomde, bevroor op de diepgevroren rots en liet een onzichtbare laag glad ijs na. De persoon die een anker plaatste merkte dat nog niet, maar voor de rest van de groep was het een bijna onmogelijke opdracht om nog maar tot bij het anker te geraken. Ook onze touwen bleven kleven aan de diepgevroren rots. Gelukkig ging het op deze tweede dag om een korte afdaling. Dat had onze groepsleider goed ingeschat. En wat ‘n canyon, die Albula! Het nieuws van deze grootse first descent ging snel de wereld rond. Sindsdien zou de afdaling nog maar door één team herhaald zijn, en wel meteen het daaropvolgende weekend, door een team van bekende canyoneers. Die limbo dansen was toen voor iedereen een must want de rivier was quasi dichtgevroren.

Jeroen Kirchner beleeft het jaar als één groot seizoen met bergsporten als rotsklimmen, canyoning, (tour)ski- en snowboard, ijsklimmen… en is vrijwel onafgebroken op avontuurlijke tocht door Europa in een op maat gemaakt busje. Van opleiding reisleider, meertalig onthaalmedewerker, buitensport-instructeur, canyoninggids, Wilderness Advanced First Aid, sneeuw- en lawinekunde… heeft Jeroen ook technische ervaring in het totstand brengen en behaken van een rotsklimgebied (Roxtar project, Tenerife) - met bijdrage aan de topo van het eiland; en in het (her)behaken van canyons in de Alpen - met bijdrage aan de topo ‘Swiss Alps Canyoning Vol. 2’. Instagram: Mountain_jero Facebook: Jeroen Krchnr

47


Vertaling Ben Van Poucke 'Die Alpinpolizei' (Stefan Jungmann) Bron: Berg & Steigen #109 Foto's: Oberst Hans Ebner (Generaldirektion für die öffentliche Sicherheit – Sondereinsatzangelegenheiten - Bundesministerium Inneres - Wenen) en Ben Van Poucke

'De Alpenpolitie' Welke zijn de taken na een lawine-ongeval?

Met de start van het winterseizoen in het verschiet, kan het interessant zijn eens stil te staan bij wat die mensen in hun blauw-rode uniformen en helikopters, eigenlijk doen in de (Oostenrijkse) bergen. Deze mensen worden zelf dagelijks met diezelfde vraag geconfronteerd als ze de skilift opstappen of in alpiene gebied onderweg zijn. Want het antwoord is even simpel als eenvoudig: politionele wetten stoppen niet bij de boomgrens, maar moeten worden nageleefd tot op de top van elke berg.

TAKEN EN TRAINING De opleiding tot een alpine politieagent is gevarieerd en duurt lang. Na de basisopleiding tot politieagent kan men zich melden bij de speciale afdeling "Alpenpolitie". Na een aantal jaren uitgebreide alpiene training in de winter (ski- en skitourcursus) en in de zomer (rots- en ijscursus), behaal je de kwalificaties "alpinist" en "expert alpinist". Na verdere examens en succesvolle opleidingen in de winter en zomer, evenals speciale cursussen in ijs- en sportklimmen, mag men zichzelf een politie-berggids noemen. Een verdere kwalificatie als staatsgediplomeerde skileraar of vliegoperator voor de helikopters van het Bondsministerie van Binnenlandse Zaken (BMI) en voor canyoning is mogelijk. Voor hun activiteiten in alpiene terrein hebben deze gidsen een wettelijk mandaat volgens de verschillende federale of regionale wetten en verordeningen. Op basis hiervan verzamelen zij strafrechtelijk relevante ongevallen of incidenten en melden deze aan de diverse verantwoordelijke instanties. Hun verantwoordelijkheidsgebied is divers en varieert van "eerste algemene hulpverlening" tot gevarenonderzoek, opsporing van vermiste personen, documentatie van ongevallen tot ongevallenonderzoek zelf. Om de ongevallenstatistieken in de Alpen actueel te houden, wordt elk ongeval in de Alpen rechtstreeks in de ongevallendatabank van het Bondsministerie van Binnenlandse Zaken ingevoerd. De geanonimiseerde gegevens worden doorgegeven aan de Raad van 1 voor Alpene Veiligheid en worden daar geëvalueerd. Bestuur

48

In elk district van Oostenrijk met een alpiene topografie (met uitzondering van Wenen en Burgenland) is er een alpiene taskforce, waar aan het hoofd een politie-berggids moet staan. In de meeste districten werkt hij fulltime op het politiebureau van het district. Ook de leden van de taskforce werken op een politiebureau en worden zo nodig ingezet in de alpendienst en opgeroepen om gegevens te verzamelen bij bergongevallen. Elk jaar zijn er verschillende doorgedreven cursussen voor verdere opleidingen, evenals trainingen om persoonlijke vaardigheden te verbeteren en om de fysieke conditie te onderhouden. In de Oostenrijkse buurlanden Zwitserland en Italië en de buurregio Beieren bestaan ook dergelijke diensten. De wettelijke vereisten, de opleiding en het servicesysteem van de alpiene politieagenten verschillen echter wat van land tot land. Dit wordt geregeld vergeleken en besproken op internationale bijeenkomsten die plaatsvinden in het kader van uitwisselingsprojecten.


LAWINEONGEVAL Een lawine-ongeval is voor alpinisten telkens een nieuwe uitdaging. Na elke melding van een incident, weten ze dat elke minuut telt om hopelijk mensen levend te redden na een lawine. Helikopters met een spoedarts, bergreddingsdienst en lawinehondengeleiders worden gealarmeerd door de controlecentra en ook de alpenpolitie probeert zo snel mogelijk ter plaatse te komen. Meestal door gebruik te maken van een politiehelikopter, die ook beschikbaar is voor de reddingswerkers. Nadat de redding en berging van de ingraven slachtoffers is voltooid, begint de eigenlijke taak voor de alpenpolitie. Meten, documenteren, fotograferen, sporen veilig stellen en andere taken vallen onder deze eerste onderzoeken. Bij lawine-ongevallen met ernstig gewonde of zelfs dodelijke slachtoffers, evenals bij het inschakelen van berggidsen, skileraren of andere verantwoordelijken, wordt na eerste kennisname van het ongeval contact opgenomen met de officier van justitie. Hij is het hoofd van het onderzoek, en werkt nauw samen met de politie bij de onderzoeken. De officier van justitie beslist uiteindelijk of beëdigde deskundigen moeten ingeschakeld worden om vaststellingen op te nemen of om een deskundigenrapport op te stellen. Desgevallend kunnen bijvoorbeeld voorwerpen in beslag Afbeelding 1 genomen worden die de oorzaak kunnen zijn van een ongeval (lawine-ontvangers, ABS-rugzakken, etc (al deze activiteiten moeten zo vroeg mogelijk na het ongeval plaatsvinden). Samen met een eventueel aangestelde deskundige of met medewerkers van de lawinewaarschuwingsdiensten worden de verdere onderzoeken ter plaatse uitgevoerd. Gezien de ernst van dergelijke gebeurtenissen, laat men aan de betrokkenen de tijd om dit te verwerken. Daarom worden zij (slachtoffer of beschuldigde) pas enige tijd na het ongeval verhoord. Dit wordt vooral gedaan door berggidsen van de politie met de juiste opleiding. Gezien de grote mediabelangstelling bij een lawine-ongeval, zeker als er berggidsen, skileraren, ed. bij betrokken zijn, wordt er zeer voorzichtig met de feiten omgesprongen en wordt veelal doorverwezen naar een persdienst. Wanneer alle feiten, verhoren, evaluaties, enz. beschikbaar zijn, wordt een uitgebreid eindrapport opgestuurd naar de verantwoordelijke autoriteiten (het parket). De feiten worden objectief weergegeven; in geen geval bevat het eindrapport een beoordeling van de gebeurtenissen. Dit wordt overgelaten aan de juridisch beëdigd AfbeeldingVoor 2 de alpenpolitie is het lawine-ongeval inmiddels deskundige. achter de rug, maar het duurt vaak maanden voordat de officier van justitie een eindbeslissing neemt.

OVER DE AUTEUR Hoofdinspecteur Stefan Jungmann is een politie- en civiele berggids, evenals een gediplomeerde skileraar, vluchtoperator voor de helikopters van de BMI en hoofd van de alpine taskforce in Landeck / Tirol. Hij heeft één belangrijk verzoek: Meld een lawine die niemand schade heeft toegebracht aan het controlecentrum. Op deze manier kunnen tal van foutieve missies door de reddingswerkers worden vermeden. PERSOONLIJKE NOOT Dat het beroep van Alpine politieman niet zonder gevaar is, bewijst de gedenkplaat aan de voet van de Großvenediger (zie afbeelding links). We zijn hen dan ook het nodige respect verschuldigd!

49


Tekst en foto's Ignace Bral

Wijl de storm raast... Onze jongste uitstap naar de Mont Blanc had duidelijk sporen achtergelaten. Vanaf nu wilden we meer, veel meer. Het kwam er nu op aan de ontbrekende stukken in de puzzel te leggen...

Ver en hoog, daar hadden we al een beetje ervaring mee. En de voorbije zomer (zomer 1999) hadden Wim en ik bewezen dat lange, zware tochten zeker binnen onze mogelijkheden lagen. Maar koud, echt koud, berekoud en steil, heel steil, daar moest dringend aan gewerkt. Ik had, vooral op de Mont Blanctochten, gemerkt dat zowel mijn vingers als mijn tenen het snelst koud kregen. Als ik ooit eens met diepe koude zou worden geconfronteerd, dan kreeg ik gegarandeerd problemen.

50

35, 36, 37. Dit zijn de getallen die de weegschaal aangeeft bij het wegen van onze rugzakken. Ezels, ezels, ezels, driedubbele ezels. Zelfs mijn muilezel Bébèr, die 250 kg weegt, mag om goed te zijn niet meer dan 50 kg dragen. Deze rugzakken benaderen bijna de helft van ons eigen gewicht. Moeten we daarmee de berg op?

Mijn bergmaatje Roxane wist erover mee te spreken. Op een ongeplande bivak waren een paar van haar tenen ferm onderkoeld geraakt. Nu, jaren later, waren die tenen nog steeds overgevoelig aan koude.

Christan, één van de Zwitsers die ik vorige zomer leerde kennen in Bivacco Leonessa, zal ons vergezellen op ons koude trainingskamp. Hij kent het gebied en heeft samen met Lukas ervaring met bivakkeren in een sneeuwhol. Lukas heeft het te druk en kan niet mee. Hij stuurde ons op 16 december 1999 dit mailtje:

‘Meter, dank je wel voor het lekkere kerstmaal, maar nu moet ik weg, de trein wacht niet.’ Op naar Lauterbrunnen in Zwitserland. Daar met de Jungfraubahn naar het Jungfraujoch (3471 m) en vandaar op sneeuwraketten naar de Konkordiaplatz (2799 m). Vanuit ons tentenkamp of sneeuwhol een poging wagen om de Gross Fiescherhorn (4048m) te beklimmen.

‘Please, try to contact Christian. Er hat auch alle Ausrüstung die man braucht. But you have to know if the weather is bad in this area (Jungfraujoch, Mönch,etc.) it is not recommendable to climb up there … We had once a winterstorm at the Mönchsjoch with approx. 220 km/h …

De volgende dag weer naar huis. Als dit plannetje klopte, zou niemand ons tussen de feestmaaltijden van Kerstmis en oudjaar gemist hebben. Winteralpinisme vanuit een hoogtekamp; kan je een betere voorbereiding hebben op een langdurige expeditie in sneeuw en ijs?

Grüsse Lukas’


Christian is een paar uur later dan voorzien. Door het slechte weer zijn er grote vertragingen bij het spoor. Op het moment dat we het treintje willen nemen naar het Jungfraujoch, hangt een bediende een ketting voor de ingang met het bordje ‘Gesperrt, wegen Wind.’ De krant Tages Anzeiger meldt de volgende dag dat er op het joch windsnelheden van boven de 240 km/u werden gemeten. Daaraan zijn we dus ontsnapt. Was Christian op het afgesproken uur aangekomen, dan waren we boven geweest. Niet gedraald. We zijn niet naar Zwitserland gekomen om de krant te lezen. Na een goede analyse van de weersverwachtingen trekken we met de auto van Christian naar een plek waar het minder hard waait. Een tandradtreintje en een sneeuwmobiel zijn onze mechanische vervangers van hooggebergtedragers. Toen we een lift vroegen aan de man in de sneeuwmobiel zei die dat hij geen tijd had omdat hij aan de sneeuwpistes moest werken. Na een halfuurtje kwam hij ons achterna. ‘Ik zie dat jullie het menen,’ lachte hij, ‘stap maar in.’ Eentje in de cabine en Wim en ik achterop bij de rugzakken. Het is al laat in de namiddag, het duister valt, opschieten. Ik zorg op de brander voor eten en drinken. Wim en Christian graven in de flank, net onder de bergtop, een gat van 3x2x1 meter, het dak min of meer koepelvormig waardoor de zijkanten slechts 0,75 meter hoog zijn. Eens de ruimte groot genoeg is, leggen we onze spullen erin en maken we de voorwand dicht met sneeuwblokken. Het overtollige klimmateriaal brengen we onder in onze TNF V-25-tent. Het gat waardoor we naar binnen kruipen, maken we achteraf dicht met mijn rugzak. Van dan af aan heb ik niets dan goede herinneringen aan deze trip. Christian is de beheerder van de voedselvoorraad. Wim zit in het midden met het MSR-vuur tussen zijn benen. Ikzelf ben sneeuw- en ijsschepper van dienst. Mijn kant van het hol is het laagst en daarom halen we hier de sneeuw weg die we nodig hebben om te koken. De samenwerking is prachtig, gewoonweg het principe van ‘zes handen, één hoofd’. Alsof we nooit anders hebben gedaan, verlopen alle taken goed, eenvoudig en kalm. Als je elk slechts twee vierkante meter per persoon ter beschikking hebt, blijft er natuurlijk maar weinig plaats over om gek te doen. Sneeuw smelten, kaas ontdooien, potje koken, hol verluchten, bedje spreiden, slapen en weer alles van vooraf aan, het loopt gewoon perfect. Ondertussen blijft het sneeuwen met grote dikke vlokken. Uren en uren aan een stuk. ‘s Morgens word ik wakker met een piramide van sneeuw op mijn voeten. ‘Kijk, Wim, de Alpamayo.’ Daar staat zowaar een maquette van de berg van mijn dromen, mijn absolute nummer één. Nu verschijnt dit juweel niet aan , maar op mijn voeten. ‘Moeder, waarom leven wij?’

In twee nachten valt er anderhalve meter sneeuw. Intussen jaagt de wind nog steeds aan ongeveer 100 km/u over de bergen. Als we even uit het hol willen, moeten we de uitgang steeds hoger boven het oorspronkelijke niveau maken. We voelen ons echte sneeuwmollen. Uit het hol raken lukt slechts mits een duwtje van onderuit. De ideale temperatuur in een sneeuwhol is 0 °C. Door het koken en onze eigen warmte druppelt er toch soms wat smeltwater op ons materiaal. Goed ventileren is dan ook de boodschap. Wim is er als de dood voor dat zijn slaapzak nat zou worden. Hij is van nature maniakaal en de extreme omstandigheden versterken deze eigenschap. Ik probeer hem te bedaren en stel dat een paar druppels water nu ook zo erg niet zijn. ‘Ik weet het,’ zegt hij, ‘jij geniet er meer van.’ ’s Nachts word ik met een schok wakker. ‘Wat is er?’ ‘Mijn schouder doet zeer.’ ‘Of ben je benauwd?’ ‘Bah nee, benauwd? Ik ben niet benauwd, ’t is hier benauwd.’ Het is mijn taak om met twee telescopische stokken aan weerszijden van het hol de luchtgaten open te houden. Terwijl wij dommelden, sneeuwden die potdicht. Stel dat we hier gestikt waren, dan hadden de reddingsdiensten voor een serieus raadsel gestaan. Behalve de chauffeur van de sneeuwmobiel is er niemand op de hoogte van waar en hoe wij aan het bivakkeren zijn. Pas in de zomer, als de dikke sneeuwlagen afsmelten, zou men onze dode lichamen kunnen vinden. Maar, hoera, we leven nog en onder een stralende zon stappen we het hele traject dat we gelift hebben op onze sneeuwraketten naar beneden. Door de enorme massa vers gevallen sneeuw zakken we nog altijd tientallen centimeter diep. Puffen, blazen, zweten en werken als natiepaarden. Als je omvalt, lukt het door de loodzware rugzak niet om alleen overeind te komen. In het dal wacht nog een ijskoud werkje. We moeten de auto van Christian uitgraven. Al een geluk dat we goed hebben gekeken waar we hem hebben achtergelaten. Alle auto’s zijn immers onder zo goed als identieke sneeuwhopen verborgen. Het motorgedeelte zit vol opgewaaide sneeuw. We prutsen, soms met blote handen, om alle onderdelen sneeuwvrij te maken. Mijn vingertoppen raken bevroren. Goede les, nu weet ik hoe dat aanvoelt. In het vervolg te vermijden. De koudetraining is schitterend verlopen. Op naar de volgende stap in onze ontwikkeling. Ver, hoog en koud. Dat lukt al aardig. Er mankeert nog één blaadje en we hebben een klavertje vier. Als we nu nog leren klimmen in steil ijs, dan kunnen we waar ook ter wereld ons geluk beproeven...

51


Tekst Loïc Puylaert / foto's Sam Van Brempt

Spaltenspringen en sneeuwglijden

Op vrijdagnamiddag pikt Niels het hele MC9-team op in een splinternieuwe bolide die we huurden voor de stage. Eens alle spullen en Mount-coachers in de wagen waren gepropt rijden we richting avontuur. Iedereen zit er al een tijd naar uit te kijken: onze eerste alpiene stage. Niels kent een goede bivakplaats die op de weg ligt, enkele kilometers voor Basel. We stoppen voor een korte nacht en vertrekken de volgende ochtend snel richting het startpunt van onze stage. Net naast de Flüelapass in Zwitserland staan lesgevers Sanne en Sam ons op te wachten. We zijn klaar om er direct in te vliegen...

52


We beginnen met het overlopen van de basisbegrippen en -handelingen. Voor enkelen is dat grotendeels herhaling, voor anderen is het concentreren geblazen om alle info zo snel mogelijk op te nemen. Sam en Sanne hebben er duidelijk evenveel zin in als wij. Ze weten van gas geven. We beëindigen de korte maar intensieve les met wat oefeningen in het veld.

Aangekomen in Italië richten we onze blikken op de Monte Cevedale via de Casati-hut. Op weg naar de hut wordt de oriëntatiekennis nog even opgefrist, gevolgd door een uitgebreide sneeuwscholing. We leren al snel dat er veel komt kijken bij het sneeuw-en ijsklimmen: typische cordées voor gletsjers, hoe en waar ijsvijzen plaatsen, een ijs-relais maken op Abalakov, het ijsklimmen an sich, etc..

Daarna is het tijd om een slaapplaats te zoeken en de route voor de volgende dag te plannen. We zetten onze zinnen op Piz Radönt. De cordées worden samengesteld, en de rugzakken worden gemaakt. De volgende ochtend vertrekken we met een flinke dosis motivatie naar de top van de dag. Bij de aanloop merk ik al snel dat het voor zware personen soms vermoeiender kan zijn om door sneeuw te stappen aangezien die sneller door de harde sneeuwlaag zakken en tot het middel in de sneeuw zakken.

Na deze stevige portie ijs en sneeuw trekken we verder naar de Casatihut en smeden we plannen voor de volgende dag. De opfrissing van onze oriëntatiekennis komt daarbij goed van pas. Ik zal toegeven dat ik blij ben een kenner naast me te hebben die me tips kan geven waar nodig. Ook zo iemand nodig? Bel zeker Christian.

Tijdens deze route, en doorheen de hele stage, werden we eraan herinnerd dat zelfs in een vaak geklommen route er veel stenen los zitten en je dus attent moet blijven. De beklimming verloopt vlotjes en iedereen is blij om terug te kunnen genieten van de bergen, na verschillende maanden achter een bureau doorgebracht te hebben. Het is nu tijd voor 1 van de 2 grote wissels in ons winning alpine team. An staat ons op te wachten op de parking na onze route, klaar om samen met ons naar het Italiaanse decor te vertrekken: het Ortlergebied. Op dat moment nemen we afscheid van Sanne.

Het weer is ons echter niet gunstig gezind, en een beklimming van de Monte Cevedale zit er niet in. In plaats daarvan zijn we een spalt gaan zoeken om in te springen. Sommigen noemen dit ook ‘spaltenberging’, de bedoeling is dus wel degelijk om de persoon terug uit de spalt te krijgen na het springen. De spalt blijkt echter niet groot genoeg voor al het enthousiasme in de groep. De afdruk van iemands achterwerk in een hompje sneeuw onderaan de spalt is daar het bewijs van. We vervolledigen onze sneeuw- en ijs-les met wat ‘glijden op sneeuw’, door anderen gekend als ‘remtechnieken’. Hier zit ook een leerdoel achter, zijnde zo snel mogelijk stoppen. Ik ga eerlijk zijn, ik had soms het gevoel dat we een tweede doel hadden, zo snel mogelijk glijden vooraleer we de remtechnieken gebruikten.

53


Door weersomstandigheden is het tijd voor de 2de grote wissel van ons winning alpine team. We verlaten het Ortlergebied en vertrekken richting het Berninamassief. We hadden onze zinnen gezet op de oostgraat van Piz Morteratsch genaamd Cresta de la Spraunza. ‘s Ochtendsvroeg vertrekken we vanuit de Bovalhütte. De condities zien er echter niet optimaal uit: het miezert sneeuwvlokjes en de top heeft een dikke wolkenjas aangetrokken. Wat gaat dat geven? We besluiten te geloven in de meest optimistische weersvoorspelling en zetten door. Er volgt een impressionante graatbeklimming met winterse taferelen. Halverwege trekken we onze stijgijzers aan om hun functionaliteit op rots te testen. Dat is even wennen voor de meesten, maar ons vertrouwen in het materiaal groeit met elke stap. De technieken en de handelingen krijgen een vaste plaats in ons werkgeheugen, al kan er nog gewerkt worden aan snelheid en efficiëntie. Na het bereiken van de top (3751 meter) dalen we terug af naar de hut, nét op tijd voor het avondeten. We besluiten om ons de volgende dag te verplaatsen naar een andere hut verderop in het Bernina-gebied. De hut ligt niet te ver van Piz Palü (3901 meter), een berg die al enkele dagen tot onze verbeelding spreekt. Onderweg naar de hut testen we opnieuw onze oriëntatieskills en gaan we nog maar eens voor een les spaltenspringen 2.0, maar deze keer met grotere spalten en nieuwe reddingstechnieken. Eén voor één duikelen we de prachtige ijsgang in. De redding gebeurt ditmaal met een Zwitserse takel, wat best een heftig karwei blijkt te zijn, zeker op een papperige, zonovergoten gletsjer. Gelukkig helpen de slachtoffers aan het andere touweinde en prusikken ze zich een weg naar de oppervlakte.

54


Na een laatste check of we niemand in de spalt vergeten zijn hernemen we onze tocht naar boven. Langs Niels’ kant moet er toch wat heimwee gespeeld hebben, want nog geen twee minuten na de oefening floept hij alweer een spalt in. Voor écht deze keer, gelukkig zonder al te veel complicaties. Intussen zit het er goed in gebakken: eens aangekomen in de hut, start het plannen van de volgende dag. We besluiten om de Piz Palü traverse aan te pakken om zo wat meer sneeuw-ervaring op te doen. De traverse loopt over 3 toppen welke overwegend in sneeuw gehuld zijn. Wanneer we toch een stuk rotsgraat tegenkomen, zien we dit opnieuw als een leerkans en houden we onze crampons aan. De beklimming is een aangename afsluiter voor het hele Mount Coach team. Onderweg naar beneden ondervinden we het effect van de zon op sneeuw. Wat die ochtend nog ‘croute’ was, is nu ‘slush’ met het nodige geploeter tot gevolg. We zakken steeds dieper en dieper de papsneeuw in. Voor de laatste steile helling is er dan ook niets beter op te vinden dan naar beneden te sleeën, wat bovendien plezant en effectief blijkt te zijn! Tot slot rest er ons nog de vallei uit te wandelen. Dit doen we over een apere (open) gletsjer om het genot van deze leerrijke stage nog zo lang mogelijk te rekken. In de auto onderweg naar huis wordt er noestig gesnurkt, chauffeurs Loïc en Niels houden de wacht. De bergen zullen gemist worden. Dat we maar snel mogen terugkeren. We maken plannen om onze eerste ervaringen in barstklimmen op te zoeken in Ettringen. De voorbereidingen op de granietstage in Orco laten niet op zich wachten.

Volg de avonturen van het hele Mount Coach team op Instagram! @Mountcoach

55


Tekst Lus Van den Bossche / foto's berggids Elsie Trichot

100% Women Peak Challenge

… of een boeiende, sportieve uitdaging in een charmante omgeving

Zwitserland Toerisme organiseerde van 8 maart tot 8 oktober 2021 de “100% Women Peak Challenge”. Bedoeling was om vrouwen een prominentere plaats te geven in de Zwitserse bergsport. Meer dan zevenhonderd vrouwelijke klimmers uit twintig verschillende landen beklommen de achtenveertig Zwitserse vierduizenders. Het gaat hier niet over competitie, maar over een sportieve groepsuitdaging. Het delen van ervaring, of het nu de beklimming van een eerste vierduizender is of een technische beklimming door ervaren alpinisten. Samen genieten van de imposante Zwitserse bergen, een beleving waar je met trots en voldoening op terugkijkt. Wij (een Nederlandse collega van thehike.nl) en mezelf werden uitgenodigd om in de periode van vijf tot tien juli de Nadelhorn, 4327 meter, te beklimmen. De Nadelhorn behoort tot de Mischabelketen in Wallis en wordt beklommen vanuit het Saasdal. Alleen hier al liggen dertien vierduizenders. De trein, altijd een beetje avontuur Door Covid-19 vond ik het veiliger om met de trein te reizen dan het vliegtuig te nemen. Alles ging vlot tot Keulen, de trein was pas vertrokken of het tweede deel van de trein had panne. Deze wagons werden afgekoppeld en alle reizigers moesten plaatsnemen in de eerste voertuigen. Van veilige afstand was geen sprake, en met meer dan een uur vertraging bereikten we Bazel. Gelukkig is het vervoer in Zwitserland perfect georganiseerd. Na een reis van twaalf uur kwam ik aan in hotel Schweizer Hof in Saas-Fee. De warme ontvangst doen de vermoeiende reis vergeten. Ik kon ook direct aan tafel, mijn Nederlandse collega, wachtte me op om samen te dineren.

56


zon, wind en wolken Enkele uren later staan we samen met gids Elsie in cordée op 3870 meter, aan de lift van de kleine Matterhorn. We gaan de Breithorn Zwillinge, 4139 meter (oost top) beklimmen. De Breithorn is een ‘doenbare’ vierduizender zonder lange aanloop. Hij ligt op de grens Zwitserland-Italië, tussen Wallis en de Aostavallei met in het westen de Matterhorn en in het oosten de Monte Rosa.

korte nachtrust

Er zijn veel touwgroepen onderweg, de meesten gaan naar de west top 4164m. Ik prijs me gelukkig om na meer dan een jaar, terug in de Alpen te zijn, het landschap is overweldigend. De top blinkt in de zon, er staat veel wind, mistflarden worden weggewaaid. Ik voel de hoogte en heb moeite om mijn jonge cordée-vrouwen te volgen. We traverseren rechts van de berg en eens er voorbij vatten we de klim aan langs de graat van rechts naar links. De laatste vijftig meter klimmen we over rotsen, de wind wakkert aan, mistflarden vliegen rondom. Even hebben we op de top een magnifiek uitzicht maar dan neemt de mist terug toe. De afdaling van de graat verloopt vlot. Eens we aan de traversé naar de gletsjer beginnen wordt de sneeuw zachter en dieper, het is lastig stappen, zeker met stijgijzers. Af en toe horen we een donderend geluid, onweer of vallende rots/ ijsbrokken? We stappen zo vlug mogelijk door en plots, uit het niets doemt de hut voor ons op. We staan voor de refuge de guides d’Ayas, onze eindbestemming vandaag. De hut ligt op 3420 meter, onder de top van de Pollux.

Het programma voor de komende week werd aangepast. Normaal zouden we dinsdag met de gids een inlooptocht maken, woensdag naar de Mischabelhütte, donderdag de top van de Nadelhorn, en vrijdag afdalen naar Saas-Fee. De weersvooruitzichten zijn niet goed, de beste dagen zouden dinsdag en woensdag zijn. Elsie, onze gids stuurt een bericht dat we de volgende ochtend de bus van 5u30 naar Stalden moeten nemen. Dat betekent vlug rugzak klaarmaken en proberen een beetje te slapen, om vijf uur wordt het opstaan. Jammer van de mooie kamer en goede service, maar we kunnen er niet lang van genieten. Het is nog donker wanneer we vertrekken, aan de receptie krijgen we een ontbijtpakket dat we op de trein van Täsch naar Zermatt opeten.

57


Een vierduizender is niet niks

Alpin Gorge

Het eerste wat ik doe in de hut is veel drinken en wat eten. Daarna overvalt me een gevoel van rust. Ik besef dat ik toch wel wat gespannen was. Na een lange reis direct vierduizend meter bereiken, starten met mooi weer dat redelijk vlug omsloeg. De condities lieten niet toe vaak te stoppen om te eten en of te drinken. We hebben het toch maar gedaan, je moet een goede basisconditie hebben en de nodige maturiteit om in alle omstandigheden te blijven doorgaan.

Donderdag, regenweer, dus volgen we een aangepast programma. We gaan vanuit Saas-Fee via een ravijn naar Saas-Grund, van 3600 meter tot 1400 meter. Gezekerd met een touw over staalkabels, hangbruggen en ladders dalen we tot in de gorge. We hebben afspraak met Elsie om acht uur aan de ingang van de gorge.

Bij het ontbijt om zes uur ben ik helemaal gerecupereerd. Omdat de mist en wind zijn toegenomen, is een andere beklimming uitgesloten, en we gaan dezelfde weg terug. Ik loop midden in de touwgroep, ik kan voor mij, Elsie zien en achter mij, Mechteld. Zij kan enkel mij ontwaren. Ondanks de harde wind en regen wordt het zicht nog beperkter. De paaltjes van de skipiste doemen op, de lift van de kleine Matterhorn is nabij. Pas wanneer we bijna beneden zijn verdwijnen de wolken, gisteren hadden we een indrukwekkend beeld van de Matterhorn en omgeving, vandaag geen vergezichten.

58

Het is niet echt een via ferrata maar vele handelingen zijn hetzelfde. We starten met een horizontale traversé langs de wand over houten balken, dan steken we de kloof over via een apenbrug, enkele keren ook met een deathride. In de gorge hebben we weinig last van de regen, en de rotsformaties zijn indrukwekkend. De laatste deathride brengt ons in een grot, met een touwladder klimmen we naar boven, waarna we over een luchtladder verder moeten tot een rappel ons met beide voeten in het bos zet. Langs een wandelweg bereiken we de bushalte en rond de middag zijn we terug in Saas-Fee. Vanaf twee uur begint het te onweren en hevig te regenen, de straat verandert in een kolkende rivier. De brandweer is op verschillende plaatsen putjes aan het vrij maken.


Herinneringen In 1994 organiseerde Bergsport Vereniging Klein-Brabant een zomerkamp, wij verbleven op de camping Am Kappellenweg in Saas-Grund. Mijn zus met haar gezin huurde een appartement in Saas-Almagell, bij een regendag konden we ons daar drogen. We deden mooie beklimmingen zoals de Dri Horlini en Weissmies. We maakten ook prachtige wandeltochten, onder andere naar de Monte Moropas, de pas verbindt Wallis met het Italiaanse Macugnaga in de Anzascavallei. Bij goed weer kon je de Monte Rosa zien. Wij hadden toen mist en regen en zijn in de Italiaanse hut een warme chocolade gaan drinken. Een eerste kennismaking met Italiaanse warme choco, die meer op chocoladepudding lijkt dan op een drankje.

Een tweede vierduizender? Even dachten we aan een tweede vierduizender deze week, we zouden de Mittelallalinlift nemen tot 3500 meter, voor de beklimming van de Allalinhorn, 4027 meter. Er ligt echter dertig centimeter verse sneeuw, de lift is gesloten en er is te veel lawinegevaar. We hebben met Elsie afgesproken aan de Felskinnlift voor een gletsjerwandeling. Een prachtige dag met een stralende zon. We stappen over de Feeen Chessjengletsjer richting Brittanniahut. Het eerste stuk is vrij gemakkelijk, maar voor de laatste traversé gaan we in cordée en met piolet. We hebben tijd om te genieten en koffie te drinken in de hut. Daarna wandelen we naar de Hohlaubgletsjer. Enkele cordées op sneeuwraketten komen ons tegemoet, zij hebben de Strahlhorn beklommen, een technisch gemakkelijke vierduizender. Via de Allalingletsjer klimmen we naar de Schwarzbergschopf, 2830 meter. We picknicken op het plateau, tussen de stenen staat het vol met bloemen, het is zalig in de zon en we genieten van het 360° panorama. Tijdens de afdaling naar het Mattmark-stuwmeer komen vele herinneringen naar boven. Aan het stuwmeer nemen we de bus naar Saas-Grund en Saas-Fee. We nemen ook afscheid van Elsie, onze gids waarmee we een boeiende week hebben beleefd.

In die meer dan vijfentwintig jaar is er natuurlijk heel wat veranderd. In de vallei is veel bijgebouwd en boven zijn grote stukken van de gletsjers verdwenen. Maar de bergen blijven hun charme behouden en de natuur blijft overweldigend.

Praktische info De reis werd georganiseerd door Zwitserland Toerisme: www.myswitzerland.com Partners aan het project: The Swiss Alpine Club, The Swiss Mountain Guide Association en Mammut We werden begeleid door Elsie Trichot www.alpventures.ch

Zwitserland is goed bereikbaar met de auto en het openbaar vervoer. Ik reisde met de NMBS van Antwerpen tot Keulen en met de DDB van Keulen tot Bazel. Van Bazel tot Saas-Fee en ter plaatse met de Swiss Travel Pass: https://www.sbb.ch/de Met de Swiss Travel Pass (STS) reis je ongelimiteerd met bus, trein en boot. Je krijgt ook korting op liften en gratis toegang tot de meeste musea. Kaarten vind je op www.myswitzerland.com en kan je downloaden via de App van SwitzerlandMobility www.schweizmobilplus.ch

59


Tekst en foto's Rudi Frankinouille

X-Terra Triatlon Een groep van 11 straffe sporters, samen met enkele artsen die het project mee ondersteunen, onder nauwe begeleiding van professionele coaches, ging op 11 september de ultieme uitdaging aan: de XTerra Triatlon in Ameland, Nederland. Hiermee sluiten ze een intensief bewegingstraject van klim- , loop- en fietstrainingen af, als deel van hun herstel na een kankerdiagnose. De groep neemt deel aan het Endorfine-project, een initiatief van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen om kankeroverwinnaars terug in beweging te brengen.

60

Als één hecht team bereidden de sporters zich maandenlang voor op de ultieme eindproef. Ze gaan samen traillopen, oriëntatielopen, zwemmen, mountainbiken, sportklimmen, rotsklimmen en doorlopen verschillende onderdelen van obstacle runs en via ferrata’s. Enkelingen hernemen daarmee hun vertrouwde sport, anderen nemen een stap in het onbekende na jarenlang niet te sporten. Bovendien leert ieder van hen nieuwe uitdagende sporten kennen. Maar vooral komen ze oog in oog met hun eigen kracht, en krijgen ze de smaak voor het sporten opnieuw flink te pakken.

Op de wedstrijddag waren de weersgoden het team gunstig gezind. Er kwam een milde tot stevige bries opzetten, het water had een zachte temperatuur van 17 graden, en het bleef droog! Vooral dat laatste kon aan appreciatie winnen bij de deelnemers.

Oorspronkelijk had de groep sporters hun pijlen gericht op de Endorfine-challenge, een sportieve uitdaging georganiseerd door KBF-club BVLB. Deze challenge is weggelegd voor échte duursportfanaten, waar ze een mix van fietsen, lopen, klimmen en allerlei proeven op en rond het water voorgeschoteld krijgen. De coronacrisis maakte het echter niet mogelijk om in september 2020 een dergelijk evenement te organiseren dus ging het Endorfineproject van de UZA op zoek naar een waardig alternatief. Daarmee kwam een interessant aanbod voor de dag. Het team kreeg namelijk exclusieve toegang tot de XTerra Triatlon bestaande uit zwemmen, mountainbiken en lopen. Deze kan je volbrengen als sprint, in stukken van 500 m, 17 km en 5 km óf als full-distance, in stukken van 1500 m, 36 km en 10 km. Acht Endorfine-sporters wagen zich aan de sprint, en de andere zeven gaan voor de langgerekte versie. .

Ook op de mountainbike was het ploeteren geblazen. Naast geaccidenteerd en off-road terrein met singletracks, waren er de duinen boordevol los zand, net als op het loopparcours. Dit bleek zo uitdagend dat het op sommige stukken zelfs onmogelijk was om te fietsen of te lopen. Maar ook dat is Xterra. Een Xterra beleef je!

Het parcours was niet zwaar, maar loodzwaar. Wie zich waagde aan de korte versie van de triatlon kon nog net binnen de beschutting van de haven zwemmen, maar de full-distance-deelnemers kregen er wat extra zijwind bij.

Alle deelnemers gaven het beste van zichzelf en vochten door tot het einde. Ze toonden zich stuk voor stuk als échte doorbijters. Één deelnemer haalde spijtig genoeg de tijdslimiet niet, en moest iets vroeger dan verwacht de strijd staken. Toch zijn we terecht fier op de prestaties van àlle deelnemers. Niet alleen op XTerra, maar ook op het maandenlange traject dat ze doorlopen hebben!


Zelfs zij die minder sportief aangelegd waren, maakten na een voldoende langdurige begeleiding een enorme vooruitgang. Ze overtroffen daarbij hun (eigen) verwachtingen en leerden een belangrijke les: dat ze tot veel, zeer veel, in staat zijn. Ze zetten prestaties neer waar de meesten vaak van blijven dromen. En dan spreken we nog niet over de extra uitdagingen die ze dagdagelijks voorgeschoteld krijgen. Bijkomende ongemakken, door chirurgie of therapie, hebben ze er zomaar bij te nemen. Een weerstand die je niet alleen op fysiek, maar ook op emotioneel vlak kan voelen. Toch laten ze zich niet kennen, en zetten ze dag na dag door. Dat op zich verdient al een staande ovatie. Een welgemeende proficiat aan alle Endorfine-deelnemers! Ook voor de coaches was het (weer) een hele eer om deze groep kankeroverwinnaars te begeleiden in dit uitdagend traject. Het hoeft niet altijd extreem te zijn, maar deze extremere trajecten tonen telkens weer wat deze unieke sporters in hun mars hebben. Het MOCA (Medisch Oncologisch Centrum Antwerpen – UZA) wil met dergelijke nieuwe sportprojecten de kankeroverwinnaars overtuigen om hun leven een nieuwe wending te geven via actieve participatie in sport. En aan de voldane glimlachen aan de finish van de XTerra te zien, zijn ze in hun opzet geslaagd. Er rest het Endorfine-project nog haar sponsors te bedanken. Zonder hen was dit project NIET haalbaar, alsook een welgemeende dank van het volledige begeleidingsteam vanuit het UZA en de coaches! Endorfine: Een uitdagend sportproject voor kankeroverwinnaars in samenwerking en met sponsoring van KBF (Klim- en Bergsportfederatie), Atletenbegeleiding.be (coaching), BVKB (Bergsportvereniging Klein-Brabant), Giant (MTB), De Berghut (klimmateriaal), Lago Beveren (sportaccomodatie), Bioracer (kledij), GO2Sport (vzw ter promotie van sport bij kankeroverwinnaars), Runners’ Lab (trailschoenen), Blue Globe Sports (huren wetsuits), Polar (sportuurwerk) en UZA-MOCA (Universitair Ziekenhuis Antwerpen, afdeling Medisch Oncologisch Centrum Antwerpen).

XTerra Sprint Julie Marika Stien Saïda Monique Tine Sevilay Micheline Full Distance Lore Sébastien Peter Catherine Ken Trui Nina

Zwem 500 m 0:12:40 0:12:38 0:15:25 0:17:07 0:28:56 0:16:11 0:14:09 0:17:42 1500 m 0:31:10 0:31:50 0:32:29 0:27:36 0:38:08 0:38:17 0:44:30

T1 0:03:59 0:03:41 0:04:32 0:04:08 0:04:40 0:04:28 0:04:27 0:04:51 0:03:54 0:03:48 0:03:43 0:03:14 0:03:05 0:04:11 0:05:03

Fiets 17 km 1:18:16 1:23:38 1:20:53 1:26:20 1:12:35 1:32:19 1:47:38 1:41:56 36 km 2:03:42 2:06:35 2:09:57 2:20:24 2:28:40 2:42:27 3:12:39

Wil je het Endorfine-project steunen? Dat kan! Je kan een bijdrage storten t.a.v. UZA foundation, via overschrijving naar IBAN BE69 0017 9875 6478 / BIC GEBABEBB met vermelding “MOCA – endorfine” of via www.uza.be/schenking. Zo steun je de fondsen voor het sporttraject. Bij een schenking van +40€ krijgen je een fiscaal attest toegestuurd. (kalenderjaar na schenking)

Zwem + Fiets

T2

1:34:57 1:39:56 1:40:49 1:47:34 1:46:10 1:53:47 2:06:13 2:04:28

0:03:02 0:03:42 0:02:51 0:02:33 0:02:12 0:04:28 0:03:39 0:02:57

2:38:44 2:42:14 2:46:09 2:51:14 3:09:52 3:24:54 4:02:11

0:02:07 0:04:03 0:03:25 0:03:38 0:03:17 0:03:41

Loop 5 km 0:44:18 0:39:11 0:39:10 0:47:43 0:49:27 0:57:02 0:53:17 0:56:23 10 km 1:13:01 1:10:55 1:15:20 1:14:34 1:27:14 1:32:33

Eindtijd 2:22:16 2:22:49 2:22:49 2:37:48 2:37:48 2:55:17 3:03:09 3:03:46 3:53:51 3:57:11 4:04:53 4:09:25 4:40:22 5:01:07 DNF 61


Tekst Eric De Schepper

Topografie In een notendop zou je kunnen stellen dat je de aarde verkleint, platdrukt tot zeeniveau en intekent volgens verwachting. Een topografische kaart is conventioneel en zit vol met referentiepunten van waaruit je vertrekt en vanwaar je andere dingen gaat doen. Als je jou afvraagt waarom er op een GPS soms verschil zit en je wil dit wegwerken is het tijd om een en ander op een rijtje te zetten.

de aarde verkleinen op schaal Van de kleine lettertjes in de rand is ‘de schaal’ wellicht een van de meest bekeken. Zeker als je een tochtvoorbereiding doet wil je toch wel weten hoeveel kilometer je gaat stappen en reken je de centimeters om, met behulp van de schaal. Veel meer uitleg hoeft hier niet bij in dit artikel. Platdrukken van de aarde Hierbij denk je allicht aan de hoogtelijnen waar je ook rekening mee moet houden in je tochtvoorbereiding, want de afdaling zal sneller gaan dan de beklimming. Maar platdrukken is veel meer dan dit, probeer maar eens een bol plat te drukken zonder scheuren of vervorming. Hiervoor kies je voor ‘een projectie’, zoals dat heet. In de loop van de eeuwen zijn kaartmakers daarmee bezig geweest. Zo ontstonden verschillende manieren om de aarde op een kaart over te brengen. Een kaartmaker, of cartograaf, gebruikt verschillende kaartprojecties met elk hun eigenschappen. Afhankelijk van de aan de kaart gestelde eisen en het af te beelden gebied, is een projectie meer of minder geschikt. Basisprojecties zijn;

62

1. Kegelprojectie, voorbeeld daarvan zijn onze Belgische stafkaarten. 2. Cilinderprojectie, een bekend voorbeeld daarvan is de Mercatorprojectie, voor het eerst toegepast in 1569. Wist je dat Mercator zelf Groenland of Antartica niet tekende omdat hij wist dat de vervorming buiten proportie was. Als je Google Maps uitzoomd zie je hier een gelijkaardig voorbeeld van. 3. Azimutale projectie wordt vooral gebruikt rond de polen. Er zijn er nog veel meer, maar alle kaartprojecties, hoe vernuftig uitgekiend, hebben één gemeenschappelijk kenmerk, ze geven allemaal een foutieve voorstelling van het aardoppervlak.


Wat is zeeniveau of niveau 0 meter? In België werd dit ooit bepaald in Oostende waar het gemiddeld peil van de lage waters bij gewoon springtij werd genomen. In Nederland heeft men de gemiddelde zeespiegel tussen eb en vloed genomen, en zo heeft elk land zijn eigen niveau 0 meter. Gemiddeld gezien zitten we in Europa zelfs met een verschil van gemiddeld 2,32m. Stel dat we allemaal dezelfde methode zouden gebruiken zou elk land toch iets anders uitkomen. Omdat de dichtheid van de aarde niet uniform is, oefent het zwaartekrachtveld een ongelijke kracht uit over het oppervlak van de planeet. Oceaanwateren worden subtiel naar binnen getrokken of weg van het centrum, afhankelijk van de lokale dynamiek. Je bekomt een golvende vorm van de aarde. Wereldwijd bekeken komt dit op een verschil van ongeveer 110 meter. Als je de zeespiegel denkbeeldig door de continenten laat stromen bekom je een vorm die geoïde genoemd wordt. Dit wordt bepaald met gravimetrie, ook wel zwaartekrachtmetingen.

'Wist je trouwens dat ons aardoppervlak eigenlijk minder hobbelig is dan je dan denkt. Als je het zou verkleinen tot het formaat van een biljartbal, zou de aarde gladder zijn dan een keu. Het is ook geen bol, door de middelpuntvliedende kracht van het draaien van de aarde zijn de polen afgeplat en is ter hoogte van de evenaar de grootste diameter. Voor wie ooit op Google-Earth heeft uitgezoomd, dit is met het blote oog niet te zien. Voor een verschil van 21,5km pool tot pool t.o.v. de diameter t.h.v. de evenaar is dit weinig op aards niveau, maar veel voor de hoogte van een berg...' Dit alles betekent dat als je de grootste afstand zou meten van het middelpunt van de aarde tot het punt dat het verst verwijderd is van het oppervlak, de ‘hoogste’ berg Chimborazo in Ecuador zou zijn (vanaf zeeniveau echter 6864m). De zwaartekracht speelt wel degelijk een rol en dus blijft de Mount Everest de hoogste vanaf zeeniveau gezien.

63


Kies een ellipsoide en kaartdatum Om bepaalde punten te kunnen aanduiden is het wel handig om onze aarde in te delen in vlakken die teruggebracht zijn tot dat zeeniveau. Ellipsoïde modellen stellen de aarde voor als een gladde, gebogen ovaal. Geografen hebben verschillende versies van deze vorm wiskundig gedefinieerd en tonen op die manier de aarde op zeeniveau, maar dan zonder afwijking door zwaartekracht. Een kaartdatum wordt naast de ellipsoïde aangevuld met een lokale correctiefactor, voor het raster en voor de hoogte. Samen met een assenstelsel vormt dit een coördinatenstelsel en de naam krijgt ook het jaartal mee wanneer het gemaakt werd. Het op deze moment meest voorkomende, bekend als het WGS84coördinatenreferentiesysteem, vormt de basis voor de meeste moderne GPS-systemen en biedt het 3D-referentiekader voor lengteen breedtegraadcoördinaten. Als je coördinaten doorgeeft vermeld dan welk assenstelsels of kaartdatum je gebruikt.

Voor de kenners: Aangezien Europa koos voor ETRS89 gebaseerd op de GRS80 ellipsoïde (zo goed als gelijk met WGS84) heeft België Lambert 2008 ingevoerd gebaseerd op GRS80. Om over te gaan van het ene naar het andere systeem heb je een conversie nodig (www.oziexplore.com). Vandaag zijn er meer en meer landen die overstappen op WGS84 of aanverwant.

64


Voer metingen uit Triangulatie is het gebruiken van meerdere bronnen of middelen om dezelfde informatie in te winnen om daarmee de validiteit van de informatie te verhogen. In het geval van de landmeetkunde zijn dit driehoeksmetingen, tegenwoordig aangevuld met GPS. In België is ooit vertrokken vanuit Oostende (waar het zeeniveau bepaald is) en is men langs markante punten zoals kastelen, kerk- of watertorens over het land getrokken tot het signaal van Botrange. Voor de Mt Everest is een eerste poging gedaan in 1850 door Sir George Everest. Zij vertrokken vanuit de Golf van Bengalen. In 1954 stelde de Survey of India met een vergelijkbare methode de hoogte vast op 8848m inclusief sneeuwkap. Deze meting werd door Nepal aanvaard, maar door China eerder betwist.

Er zijn vele metingen geweest, maar Nepal wou de meting zelf doen. Met theodolieten, een hypermoderne gravimeter en satellietnavigatie zijn ze vertrokken. Op 22 mei 2019 stonden ze op de top om 3 uur ’s ochtends in het pikdonker, wanneer de temperaturen kunnen dalen tot hun meest dodelijke, zodat ze de top voor zichzelf kunnen hebben te midden van één van de drukste klimseizoenen ooit. Twee donkere, ijskoude uren die ze werkten op de hoogste berg ter wereld. Met GPSantenne om hun precieze positie te kennen. Met gronddoordringende radar om de diepte van de sneeuw onder hen te meten. Tegelijkertijd stonden op acht locaties, met uitzicht op de top, teams van landmeters om de hoogte bij zonsopgang, wanneer de atmosfeer het helderst is, vast te stellen met moderne lasertheodolieten. Vier maanden nadat Nepal hun veldwerk hadden afgerond, bracht de Chinese president Xi Jinping een staatsbezoek aan Nepal en kondigde een overeenkomst aan om samen te werken. Het voorjaar van 2020, terwijl Covid-19 voor een rustig hooggebergte zorgt, bereikt een Chinees team de top om hun eigen metingen uit te voeren. Een Chinees vliegtuig met precisie-apparatuur voor zwaartekrachtonderzoek vloog ook over de berg.

Op 8 december 2020 presenteerden beide landen hun bevindingen. In een ceremonie kwam het antwoord: 8848,86 meter. Waar het vroeger andere landen waren die hen vertelden hoe hoog de Mt Everest is, kwamen ze nu gezamenlijk met de MPV ‘de meest waarschijnlijke waarde’. Want hoe nauwkeurig ook, elke opmeting heeft een zekere foutenmarge. Met deze gegevens gaan wetenschappers en kaartenmakers zich voorbereiden om de bevindingen te analyseren. Maar zeg nu zelf, wie zijn wij om dat te betwisten, als je weet welke krachttoer het is om beide landen hierin te laten overeenkomen. Dit is enkel weggelegd voor de berg zelf. Als je weet dat de top jaarlijks opschuift naar het noorden en daarbij gemiddeld een halve centimeter groeit, of zoals de aardbeving in 2015 waarbij wordt aangenomen dat de berg bijna 60 cm is verlaagd...'

Nog meer kleine lettertjes. Voorgaande zijn slechts een paar zaken die je al dan niet in de kaartrand terugvindt. Maar er is nog niks gezegd over hoekgetrouwe projectie, magnetische afwijking, legende en zo verder. Maar dat zou dit artikel te uitgebreid maken, misschien een volgende keer. Weet als je nog eens een kaart vastneemt, welk werk daarmee samenhangt en bekijk bij je voorbereiding ook eens de kleine lettertjes.

Bronnen www.nationalgeographic.com www.geopunt.be www.geographixs.com www.wandelpunt.be Boek ‘Van Mercator tot morgen’ uit 1994

65


SHOP Uitgebreid aanbod in de webshop In de KBF-webshop vind je een uitgebreide keuze aan topo’s, boeken en cursussen. Bekijk het volledige aanbod op www.kbfvzw.be > webshop

De gezelligheid van een berghut in de Ardennen of de Hoge Venen Chaveehut - Rue de la Chavee 7, 5330 Maillen Ideaal gelegen tussen de verschillende rotsmassieven

Je kan in de hut maaltijden krijgen, je dient hiervoor wel telkens op voorhand alles te reserveren. Het is ook mogelijk om zelf te koken in de trekkerskeuken of te barbecuen. Er zijn vier douches en een aparte wasgelegenheid voor dames en heren. Er kan geslapen worden op het lager (41 bedden) of op de familiekamers (3 kamers voor 6p, 1 kamer voor 4p, 1 kamer voor 2p). Uiteraard zijn alle ruimtes verwarmd. (Kan verschillen afhankelijk van geldende Covid-maatregelen).

66

oor Korting v de KBF, n a v n e d le andere NKBV of igingen! n Alpenvere

Er is mogelijkheid tot kamperen op de weide aan de hut.

Vennhütte - Am Bahnhof 13, 4790 Burg Reuland Ideaal gelegen voor charmante wandelingen en fietstochten in de natuur

Er is plaats voor in totaal 32 gasten. Hiervan kunnen 20 gasten slapen op het lager (slaapzolder) in ruimtes van maximaal 8 personen. 12 gasten kunnen op kamers slapen van 2 tot maximaal 6 personen. Breng hiervoor zeker zelf je slaapzak, een 1 persoons hoeslaken en een kussensloop mee. (Kan verschillen afhankelijk van geldende Covid-maatregelen). Er is een modern sanitair, een goed uitgeruste keuken en een gezellige bar. In de hut kook je je avondmaal zelf. Ontbijt en lunchpakketten kunnen voorzien worden als je dit vooraf bestelt en betaalt. (Kan verschillen afhankelijk van geldende Covid-maatregelen). Info & reserveren: www.klimenbergsportfederatie.be/infochaveehut en


Spartatlon Endorfine 2022

22-23 april

RUN

BIKE

Maillen Chaveehut

CLIMB

H20

Info - Inschrijving bvlb.be/spartatlon-endorfine

Een organisatie van vzw Bergsport Vlaams - Brabant 67


INTELLIGENT INSULATION

C U B I T S T R E T C H D OWN HO OD Y Veelzijdig, warm en licht in gewicht; met de Cubit Stretch Down Hoody combineer je functie en stijl voor je dagelijkse avonturen buiten de deur. De Cubit biedt ongekend draagcomfort dankzij de baanbrekende weeftechniek en innovatieve stretch en isolateert super door het gerecycled dons van de hoogste kwaliteit. WWW.RAB.EQUIPMENT

68

GE R E C Y C L E D DON S


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

Endorfine

5min
pages 60-61

100% Women Peak Challenge

7min
pages 56-59

Wijl de storm raast

6min
pages 50-51

De Alpenpolitie

4min
pages 48-49

Mount Coach 9: Spaltenspringen en sneeuwglijden

6min
pages 52-55

Toerskiën - een intense sport

9min
pages 34-37

First descent of winterse Albula

6min
pages 44-47

Winterverkenning van de Beaufortain

7min
pages 30-33

Winter- en Icecanyoning

5min
pages 42-43

Toerskiën en freeriden - welke helm heb ik nodig?

7min
pages 38-41

Mont Thabor - sneeuwschoentocht voor 50

5min
pages 26-29

Het hoge Noorden

10min
pages 22-25

Boekbespreking - winter

3min
page 6

Up2Date

2min
page 7

RAB's Arc Eco Jacket

2min
page 17

Inhoud

2min
pages 3-4

Klimmen? Da's kunst

6min
pages 12-16

Voorwoord

1min
page 5

Materiaal & Techniek: nieuwe producten

4min
pages 8-10

Belgisch record highlinen

0
page 11
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.