KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE
MONTE
2020 / 2
een blik op: himalaya
INSTRUCTOR ALPINE CLIMBING Thomas Wuyts
VIA FERRATA MET KINDEREN Bart Smets
GOKYO RI TREKKING Isabeau Vogeleer
VERSCHIJNT VIJF KEER PER JAAR - JANUARI (SPECIAL EDITION - OPLEIDINGSBROCHURE), MAART, JUNI, OKTOBER, DECEMBER AFGIFTEKANTOOR 2300 TURNHOUT - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808
1
© Frank Kretschmann
CHRIS SHARMA // While belaying, you hold the life of your partner in your hands. For this reason, I’m very particular about who’s belaying me and as a belayer, I always try to stay totally focused. // #belaybetter
GRIGRI®
Belay device with assisted braking for a broad range of single rope diameters (8.5 to 11 mm). www.petzl.com
2
JAARGANG 13
2020 / 2
EEN BLIK OP...
Himalaya
13
Inhoud 14
Actueel 5 Voorwoord 6 Mount Expo 2020 7 Up2Date 9 Life in Wallis Veiligheid & techniek 10 Materiaal & techniek: nieuwe producten
40
bergbeklimmen 13 Wat bij een klim- of bergsportongeval? 36 How to "nood"bivak: vaardigheden & kennis 52 Instructor Alpine Climbing "lichting 2018-2019" 56 Pic Lenin via ferrata 14 Via ferrata met kinderen
48
een blik op... himalaya 18 Himalaya-weetjes: puur natuur 22 Great Himalaya Trail 26 Stoepa's, mani's en mantra's: trekking naar Gokyo Ri 32 Lichaamsveranderingen op (grote) hoogte rotsklimmen 40 Mount Coach: klimmen in Orco 44 De holle schedel van de Sarrazine 64 Onbekend is onbemind en onbeklommen: UBS-massieven
52
bergwandelen 48 De Via Alpina 1: langs de beroemde toppen van Berner Oberland Ecologie 62 Opgepast, het dooit! En verder‌ 66 Shop & hutten 67 Open rotsbeheerdag
56 Foto kaft: Š Eef De Boeck - The Great Himalaya Trail 3
OVER DE KLIM- EN BERGSPORTFEDERATIE OVER de KLIM- EN BERGSPORTFEDERATIE De Klim- en Bergsportfederatie vzw is een unisportfederatie met meer dan 12 900 leden, erkend en gesubsidieerd door Sport Vlaanderen. De KBF telt 30 aangesloten clubs. Vind een club in jouw regio op www.kbfvzw.be > clubs
BEREIKBAARHEID Statiestraat 64, 2070 Zwijndrecht Bereikbaar van maandag tot vrijdag, tussen 9:00 en 17:00 uur T: 03 830 75 00* *Tijdens het weekend: uitsluitend voor de melding van ernstige ongevallen. Andere ongevallen meld je op maandag. E: info@kbfvzw.be W: www.kbfvzw.be Klachten: ombudspersoon@kbfvzw.be
Op de hoogte blijven? Volg ons op
SHOP In de KBF-webshop kun je topo’s, allerlei boeken en cursusteksten aankopen aan democratische prijzen. Meer op www.kbfvzw.be > webshop
KBF-HUTTEN Chaveehut Rue de la Chavée 7, 5330 Maillen Van 1 maart tot 30 oktober: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Vennhütte Am Bahnhof 13, 4790 Burg-Reuland Vanaf 30 maart: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Reserveer je slaapplaats via www.kbfvzw.be of info@kbfvzw.be. Voor KBF-leden geldt een kortingstarief.
S P O RT
ENZE MET GR
N
ro n d t v ra g e n ra g ? Z it je m e end ged jd v e rs c h ri o s n re g l) (s e k s u e e lp li jn 17 12 e v a l: h u 5 02 • Noodg 3 830 7 w.b e o f 0 z fv b k i@ : ap • A d v ie s
T SPOR MET N ZE GREN
4
VOORWOORD Een nieuwe wind Even schrikken misschien, wanneer je deze nieuwe uitgave vastneemt? De cover van ons tijdschrift kreeg een grondige opknapbeurt. Er prijkt ook een nieuwe titel op: “Monte”, geïnspireerd op het Latijn voor berg. Want dat is waar het bij de Klimen Bergsportfederatie om draait. Of het nu gaat om de Alpen, de Himalaya of de ‘afgeleide’ vormen dichter bij huis. Allicht heb je ook gemerkt dat het tijdschrift iets later dan gebruikelijk op de mat valt. Voortaan verschijnt het KBF-ledenmagazine niet vijf, maar vier keer per jaar. Een beslissing waarbij we niet over één nacht ijs zijn gegaan. Meer dan ooit wil de KBF haar verantwoordelijkheid opnemen en bijdragen aan een meer duurzame
KBF werkt samen met: MOUNT COACH-Academy
wereld. Daarom kiezen we voor duurzamer FSC-papier en biologische inkten. Vanaf de tweede uitgave (in juni) verzenden we “Monte” onder een biologische folie, die overigens op de composthoop mag. Desondanks ligt het papieren tijdschrift ons nauw aan het hart. Het is de culminatie van veel hard werk, geleverd door een team van gepassioneerde, vrijwillige redacteurs. We kiezen met “Monte” voor meer kwalitatieve uitgaves, die maanden later nog steeds relevant zijn. Er is ruimte voor inspirerende reisverhalen en goed onderbouwde, technische artikels. Kortom, we willen van dit magazine een pronkstuk maken, iedere uitgave opnieuw. Wil jij ook jouw bijdrage leveren en deel uitmaken van het redactieteam? Laat het ons weten via redactie@kbfvzw.be. In deze eerste uitgave nemen we je mee naar het dak van de wereld: de Himalaya. Een regio die tot de verbeelding van iedere bergliefhebber spreekt. Laat je meevoeren naar een wereld vol kleurrijke gebedsvlaggen, eeuwige sneeuw en wonderlijke ontmoetingen.
SPORTKADERKLEDIJ
Veel leesplezier! Isabeau Vogeelr
colofon Dit federatietijdschrift verschijnt vijf maal per jaar en is een uitgave van de Klim- en Bergsportfederatie VERSCHIJNINGSDATA 2020 januari (Special Edition Opleidingen), maart, juni, oktober, december REDACTIEVERANTWOORDELIJKE Reginald Roels / reginald.roels@kbfvzw.be REDACTIEMEDEWERKERS Reginald Roels, Isabeau Vogeleer, Celien Souvagie, Lisa Viane, Hilde De Dobbeleer, Lus Van den Bossche, Mark Sebille, Arne Monstrey, Jan Cools, Michiel Boon, Ben Van Poucke VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK Lay-out / Opmaak en beeldvorming Reginald Roels Eindredactie teksten: Isabeau Vogeleer Druk: Drukkerij EVM Print - Brussel VERANTWOORDELIJKE UITGEVer Frank Stevens - p/a Statiestraat 64 - Zwijndrecht
5
zaterdag � zondag �� mei ²�²� ¹� ���� Buggenhout
Touwparcours/Deathride (tot 16u)/ Gezellig terras/kliminitiatie/ “Expeditie Bergpallieters”
zaterdag � mei: wandeltocht
inschrijven vanaf 08u30 tot – 6 km (13u00) / 13 km (11u30) / 20 km (11u30)
zondag �� mei: mountainbiketocht Kids tour/35km/50km - inschrijven tss 07u30 & 11u00 75km - inschrijven tss 07u30 & 10u
meer info; www.bergpallieters.be 6
¹�� % gratis
UP2DATE Welkom, Bruno Vermeeren
Actie: maak 3 vrienden lid!
Op 2 maart verwelkomt de KBF een nieuwe medewerker: Bruno Vermeeren. Bruno neemt de rol op van teamlead en staat in voor de zakelijke leiding van de Klim- en Bergsportfederatie. Je kunt hem contacteren via bruno.vermeeren@klimenbergsportfederatie.be.
word lid vd redactie Klim- en Bergsport Magazine Heb jij een passie voor klimmen en bergsport, en vertaal je die passie feilloos naar het papier? Dan ben jij de geknipte aanvulling voor onze (vrijwillige) redactie! De redactie komt vier keer per jaar samen op het KBF-secretariaat in Zwijndrecht, waar we brainstormen over de invulling van het magazine. Interesse? Laat het ons weten via reginald@kbfvzw.be.
KLIM
M
tie
federa
rt ergspo
en B Klim -
- Je vriend(in) meldt zich online aan als nieuw lid - In het vak “actiecode” vult hij/zij jouw lidnummer in - Bij aanmelding van 3 nieuwe leden, ontvang je een gratis overnachting in de Chaveehut of de Vennhütte voor 2 personen. De KBF neemt contact met je op!
nieuw in webshop: “start to via ferrata” Het langverwachte boek “start to via ferrata: inspiratie en technieken” is verkrijgbaar in onze webshop. In dit handboek vind je de basis van touw- en zekeringstechnieken, alles over risicomanagement en alle informatie over via ferrata in België. Een must voor wie deze discipline wil ontdekken! Verkrijgbaar voor € 21 via www.kbfvzw.be.
ZINE MAGA AART 2020
PORT
ERGS - EN B
Overtuig drie vrienden om lid te worden van de KBF en ontvang een gratis overnachting voor twee personen in een KBF-hut naar keuze! Hoe werkt het?
p: lik oya a ee n b l a m hi
start
t
viao
ferr n tec ata hniek e
inspir atie e
n
ING CLIMB LPIEN TORtsA N INITIA as Wuy DERE Thom IN K T E ATA M FERsR VIA Sm et G Bart EKKIN RI TR GOKYO geleer Isabeau
1
Vo
8
INGSNR.
P30980
ENN ER T - ERK NOVEMB NDRECH BER, SEPTEM 64 - ZWIJ JUNI, IESTRAAT APRIL, RUARI, RADRES STAT - FEB JAAR - AFZENDE R PER UT VIJF KEE TURNHO IJNT R 2300 VERSCH KANTOO AFGIFTE
met to via fe po’s van de rrata’s in Be lgië
KBF verwelkomt twee nieuwe clubs De Klim- en Bergsportfederatie verwelkomt twee nieuwe clubs in haar rangen: het Olympia Jeugdklimteam met uitvalsbasis in Hasselt, en de Leuvense Universitaire Alpiene Klub (LUAK). Hiermee telt de KBF dertig aangesloten clubs.
Lode Beckers verkozen tot secretaris-generaal UIAA Voormalig KBF-bestuurslid Lode Beckers werd op de afgelopen algemene vergadering van de UIAA verkozen tot secretaris-generaal. De UIAA is de internationale koepelorganisatie voor bergsportverenigingen.
Jaarlijkse Algemene Vergadering Op zaterdag 28 maart vindt de jaarlijkse Algemene Vergadering plaats van de Klim- en Bergsportfederatie. De AV vindt plaats in sportcentrum Den Draver, Fortlaan 10 in Zwijndrecht, van 10 tot 16 uur. Individuele KBF-leden hebben het recht om deze bijeenkomst bij te wonen.
Aftellen naar Tokyo 2020 Over vijf maanden maakt de klimsport haar Olympische debuut op de spelen in Tokyo. Tot hiertoe hebben 28 atleten zich al gekwalificeerd voor de spelen op het WK in Japan en het “combined qualifier event” in Toulouse. Helaas slaagde nog geen enkele Belg erin om een ticketje voor de spelen te bemachtigen. Dit voorjaar worden de resterende 12 atleten geselecteerd tijdens de vijf continentale kampioenschappen.
7
7
GESPECIALISEERD MATERIAAL VOOR WANDELAARS, TREKKERS EN KLIMMERS
De mooiste berg ter wereld, de Alpamayo, ligt in Peru. Het mooiste klimcentrum met dezelfde naam vind je op de be-MINE, in de voormalige elektriciteitscentrale. Individuelen, groepen en scholen zijn er welkom.
OUDE GENTBAAN 255 – 9300 AALST
053/ 705 222
INFO@TREK-KING.BE
WWW.TREK-KING.BE
Klimcentrum ALPAMAYO be-Mine 21, 3582 Beringen info@alpamayo.be facebook/alpamayo.klimcentrum 011/96.66.66
W W W. ALPAMAYO.BE
SNOW SAFETY CENTER
alles voor tourski, verhuur & verkoop
KLIMGREPEN
KLIM VOLUMES
HARDWAREN
KLIM MATERIALEN
DE BESTE PRIJZEN VIND JE OP
BOOT FITTING CENTER
WWW.KLIMWANDSHOP.BE www.avventura.be
8
Tekst Celien Souvagie / Foto's Wout Vandenhaute
Leven in de bergen, voor veel Vlaamse bergfanaten is het een wilde droom. Vrijwillig KBFredactielid Celien waagde de sprong en verhuisde in december 2018 met haar vriend naar Wallis. In deze column werpt ze een blik op het leven als Belg in het Zwitserse bergkanton. Over 4000ers, lokale geneugten, wonen en werken op hoogte, Zwitserse tradities en gewoonten, …
Win-winter
Lawines
De winter is werkelijk een win-win-seizoen in Wallis en bij uitbreiding de bergen. Optie 1: je hebt stralend weer, en dus geen reden om je op het huishouden te storten. In de plaats daarvan ga je skiën, toerskiën, ... WIN. Optie 2: het weer zit tegen, maar je weet dat dit gelijkstaat met optimale sneeuwcondities in de nabije toekomst. Je stort je dus eveneens niet op het huishouden, maar je werkt stoere sneeuwplannen uit… weerom WIN. Je ziet, er is geen goede reden om je tijd niet zinvol te besteden als je dichtbij de bergen woont. En wat doe je dan tijdens de werkweek, als je vertrekt voor de zon opkomt en terug bent als die al weer onder is? Meerdere mogelijkheden: je laat je overtuigen door een bevriende pistenredder om ‘s morgens vroeg met de koplamp de Bettmerhorn te doen op toerski’s. Om daarna nog een paar uur te werken natuurlijk. Of je trekt ‘s avonds met je collega’s naar Rothwald om nog wat te gaan “poederrijen”. Of... Conclusie na een jaar: de winter is niet alleen koud en nat!
Lawines zijn natuurlijk wel serieuze koek. Zelf zijn we nog geen meester experten, maar ook voor die mensen is het kennelijk geen exacte wetenschap. Er zijn de “lawinestufen” 1 tot 5 die een goede indicatie geven, er zijn de hellingsgraden, er is vroeg en laat in het seizoen, … maar toch blijft het oppassen geblazen. De eerder vernoemde pistenredder vertelde ons dat de sneeuwlaag dit jaar in januari heel ongewoon was ten opzichte van andere jaren. Doordat er aan het begin van het seizoen een hele pak sneeuw viel, en daarna een hele periode niets meer, was de sneeuw niet goed aan de ondergrond gehecht. Deze toestand kan aanleiding geven tot “schuiflawines” waarbij de volledige sneeuwlaag wegschuift. Mijden die handel!
White gold
Goed gerief Goed gerief is natuurlijk ook veel. Om vlot door te winter heen te schuiven, zijn er een aantal dingen die zeker kunnen helpen. Zo is qua vervoer bijvoorbeeld een degelijk bandenprofiel een must. Zo vermijd je situaties waarbij je toekomstige huisbaas je moet helpen slepen en je daarbij bijna een muurtje ramt. Sneeuwkettingen zijn niet verplicht, maar die kunnen wel een goede back-up zijn (voor het geval je toekomstige huisbaas niet in de buurt is). Daarnaast zijn er tamelijk wat Zwitsers die bij een Subaru 4x4 zweren, maar daar hebben we ons voorlopig nog niet toe kunnen laten overtuigen. Een goede VPN-verbinding en een ruime keldervoorraad zijn zeker ook aan te raden, in het geval je bijvoorbeeld in het Saastal woont en je vallei door lawinegevaar enkele dagen kan worden afgesloten. Indien je eens “helemaal zot” wil doen kan je je een sneeuwfrees aanschaffen, en als ware het een grasmachine, je oprit van de sneeuw bevrijden. Maar onze persoonlijke aanrader is vast en zeker het Barryvox lawinezoekapparaat of “den Barry” in de volksmond. Bij uitstek het beste toestel om je partner terug te vinden in de sneeuw. Of in het dagelijkse leven als je van een beetje controle houdt.
Life in Wallis
Je moet er natuurlijk wat voor zijn, maar geef toe sneeuw is zelfs objectief gezien een zalig medium: wit, zacht, zowel droog als nat, en je kan er mensen mee pesten! Heel fijn is ook dat steden en dorpen plots stilvallen, wanneer alles onder een wit tapijt komt te liggen. Niet dat Zwitserland op dat vlak niet georganiseerd is, allesbehalve. Maar toch brengt het zicht van dwarrelende sneeuw, het geruis van auto’s die zich door plassen stuwen, het gekraak van voetgangers die zich met dikke bottinen door de sneeuw werken alles precies op een lagere versnelling. Sfeer!
Anderzijds zijn er ook heel wat instanties die een versnelling hoger schakelen bij sneeuwval. Het begint al met je eigen oprit en auto sneeuwvrij maken. Misschien toch maar twee keer ‘snoozen’ in plaats van drie keer deze morgen? Er wordt ook alles aan gedaan om de straten sneeuwvrij te maken en een vlot verkeer te garanderen: naast de stadsdienst worden ook boeren, tuinbouwers en alle denkbare heerschappen met grote werktuigen ingeschakeld. Als je wat verderaf of hogerop gelegen woont, wordt naargelang je belangrijkheid, ook jouw straat geruimd. Honderd melkkoeien hebben die dagelijks wat liters af te voeren melk produceren, helpt bijvoorbeeld blijkbaar. Te overwegen. En dan zijn er ook de heftigere werken: lawinecontrole. Bepaalde zones die gevoelig zijn voor lawines en in de nabijheid van bewoonde gebieden liggen, worden extra gemonitord en indien nodig “gesprengd” of tot explosie gebracht. Dit wordt zowel met vaste installaties gedaan (de zogenaamde “gasex’en”) als vanuit helikopters, voor moeilijker bereikbare zones. Dit laatste is geen evidentie lieten we ons vertellen. De kunst zit hem er blijkbaar in om het explosief precies in het voorziene gat te mikken. Vanuit een helikopter jawel.
9
MATERIAAL EN TECHNIEK RAB Hut Boot 'bootilicious op stap' Dankzij deze pantoffels hoef je niet langer op zoek te gaan naar 'hutten sloefkes'. Ze houden niet alleen je voeten warm in kille berghutten, je kunt ze net zo goed thuis aandoen. De EVA zool voelt comfortabel en aan de onderkant bevindt zich een siliconen print die ervoor zorgt dat je niet kunt uitglijden op gladde vloeren. Ze zijn gevuld met een synthetische Cirrus 3M Featherless voering. Licht, warm en dankzij de Pertex Quantum ripstop buitenstof ook nog slijtvast en waterbestendig. Volledig waterdicht zijn ze niet, maar als je er toch even mee naar buiten moet, dan kunnen ze dat wel aan. Gewicht: 275 gram Adviesverkoopprijs: 59,95 euro
THE NORTH FACE Phantom 38 Summit Series 'gepakt en gezakt de bergen in' De Phantom 38 is een schitterende alpine klimrugzak die even goed tot zijn recht komt als toerskirugzak. De buitenstof is uitermate robuust. De bovenkant bestaat uit 210D en de onderkant zelfs uit 840D nylon. De heupriem is afneembaar zodat hij niet in de weg hoeft te zitten van een klimgordel. Als je de heupriem wilt gebruiken, dan zit er een opbergzakje op en een grote materiaallus. Ook de kap krijg je er in een handomdraai af. Zelfs de rugplaat die de zak afschermt van het frame kan er uitgenomen worden. Heel deze rugzak is moduleerbaar en aanpasbaar naar je eigen wensen in de bergen. De afwerking is zeer mooi en de rugzak zelf zeer 'sec'. Er zijn genoeg mogelijkheden om extra materiaal zoals ijsbijlen of ski's aan de buitenkant van de rugzak te bevestigen, zonder dat al deze linten in de weg zouden gaan zitten of ergens achter kunnen blijven hangen. Een van de sterkste rugzakken in zijn soort. Gewicht: 992 gram (S/M) en 1049 gram (M/L) Adviesverkoopprijs: 149,95 euro
BLACKYAK Barzona Jacket 'de zwarte yak met de gouden lokken' Blackyak, letterlijk zwarte yak (het befaamde lastdier uit de Himalaya), is in BelgiĂŤ vooralsnog een nobele onbekende. Opgericht in 1973 in Zuid Korea heeft het rustig aan zijn Aziatisch imperium kunnen bouwen. Sinds 2012 proberen ze ook in Europa binnen te geraken. Iets wat moeizaam ging in een reeds verzadigde markt. Maar in 2015 wonnen ze 11 ISPO-awards (prestigieuze prijs voor outdoor materiaal en/of kledij), waaronder acht keer goud. In de jaren nadien bleven de prijzen elkaar opvolgen en ondertussen is het het meest succesvolle bedrijf in de ISPO-awards geschiedenis. Eentje uit die reeks is de Barzona Jacket. Een mooi aanpassende drielaagse Gore Tex Pro Shell jas. De buitenstof bestaat uit een 70 denier polyamide voor extra stevigheid. De meeste features vind je ook terug op andere jassen, zoals een waterdichte YKK front zip en waterdichte pitzips, maar de look, de pasvorm en functionaliteit spreken voor zich eens je hem aandoet. Blackyak heeft terecht een nieuwe plaats in het outdoorlandschap verworven. Gewicht: helaas niet gespecificeerd door de leverancier Adviesverkoopprijs: 499,95 euro
10
Tekst Arne Monstrey (verkoper bij K2)
ADVENTURE FOOD Adventure Spoons 'when size matters' OK, OK, deze lepels zijn niet nieuw, maar ze verdienen het om nog eens onder de aandacht te komen. Iedereen die al eens 'pakskeseten' gegeten heeft, weet hoe moeilijk het is om op een propere manier die laatste restjes eten van op de bodem te schrapen. Wel, met deze extra lange lepel van 22 centimeter lukt dat super gemakkelijk. Ze komen per twee en wegen slechts 29 gram per stuk. Bovendien hebben ze een maatverdeling op het handvat zodat je goed kan zien hoeveel water je toevoegt aan de verpakking. Gewicht: 29 gram (per stuk) Adviesverkoopprijs: 7,99 euro (per paar)
MOUNTAIN HARDWEAR Phantom Alpine 15F/-9°C 'als een geest in de nacht' Het eerste wat opvalt aan deze slaapzak is dat hij twee ritsen heeft, één aan elke kant. Je zou kunnen denken dat dit is om als een dekentje open te kunnen plooien voor als je het te warm hebt - en dat kan natuurlijk ook - maar het is eigenlijk bedoeld om ingebonden in je slaapzak te kunnen blijven liggen. Afhankelijk van je bivak positie kan het touw dan links of rechts uit je slaapzak komen. Bovendien heeft elke rits meerdere schuivers, zodat je je armen eruit kunt laten terwijl je er met je lichaam in blijft zitten. Op die manier verlies je geen warmte en kun je bijvoorbeeld al koken of je klimgerief sorteren. De ritsschuivers zijn "glow in the dark" en kunnen niet blijven haperen achter de stof van de slaapzak. De 10D buitenstof is gerecycleerd en uiterst comprimeerbaar. Bovendien heeft ze een DWR-behandeling meegekregen waardoor ze zeer goed bestand is tegen vocht. Best wel handig tijdens het bivakkeren, of het nu een gepland of ongepland bivak is. De vulling bestaat uit 850 FP RDS dons. Er hangt natuurlijk een deftig prijskaartje aan vast, maar voor een slaapzak die tot -9°C gaat en nog geen duizend gram weegt, hoeft dat misschien niet te verbazen. Gewicht: 957 gram (maat regular) Adviesverkoopprijs: 569,95 euro
MONTANE Future Lite Hoodie 'Let there be Lite' Een lichtgewicht donsjas met een 15D nylon ripstop buitenkant inclusief DWR behandeling. Een lichtgewicht vulling van 115 gram 750+FP ganzendons in een 90/10 verhouding. RDS gecertificeerd bovendien én hydrofoob behandeld. En dat alles voor nog geen 185 euro... Geen idee hoe ze het doen, maar dit moet de beste prijs-kwaliteit-verhouding van deze winter zijn. De hele jas kan ook nog eens opgeplooid worden in één van de jaszakken. Montane is duidelijk terug van weggeweest. Gewicht: 300 gram (medium dames) / 340 gram (medium heren) Adviesverkoopprijs: 184,95 euro
11
eigen VOORRAAD
De lekkerste maaltijden met uitzicht
voor 23 uur besteld, VOLGENDE DAG bezorgd
in Nederland en BelgiĂŤ
GRATIS verzenden
vanaf 25 euro
XFood.nl service@xfood.nl
adv XFood.nl A6 liggend FC - F4.indd 1
05-12-2019 16:43
Tekst Brenda De Fré / foto Bart Overlaet
Prachtig weer, sterke groep deelnemers, voorlaatste dag van de tocht. Iedereen is in opperbeste stemming. Plots slaat het noodlot toe. Een deelnemer schuift weg op een sneeuwveld en slaagt er niet in zijn val te stoppen. Hij buitelt over de sneeuwhelling. Als begeleider begin je in de sneeuw naar beneden te lopen. Onderaan zie je een blokkenveld. Je ziet je deelnemer er als een botsbal op neerkomen. Je bent er onmiddelijk bij. De zware verwondingen zijn meteen duidelijk. Eerst verzorgen? Eerst een noodoproep. Oh nee, geen ontvangst! Vertrekken op zoek naar signaal? De rest van de groep staat daar nog angstig halverwege het sneeuwveld.
Wat bij een klim- of bergsportongeval? Praktijkoefening W il jij als gediplomeerde begeleider/stageleider op zo’n situaties voorbereid zijn en dus beter in staat zijn het hoofd koel te houden? Dan is deze bijscholing een must! De focus van de bijscholing ligt op de gepaste respons bij een ongeval. We oefenen op de gedragslijn die je als begeleider bij een noodsituatie te volgen hebt: van het bieden van eerste hulp en het alarmeren van de hulpdiensten tot groepsmanagement en communicatie. Het doel is om snel en adequaat te leren handelen. De KBF-actiekaarten staan in deze bijscholing centraal. Ze vormen een praktische leidraad voor elke noodsituatie. We simuleren ongevallen uit het rotsklimmen, bergbeklimmen en bergwandelen, maar de vertaling naar winter, canyoning en sportklimmen zijn gemakkelijk te maken omdat heel wat acties daarbij identiek zijn. Met de hulp van simulanten en in samenwerking met de lokale hulpdiensten maken we er een zo realistisch mogelijke oefening van. We nodigen je uit mee in het scenario te duiken maar verplichten je op geen enkele manier een actieve rol op te nemen: je mag ook leren door te observeren. Hou alvast 24 oktober 2020 vrij in je agenda! De ‘noodsituaties’ spelen zich af in de buurt van Durnal en Mozet. We sluiten af in de Chaveehut waar we debriefen en bij een drankje op de dag terugblikken. Inschrijven kan op: www.klimenbergsportfederatie.be/kaderopleidingen-bijscholingen Voor meer informatie kan je terecht bij: Brenda De Fré (brenda@kbfvzw.be)
13
Tekst en foto's Bart Smets
Via ferrata met kinderen
In berggebieden kom je steeds vaker passages met staalkabel tegen, vaak om bergweggetjes met valgevaar of korte klautergedeelten veilig te overwinnen. Met kinderen vormen deze passages vaak het hoogtepunt van de route. Het is dan ook een aanlokkelijk idee om een échte via ferrata, of ‘Klettersteig’ in Duitstalige landen, mét je kroost te kunnen beleven.
V
ele via ferrata’s vormen een laagdrempelig avontuur met een flinke shot adrenaline. Het is spannender dan wandelpaden, maar helaas ook met een aanzienlijk hoger risico. Daarom is het noodzakelijk dat je als ouder of begeleider goed voorbereid bent. Als je het goed aanpakt, zullen de kinderen zich een dergelijk avontuur nog lang herinneren. Het juiste materiaal, voldoende kennis én een degelijke tochtplanning zijn een must! Of je laat je begeleiden door een lokale gids of iemand met voldoende ervaring. We geven hier een paar tips. Een minimum aan knopenkennis en vlotte zekeringstechniek is wel noodzakelijk, daarvoor volg je best een opleiding tot zelfstandig ferratista, klimschool (KVB3) of beginnersstage bergbeklimmen. Vanaf welke leeftijd kan je met kinderen een via ferrata doen? Geen gemakkelijke vraag, want het heeft meer met de ontwikkeling en sportmotorische capaciteit van het kind te maken dan met leeftijd. Uithoudingsvermogen, kracht, coördinatie en beweeglijkheid, maar vrij zijn van hoogtevrees en moedig zijn, zijn doorslaggevend voor wat er kan. Lichaamslengte speelt ook een rol. Er zijn maar weinig via ferrata’s op kindermaat gemaakt, dus regelmatig zullen passen te groot zijn, of zal de kabel te hoog zitten of die ene nodige handgreep alweer té ver.
14
Ander materiaal nodig? Voor kinderen voorzie je een goed passende klimhelm (géén fietshelm dus), een klimharnas (integraalgordel voor de kleinsten) en best ook een aangepaste via ferrataset. De meeste van deze sets zijn echter niet bestemd voor mensen onder de 40 à 50 kg, hoewel er wel uitzonderingen zijn (o.a. Edelrid en Mammut hebben er vanaf 30 kg). Let er bij de aankoop vooral op dat de karabiners vlot door kleinere handjes te hanteren zijn. Je kan er bij kinderen onder de 10 jaar niet op rekenen dat ze zich altijd correct zullen beveiligen, ze durven zich wel eens volledig losclippen van de kabel… daarom ga je extra beveiligen met een klimtouw van minstens 15m en bijhorende zekeringsmaterialen.
Tochtvoorbereiding is de succesfactor! Als tochtplanning al van groot belang is voor volwassenen, dan is het helemaal een must als je onderweg bent met kinderen. Een eerste keer via ferrata mag voor je kind op geen enkele manier te moeilijk of te lang zijn. Kies dus zorgvuldig wat je wil doen en laat je eigen ambitie achterop, anders is het thema via ferrata de komende jaren geen hit meer voor je kinderen. Fun-via ferrata’s zijn het meest geschikt voor beginners. Ze zijn meestal gemakkelijk bereikbaar vanuit de vallei, vlakbij een almhut of kabelbaan en veelal zonder grote moeilijkheden. Doorgaans zijn er ook meerdere ontsnappingsroutes, moest het toch te lastig blijken. Enthousiasme en beleving staan bij kinderen voorop, zo is een via ferrata bijvoorbeeld langs een waterval gegarandeerd een succes! Kies voor een gevarieerde route met korte aanloop en makkelijke afdaling. Een parcours met extra fun-elementen zoals een zipline, klimnetten of apenbrug vergroot nog het plezier. En uiteraard neem je ook het weerbericht erbij, enkel bij goed weer begin je eraan. Tracht risco’s goed te beheersen, heb oog voor vallende stenen en plaatsen waar uitglijden of valpartijen mogelijk zijn. Kinderen worden sneller moe en verliezen doorgaans sneller hun geduld als ze moeten wachten. Voorzie een ‘beloning’ voor nadien, zoals een Kaiserschmarren in de hut of een lekkere meegebrachte snack op een gezellige plek.
Tekening (© PETZL)
15
Hoe beveilig ik kinderen op een via ferrata? Veel kinderen van 6 à 8 jaar vinden klauteren heel leuk. Een korte en makkelijke via ferrata (niveau A-B) zonder risicovolle verticale gedeelten is voor hen zeker haalbaar onder passende begeleiding: per kind dus een volwassene. Je kiest qua beveiligingstechniek best voor ‘simultaan vorderen’, waarbij het kind via verkort touw op max. 1,5 m verbonden wordt met de volwassene. Het kind kan dan eveneens een via ferrataset gebruiken, maar ook het uiteinde van het klimtouw kan gebruikt worden: laat ca. 80 cm over na de inbindknoop en maak er opnieuw een achtknoop in met karabiner met grote opening. Aangezien je liefst een parcours kiest zonder verticale gedeelten, zijn zware vallen in principe niet mogelijk. Eventueel kan een extra omloopkarabiner op de kabel geplaatst worden, daar waar de kabel te hoog hangt om het kind zich te laten inclippen. De volwassene moet wel een volwaardige via ferrataset gebruiken én zelf ervaren zijn.
Kinderen van 9 à 11 jaar kunnen vaak al iets meer zelf doen, maar persoonlijke begeleiding blijft nodig. Er mag een tikkeltje meer uitdaging zijn, eerder qua moeilijkheid dan qua lengte van de via ferrata (niveau B-C). Het blijft aangewezen om met kinderen van deze leeftijd bij te zekeren met een touw. Op horizontale tot schuine parcoursgedeelten is simultaan vorderen interessant: neem hiervoor 3 tot 6 meter tussenafstand en maak tussenzekeringen door het touw in ‘varkensstaartjes’ te hangen of door een klimsetje op de kabel. Op verticale en moeilijkere passages zeker je best van bovenaf. Het kind gebruikt een volwaardige via ferrataset, geschikt voor zijn of haar lichaamsgewicht.
Kinderen vanaf ongeveer 12 jaar die al wat ervaring hebben, kunnen zelfstandig gaan, zonder rechtstreeks verbonden te zijn met een volwassene. Het blijft wel aangewezen om toezicht te houden en dat op maximaal 2 kinderen tegelijk. Bij moeilijkere (verticale) passages, vermoeidheid of onzekerheid, schakel je over op touwzekering van bovenaf of simultaan vorderen met voldoende tussenafstand en 1 à 2 tussenzekeringen. Ook voor onzekere volwassenen is deze methode toe te passen.
Foto boven: met heel jonge kinderen kies je best voor korte, makkelijke via ferrata’s (niveau A-B) en is het kind ingebonden op 1 tot 1,5 m, zodat je steeds een handje kan helpen. Foto midden en onder: kinderen kan je via een ‘lopende zekering’ extra beveiligen, waarbij je simultaan vordert, zoals hier op de uitdangende via ferrata van Grands Malades. Tekening pagina 17 rechts
(© PETZL): zekeren van bovenaf doe je met een halve mastworpzekering of met een tuberachtig zekeringstoestel. Het kind blijft liefst eveneens de via ferrataset gebruiken.
16
Via ferrata in België Ideaal om met de discipline kennis te maken én om te oefenen zijn de via ferrata’s in eigen land. Enkele daarvan zijn in beheer van bergsport- en speleofederaties. Als KBF-lid heb je dan gratis toegang. Voorbeelden zijn ‘Stef’ in Pont-à-Lesse (PD+, aanrader om mee te starten!), Grands Malades in Bouge (D-), ‘Sanctuaire’ in Landelies en “Pol” in Marche-Les-Dames. ‘Merlemont’ in Villers-LeGambon (AD+) is eigendom van een speleoclub en je betaalt hier 4€ per persoon. De beschrijvingen van elk van deze routes zijn te vinden in het nieuwe handboek.
Start to via ferrata ! In de Alpen komen er elk jaar nieuwe via ferrata’s bij en een groeiend aantal bergsporters kiest ervoor. Via ferrata maakt grootse rotswanden en grillige bergtoppen bereikbaar… maar is niet vrij van risico’s. KBF heeft een nieuw handboek ‘Start to via ferrata’ uitgegeven, te koop via de webshop aan 21€. Het boek leert je hoe veilig en op een zelfstandige basis via ferrata te beoefenen, met aandacht voor courante touw- en zekeringstechnieken. Als je met kinderen of minder ervaren ferratista’s op pad gaat is dit een heel belangrijk aspect. Ook inspireert het boek over de mogelijkheden in Europa en de oefenkansen in eigen land. Het boek vormt een goede basis, maar deze vervangt nooit de praktijkervaring, die je (aanvankelijk) best onder begeleiding aangaat. Verschillende bergsportclubs bieden een ‘opleiding tot zelfstandig ferratista’ (of kortweg ‘OZF’) aan, in aparte lesmomenten of als weekend of in stagecontext. Je kan op zondag 17 mei mét je kinderen een workshop volgen in de Ardennen, inschrijven via: https://klimenbergsportfederatie.be/stages-workshops
start to
via ferrata inspiratie en technieken
met topo’s van de via ferrata’s in België
17
Tekst Jan Cools
Himalaya-weetjes: puur natuur
18
Wist je dat Himalaya ook een meervoud heeft? Wist je dat de bergen in de Himalayas nog steeds groeien? Wist je dat Edelweiss ook in de Himalayas voorkomt? Weet je wat een dzo is? Weet je wat de Yeti is? Wist je de antwoorden op de weetjes? Check hier.
Meer dan de Himalaya
Botsing van India
De Himalayas, meervoud, zijn veel groter dan vaak gedacht. De Himalayas is een groep bergketens. Naast de bekende Himalaya bergketen, zijn ook de Karakoram, Pamir, Tien Shan en Hindu Kush deel van de Himalayas. De Himalayas strekken zich uit over Nepal, Tibet, India, Bhutan, China, Pakistan en Afghanistan. Tien 8000’ers liggen in de Himalaya, enkelvoud. Vier 8000’ers liggen in de Karakoram, Pakistan: K2 (8611m), Gasherbrum I en II (respectievelijk 8080 en 8035m) en de Broad Peak (8051m). Bekende Alpiene bergen in de andere delen van de Himalayas zijn de Peak Lenin (7134m, Pamir), Muztagh Ata (7509m, Pamir) en Khan Tengri (7010m, Tien Shan). Door de gevaarlijke situatie in Afghanistan wordt niet meer in de Hindu Kush geklommen.
De Himalayas zijn ongeveer even jong als de Alpen, ongeveer 40 miljoen jaar. De Himalayas ontstaan uit een botsing van Indië tegen Eurazië, de grote landmassa die Europa en Azië toen al was. Indië hing oorspronkelijk vast aan Afrika. Het maakte zich los, werd een drijvend continent, zette koers naar het noorden en knalde met een duizelingwekkende snelheid van 20 cm/jaar tegen het Euraziatische continent. De zeebodem tussen de twee continenten werd in elkaar geplooid en opgestuwd. Die plooien zijn nu de Himalayas. De botsing werkt nu nog altijd door. De Himalayas groeien met een paar centimeter per jaar. Zoals ook in de Alpen, bestaan de Himalayas, uit verschillende types gesteente waaronder kalksteen, dolomiet, marmer, kwarts, gneis en graniet.
19
Water en ijs voor twee miljard mensen
Drinkwater viermaal duurder aan Everest Base Camp
Enkele van de grootste rivieren in Azië ontspringen in de Himalayas. Voorbeelden zijn de Brahmaputra, Ganges, Gele Rivier, Yangtze en Indus. In totaal zijn er bijna twee miljard mensen die Himalaya water gebruiken, als drinkwater, voor irrigatie en om elektriciteit te maken. Een klein deel hiervan woont in de bergen. De gletsjers regelen het tempo van de watervoorziening als een spons. Het geeft water traag vrij. Zo is er water als het lange tijd niet regent. Bij neerslag slorpt de spreekwoordelijke spons het water op. Zo is ook de kans op overstromingen lager. Helaas smelten ook de gletsjers uit de Himalayas snel. In de laatste 40 jaar is een kwart van het ijs gesmolten. In 2100 wordt verwacht dat tweederde van het ijs verdwenen zal zijn. Droogte en overstromingen worden vaker verwacht. De gletsjers in de Alpen smelten sneller dan die in de Himalayas.
Op hoogte drink je meer: drie à vier liter water per dag, als bescherming tegen de hoogteziekte. De hoogte droogt je sneller uit. De circulatie van vocht raakt uit balans op hoogte, en kan zo leiden tot potentieel dodelijke waterophopingen in de hersenen of de longen, de zogenoemde oedemen. Drinkwater uit de natuur is op heel wat plaatsen in de Himalaya moeilijk te vinden. Water is er niet, bijvoorbeeld in het droge Tibet of Ladakh, of vervuild door yaks. Water is dus te kopen in flessen of om zelf te filteren. In het Everest gebied (Nepal) bijvoorbeeld is de verkoop van flessen drinkwater in de zogenoemde theehuizen, de lokale berghutten, een veel verkocht en duur product. De prijs stijgt er letterlijk met de hoogte. Een klein onderzoekje in 2017 gaf aan de prijs van een fles van één liter drinkwater in Kathmandu (1400m) toen 25 Roepies (0.2 Euro) was. Aan de start van de Everest trek, Lukla (2860m), kostte drinkwater al vier keer meer (100 Roepies of 0.8 Euro). In Gorak Shep (5164m), de hoogste logie in het Everest gebied, en dichtst gelegen bij het Everest base camp, betaalde je 400 Roepies (3.2 Euro). In vergelijking met de start van de trekking is een fles drinkwater dus vier keer zo duur op het hoogste punt en zestien keer zo duur als in Kathmandu. Een alternatief is water uit het huttenreservoir vragen, en dat zelf drinkbaar maken, wat goedkoper is en minder plastic ge(ver)bruikt. Water zelf drinkbaar maken kan met een chloortablet en met een apparaat dat water ontsmet op basis van UV-licht. UV-licht doodt bacteriën en virussen. Een bekend merk van zo’n UV-toestel is Steripen. Zo’n toestel werkt goed, maar vreet wel batterijen, zeker als het koud is. Drie sets reservebatterijen is hier geen luxe.
Verschrikkelijke Sneeuwman Een populaire mythe uit de Himalaya is die van de Yeti, of de Verschrikkelijke Sneeuwman. De Yeti jaagt al duizenden jaren Tibetanen schrik aan. In 1889 vond de eerste Westerling een voetafdruk van de Yeti. Interesse in het Westen werd pas gewekt in 1951. Toen nam Eric Shipton, de leider van de toenmalige Everest expeditie, de eerste foto van een voetafdruk. De voetafdruk was even groot als het blad van zijn ijspikkel (33 cm) en leek mensachtig, met een grote dikke teen. Shipton gaf ook de naam Yeti, wat ‘wilde man’ betekent in de Sherpa taal. Jaren werd gezocht naar de Yeti, maar het is wachten tot de bekende bergbeklimmer Reinhold Messner ontdekt wat de Yeti echt was. In 1998 verscheen zijn boek hierover. Twaalf jaar heeft Messner gezocht naar het geheim van de Yeti. In 1986, in Tibet, zag hij een harig rechtoplopend wezen, met korte benen en lange armen. Het wezen was meer dan twee meter groot, en veel sneller dan een mens kan zijn. Uiteindelijk was het antwoord simpel. De Yeti bleek de zeldzame Tibetaanse bruine beer. Tot die conclusie was Edmund Hillary, de eerste man op de Everest, eerder ook al gekomen. Ook een geheime missie van het Duitse leger had het mysterie al veel vroeger opgelost. Ernst Schäfer, een Duitse militair, zou in 1939 een Yeti gevolgd zijn naar een grot en hem daar hebben neergeschoten. Hij kwam buiten met een Tibetaanse beer. Toen Schäfer het aan Messner vertelde, begin jaren negentig vond die het maar onzin. Tot hij jaren nadien tot dezelfde conclusie kwam. Het geloof in de mythe was voor velen interessanter dan de waarheid.
20
Edelweiss, Kasjmir en musk geur
Yak en dzo
Ook in de Himalayas groeit Edelweiss, de bekende witte bloem uit de Alpen. In de Alpen is Edelweiss zeldzaam. Het groeit op hoge, moeilijk toegankelijke plaatsen tussen 2000 en 3000 m. Liefst hebben ze droge, zonnige, kalkrotsen met een dun laagje bodem erop. In de Himalayas komen ze vaker voor, in bergweides, of langs het pad. De Himalaya Edelweiss groeit makkelijk boven de 4000m. Andere veel voorkomende planten die we ook uit de Alpen kennen, zijn de jeneverbes en de rhododendron. In de Himalaya hebben ze trouwens ook marmotten en berggeiten. Er zijn natuurlijk ook de alombekende dieren, maar wellicht nooit zult zien op trekking: de sneeuwluipaard, de rode panda (symbool van de Zoo van Antwerpen en Planckendael), de kasjmir geit en het muskushert. De sneeuwluipaard was als kind één van mijn lievelingsdieren. Ze leven in de bergbossen tot 4000m hoogte. De kasjmirgeit levert kasjmirwol, sterker en warmer dan schapenwol. Oorspronkelijk komt de kasjmirgeit uit de regio Kasjmir, een regio in het Karakoram gebergte, verdeeld over Pakistan en India, maar is nu vooral een boerderijdier geworden. Het muskushert is bedreigd omwille van zijn klieren. In die klieren zit het befaamde ‘musk’ parfum.
Yaks, de bekende lastdieren uit de Himalaya voelen zich best op grote hoogte. Yaks worden ingeschakeld vanaf 3000m hoogte. Bij temperaturen hoger dan 13°C geraken ze overhit. In de lagere regio’s zijn de lastdieren voornamelijk hybride dieren: muildieren en dzos. Een muildier is het jong van een paardenmerrie en een ezelshengst. Een dzo is een kruising tussen een yak en een koe. Een dzo wordt ook wel eens yakow genoemd. Dzos zijn sterker dan yaks en geven meer melk. Yaks worden niet gekweekt voor het vlees. Wil je vlees eten in de theehuizen in Nepal, weet dan dat dat van beneden langzaam wordt aangevoerd, op de rug, zonder koeling, en zonder bescherming tegen vliegen. Boven de boomgrens hebben yaks nog een belangrijke rol. Hun mest wordt gebruikt als brandstof in kachels. Hout is daar niet te vinden. De yak vlaaien worden verzameld, gedroogd en in stukken gebroken. Dan is het klaar om de theehuizen lekker te verwarmen. Zonnepanelen zorgen vaak voor elektriciteit.
© Pixabay
21
Tekst en foto's Eef De Boeck
Great Himalaya Trail
Na vier maanden in de Himalaya, liepen mijn twee kompanen en ik het dorpje Simikot binnen. Op het moment dat we de laatste grote klim achter ons lieten, brak er voor iedereen iets. PJ en Marylene zaten er fysiek door, na drie weken van ononderbroken kou en honger. Ik was mentaal en emotioneel gebroken. Het eindeloze staren, het gebrek aan voeding, de onzekerheid of we de finish zouden halen, de drama’s in de hoogte: allemaal hadden ze diepe sporen in mijn gedachten nagelaten. De laatste vijf dagen had ik mezelf vaak afgevraagd waarom we eigenlijk hebben doorgezet. Waarom we het niet zomaar konden laten gaan. Maar voor onszelf, voor al de ontelbare keren astronomische chance die ons onderweg zijn toegedeeld en uit respect voor de Himalaya, moesten we deze tocht afmaken. De laatste etappe naar Hilsa aan de grens met India was gesloten door sneeuw, maar Simikot was nog steeds bereikbaar. We moesten Simikot koste wat kost halen.
22
Z
oals met alle lang-afstandsprojecten hadden we verwacht dat de hoogtes hoog zouden zijn en de laagtes laag. Maar net zoals de bergketen zelf, waren de hoogtes een stuk hoger en de laagtes een stuk dieper. Tijdens die 127 dagen had ik me vaak voorgesteld dat de aankomst zo’n immense hoogte zou zijn. Toen we onze zakken voor de laatste keer op de grond zetten, gaven we mekaar een warme proficiat en een intense knuffel, maar de grote emoties en euforie bleven weg. Het duurde tot maanden daarna voor het besef kwam dat we het echt geklaard hadden. Op het moment zelf was er opluchting, maar vooral een grote leegte. Twee dagen lang zaten we in Simikot zonder meer dan tien zinnen tegen elkaar te zeggen, alle drie met gedachten inwaarts in een poging om de eindjes van die laatste maanden aan mekaar te knopen. Drie ‘rookies’ aan de startlijn We waren zo onwetend, toen we eind september in Kathmandu op het vliegtuig stapten richting Taplejung. Het duurde niet lang voor we een harde realiteitscheck kregen: de eerste drie weken waren de zwaarste. Onze route ging via een afgelegen bergrug, de Milky Danda, naar Makalu nationaal park en dan over de meer dan 6000 meter hoge Sherpani Col, West Col and Amphu Labsta naar de Everest regio. De uitlopers van de monsoon speelden ons in het begin serieus parten. In de mist, de wolken en de gietende regen liepen we verloren, werden we ziek en raakten we uitgeput.
Was het niet voor de goodwill van een Nepalese familie hadden we waarschijnlijk op de Milky Danda al opgegeven. Twee keer liepen we hen tegen het lijf en twee keer gaven ze ons onderdak en eten in de storm. De vader hielp ons met zijn machete om een baan te hakken door de jungle op weg van de Milky Danda naar het dal. De gastvrijheid van de Nepalezen zou ons blijven verbazen de komende maanden. Oké, we betaalden iedere keer wanneer een prive-persoon ons in huis nam, maar het bedrag dat ze vroegen was steeds zeer bescheiden. In de regel betaalden we hen meer, omdat zij, druk bezig met overleven in het harde klimaat dat de Himalaya hen oplegt, alles opzijschoven om ons toch maar te kunnen helpen. Zonder zelfbelang, zonder meer, zomaar. Veel van die mensen hadden zo weinig en gaven toch zo veel. We zouden er in het westen nog veel van kunnen leren, heb ik vaak gedacht. Telkens we het moeilijk hadden kwam er altijd wel iemand die ons met de glimlach dan toch terug opfleurde. Op die momenten was ik altijd enorm blij dat we besloten hadden om zonder gids te gaan, zodat we die spontane ontmoetingen niet misten. We werden wel begeleid door een gids voor de technisch uitdagende passen en om regio’s te doorkruisen die de overheid als ‘restricted’ omschreef. In Manaslu moet je terugkeren als je de checkpoints voorbij wil zonder gids, hetzelfde in Kanchenjunga. Daarom besloten we uiteindelijk om niet naar Kanchenjunga basecamp te trekken maar rechtstreeks naar Makalu door te steken via de Milky Danda. Een deel van het Manaslu circuit volgden we wel, dit was een onmisbare verbindingsroute tussen de Ruby Valley en de Annapurna regio. Het was ook wel fijn om af en toe met een gids op stap te zijn. We leerden enorm veel over Nepalese gebruiken en cultuur, allemaal info die ons heel goed van pas kwam als we dan weer alleen verder trokken. Heel af en toe konden we dan eens onze gedachten op nul zetten en ons geen zorgen maken over waar we zouden slapen, wat en of we aan eten zouden raken of hoe ver we zullen stappen die dag. Af en toe was dat fijn, maar permanent met een gids wandelen had voor ons toch te veel van de uitdaging weggenomen.
23
Sherpani Col In Nepal kruist de Great Himalaya Trail over vijf technische passen: Sherpani Col, West Col, Amphu Labsta, Tashi Labsta en Tilman’s pass. Tilman’s is algemeen een blinde vlek op de kaart en heel weinig mensen kennen de route over de pas of weten hoe de pas er momenteel uitziet, nu de gletsjers ook op hoogte aan ijl tempo smelten. Tilman’s hadden we daarom al vrij vroeg in de planning uitgesloten. Op 6180 en 6190 meter waren Sherpani Col en West Col de hoogste punten op onze route, maar het was niet tot 24 uur voor we uit Kathmandu vlogen dat we gidsen vonden die ons zouden begeleiden. We hadden op dat moment maar beperkte klim-ervaring en waren nog nooit in Nepal geweest, dus een gids meenemen over deze hoge, desolate en technisch uitdagende passen leek ons een goede voorzorgsmaatregel. Toch ging het flink verkeerd op Sherpani Col. Uitgeput en hoogteziek viel ik tijdens de rappel een paar meter naar beneden en sloeg mijn hoofd hard tegen een rots. Had ik mijn rugzak niet aangehad, die het meeste van de klap opving, had ik hier nu niet gezeten om dit verhaal neer te schrijven. Ik liep een zware hersenschudding op maar had gelukkig geen fracturen of bloedingen. Instinctief wist ik dat er iets gevaarlijk verkeerd was in mijn hoofd, maar ik sloeg er niet meer in om coherente zinnen uit te brengen. De rest van de groep, meer ijlend door de hoogte dan ze zelf inzagen, besefte niet wat er gebeurd was. De gidsen waren ervan overtuigd dat ik acuut AMS (Acute Mountain Sickness) had gekregen boven de 6000 meter en dat ik zo snel mogelijk naar beneden moest. Ik kan het hen moeilijk kwalijk nemen, de symptomen voor AMS en een hersenschudding zijn identiek: overgeven, onevenwicht, verstoord spraakvermogen, hoofdpijn en slechte coördinatie. Ik slaagde erin om de 3 kilometer van Sherpani Col naar West Col te overbruggen op de Upper Barun gletsjer en rappelde nog 300 meter tot de gletsjers boven Honku Basin. Het is ongelooflijk waar een lichaam tot in staat is, wanneer overleven het enige is dat telt.
"Tashi Labsta over te steken. Ondanks het feit dat deze pas niet boven de 6000 meter ligt, is hij toch een van de meer beruchte in Nepal. Onstabiel weer en steenlawines maken de pas onvoorspelbaar en gevaarlijk." Het duurde toch een tijdje vooraleer iedereen echt besefte hoe dicht we daar bij een catastrofe gestaan hadden. De eerste keer dat we er echt samen over praatten, was op weg naar Langtang, bijna twee maanden nadat de evenementen zich hadden afgespeeld. De herinnering aan het ongeval heeft mij nog veel langer parten gespeeld. Van een oncontroleerbare drang naar meer beheersing in klimmen, tot angst en depressie: twee jaar lang zou de val en de herinnering aan een mogelijk eenzame dood op de Upper Barun gletsjer mij nog parten spelen. Na het ongeval besloten we toch nog Tashi Labsta over te steken. Ondanks het feit dat deze pas niet boven de 6000 meter ligt, is hij toch een van de meer beruchte in Nepal. Onstabiel weer en steenlawines maken de pas onvoorspelbaar en gevaarlijk. We besloten ook hier gidsen met ons mee te nemen, maar we hadden deze keer minder geluk. Net voorbij de pas lieten ze ons staan, op een klif boven de Trakarding gletsjer, twee dagen voor we het dichtsbijzijnde dorp bereikten. We stonden machteloos en hadden deze keer een zieke PJ op sleeptouw. Ook deze episode liep goed af, maar we besloten daarna geen technische passen meer over te steken. We hadden ons geluk genoeg getest op dat moment.
24
Merci, Himalaya Een van de weinige dingen die we in Simikot tegen elkaar vertelden, was hoeveel onvoorstelbaar geluk we hebben gehad. Terwijl we ‘s avonds de sterren boven de ongetemde pieken van west-Nepal zagen twinkelen, sprak ik vaak een inwendig dankwoordje uit. De 8000-ers die we onderweg tot de ‘white giants’ hadden gedoopt, waren niet meer zichtbaar aan onze horizon, maar niet ver uit onze gedachten. Keer op keer hadden de weersomstandigheden in ons voordeel gespeeld op de gevaarlijke passages. Keer op keer hadden we een storm aan ons zien voorbijgaan. Keer op keer had de sneeuw ons dan toch net gemist tijdens de wintermaanden. Niemand van ons was ervan overtuigd dat het allemaal maar toevallig was.
De hoge pieken van de Himalaya hebben een grote spirituele betekenis voor zij die er in de buurt van wonen en ook wij waren die spirituele connectie beginnen voelen. Terug in Kathmandu bezochten we de stupa’s van Bouddhanath en Swayambhunath. Pas daar kregen de emoties vrije loop, tijdens de traditionele drie rondes rond de stupa. Het klinkt misschien raar, dat we allemaal zo’n diepe connectie met zoiets anoniem en veraf als de hoogste bergen ter wereld konden voelen, maar toch was het zo. We spraken meer woorden van dank uit, hingen gebedsvlaggen op en zaten in de zon. Het was lang geleden dat we allemaal zo opgelucht en spontaan waren geweest. Op de terugweg naar Europa zagen we ze nog een laatste keer passeren vanuit het raampje van het vliegtuig: Everest en Lhotse, Manaslu, Annapurna, Dhaulagiri. Ook terug thuis zou het nog lang duren voor de Himalaya naar de achtergrond van onze gedachten verdween. Helemaal weg zullen ze waarschijnlijk nooit zijn. Stilaan begin ik uit te kijken naar een vervolg, een deel twee, naar het verder exploreren van afgelegen hoeken en onbekende paden in deze majestueuze bergketen. Want de Himalaya, die zijn een klasse apart.
Meer info op: www.greathimalayatrail.com
25
Tekst Isabeau Vogeleer foto's Bart Goris
STOEPA'S, MANI'S EN MANTRA'S:
trekking naar Gokyo Ri Nepal is een land dat geen introductie nodig heeft. Diepe gletsjerdalen, adembenemende pieken en gastvrije inwoners maken van Nepal ĂŠĂŠn van 's werelds beste trekking bestemmingen. Uit het overweldigende aanbod kozen we voor een trekking naar de Gokyo Ri: een 5360 meter hoge top met uitzicht over de hoogste bergen ter wereld, waaronder Mount Everest.
26
D e klassieke trektocht in het Everestgebied is de 16-daagse trekking naar het Everest basecamp. Aangezien we er weinig voor voelen om in een treintje toeristen te lopen, kiezen we voor een alternatieve tocht: een 12-daagse trekking in een zijvallei ten westen van Mount Everest met als hoogtepunt de beklimming van de Gokyo Ri. Met de eerste vlucht vertrekken we vanuit de hectische hoofdstad Kathmandu richting Lukla, de toegangspoort tot het Everestgebied. De vlucht duurt amper 25 minuten en de uitzichten zijn grandioos! De zon komt op wanneer de eerste besneeuwde bergtoppen aan de horizon verschijnen. Wanneer de landingsbaan in zicht komt, hou ik toch even mijn adem in. Met horten en stoten zet de piloot het vliegtuigje aan grond. De spectaculaire ligging en de korte landingsbaan maken Lukla tot één van de spectaculairste luchthavens ter wereld. De opwinding giert door ons lijf!
In Lukla ontmoeten we onze drager. De komende twaalf dagen zal hij onze kanariegele tas met het merendeel van onze bagage dragen. Het voelt wat onwennig, zo'n gids en een drager, maar later in de trekking zullen we hem dankbaar zijn. Vandaag wandelen we meteen verder richting Phakding (2600 meter). Al snel ontdekken we wat onze gids, Toran, bedoelt met de uitdrukking 'Nepali flat'. Op papier is het een dalende wandeling richting Phakding, maar het pad gaat voortdurend op en neer. Na ongeveer drie uur, inclusief uitgebreide theepauze, komen we aan bij onze eerste verblijfplaats. De 'teahouse' is een stuk comfortabeler dan we verwachten. We hebben een privékamer met eigen toilet, maar het water in de leidingen is begin maart nog stijf bevroren. Het toilet doorspoelen gebeurt met een schep ijskoud water uit de ton. Geen haar op mijn hoofd denkt eraan om een douche te nemen!
27
Op de 'highway' naar Everest De tocht gaat verder van Phakding richting Namche Bazaar (3440 meter), het grootste dorp in dit gebied. We kruisen een controlepost en de ingang van het Sagarmatha nationaal park. Onderweg draaien we aan talloze gebedsmolens. Ook de stoepa's en manistenen kruisen we consequent langs links in de hoop op goede karma (lees: blauwe luchten) wanneer we Gokyo bereiken. We steken verschillende hangbruggen over, die rijkelijk versierd zijn met kleurrijke gebedsvlaggen. Achter 'Hillary bridge' start het steile zigzagpad richting Namche Bazaar. Het is verrassend druk op het pad met vele dragers, ezels en 'djopke' (een kruising van een yak en een koe). Ze dragen loodzware pakketten richting Namche Bazaar. Vaak hebben de dragers niet meer dan een paar pantoffels aan hun voeten en ze dragen het gewicht in rieten manden met een hoofdband. De cargo bestaat uit gasflessen, rijst of vlees, zelfs een toiletpot en een houten deur! Vol ontzag kijken we naar die kleine, maar ijzersterke mensen. Wanneer we Namche bereiken, zijn we verrast door de grootte van de plek: talloze koffiebars, restaurants, winkeltjes met trekkingmateriaal en kleurrijke souvenirs,... Niet meteen wat we hadden verwacht in het hartje van de Himalaya.
28
Om ons lichaam te laten wennen aan de hoogte, brengen we een extra dag door in Namche Bazaar. ’s Ochtends is de vallei in de wolken gehuld en dus besluiten we om eerst het informatiecentrum en het ‘sherpa culture museum’ te bezoeken. Het museum is eigenlijk niet zo bijzonder, maar ligt op een prachtige locatie net boven Namche. Terwijl we in het museum rondkuieren, roept Toran plots “Everest!”. Ik denk dat hij me voor het lapje houdt… maar het is echt! De wolken klaren even op en we krijgen een eerste blik op Mount Everest, Lhotse en Ama Dablam. Ik weet niet goed waarom, maar het doet iets met een mens. Wanneer de wolken zijn opgeklaard, starten we aan de klim naar Everest viewpoint (3880 meter). Eigenlijk is Everest viewpoint niet meer dan het terras van een luxehotel waar je een prachtig uitzicht hebt over de Khumbuvallei. Een kamer in dit hotel kost dan ook een fortuin! We nemen uitgebreid de tijd om thee te drinken en foto’s te maken.
To Diamox or not, that's the question De eerste drie dagen van onze tocht volgden we hetzelfde traject als de klassieke trekking naar Everest basecamp. Vandaag laten we na een uurtje wandelen de ‘Everest highway’ achter ons en draaien westwaarts in een zijvallei. We klimmen richting Mong La (3975 meter) en de hoogte is goed voelbaar. Onderweg ontmoeten we een stel Fransen. Bart, mijn reisgenoot en partner, babbelt honderduit met het Franse koppel en wisselt ervaringen uit. Ik daarentegen moet mijn adem sparen om überhaupt vooruit te komen op deze hoogte… Na een theepauze gaat het pad weer bergaf. Een lange, vrije steile afdaling tot aan de rivier in Phortse. Het is mogelijk om in Phortse te overnachten, maar wij lopen nog verder richting Dole (4100 meter). Dezelfde hoogtemeters moeten we nu weer omhoog. Onderweg kruist een groepje 'mountain tahr' ons pad. Het klimmen gaat steeds moeilijker en ik voel me miserabel. Mijn hoofd bonst. Toran spreekt me moed in: "Nog even volhouden, hierna wordt het weer vlakker." Wanneer de eerste teahouses van Dole aan de horizon verschijnen, voel ik een golf van opluchting. Er staat niets op het menu dat mijn honger aanwakkert. Met veel moeite krijg ik een bordje noedelsoep naar binnen.
De volgende ochtend is het dekbed aangevroren. Er staat ijs op het raam en zelfs het drinkwater in onze waterzakken is één klomp ijs. Vandaag gaat het 'Nepali flat' richting Macchermo (4400 meter), een vrij eenvoudige etappe. Op aanraden van Toran ben ik gestart met een lage dosis Diamox. Een goede beslissing, zo blijkt. De hoofdpijn is zo goed als verdwenen en ik sliep als een roosje. Het enige nadeel ontdek ik pas later op de dag, wanneer de tintelingen door mijn vingers en tenen dansen. Hoe dieper we de vallei intrekken richting Gokyo, hoe meer de flanken bedekt zijn met sneeuw. Wanneer de zon in de late namiddag verdwijnt achter de bergen, wordt het werkelijk ijskoud. In onze dikke donsjassen zitten we verzameld rond de kachel, die brandt op gedroogde yakdrollen gedrenkt in benzine. In de teahouse rusten we uit, drinken thee of soep, terwijl de vallei verdwijnt in de mist. Een plan dat niet gewijzigd kan worden, is geen goed plan! In ongeveer vier uur tijd wandelen we van Macchermo richting Gokyo (4800 meter), opnieuw een vrij eenvoudige etappe. Het landschap wordt steeds witter. Toran vertelt ons dat er deze winter ongewoon veel sneeuw is gevallen. Normaal gezien gaat onze tocht verder via de Renjo-La pas (5360 meter) richting Lungden, een tocht van 7 à 8 uur, maar omwille van de sneeuw vallen onze plannen misschien wel in het water...
" Bart, mijn reisgenoot en partner, babbelt honderduit met een Frans koppel en wisselt ervaringen uit. Ik daarentegen moet mijn adem sparen om op deze hoogte überhaupt vooruit te komen…."
Bij aankomst in Gokyo informeert Toran bij de andere gidsen naar de condities op de pas. Nog geen enkele groep heeft zich al gewaagd aan de oversteek. Toran adviseert ons dan ook om de plannen om te gooien. Zonder een gebaand spoor is de oversteek van de pas fysiek te zwaar. Daarbij komt ook de reële kans op lawines, bij uitstek aan de meer steile zijde van de pas richting Lungden. Kortom, er verschijnt een stafkaart op tafel en we geraken het snel eens over een alternatieve route. We kunnen de geplande tocht grotendeels wel afleggen, àls we er morgen in slagen om niet alleen de Gokyo Ri te beklimmen, maar ook verder af te dalen richting Macchermo. Om half 7 's ochtends starten we aan de klim naar de top van de Gokyo Ri. Er ligt veel sneeuw en het traject vergt wel drie uur. Maar de beloning op de top is de klim meer dan waard! Van op Gokyo Ri heb je een uitzicht over de hoogste bergen ter wereld. Toran benoemt ze allemaal: Cho Oyu (8201 m), Mount Everest (8848 m), Nuptse (7861 m), Lhotse (8516 m), Makalu (8485 m), Pumori (7167 m),... Voor ons strekt zich de Ngozumpa gletsjer uit, één van de grootste gletsjers in de Himalaya. De heilige Gokyomeren zijn bedekt met een laag ijs en sneeuw, een uniek uitzicht. Dezelfde dag dalen we verder af richting Macchermo. Deze afdaling vergt al mijn energie, maar het geeft ons extra tijd om de komende dagen een alternatieve route te stappen en niet op onze passen terug te keren.
29
Echte sherpadorpen Vanuit Macchermo zakken we verder richting Dole. De tocht die stijgend vier uur kostte, lopen we nu in minder dan twee uur. Na een korte pauze in Dole, stappen we verder naar Khumjung, een echt sherpadorp in het hart van het Sagarmatha nationaal park. De sfeer is hier heel anders dan de gekte in Namche Bazaar. We verblijven in een sfeervolle teahouse vlakbij Hillary school. Het gewone leven lijkt hier zijn gangetje te gaan, ook zonder trekker-toeristen. De volgende dag laten we Khumjung weer achter ons, we lopen langs een lange rij manistenen. Via de heli-landplaats van Syangboche gaat het verder richting Thamo. De lente is stilaan begonnen. De sneeuw verdwijnt zienderogen en de aardappelvelden worden in gereedheid gebracht. Het is warmer en de zon schijnt volop. Via een indrukwekkende hangbrug klimmen we verder richting Thame. Thame is niet meer dan een handvol huizen in een prachtige vallei op 3800 meter. Omringd door steile, witte bergflanken is dit misschien mijn favoriete plek van deze trekking. We bezoeken ook het boeddhistische klooster, dat als een arendsnest 200 meter boven het dorp tegen de bergflank kleeft. De klim gaat langs talloze manistenen, stoepa’s en gebedsvlaggetjes. Je hebt er uitzicht over de vallei richting Lungden, maar de Renjo La pas is net aan het zicht onttrokken. In gedachten maak ik de lus richting Gokyo rond.
Het einde van de trekking is nu echt in zicht. Van Thame dalen we weer af richting Namche Bazaar en verder richting Monjo. Het pad wordt steeds drukker met groepjes trekkers die dromen van hun tocht richting basecamp. We werpen een laatste blik op Mount Everest en steken Hillary bridge over. In Monjo nemen we voor het eerst in meer dan een week een warme douche – heerlijk! We drinken zelfs een eerste biertje op een terras in de zon. De indrukken van de afgelopen week sijpelen langzaam binnen. We hebben geluk: op dag twaalf scoren we de eerste vlucht van Lukla terug richting Kathmandu. Met spijt in het hart laten we het hooggebergte achter ons, maar mijn lichaam geeft ook aan dat het genoeg is geweest. We nemen afscheid van onze drager en onze gids, Toran. De rest van de dag dwalen we wat versuft rond in Kathmandu, het contrast kan niet groter zijn.
30
REISWIJZER Duur: 12 dagen Start- en eindpunt: Lukla (2800 meter) Hoogste punt: Gokyo Ri (5360 meter) Voorzieningen onderweg: overnachting en bevoorrading in 'teahouses' onderweg, maximum drie uur verwijderd van elkaar Beste periode: In het voorjaar van oktober tot december of in het najaar van februari tot mei.
Kies je voor een gids, drager of ga je solo? Achteraf bekeken is het perfect mogelijk om deze tocht op eigen houtje te maken. Het pad is nergens écht moeilijk en je kruist onderweg meer dan voldoende teahouses die je met open armen ontvangen. Aangezien onze tijd in Nepal beperkt was en ik me zorgen maakte over hoogteziekte, kozen we toch voor begeleiding. Himalayan Leaders verzorgde alles: van de trekking permits, tot de vluchten naar Lukla, een voortreffelijke Engelstalige gids en een drager. Ook de overnachtingen, drie maaltijden per dag en talloze theepauzes waren inbegrepen. Kortom, het enige wat we nog moesten doen was... genieten!
Reisschema: Dag 1: Kathmandu - Lukla (1) - Phakding (2) Dag 2: Phakding - Namche Bazaar (3) Dag 3: Namche Bazaar - Everest viewpoint - Namche Dag 4: Namche Bazaar - Dole (4) Dag 5: Dole - Macchermo (5) Dag 6: Macchermo - Gokyo (6) Dag 7: Gokyo - Gokyo Ri - Macchermo (8) Dag 8: Macchermo - Khumjung (9) Dag 9: Khumjung - Thame (10) Dag 10: Thame - Monjo (11) Dag 11: Monjo - Lukla Dag 12: Lukla - Kathmandu
Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina
28 links: onderweg kruisen we talloze hangbruggen met gebedsvlaggetjes 28 rchtsboven: 'djopke' (kruising yak en koe) dragen zware pakketten richting Namche 28 rechts onder: vol ontzag kijken we naar de kleine, maar ijzersterke dragers 29 boven: Een groepje 'mountain tahr' kruist ons pad 29 onder: De dragers dragen hun vracht in rieten manden met een hoofdband 30, van boven naar onder: - uitzicht over Mount Everest, Lhotse en Ama Dablam vanop 'Everest viewpoint' - de tocht die stijgend vier uur kostte, lopen we nu in minder dan twee uur! - Thame, onze favoriete plek tijdens deze trekking. - Het boeddhistische klooster van Thame is één van de oudste in de Khumbu
31
Tekst Michiel Boon
Jaarlijks verblijven miljoenen mensen in het hooggebergte, permanent, als toerist of voor hun job. Enkele wereldsteden zoals bijvoorbeeld Mexico city (2240 m), liggen zelfs hoog genoeg om last te krijgen van hoogteziekte. Maar daarnaast zijn er ook hogere bestemmingen en populaire trekkings in Zuid-Amerika en AziĂŤ, die zelfs binnen een dag te bereiken zijn. Toppen van meer dan 5500 meter worden steeds populairder en het commerciĂŤle aanbod blijft groeien. Een groeiend aantal reizigers en moderne transportmiddelen met (te) hoge stijgsnelheden impliceert ook een groter aantal reizigers dat in de problemen komt op grote hoogte. In dit artikel willen we de fysiologische processen en aanpassingen die het lichaam doormaakt verder in detail bespreken.
Lichaamsveranderingen op (grote) hoogte
32
H oogteziekte of meer gebruikelijk bij zijn Engelse term HAI (High Altitude Illness) is een verzamelterm voor verschillende ziektebeelden: plotse hoogteziekte AMS (Acute mountain sickness), HACE (High altitude cerebral edema) en HAPE (High altitude pulmonary edema). Deze ziektebeelden of syndromen zijn verschillend en kunnen elkaar overlappen. Er is niet steeds een onderscheid te maken. Het ziekteproces van HAI begint met een tekort aan zuurstof. Om het zuurstofgebrek op grote hoogte te verklaren moeten we terug naar de les fysica. Het verband tussen zuurstofspanning en hoogte
Barometerdruk (mm Hg)
Een kolom lucht is op te splitsen in zijn verschillende componenten waarbij de aardse atmosfeer voor 20.94% uit zuurstof, 78% uit stikstof en kleinere aantallen edelgassen bestaat. Deze verhouding is op elke hoogte identiek. Naarmate we stijgen daalt de barometrische luchtdruk (Pb): zie afbeelding 1.
Hoogteziekte of
De partiële druk van zuurstof van de ingeademde lucht (PIO) wordt bepaald door de volgende formule: PIO = FIO x (Pb – 47mmHg) • Waarbij FIO het aandeel zuurstof in de ingeademde lucht is (21%) • 47mmHg is de gasdruk van water bij 37°C, omdat ingeademde lucht voor 100% bevochtigd wordt door de bovenste luchtwegen voordat het in de longalveoli aankomt • Wanneer iemand zuurstof vanuit een fles extra inademt via neusbril of masker stijgt de FIO2 Belangrijke opmerking hierbij is, dat de FIO altijd 20.94% blijft en de zuurstoftransportcascade dus in belangrijke mate wordt beïnvloed door de barometrische druk (Pb), zie onderstaande tabel voor een aantal referentiewaarden.
Populatie Zeeniveau Hooggebergte
Hoogte (in meter)
Pb
0
670
1646
630
4700
429
6140
356
8000
284
8848
253
Op zeeniveau is er een grote differentiaal druk tussen de PIO van zuurstof in de lucht, en de zuurstofspanning in de cellen. Naarmate de hoogte stijgt wordt deze differentiaal druk kleiner en de gasuitwisseling moeilijker. Bovendien stijgt door de hogere fysieke inspanning op grote hoogte ook het zuurstof verbruik in de cel. Hoogte (feet)
Afbeelding 1: Het verband tussen de barometrische luchtdruk en de hoogte (1 feet = 0.30 m)
Als gevolg wordt de zuurstofspanning in het bloed lager (hypoxemie) en ook de zuurstofspanning in de individuele cellen (hypoxie). Deze hypoxie is de directe oorzaak van het scala aan symptomen dat we HAI (high altitude illness) noemen. Acclimatisatie
Dit is van belang voor het transport van zuurstof vanuit de lucht naar de alveoli (longblaasjes) in de long. Het transport vanuit de longblaasjes naar het bloed en de finale stap: tot in de cellen. In de cel zetten de mitochondriën zuurstof om in bruikbare energie. Dit is beter bekend als de zuurstofcascade. Zuurstof moet vanuit de ingeademde lucht tot in elke cel geraken.
Door het verminderde zuurstofaanbod in de cellen (Hypoxie) stelt er zich een hele cascade van adaptatiemechanismen in gang. Die zijn nog steeds niet helemaal begrepen, maar de belangrijkste organen die er een rol in spelen zijn de longen, nieren, hart en het bloed. Acclimatisatie en de fysiologische aanpassingen hebben als doel de PIO in de longblaasjes te verhogen en op die manier de hypoxie tegen te gaan. Bij sommige individuen gaan deze processen erg snel, van minuten tot uren, waar bij anderen dit weken kan duren voor ze volledig aangepast zijn. De mate waarin acclimatisatie mogelijk is, is sterk individueel en moeilijk voorspelbaar. Het gaat zowel over conditie, lichaamsbouw als onderliggende (aangeboren) aandoeningen. Acclimatisatie kan het zuurstoftransport in het lichaam en de zuurstofafgifte aan de weefsels verbeteren, maar kan nooit de situatie van op zeeniveau herstellen. Toch zijn er individuen die door langzame adaptatie er in slagen de top van Mount Everest te bereiken zonder extra zuurstof. Op 8848 meter hoogte is PIO2 43.1mmHg, overeenkomend met 6% zuurstof op zeeniveau.
33
Effect van pH op het zuurstoftransport
Het lichaam is een complex geheel dat er in slaagt om in zeer uiteenlopende omstandigheden steeds weer een evenwicht te vinden. De belangrijkste adaptatie van zuurstoftekort is de HVR (Hypoxic Ventilatory Respons). De HVR bestaat er in, dat door stimulatie van de specifieke cellen in de halsslagaders en de hartslagader (aorta) er een stimulus is van het ademhalingscentrum om sneller en dieper te gaan ademen. Hierdoor stijgt in de alveoli van de longen de PaO2 (Partiële druk van O2) en daalt de PCO2 (Partiële druk van CO2). Deze zuurstofmoleculen verspreiden zich vanuit de alveoli naar het bloed waar ze zich binden aan het hemoglobine. Elke molecule heeft ruimte om 4 x O2 moleculen te binden, het aandeel gebonden moleculen (saturatie of SpO2) wordt uitgedrukt in procent. De saturatie is afhankelijk van verschillende factoren waaronder de PAO2, PCO2, en pH van het lichaam. Beter bekend als zuurstofdissociatiecurve. CO2 en H+ zijn de belangrijkste zuren van het lichaam met een invloed op de pH (naast lactaat of melkzuur bij inspanning). CO2 wordt geëlimineerd door uitademing. Bicarbonaat (HO3-) wordt uitgescheiden door de nieren. De basis is de Henderson-Hasselbalch-vergelijking: CO2+H20<-->H2CO3<-->H +HCO3
Een vermindering van de hoeveelheid CO2 bij sneller ademen in het lichaam zorgt voor een meer alkalische omgeving (lagere pH), wetenschappelijk een respiratoire alkalose. In deze veranderde balans van het lichaam is de binding van O2 aan het hemoglobinemolecule makkelijker. Wanneer we kijken naar de zuurstofdissociatiecurve (zie grafiek) van hemoglobine wordt dit visueel duidelijk. Deze specifieke invloed van pH op het hemoglobine is de belangrijkste reden waarom tot ongeveer 3000 meter de zuurstofsaturatie in de gunstige regio van meer dan 90% kan gehouden worden, maar door de sigmoïdale vorm van de curve (zie onderstaande curve) ook de verklaring waarom de saturatie boven 3000 meter zo snel daalt ondanks een lineaire daling van Pb (en bijgevolg ook PAO2).
Vanaf de eerste momenten op hoogte gaat het lichaam zich aanpassen door sneller te ademen. Deze hyperventilatie zorgt voor meer uitademing van CO2 en zal onze bovenstaande formule naar de linkerkant doen verschuiven, zorgen voor een overschot aan water (H20) in het lichaam. Dit overschot aan water wordt door het lichaam uitgeplast (hoogtediurese) door de nier. Op hetzelfde moment zal de nier ook meer bicarbonaat (HCO3-) gaan uitscheiden in de urine. Verlies aan CO2 via de uitademing zorgt voor een daling van de pH (alkalisch), het uitscheiden van bicarbonaat via de nieren en de verhoogde urineaanmaak gaat dit (voor een deel) compenseren, maar verloopt over een periode van enkele dagen.
34
Zuurstofsaturatie (%)
De aanpassingen in het lichaam
Slagader PO2 (mm Hg)
Afbeelding 2: Bij een daling van de pH kan de saturatie van de hemoglobinemoleculen toch hoog gehouden worden door de sigmoïdale vorm van de zuurstofdissociatiecurve.
bloed en hart: de geoliede motor van het lichaam Hierboven hebben we beschreven waarom we een verhoogde urineproductie hebben. Deze zorgt wel voor een relatief vochttekort in het lichaam. Deze tekorten vertalen zich in minder bloed- en plasmavolume in het bloedvatenstelsel. De eerste 24 uur gaat ongeveer 12% van het volume verloren. Het aantal hemoglobine moleculen blijft echter constant (deze worden niet uitgeplast). Relatief gezien stijgen deze. We meten dit met het hematocriet (gekend vanuit de duursport). Door het zuurstoftekort in het lichaam gaat de nier meer erythropoëtine (EPO) aanmaken. Deze EPO stimuleert het beenmerg om meer rode bloedcellen en hemoglobine aan te maken. Dit is zeer nuttig voor het zuurstoftransport, want de efficiëntie daarvan is direct afhankelijk van het aantal hemoglobinemoleculen. We noemen we dit de snelheidsbeperkende stap van de zuurstoftransportcascade. Als gevolg van het lagere circulerend bloedvolume daalt het volume bloed dat bij elke hartslag vooruit wordt gepompt. Het totale volume bloed dat rondgepompt wordt op een minuut noemen we de cardiac output: cCardiac output = slagvolume x slagfrequentie. • Slagvolume: de hoeveelheid bloed die bij 1 hartslag vooruit wordt gepompt • Slagfrequentie: aantal hartslagen op 1 minuut
Het lichaam blijft in balans, binnen individuele grenzen Al deze kleine aanpassingen in de fysiologische balans van het lichaam worden door het individu wel of niet goed verdragen. Het lichaam functioneert enkel binnen bepaalde fysiologische grenzen optimaal, maar deze zijn echter voor elk individu verschillend. Wanneer deze grenzen overschreden worden, krijgen we een scala aan klachten en symptomen dat we acute mountain sickness (AMS) noemen. Deze symptomen zijn erg divers en voor een stuk te vergelijken met een kater na een stevig avondje stappen: hoofdpijn, vermoeid, duizeligheid, geen eetlust, slapeloosheid, misselijkheid/ braken, kortademigheid, … Wanneer echter deze alarmsymptomen van het lichaam niet of niet correct worden geïnterpreteerd kan de kleine onbalans in het lichaam verder escaleren. Bij verdere belasting en onbalans in het lichaam kan AMS overgaan in ernstigere vormen van High Altitude Illness zoals longoedeem of inklemming van de hersenen. In een volgend artikel gaan we dieper in op deze processen en de behandeling/ preventie van hoogteziekte.
Over de auteur Michiel Boon is van kinds af gepassioneerd door bergen en wintersport. Hij ging toerskiën in het hoge noorden en beklom in 2017 zijn eerste 4000-er. Hij werkt momenteel als anesthesist-urgentiearts in de Antwerpse regio. Met deze rubriek brengt hij beide werelden samen. Heb je een specifieke vraag of suggestie? Laat het ons weten via info@ kbfvzw.be.
De cardiac output blijft constant wanneer het circulerend bloedvolume daalt door de hartfrequentie te verhogen en bij een fysieke inspanning de efficiëntie en kracht van elke hartslag te verhogen (positief chronotroop en positief inotroop effect). Een hoger aantal hartslagen per minuut zijn meer contracties van de hartspier en dus ook een hoger zuurstofverbruik door het hart, met een hogere belasting van het hart, zeker bij sporters met hartziekten. Te noteren valt dat de negatieve effecten van een verminderd circulerend volume niet te compenseren zijn door meer te drinken om zo het bloedvolume aan te passen.
Pagina 32: Grosser Geiger 3360m – enkel dankzij de adaptatiemechanismen van ons lichaam met de glimlach haalbaar. Pagina 33: neusbril om de FiO2 te verhogen. Pagina 34: skiën in de omgeving van Lac de Moiry. Pagina 35: rode bloedcellen doorheen het bloedvatenstelsel.
35
Tekst Walter Würtl en Peter Plattner, vertaald door Ben Van Poucke foto's Unsplash / Debbie Sanders en Géza Toth
HOW TO "NOOD"BIVAK:
vaardigheden & kennis Helaas is er geen pasklaar antwoord om een (nood-)bivak succesvol te overleven, aangezien de omstandigheden van iedere noodsituatie telkens anders zijn. Wel is het duidelijk dat een betere en meer uitgebreide uitrusting het verschil kan maken tussen “we hebben het gehaald, dit nooit meer!” en “wat een ongelooflijke ervaring, graag nog een keer!”.
Koude is de grootste vijand
Warmte als eerste doel
Het grootste gevaar bij een (nood-)bivak komt vooral door het samenspel van diverse negatieve omgevingsfactoren, zoals lage temperaturen, wind en vochtigheid, en een beperking in ons handelen (“blokkade”).
Nadat je een bivakplaats hebt gekozen, moet je je eerst concentreren op het behoud van warmte. Het is belangrijk om hierbij alle beschikbare uitrusting te gebruiken en de bivakplaats zo te verbeteren dat koude en vochtigheid vermeden worden en dat de lichaamstemperatuur zo langzaam mogelijk daalt. Heb je bijvoorbeeld nog droog ondergoed of droge kledij in de rugzak, wissel die dan zo snel mogelijk met natte kledij. Zeker als je nog geen kou hebt. Hetzelfde geldt voor droge handschoenen, dikke mutsen of een sjaal/Buff. Wacht dus niet tot je koude vingers hebt voor je van handschoenen wisselt. Het doel is om elk lichaamsdeel van bij het begin zo goed mogelijk te beschermen. Mocht het alsnog te warm worden (hoewel eerder onwaarschijnlijk) vermijd je best om te zweten (werkt extreem contraproductief). Je doet dit best door niet teveel te bewegen en de temperatuur te ‘regelen’ via je hoofd. Langs het hoofd of via de hals geef je veel warmte af, zodoende kan je via mutsen, sjaals, buff of capuchon de temperatuur redelijk goed sturen.
Het eerste, meest levensbedreigend gevaar is dat van algemene onderkoeling, wat je ten allen tijde en met alle middelen moet voorkomen. Een ander probleem is dat van lokale bevriezingsverschijnselen, die op zichzelf niet levensbedreigend zijn. Naast de uiterst onaangename gevolgen, zoals amputatie, kunnen bevriezingsverschijnselen er wel voor zorgen dat je “crasht”. Natuurlijk zijn er nog andere gevaren zoals lawines, kloven, blikseminslag, steenslag,… Maar dit zijn factoren die vooral de bivakplaats betreffen, die hier niet besproken worden.
Een echte ‘joker’ die je kunt gebruiken, is het aluminium reddingsdeken. Je kunt dit deken gebruiken voor de isolatie van het bovenlichaam (hoofd, hals en romp) onder de bovenste (of boven de onderste) laag kledij. Het voordeel van zo’n reddingsdeken is dat het waterdicht, winddicht en isolerend werkt (reflecteert warmte). Correct toegepast dan werkt het deken als een ‘wikkel’. Je kunt je nog steeds goed bewegen en de wind, stijgijzers of andere scherpe voorwerpen kunnen de folie niet beschadigen. De waarde van een goede bivakzak hoeven we niet extra te vermelden. Een dunne donsjas behoudt ook meer warmte dan gelijk welke hardshelljas!
Origineel verschenen in Berg und Steigen, nummer 106, "know-how Notbiwak".
36
stijgijzers of andere scherpe voorwerpen kunnen de folie niet Hou elkaar in de gaten Een noodbivak is niet alleen een fysieke uitdaging, maar ook een mentale! Hou elkaar dus zeker in het oog en sta emotioneel voor elkaar klaar. Dit is bovendien dubbel nuttig: de lichamelijke nabijheid zorgt voor het nodige wamtebehoud. Met elkaar praten helpt ook om vast te stellen in welk stadium van onderkoeling je partner zich bevindt. Zolang de spieren beven/trillen, de pols voldoende hoog is (> 100 slagen/minuut) en de ademhaling is verhoogd, kun je ervan uitgaan dat men zich in de eerste fase van onderkoeling bevindt (tot ongeveer 32°C lichaamstemperatuur). Er is (nog) geen levensgevaar. Een onaangename situatie, maar niemand zal sterven! Problematischer wordt het in tweede fase, wanneer de antwoorden van jouw partner niet meer gecoördineerd zijn, wanneer hij/zij slaperig of apathisch wordt (is niet hetzelfde als vermoeidheid of uitputting), wanneer het beven ophoudt en wanneer de spieren stijf worden. Of, als de polsslag vertraagt tot onder de 50 slagen/ minuut en de lichaamstemperatuur tot 28°C daalt. In deze fase moet je zo snel mogelijk het verder afkoelen verhinderen. Zeker wanneer de getroffen persoon zich niet zelf meer kan behelpen of, zoals in sommige gevallen, precies het tegenovergestelde doet van wat je zou moeten doen. Wanneer zo iemand dus zijn handschoenen uitdoet of zijn jas opent, dan zijn dat duidelijke alarmsignalen dat hij/ zij bevangen is door bevriezing. Dit betekent dat jouw partner zich aan de grens van de derde fase bevindt. Hier dreigt bewusteloosheid en kom je absoluut in levensgevaar (lichaamstemperatuur < 28°C).
Zeven tips bij een noodbivak 1. Hou de communicatielijnen open en communiceer klaar en duidelijk. Dat geldt niet alleen naar de betrokken reddingsdiensten maar ook binnen de groep. 2. Denk positief! Trek je op aan de ‘positieve’ zaken van de situatie. 3. Eet en drink, ook wanneer je (nog) geen honger of dorst hebt. Het lichaam heeft voor het behoud van warmte zeer veel energie (trillen/beven!) nodig, de hersenen hebben koolhydraten nodig om correct te functioneren en wanneer je bevriezingsverschijnselen vertoont, duidt dit op dehydratatie. 4. Toon leiderschap. Wanneer iemand het gevoel heeft dat je weet wat je doet en dat er een plan is, maakt dit een belangrijk verschil. In noodsituaties, wees de persoon die die leidersrol op zich neemt. Maar let op, als ‘leider’ put je jezelf ook uit. 5. Zoek & plan taken. Plan taken in die routine worden, dit verhindert dat personen inslapen en zorgt ervoor dat anderen voldoende pauze bekomen. Voorbeeld: Elke 15 minuten bivakplaats verbeteren; 15 minuten uitrusten; elk uur een nood SMS-update versturen. 6. Vermijd stress en onnodige inspanningen. Alles wat je doet, doe je op een rustige en ontspannen, maar evenwel op een vastberaden manier. Om de stand van zaken te bespreken, kom je dichter bij elkaar en spreek je op een rustige manier, dus zeker niet roepen. Alle taken worden zo uitgevoerd dat je niet zweet of overbodige inspanningen levert. Je hebt tijd, toch?
Elkaar in het oog houden, kun je ook letterlijk nemen. Zo kun je lokale bevriezingsverschijnselen, bv. in het gezicht, vroegtijdig opsporen. Je kunt dit vermijden door je gezicht af te dekken of voorzichtig warm te wrijven. Bij ieder drukpunt in het lichaam, voornamelijk in schoeisel, dreigt er op het einde van de bivaknacht kans op bevriezingsletsels, aangezien de bloedcirculatie op deze drukpunten niet altijd verzekerd is. Maak daarom best de ski- of bergschoenen los en zorg ervoor dat aansluitende kledij, vb. aan de polsen, niet indrukt.
7. Het klinkt wat tegenstrijdig in dergelijk situaties, maar “keep cool” en alles komt goed.
Isoleer jezelf van de koude van onderuit Om je lichaam zo lang mogelijk te laten trillen en zo warmte te laten produceren, moet je voorzichtig zijn en energie sparen. De plaats waar je samen zit of kruipt, moet daarom zo goed mogelijk van onderen geïsoleerd worden. Gebruik wat je voor handen hebt. Ski’s, rugzakken of touwen zijn in elk geval een betere onderlaag dan ijs of koude sneeuw. De beste thermische laag is natuurlijk de schoot van jouw partner! Elke persoon die zich in grote problemen bevindt, neem je op schoot en omarm hem/haar. Positief neveneffect is dat je zelf ook warmte terugkrijgt. Je voeten zet je, indien mogelijk, beter niet op de koude bodem. Als je problemen hebt om je tenen warm te houden, kun je jouw schoenen uittrekken in de bivakzak en je tenen zachtjes warm masseren. Let er wel op dat er geen sneeuw of water in de schoenen terecht komt of je bekomt net het tegenovergestelde!
37
“I like to keep it varied and exciting — climbing, mountaineering, trail running — otherwise I get bored. I want to train as a mountain and ski guide, to help other people also have amazing experiences in the mountains, in safety.” FINN KOCH, ASPIRANT MOUNTAIN GUIDE, WITH THE GUIDE LITE 30+. For FINN KOCH, variety is the spice of life — particularly when he has an ultra-light mountain pack on his back, like the new Guide Lite.
38
Een aluminium reddingsdeken als ‘wikkel’. Het grote voordeel van deze methode is de efficiënte manier om lichaamswarmte vast te houden, zonder bewegingsvrijheid in te boeten of het risico te lopen dat het reddingsdeken scheurt. Stap 1: Het reddingsdeken wordt onder de bovenste kledinglaag aan de rug doorgetrokken (of onder de diverse lagen, maar steeds boven het ondergoed). Het is niet van belang of de gouden of zilver kant naar het lichaam is gericht. Stap 2: De bovenkant van het reddingsdeken wordt over het hoofd tot aan de neus getrokken en vastgehouden, terwijl je het alu-deken rond het bovenlichaam wikkelt. Stap 3: Het onderste deel loopt tussen de benen door en trek je naar voren, waar het deken zoals een “luier” rond de heup wordt gewikkeld. Stap 4: Tenslotte trek je het reddingsdeken over het hoofd, de capuchon erover en sluit de jas. Het deken mag niet direct op de hoofdhuid liggen. Voor maximale bescherming kan je het deken ook voor het gezicht plooien, met nog een kleine opening aan de kin om te ademen. Nadeel is een beperkter gehoorvermogen.
Bivakzakken Er zijn diverse modellen op de markt met verschil in grootte, gewicht, materiaalkeuze en inzet gebied. Best zijn de modellen die je over het hoofd kan trekken, zo maken de ski-of bergschoenen niks kapot, met bijhorende rits of klittenband om te ademen of naar buiten te kijken. Ook openingen voor de handen (zoals bij een poncho) zijn handig. In het beste geval heeft elk groepslid zijn eigen bivakzak mee, of een bivakzak met voldoende ruimte voor 2 in een noodgeval. Enkele voorbeelden: • Voor iedereen geschikt: de EXPED Bivybag Duo UL (ca. 285 g / 10x17 cm) is een multifunctionele bivakzak voor 1 – 2 personen, die ook door 1 persoon als poncho kan worden gedragen. • Voor groepen geschikt: een Scandinavische klassieker is de Hilleberg Windsack (ca 590 g / 20x24 cm) waar tot voor drie personen plaats is. Grote voordeel is dat elk persoon zijn eigen opening voor het hoofd heeft. • Noodshelters of ‘bothys’: deze zijn niet alleen ideaal voor noodgevallen, maar kunnen ook dienen als oriënteringspunt- of rustpauze, om snel een klein onderkomen te hebben tegen regen. Twee personen trekken de zak over het hoofd en je neemt plaats op het zitkussen (onder de rugzak). Voorbeeld is de RAB Superlight Shelter 2 (ca 240 g / 11x15 cm).
39
39
Tekst Bavo Robben / foto's © Mount Coach
Eind oktober trok de groep van Mount Coach 8 naar het in herfstkleuren gehulde Valle Dell’Orco. In dit mini-Yosemite vond hun scholing in barstklimmen en het gebruik van mobiele zekeringen plaats. Er viel meer dan één lesje te leren. Indrukwekkend was het zeker. Een greep uit de getuigenissen…
Favoriete route? SIMON: Rattlesnake op de Caporale was een ideale route ter vervanging van de doorweekte klassieker Diedre Sanchez. In deze route kom je alles tegen: van gladde dulfers tot perfecte handbarsten en van enge schoorstenen tot megasubtiel plaatklimmen. Ideaal dus om de aparte granietstijl te leren kennen! TOBIAS: Jedi Master was een absolute topper. Deze multi-pitch van 6 lengtes is een heuse aanrader. Hoewel ik normaal echt geen fan ben van dalklimmen is mijn idee in deze route toch iets veranderd. En als kers op de taart is er nog een knappe barst die begint als dulfer en iets later verder gaat met mooie handjams. In deze lengte heb ik dan ook voor het eerst gevoeld hoe een handjam eigenlijk echt moet voelen.
Off-width of finger crack? BRECHT: Off-width. Tijdens de alpiene zomerstage moesten we op een bepaald moment een off-width overwinnen. Hier heb ik ferm op mijn doos gekregen, wat een lelijke klimstijl dacht ik! Maar Orco heeft mijn mening hierover veranderd. Het gevoel wanneer je bovenkomt in een off-width barst is een bevrijding, een opluchting, een gevoel van overwinning. En welke klimmer wil er niet graag eens een supergrote cam in de rots plaatsen? SIMON: Deze vraag is hetzelfde als de keuze geven tussen heel je lichaam open te schuren of enkel de toppen van je vingers een beetje te klemmen. Dus geef mij maar een subtiel vingerbarstje… ELLEN: Ik heb het meest afgezien in het offwidth maar voor een raar masochistische reden vind ik het wel leuk. Terwijl vingerbarsten ook wel leuk zijn, de elegante versie van barst klimmen.
40
Mount Coach: klimmen in Orco
41
Klim- en < alpineweek > 6 - 15 maart
Tentenshow < Provinciaal domein De Gavers Eikenstraat 131b 8530 Harelbeke
> 25 - 26 april
meer dan 100 tenten opgesteld
Mounteqshop.be Kortrijkseweg 353 8791 Beveren - Leie
De Berghut
Plezantstraat 11 9220 Hamme 42
https://berghut.be info@berghut.be 052/47 85 22
Speciale acties en mooie aanbiedingen tijdens de actieweken
Wat was je grootste les tijdens deze stage?
Wat was je favoriete gerecht?
PIETER: Op graniet zijn voetgrepen overbodig. It’s all in the mind.
PIETER: Death by Gnocchi! Of misschien de lasagne di Sabrina…
BRECHT: Het vertrouwen van mobiele zekeringen. Op een goedgeplaatste nut of cam kan je gerust vallen, maar ik moest hier toch een mentale klik voor maken. Na een paar valletjes op cams en nuts begon het vertrouwen in het materiaal.
BRECHT: De ontelbare antipasta's! Duizenden hapjes, ongelooflijk! Mensen die goed willen eten na het klimmen zijn in de Albergo La Cascata helemaal op hun plaats.
ELLEN: Het is één ding om te weten dat uw cams zouden moeten houden en een ander ding om het echt te vertrouwen, genoeg om te durven vallen.
SIMON: Hoewel de tiramisu het moeilijkste was van alles om binnen te krijgen na ons dagelijks 50-gangen menu, ging dit heerlijk dessert er altijd nog wel in.
BAVO: Een jam mag al eens zeer doen, zonder wrijving blijft die niet zitten.
Off-width power scream?
Nuts of Cams?
BAVO: Volledig buiten adem geraken terwijl ik amper vooruitga… Voor schreeuwen is geen adem over!
TOBIAS: Cams, cams, cams, cams. Het vertrouwen op nuts moet nog hard groeien. Maar ik probeer zo nu en dan wel eens.
TOBIAS: *prrrwiieet* Het geluid van stress-scheetjes omdat je nergens een cam kan plaatsen en de vorige al 4 m onder je zit.
ELLEN: Nuts about nuts.
ELLEN: Like a Scottish Highlander going to battle!
PIETER: Cams zijn veel gebruiksvriendelijker en sneller dan nuts. Maar nuts zijn zo eerlijk en pretentieloos. Ik zou nooit zonder nuts vertrekken
Wat was het grappigste moment? PIETER: Sabrina moest duidelijk haar voorraadkast leegkrijgen. Onze maagcapaciteit werd duchtig op de proef gesteld. Antipasti, primo piatto, secundi piatto, dessert… Het hield niet op. Na de beruchte Gnocchi-avond werden Ellen en ik midden in de nacht wakker bovenop het beddengoed, kleren nog aan, alle lichten aan… Talk about a food coma… TOBIAS: Ik wou tegen Ellen zeggen dat ik mijn trui had achter gelaten. Helaas heeft mijn Engelse taalknobbel me hard in de steek gelaten en zei ik in de plaats van sweater -> trousers. Dit heeft me dan uiteraard ook wel een beetje achtervolgd... SIMON: De imitatie van Firmin Crets uitgevoerd door Filip Marcus.
Wat was je favoriete cam? BAVO: De “mental support 5’ cam” van Filip, de grootste die hij nog had maar een 6’ had vermoedelijk de rots wel aan beide kanten nog kunnen raken. Zeker niet overdreven om te stressen op die plaats, nog maar een meter verder tijdens het opkuisen plaats ik een mooie footslip... PIETER: Black Diamonds zijn mijn favorietjes, als ik een gele kan plaatsen is mijn dag geslaagd. SIMON: Mijne favoriet is toch wel de 0.5 van Black Diamond. Die paarse kan je overal kwijt.
43
Tekst en foto's Sebastiaan Verbeke
DE HOLLE SCHEDEL VAN DE SARRAZINE “Ok, rustig blijven. Rationeel de situatie overzien. Wat zijn de feiten? Ja, de rots is brokkelig. Ja, de grepen bewegen. Nee, ik zie de volgende haak niet. Maar ik zit al hoog genoeg, ik heb een solide haak aan mijn enkels en het terrein is overhangend. Uitbrekende stenen zullen niet op mijn zekeraar vallen, maar in de poel water, twintig meter onder mij.” Dat ging door mijn hoofd tijdens de eerste lengte van Crane Creux (9L, 7B/A0+) in een vergeten, doch magische grot in de Franse Jura. “Als ik alles afweeg, is het ergste dat kan gebeuren een diepe val in de lucht. Ik ga ervoor..." Ik steek mijn arm in de barst, werk mijn voeten omhoog en begin te dulferen op de holle plak rots. Eerst stampen tegen de volgende voetsteun. Klinkt het niet hol? Ok, dan rustig belasten. Voel ik de greep bewegen? Nee, er dan maar gewoon volledig op staan. Dat herhaalde ik voor nog een tiental meter tot de relais...
44
artif-gerief Zo begint onze beklimming van Grotte de Sarrazine, een gigantische overhangende grot van bijna 200 m hoog en zeker 60 m horizontaal overhangend. Door het midden van dit natuurlijke gewelf loopt onze route: Crane Creux (Nl: holle schedel), een oude artif route met een mix van wat vrij klimmen en een bolt-ladder tot boven. We zijn met zijn vieren naar hier afgezakt om ons aan deze onbekende parel van het artificieel klimmen te wagen. Kasper, Koen en ik keken hier al lang naar uit. Gunnar hebben we slechts twee dagen voor vertrek ingelijfd om onze groep te vervolledigen. Her en der leenden we wat ladders, jumaars, daisy chains en sky hooks. Genoeg om ons door deze route gesleurd te krijgen, hoopten we. Want de topo is vaag, gaande van 5c/A0 tot 7b & A3. Hoopvol vertrokken we met enkel standaard multipitch- en basis "artif-gerief" (1), een geïmproviseerde light weight haulbag en zelfs een stoel! Met z’n vieren samen hebben we 180m touw bij, wat zou moeten volstaan voor een eventuele noodrappel tot op de bodem van de grot.
(1) Dat zijn: ladders om in omhoog te wandelen, daisy chain (bandlus met kleine lusjes), een paar skyhooks en onze goede vriend: de fifihaak om in de lusjes van de daisy chain te haken zodat je op elke lengte kan hangen .
Aan de relais van de eerste lengte voegt Kasper zich bij mij. Hij en Koen klommen via een andere start. Als ik hem hoor, dan blijkt dat de lengte met losse stenen nog helemaal niet zo erg was. Hun eerste lengte had wel vaste rots, maar de enkele haken die er stonden waren voornamelijk pitons van bedenkelijke kwaliteit. Het was kiezen tussen Scylla en Charybdis. Gunnar neemt de lead voor de volgende lengte (6c/A0). Een combinatie van guano, doorsijpelend water en een weinig gefrequenteerde route maakt dat vrij klimmen nagenoeg onmogelijk is. Ladders worden bovengehaald en het noodzakelijke artiffen begint. Dat belooft voor de volgende lengte, 7b… Gelukkig brengt vaste, droge rots soelaas en we cruisen vlot verder. De ijzige wind houdt zich gedeisd, de relais is op goede haken, nootjes en gedroogd fruit gaan vlot naar binnen. De sfeer zit er dik in. En dat mag ook wel, want nu komt de mentale crux. Een totale afstand van bijna 70 m horizontaal dak valt nog te overwinnen. We raken bijna geen rots meer aan en zijn voortdurend aangewezen op onze geliefde ladders. Wat een machtig gevoel is dat, hier te hangen in het ijle.
45
46
traag, heel traag
oude, roestige haken
Gestaag vorderen we. En wie al eerder artif klom, weet dat ik met gestaag eigenlijk traag bedoel. Want artificieel klimmen gaat tràààg. Het is zeker niet ongewoon voor de voorklimmer om bijna een uur over zijn lengte te doen. En met dat traag klimmen komt ook wachten en lang zekeren. Het is hier dat onze stoel goed van pas komt! Het urenlang aanhoudende hangen in onze klimgordels zou gewoon bijna niet te houden zijn. En aan de relais komen we nog verrassing tegen: er hangen vaste schommels die als stoel dienen! Van een luxe hangstand gesproken. Ons eigen big wall stoeltje maakt het extra gezellig om met meerdere aan de relais te hangen. Terwijl Gunnar als eerste zijn weg zoekt door het plafond, hangen wij maar rustig te bengelen in onze schommels. Menig toerist kijkt verbaasd naar boven. « Ils sont fous, ces grimpeurs » horen we. We besluiten die kleine bewegende stipjes daar beneden onder ons gelijk te geven. Dit is toch echt een zotte plaats waar we ons bevinden. Op een schommel, 150 m boven de grond in het midden van een van Europa’s grootste overhangen. We willen onze bewonderaars laten weten dat alles in orde is hierboven en dat ze fier mogen zijn op hun Franse land. Dus laten we met zware basstem de eerste strofen van het Franse volkslied door de grot galmen. Een kerkdienst is er niets bij!
Gunnar is ondertussen aan het einde van de lengte, waar ook hij zijn stoeltje weet te bemachtigen. Na de bevrijdende ‘départ’ begin ik hem te volgen. Nu merk ik pas dat de bolt-ladder die Gunnar voorklom toch niet te onderschatten is. Stevig heen en weer zwieren op oude, krakende, roestige haken om nipt de volgende dynamisch in te klikken, hoorde er bij. No big deal voor Gunnar, maar ik voel dat de spanning in mezelf zich toch opbouwt. We hebben nog een tweetal uur daglicht over voor de laatste lengte en die moeten we echt halen. De touwen zouden nu misschien niet tot op de grond reiken en naar een andere tussenstand rappellen zou door de gigantische overhang niet mogelijk zijn. Er is dus maar één optie en dat is uitklimmen. Onder vrolijke aanmoedigen van de rest van het team begin ik aan de laatste lengte. Het eerste stuk gaat vlot. Vrij klimmen is hier niet mogelijk en de haken staan kort genoeg bij elkaar om te artiffen. Maar dan wordt het terrein minder en minder steil en worden de haken steeds schaarser. En plots zit ik vast. Ik geraak niet verder. De volgende haak staat te ver en de rots is te nat om vrij te klimmen. De regen van de vorige dagen maakt dat water nog steeds door spleten van de kalksteen sijpelt en her en der weer tevoorschijn komt. Na lang de rots af te speuren naar opties bemerk ik plots boven me een klein muurvarenplantje. Aha, dat plantje moet ergens zitten waar een gaatje in de rots zit. Ik pak mijn skyhook, stap verder omhoog in de ladders en reik zo hoog als ik kan. Ik mocht geen centimeter kleiner zijn of ik raakte er niet bij, maar plots zakt de skyhook weg in het gaatje. De verlossende, hoge plaatsing stelt me in staat om de volgende haak te bereiken. “Nu zit het erop”, zeg ik tegen mezelf. “Die laatste tien meter zullen wel vlot gaan.”
‘Relais ok!’ Met een combinatie van vrij klimmen, setje-trek en in ladders staan werk ik me naar boven tot ik weer even vast zit, maar deze keer letterlijk. Ik heb me in een smalle schoorsteen gewurmd waar ik mijn hoofd niet eens kan draaien. Als een slang wiggel ik schouder per schouder omhoog. Ik hang wat musketons aan de zijkant van mijn gordel, want achteraan belemmeren ze me te veel. Om niet terug naar beneden te schuiven, houd ik mijn lichaam voortdurend onder spanning. Van die twee uur daglicht, blijft nu nog maar een klein uurtje over en er moeten nog drie anderen naar boven klimmen. Ik kan nipt de volgende haak bereiken en clip mijn ladder erin. Probleem is dat de haak buiten de schoorsteen op de wand staat en ik een meter diep in die barst gekneld zit. ’Het heeft nu lang genoeg geduurd. Ik reik opzij naar een trede van de ladder en laat mijn lichaam ontspannen. Onmiddellijk schuif ik uit te barst, pendel opzij op de ladder en probeer mijn grip op de trede niet te verzwakken. Mijn lichaam zwiert naar buiten en belandt met een doffe plof terug tegen de wand. De laatste tien meter zijn in zicht en ik zie het beukenbos boven me. Natte rots, losse rots. Ik maak me geen zorgen en geniet met volle teugen van die laatste klimmeters. Met nog een dik half uur zonlicht over kan ik ‘Relais ok!’ naar beneden roepen! Niet veel later verschijnt ook Gunnar met een brede glimlach over de rand. Twee van de vier zijn boven. Terwijl Kasper als derde tevoorschijn komt, verdwijnt de zon definitief. Het is plots pikdonker en Koen hangt moederziel alleen te wachten, wanneer we beseffen dat hij waarschijnlijk geen hoofdlamp bij zich heeft. Plots dus toch nog een laatste stuk actie om de dag af te sluiten. Gunnar bindt een touw rond de boom en daalt af in de leegte om voor Koen licht in de duisternis te spelen. Langzaam zakt hij in zijn lichtbubbel naar beneden totbij Koen, die hem vrolijk toezwaait. Na al wat nachtelijke klimavonturen had die zich erop voorbereid: zijn hoofdlamp staat op zijn helm en hij is rustig naar boven aan het klimmen. Gunnar houdt hem nog gezelschap en 11 uur nadat we beneden vertrokken, staan we met z’n vieren boven. De touwen worden opgeschoten, het laatste water wordt opgedronken en de klimschoenen worden uitgetrokken. Zo mogen er nog avonturen volgen!
PRAKTISCHE INFO Materiaal - Comfortabele gordel - 15-20 setjes per cordée - Optioneel: lichte haulbag of stevige rugzak + haultouw + traxion - Multipitch-materiaal - Artif-materiaal voor A0 + 1 skyhook - Prussiktouw om eventueel achter te laten - Stoeltje voor de hangstanden - Hoofdlampen Slapen Er zijn campings in de buurt, maar in november zijn ze reeds gesloten. Wij opteerden voor de gezellige koffer van de auto of een krappe tent. Je mag niet op de parking zelf staan maar een paar honderd meter voor de parking is een plaats waar het waarschijnlijk wel toegelaten wordt. Approach 10min vanaf de parking via een duidelijk aangeduid toeristenpad. De avond voor onze beklimming checkten we de approach al in het donker. Wanneer de sterrenhemel plaats maakte voor een diepe, zwarte leegte boven ons, voelden we het immense dak drukkend boven ons hangen. Achter de grot komt een zijrivier van de Lison van onder de rotsen tevoorschijn. Bij ons was het een ministroompje, maar in andere omstandigheden kan het een heuse stroming zijn… Wees gewaarschuwd en neem een touw mee om over de rivier te spannen.
© Pixabay
47
Tekst en foto's Lus Van den Bossche
De Via Alpina 1: langs de beroemde toppen van Berner Oberland Ik heb al zoveel boeken gelezen over de Eiger en zijn historische beklimmingen, over de noordwand, over snelheidsrecords die almaar scherper worden. Nog nooit zag ik de berg in levende lijve. De eerste dag van deze wandelweek leidt mij naar “de berg” en de volgende dag loop ik zelfs onder de wand door.
48
De Bärentrek
Kiezen is altijd een beetje verliezen
Naar aanleiding van 20 jaar Via Alpina 1 in Zwitserland ben ik uitgenodigd op de “Bärentrek”, de achtdaagse doorsteek van Berner Oberland waar je geen beren tegenkomt maar wel wandelt langs gletsjers en de beroemde vierduizenders van de Alpen zoals Jungfrau, Mönch, Finsteraar- en Aletschhorn. En langs historische plaatsen waar je de begintijd van het toerisme nog voelt. Ik stap vijf dagen van Meiringen tot Adelboden. In Zürich neem ik de trein, via Bern en Interlaken bereik ik Meiringen. Het valt op hoe perfect alles hier is georganiseerd, wat een communicatie, de NMBS mag in de leer komen. Bij het verlaten van Zürich zie je overal groen tussen de huizen en appartementen. En het groen blijft en weerspiegelt zich in de rivieren en meren. De trein rijdt langs het immense Thun en Brienz-meer, een rijkdom aan water. Boven Interlaken zweven parapenters. De natuur is hier echt wel overweldigend, op de trein begint het al te kriebelen.
Thuis heb ik de kaarten voor de tocht gedownload via de app van Schweizmobilplus, zo kan ik deze onderweg gebruiken zonder mobiel netwerk. In het hotel in Meiringen krijg ik alle verdere informatie, de logies voor de volgende dagen, uitwijkmogelijkheden bij slecht weer, alternatieven en mogelijke bezienswaardigheden. Mijn bagage wordt vervoerd, ik hoef enkel een dagrugzak mee te nemen en onderweg vind ik bijna altijd drinkbaar water. Bij het vertrek vraagt de hoteleigenaar naar mijn plannen. Ik wou de bus nemen tot het Rosenlaui hotel, Unesco werelderfgoed, daar de gletsjergrot bezoeken, daarna stappen tot de Grote Scheidegg en afdalen naar Grindelwald. Hij raadt mij aan het honderdjarig treintje te nemen naar de Reichenbachschlucht (waar Sherlock Holmes verongelukte), vandaar de wandeling aan te vatten en in plaats van direct af te dalen de rondweg te nemen tot de lift van First. Het treintje vertrekt pas om negen uur en het korte stuk is eigenlijk niet de moeite. De wandelweg loopt door het bos en kruist vaak de weg van Meiringen naar Schwarzwaldalp, hier kan je overstappen op de bus naar Grindelwald.
Eiger-Mönch-Jungfrau Ik drink koffie op het terras van het Rosenlaui hotel, je voelt de grandeur van weleer. Voor de gletsjergrot is het te laat, ik wandel langs de oude houtzagerij en vervolg mijn pad. Vanaf hier wordt het een alpine pad, eerst door het bos, vervolgens over weiland tot de Grote Scheidegg. Blijkbaar een geliefd doel voor vele fietsers. Een jong Amerikaans koppel uit Montana vraagt of ik een foto wil nemen met op de achtergrond de Eiger. Ik zag hen bij het vertrek in Meiringen, zij wandelden langs de Reichenbachslucht tot de immense waterval. Dan de bus naar Rosenlaui waar ze de gletsjergrot bezochten. We hebben elkaar af en toe gekruist. Zij gaan voor de hele Via Alpina en slapen deze avond in een hotel in First. Morgen hebben ze een rustdag in Grindelwald. De rondweg tot First is werkelijk prachtig, het zicht op de Schreckhorn, Wetterhorn, Eiger en Mönch zal ik niet vlug vergeten. En hoewel eind augustus, ligt er nog steeds een kleurrijk bloementapijt. Ondanks de vele Aziatische en Arabische toeristen, heeft Grindelwald toch zijn charme behouden. Mijn hotel ligt op de flanken boven het dorp, het avondmaal op het terras met zicht op de Eiger tot de zon ondergaat, doet mij de vermoeidheid van de eerste stapdag vergeten.
Er heerst een gezellige drukte aan het station van Grindelwald. De meeste mensen nemen de trein tot Kleine Scheidegg, waar de Jungfraubahn hen wacht. Tot nu toe de hoogste Europese spoorweg: de trein brengt je naar 3454 meter, naar een enorme gletsjerwereld omringd door bergen en bergen. Ik rijd tot Alpiglen, neem niet de Via Alpina maar kies het pad dat langs de Eigerwand loopt.
" Goethe was onder de indruk van de vele watervallen, hij schreef er een gedicht over: Gesang der Geister über den Wassern. ..." Ik voel me enerzijds heel nietig en anderzijds heel gelukkig dat ik hier kan zijn. Het enige minpunt zijn de helikopters die af en aan vliegen, er wordt nog druk gebouwd rond de Kleine Scheidegg. De afdaling naar Wengen gaat vlot, door bos en weilanden waar men volop aan het maaien is, de geur van vers hooi blijft hangen. Ik ben benieuwd naar het Palace Intersoc hotel, waar ik al zoveel over gehoord heb. Inderdaad een mooi gelegen hotel, een beetje vergane glorie maar met zicht op de drie mastodonten.
49
Domme fout Wengen is, net zoals Zermatt, autovrij en enkel met de trein bereikbaar. Daarom moet mijn bagage voor acht uur bij de receptie worden gezet, ze wordt per trein naar Lauterbrunnen vervoerd. Ik wil vroeg vertrekken, want vanaf de middag geeft men onweer en Griesalp is een tien uur wandelen met een steile klim naar de Sefinenfurgge en een afdaling van 1500 meter. Bij het ontbijt besef ik dat mijn portefeuille in de bagage zit en deze is al op de trein. De hotelbediende wil niet dat ik de rekening via overschrijving vereffen, ik moet ter plaatse betalen. Dus over en weer, daardoor vertrek ik meer dan een uur later en neem ik de alternatieve weg met een bezoek aan Lauterbrunnen. De naam zegt het zelf: gekend voor zijn vele watervallen, het water gutst over de rechte rotswanden honderden meters diep. Zelfs Goethe was onder de indruk, hij schreef er een gedicht over: Gesang der Geister Ăźber den Wassern. Met de trein en bus bereik ik daarna Kiental Dorf en wandel via een mooi bospad dat de rivier volgt naar Griesalp. Het pad maakt deel uit van de Blumlisalp ronde en wordt in de winter op sneeuwschoenen gedaan. Vandaag achtervolgt pech mij, halverwege is het pad afgesloten wegens steenslaggevaar en moet ik langs de baan. Het laatste stuk langs de Pochen Gorge is vrij steil, een wonder dat de postbus hierop geraakt. Griesalp behoort tot het Unesco werelderfgoed JungfrauAletsch-Bietschhorn en is een mooi bewaard geheim.
50
Mist en regen De hemelsluizen gaan pas om vier uur open, gevolgd door een hevig onweer. Er is niemand om ze weer te sluiten. ’s Morgens vergezelt mist de regen. Bij het ontbijt ontmoet ik een jong koppel uit Luzern, zij bepalen hun eigen etappes op de Via Alpina, zij vinden zeven uur stappen meer dan genoeg. Hun bagage wordt vervoerd met postbus en trein en zij overnachten in hutten. Zij belden met de wirt van de Blumlisalp hut: het is geen probleem om naar boven te komen, maar de afdaling is af te raden, boven sneeuwt het. Vandaag zou de koningsetappe worden met het hoogste punt van de Via Alpina en zicht op Blumlisalp, Fründen- en Doldenhorn, gevolgd door een afdaling langs de diepblauwe Oeschinensee, ontstaan door een rotsverschuiving. Hier is overnachten in een hotel een nadeel, ik moet naar beneden, het hotel in Kandersteg is gereserveerd, ik moet de alternatieve weg nemen. Ik loop op de panoramaweg hoog boven het Kanderdal door bossen en weiden in mist en regen, de mist weerkaatst het geluid van mijn voetstappen. Soms hoor ik een koebel en duiken er plots koebeesten op, de enigen die ik vandaag te zien krijg. Rond twee uur heb ik af en toe een venster op het dal en het is droog wanneer ik Kandersteg bereik. De sauna en het zwembad in het mooie Belle Epoque hotel doen deugd. Kandersteg is gekend voor de autotrein door de Lötschenberg tunnel, via Goppenstein bereik je gemakkelijk Wallis en Italië. De laatste stapdag, staalblauwe hemel. Wanneer ik om acht uur vertrek, is het nog een beetje fris, vooral het eerste uur door het bos. Ik maak een praatje aan een alm, de vrouw des huizes komt net toe met brood en taart. Zij heeft de kinderen naar school gebracht, van midden mei tot eind september blijft het gezin boven. Zij heeft een restaurant, haar man houdt koeien van meerdere boeren bij en maakt kaas. Over glooiende bergweiden met grappige koeienpoortjes stap ik naar de Bunderchrinde. Eens op de traversé is het uitkijken: het pad is nat, met losse stenen en soms slechts een voet breed. Toch even de top meenemen met als beloning, noordoost de glinsterende Oeschinensee met Blumlisalp en zuidwest de Wildstrubel met Adelboden dat rustig slaapt in de zon. Het begin van de afdaling is steil en ook hier is het glad door de regen van de vorige dagen. Het hotel is weer een pareltje, een beetje boven het toeristische centrum met zicht op de rotstorens van de Bunderchrinde. Grote houten beren houden de wacht aan de deuren van de winkels met mooi houtsnijwerk.
REISWIJZER Beste seizoen juni – september. In juni kan er nog veel sneeuw liggen, zeker op de passen en eind september worden de dagen korter. Bereikbaarheid Je kunt de tocht op vele plaatsen starten, Zwitserland is goed bereikbaar met de auto en het openbaar vervoer. Met trein: https://www.b-europe.com/NL/Bestemmingen/Zwitserland Naast de traditionele maatschappijen geeft deze site goedkope mogelijkheden: www.omio.nl Vervoer ter plaatse: https://www.sbb.ch/de/ Als je langer verblijft, is het interessant een dagpas/abonnement te nemen, hiermee krijg je ook korting op de liften. Hotels geven ook kortingkaartjes voor allerlei zaken. Informatie en kaarten Op www.myswitzerland.com vind je alle informatie over de indeling van de etappes, overnachting- en bevoorrading mogelijkheden, … Kaarten kan je downloaden via de App van SwitzerlandMobility www.schweizmobilplus.ch Gids: Hiking in Switzerland, Via Alpina 1. AT Verlag ISBN 9783-03800-405-9 Organisatie en ondersteuning van de tocht (o.a. vervoer van bagage): Eurotrek AG www.eurotrek.ch Materiaal Alles wat nodig is voor een meerdaagse hooggebergtetocht. Afhankelijk van de condities zijn een lichtgewicht piolet en stijgijzers aanbevolen. Ook op myswitzerland.com vind je info betreffende het materiaal.
20 jaar Via Alpina In 2019 vierde de Zwitserse Via Alpina haar 20ste verjaardag. De nationale lange afstandsroute nr. 1 maakt deel uit van het netwerk van vijf lange afstandspaden met dezelfde naam. Vijf lange afstandspaden doorheen acht Alpenlanden van Triëste naar Monaco, via Slovenië, Oostenrijk, Duitsland, Liechtenstein, Zwitserland, Italië, Frankrijk en tot slot Monaco. Totaal 342 etappes over een afstand van 5000 kilometer. In Zwitserland gaat de route van Vaduz naar Montreux in 19 etappes en 370 km. Ze loopt via zes Zwitserse kantons met elk hun eigen geologie, cultuur en karakter. De paden zijn goed aangeduid, de gids Hiking in Switzerland bevat alle informatie voor onderweg. Slapen kan van eenvoudige berghutten tot meer luxueuze hotels. De toeristische sites zijn druk maar eens daarbuiten is het rustig genieten van de prachtige natuur en overweldigende bergwereld. Het openbaar vervoer is prima georganiseerd tot in de kleinste dorpen en bij het op- en afstappen van de bus zegt iedereen goedendag. Eind augustus, begin september kwam ik op deze vijfdaagse tocht slechts twee koppels tegen. Zij volgden niet de voorgestelde etappes maar stippelden hun eigen trail uit. Zo kunnen de etappes opgesteld worden in functie van eigen kennen en conditie.
51
Tekst Thomas Wuyts / foto's Thomas Wuyts en IAC-Team
Instructor Alpine Climbing "lichting 2018-2019"
Stages alpinisme, ijsklimmen, rotsklimmen in avontuurlijk terrein, via ferrata,… De klim- en bergsportfederatie biedt elk jaar tientallen van dergelijke opleidingen aan via zijn verschillende clubs. Om die stages te begeleiden, valt men terug op gediplomeerde vrijwilligers, maar waar vindt KBF deze mensen? Of andersom, ben je zelf geïnteresseerd om opleidingen te geven, waar begin je dan?
Motivatie
Om
de 2 jaar organiseert de federatie de opleiding tot Instructor Alpine Climbing , of in het kort “IAC”. Dit diploma met UIAA-erkenning stelt de eigenaar ervan in staat om op vrijwillige basis en in clubverband een breed gamma aan opleidingen te organiseren en te begeleiden. Samen met 4 andere enthousiastelingen startte ik in 2018 met “de 2e lichting” van deze relatief jonge opleiding. Hier het relaas van ons traject tot volleerde stageleiders. We hopen zo ook nieuwe mensen te informeren over deze IACopleiding en hen warm te maken voor de volgende lichting die in september 2020 van start gaat.
52
Wat beweegt iemand er toe om opleidingen te gaan geven? Natuurlijk is dit is voor iedereen anders, maar deze “waarom?” is wel een belangrijke vraag die je jezelf vooraf moet stellen! Ik vermoed dat bij mij het zaadje werd geplant tijdens mijn eigen beginnersstage enkele jaren geleden: het contact met al die nieuwe en enthousiaste klimmers, hen zien groeien en hen hierin ondersteunen, het kameraadschap tussen de stageleiders onderling,… Tot op de dag van vandaag geldt die week in Zwitserland nog steeds als mijn meest “magische” bergervaring. Misschien is het ook de zoektocht naar die magie die mij er toe dreef mij in te schrijven voor de opleiding IAC. Dus, “inschrijven en starten dan maar”, denk je nu? Niet zo snel, want er zijn wel enkele voorwaarden verbonden aan je deelname, met name een sterk alpien palmares gevolgd door een ingangsexamen. Heb je voor jezelf uitgemaakt dat deze opleiding wel iets voor jou is, dan beginnen de voorbereidingen dus niet enkele weken voor die ingangsproeven, maar wel enkele jaren!
Het palmares en de toelatingsproeven Mogelijk is het palmares wel de grootste uitdaging achter de opleiding tot instructeur. Het vraagt tijd en toewijding en is het bewijs dat je als alpinist voldoende ervaring in je rugzak hebt zitten om anderen te kunnen meenemen in de bergen. Praktisch wordt er gevraagd om 10 beklimmingen in te dienen, waarvan minstens de helft van het niveau AD of hoger. In principe volstaat dit om uitgenodigd te worden. In de praktijk zullen palmaressen die hier maar nipt aan voldoen, waarschijnlijk toch niet toegelaten worden, zeker indien ook uit het ingangsexamen blijkt dat je niveau niet hoog genoeg is. Voorzie dus wat overschot en wees eerlijk tegenover jezelf! In 2018 vond het toelatingsexamen plaats op zondag 30 september. We spraken af in de buurt van Mozet voor een reeks oriëntatieoefeningen, oefeningen op tredzekerheid en staptechniek alsook algemene materiaalkennis. Menig deelnemer ging hierbij wel een keer op zijn gezicht, inclusief ikzelf! Vervolgens trokken we dan naar het militaire domein van Marche-Les-Dames. We werden getest op klimvaardigheid (sportklimmen en trad “op de bottinnen”) en zekeringstechnieken. Na deze proeven volgde er dan nog een motivatiegesprek met de examinatoren: een goede motivatie is belangrijk voor KBF om te investeren in jouw verdere ontwikkelingen tot instructeur! En dan hoop je ten slotte op de ideale afsluiter van een leuke dag, met de woorden: “je mag beginnen aan de opleiding”. Er vond wel een serieuze schifting plaats: van de 6 kandidaten waren er maar 2 geslaagd. De strafste garagist van Vlaanderen, Filip Snauwaert en ikzelf. Drie oud-mount-coachers vervoegden ons nadien nog in de selectie: Matty Roumans, Andreas Speelmans en Nelson Neirinck (Nelson verliet spijtig genoeg vroegtijdig de opleiding wegens zijn verhuis naar Noorwegen.)
53
De lessenreeksen Al snel begonnen de eerste lessen. Weerkunde, fysiologie in de bergsport, oriëntatie & didactiek stonden nog in 2018 op het programma. Er was ook al een tussentijds examen in december. Theorie en praktijk werden goed afgewisseld, geen saaie les didactische principes, maar echt les geven aan elkaar en feedback uitwisselen. Niet alleen met een kompas en kaart aan een tafeltje gaan zitten, maar ook effectief in de Ardennen een – behoorlijk avontuurlijke – oriëntatieloop gaan doen met de GPS, door bos, veld en over prikkeldraad! In het voorjaar van 2019 startte de tweede lessenreeks: EHBO in bergomgeving, krachtenwerking en veiligheid bij het klimmen, lawinekunde in de zomer, tochtvoorbereiding, voeding, materiaalkennis, geologie, verzekering en aansprakelijkheid. Daarnaast werden we ook al eens voor het vuurpeloton geplaatst: voor de tweede les didactiek trokken we met een echte groep beginners naar Pont-a-Lesse voor een eerste kennismaking met Via Ferrata en bijhorende touwtechnieken. Aha, zie daar weer die “magie”! Het is moeilijk te beschrijven, maar deze eerste kennismaking met “echte stagedeelnemers” was voor alle vier een erg aangename en bovendien leerrijke ervaring. Uiteraard volgde na deze lessenreeks ook weer een examen om onze verworven kennis te testen. En dan op naar de volgende etappe!
54
Stage in Oostenrijk
vervolg
Tijd om onze skills nu ook eens te laten zien in de omgeving waar ze van belang zijn: de bergen! Voor de laatste etappe van de opleiding trokken we tijdens de laatste twee weken van juli 2019 naar het Pitztal in Oostenrijk. Vanuit het meer dan luxueuze Taschachhaus deed berggids Bart Overlaet ons met hand en tand de KBF-leerlijn bergbeklimmen uit de doeken. Van beginners die voor het eerst op de gletsjer stappen tot gevorderde ijsen rotsklimtechnieken, het passeerde allemaal de revue. Oefenen, oefenen, oefenen om alles tot in de details te kennen en te kunnen, maar vooral ook om het op een begrijpelijke manier te kunnen uitleggen! Stap- en zekeringstechnieken op sneeuw en ijs, afdaal- en zekeringstechnieken in rots, spaltenredding en andere reddingstechnieken,… Ondanks de slechte condities in het gebied, konden we met onze groep ook nog enkele leuke beklimmingen realiseren.
Het vervolg? Stages geven natuurlijk! In 2020 geeft Filip zijn eerste beginnersstage met BOVL in Wallis, van 6 tot en met 11 juli. Matty begeleidt bij LBV tijdens de week van 10 juli een beginnersstage in Oostenrijk. Ikzelf zal van 4 tot 11 juli mee de beginnersstage van BAC Antwerpen in Zuid Tirol begeleiden. Tot dan?
Tijdens dezelfde periode vond vanuit het Taschachhaus ook een beginnersstage plaats, georganiseerd door LVB. Dit was opnieuw de ideale gelegenheid om onze verworven skills in de praktijk te laten zien. Lesgeven aan een kritisch publiek met echte vragen!
Ten slotte mogen we niet vergeten dat de Klim- en Bergsportfederatie graag inzet op verbetering van zijn opleidingen. Voor het IAC-verhaal is dit niet anders. Na afloop van de opleiding mochten wij, de deelnemers, uitgebreid onze feedback geven: wat vonden we goed, wat kon er nog beter, kan er nog iets toegevoegd worden,…? Dit werd allemaal uitvoerig besproken bij een heerlijk diner op een druilerige avond in Antwerpen in oktober.
We werden gedurende deze 2 weken opnieuw grondig geëvalueerd en uiteindelijk waren we allemaal geslaagd, zowel op sporttechnisch als op didactisch vlak. Nog een laatste rondje “Kaiserschmarren” met appelmoes om deze goede resultaten te vieren en dan weer terug naar de vallei.
" Aha, zie daar weer die “magie”! Deze eerste kennismaking met “echte stagedeelnemers” was voor elke aspirant een erg aangename en leerrijke ervaring..."..." Inzet op verbetering
Hopelijk wordt het IAC-traject zo in de toekomst nog interessanter dan het al was. Reden te meer dus om je in te schrijven!
55
Tekst en foto's Guido Riemenschneider
PIC LENIN 7134 m Het was weer lang geleden dat ik nog een expeditie had ondernomen en het begon weer stevig te kriebelen. Ja, de tijd was rijp om terug te vertrekken maar de grote vraag was, welke berg kon me dit maal voorzien van de nodige dosis adrenaline? Het moest in ieder geval een lowbudget beklimming worden en zo was het vrij snel duidelijk dat een beklimming in KirgiziĂŤ voor de hand liggend was. Dit land waar ik reeds twee maal eerder geweest was is een binnenstaat en wordt begrensd door Oezbekisan, Kazachstan, China en Tadjikistan. In 2017 waren de kostprijzen voor bergexpedities in dit prachtig land erg schappelijk. Mijn fysieke toestand was eerder matig te noemen en daarom wou ik geen al te zware beklimming kiezen. De 7134 meter hoge Peak Lenin met zijn gigantische sneeuwmassa kon me wel bekoren en aangezien ik solo wilde klimmen was deze niet al te technische berg boven 7000 meter wel een realistische keuze. Mijn beslissing was gevallen. Het moest en zou de Peak Lenin worden.
56
Totaal onverwachts werd ik gecontacteerd door mijn Duitse vriend Sebastian Weitzel die ook interesse had om met mij samen te klimmen. Na een paar gesprekken stond het uiteindelijke doel definitief vast: een Duits-Belgische alliantie zou de Peak Lenin vastberaden trotseren en zo stonden we dan na een "delayed" vliegtuigreis en een avontuurlijke bustrip voor onze gezamenlijke geelkleurige tent in basiskamp op 3700 meter. De vele tentjes deden ons vermoeden dat dit een populaire berg moest zijn. En, inderdaad, de Peak Lenin wordt vooral vanwege zijn toegankelijkheid als” instap 7000-der” beschouwd. Dat kwam voor Sebastian goed uit want hij had weliswaar al veel ervaring opgedaan in de Alpen maar was nog nooit buiten Europa gaan klimmen en al zeker niet op deze hoogte. Later zouden we pijnlijk ervaren dat “Instap” berg zeker niet per definitie synoniem hoeft te zijn voor “gemakkelijke” berg.
57
kamp 1 Na drie dagen verblijf in het basiskamp trokken we verder naar kamp 1 op 4400 meter. Dit kamp wordt ook wel advanced base camp (abc) genoemd en ook hier worden we zoals in het basiskamp nog steeds verwend door Ak-sai Travel. De reisorganisatie Ak-sai Travel opereert vanuit de hoofdstad Bishkek en zij regelen voor een aanvaardbare prijs alle buraucratische zaken. Ook op het terrein bieden ze de nodige service, en dit tot en met kamp 1. De service houdt in dat je 3 maal daags een maaltijd voorgeschoteld krijgt. Er is een arts die men kan raadplegen zoals ook een communicatietent waar de leadingstaf contact kan opnemen met de klimmers hogerop.
" Vanuit BC zag ik een witte sneeuwpluim op de top van de Lenin Peak en het werd me vrij snel duidelijk dat er behoorlijk veel wind was.…."
Wij kwamen probleemloos in kamp 2 aan en waren negatief verrast over het vele afval dat her en der verspreid lag. De ligging onder een rotsformatie vol losse stenen was zeker niet geruststellend en wegens de vele gletsjerspleten waagden de klimmers zich niet ver van hun tenten om hun behoeften te doen. Een Duitser brak beide benen tijdens een val in een spleet niet ver van zijn tent en werd met de helicopter geëvacueerd. Ik zag ook hoe een grote steen rakelings mijn tent passeerde en een andere tent doorboorde waarna ik mijn tent wijselijk verplaatste. M.a.w. Kamp 2 was als het ware een heus “shithol” omringt met spleten en gevaarlijke steenslag op 5400 meter. De volgende dag zouden we samen naar kamp 3 (6100 meter) doorklimmen, maar Sebastian voelde zich onwel. Naast de normale symptomen van hoogteziekte had hij ook behoorlijk last van maagen darm klachten, dus besloot ik alleen naar kamp 3 te gaan. kamp 2
Na 3 dagen van acclimatiseren rond kamp 1 werd het dus tijd om naar higher grounds door te stoten. Ondanks de beangstigende waarschuwingen van sommige “die hard climbers” i.v.m de vele spleten op de gletsjer, vonden we deze passage naar kamp 2 helemaal niet gevaarlijk. Alle gletsjerspleten waren duidelijk zichtbaar en van het zo gevreesde lawinegevaar op deze berg was momenteel geen sprake. Vele verhalen werden zoals gewoonlijk sterk overdreven. Zo moest er blijkbaar ook nog een 200 meter hoge 60 graden steile wand overwonnen worden. Wel, die zijn we nergens tegen gekomen. Ondanks de vele stoere verhalen was het wel een droevig feit dat er al verschillende doden te betreuren vielen. Meerdere malen kon ik klimmers zien met 2de en zelfs 3de graad bevriezingen. Niet zo verwonderlijk eigenlijk, als men zag hoeveel onkundige klimmers onderweg waren. Sommige avonturiers moesten zelfs geholpen worden bij het aandoen van hun stijgijzers.
58
De weg van kamp 2 naar kamp 3 is redelijk zwaar, vooral omdat we beslist hadden om alles vanaf kamp 1 op eigen kracht naar boven te dragen. De uitzichten vanuit kamp 3 zijn spectaculair en men kon duidelijk de laatste etappe naar de top zien. Toen ik terug in Kamp 2 kwam lag Sebastian uitgeteld in zijn tentje te vloeken. Ik weet uit ervaring hoe ellendig men zich op grote hoogten kan voelen. Men kan niet meer eten en voelt zich zo slap als een vod en er is werkelijk niemand die je dan kan troost bieden. Het lichaam heeft in deze situatie maar twee dingen nodig en dat zijn enerzijds de nodige tijd om te herstellen en anderzijds de tijd om zich rustig aan te passen aan de hoogte. Ik zelf zou de volgende dag een rustpauze inlassen en de dag daarop terug naar Kamp 3 klimmen om vervolgens de dagen daarna een summit-push te proberen.
kamp 3 Sebastian was nog steeds niet fit genoeg om met mij samen naar kamp 3 te klimmen. We hadden vooraf beslist dat ieder voor zich kon verder klimmen als een van ons beiden zou opgeven, en dus maakte ik me vol moed gereed voor mijn summit-push. Het weerbericht zag er voor de komende dagen goed uit, en ik voelde me sterk, maar toen ik toch redelijk uitgeput Kamp 3 binnenstrompelde was de wind zo hevig opgestoken dat ik nauwelijks mijn tentje kon opzetten. Op de koop toe stak ik in deze koude chaos per ongeluk een alluminium tentstok door het zeil en een gat van wel 3 cm doorsnede keek me boos aan. Door die barre koude wind lukte het me bovendien niet om mijn tentje stabiel genoeg te verankeren en werd ik gedwongen er snel in te kruipen.
Na meer dan 20 uur stormwind, nauwelijks eten en drinken, gaf ik er de brui aan en maakte me klaar voor de aftocht naar kamp 2. Toen ik op stond voelde ik pas hoe uitgeput ik was en mijn benen voelden als pudding. Nood breekt wet, en met mijn gladde Gore-Tex broek aan gleed ik op mijn kont in een whiteout alle steile hellingen naar beneden. Het ging snel, bliksemsnel, en in nog geen anderhalf uur stond ik in kamp 2. Heerlijk.
Zelfs hier in mijn om en bij de 2 kg zware shelter vlogen de fijne ijs kristallen door dat fameuze gat me om de oren. Kokkerellen ging problematisch omdat ik slechts sporadisch frisse lucht door de rits kon binnenlaten. De wind werd stilaan een heuse storm en ik voelde me als een sardientje in een blikje dat elk ogenblik door die vervloekte hevige windstoten weg geblazen kon worden. Uiteindelijk kon ik het gat gelukkig voldoende dichten. Het was lang geleden maar daar was het dus weer, dat gevoel dat elke bergbeklimmer zeker en vast kent wanneer het even niet mee zit. Je vervloekt jezelf en de bekende vraag komt dan in je op: ”waar ben ik godverdomme toch weer mee bezig”. Die essentiële vraag spookt als een mantra doorheen je vermoeide schedel maar een antwoord komt er in zulke omstandigheden niet.
59
een plan
sebastian
Aangezien het weerbericht totaal onbetrouwbaar was en voor de zoveelste keer ongunstig evolueerde, had ik in Kamp 2 samen met Sebastian besloten om terug af te dalen. Dit was het dus. Neerslachtig en moe slenterden we richting kamp 1.
Sebastian vertrok naar kamp 2 om dan 300m hogerop in stilte zijn tentje op te zetten. Vergeleken met het onveilige “shithol” zeker een verstandige beslissing.
De volgende ochtend verraste Sebastian me met de mededeling dat hij zich plots beter voelde. Tot mijn verbazing had hij zijn zinnen gezet op een allerlaatste poging voor een toppoging. Alweer waren de weersvoorspellingen veranderd, ditmaal in gunstige zin en dus begreep ik zijn standpunt wel. Net boven kamp 2, op 5700 meter, zou hij dan in één ruk recht naar de top proberen door te stoten, om dan vervolgens terug naar kamp 2 af te dalen. Een strak plan dat respect verdiend en waar ik ook achter stond, maar de kans op slagen achtte ik redelijk klein. Mijn vertrouwen in de weergoden was helaas zwaar geschonden en ik had het gevoel dat mijn krachten opgebruikt waren. Terwijl Sebastian zijn toppoging probeerde, hield ik vanuit het Basiskamp via walky-talky contact en ook zowaar met, jawel,... ”Whats App”…
60
Die nacht maakte hij zich om 1u00 klaar voor zijn toppoging. Hij moest zoals ik vaststellen dat de wind hogerop nog steeds hard waaide en ter hoogte van kamp 3 begonnen zijn vingers en tenen stilaan te bevriezen. Zo moest ook Sebastian zich helaas knarsetandend overgeven aan de ongenadige wetten der natuur. Vanuit BC zag ik die dag een witte sneeuwpluim op de top van de Lenin Peak en het werd me vrij snel duidelijk dat er behoorlijk veel wind was. De volgende dag stond een afgepeigerde Sebastian ontgoocheld voor de opening van mijn tent te murmelen. “So eine verdammte scheisse.” Drie dagen later zat we al weer op het vliegtuig richting “home-sweet-home”…
EPILOOG Achteraf bekeken was het spijtig dat we niet beetje meer tijd hadden ingepland voor deze expeditie. Waarschijnlijk zou het dan wel gelukt zijn, maar dat weet je achteraf natuurlijk nooit. Het was nogal frustrerend wanneer je oudere en niet fit ogende klimmers ontmoet die de top wèl hebben gehaald omdat er net die dag weinig of geen wind was. Ondanks de hoopvolle term “instap”berg is de slaagkans van de Peak Lenin slechts 40% en dat wil al iets zeggen. M.a.w, vele bergexpedities zijn eigenlijk een soort pokerspel. Geluk of pech bepalen vaak of je slaagt in je opzet en de berg interesseert het niet of je een goede of slechte klimmer bent. Ook een “instap“-berg kan een verdomd harde klus worden als de omstandigheden of weergoden niet mee zitten. Een mens mag nooit een berg “onderschatten”, … dat staat vast.
EPILOOG 2 Het heeft niet mogen zijn, voor geen van beiden. Vind ik het persoonlijk erg dat de top niet bereikt werd? Ja, natuurlijk. Zal ik er van wakker liggen? Neen, zeker niet! De berg zal er nog even staan denk ik. Niet?...
Pagina 56-57: Basiskamp (BC) (3700 meter) Pagina 57 boven: onderweg naar Kamp 1 onder: De top van Lenin Peak (7134m) vanuit BC gezien Pagina 58: acclimatisatie op 5100 meter Pagina 59 boven: kamp op 5100 meter midden: Kamp 3 (6100 meter) / Onder: Kamp 2 (5400 meter) Pagina 60: tussen kamp 1 en kamp 2, op de gletsjer Pagina 61 boven: onderweg van kamp 1 naar kamp 2 midden: Sebastian en Guido vertrekken uit BC naar kamp 1
61
Tekst Lisa Viane
Opgepast, het dooit!
Veel bergsporters vinden het jammer wanneer de dooi een einde maakt aan de winterse taferelen in de bergen. Gedaan met (toer)skiën, snowboarden en ijsklimmen! Maar wist je dat die dooi ook gevaren met zich meebrengt?
Wanneer het dooit, ontstaat er smeltwater. Het ijs en de sneeuw op de bergen en op gletsjers smelten en zoeken een weg naar beneden. Daardoor ontstaan er allerlei kleine beekjes en riviertjes die uiteindelijk allemaal uitmonden in een grotere rivier. Al dit smeltwater brengt op twee plaatsen gevaar met zich mee: op de hellingen waar nog sneeuw en ijs ligt en in de rivieren waar al het smeltwater samenkomt. Gevaar op de gletsjer Gletsjerspleten zitten vaak op plekken waar het gletsjerijs een bocht maakt, over een natuurlijke hindernis gaat of waar de helling steiler wordt. Wanneer het sneeuwt, worden de gletsjerspleten niet gevuld met sneeuw, maar worden door de wind zogenaamde ‘sneeuwbruggen’ gemaakt aan de bovenkant van de spleet. In het begin van de winter zijn die nog niet stevig, maar door smelt-vriescycli gedurende de winter, worden die dikker en steviger. Wanneer het echter langer dooit, worden ook die sneeuwbruggen weer minder stevig! Wil je dus graag afdalen van een gletsjer, doe dit dan niet na een lange periode van dooi en bij voorkeur ook het liefst zo vroeg mogelijk in de ochtend, wanneer de temperaturen nog onder het vriespunt liggen.
62
Gevaar in de bergen Wanneer het een tijdje gedooid heeft, kan het sneeuwdek zijn binding met de ondergrond verliezen, en een glijlawine uitlokken. Scheurtjes in de sneeuw zijn een signaal dat de sneeuwlaag in zijn geheel naar beneden kan schuiven. Ook als er daarna weer verse sneeuw valt, is het risico op lawines hoog. De nieuwe laag sneeuw is in eerste instantie maar zwak gebonden aan het gladde oppervlak van de oude (deels gesmolten) sneeuwlaag. Er is dan niet veel druk nodig om het nieuwe sneeuwdek als een plaat naar beneden te laten komen. De druk van een bergsporter op zo’n zwakke plek kan voldoende zijn voor een zogenoemde plaatlawine. Plaatlawines ontstaan namelijk wanneer twee lagen sneeuw niet goed aan elkaar hechten. Na twee, drie dagen is de binding, bij goede sneeuwcondities, terug sterk en veilig genoeg. Dooi is trouwens niet de enige oorzaak van een zwakke binding tussen verschillende sneeuwlagen. Extreme vriestemperaturen en sterke wind kunnen er ook voor zorgen dat de oude sneeuwlaag een harde, gladde spiegel wordt waarop nieuwe sneeuw moeilijk kan binden. Dit soort lawines zorgt voor ongeveer 90% van alle lawineslachtoffers.
Gevaar in de rivier
Hoe kan je nu voorkomen dat je in zo’n rivier terecht komt?
Het gevaar ligt echter niet alleen op de loer in de besneeuwde gebieden zelf… Ook net onder de sneeuwgrens brengt smeltwater een groot gevaar met zich mee. Enerzijds hebben de rivieren door het smeltwater een hoger debiet en anderzijds ligt de temperatuur ook wat lager. Wie bijvoorbeeld wil gaan raften of aan canyoning doen in april, moet met beide zaken rekening houden. Bij sommige canyoning topo’s zie je foto’s staan van herkenningspunten. Vaak staan dan twee foto’s naast elkaar: met een normaal debiet en een hoog debiet. Merk je dat de rivier momenteel overeenkomt met de foto van een hoog debiet? Denk dan zeker twee keer na voor je de canyon in gaat. Toets ook goed af of iedereen in de groep zo’n debiet aan kan én wil. Een hoger debiet maakt de canyon namelijk fysiek heel wat lastiger. Hou er ook rekening mee dat het smeltwater de temperatuur met een paar graden doet dalen. Constant in een koude temperatuur zitten, vraagt enorm veel energie van je lichaam, omdat dat zichzelf wil opwarmen. Dat is allemaal energie die je niet kan gebruiken voor je fysieke inspanningen in de canyon zelf!
1) Check op stafkaarten de oorsprong van de rivier. Ligt die hoog in de bergen? Dan is de kans op smeltwater zeer groot. Soms staat het ook al in het topoboek vermeld dat je moet opletten voor smeltwater. Kijk ook of er tussen de bron en de start van de canyon een spaarbekken of dam ligt, die misschien opengezet kan worden bij hevige regenval.
Naast het feit dat rivieren vaak al een hoger debiet hebben in het voorjaar, moet je ook rekening houden met overstromingen of een zogenaamde ‘crue’ in het vakjargon. In een rivier kan door weersomstandigheden een natuurlijke dam ontstaan. Denk maar aan bomen die omvallen of omwaaien, rotsen die naar beneden glijden en in de rivier terecht komen, takken die meegesleurd worden door het water… Als het debiet door het smeltwater hoger komt te liggen, betekent dit dat er meer water door de rivier stroomt dan normaal. Wanneer het water dan door een dunnere spleet moet, zal de kracht van het water toenemen. Doordat die kracht toeneemt, kan de natuurlijke dam plots breken. Op zo’n moment worden de bomen, takken en modder met het water mee naar beneden gesleurd. Dan is de rivier in ‘crue’ (ruw, woest in het Frans). Zie het als een tsunami van water, modder, takken en bomen die naar beneden dendert. Als de rivier breed is, dan vormt dit vaak geen groot probleem. Het extra water zoekt dan zijn weg buiten de oevers. Wanneer de rivier echter in een diepe en smalle canyon ligt en de oevers dus veel te hoog zijn, moet al het water via die spleet naar beneden. Dan wil je je echt niet meer in die spleet bevinden…
<----
2) Check het weer van vandaag én van de afgelopen dagen op de plek van de canyon én de bron. Was het heel zonnig boven op de berg? Dan is er meer kans op smeltwater. Heeft het veel geregend? Dan zit er sowieso ook veel meer water in de rivier. Allemaal zaken waar je rekening mee moet houden. 3) Kijk naar de kleur van het water. Is het helder of ziet het al wat bruiner? Dat laatste kan er op wijzen dat er modder mee stroomt van bovenaf. 4) Kijk in je topoboek hoeveel vluchtwegen of zogenaamde ‘échappatoires’ er zijn. Begint het plots hevig te regenen terwijl je in de canyon zit of zie je dat het debiet toeneemt, verlaat dan de canyon voor het einde. Better safe than sorry. 5) Doe je aan canyoning in Zwitserland? Dan liggen er vaak hydraulische centrales boven het startpunt van de canyon. In dat geval is het verplicht om de uitbaters van die centrale te bellen en te melden met hoeveel mensen je in welke canyon gaat. Eens je uit de canyon bent, bel je opnieuw om te laten weten dat iedereen in veiligheid is. Zo vermijd je dat je terechtkomt in een rivier waarin water uit een dam gelost wordt…
Benieuwd hoe krachtig zo’n crue kan zijn? Bekijk dan even deze filmpjes: https://www.youtube.com/watch?v=PZmUi5nCUD0 https://www.youtube.com/watch?v=wreeawIC3Ks
63
Tekst en foto's Koen Hauchecorne
Onbekend is onbemind en onbeklommen... GEMEENTE
64
MASSIEF
MAX AANTAL KLIMMERS
AANTAL ROUTES EN MOEILIJKHEIDSGRAAD
GESTEENTE
GOOGLE MAPS
STIJL EQUIPERING
CHAUDFONTAINE
Fond des Cris
10
6 R, overwegend 5de graad
Kalk
50.585786, 5.624548
‘sportief’ geëquipeerd, plaatklimmen
ESNEUX
Four à Chaux
20
35 R, vooral 5e graad en hoger
Kalk
50.535920, 5.559022
Correct geëquipeerd, plaat, hoekklimmen
ESNEUX
Rocher Sainte Anne (Tilff)
20
60 R, 4e tot 7e graad
Kalk
50.556490, 5.579854
Redelijk sportief geêquipeerd, eerste tussenzekering zit soms hoog op de platen
MARCHIN
Porche de Roiseux
10
20 R, 7e en 8e graad
Kalk
50.468171, 5.268651
Erg overhangend, voor harde klimmers
BOMAL SUR OURTHE
Roche aux Corneilles
10
13 R, 6e en 7e graad
Kalk
50.389964, 5.537945
Correct geëquipeerd, vaak glad
BOMAL SUR OURTHE
Rochers du Calvaire
10
38 R, 6e en 7e graad
Kalk
50.380993, 5.521738
Correct geëquipeerd, maar vaak korte, harde en overhangende routes
DURBUY
Rocher de Bretaye (Ozo)
20
20 R, 4de en 5de graad
Kalk
50.372217, 5.545592
Goed geëquipeerd plaatklimmen, vergelijkbaar met Paradoumassief
DURBUY
Roche à Frêne (Villers St Gertrude)
10
20 à 30 R, 5e en 6e graad
Conglomeraat
50.350897, 5.584912
Avontuurlijk
Wie ooit een klimopleiding volgde heeft ongetwijfeld al kennisgemaakt met de rotsmassieven in Dave, Durnal, Yvoir of Mozet. Ook na afloop van de opleiding grijp je gauw terug naar dat bekende terrein. Maar wist je dat Wallonië nog talrijke andere, weliswaar kleinere klimgebieden herbergt? In deze rubriek “Onbekend is onbeklommen” stellen we in iedere editie van ons tijdschrift onbekende of vergeten rotsmassieven aan je voor.
De massieven die in deze rubriek aan bod komen zijn stuk voor stuk een bezoekje waard: ze zijn gelegen in een pittoresk stukje natuur en zelden overbevolkt. Bezoek deze rotspartijen op individuele basis: groepsactiviteiten zijn uit den boze.
Topo/info Dit is een enigszins speciale editie van deze rubriek: KBF heeft een overeenkomst gesloten met de Union Belge de Spéléologie (UBS), de Waalse federatie voor speleologie. Deze beheert namelijk ook een aantal klimmassieven in Wallonië. De overeenkomst houdt in dat leden van KBF op individuele basis (en mits vertoon van lidkaart) op de massieven van de UBS (zie tabel links) kunnen gaan klimmen, en vice versa. Voor (kleinere) groepsactiviteiten (zoals bvb klimscholen tot 10 à 20 deelnemers) moet uiteraard nog steeds de geijkte weg gevolgd worden (aanvragen via secretariaat KBF). Omdat het over 8 sites gaat, is het niet mogelijk om deze hier allemaal even uitgebreid te bespreken zoals dit klassiek in deze rubriek gebeurt. Daarom hebben we ze in de tabel hiernaast opgesomd.
Fond des Cris: http://infos-escalade.blogspot.com/2018/06/la-dalle-du-fond-descris.html Four à Chaux: pdf via https://clubalpin.be/location/642 Rocher Saint Anne (Tilff): pdf via https://clubalpin.be/location/119 Porche de Roiseux: https://www.camptocamp.org/ waypoints/102904/fr/le-porche-de-roiseux Roche aux Corneilles: bvb via: https://tsac.alpenclub.nl/ klimgebieden/subgebied/418 Rochers du Calvaire: bvb via https://tsac.alpenclub.nl/klimgebieden/ klimgebied/55?locale=nl_NL Rocher de Bretaye (Ozo): bvb via: https://www.bvlb.be/downloads/ Massieven/ozo-topo.pdf Roche à Frêne: http://echosrochassiers.blogspot.com/2018/06/laroche-frene.html
vlnr: Ozo / Bomal Calvaire / Bomal Corneilles / Roche à Frêne / Fonds des Cris, Chaudfontaine
65
SHOP HUTTEN Uitgebreid aanbod in de webshop In de KBF-webshop vind je een uitgebreide keuze aan topo’s, boeken en cursussen. Bekijk het volledige aanbod op www.kbfvzw.be > webshop Topo’s van de Belgische klimgebieden van 8 € tot 29 € Cursusboekje KVB 1, 2, 3 en 4 9,50 €
Boeken van 18 € tot 21 €
start
to
via
ferr n tec ata hniek e
inspir atie e
n
Merchandising Buff 15 €
met to via fe po’s van rrata d ’s in e Belg ië
De gezelligheid van een berghut in de Ardennen of de Hoge Venen Chaveehut - Rue de la Chavee 7, 5330 Maillen Ideaal gelegen tussen de verschillende rotsmassieven
Topo’s van de Belgische klimgebieden van 8 € tot 29 €
Je kan in de hut maaltijden krijgen, je dient hiervoor wel telkens op voorhand alles te reserveren. Het is ook mogelijk om zelf te koken in de trekkerskeuken of te barbecuen. Er zijn vier douches en een aparte wasgelegenheid voor dames en heren. Er kan geslapen worden op het lager (41 bedden) of op de familiekamers (3 kamers voor 6p, 1 kamer voor 4p, 1 kamer voor 2p). Uiteraard zijn alle ruimtes verwarmd. Er is mogelijkheid tot kamperen op de weide aan de hut.
oor Korting v de KBF, n a v n e d le andere NKBV of igingen! n Alpenvere
Vennhütte - Am Bahnhof 13, 4790 Burg Reuland Ideaal gelegen voor charmante wandelingen en fietstochten in de natuur
Er is plaats voor in totaal 32 gasten. Hiervan kunnen 20 gasten slapen op het lager (slaapzolder) in ruimtes van maximaal 8 personen. 12 gasten kunnen op kamers slapen van 2 tot maximaal 6 personen. Breng hiervoor zeker zelf je slaapzak, een 1 persoons hoeslaken en een kussensloop mee. Er is een modern sanitair, een goed uitgeruste keuken en een gezellige bar. In de hut kook je je avondmaal zelf. Ontbijt en lunchpakketten kunnen voorzien worden als je dit vooraf bestelt en betaalt. Info & reserveren: www.klimenbergsportfederatie.be/infochaveehut en www.klimenbergsportfederatie.be/Vennhütte
OPEN ROTSBEHEERDAG Pont-Ă -Lesse 28.03.2020
Programma/Inhoud - verwelkoming - context rotsbeheer BRT (te Pont Ă Lesse) - demo's route-aanleg & touwtechnieken bij rotsbeheer - deelname rotsbeheerswerken: er wordt voor gezorgd dat ook mensen met beperkte rotsklimervaring kunnen deelnemen, naast poetsen van de rotsen kan er ook geholpen worden aan onderhoud paden en terrassen Belangrijk Voorzie zeker aangepaste kledij die tegen een stootje kan, werkhandschoenen, stevig schoeisel, een helm en een middagmaal Aanmelden Graag op rotsklimmen@kbfvzw.be met opgave van na(a)m(en) deelnemers
67
67
WW.RAB.EQUIPMENT
BEYOND ALL LIMITATIONS
THE MYTHIC ULTRA REDEFINES WHAT IT MEANS TO BE ‘ULTRALIGHT’. USING A WORLD-FIRST, HEAT-REFLECTIVE FABRIC TREATMENT CALLED THERMO IONIC LINING TECHNOLOGY, THIS IS PREMIUM PROTECTION FOR THOSE COUNTING EVERY LAST GRAM.
68