7 minute read
WILD VAN NATUUR
from Klimop 2022 - 2
ERIK COOMAN
↓Biologisch en van hier in 't Schrijverke
Advertisement
LEVENDE NATUUR ÉN LEEFBARE LANDBOUW
De huidige intensieve landbouw legt een onhoudbare druk op milieukwaliteit, biodiversiteit en klimaat. In een vorige bijdrage had ik het over Myriam Dumortier (Universiteit Gent) die agro-ecologische landbouw als oplossing naar voren schoof. Die visie wordt niet door iedereen gedeeld. Een team van KU Leuven komt met een voorstel van “slimme zonering van landgebruik”. Dat zou het best gediend zijn door opsplitsing in drie compartimenten. Bepaalde Vlaamse politici pikken hier nu ook op in.
TE MOOI OM WAAR TE ZIJN?
In veel boeken wordt de (holistische) visie van Dumortier gedeeld. Zo verscheen onlangs “We eten ons dood. Hoe we met onze landbouw de wereld kunnen redden”, van Louis De Jaeger. De auteur wil oplossingen aanreiken die de planeet kunnen behoeden voor verdere aftakeling en tegelijk gezonde voeding produceren. Aan de basis ligt een goede bodemzorg en zero pesticidegebruik. Duurzame benaderingen passeren de revue: agro-ecologie, permacultuur, bodemvoedselweb, vegan farming, land sharing, voedselbossen, … Ze komen allemaal samen in “mozaïeklandbouw”. Dat is geïnspireerd door het Europese oerlandschap: een mix van bossen, open plekken en alles daartussenin. Wie een groot hart heeft voor deze planeet kan hier intuïtief alleen maar toe aangetrokken zijn. Maar waar is die overtuigende bewijsvoering dat haar of zijn model de wereld kan voeden? Betrouwbare wetenschappelijke basisgegevens zijn van primordiaal belang.
WAAR HET SCHOENTJE WRINGT
In Natuurfocus (2021, nr. 4, p. 157-165) brengen Olivier Honnay, conservatiebioloog, en collega’s van de KU Leuven, een kritische reactie op het werk van Dumortier. Enkele voorbeelden:
• De opbrengsten van bio-landbouw in Afrika zijn veel minder goed dan Dumortier aangeeft. • Ook in Europa blijft het productieverlies van bio-bedrijven aanzienlijk. • De effecten van klimaatverandering zouden bij bio-bedrijven nog meer doorwegen dan in de conventionele landbouw. • Als synthetische meststoffen worden afgewezen, zouden er te weinig organische meststoffen beschikbaar zijn. Om dat op te lossen, moeten er veel extra gronden worden in gebruik genomen (die anders naar natuur kunnen gaan).
STRAKS NOG EEN MONDJE MEER
Volgens de auteurs wijst niets erop dat de biolandbouw (alleen) het kan redden. Er is dat nuchtere feit dat onze planeet in 2050 twee miljard mensen meer te voeden heeft. Het toenemende inkomen in de wereld brengt ook een verschuiving mee naar meer consumptie van vlees, zuivel en plantaardige oliën, al is dit niet wenselijk. De Wereldvoedselorganisatie heeft het aantal kilocalorieën vastgelegd per persoon per dag. Om hieraan te voldoen zal de landbouwproductie sterk moeten stijgen. Sommige bronnen spreken over tien keer die van Frankrijk. Dat zou bijvoorbeeld neerkomen op een inbeslagname van ongeveer 85% van de nog resterende bosoppervlakte op aarde. Dat is niet om vrolijk van te worden. Hoog tijd voor het constructieve deel van dit artikel.
EN DE DERDE IS ERMEE WEG
Leuven is het roerend eens met Gent dat de vleesconsumptie, vooral van rundsvlees, naar beneden moet. Ze denken aan fiscale ontmoediging, aan inzetten van vleesvervangers en kweekvlees. Ook voedselverspilling moet krachtig worden aangepakt. Anderzijds relativeren ze dat er meer biodiversiteit zou zijn op bio-boerderijen. De meest kwetsbare soorten verdragen nu eenmaal geen bemesting, of die nu organisch is of niet. Hét doel in Europa en Vlaanderen moet zijn: de landbouwproductie in stand houden, milieuvriendelijker maken, afbouw van de veestapel en vrijmaken van landbouwland (zie verder). Het team van KU Leuven is overtuigd dat een systeem van compartimentering van het landschap gunstiger is voor het behoud van landbouwproductiviteit én biodiversiteit. Een eerste compartiment is voor de hoogproductieve landbouw. Productie staat centraal, maar garandeert een basismilieukwaliteit. Dit is duidelijk vandaag niet het geval. Toch zijn er technieken die zonder veel nadeel voor de productie de landbouw kunnen vergroenen: reductie van bodembewerking, gewasrotaties en “intercropping” (twee of zelfs meerdere gewassen samen inzaaien). De auteurs pleiten ook voor het gebruik van ”gentech”, waarbij resistentie tegen ziekten en plagen wordt ingebouwd in gewassen om zo gebruik van giftige en andere gewasbeschermingsmiddelen terug te dringen. De EU heeft hiervoor nog geen groen licht gegeven. Onnodig te zeggen dat dit een delicaat thema is. Akkerranden kunnen helpen voor de bestuiving en plaagbestrijding, maar zijn functioneel, in dienst van de productie. De landbouwers in dit compartiment produceren voor de lokale én de wereldmarkt.
Een tweede compartiment is de natuurinclusieve landbouw. Landbouw en biodiversiteit zijn hier nevengeschikt. Soorten als akkervogels vinden hier een plaats. Aandacht voor beheerovereenkomsten moet de biodiversiteit echt vooruithelpen. Kleinere percelen, grote diversiteit aan gewassen, beperking van de bemesting is de regel. Landbouwers in dit compartiment zijn laagproductief, hebben minder inkomsten en meer kosten, en worden daarvoor gecompenseerd. Ze kunnen zich concentreren op de lokale markten en de korte keten. De omvang van dit compartiment zou ongeveer zo groot kunnen zijn als die van de natuurgebieden en vormt een buffer rond onze
natuurgebieden.
In een derde compartiment, situeren zich onze natuurgebieden. Volgens het recente Natuurrapport zijn 90% van de nog bestaande natuurclusters in Vlaanderen kleiner dan 1 ha. Voor kwetsbare soorten is de versnippering te groot ↓
↑ Een driecompartimentenlandschap met van links naar rechts: Natuur, natuurinclusieve landbouw en hoogproductieve landbouw Bron: https://community.rspb. org.uk/ourwork/b/science/posts/ sparing-or-sharing
om een leefbare populatie aan te houden. Van kleine landschapselementen in landbouwgebied verwachten de auteurs ook geen soelaas, dus moet de oppervlakte van onze natuurgebieden drastisch omhoog. Momenteel wordt twaalf procent van de landbouwoppervlakte niet aangewend om aan landbouw te doen. Zegge en schrijve 70.000 ha ingenomen door het fenomeen van residentialisering: wellness-boerderijen, paarden houden, alpaca’s… Daarvan vinden de onderzoekers dat deze grond beter naar natuur kan gaan, net als land dat op langere termijn vrijkomt door afbouw van de veestapel. Dat derde compartiment kan in onze riviervalleien ook een belangrijke bufferrol spelen tegen overstromingen.
De auteurs stellen dat hun visie nog bijlange niet alle aspecten in de weegschaal legt. Zo is er de noodzaak om schadelijke subsidies geleidelijk af te bouwen, het responsabiliseren van toeleveringsbedrijven om hun leveranciers duurzamer te maken (bijvoorbeeld vrij van ontbossing) en het in rekening brengen van de milieukost bij de productie. Ze beklemtonen dat ook in het compartimenten model, de hoogproductieve landbouw geen business as usual mag verwachten, én dat er plaats is voor de holistische bio-landbouw. En tot slot een uitdrukkelijke oproep om alvast met enkele proefprojecten te starten. Want ja, “the proof of the pudding is in the eating”, om bij ons onderwerp te blijven.
POLITIEK À LA FLAMANDE?
Dat “driecompartimentenlandschap” is ook het uitgangspunt voor de conceptnota Pax Naturae van Open VLD. Hiermee willen ze het conflict tussen natuur en landbouw overstijgen in zaken als stikstofproblematiek, bouwshift, open ruimte. Verzoening dus. Maar, zo gesteld vernauw je die maatschappelijke problemen tot een onderonsje tussen natuur en landbouw! Daarnaast zit er ook een nieuwe regelgeving aan te komen. Natuurpunt staat heel kritisch tegenover het voorstel. Het mag er op papier redelijk en evenwichtig uitzien. En inderdaad de natuur moet drastisch uitbreiden, en is vragende partij. Maar hoe ga je dat realiseren? Wie zal bereid zijn privégronden af te staan? Onhaalbaar volgens velen. En wat met de resterende natuur in landbouwgebied? Neem nu West-Vlaanderen, een provincie waar zelfs veel algemene soorten nu ook op de rode lijst dreigen te geraken. Die soorten handhaven zich nu nog met moeite via de kleine landschapselementen en restgronden. Hoe gaan die overleven in die hoog intensieve landbouwpercelen na de grondendeal? Ook de KU Leuven gaat hieraan voorbij.
In het Vlaams Parlement is de discussie gestart met de belanghebbende partijen. Ook in het Verenigd Koninkrijk loopt de discussie over het driecompartimentenmodel als norm voor de hertekening van het voedselsysteem (National Food Strategy).
Noot van de redactie: (N)iets nieuws onder zon?
Het compartimenten model voor landbouw en natuur wordt voorgesteld als een nieuwe en originele aanpak waar iedereen beter van wordt. Maar zo nieuw lijkt het idee niet. Het Vlaams Natuurdecreet definieerde al in 1997 nieuwe ruimtelijke categorieën: het VEN (Vlaams ecologisch netwerk) omvatte alle gebieden waar natuur het hoofddoel was en moest een substantiële meer oppervlakte natuur opleveren. In het IVON (integraal verwevings- en ondersteuningsnetwerk) zouden natuur, landbouw en recreatie in evenwicht naast elkaar bestaan. De landbouwfunctie zou dan weer primeren in de HAG (herbevestigde gebieden van de agrarische structuur ) waar echter een basismilieukwaliteit moet worden gehandhaafd. Na 25 jaar zijn deze gebieden echter nog steeds niet volledig afgebakend. Natuur moet nog knokken voor elke meter uitbreiding en het landbouwgebied is geëvolueerd naar een semi industrieel landschap waar natuurwaarden ongewenst zijn. Het compartimenten model voor het landschap lijkt deze indeling terug op te vissen, evenwel zonder duidelijke garanties voor een herstel van kwetsbare natuurwaarden én met het risico dat een minimale natuur-en milieukwaliteit in gebieden met hoog intensieve landbouw zoals in West-Vlaanderen nooit gehaald wordt. Dit lijkt dus niet het goeie antwoord op de biodiversiteitscrisis.
↓Toekomstig landbouwlandschap in het compartimenten model