Kunstschrift 2017/2 De Stijl / The Style

Page 1

17

aa ns St te k i j l 19 17 e l -20 i j

de

ke

€ 10,75

JAAR

40

kunstschrift


KUNSTSCHRIFT is een tweemaandelijkse uitgave van Kunst en Schrijven bv, Amsterdam/Zutphen 61ste jaargang, nr 2 april/mei 2017 REDACTIE

hoofdredactie Mariëtte Haveman eindredactie Annemiek Overbeek beeldredactie Andrea Müller-Schirmer redactieraad Paul van den Akker Ann-Sophie Lehmann Ruud Priem VORMGEVING

Omar Saiid Saiid & Smale, Amsterdam REDACTIEADRES

ook voor informatie over uw abonnement, het bestellen van losse nummers, opzeggingen, adreswijzigingen en plaatsen van advertenties Kunstschrift Postbus 10859 1001 EW Amsterdam 020-6251607 0575-431182 info@kunstschrift.nl kunstschrift@xs4all.nl www.kunstschrift.nl LITHOGRAFIE EN DRUK

Wilco Art Books, Amersfoort AANMELDEN EN VRAGEN ABONNEMENT

Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest 0900-226 52 63 klantenservice@aboland.nl • jaarabonnement (6 nummers) € 56,00 • studenten en 65+ € 52,50 • buiten benelux € 70,00 korting van € 1,50 bij betaling met automatische incasso • proefabonnement (3 nummers) € 27,50 • losse nummers € 10,75 (exclusief verzendkosten) • linnen bewaar­band € 17,50 (inclusief verzendkosten) Om het abonnement op te zeggen hanteren wij een termijn van twee maanden. Adreswijzigingen ontvangen wij graag drie weken van tevoren op het mailadres info@kunstschrift.nl issn

0166-7297

AFBEELDING OMSLAG

Raymond Hains, Hommage à Mondrian et à Chirico, 1971 • hout en karton, 97 x 50,5 x 19 cm • Centre Pompidou, Parijs (foto RMN) AFBEELDING INHOUDSPAGINA

Kerry James Marshall, De Style, 1993 • acrylverf en collage op doek, 264 x 310 cm • Los Angeles County Museum of Art Kunstschrift is ook te volgen op facebook. Wilt u iets vragen of meedelen, en op de hoogte gehouden worden, zoek ons dan op www.facebook.com/kunstschrift

2

Het domein van de lijn Mariëtte Haveman

34

Het testament van een visionair Theo van Doesburg en zijn Aubette

8

Over de oude droom van een universele kunst

Stefan Kuiper

42

Joost Keizer

De Stijl van het nieuwe millenium

12

Wat de bomen zeggen Mondriaans weg naar de moderniteit

Anton Anthonissen en Ever t van Straaten

46

Hans Janssen

Het universum van PS

24

collage van Patty Struik

Tussen twee vuren

50

Bart van der Leck Mariëtte Haveman

26

Mooi als een Mondriaan Het meesterwerk van Gerrit Rietveld

Kunstschrift pakt uit

52

De keus van Kunstschrift

Wim Denslagen

32

Een zuivere idealist Peter Alma Marieke Jooren

De aanstekelijke Stijl Mondriaan was het strijkvlak, Van der Leck de lucifer en Van Doesburg degene die de boel deed ontvlammen. Zo kun je de geschiedenis van de Nieuwe Beelding in een luciferdoosje samenvatten. ‘Veralgemening’ was het doel: een vorm vinden waaruit alle toevalligheid was weggezeefd. Een koele wereld zonder ornament. Maar direct onder het oppervlak sluimerde een subtiel gevoel voor vorm, sfeer en – ja. Stijl.


Op vrijdag, 5 mei geeft kunsthistorica Gees-Ineke Smit een lezing in het Kröller-Müller Museum over Hélène en De Stijl. Lees meer hierover op p. 48

In The Style combineert Kerry James Marshall zijn Afro-Amerikaanse achtergrond met de geometrische en platte kleurvlakken die voor De Stijl kenmerkend zijn, zoals bijvoorbeeld te zien in de gele prullenbak en de rood-witte ladenkasten.


HET DOMEIN VAN DE LIJN 1 Collage van een foto uit

1925 van Café de Unie aan de Coolsingel in Rotterdam en de ontwerptekening van architect J.J.P. Oud uit hetzelfde jaar. Café de Unie werd in 1940 tijdens het bombardement op Rotterdam verwoest; in 1986 is het gereconstrueerd aan de Mauritsweg.

2

Wie vandaag vanuit het Centraal Station Den Haag in loopt stuit op een gimmick: in de Hofvijver dobberen rode, gele en blauwe rechthoeken, vermoedelijk van plastic, als modernistische badeenden in de rondte. Een stukje gesubsidieerde overheidskunst? Verder lopend ontdekt de wandelaar steeds meer rode, blauwe en gele vlakjes in etalages en restaurants, al dan niet knipperend of eetbaar [2-4]. Sommige grappig, veel een beetje melig. Daardoor weet je dat het over een paar maanden weer grondig gedaan is met de liefde voor De Stijl. En dat is jammer, want van dichtbij bekeken zijn er niet alleen clichés maar ook uitzonderlijk mooie dingen gemaakt in het idioom van de grote rechtlijnigheid. Vandaag nog vind je kunstenaars die er iets van kunnen maken dat verrast en de kij-

M A R I E T T E H AV E M A N

ker tot een soort stilte maant: zo rustig en simpel en afgewogen kan kunst zijn. Het idee dat er een omslag mogelijk was naar een compleet ontworpen wereld in het kielzog van een kunst die schoner, smaakvoller, intelligenter, beter was dan die die al bestond. Dat was het uitgangspunt, honderd jaar geleden. Vandaag hebben de openbare inrichters het eenheidsidee met goede reden verlaten, maar tot in de jaren zestig was het leidende bouwprincipe aan deze opvatting ontleend. Ikzelf bracht mijn kleuterjaren door in zo’n wijkje met verantwoorde drive-inwoningen, afgewisseld door flats. Wonen in een kunstwerk zoals Van Doesburg en zovelen met hem voorstonden. Alleen was de realiteit een stuk


KUNSTSCHRIFT 2/2017 DE STIJL

>2 Façade van het stad-

huis in Den Haag met ‘de grootste Mondriaan ter wereld’; ontwerp studio VollaersZwart, Rotterdam, 2017 3 Mondrian cake van Cait-

lin Freeman, banketbakker en auteur van het boek Modern art desserts, San Francisco 2013 4 De Hofvijver in Den

Haag met drijvende vlakken in de primaire kleuren ter gelegenheid van 100 jaar De Stijl; ontwerp studio VollaersZwart, Rotterdam, 2017

saaier dan de droom. Vlaardingen, Amsterdam Osdorp, Utrecht Overvecht: geen winkel of café te bekennen en alle huizen identiek. Dat je er zo geweldig kon spelen was te danken aan de bouwputten en zandhopen die toen nog minder goed werden bewaakt dan nu. Kijk naar de foto’s van daarvoor, uit de jaren twintig en eerder, en je snapt ze beter, de vroege modernisten, de goochelaars van het Circus De Stijl. De negentiende eeuw heeft geweldige dingen voortgebracht, waaronder het socialisme en de opera, maar ook veel industriële armoe. En daarop was de nieuwe hygiëne nog niet zo’n slecht antwoord. Maar de kunst radicaal moderniseren, hoe doe je dat? Terugkijkend lijkt het vanzelfsprekender dan het was. De kunstgeschiedenis heeft zichzelf inmiddels ook opgeruimd tot iets wat past in een grafiek. Dat opruimen begon al vroeg met de vaststelling dat er in de kunst twee wegen naar Rome

leiden: een bochtige en een rechte. De bochtige volgde het fauvisme en de kunst van Gauguin en Van Gogh. Pasteus, wollig, rijk aan expressie. Het domein van de toets. De rechte kwam voort uit de school van Cézanne en Seurat. Strak en schoon. Het domein van de lijn. Dit beeld werd in 1936 gecanoniseerd door Alfred H. Barr op het omslag van de catalogus bij zijn tentoonstelling Cubism and Abstract Art [6]. Elke paus (m/v) van de moderne kunst sindsdien laat er zijn of haar blik door bepalen. Recht of krom, dat is de vraag. Rudi Fuchs zegt dat hij het helemaal zelf heeft bedacht, en misschien is dat waar, maar anderen waren hem voor. In de Nederlandse kunst van de jaren twintig heeft recht het pleit gewonnen, en veel commentatoren vinden dat logisch, wijzend naar de Hollandse volksaard. Maar gezien de voorgeschiedenis in de kunst is het een wonder. Want als er iets is wat de Hollandse schilders van oudsher konden, van

3


5 Piet Mondriaan

Compositie in ovaal, 1913 • olieverf op doek, 94 x 78 cm • Stedelijk Museum, Amsterdam 6 Schema met de ontwik-

keling van de moderne kunst tussen 1890 en 1935, ontworpen in 1936 door Alfred H. Barr, Jr., de eerste directeur van het Museum of Modern Art in New York

4

Hals tot Van Gogh en ver daar voorbij, was het lekker schilderen. Carel Blotkamp besteedt in zijn essay in Kunstschrift 2/2013, ‘De Hollandse toets: chauvinistische notities’, mooie woorden aan die toets, die hij dan aanduidt als ‘een rijk verftapijt, met dwarse streken in verschillende richtingen’. Zo typeert hij het werk van Breitner, Van Dongen – en ook, ja hij ook: Mondriaan! Ik citeer nog even door, omdat de beschrijving zo fraai, zo to the point en in deze context zo verrassend is: ‘Mondriaan was nog maar kort uit Nederland vertrokken toen hij in 1913 in Parijs een serie kubistische schilderijen maakte die tot het beste behoren dat in de invloedssfeer van Picasso en Braque is ontstaan.’ En dan volgt een beschrijving van Mondriaans Compositie in ovaal [5]. Mondriaans kubisme, schrijft Blotkamp, was ‘vloeiender en atmosferischer, geheel in het verlengde van de met brede kwast geschilderde zeegezichten die hij in 1909 in Domburg had gemaakt’. En dan: ‘Ik vind eigenlijk Mondriaans toets, zijn strenge reputatie ten spijt, mooier en rijker dan die van Picasso.’ Ziezo. De hele tweedeling kan op de helling, met dank aan Carel B.

Ga kijken in het Kröller-Müller, het Stedelijk en het Haags Gemeentemuseum en laat je overtuigen: als de rechte lijn hier te lande het pleit won, was dat grotendeels te danken aan de fantastisch subtiele schildertechniek van Mondriaan. En (voegen wij er even aan toe) aan de fijnzinnige composities van Van der Leck. Mooi (intelligent, goed bedacht, goed gemaakt) wint niet altijd maar toch wel vaak, in de kunst. Al het andere, de theorieën, de maatschappijverbeelding, noem maar op, is het schuim dat meekomt in het kielzog. Nu is er met de kunst van Mondriaan en Van der Leck een hele hoop bijzaak meegespoeld. Zelf geloofden ze er ook wel in, min of meer; dat de wereld beter zou worden met een schonere kunst. Het hele modernisme als isme, met alle ideeën over zuivering en vernieuwing bereikte de oevers van de westerse kunst aan weerszijden van de Atlantische Oceaan [7-8]. Van Doesburg was de vlootkapitein, hij hanteerde de megafoon, deelde klappen uit en bracht het modernisme op zijn eigen manier in de praktijk. Velen volgden. Wat wilden de modernisten nu precies, afgezien van geweldige kunst maken?


KUNSTSCHRIFT 2/2017 DE STIJL

Allemaal zijn we van kruin tot teen dateerbaar. Maar toch blijven we graag geloven dat dat niet zo is. Twee dingen tegelijk die eigenlijk onderling strijdig waren: ze wilden kunst maken die tijdloos was, én kunst die volstrekt van nu was. Zoals veel mensen geloofden zij dat het ‘nu’ een eindpunt, en daarmee tijdloos was. Dat was en is een illusie; het nu van 1917 was net zomin tijdloos als dat van 2017. Allemaal zijn we van kruin tot teen dateerbaar. Maar toch blijven we graag geloven dat dat niet zo is. En in de jaren kort na de Eerste Wereldoorlog was de neiging tot dat geloof nog iets groter. Het heden moest worden verschoond van het verleden. Daar kwam het op neer. De gedachte was dat vooral het ornament modegebonden was. Daarom moest dat als eerste het raam uit. Latere modernisten als Le Corbusier prezen de stad New York omdat die helder was, ‘gedetermineerd met euclidische helderheid’, en ook een zuivere uiting van de tijd. ‘[...] a fantastic, almost mystical city rising up in the mist. But the ship moved on and the apparition was transformed into an image of incredible brutality and savagery. […] This brutality and savagery do not displease me. This is how great enterprises begin: through strength.’ Zo citeert Wim Denslagen hem in zijn belangrijke boek Observations on urban aesthetics (2016).

Brutality en savagery was goed, vond Corbu, zoals ook Pevsner in Theory and design in the first machine age (1960) het brutalisme verdedigde omdat het de tijd zo goed reflecteerde. Maar ‘de tijd’ is wat wij er zelf van maken. Stampen we de wereld vol woonfabrieken? Dan hebben we dat zelf gedaan, en het wordt er niet beter op wanneer we dat doen in het voetspoor van de heilsprofeten. Hiermee stuiten we op de donkere kant van het latere modernisme. Zo ver was het in 1917 nog lang niet. Toen was het modernisme nog licht en veelbelovend, de kunstwerken waren relatief klein, de meubels vrolijk en de gebouwen overzichtelijk. De kleuren van Van der Leck en Rietveld moeten weldadig hebben gestraald in het toch wat grijzige licht van die tijd. En in de kunst van nu is wereldwijd nog steeds te zien hoe inspirerend die vroege moderne kunst was.

7 Barnett Newman

Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue III, 1967 • olieverf op doek, 245 x 543 cm • Stedelijk Museum, Amsterdam. Te zien op de tentoonstelling De Kleuren van de Stijl, van 6 mei t/m 3 september in Kunsthal KAdE in Amersfoort. Daar ligt de nadruk op het kleurgebruik van de leden van De Stijl en kunstenaars die na WO II kleur als zelfstandig element opvoeren.

Mariëtte Haveman is hoofdredacteur van Kunstschrift

5


DE KUNST VAN KELLY Met zijn kraakheldere kunst geldt Ellsworth Kelly (1923-2015) als de uiterste doorvoering van de principes van De Stijl. Zelf zag hij dat niet zo. In een gesprek met Jhim Lamoree in Vrij Nederland legt hij de vinger heel precies op de zere plek: ‘Ik doe geen visuele voorstellen voor harmonischer verhoudingen, voor het oplossen van alle tegenstellingen’, legde hij uit. ‘Mijn werken verwijzen alleen maar naar zichzelf. Ze zijn in zichzelf genoeg, zoals andere fenomenen: een boom, een vork, een huis en ga zo maar door. Ze zijn er, meer niet.’

6

Dat is een uitspraak die zowel het werk van Mondriaan als dat van hemzelf recht doet. Inderdaad was het zoeken naar harmonie voor Mondriaan een stille drijfveer, die de geheimzinnige aantrekkingskracht van zijn werk voor een groot deel verklaart. Elk beeld, van eenvoudig tot complex, wordt bepaald door een subtiele, onderhuidse balans. Bij Kelly is het juist de imposante beslotenheid die de kijker in zijn wereld verplaatst. Ze zijn er, die werken, zoals schaduw, of licht op water er zijn; woordeloze poëzie eerder dan idee. Zelf ziet hij


zichzelf daarom meer als een nazaat van Matisse. De schaal speelt een rol: de werken van Kelly, net als die van Kenneth Noland en Frank Stella, zijn bijna altijd groot. Kleurenvelden om in te verdrinken. Maar in de dynamiek van de moderne kunstgeschiedenis is de lijn van Mondriaan naar Kelly onmiskenbaar. Zonder De Stijl had de kunst van Kelly niet bestaan. Hij bevindt zich op een scharnierpunt tussen De Stijl en de minimal art en postpainterly abstraction na hem, een route waarvan de Amerikaanse criticus Clement Greenberg een architect was.

Is dat belangrijk? Ja en nee. Op het grote podium van de moderne kunst is de plaats die men inneemt meestal belangrijk. Kunstenaars als Kelly ijken hun werk heel precies aan dat van voorgangers en tijdgenoten: ‘Mijn werk is meer dit dan dat, ik wil geen beelden componeren, ik wil ze vinden’, enz. Uitspraken die allemaal een plaatsbepaling impliceren in het grote verhaal. En nee, die plaatsbepaling vormt natuurlijk geen verklaring waarom zijn werk mooi is. Waarom het werkt. Om dat te ervaren moet je ervoor staan. MH

8 Ellsworth Kelly

Series of five paintings, 1966 • olieverf op doek, vijf delen van elk 178 x 356 cm • Kröller-Müller Museum, Otterlo

7


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.