â‚Ź 11,-
Uit het leven van
Maria van Gelre
KUNSTSCHRIFT is een tweemaandelijkse uitgave van Kunst en Schrijven bv, Amsterdam/Zutphen 62ste jaargang, nr 4 augustus/september 2018 REDACTIE
hoofdredactie Mariëtte Haveman eindredactie Annemiek Overbeek beeldredactie Andrea Müller-Schirmer redactieraad Paul van den Akker Ann-Sophie Lehmann Laurens Meerman Ruud Priem Margriet Verhoef VORMGEVING
Omar Saiid Saiid & Smale, Amsterdam REDACTIEADRES
ook voor informatie over uw abonnement, het bestellen van losse nummers, opzeggingen, adreswijzigingen en plaatsen van advertenties Kunstschrift Postbus 10859 1001 EW Amsterdam 020-6251607 0575-431182 info@kunstschrift.nl kunstschrift@xs4all.nl www.kunstschrift.nl LITHOGRAFIE EN DRUK
Wilco Art Books, Amersfoort AANMELDEN EN VRAGEN ABONNEMENT
Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest +31(0)251-25 79 24 klantenservice@aboland.nl • jaarabonnement (6 nummers) € 57,– • kortingsabonnement 65+ € 54,• abonnement buitenland € 70,– korting van € 1,50 bij betaling met automatische incasso • studentenabonnement (max. drie jaar) € 48,– • proefabonnement (3 nummers) € 28,– • losse nummers € 11,– (exclusief verzendkosten) • linnen bewaarband € 17,50 (inclusief verzendkosten) Om het abonnement op te zeggen hanteren wij een termijn van twee maanden. Adreswijzigingen ontvangen wij graag drie weken van tevoren op het mailadres info@kunstschrift.nl issn
0166-7297
AFBEELDING OMSLAG VOORZIJDE
Detail van miniatuur in Christine de Pizan, Oeuvres, Parijs ca. 1413 • zie ook afbeelding 14 AFBEELDING OMSLAG ACHTERZIJDE
Portret van Maria van Gelre ten voeten uit met gebedenboek in de hand, miniatuur in het gebedenboek van Maria van Gelre, ca. 1415 • zie ook afbeelding 1 en 39 AFBEELDING INHOUDSPAGINA
De losse katernen van het gebedenboek van Maria van Gelre • Staatsbibliothek zu Berlin (foto Dick van Aalst/Radboud Universiteit) Kunstschrift is ook te volgen op facebook. Wilt u iets vragen of meedelen, en op de hoogte gehouden worden, zoek ons dan op www.facebook.com/kunstschrift
E
Een adellijk meisje uit Frankrijk was Marie d’Harcourt toen ze werd uitgehuwelijkt aan de hertog van Gulik en Gelre. Van haar daaropvolgende leven is een smal maar poignant spoor te volgen. Dat spoor getuigt van een leven gevuld met hoop, tegenslag en vrees, maar ook van een wereld waarin vrouwen zich lieten gelden.
2
20
Een Française met gevoel voor stijl
Oog in oog met Maria van Gelre
Annemiek Overbeek
Johan Oosterman
8
Kleine biografie
10
Machtige dames Margriet Verhoef
30
Haar trouwste metgezel Micha Leeflang
38
Een vrouw met een visie Dorien Tamis
48
Uit de keuken van de kunstgeschiedenis • Claudia Cosma Street Art Museum
• Judith van Meeuwen Dit Kunstschrift is gemaakt
LEZING & LUNCH
in samenwerking met de
Op 19 oktober aanstaande
tentoonstelling Ik, Maria van
organiseren we voor lezers van
Gelre, die op 13 oktober opent
Kunstschrift in Museum het
in het Nijmeegse Museum het
Valkhof in Nijmegen een lezing
Valkhof.
over Maria van Gelre door gastconservator Johan Oosterman,
Werken in dit Kunstschrift
gevolgd door een lunch en bezoek
gemarkeerd met een
aan de tentoonstelling. Meer
zijn
op de tentoonstelling te zien.
over deze dag vindt u op p. 46.
Het geheugen van de tentoonstellingsmaker 4 Meta Knol
• De keus van de kunstenaar 4 Adzer van der Molen
FRançaiSe met gevoel voor stijL een
ANNEMIEK OVERBEEK
In de kluis van de Staatsbibliothek in Berlijn bevond zich jarenlang een doos waarop te lezen viel: Für die Benutzung gesperrt! De inhoud bestond uit een stapel losse katernen met meer dan honderd miniaturen die te kwetsbaar werden geacht om te worden vertoond. Die katernen vormen samen het gebedenboek dat Maria van Gelre in 1415 voor zichzelf liet maken. Maria van Gelre? Weinigen hebben van haar gehoord. Haar tijdgenoten Jacoba van Beieren en Katherina van Kleef zijn bekender. Jacoba kreeg acht jaar geleden nog een grondige biografie; aan het getijdenboek van Katherina van Kleef wijdden wij in 2009 een Kunstschrift, bij de gelijktijdige tentoonstelling in Museum het Valkhof. In datzelfde museum krijgt Maria van Gelre nu ook de aandacht die zij verdient. Voor Kunstschrift reden genoeg om opnieuw een nummer te wijden aan een heldin uit vroegere tijden. We weten zelfs van een ontmoeting die tussen deze twee adellijke vrouwen nog heeft plaatsgevonden, bij de doop van het jongere broertje van Katherina – zij het dat Katherina toen pas twee jaar was, en Maria al een volwassen vrouw. De opgeleefde belangstelling is te danken aan Johan Oosterman, hoogleraar oudere Nederlandse letterkunde in Nijmegen. Hij bewerkstelligde de bevrijding van Maria’s gebedenboek uit die Berlijnse kluis. Met grote inventiviteit en onvermoeibaar enthousiasme gaf hij de aanzet tot restauratie in Berlijn, en onder de indruk geraakt van de kwaliteit van de tekst en de miniaturen in het gebedenboek begon hij een uitgebreid onderzoek naar de opdrachtgeefster. En zo vond hij, verspreid in archieven, kloosters en kerken, een groot aantal oorkonden en aktes, rekeningen van maaltijden en een enkele brief, die allemaal iets vertellen over het leven van deze Maria. Heel bijzonder zijn enkele textielfragmenten die ooit deel hebben uitgemaakt van Maria’s garderobe.
2
KUNSTSCHRIFT 4/2018 MARIA VAN GELRE
Maria van Gelre was een Française. Ze werd in 1380 geboren als Marie d’Harcourt in een adellijk gezin in Normandië, iets ten zuiden van Rouen. Haar moeder Catherine de Bourbon was een nicht van koning Karel VI, wat verklaart dat zij na de dood van Maries vader in 1388 naar Parijs verhuisde en een aanzienlijke positie aan het Franse hof verwierf voor zichzelf en haar dochter. De achtjarige Marie moet overweldigd zijn geweest door de overdaad en de uitbundige feesten in deze kringen. De jaren die Marie aan het hof doorbracht, zullen haar op elk gebied hebben gevormd. De hofintriges, de luxe van het leven in een verfijnde ambiance, al die dingen heeft ze van nabij meegemaakt. Parijs gold in die jaren als het centrum van de internatio-
nale gotische stijl. De beste goudsmeden, ivoorsnijders, tapijtwevers en schilders van Europa trokken naar Parijs in de hoop de aandacht te trekken van de vorstelijke opdrachtgevers. In die omgeving werd een hoofs ideaal van liefde en toenadering gecultiveerd; amoureuze toespelingen vonden hun weg in muziek en poëzie, en niet in de laatste plaats in de uitwisseling van bijzondere en kostbare geschenken. Een verliefde man kon toenadering zoeken tot zijn beminde door het schenken van een versierde kam of een spiegeldoosje van ivoor [3, 4], een gouden ring met een saffier of smaragd [7], zijden zakdoeken of kousenbanden – allemaal luxe gebruiksvoorwerpen die een vrouw dicht op de huid draagt. Ook de latere Maria van Gelre zal een aantal
<1 Portret van Maria van Gelre met gebedenboek in de hand, detail van miniatuur in het gebedenboek van Maria van Gelre, ca. 1415 • Staatsbibliothek zu Berlin (SBB-PK mgq42, fol. 19v) • zie ook afbeelding 39 2 Het uit elkaar genomen gebedenboek van Maria van Gelre in de Staatsbibliothek zu Berlin • zie ook afbeelding inhoudspagina
3
3 Deksel van spiegeldoosje met voorstelling van een man die zijn geliefde een kam schenkt, Venetië, ca. 1400 • ivoor, 9,8 x 9,5 cm • The Walters Art Gallery, Baltimore 4 Kam met voorstelling van muzikanten en geliefden, Venetië, ca. 1400 • ivoor, 11,6 x 15,8 cm • Victoria & Albert Museum, Londen >5 Wandtapijt met verlovingsscène, Parijs, ca. 1400-1410 • wol, zijde en gouddraad, 204 x 151 cm • Musée des Arts Décoratifs, Parijs
4
van dit soort geschenken in haar bezit hebben gehad. Van 1396 tot 1405 was zij hofdame van de Italiaanse Valentina Visconti, de echtgenote van Louis d’Orléans, de jongere broer van de koning. In die functie zal zij zeker een ivoren kam met frivole toespelingen hebben gekregen, zoals die in de mode waren in Venetië. Een of meer juwelenkistjes heeft
zij zeker bezeten [6]. Ook die waren vaak versierd met amoureuze toespelingen: hartjes en ineengeslagen handen, bloemen en vogels, de jacht, muziek en spelletjes. Een eerste glimp van Marie is te zien op een miniatuur uit omstreeks 1400 waarop Valentina Vis-conti een boek in ontvangst neemt, met op de achtergrond twee hofdames [17]. In een van de twee elegante gestaltes achter Valentina zien we vermoedelijk Marie. Een realistisch portret is dit natuurlijk niet. Ook de afbeelding die zij zo’n vijftien jaar later van zichzelf liet maken in haar nu uit zijn kluis bevrijde gebedenboek, mogen we niet beschouwen als een echt portret. Hooguit geeft de modieuze houppelande die ze draagt iets prijs van vertrouwdheid met de laatste mode van die tijd [39].
KUNSTSCHRIFT 4/2018 MARIA VAN GELRE
5
6 Kistje versierd met leeu-
wen, Frankrijk, ca. 1400 • geschilderd en verguld beukenhout met beslag van vergulde koperlegering, 14 x 20,9 x 13,8 cm • Victoria & Albert Museum, Londen 7 Gouden ring met grote saffier en een van de oorspronkelijk vier smaragden, Frankrijk, ca. 1400 • Victoria & Albert Museum, Londen 8-9 Een van de drie liturgische gewaden die Maria in 1426 schonk aan een abdij in Altenberg • gouden weefsel met versiering in rood en groen zijdefluweel; goud en gekleurd zijdeborduursel • St. Maximilian, Düsseldorf (in 1805 overgenomen van de cisterciënzer abdij in Altenberg)
6
In 1405 trouwde Marie met Reinald IV, hertog van Gelre en Gulik, graaf van Zutphen, en vanaf dat moment ging zij door het leven als Maria van Gelre. Parijse luxe kon Reinald haar niet bieden. Er was geen vast hof, er moest gereisd worden langs vele residenties: kasteel Rosendael, Grave, Nijmegen, Zutphen, Nijmegen [22]. Maar de Franse verfijning, onder andere belichaamd in een aanzienlijke bruidsschat, vergezelde Maria in 1405 op haar reis naar het noorden. En het is goed voorstelbaar dat zij vooral de kleinere kostbaarheden in kistjes bij zich hield. Naast het uitwisselen van wereldse cadeaus zoals dat aan het hof gebruikelijk was, bestond er ook een religieuze en devotionele vorm van schenken, waar
Maria en haar echtgenoot veel werk van maakten. In de archieven is veel te vinden over giften in natura aan religieuze stichtingen, kerken en kloosters. Met haar geboekstaafde opdrachten om sieraden en gewaden te laten maken, en schilderingen ter verfraaiing van kerken en kapellen, komt Maria in beeld als een onvermoeibare vrouw die niet bang was stevig te onderhandelen over de uitvoering van een werkstuk. Tegelijk geeft haar gebedenboek het een en ander prijs over haar gedachten over leven en dood. En als door een wonder is iets van haar kleding bewaard gebleven: een tastbaar bewijs van haar goede smaak. Het gaat daarbij om een zogeheten driestel: drie liturgische gewaden, namelijk een kazuifel en twee dalmatieken. Dit ensemble, gemaakt van uiterst kostbare stoffen, schonk Maria met haar tweede echtgenoot Ruprecht, hertog van Gulik en Berg, in 1426 aan de cisterciënzer abdij in Altenberg [8-9]. Het bijzondere van die schenking is dat de gewaden zijn gemaakt van een jurk van Maria zelf. De stof, vervaardigd in Italië, bestaat uit een gouden weefsel met fluwelen versiering in rode en groene zijde. Vermoedelijk ging het hier om de bruidsjapon die ze had gedragen bij haar huwelijk
met Ruprecht. Zo’n kledingstuk werd doorgaans maar één keer gebruikt. Het opmerkelijke tweede leven van deze stof zegt iets over de betekenis van materiële bezittingen in de vijftiende eeuw. Kostbare stoffen werden klaarblijkelijk eerder hergebruikt dan te worden veroordeeld tot een doelloos voortbestaan in een kist. En dat deze drie gewaden zo goed bewaard zijn gebleven – in de negentiende eeuw zijn ze voorbeeldig gerestaureerd door de nonnen van het destijds op dit gebied vermaarde klooster Schwestern vom Armen Kinde Jesu in Aken – maakt duidelijk dat de geestelijken deze schatten wisten te waarderen. Het toegevoegde borduurwerk was gemaakt in Frankrijk en de gewaden zijn vermoedelijk in Keulen in elkaar gezet – de plaats waar Maria’s tweede huwelijk plaatsvond. Voor moderne oren klinkt dat een beetje navrant, maar misschien moeten we er niet al te veel achter zoeken. Heel aansprekend is het modern aandoende bloemenpatroon van de stof: schuin oplopende ranken van waaierbloemen en regelmatig terugkerende rode rozen en groene blaadjes. Een versiering die inderdaad eerder associaties oproept met een mooie jurk dan met een kazuifel. Annemiek Overbeek is eindredacteur van Kunstschrift
7
Kleine biOgrAfie Marie d’Harcourt stamde uit een Normandische familie. Ze werd geboren op 24 februari 1380 in La Saussaye, zuidelijk van Rouen. Haar moeder, Catherine de Bourbon, was een tante van de Franse koning Karel VI. Zij bezorgde haar dochter toegang tot de hoogste Parijse hofkringen. Vanaf 1396 was Marie hofdame van de Italiaanse Valentina Visconti, de vrouw van Louis d’Orléans. Hij was een broer van de Franse koning Karel VI en de neef van Marie. Aan dit hof maakte Marie kennis met tal van kunstenaars, geleerden en schrijvers. De bekendste daarvan was Christine de Pizan, eveneens Italiaanse. Zij droeg de opvatting uit dat vrouwen in niets hoeven onder te doen voor mannen. Op 12 mei 1405 trouwde Marie met Reinald IV, hertog van Gulik en Gelre en graaf van Zutphen, als onderdeel van een politieke alliantie die hij sloot met Frankrijk. Het huwelijk vond plaats in Crécy, oostelijk van Parijs. Maria moest, aldus het huwelijkscontract, voor wettig nageslacht zorgen. Reinald, die ongeveer veertig jaar oud was, had zes bastaardkinderen maar die speelden geen rol in de opvolging. Marie d’Harcourt was vanaf nu Maria, hertogin van Gulik en Gelre en gravin van Zutphen. In de jaren die volgden, reisde ze tussen de verschillende burchten. Grave werd steeds meer haar favoriete residentie. Maria onderhield
8
KUNSTSCHRIFT 4/2018 MARIA VAN GELRE
<10 Hofgezelschap of Liefdesallegorie, Gelre (?), ca. 1415-1420 â&#x20AC;˘ zilverstift op perkament, aangezet met pen en inkt, 17,5 x 22,5 cm â&#x20AC;˘ Universiteitsbibliotheek, Uppsala
goede contacten met Frankrijk en was bestuurlijk actief. Ze leidde een vroom leven, zo blijkt uit talrijke religieuze stichtingen, uit schenkingen aan kloosters en kerken, uit aalmoezen die ze uitdeelde en uit haar bedevaarten. De duidelijkste manifestatie van haar vroomheid is het gebedenboek dat ze omstreeks 1415 liet maken: omvangrijk, complex en uitzonderlijk rijk van inhoud en uitvoering. Toen de geboorte van een opvolger uitbleef, nam de onrust toe onder steden en ridders van Gelre, bevreesd als ze waren voor een opvolgingsstrijd. In 1418 leidde dit tot opstand. Maria speelde een grote rol bij de onderhandelingen. Reinald hield zich afzijdig en was bovendien langdurig ziek. In 25 juni 1423 overleed Reinald. Steden en ridders van Gelre kozen een opvolger en Maria was niet meer welkom in Gelre. Ze nam haar toevlucht tot de gebieden in Gulik die al in de huwelijksovereenkomst aan haar waren toegewezen. In 1426 trouwde ze in Keulen met Ruprecht van Berg, een huwelijk dat voortkwam uit de aanspraken van de hertog van Berg op Gelre. Eind 1428 of begin 1429 moet Maria zijn gestorven. Waar dat was en waar ze begraven ligt is onbekend. met dank aan Johan Oosterman
9