€ 11,-
Odilon 1840-1916
Redon
KUNSTSCHRIFT is een tweemaandelijkse uitgave van Kunst en Schrijven bv, Amsterdam/Zutphen 62ste jaargang, nr 3 juni/juli 2018 REDACTIE
hoofdredactie Mariëtte Haveman eindredactie Annemiek Overbeek beeldredactie Andrea Müller-Schirmer redactieraad Paul van den Akker Ann-Sophie Lehmann Laurens Meerman Ruud Priem Margriet Verhoef VORMGEVING
Omar Saiid Saiid & Smale, Amsterdam REDACTIEADRES
ook voor informatie over uw abonnement, het bestellen van losse nummers, opzeggingen, adreswijzigingen en plaatsen van advertenties Kunstschrift Postbus 10859 1001 EW Amsterdam 020-6251607 0575-431182 info@kunstschrift.nl kunstschrift@xs4all.nl www.kunstschrift.nl LITHOGRAFIE EN DRUK
Wilco Art Books, Amersfoort AANMELDEN EN VRAGEN ABONNEMENT
Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest +31(0)251-25 79 24 klantenservice@aboland.nl • jaarabonnement (6 nummers) € 57,– • kortingsabonnement 65+ € 54,• abonnement buitenland € 70,– korting van € 1,50 bij betaling met automatische incasso • studentenabonnement (max. drie jaar) € 48,– • proefabonnement (3 nummers) € 28,– • losse nummers € 11,– (exclusief verzendkosten) • linnen bewaarband € 17,50 (inclusief verzendkosten) Om het abonnement op te zeggen hanteren wij een termijn van twee maanden. Adreswijzigingen ontvangen wij graag drie weken van tevoren op het mailadres info@kunstschrift.nl issn
0166-7297
AFBEELDING OMSLAG VOORZIJDE
Odilon Redon, Pegasus, paard op de rots, ca. 1907-1910 • pastel op karton, 80,7 x 65 cm • Hiroshima Museum of Art, Hiroshima AFBEELDING OMSLAG ACHTERZIJDE
Odilon Redon, De gevangen Pegasus, 1889 • lithografie, 34,5 x 29,8 cm • Rijksmuseum Amsterdam AFBEELDING INHOUDSPAGINA
Odilon Redon, Béatrice, 1897 • zie ook afbeelding 20 Kunstschrift is ook te volgen op facebook. Wilt u iets vragen of meedelen, en op de hoogte gehouden worden, zoek ons dan op www.facebook.com/kunstschrift
Odilon
Redon
‘Ik heb kunst gemaakt op mijn eigen voorwaarden [...] met een open oog voor de wonderen van de zichtbare wereld, de wetten van de natuur en het leven. Ik maakte het met liefde voor het werk van enkele meesters die mij de weg wezen naar de cultus van de schoonheid.’ Odilon Redon, Confidences d’artiste, 1894
2
Een wijdvertakte erfenis
Mariëtte Haveman
Mariëtte Haveman
8
Kleine biografie
10
Ophelia tussen bloemen Cornelia Homburg
16
Aan de grenzen van het kenbare Laurens Meerman
26
Op zaterdag 2 juni opent in
LEZING
het Kröller-Müller Museum in
Op 24 juni aanstaande om
Otterlo de tentoonstelling
14.00 uur organiseren we
Odilon Redon. La littérature
voor lezers van Kunstschrift
et la musique. De tentoon-
Een warm onthaal in Nederland
in het Kröller-Müller Museum
Mariëtte Haveman
stelling loopt tot en met
een lezing door gastconser-
9 september.
vator Cornelia Homburg: Redon, lezer en musicus
Werken in dit Kunstschrift
De lezing is gratis. Wel graag
gemarkeerd met een
een mailtje sturen naar
daar te zien.
zijn
info@kunstschrift.nl
34
Dichter onder de pioniers
36
Het domein van de droom Astrid Schenk
48
Keukenstukken • Ariane van Suchtelen & Carol Pottasch, Restaureren op zaal • Judith van Meeuwen, Het geheugen van de tentoonstellingsmaker 3 Onno Maurer • De keus van de kunstenaar 3 Jacobien de Rooij • Jochem van Eijsden, Doorleefd landschap
28
Orpheus, de mysticus Renske Cohen Tervaert
Dichter onder de pioniers
M A R I E T T E H AV E M A N
In de Haut-Médoc, een gebied ten noordoosten van Bordeaux genaamd Peyrelebade ligt de kiem van het artistieke landschap van Odilon Redon. Peyrelebade is Oud-Frans voor pierre levée: hoge rots. Ooit waren daar kalksteengroeven, later werd er wijn verbouwd, door een oom van Redon. Vandaag behoort het gebied tot de Domaines du Château Lafite Rothschild. Kalkrijke grond en een blakerende zon zijn blijkbaar goede voorwaarden voor kunst, en wijn. Een vakantieoord is het nog steeds niet. Redon heeft zichzelf van jongsaf als een isolé gekenschetst, en kijkend naar dit landschap geloof je het [1]. In zijn eigen ‘Confidences d’artiste’ in L’Art Moderne van 1894 geeft hij een lyrische beschrijving van zijn jeugd, gevuld met dit landschap en wolken, en de klanken die zijn broer Ernest uit zijn viool toverde: ‘Je suis né sur une onde sonore. Pas un souvenir de la première enfance qui ne se mêle à un chant musical.’ Deze tekst verscheen nog hetzelfde jaar in Nederlandse vertaling bij een tentoonstelling in de Haagsche Kunstkring, maar ‘ik ben geboren op geluidgolvingen’ kan toch niet helemaal tippen aan die onde sonore waarop Redon zijn eigen artistieke geboorte beschrijft. Hoe hij al jong begon met tekenen, en als gevolg van een ziekelijke kindertijd over veel tijd beschikte om te kijken naar dat fantastische spel van de wolken waar zijn vader hem op zou hebben gewezen. ‘On respectait dans ma famille ces instincts de rêverie et de silence.’
2
KUNSTSCHRIFT 3/2018 ODILON REDON
<1 Odilon Redon
Onder deze lyrische beschrijving ligt een verdrietige werkelijkheid. Een aangrijpende beschrijving daarvan is te vinden in het boek bij de tentoonstelling Odilon Redon. Prince of dreams uit 1994. Zijn moeder Odilia was vijftien toen hij werd geboren, een jaar na zijn broer, het muzikale wonderkind Ernest (toen was zij dus veertien). De kleine Odilon leed aan epileptische aanvallen, een ziekte die werd geassocieerd met degeneratie. Moeder kon het niet aan, vader plaatste het kind uit huis. Tot zijn elfde bleef hij in het huishouden van een oom die erg in wijn was geïnteresseerd, maar niet in kinderen. Douglas W. Druick en Peter Kort Zegers wijzen in Prince of dreams, behoorlijk overtuigend, naar de overeenstemming tussen een vroeg etsje getiteld Angst (1866) met die jeugdjaren [24]. In dat etsje is de associatie verwerkt met Goethes Erlkönig: over een doodziek kind dat door zijn vader te paard naar huis wordt gevoerd, maar nog tijdens de rit door de elfenkoning uit het leven wordt weggerukt. Het
typeert Redon dat hij zo’n thema omwerkte tot de uitdrukking van een intens persoonlijk levensgevoel. Zo heeft hij zijn hele leven gewerkt.
Wolkenlucht boven een landschap, voor 1890 • olieverf op papier, geplakt op karton, 22 x 32,5 cm • Musée d’Orsay, Parijs <2 Odilon Redon
Redon leefde in de tijd van de grote eenlingen: Gauguin, Van Gogh en Cézanne, die zich allemaal de opdracht hadden gesteld om de grote kunsthistorische traditie voort te zetten door er een heel nieuwe schakel aan toe te voegen. Vandaag heeft dat de klank van een kunsthistorisch cliché, maar zodra je je erin verdiept stuit je op de echte heroïek in het doorzettingsvermogen van deze kunstenaars, die het grote delen van hun leven moesten stellen zonder veel erkenning buiten een kleine kring. Ook aan elkaar hadden ze vaak niet zoveel steun, de enkele poging tot samenwerking strandde op conflict. Bijna-leeftijdgenoten Cézanne en Redon kenden elkaar niet persoonlijk, buiten het schilderij van Maurice Denis, Hommage aan Cézanne uit 1900, waarop Redon te zien is als een middelbare
Lachende spin, 1887 • zie ook afbeelding 29 3 Maurice Denis
Hommage aan Cézanne, 1900 • olieverf op doek, 180 x 240 cm • Musée d’Orsay, Parijs Links naast Cézannes stilleven staat Odilon Redon, toen zestig jaar oud.
3
4 Odilon Redon
Omslag van lithografieënreeks Les origines, Parijs 1883 • lithografie, 55,8 x 37,5 cm • particuliere collectie 5 Armand Clavaud
Botanische tekening, eind 19de eeuw • inkt en plantenvezels • Jardin Botanique, Bordeaux
4
heer naast een stilleven van Cézanne [3]. Twee grootheden naast elkaar, maar de afstand kon nauwelijks groter zijn, tussen het gesloten idioom van Cézanne met zijn pogingen om de kunst dichter bij een objectieve kern te brengen, en Redon met zijn hyperpersoonlijke mythologie. En allebei werkten ook zij in zelfgekozen afzondering, Redon in Peyrelebade, Cézanne in Aix-en-Provence. Daarnaast hadden ze allebei wel echte voorvechters, Cézanne in zijn jeugdvriend Emile Zola, en Redon in de schrijver Joris-Karl Huysmans, van wie hij overigens vond dat die zijn werk verkeerd begreep. Maar dat vertelde hij pas later. Zonder zijn literaire vrienden was Redon nooit doorgedrongen tot het circuit van de vooruitstrevende kunstliefhebbers, ook in Nederland, waar de Parijse signalen werden opgepikt door Jan Veth. Samen met H.P. Bremmer was hij de aansteker van het vuurtje voor Redon in Nederland, zijn ‘tweede vaderland’, zoals Redon het zelf dankbaar noemde. Dankzij een veelheid aan kleine initiatieven en de wonderlijke bewegingen van de smaak werd het klimaat na 1900 duidelijk warmer voor de pioniers.
Er werden retrospectieven georganiseerd in Brussel, Parijs en Den Haag, ook van Redon. De maker van inktzwarte visioenen ontpopte zich tot een schilder van kleurrijke doeken en wanden vol bloemen en wezens die dromen of vliegen. Die omslag tekent zijn oeuvre sterker dan dat van zijn generatiegenoten; het is een soort onder- en bovenwereld van hetzelfde oeuvre. Maar zijn opzet bleef de zoektocht naar een persoonlijke mythologie. Dat weten we omdat hijzelf nogal wat heeft geschreven: autobiografische notities, en, heel interessant, een paar vroege kritische essays over de Salon van 1868; jaren voordat hijzelf, rond zijn veertigste, als kunstenaar aan het daglicht trad. Redon was achtentwintig toen hij die kritieken schreef. Zijn oordelen zijn helder en ruimhartig, maar ook maken die vroege stukken heel duidelijk hoe ver zijn eigen artistieke ideaal toen al verwijderd was van dat van zijn tijdgenoten, ook de vooruitstrevers. Het hippe realisme vond hij niks, al bewonderde hij Courbet als colorist. Ook Manet offerde de gedachte, la pensée, op aan de bonne facture: fout! De nieuwe kunst, vond Redon, moest zich niet afzetten tegen de oude, maar zich daaraan meten; iets toevoegen, vanuit het levende nu. In die Salon-besprekingen besteedt Redon veel aandacht aan een voor ons weinig opvallend schilderij van een groepje centauren door Eugène Fromentin. ‘Fromentin is een van de zeldzame geesten’, schrijft hij, ‘die schildert zonder een plaats te misgunnen aan de fantasie, die bron der dichters; hij wekt in het heden een bladzij uit de mythologie tot leven, een oud onderwerp waarvan men geloofde dat het definitief passé was’ (eigen vertaling).
6 Odilon Redon De Boeddha, 1904 • lijmverf op doek, 159,8 x 121,1 cm •
Van Gogh Museum, Amsterdam
5
6
7 Odilon Redon
8 Odilon Redon
Pegasus en de hydra, 19051907 • olieverf op karton, 47 x 63,1 cm • KröllerMüller Museum, Otterlo
Pegasus, paard op de rots, ca. 1907-1910 • pastel op karton, 80,7 x 65 cm • Hiroshima Museum of Art, Hiroshima
Dáár ging het Redon om. Niet om het decadentisme of enig ander isme, maar om het tot leven wekken van een kunst met een universeel idee over het bestaan. Hij zocht iets als artistieke waarheidszin, in nieuwe inzichten, gekoppeld aan de rijkdom van de traditie. De antwoorden die hij vond op deze krankzinnig moeilijke opgaaf kun je stap voor stap volgen, van zijn vroege litho’s tot zijn late grote decoratieve werken. Dat is indrukwekkend. In de hardnekkigheid en overtuigingskracht waarmee hij dat ongelooflijk ingewikkelde project ten uitvoer bracht, was Redon een van de waarachtige pioniers. En hij deed het alleen. Van groepsgewijze bewegingen in de kunst moest ook hij niets hebben, veel van zijn correspondentie gaat daarover. Het isolement en ook de melancholie beschouwde hij als voorwaarden voor de kunst. Alleen in de eenzaamheid kun je afdalen in jezelf, als een moderne Orpheus, of opstijgen als Pegasus, twee mythologische personages die in zijn oeuvre almaar terugkeren, in allerlei toestanden [7, 37]. De kunstenaar leeft in dienst van het mysterie, schrijft hij, zoals een wetenschapper leeft in dienst van de waarheid. Voor de kunst geldt een andere, poëtische waarheid, die dezelfde onvoorwaardelijke toewijding en eerlijkheid vereist. Zoals Darwin het leven op aarde bestudeert, zo legt de kunstenaar zijn innerlijk leven onder de microscoop van zijn kunstzinnige waarneming. De microscopische metafoor had voor Redon een betekenis die in zijn kunst soms bijna letterlijk opduikt. De lithografiëenreeks Les origines (1883) laat zich bekijken als een artistiek antwoord op Darwins Origin of Species uit 1859 [4, 8, 43]. Hij was
9 Eugène Delacroix
Apollo verslaat Python, 1850 • olieverf op papier op doek, 66,2 cm x 60,3 cm • Van Gogh Museum, Amsterdam Deze schets is een voorstudie voor de plafondschildering van de Galerie d’Apollon in het Louvre.
bevriend met de botanicus Armand Clavaud, die hem steunde en voedde in zijn belangstelling voor de empirische wetenschap [5]. Dit was de weg die Redon volgde in de ontwikkeling van zijn persoonlijke mythologie: een desolaat oerlandschap bevolkt met wezens in wording. Ophelia, Orpheus, Pegasus, allemaal bevolken ze dat universum, los van hun verhaal, half verschijning half metafoor – zoals je soms bekenden tegenkomt in een droom; vrienden, vage bekenden, lang gestorven ouders, met een impliciete, vluchtige boodschap. In het zoeken naar die persoonlijke taal van de droom vulde Redon de wolkenluchten van zijn jeugd met de oude mythologische verhalen en de voorstellingen van micro-organismen. Hij las veel; de poëzie van Edgar Allan Poe en Baudelaire behoorde tot zijn persoonlijke bibliotheek. Hij schijnt heel goed viool en piano te hebben gespeeld, samen met zijn vriend de componist Ernest Chausson. In de beeldende kunst waren het de graficus Rodolphe Bresdin [23], de enorm succesvolle oudere kunstenaar Eugène Delacroix [9] en de Parijse pionier van het symbolisme Gustave Moreau [38] die zijn droomwereld verrijkten. In het Louvre bestudeerde hij Rembrandt en Leonardo da Vinci, als meester van de emotie
respectievelijk van de analytische blik onder het oppervlak van de zichtbare werkelijkheid. Dat hele curriculum helpt om je een voorstelling te maken van hoe deze kunstenaar zijn weg baande, op zoek naar zijn eigen poëtische universum. Het echt bijzondere is natuurlijk wat hij met al die input deed. Hoe hij de overvolle wereld van Bresdin, de koortsachtige beweging van Delacroix, het microscopische universum en de ornamentiek van Moreau uitkleedde en omsmeedde, net zo lang tot hij uitkwam bij de essentie die hij zocht: dat werk, dat nog steeds zo herkenbaar wonderbaarlijk hangt te zijn aan de muren van onze musea. Mariëtte Haveman is hoofdredacteur van Kunstschrift
7
Kleine biografie
Op 22 april 1840 werd Bertrand-Jean (Odilon) Redon in Bordeaux geboren, als tweede van vijf kinderen van landeigenaar Bertrand Redon en zijn Creoolse vrouw Marie-Odile. De eerste tien jaar bracht hij door bij zijn oom op een wijngoed in Peyrelebade. Rond zijn elfde keerde hij terug naar Bordeaux; daar leerde hij vioolspelen en begon hij met het maken van kopieën naar lithografieën. In 1855 nam hij tekenlessen en twee jaar later begon hij aan een studie architectuur. In die tijd leerde hij de botanicus Armand Clavaud [5] kennen, die hem liet kennismaken met de literatuur van o.a. Baudelaire, Flaubert en Edgar Allan Poe. Samen met zijn oudere broer Ernest was Redon lid van een kunstenaarskring in Bordeaux. In 1860 exposeerde hij, met twee aquarellen, voor de eerste keer bij de Société Amis des Arts in Bordeaux. Een poging in 1862 om architectuur te studeren aan de Ecole des Beaux-Arts in Parijs mislukte. Terug in Bordeaux maakte hij studies naar antieke beelden. In 1864 werkte hij enkele maanden in het atelier van Jean-Léon Gérôme in Parijs [25], maar keerde ook toen weer terug naar Bordeaux, nu om de etskunst te leren bij Rodolphe Bresdin [23]. Na de Frans-Duitse oorlog, waarin hij een jaar diende, vestigde Redon zich in 1871 opnieuw in Parijs. Daar begon hij in 1873 te werken in
8
houtskool. Hij verkeerde er tussen Parijse kunstenaars. Zijn werk werd geregeld in Bordeaux getoond, maar het vond geen weerklank bij het grote publiek. Op aanraden van Henri Fantin-Latour begon hij in 1878 met lithograferen. Een jaar later publiceerde hij zijn eerste lithografische portfolio Dans le rêve [27]. In 1880 trouwde Redon met de Creoolse Camille Falte [12]. Tijdens hun huwelijksreis begon hij met het werken in pastel. In 1881 exposeerde hij voor het eerst zijn houtskooltekeningen; de daaropvolgende tien jaar volgden steeds meer tentoonstellingen. Daarnaast publiceerde hij in die tijd bijna jaarlijks een lithografisch portfolio, al dan niet gewijd aan een literair thema [4, 49]. Zijn grote doorbraak volgde in 1884, dankzij de roman A rebours (Tegen de keer) van Joris-Karl Huysmans, waarin Redons werk werd geprezen. In een klap werden zijn noirs bekend. De jaren erna exposeerde hij o.a. op de Salon des Indépendants en de Parijse Salon en vanaf 1886 ook in Brussel en Amsterdam. In 1886 werd zijn zoon Jean geboren, die na drie maanden overleed. Zoon Arï [11] kwam in 1889 ter wereld. Vanaf de jaren negentig werkte Redon voornamelijk in kleur. Zijn eerste grote overzichtstentoonstelling kreeg hij in 1894 bij de galerie Durand-Ruel in Parijs. In hetzelfde jaar scheef hij zijn autobiografische
essay Confidences d’artiste. Redon bleef regelmatig in België en Nederland exposeren, in 1895 toonde hij ook werk in Londen. In 1900 reisde hij voor het eerst naar Italië, samen met zijn mecenas, baron Robert de Domecy. Voor diens château schilderde hij decoratieve panelen voor de eetzaal [32-33]. De volgende jaren groeide zijn roem en kreeg hij talrijke tentoonstellingen in binnen- en buitenland. In 1910 kwam zijn tweede grote interieuropdracht, ditmaal voor wanddecoraties in de bibliotheek van zijn vriend Gustave Fayet in de voormalige abdij van Fontfroide. Vanaf 1913 werd zijn werk ook in Amerika tentoongesteld, o.a. op de Armory show in New York, Chicago en Boston. Een belangrijk deel van zijn werk kwam bij Amerikaanse verzamelaars terecht. In Nederland was zijn werk al veel eerder goed verzameld, vooral door vriend en mecenas Andries Bonger en later Helene Kröller-Müller [6, 35]. Op 6 juli 1916 stierf Redon in Parijs. AMS
<10 Odilon Redon in zijn atelier, 1913 • foto particuliere collectie
20,8 x 12,8 cm • particuliere collectie
<11 Odilon Redon
De gele sjaal (Portret van Camille Redon), ca. 1899
Arï, 1898 • lithografie,
12 Odilon Redon
• krijt en pastel op papier, 67,8 x 52,7 cm • KröllerMüller Museum, Otterlo
9