€ 10,75
1616 / 1617 - 1678
kunstschrift is een tweemaandelijkse uitgave van Kunst en Schrijven bv, Amsterdam/Zutphen 60ste jaargang, nr 4 augustus/september 2016 redactie
hoofdredactie Mariëtte Haveman eindredactie Annemiek Overbeek beeldredactie Andrea Müller-Schirmer redactieraad Paul van den Akker Ann-Sophie Lehmann Ruud Priem vormgeving
Omar Saiid Saiid & Smale, Amsterdam redactieadres
ook voor informatie over uw abonnement, het bestellen van losse nummers, opzeggingen, adreswijzigingen en plaatsen van advertenties Kunstschrift Postbus 10859 1001 EW Amsterdam 020-6251607 0575-431182 info@kunstschrift.nl kunstschrift@xs4all.nl www.kunstschrift.nl lithografie en druk
Wilco Art Books, Amersfoort aanmelden en vragen abonnement
Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest 0900-226 52 63 klantenservice@aboland.nl • jaarabonnement (6 nummers) € 56,00 • studenten en 65+ € 52,50 • buiten benelux € 70,00 korting van 1,50 bij betaling met automatische incasso • proefabonnement (3 nummers) € 27,50 • losse nummers € 10,75 (exclusief verzendkosten) • linnen bewaarband € 17,50 (inclusief verzendkosten) Om het abonnement op te zeggen hanteren wij een termijn van twee maanden. Adreswijzigingen ontvangen wij graag drie weken van tevoren op het mailadres info@kunstschrift.nl. issn
De mees ter van e gouden glans Een van Caesar van Everdingens meest intrigerende schilderijen is Bacchus en Venus – of is zij Ariadne? Daarover verschillen de meningen, en dat tekent de meester. Zijn meisjes, jongens en kinderen zijn tijdgenoten, die glanzen en stralen als goden.
0166-7297
afbeelding omslag
Caesar van Everdingen, Meisje met een brede hoed, ca. 1650-1660 • olieverf op doek, 92,2 x 81,7 cm • Rijksmuseum, Amsterdam • zie ook afbeelding 7 afbeelding inhoudspagina
Caesar van Everdingen, Heilige familie (detail), ca. 1655-1660 • zie ook afbeelding 6d Kunstschrift is ook te volgen op facebook. Wilt u iets vragen of meedelen, en op de hoogte gehouden worden, zoek ons dan op www.facebook.com/kunstschrift
Van 25 september t/m 22 januari toont het Stedelijk Museum Alkmaar een groot overzicht van het werk van Caesar van Everdingen onder de titel Vleiend penseel. Caesar van Everdingen 1616/1617-1678
2
40
Eeuwig jong
Stof, stijl en status
MariĂŤtte Haveman
Sara van Dijk
10
48
Hollandse schoonheid Arjan de Koomen
20
De keus van Kunstschrift
52
De kunstenaar aan het werk
Kijk hier eens naar
Lidwien Speleers &
van Maaike Dirkx
Margriet van Eikema Hommes
28
Caesars handen Christi M. Klinkert
36
Bij Van Everdingen thuis Epco Runia
een serie
54
Het oog van de liefhebber: Robbert Roos
Eeuw ig jong M A R I E T T E H AV E M A N
1 Caesar van Everdingen
Amor met glazen bol, ca. 1655-1660 • olieverf op doek, 88,5 x 102 cm • particuliere collectie
2
‘De zeventiende eeuw ziet de wereld vanuit de glorie der oudheid, en in de volle zon. Haar optimisme is van een ander gehalte dan dat van de achttiende. Het is meer als een roes.’ Dit schrijft Johan Huizinga in zijn Nederland’s beschaving in de zeventiende eeuw (1941). Huizinga heeft het hier vooral over de schrijfkunst: de gewoonte van jonge leden van de elite om louter voor de lol Latijnse epigrammen en lofdichten te maken. Hij heeft het over de verbeelding van Vondel en het intellect van Erasmus en Hugo de Groot, en over de taal, die nog altijd bezeten is door het pathos van de schone vorm, maar niet meer zo uitbundig en wild als in de zestiende eeuw. De zeventiende eeuwer, schrijft hij, geloofde in de ideale schoonheid die in de oudheid was geijkt.
Over de Nederlandse schilderkunst schrijft hij dat deze kant, van die programmatische viering van de oudheid, volledig braak bleef liggen: ‘… van bijna al de wezenlijke eigenschappen van de latere barok […] stond deze kunst op verre afstand, als een liefelijke provincie buiten de drom van het centrale leven. Welk een plaats de mythologie ook innam in de letterkunde, zij paste weinig in het woonhuis van de koopman.’ Inmiddels weten we dat dat niet klopt: in de grachtenpanden en villa’s aan de Vecht was wel degelijk vraag naar schilderijen met faunen en nimfen. En nog meer in de stadhuizen en vierscharen. Op deze markt was Caesar van Everdingen (1616/16171678) een grote ster. Zijn schilderijen waren in zijn hoogtijdagen even duur als die van Rembrandt: honderden guldens werden ervoor betaald. En toen Constantijn Huygens samen met Jacob van Campen op zoek ging naar schilders voor het grote project van Amalia van Solms, de Oranjezaal in Paleis Huis ten Bosch, stond Caesar hoog op de lijst [19-28]. Pas in latere tijden, sinds de negentiende eeuw, werd deze kunst vergeten. Huizinga’s typering van de Hollandse zeventiende eeuw is nog steeds erg mooi. Hoe de Nederlandse cultuur haar eigenheid ontwikkelde, juist doordat ze, schrijft hij in zijn essay Hugo de Groot en zijn eeuw, ‘een boompje was dat in de tuin van de Europese beschaving dicht bij de schutting bloeide, en waaraan de meeste wandelaars achteloos voorbij gingen’. Die tijd is voorbij. Vooral dankzij het werk van de kunsthistoricus Albert Blankert is het Hollandse classicisme een erkende kamer in de nationale schilderkunst, met een heel eigen gestalte. En het opmerkelijke is dat die gestalte zo’n zuivere belichaming vormt van de Hollandse oudheidsbeleving
KUNSTSCHRIFT 4/2016 CAESAR VAN EVERDINGEN
die Huizinga beschrijft: een inheems type geaard classicisme, door een heldere zon beschenen, met beide benen stevig op de grond. Grappen maken in het Latijn. Hip exotisch en toch Hollands gematigd. Niet het grote theater van Rubens en Van Dyck maar een zelfgebouwde Olympus die past op een podium in een Amsterdamse binnentuin, bevolkt door Hollandse meisjes in de pose van nimf en kleuters in de rol van putto [2]. Volgens Blankert werkten kunstenaars veel naar model, en waren die modellen vaak
prostituees. Voor een gewone vrouw was naakt poseren niet eerbaar, met als gevolg dat nogal wat Callisto’s, Io’s en Ariadnes dan wel Venussen uit de bordelen werden geplukt. De schilder Johannes Torrentius werd om die reden zelfs als hoerenloper voor het gerecht gesleept. Zijn verdediging, vertelt Blankert, was dat hij alleen maar ging kijken of daar mooie vrouwspersonen waren, die bereid waren om nagetekend te worden. En de schilderijen bevestigen dat beeld wel. Opvallend vaak zitten de nimfen en
2 Caesar van Everdingen
Bacchus en Venus, ca. 16551660 • olieverf op doek, 147 x 161 cm • Gemäldegalerie Alte Meister, Staatliche Kunstsammlungen Dresden
3
Een inheems classicisme, door een heldere zon beschenen, met beide benen stevig op de grond. faunen op een zichtbare verhoging, een plint die nog meer de indruk wekt dat hier een toneelstukje wordt gespeeld. Zo meteen gaan de kleren weer aan en moet de kassa weer rinkelen, de vloer geveegd en de klanten bediend. Caesar van Everdingen was de kampioen van deze benadering. Zijn nagelaten oeuvre van iets meer dan zestig schilderijen bestaat voor een groot deel uit een zeer Hollandse vertaling van Ovidius: halfblote meisjes en een enkele jongen, vol overgave bezig met tokkelen op een luit of haren kammen. Eeuwig jong. Hun precieze mythologische herkomst is secundair. Deze kunst is gemaakt voor een publiek dat zijn Ovidius best kende en graag wilde wegdromen in een herkenbaar visioen van mooie meisjes, eeuwige jeugd en zorgeloosheid. Een roes, met huiselijke trekjes.
4
Provinciaals, is het hoge woord, maar voorbij dit punt verrijst de bijzondere kwaliteit die ook de Hollandse meesters van het classicisme meebrachten in de kunst. Dat geldt voor Van Everdingen en verwanten als Paulus Bor en Jan de Bray niet minder dan voor beroemdere tijdgenoten. Rembrandt was onnavolgbaar in de onderste registers van het stemmige drama [5], Rubens hanteerde het vrije penseel in de boventonen zoals niemand anders dat kon [4], maar het was Caesar van Everdingen die, met een enorme inzet van precisie, laag over laag, die kristallijne werkelijkheid wist op te roepen die wij nu associĂŤren met de vaderlandse versie van het schilderkunstige classicisme [2, 3, 8]. Zijn hemelwezens mogen uit de (pas gebouwde) Jordaan geplukt zijn maar hun huid is zo zijdeachtig glad als die van echte godinnen, en tegelijk van een fantastische plasticiteit. Bijna alle artikelen, essays en stukken over Van Everdingen komen vroeg of laat uit op de fenomenale manier waarop hij de huid liet stralen. Hij
KUNSTSCHRIFT 4/2016 CAESAR VAN EVERDINGEN
3 Caesar van Everdingen
Venus en Amor, ca. 1660 • olieverf op doek, 138,2 x 81,2 cm • Stedelijk Museum Alkmaar 4 Peter Paul Rubens
Venus en Cupido met een spiegel, 1613-1614 • olieverf op paneel, 123 x 98 cm • Palais Liechtenstein, The Princely Collections, Wenen 5 Rembrandt
Bathseba, 1654 • olieverf op doek, 142 x 142 cm • Musée du Louvre, Parijs
hanteerde daar een techniek voor die, zoals AnnSophie Lehmann beschrijft in haar essay ‘Fleshing out the body’ in Body and embodiment in Netherlandish art (2008), steunde op een traditie waar de noordelijke schilderkunst van was doortrokken. Daarbij kon gebruik worden gemaakt van voorgemengde ‘lijf-verven’, aangevuld met wat loodwit, blauw, vermiljoen of omber, afhankelijk van het onderwerp – vrouw, kind, man – en afhankelijk van de leeftijd en de toestand waarin de geschilderde zich bevond. Een aangeschoten nimf vraagt een andere behandeling dan een oude schutter. Voor beiden had de schilder een eigen protocol. En wat zijn hemelse én aardse figuren vooral zo ongelooflijk leefwaardig (als variant op zeewaardig) maakt, is de manier waarop hij een gezicht, een hals of een borst de suggestie van beweging en adem inblies met behulp van reflecties en halfschaduwen: die elementen uit de zichtbare wereld die we zelden bewust waarnemen, maar die wel bepalend zijn in
onze beoordeling van de toestand van een medesterveling. Realistisch is zijn toepassing van die middelen strikt genomen niet: daarvoor zijn de contrasten te sterk, en de reflecties te fel. In dit universum is de zuurstof van een concentratie waar onze aardse longen van zouden verschroeien. De rondborstige meisjes en miraculeus zwevende kleuters van Van Everdingen, die leven daarvan, al eeuwen. Het is de brandstof voor hun gelijkmoedige optimisme. Daarin ligt hun heerlijke aardse goddelijkheid, en het verklaart ook hun enorme populariteit in de tijd dat ze werden gemaakt. Mariëtte Haveman is hoofdredacteur van Kunstschrift
5
6a
6b
Leven en werk
6a Caesar van Everdingen
Diogenes zoekt een mens, 1652 • olieverf op doek, 75,9 x 103,6 cm • Mauritshuis, Den Haag 6b Caesar van Everdingen
Portret van Pieter Cornelisz van Everdingen, 1636 • olieverf op paneel, 94 x 74,6 cm • Stedelijk Museum Alkmaar 6c Caesar van Everdingen
Portret van Aechje Claesdr Moer, 1636 • olieverf op paneel, 94,1 x 74,3 cm • Stedelijk Museum Alkmaar
ca. 1617-1628
Arnold Houbraken was Caesar in
Campens landgoed Randenbroek
Caesar Boëtius van Everdingen
Utrecht in de leer bij Jan Gerritsz
bij Amersfoort. In 1643 keerde hij
werd omstreeks 1617 in Alkmaar
van Bronckhorst [13]. Dit is omstre-
terug naar Alkmaar om de opdracht
geboren als eerste kind uit het
den omdat Bronckhorst pas in 1639
uit te voeren. De stad betaalde hem
tweede huwelijk van procureur
lid van het gilde werd. Wel staat
een extra beloning van 150 gulden.
en notaris Pieter Cornelisz van
vrijwel vast dat Caesar tussen 1636
In 1646 trouwde hij met zijn stief-
Everdingen (1575-1662) en stads-
en 1639 in Utrecht was en boven-
zuster Helena van Oosthorn (1624-
vroedvrouw Aechje Claesdr Moer
dien is de invloed van de Utrechtse
1694), de dochter van de derde
(ca. 1585 -1640) [6b-6c]. Caesar had
schilderkunst aanwijsbaar in zijn
vrouw van zijn vader. Het huwelijk
een jonger zusje en drie jongere
palet, de keuze voor mythologische
van Caesar en Helena bleef kinder-
6bbroers onder wie Allart (1621-
thema’s en de spaarzaam geklede
loos.
1675), die een bekende landschap-
vrouwen [p.47].
schilder werd. Het gezin woonde in de Langestraat in Alkmaar.
6
6c
1648-1658 1639-1648
Het echtpaar verhuisde in 1648 naar
In 1639 vestigde Caesar zich weer
Haarlem, waar toen Caesars broer
1628-1639
in Alkmaar waar hij zijn eerste op-
Allart woonde. Mogelijk woonden
Op bijna twaalfjarige leeftijd werd
drachten kreeg en portretten schil-
zij op hetzelfde adres in de Grote
Caesar al schildersgezel genoemd.
derde. Omstreeks 1640 ontmoette
Houtstraat. De jaren vijftig worden
In 1632 werd hij lid van het Sint
hij Jacob van Campen, die toen de
beschouwd als Caesars beste tijd,
Lucasgilde in Alkmaar. Het is niet
orgelkas voor de Grote Kerk in Alk-
met historiestukken in de classi-
bekend wie zijn eerste leermeester
maar ontwierp. Caesar kreeg de op-
cistische stijl, zoals Bacchus en Venus
was, mogelijk Claesz Jacobsz van
dracht de luiken te beschilderen
en Jupiter en Callisto [2, 8]; maar ook
der Heck, destijds de belangrijk-
[48, 49]. Voor de modellen werkte
enkele sensuele vrouwenfiguren,
ste Alkmaarse schilder. Volgens
hij tussen 1642 en 1643 op Van
met het Meisje met een brede hoed als
KUNSTSCHRIFT 4/2016 CAESAR VAN EVERDINGEN
6e
6d Caesar van Everdingen
Heilige familie, ca. 16551660 • olieverf op doek, 129 x 105 cm • Museum Catharijneconvent, Utrecht
6d
6e Caesar van Everdingen
zijn meest iconische werk [omslag,
1661-1678
familie Van Everdingen en her-
7]. Ook kennen we voorbeelden van
In 1661 verbleef Caesar met zijn
trouwde een jaar na zijn dood.
het zogenaamde portrait historié,
vrouw in Amsterdam waar inmid-
Zij stierf in 1694. Vanaf dat jaar
zoals het Meisje verkleed als Diana
dels zijn broer Allart met zijn gezin
ontving een theologiestudent een
Zelfportret, ca. 1670 • olieverf op doek, 94,3 x 74,5 cm • Stedelijk Museum Alkmaar
[44] en Diogenes zoekt een mens, dat
woonde. Het verblijf was kort want
jaarlijkse toelage, conform het
6f Caesar van Everdingen
beschouwd wordt als een fami-
in 1662 lieten Caesar en Helena zich
testament dat Caesar en Helena
lieportret [6a]. In dit verband
inschrijven bij de Gereformeerde
in 1655 hadden gemaakt. Met de
wordt aangenomen dat de Jozef
Gemeente in Alkmaar, waar zij
resterende nalatenschap werd het
De geboorte van Frederik Hendrik (detail), ca. 1649 • zie ook afbeelding 24
in de Heilige familie – gezien diens
na de dood van Caesars vader het
Proevenhuis van Helena van Oost-
individualistische trekken – de
ouderlijk huis in de Langestraat
hoorn gesticht, waar een aantal
opdrachtgever voorstelt [6d]. Tus-
betrokken. In die tijd kreeg hij
schilderijen van Van Everdingen
sen 1648 en 1651 werkte Caesar
een belangrijke opdracht van het
terechtkwam, zoals de portretten
mee aan de prestigieuze decoratie
stadsbestuur voor het schilderen
van zijn ouders en zijn zelfportret.
van de Oranjezaal van Paleis Huis
van een schoorsteenstuk voor de
AMS
ten Bosch in Den Haag, waarvoor
Prinsenkamer [53]. Dit werk zou
hij twee stukken op doek en drie
zijn laatste historiestuk zijn.
plafondvlakken in de zaal maakte
Daarna schilderde hij nog de bus-
[19-28]. In 1651 werd hij lid van het
tes van Venus en Adonis [41, 42] en
Sint Lucasgilde in Haarlem en ver-
enkele portretten, waaronder het
vulde daar verschillende functies.
verfijnde Portret van een tweejarige
Terwijl Caesar nog in Haarlem
jongen en zijn Zelfportret op ca. 53-
woonde, werkte hij aan opdrachten
jarige leeftijd [43, 6e]. In 1678 werd
in Alkmaar, waaronder in 1657 aan
Caesar begraven in de Grote Kerk
een schutterstuk voor de Oude
in Alkmaar. Helena schonk een
Schutterij [36].
deel van zijn schilderijen aan de
>afbeelding op pp. 8-9 7 Caesar van Everdingen
Meisje met een brede hoed (detail, zie omslag), ca. 1650-1660 • olieverf op doek, 92,2 x 81,7 cm • Rijksmuseum, Amsterdam
6f
7