â‚Ź 10,75
Het hiernamaals rondom Bosch
I
In de middeleeuwen zat de vrees voor het leven na de dood nog diep. Wat de Bijbel naliet, werd door legendes aangevuld: verhalen over het vagevuur, en over specifieke kwellingen die de zondaar wachtten. De verbeelding daarvan bereikte een kookpunt rond 1500, na eeuwen waarin Dantes Divina Commedia en talloze verhalen de weg hadden gewezen. De pijnen van de hel, de vreugden van het paradijs: hoe zagen die eruit, in de verbeelding van Bosch en zijn voorlopers? Lees Kunstschrift.
Vanaf 13 februari 2016 is in het Noordbrabants Museum in Den Bosch de grote tentoonstelling
Jheronimus Bosch. Visioenen van een genie te zien. Speciaal voor abonnees organiseert Kunstschrift een lezing door Bosch-specialist Jos Koldeweij. In het volgende nummer leest u meer hierover.
kunstschrift is een tweemaandelijkse uitgave van Kunst en Schrijven bv, Amsterdam/Zutphen 59ste jaargang, nr 6 december 2015/januari 2016 redactie
Het hiernamaals rondom Bosch 2
Hier en Hierna Mariëtte Haveman
6
Perspectieven op de Jongste Dag Bernhard Ridderbos
16
‘Wat wij waren, zijn jullie nu’ Machteld Löwensteyn
20
Het einde der tijden, in de ogen van Bosch Jos Koldeweij
30
Een retourtje hiernamaals Martine Meuwese
38
De verbeelding van de hemel Jeroen Stumpel
48
De keus van Kunstschrift
52
Het oog van de liefhebber: Robert Scheller
54
Aanwinsten 5 een serie van Peter Hecht
achterin dit nummer de uitneembare museumagenda
hoofdredactie Mariëtte Haveman eindredactie Annemiek Overbeek beeldredactie Andrea Müller-Schirmer redactieraad Paul van den Akker Eddy de Jongh Ann-Sophie Lehmann Frits Scholten vormgeving
Omar Saiid Saiid & Smale, Amsterdam redactieadres
ook voor informatie over uw abonnement, het bestellen van losse nummers, opzeggingen, adreswijzigingen en plaatsen van advertenties Kunstschrift Postbus 10859 1001 EW Amsterdam 020-6251607 0575-431182 info@kunstschrift.nl kunstschrift@xs4all.nl www.kunstschrift.nl lithografie en druk
Wilco Art Books, Amersfoort aanmelden en vragen abonnement
Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest 0900-226 52 63 klantenservice@aboland.nl • jaarabonnement (6 nummers) € 56,00 • studenten en 65+ € 52,50 • buiten benelux € 68,00 korting van 1,50 bij betaling met automatische incasso • proefabonnement (3 nummers) € 27,50 • losse nummers € 10,75 (exclusief verzendkosten) • linnen bewaarband € 17,50 (inclusief verzendkosten) Om het abonnement op te zeggen hanteren wij een opzegtermijn van twee maanden. Adreswijzigingen ontvangen wij graag drie weken van tevoren op het mailadres info@kunstschrift.nl. issn
0166-7297
afbeelding omslag voorzijde
Detail van Jheronimus Bosch’ Hooiwagen, 1510-1515, voor de restauratie 2004-2009 • zie ook afbeelding 13 afbeelding inhoudspagina
Tondalus balanceert op een smalle brug boven de afgrond van een zwavelmeer, miniatuur van Simon Marmion in Les visions du chevalier Tondal, 1475 • zie ook afbeelding 33 Kunstschrift is ook te volgen op facebook. Wilt u iets vragen of meedelen, en op de hoogte gehouden worden, zoek ons dan op www.facebook.com/kunstschrift
Hier en Hierna M A R I Ë T T E H AV E M A N
1-2 Opneming van de gelukzaligen in de hemel en Neerstorting van de verdoemden in de hel, details van het linker- en rechterzijluik van Hans Memlings drieluik met het Laatste Oordeel, 1467-1471 • zie ook afbeelding 8
De engelen staan bij de hemelpoort om de nog naakte gelukzaligen te kleden.
2
Wie betreurt dat wij in de eenentwintigste eeuw het contact met de dood verloren zijn, moet eens kijken naar beelden en geschriften uit de tijden toen dat contact nog volop aanwezig was. Toen de dood nog een dagelijkse metgezel was, die een groot deel van de artistieke en literaire productie bepaalde. De kunst goed te sterven was in de late middeleeuwen een populair literair genre, vaak geïllustreerd. Dan zag je hoe de arme stervende werd omringd door biddende nabestaanden terwijl de demonen al ritselden achter de gordijnen [3]. De zeven hoofdzonden werden afgebeeld als een rad, middenin Jezus en de woorden cave, cave, Dominus videt (pas op, pas op, de Heer ziet). En tot de middeleeuwse bestsellers behoorde, naast Dantes Divina Commedia, ook het verhaal van de ridder Tondalus die vanwege een zelfzuchtig leven, tijdens een periode van schijndood, alvast mag kennismaken met de gruwelen van de hel [32-35]. De vertrouwdheid van de middeleeuwse ziel met de dood bood geen garantie voor gemoedsrust, net zomin als het geloof dat deed; integendeel, de vruchtbare grond onder dat hele bouwwerk van verhalen en verbeeldingen waar het
katholicisme uit was opgetrokken, was angst. De Sint Pieter in Rome werd gefinancierd met aflaatgeld van angstige stervelingen. En de hele bizarre verbeeldingswereld van Jheronimus Bosch was tot zo’n ongelooflijke bloei gekomen dankzij een samenleving die er een minutieuze boekhouding van zonde en vergelding op na hield. Zowel in het catalogiseren van de straffen als van de daden die daartoe hadden geleid, bestond tussen het tijdelijke en het eeuwige een heel eigen economisch systeem, van dienst en wederdienst, daad en vergelding, lik op stuk. De middeleeuwse literatuur telt heel wat rijk versierde kasboeken waarin debet en credit overzichtelijk werden genoteerd. Hier op aarde was de menselijke bewegingsruimte afgebakend tussen links zeven hoofdzonden en rechts zeven werken van barmhartigheid. Deed je iets van die goede werken, en vermeed je de hoofdzonden, dan was er een kans dat je aan gene zijde de goede kant op ging. Daar zijn ook wel uitbeeldingen van, maar die zijn betrekkelijk zeldzaam. Voor de artistieke verbeelding was de vreze Gods een stuk vruchtbaarder dan tevreden vertrouwen in de barmhartigheid van de Messias. En de kunst van de late middeleeuwen illustreert uitbundig hoe met menselijke zwakheden in het hiernamaals werd afgerekend. Menigmaal gebeurde dat met een karikaturale variant op het aardse gedrag. De wereld van Bosch is een culminatie van deze denkwereld, waarin de veelvraat wordt volgegoten of zelf verorberd, seksuele zondaars met gloeiende poken verkracht, een ijdeltuit zich spiegelt in de kont van een demon en een driftkop onder handen wordt genomen door een knokploeg van sadistische duivels, en dat allemaal voor eeuwig. Zo werd de angst voor de dood, in de kunst rond 1500, de ideale voedingsbodem voor een volstrekt
KUNSTSCHRIFT 6/2015 HET HIERNAMAALS
3 Jheronimus Bosch
vrije vlucht van de artistieke verbeelding, in de meest duistere regionen. Het ultieme product daarvan, te vinden in zowel het Tondalus-verhaal als bij Bosch, is het vogelmonster dat de zielen van onkuise geestelijken verslindt, verteert via een transparant spijsverteringskanaal en uitpoept in de beerput van de hel [38]. Varianten daarop, van slangen, reptielen en vogelachtigen die de kleine uitgehongerde sukkelzieltjes onophoudelijk kwellen, komen we bij Bosch in wellustige overvloed tegen. In zijn sadistische universum loopt er een enkele route van het aardse paradijs naar de hel,
en niets en niemand is veilig; muziekinstrumenten, landbouwwerktuigen, klokken, zelfs een metronoom, alles is martelwerktuig of gemartelde, alles staat in het teken van de eeuwige pijn [4].
De dood, detail van De zeven hoofdzonden en de vier uitersten, ca. 1505-1510 • olieverf op paneel, 120 x 150 cm (gehele tafelblad) • Museo Nacional del Prado, Madrid
Volgens de christelijke leer zijn er twee momenten waarop elke sterveling door het hemelse gerecht wordt beoordeeld: direct na zijn eigen dood en een tweede keer, voorafgaand aan de heerschappij van Christus, waarbij alle zielen, van de levenden en de doden, opnieuw worden gewogen. Dat laatste idee was afkomstig uit de Openbaring van Johannes.
3
4 Muziekinstrumenten-
kwelling, detail van de Hel op het rechterzijluik van Jheronimus Bosch’ Tuin der lusten, ca. 1500-1505 • zie ook afbeelding 31 >5 Geharnaste tor met het gezicht van een man, detail van Jheronimus Bosch’ Johannes op Patmos, ca. 1490-1495 • zie ook afbeelding 26 Vermoedelijk is hier het vroegste nog bestaande voorbeeld van Bosch’ signatuur op een werk te zien.
Vooral deze Openbaring met haar visioen van totale vernietiging, gevolgd door een scheiding der zielen, bracht de belangrijke categorie kunstwerken voort die wordt aangeduid als het Laatste Oordeel. Meestal gaat het daarbij om drieluiken, met in het midden de wegende wraakengel Michaël, links de zaligen op weg naar de hemelpoort en rechts de verdoemden. Ze hingen in ziekenhuizen, raadszalen en schepenhuizen, plaatsen waar het individu op zijn allerkleinst en kwetsbaarst was.
4
Dergelijke schilderwerken, die wij nu nog bewonderen als staaltjes van vijftiende-eeuwse kunst, moeten in hun tijd als uiterst angstaanjagend zijn ervaren. Te meer omdat het voorgeborchte, de tussenfase waar iedereen doorheen moest, steeds meer de naam kreeg van een afschuwelijk oord, waar je zo snel mogelijk uit moest worden verlost. Naar het schijnt is daar in de Bijbel niets over te vinden; het vagevuur was een unieke creatie van de katholieke kerk. En zoals de maffia altijd oplossingen biedt
KUNSTSCHRIFT 6/2015 HET HIERNAMAALS
Voor de artistieke verbeelding was de vreze Gods een stuk vruchtbaarder dan tevreden vertrouwen in de barmhartigheid van de Messias. voor de door haarzelf gecreëerde problemen, zo deed de kerk dat ook. Het vertrouwde systeem van debet en credit tussen Hier en Hierna werd door de kerkvorsten steeds verder naar het Hier verschoven. Zo groeide er een steeds openlijker cultuur waarbij mensen hun aftocht naar het vagevuur konden bekorten met behulp van geld, boetedaden of kunstwerken. Aanhoudend bidden hielp ook, en alles kon worden uitbesteed; je kon een klooster in de arm nemen om missen voor jezelf of je nabestaande te laten opdragen, dagelijks of wekelijks, voor tien of voor honderd jaar, afhankelijk van de dikte van je portemonnee. Vandaar dat in die geschilderde visioenen van de eindtijd zo vaak dezelfde verhoudingen heersen als op aarde. Volgens de Bijbelse leer moet de rijke man vrezen voor het hiernamaals, maar bij Rogier van der Weyden, Hans Memling en ook Bosch zie je vooral paupers en kleine losers het onderspit delven. Vermogende particulieren kochten een reservering aan de goede kant van de weegschaal, en bezegelden de koop met een schilderij [8]. Zien is geloven: stichters die zichzelf, vaak in vol ornaat, soms klein en soms zelfs naakt lieten portretteren door een gerenommeerde meester, deden dat echt niet alleen om hun vroomheid te benadrukken. Het was een vorm van propaganda die zowel op deze als op gene zijde was gericht.
nes op Patmos, de apostel met wie het allemaal begon, staat een van die schijnbaar overbodige, Boschiaanse onderkruipsels afgebeeld, een soort geharnaste tor met het gezicht van een man [5]. Het wezentje probeert met zijn hark de woorden van de apostel naar zich toe te rakelen. Een zelfportret van Bosch? Er wordt zoveel gezegd, en we weten jammer genoeg bijna niets over deze kunstenaar. Maar kijkend naar al die schilderijen met hun rebusjes en raadsels en kruipende, vliegende vuiligheid en gekte, waar de geleerden nog steeds niet helemaal uit zijn, vind ik dit wel een vrolijk makende gedachte. Mariëtte Haveman is hoofdredacteur van Kunstschrift
In 1516 stierf Bosch. In 1517 spijkerde Luther zijn stellingen op de deur van de kerk in Wittenberg. Zeven van de vijfennegentig handelden over het vagevuur, de machinekamer achter zo’n belangrijk deel van de middeleeuwse kunstproductie. De zestiende eeuw bracht nog een eruptie van Boschiaanse gruwel voort. Daarna was het voorbij. Een halve eeuw na de dood van de Duivelmaker verdween de afgoderij onder hamer, bijl en witkalk. Een tijdperk liep ten einde. Maar Bosch was niet alleen een fenomeen van zijn tijd. Hier was ook iemand aan het werk, een persoonlijkheid die duidelijk genoot van zijn eigen losgeslagen verbeelding. Op het schilderij van Johan-
5