Kunstschrift 2015/4 Edvard Munch

Page 1

â‚Ź 10,75

Edvard Munch

1863-1944


kunstschrift is een tweemaandelijkse uitgave van Kunst en Schrijven bv, Amsterdam/Zutphen 59ste jaargang, nr 4 augustus/september 2015 redactie

hoofdredactie Mariëtte Haveman eindredactie Annemiek Overbeek beeldredactie Andrea Müller-Schirmer redactieraad Paul van den Akker Eddy de Jongh Ann-Sophie Lehmann Frits Scholten vormgeving

Omar Saiid Saiid & Smale, Amsterdam redactieadres

ook voor informatie over uw abonnement, het bestellen van losse nummers, opzeggingen, adreswijzigingen en plaatsen van advertenties Kunstschrift Postbus 10859 1001 EW Amsterdam 020-6251607 0575-431182 info@kunstschrift.nl kunstschrift@xs4all.nl

Hij was de eerste kunstenaar die zijn eigen leven en roerselen tot absolute maatstaf nam. Dat deed hij op een manier die een groot talent, een enorme wilskracht en ook een bijzondere muzikaliteit verraden. Daarnaast was hij vooral ambivalent. Een kosmopoliet die het liefst het gezelschap van landgenoten zocht, een kluizenaar die zichzelf graag in de etalage zette, een schilder die eigenlijk dichter of musicus had willen zijn. Vanaf 25 september in het Van Gogh Museum: Munch : Van Gogh

www.kunstschrift.nl lithografie en druk

Wilco Art Books, Amersfoort aanmelden en vragen abonnement

Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest 0900-226 52 63 klantenservice@aboland.nl m.i.v. 1 september 2015 • jaarabonnement (6 nummers) € 56,00 • studenten en 65+ € 52,50 • buiten benelux € 68,00 korting van  1,50 bij betaling met automatische incasso • proefabonnement (3 nummers) € 27,50 • losse nummers € 10,75 (exclusief verzendkosten) • linnen bewaar­band € 17,50 (inclusief verzendkosten) Om het abonnement op te zeggen hanteren wij een opzegtermijn van twee maanden. Adreswijzigingen ontvangen wij graag drie weken van tevoren op het mailadres info@kunstschrift.nl. issn

0166-7297

afbeelding omslag voorzijde

Edvard Munch, De kus, 1897 • olieverf op doek, 99 x 81 cm • Munchmuseum, Oslo afbeelding inhoudspagina

Edvard Munch, Naar het bos II, 1915 • kleurenhoutsnede, 51 x 64,6 cm • Städel Museum, Graphische Sammlung, Frankfurt am Main (foto © Städel Museum/U. Edelmann/Artothek) Kunstschrift is ook te volgen op facebook. Wilt u iets vragen of meedelen, en op de hoogte gehouden worden, zoek ons dan op www.facebook.com/kunstschrift

2

Een ster aan het Europese firmament Mariëtte Haveman

10

Leven en werk

12

Edvard versus Vincent Jeroen Stumpel

20

Schilderen als een Noor in Frankrijk Dani Cuypers

26

Munch en het Theater van het Ik Hans W. Bakx

37

De Schreeuw van de Natuur

38

Munch en Van Gogh op de Sonderbundtentoonstelling in 1912 Barbara Schaefer

48

De keus van Kunstschrift

52

Het oog van de liefhebber: Ger Luijten

54

Aanwinsten 3 een serie van

34

Peter Hecht

De muzikale beweging

nieuw: achterin dit nummer

Irina Kouteinikova

uitneembare museumagenda



M A R I E T T E H AV E M A N

Een ster aan het Europese firmament 2


KUNSTSCHRIFT 4/2015 MUNCH

Het oeuvre van Edvard Munch kun je het best beschouwen als een planeet, met een kleine, harde kern en een dikke dampkring. De harde kern bestaat uit zo’n tachtig schilderijen rond een twintigtal thema’s, waaronder een flink aantal portretten. Die kern behoort tot het beste dat er in Europa in de late negentiende en vroege twintigste eeuw is geschilderd. Deze kern-Munchs herken je overal, op overzichtstentoonstellingen van expressionisten, vroege modernisten, moderne Noren, ze springen eruit met hun spookgezichten vol schrik en wanhoop, de vaardige snelle lijnvoering, en dat grijsblauwe licht dat hij zo effectief wist in te zetten om de gewenste emotie te wekken. De Munchiaanse dampkring bestaat uit een enorme etherische zwerm van variaties op de oude thema’s rond liefde, eenzaamheid, wanhoop en dood. Ook daar zitten ijle meesterwerken tussen. Maar de werken die je niet meer vergeet, de Puber-

<1 Edvard Munch

2 Edvard Munch in zijn

Sterrennacht, 1922-1924 • olieverf op doek, 140 x 119 cm • Munchmuseum, Oslo

winteratelier in Ekely, 1938 (foto R. Vaering) Munch is omringd door o.a. Sterrennacht, een versie van Het zieke kind en schilderijen uit

zijn ‘Levensfries’, zoals midden boven Rood en wit (1899-1900), aan de rechtermuur As (1895) en hoog daarboven een versie van de Madonna.

teit [9b], de Rode wilde wingerd, de Nacht in Saint-Cloud [27], de Schreeuw [40-44], de levensfasen, de jaloezie en de verleiding, die dateren allemaal van voor 1910. Daarom zou een tentoonstelling van Van Gogh en Munch zich naar mijn inzicht goed kunnen beperken tot de vroege periode, waarin Munch het fundament onder zijn oeuvre legde. Dat is in het Van Gogh Museum niet gebeurd, maar als je de tentoonstelling bekijkt – van 25 september t/m 17 januari; ik zag hem in Oslo – wordt toch meteen duidelijk hoezeer beide meesters aan elkaar gewaagd zijn.

3


3 Edvard Munch

Badende mannen, 19071908 • olieverf op doek, 206 x 227 cm • Ateneum Art Museum, Helsinki 4 In 1907 fotografeerde

Munch zichzelf op het strand van Warnemünde tijdens het schilderen van Badende mannen. Op de achtergrond een van de badmeesters die model stonden • foto Munchmuseum, Oslo >5 Vincent van Gogh

Korenvelden met bergen op de achtergrond, 1889 • olieverf op doek, 70 x 88 cm • Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen

4

En tegelijk wordt duidelijk hoezeer ze van elkaar verschillen. Van Gogh voltooide zijn oeuvre in vijf jaar; Munch kreeg er zestig. Van Gogh schilderde pasteus, dacht zijn composities helemaal door en bouwde zijn schilderijen op zonder er iets aan te veranderen [5, 13]. Bij Munch bestond het proces voor een belangrijk deel uit afkrabben, wegwissen, alles verwijderen waarin de virtuositeit zich openbaarde [18]. Munch was een natuurtalent, zoals een paar van zijn vroege portretten verraden, en hij deed er alles aan om dat feit te bestrijden. Van Gogh was nooit virtuoos. Al zijn schilderijen zijn met moeite bevochten. En Van Gogh had niets tegen virtuositeit. Munch vond dat ‘de schilderkunst voortaan niet meer moet bestaan uit tafereeltjes van lezende mannen en breiende vrouwen, maar dat ze moet gaan over mensen die ademen, emoties voelen, pijn lijden en liefhebben.’ Van Gogh zag absoluut geen tegenstelling tussen deze twee grootheden. Hij hield van het werk van Millet en Jozef Israëls, die nu worden gerekend tot het burgerlijke realisme, net zo goed als hij Gauguin bewonderde. Munch gebruikte zijn kunst als spreekbuis voor zijn eigen emoties, zijn beleving van de werkelijkheid. Van Gogh wilde dat zijn schilderijen namens zichzelf spraken. Het ging hem om het landschap, het onderwerp dat hij schilderde, en dat hem had getroffen.

Van nabij bekeken zijn de tegenstellingen groter dan de overeenkomsten. En de catalogus maakt daar geen geheim van. De sleutel tot de vergelijkbaarheid ligt eigenlijk in het feit dat Munch zijn zelfbeeld naar dat van Van Gogh modelleerde. Zoals Reinhold Heller schrijft in een subtiel essay in het boek bij de tentoonstelling (‘Ik ten dele’. Een vergelijking tussen Edvard Munch en Vincent van Gogh’), geloofde Munch hartstochtelijk in het sjabloon van Van Gogh als de kunstenaar die zijn leven vrijwillig opbrandde op het altaar van de kunst. Om aan dat ideaal te beantwoorden zette Munch in 1907 zijn ezel in de volle zon op het strand, en fotografeerde zichzelf naakt schilderend (weliswaar met een preutse schaduw op kruishoogte – of is dat een zwembroek anno 1907?), ‘alsof hij de destijds populaire mythe van Van Goghs zonnewaanzin tot het uiterste wilde ervaren’ [4]. Hij zette zijn schilderijen buiten in sneeuw en zon om ze te laten verweren (het ‘paardenmiddel’, noemde hij dat). Tot op hoge leeftijd hield hij vol dat Van Gogh het ideaal was waarnaar hij streefde. ‘Tijdens zijn korte leven liet Van Gogh zijn vlam niet doven. Vuur en sintels dienden als penselen tijdens zijn spaarzame jaren, waarin hij opbrandde voor zijn kunst. Ik neem me voor en hoop dat ik eindelijk, met meer geld tot mijn beschikking dan hij, in zijn voetsporen zal treden.’


KUNSTSCHRIFT 4/2015 MUNCH

Dit ideaal vormt ook een centraal conflict in het leven van Munch, en van veel kunstenaars na hem. Hij zocht de controverse, en beschreef zichzelf graag als de miskende eenling die hij maar zeer ten dele was. Munch was een van de eerste kunstenaars die begrepen hoe belangrijk imagobeheer is in het bewaken van je plaats in de moderne kunstgeschiedenis. Hoe succesvol zijn strategie was blijkt tot op heden. Niet alleen wordt Munch in menig toeristengidsje beschreven als de Noorse kluizenaar, ook in kunsthistorische boeken heeft dat beeld nog een lang leven gehad. Wat daarvan waar is kun je lezen in het artikel van Maite van Dijk in de onlangs verschenen bundel over het lot van buitenlandse kunstenaars in Parijs tussen 1870 en 1914. Zij vertelt daarin hoe Noorse kunstenaars als Frits Thaulow en Christian Skredsvig op de Franse Salon werden geëerd om

Munch was een natuurtalent, zoals een paar van zijn vroege portretten verraden. En hij deed er alles aan om dat feit te camoufleren. hun technische finesse en om de inherente Noorsheid van hun thema’s: het wijde Noorse landschap waarin je kunt verdrinken [6, 7 en 26]. Munch, schrijft zij, ‘voer een andere koers. Hij ontwikkelde een hoogst persoonlijk project, en afficheerde zichzelf vanaf het begin zeer doelbewust als buitenstaander; of anomalie, zoals de Franse critici het noemden, niet onverdeeld enthousiast maar zeker ook niet uitsluitend kritisch. Munch streefde het succès de scandale na.’ ‘In retrospect, it seems clear that Munch’s lifelong strategy was to garner recognition by not conforming.’

5


Noorse kunstenaars werden op de Parijse Salon geprezen om hun technische finesse en vertolkingen van het stemmige Noorse landschap waarin je kunt verdrinken. En daar deed hij goed aan, zo kort na de dood en wederopstanding van Van Gogh. Van Dijk geeft in het artikel een paar opmerkelijke voorbeelden van de manieren waarop Munch zijn reputatie stuurde. Munch was een groot kunstenaar, zijn schilderijen en ook zijn grafiek hebben nog steeds een wonderbaarlijke kracht. Maar er was al in 1890 niet aan te ontkomen: om in de moderne kunst gezien en gehoord te worden, dat vereiste domweg een behoorlijk uitgekiende vorm van zelfstilering. Munch kende die voorwaarden, en deed eraan mee. Als je zijn leven bekijkt werd hij voortdurend heen en weer getrokken tussen het mondaine kosmopolitanisme van de kunstwereld van zijn tijd, verzamelaars, critici, al die satellieten die hielpen zijn roem

6

te verspreiden, en de behoefte aan Van Goghiaanse retraite. Het pseudo-isolement van zijn buitenplaats Ekely, vlakbij Oslo, kan daar model voor staan. Op Ekely kon hij zich afzonderen met zijn honden en zijn kunst, maar ook kon hij die afzondering in stijl etaleren [2]. Vandaag mag je er nog steeds in, al is alleen de zogeheten winterstudio nog enigszins intact. En er was nog een ander opzicht waarin hij er niet helemaal in slaagde om zijn eigen ideaal te vervullen. Niet alleen werd hij al in de jaren negentig van de negentiende eeuw met medailles behangen en omzwermd door steenrijke bewonderaars, maar in de eeuw daarna leefde hij nog tot 1944 op zijn landgoed, eindeloos variaties toevoegend aan een reeds lang geleden voltooid oeuvre. Edvard Munch was niet alleen een van de eerste grote modernisten, hij was ook de eerste grote modernist die zichzelf overleefde. MariĂŤtte Haveman is hoofdredacteur van Kunstschrift


KUNSTSCHRIFT 4/2015 MUNCH

<6 Kitty Kielland

7 Jacob Sømme Kielland

Zomernacht, 1886 • olieverf op doek, 135,5 x 100,5 cm • Nationaal Museum voor Kunst, Architectuur en Design, Oslo

In Rogaland, ca 1890 • olieverf op doek • particuliere collectie

>afbeelding op pp. 8-9 8 Edvard Munch

Zomernachtsdroom (De stem), 1893 • olieverf op doek, 88 x 108 cm • Museum of Fine Arts, Boston (foto Scala)

7


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.