Kunstschrift 2014/5 Beesten Buiten

Page 1


K unstschrift is een tweemaandelijkse uitgave van Kunst en Schrijven bv, Amsterdam/Zutphen 58ste jaargang, nr 6 december 2014/januari 2015 redactie

hoofdredactie Mariëtte Haveman eindredactie Annemiek Overbeek beeldredactie Andrea Müller-Schirmer redactieraad Paul van den Akker Eddy de Jongh Ann-Sophie Lehmann Frits Scholten vormgeving

Omar Saiid Studio Saiid & Smale, Amsterdam redactieadres

ook voor informatie over uw abonnement, het bestellen van losse nummers, opzeggingen, adreswijzigingen en plaatsen van advertenties Postbus 10859 1001 EW Amsterdam 020-6251607 0575-431182 info@kunstschrift.nl www.kunstschrift.nl lithografie en druk

Epospress, Zwolle opgave en vragen abonnement

Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest 0900-226 52 63 klantenservice@aboland.nl IBAN NL49ABNA 0592886182 tnv Abonnementenland, Uitgeest • jaarabonnement (6 nummers) € 55,00 • studenten en 65+ € 51,50 • buiten benelux € 67,50 korting van  1,50 bij betaling met automatische incasso • proefabonnement (3 nummers) € 27,50 • losse nummers € 10,75 (exclusief verzendkosten) • linnen bewaar­band € 17,50 (inclusief verzendkosten) Om het abonnement op te zeggen hanteren wij een opzegtermijn van twee maanden. Adreswijzigingen graag schriftelijk drie weken van tevoren zenden naar het redactieadres. issn

0166-7297

afbeelding omslag voorzijde

Tristin Lowe, Mocha Dick, 2009 • zie ook afbeelding 55

2

32

Verzonken in hun eigen bestaan

De rinoceros van Theo Jansen

Mariëtte Haveman

Nelleke van Zeeland

10

36

Goed gebruld leeuw!

Bejaagd en belaagd

Mendes da Costa en de animaliers

Jeroen Stumpel

van de eenentwintigste eeuw Jan Teeuwisse

46

Iris Le Rütte, Liedje (1), 2003 • zie ook afbeelding 10

24

De woorden 12 (slot) Ad Reinhardt

afbeelding inhoudspagina

Vermoorde onschuld

een serie van Carel Blotkamp

afbeelding omslag achterzijde

Iris Le Rütte, Fata Morgana, 2005 • zie ook afbeelding 21

Kunstschrift is ook te volgen op facebook. Wilt u iets vragen of meedelen, en op de hoogte gehouden worden, zoek ons dan op www.facebook.com/kunstschrift

Berlinde de Bruyckere en de passie van het paard

48

Stefan Kuiper

De keus van Kunstschrift


Beesten Buiten

Insectenschildjes, paardenkadavers, geprepareerde vossen en beesten van vilt, bewegende machines en klassieke bronzen: op het gebied van de dierplastiek is alles mogelijk. Vroeger gold het dier vooral als een drager, van een nobele ruiter, een eigenschap of een heraldisch embleem. Vandaag zijn ze kwetsbaar, melancholiek en autonoom, en dienen ze als spiegel voor onze eigen existentiĂŤle staat.

Onder de titel Labor et Ars. Joseph Mendes da Costa & Joost van den Toorn organiseert museum Beelden aan Zee van 13 februari t/m 10 mei een tentoonstelling waarin niet alleen het mysterie rond de beeldhouwer Mendes da Costa (1863-1939) zal worden ontrafeld,

maar ook zijn artistieke erfenis belicht. Het eerste retrospectief wordt namelijk gecombineerd met dierplastiek van Joost van den Toorn (1954), bewonderaar en geestverwant van de bijna honderd jaar oudere, Joodse meester.


Verzonken in hun eigen bestaan M a r i e tt e H av e man

1 Spelende bronzen beertjes op de Lijnbaan in Rotterdam, gemaakt door de Noorse beeld-

2

houwster Anne Grimdalen en in 1956 in Rotterdam onthuld (foto Eveline Koolhaas-Grosfeld, 2014)

Iedereen die is opgegroeid in Rotterdam kent de bronzen beertjes op de kruising van de Korte en Lange Lijnbaan. Daar stonden ze al in de vroege oudheid, niet ver van kunsthandel Koch en de tapijtenwinkel met het holle raam. Ze waren er altijd, net als de mannen in de grijze pakken die het woord van de mormonengod verspreidden. Hoe geliefd ze waren en zijn bleek een paar jaar geleden toen de Lijnbaan werd gerenoveerd en de beertjes even uit het straatbeeld verdwenen. Je kunt ze nu nog lezen, de commentaren op de website van Radio Rijnmond: ‘Oude glorie hoezo? Waar zijn de beertjes dan gebleven?’ ‘Ik zeg beertjes terug dan ga ik pas kijken.’ Het is de spiegelbeeldige kant van de boosheid om het Kabouterbeeld van Paul McCarthy op het Eendrachtsplein. Het kleine berenbeeld is gemaakt door de Noorse beeldhouwster Anne Grimdalen. Het is in 1956 cadeau gegeven door de burgemeester van Oslo aan Rotterdam. De Stichting Herrijzend Rotterdam plaatste de beren op een granieten sokkel, waar ze na een korte onderbreking vandaag nog steeds op staan, eeuwig jong en verdiept in hun spel [1]. Deze beertjes hebben een status die gewone beeldhouwwerken overstijgt. Ze zijn niet lelijk of mooi: ze zijn. De vraag wie zo’n beeld eigenlijk heeft gemaakt komt dan in bijna niemand op. Die vraag is totaal irrelevant, zoals ook bij heel beroemde beelden, zoals de Kleine Zeemeermin en het Vrijheidsbeeld – en vaker, bij beelden van dieren.


kunstschrift 6/2014 • beesten buiten

2 Rijnhert, door kunstenaarscollectief G.A.N.G. oorspronkelijk gemaakt voor een ander adres; in 2012 geplaatst op een voormalige afvalberg langs de A12 bij Arnhem

3 Toro de Osborne (Stier van Osborne) • reclamebord van ca 14 m hoog, te zien op diverse plaatsen in Spanje

Dit feit zegt iets belangrijks over de kunst van het gebeeldhouwde beest. Zulke beelden staan heel dicht bij hun modellen: veel dichter dan een geschilderd landschap of een stilleven, of zelfs een portret van een persoon staat bij een echte alpenwei of een schaal met appels en peren, of een meneer. Of mevrouw. Gebeeldhouwde dieren zijn zelf al bijna levende wezens. Net als bij echte dieren kunnen we enorm van ze houden, ook al is de afstand tussen hen en ons onoverbrugbaar. Sterker nog, de afstand en de nabijheid zijn een functie van elkaar; we worden nog meer tot hen aangetrokken omdat ze ons altijd een beetje vreemd zullen blijven. Kijk naar foto’s van mensen, in contact met echte dieren [6]. Alle gevoelens waartoe we in staat zijn kunnen we hun geven. En tegelijk weet elk verstandig mens dat een deel van die gevoelens berust op projectie, en het feit dat ook wij geprogrammeerd zijn om bepaalde kenmerken aandoenlijk of juist griezelig te vinden. Daar tussenin bevindt zich het smalle strookje dat ruimte biedt voor echte empathie. Kinderen zijn daar denk ik het beste in. Deze eigenschap, het natuurlijke charisma dat dieren hebben, geeft beelden van dieren een bijzondere plaats in de kunst, en in de openbare ruimte. Zulke beelden raken ons op een manier die nog een heel stuk verder reikt dan de vertedering over een paar spelende beertjes. Zo kent ook iedereen die wel eens naar Arnhem rijdt het imposante Rijnhert, op de voormalige afvalberg boven het knooppunt Velperbroek [2]. Ook de schepper van dat hert heeft een naam: Hans Jungerius en het Arnhemse kunstenaarscollectief G.A.N.G. Maar wat je altijd een schokje bezorgt als je daar aan komt rijden is dat kolossale silhouet, dat op zijn beurt doet denken aan de stier van Osborne, het veertien meter hoge silhouet dat je her en der in Spanje tegenkomt [3]. Dat beest was oorspronkelijk geen kunstwerk maar een reclamebord. Maar voor ons, de verstrooide passant, maakt dat niets uit, net zo min als de vraag wie het gemaakt

heeft. Het beest is van zichzelf. En wij worden even verplaatst in een andere wereld, waarin grote dieren plots opdoemen aan de einder, of kleine dieren heel ongestoord verzonken zijn in een eigen bestaan, zonder zich iets aan te trekken van het winkelende publiek of het razende verkeer dat er jaar na jaar aan voorbijtrekt. En zo zijn veel standbeelden van beesten, zoals de beren van Grimdalen en de stier van Osborne, wel bekend en aanwezig in ons bestaan, maar als kunstwerk eigenlijk zonder veel betekenis. In grote overzichtswerken komen ze niet voor. We vinden er niks van. Ze zijn er gewoon.

3


De eigensoortigheid van het dierbeeld stelt voorwaarden aan de kunstenaar die zich eraan waagt. En het is mooi om te zien hoe beeldhouwers in verschillende perioden met dat aspect rekening hebben gehouden. Het gebeeldhouwde beest heeft zijn eigen spoor door de kunstgeschiedenis getrokken, met een heel eigen eb en vloed: af en toe (tussen 1880 en 1930) is het er volop, dan (tussen 1960 en 1980) verdwijnt het een paar decennia in de marge van de deftige officiĂŤle kunst, om zich dan opeens (de afgelopen tien jaar) weer in een ongekende uitbundigheid te manifesteren. Daarbij zijn, geloof ik, vier variabelen te vinden, die soms door elkaar lopen: de apotropeĂŻsche (wachter bij de poort), de decoratieve, de naturalistische en de antropomorfe variant. Poortwachterdieren behoren tot de oudste in de soort: die vind je overal, vroeger en nu. Ze sluimeren al in de rotspartijen die we soms van veraf zien. Van de decoratieve dieren, als bescheiden ornament aan gebouwen, was Joseph Mendes da Costa de grote meester [12]. In 1997 maakten wij al een Kunstschrift over hem. Zijn aapjes behoren nog steeds tot de klassieke bijdragen aan het vroeg twintigste-eeuwse gestileerde realisme waar Joodse kunstenaars een belangrijke rol in speelden. De naturalistische benadering vinden we in de negentiende en de vroege twintigste eeuw: bovenaan

4


kunstschrift 6/2014 • beesten buiten

de Fransman Barye met zijn prachtige vechtende diergroepen, vaak in verschillende formaten verkrijgbaar [4]. In de eerste helft van de twintigste eeuw zette dit genre zich voort, ook in de Lage Landen. De meest interessante was de Italiaan Rembrandt Bugatti (jongere broer van), wiens onsterfelijke olifanten, nijlpaarden en zijn eigen teckel nog steeds behoren tot de meest geliefde en bewonderde beelden in het genre [5]. Nederland kende ook een paar grote namen, zoals Jaap Kaas, Lambertus Zijl [8, 17] en Arie Teeuwisse, de vader van Jan [9, 19]. Deze beeldhouwers waren stuk voor stuk knappe vakmensen maar ook echte kenners en liefhebbers van hun onderwerp in natura. Nog in de jaren toen veel andere kunstenaars zich afkeerden van de natuurstudie bestudeerden zij in Artis hoe zo’n beer of leeuw zich nu precies bewoog, wat zo’n dier expressief maakte, en wat daar dan precies in werd uitgedrukt. Van Bugatti wordt gezegd dat zijn zelfmoord, op 31-jarige leeftijd, verband hield met het feit dat de Antwerpse Zoo tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn eigen dieren afmaakte. Bugatti kende die dieren vaak persoonlijk. De antropomorfe benadering reikt ook tot in de wortels van de kunst; vooral in de schilderkunst komen we al vroeg aangeklede aapjes en katten tegen, meestal ter illustratie van een minder wenselijke eigenschap. In de hedendaagse kunst is de antropo-

4 Antoine-Louis Barye, Leeuw die een slang vertrapt, 1832 • brons, 56 x 74,5 x 41 cm • Particuliere collectie 5 Rembrandt Bugatti, Gapend nijlpaard, 1905 • brons, 36,5 x 55 x 18 cm • Particuliere collectie

6 ‘Op diezelfde dag had de vertaler een gesprek met een ezeltje en een schaapje’, foto in Vasili Grossman, Reis door Armenië (Amsterdam 2014) 7 Rembrandt Bugatti aan het werk in de Antwerpse Zoo, ca 1909

8 Lambertus Zijl, IJsbeer, 1930-1940 • brons, hoogte 16,5 cm • Collectie Meentwijck, Bussum 9 Arie Teeuwisse, Grote Afrikaanse olifant, 1973 • brons, hoogte 30 cm • Kunstcollectie Artis, Amsterdam

morfe benadering opnieuw sterk vertegenwoordigd, en ook hier wordt ons negen van de tien keer een spiegel voorgehouden, maar het perspectief is volkomen gekanteld. Deze beeldhouwers, van wie we in dit Kunstschrift een flinke verzameling hebben aangelegd, spelen en manipuleren met onze neiging tot projectie zodra we worden geconfronteerd met dieren – en met onze neiging tot zelfverheffing. Barry Flanagan verandert Rodins Denker in een haas [54], Stephan Balkenhol geeft zijn dieren een menselijk postuur en een houding die wonderbaarlijk goed past bij hun natuurlijke uitdrukking [11]. Laura Ford verkleedt haar dieren als zwervers [57]. Maar aan dit speelse bestiarium zit vaak een uitgesproken duistere kant. Zo is het in de sinistere caroussels van Bruce Nauman, die herinneren aan slachthuizen en martelpraktijken. Ook de Vlaamse Berlinde de Bruyckere raakt ons snoeihard in de kern van onze relatie tot het dier: onze sentimentaliteit en wreedheid, onze schuld aan hun vreselijke lot.

5


Het natuurlijke charisma dat dieren hebben geeft hun een bijzondere plaats in de kunst, en in de openbare ruimte.

10 Iris Le Rütte, Liedje, 2003 • brons, hoogte 50 cm • Park Kalheupink, Oldenzaal • zie ook achterzijde omslag >11 Stephan Balkenhol, Drie hybrides, 1995 • gepolychromeerd cederhout, elke figuur ca 121 x 50 x 34 cm • Hirshorn Museum and Sculpture Garden, Washington D.C.

6

Hier is niet het dier degene die ons zijn slechte eigenschappen als spiegel voorhoudt, maar omgekeerd, staan wij zelf op een fundamenteel niveau ter discussie. De vraag of het ook goede kunst is, verdwijnt soms helemaal achter het afschuwelijke, beschuldigende beeld [40-43]. Bij al dit geweld uit siliconen, was, epoxy, hout, marmer en bont, zou je bijna hardop zeggen dat het beeld voorgoed zijn onschuld heeft verloren. Geen beertjes, herten of geitjes meer die niets anders uitdrukken dan wat ze zijn. Maar kijk, dat is ook weer niet helemaal waar. Afgezien van de internetsites waar de bronzen beren en jaguars per formaat en gewicht te koop zijn, staan er ook op het podium van de erkende kunst nog steeds dieren die onze snaren

raken en zich tamelijk lankmoedig in het straatbeeld voegen. Die staan en zitten vooral in de groep die Jan Teeuwisse aanduidt als poëtisch realisme: Iris Le Rütte maakt al jaren dieren die een hedendaagse variant mogen heten van de oude vertrouwde kameraadjes op de Lijnbaan, met een toegevoegde laag [10, 21]. Ze zetten ons even stil. We kunnen van ze houden, over ze nadenken en om ze glimlachen. Dat is geen tijdelijk effect. Over dertig, veertig, vijftig jaar, als de beeldhouwkunst weer een nieuwe wending heeft genomen, dan zitten zij er vermoedelijk nog steeds. Mariëtte Haveman is hoofdredacteur van Kunstschrift


kunstschrift 6/2014 • beesten buiten

17 Philips Galle naar Maarten van Heemskerck, Judith doodt Holofernes, 1564 • gravure, 20,3 x 24,7 cm • Prentenkabinet Universiteit Leiden

7


12 Mandrils en mantelbaviaan van Joseph Mendes da Costa, hoog aan de gevel van het voormalige winkel-kantoorpand van de in 1883 opgerichte Levensverzekering-Maatschappij ‘Utrecht’ aan het Damrak in Amsterdam. Al het beeldhouwwerk aan en in dit gebouw – in 1904-1906 ontworpen door de architecten A.J. Kropholler en J.F. Staal – is van de hand van Mendes da Costa (foto Klaas Schoof, november 2014)

8


kunstschrift 6/2014 • beesten buiten

9


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.