Kwartaalblad juni 2016
Drentse essen
90
Kwartaalblad van Stichting Stichting Het Het Drentse Drentse Landschap Landschap Uitgave Stichting Het Drentse Landschap Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postadres: Postbus Postbus 83 83 -- 9400 9400 AB AB Assen Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl e-mail: mail@drentslandschap.nl Website: www.drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Facebook: www.facebook.com/drentslandschap Bankrek. nr. NL33RABO0315832916 30.28.75.751 Redactie Redactie E.W.G. E.W.G. van van der der Bilt, Bilt, J.D.D. J.D.D. Hofman, Hofman, Colpa, J.G. S.S. van der Meer, m.m.v. H. Schipper enSchenkenberg H. Colpa Basisvormgeving van Mierop en B. ZoerAlbert Rademaker BNO, Annen Grafische productie Drukkerij BNO, van Gorcum Vormgeving Albert Rademaker Annen BV, Assen Omslag Drentse es / foto: Geert de Vries Grafische productie Koninklijke van Gorcum BV, Assen
3 Eruitgelicht Ali Edelenbosch
4
Drentse essen – Terreinbeschrijving Geert de Vries
ISSN 1380-3263 Omslag Exoërkyl / foto: Geert de Vries Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. ISSN 1380-3263 De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt Overname van artikelen met bronvermelding niet noodzakelijk de opvattingen van Stichtingis toegestaan. De inhoud de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt Het Drentsevan Landschap. niet noodzakelijk de opvattingen van Stichting Het Landschap is een uitgave van Stichting Het Het Drentse Drentse Landschap. Drentse Landschap. Het geeft informatie over de terrein bezittingen activiteiten van uitgave de stichting. Het bladHet Het Drentseen Landschap is een van Stichting verschijnt viermaal per bij informatie het wisselen derdeseizoenen Drentse Landschap. Hetjaar, geeft over terrein en wordt gratis toegezonden aan de beschermers van het bezittingen en activiteiten van de stichting. Het blad Landschap. Beschermer kan men worden door bijgevoegde verschijnt bij het wisselen seizoenen kaart in teviermaal vullen enper te jaar, verzenden. Minimaleder bijdrage € 17,50 en wordt gratis toegezonden beschermers van het per jaar. Beschermer voor het aan levende€ 400,– . Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde Als u Het Landschap extra Minimale wilt steunen dan kan dat kaart in teDrentse vullen en te verzenden. bijdrage € 17,50 op de volgende wijze:voor het leven € 400,– . per jaar. Begunstiger Periodieke gift InLandschap plaats vanextra of naast beschermersbijdraAls u Het Drentse wilt uw steunen dan kan dat ge. Ditvolgende is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare op de wijze: periodieke bijdrage, die u voor minimaal vijf jaar toezegt met een eenvoudige of naast een kosteloze onderhandse Periodieke gift notariële In plaats akte van of uw begunstigersbijakte van laatste is op te vragen bij belastingdrage. Ditschenking. is een voorDeze de inkomstenbelasting volledig aftrekdienst.nl en dient samen met kantoor van 5dejaar stichting te bare periodieke bijdrage, die uhet voor minimaal met een worden ingevuld. eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50 Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de en hogerteper jaar regelt en Drentse betaalt de stichting de akte. Het hoogte houden van Het Landschap. kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte Andere giften Indien het totaal van uw giften in enig jaar te houden van Het Drentse Landschap. zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven Andere giften Indienaftrekbaar het totaalvoor van uw giften in enig jaar gaat, is het meerdere de inkomstenbelasting tot ten1% hoogste 10% van het drempelinkomen. zowel van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting Legaten of erfstellingen U kunt Stichting Het Drentse tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. Landschap en/of Stichting Oude Drentse Kerken ook in uw testament begunstigen. Legaten of erfstellingen U kunt Stichting Het Drentse Landschap en/of Stichting Oude Drentse Kerken ook in uw Stichting Het Drentse Landschap en Stichting Oude Drentse testament begunstigen. Kerken zijn vrijgesteld van schenk- en erfbelasting, zodat uw gift, schenking of legaat geheel ten komt van deze Stichting Het Drentse Landschap en gunste Stichting Oude Drentse stichtingen. Kerken zijn vrijgesteld van schenkings- en successierecht, zodat gift, schenking of hierboven legaat geheel ten gunste komt Nadereuw inlichtingen over de vermelde mogelijke van dezevan stichtingen. vormen steun kunt u inwinnen bij het kantoor van de stichting of bij uw notaris. Nadere inlichtingen over de hierboven vermelde mogelijke vormen van steun kunt u inwinnen bij het kantoor van de Het Drentse Landschap stichting of bij uw notaris. Het Drentse Landschap
www.de12landschappen.nl
10
Into Nature art expedition – Cultuur
12
Een haag, een hek of een paar stenen – Cultuurhistorie Janny Oudega
14
Boerenwormkruid – Flora Joan D.D. Hofman
16 Eric van der Bilt over 35 jaar veranderingen bij Het Drentse Landschap – Interview Bertus Boivin 19
Activiteiten eruitgelicht
20
Fietsen en wandelen rond Havelte en Uffelte – Fietsroute Bertus Boivin / Eric van der Bilt
22 Tuin van havezate Oldengaerde voor ‘nut en vermaek’ – Cultuurhistorie Mariska de Boer en Erwin de Leeuw 24
Tentoonstelling ‘Op Poten’
26
Gewone meikever – Fauna Geert de Vries
28
Streekbeheer, samen kom je verder – Landschapsbeheer Erik de Gruijter
30
Molens en kerken – Cultuurhistorie Eric van der Bilt
34 37 38
Kortweg WMD In/uit de Politiek
Feest der verbinding
Wanneer dit kwartaalblad bij u op de mat valt hebben we een tijdperk afgesloten. Per 1 juni is Eric van der Bilt na 37 jaar bij Stichting Het Drentse Landschap met pensioen gegaan. U zult het hier en daar in de afgelopen periode wel gemerkt hebben. Berichtjes dat hij ergens voor het laatst was en wellicht een afscheidsinterview. In deze editie van ons kwartaalblad praat Bertus Boivin nog eens over de afgelopen jaren met hem. Hij is ruim 20 jaar onze directeur geweest en heeft gewerkt aan een stabiele en zeer gewaardeerde trustorganisatie. Hij heeft er met overtuiging voor gezorgd, dat de meer sectorale natuurorganisatie zich heeft verbreed naar alle gebieden en onderwerpen die ons raken. Naast natuurterreinen beheren we nu ook oude kerken, oude boerderijen, monumenten en vele Drentse hunebedden. We bekommeren ons ook over het landschap en de burgerparticipatie. Dat we daarmee het goede pad zijn ingegaan bewijst wel het aantal van 16.000 begunstigers, 270 vrijwilligers en 40 enthousiaste medewerkers. Mensen waarderen ons werk en weten ons te vinden, gezien het toenemend aantal legaten. Het afscheidssymposium op 26 mei jl. in theater de Nieuwe Kolk stond geheel in het teken van de verbinding. Relaties die onder leiding van onze directeur zijn gelegd met water, landschap, cultuurhistorie en erfgoed. Ook de goede samenwerking met de Provincie en de collega- Landschappen in het land werd genoemd. Ik denk, dat we kunnen vaststellen dat Erik van der Bilt een solide organisatie achterlaat, die klaar is voor de toekomst en waar het een feest zal zijn voor zijn opvolger Erwin van Liempd om hier te werken. Eric bedankt!
Ali Edelenbosch,
Foto: Eric Wanders
Voorzitter Het Drentse Landschap
PS. Ter gelegenheid van het afscheid van Eric is er een speciaal Kwartaalblad verschenen. U kunt deze uitgave bekijken via www.drentslandschap.nl
4
Terreinbeschrijving
Drentse essen In Drenthe worden de landschappelijk goed herkenbare akkers bij oude boerennederzet-
Geert de Vries*
tingen essen genoemd. Ook in Twente en de Achterhoek gebruikt men die naam. Elders heten ze bijvoorbeeld enk (Gelderland), eng (Utrecht) of akkers (Brabant). Het woord es is al heel oud en betekent: ‘land waarvan men eet’. Hoewel de totale oppervlakte aan essen in Drenthe klein is, behoren ze tot de meest markante landschapsvormen van de Drentse zandgronden. De nog ongeveer 300 bestaande essen in Drenthe herbergen een eeuwenlange boeiende geschiedenis.
Veldleeuwerik
Heel lang vormden de akkers op essen de spil van de Drentse landbouw. De ‘buren’ (boeren) op het zand woonden in een esdorp bij elkaar.Vanuit zo’n woonplek werd het grondgebruik in de boermarke geregeld. Een esdorp had meestal meerdere essen. Elke boer had zijn eigen akkers op de es.Voor de ruilverkavelingen had een boer soms wel meer dan 20 verschillende percelen op dezelfde es. De dorpsbewoners noemden hun akkercomplexen vaak naar de wind-
richtingen. Lagen ze bijvoorbeeld op smalle ruggen achter elkaar dan heetten ze dikwijls de Noord- en Zuides. Op de brede Hondsrug werden ze vaak met Wester- of Oosteres aangeduid. Op arme zandgronden was het gebrek aan mest eeuwenlang een groot probleem. Tegenwoordig is dat nauwelijks nog voor te stellen want het mestoverschot is een van de grootste problemen in de landbouw. Het kan dus verkeren… Om de es te bemesten was vroeger een heel gedoe. Maar er was geen alternatief, want kunstmest was nog niet uitgevonden. Soms besteedden boeren wel een derde deel van hun tijd aan het bemesten van de akkers. Hoe meer schapen, hoe meer keutels en dus meer mest om de landbouwproducten op de essen te ‘voeden’. Schaarste
De heide, die gemeenschappelijk bezit was van de boeren, werd als weidegrond gebruikt. Het vee, aanvankelijk runderen en vanaf de 17e eeuw vooral schaapskuddes, graasde dagelijks een groot gebied af. Onder het mom van: ‘alle beetjes helpen’ kwamen voedingsstoffen uit een uitgestrekt voedselarm buitengebied uiteindelijk via de mest op de es terecht. Elke boer had zijn eigen potstal waarin zijn koppel schapen zomer en winter overnachtte. De scheper verzamelde ‘s morgensvroeg, meestal op de brink, de schapen van alle boeren uit het dorp en ging via de schapendrift met
Essen liggen vaak op keileembodems
Foto’s: Geert de Vries
Terreinbeschrijving 5
6 Kleine parelmoer vlinder
alleen van hei leven en heeft ‘s winters wat hooi nodig. Dat hooi haalde de boer uit het beekdal. De meeste esdorpen zijn dan ook gelegen in de buurt van een beekdal. Zonder hooi kreeg de boer zijn vee de winter niet door. Een grondige combinatie
de kudde het veld in. Aan het eind van de middag keerden de schapen terug naar het dorp, waar elk koppel zijn eigen schaapskooi opzocht. Om te voorkomen dat het in de schapenstal een vieze bedoening werd, vermengde men de keutels met bij voorkeur organisch materiaal. Stro zou daar weliswaar geschikt voor zijn, maar was veel te kostbaar of te schaars. Eeuwenlang haalden de boeren strooisel en ander plantaardig materiaal uit bos en veld, zodat de uitwerpselen en urine in de stal goed met elkaar werden vermengd. De hoeveelheid benodigd strooisel was zo groot, dat in de afgelopen paar eeuwen in het buitengebied onvoldoende strooisel beschikbaar was. Noodgedwongen gingen de boeren toen over tot het steken van plaggen.Vooral struikheiplaggen bevatten zoveel zand dat de Drentse esgronden daardoor tussen circa 1600 en circa 1900 zo’n 40 tot 70 cm zijn opgehoogd. Zodra het gewas van de akker was, werd de mest uitgestrooid. De graanteelt op de essen was eeuwenlang afhankelijk van schapenkeutels. Zonder hei geen mest, zonder mest geen graan. Maar ook het Drentse heideschaap kan niet
Het is geen toeval dat een belangrijk deel van de Drentse essen is gesitueerd op keileemruggen, zoals de Rolderrug of de Hondsrug. Graansoorten zoals rogge houden niet van veel nattigheid, maar kunnen ook niet tegen droogte. Dekzandgronden lijken door hun relatief hoge ligging in het landschap een voor de hand liggende locatie voor de aanleg van essen. Maar zandkorrels zijn kleine steentjes, afkomstig van bergen. Regenwater zakt tussen die zandkorrels snel en diep weg. Dekzand is gevoelig voor verdroging. Bovendien spoelen de schaarse voedingsstoffen gemakkelijk weg, waardoor de bodem verschraalt. In een groot deel van Drenthe zit keileem vlak onder het maaiveld. Keileem houdt regenwater vast en er zitten mineralen in, die voor granen waardevol zijn. Keileem dat aan de oppervlakte ligt heeft als nadeel, dat het voor granen s winters dikwijls te nat en zomers te droog is. Gelukkig voor de boeren wordt in Drenthe met name op de keileemruggen het beste van deze twee verschillende eigenschappen gecombineerd: ondiep gelegen keileem dat is afgedekt met ongeveer 40 tot 80 cm zand. Door deze combinatie is de grond niet te droog, maar ook niet te nat.Veel essen lagen op plekken die van nature op zijn minst enkele meters boven de omgeving uitstaken, zodat het water zijdelings goed kon afstromen. De eerste boeren
De hunebedbouwers waren de eerste boeren in Drenthe en vestigden zich op relatief hoge dekzandruggen die begroeid waren met verschillende soorten eikenbossen. Deze bosgebieden op lichte zandgrond waren gemakkelijker te exploiteren dan de bossen op zware keileembodems. De eerste generaties boeren kenden nog geen bemesting en pleegden dus roofbouw op de toen nog van nature vruchtbare bosbodem. Was de bodem uitgeput, dan werd een nieuw stuk bos ontgonnen. Veel van de oudste esdorpen dragen nu nog het woord ‘loo’ in zich: een plek opengemaakt in het eikenwoud. De akkers
Terreinbeschrijving
‘zwierven’ als het ware door het territorium van de boeren. In de loop van de bronstijd en in de ijzertijd ontstonden door uitputting van zandgronden reeds de eerste heideveldjes.Vanaf die tijd verplaatsten de boeren geleidelijk aan hun akkers van de droge lichte zandgronden naar de vochtige zware keileemgronden. Deze waren begroeid met woudreuzen zoals eik, linde en iep. Dankzij een toenemende bevolking en voortschrijdende technieken was de tijd rijp om ook hier akkers aan te leggen. In de ijzertijd ontstonden de zogenaamde celtic fields. Dit waren akkercomplexen van tientallen akkertjes die in een soort van wisselbouw werden bebouwd: na enkele jaren akkerbouw bleven deze akkertjes soms tientallen jaren liggen, zodat de bodem kon herstellen. De akkers werden in die tijd ook al bemest. Al in de bronstijd stond het vee in de winter en ’s nachts op stal, wat het verzamelen van mest sterk vergemakkelijkte. In de tijd van Karel de Grote (ca 800 na Chr.) kregen de essen en hun dorpen geleidelijk een vaste plek in het landschap. Die essen hadden nog niet de grote open ruimte zoals
7
we die nu kennen. Talloze afrasteringen, tuynen (vlechtwerk van takken), scheidden de verschillende akkers van elkaar. Uit onderzoek blijkt dat essen in elke regio en in elke tijd een eigen unieke ontwikkeling doormaakten. De landbouw was veel minder gesloten, dan men dacht. Er waren zelfs tijden dat menige Drent ossen vetmestte die vervolgens door ossendrijvers – een soort van cowboys – richting de grote steden in het westen werden gedreven. Ook bleek dat de esdorpen op armere gronden in de bovenlopen van beekdalen een andere ontwikkeling doormaakten dan de esdorpen die zich bevonden in de buurt van relatief voedselrijke midden- en benedenlopen van beekdalen. Steeds meer essen
De afgelopen paar eeuwen werden essen gekenmerkt door openheid en waren begrensd door eswallen, zodat het vee niet vanuit het veld naar de kostbare es kon. Maar het omgekeerde was ook het geval. Dikwijls liet men na de oogst zowel koeien als schapen op de es weiden en die mochten niet ontsnappen. Dat vee diende deels het welig tierende Rogge
8
Terreinbeschrijving
onkruid op te eten en deels om de akkers te bemesten. In veel esdorpen was het gebruikelijk dat de scheper bij toerbeurt bij de boeren at. In ruil daarvoor mochten de schapen na de oogst de akkers van de gastvrije boer bemesten: ‘hoop voor brood’, zeg maar.
Braaklegging zorgde vroeger voor kleurrijke akkers (Polen)
De essen hebben zich in de loop der tijd sterk uitgebreid in zowel omvang als aantal. Ging het in de vroege middeleeuwen slechts om enkele boerderijen per dorp, in de 19e eeuw bestond een esdorp uit een mengelmoes van grote boerderijen, keuterboeren en ambachtslieden. De boeren kenden hun akkers bij naam: zoals Steenakkers, Hopakkers, Vlasakkers enzovoort. De eigendomsgrenzen van de akkers werden gemarkeerd door greppels of veldkeien. Om een boer niet in de verleiding te brengen stiekem zijn akker uit te breiden door het verplaatsen van deze veldkeien werd dikwijls onder de kei een tweede steen begraven, zodat men aan de omgewoelde grond kon zien wanneer iemand zijn eigen grenzen te buiten ging. Deze begraven stenen heetten verklikkerstenen.
Langs de randen van de es bevonden zich de goorns; dat waren de volkstuinen van veelal de keuterboeren, die daar hun groenten zoals bonen en kool verbouwden. Landbouwgewassen
Dikwijls had een boer niet genoeg mest om jaarlijks al zijn akkers te bemesten. Hij koos er dan voor op een deel van zijn akkers winterrogge te verbouwen. Een ander deel zaaide hij in het voorjaar in met zomerrogge en een deel van zijn percelen liet hij braak liggen. De spontane opslag van allerlei onkruid zorgde dan voor enige natuurlijke ‘bemesting’. Rogge was het meest voorkomende landbouwgewas op de essen. Het vereiste weinig bemesting en hield van niet te natte, maar ook niet van te droge grond. De rogge werd in de zomer geoogst en met paard en wagen naar de boerderij gebracht. Daar werd het in de loop van de winter op de deel gedorst.Van rogge werd roggebrood gebakken. De laatste eeuwen werd ook vaak boekweit verbouwd.Veel boeren hadden in het verleden een eigen vlasakker (lienakker) voor de productie van linnen en lijnolie. Gerst was een bekend
9 Links: Roggelelie Rechts: Gele ganzenbloem
landbouwproduct voor onder meer bierbrouwerijen. Ook haver werd verbouwd, vaak op kleine haverkampjes aan de rand van het beekdal, omdat haver wat nattere grond vraagt. In de vorige eeuw nam de teelt van aardappels en suikerbieten sterk toe. Mais is een recent verschijnsel. Het Drentse boerenbedrijf in de esdorpen was in de 19e en begin 20e eeuw vooral een gemengd bedrijf. Er was een grote variatie in gewassen, zoals boekweit, rogge, haver, vlas, hop, aardappel en een breed spectrum aan huisdiersoorten die producten leverden zoals honing, spek, wol, boter, eieren, kaas enz. Deze risicospreiding was zeker geen overbodige luxe op de arme zandgronden, waar oogsten nogal eens mislukten. Natuur
De essen zagen vroeger dan weer eens geel van Ganzenbloemen, dan weer rood van Klaprozen of blauw van Korenbloemen. Met name de essen op de Hondsrug werden in juni opgevrolijkt door vele Roggelelies. Boven dergelijke kruidenrijke akkers jubelden talloze Veldleeuweriken. Daarnaast waren Ortolanen, Geelgorzen, Kwartels en Patrijzen kenmerkende vogelsoorten van de essen. Patrijzen werden vroeger in Drenthe ‘veldhoenders’ genoemd. Langs de zandpaden fladderden Kleine parelmoervlinders die eitjes legden op de vele Akkerviooltjes. Dankzij een actief provinciaal beleid zijn de essen in Drenthe goed beschermd. Eeuwenlang hebben boeren hun kostbare essen gekoesterd en was het verboden gebouwen op een es neer te zetten. Je gaat toch de kip met gouden eieren niet slachten? Vanuit die gedachte zullen lokale organisaties van boeren, recreatieondernemers en natuurbeschermers
elkaar in de toekomst steeds vaker vinden voor het behoud van deze waardevolle eeuwenoude cultuurlandschappen. De meeste essen houden hun landbouwbestemming. Het aantal bloemrijke akkerranden zal toenemen, met hopelijk meer inheemse kruiden dan nu het geval is. Bloemrijke akkerranden zijn niet alleen leuk voor de recreant maar zijn van levensbelang voor vele wilde bijen, vlinders en andere insecten. Daar profiteren de Kwartel en Patrijs dan weer van. Wel is het belangrijk om in deze akkerranden vooral inheemse akkersoorten te laten groeien en niet allerlei exotische bloemen zoals Cosmea’s etc. Bloemrijke akkerranden zijn mooi, maar het wordt nog mooier als een es weer net als vroeger gebruikt gaat worden. In de omgeving van de Reest en Landgoed Rheebruggen laat Het Drentse Landschap oude boerenakkers op enkele essen weer herleven: een lust voor het oog. Komt dat zien deze zomer.
*G.W. de Vries is amateur natuurfotograaf en lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie van Het Drentse Landschap.
Geraadpleegde literatuur: proefschrift van Theo Spek. Het Drentse esdorpenlandschap. Dank aan Professor Dr. Ir. Theo Spek voor het becommentariëren van de concepttekst.
10
Into Nature art expedition:
‘ Een uniek evenement voor Drenthe’ Bij het evenement Into Nature art expedition komen kunst, cultuur en natuur samen. Het is een kunstroute die deze zomer door het Drentse landschap te zien zal zijn. Bezoekers kunnen van 1 juli tot en met 18 september op zestien locaties werken bekijken van landelijk en internationaal bekende kunstenaars. ‘Into Nature is een uniek en aansprekend kunstevenement’, zegt Annabelle Birnie, directeur van het Drents Museum.
De ruim 40 kilometer lange route van Into Nature strekt zich uit van Assen, via het beekdal Drentse Aa naar Groningen Airport Eelde en de landgoederen rond Paterswolde. Bezoekers gaan met een programmagids op ontdekkingsreis door het Drentse landschap. Het liefst te voet of per fiets want dan ervaar je de kunst in het Drentse landschap het beste. Omdat je als bezoeker steeds op een andere locatie kunt beginnen, levert dat elke keer een nieuwe beleving op. Wie geen zin heeft om alles in één dag te doen, kan gerust onderweg zijn tent opslaan om later zijn weg te vervolgen.
Foto: Kristof Vrancken
Verrassende kunst
Aan Into Nature doen zowel nationale als internationaal bekende kunstenaars mee die op verschillende plekken te zien zijn. In totaal gaat het om 40 kunstwerken. Bij het Drents Museum gaat kunstenaarscollectief Numen/ For Use aan de slag met gigantische hoeveelheden tape. In Taarlo zorgen Denicolai en Provoost samen met de buurtbewoners voor een bijzonder spektakel. Op landgoed Vennebroek zet Taturo Nishi het zomerverblijf De Til op poten, gaat Wolfgang Laib in
Cultuur
Foto: Paul de Kort
Oudemolen aan de slag met stuifmeel en gaat Florentijn Hofman grootschalig tuinieren op het terrein van de Rijksluchtvaartschool. In het natuurgebied Kampsheide neemt Sharon Houkema de verschillende aspecten die van betekenis zijn voor Kampsheide zoals archeologie, grafcultuur en natuur als vertrekpunt voor een nieuw tijdelijk kunstwerk op Kampsheide. In nabijheid van de verschillende grafmonumenten plaatst de kunstenaar een grafheuvel waar je als bezoeker in kan. De inrichting is losjes geïnspireerd op de iconische Black Marble foto van de NASA.Vervolgens worden de bezoekers meegenomen naar het Antropoceen, een mogelijk nieuw geologisch tijdperk. Bijzonder programma
Het Culturele hart Assen en Stichting Het Drentse Landschap zijn ook partners van Into Nature art expedition. Samen hebben we voor Assen en omgeving een speciaal programma gemaakt met veel theater, dans, muziek, literatuur en natuurlijk beeldende kunst. Landgoed Valkenstijn is bijvoorbeeld het decor van een verrassende soundscape op de grens van kunst en belevingstheater. Je hoort, proeft en ziet de locatie in andere tijden en vanuit een ander perspectief. Een onlosmakelijk onderdeel van deze voorstelling is het 3 gangen diner gemaakt door kok en beeldend kunstenaar Elles Kiers.Voor kinderen is er bij het Duurzaamheidscentrum de openluchttheatervoorstelling Het Houten Huis van de Peergroup op 20
11
juli. Wie op zoek is naar meer avontuur kan meedoen aan Bike Dreams: een ontdekkingstocht door het bos, langs het water en over het veld. Laat je verwonderen door dat wat op je pad komt en bouw mee aan een bijzonder klankkunstwerk! De route voert langs een gedeelte van de Into Nature kunstwerken (in Assen en Aa en Hunze) én langs verrassende voorstellingen, muziekacts en workshops!
Zie voor lezersaanbieding de wikkel en bestel kaarten via www.cultureelhartassen.nl/assenartexpedition.
Foto’s: Werkgroep boerenerven Drenthe
Een haag, een hek of een paar stenen In de oude Drentse esdorpen was openheid een kenmerk. Afscheidingen om het privédomein waren er niet. Het dorp vormde een gemeenschap; men kende maar weinig geheimen. De Drentse boer was praktisch ingesteld, een hek of een haag stond er alleen als het functioneel was. Janny Oudega*
De oudste boerderijen lagen met de achterkant met de baander naar de weg. Daar was het erf, en daar moest je de ruimte hebben. Bij de winterdag, als al het blad er af was, zag je de verticale lijnen van de hoge eiken boven de schots en scheef door elkaar staande boerderijen. De nok van de rieten daken en een enkele meidoornhaag laag bij de grond, vormden de horizontale lijnen.
De haag werd geplant met snoeihout uit de houtwallen en heel praktisch op ellebooghoogte geknipt. Je kon er de kokosmatten op uitkloppen of het beddengoed erop laten luchten. De haag hield de wind tegen maar moest ook laag blijven om geen schaduw te geven. Door goed te snoeien kwam er geen kalf doorheen en dus werd het kalverweitje of de zogeheten huiswei omslo-
ten met een meidoornheg.Vaak was de huiswei ook een boomgaard en scharrelplek voor de kippen. De meidoornheg was ook een veilige plek voor vogels om te broeden omdat ze er veilig zaten voor roofvogels. Omdat de vogels in de heg ook zaden uitpoepten zag je vaak dat de heg verfraaid werd met Hondsroos, Lijsterbes, Hulst en Vlier. ’s Winters waren ze in het grijs, maar in het vroege voorjaar kleurden ze als snel frisgroen. Gemengde tuinen
Later worden de boerderijen gebouwd met een baander in de zijgevel, ze liggen in de lengte langs de weg. Het erf is dan ook aan de weg en aan de achterkant is genoeg ruimte voor een paard en wagen. De moestuin ligt bij
Cultuurhistorie
13
deze boerderijen vaak voor het woongedeelte, hier was de meeste zon.Van een aparte bloementuin is nog geen sprake, de bloemen staan tussen de groenten in de moestuin. Ook is er geen afscheiding tussen het eigen erf en dat van de buurman of de straat. Soms liggen er een paar dikke stenen of is er een greppel. De enige beukenhaag in het dorp was de haag om de begraafplaats bij de kerk. ‘Jannes lig al achter de beuk’nhege’, duidde aan dat Jannes al was overleden. Hij lag begraven op het kerkhof, achter een luxe haag als scheiding tussen leven en dood. Een hek om de siertuin
In het begin van de 20ste eeuw verandert er nogal wat in de dorpen. Op grotere schaal wordt de heide ontgonnen, veelal door boeren van elders. Ze bouwen nieuwe boerderijen met het voorhuis aan de weg. Het nieuwe bouwland ligt immers achter de boerderij. Het werkerf met de baander is uit het zicht verdwenen. En gaandeweg wordt de tuin aan de straat een tuin ‘voor de wereld’. De boerin die trots is op haar moestuin en fleurige bloemen, zorgt ervoor dat mensen en dieren niet dwars door haar tuin lopen. Er komt een hek langs de straat, houten paaltjes verbonden met twee of drie planken, niet hoog want je moet er wel overheen kunnen kijken. Als er meer tijd komt voor een bloementuin, een echte siertuin langs de straat, mag iedereen zien hoe mooi die is. Er komen bescheiden hekjes van betonpaaltjes, verbonden door ijzeren stangen. Het is het begin van een duidelijke
scheiding van eigendommen. Een boerderij van enig aanzien uit de jaren ‘20 en ’30 kreeg een ligusterheg aan de straat, de trend in die tijd. Soms zie je ze nog staan bij zo’n vooroorlogse boerderij. Bij een enkele welvarende boer in het dorp komt een smeedijzeren hek langs de straat, gemaakt door de plaatselijke smid. Elke dorpssmid had zijn eigen ontwerp. Ondanks dat blijft de transparantie bestaan.
plaats gemaakt voor beukenhagen. In de winter oogt het dorp bruin en doods door de alles verbergende beukenhagen die pas in mei weer groen worden. Hier en daar staan in het voorjaar frisgroene meidoornhagen en soms worden ze nieuw aangeplant. Het beeld dat dan ontstaat is meteen een lust voor het oog en al snel weten kwetterende vogels deze plekken te veroveren.
Dichte omheining
In onze tijd, met boerderijbewoners die geen boer meer zijn, is de openheid in het dorp vrijwel verdwenen. De noodzaak van gemeenschappelijkheid is er niet meer. Elk erf heeft zijn eigen omheining. Inmiddels zijn de coniferenhagen gerooid en hebben
*Drs. J.J.H. Oudega-Schokker is lid van de Werkgroep Boerderij en erf van Het Drentse Landschap. De werkgroep wil het Drentse boerenleven levend houden in verhalen en beelden.
14
Flora
Boerenwormkruid Tussen de vele zomerbloeiers die bermen en taluds geel kleuren, zit een opvallende verschijning: Boerenwormkruid. Opvallend door zijn grootte, zijn grote bloemschermen, zijn geur. En natuurlijk zijn naam.
Joan D.D. Hofman*
Langs wegen, dijken en op braakliggende terreinen, kortom waar in de bodem gerommeld is, treffen we in de zomer tot ver in september een veelkleurige bloemenpracht aan. Geel is daarbij een overheersende kleur, omdat dat de kleur is van sommige wat grotere planten. Havikskruiden, Sint Janskruid, Jacobskruiskruid en Boerenwormkruid, om er maar een paar te noemen. Zeer algemene soorten die zich door massale zaadproductie sterk verspreiden en zich gemakkelijk vestigen; vooral op plekken waar nog geen dichte begroeiing is. Het zijn de pioniers die open plekken snel in bezit nemen en dan vaak lang stand weten te houden.Voor Boerenwormkruid geldt dat de bodem droog, zandig en matig voedselrijk moet zijn. En dat kenmerkt de bodem van het grootste deel van Drenthe, waar deze soort dan ook zeer algemeen is. Op de klei, het veen en in vochtige beekdalen zul je Boerenwormkruid niet gauw aantreffen.
Foto’s: Eric Wanders
Poppenknoopje
Planten die iets bijzonders hebben in de vorm van kleur, grootte, bladvorm of gebruiksmogelijkheden hebben altijd vele volksnamen. Boerenwormkruid heet in Drenthe ‘poppenknoopjes’. En dat is niet zo verwonderlijk, want de bloemhoofdjes zijn plat met een kuiltje in het midden en hebben een diameter van ongeveer een centimeter. Zo’n poppenknoopje is niet één bloem, maar een dichtopeen gepakte verzameling van tientallen kleine, buisvormige bloempjes op een schotelvormig schijfje; vandaar dat kuiltje. Dat is hét kenmerk van de Composietenfamilie,
Flora
de Samengesteldbloemigen, een van de grootste plantenfamilies ter wereld waartoe ook vele soorten in ons land behoren. Boerenwormkruid heeft alleen maar buisbloempjes, elk met meeldraadjes en een stamper. Er zijn ook veel soorten die rond de schijf met buisbloempjes een rand (of randen) hebben van bloempjes die naar buiten toe een slip dragen, de zogenaamde straalbloempjes, zoals we die zien bij bijvoorbeeld het Madeliefje en Jacobskruiskruid. Jacobskruiskruid lijkt veel op Boerenwormkruid; ze staan vaak bij elkaar, zijn even groot, bloeien tegelijk, maar Jacobskruiskruid heeft straalbloempjes. Een derde bloemtype van de Composieten zijn lintbloempjes. Deze lijken wel iets op straalbloempjes, maar dragen lange linten. Er zijn veel soorten die uitsluitend lintbloempjes dragen, zoals paardenbloemen en havikskruiden; combinaties met beide andere bloemtypen komen niet voor. Reinvaren
Weer een oude volksnaam. In het Duits heet Boerenwormkruid nu nog Rainfarn, wat bermvaren betekent . Je kunt je er wel iets bij voorstellen als je het blad beziet: varenachtig. Die bladeren zitten aan een stevige, kantige stengel die wel ruim een meter hoog kan worden. De plant met zijn prachtige gele bloemenschermen wordt vaak in droogboeketten gebruikt, want de bloemen behouden lang hun kleur. Gedroogd, want vers verspreidt de plant een onaangename, kamferachtige geur. Ondergronds bevindt zich een stelsel van wortelstokken. Hieruit groeien de stengels, die dicht
bij elkaar staan en dus eigenlijk pollen vormen. Elk jaar komen ze weer op en breidt de pol zich weer een beetje uit. Boerenwormkruid wordt ook in tuinen gehouden om zijn fraaie bloeiwijze, de lange bloeitijd en de vele insecten die de plant bezoeken. De bloemen bevatten nectar en stuifmeel. Ze worden veel bezocht door wilde bijen, kleine vlindersoorten, zweefvliegjes en vele andere insecten. Opmerkelijk is dat Boerenwormkruid gastheer is voor veel rupsen en larven van diverse insectensoorten, terwijl sommige insecten hem juist mijden. Als insectenverdrijvend middel werd de plant gebruikt tegen mieren, vlooien en motten! Nog steeds wordt olie uit Boerenwormkruid toegepast in insectenverdrijvende middelen.
15
Giftig
De sterke geur die de plant verspreidt duidt er op dat er allerlei bijzondere stofjes in zitten. Dit prikkelde de volksgeneeskunde tot medicinale toepassingen. Aftreksels van Boerenwormkruid werden ingezet tegen de meest uiteenlopende kwalen; van verkoudheid en koorts tot pijnbestrijding. Het meest bekend is de werking als wormafdrijvend middel voor mens en vee. Voorzichtigheid is geboden, want er kunnen heel ernstige bijwerkingen optreden waarbij zelfs de kans bestaat dat je het niet overleeft.
*Drs. J.D.D. Hofman is redacteur van Het Drentse Landschap.
Foto’s: Sake Elzinga
16
Interview
Interview
Eric van der Bilt over 35 jaar veranderingen bij Het Drentse Landschap Bertus Boivin*
In 1979 kreeg hij zijn eerste klus bij Het Drentse Landschap, in 1984
En hij bood me de baan als hoofd Terreinbeheer aan.’
helemaal niet goed en we moesten qua beheer wel degelijk aan de bak! In de jaren tachtig is Het Drentse Landschap een moderne beheer organisatie geworden. We hebben de begrazing in het heidebeheer geïntroduceerd, de beheerboerderij om goed met het cultuurlandschap om te gaan, we maakten nieuw beleid om onze bossen op een natuurlijke manier te beheren, ga maar door. Eigenlijk doen we nog steeds wat we toen bedachten.’
Achteraf noemt Eric van der Bilt deze periode in de jaren tachtig zijn mooiste tijd. ‘We hadden korte lijnen. We kregen dingen voor elkaar vóór we het uitgesproken hadden. We leven nu in een tijd dat je drie jaar moet praten om niets te bereiken. Toen hoefde je niet te praten, je deed het gewoon. Mijn rol was het om nieuwe wetenschappelijke ideeën te vertalen in praktisch terreinbeheer. De Relatienota had voor een enorme impuls gezorgd: er moet iets gebeuren, dus gaan we natuur kopen! Als we het maar één keer gekocht hadden en het land uit handen van de boeren was, dan kwam het vanzelf wel goed met de natuur, dachten we toen. Maar het kwam
In 1990 bracht het Natuurbeleidsplan een nieuwe manier van denken over natuur en landschap. Eric van der Bilt kreeg te maken met het fenomeen natuurontwikkeling. ‘Het Natuurbeleidsplan gaf ons de kans uit niets nieuwe natuur te maken. We concentreerden ons op gebieden waar natuurbeleid ontbrak. Het Oude Diep en de Hunze, wie keek daar toen naar om? Nu zijn het onze pareltjes. Ken je het fenomeen ‘creatieve onmacht’? Als je rijk bent of politieke macht hebt, hoef je je niets aan anderen gelegen te laten liggen. Wij waren klein, we moesten altijd onderhandelen en proberen creatieve oplossingen te vinden. Maar meedenken over andere maatschappelijke belangen kan een
werd hij er hoofd Terreinbeheer en in 1995 directeur-rentmeester. Eind vorige maand nam Eric van der Bilt afscheid en gaat met pensioen. Bertus Boivin vroeg hem wat er in 35 jaar veranderd is. Bij Het Drentse Landschap wel te verstaan, want over zichzelf zegt Eric van der Bilt: ‘Eigenlijk ben ik nooit veranderd, ben altijd redelijk opstandig en kritisch geweest, nooit anders dan wie ik nu ben’. In 1975 introduceerde de Relatienota een nieuw beleid om de Nederlandse natuurgebieden en oude cultuurlandschappen beter te kunnen bewaren.Voor dat nieuwe beleid moest overal geïnventariseerd worden. Dit bracht de jonge bioloog Eric van der Bilt - net afgestudeerd in Nijmegen naar Drenthe. Hij kreeg klussen bij Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, later volgde Het Drentse Landschap. ‘In 1979 had ik een eerste gesprek met toenmalig rentmeester Lex Ernst en ging ik inventarisaties, projectplannen en beheerplannen voor de stichting maken. In 1984 kreeg ik er een vaste baan, voor het eerst en het laatst in mijn leven. Toen ik een grote klus bij Staatsbosbeheer kon krijgen, zei ik tegen Lex Ernst: ‘Nou Lex, tot ziens, ik ga d’r vandoor’. Waarop Lex zei: ‘Maar ik kan je helemaal niet missen’.
17
de samenleving. De stichting zelf was vroeger erg naar binnen gericht. Niet teveel begunstigers, daar moet je van alles voor organiseren, dat leidt alleen maar af… Daar klopte natuurlijk niks van. Als je je verwondering over de natuur niet op anderen kunt overbrengen, ga je het niet winnen. Eind 1994 zijn we begonnen met het Kwartaalblad en binnen een paar jaar hadden we er duizenden begunstigers bij. Het Drentse Landschap is een maatschappelijke beweging geworden. Via de burgers kunnen we de samenleving beïnvloeden.’
enorme meerwaarde opleveren! Met deze ‘creatieve onmacht’ hebben we ons Hunzeproject weten te realiseren.’ In de jaren negentig werd Het Drentse Landschap van natuurclub een maatschappelijke beweging. ‘We leerden dat natuur niet langer iets was met een hek eromheen, buiten
Naast het professionaliseren van het beheer, natuurontwikkeling en het vergroten van het maatschappelijk draagvlak noemt Eric van der Bilt ook het belang van erfgoed als belangrijke vernieuwing in de afgelopen twintig jaar. ‘Als Het Drentse Landschap zich afvraagt waartoe zij op aarde is, is er eigenlijk maar één onderscheidende factor: dat je méér dan andere organisaties moet opkomen voor de Drentse regionale culturele identiteit. In mijn begintijd als directeur zijn we allerlei avontuurtjes aangegaan: het behoud van het Schepershuisje in Westerbork, het Kleinste Huisje in Stuifzand enzovoort.Vervolgens zag je dat anderen op ons afkwamen. We kregen Lemferdinge aangeboden, het monumentendorp Orvelte, de hunebedden van de provincie.Van een avontuurtje werd het al snel heel serieus. De zorg voor het erfgoed leverde Het Drentse Landschap meer binding met haar omgeving op. De vraag werd of we er niet op moesten inzetten een andere organisatie te worden en anders in de Drentse samenleving te gaan staan. Zo begon ons idee van de provinciale trust: we zijn méér dan de optelsom van natuur, landschap en
erfgoed.Vóór 1995 gingen we vooral uit van de terreinen en van het belang van de natuur. Nu gaan we veel meer uit van de noden van de samenleving. Eigenlijk is holisme het goede woord voor deze benadering, we denken niet meer in exclusieve domeinen.’ Met andere woorden: deze veranderingen hebben van Het Drentse Landschap een andere organisatie gemaakt? ‘Het Drentse Landschap is beslist aaibaarder geworden.Vroeger zag een gemeente ons als ‘die groene jongens’. Ze vonden het maar vervelend, want die hebben nou eenmaal altijd wat te zeuren. Dezelfde gemeente vindt Het Drentse Landschap anno 2016 vanuit het culturele domein een interessante partij omdat we voor hen de problemen kunnen oplossen die ze met erfgoed hebben. Denk pas geleden aan de Gemeente Assen die ons het Duurzaamheidscentrum en het Asserbos overdroeg, en de Gemeente Noordenveld met haar drie molens. Vaak kunnen we een oplossing voor de problemen van anderen bieden. Dat zien mensen en dat waarderen ze. Want ze weten ook dat we ontzettend onze nek uitsteken. Het zijn zeker geen geringe klussen, maar als provinciale trust hebben we onszelf ruimte gegeven om de komende jaren Het Drentse Landschap verder te ontwikkelen als brede beweging die zich met hart en ziel inzet voor het behoud van onze leefomgeving.’
* Drs. L. Boivin is historicus. Hij werkt als zelfstandig tekstschrijver en publiceert met name over landschap en erfgoed.
19
Activiteiten eruitgelicht 1 juli t/m 18 sept
iten Meer activite e st w eu ni de in op of da en ag nl drentslandschap.
Een groot kunstproject met veel activiteiten in en rond het Nationaal Park Drentse Aa. Naast verhalen en kunst zijn er wandel- en fietsexcursies die u langs de verschillende locaties brengen. Ook kunt u zelfstandig de kunstwerken bezoeken. Zie voor een totaaloverzicht www.drentslandschap.nl/activiteiten. Locatie: Diverse locaties in en rond de Drentse Aa. Foto: Kristof Vrancken
Into Nature
Zo 3 juli 12.00-16.00 uur (ook op 10-07, 24-07, 14-08, 28-08, 11-09 en 25-09) Foto: Archief HDL
Vogels kijken op Diependal
Altijd spannend om te zien wat er op de voormalige vloeivelden aan vogels zit. Enthousiaste vogelaars zijn in de kijkhut aanwezig om u er alles over te vertellen. Locatie: Vogelkijkhut Diependal. Deze is te bereiken door in het dorp Oranje de Zwarteweg in te slaan. De route is met bordjes aangegeven.
Zo 10 juli 13.30 uur
De koeien zogen hun kalfjes op de natuurlijke graslanden. De bloemrijke akkers worden ingezaaid om stro en graan te oogsten voor de stalperiode. Boer Frans neemt u mee voor een excursie rond de beheerboerderij, hij laat zien hoe we werken en legt uit waarom. Locatie: Beheerboerderij Sophiahoeve, Huenderweg 2, 8386 XB Doldersum. Foto: Hanna Schipper
Met de boer op pad
Wo 20 juli 16.00 én 20.00 uur
Buitentheatervoorstelling ‘Kiemkracht’, een bizarre, muzikale – maar ook zeker grappige! – voorstelling over een toekomst die misschien wel dichterbij is dan we willen… Locatie: Duurzaamheidscentrum, Bosrand 2, 9401 SL Assen (parkeren via ingang Stadsbroek).
Foto: Peer Group
Theater voorstelling
Volg ons via
20
Wandelroute Fietsroute
Bertus Boivin / Eric van der Bilt in samenwerking met Anneke en Henk Mulder
Dubbelop-route
Fietsen en wandelen rond Havelte en Uffelte Vorig jaar kregen we enthousiaste reacties op onze eerste Dubbelop-route rond Zweeloo en Oosterhesselen. In dit juni-nummer deze nieuwe formule voor de tweede keer. We maken een tochtje in de omgeving van de oude esdorpen Havelte en Uffelte door het licht glooiende stuwwallenlandschap. Een flink deel van de route fietst u over ouderwetse schelpenpaadjes langs zandwegen. Onderweg kunt u korte wandelingen maken in drie natuurgebieden.
Foto: Hans Dekker
Uitzicht vanaf de Havelterberg
Stuwwal De laatste keer dat het landijs uit ScandinaviĂŤ onze streken bereikte, was de voorlaatste ijstijd ofwel het Saalien. Geologen dateren deze ijstijd tussen 370.000 en 130.000 jaar geleden. Drie keer kwam het Saalien-ijs onze kant op. De Havelterberg stamt uit de oudste ijsperiode toen het landijs van het noordoosten naar het zuidwesten over Drenthe schoof. Behalve de Havelterberg ligt er ook een stuwwalcomplex uit die periode oostelijker bij Zuidwolde.
Stuwwallen als de Havelterberg werden gevormd door honderden meters dikke ijstongen die als vingers van een hand vooruit schoven. De ijsmassa stuwde de bovenste grondlagen op, zoals je met je vingers ribbels in het tafelkleed maakt. Voorwaarde voor het ontstaan van stuwwallen was de aanwezigheid van een harde laag in de diepe ondergrond. Dan pas kreeg het ijs vat op het zand. In 2013 wees de Provincie Drenthe de Havelterberg aan als Aardkundig monument.
Hoogteverschillen Op allerlei plekken rond Uffelte en Havelte zijn de hoogteverschillen duidelijk zichtbaar in het landschap. Zo is op het Uffelter Binnenveld (punt 2 op de kaart) goed te zien dat het terrein onderaan de flank van de Havelterberg ligt. De stuwwal gaat hier over in het beekdal van de Oude Vaart. U passeert de Oude Vaart in de route voor de eerste keer (4). De Drentsche Hoofdvaart werd destijds in het beekdal van de Oude Vaart gegraven. Als u bij Darp van (9) naar (10) fietst, is het geaccidenteerde karakter van het kleinschalige cultuurlandschap in dit gebied misschien wel het mooist zichtbaar. IJs en oorlog Waar de ijstong gelegen heeft die de Havelterberg in de Saale-ijstijd opstuwde, ligt nu een zogeheten gletsjerbekken, goeddeels opgevuld met veen en zand. De brede vlakte is overigens deels mensenwerk. Toen de Duitsers hier in 1942 Fliegerhorst Havelte aanlegden, hebben ze het nodige zand verplaatst om het terrein voor de aanleg van de startbanen te egaliseren. De geallieerden slaagden erin om het vliegveld tijdig onklaar te maken. Vlak voor de bevrijding bliezen de Duitsers het complex op. Hunebedden Het ijs rolde brokken graniet tot de zwerfkeien die 5000 jaar geleden het trechterbekervolk goed van pas kwamen, toen ze hier twee hunebedden bouwden. Als u vanuit de schaapskooi Holtingerveld (10) de rode route neemt, staat u plotseling boven op de Havelterberg en heeft u een prachtig uitzicht zo ver het oog reikt. Aan de voet van de berg liggen twee hunebedden. Het linker hunebed D53 is op dat van Borger na het grootste van Drenthe. Bij de aanleg van het vliegveld stond D53 in de weg en werd het in een zes meter diepe kuil begraven in afwach-
lte lte en Uffe ute rond Have wandelen Fietsen en
Dubbelop-ro
4
3
5
Uitneembaar routekaartje in dit nummer. Ook te downloaden op www.drentslandschap.nl
11
2
9 1
6
1
Foto: Bertus Boivin
Foto: Ernst Tabingh
10
7 8
3
Foto: Eric Wanders
1 In de middeleeuwen deelden Uffelte en het lang verdwenen dorp Hesselte de Clemenskerk, het startpunt deze route. Hesselte lag ongeveer op de plaats van het huidige Darp. Rond 1310 werd met de bouw van de kerk begonnen, de toren kwam honderd jaar later. Het huidige Havelte ontwikkelde zich dankzij de aanwezigheid van de kerk. Bij het pad naar de kerk ligt een zogeheten duivelsrooster. Het bijgeloof wilde dat het rooster moest voorkomen dat de duivel met zijn bokkenpoten het kerkhof op kon.
Uffelter binnenveld
ting van betere tijden. Het kleinere hunebed D54 rechts werd destijds met een dikke laag zand gecamoufleerd. Holtingerveld Het hele gebied Holtingerveld ten noorden van Havelte en Uffelte is in totaal ruim 1700 hectare groot en strekt zich uit van de Havelterberg tot aan de Drentsche Hoofdvaart. In het gebied liggen grote heidevelden, prachtige veenplassen en uitgestrekte bossen op voormalige stuifzanden. Samen met dertien andere Drentse natuurterreinen is het Holtingerveld aangewezen als Natura 2000-gebied. De ironie van het lot wil dat de bijzondere natuur deels het gevolg is van de aanwezigheid van Fliegerhorst Havelte. Na de oorlog bleven beide startbanen van het vliegveld lange tijd onaangeroerd, omdat men vreesde dat er onontplofte bommen lagen. De natuur
Foto: Geert de Vries
2
kon hier ongestoord haar gang gaan. Tijdens de wandelingen over het Uffelter Binnenveld (2) en naar de Havelterberg (10) ziet u onderweg bomkraters die inmiddels prachtige vijvertjes geworden zijn. De gelegenheid om bij (2) en (5) korte wandelingen over het Uffelter Binnenveld en het Landgoed Rheebruggen van Het Drentse Landschap te maken moet u zeker aangrijpen! Het Uffelter Binnenveld is weliswaar een klein, maar wel zeer afwisselend terrein op de flanken van de Havelterberg. Landgoed Rheebruggen is waarschijnlijk het best bewaarde oude landgoed van Drenthe met vier fraaie oude boerderijen. Zie voor meer informatie over Rheebruggen en de wandeling daar het vorige nummer van het Kwartaalblad (nr. 89).
2 Tijdens de rode wandeling over de Havelterberg komt u langs een u-vormige met gras begroeide heuvel. Het is een overblijfsel van Fliegerhorst Havelte die de Duitsers hier in de oorlog hebben aangelegd. Indertijd diende de plek binnen de heuvel als hangar voor vliegtuigen. Met camouflagenetten werden de toestellen uit het zicht gehouden voor de geallieerde bommenwerpers. 3 Met zijn twintig centimeter is de Kam salamander de grootste amfibie die in Nederland voorkomt. Zijn naam dankt het dier aan de grote kam die de mannetjes in de paartijd op de rug hebben. Zuidwest-Drenthe is een belangrijk woongebied van de zeer zeldzame salamander. Ze hebben een diepe plas nodig met stilstaand water en waterplanten, dus zijn ze gek op de oude bomkraters op de Havelterberg en het Uffelter Binnenveld. Daar brengen ze de paartijd door en worden de eitjes afgezet. Daarna trekken de dieren het land weer op.
Tuin van havezate Oldengaerde voor ‘nut en vermaek’ Eind 2013 werd Het Drentse Landschap verblijd met een genereus geschenk: het Landgoed Oldengaerde bij Dwingeloo. Over de gebouwen is in het verleden veel geschreven, over het gebied direct rond de havezate minder. Vandaar een onderzoek naar de geschiedenis van de tuinen van Oldengaerde. Mariska de Boer en Erwin de Leeuw*
Het landgoed zoals het tegenwoordig erbij ligt, is het resultaat van 300 jaar aankoop, verervingen en splitsingen en weer verkoop van gronden. Het geheel bestaat uit het hoofdgebouw - de voormalige havezate -, dienstgebouwen met een woning, tuinen, weilanden, een bos en een arbeiderswoning. In totaal 14 hectare. De kern hiervan, het oudste deel, is de havezate en de tuinen voor en achter het huis. De eerst bekende eigenaar van Oldengaerde was de adellijke familie Van Echten uit Echten, waarvan een tak rond 1430 zich op het familiegoed in Dwingeloo vestigde. Kort voor februari 1660 verkocht Johan van Echten tot Oldengaerde het landgoed aan zijn dochter Anna Elisabeth
Kaart van Oldengaerde, gemaakt tussen 1797 en 1800. Linksboven ligt de rechthoekige tuin, waarin de havezate aan de rechterkant bij de ronde vijver ligt. Ten zuiden van de tuin bevindt zich een bos met rabatten. De tuin tegenover de havezate, rechts van de weg, heet de buitenhof.
en haar echtgenoot Cornelis van Dongen. Hun zoon Cornelis jr. erfde de Dwingeler bezittingen in 1713 en begon kort daarna met een moderniseringslag van het huis en de tuin. Visuele eenheid
Oldengaerde kreeg een rechthoekige tuin, omringd door een singel die tussen twee grachten lag. De lengteas van de tuin vormde een centrale symmetrie-as waar zowel de tuin, het huis als de bouwhuizen zich aan spiegelden (kaart 1797). Hierdoor vormden de tuin en de gebouwen een visuele eenheid. Het huis werd uitgebreid en kreeg het jaartal 1717 op de gevel.Voor het huis kwam een ronde vijver. Achter het huis versterkte een zichtkanaal de symmetrie en het perspectief van de tuin. Een beeld van Hercules met de waterslang van Lerna sierde als blikvanger het eind van het zichtkanaal. Langs Hercules had men uitzicht op het beekdal.Voor het huis zette de symmetrie-as zich aan de overkant van de weg voort als een zichtlaan met uitzicht op de es. Een verkoopadvertentie uit 1797 noemde de aanwezigheid van ‘tuincieraadien en tuinhuizen’. Oldengaerde
Cultuurhistorie
23 Schets van de havezate Oldengaerde met aan beide zijden een bouwhuis. In 1731 getekend door Abraham de Haen.
was onder de Van Dongens een sierlijke havezate met een tuin van allure geworden. Zichtkanaal
Het was in de 17e en 18e eeuw vanzelfsprekend dat in de tuin nut en vermaak werden gecombineerd. De nuttige moestuinen en boomgaarden van Oldengaerde voegden zich netjes in de sierlijke geometrische tuinaanleg (kaart 1797). Achter in de tuin lagen rechthoekige vakken met diagonaal kruisende paden. Binnen dit sierlijke stramien stonden waarschijnlijk fruitbomen of bessenstruiken. Het zichtkanaal werd gebruikt voor de kweek van vissen. Op de kaart uit 1797 zijn twee bosjes met slingerpaden zichtbaar. Dit zijn de eerste aanzetten van de tuinmetamorfose in de richting van de landschapsstijl. Men durfde de strakke geometrische tuinvormen los te laten, maar eerst alleen op enige afstand van het huis. Professor Munniks introduceerde rond 1800 de beroemde krentenboompjes op Oldengaerde. Daarna kwam Oldengaerde in handen van de familie Van Holthe en hun erven.
Statussymbool
Pas rond 1850 werd de landschapsstijl in de tuin bij het huis doorgevoerd door de familie Van Holthe. De tuin kreeg natuurlijk ogende en vloeiend lopende slingerpaden, bijzondere solitaire bomen en boomgroepen (luchtfoto 1950). Langs de randen lagen de nuttige moestuinen en fruitbomen
stonden verspreid over de achtertuin. De sierlijke gevelbeplanting van het huis leverde druiven, perziken en peren. In de achtertuin stond een duiventoren met het recht op het houden van duiven. Het was een statussymbool van de eigenaren, maar zorgde ook voor vlees en eieren. De kuipen met luxe palmen en oranjeboompjes voor Rond 1900 stonden voor de havezate luxe kuipplanten als grote palmen en oranjeboompjes.
24
Tentoonstelling Pakken hooi, zakken met biks en schalen met schoon water zijn niet nodig. Evenmin hoeft er dagelijks uitgemest te worden. Toch staan er al vanaf eind april honderd dieren in Beeldenpark De Havixhorst bij De Wijk. Vogels, nijlpaarden, hazen, een miereneter, een gorilla, een joekel van een het huis waren alleen om mee te pronken (foto voorzijde 1900). Op Oldengaerde is veel van de oorspronkelijke tuinaanleg en latere belangrijke periodes nog steeds aanwezig. De met de hand gegraven singel, rabatten, zichtkanaal en grachten zijn zeer gaaf bewaard gebleven. Grote oude bomen trotseren al ruim 150 jaar de tand des tijds en fruit kan nog steeds geoogst worden. De tuin van Oldengaerde heeft al die jaren haar karakter behouden: Tuin tot ‘nut en vermaek’.
Deze luchtfoto laat de slingerende paden en bijzondere bomen zien. De foto is rond 1950 gemaakt.
*Drs. M. de Boer is erfgoedspecialist bij Groen Erfgoed Nu. E. de Leeuw is werkzaam bij het Drents Archief en actief als gids op het Landgoed Oldengaerde.
Bronnen/gebasseerd op:
Drs. Mariska de Boer (Groen Erfgoed Nu). Tuin historisch onderzoek Oldengaerde, augustus 2015. Erwin de Leeuw. Tuinen in stijl, Drents historisch tijdschrift jaargang 17 nr. 4, 1997.
stier en meer bijzondere exemplaren uit het rijke dierenrijk verblijven deze zomer op het Landgoed De Havixhorst. Ze zijn tot eind oktober voor jong en oud te zien op de gratis te bezoeken tentoonstelling ‘Op poten’.
Cultuur
25
‘Op Poten’ met de 100 mooiste dierenbeelden Stichting Beeldenpark De Havixhorst in De Schiphorst bij De Wijk waarin ook Het Drentse Landschap participeert, heeft Nederlandse beeldhouwers benaderd die bekend staan om hun prachtige dierenbeelden. ‘Animaliers’ worden ze vanwege hun specialisme ook genoemd. Beelden van velerlei pluimage. Bij elkaar zijn de 100 mooiste dieren-beelden van Nederland in het beeldenpark en de orangerie van De Havixhorst te bewonderen. Gedurende de tentoonstellingsperiode zijn er bijzondere activiteiten van bekende kunstenaars. Community Artist Maria Koijck verzorgt een educatief programma. Onder haar leiding gaan kinderen een drie meter hoge en meterslange draak maken van afval. Een vriendelijke draak die steeds langer wordt zodra hij meer afval te ‘eten’ krijgt. Met dit project leert Maria Koijck kinderen spelenderwijs anders te kijken naar afval en de afvalproblematiek. Ook Florentijn Hofman verleent zijn medewerking aan de tentoonstelling ‘Op poten’. Florentijn Hofman is onder meer bekend van de immense
gele badeend die in rivieren en havens van talrijke wereldsteden dobberde tot verrassing van miljoenen mensen. Over Beeldenpark De Havixhorst
Beeldenpark De Havixhorst is gelegen op het gelijknamige idyllisch landgoed dat eigendom is van Het Drentse Landschap. In de fraaie wandeltuinen
van het chateauhotel en -restaurant staat een representatief overzicht van de figuratieve Nederlandse beeldhouwkunst van de twintigste eeuw. Werken van gerenommeerde namen staan naast die van talentvolle kunstenaars. Immense kunstwerken naast fragiele beelden. Allemaal even bijzonder.
De tentoonstelling ‘Op Poten’ vindt t/m 30 oktober 2016 plaats in Beeldenpark De Havixhorst, Schiphorsterweg 34-36, 7966 AC De Schiphorst (tussen Meppel en De Wijk). Het beeldenpark is dagelijks geopend vanaf 10 uur en vrij toegankelijk te bezoeken.Kijk voor meer informatie op www.beeldenparkdehavixhorst.nl.
26
Gewone meikever De Gewone meikever doet zijn naam eer aan: hij is vooral in mei en juni te zien. In het Drents heet hij treffend eekmulder of ekkelbieter. Eek of ekkel heeft betrekking op zijn lievelingsvoedsel: eikenbladeren. Mulder slaat op het bepoederd uiterlijk zoals een mulder of molenaar er ook uit kan zien.
Foto’s: Geert de Vries
Geert de Vries*
De vele volksnamen die er voor de Gewone meikever zijn, duiden erop dat het vroeger een zeer algemeen voorkomende kever was. Uit documenten uit het verleden blijkt dat meikevers toen ook als zwermen sprinkhanen een heel landschap kaal konden vreten. Hierdoor kwam de voedselvoorziening soms enigszins in gevaar. In Frankrijk en Duitsland maakte men tijdens meikeverplagen van de nood een deugd: men stopte ze in de soep. De Gewone meikever behoort tot de familie van de bladsprietkevers. Dat zijn kevers die aan hun sprieten bladen hebben die ze als een waaier kunnen uitspreiden. Een andere bekende soort uit deze familie is de mestkever. Bladsprietkevers kunnen de bladen aan hun sprieten openen als een boek. De mannen hebben een bladzijde meer dan de vrouwen omdat zij zich extra moeten inspannen om vrouwen op te sporen. Ze detecteren vrouwtjes vooral op de geur van aangevreten bladeren van een eik of beuk. Pas als de mannen de aangevreten bladeren hebben opgespoord, gaan ze fine tunen om de exacte locatie van een vrouw te vinden.
Fauna
27
Engerlingen van de Gewone meikever
Nachtelijk leven
De Gewone meikever leeft graag op de overgang van gras naar bos. De larven, die onder de grond leven, hebben een luchtige bodem nodig. Het zwaartepunt van verspreiding van meikevers ligt in Oost- en Zuid-Nederland. Het aantal Gewone meikevers wisselt sterk: het ene jaar is het een plaag terwijl ze het andere jaar nauwelijks te zien zijn. Daar is zelfs een spreekwoord voor: ‘Het lijkt wel een meikeverjaar’, oftewel het is een productief jaar. In mei en juni kruipen de Gewone meikevers uit de grond. Ze moeten eerst als volwassen insect veel eiken- of beukenblad eten om geslachtsrijp te worden. Als ze met veel zijn kunnen ze heel wat takken kaal vreten. Meikevers houden zich overdag schuil tussen de bladeren en eten vooral in de schemering en ’s nachts. Na ongeveer 14 dagen zijn ze geslachtsrijp. Een vliegende Gewone meikever die ’s nachts op licht af komt, is meestal een man die op zoek is naar een vrouw. Bij de meeste keversoorten zit tijdens de paring het mannetje boven op zijn vrouwtje. Bij de Gewone meikevers is dat anders. Het mannetje bungelt op zijn rug aan de achterkant van het
vrouwtje. Ze sleept tijdens de paring haar man op een ogenschijnlijk weinig romantische manier door het bladerdek. Na de paring stopt het vrouwtje met haar puntige achterlijf meestal zo’n twintig eitjes diep in de graszode. Daarna moet ze eerst weer blad eten om aan te sterken, waarna ze dit proces nog 3 keer kan herhalen. Zoals bij alle kevers het geval is, sterven man en vrouw na de voorplanting. Een volwassen meikever leeft slechts enkele weken, maar als larve leven ze soms wel 3 à 4 jaar onder de grond. Lekkere prooi
Larven van bladsprietkevers worden engerlingen genoemd. De engerlingen van Gewone meikevers eten minstens drie jaar wortels van gras of bomen. Als larve veroorzaken meikevers de grootste schade. Regelmatig staat in de krant dat een sportveld door de vraat van engerlingen onbespeelbaar is geworden. Ze eten niet alleen de wortels van grassen, maar richten ook menige beukenhaag ten gronde. Engerlingen zijn wit met een donker achterlijf. Door de dunne huid zijn de afvalstoffen te zien. Ze kunnen deze
afvalstoffen niet kwijt en moeten drie jaar hun ‘grote boodschap’ ophouden. Wanneer de larven genoeg gegeten hebben verpoppen ze zich in de nazomer. Na 6 weken kruipt de Gewone meikever in de grond uit zijn pop. Als volwassen kever blijft hij nog een half jaar ondergronds en komt pas in mei tevoorschijn. De Gewone meikever was een halve eeuw geleden veel algemener dan nu. Veel kinderen deden vroeger allerlei spelletjes met meikevers zoals een touwtje aan de poot binden en dan kijken welke meikever het hoogste vloog. De Gewone meikever is een grote keversoort die niet kan bijten of op een andere manier gevaarlijk is. Het enige gevaar voor de mens is zijn vraatzucht. De larven zijn door hun grootte een gewilde prooi van Mollen, Wilde zwijnen en Dassen. De volwassen kevers zijn een lekkernij voor veel vogelsoorten. Dat is de reden waarom hij vooral actief wordt op het moment dat de vogels gaan slapen. Maar dat is helaas geen garantie voor een veilige nacht. Menige meikever wordt tijdens zijn nachtelijke zoektocht naar een vrouwtje onderschept door een vleermuis. Want wie houdt er niet van meikevers?
*G.W. de Vries is amateur natuurfotograaf en lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie van Het Drentse Landschap.
Streekbeheer, samen kom je verder Erik de Gruijter *
Het landschap. De Van Dale omschrijft het als “de omgeving zoals de mens die waarneemt”. Het landschap omvat heel veel (groene) elementen. De mooie natuur die onze provincie rijk is. Bloeiende heide op een zachte avond in augustus. Weidevogels die nestelen op de akkers en weilanden. Het zijn de elementen waar we met elkaar goed voor moeten zorgen.
Bij de term landschap denk je vaak aan de grote natuurgebieden zoals het Drouwenerzand of het Hijkerveld. Echter, de kleinere landschapselementen zoals houtwallen, bosjes en kleine heideterreinen in het agrarisch cultuurlandschap vormen allemaal verbindingen tussen die grote natuurgebieden. Het zijn de haarvaten van ons natuursysteem. Essentiële onderdelen van
Landschapsbeheer
de natuur die óók nodig zijn voor de gezondheid van de natuurgebieden zelf. Steeds meer mensen voelen zich betrokken bij het landschap in hun eigen leefomgeving. Heideterreintjes net buiten het dorp worden vaak door vrijwilligers onderhouden. Er worden wandelpaden aangelegd. Of men zet zich in voor bedreigde diersoorten. Er zijn heel veel mensen actief in het agrarisch cultuurlandschap. Samen met de verschillende eigenaren zorgen deze vrijwilligers voor dit deel van het landschap. Een ieder die zich inzet voor het landschap, kan dat natuurlijk voor zich doen. Beter, efficiënter en succesvoller is het om in deze gebieden samen te werken. Het landschap laat zich niet beperken door eigendomsgrenzen. Dat zouden mensen, organisaties en overheden ook niet moeten doen. Die samenwerking noemen wij streekbeheer. Streekbeheer
Streekbeheer is een concept dat is geïntroduceerd door Landschapsbeheer Drenthe. Door het leggen van verbin dingen tussen vrijwilligers die wat willen en organisaties die iets ‘moeten’, en het afstemmen van wensen, behoeften en doelstellingen, zijn we er van overtuigd dat het mogelijk is de kwaliteit van het landschap voor mensen, dieren en planten te behouden. In je eentje ga je misschien sneller, samen kom je verder. Het concept streekbeheer is succesvol gestart in de gemeenten De Wolden, Westerveld, Meppel, Hoogeveen en Midden-Drenthe. Met een financiële bijdrage van de Provincie Drenthe hebben deze gemeenten het moge-
29
lijk gemaakt dat inwoners, samen met groene en maatschappelijke organisaties, zich streeksgewijs kunnen inzetten voor het landschap. De losse vrijwilligersgroepen opereren steeds meer als een bewonersnetwerk. Een netwerk dat zich, samen met andere organisaties en ondersteund door Landschapsbeheer Drenthe, inzet voor een kwalitatief landschap waar wij allen nog lang van willen en kunnen genieten. Zuidwest-Drenthe aan de slag
In Zuidwest-Drenthe is de Hoogstam brigade Zuidwolde actief. Dit is een van de negen hoogstambrigades in Drenthe. Met een stuk of vijftien mensen onderhoudt de Hoogstambrigade een bomenbestand van ongeveer 400 fruitbomen in de voormalige gemeente Zuidwolde. Peter Lijster, contactpersoon van de groep, komt via het netwerk van Landschapsbeheer Drenthe in contact met andere vrijwilligersgroepen. “Ik merk dat het belangrijk is om synergie te creëren en verbindingen te leggen. Er zijn heel veel initiatieven in onze streek, maar men weet van elkaar niet wie wat aan het doen is”, vertelt Peter. Om de mensen uit de omgeving kennis te laten maken met o.a. het werk van de Hoogstambrigade organiseren ze in 2016 voor de vierde keer een fruitpersdag. “Tijdens deze dag wordt zo’n 5000 kilo appels en peren geperst en er is een markt over duurzaamheid, ecologie en voedsel. Op zo’n dag komen we in contact met buurtgenoten, vrijwilligersgroepen en bedrijven en kunnen we weer nieuwe verbindingen leggen. Want samen kom je verder”, aldus Peter Lijster.
Meer weten over het vrijwillegerswerk bij u in de buurt? Kijk dan op www.lbdrenthe.nl.
*E. de Gruijter is directeur van Landschapsbeheer Drenthe.
Cultuurhistorie
30
Molens en kerken Hoezo onrendabel vastgoed?
Eric van der Bilt*
De afgelopen 5 jaar voerde Het Drentse Landschap veelvuldig gesprekken met een zestal Drentse gemeenten en het Steunpunt Erfgoed Drenthe (SED) over de overdracht van gemeentelijke monumenten. Veelal beeldbepalende monumenten die moeilijk economisch te exploiteren zijn zoals molens en kerktorens. Onrendabel vastgoed heet dat in jargon. Op 12 mei 2016 leidden deze gesprekken tot de eerste succesvolle overdracht: 3 molens van de Gemeente Noordenveld
Foto’s: Sake Elzinga
werden op deze dag aan onze stichting overgedragen.
Molen Woldzigt, Hoofdstraat 58 te Roderwolde Misschien wel de mooiste molen van Nederland. Een olie- en korenmolen uit 1852 die domineert in het landschap rond De Kleibosch. Ook dit is een achtkante bovenkruier met stelling en stenen onderbouw. In de vleugels zijn een graanmuseum en een molenaarswoning gevestigd. De Stichting Olie- en Korenmolen Woldzigt zorgt al jaren voor de dagelijkse exploitatie en zal dat ook blijven doen.
In de afgelopen jaren hebben Het Drentse Landschap en de Stichting Oude Drentse Kerken al een aantal moeilijk te exploiteren maar beeldbepalende monumenten verworven, zoals de molen van Gieterveen en een vijftal kerken. Deze ontwikkeling past ook in onze ambitie om uit te groeien tot een provinciale trustorganisatie, die het behoud van ons erfgoed in de meest brede zin centraal stelt. Gemeenten en sommige kerkbesturen worstelen met het onderhoud van zulke moeilijke panden. Het onderhoud is kostbaar en vraagt veel creativiteit, bestuurskracht en betrokkenheid. En mede door de grote bezuinigingen van de afgelopen jaren vinden gemeenten steeds vaker dat het onderhoud van molens en kerktorens niet meer tot hun kerntaken behoort.Veel gemeenten zoeken dan ook naar alternatieven voor het beheer en daarmee ook naar deskundige partners om deze monumenten voor hen te gaan beheren.
Versnippering
Het Drentse Landschap vindt dat het beheer van de Drentse kerktorens en de 36 molens die onze provincie rijk
is, wel erg versnipperd is over verschillende eigenaren. Het is veelal beter om deze vaak moeilijk te exploiteren monumenten door één of meer professionele monumentenorganisaties te laten beheren omdat voor minder geld een beter beheer en een breder gebruik gerealiseerd kan worden. Het Drentse Landschap kan en wil die organisatie, die Trust, zijn. Tegelijk wordt beseft dat molens en de sinds napoleontische tijd in handen van gemeenten verkerende kerktorens, zich al snel tot molenstenen om de nek van de stichting zouden kunnen ontpoppen. Echter bij een adequate bruidsschat en blijvende betrokkenheid van verschillende lokale partijen en overheden is kostendekkend beheer heel goed mogelijk.Vanaf medio 2011 organiseerde eerst het Drents Plateau, later Libau en recent Steunpunt Erfgoed Drenthe gesprekken tussen Het Drentse Landschap en een zestal Drentse gemeenten. Doel was om de randvoorwaarden voor een succesvolle overdracht te verkennen.Vanuit de insteek dat als het alleen maar om bezuinigingen zou gaan, Het Drentse Landschap het beheer niet op zich zou nemen. Het speelveld
Partners bij de gesprekken waren de gemeenten Tynaarlo, Noordenveld, Coevorden, Midden-Drenthe, Hoogeveen en Emmen. Er werd nagedacht over rechtsvormen, het eventueel gebruik maken van bestaande of nog op te richten organisaties, de betrokkenheid van de gemeenten op lange termijn en allerhande prakti-
sche afspraken op uitvoeringsniveau. De conclusie was dat Het Drentse Landschap de meest aangewezen en professionele organisatie in Drenthe is om deze taak bij onder te brengen. Zeker wanneer de stichting op termijn, mogelijk zelfs nog dit jaar, erkend zou worden als Professionele Organisatie Monumentenzorg. De randvoorwaarden waaronder Het Drentse Landschap dit soort onrendabel monumentaal vastgoed zou kunnen overnemen kreeg in een open, creatief en collegiaal proces geleidelijk vorm. Allereerst moet het object in redelijk goede staat van onderhoud zijn of worden gebracht. Het bepalen van een bruidsschat vroeg meer overdenking en werd neergelegd bij het bureau Nibag uit Oldenzaal. Uitgaande van oneindig en duurzaam onderhoud werd een rekenmodel ontwikkeld. Na een inspectie, die tegelijk de staat van onderhoud bepaalde, werden op basis van algemeen geaccepteerde kengetallen, de langjarig gemiddelde onderhoudskosten bepaald. Op basis hiervan kan dan de onrendabele top per jaar berekend worden. De bruidsschat wordt vervolgens bepaald over een periode van 15 jaar zonder rekening te houden met de steeds onzekerder wordende BRIM-subsidie vanuit het Rijk. Na terugkoppeling met de 6 betrokken wethouders die cultuur in de portefeuille hadden, werd deze benadering door alle partijen als objectief en werkbaar geaccepteerd. Bestuurlijke afwegingen
De notitie met de titel ‘Duurzaam beheer monumentaal vastgoed in een
Molen De Hoop, Asserstraat 36 te Norg Een korenmolen uit 1857, achtkanten bovenkruier met stelling. Uniek vanwege het aluminium bilausysteem aan beide roeden wat de molen een wat industriëler uiterlijk geeft dan de meeste molens.
Provinciale Trust’ was in 2013 in concept gereed. Het leidde tot nieuwe discussies bij ambtenaren en wethouders van de betrokken gemeenten. Voortdurende aanpassingen van de notatekst waren het gevolg waardoor de nota uiteindelijk niet vóór de gemeenteraadsverkiezingen in februari 2014 naar ieders tevredenheid vastgesteld kon worden. Na de verkiezingen, die zoals u weet een aardverschuiving in de verschillende colleges veroorzaakten, bleken alle toenmalige wethouders het strijdperk verlaten te hebben en bleef het concept in de koelkast liggen. Een bittere teleurstelling voor alle collega’s die bij dit voor de provincie Drenthe en eigenlijk voor heel Nederland unieke proces betrokken waren. Het feit dat de berekende
32
Paizer Meul, Molenpad 1 te Peize Een korenmolen uit 1893, eveneens een achtkanten bovenkruier met stelling en twee metalen roeden met hekwerk. Onder in de molen exploiteert de naastgelegen ambachtelijke bakkerij een sfeervol winkeltje.
bruidsschat voor een molen al gauw een paar ton bedraagt, heeft in deze tijd van extreme bezuinigingen zeker een rol gespeeld bij het in de lade houden van deze notitie. Medewerkers van de Gemeente Noordenveld lieten echter wel door Nibag de onrendabele top berekenen voor de molens van Roderwolde, Peize en Norg. Op basis van de afgesproken objectiveringsmethode werd de bruidsschat voor de drie molens vastgesteld. In overleg met wethouder Kosters en zijn staf werd afgesproken om dit bedrag, vermeerderd met rente, in een periode van 20 jaar in tranches over te maken. Dat maakte de overdracht in politiek-bestuurlijke zin ook financieel een haalbare zaak voor de gemeenteraad. Het is in deze tijd niet reëel te
verwachten dat zo’n groot bedrag in één keer ten laste van de begroting van 2016 zou kunnen worden gebracht. Op 26 mei 2015 ging de gemeenteraad akkoord met het voorstel. Eind van dat jaar werd tevens de Stichting Fonds Onrendabele Monumenten Drenthe (FOM Drenthe) in het leven geroepen. Bedoeld om alle bedragen die als bruidsschat aan Het Drentse Landschap en Stichting Oude Drentse Kerken worden toegekend, in onder te brengen. Dit fonds is als vermogensfonds opgericht en uit het rendement zal jaarlijks het tekort op de exploitatie van deze onrendabele monumenten aangezuiverd kunnen worden. Tegelijk ontlenen de schenkers hieraan de zekerheid dat de bruidsschat ook uitsluitend aan het afgesproken doel, te weten het overgedragen monument, besteed zal worden. Inzet vrijwilligers
Inmiddels heeft Het Drentse Landschap kennis gemaakt met de molenaars, huurders en buren van de 3 molens. Het exploiteren van een molen is een complexe aangelegenheid die nooit gerealiseerd kan worden zonder de vrijwillige molenaars en de steun van de lokale gemeenschappen van Roderwolde, Peize en Norg. Ook de steun van de Molenstichting Drenthe, die de vrijwillige molenaars opleidt en veel kennis van zaken heeft, is onmisbaar in dit proces. Op 12 mei werd de notariële akte met enige feestelijkheid door wethouder Henk Kosters van de gemeente in de molen Woldzigt in Roderwolde getekend. Hierdoor heeft de stich-
ting in één klap meer dan 10% van alle Drentse molens in bezit. Een grote verantwoordelijkheid die we alleen met steun van Rijk, Provincie, betrokken gemeenten, Molenstichting Drenthe, Stichting Molen De Woldzigt, Monumentenwacht Drenthe en vooral de lokale gemeenschappen kunnen vormgeven. In deze tijd, waarin het woord burgerparticipatie door zowat iedereen in de mond wordt genomen, is het een uitdaging om de samenwerking met onze buren rond de molens vorm te geven. Dat vraagt van onze kant veel inzet, de inbreng van regie en organisatievermogen die lang niet altijd voorhanden is. Wij koesteren de hoop dat de Provincie Drenthe, zoals ook verwoord in haar Cultuurnota 20172020, ons hierbij wil ondersteunen. Naast de betekenis van deze prachtige molens voor het toeristisch-recreatief product Drenthe kunnen deze monumenten flink bijdragen aan de sociale cohesie binnen kleine dorpsgemeenschappen. Hoezo onrendabel? *Drs. E.W.G. van der Bilt, voormalig directeur van Het Drentse Landschap.
We komen ook op plekken zonder postcode.
Sinds 2013 beheert Het Drentse Landschap de havezate ‘Oldengaerde’ bij Dwingeloo. Een prachtig versterkt landhuis uit de vijftiende eeuw met slotgracht, tuin en bos. Als je er op bezoek komt stap je een andere wereld binnen. Het Drentse Landschap maakt ‘Oldengaerde’ nog aantrekkelijker voor het publiek. Na een grondige restauratie kun je er straks bijvoorbeeld overnachten en vergaderen. We kunnen nog generaties lang blijven genieten van dit monumentale erfgoed!
Het Drentse Landschap is onderdeel van LandschappenNL, dat dit jaar een bijdrage van € 13,5 miljoen ontving. Deelnemers van de Postcode Loterij: bedankt! Dankzij u kunnen wij LandschappenNL en 94 andere organisaties financieel ondersteunen. En dankzij u groeide dit Nederlandse loterij-initiatief uit tot de grootste fondsenwerver ter wereld – er werd al € 7 miljard aan goede doelen geschonken. Samen voor een betere wereld: postcodeloterij.nl
Dankzij u.
34
Kortweg Sinds dit voorjaar voeren de collega’s van Stichting Het Groninger Landschap het project Revitalisering Oevers Zuidlaardermeer uit. Het project beoogt herstel van voor de Roerdomp geschikt rietlandbiotoop. In de planfase is met het oog op de rietlanden aan de zuidzijde van het meer ook door de medewerkers van onze stichting meegedacht. De voortgang van het project is in woord en beeld te volgen op een weblog www.roerdompzlm.blogspot.nl. Enige zorg heeft de stichting bij plannen van gemeenten en recreatieondernemers rond het Zuidlaardermeer om vooral aan de noordzijde van het meer extra recreatieve voorzienin-
gen in de vorm van steigers en fietspaden aan te leggen. Een verdere toename van de recreatieve druk op en rond het meer lijkt zich niet goed te verhouden tot de natuurdoelstellingen voor het gebied. Niet alleen de Roerdomp, maar ook andere vogels en zoogdieren zijn gebaat bij voldoende rust. Een zorgvuldige toetsing van effecten van deze recreatieve voorstellen aan het Natura2000-beheerplan is dan ook van groot belang. Behalve burchten van Bevers kunnen sinds kort langs de oevers van de Hunze ook dassenburchten worden aangetroffen. Dit voorjaar bleek een oude dassenburcht na zes jaar weer bewoond te zijn.
Foto: Johan Vos
1-Hunzedal
Roerdomp
2-Kampsheide
3-Drouwenerzand
Tijdens een excursie werd op Kampsheide de Variabele heibladroller aangetroffen. Deze soort was met zeker 25 exemplaren bezig met zijn voorjaarsvlucht na de overwintering. De rupsjes van dit kleine vlindertje leven op Struikhei, Dophei en bosbes. Het vlindertje komt nog maar op weinig plekken voor.
Dit voorjaar werd er op het Drouwenerzand enkele keren een paartje Raven waargenomen. Dat kan een aanwijzing
zijn voor een eerste broedgeval van deze soort in dit terrein. De nestboom kon echter niet worden gevonden.
4 1 ASSEN
2
7
4-Heidenheim
3
5
6
HOOGEVEEN
MEPPEL 8
EMMEN
Bij een broedvogelinventarisatie in het terrein Heidenheim werd een nesthol van een IJsvogel gevonden in de wortelkluit van een omgevallen boom. De vogels vangen hun visjes hier vooral in het door het gebied lopende NoordWillemskanaal.
Berichten
35
7-Renovatie pastorie Bovensmilde In Bovensmilde wordt de pastorie, behorend bij de prachtige waterstaatskerk, gerenoveerd om dienst te kunnen doen als kantoorpand. De pastorie, een Rijksmonument, is aan Het Drentse Landschap geschonken door de PKN Bovensmilde.
5-Overdracht kerk Odoorn Op maandag 2 mei is de Margarethakerk in Odoorn officieel overgedragen aan Stichting Het Drentse Landschap/Oude Drentse Kerken. De huidige Nederlands hervormde Kerk werd in 1857 in gebruik genomen, maar het koor van de Margarethakerk stamt uit de 12e eeuw. Die oude – aan de heilige Margaretha gewijde – kerk is opgetrokken met materiaal dat slechts zelden bij een Nederlandse kerk wordt aangetroffen, namelijk granieten stenen. In 1861 werd een
kerkorgel vervaardigd door de orgelbouwer Petrus van Oeckelen, dat in 1897 bij een brand verloren ging. Petrus’ zoons Cornelis A. en Antonius van Oeckelen leverden in 1899 het huidige tweeklaviers orgel. Het Drentse Landschap prijst zich gelukkig dat het huidige kerkbestuur ervoor heeft gekozen om de kerk aan haar over te dragen. Het beheren van een dergelijk object sluit naadloos aan bij de visie van de stichting om zich verder te ontwikkelen als ‘provinciale trust’.
8-De Braemscamp in ere hersteld Afgelopen april is de renovatie en restauratie van de 19e eeuw boerderij De Braemscamp afgerond. De Braemscamp is fraai gelegen in het Reestdal, even ten noorden van de havezate De Havixhorst. Toen de boerderij in 2013 de oorspronkelijke functie als boerderij verloor, is Het Drentse Landschap gestart met het maken van plannen voor herstel en herbestemming tot woonhuis. Schuren en andere opstallen die afbreuk
6-Oude Diep zien van het gevoerde beheer of een gesprek met een aangrenzende grondeigenaar. De overzichten vormen een waardevol doorlopend verhaal over wat er gaande is in deze terreinen en zijn daarmee van grote aanvullende waarde voor de stichting. Zo werd begin dit jaar een Wilde zwaan met blauwe ring gesignaleerd. Naspeuringen op internet toonden dat de vogel in 2014 in Letland was geringd. En kennelijk de Boerenveensche Plassen verkoos om daar enige tijd te verblijven.
Foto: Hans Dekker
Onze vrijwilliger Hero Moorlag maakt al sinds jaren elk kwartaal een overzicht van waarnemingen in terreinen van de stichting rond Hoogeveen. Zo bezoekt hij onder andere de terreinen Kremboong, Boerenveensche Plassen, Spaarbankbos en Oude Kene. Naast waarnemingen van planten en dieren (vogels, zoogdieren, vlinders, libellen) passeren soms ook andere opmerkelijke feiten de revue. Dat kan gaan om de vondst van afval, het beheer van cameravallen, overwegingen en suggesties ten aan-
Door de grootscheepse renovatie blijft het pand met haar beeldbepalende situering aan de Drentse Hoofdvaart voor de toekomst behouden. Het financieel advieskantoor Combivé te Bovensmilde zal vanaf 1 juli haar intrek in het pand gaan nemen.
deden aan de cultuurhistorische waarde van de locatie werden afgebroken. De boerderij en de kapschuur bleven behouden. Er was veel belangstelling van kandidaat-huurders voor De Braemscamp. Het Drentse Landschap heeft na een zorgvuldige procedure gekozen voor een gezin met jonge kinderen, waardoor de plek na enkele jaren van leegstand en verbouwing weer tot leven gaat komen.
36
Diversen
Foto: archief HDL
Beheer natuurgebieden Gemeente Assen De Gemeente Assen is voornemens om de bossen en natuurterreinen is Assen over te dragen aan Het Drentse Landschap. Volgens de Gemeente is Het Drentse Landschap bij uitstek een organisatie die vanwege de aanwezige specialistische kennis en kunde in staat is om bossen en natuurterreinen op een duurzame wijze te beheren en in stand te houden. De Gemeente vindt het van groot belang om natuurwaarden en gebruiks- en belevingswaarden van bossen en natuurterreinen binnen de gemeentegrenzen duurzaam in stand te houden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het Asserbos, Twijfelveld, beekdal De
Messchen en het Amelterbos, maar ook om andere (kleinere) bos- en natuurgebieden. Gekoppeld aan de overdracht is overeengekomen dat Het Drentse Landschap voor een periode van 10 jaar samen met de Gemeente Assen de programmering in het Duurzaamheidscentrum gaat verzorgen (de bestaande overeenkomst gold alleen voor het jaar 2016). Een koppeling die de stichting de gelegenheid biedt zich nog nadrukkelijker te manifesteren richting de inwoners van Assen.
Personeel Vanaf 1 maart jl. is Robertjan Huizing (26) als ecologisch medewerker begonnen bij de sector Natuur en Landschap. Robertjan zal een rol gaan spelen in de monitoring van terreinen en het opstellen van beheerplannen en -evaluaties. Verder zal hij de gegevensverwerking en -analyse alsmede het beheer van het Arc-GISsysteem op zich nemen. Wilde appels Op 21 maart zijn er op diverse locaties in Drenthe wilde appels aangeplant. Het planten gebeurde in het kader van de Wereld Bossendag van de Verenigde Naties. Het initiatief voor dit plan werd genomen door Staatsbosbeheer. Ook Het Drentse Landschap plantte appels aan in De Kleibosch en bij het Gastersche Holt. Wilde appeltjes zijn 3-4 centimeter groot. Ze zijn eetbaar, maar de smaak is erg zuur. Wilde appels komen sinds de laatste ijstijd voor in Drenthe maar werden nog maar op erg weinig plekken gevonden. De uitgeplante appels zijn opgekweekt uit pitten van Drentse appels. Met hun grote dorens en erg kleine vruchten lijken ze niet echt op de bekende hoog- of laagstam appelbomen uit de boomgaard. De eetappel die daar aan groeit, en die we nu in de winkel of op de markt halen, komt van oorsprong uit Azië en is hier pas in de middeleeuwen naar toe gebracht.
Achteruitgang vlinderstand in Drenthe De stand van de vlinders kenmerkend voor het boerenland in Drenthe is in de afgelopen 25 jaar dramatisch achteruitgegaan. Uit onderzoek van de Vlinderstichting en de Vlinderwerkgroep Drenthe blijkt dat in meer dan de helft van het agrarisch gebied sinds 2001 één of meer vlindersoorten zijn verdwenen, in een kwart zelfs drie of meer. Dit heeft onder meer te maken met recente intensivering van de landbouw en de daarbij behorende druk van bestrijdingsmiddelen. Dit worden ook wel gewasbeschermingsmiddelen genoemd; de vlinders worden er in ieder geval niet mee beschermd. In Drenthe blijkt uit de tellingen dat de klappen onder de boerenlandvlinders vooral de laatste 10 tot 20 jaar vallen. Opvallend was ook het recente bericht dat akkerranden voor sommige soorten als een ecologische val kunnen functioneren. Doordat de randen vaak aan de rand van intensief gebruikte agrarische percelen liggen, hebben insecten via stuifmeel ook last van bestrijdingsmiddelen. Al met al ontwikkelingen die aanleiding geven tot grote zorg maar vooral ook een aansporing zijn om het gebruik van schadelijke stoffen in het buitengebied echt fors terug te brengen en te zoeken naar minder schadelijke vormen van landgebruik.
37
Watertorenvalken live
Het is misschien wel het best bewaarde geheim van WMD: de watertoren in Hoogeveen heeft bewoners. Hoog boven de drukte van de stad leeft een paartje Torenvalken. Deze Torenvalken hebben misschien wel het mooiste uitzicht van Drenthe. Met vrij zicht over de stad, het Bentinckspark en ons waterwingebied. De nestkast is uitgerust met een webcam. Het opgroeien van de jonge valkjes was op de voet volgen. Bekijk de filmclips met hoogtepunten van de leukste, mooiste en spannendste momenten op wmd.nl.
In/uit de Politiek Monumenten: inspiratiebron voor de natuur
kern van een nieuw Nationale Parken beleid zouden moeten gaan uitmaken. Terzijde moet opgemerkt worden dat de steun voor dat beleid nog maar enige jaren geleden door het Rijk is ingetrokken. Hoe sympathiek het voorstel voor het herbevestigen van verantwoordelijkheid van het Rijk voor het nationale natuurbeleid ook is, het contrasteert wel erg met de jaren geleden ingezette koers om de Provincies verantwoordelijkheid in deze te geven. Het bundelen van de rijksmonumenten binnen veel grootschaliger Nationale Parken nieuwe stijl waarbij alle middelen in een gebiedsfonds worden gebundeld, stuit bij zowel de terreineigenaren als particuliere grondbezitters op grote weerstand. Een instelling als Het Drentse Landschap heeft dan wel de beheerverantwoordelijkheid voor haar terreinen maar moet dan maar afwachten of en hoe zij daar middelen voor ontvangt. Een dergelijke benadering tast de zelfstandigheid van elke eigenaar van natuur aan en zal het draagvlak onder de Nationale Parken doen verdwijnen. De indeling in de drie overheidscategorieën natuur zal ongetwijfeld leiden tot 1e, 2e en derderangs natuur. Iets wat zich ook al rond de Natura2000-gebieden aftekent. Gemeenten kunnen daarnaast nu al niet de enorme verantwoordelijkheden aan die hen bij de verschillende decentralisaties zijn toebedeeld, terwijl de financiële problemen immens zijn. De derde aanbeveling van de commissie is om vergelijkbaar met de cultuursector een groter beroep op de samenleving te doen. Hoe graag we dit beroep ook ondersteunen, men gaat hierbij toch wel voorbij aan een aantal wezenlijke verschillen tussen de sectoren. De natuursector verkoopt geen kaartjes omdat de meeste natuur al met algemene middelen is verworven en beheerd wordt. Toegang vragen verkleint het draagvlak snel, zoals vaak is ervaren. Het profijtbeginsel werkt niet zo simpel. Het zou natuurlijk mooi zijn om de recreatiesector, die het meest van onze natuur profiteert, aan het onderhoud te laten bijdragen. Maar ziet U dat in Drenthe gebeuren? Ten slotte moet men niet uit het oog verliezen dat monumenten, zeker in verstedelijkt Nederland, niet zelden goed te verhuren zijn en er dus van een zeker verdien-model sprake is. Misschien op een enkel landgoed na of in het geval van een hout producerend bos, kost natuurbeheer gewoon geld. Natuurbehoud is net zo onrendabel als het behoud van kerken en molens om maar eens een vergelijking te maken. Onze inschatting is dan ook dat de meeste voorstellen de problemen niet zullen oplossen. De provinciale Landschappen staan er via onze koepelorganisatie natuurlijk wel voor open om de discussie hierover te voeren. Foto:Topfoto
Onder deze titel verscheen recent een rapport van een commissie onder voorzitterschap van de heer Van Vollenhove. Al jaren is van hem het standpunt bekend dat ervaringen uit de monumentenwereld, waar hij veel kennis van bezit, mogelijk inspiratie kunnen bieden voor de vraagstukken van het hedendaagse natuurbeheer. Op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken zijn deze gedachten nu verwoord. Insteek is dat er mogelijk meer structuur in de wirwar van regels, eisen, benamingen en doelstellingen in de wereld van de natuurbescherming zou kunnen worden gebracht. Een chaos die overigens de afgelopen decennia, als gevolg van een enorme administratieve bureaucratie, door de overheid zelf in het leven is geroepen. Vanzelfsprekend steunt Het Drentse Landschap de inzet om te zoeken naar een meer effectieve en efficiënte besteding van middelen en het genereren van ruimere budgetten. Toch zetten de meeste provinciale Landschappen, waaronder onze stichting, stevige kanttekeningen bij de aanbevelingen uit het rapport dat vooral inzet op een met de monumentenwereld vergelijkbare indeling van drie categorieën natuur: rijks-, provinciale en gemeentelijke natuurmonumenten. Allereerst houdt men een pleidooi om ondanks de decentralisatie van het natuurbeleid naar de Provincies ook een verantwoordelijkheid voor de Rijksoverheid te handhaven. En wel in de vorm van rijksnatuurmonumenten die zelfs de
Eric van der Bilt voormalig directeur/bestuurder van Het Drentse Landschap
Foto: Hennie Leijtens
Vlees van het Landschap Net als voorgaande jaren is het weer mogelijk om bij Het Drentse Landschap vlees van het Landschap te bestellen. Het betreft runderen en schapen die vanwege overtolligheid niet meer voor het beheer kunnen worden ingezet. Door de zorg en aandacht die de dieren krijgen en hun leven in de vrije natuur is het vlees lekker, ambachtelijk en biologisch. Ook dit jaar is het assortiment weer uitgebreid met een nieuw kant-en-klaar product: de
gehaktsteak (per 2 stuks verpakt). Het betreft grof gemalen rundvlees waar alleen peper en zout aan is toegevoegd. Kijk voor het uitgebreide assortiment op www.drentslandschap/webwinkel. Hier is eventueel ook een bestelformulier te downloaden. Heeft u vragen over het vlees dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met Aaltje Stroetinga, (0592) 31 35 52.
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:
• NATIONALE POSTCODE LOTERIJ Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur • VSBfonds Groningen - www.vsbfonds.nl Zet zich in voor de kwaliteit van de Nederlandse samenleving • PBCF Amsterdam - www.prinsbernhardcultuurfonds.nl Voor cultuur en natuurbehoud in Nederland • JMFonds Groningen - www.jmfonds.nl Levert bijdragen aan maatschappelijke ontwikkelingen • PROVINCIE DRENTHE Assen 0592 36 55 55 www.pronincie-drenthe.nl • Bouwbedrijf H. POORTMAN Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw • GRONTMIJ NEDERLAND B.V. Groningen (088) 811 47 91 Advies- ingenieursbureau • ATTERO Wijster (088) 550 10 00 Energiek met milieu – Terugwinning grondstoffen en productie duurzame energie uit afvalstromen. • NAM B.V. Assen (0592) 36 91 11 Opsporing en winning van aardolie en aardgas in Nederland • Havesathe ‘DE HAVIXHORST’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant • NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... • Buro HOLLEMA B.V. Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT • N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water • DRUKKERIJ VAN GORCUM BV Raalte (0572) 349700 Uitgeverij/grafisch bedrijf • BORK SLOOPWERKEN B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling • HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Groningen (050) 597 39 59 Uw installatie in goede handen! • DE ROO DRENTE BV Bedum (050) 301 25 00 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen • POLYTEC NEDERLAND BV Assen (0592) 377400 www.polytec.nl • CONCORDIA BOUWMATERIALENHANDEL Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel • OOSTERHUIS BV Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk • ASTRON/LOFAR Dwingeloo www.astron.nl www.lofar.nl
• WARENHUIS VANDERVEEN (ASSEN) Assen (0592) 31 16 11 Shop-in-shop totaalwarenhuis ELTON BV • Roden (050) 502 11 99 Producenten van ELLEN tochtprofielen • VNO NCW NOORD Groningen (050) 534 38 44 Belangenbehartiger van het Noorden • VANDERSALM Bouwkundig ontwerp- en adviesburo Dwingeloo (0521) 593 638 Nieuwbouw, verbouw, renovatie, projectontwikkeling en restauratie • DE FRIESLAND ZORGVERZEKERAAR Leeuwarden (058) 291 31 31 Installatiebedrijf DICK SJABBENS • Diever (0521) 59 19 94 Specialist in duurzame energietechnieken • Schildersbedrijf WESTERBEEK Zuidwolde, www.westerbeek-schilders.nl De beste vriend van uw huis BOUWBEDRIJF BRUINS SLOT V.O.F. • www.bouwbedrijfbruinsslot.nl Restauratie - onderhoud - verbouw - nieuwbouw • HOFSTRA HULSHOF BOUW BV Nieuw-Buinen (0599) 21 29 77 • COMPUSYSTEMS Hoogezand (0598) 34 38 60 • OP- EN OVERSLAG MEPPEL B.V. Meppel (0522) 24 36 12 Grond, weg- en waterbouw • ROELOFS BV Den Ham (0546) 671 741 www.roelofszandwinning.nl • COOPERATIE TVM Hoogeveen www.tvm.nl De mobiliteitsverzekeraar: voor transport over weg, water en automotive • CARAAD BELASTINGADVISEURS Groningen www.caraad.com • RIETDEKKERSBEDRIJF J.G. KAPPE Diever (0521) 593 043 www.jgkappe.nl Natuurlijk riet! Onderhoud, reparatie, nieuwe daken, gratis quickscan • FRIESLAND CAMPINA DOMO Beilen (0593) 537 171 • VISSER ASSEN Assen (088) 1181888 www.visser-assen.nl • MACG MANAGEMENT & ADVIES COLLECTIEF Groningen (050) 579 8750 www.macg.nl • HOORNSTRA AANNEMINGSBEDRIJF N.V. Nieuw Buinen (0599) 212 170 www.hoornstra-nb.nl GROENVOORZIENINGSBEDRIJF • HILKO BAKKER B.V. Eursinge (0528) 241 986 BRANDS BOUWGROEP B.V. • Emmen (0591) 657900 www.brandsbouw.nl DUNNEWIND GROEP • Ommen (0529) 452150 www.dunnewindgroep.nl BUYSROGGE SAFE B.V. • Assen (0592) 346103 www.buysrogge.nl
Stichting Het Drentse Landschap zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van:
• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • Stichting drs. A.V.J. den Hartogh Fonds
Volg ons via