Kwartaalblad nr.27

Page 1

Het Drense Landschap

Kwartaalblad sept. 2000 no. 27

27

Het Nuilerveld

3


Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap

Uitgave Stichting ‘Het Drentse Landschap’ Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89, Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen

3 4

Kom er even voor zitten

Pre-Press Von Hebel bv, Groningen

— bestuursberichten

Lithografie Arfo, Groningen

Verborgen veentjes in het Nuilerveld

— terreinbeschrijving Gerrie Koopman

Druk en afwerking Boom Pers Drukkerijen BV, Meppel Omslag Nuilerveld (John Stoel)

11

Week van het Landschap

ISSN 1380-3263

12

Het esdorpenlandschap

Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

— jeugdrubriek Geert de Vries 14

‘Voor natuurbescherming bestaat geen poldermodel’

— interview Sonja van der Meer 16

Waterwingebied Assen

17

Orvelte en het esdorpenlandschap

— fietsroute Bertus Boivin/Eric van der Bilt 21

Stinkzwammen

— flora en fauna Eef Arnolds 23

Vlees van het landschap

24

Kwartelkoning roept weer in Drenthe

— flora en fauna Arend Jan van Dijk 26

Kortweg

— berichten 34

Agenda

Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het geeft informatie over de terreinbezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de Begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage ƒ 35,– per jaar. Begunstiger voor het leven ƒ 750,– . Als u ‘Het Drentse Landschap’ extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Lijfrente-termijnen In plaats van uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de Inkomstenbelasting aftrekbare periodieke bijdrage (minimaal 5 jaar), die u met een eenvoudige notariële acte toezegt. De kosten van de acte worden door ‘Het Drentse Landschap’ betaald. Nadere informatie bij het bureau van de Stichting. Giften Indien uw giften in enig jaar zowel 1% van het onzuiver inkomen als ook ƒ 120,– te boven gaan is het meerdere aftrekbaar tot ten hoogste 10% van het onzuivere inkomen. Legaten of erfstellingen Tot een bedrag van ƒ16.788,– (voor 2000) is ‘Het Drentse Landschap’ geen successierechten verschuldigd. Voor grotere bedragen geldt voor ‘Het Drentse Landschap’ het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag.

foto: Joop van de Merbel

e-mail: drents.landschap@worldonline.nl


Bestuursberichten

3

Kom er even voor zitten Gratis, maar niet voor niets… In mei jongstleden heeft de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ een nota het licht doen zien met de titel ‘Vrijwilligers, een wereld te winnen’. De groei van onze organisatie, de toename van het aantal vrijwilligers en hun toenemend belang voor de Stichting vormde de aanleiding tot het ontwikkelen van een consistent en adequaat vrijwilligersbeleid. Een beleid dat erop gericht is zowel “Het Drentse Landschap” als de vrijwilligers ten goede te komen. De nota maakt onder meer duidelijk waar de verantwoordelijkheden voor beide liggen. De Stichting werkt al zo’n 30 jaar met vrijwilligers. Als ideële non-profit organisatie heeft ze te weinig middelen en mankracht om bepaalde activiteiten uit te voeren. Anno 2000 hebben we de beschikking over maar liefst 80 vrijwilligers, die de meest uiteenlopende werkzaamheden verrichten. Ze organiseren wandeltochten en speurtochten voor kinderen, bemannen

stands, tellen vogels, vlinders en slangen, leveren hand- en spandiensten op kantoor, geven rondleidingen, houden toezicht op vogelkijkhutten, helpen bij het beheer en toezicht op terreinen, verzorgen lezingen, maken foto’s, dia’s en films, schrijven artikelen voor ons kwartaalblad of scheperen een schaapskudde. En dat alles doen ze met groot enthousiasme en een enorme inzet. Voor bijna alle vrijwilligers geldt dat ze zich sterk aangesproken voelen door de doelstellingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Allen dragen natuur en cultuur een warm hart toe en tonen dat door zich daar actief voor in te zetten. De meesten vinden bij de Stichting wel een activiteit die aansluit bij hun hobby of die past binnen hun interessesfeer: fotografie bijvoorbeeld of vogels kijken. Bovendien blijken vrijwilligers bijna zonder uitzondering uitmuntende ambassadeurs voor de Stichting te zijn. Vrijwilligerswerk is onbetaald werk. Vrijwilligers worden niet gebonden door een salaris. Ze doen hun werk uit een sterke motivatie. Gewoon omdat

ze het leuk, boeiend en bevredigend vinden. In de praktijk blijken ze doorgaans lang te blijven. Vrijwillig betekent voor hen dus zeker niet vrijblijvend. Een ‘Drents Landschap’ is zonder vrijwilligers niet goed denkbaar. Daarom zijn we die 80 mensen die onbetaald zoveel zinvols toevoegen aan ons werk heel erg dankbaar. Ze doen het gratis, maar niet voor niets. Dat zal een ieder, die wel eens een rondleiding meemaakte, een lezing bijwoonde of dit kwartaalblad leest, grif beamen.

Aleid Rensen, Voorzitter Stichting ‘Het Drentse Landschap’


Terreinbeschrijving

Verborgen veentjes in het Nuilerveld Even ten noordoosten van Pesse ligt het natuurterrein Nuilerveld. Niet te verwarren met het gelijknamige bungalowpark, dat noordoostelijk nog een kilometer verderop ligt. Het Nuilerveld is tegenwoordig een 45 ha groot en zeer gevarieerd gebied met plasjes, heide en stuifzand, begrensd door bosrestanten. Het is een overblijfsel van het uitgestrekte open Nuilerveld. Honderd jaar geleden vormde het nog één geheel met het Dwingelderveld in het westen en de Boerenveensche Plassen in het zuiden. Aan de oost-

Topografische kaart uit 1900. In het grote Nuilerveld, ten oosten van Nuil, zijn de stuifzandplateaus duidelijk herkenbaar.

Gerrie Koopman*

Het Nuilerveld was tot het begin van de twintigste eeuw de ‘woeste grond’ die geëxploiteerd werd vanuit de Pesser dochternederzetting Nuil. Bomen waren destijds in het grote open veld zo schaars dat ze op de topografische kaart als oriëntatiepunt ingetekend en benoemd werden. Een groot deel van de uitstraling van het huidige natuurgebiedje wordt bepaald door de zichtbare sporen die zandverstuivingen hebben achtergelaten. Sommige van deze sporen zijn nog zo gaaf en zo herkenbaar, dat ze het Nuilerveld een grote aardkundige waarde geven! Nuil is waarschijnlijk na de twaalfde eeuw ontstaan als een zogenaamd esgehucht vanuit het dorp Pesse. Het ontstaan van kampontginningen of esgehuchten buiten de oude esdorpen kwam toen vaker voor in Drenthe. Dit gebeurde vooral daar waar nog grote gebieden onontgonnen waren en waar de natuurlijke omstandigheden gunstig waren. Dit was rond Pesse ruimschoots het geval, waardoor meerdere gehuchten ontstonden. Naast Nuil zijn ook Kraloo, Anholt, Bultinge, Eursinge en Oostering oorspronkelijk dochternederzettingen van Pesse. Vermoedelijk als gevolg van gebrek aan goede weidegronden en hooilanden is Nuil een klein dorpje gebleven. De weiden en hooilanden van Nuil lagen langs de noordoostelijke tak van de bovenloop van de Ruiner Aa. Het omvangrijke gebied ten oosten van Nuil was het Nuiler Veld. Dit grote heideveld werd door de Nuiler boeren gebruikt, net zoals bij alle overige Drentse heidevelden gebeurde. Tijdens de achttiende en negentiende eeuw vond op grote schaal beweiding met schapen plaats. In die eeuwen werden ook grote ladingen heideplaggen uit het Nuilerveld gehaald die dienden voor het opzuigen van de dierlijke mest in de pot-

foto: John Stoel

zijde ging het over in het Westersche Veld met daartussenin het omvangrijke Zwarte Water.

Historische Atlas Drenthe

4



Terreinbeschrijving

werd bij de ontginningen geknabbeld. In het oostelijke gedeelte van het gebied zijn nog goed de contouren en oude greppels van een voormalig cultuurgrasland herkenbaar, gelegen in het meest vlakke deel van het Nuilerveld. Het gebied heeft zijn behoud voornamelijk te danken aan het stuifzandverleden, welke gezorgd heeft voor een uiterst schrale bodem en een zeer grillig reliëf. De ontginning werd pas echt een halt toegeroepen doordat in 1968 de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ 31 ha terrein aankocht. Langzamerhand heeft de natuur weer terrein heroverd. Nadat de Stichting het ontgonnen weiland in het gebied had verworven, werd dit weer aan het natuurgebied toegevoegd. Aan de noordzijde van het Nuilerveld werd van ongeveer 3 ha nieuw aangekochte landbouwgrond in de zomer van 1997 de bouwvoor verwijderd en afgevoerd naar de dichtbijgelegen VAM. Vanonder het zwarte cultuurdek kwam een reliëfrijke schrale ondergrond tevoorschijn, waarop de eerste pionierplanten zich alweer hebben gevestigd en een fraaie voedselarme plas is ontstaan.

foto: John Stoel

Open heidegebied

stallen. Vervolgens werd de zandhoudende mest weer op de bouwlanden van de Nuiler es gebruikt. Gespaard

Rond 1900 was de situatie van het Nuilerveld nog zoals hierboven omschreven. Daarna werd, als gevolg van het beschikbaar komen van kunstmest, het grote Nuilerveld in minder dan 50 jaar bijna helemaal ontgonnen tot landbouwgrond. Enkele stukken, die landbouwkundig zeer moeilijk in gebruik te nemen waren, werden noodgedwongen gespaard. Zo werd het bungalowpark Nuilerveld aangelegd rond een veenplas die op oude topografische kaarten al zichtbaar is. Ten westen van dit bungalowpark bevindt zich een klein overblijfsel van het voormalige Zuidhaarsveen en Grondselveen, welke nog na 1950 werden ontgonnen. Dit restantje bevat enkele door de mens ten behoeve van turfwinning uitgegraven veengaten. Langs de spoorlijn ligt het Zwarte Water; tegenwoordig een bijna drooggevallen en vergrast veentje, maar op de topografische kaart van rond 1900 nog een zeer omvangrijke veenplas. Ook aan het huidige natuurgebied Nuilerveld

Toen het huidige Nuilerveld nog onderdeel was van het grote Nuilerveld, werd het door boeren gebruikt. Na beëindiging van het plaggen en beweiden werd jarenlang niets meer aan het terrein gedaan. Wel werd het ontgonnen veld eromheen deels bebost. In 1983 is het heidegedeelte ingerasterd samen met een toenmalig lariksbos. Hier werd een twintigtal Schoonebeker heideschapen ingeschaard. Zij werden in de jaren negentig vergezeld van enkele Schotse hooglanders. In 1986 werd ook het cultuurgrasland aan het begraasde gebied toegevoegd. De afgegraven percelen aan de noordzijde zijn tegenwoordig tevens in de begrazingseenheid opgenomen. Om het open heidelandschap beter tot zijn recht te laten komen is een deel van de boomgroei verwijderd. Door dit beheer als open heidegebied is het markante reliëf beter zichtbaar geworden. Het lariksbos werd in 1986 geveld. Dit voorjaar werd het bosje nabij de parkeerplaats ook deels verwijderd. Voor een ander deel zal dit bosje door onregelmatige dunningen omgevormd worden tot een meer gevarieerd loofbos. Overigens heeft de wind hier al heel wat natuurlijk voorwerk verricht.

foto: Sipke van der Veen

6


Het Nuilerveld

Op het voormalige weiland binnen het reservaat is een interessante plantengroei tot ontwikkeling gekomen. De zeldzame Grondster komt daar massaal voor. In de natte laagten is het eveneens zeldzame Oeverkruid in het gezelschap van Waterpostelein te vinden. Dat deze soorten juist in dit gedeelte van het terrein voorkomen, is te danken aan het keileem, dat hier dicht bij de oppervlakte in de bodem aanwezig is. Om deze vegetatie in stand te houden, moet de groeiplaats een groot deel van het jaar onder water staan. Om dit te bereiken zijn enkele waterafvoerende greppels en sloten gedempt. Reliëfomkering

Het reliëfrijke karakter van het Nuilerveld is te danken aan zandverstuivingen tijdens de voorgaande eeuwen. In het zuidelijk gedeelte en aan de westrand herkennen we, zoals in elk stuifzandgebied, de wild golvende patronen van de zandduinen. In de kern en in het noordelijk gedeelte van het gebied heeft zich echter een wat vlakker uitgestoven gebied gevormd. Heel opvallend in die vlakte is een drietal duidelijk herkenbare ronde verhogingen met een min of meer platte bovenkant. Een vierde dergelijke verhoging vinden

we aan de oostkant van het terrein langs de H. Reindersweg. De randen van deze vier plateaus zijn opvallend steil. Ook al is het wellicht moeilijk voor te stellen: we hebben hier te maken met een uitgestoven gebied waarin, voordat de verstuiving begon, enkele veentjes lagen. Het stuifzand werd door de vochtige vegetatie in de veentjes vastgelegd, waardoor ze helemaal zijn dicht gestoven, terwijl de omgeving verder uitgestoven werd. Naar schatting een meter zand werd weggeblazen en een meter zand werd in de veentjes vastgehouden. De oorspronkelijke laagten zijn nu hoogten en de oorspronkelijk hogere delen zijn nu laag. Zodanig dat de plateaus momenteel nog ruim twee meter boven de nabije omgeving uitsteken. We spreken hier van een ‘reliëfinversie’: een omkering van het reliëf, veroorzaakt door zandverstuivingen. De ronde plateaus waren honderd jaar geleden ook al opvallend aanwezig, getuige de topografische kaart uit die tijd, waarop ze alle vier goed terug te vinden zijn. Door middel van een aantal grondboringen is het gebied, met name in de nabijheid van de vier plateaus, eind februari 2000 nader onderzocht. De resultaten van deze boringen zijn in dit artikel gebruikt voor een reconstructie van het verleden.

7


8 Schetsmatige ontwikkeling van een ‘stuifzandplateau’ op het Nuilerveld (Bh=inspoelingslaag van podzolprofiel; v=veen).

Grondboringen

A

Er zijn in totaal 15 grondboringen verricht op alle vier stuifzandplateaus, op enkele plaatsen in de uitgestoven vlakte en op de zuidelijk gelegen stuifduinen. De bodemprofielen van de stuifzandplateaus vertonen allemaal hetzelfde patroon. Een laag stuifzand van ongeveer 130 cm dik, bovenop een laag zeer compact en sterk vergaan veen, variërend in dikte van 30 tot 80 cm en daaronder het verkitte oude bodemprofiel van vóór de verstuiving. In het uitgestoven vlakke gebied is het zand bijna tot op het keileem weggeblazen. Opvallend hierbij is dat in het oostelijk gedeelte van het gebied het keileem in een goed aantoonbare laag aanwezig is, maar dat in het westelijke gedeelte het keileem ontbreekt of nog slechts als een restant (keizand) voorkomt. De zuidelijk gelegen stuifduinen kenmerken zich door een profiel van een 80 tot meer dan 200 cm dikke laag stuifzand op het in vele gevallen nog aanwezige oude bodemprofiel van vóór de verstuiving. Plaatselijk kan in deze profielen onder het stuifzand ook nog een veenlaagje voorkomen.

Dekzand

B Bh

Dekzand

C Bh

foto: Gerrie Koopman

Reconstructie van het verleden

Boven: Het resultaat van één van de grondboringen: ‘boring 3’. Rechts het uitgeboorde bodemprofiel van het stuifzand (met de ‘Edelmanboor’) en links in de zogenaamde ‘guts’ het profiel van het veen onder het stuifzand. De boring is hiernaast beschreven.

Met behulp van de boorresultaten kan het ontstaan van het markante reliëf in het Nuilerveld en met name van de stuifzandplateaus worden gereconstrueerd. We kunnen dit het beste doen aan de hand van de, bij dit artikel geplaatste, schetstekening. De uitgangssituatie (stadium A) is een reliëfrijk dekzandlandschap dat hier, ook al veroorzaakt door de wind, na de laatste ijstijd achterbleef. Dit dekzand is als een deken afgezet op het slecht voor water doorlaatbare keileem of restanten daarvan. Ook uit eerder onderzoek is gebleken dat in het zuid-

Locatie: middelpunt van kleinste stuifzandplateau op het Nuilerveld (meest oostelijk van de drie naast elkaar liggende). Cm benden maaiveld

Horizontencodering

Bijzonderheden

0-5

Recent veenlaagje

Illustreert waterstagnatie plateau

5 - 15

1Ah / E / Bh

Micropodzol in stuifzand

15 - 130

1C

Stuizand (vanaf ca. 80 gebeleekt)

130 - 160

2Cw

Veraard veen (bovenin los van structuur)

160 - 175

3Ah

Oude podzol; bovenin gliede-achtig)

175 - >190

3Bh

Oude podzol (sterk verkit)

Dekzand

Stuifzand Bh

D

westelijk gedeelte van het huidige Nuilerveld nauwelijks keileem aanwezig was. Het volgende stadium in de reconstructie is de vorming van veentjes in het dekzandgebied (stadium B). Vanaf zo’n tienduizend jaar geleden kwam op het dekzand een vegetatieontwikkeling op gang. Humuszuren, afkomstig van de afgestorven plantenresten, werden met het infiltrerende regenwater de schrale zandbodem in getransporteerd en dat leidde in het gehele dekzandgebied tot het ontstaan van een zogenaamde podzolgrond: een bodem met een humus-

Dekzand


Het Nuilerveld

9

grond, zowel op de stuifheuvels als in de uitgestoven vlakte, heeft zich reeds een beginnend bodemprofiel ontwikkeld: een micropodzol. Dit illustreert dat het gebied al weer een flinke tijd tot rust gekomen is. In het Nuilerveld is nog een heel kleine oppervlakte open stuifzand aanwezig. Dit is een overblijfsel van afgravingen van boeren uit de omgeving. Toen er geen heideplaggen meer werden gestoken hebben boeren nog decennia lang zand gebruikt in hun stallen. Varkenshokken werden bijvoorbeeld na het leegmesten eerst voorzien van een flinke laag zand en vervolgens periodiek van een laag stro. Na een jaar werd er zo een dikke laag zandhoudende mest gevormd die, analoog aan de met behulp van heideplaggen ontstane potstalmest, op de akkers werd uitgereden.

inspoelingslaag, waarin steeds meer poriën verstopt raakten. In de afgesloten lage delen van het glooiende dekzandlandschap bleef het regenwater stagneren op deze slecht doorlatende inspoelingslaag. In het op deze manier gevormde plasje kwam veenvorming op gang, doordat afgestorven plantenresten in het water bezonken en in het zuurstofarme water niet afgebroken konden worden (stadium C). Het veentje ging verlanden en er konden mossen, vochtminnende kruiden en struiken groeien. Ondertussen was de omgeving van het veentje steeds intensiever door de mens in gebruik genomen. De druk op de ‘woeste grond’ werd door de steeds intensievere veehouderij in de nabij gelegen esdorpen alsmaar groter. Drukke route

‘Herenplaten’

Volgens Hero Moorlag (mondelinge mededeling) werden de ronde platte bulten in het Nuilerveld vroeger door de Nuiler boeren ‘herenplaten’ genoemd. Waar deze lokale naam vandaan komt is niet bekend. Wellicht heeft het te maken met voormalige eigenaren. Er hebben namelijk ooit ‘heren’ in Nuil gewoond: in 1390 woonden hier de gebroeders Wolter, Wicher en Arend van Nuil. Deze familie was van adel en latere leden droegen de naam Ten Nuell. Over deze adellijke familie is verder weinig bekend. In de fysische geografie worden de karakteristieke overstoven veentjes wisselend benoemd als veenduinen, plateaurestduinen of forten. De diameter van de plateaus in het Nuilerveld varieert van 20 tot 70 meter. Door meer inklinking van het dikkere veenpakket in het midden van de voormalige veentjes is de bovenkant van de heuvels ingedeukt. Regenwater stagneert nog

foto: Gerrie Koopman

Gedurende de achttiende en negentiende eeuw werd er op het Nuilerveld intensief geweid, gebrand, gemaaid en geplagd. Bovendien liep er een relatief drukke zandweg, dwars door het huidige Nuilerveld, van Ruinen via Pesse in de richting van Wijster. Deze zandweg is overigens nog tot in de twintigste eeuw in gebruik gebleven en is in het terrein nog steeds prachtig terug te vinden als een verdiept vochtig spoor welke als een Limburgse ‘holle weg’ in het steile stuifzandgebied doordringt. Waarschijnlijk was het destijds de combinatie van al deze factoren die ervoor zorgde dat plaatselijk de vegetatie voor langere tijd verdween en het dekzand weer aan de striemende wind werd blootgesteld. De afwezigheid van keileem in een gedeelte van het gebied deed er nog een schepje bovenop, want hier kon het regenwater vlot inzijgen en droogde de bodem snel uit. Zeker in dit relatief hooggelegen gebied, gelegen tussen twee takken van de bovenloop van de Ruiner Aa. Vooral de hoge en de meest intensief gebruikte delen begonnen in dit zeer grote open gebied te verstuiven, terwijl in de laaggelegen vochtige delen het stuifzand ingevangen en vastgehouden werd. In onze reconstructie leidde dit tot een ophoping van het stuifzand in de aanwezige veentjes, terwijl in de directe omgeving van de veentjes het zand tot op het niveau van de grondwaterinvloed verstoof. Aldus werden lagere delen van het landschap hogere delen en hogere delen werden laag: een klassiek voorbeeld van reliëfinversie die leidt tot het huidige stadium D in de tekening. In de zandige boven-

In de steilrand van de kleine oppervlakte open zand is de gelaagdheid in het grauw gekleurde stuifzand goed te herkennen.


10

Terreinbeschrijving

steeds op de slecht doorlatende ondergrond in de plateaus, gevormd door de oude podzol en het compacte veenpakket. Tijdens het vochtige voorjaar van 2000 stond het water in de boorgaten op de plateaus tot circa 40 cm onder maaiveld; dat is ruim 150 cm boven het maaiveld van de directe omgeving! Dit verklaart ook dat de vegetatie bovenop de heuvel de indruk wekt dat het hier regelmatig zeer vochtig is. Naast plakkaten Kraaihei groeit hier overwegend Dophei. Op de kleinste heuvel is tijdens de boringen zelfs al weer een laagje gevormd veen aan de oppervlakte aangetroffen. De randen van de voormalige veentjes tekenen zich nog steeds haarscherp af door de vrij korte, steile hellingen van de plateaus. Daar waar in andere gedeelten van het terrein ook nog veen onder stuifzand aanwezig is, vinden we tevens een steile rand aan de stuifheuvels. We zouden deze redenering ook kunnen omkeren: daar waar een steile rand aan de stuifheuvels aanwezig is, bevindt zich waarschijnlijk veen onder het stuifzand. Ook elders in Drenthe zijn overstoven veentjes aanwezig. Op enkele plaatsen, zoals in het Hijkerveld, werd door de

locale bevolking veen gewonnen door kuilen te graven in de stuifzandplateaus. De vier goed te herkennen ‘herenplaten’ in het Nuilerveld zijn onaangetast gebleven. Aardkundig waardevol

Nederland herbergt, zonder dat veel mensen dat weten, een schat aan oorspronkelijke landschapsvormen en verschijnselen die iets vertellen over de ontstaansgeschiedenis van ons land. Hoewel de meeste mensen nog steeds eerder warm lopen voor de levende natuur dan voor de ‘dode’, is er in ons land de laatste tijd gelukkig steeds meer belangstelling voor dit soort aardkundige waarden. De steeds verder oprukkende verstedelijking en de vervlakking voor landbouwkundige doeleinden zorgen ervoor dat dagelijks nog veel verloren gaat. Zo wordt er zand gewonnen in de onmiddellijke nabijheid van het Nuilerveld om glooiende landbouwpercelen te egaliseren. Dekzandruggen die meer dan tienduizend jaar geleden tijdens de laatste ijstijd in het toenmalige toendralandschap werden gevormd, worden binnen enkele maanden vernietigd ten behoeve van een kleine optimalisatie voor het agrarische gebruik. De hierboven beschreven stuifzandplateaus in het Nuilerveld zijn door hun gaafheid en goede herkenbaarheid een aardkundig monument van de bovenste plank. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft een grote verantwoordelijkheid om dit stukje aardkundig erfgoed zodanig te beheren dat ook volgende generaties hier nog volop van kunnen genieten.

foto: John Stoel

* G. Koopman is geboren en getogen in Pesse. Hij werkt als docent Bodemkunde bij het Van Hall Instituut te Leeuwarden.


11

MET HET OOG OP:

t e h n a v k e e De W Landschap Het VSB Fonds steunt initiatieven die van belang zijn voor een leefbare samenleving. Aandacht voor de natuur is daarbij een vanzelfsprekende zaak. Met name wil het VSB Fonds de betrokkenheid van mensen bij de natuur in hun omgeving vergroten. Betrokkenheid leidt immers tot begrip en respect. Om die reden wordt al meerdere jaren de Week van het Landschap gesteund.

• SCHENKT AANDACHT AAN NATUUR EN MILIEU. MILIEU. Fotografie EMG - Amersfoort

Dit jaar vindt voor de twintigste keer de Week van het Landschap plaats. Zoals bekend, houden de twaalf Provinciale Landschappen elk jaar een gezamenlijk evenement in de derde week van september. ‘Natuur dichtbij’ is het motto van de Week van het Landschap 2000. In Drenthe wordt de Week van het Landschap gehouden in Orvelte van

17 tot en met 24 september Orvelte is een van de mooiste esdorpen van Nederland. Hier lijkt het alsof de tijd er heeft stilgestaan; geen asfalt of moderne straatlantaarns, maar prachtige oude boerderijen en monumentale panden. Orvelte biedt de bezoekers de unieke combinatie van een monumentaal dorp met een omgeving die nog vrijwel alle kenmerken vertoont van het oude landschap. In 1961 werd Orvelte aangewezen als een beschermd dorpsgezicht. De Stichting Orvelte kocht eind jaren ’60 de monumentale boerderijen van Orvelte met als doel dit Drentse esdorp als levend monument van historische bouwkunst te behouden. Vanaf 1999 ontfermt de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zich over de 19 boerderijen, 15 monumentale panden en de bijbehorende gronden van de Stichting Orvelte. Programma • In Orvelte is altijd veel te zien. Het dorp is vrij toegankelijk. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ houdt tijdens de Week van het Landschap op zondag 17 en 24 september excursies. De excursie start om 14.00 uur bij de Bruntingerhof. Op beide dagen is er ook een stand van ‘Het Drentse Landschap’ ingericht aan de Flintenweg (pand naast de Bruntingerhof). Medewerkers heten u dan van harte welkom om over het werk van de Stichting te praten. Tevens is de Nederlandse Vereniging van Landgeiten met een stand en een aantal geiten aanwezig.

Kinderen kunnen op woensdagmiddag meedoen aan een natuurspeurtocht door het dorp. In de stand van de Stichting kan hiervoor een opdrachtenboekje worden afgehaald. Bij inlevering van het boekje ontvangen de kinderen een leuk presentje. De speurtocht kan tussen 13.30 en 16.00 uur gelopen worden.

De activiteitencommissie van Orvelte houdt op zaterdag 23 september een nostalgische boeldag. Op deze dag zijn ook medewerkers van ‘Het Drentse Landschap’ tussen 10.00 uur en 15.00 uur in de stand aanwezig.

Bereikbaarheid Orvelte ligt ten oosten van Westerbork en is te bereiken via de A28, afslag 31 (N381, Beilen – Emmen). Op de N381 volgt u de ANWB-borden richting Westerbork en vanaf Westerbork de borden Orvelte. De activiteiten vinden plaats in de voormalige tingieterij (het gebouw naast de oude Saksische boerderij Bruntingerhof).


12

Natuurlijk

Het esdorpenlandschap Geert de Vries*

Aan het begin van onze jaartelling kende Drenthe drie landschappen: reusachtige hoogvenen langs de uitgestrekte bossen op de dekzandgronden en ondoordringbare laagveenmoerassen in de beekdalen. De eerste boeren vestigden zich op

foto’s: Geert de Vries

randen van onze provinciegrenzen,

Orvelte

dekzandruggen in de buurt van de

Elk esdorp is onlosmakelijk

stro. Later werd het stro door riet

beekdalen. In de loop van de Middel-

verbonden met zijn omgeving.

vervangen. Een Drents esdorp

Een esdorp was het woon-

werd gekenmerkt door soberheid.

eeuwen groeiden die eerste boeren-

centrum van boeren. Het was

De boerderijen met hun fraaie

nederzettingen uit tot esdorpen. Het

een gemeenschap van buren

rieten daken gingen vaak schuil

zijn de oudste dorpen van Drenthe.

(boeren). Alle boeren uit een

onder een kleed van eikenbomen.

grond een vast gebruik kreeg.

bepaald gebied woonden bij

Ze stonden kriskas door elkaar

Menig esdorp viert de komende tijd

De es werd op een stuk bos

elkaar in een dorp. Vrijwel

of losjes gegroepeerd aan één of

veroverd en bleef als bouwland

zijn 1000-jarig bestaan.

niemand woonde zomaar

meerdere brinken.

in gebruik. Moerassen langs de

midden in het veld.

beken veranderden geleidelijk

De boerderijen werden vroeger

gemaakt van materialen die uit

Vanaf de hunebedbouwers tot nu

De verschillende soorten bos

de eigen omgeving werden

toe zijn er steeds boerenneder-

gingen na de kap en onder in-

gehaald. Zo bestond de fundering

zettingen in Drenthe geweest.

vloed van begrazing geleidelijk

uit grote veldkeien die hier door

De eerste boeren brandden

over in heidevelden.

gletsjers waren neergelegd. Het

stukken bos plat. In de as werd

geraamte bestond uit zware

graan verbouwd. Was de grond

balken, gemaakt uit inheemse

uitgeput, dan brandde men een

Veel esdorpen eindigen op het

eikenbomen. Voor de vloer werd

nieuw stuk bos af. Langzamer-

woord ‘loo’, dat een open

leem gebruikt. In het begin

hand ontwikkelden zich boeren-

gemaakte plek in het oerbos

bestonden de daken vooral uit

nederzettingen waarbij elk stuk

betekent. Denk maar aan bij-

Boerennederzettingen

aan in madelanden (hooilanden).

De eerste esdorpen


Jeugdrubriek

13

Het groenland

De es

voorbeeld Balloo en Dwingeloo.

bestaat voor het grootste deel uit

voedselarme zandgrond. Tot

Het veld is in Drenthe een andere

turf als brandstof uit de vele

honderd jaar geleden was het

naam voor hei. Het veld ten

veentjes die op hun veld lagen.

gebrek aan mest dan ook een

westen van het esdorp heette

van de grootste landbouw-

Westerveld. Zo was er ook een

problemen in Drenthe. Nu

Noordenveld, Oosterveld en

Elk esdorp is de loop van de

honderd jaar later is dat haast

Zuiderveld. In tegenstelling tot

eeuwen veranderd. De laatste

ondenkbaar... Rogge heeft niet

de es en het groenland had hier

jaren zijn die ontwikkelingen erg

veel voedingsstof nodig, maar

niemand een eigen stuk grond.

snel gegaan. Men kan niet van

geen enkel landbouwgewas kan

De hei was namelijk gemeen-

elk esdorp een openluchtmuseum

zonder bemesting. Schapen en

schappelijk bezit van de in-

maken. Wel moet men ervoor

koeien moesten daarom

woners van het esdorp. Het veld

zorgen dat het esdorpenland-

‘s nachts op stal, zodat de kost-

was de wei voor de schapen.

schap een spannend leesboek

bare mest kon worden op-

Iedere boer had zijn eigen

blijft. Het is niet erg als er een

gevangen. Wanneer het graan

schaapskooi. Als ’s ochtends de

paar bladzijden zijn beschadigd,

na de zomer van het veld was,

scheper (schaapsherder) door het

maar wanneer hele hoofdstuk-

werd die mest over de es uit-

dorp liep, zette men de deur van

ken verdwijnen dan kan niemand

gestrooid. De es leek soms wel

de kooi open. De schapen

het verhaal meer volgen. Het

een groot graanveld. Die graan-

renden dan naar de scheper. Al

boeiende boek verliest dan zijn

akkers waren echter geen gemeen-

die verschillende koppels vormden

waarde. Dat is het geval wanneer

schappelijk bezit. Iedere boer

een grote kudde van soms wel

men bijvoorbeeld een hele

had zijn eigen akkers op de es.

enige duizenden schapen. Via

nieuwe woonwijk op een es uit

een vaste route, de zogenaamde

de grond stampt. Gelukkig zijn

schapendrift, ging de scheper

er ook nog mooie esdorpen

Ook onze voorouders wilden

Het veld

haalden in de zomermaanden

Bedreiging

graag droog, maar vlakbij het

water wonen. Daarom zijn veel

Iedere boer had hooi nodig om

naar het veld. Daar liet hij tot

bewaard gebleven, zoals Orvelte,

esdorpen gelegen op een dek-

zijn schapen en koeien de winter

een uur of vier de schapen

Lhee, Kraloo, en Aalden.

zandrug vlakbij een beek. Zo’n

door te krijgen. Zelfs heide-

grazen. Eenmaal terug in het

diepje of stroompje draagt

schapen konden niet alleen

dorp haakte elk koppeltje

meestal de naam van het dorp

van hei leven en zeker niet in de

schapen af zodra ze langs hun

waar het langs stroomt. Zo heet

winter. Iedere boer had langs de

eigen stal kwamen.

de beek bij Beilen de Beiler-

beek zijn eigen stukjes hooiland.

Het veld werd niet alleen gebruikt

stroom. Diezelfde beek heet bij

In het winterhalfjaar liet men

voor de schapen, maar er werden

Dwingeloo de Dwingelerstroom.

vaak met opzet het grasland

ook heideplaggen gestoken. Elke

De Drentse Aa heet bij Rolde het

langs de beek overstromen.

boer had jaarlijks duizenden

Rolderdiepje en bij Taarloo het

Daardoor werd het hooiland

heideplaggen nodig, die onder-

Taarlose diepje.

toch nog een beetje met slib

meer als strooisel in de stal

bemest. Vroeger waren de hooi-

werden gebruikt.

landen langs de beek veel te nat

Ook had elk boerenbedrijf brand-

Es is een ander woord voor

om er vee in te laten lopen. Nu

stof nodig. Hout was schaars en

bouwland. De afgelopen paar

zijn, door de ontwatering van de

steenkool en gas waren toen

honderd jaar werd daar veel

beekdalen, veel hooilanden

nog niet als brandstof ontdekt.

rogge op verbouwd. Drenthe

veranderd in weilanden.

De bewoners van het esdorp

De es

Het groenland

* G. de Vries, onderwijsconsulent voor natuur- en milieu-educatie, is lid van het algemeen bestuur van ‘Het Drentse Landschap’.


14

Interview

Scheidend penningmeester Jaap Kodde

‘Voor natuurbescherming Sonja van der Meer*

Op de algemeen bestuursvergadering van ‘Het Drentse Landschap’ van 29 mei dj. heeft de Stichting afscheid genomen van een markant bestuurder, de heer Mr. J.P. Kodde. Twintig jaar maakte hij deel uit van het bestuur. De eerste twee jaar als lid van het algemeen bestuur, daarna als penningmeester. Hij bekleedde deze functie met veel verve en het bestuur kon regelmatig kennis nemen van zijn even kritische als principiële opstelling. In zijn afscheidsrede gaf hij zijn collega-bestuurders dan ook een duidelijke boodschap mee: “Natuurbescherming blijft een eeuwigdurend gevecht. Niks inwinsituaties

De heer Kodde werd in 1931 geboren in Leeuwarden. Al snel verhuisde hij met zijn ouders naar Rotterdam. Een stad waaraan hij nog steeds goede herinneringen heeft. Niet alleen vanwege de mensen, maar vooral omdat de stad voor de oorlog een landelijke sfeer uitstraalde. “Het is vandaag de dag ondenkbaar”, zegt Kodde, “dat je toentertijd in de stad de nachtegaal hoorde fluiten aan de Groene Wetering in Kralingen”. Toch besefte het bankiersgezin Kodde al vrij snel dat deze natuur er niet zomaar was. Vader Kodde was begunstiger van het allereerste uur bij het ZuidHollands Landschap. Zijn zoon zou jaren later niet alleen beroepsmatig als bankdirecteur in zijn schoenen treden, maar ook maatschappelijk zijn bijdrage leveren. Toen de heer Kodde eind

foto: Harry Cock

voor de natuur”.

jaren zestig bij de ABN in Drenthe ging werken, meldde hij zich ook al vrij snel aan als begunstiger van ‘Het Drentse Landschap’. Via zijn buurman Kronenberg – zelf bestuurslid van 1959-1991 – werd hij eind jaren zeventig gevraagd om zitting te nemen in het bestuur van de Stichting. ‘Het Drentse Landschap’ en de natuurbescherming zijn sindsdien wezenlijke

onderdelen van mijn leven”, meent de heer Kodde die meer functies bekleedde die direct verband hielden met zijn bestuurslidmaatschap van ‘Het Drentse Landschap’. Vanaf 1997 maakte hij deel uit van het dagelijks bestuur van de Unie van Provinciale Landschappen, tegenwoordig DE LANDSCHAPPEN geheten.


Interview

15

bestaat er geen poldermodel’ Geen poldermodel

“Het is een soort bacterie waar je mee besmet wordt”, stelt de heer Kodde. “Ik heb altijd grote affiniteit met de natuur gehad, maar door mijn betrokkenheid bij de Stichting ben ik in de loop der jaren fanatieker geworden. Bovendien wilde ik meer doen voor de natuur in Nederland. Ik vind dat er voor natuurbescherming geen poldermodel is, omdat je in onderhandelingssituaties altijd iets moet inleveren. En daar schiet de natuur niets mee op”. Als voorbeeld noemt Kodde de aanleg van groene woonwijken waar onder het mom van natuurontwikkeling de indruk wordt gewekt dat de natuur er ook beter van wordt; ze moet mensen het gevoel geven dat ze iets doen aan de kwaliteit van het milieu. Hij heeft hier, net als de heer Waterbolk in zijn boek ‘Uit het leven van een Landschap’, grote moeite mee. Natuurontwikkeling is een woord, dat vaak te pas en te onpas gebruikt wordt voor een soort veredeld tuinieren. Niks geen winst voor de natuur… Geen pretparken

Zijn antipathie tegen het consumeren van de natuur is ook een stokpaardje van de voormalige bankdirecteur. Natuurreservaten moeten geen pretparken worden, maar zijn plekken waar de mens niet storend van mag genieten. Kodde is dan ook blij dat we in Drenthe nog in de gelukkige omstandigheid zijn dat anderen voor de maatschappelijk gewenste recreatie kunnen zorgen, zoals Staatsbosbeheer met het Nije Hemelriek en het Boomkroonpad. “Natuurlijk mogen mensen

best in onze natuurterreinen komen”, licht Kodde toe. “Maar natuurreservaten blijven primair het domein van flora en fauna”. Het vooroordeel dat de natuurbeschermingsorganisaties elitair en ontoegankelijk zijn, veegt de expenningmeester direct van tafel. Volgens hem is er binnen ‘Het Drentse Landschap’ nooit een discussie geweest over de openstelling van terreinen. In principe zijn alle gebieden voor iedereen toegankelijk. Indien er bijzondere planten en dieren voorkomen zorgt de Stichting er toch voor dat mensen kunnen genieten van het terrein. Als voorbeelden kunnen genoemd worden de uitkijktoren op het Doldersummerveld en de vogelkijkhut op Diependal. Open cultuur

In al zijn bestuursjaren schoof Kodde nooit zijn mening onder stoelen of banken. Op vaak onverbloemde wijze poneerde hij zijn stellingen over hoe de natuurbescherming en dus ‘Het Drentse Landschap’ in zijn optiek moest opereren. Het ligt voor de hand dat zich daarbij ook wel eens discussies van principiële aard voordeden. Toch was er nooit strijd of ruzie binnen het bestuur. Kodde: ”In de wisselwerking tussen bestuur en rentambt werd vaak beleid ontwikkeld waar een ieder zich in kon vinden. Juist omdat er een open cultuur heerst waarin alles gezegd kan worden, heb je altijd het gevoel dat je stem gehoord is. Dat is een grote verdienste voor de voorzitters van de Stichting die ik heb meegemaakt: mevrouw Hollema en mevrouw Rensen, maar zeer zeker ook voor

de rentmeesters: Lex Ernst en Eric van der Bilt”. Terugkijkend op twintig jaar bestuurslidschap vindt de heer Kodde dat er met name de laatste tien jaar winst is geboekt wat betreft het maatschappelijk draagvlak voor natuurbescherming. Vooral de netwerkactiviteiten van ‘Het Drentse Landschap’ hebben de laatste jaren een grote vlucht genomen. Een en ander heeft ook duidelijk te maken met een veranderende visie op de doelstellingen die de Stichting wil nastreven. Naast aankoop en beheer van natuurterreinen richt de Stichting haar beleid steeds meer op het behoud van de Drentse cultuur in brede zin. Orvelte, het beheer van de hunebedden en de overname van de Boerderijen Stichting zijn hiervan goede voorbeelden. “Het is een logische ontwikkeling omdat deze zaken vaak een wezenlijk onderdeel vormen van een waardevol cultuurlandschap. De kracht van onze Stichting is dat we coöperatief zijn, maar we willen er wel altijd beter van worden. Vanuit deze optiek hebben we al veel bereikt en als we dat maar in ogenschouw blijven houden, gaat de Stichting een goede toekomst tegemoet”. * Drs.S.S. van der Meer is PR-functionaris van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


16

Waterwingebied Assen In de nabije omgeving van Assen bevindt zich het waterwingebied Assen. Door de oprukkende bebouwing en infrastructuur is dit voormalige esdorpenlandschap zeer versnipperd. Het circa 41 hectare grote wingebied bestaat uit bos en hooi- en graslanden, die ingezaaid zijn met een kruidenmengsel. Het gevarieerde landschap is zodanig ingericht dat u hier het hele jaar kunt wandelen en recreëren. In het gebied voert de WMD diverse beheersmaatregelen uit. Eens in de vijf jaar worden bomen en struiken gedund om zo open plekken te creëren. Op deze manier krijgt de kruidenvegetatie meer kans. Het gebied wordt aan de noordzijde begrensd door een houtwal; een lintvormige, aaneengesloten begroeiing van bomen en struiken. In zo’n kruidenlaag van mos, bramen en heesters verblijven graag vogels, kleine zoogdieren, vlinders en insecten, omdat zij zich zo gemakkelijker en vaak veiliger door het gebied kunnen verplaatsen. Het maaien van het grasland gebeurt twee keer per jaar. Het gemaaide gras wordt afgevoerd naar de grasdrogerij. Hier wordt het omgevormd tot ecobrokken voor biologische boeren.

(Deze pagina wordt verzorgd door de NV Waterleidingmaatschappij “Drenthe”)

Een wandelroute in dit gebied leidt u langs de wilde flora in het golvende landschap richting het Deurzerdiepje. Onderweg komt u langs diverse objecten die te maken hebben met de drinkwaterbereiding in de pompstations, zoals bezinkvijvers, reinwaterkelders en droogbekkens. Op de informatieborden vindt u naast technische uitleg ook informatie over de flora en fauna.

Vanaf de Open Monumentendag op 9 september a.s., die als thema ‘Nederland Waterstaat’ heeft, is deze wandelroute officieel geopend voor het publiek. Ook andere gebieden van de WMD zijn vanaf deze dag opengesteld. De informatie hierover vindt u in een gidsje dat u bij de WMD kunt aanvragen. Telefoon: 0592 – 854500.


Een eindje om met Het Drentse Landschap Bertus Boivin / Eric van der Bilt

Startpunt

het dorp Orvelte

Lengte fietstocht Benodigde tijd

circa 35 km

4

Orvelte en het Drentse esdorpenlandschap

3 Ă 31/2 uur

Fietsverhuur Bike & Light, Westeinde 20, 9431 CE Westerbork, (0593) 33 13 07 (daarvandaan 5 km naar startpunt) Openbaar vervoer vanaf NS-station Beilen met de bus naar Westerbork (Arriva lijn 22; ook rechtstreeks vanuit Assen)

Archief HDL

Fietstocht

De tocht begint in monumentendorp Orvelte en u maakt onderweg kennis met vrijwel alle facetten van het Drentse esdorpenlandschap: de hoge essen rond de dorpen, de bloemrijke madelanden langs de beken en het heideveld en de bossen die erop gedijden. Het is een tocht die u terugvoert naar vroeger tijden: naar de gewijde plaatsen van de hunebedbouwers, naar de Galgenberg, eenzaam op de hei, naar de gravers van het Oranjekanaal en naar het boerenleven in een Drents dorp honderd jaar geleden. In de routebeschrijving hebben we ter oriĂŤntatie de nummers van de paddestoelen steeds tussen haakjes opgenomen. Hoewel we geprobeerd hebben de route zo nauwkeurig mogelijk te beschrijven, adviseren we u voor alle zekerheid een fietskaart mee te nemen, bijvoorbeeld de Falk-kaart Drenthe-Centraal (ISBN 90-287-1546-0).


Een eindje om met Het Drentse Landschap Orvelte en het Drentse esdorpenlandschap

Omdat Orvelte als een van de weinige dorpen in Drenthe de oorspronkelijke structuur van het esdorp verbazingwekkend goed bewaard bleek te hebben, begon men in de jaren zeventig dorp en omgeving zoveel mogelijk terug te brengen naar de toestand van de vorige eeuwwisseling. Niet alleen het dorp zelf is een bezoek meer dan waard, ook de directe omgeving, zoals de authentieke Noordesch en het mooie heidegebied van het Oosterveld. Sinds kort zijn de monumenten van Orvelte eigendom van Het Drentse Landschap.

U steekt de doorgaande weg over en neemt het fietspad. Buiten het dorp steekt u de weg WesterborkWezup (de Wezuperweg) over en volgt u het fietspad langs de weg richting Wezup (23978). Steek de Mr B.J. Kanweg over en neem het fietspad richting Zweeloo (23977).

In de omgeving van Orvelte vindt u de meeste graanakkers van Drenthe. Traditionele gewassen als haver en rogge moesten steeds vaker letterlijk het veld ruimen voor de veel profijtelijker teelt van aardappelen en snijmaïs. Maar gelukkig zijn ze er nog steeds: dit soort akkertjes ‘op Drentse schaal’ met akkeronkruiden als Klaproos, Korenbloem en Kamille.

foto: Joop van de Merbel

• Middenin Orvelte neemt u de Schoolstraat.

© Topografische Dienst Emmen

foto: Joop van de Merbel

Start


Fietsroute

• Houdt u rechts aan tot u bij (24925) linksaf gaat.

• Aan het eind van het fietspad gaat u rechtsaf (23976). Daarna de eerste weg links richting Zweeloo (23975). Ga aan het eind van het fietspad rechtsaf (23974). Aan het eind opnieuw rechts (Gebbeveen), onder het viaduct van de weg Drachten-Emmen door (23973). (Na het viaduct gaat u meteen linksaf de Paardelandsdrift op (23972). Blijf de weg in Aalden tot het eind volgen waar u linksaf slaat de weg Gelpenberg op (23974).

De route volgt de rand van het stroomdal van de Aalderstroom. Op verschillende plaatsen is de oude perceelstructuur nog goed te herkennen: smalle weilandjes gescheiden door rijen bomen en greppels om de groenlanden enigszins te ontwateren. De aanleg van de N381 doorsneed het beekdal en verstoorde de structuur zo dat de natuurlijke kwaliteit sterk afnam. Mede door de intensivering van de landbouw verdwenen hier en daar de houtwalletjes en de greppels zelfs helemaal waardoor het eeuwenoude ritme van het landschap verloren ging.

• Steek in het dorp Aalden de voorrangsweg over waarna u op het brinkje links aanhoudt.

Als u hier even rechts gaat, komt u in het beschermde dorpsgezicht van Oud-Aalden met zijn oude Saksische boerderijen. Het zal u opvallen dat de boerderijen vrijwel zonder uitzondering met hun achterkanten naar de straat staan. De hoog opgeladen hooiwagens konden zo – zonder al te veel manoeuvreren – door de baander de deel oprijden.

Archief HDL

foto: Joop van de Merbel

U passeert de Aalderstroom en gaat bij de voorrangsweg rechtsaf het fietspad op in de richting van Benneveld (24924).

Als u net op het fietspad bent, passeert u de Stroeten, een natuurterrein van Het Drentse Landschap. Stroeten zijn laaggelegen delen in de heidevelden waar het afstromende water zich kan verzamelen. U moet zich zo’n stroet voorstellen als een natte spons waaruit aan de laagste kant een stroompje tevoorschijn komt. De bron van de meeste Drentse beken zijn dit soort stroeten. Het beheer van Het Drentse Landschap is er vooral op gericht de grond weer natter te maken en de bodem te verschralen. Hier in de Stroeten is de Stichting daarmee al bijna 25 jaar bezig. En met succes want langzaam maar zeker krijgen de Stroeten hun soortenrijke schraal- of graslanden terug. (In het Kwartaaltijdschrift 96/4 publiceerden we een wandeling door de Stroeten.)

• In Benneveld rijdt u een eind het dorp door en slaat dan linksaf de Kampweg op. Vrijwel meteen daarna gaat u opnieuw linksaf. U bent nu op de Doolhofweg.

Na Orvelte en Oud-Aalden is Benneveld het derde esdorp tijdens deze route. Qua dorpsschoon hoeft Benneveld nauwelijks voor zijn twee illustere voorgangers onder te doen. Vrijwel alle oude boerderijen hebben hun eigen schaapskooi nog waar de scheper aan het eind van de middag de schapen weer keurig thuis afleverde.

• Op de kruising gaat u rechtsaf de Horstdijk op. Aan het eind links over de Haarmaatsdijk. Bij de voorrangsweg neemt u het fietspad rechtsaf naar Noord-Sleen.

Ongeveer ter hoogte van het plaatsnaambordje Noord-Sleen kunt u via het pad links even de twee hunebedden van het dorp bekijken. Met name het tweede aan de rechterkant van het pad is een bijzonder fraai exemplaar. Hier op de hoge gronden van de Hondsrug hebben sinds de vroege prehistorie mensen gewoond. Zo’n vijfduizend jaar geleden begroef het Trechterbekervolk er zijn doden voor de eeuwigheid.


Orvelte en het Drentse esdorpenlandschap

Archief HDL

Omdat er een grote hoogte moest worden overbrugd, was er in bepaalde kanaalvakken voortdurend gebrek aan water. Hier bij de fietsbrug ligt het kanaal erg diep, het was een lastig te passeren punt in de route van Emmen naar Smilde. U kunt hier even rechtsaf naar Schoonoord fietsen, het dorp dat in 1854 ontstond toen arbeiders die aan het kanaal werkten er hun plaggenhutten optrokken. Misschien is het zelfs een goede gelegenheid voor een bezoek aan Openluchtmuseum De Zeven Marken aan de rand van het dorp.

• In Noord-Sleen bij de voorrangsweg linksaf het fietspad op. U passeert de autoweg Drachten-Emmen. (Voorbij de Kibbelkoele (rechts van de weg) slaat u in het bos linksaf het fietspad op richting Zweeloo (23148).

• In het bos gaat u rechtsaf richting De Kiel (23334). Daarna linksaf het fietspad richting Schoonloo (23156) en vervolgens linksaf richting Elp (23160) Eenmaal op het open veld gaat u op de kruising linksaf richting Orvelte (23161).

De Staatsbossen op en rond het Sleenerzand werden in 1936 in werkverschaffing aangelegd. Dit soort ‘slechte grond’ was naar de inzichten van die tijd alleen voor bosbouw geschikt. Staatsbosbeheer legde er op grote schaal ‘bomenakkers’ aan die om de zoveel jaar ‘geoogst’ konden worden. In de oude Staatsbossen waar de bomen keurig in het gelid staan – u zult ze onderweg nog tegenkomen – kunnen de stralen van de zon nauwelijks de grond bereiken waardoor er niets onder de bomen kan groeien. Door hier en daar bomen te kappen krijgen struiken, planten en andere bomen de kans zich te ontwikkelen en er een natuurlijker bos van te maken. Dit wordt door de beheerder versterkt door exoten als Lariks, Fijnspar en Douglasspar er op den duur tussenuit te halen.

Rechts van de weg ligt het Orvelterzand, een natuurgebied dat vroeger deel uitmaakte van het grote Orvelterveld. De naam zegt het al: het veld waar de boeren van Orvelte hun schapen lieten lopen. U kunt zich voorstellen dat men in Orvelte destijds moeite had met de aanleg van het Oranjekanaal die hen van hun heidegrond afsneed. Het huidige Orvelterzand is eigendom van Het Drentse Landschap. Het is een zeer afwisselend boomheidegebied met lage stukken met vennetjes en hogere gedeelten waar zelfs nog ‘levend’ stuifzand voorkomt. Als u een kijkje wilt nemen op het Orvelterzand, kunt u vanaf de parkeerplaats langs de weg een (korte) wandelroute volgen. De route is met paaltjes uitgezet.

• Ga op de kruising van de grote bospaden rechtsaf (23338). U passeert de Galgenberg. Blijf bij (23337), (23336/voorrangskruising) en (23913) het fietspad volgen.

• De weg komt uit bij het Oranjekanaal. Daar gaat u rechtsaf, u gaat de brug over en u rijdt via de Brugstraat terug naar Orvelte.

U moet zich de Galgenberg voorstellen op een kaal heideveld. Naar alle kanten keek je zo ver je oog reikte. Eens was dit de plaats waar het doodvonnis voltrokken werd bij hen die een halsmisdrijf hadden begaan. Een plaats om duidelijk zichtbaar te maken wat er gebeurde met degene die de maatschappij schade en schande had toegebracht. Van oorsprong was de Galgenberg een grafheuvel uit de vroege Bronstijd, zo bleek uit onderzoek.

Deze route is in het kader van de Week van het Landschap 2000 ontwikkeld. Teddy Bezuijen van Het Drentse Landschap bedacht de route.

• Aan het eind van het fietspad ligt een brug over

© Stichting ‘Het Drentse Landschap’

het Oranjekanaal. Aan de overkant opnieuw het fietspad nemen (23335). foto: Joop van de Merbel

Het Oranjekanaal werd halverwege de 19de eeuw aangelegd door de Drentsche Veen- en Middenkanaalmaatschappij om een deel van de turf uit Zuidoost-Drenthe te kunnen afvoeren en zo een graantje mee te pikken van het ‘bruine goud’. Een succes zou het kanaal echter nooit worden.

Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 e-mail: drents.landschap@worldonline.nl


Flora en fauna

21

Stinkzwammen Stinkzwammen behoren tot de meest opvallende paddestoelen van ons land. Een paar soorten vertegenwoordigen een overwegend tropische groep zwammen met bizarre vormenrijkdom. Ze ontwikkelen zich binnen een bolvormig omhulsel, dat bekend staat als duivelsei. Dit scheurt van boven open om doorgang te verlenen aan een poreuze structuur, vaak in de vorm van een cilindrische steel, maar ook als miraculeuze netvormige bouwwerkjes of vertakkend in tentakels.

Eef Arnolds*

centimeter in een kwartier. Daarbij brengt ze een zacht, knisperend geluid voort. Je kunt de paddestoel dus letterlijk zien en horen groeien! Uiteindelijk kan ze een hoogte van twintig centimeter bereiken. Geurloos

De Grote stinkzwam ontwikkelt haar karakteristieke aasgeur pas als de

foto: Rob Chrispijn

Karakteristiek voor stinkzwammen is dat de top van het vruchtlichaam bedekt is met een geurende, slijmerige substantie die insecten aanlokt. Deze dieren consumeren het slijm met de daarin aanwezige, onverteerbare sporen en verspreiden zo de paddestoel. Veruit de meest bekende soort is de Grote stinkzwam. Ze ontspruit uit bolvormige tot ovale duivelseieren die tot zes centimeter groot kunnen worden en zich gedeeltelijk in de grond bevinden. Als we zo’n duivelsei doorsnijden, zien we dat daarin de volgroeide stinkzwam reeds in compacte vorm aanwezig is. Binnenin de witte, vliezige ‘eierschaal’ bevindt zich een dikke slijmlaag, daarbinnen de olijfgroene, nu nog droge sporenmassa en in het centrum tenslotte de aanleg van de steel en de hoed. De stinkzwam verrijst uit zijn ei door strekking van de steel, die wat structuur betreft aan een broze spons doet denken: veel lucht en weinig vast weefsel. De groei van een stinkzwam kan worden bestudeerd door een rijp duivelsei in een grote glazen pot met vochtige aarde te leggen. Dan blijkt dat de steel zich strekt met een snelheid tot twee millimeter per minuut, zo’n drie

donkere sporenmassa gaat verslijmen. Onrijpe duivelseieren zijn nog nagenoeg geurloos. Vanaf het moment van verslijmen wordt ze druk bezocht door strontvliegen, aasvliegen, bromvliegen en andere tweevleugelige insecten die zich voortplanten in mest of kadavers. Soms komen er ook aaskevers en mooie, oranje-zwart gevlekte doodgravers op af. Bij gunstig weer is de sporenmassa binnen een uur geconsumeerd. Dan blijkt zich onder het sporenslijm een honingraatachtige, witte, kegelvormige top te bevinden. In het overblijfsel van het duivelsei bevindt zich een kleurloze, stroperige vloeistof die ook sterk en onaangenaam riekt. Daarom zijn vruchtlichamen zonder sporenslijm nog niet geurloos. De stankontwikkeling van de sporenmassa hangt samen met de temperatuur. Het is aangetoond dat zomerse stinkzwammen veel sterker rieken dan vruchtlichamen uit de late herfst. Bij temperaturen onder de vijf graden blijven de chemische reacties uit die tot verslijmen leiden en is de Grote stinkzwam dus geurloos.

Grote stinkzwam druk bezocht door vliegen.


22

Flora en fauna

Grote stinkzwam met sporenslijm.

De Grote stinkzwam is in het hele land zeer algemeen. De eerste exemplaren verschijnen vaak al in de voorzomer. De soort groeit in allerlei bossen, zowel onder loof- als naaldbomen, gewoonlijk in een dik strooiselpakket. Vanuit het vruchtlichaam lopen dikke, witte myceliumstrengen door de bodem. Vaak staat de paddestoel in verbinding met sterk verrot hout. Ze is een van de vele nuttige afvalopruimers die de voedingsstoffen in dood organisch materiaal weer in de kringloop terug brengt. Door het uitgebreide netwerk van myceliumdraden dat de Grote stinkzwam in de bodem heeft, is uitroeien in de praktijk – gelukkig – onmogelijk. De enige, tijdelijke, remedie is het opsporen en verwijderen van de vruchtlichamen. In feite valt het kortstondige, natuurlijke geurtje van de stinkzwam in het niet bij de stank, tegenwoordig eufemistisch geuroverlast genoemd, die landbouw, industrie en verkeer produceren. Schaamte

Duivelsei en volgroeid exemplaar van de Grote stinkzwam zonder sporenslijm.

Opmerkelijk is het verhaal van een Drentse dame die eveneens van de stinkzwammen in haar bosje af wilde. Niet zozeer vanwege de stank, maar vanwege de in haar ogen onfatsoenlijke vormgeving van de paddestoel. Nu zal weinigen de gelijkenis van de volgroeide stinkzwam met het mannelijk geslachtsorgaan ontgaan. De wetenschappelijke naam die Linnaeus reeds in 1753 aan de soort gaf, windt er geen doekjes om: Phallus impudicus, ofwel:

steel en de top zijn fraai karmijnroze getint. Deze paddestoel doet haar naam wel weer eer aan, want ze stinkt een uur in de wind, ongeveer als kattenpoep. In Drenthe is de soort een zeldzame verschijning. Een buitenissige verschijning is tenslotte de Inktviszwam. Bij deze soort produceert het duivelsei aanvankelijk een tot 15 centimeter hoog, roze zuiltje, dat zich vervolgens ontplooit in vier tot zes rode armen. Deze armen wijzen eerst als vreemde tentakels schuin omhoog, als op de foto, maar buigen geleidelijk naar de grond. Dan lijkt de paddestoel wel wat op een exotische bloem, of op een inktvis zoals de naam suggereert. De soort is toevallig uit Australië in Europa beland. In Nederland werd de Inktviszwam voor

onbeschaamde penis. Ergernis aan dit grapje van moeder natuur lijkt echter eerder voer voor psychologen, dan een probleem voor natuurbeheerders. Behalve de Grote stinkzwam komen in Drenthe drie andere soorten stinkzwammen voor. De Kleine stinkzwam is een miniatuuruitgave van de Grote. De duivelseieren van deze soort zijn niet alleen veel kleiner, maar ook duidelijk hoger dan breed. De paddestoel strekt zich tot ongeveer een decimeter en de sponzige steel is maar een centimeter dik. De top onder de olijfgroene sporenmassa is fraai oranje gekleurd en ook de steel is gewoonlijk bleek oranje getint. De Kleine stinkzwam staat maar korte tijd fier rechtop en ligt spoedig nederig op de bosgrond. Een opvallend verschil is dat deze soort slechts een zwakke onaangename geur verspreidt. Ze werd in 1801 door de Engelsman Sowerby zelfs beschreven als Phallus inodorus, de ‘Reukloze stinkzwam’, maar dan had deze mycoloog toch wel een heel slechte neus! De Kleine stinkzwam is veel minder talrijk dan haar grote neef en is beperkt tot loofbossen. Ze is vrij algemeen in oudere bossen op niet te voedselarme gronden, in Drenthe bijvoorbeeld vooral op keileem en veraard veen. Ze groeit gewoonlijk in kleine groepen nabij boomstronken, waarmee ze door middel van witte myceliumstrengen verbonden is. Exotische stinkzwammen

Een nauw verwante soort is de Roze stinkzwam. De vruchtlichamen hebben dezelfde vorm en grootte, maar de

foto: Eef Arnolds

foto: Rob Chrispijn

Afvalopruimers


Aanbieding voor begunstigers

het eerst in 1973 gevonden bij Zwiggelte. Ze heeft zich in die omgeving tot op heden gehandhaafd. Tegenwoordig groeit ze vooral op houtsnippers in de met eiken beplante bermen van het Oranjekanaal. De soort heeft zich zuidwaarts uitgebreid tot Wijster en bezit nu in MiddenDrenthe een opvallende concentratie groeiplaatsen. In tegenstelling tot hogere planten zijn maar weinig paddestoelen bekend die zich door toedoen van de mens in nieuwe werelddelen hebben gevestigd. Daarbij zijn opvallend veel stinkzwammen. De meeste paddestoelen verspreiden hun sporen op de wind en kunnen zo grote afstanden naar geschikte milieus overbruggen. De familie van de stinkzwammen is echter afhankelijk van de assistentie van insecten en is dus veel minder mobiel. Soms treedt een mens per ongeluk op als plaatsvervanger van een bromvlieg.

* Dr. E.J.M. Arnolds is ecoloog en schrijver. Hij is voorzitter van de Stichting Paddestoelenwerkgroep Drenthe.

foto: Joop van de Mebbel

foto: Eef Arnolds

Zich ontplooiende Inktviszwam.

Vlees van het landschap Voor het beheer van haar natuurgebieden maakt de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ gebruik van heideschapen, Limousins en Schotse Hooglanders. Elk najaar wordt, na selectie, een aantal dieren verkocht. De kwaliteit van het vee is van dien aard dat het geproduceerde vlees tot het minst belaste en meest smakelijke behoort dat er te vinden is. Verkoop vindt dan ook hoofdzakelijk plaats aan de slager/groothandel die zijn dieren betrekt van biologische bedrijven. Voor ‘Het Drentse Landschap’ moet het produceren van dit kwalitatief hoogwaardig vlees gezien worden als een bijkomend beheerseffect. Aan begunstigers van ‘Het Drentse Landschap’ wordt sinds enkele jaren de mogelijkheid geboden om dit vlees te kopen. De met veel zorg samengestelde vleespakketten bestaan meestal uit sucade-, rib- en braadlappen, biefstuk of rosbief, gehakt en enkele soepbeenderen. Gehakt maakt onderdeel uit van de vleespakketten van 15 en 30 kg, maar is ook afzonderlijk verkrijgbaar per portie van 5 kg. U kunt uw bestelling kenbaar maken op de bijgevoegde antwoordcoupon (zie pag. 28/29). De uiterste inzenddatum is 30 september 2000. Alle aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst en zolang de voorraad strekt. U dient het vlees zelf af te halen in Anloo tussen 16.00 en 17.00 uur op een nader te bepalen dag tussen begin september en medio december. Na binnenkomst van uw aanmeldingsformulier ontvangt u een nota die u tijdig, vóór het afhalen van het vleespakket, dient te voldoen. Op de nota staat de definitieve afhaaldatum. Indien u op die dag verhinderd bent, wordt u verzocht direct na ontvangst van de nota contact op te nemen met het kantoor. Zij die in een eerder stadium reeds hun bestelling hebben gedaan, hoeven niet meer te reageren. Wellicht kent u anderen die ook in een kwalitatief hoogwaardig vleespakket geïnteresseerd zijn. Voorwaarde is dat men begunstiger wordt van ‘Het Drentse Landschap’ (minimale bijdrage is ƒ 35,– per jaar). Voor nadere informatie kunt u op maandag-, woensdag- en donderdagmorgen tussen 09.00 en 12.00 uur contact opnemen met Tineke Bartels, telefoon 0592-313552.


Kwartelkoning roept weer in Drenthe

foto: Dietmar Nill / Foto Natura

nachten ten gehore gebracht en soms uren achtereen. Pas nadat hij een vrouwtje verleid heeft, houdt de Kwartelkoning zijn snavel. De jongen worden in de loop van juli geboren en in die tijd zorgt het hoge gras voor dekking en voedsel. Ga je dat maaien, dan is de natuurlijke bescherming voor de vogels weg. De roep is vrijwel het enige dat de aanwezigheid van de Kwartelkoning verraadt. Je krijgt hem niet te zien, want hij weet razendsnel tussen de grashalmen door te glippen zonder op te vliegen. Vogelkenners maken juist gebruik van de roep om Kwartelkoningen op te sporen. Ander maaibeleid

Kwartelkoningen houden van land met hoog gras en dat is in Nederland steeds minder aanwezig. Het Nederlandse boerenland wordt immers in april en mei van top tot teen gemaaid. Tientallen jaren waren de vogels nauwelijks actief in Drenthe. Tot ieders verbazing werden in 1997 en 1998 plotseling weer tientallen Kwartelkoningen gehoord, respectievelijk 31 en 134 keren. Door hevige regenval bleven toen veel wei- en hooilanden nat en kon er niet

Het horen van de Kwartelkoning was de afgelopen tientallen jaren in Drenthe een zeldzaamheid. Daarvoor moest je naar Polen of Rusland. Echter door een ander maaibeleid is de Kwartelkoning tegenwoordig gelukkig weer veel in onze provincie te horen.

In juni is het altijd weer afwachten of de Kwartelkoning neerstrijkt in Nederland. Dit kleine geheimzinnig levende familielid van het Waterhoentje en de Meerkoet komt pas in mei of juni in Nederland aan. Het is een van de laatste uit Afrika terugkerende overwinteraars. In de loop van augustus vertrekken ze vaak al weer. In de tussentijd moeten ze eieren zien te leggen en jongen grootbrengen. Het eerste probleem voor de Kwartel-

koning is het vinden van een geschikte broedplaats. Hij heeft voorkeur voor hooiland en dat is schaars. Bovendien moet hij maar hopen op het hooiland niet door een cyclomaaier te worden verjaagd of erger nog. Een ander probleem voor de Kwartelkoning is het vinden van een vrouwtje. Het vrouwtje wordt gelokt door te roepen. De roep klinkt als een snerpend bijna mechanisch “crex-crex-crex�. De roep wordt voornamelijk in rustige zwoele

foto: Joop van de Mebbel

Arend Jan van Dijk*


De Nationale Postcode Loterij keert elk jaar miljoenen uit aan goede doelen. Hiervan gaat een groot deel naar Nederlandse natuurorganisaties, zoals de Dieren- en Vogelbescherming. Ook ‘Het Drentse Landschap’ wordt gesteund door de Nationale Postcode Loterij. Met dat geld zijn tal van zaken waar we geen middelen voor hadden, alsnog opgepakt. Met de financiële injectie van de Nationale Postcode Loterij en andere participanten kan ‘Het Drentse Landschap’ onder meer:

• • • • •

de eeuwenoude boerderij ’t Ende weer restaureren het Oude Diep en de Hunze weer laten meanderen het ambitieuze project ‘Poort naar Drenthe’ realiseren de gebouwen van het museumdorp Orvelte beheren participeren in het bezoekerscentrum De Blinkerd

Archief HDL foto: Jaap de Vries

* A. J. van Dijk is medewerker bij de Stichting Ornithologisch Veldonderzoek Nederland (SOVON) en werkt als vrijwilliger bij de stichting ‘Het Drentse Landschap’.

Archief HDL

foto: Joop van de Mebbel

worden gemaaid. Koren op de molen van de Kwartelkoning. De roep van de Kwartelkoning was in 1999 wat minder te horen (circa 20), maar dit jaar zat hij weer op vele plaatsen in Drenthe. Voorzover bekend staat de huidige hoge populatie Kwartelkoningen in Nederland maar ook elders in West Europa, in verband met ontwikkelingen in de Oost Europese broedgebieden. Vooral in Rusland zijn in de jaren negentig veel landbouwgebieden braak komen te liggen. De Kwartelkoning profiteerde hiervan en bracht veel jongen groot. Later zijn veel van deze vogels door Europa gaan zwerven en hebben ook de Drentse hooilanden weten te vinden. De meeste Kwartelkoningen zijn dit jaar gehoord in de Drentse beekdalen: Vledder Aa (Doldersum), Drentse Aa, Oude Vaart (Rheebruggen), Hunze en Reest. Dat juist deze beekdalen in trek zijn is niet zo verbazingwekkend, want hier liggen heel wat hooilanden en verruigde graslanden. Deze landen zijn het resultaat van uitgekiend beheer door de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ en andere natuurbeschermingsorganisaties. De Kwartelkoning weet verbazingwekkend snel in te spelen op deze veranderingen. Werd tot voor kort nog in juni gemaaid, de laatste jaren blijft menig hooiland tot in augustus ongemaaid. Tot vreugde van de Kwartelkoningen, de speurende vogelaars en de natuurbeheerders.


26

Berichten

Kortweg 4

34 11

ASSEN 19 34

10

22

3

EMMEN

32 HOOGEVEEN MEPPEL 7 7

Grote keverorchis

De Kleibosch

9

foto: Jaap de Vries

Dit voorjaar vond Mieke Jansen van de KNNV-Assen die de flora van het gebied inventariseert, een populatie van 15 Grote keverorchissen. Twee exemplaren stonden in bloei. Uit gegevens van voorgaande jaren valt het beeld van een gestage uitbreiding van de groeiplaats te destilleren. Hetgeen hoopvol stemt.

3

Aan de rand van het jeneverbessenreservaat De Palms kon een belangrijke afronding van 0,59.00 ha plaatsvinden. Aan de randen van dit heidegebied zijn de jeneverbesstruwelen langzamerhand overgegaan in een heel natuurlijk bostype. Grove dennen en Eiken hebben in de loop der tijd het domein van de Jeneverbessen overgenomen. Juist de overgang van jeneverbesstruwelen naar natuurlijk bos maakt dit gebied zo waardevol. Het nieuwe stukje bos maakt deze overgang kompleet.

Hijkerveld

10

In juni werd bij één van de vennen een Tengere pantserjuffer aangetroffen. Deze zeldzame libellensoort was hier nog niet eerder aangetroffen. Onze reptielenmonitoorder Dick van Dorp zag dit voorjaar kans een Roodpootvalk te fotograferen. Roodpootvalken broeden vooral in oostelijk Europa. Bij aanhoudende oostenwind raken ze nog al eens van hun trekkoers af en belanden dan in Nederland. In gebieden zoals het Hijkerveld blijven ze dan vaak enkele dagen bivakkeren om weer op krachten te komen voor de terugreis. In de vloeivelden werden door Dirk Haanstra al 6 paar Roodhalsfuten waargenomen en 2 paartjes Bruine kiekendief. De hoop is erop gevestigd dat zich hier te zijner tijd ook Zwarte sterns zullen vestigen. Uitbreiding Nabij het veenrestant Laaghalerveen werd de helft van een veentje aangekocht. Dit veentje is gelegen temidden van cultuurland. Hoewel de waarden van dergelijke vennetjes door het intensieve gebruik van de omgeving zijn aangetast, is ook de verwerving van dergelijke kleine gebiedjes van belang. Een sluipend proces van aantasting wordt lang niet altijd tegengegaan door planologische bescherming. Daarom rekent de Stichting het ook tot haar taak soms dergelijke terreintjes veilig te stellen door middel van aankoop.

foto: Dick van Dorp

De Palms

9

Roodpootvalk

Bongeveen

4

Dit reservaat ligt als een •eilandje in de ontginning van het voormalige Bunnerveen en wordt omgeven door intensief gebruikt cultuurland. De natte graslanden op de overgang van het veen naar de Masloot konden de afgelopen jaren al aan het reservaat worden toegevoegd. Aan de noordzijde grenst de maïs echter nog steeds direct aan de heide. De gronden zullen worden ingericht als natuurontwikkelingsgebied, waardoor dit kleine reservaat langzamerhand toch een omvang krijgt die recht doet aan de waarde van dit restant van het Bunnerveen.


Berichten

Bij een inventarisatieronde naar amfibieën in het gebied rond de benedenloop werden enkele opmerkelijke visvangsten gedaan. Er werden tientallen Kleine modderkruipers gevangen. In diverse slootjes werden grote aantallen Driedoornige stekelbaarzen aangetroffen. Op de meeste plekken in Drenthe worden vaak uitsluitend Tiendoornige stekelbaarsjes aangetroffen. De driedoorn is in tegenstelling tot de tiendoorn meer een trekkende vis die gedurende de winter de grotere en diepere wateren opzoekt. De aanwezigheid van zoveel driedoorns in de slootjes geeft een indicatie dat het met de trekmogelijkheden voor kleinere vissoorten redelijk goed zit in dit deel van Drenthe. Ter hoogte van de Duunsche Landen werd een roepende Kwartelkoning waargenomen. Waterspoor Op initiatief van de waterwerkgroep van het IVN-Zuidlaren werd een aantrekkelijk boekje ‘Waterspoor Zuidlaren’ met fietsroutes uitgegeven. Het boekje geeft veel ‘natuurlijke wetenswaardigheden’ over het Hunze- en Zuidlaardermeergebied. Het boekje is verkrijgbaar bij de VVV’s in de wijde omgeving van Zuidlaren. Stagnerende samenwerking Het Hunzeproject dreigt een beetje stuurloos te worden. Er bestaat groot wantrouwen bij sommige boeren en de NLTO ten aanzien van de natuurontwikkelingsplannen. ‘Het

Drentse Landschap’ heeft, ten gunste van een goede samenwerking, een vrij smalle begrenzing van de natuurontwikkelingszone langs de Hunze geaccepteerd. Verder heeft zij, afgezien van haar activiteiten als aankopen van gronden, dit in handen gelegd van de Dienst Landelijk Gebied (DLG). Haar plannen worden in samenwerking met stuurgroep, projectgroep en deelgebiedscommissies ontwikkeld en uitgevoerd. Verder geeft ‘Het Drentse Landschap’ actief voorlichting aan de streek inzake haar voornemens en activiteiten. Ondanks dat alles gaat de landbouw toch niet akkoord met het doorleveren aan ‘Het Drentse Landschap’ van door DLG verworven gronden langs de Hunze. Al met al een teleurstellende gang van zaken die bij ‘Het Drentse Landschap’ de gedachte doet postvatten dat het zoeken naar consensus slechts tot vertraging leidt. Een buitengewoon zorgwekkende ontwikkeling die ons doet beraden op onze positie in het Hunzeproject. Positieve ontwikkelingen Gelukkig vordert het natuurontwikkelingsproject Annermoeras, Duunsche Landen, Elzenmaat voorspoedig. We hopen dit najaar met steun van vele partijen te starten met de hermeandering. Verder ziet het ernaar uit dat ‘Het Drentse Landschap’ en Het Groninger Landschap samen de komende 3 jaar een gezamenlijke voor-

34

Drouwenenrzand 19

lichter in het Hunzedal, Zuidlaardermeer en het gebied van de Blauwe Stad kunnen aanstellen. Dat kan gebeuren dank zij de steun van het Wereld Natuur Fonds dat zeer bedankt wordt. Met steun van hetzelfde WNF (ƒ 150.000,–) en het Prins Bernhard Cultuurfonds (ƒ 118.400,–) kon ‘Het Drentse

Al jaren hangt er een kerkuilennestkast in de voormalige werkschuur bij het Drouwenerzand. Onze medewerker Gerard van Sluis heeft nu voor het eerst een broedgeval geconstateerd.

Archief HDL

Hunzedal

27

Hunze-meander bij Spijkerboor

Landschap’ haar aandeel in de al eerder vermelde aankoop van 23 ha nabij Gasselternijveen betalen. Dankzij de voortdurende steun van WNF en het PBCF kan ‘Het Drentse Landschap’ steeds meer voor de natuur in Drenthe doen.


Berichten Klokjesgentiaan met hommel

Het Oude Diep staat momenteel volop in de belangstelling vanwege het natuurontwikkelingsproject Zuidmaten. Ter hoogte van de Vamberg is de gekanaliseerde loop inmiddels gedempt en heeft het Oude Diep zijn oorspronkelijk meanderende loop weer teruggekregen. Kleine plevier, Tureluur en Grote gele kwikstaart reageerden hier meteen op door zich te vestigen als broedvogel. Ook werd een foeragerende Ooievaar waargenomen en ook “exoten” als de Canadese gans lijkt dit gerestaureerde landschap aan te spreken. Uiteraard zijn dergelijke natuurontwikkelingsprojecten alleen uitvoerbaar wanneer de grond is verworven. Het is daarom verheugend dat maar liefst 20,43.10 ha in het beekdal

kon worden aangekocht. Daarbij werd nauw samengewerkt met de VAM, tegenwoordig Essent-Milieu. Net op tijd kon ook daar een perceel van 6,73 ha aan worden toegevoegd. Dit perceel vormt de verbinding tussen de delen van de beek waar de draglines reeds aan het werk waren. Dankzij deze aankoop kon een aaneengesloten geheel ontstaan. De overige aangekochte gronden zijn met name gelegen in de ruilverkaveling Stuifzand en in de bovenloop van het beekdal. Ook voor de bovenloop zijn plannen om de beek een meer natuurlijk karakter te geven wanneer voldoende grond is verworven.

bezoekerscentrum gepresenteerd worden. Inmiddels ligt het nieuwe fietspad er en is er een mooie waterpartij in het tussengebied in de keileem uitgegraven.

De Blinkerd Het project De Blinkerd vordert onder directie van Arcadis gestaag. Aannemer Heimans is nog net voor de bouwvak begonnen met de voorbereidingen voor de bouw van het bezoekerscentrum. Dat blijkt nogal wat duurder uit te vallen dan geraamd. Gelukkig lijkt de Provincie Drenthe de betrokken partijen, ‘Het Drentse Landschap’, gemeente Midden Drenthe, Essent en het Recreatieschap Drenthe extra te willen steunen om het hoge ambitieniveau te handhaven. Ook de inrichting van het centrum vraagt de nodige aandacht. ‘Het Drentse Landschap’ is dan ook zeer ingenomen met het feit dat het VSB Fonds haar ƒ 10.000,– heeft toegezegd om een video over de natuurontwikkeling in het Oude Diep te maken. Ook Essent zegde steun toe. De film zal in het

Stadsrand Hoogeveen Rond het stadrandgebied van Hoogeveen zal de waterhuishouding nader bekeken worden. Stadsrandontwikkeling, natuurontwikkeling, de waterafvoerproblematiek van de stad, waterzuivering, natuureducatie, infrastructuur, helofytenfilters, waterconservering en recreatie zijn allemaal thema’s die binnen een nieuw zogenaamd ‘cascoplan’ een plek moeten krijgen. Om goede integrale planvorming mogelijk te maken wordt er een projectgroep opgericht waar ‘Het Drentse Landschap’ deel van uitmaakt. Net als de gemeente, de provincie en het waterschap Reest en Wieden. Binnen de ruilverkaveling Stuifzand, wordt ernaar gestreefd een groot retentiegebied te doen ontstaan dat bij hoge waterafvoeren water kan bergen. Ook dit maakt deel uit van deze ontwikkeling.

Kleinste Huisje De bouwvergunning voor de herbouw van het Kleinste Huisje te Stuifzand is binnen. Nu de financiering nog. ‘Het Drentse Landschap’heeft een extra bijdrage toegezegd, daartoe in staat gesteld door een gulle gift van een mevrouw die het Oude Diep project in haar hart heeft gesloten. We hopen op extra steun van de provincie en de gemeente Hoogeveen om dit najaar te kunnen beginnen.

foto: Jaap de Vries

Beekdal Oude Diep / Boerenveensche Plassen

Archief HDL

28

Ook dit jaar hebben in•ventarisaties van Hero Moorlag in dit mooie heideterrein met de vele plassen tal van leuke en bijzondere zaken aan het licht gebracht. Net als voorgaande jaren heeft een Roodhalsfuut met succes jongen groot gebracht. Het waterpeil bleef dit jaar door de vele regenval hoog waardoor het zoeken van nesten niet goed mogelijk was. Het zoeken van nesten is echter niet nodig; wacht maar geduldig tot de oudervogels met de jongen rondzwemmen. De plassen bieden ook aan de, in Drenthe zeldzaam geworden, Zomertaling een geschikt broedbiotoop. In de heide nestelen behalve ‘gewone’ soorten als Boom- en Graspieper ook een paartje Wulpen en zelfs drie paar Veldleeuwerikken. Bijzonder was het broedgeval van een Roodborsttapuit, nestelend in distels. Deze soort broedde al sinds 1980 niet meer in het gebied. Samen met de heide worden voormalige akkers en graslanden begraasd. Hier is een kleurrijke vegetatie ontstaan met behalve grassen soorten als Biggekruid, Liggend walstro, Tormentil en Schapezuring. Dit jaar werden


Berichten

Doldersummerveld

naar het vlindertje Heidegentiaanblauwtje in relatie tot groeiplaatsen van de Klokjesgentiaan. Ook werd aandacht besteed aan de aanwezigheid van nesten van de Bossteekmier en de Ruwknoopmier. De ingewikkelde en nauwe oecologische relaties tussen de waardplant (Klokjesgentiaan) en de vlinder (Heidegentiaanblauwtje) en vervolgens de rupsen van de vlinder met deze mierensoorten staan beschreven in kwartaalblad 14 van juni 1997. Wim Wesseling heeft de huidige verspreiding van de gentianen, de vlinders en de vlindereitjes op de gentianen vergeleken met eerder onderzoek, o.a. uit 1993. De resultaten staan weergegeven in een helder verslag vergezeld van adviezen voor het te voeren beheer.

32 hier voor het eerst enkele exemplaren van de Gewone rietorchis aangetroffen. Door het achterwege blijven van bemesting en jaarlijks omploegen is een rustiger milieu ontstaan waar deze orchideeënsoort zich thuis voelt. Grote delen van de heide zijn momenteel nog voedselrijk met een ruige begroeiing van Pijpestrootje en Pitrus. Toch zijn er veel zeldzaamheden te vinden, zoals Heidekartelblad, Valkruid (Arnica), Klokjesgentiaan en de ijle bloeiwijzen van de Bruine en de Witte snavelbies. Vochtige, door het vee opengetrapte plekjes en koeienpaadjes zijn rood gekleurd door de fraaie rozetjes van de Ronde zonnedauw. Dit is ook het biotoop van een sporenplant, de Moeraswolfsklauw, een soort die de laatste jaren steeds meer voorkomt in dit terrein. Met stekelige slierten vormt dit plantje een helder groen tapijt op de kale bodem. In de loop van het seizoen ontstaan vervolgens omhoog gerichte sporenaren met aan de top gele ‘sporenbolletjes’.

Gasterse Holt

11

Het Gasterse Holt is een goed voorbeeld van een oud markebos waarin vele grondeigenaren in de loop der tijd hun eigen stukje grond kregen. Door vererving raakt deze historische situatie steeds sterker versnipperd. Zelfs na de ruilverkaveling Anloo bleef dit bos van slechts enkele hectares bestaan uit 20 kadastrale perceeltjes, waarvan nog vele particulier eigendom bleven. In de lange weg van verwerving van dit oude bos met zijn rijke ondergroei kon weer een stapje worden gezet. Een perceeltje van 0,12.30 ha werd aan het eigendom toegevoegd.

22 Landelijk gaat het bar slecht met het Heidegentiaanblauwtje. Volgens de Vlinderstichting is de laatste jaren 40% van de populaties van deze soort verdwenen. Vochtige heidevelden in Drenthe en Friesland lijken het laatste bolwerk te vormen voor deze inmiddels bedreigde vlinder. De populaties op het Doldersummerveld lijken niet achteruitgegaan te zijn. Door het opzetten van de waterstand, maaien, plaggen en begrazen is de oppervlakte vochtige heidevegetaties toegenomen. Ook de Klokjesgentianen hebben hiervan geprofiteerd en hebben zich weten uit te breiden. Zorgwekkend voor het Heidegentiaanblauwtje is echter dat aanzienlijke groeiplaatsen met Klokjesgentianen te lang onder water staan waardoor er geen mierennesten in de directe omgeving aanwezig zijn. Verder blijken op een aantal lokaties weinig kiemplanten of jonge planten van de gentianen aanwezig te zijn. Voor het voortbestaan of de uitbreiding van zowel deze fraaie blauwe klokjes, als de daarvan afhankelijke vlinders wordt voortzetting van het huidige beheer aanbevolen met als aanvullende maatregel kleinschalig plaggen in de directe omgeving van groeiplaatsen van de gentianen. Op open grond die licht verrijkt wordt door versnelde mineralisatie van de bodem komen de zaden het best tot kieming. Hiermee zal zowel de Klokjesgentiaan als het Heidegentiaanblauwtje gediend zijn. Nationaal Park Op 25 mei werd het Nationaal Park Drents Friese Wold (DFW)

bij afwezigheid van staatssecretaris Faber door dhr. De Leeuw van het Ministerie van LNV officieel ingesteld. Natuurmonumenten en ‘Het Drentse Landschap’ hopen op structurele steun van het DFW voor het starten van een gezamenlijke gescheperde schaapskudde op het Doldersummer- en Wapserveld. Daarvoor moet de schaapskooi nog aangepast worden en willen we de Huenderweg ‘autoluw’ maken zoals dat zo fraai heet.

foto: Geert de Vries

In 1999 is op dit uitgestrekte •heideveld onderzoek gedaan

29

Gentiaanblauwtje


Berichten

Reestdal

In juni was ‘Het Drentse Landschap’ te gast op de manifestatie ‘Vlinder 2000’, georganiseerd door de Vereniging voor natuurbescherming Zuidwolde e.o. Deze bloeiende vereniging levert een forse en vooral creatieve bijdrage aan de vergroting van betrokkenheid van mensen bij de natuurrijke leefomgeving rond Zuidwolde. Een onvolledige greep uit de activiteiten: scholenprojecten waar alle basisscholen met maar liefst 1100 leerlingen aan meedoen, inrichting van een vlindertuin, productie en huis aan huisverspreiding van een aantrekkelijk natuurgidsje en als klapstuk een grote manifestatie ‘Vlinder 2000’. Bovendien hebben leden van de vereniging de wijde omgeving afgestruind op zoek naar vlinders. Alle waarnemingen van de laatste vier jaar zijn gebundeld in het inventarisatierapport “Vlinders in Zuidwolde”. Hierbij zijn 20 soorten geregistreerd waarvan er 6 op de Rode Lijst staan. Uniek voor Drenthe was de ontdekking van de Sleedoornpage in Zuidwolde. ‘Het Drentse Landschap’ is binnen het inventarisatiegebied prominent aanwezig met haar gebieden. Duidelijk springt het belang van deze reservaten voor de plaatselijke vlinderstand naar voren. Enkele soorten blijken zelfs alleen nog maar in de reservaten van de Stichting te leven. Het betreft hier de Heivlinder, Kommavlinder, het Heideblauwtje en het Groentje. Waarmee de

7 Stichting eens te meer gewezen is op haar verantwoordelijkheid als terreinbeheerder. Uitbreiding In een gebied met grote natuuren landschapswaarden als het Reestdal blijft grondverwerving van essentiële betekenis om deze waarden voor de toekomst te behouden. Langzamerhand wordt het aandeel van de Stichting in de lappendeken van eigendommen steeds groter. In het kavelruilproject De Wijk waarin de stichting samenwerkt met de NLTO, plaatselijke landbouwers en de Dienst Landelijk Gebied kon nabij De Stapel, door middel van een kavelruil 4,81.99 ha. worden verworven. De losse percelen sluiten aan op eigendommen van de Stichting waardoor opnieuw aaneengesloten eigendom is ontstaan. Een perceel in het oude boscomplex Dunningen maakt deel uit van deze aankoop. In een andere kavelruil werd 2,03.99 ha verworven bij Bloemberg, aansluitend op recent aangekochte gronden. Een hoge zandkop en botanisch interessant Reestland vormen nu weer een geheel. Langs de gekanaliseerde bovenloop van de Reest bij Drogteropslagen bezat de Stichting tot dusverre geen eigendom. Hier werd 6,25.38 ha aangekocht. In de Herinrichting Zuidwolde-Zuid zullen de gronden worden ontwikkeld tot broekbos, zodat het water in de bovenloop van de Reest langer kan worden vastgehouden.

foto: Joop van de Merbel

30

Boerderijenonderzoek Op 23 mei vond er in De Wijk een voorlichtingsbijeenkomst plaats inzake het door ‘Het Drentse Landschap’ opgezette boerderijenonderzoek. Ruim 70 geïnteresseerden bezochten deze avond, waaronder veel leden van de historische vereniging. In een aantal lezingen over de verschillende soorten opstallen, de boerderijen en hun tuinen werd veel duidelijk gemaakt over het gebiedseigen karakter van de bebouwing. Tevens werd in de regio de eerste nieuwsbrief verspreid door het Steunpunt Monumentenzorg dat het onderzoek uitvoert. In volgende nummers van het kwartaalblad zullen we zeker terugkomen op dit gebeuren. De Lokkerij Op 9 juni vond er een kennismaking plaats tussen de besturen van ‘Het Drentse Landschap’ en de Stichting Lokkerij. Ons AB-lid dhr. Bruins-Slot zal deel van het bestuur van de Stichting De Lokkerij gaan uitmaken. Deze Stichting blijft verantwoordelijk voor het beleid in het ooievaarsbuitenstation.

Het broedseizoen 2000 is voor de Ooievaar redelijk succesvol verlopen. In het verzorgingsgebied tussen Vollenhove en Dedemsvaart met als centrumgebied het Reestdal zijn 212 jonge Ooievaars geringd en 5 jongen konden niet worden voorzien van een ring, omdat de nesten niet bereikbaar waren: totaal derhalve 217 ringbare jongen. Op het station zelf, met 33 bewoonde nesten, ontvingen 74 jongen een ring. Aanvankelijk beloofde het een bijzonder goed broedseizoen te worden, doch met name de zeer slechte weersgesteldheid in de tweede helft mei heeft tot een hoog sterftecijfer (ca. 33%) onder de jonge Ooievaars geleid. De voorlopige landelijke cijfers geven helaas een nog negatiever beeld te zien. Kortom: voor de Lokkerij een middelmatig broedseizoen gelet op de resultaten.


Berichten

31

Orvelte Gezien de drukte in het dorp, althans op veel dagen, lijkt het dit jaar best een goed seizoen te worden. Ondanks het eeuwige gekissebis tussen partijen is de Federatie Orvelte goed bezig met zaken als het parkeerbeleid, de organisatie van activiteiten, de bebording, het opzetten van een website op internet en het uitwerken van het thema “Villages of Tradition”. Op 6 juni vond op initiatief van deze Federatie een voorlichtingsbijeenkomst voor het dorp plaats waar de Stichting Orvelte, HDL en Notaris Hoorn de gelegenheid kregen wat zaken toe te lichten. De Stichting hoopt wel dat de Gemeente Midden-Drenthe haar rol inzake de handhaving van het inrij- en parkeerbeleid, het illegaal oprichten van bijgebouwen en reclame-uitingen die niet passen bij het beschermd dorpsgezicht, consequent zal oppakken. De Stichting Doen heeft tot onze vreugde ƒ 66.000,– aan steun overgemaakt om de rente op de schuld van oktober 1999 tot april 2000 te kunnen betalen. Het bestuur van de Stichting Orvelte is echt onder de indruk van de steun die de Stichting Doen haar op dit punt heeft verleend. Een welgemeend woord van dank is op zijn plaats.

kaas uit Orvelte •EkoAmbachtelijke Zuivel ‘De Onderneming’ in Orvelte is deze zomer weer gestart met het produceren van ambachtelijke kaas. Wat vroeger een onderneming was van redelijke omvang en heel wat handkracht vergde, is nu een kleinschalige kaasmakerij. Zoals de naam al aangeeft wordt de kaas bereid uit biologische melk en gaat het om biologische kaas. Nederland heeft wat kaas betreft een lange traditie hoog te houden. Jaarlijks wordt er in Nederland rond de 700.000 ton kaas geproduceerd waarvan meer dan 450.000 ton kaas wordt geëxporteerd. Vroeger werd kaas uitsluitend op de boerenbedrijven gemaakt. Het was vrouwenwerk. Rond de eeuwwisseling begon de industriële productie van kaas en geleidelijk nam fabriekskaas de plaats in van de traditionele ambachtelijke kaas. Momenteel zijn er in ons land nog zo’n 600 kaasboerderijen en kleine kaasmakerijen overgebleven, waarvan De Onderneming een van de weinige in Drenthe is. De Eko Zuivel ‘De Onderneming’ is een van de vele traditionele ondernemingen die het dorp Orvelte kent. Bij een bezoek aan de zuivelfabriek kunt u niet alleen zien hoe kaas bereid wordt, maar kan ook een kijkje worden genomen in het zuivelfabriekje zoals dat in 1899 in gebruik was. De winkel, het museum en de kaasmakerij zijn in september op werkdagen geopend van 10.00 tot 17.30 uur. In de weekeinden van 11.00 tot 17.30 uur. Van oktober tot en met april sluit de zuivelfabriek een half uur eerder. Tijdens de Week van het Landschap worden er voor de kinderen op woensdagmiddag 20 september speciale zuivelactiviteiten georganiseerd.

foto: Jaap de Vries

foto: Joop van de Merbel

Voor de multimediashow heeft onze eigen Drentse dichter Gerard Nijenhuis een prachtig script geschreven. We zoeken momenteel naar ervaren bedrijven om zo’n script in een technisch en inhoudelijk goede show om te zetten.


Berichten

Veenbesparelmoervlinder

Diversen

Aandacht voor veenvlinders Op initiatief van de Vlinderstichting en de Provincie Drenthe zijn recentelijk enkele studiebijeenkomsten voor terreinbeheerders over de drie Nederlandse veenvlinders gehouden. Veenbesblauwtjes, Veenbesparelmoervlinders en Veenhooibeestjes horen tot de sterkst bedreigde vlindersoorten van Nederland. Drenthe speelt als veenprovincie van oudsher een prominente rol als woongebied voor deze zeldzaamheidjes. Veenvlinders komen nog op slechts enkele plaatsen voor in het Dwingelderveld en de midden-Drentse boswachterijen. Het Veenhooibeestje komt bovendien ook voor in het Fochteloërveen. Rond één van de vennen van ‘Het Drentse Landschap’ zit nog een populatie Veenbesparelmoervlinders. In juni werden gelukkig nog vele tientallen exemplaren gezien. Of het Veenbesblauwtje ook nog op deze plek voorkomt wordt nog onderzocht. De uitwisseling van kennis met collega-terreinbeheerders en de deskundigen van de Vlinderstichting draagt bij tot het uitzetten van een verantwoorde beheerskoers ter behoud en wellicht versterking van dit soort uiterst kwetsbare natuurwaarden.

Busselte •De Stokerswoninkje Stichting Archeologie en Streek is momenteel bezig dit huisje op te meten en te fotograferen. Met als doel het huisje na afbraak weer precies zo te kunnen opbouwen. De Waterleidingmaatschappij Overijssel wil helpen de herbouw mogelijk te maken. Zowel financieel als door het beschikbaar stellen van een nieuwe kavel. Ook de Gemeente Westerveld spreekt het idee aan. In september hopen we tot afspraken te komen en zullen u daarover berichten.

•De OBN-2000 Stichting heeft ƒ 340.000,–

foto: Geert de Vries

32

druk bezocht •SindsWebsite 1 juli is de website van ‘Het Drentse Landschap’ in de lucht. In de afgelopen maanden hebben al honderden mensen de site bekeken. De meest actuele informatie over onze Stichting vindt u op deze pagina’s. Ook kunt u via de website informatie aanvragen over allerlei onderwerpen. Zo kunt u bijvoorbeeld onze nieuwe folder over giften, schenkingen, erfstellingen en legaten bestellen. Het adres is: http://www.drentslandschap.nl.

• Kandidaten Waterschapsverkiezingen bekend Zoals in het vorige kwartaalblad gemeld, kunnen inwoners van Drenthe, Groningen en Noord-Overijssel in november nieuwe bestuursleden keizen. Inmiddels is het gewenste aantal groene kandidaten gevonden. Op 4 september a.s. zullen zij zich bij de waterschappen officieel als kandidaat gaan aanmelden. U krijgt als begunstiger van ‘Het Drentse Landschap’ vóór het begin van de verkiezingsperiode (28 oktober a.s.) in een brief informatie over deze mensen. Zo kunt u goed gemotiveerd uw keuze maken.

subsidie van het Ministerie van LNV ontvangen voor het uitvoeren van een groot aantal plag- en chopperwerkzaamheden. Een en ander om in het kader van het Overlevingsplan Bos en Natuur (OBN) de heide voor verdwijning te behoeden. De werkzaamheden zullen kleinschalig in een groot aantal reservaten worden uitgevoerd: Scharreveld (6 ha), Gasterse Duinen (1 ha), Smilder Oosterveld (8 ha) en Elper Westerveld (2 ha). In het Reestdal zullen enige tientallen hectares diep gemaaid worden. Met de subsidie van het Ministerie van LNV kunnen de hier bovengenoemde werkzaamheden grotendeels bekostigd worden. Het restant van de kosten, zo’n twintig procent, wordt uit eigen middelen gefinancierd.


Berichten

en legaten •EenSchenkingen • Programma Beheer mevrouw uit Heerde heeft Op 30 juni heeft ‘Het Drentse een viertal provinciale Landschappen waaronder HDL een groot legaat nagelaten. Een mevrouw uit Uffelte heeft ‘Het Drentse Landschap’ een gift van ƒ 850,– gedaan. Zulke gebaren geven een heel goed gevoel. Personeel •Snelle veranderingen binnen de Stichting, voortvloeiend uit de steeds veranderende wereld om ons heen, moeten het hoofd geboden worden. Daartoe is er een aanpassingscommissie (AC) in het leven geroepen die op basis van inspraak van de medewerkers, een nieuwe organisatieopzet heeft ontwikkeld. Zij heeft een structuur voorgesteld die in juni aan iedereen is voorgelegd. Het betreft geen grote veranderingen maar een aanpassing aan de grote werkdruk en aan de nieuwe taken. Voorgesteld wordt om wat uitbreiding van de formatie te realiseren terwijl tevens wat taken van medewerkers zullen wijzigen. De arbeidskosten zullen evenwel flink stijgen. In september zal het DB hierover een besluit nemen. Verder is het duidelijk geworden dat onze medewerkers, gezien de grote werkdruk en de steeds toenemende eisen inzake kennis en vaardigheden meer kans moeten worden gebonden om cursussen en trainingen te volgen.

Landschap’ samen met alle andere provinciale Landschappen de subsidieaanvraag in het kader van het Programma Beheer bij LASER ingediend. Vooral Hester Heinemeijer en Gerbrand van Mierop hebben, met hulp van ‘De Landschappen’ en de Provincie Drenthe, deze klus geklaard. Voor alle terreinen zijn de natuurdoeltypen bepaald, de plus-pakketten, de recreatiepakketten en alle andere administratieve eisen die LNV bedacht heeft. Gedigitaliseerd en al. Geen geringe bureaucratie zal volgen omdat allerlei monitoringseisen worden gesteld. Ondanks dat weten we nu al dat de weidevogelpakketten feestpakketten zijn en dat de heide en de schrale vegetaties met een vergoeding van ƒ 83,–/ha de klos zullen zijn. Voor zo’n bedrag zijn dat soort veeleisende vegetaties nooit te beheren. ‘Het Drentse Landschap’zal er maximaal ƒ 70.000,– op achteruitgaan. Waterschapslasten worden niet meegenomen en gezien de zeer forse stijging van bijvoorbeeld 50% bij Reest en Wieden kan iedereen nagaan dat de inkomsten van ‘Het Drentse Landschap’ structureel fors zullen dalen. De Landschappen hebben op integere wijze getracht het Programma Beheer zoals LNV ons dat oplegt, te implementeren. Er zijn nog heel wat meningsverschillen met LNV en de discussie hierover is niet eenvoudig en soms zelfs scherp.

De Landschappen doen hun best om natuurbeheer zo goed en goedkoop mogelijk uit te voeren. Het Programma Beheer maakt zulks niet gemakkelijker. Met name gezien de administratieve rompslomp en de verminderde rijksbijdrage.

Symposium Drents Museum Sedert enige jaren is er een ongemeen fel debat gaande over de mate van armoede onder de arbeiders in de Drentse veengebieden in de negentiende en eerste helft van de twintigste eeuw in vergelijking met elders in Nederland. De Drentse Historische Vereniging organiseert in samenwerking met het Drents Museum hierover een discussiemiddag met als titel “Paupers in plaggenhutten of paradijselijk platteland?”. Deze vindt plaats op zaterdag 18 november 2000 van 13.00 tot 17.00 uur in het Drents Museum te Assen (zaal open vanaf 12.30 uur). Aansluitend is er een discussie. Aanmelding moet schriftelijk geschieden bij R.F.J. Paping, Rijksuniversiteit Groningen, afdeling geschiedenis, Postbus 716, 9700 AS te Groningen of per e-mail: R.F.J. Paping@let.rug.nl. De kosten zijn ƒ 10,– (inclusief koffie en thee) te voldoen aan de zaal.

33

Natuur Dichtbij Pockets Op 30 mei j.l. heeft directie van de Nationale Postcode Loterij een box met de twaalf ‘Natuur dichtbij pockets’ ontvangen. Zoals bekend, worden in deze gidsen de mooiste natuurgebieden van de Provinciale Landschappen beschreven. Ze hebben met name tot doel om de naambekendheid van onze organisaties te vergroten. Zonder steun van de ‘Goede Doelen Loterij’ was het niet mogelijk geweest om deze prachtige gidsen uit te geven.

Voor begunstigers kost de pocket slechts ƒ 10,–. Een leuk cadeau voor elke gelegenheid. Bel: (0592) 31 35 52


In memoriam

• Keuterij Eenerschans Ondanks een andersluidend advies van de planologische commissie heeft GS besloten dat de Gemeente Noordenveld terecht twee bouwvergunningen voor de Schansweg 4 en 4a te Een heeft afgegeven. In feite kon zij niet anders omdat de Gemeente Norg gedurende twintig jaren mensen heeft laten wonen in wat eigenlijk schuurtjes waren. Juridisch gezien was er dus niets aan te doen, waardoor ‘Het Drentse Landschap’ de procedure heeft gestaakt. Het blijft eeuwig zonde dat ook deze plaats haar karakter verliest. Zoals zoveel plekken tegenwoordig, waar beeldbepalende keuterijen zonder veel omhaal worden gesloopt en vervangen door moderne bouwsels. Het is jammer dat de Gemeente Noordenveld niet van mening is dat de bescherming van de Eenerschans zich ook moet uitstrekken tot de omgeving. Zoals dat in haar afwijzing van ons bezwaar werd verwoord. Het is cynisch dat er nog dit jaar door het Rijk een nota Belvedére is uitgebracht die juist bepleit om de samenhang tussen natuur, landschap, cultuurhistorie en monumentale bebouwing meer te beschermen, te behouden. Maar dat is een andere overheid. Een vreemd soort overheden hebben we op dit punt in ons land. ‘Het Drentse Landschap’ proeft een geleidelijk groeiend besef bij Provincie, gemeenten en betrokken instanties als Steunpunt Monumentenzorg en Bond Heemschut, dat we actiever onze erfenis aan eenvoudige boerenbehuizingen, keuterijen, moeten beschermen. Als dat het gevolg is van de strijd om de keuterij aan de Eenerschans, dan is deze mogelijk niet voor niets verdwenen. Als de Provincie en gemeenten echter niet snel zijn met nieuw beleid, hoeft het niet meer. Dan zijn ze allemaal al gesloopt.

Agenda

Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft. Van 1 april tot eind september is er meestal op zondagen een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranjekanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten moet een verrekijker meenemen!

za. 16 t/m zo. 24 september Week van het Landschap in Orvelte. De activiteiten van de Week van het Landschap vinden plaats in Orvelte. Naast diverse excursies in de weekeinden is er op woensdagmiddag 20 september speciaal voor kinderen een leuke natuurspeurtocht uitgezet. Op pagina 11 vindt u een uitgebreid programma van dit evenement.

Schaapskudde Hijkerveld De kudde vertrekt met de herder om 09.30 uur naar de heide en komt om 16.30 uur terug bij de kooi. Tijdens de lammerenperiode (maart / april) verblijven de schapen met de lammeren bij de schaapskooi. De kudde wordt dan niet gescheperd. De schaapskooi is te bereiken vanaf het dorp Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes.

za. 30 sept. 18.00 uur Excursie over de vloeivelden op Diependal met vogelkenner Dirk Haanstra. Vertrekpunt van de excursie is de vogelkijkhut. Deze is te bereiken door vanaf het Oranjekanaal, vlakbij ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. De route is met borden aangegeven.

Algemeen

Voor alle activiteiten geldt dat honden helaas niet mee mogen; ook niet aangelijnd!

zo. 1 okt. 14.00 uur Wat doen paddestoelen in de natuur? Wandeling door Het Groote Zand onder leiding van IVN-gidsen. Het startpunt van de excursie is op de parkeerplaats van camping ‘Het Grote Zand’, gelegen aan de weg van Hooghalen naar Amen, vlakbij Hooghalen. zo. 8 okt. 14.00 uur Lange herfstwandeling over Vledderhof/ Vledderveld. Samen met het IVN Vledder en Staatsbosbeheer is een stevige wandeling van ongeveer 3 uur uitgezet over het Vledderveld en de Vledderhof. Gestart wordt bij restaurant De Wilde Hof, gelegen aan de Middenweg in Vledder. Dit is de weg van Vledder naar Vledderveen. In verband met de lengte van de wandeling is het aan te bevelen goed schoeisel te dragen en om voldoende eten en drinken mee te nemen.


zo. 15 okt. 14.00 uur Herfstverschijnselen en hun betekenis voor kringlopen in de natuur. Tijdens de excursie door De Kleibosch wordt aandacht besteed aan thema’s als herfst, humus en bodemprocessen. De excursie wordt begeleid door gidsen van het IVN Peize en Arjen Boer, de ‘biologische pachter’ van boerderij Tichelwerk. Het startpunt is de boerderij Tichelwerk. Deze is te bereiken door vanaf de Roderweg (Peize-Roden) het Moleneind in te slaan. Zo’n 200 meter na de brug over het Peizerdiep ligt de boerderij aan de rechterhand. De excursie duurt ongeveer 2 uur en wordt met een kop koffie/thee afgesloten. Het is aan te bevelen om laarzen of goed waterdicht schoeisel te dragen. zo. 15 okt. 10.30 uur Herfstwandeling over het Orvelterzand Het Orvelterzand ligt ten noordoosten van Orvelte, ten noorden van het Oranjekanaal. De anderhalf uur durende excursie wordt begeleid door IVN Midden-Drenthe. Het startpunt van de wandeling is bij de picknickplaats van Staatsbosbeheer. Deze plek is te bereiken door vanaf de Orvelterbrug het Oranjekanaal te volgen richting Schoonoord. Op deze weg neemt u vervolgens de eerste weg links. Na ongeveer 600 meter is aan de linkerkant de genoemde picknickplaats. zo. 22 okt. 14.00 uur Paddestoelen op Kampsheide. De excursie vindt plaats onder begeleiding van IVN-gidsen. Gestart wordt bij het informatiepaneel aan het G.A.M. van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo. di. 24 okt. 14.00 uur Excursie over het Drouwenerzand Start is bij het recreatiecentrum ‘Het Drouwenerzand’.

foto: Joop van de Merbel

35

zo. 29 okt. 10.30 uur Paddestoelen op het Uffelter Binnenveld. Onder leiding van de bioloog Eef Arnolds wordt een boeiende excursie door dit prachtige gebied gehouden. Het startpunt van de wandeling is bij het informatiepaneel aan de Markegenotenweg. zo. 5 nov. 13.30 uur Dolen door het jeneverbesstruweel in De Palms. Het terrein De Palms is bijzonder door zijn Jeneverbessen, door de Drenten ‘Palmbossies’ genoemd. Het IVN Emmen begeleidt de excursie die start aan het verlengde van de Middendorpsstraat in Meppen, ± 300 m voorbij camping ’t Witteveen (zandpad) bij de ingang van het natuurpark van ‘Het Drentse Landschap’. zo. 12 nov. 13.00 uur Lange najaarswandeling over Vledderhof en omgeving. De excursie start op de dagcamping aan de Solweg (de weg van Vledder naar Doldersum) en voert langs diverse terreinen van ‘Het Drentse Landschap’ en Staatsbosbeheer. De wandeling duurt ongeveer 3 uur. Het is aan te bevelen om voldoende eten en drinken mee te nemen en laarzen of goed waterdicht schoeisel te dragen.

zo. 19 nov. 14.00 uur Wandeling door de Gasterse Duinen onder leiding van IVN gidsen. De excursie start op de parkeerplaats aan de Oudemolenseweg, die loopt van Gasteren naar Oudemolen. zo. 17 dec. 13.30 uur Midwinterwandeling over het Landgoed Rheebruggen. Gidsen van het IVN Hoogeveen en boer Hugo Spitzen van ‘Het Drentse Landschap’ begeleiden deze boeiende excursie over het Landgoed Rheebruggen. Tijdens de wandeling kunt u genieten van de kleinschalige cultuurlandschappen die het gebied rijk is. De wandeling start bij de beheersboerderij van ‘Het Drentse Landschap’, Rheebruggen 8 in Ansen.

ma. 25 dec. (eerste kerstdag) 14.00 uur Kerstwandeling op het Hijkerveld met gidsen van het IVN. Gestart wordt bij de schaapskooi van het Hijkerveld, te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes.

Activiteiten in het Hunzedal bij ‘Het Groninger Landschap’ ‘Het Groninger Landschap’ houdt in het Zuidlaardermeergebied excursies op: 24 september 7, 15 en 21 oktober 9 december

• • •

Voor meer informatie kunt u bij ‘Het Groninger Landschap’ de speciale folder ‘Excursies in het Zuidlaardermeergebied’ aanvragen. Telefoon: (050) 3135901.


Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

Koninklijke BOOM PERS Meppel (0522) 26 61 11

Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw

KADASTER DRENTHE Assen (0592) 31 10 66 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed

Bouwbedrijf H. POORTMAN Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw

CHRISTIAAN DEN DEKKER B.V. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering

IWACO B.V. Groningen (050) 521 42 14 Adviesbureau voor water en milieu

QUERCUS Boomverzorging en Advisering Emmen (0591) 51 27 07 Uw bomen, onze zorg

GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau

Veenbedrijf HAVERKORT VROOMSHOOP B.V. Vroomshoop (0546) 64 38 02 Veenafgraving, verkoop veengrond en tuinaarde

ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau

N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 318 23 11 Wees wijs met water

ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe

SUPER DE BOER Amersfoort (033) 454 77 77 Supermarkten

ESSENT MILIEU Zwolle (038) 852 48 00 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen

BUNING Wegenbouw B.V. Zuidwolde (0528) 37 31 64 Grond-, straat- en rioleringwerkzaamheden. Levering zand

NATIONALE POSTCODE LOTERIJ Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur

RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe, TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad

Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 35 – 9530 AA Borger Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe

Drukkerij Uitgeverij VAN GORCUM & COMP b.v. Assen (0592) 37 95 55

Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14

BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinreclycling

DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen

ERDMAN SCHMIDT Hoogeveen (0528) 27 72 66 Lichtgewicht tenten, slaapzakken, bergschoenen, rugzakken, etc.

HARWIG Elektriciteitswerken B.V. Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, industriële automatisering, telematica, beveiliging

DRENTSE COURANT Assen (0592) 32 95 00

NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij

Havesathe ‘DE HAVIXHORST’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant

NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’ Assen (0592) 85 45 00 Water, het wonder uit de kraan

Buro HOLLEMA Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT

HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 312 34 00 Prominent in uitgaan

ARCADIS HEIDEMIJ ADVIES BV Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie)

HULZEBOSCH Grondwerken C.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind

RABOBANK Groningen (050) 520 89 11 Regio Noord-Nederland


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.