Kwartaalblad nr.33

Page 1


Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap

Uitgave Stichting ‘Het Drentse Landschap’ Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89, e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962

3

Kom er even voor zitten

Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Prepress Von Hebel bv, Groningen Lithografie Arfo Colortechnics, Groningen Druk en afwerking Boom Pers Drukkerijen BV, Meppel

— bestuursberichten Omslag De Reest (Joop van de Merbel)

4

Schrapveen

— terreinbeschrijving

ISSN 1380-3263

Uko Vegter 10

Harry de Vroome

— in memoriam

Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

Melle Buruma 12

De Koolmees

— jeugdrubriek Geert de Vries 14

Natuurontwikkeling Hunzedal

Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het geeft informatie over de terreinbezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– .

— discussie Wijnand van der Sanden/ Eric van der Bilt 16

WMD

17

’t Ende

— wandelroute Bertus Boivin/Eric van der Bilt 21

De Roek

— flora en fauna Bertil Zoer 24

Tentoonstelling ‘2000 Roeken’

25

Kortweg

— berichten 34

Agenda

Als u ‘Het Drentse Landschap’ extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Periodieke gift In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële acte toezegt. Voor bijdragen van € 50,– en hoger per jaar regelt en betaalt de Stichting de acte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van ‘Het Drentse Landschap’. Andere giften Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60,– te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. ‘Het Drentse Landschap’ is voor schenkingen binnen twee jaar tot in totaal € 3999,– (voor 2002) vrijgesteld van schenkingsrecht. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag. Legaten of erfstellingen Tot een bedrag van € 7996,– (voor 2002) is ‘Het Drentse Landschap’ geen successierechten verschuldigd. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag.


Bestuursberichten

3

Kom er even voor zitten

Licht in de duisternis...

foto: Joop van de Merbel

Omdat ik in het westen van het land in een aantal besturen zit, komt het in dit jaargetijde geregeld voor dat ik ‘in het donker’ naar huis rijd. Wat dan opvalt, is dat dat donker steeds minder donker wordt. De toenemende verlichting van steden, wegen, industriegebieden, tuinbouwkassen en sportvelden leidt tot een hemelwaartse lichtstroom die alsmaar toeneemt. Ook in Drenthe. Emmen baadt ’s avonds in een zee van licht, maar ook om veel kleine dorpen hangt tegenwoordig al een mist van kunstlicht. Een echte donkere nacht is een luxe geworden, een fonkelende sterrenhemel een zeldzaamheid. Veel kinderen van nu groeien op zonder ooit de Melkweg te hebben gezien. Dat steeds lichter worden van de

nachtelijke hemel begint een ernstig milieuvraagstuk te worden. Terwijl andere vormen van milieuvervuiling, met wisselend resultaat, worden teruggedrongen, neemt de verlichting van de hemel in Europa jaarlijks alleen maar toe met maar liefst 5 à 10 procent. Uit onderzoek is gebleken dat al dat licht het levensritme van veel diersoorten verstoort. Dieren blijven langer actief, krijgen minder rust en worden kwetsbaarder voor roofdieren. Ook nacht- en schemerdieren zoals uilen en vleermuizen ondervinden er hinder van. Ze worden zichtbaarder en het heeft invloed op het gedrag van hun prooidieren. Kortom, het wordt hoog tijd aandacht te gaan besteden aan de lichtvervuiling, omdat die een bedreiging gaat vormen

voor onze natuur. Ook zelf kunnen we een steentje bijdragen aan het verminderen van dit probleem door bijvoorbeeld zorgvuldig en terughoudend om te gaan met avondlijke en nachtelijke verlichting van huis en tuin. Wat minder licht in de duisternis dus.

Aleid Rensen Voorzitter Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


Terreinbeschrijving

4

In de middenloop van het Reestdal ligt het Schrapveen. Een tamelijk onbekend beekdalmoeras van uitzonderlijke allure. Het is het domein van de Watersnip, Moeraskartelblad en het zeldzame Stijf struisriet. In de winter is het er nat en nauwelijks begaanbaar. ‘s Zomers wordt het uitzicht gesierd door zeggenhalmen en wordt de bezoeker mogelijk verrast door een Velduil. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft begin jaren negentig maatregelen getroffen om verdroging en verzuring van het reservaat tegen te gaan. Een verhaal over beginnend herstel en wat er verder nodig is. Uko Vegter*

Schrapveen

© Topografische Dienst emmen

Situatie heden

Het huidige reservaat Schrapveen omvat circa 60 hectare moeras- en grasland. Het bevindt zich op de overgang van bovenloop naar middenloop in het Reestdal en wordt aan de oostzijde begrensd door de Paardelanden, eveneens een relatief laaggelegen gebied. Opvallend is dat het laaggelegen deel van het Schrapveen niet direct aan de beek grenst. Een hoger gelegen dekzandrug fungeert als een soort barrière tussen beek en reservaat. Het lage deel vormt zo een bijna afgesloten kom, die in de huidige situatie maar op één plek afwatert naar de beek. Het Schrapveen is een open gebied. Alleen een eikenbosje op een beekduin, enkele solitaire wilgenstruiken en een elzenwal aan de zuidzijde doorbreken deze openheid. Al in de 17e eeuw werden het Schrapveen en zijn omgeving landbouwkundig gebruikt. In 1654 worden voor het Schrapveen twee erven beschreven. Het erf van Jan Pieters omvatte vier mud bouwland (een mud was ongeveer 40 are) en besloeg hoofdzakelijk de hoger gelegen zandgronden rond het beekdal. Het erf van Geuchien had vijf mud waarvan één mud ‘woest’. Dit waren onder andere de natte gronden langs de Reest. Vermoedelijk werden in deze en latere perioden hooilandpercelen in het Schrapveen opzettelijk bevloeid met Reestwater. Doel hiervan was de hooilanden door voedingsstoffen en slib uit dat water productiever te maken bij gebrek aan meststoffen. Voor het overige waren de gronden rondom het Schrapveen overwegend woest en ledig. Op de historische kaart is te zien dat halverwege de 19e eeuw het Schrapveen wordt omgeven door een nog grotendeels onontgonnen gebied met de naam Paardelanden. Dat

foto: Geert de Vries

Situatie 1813

© Uitgeverij Heveskes, Groningen

een zeldzaam beekdalmoeras in het Reestdal



foto: Jan Winters

foto: Jaap de Vries

6

bestond toen uit heide en hoogveen. Met enige goede wil is te zien dat een stroompje vanuit het veen in de richting van het Schrapveen stroomt. Maar men ging door met de ontginning. Midden twintigste eeuw worden grote delen eertijds moeras als hooiland beheerd. Door de gebrekkige ontwatering lukte dit maar matig: het was ‘apenland’ waar je verder niet veel mee kon. Door verdergaande ontwatering, drooglegging en bemesting vanaf de jaren vijftig kon grootste deel van het Schrapveen ten langen leste meer productief gemaakt worden. Zeggenparadijs

Omdat de natste delen van het Schrapveen nooit zijn ontgonnen, heeft het als één van de weinige gebieden in het Reestdal zijn moerassig karakter voor een deel weten te behouden. Het merendeel van de overige beekdalreservaten bestaat uit vochtige tot natte hooilanden. Hiervan is een groot deel meer of minder verdroogd. De natte percelen van het Schrapveen daarentegen zijn in de winter goeddeels onbegaanbaar, en blijven ook ’s zomers vochtig tot nat. Vegetatiekundig behoren de moerassen van het Schrapveen tot het Verbond van Zwarte zegge en het Draadzeggeverbond. Dit betekent dat verschillende zeggensoorten waaronder Zwarte zegge, Snavelzegge, Draadzegge en ook Noordse zegge het aspect bepalen in vegetaties waarin het aandeel grassen en kruidachtigen beperkt is. Zeggen zijn planten die door hun smalle, lange bladeren wel wat aan grassen doen denken, maar ze behoren bij de zogenaamde Cypergrassen. Van de ‘gewone’ grassen houden maar enkele, zoals het zeldzame Veenreukgras en Moerasbeemdgras, van dit milieu. Andere kenmerkende soorten zijn Moeraskartelblad, Holpijp

en Waterdrieblad. Op zuurdere plaatsen komen Veenpluis en Wateraardbei voor. Moeilijk zichtbaar en dus ook weinig aaibaar is een voor het Schrapveen zeer kenmerkende soort als de Draadrus: een gemiddeld tien centimeter hoog, grasgroen rusje dat voorkomt in zure moerassen die zo nu en dan overstromen met voedselrijker oppervlaktewater. Binnen Nederland komt Draadrus op geschikte plekken nog vrij algemeen voor in Noordoost Twente, het Vechtdal en het Reestdal. Daarbuiten is de soort beperkt aan te treffen in enkele Brabantse en Drentse beekdalen. Feitelijk is het Schrapveen één van de zeer weinige gebieden in Nederland waar zure tot zwak zure zeggenmoerassen in goed ontwikkelde vorm voorkomen. De zandruggen herbergen heischrale graslandvegetaties met onder meer Heidekartelblad, Schapegras en Borstelgras. Op overgangen naar de moerasvegetaties bevinden zich fragmentaire vormen van het Blauwgrasland met onder meer Blauwe zegge en Blauwe knoop. De greppels door het reservaat kleuren afwisselend wit en geel: wit van Waterviolier en Kikkerbeet, geel van Gele lis en Gewoon blaasjeskruid. Gunstige ligging

Het geheim achter de vegetatiekundige rijkdommen van het Schrapveen ligt besloten in de hoogteligging, de waterhuishoudkundige situatie en de bodemopbouw ter plaatse. Deze geven aanleiding tot heel specifieke milieuomstandigheden wat betreft vochtigheid, zuurgraad en voedingstoestand in


Het Schrapveen

7

zandruggen, waar het veen ‘uitwigt’ tegen het zand zijn veelal Holpijp en Dotterbloem waar te nemen. Mogelijk profiteren deze soorten hier van lokale toestroming van water uit de zandruggen, waardoor enigszins voedselrijkere omstandigheden ontstaan.

het bovenste laagje van de bodem. De combinatie van deze milieufactoren vormt de grondslag voor plantensoorten die specifiek op een dergelijk milieu zijn aangewezen. Is een milieutype zeldzaam omdat je die combinatie van factoren op weinig plekken aantreft, dan zijn de plantensoorten die die leefomstandigheden vereisen, ook zeldzaam. Wat het Schrapveen bijzonder maakt, zijn dus de plaatselijke milieuomstandigheden waarin water een sleutelpositie inneemt.

Aantasting

Zoals in veel gebieden werden ook in het Schrapveen pogingen gedaan het gebied voor landbouwkundig gebruik geschikt te maken. Dat was niet eenvoudig vanwege het natte karakter van het gebied. Naast bezanding van sommige percelen werden sloten verdiept en verbreed. Ook bemesting van hooilandvegetaties leverde hogere opbrengsten. Delen van het gebied bleven hiervoor gespaard omdat ze al eerder waren aangekocht. De natte percelen in het centrum van het reservaat zijn nooit bemest geweest. Wel hebben ze te lijden gehad van de ingrepen in de omgeving, met name de diepere ontwatering. Het belangrijkste effect van ontwatering in de omgeving was daling van de grondwaterstanden in het Schrapveen. Daardoor verdween de invloed van kwelwater en hoopte zuur

Opvallend is de lage ligging van veel percelen in het Schrapveen, niet alleen ten opzichte van de omgeving maar ook ten opzichte van de Reest. De oppervlakkige afwatering naar de beek verliep slecht vanwege een langgerekt, ‘in de weg liggend’ beekduin. Hierdoor was sprake van een bijna geïsoleerd, nat gebied waarin veenvorming kon optreden onder invloed van grond- en oppervlaktewater. Veel van de veengronden behoren tot de zogeheten vlierveengronden. Dit type veen bestaat hoofdzakelijk uit resten van zeggen, en heeft geen tot humus vergane (‘veraarde’) bovenlaag. Als de bovenste laag van veengronden verdroogt, treedt vertering tot humus op, veraarding, waarbij de in de plantenresten – wat veen is – aanwezige voedingsstoffen vrijkomen. Zo kan de waterhuishouding dus direct effect hebben op de beschikbaarheid van voedingsstoffen. De meeste veenbodems in dit deel van het beekdal behoren tot de madeveengronden, en hebben een veraarde laag van enkele decimeters. Zompig

Tot aan de jaren zestig was het Schrapveen een kletsnat gebied met geringe wisselingen in grondwaterstand. De extensief door boeren gebruikte perceeltjes werden met ondiepe greppeltjes nog een beetje droog gehouden. De lage percelen werden beïnvloed door licht met voedingsstoffen verrijkt grondwater. Dit grondwater is deels afkomstig van nabijgelegen zandruggen. Door deze grondwaterinvloeden ontstonden vanaf de aangrenzende heide- en hoogveengebieden overgangen (gradiënten) van water met verschillende kwaliteit, die zich weerspiegelden in de vegetatie. Iets van die vegetatiegradiënt is ook nu nog terug te vinden. Verder zijn binnen het gebied op een veel kleinschaliger niveau gradiënten te vinden. Vlak rondom de

Archief HDL

foto: Geert de Vries

V.l.n.r.: Wateraardbei Ratelaar Moeraskartelblad

Waterdrieblad


8

Terreinbeschrijving

regenwater zich op in de bovenste bodemlaag. Als gevolg daarvan verdwenen de soortenrijke Draadzegge-moerassen en moesten zij plaats maken voor slecht ontwikkelde vegetaties van zure omstandigheden met onder andere veel Moerasstruisgras, Egelboterbloem en Pitrus. Aan de oostzijde van het reservaat ontstonden (overigens mede door bemesting) graslandvegetaties behorend tot het Zilverschoonverbond. Metingen aan het water in de bodem (in 1991) lieten zien dat het water in de eerste 30 cm onder het maaiveld – voor planten dus de wortelzone – een regenwaterachtig karakter had. Pas op grotere diepte (vanaf 50 cm) werd het oorspronkelijke grondwater aangetroffen. Dit verklaarde veel; onder andere het verdwijnen van vegetatiegradiënten en soorten en achteruitgang van de soortenrijkdom.

maatregelen nodig zouden zijn. Begonnen werd met maatregelen om het waterbeheer binnen het reservaat zo veel mogelijk te herstellen. Ten aanzien van verdroging en verzuring werd besloten eerst de effecten van verdroging te bestrijden en te trachten via herstel van het watersysteem ook de strijd tegen de verzuring aan te gaan. Ter voorbereiding vervaardigde men een zeer gedetailleerde hoogtekaart. Op grond hiervan werd nagegaan waar het dempen of ondiep maken van waterlopen mogelijk zou zijn. Vegetatieopnamen gemaakt door de Provincie Drenthe in het kader van de Milieukartering Drenthe gaven al een goed beeld van de aparte soortensamenstelling van de moeras- en hooilandvegetaties. Besloten werd hierop voortbouwend een complete vegetatiekaart van het Schrapveen te maken. Deze legde de uitgangssituatie in 1991 vast. Verder werd besloten de afwatering naar de Reest op één plek te concentreren en te regelen met een stuwtje. Bedoeling was het reservaatpeil kunstmatig hoger te houden, met het risico dat op korte termijn verhoging van het peil zou leiden tot verdere verzuring doordat er meer regenwater zou worden vastgehouden. Maar niks doen zou in elk geval tot verdere verslechtering leiden. Op veel plaatsen werden sloten geheel gedempt, op andere plaatsen werden nieuwe ondiepe greppels gegraven om regenwater te kunnen afvoeren.

Maatregelen

Effecten

In 1999 is de vegetatie van het Schrapveen opnieuw gekarteerd om effecten van de maatregelen te kunnen beoordelen. Door vergelijking van beide vegetatiekaarten kon vrij precies worden vastgesteld welke veranderingen zich in de negentiger jaren hebben voorgedaan.

foto: Johan Vos

Watersnip

Begin jaren negentig was dit voor de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ het signaal tot actie over te gaan. Vanuit onderzoek werd duidelijk dat voor herstel van het watersysteem zowel binnen als buiten het reservaat waterhuishoudkundige

Aan de oostflank van het reservaat bleek een vrij ingrijpende verschuiving vanuit de Zilverschoon-graslanden richting (zwak) zure zeggenmoerassen zich te voltrekken. Naast Zwarte zegge en Draadrus duidt hierop ook de toename van Snavelzegge, Noordse zegge, Waterdrieblad en Moeraskartelblad. Opvallend was de sterke afname van Pitrus (indicator voor wisselende waterstanden) in deze percelen; vermoedelijk het gevolg van verhoging van de grondwaterstanden in de zomersituatie in combinatie met het consequent maaien van


9

Archief HDL

Benedenloop Reest

deze soort. Verder duiden kwelverschijnselen in het maaiveld op de overgang van flank naar het lage deel van het reservaat op een sterkere invloed van grondwater in de wortelzone van de vegetatie. Veranderingen

Opvallend in het centrale deel van het reservaat is een verschuiving binnen de zeggen-vegetaties. Enerzijds duidt afname van hooilandsoorten en toename van typische moerasplanten op verdere vernatting van het gebied. Daarnaast geeft de sterke toename van Draadzegge, Snavelzegge en Holpijp aan dat in sommige delen van het reservaat de invloed van grondwater in enige mate toeneemt. Ook de uitbreiding van Waterdrieblad in meerdere percelen duidt hierop. Deze tendensen geven aan dat de maatregelen in het reservaat van begin jaren negentig een positief effect hebben gehad. Dit mag als een hoopgevend teken worden gezien. Zonder nog iets aan de waterhuishoudkundige situatie rondom het gebied te hebben gedaan, is vernatting gerealiseerd en nemen soorten van grondwaterafhankelijke milieus toe. Inmiddels heeft de vernatting ertoe geleid dat een deel van het reservaat dat begraasd werd, weer in hooilandbeheer is genomen. Hoe verder?

Is de toekomst van het Schrapveen nu verzekerd? Het gaat de goede kant op; continuering van het huidige beheer en aanvullende maatregelen zijn echter nodig. In het gebied worden momenteel experimenten uitgevoerd met het verwijderen van de bezanding op voormalige veengronden. Op grond van de resultaten zal worden nagegaan of

verwijdering van bezanding van percelen een wenselijke maatregel is. Van groot belang is het herstel van de (waterhuishoudkundige) relatie met de omgeving. In het kader van landinrichting (Herinrichting Zuidwolde-Zuid) wordt momenteel gezocht naar mogelijkheden om de grondwaterhuishouding duurzaam en op systeemniveau te herstellen. Effecten van verdere herstelmaatregelen zullen ook in de toekomst moeten worden gevolgd, waarbij het interessant is na te gaan in welke mate ook de fauna (vogels, amfibieën, vlinders en andere insecten) reageert op veranderingen in het gebied. Hopelijk zal het Schrapveen met de verdere maatregelen zijn allure verder ontwikkelen en blijvend weten te behouden.

* Drs. U. Vegter is ecohydroloog bij de afdeling Beleid & Onderzoek van Waterschap Hunze & Aa’s en lid van de beheerscommissie van ‘Het Drentse Landschap’.


10

In memoriam

IN MEMORIAM HARRY DE VROOME

Op oudejaarsdag overleed op 80-jarige leeftijd ons erebestuurslid Harry de Vroome.

Gedurende een periode van bijna 40 jaar heeft Harry de Vroome een centrale rol gespeeld binnen de natuurbescherming in Drenthe. Nadat hij eerst op landelijk niveau vanuit Utrecht werkzaam was, begon zijn actieve rol in Drenthe aan het eind van de jaren vijftig. Dit was de periode dat de eerste ruilverkavelingen hun verwoestende invloed op het Drentse cultuurlandschap uitoefenden. In de huidige tijd, waarin een grote maatschappelijke belangstelling voor natuur en landschap bestaat, kunnen wij ons nauwelijks meer een beeld vormen van de periode dat natuurbescherming nog in de kinderschoenen stond. De enkele medewerkers van natuurbeschermingsorganisaties hadden in die tijd nauwelijks enige invloed op de kaalslag van het landschap, de ontwatering van deze provincie en de ontginning van natuurgebieden. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ speelde in de eerste decennia na haar oprichting in 1934 geen enkele rol van betekenis. In deze tijd, waarin alles draaide om de verbetering van de productieomstandigheden in de landbouw, begon Harry de Vroome als eenling zijn werk als landschapsarchitect, formeel in dienst bij het Staatsbosbeheer. Hij had daarbij tot taak om bij alle Drentse ruilverkavelingen inbreng te leveren voor het landschap. Een ongelijke strijd in ruilverkavelingscommissies, vrijwel zonder instrumenten en mogelijkheden. Harry moest het hebben van zijn doorzettingsvermogen, zijn tact en zijn humor om resultaten te bereiken. Een nooit aflatende strijd om kleine stukjes natuurgebied te handhaven, houtwallen ‘te sparen’ en onder de gegeven omstandigheden toch een landschapsplan op te stellen, waarin de karaktertrekken van het Drentse cultuurlandschap zoveel mogelijk bewaard bleven. Een gevecht van vele jaren tegen de gevestigde landbouwbelangen.


foto: Harry Cock

In memoriam

Voor veel van de huidige natuurbeschermers blijft hij de man die het Drentse cultuurlandschap, maar ook grote natuurgebieden als het Bunnerveen, nog in volle glorie heeft meegemaakt. Ondanks de resultaten die hij heeft weten te bereiken, bleef hij het verlies van deze erfenis altijd met zich meedragen, waardoor hij niet vrij kon blijven van cynisme. Maar ook zijn cynisme kwam nooit los van zijn humor. Zijn vrouw Hennie is gedurende al deze jaren zijn grote steun en toeverlaat geweest.

11

Met name na zijn pensionering in 1983 heeft hij zich met hart en ziel ingezet voor de Stichting ‘Het Drentse Landschap’, waar hij van 1967 tot 1994 in het bestuur heeft gezeten. Toen kon hij zich met zijn deskundigheid, zijn beschaving en zijn gevoelige natuur op een nieuwe wijze inzetten voor datgene waar hij voor leefde. Hij maakte deel uit van het bestuur, de beheerscommissie en hij maakte ‘plannetjes’. Het beeld van Harry, die regelmatig langskwam op kantoor met grote ingekleurde kaarten en notities die uitgetypt moesten worden, zal alle medewerkers van het rentambt altijd bijblijven. Hij maakte de landschapsplannen voor de beheersplannen, hij ontwikkelde toekomstvisies voor de terreinen en hij ontwierp tuinplannen voor bijna alle erven rond de gebouwen. Zowel zijn tuinplannen als zijn landschapsplannen waren altijd ‘basaal’: met weinig middelen wist hij de aandacht te richten op datgene wat essentieel was, met daarbij ook oog voor detail. Ook kon ‘de nieuwe garde’ bij de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ open en vrij met hem discussiëren, waarbij hij ook bereid was zijn standpunten te herzien. Harry kon ook zichtbaar genieten van het feit dat hij geen strijd hoefde te leveren om iets te behouden, maar dat nu zijn plannen daadwerkelijk werden uitgevoerd, zodat iets moois kon ontstaan. Veel singels en ‘bosjes van De Vroome’ vertellen zijn verhaal. In anekdotes en grappen hield hij zijn geschiedenis en dat van het landschap levend. De Drentse Aa blijft voor altijd met zijn naam verbonden. Maar ook vele andere natuurgebieden zouden zijn verdwenen wanneer hij zich er niet voor had ingezet. Zo heeft hij blijvend zijn invloed gehad op het Drentse cultuurlandschap, vele natuurgebieden en de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Door zijn beleving van het landschap is hij voor de medewerkers en bestuursleden van de Stichting een nestor geworden. De liefde en de beschaving die hij daarbij inbracht, blijven voor ons altijd met zijn persoon verbonden.

Melle Buruma, assistent-rentmeester van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’


12

Natuurlijk Geert de Vries*

De meeste Koolmezen wonen hun hele leven op dezelfde plek. In de winter zwerven ze in kleine groepjes door hun woongebied, op zoek naar zaden. In bosgebieden leven ze vooral van beukennootjes. In onze tuinen eten ze graag pinda’s en zonnebloempitten.

zijn wat sombere zwarte kop met witte wangen. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben een zwarte stropdas, alleen die van mannetjes is iets breder. In ons land broeden bijna een half miljoen paar koolmezen. Het is dan ook een van de meest algemene vogels van ons land.

De Koolmees

In het voorjaar verandert de Koolmees van een zaadeter in een insecteneter. Hij eet dan malse rupsen en die zijn gemakkelijker te verteren dan bijvoorbeeld beukennootjes. De Koolmees heeft daarom vanaf het voorjaar een kleine maag nodig. Dat komt mooi uit want in zo’n klein lichaam past niet én een grote maag én de geslachtsorganen. Met de lentekriebels in hun lijf worden de geslachtsorganen, zoals de eierstokken, met de dag groter. Dankzij de kleiner geworden maag past alles toch nog wonderwel in zo’n klein lijfje. In de loop van maart veroveren de mannetjes een woongebied. Ze zingen dan uit volle borst. Voor andere koolmezenmannen betekent dit: ‘Hier woon ik, zoek jij maar een andere plek.’ Voor vrouwtjes betekent de zang: ‘Wie wil met mij verkering hebben?’ foto’s Geert de Vries

Wie kent niet de Koolmees met zijn vrolijke gele kleuren en

Huwelijk Aan de zang van het mannetje kan het vrouwtje horen of hij nog ‘vrij’ is en of het een sterk mannetje is. Vooral een man met een brede stropdas vindt ze echt een ‘stuk’. Maar ja, kan zo’n stoere vent wel snel rupsen verzamelen, wanneer er eenmaal jongen zijn? Om dat te controleren gaat ze met haar vleugels trillen en doet haar bekje verleidelijk open. Op die manier vraagt ze haar mogelijke echtgenoot om een rups te zoeken. Komt hij snel met een rups terug, dan wordt het huwelijk gesloten. Zo niet, dan dumpt zij hem. Als ze voor hem kiest, is het mannetje erg zorgzaam. Het vrouwtje krijgt dagelijks van haar man extra


13

voer. Dat heeft ze hard nodig om zo’n tien eieren te kunnen leggen. Die wegen zwaarder dan het vrouwtje zelf.

Eieren Het vrouwtje kiest een woning uit en maakt het nest. De vrouwtjes Koolmezen hebben een strakke gezinsplanning. Het is de bedoeling dat de jongen worden geboren op het moment dat de eikenbladeren uit de knoppen komen. Deze malse eikenbladeren worden gegeten door ontzettend veel rupsen van nachtvlinders. De periode dat de eik een goed gedekte tafel is, duurt slechts een paar weken. Een goed geplande gezinsuitbreiding is dan ook een

kwestie van leven of dood. Verder moet het vrouwtje voor elk ei dat ze legt extra kalk verzamelen. Dat doet ze meestal tegen de avond. In de loop van de nacht wordt het ei dan keurig in een eischaal verpakt. In de vroege ochtend legt ze een ei. Voordat ze ’s ochtends het nest verlaat worden de eieren met nestmateriaal afgedekt. ’s Avonds kruipt ze opnieuw in haar woning en legt ’s ochtends weer een ei. Dat gaat net zo lang door tot ze zo’n tien eieren heeft gelegd. Daar gaat ze vervolgens veertien dagen op broeden.

Grote bek De jongen worden blind en kaal geboren. Beide ouders voeren hun jongen vooral met rupsen. Wie de meeste honger heeft zet de grootste bek op. Daar stoppen de ouders als eerste het voer in. Na 8 dagen gaan de ogen open. De ouders vliegen de hele dag af en aan. Gemiddeld brengen ze om de 5 minuten voedsel. Gedurende de hele nestperiode zijn dat zo’n 10.000 prooien. Om een smeerboel in het nest te voorkomen, wordt de poep van de jongen keurig verpakt in een soort witte luiers. Die wordt door de ouders steeds uit het nest verwijderd. Na drie weken vliegen de jongen uit en worden nog een paar weken door hun ouders verzorgd.

Zure regen De hoeveelheid kalk die een Koolmees nodig heeft om haar eieren te leggen, staat gelijk aan zo’n drie huisjes van slakken. Huisjesslakken hebben op hun beurt veel kalk nodig voor hun huisje dat vooral hieruit bestaat. Op veel arme zandgronden in bijvoorbeeld Drenthe en op de Veluwe zit weinig kalk in de bodem. Het beetje kalk dat er zit, is door de zure regen vrijwel verdwenen. Dergelijke gebieden zijn voor huisjesslakken niet meer interessant. Geen kalk: geen huisjesslakken. Hoe moet de Koolmees dan aan kalk voor haar eieren komen? Op die kalkarme gronden worden dan ook steeds vaker nesten met slechte eieren gevonden. Ook vind je hier meer jongen met zwakke pootjes.

Broeikaseffect Door het broeikaseffect is het voorjaar nu gemiddeld 2 graden warmer geworden dan twintig jaar geleden. Daardoor lopen de eiken eerder uit. Veel Koolmezen hebben die temperatuursverandering niet op tijd in de gaten. Met name de ‘laatbloeiers’ onder de Koolmezen krijgen nu jongen op het moment dat veel rupsen zich al verpopt hebben. In deze late legsels sterven jongen steeds vaker een hongerdood. Een kijkje in een mezenkastje is niet alleen ontroerend, het geeft ons ook een kijkje op de kwaliteit van ons milieu.

* G.W. de Vries, onderwijsconsulent voor natuur- en milieu-educatie, is lid van het algemeen bestuur van ‘Het Drentse Landschap’.


Keerzijde van de medaille

Wijnand van der Sanden*

14

Natuurontwikkelin

Discussie

Wie in deze tijd een wandeling door bepaalde delen van het Hunzedal maakt, kan op zijn weg grote bergen zand tegenkomen. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ werkt hier aan de hermeandering van deze beek en dat gaat met veel grondverzet gepaard. Voor de stichting is het een belangrijk project. Dat blijkt wel uit de bewoordingen ‘Het prachtige proces in het Hunzedal’, zoals het plan in een van de kwartaalbladen werd omschreven. Daarop volgend illustreren foto’s de dynamiek en de voortgang van de werkzaamheden: de Elzenmaat vanuit de lucht gezien, met zijn slingerende meanders (kwartaalblad 31) en de graafwerkzaamheden in volle gang, eveneens in de Elzenmaat (kwartaalblad 32). Maar, zoals zo vaak, bij wat de een geweldig vindt, plaatst de ander zijn vraagtekens. Wat ik in het veld zag, bevestigde wat de foto’s al overduidelijk tonen. Hier worden ingrepen gepleegd die ten koste gaan van de geomorfologie van het gebied. De meanderende Hunze wordt hersteld, zo heet het, dus je verwacht dat gedempte en verlande meanders nauwgezet worden uitgegraven zodat de ingrepen historisch/geomorfologisch verantwoord zijn. Helaas blijkt dit niet het geval te zijn. Duidelijk is te zien dat sommige uitgegraven meanders hier en daar door zandkoppen gaan, dus deels een nieuw en kunstmatig tracé volgen. De meanders worden aangepast aan de huidige inrichting van het gebied. Ze worden bijvoorbeeld ‘afgeknot’ omdat ze anders een asfaltweg raken of omdat ze liggen op gronden die (nog) niet door ‘Het Drentse Landschap’ verworven zijn. Het oorspronkelijke tracé wordt dus plaatselijk om pragmatische redenen verlaten. De foto’s tonen onbarmhartig waar dit gebeurt en tijdens een terreinbezoek kon ik aan de piketpaaltjes zien dat er nog meer aantasting op het programma staat. Zandkoppen worden opgeofferd voor deels kunstmatige meanders en andere ‘laagten’. Maar die zandkoppen vormen een belangrijke component van het oude landschap. Landschap is immers meer dan de bomen en planten die er groeien en de dieren die er rondzwerven: het is ook de bodem met zijn karakteristieke opbouw, het reliëf en de resten van voorbije samenlevingen in de bodem. In het Hunzedal lijken geomorfologie, bodem, en cultuurhistorie ondergeschikt gemaakt te worden aan ecologische doelstellingen. Respect Als gevolg van al deze ingrepen moet, in verband met landbouwkundige eisen, het gebied worden ingedamd door een hoge aarden dijk, een ‘kunst’werk dat het landschap zeer sterk aantast. De dijk ontneemt je het zicht op het Hunzedal. Op een enkele plaats loopt de dijk tegen gespaard gebleven zandkoppen aan, zodat deze aan het oog worden onttrokken. Hier leiden de ingrepen tot vervaging van oude vormen. Vermoedelijk hebben de plannenmakers deze dijk zelf ook niet gewild, maar je mag je vervolgens afvragen of ze dan wel het hele plan zo hadden moeten uitvoeren. Ik zeg niet dat het landschap op slot moet, of dat natuurontwikkeling altijd uit den boze is. Ik pleit wel voor zorgvuldig opereren en het respecteren van de oorspronkelijke morfologie. Eerder heeft ‘Het Drentse Landschap’ zich bezorgd getoond over kunstprojecten in het landschap. “Steeds vaker”, aldus de stichting, “gebruiken kunstenaars het landschap hetgeen kan leiden tot een verstrengeling van kunst en landschap, waardoor zowel de natuur- als de kunstbeleving intenser wordt”. Dat klinkt positief. “Maar”, zo voegt ‘Het Drentse Landschap’ daar onmiddellijk aan toe, “ t, kan dat, is dat toelaatbaar? In hoeverre moet en wil een natuur- en landschapbeschermende en beherende instelling als de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ hieraan meewerken?”. De voornaamste criteria zijn dat de natuur of het landschap er op geen enkele manier schade van mag ondervinden of in zijn waarde mag worden aangetast. Ik sluit me van harte bij die formulering aan. Het past echter niet om ingrepen in de natuur met twee maten te meten en daardoor de schijn te wekken dat kunstwerken die door kunstenaars worden vervaardigd schadelijker kunnen zijn voor het landschap dan de werkzaamheden die in het kader van natuurbouw door natuurbeheerders zelf worden uitgevoerd. Want dat is niet zo. Die houten en stenen bouwsels verdwijnen op den duur wel weer en de platgetreden vegetatie trekt wel weer bij. De zandkoppen met hun gave bodemprofiel zijn echter definitief verstoord. Dat het Hunzedal in het verleden door ruilverkavelingen al zwaar aangetast is, mag geen argument zijn om zo rigoureus in te grijpen als nu op sommige plekken gebeurt (eerder maant het tot behoedzaam omgaan met de nog wél gave delen). Dat een en ander geschiedt onder de vlag van ‘Het Drentse Landschap’ vind ik navrant: de stichting is tenslotte geen projectontwikkelaar die zo snel mogelijk rijk wil worden maar een organisatie die toch de hoeder par excellence van het Drentse landschap hoort te zijn.

* Drs. W.A.B. van der Sanden is provinciaal archeoloog en werkzaam bij Drents Plateau (voorheen het Erfgoedhuis van Drenthe).


g in het Hunzedal

Discussie

foto: Henk Reinders

Vele belangen Bij de uitvoering van dit soort grootschalige projecten moet men pragmatisch zijn. Er leven 16 miljoen mensen in dit land en er spelen vele belangen. Zo heb je nu eenmaal rekening te houden met bestaande wegen waardoor het zorgvuldig uitgezochte oude negentiende eeuwse tracé van de Hunze op sommige plekken aangepast moet worden. Inderdaad zijn er laagten gegraven waar eerder de beek werd rechtgetrokken, de grond werd gedraineerd, geëgaliseerd, laagten gedempt, gronden gemengwoeld, gediepploegd en van sloten en waterschapsleidingen voorzien. Deze immense en langdurige aanslag op het bodemarchief leidde vreemd genoeg nooit tot de emotionele afkeer die natuurontwikkeling bij sommigen lijkt op te roepen. De historisch geograaf betreurt het verdwijnen van perceelsgrenzen, de bioloog de groeiplaats van een zeldzame plant, de geomorfoloog het graven van een nepmeander, de archeoloog het verstoren van mogelijke vindplaatsen. Alle “ogen” zijn op ons gericht. Wanneer vele waarden langzaam maar gestaag verdwijnen wordt veelal afgewacht en gedoogd. Wanneer een organisatie als ‘Het Drentse Landschap’ poogt er iets aan te doen en een andere en betere toekomst voor het Hunzesysteem wil realiseren, leidt dat tot kritiek. Die in onze ogen gezien de zorgvuldige wijze van werken lang niet altijd terecht is. Natuurlijk is er een winst- en verliesrekening vooraf opgemaakt. En die leidde in onze ogen tot het kiezen voor winst. Een kade is bijvoorbeeld niet mooi, maar wel noodzakelijk om de processen die spelen binnen de nieuwe natuur van het landbouwbelang te scheiden. De geomorfologie is wel zeker met respect behandeld want het laatste beetje oorspronkelijk reliëf is intact gebleven. De insteek om natuurontwikkeling met dezelfde maat te meten als het plaatsen van kunstwerken bevreemd nogal. In tegenstelling tot het plaatsen van kunst is bij natuurontwikkeling namelijk grote natuurwinst te boeken: Een nieuw en dynamisch beekdallandschap waar de natuur zoveel mogelijk haar gang mag gaan, is een groot genoegen voor vogels, bloemen en mensen. Niet voor niets stonden grote aantallen mensen in februari tijdens het hoogwater in de Elzenmaat van het schouwspel te genieten. De Stichting betreurt het dat andere belangen zich geschaad voelen. Dat neemt niet weg dat zij bewust en met steun van velen kiest voor grootschalige nieuwe natuur in het Hunzedal. Met de van ons bekende zorgvuldigheid. Daar mag u ons altijd op aanspreken. * Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur/ rentmeester van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

Eric van der Bilt*

De overheid steunt het streven naar restauratie van een opnieuw kronkelende beek die kan stromen, overstromen, eroderen en sedimenteren. Er zijn fondsen voor verwerving en middelen om natuurontwikkelingsprojecten uit te voeren. Met als doel een voor iedereen te genieten stukje wilde natuur te doen ontstaan. Waar die natuur dan ook haar gang kan gaan. Belangrijk voor de mensen, de dieren en de planten. In het Hunzeproject gebeurt dit in samenhang met de aanwezige drinkwaterwinning en het oplossen van de waterproblemen die we in Noord Nederland in toenemende mate het hoofd moeten bieden. In het gebied tussen Eexterveen en Spijkerboor zijn we nu bezig de Hunze opnieuw te laten meanderen. Daarbij zijn we ons bewust dat deze ingrepen soms op gespannen voet staan met het behoud van de cultuurhistorie, de geologie en de archeologische waarden. In overleg met de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek en de provinciaal archeoloog hebben we in verband met dat laatste een bedrag van tonnen besteed aan onderzoek om schade te voorkomen. En op grond daarvan onze plannen aangepast of ingrepen nagelaten.

Alle ‘ogen’ op ons gericht

De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ probeert een brede doelstelling vorm te geven. Behoud en ontwikkeling van natuur, landschap en cultuurhistorie in Drenthe. En wel in de meest brede zin. De Drentse samenleving verwacht op dat punt veel van ons. Naast puur natuurbehoud ook aandacht voor cultuur. Naast aandacht voor het kleinschalige soms ook de moed om te kiezen voor grootse ontwikkelingen. Om naast het zorgvuldig koesteren van het kleinschalige, middeleeuwse cultuurlandschap in het Reestdal ook het lef te hebben om voor grootschalige nieuwe natuur in het Hunzedal te kiezen. Een door talloze ruilverkavelingen en tweehonderd jaar vervenen en landbouwkundige aanpassingen sterk genivelleerd deel van Drenthe. Waar gemeten aan de potenties landelijk de beste kans voor de ontwikkeling van een natuurlijke laaglandbeek bestaat. De kwel vanaf de Hondsrug, het ontbreken van bebouwing en de lage milieudruk zijn in Nederland uniek. Dat wordt in brede kring erkend en heeft ondermeer bij de Provincie met steun van vele partijen geleid tot een sterk ontwikkeld gebiedsgericht beleid, gecoördineerd binnen het Hunzeproject.

15


foto: Joop van de Merbel

In het zuiden van het gebied en langs de spoelvijvers wordt het terrein begrensd door een houtwal.

Wandelen in het waterwingebied Beilen

Deze pagina wordt verzorgd door NV Waterleidingmaatschappij Drenthe.

Een zonnetje en een blauwe hemel, kortom mooi wandelweer. Dat kan ook sinds kort in de waterwingebieden van de WMD waar waterwinning en natuurontwikkeling samen gaan. Het leveren van zuiver en natuurlijk drinkwater: dat is onze hoofddoelstelling. Om ook in de toekomst water van dezelfde betrouwbare kwaliteit te leveren,

beschermen wij onze bronnen tegen vervuiling. Daarom hebben we de waterwingebieden zoveel mogelijk in eigen beheer. En omdat waterwinning en natuur prima samen gaan, herstellen, onderhouden en ontwikkelen we in onze waterwingebieden actief de natuur. Het waterwingebied Beilen ligt aan de rand van de bebouwde kom van Beilen op de oude Eursinger Esch. Bij de ingang van het gebied staat een informatiebord. Op een deel van dit terrein heeft de wilde flora zich ontwikkeld tot een natuurrijk hooiland. De bijenvereniging heeft bijenkasten geplaatst. Honingbijen zorgen voor een betere bestuiving. Daarnaast ziet u akker, bos en grasland.

De voormalige waterschapssloot is veranderd in een natuurvriendelijke meanderende sloot met een flauw talud. De sloot mondt uit in een gegraven poel en vormt een goed leefmilieu voor water- en moerasplanten, amfibieĂŤn en vogels. Rondom de poel bloeit vooral de Grote ratelaar en de Kattenstaart en kwaakt de kikker. Verder komen aan de waterkant naast Liesgras en Riet veel visueel aantrekkelijke soorten voor zoals Gewone engelwortel, Wederik, Koninginnekruid, Moerasrolklaver, Moerasspirea, Heelblaadjes en Poelruit. In het water kan Sterrenkroos, Gele plomp en Fonteinkruid voorkomen. Om het Riet niet de overhand te geven, maken we de sloot in het terrein gefaseerd een keer per vijf jaar schoon.


Een eindje om met Het Drentse Landschap

Bertus Boivin Eric van der Bilt

Wandelroute ’t Ende

foto: Joop van de Merbel

aan de Reest

17


’t Ende bij de Reest

10

De Reest is een van de weinige beken in Nederland die er grotendeels nog net zo uitziet als een paar honderd jaar geleden. Terwijl overal elders de liniaal langs de beken gelegd werd om ze zo efficiënt mogelijk zoveel mogelijk water te kunnen laten afvoeren, mocht de Reest haar gang blijven gaan. Deze wandeling vanaf het informatiecentrum ’t Ende van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zorgt voor een kennismaking met een landschap dat elders vrijwel verdwenen is. De route is aangegeven met paaltjes met paarse koppen.

11 6 9

5

8

7 1

12

2 13

22 Het pad gaat linksaf en volgt de rand van het eigenlijke Reestdal.

3 4

Van het akkerland links van het pad zijn in het begin van de twintigste eeuw honderden karrenvrachten zand afgevoerd. Vroeger moet deze dalrand dan ook behoorlijk steil zijn geweest. De toenmalige eigenaar van ’t Ende verkocht het zand aan de gemeente Meppel die voor de aanleg van het Wilhelminapark aan de Reest grote hoeveelheden zand nodig had. 33 Aan het eind van het pad gaat u rechtsaf. Het pad brengt u via een vonder over de beek naar de Overijsselse kant van de Reest.

Neem rustig de tijd om het water van de Reest traag voorbij te zien stromen, een tak, een plant of een pluk gras meevoerend. Als dit de eerste keer is dat u de Reest ziet, zult u zich verbazen over de geringe breedte van de beek. En over zijn volstrekt natuurlijke loop. Aangezien de Reest altijd de grens

Archief HDL

Boerderij ’t Ende hoort tot de oudste erven van het Reestdal. De oorsprong van de naam laat zich gemakkelijk raden. Het erf lag aan ‘het einde’ van de buurtschap De Stapel, helemaal aan de rand van het Reestdal. De eerste keer dat deze boerderij in de oude oorkondes opduikt, is in een brief uit 1458. Uit de brief bleek dat ene Johan Alberts bij ’t Ende een ‘aalstal’ (palingfuiken) in de Reest had. In 1569 was ’t Ende een van de vier boerderijen van de buurtschap De Stapel. ’t Ende is altijd een behoorlijk erf geweest. Uit een inventarisatie uit 1792 weten we dat er op ’t Ende 100 schapen, 30 koeien, 9 varkens en 5 paarden op stal stonden en dat was voor die tijd beslist een flinke boerderij. Rechts van het pad ligt een zogeheten eikengaard: een ‘boomgaard’ met eikenbomen. Eeuwenlang was de teelt van eikenbomen voor de houtverkoop belangrijk voor het boerenbedrijf in het Reestdal. Net als veel andere oude Reest-erven heeft ’t Ende dus nog steeds zo’n eikengaard. Er staan

alléén eiken en ze staan keurig in het gelid, er is geen struiklaag, maar een ondergrond van gras. Een eindje verderop langs het pad is het verschil met een natuurlijk eikenbosje goed te zien.

© Topografische Dienst Emmen

1 Bij ’t Ende neemt u – gerekend vanaf de parkeerplaats – het pad linksaf langs de eikengaard in de richting van de Reest.


Benodigde tijd

2 à 21/2 uur.

Honden Niet toegestaan op het Stapelerveld vanwege de aanwezigheid van vee. Begaanbaarheid paden Bij deze wandeling zijn in wat nattere jaargetijden waterdichte schoenen of laarzen onmisbare attributen. Een groot deel van de paden is niet begaanbaar voor invalidenwagens en kinderwagens.

fotop: Joop van de Merbel

Lengte route circa 6 km (Reestroute 21/2 km + Stapelerveldroute 31/2 km).

’t Ende bij de Reest

Openbaar vervoer Vanaf NS-station Meppel Arriva lijn 46 naar Zuidwolde. Uitstappen bij restaurant De Stapel daarna circa 11/2 km lopen naar het startpunt.

van Drenthe en Overijssel gevormd heeft en niemand zijn handen wilde branden aan ingewikkelde grenscorrecties, heeft de Reest steeds zijn gang mogen gaan. Pas in de loop van de jaren zestig van de twintigste eeuw kwamen er onder druk van het moderne landbouwbedrijf voor het eerst serieuze plannen op tafel om de Reest te ‘normaliseren’. Gelukkig kon dit onheil worden gekeerd door rond 1970 een behoorlijk stuk ten noorden van de beek de zogeheten Reest-vervangende leiding aan te leggen die extra water kon afvoeren en daarmee voor de door de boeren gewenste verlaging van het waterpeil in het Reestdal kon zorgen. Vanaf dat moment kwamen de natuurwaarden en de grote cultuurhistorische waarde van de Reest nadrukkelijk in beeld. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ slaagde er samen met de collega’s van het Landschap Overijssel in om in de loop van de tijd bijna de helft van het eigenlijke Reestdal in eigendom te verwerven. Met name door verschraling van de Reestlanden proberen beide organisaties aan weerszijden van de Reest de oude schraallanden te herstellen. 44 Aan de rand van het beekdal gaat u rechtsaf. U volgt de bosrand. Verderop maakt het bos plaats voor akkers. Blijf gewoon de rand van het beekdal volgen.

fotop: Joop van de Merbel

Startpunt Parkeerplaats aan het pad naar boerderij ’t Ende (U vindt ’t Ende aan de weg van De Wijk naar Zuidwolde bij restaurant De Stapel richting Balkbug/Ommen: de Stapelerweg. Waar met waarschuwingsborden een scherpe bocht naar links wordt aangegeven, moet u tegenover het huis met nummer 43a het pad naar rechts nemen.)

Vanaf dit punt heeft u een prachtig uitzicht op boerderij ’t Ende in de verte. Op regelmatige afstanden van elkaar voeren ondiepe sleuven het oppervlaktewater af naar de beek. Een systeem dat de boeren honderden jaren geleden ontwikkelden en dat zorgt voor een optimale hooiopbrengst. Het hooi vormde de basis van de rijk-

dom van het Reestdal: er kon drie keer per jaar gehooid worden en dat was nou net één keer vaker dan elders. Als u onderweg door de houtwal en over de akkers links van u kijkt, ziet u de boerderijen aan de Overijsselse kant min of meer verstopt liggen tussen hoog opgaand hout. Vergelijk dat eens met ’t Ende aan de overkant van de Reest dat zich in zijn volle luister aan de buitenwereld toont. Het is het verschil tussen erven die zich net konden redden en het liefst maar een beetje op zichzelf bleven en een zelfbewust erf van een boer die ervoor uit durft te komen dat het hem goed gaat. 55 Aan het eind van de akker komt u bij een pad dat u rechtsaf naar de Reest brengt.

Terwijl het land aan weerszijden van het pad afdaalt naar de Reest, loopt het pad over een soort dijkje naar de brug over de beek. In het voorjaar staan de schraallanden in bloei. Overal drukt het geel van de Dotterbloem zijn stempel op het landschap. De aanwezigheid van De Lokkerij voorbij De Wijk zorgt ervoor dat u hier beslist wel ergens een foeragerende Ooievaar zult kunnen betrappen. 66 Eenmaal over de brug voert het pad u terug naar ’t Ende.

Hoe dichter u bij ’t Ende komt, des te meer valt het voorname karakter van het erf op. Hier woonde geen boer, hier woonde een herenboer. Het ging op ’t Ende rond de vorige eeuwwisseling zo goed dat de eigenaar voor zijn boerderij een chic, ‘stads’ voorhuis kon bouwen en zijn tuin kon laten inrichten volgens de laatste mode van de tuinarchitectuur.


Pas als u vlakbij ’t Ende bent, zal het u opvallen dat het voorhuis echt vóór de oude boerderij gebouwd is. Ongeveer op hetzelfde moment als het nieuwe voorhuis kreeg ’t Ende aan de achterkant een zogeheten staart in de vorm van een grote, houten schuur. Let in de zijgevel van de boerderij op de staldeurtjes en de stalramen. Het aantal raampjes en deuren illustreerde misschien wel net zoveel als het imposante voorhuis de rijkdom van het erf. 77 Vanaf ’t Ende loopt u via de toegangsweg naar de Stapelerweg. Deze steekt u over en vervolgens neemt u de zandweg rechts van het huis. 88 Via een raster komt u op het Stapelerveld. Neem het pad linksaf.

Aan het eind van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw werd het grootste deel van het Stapelerveld ontgonnen tot landbouwgrond. Eeuwenlang was het veld het domein geweest van de schaapskudde van de boeren van De Stapel. Slechts een klein deel van het Stapelerveld bleef min of meer onaangetast. Over dat stuk van het veld gaat dit gedeelte van de route. Niet alleen als gevolg van de bodemvruchtbaarheid – of beter gezegd: het ontbreken daarvan – maar ook vanwege de toenmalige eigendomsverhoudingen is een deel van het Stapelerveld bewaard gebleven

als een complex smalle graslandjes en stroken bos. Een groot deel van het jaar worden de weilandjes begraasd door runderen, paarden of pony’s. 99 Voorbij het graslandje rechts buigt het pad naar rechts af. 10 Een eindje in het bos neemt 10 u het pad schuin rechtsaf.

Het lijkt op het eerste gezicht één bos waar u doorheen loopt, maar als u goed kijkt, zijn er tal van verschillen waar te nemen. Een deel van het bos bestaat uit eikenhakhout. U herkent het aan de ‘stakige’ bomen waarvan de stam vaak vlak boven de grond sterk verdikt is, omdat de eikenstammetjes regelmatig afgezaagd werden. Een ander deel van het bos is na de ontginning ingeplant als ‘dennenakker’: productiebos dat zijn eigenaar winst moest opleveren dankzij de houtverkoop. Het grootste gedeelte van het bos hier op het Stapelerveld bestaat uit heideveld dat nooit ontgonnen is, maar – toen de schaapskudde het veld verlaten had – kon volgroeien met opschot van bomen. Dit type bos herkent u aan het feit dat de bomen ook aan de onderkant nog breed vertakt zijn. Anders dan op de bomenakkers waar de bomen vlak naast elkaar stonden, kregen de bomen hier de kans om breed uit te groeien.

foto: John Stoel

’t Ende bij de Reest

Informatiecentrum ’t Ende De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ kon in 1997 de boerderij ’t Ende en in totaal 24 hectare cultuurgrond en het Stapelerveld kopen van de familie Van Weydom Claterbos. Dankzij steun van de Europese Unie (EFRO), Provincie Drenthe, Gemeente De Wolden, VSB Fonds, Stichting Pieter Roelf en de ANWB werd de boerderij zo goed mogelijk in zijn oude glorie hersteld. Het voorhuis van ’t Ende wordt inmiddels particulier bewoond, terwijl het bedrijfsgedeelte in gebruik is als rayonkantoor van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het achterste gedeelte van de ‘staart’ is ingericht als informatiecentrum waarin u naast interessante wisseltentoonstellingen ook een beeld krijgt van de cultuurhistorische waarde van het Reestdal en het werk van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het informatiecentrum ’t Ende is dagelijks geopend van 10.00 tot 17.00 uur.

11 11 Vlak voor de bosrand gaat u rechtsaf weer terug door het bos. Het pad loopt min of meer rechtdoor en komt uit bij een weilandje.

13 13 U kunt hier via het fietspad terug naar ’t Ende lopen. U kunt ook voorbij het huis nog even linksaf slaan om op uw gemak langs de Reest en de eikengaard naar ’t Ende terug te keren.

12 12 Loop langs de rand van het weiland. Aan het eind steekt u over naar het halfverharde pad dat u met een haakse bocht naar rechts weer naar de Stapelerweg brengt.

© Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (maart 2002) Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 – e-mail: mail@drentslandschap.nl


foto: Wim Klomp/FN

Het groepsgevoel van de Roek Bertil Zoer*

Roeken voelen zich goed thuis in Drenthe. Maar liefst een derde van alle Nederlandse Roeken woont hier. Ze zijn te vinden in de lagere delen van de provincie. Broeden doen ze bij voorkeur in grote groepen bij elkaar. Ideaal hiervoor zijn hoge bomen op landgoederen, kerkhoven en in de dorpen, niet te ver van hun voedselgebieden. Geschikte kolonies worden vaak door vele roekengeneraties gebruikt. Roeken en Zwarte kraaien worden nogal vaak met elkaar verward. Toch verschillen deze twee kraaiachtigen in gedrag en uiterlijk veel van elkaar. Beide zijn ze vrij groot en zwart. Volwassen Roeken hebben echter een kale snavelbasis waaraan ze al op grote afstand te onderscheiden zijn van Zwarte kraaien. Ook is het verenkleed veel ruiger dan het strakke pak van de kraai. Opvallend zijn de afhangende

veren op de buik die zelfs een deel van de roekenpoten bedekt houden. ‘Een Roek heeft een broek’ is dan ook een geliefd ezelsbruggetje bij beginnende vogelaars. De roekenbroek valt vooral op als je een groepje Roeken in een weiland rond ziet scharrelen. Met een parmantig schommelend loopje inspecteren de Roeken het grasland. Ze hebben verstand van gras. Met name de minder vitale delen in

een grasmat kunnen rekenen op hun speciale belangstelling. Kwijnende grassprietjes zijn meestal een goede aanwijzing dat de wortels aangevreten worden door Engerlingen of Emelten. Engerlingen zijn de larven van keversoorten waarvan de Meikever de bekendste is. Emelten zijn de larven van de Langpootmug. Beide larvensoorten horen tot het favoriete menu van de Roek. Een groep Roeken kan


22

Flora & fauna

Samen uit, samen thuis

Gezelligheid kent geen tijd

Roeken houden van gezelschap. Je treft ze dan ook zelden alleen aan. Ze zijn veel socialer dan Zwarte kraaien die liever in hun eentje of als paartje opereren. Slapen, nestelen en uit eten gaan gebeurt allemaal in groepsverband. Alles wat ze doen gaat gepaard met een hoop gebabbel en gespeel. Roeken zijn gedreven nestenbouwers. Vaak bouwen ze meer nesten dan ze nodig hebben om hun eieren in kwijt te raken. Kauwtjes die zelf een hekel hebben aan bouwen maken graag gebruik van vacante roekennesten. In vrijwel elke roekenkolonie leeft dan ook wel een groepje Kauwtjes. De beide kraaiachtigen lijken elkaar zonder problemen te tolereren. Ook buiten de broedkolonie verkeren ze vaak in elkaars gezelschap. Ongepaarde Roeken bouwen graag een vrijgezellenappartementje in de kolonie waar ze

dan in hun uppie de nacht doorbrengen. Altijd nog comfortabeler dan zittend op een tak. Als de jongen vliegvlug zijn worden de broedplaatsen verlaten. In groepen struinen de dieren het platteland af op zoek naar voedsel. Ook in deze tijd maken ze graag gebruik van vaste plaatsen waar ze zich aan het eind van de dag verzamelen voor de gezamenlijke nachtrust. Nachtrust is bij Roeken maar iets betrekkelijks want tot diep in de nacht wordt er nog onderling luidruchtig gekrast en gekeuveld. Pas heel laat wordt het stil in de kolonie om vervolgens op een onmogelijk vroeg tijdstip de spreekwoordelijke draad van de conversatie weer op te pakken. Geen wonder dat een roekenslaapplaats in de straat niet altijd door iedereen met gejuich ontvangen wordt. Veel jonge Nederlandse Roeken geven er de voorkeur aan om hun eerste kerstvakantie in Zuidoost Engeland door te brengen. Hier sluiten ze zich aan bij hun Britse familieleden waarbij de sociale en culturele horizon wat verbreed wordt. In het voorjaar keren ze terug naar Nederland om hun geluk op de huwelijksmarkt te gaan beproeven. De oudere dieren blijven liever thuis in de winter. Op hun beurt krijgen ze dan bezoek van de Oost-Europese soortgenoten. De Oost-Europeanen ontvluchten hun hardbevroren graslanden waar zelfs met een roekenpriem niets eetbaars meer uit te peuteren is. In het gezelschap van deze Roeken komen ook massa’s Zwarte kraaien, Kauwtjes en soms zelfs Bonte kraaien mee. Al deze dieren sluiten zich aan bij onze achtergebleven

Roeken en vormen hier soms enorm grote slaapgroepen mee. Drentse vogelaars telden ooit eens 10.000 Roeken die samen met 31.000 andere kraaiachtigen één slaapplaats deelden in de boswachterij Dwingeloo. Lust of last

Roeken voeren hun jongen de eerste weken uitsluitend insectenlarven en wormen. Het is de taak van pa Roek om moeder en kroost in de eerste weken van voedsel te voorzien. Om hier genoeg tijd aan te kunnen besteden vullen de volwassen dieren hun eigen menu tijdelijk aan met graan. Op de pas ingezaaide akkers is dat in het voorjaar veel makkelijker te verzamelen dan een maaltje Engerlingen in het grasland. Enerzijds is de Roek een bondgenoot van de boer in de strijd tegen het ongedierte in grasland. Anderzijds kunnen Roeken zich een aardig portie pas uitgezaaid graan toeeigenen. Bovendien willen ze zich ook nog wel eens uitleven in een akkertje met pootaardappelen. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat de houding van mens ten opzichte van de Roek als wisselvallig te bestempelen valt. Lange tijd werd de Roek bij wet beschouwd als schadelijk wild. Roeken werden in de jaren ’40 tot en met ’70 dan ook fors bejaagd. Een premiestelsel van ƒ 0,50 per ingeleverde rechtervleugel moest de strijd versterken tegen lastpak Roek. Men deinsde er zelfs niet voor terug om vergiftigd graan uit te strooien. In 1977 werd de Roek tot beschermde diersoort verklaard. De roekenstand was in enkele jaren gedecimeerd. Dit

foto: Piet Munsterman/FN

heel snel een aangetaste grasmat grondig zuiveren van zijn plaaggeesten. Roeken lusten ook graag regenwormen. Als deze smakelijke beestjes moeilijk te vinden zijn vullen ze hun menu aan met zaden. Roekensnavels zijn ‘gemaakt’ voor het prikken naar beesten in de bodem. Of al dat geprik de veren rond de snavel doet afslijten of dat ze ‘vanzelf’ kaal zou worden, is niet geheel duidelijk. Jonge Roeken zijn in ieder geval wel sterk bevederd rond hun snavelbasis. Hierdoor worden ze makkelijk verward met de Zwarte kraai. Gelukkig hebben ze vanaf het begin hun broek aan. Waardoor het ‘vogelaars-ezelsbruggetje’ zijn dienst kan bewijzen.


Flora & fauna

was niet alleen het gevolg van moedwillige vervolging, maar ook van een te kwistig gebruik van allerlei soorten landbouwvergif. Stopzetting van de vervolging en een verbod op de meest schadelijke gifsoorten haalde de Roek uit de gevarenzone. Tegenwoordig gaat het weer goed met de Roek. Ook in de nieuwe Flora- en faunawet is de Roek goed beschermd. Ze mogen niet

worden gedood en ook de nestplaatsen genieten wettelijke bescherming tegen beschadiging en moedwillige verstoring. Alleen in zwaarwegende uitzonderingsgevallen kan de overheid toestemming geven voor het doden of verjagen van Roeken. Roekenoverlast bestrijden door verdelging wordt tegenwoordig terecht beschouwd als roeke(n)loos. Een van de Drentse gemeenten met

23

een stevige roekenpopulatie is De Wolden. Vanuit deze gemeente is het initiatief tot het project ‘Roeken in De Wolden Lust of last’ genomen. Belangrijkste doel hiervan is om gezamenlijk met de inwoners een visie te ontwikkelen hoe op een acceptabele manier samen te leven is met de gevederde medebewoners van de gemeente. Voorlichting en maatschappelijke discussie spelen hierbij een belangrijke rol. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ draagt bij aan dit project door het bezoekerscentrum ’t Ende beschikbaar te stellen voor een roekenexpositie, samengesteld door de kunstenaar Oscar van Doorn. Deze man zocht bewust de onrust van een roekenkolonie op door er in een caravan op een stellage van negen meter midden tussen te gaan wonen. Ruim een jaar lang liet hij zich inspireren door het levendige koloniegebeuren. Het kunstzinnige resultaat van dit ongebruikelijke avontuur is verwerkt in een indrukwekkende expositie.

* Bertil Zoer is medewerker van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


24

Expositie

Tentoonstelling ‘2000 Roeken’

In het informatiecentrum ’t Ende is van 6 maart tot en met 2 juni de tentoonstelling ‘2000 Roeken’ te zien. In deze tentoonstelling geeft de kunstenaar Oscar van Doorn een beeld van de roekenkolonie in Brummen waar hij een jaar lang verbleef. In het landschap zocht hij beelden en materialen om te gebruiken in schetsen, collages en teksten. De beelden zijn verwerkt op grote panelen die gezamenlijk Van Doorns impressie van de roekenkolonie weergeven. De roekententoonstelling is onderdeel van het roekenproject in de gemeente De Wolden. Doel van het project is om de Roek en de ervaring met deze vogel breed onder de aandacht te brengen.

De tentoonstelling is geopend van 6 maart t/m 2 juni op: zaterdag en zondag van 11.00 – 17.00 uur woensdag- en vrijdagmiddag 13.00 – 17.00 uur


Berichten

Kortweg

25

34 11 ASSEN

Op 6 maart werd op feestelijke wijze het informatiecentrum ’t Ende bij De Wijk door gedeputeerde mevrouw A. Edelenbosch geopend. Het informatiecentrum bevindt zich in het achterste gedeelte van de boerderij. Het voorhuis is als woonhuis verhuurd en in het middendeel is het rayonkantoor. Architecte Astrid Siemer uit Assen maakte het restauratieplan en aannemer Visscher voerde het uit. Het resultaat is prachtig geworden. ’t Ende is een boerderij die van binnen voldoet aan alle eisen van deze tijd, terwijl de sfeer van het verleden aan de buitenzijde op een goede manier behouden is gebleven. In het informatiecentrum wordt iets verteld over het werk van de Stichting en kunt u meer te weten komen over het Reestdal: de sfeervolle landgoederen, het indrukwekkende hoevenlandschap, prachtige heidevelden en een beek die op zijn geheel eigen wijze door dit bijna onaangetaste landschap stroomt. Vanuit het informatiecentrum starten twee leuke wandelingen door dit bijzondere gebied.

De restauratie van ’t Ende is mede mogelijk gemaakt door medefinanciering door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), Provincie Drenthe, Gemeente De Wolden, VSB Fonds, Stichting Pieter Roelf en de ANWB. Tekstschrijver Bertus Boivin en vormgever Albert Rademaker waren

7

29 34

verantwoordelijk voor de ontwikkeling, vormgeving en uitvoering van de informatiepanelen.

22

EMMEN 21 HOOGEVEEN

Langs de Reest bevindt zich ter hoogte van Balkbrug de enige populatie Boomkikkers van Drenthe. De huidige populatie heeft een kwetsbaar kleine omvang. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zet zich in om het leefgebied van deze bedreigde diersoort te versterken. Hiervoor is een inrichtingsplan gemaakt. Doel is om het aantal kikkers te vergroten en de herkolonisatie van delen van het Reestdal waar de soort vroeger ook voorkwam. In het gebied zullen grote ondiepe waterpartijen worden aangelegd en zullen struweelzones worden ontwikkeld waar de diertjes kunnen jagen en zonnen. Op termijn zal ook voor de bovenloop van het Reestdal een soortgelijk inrichtingsplan worden gemaakt om ook hier de herkolonisatie door Boomkikkers weer mogelijk te maken. De realisering van de plannen wordt financieel gesteund door het Prins Bernhard Cultuurfonds, het DVR-fonds en soortenbeschermingsgeld dat de Provincie Drenthe beschikbaar stelt. Op de vrijwilligersdag van 27 oktober j.l. heeft de Natuurwerkgroep Zuidwolde het Kerkepad opgeknapt en een wandelroute met borden gerealiseerd. De Stichting is blij met de inzet van deze groep enthousiaste vrijwilligers.

MEPPEL 7 7

Kremboong

21

dit jaar waren er weer •veleOok paddestoelen in dit gebied te vinden, waaronder de Cantharel. Na 20 jaar bleek de Groene Glibberzwam weer terug te zijn en breidden volgens onze waarnemer Hero Moorlag de Koningsvaren en Breedbladige wespenorchis zich uit. Cantharel

foto: Geert de Vries

Reestdal


26

Hunzedal

Berichten

34

In en om het Hunzedal bruist het van de activiteiten. Te noemen zijn het natuurontwikkelingsplan Tusschenwater, het nutriëntenonderzoek in de Hunze en het Zuidlaardermeer en het onderzoek in het stroomgebied van het Voorste Diep. Opvallend is de rol van het Waterschap Hunze en Aa’s die zich terecht verantwoordelijk voelt voor verschillende belangen die in zulke processen spelen. In het gebied vinden ook veel concrete veranderingen plaats. Zoals het aankopen van een heel bedrijf bij De Groeve en de vele losse aankopen overal in het dal. Met dank aan BBL die een echte steun voor ons is. Het ziet ernaar uit dat we binnenkort in het kader van het Natuuroffensief (zie ook onder diversen) nog stevig kunnen inzetten op grondverwerving voor natuur hier. De Provincie Drenthe heeft inmiddels het gebiedplan de inspraakprocedure laten doorlopen en vastgesteld. Er wordt bijna 1500 ha nieuwe natuur begrensd, hetgeen een unicum is. De middelen om deze gronden te verwerven ontbreken nog bij de overheid, maar de inzet is er om deze op enigerlei wijze te vinden.

Jammer was dat de Noordelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (NLTO) nogal dwingend liet blijken het niet eens te zijn met deze plannen, onder meer door het overleg met de provincie op te schorten. Maar ook de persoonlijke aanvallen op de betrokken gedeputeerde mevr. A. Edelenbosch werden ook door de betrokken instellingen en overheden als ongepast ervaren. Een van de eisen van de NLTO was dat het project Tusschenwater binnen de relatienotabegrenzing moest worden gebracht. Dit terwijl de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ en het Waterbedrijf Groningen al jarenlang als particuliere partijen met dit project bezig zijn. Overigens ook conform de inhoud van het Provinciaal Ontwikkelingsplan.

Het kan verkeren Op dit ogenblik wordt tussen Eexterveen en Spijkerboor over een traject van zo’n 7 km de Hunze opnieuw van haar vroegere meanders voorzien. Een ingrijpend project waarin we nauw samenwerken met het Hunzeproject en waar vooral ook het Waterschap Hunze en Aa’s bij betrokken is. In januari werd een belangrijke stap gezet met het plaatsen van de eerste stenen drempel in de hoofdstroom bij de Elzenmaat. Hierdoor wordt het meeste water in de nieuwe meanders gedreven waardoor stroming ontstaat. En stromen deed het. Dat werd vooral zichtbaar op 27 januari toen een enorme massa water haar nieuwe weg zocht naar het noorden. En hoewel het gebied Elzenmaat vrij hoog ligt, overstroomde zeker een derde van het gebied. Een prachtig gezicht. De nieuwe brug lag nog net boven het wateroppervlak en over grote delen van het terrein waren de meanders opgenomen in grote watervlakken. Talrijke wandelaars genoten van het beeld vanaf de kade. Wulp, Kievit, Aalscholver, Blauwe reiger, Watersnip en een

jagende Blauwe kiekendief werden gezien. Hoogtepunt was de waarneming van een Velduil, een voor Drenthe zeer zeldzame soort die in het gebied op jacht was naar muizen die door het hoge water uit hun holen waren verdreven. Tijdens het plaatsen van de brug spraken oudere boeren over het verleden, over de kanalisaties van de twintiger en vijftiger jaren uit de vorige eeuw. Heel toevallig ontving de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ een schrijven van de heer F. Modderkolk die van de heer J. Brands uit Nieuw Dordrecht een artikeltje van 17 januari 1922 uit de Drentsche en Asser Courant kreeg. Dat luidde zo: “Het Waterschap van de Hunze, de waterloop in Noord Drenthe die het water van den Hondsrug in de richting der stad Groningen voert, heeft een krediet van twee ton bestemd ondermeer voor normalisering van het rivierbed”. Het geld was mede bestemd voor werkverruiming, meldt de Courant. “De lengte van dezen slingerenden stroom, die ook


Berichten

27

De Hunze buiten haar oevers ten zuiden van Eexterveen juli 1956

Op 19 april 1922 stond onder de kop “Het Kanaalwerk in Drenthe” nog het volgende: “Het Drentsche riviertje de Hunze wordt gekanaliseerd. Men is bezig 40 van de vele schilderachtige en grillige bochten af te snijden, waardoor de stroom, ook het Drentsche diep geheten thans 34 km lang, tot 23 km wordt verkort”.

Door afkoop van pacht is er opnieuw een grote oppervlakte cultuurgrond achter de beheersboerderij de Sofiahoeve in beheer gekomen. De gescheperde kudde in Doldersum gaat er nu zeker komen. Samen met Natuurmonumenten zal de kudde worden geëxploiteerd. Het was nog even spannend of de kudde er wel zou komen. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ en Natuurmonumenten stonden erop om ook structureel de loonkosten van de scheper door het Nationaal Park Drents-Friese

Rendiermos

Gasterse Duinen Aan het einde van zijn brief schrijft de heer Modderkolk tenslotte: “En dan te bedenken dat een gigantisch en ingrijpend (hand)werk als kanalisatie van de Hunze 80 jaar later door een even groots en ingrijpend (machinaal) werk weer teniet wordt gedaan. Het kan verkeren...”

22 Wold gefinancierd te krijgen. Het Overlegorgaan bleek niet bereid om dat voor langer dan 5 jaar te garanderen. Tijdens een schaarse discussie werd duidelijk dat het voor sommige leden belangrijker is om het plaatsen van borden te stimuleren dan het structureel mogelijk maken van een moeilijke beheersvorm als begrazing met een gescheperde kudde. De Huenderweg zal worden aangepast. Hierdoor wordt het mogelijk om het Doldersummerveld en het Wapserveld als een geheel te beheren. Tevens worden snelheids-

In dit terrein werd af•gelopen najaar een Klapekster gesignaleerd. De Klapekster is een zangvogel die jaagt op insecten, hagedissen en kleine zoogdieren. In het winterhalfjaar zijn ze als trekvogels of overwinteraars aan te treffen op heidevelden. Hun aanwezigheid valt vaak op doordat ze een voorraadje prooidieren vastprikken in doornstruiken of aan prikkeldraad. Dit was de eerste keer dat de vogel in de Gasterse duinen werd waargenomen. Van de mossenwerkgroep van de KNNV uit Assen ontvingen

11 we de resultaten van mosseninventarisaties in de Gasterse duinen en het Gastersche holt. In het Gastersche Holt werden 77 mossoorten op naam gebracht. Het heidegebied van de Gasterse duinen is nog rijker aan mossen. Hier werden 82 bladmossen en 25 levermossen geïdentificeerd. Een vergelijking met vorige inventarisaties maakt duidelijk dat er 5 soorten mossen zijn verdwenen die vroeger op het hunebed groeiden. De talrijke textielvezels op de keien duiden erop dat het beklimmen van de stenen wel eens de oorzaak zou kunnen zijn. Archief HDL

(foto: Archief Waterschap Hunze & Aa)

Doldersummerveld den stand van ’t Zuidlaardermeer regelt, wordt daardoor 12 km korter; het verval zal dan tevens belangrijk toenemen zodat de afvoer van overtollig water uit de lagere veenstreken door grotere stroomsnelheid aanmerkelijk verbeterd wordt. Meer dan 30 bochten worden voor de vereniging met ’t Winschoterdiep afgesneden.”

beperkende maatregelen genomen in samenhang met allerlei voorzieningen voor de fauna. Samen met Natuurmonumenten is een informatieavond voor de bevolking van Doldersum belegd om de hierboven vermelde plannen toe te lichten.


Een gulle gift met voordeel!

Berichten

foto: Sipke van der Veen

Groote Zand In het verleden heeft de •Stichting ‘Het Drentse Landschap’ samen met de Provincie Drenthe en de Milieufederatie Drenthe zich verzet tegen een onderdeel van het nieuwe Bestemmingsplan Buitengebied van de toenmalige Gemeente Beilen, nu de Gemeente Midden-Drenthe. Inmiddels heeft dat plandeel rechtskracht gekregen door een samenspel van procedurele fouten zoals het te laat indienen van een bezwaarschrift. Dit betekent dat er meer ruimte is voor recreatieve ontwikkelingen rond het Groote Zand. Er ligt nu een plan om bijna 300 recreatiebungalows in de prachtige bossen rond het Groote Zand te bouwen. Een ongehoorde verkrachting van natuurwaarden waar ook het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) volgens

29 zijn Inspectie Noord, niets meer aan kan doen. En dat is vreemd omdat het hier om een gebied gaat dat in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) ligt. Aan de ene kant wordt er geld vrijgemaakt om storende recreatieve bebouwing uit de EHS te verwijderen, terwijl er aan de andere kant rond het Groote Zand woningen in de EHS worden bijgebouwd. En dat gebeurt dan in Drenthe! Een ramp, mede door onoplettendheid van onszelf. Het is triest te moeten constateren dat als we even niet opletten, er dit soort rampen kunnen plaatsvinden. De overheid zou toch voldoende verantwoordelijkheid moeten tonen om deze excessen bij voorbaat tegen te houden.

Belastingvoordeeltjes zijn er niet zoveel meer tegenwoordig. Tot voor enkele jaren kon je scoren met allerlei aftrekposten. De bijdrage aan goede doelen, oftewel ‘algemeen nut beogende instellingen’ zoals aan de Stichting ‘Het Drentse Landschap’, heeft de diverse belastingherzieningen echter overleefd. U kunt nog steeds belastingvoordeel krijgen als u de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ financieel steunt. Het hoeft u bijna niets meer te kosten dan de minimale begunstigersbijdrage en de Stichting ontvangt aanzienlijk meer. Daar kunnen we voor natuur, cultuur en landschap van Drenthe extra leuke dingen van doen. Elke euro telt. U bent vast van plan de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ nog jaren te blijven steunen. Die investering in de toekomst is geen weggegooid geld. De overheid is ook overtuigd van het nut en biedt u de mogelijkheid uw bijdrage volledig in mindering te brengen op uw inkomen. Dat betekent voor velen toch al gauw 52 of 42% voordeel, terwijl de Stichting uw volledige bijdrage ontvangt. Vroeger heette het ‘termijnen van lijfrenten’, een wat griezelig aandoend begrip. In het nieuwe stelsel is het ‘periodieke giften’. Dat is tenminste te snappen. Als u aan de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ toezegt dat u minimaal vijf jaar een vaste jaarlijkse bijdrage geeft van tenminste € 50,– dan kunt u elk jaar uw bijdrage in box 1 aftrekken. Om aanspraak te kunnen maken op deze belastingaftrek moet wel een afspraak worden gemaakt. Het moet zelfs notarieel worden vastgelegd. Maar daar hoeft u zich geen zorgen over te maken. Het notariële gedoe regelt en betaalt de Stichting. Voor uw handtekening hoeft u zelfs de deur niet uit als u de Stichting volmacht verleent (met een kopie van paspoort of rijbewijs). Als u uw begunstigersbijdrage vervangt door een ‘periodieke gift’, krijgt u toch gratis het kwartaalblad want u moet natuurlijk wel op de hoogte blijven van ‘Het Drentse Landschap’. Eén telefoontje aan het rentambt (0592313552) en het wordt voor u geregeld.

Boerenzwaluwen

foto: Jaap de Vries

28


Automatische

Berichten

i n c a s s o van de begunstigersbijdrage

In de afgelopen jaren is het aantal begunstigers fors gestegen, iets waar wij bijzonder trots op zijn. Dit heeft tevens tot gevolg dat de werkzaamheden betreffende de begunstigersadministratie ook omvangrijker zijn geworden. De portokosten voor het verzenden van de acceptgiro’s en betalingsherinneringen, alsmede de bankkosten voor de verwerking ervan zijn niet gering. Om kostenbesparend te werken is besloten u de mogelijkheid te geven uw jaarlijkse bijdrage automatisch door ons te laten incasseren. Van zowel de Postbank als van andere banken hebben wij toestemming gekregen om u over dit incassosysteem te benaderen. Maar uiteraard hebben wij ook uw toestemming nodig. Die toestemming kunt u ons verlenen door de machtingingskaart die u in dit kwartaalblad aantreft in te vullen en in te zenden. Een postzegel is niet nodig, maar mag wel om ons de portokosten te besparen. Automatisch laten afschrijven is gemakkelijk, veilig en goedkoop.

• u vergeet nooit te betalen, u bespaart uzelf en ons kosten van steeds terugkerende betalingen, • u kunt het afgeschreven bedrag binnen een maand na afschrijving terug laten boeken door uw bankof girokantoor, • u kunt uw machtiging voor automatische afboeking te allen tijde stopzetten.

Woonboerderij te koop

De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ is eigenaresse van een mooi, rustig en landelijk gelegen woonboerderij met hobbyschuur aan de Boerveldweg 9 te Stuifzand, circa 4 kilometer ten noorden van Hoogeveen. De woonboerderij, gelegen op ca. 0,25 hectare, wordt te koop aangeboden. Het pand maakt deel uit van een varkensbedrijf dat de Stichting onlangs heeft verworven. De cultuurgrond blijft eigendom van de Stichting. De varkensstal en de werktuigenberging zullen worden gesloopt. Het pand ligt aan een verharde weg in een fraaie omgeving, temidden van een reservaat van de Stichting. Aan de oostzijde ligt het beekdal van het Oude Diep en aan de oost- en westzijde wordt het perceel omsloten door het landgoed Amshoff’s Bosch. Een unieke plek om te wonen. De Stichting wil met eventuele kopers graag in overleg treden over de landschappelijke invulling van erf en gebouwen. Belangstelling? Bel dan met makelaar Stapel, Burg. Veenhovenplein 3, 7957 BA De Wijk. Telefoonnummer 0522-44 28 10. Meer informatie over het Oude Diep kunt u lezen in de kwartaalbladen 1995 – nr. 6, 1996 – nr. 10 en 2001 - nr. 31.

29


30

Berichten

Diversen

•De Schenking/giften Stichting heeft een legaat van dhr. J.L. Roelfsema te Eelde van ƒ 17.090,– in dankbaarheid aanvaard. Daarnaast is door de C&W De Boer Stichting uit Hoogeveen een éénmalige gift van ƒ 1.500,– toegekend. Een prachtig gebaar van deze stichting die ons ook in het verleden al regelmatig steunde. Personeel •Begin dit jaar heeft de Stichting een drietal nieuwe personeelsleden in dienst genomen. Ingrid Kruse uit Vlagtwedde is onze administratie komen versterken. Frans Nevels ui Coevorden wordt het nieuwe bedrijfshoofd op de beheersboerderij De Pieperij in het Reestdal. Eelco Nieboer uit Dalen volgt Johannes Dijkema op als rayonbeheerder Noord.

•EvenVleesactie een kort woordje ter verontschuldiging. Mede door de Mond- en Klauwzeercrisis werd de Stichting vorig jaar overstroomd door aanvragen voor vleespakketten. In vergelijking met voorgaande

jaren werd er maar liefst twee keer zoveel besteld. Hierdoor geraakten we in de problemen. De betrokken medewerkers, zowel op het kantoor als in de buitendienst, hebben keihard hun best gedaan om alles zo goed mogelijk te laten verlopen en iedereen tevreden te stellen. Helaas lukte dat voor 1100 aanvragen niet altijd. Belangrijk probleem was het vinden van extra slagers omdat onze ‘huisslager’ ABZ te Anloo de hoeveelheid niet aankon. We moesten uitwijken naar Emmen, Balkbrug, Oosterwolde, Dwingeloo en Hooghalen om al uw verzoeken te honoreren. De samenstelling en de zorg voor de pakketten waren niet zo constant als u van ons gewend bent. Ook het gehakt was soms wat minder mager. Bovendien verliep de communicatie bij het afhalen niet altijd even goed. Maar het is ons goeddeels gelukt. Wij vragen uw begrip voor de situatie. Onze mensen hebben echt hun best gedaan om iedereen zo goed mogelijk te helpen. Naar wij hopen neemt u komend jaar opnieuw deel aan de vleesaktie. De mensen

van de Stichting zijn er dan weer beter klaar voor.

Boek over de Reest Bij Waanders Uitgevers verschijnt in samenwerking met de Stichting ‘Het Drentse Landschap’, Het Drents Plateau (voorheen Erfgoedhuis Drenthe) en Het Oversticht een rijk geïllustreerd boek Over de Reest. Dit boeiende boek vertelt de geschiedenis van dit bijzondere, bijna nog onaangetaste riviertje op de grens van Drenthe en Overijssel. Prachtige boerderijen, stijlvolle erven en een ongeëvenaard landschap zijn de belangrijkste ingrediënten van het boek. Met de bestelkaart in dit blad kunnen begunstigers van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ het boek eenmalig voor de speciale ledenprijs van _ 14,95 bestellen (normaal _ 16,95). De verzending is kosteloos.

Maatschappij van •Weldadigheid Op 22 november 2001 hebben de besturen van de Maatschappij van Weldadigheid en ‘Het Drentse Landschap’ in het prachtige Huize Westerbeek te Frederiksoord kennis met elkaar gemaakt. Als goede buren, onze eigendommen grenzen op veel plaatsen rond Doldersum aan elkaar, bestond de wens om na te gaan hoe we elkaar zouden kunnen versterken. Zowel in de dagelijkse gang van zaken als ook voor wat betreft de toekomstige ontwikkelingen. De Maatschappij is eigenaar en beheerder van circa 1300 ha cultuurland en bos, waarop zich tevens zo’n 60 veelal monumentale gebouwen bevinden. Vanouds is zij nadrukkelijk actief rond Frederiksoord, in Zuidwest-Drenthe. Samen met de Stichting wil zij zich gaan inzetten voor het behoud van Veenhuizen. Als stichter van deze kolonie voelt de Maatschappij het als een opdracht om samen met de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ dit erfgoed te behouden.


Berichten

31

•HetNatuuroffensief Kabinet heeft besloten om voor dit jaar zo’n 175 miljoen gulden extra uit te trekken voor een stukje intensivering van het natuur- en landschapsbeleid. Zij geeft hiermee gevolg aan een motie van die strekking die in september 2000 kamerbrede steun genoot. De georganiseerde natuurbescherming heeft vervolgens in 2001 voortdurend in haar actie “Nederland Natuurlijk” gehamerd op de noodzaak om meer inspanningen op het vlak van het natuurbehoud te plegen. Gestegen grondprijzen, gebrek aan grondmobiliteit, de nog steeds bestaande milieudruk maken behoud van biodiversiteit en het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur voor 2015 meer en meer een illusie. Het is in dit licht zeer verheugend dat staatssecretaris G. Faber van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de natuur een flinke impuls geeft. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ is zeer ingenomen met deze steun.

Opening Het Orvelte dagboek

Op 26 maart wordt de multimediavoorstelling ‘Het Orvelte Dagboek’ in Orvelte geopend door de gedeputeerden mevrouw M. Brink-Massier en de heer J. Dijks. De voorstelling geeft op een spectaculaire manier een beeld van het ontstaan van het Drentse landschap en hoe de mens met dit landschap is omgegaan om te kunnen overleven. De voorstelling gaat over de rangen en standen in het dorp zo’n 100 jaar geleden, over de economie van de schaapskudde, over het wonen in een plaggenhut, maar ook over de ijstijd en de hunebedbouwers. De eerste boeren en hun inspanningen om de heidegrond vruchtbaar te maken… De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft met veel steun van de Stichting Doen en daarmee de Nationale Postcode Loterij, sinds mei 1999 het beheer van vele gebouwen in Orvelte onder haar hoede genomen. Sindsdien is er hard gewerkt om de cultuurhistorische en toeristische kwaliteiten van het dorp op een hoger niveau te tillen. De multimediavoorstelling vormt hiervan een belangrijk onderdeel. De samenstelling, regie en productie van de presentatie was in handen van JBF Multi Media Communicatie uit Groningen. Ze werden bijgestaan door de bedrijven Lichtpunt en Provision uit Groningen. Louise Caspers uit dezelfde plaats was verantwoordelijk voor de visuele presentaties. De productie van Het Orvelte Dagboek is mede mogelijk gemaakt door medefinanciering van Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), Gemeente Midden-Drenthe, Nationale Postcode Loterij, Provincie Drenthe en Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Het Orvelte Dagboek is te zien in het Ottenhoes, de boerderij naast het informatiecentrum van Orvelte. Toegangskaarten zijn verkrijgbaar in het informatiecentrum, Dorpsstraat 3 in Orvelte. Het kaartje geeft tevens toegang tot de stijlkamers en een boeiende diavoorstelling over oude ambachten in Orvelte. De voorstelling is van 1 april tot 1 november dagelijks te zien tussen 10.00 en 17.00 uur.


32

Berichten Nationaal Museum Weekend zaterdag 13 en zondag 14 april

Speurtocht naar het Drenthe van vroeger De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ organiseert samen met het Drents Archief, Drents Museum en het Verzetsmuseum speciaal voor kinderen een kennismakingsrondje langs de vier instellingen die in het hart van de Drentse hoofdstad binnen een aantal vierkante meters vlakbij elkaar gelegen zijn. Door middel van een opdrachten ontdekken de kinderen wat deze vier instellingen te bieden hebben. Bij het goed uitvoeren van de opdracht verdienen ze een stempel. Wie alle stempels heeft, krijgt een leuke verrassing.

‘Bescherm de natuur en geniet’ is het motto van Biotopia, het paviljoen van tien natuurbeschermende organisaties op de Floriade 2002. Op 1000 vierkante meter is een indrukwekkende presentatie verrezen die bezoekers voert langs de vele

Bij de Stichting ‘Het Drents Landschap’ krijgen de kinderen de opdracht om aantal doe-activiteiten uit te voeren. In het museum moeten ze opdrachten doen die ze door het hele museum heen leidt. Zo ‘ontdekken’ ze allerlei leuke plekjes van het museum.

facetten van de natuur. Bezoekers krijgen antwoord op de vraag ‘Wat maakt onze aarde zo uniek’ en worden zich bewust van de grotere verbanden zowel nationaal als internationaal. Tijdens de ontdekkings-

Drents Museum

2 1

Drents Archief

3

Het Drentse Landschap

4

Verzetsmuseum

Het landelijke thema voor het weekend is ‘De kunst van het genieten’. Kinderen kunnen van 13.00 tot 17.00 uur gratis meedoen aan de speurtocht. De opdrachtenboekjes zijn onder meer verkrijgbaar bij het rentambt op de Kloosterstraat 5 in Assen. Ook is gedurende het museumweekend de entree voor het Drents museum gratis!

tocht maken bezoekers op een spannende wijze kennis met de natuur. Zij zien het water stijgen en dalen, horen het gevaar, voelen de zompige bodem van het wad en vliegen mee met een de vogels. Om Biotopia heen loopt een natuurpad van ruim een kilometer. Het pad kronkelt door drie landschapstypen; een laagveenmoeras, bos en duingebied. Dagelijks worden er door ervaren gidsen excursies gegeven. De Nationale Postcode Loterij maakt de inzending Biotopia op de Floriade 2002 mogelijk De Nationale Postcode Loterij steunt

2

1

40 organisaties op het gebied van

(foto: Aerophoto Eelde

1

mens en natuur onder het motto ëbijdragen aan een schonere en rechtvaardige wereldí. In dat kader is de Postcode Loterij natuur- en milieufounder van Floriade 2002. Daarnaast financiert ze twee inzendingen op het 65 hectare grote park: 4 3

in samenwerking met de 10 natuurorganisaties de natuurinzending Biotopia en in samenwerking met Stichting DOEN milieu-inzending Terra Futura. Voor meer informatie: www.biotopia-floriade.nl


Berichten

33

In de afgelopen periode werden drie totaal verschillende boerderijen aangekocht: de historische boerderij Kamps, een intensief veehouderijbedrijf te Stuifzand en de gronden van een melkveehouderij in De Groeve. Met de aankoop van de historische boerderij Kamps is een langgekoesterde wens van de Stichting in vervulling gegaan. Dankzij subsidie van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) en de Provincie kon deze aankoop worden gerealiseerd. Deze boerderij mag in historische zin als één van de belangrijkste in Drenthe worden beschouwd. De boerderij werd in de 17e eeuw al genoemd en volgens sommige bronnen zou in de 14e eeuw al een boerderij op deze plek hebben gestaan. De oude voorgevel met vakwerk is gedeeltelijk opgebouwd uit kloostermoppen en lijkt een relatie te hebben met het klooster Maria in Campis. Voordat een restauratieplan voor de boerderij wordt opgesteld, zal er een (bouw)historisch onderzoek worden gedaan. Zodra dit is afgerond, zal in het kwartaalblad uitgebreid aandacht worden besteed aan deze prachtige boerderij. Een boerderij met een geheel ander karakter werd aangekocht nabij het Oude Diep/ Amshoff’s Bosch. Hier kon een intensief veehouderijbedrijf (varkenshouderij) worden aan-

gekocht met een perceel van 2,26 ha., aan drie zijden omringd door gronden van de Stichting. Sanering van dit bedrijf was, vanwege landschappelijk storende gebouwen en de problematische milieusituatie, van groot belang. De varkensstal wordt afgebroken en de boerderij zal met 0,25 ha. weer worden verkocht. Over de verkoop van dit prachtig gelegen boerderijtje treft u elders in dit kwartaalblad meer informatie aan. In het kader van het Hunzeproject kon ruim 29 ha. worden aangekocht nabij De Groeve. Deze bedrijfsverplaatsing van de familie Boxen naar Eeserveen is uitgebreid in de publiciteit geweest. De gemeente Tynaarlo en de Stichting hebben gezamenlijk plannen ontwikkeld voor De Groeve. Dorpsuitbreiding zal worden gecombineerd met natuurontwikkeling langs het Zuidlaardermeer. Daarmee wordt een eerste aanzet gegeven tot natuurontwikkeling aan de Drentse zijde van dit meer, zodat het Zuidlaardermeer en het Hunzedal op termijn een aaneengesloten natuurgebied kunnen gaan vormen. De partijen hebben bij de planvorming veel steun ondervonden van de Provincie Drenthe. Dankzij de grote inzet van de Dienst Landelijk Gebied (Ministerie van LNV) en de familie Boxen kon de bedrijfsverplaatsing uiteindelijk worden gerealiseerd.

foto: Joop van de Merbel

Aankopen

De boerderij ‘Kamps’

Hieronder een overzicht van de belangrijkste aankopen in de afgelopen periode. Uffelter Binnenveld – 0,13.69 ha. waterschapsleiding; deze zal worden gedempt. Smilder Oosterveld – 0,14.25 ha. waterschapsleiding; deze zal worden gedempt. Doldersummerveld – 5,93.92 ha. cultuurgrond aan de noordzijde van het recreatieterrein de “Roompol”. Hunzedal – 29,41.75 ha. cultuurgrond nabij De Groeve. Reestdal – 2,55.70 ha. grasland en Reestland. Vossenberg – 1,30 ha. veen en water in het Taaiveen, tussen Spier en Wijster. Dalerpeel – 1,39.10 bos nabij de Boerdijk. Kampsheide – 0,79.19 ha. de historische boerderij Kamps met bijbehorend cultuurland. Boerenveensche Plassen – 2,26.00 ha. varkensbedrijf met cultuurland, een enclave tussen het beekdal van het Oude Diep en het Landgoed “Amshoff’s Bosch”.


34

Agenda

Agenda

Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft. Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranjekanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten moet een verrekijker meenemen! Schaapskudde Hijkerveld De kudde vertrekt met de herder om 09.30 uur naar de heide en komt om 16.30 uur terug bij de kooi. De schaapskooi is te bereiken vanaf het dorp Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes.

Archief HDL

Algemeen

De Hunze

Informatiecentra De Blinkerd Vamweg te Wijster • Open het gehele seizoen van 10.00 tot 19.00 uur

’t Ende in de Stapel Stapelerweg 20, 7957 NB De Wijk Openingstijden: • Van 6 maart tot en met 2 juni op: woensdag- en vrijdagmiddag van 13.00-17.00 uur zaterdag en zondag van 11.00-17.00 uur • Juni tot en met 1 november dagelijks geopend van 10.00-17.00 uur. Multimediavoorstelling Orvelte Dorpsstraat 3 in Orvelte

Het Orvelte Dagboek is van 1 april tot 1 november dagelijks te zien tussen 10.00 en 17.00 uur.

Voor alle activiteiten geldt dat honden helaas niet mee mogen; ook niet aangelijnd!

za. 30 maart 10.00 uur Open dag op Rheebruggen. Vanaf 10.00 uur staan de deuren van onze beheersboerderij open. Medewerkers van de Stichting vertellen u graag over dit bedrijf. Om 14.00 uur is er een lentewandeling over het landgoed. Start: bij de beheersboerderij, Rheebruggen 8 in Ansen. za. 6 apr. 14.00 uur Lente op landgoed De Havixhorst en landgoed Dickninge. Een prachtige wandeling over twee oude landgoederen aan de Reest. Start: parkeerplaats van De Havixhorst aan de Schiphorsterweg bij De Wijk. za. 13 apr. 14.00 uur Voorjaarswandeling over De Wildenberg. Een tocht over het heide- en stuifzandgebied nabij de Reest. Start: bij het bezoekerscentrum De Wheem van Landschap Overijssel te Oud-Avereest. zo. 14 apr. 07.00 uur Vroege vogels in het Hunzedal. Met een vogeldeskundige op pad langs het beekdal van de Hunze. Start: bij het informatiepaneel aan de Elzenmaat tussen Eexterveen en Eextermade. Advies: laarzen aan.

zo. 14 apr. 14.00 uur De Kleibosch in de lente. Op zoek naar potklei uit de ijstijd. Start: bij de boerderij Tichelwerk, Moleneind 4 in Foxwolde. zo. 21 apr. 14.00 uur De natuur bij Kampsheide ontwaakt uit de winterslaap. Gidsen laten de voorjaarsperikelen van plant en dier zien. Start: bij het informatiepaneel aan het G.A.M. van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo. ma. 22 apr. 19.00 uur Vogels observeren op het Doldersummerveld. Op zoek naar Kwartels, Paapjes en Veldleeuweriken. Start: bij café Jachtlust aan de Brink in Doldersum. zo. 28 apr. 11.00 uur Wandeling langs de Boerenveensche Plassen. Plassen, plassen en nog eens plassen…: een paradijs voor waterdieren en -planten. Start: achter de Hervormde kerk die ligt aan de weg van Pesse naar Stuifzand.


Agenda

do. 9 mei 07.00 uur Op zoek naar de parels van de natuur. Dauwtrappen tussen de schapen en de Schotse hooglanders op het Groote Zand. Start: op de parkeerplaats van camping ‘Het Grote Zand’, gelegen aan de weg van Hooghalen naar Amen, vlakbij Hooghalen.

di. 30 apr. 14.00 uur De zandheren van Drouwen. De gidsen nemen u mee naar de tijd van de zandheren van het Drouwenerzand. Start: voor de receptie van bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterstraat 7, Drouwen. wo. 1 mei 14.00 uur Demonstratie schapendrijven en kinderactiviteiten op het Hijkerveld. De scheper van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ wordt bij het schapendrijven bijgestaan door zijn Border Collies. Verder zijn er speciale activiteiten voor kinderen in de leeftijd van 4 - 12 jaar. Start: schaapskooi. De schaapskooi is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. zo. 5 mei 14.00 uur Sfeervolle wandeling Stapelerveld. Tijdens de excursie wordt ook een bezoek gebracht aan de roekententoonstelling (zie voor meer informatie pagina 24) Start: informatiecentrum ’t Ende, Stapelerweg 20 te De Stapel (bij De Wijk).

di. 14 mei 20.00 uur Dialezing over Boomkikkers. Aansluitende aan de dialezing wordt een excursie over De Wildenberg gegeven. Start: in het bezoekerscentrum De Wheem van Landschap Overijssel te Oud-Avereest. do. 16 mei 21.00 uur Vleermuizenexcursie over Kampsheide. Met vleermuisfanaten en batdetectors op zoek naar deze mysterieuze nachtdieren. Start: bij het informatiepaneel aan het G.A.M. van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo. za. 25 mei vanaf 10.00 uur Nationale Afvaldag bij Essent Milieu te Wijster. Speciaal voor kinderen in de leeftijd van 4 - 12 jaar worden speurtochten georganiseerd. Start: de parkeerplaats van het informatiecentrum De Blinkerd bij de kiosk aan het VAM-kanaal, bereikbaar vanaf de weg WijsterDrijber. Volg de borden! zo. 26 mei 14.00 uur Wandeling over De Stroeten. De Stroeten: een beekdalletje in een waardevol esdorpenlandschap. Start: bij de protestantse kerk aan De Weem in Zweeloo.

wo. 29 mei 19.30 uur Over ijstijden en pingo’s. Een excursie waarin de gids in gaat op de ontstaansgeschiedenis van het Bongeveen. Start: de zuidelijke inrit van de zandweg rondom het Bongeveen. Het Bongeveen is te vinden door De Scheperijen in te rijden. Dit is de eerste zijweg naar rechts op de weg van Donderen naar Norg. zo. 2 juni 10.30 uur Fietsexcursie in het Hunzedal. Op de fiets worden enkele mooie plekjes aan de rivier de Hunze bezocht. Start: Café-restaurant ’t Keerpunt, Oostermoer 1 te Spijkerboor. Duur fietstocht: 2 uur. zo. 2 juni 14.00 uur De natuur in bloei. Een excursie over de Gasterse Duinen, een prachtig stuifzandgebied. Start: informatiebord op parkeerplaats aan de Oudemolenseweg te Gasteren. za. 8 juni 14.00 uur Wandeling over de Dalerpeel. Een excursie in een verveningsgebied, waarin ‘turf, jenever en achterdocht’ nog steeds tastbaar zijn. Start: bij de rode veldschuur aan de Steigerwijk, één kilometer ten oosten van Dalerend. zo. 9 juni 14.00 uur Natuurontwikkeling en begrazing in en nabij De Kleibosch. De gids laat de deelnemers zien wat de rol van schapen en koeien is bij de ontwikkeling van natuurgebieden. Start: bij de boerderij Tichelwerk, Moleneind 4 in Foxwolde.

za. 15 juni 14.00 uur Wandeling rond het informatiecentrum ’t Ende. Een bezoek aan de gerestaureerde boerderij ’t Ende aan de Reest en haar omgeving. Start: informatiecentrum ’t Ende, Stapelerweg 20 te De Stapel (bij De Wijk). zo. 16 juni 14.00 uur Weidevogels en vegetatie van het Schrapveen. Met de kijker op zoek naar ronddartelende weidevogels. Start: bij pompgemaal bij de driesprong Nolderweg-Schrapveen (1 km ten zuiden van Linde). zo. 23 juni 14.00 uur Sporen uit de Tweede Wereldoorlog op het Uffelter Binnenveld. Een wandeling naar de zichtbare overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog. Start: parkeerplaats aan de Markegenotenweg (een zijweg van weg Uffelte-Havelte). wo. 26 juni 10.00-16.00 uur Demonstratie schapenscheren en kinderactiviteiten op het Hijkerveld. Op deze dag worden enkele Schoonebeker heideschapen geschoren. Tevens zijn er speciale activiteiten voor kinderen in de leeftijd van 4 - 12 jaar. Start: De schaapskooi is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. zo. 30 juni 10.30 uur ‘Levend’ stuifzand op het Orvelterzand. Start: de picknickplaats van het Staatsbosbeheer. Vanaf Orvelte de Orvelterbrug over en vervolgens rechtsaf langs Oranjekanaal rijden. Eerste weg links en na ongeveer 500 meter aan de linkerkant.

35



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.