Kwartaalblad nr.36

Page 1

Kwartaalblad dec. 2002 no. 36

Lemferdinge

36


Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap

Uitgave Stichting ‘Het Drentse Landschap’ Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962

3

Kom er even voor zitten

Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Prepress Von Hebel bv, Groningen Lithografie Arfo Colortechnics, Groningen Druk en afwerking Boom Pers Drukkerijen BV, Meppel

— bestuursberichten 4

De motte Borgbarchien

— terreinbeschrijving Wijnand van der Sanden 9 10

NPL Reis door onbekend natuurgebied

— reisverslag Eric van der Bilt 14

De Kolgans

— flora en fauna Geert de Vries 16

Aankopen

18

WMD

19

Doldersummerveld

— wandelroute Bertus Boivin/Eric van der Bilt 23

Scheper, schapen, schepershuis

— documentaire Hester Postma/Daniël Nijenhuis 26

Blauwe Reiger

— flora en fauna Joan D.D. Hofman 28

Kortweg

— berichten 37

Gedicht

38

Agenda

Omslag Lemferdinge (John Stoel) ISSN 1380-3263 Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het geeft informatie over de terreinbezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– . Als u ‘Het Drentse Landschap’ extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Periodieke gift In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële acte toezegt. Voor bijdragen van € 50,– en hoger per jaar regelt en betaalt de Stichting de acte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van ‘Het Drentse Landschap’. Andere giften Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60,– te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. ‘Het Drentse Landschap’ is voor schenkingen binnen twee jaar tot in totaal € 3999,– (voor 2002) vrijgesteld van schenkingsrecht. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag. Legaten of erfstellingen Tot een bedrag van € 7996,– (voor 2002) is ‘Het Drentse Landschap’ geen successierechten verschuldigd. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag.


Bestuursberichten

3

Kom er even voor zitten In de troonrede van dit jaar kwamen sinds lange tijd, de woorden natuur, milieu en landschap in het geheel niet meer voor. Hoewel ik natuurlijk wel even afgeleid geweest kan zijn door de verbijsterende hoedjes en de mooie japon van Maxima. Maar ik vrees dat dat niet het geval was, want de rijksbegroting 2003 maakte duidelijk dat het kabinet van de vier aangekondigde aandachtspunten: veiligheid, gezondheidszorg, onderwijs en duurzaamheid, uitgerekend de duurzaamheid heeft laten vallen. Het leek of de regering de natuur gewoon vergeten was. Helaas niet waar het om bezuinigingen ging. De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij wond er geen doekjes om. Bezuinigingen? Ja. Hoe?

Door minder natuur aan te kopen. Waar de vorige regering nog extra geld uittrok voor de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), een door het hele land lopende aaneengesloten strook natuurgebieden, leek voor dit kabinet de EHS nauwelijks meer van belang te zijn. Sterker nog: op 1 oktober kreeg de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ de mededeling dat het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij met onmiddellijke ingang voor dit jaar een aankoopverbod instelde voor alle natuurbeschermingsorganisaties. Kan en mag een overheid haar eigen lange termijn beleid zomaar ineens, zonder voorafgaande waarschuwingen, onderuit halen? Dat wekt toch sterk de indruk van onbehoorlijk bestuur.

Deze regering is echter inmiddels gevallen. De stekker is eruit getrokken. Hopelijk gebeurt dit laatste ook met een aantal even drastische als dramatische beslissingen die in slechts 87 dagen genomen zijn! De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zal haar uiterste best doen om dat te bewerkstelligen. We rekenen daarbij uiteraard op uw steun.

Aleid Rensen Voorzitter Stichting ‘Het Drentse Landschap’


4

Archeologie Een geoefend oog kan overal in het Drentse landschap opmerkelijke aarden heuvels waarnemen. Sommige van die heuvels liggen er eenzaam bij, andere maken deel uit van een kleinere of grotere groep. Meestal gaat het om prehistorische grafheuvels, heuvels waarin of waaronder doden zijn bijgezet. Een klein aantal heuvels – ze zijn te tellen op de vingers van één hand – heeft echter niets met het dodenbestel uit de steentijd, bronstijd en ijzertijd te maken. We hebben het dan over de laatmiddeleeuwse mottes (de naam komt van het Latijnse woord mota, wat opgeworpen heuvel betekent). In de zuidelijke helft van Drenthe zijn er nog drie zichtbaar: de Klinkenberg bij Gees (gem. Coevorden), de Wittesheuvel nabij Wittelte en het Borgbarchien bij Rheebruggen (beide gem. Westerveld). De laatstgenoemde heuvel staat centraal in deze bijdrage.

Wijnand van der Sanden*

De motte Borgbarchien

foto: Jaap de Vries

Landgoed Rheebruggen

In de Nederlandse archeologie wordt een motte gedefinieerd als een kunstmatige heuvel met een regelmatige vorm en steile zijden, (meestal) door een gracht omgeven en vaak vergezeld van een wat lagere ‘voorburcht’. Mottes zijn opgeworpen in de 11de –13de eeuw en hangen nauw samen met de opkomst van lokale en regionale machthebbers. Op de heuvel stond een toren of borstwering van hout of steen. Hier kon de eigenaar zich in tijden van gevaar terugtrekken. Mottes vinden we niet alleen in heel Nederland – van de ‘vliedbergen’ in Zeeland tot de ‘Hege Wieren’ in Friesland – maar ook elders in Europa. Het verspreidingsgebied loopt van Ierland tot Hongarije en van Denemarken tot ZuidItalië. In het buitenland is de heuvel niet altijd kunstmatig tot stand gekomen, maar is soms ook gebruik gemaakt van bestaande, natuurlijke hoogten. Sommige mottes groeiden uit tot echte kastelen, andere werden op een gegeven moment verlaten en overgeleverd aan de elementen. In Drenthe heeft alleen de motte van Coevorden zich tot een echt kasteel ontwikkeld. Het Borgbarchien, maar ook de Klinkenberg en de Wittesheuvel horen bij de tweede groep, die van de ‘gefrustreerde’ kastelen; de Waterburcht bij Eelde valt eveneens in deze categorie. De afgelopen jaren hebben de Drentse mottes wat meer aandacht gekregen. Zo ook de middeleeuwse heuvel die in bezit is van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’, het Borgbarchien, gelegen in het zuidelijke deel van het Landgoed Rheebruggen. Op dit landgoed stond ooit een havezathe. De geschiedenis van Rheebruggen gaat terug tot in ieder geval de 15de eeuw. In die tijd was er echter nog geen sprake van een havezathe maar van een hofstede.

foto: Jan Winters

Versterkte heuvels


RHEEBRUGGEN

Bij een verdwenen middeleeuwse toren Omdat vaste gegevens ons ontbraken, – legende leidraad werd op onze tocht – heb ik een kleine heuvel opgezocht, waar eens, op ’t knooppunt van de wegen, – de strenge wachters hielden onraad tegen – een middeleeuwse toren boven ’t land uitstak. Toen ik daar stond, rondom de stille bomen, Is de verbeelding aan de macht gekomen. Ik zag een harnas en een lange, sterke hand, Die heen en weer bewoog boven ’t argeloze land. Gerard Nijenhuis


Een kijkje in een van de proefsleuven door de gracht van het Borchbargien (2002)

Archeologie

Pas vanaf 1560, het jaar waarin Roelof van den Clooster op de landsdag door Ridderschap en Eigenerfden als riddermatige wordt aanvaard, mag het huis Rheebruggen zich tot de havezathen rekenen. Op dat moment was het Borgbarchien, dat ca. 400 m ten zuiden van de havezathe lag, al eeuwen buiten gebruik. De oude heuvel heeft echter de eeuwen overleefd, terwijl de havezathe geheel van de aardbodem verdwenen is.

geheel. We weten niet wie de bouwheer was en ook niet wie na hem de heuvel allemaal in handen hebben gehad. De namen Lichtenberch en Van Ansen zijn met het Borgbarchien in verband gebracht, waarbij de laatstgenoemde familie over de beste papieren lijkt te beschikken. Maar, zoals gezegd, zekerheid hierover ontbreekt ten enenmale. Archeologische vondsten zijn er in het verleden niet gedaan, althans niet voorzover bekend.

Een heuvel in een dal

Het eerste onderzoek

Het ca. 3 m hoge, met bomen en struiken begroeide Borgbarchien – de naam is zeker niet de oorspronkelijke – heeft een omvang van ongeveer 30 x 25 m; de hellingen zijn steil en de top is relatief vlak. Rondom de heuvel is een ruim 20 m brede depressie waarneembaar. Landschappelijk gezien ligt hij in een breed beekdal, waarin nu nog slechts een smal beekje stroomt, de Scheidgruppe. Dit stroompje ligt aan de oostkant van de heuvel. De motte ligt niet ver van de oude weg Ruinen – Steenwijk. Historische informatie over de motte ontbreekt nagenoeg

In 1998 gaf de Provincie het archeologisch adviesbureau RAAP de opdracht om door middel van non-destructief onderzoek nadere informatie over het Borgbarchien en zijn directe omgeving te verzamelen. Er werden hoogtemetingen verricht, grondboringen gezet en weerstandsmetingen uitgevoerd. Een van de conclusies van het onderzoek was dat de (thans geheel opgevulde) gracht oorspronkelijk 17,5 tot 25 m breed was en een maximale diepte van 2,4 m had. Omdat de vulling van de gracht bestaat uit beekafzettingen, concludeerde RAAP dat hij opgevuld moet zijn door de Scheidgrupppe, die oorspronkelijk misschien langs de westen noordzijde van de motte stroomde. Het is dan ook aannemelijk dat bij de bouw van de motte een deel van de Scheidgruppe als gracht in gebruik is genomen en dat het resterende deel van de gracht kunstmatig tot stand is gekomen. Aanwijzingen voor steenbouw op de heuvel werden niet aangetroffen, wat er vermoedelijk op duidt dat er van houtbouw sprake zal zijn geweest (de veldkeien die op de top van de heuvel zijn aangetroffen, zouden hooguit iets te maken kunnen hebben met de fundering van het veronderstelde houten bouwwerk). Evenmin zijn er sporen van een voorburcht aangetroffen, zoals we die wel kennen van de 25 km naar het zuidoosten gelegen Klinkenberg (die voorburcht stond bekend onder de naam ‘Keutershoogte’). Graven in de gracht

foto: Jaap de Vries

6

Tijdens het onderzoek van RAAP werden slechts enkele laatmiddeleeuwse scherfjes kogelpotaardewerk ontdekt. Om een nog betere grip op de datering van het monument te krijgen – en tevens inzicht in de conserveringstoestand van het in de grachtvullingen aanwezige organische materiaal – werden in het voorjaar van 2002 door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek enkele sleuven door


Archeologie

de gracht gegraven. Deze proefsleuven bevestigden de conclusie van RAAP dat gracht en Scheidgruppe met elkaar in verbinding stonden. De opgraver neemt aan dat de heuvel is opgeworpen met materiaal dat vrijkwam bij het graven van de gracht en het verbreden en uitdiepen van het beekje. De motte zelf – zo leerde de inspectie van een aantal door schatgravers gegraven putjes in de top van de heuvel – is in twee fasen tot stand gekomen. De eerste fase bestaat uit een 2,5 m dik zand- en kleipakket, van fase twee zijn nog enkele tientallen centimeters over (hoeveel er van die ophogingslaag verdwenen is, is niet bekend). Uit een van de putjes kwam nog een scherfje te voorschijn dat in de 11de-12de eeuw gedateerd kan worden. De opgraver trof in de gracht voornamelijk hout aan: boomstammen, takken, resten van beschoeiingen en zelfs constructiehout, wellicht afkomstig van het bouwwerk dat ooit op de heuvel stond. Een verrassing was de ijzeren bijl die met behulp van een metaaldetector in een kleilaag werd ontdekt. De bijl heeft een bijna 30 cm lang blad, dat aan de bovenkant afgerond en aan de onderkant recht is. Dankzij

foto: Jaap de Vries

< De ijzeren bijl uit de gracht van het Borgbarchien. Datering: vermoedelijk 11de eeuw Detail van het tapijt van Bayeux (ca. 1070). De afbeelding toont gevechtshandelingen die zich bij een motte afspelen >

7

het feit dat er nog hout in de huls zit, kon vastgesteld worden dat de bijlsteel uit iepenhout vervaardigd is, een houtsoort die uitermate geschikt is voor dit doel. Of het om een kantrechtbijl of een gewone timmermansbijl gaat, is niet duidelijk, maar de opgraver vermoedt het laatste. Dit type bijl komt al voor in graven uit de vroege middeleeuwen. Afbeeldingen van dit soort bijlen vinden we ook in middeleeuwse handschriften, zoals de uit het midden van de 11de eeuw stammende codex aureus van Echternach en het vermaarde tapijt van Bayeux, dat rond 1070 vervaardigd is. Vermoedelijk dateert de bijl uit de gracht van het Borgbarchien uit dezelfde tijd als deze iconografische bronnen, met andere woorden uit de 11de eeuw. De informatie die door al deze onderzoeken vergaard is, leidt tot een aantal voorzichtige conclusies. Het ontbreken van een voorburcht en het spaarzame vondstmateriaal kunnen erop duiden dat de heuvel incidenteel bezet was, met andere woorden geen permanente woonfunctie had. De belangrijkste functie zal dan ook een defensieve geweest zijn, een plek waar de eigenaar zich kon verschansen in


8

Terreinbeschrijving

Archief HDL

Salomonszegel

geval van oorlogsdreiging. De eigenaar zal normaal elders gewoond hebben. Op de heuvel heeft waarschijnlijk een houten toren of een houtskelettoren met vakwerkwanden gestaan. Bouw en gebruik zullen zich in de 11de-12de eeuw hebben afgespeeld, maar ongetwijfeld niet de hele periode van 200 jaar hebben beslaan. Hoe hoog de heuvel oorspronkelijk geweest is, is niet meer te achterhalen. Van de al vaker genoemde Klinkenberg is bekend dat hij ooit 6 m hoog was (en de voorburcht 5 m). Het is niet erg waarschijnlijk dat het Borgbarchien ooit een dergelijke hoogte heeft gehad. Opknappen en beschermen

Na het onderzoek resten nog twee belangrijke stappen en die worden in het najaar van 2002 gezet. Stap een is het ‘opknappen’ van de heuvel, zodat hij beter zichtbaar zal zijn. De uitvoering hiervan ligt in handen van Landschapsbeheer Drenthe, de supervisie bij de provinciaal archeoloog en de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. De begroeiing op de top en de flanken – het gaat vooral om uitgegroeid hakhout van eik, berk, meidoorn en krent – zal sterk worden uitgedund. De zware beuk zal uiteraard gespaard blijven; wel zal deze boom, die een plakoksel heeft, preventief behandeld worden tegen het uitscheuren. De boompjes die wel mogen verdwijnen, zullen uiteraard niet worden gerooid – omdat dan de heuveltop aangetast wordt – maar op maaiveldhoogte worden afgezaagd. Verder zullen alle ingravingen gedicht en de flanken van de heuvel gefatsoeneerd worden, waarbij voorzichtig met de bodemvegetatie (Salomonszegel) omgesprongen zal worden. Het gaat al met al om relatief bescheiden ingrepen. Wat beslist niet zal gebeuren is het (gedeeltelijk) uitgraven van de gracht

om deze beter zichtbaar te maken. De opgraving heeft aangetoond dat de vulling zich direct onder de huidige bouwvoor bevindt en goed geconserveerde – dus wetenschappelijk waardevolle – organische resten bevat. Een logische vervolgstap is het wettelijk beschermen van het monument. Dat heeft geen gevolgen voor het normale beheer van de heuvel en zijn directe omgeving, wel voor de mogelijkheid om bepaalde ingrepen uit te voeren, zoals het ophogen of verlagen van het monument, het wijzigen van het grondwaterpeil en het dempen van depressies. Voor dat soort ingrepen is dan altijd toestemming van de minister van OC&W vereist (en die kan uiteraard ook zijn goedkeuring onthouden). Aan het beschermingsvoorstel wordt nu door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek gewerkt. Het wordt pas definitief als ook GS van Drenthe en B&W van Westerveld daarover positief geadviseerd hebben. Langs het zandpad dat ten westen van de motte loopt, zal een bord worden geplaatst met informatie over het bijzondere middeleeuwse monument. Daarna is het nog een kwestie van goed beheer. * Dr. W.A.B. van der Sanden is als provinciaal archeoloog werkzaam bij Drents Plateau.

Literatuur H.B.G. Schulte Lubberink 1999: Provincie Drenthe, de havezathe Rheebruggen en de motte Borgbarchien te Rheebruggen en de motte Klinkenberg te Gees; geofysisch onderzoek, RAAP-rapport 406. J. van Doesburg 2002: Waarderend archeologisch onderzoek rond de motte Borgbarchien, Rheebruggen (gem. Westerveld) en de motte Klinkenberg te Gees (gem. Coevorden), conceptversie ROB -rapport.


Natuur bloeit dankzij de

foto: Jaap de Vries

Met steun van de Nationale Postcode Loterij heeft de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ ook dit jaar weer ontzettend veel voor de natuur en cultuur in Drenthe kunnen doen. Bijvoorbeeld door nieuwe natuur te maken. Het is verbazingwekkend om te zien hoe veerkrachtig de natuur aan het werk gaat nadat het geronk van de bulldozer verdwenen is.

• • • •

De eerste zandhoop ligt er nog niet of er zitten al oeverzwaluwen in. De graafmachine is nog niet eens weg of kleine plevieren nemen luidkeels bezit van ’hun’ territorium. In een grote nieuwe slenk, waarvan nog maar moet blijken of het water erin zal blijven staan worden enkele weken na de aanleg al tiendoornige stekelbaarsjes gevangen. Raadselachtig waar ze zo snel vandaan komen. Zaden van heideplantjes, worden uit diepe slaap van vaak tientallen jaren gewekt. Sommige plantensoorten blijken tot dergelijke toverkunstjes in staat te zijn.

Het maken van nieuwe natuur betekent winst voor plant en dier. Maar u wint ook, want bij de Postcode Loterij maakt u elke maand kans op duizenden prijzen. Als u meedoet aan de Postcode Loterij wint u dus eigenlijk altijd. Pak die kans en geef zo de natuur en cultuur in Nederland extra steun.

Bel: 0900 - 300 1500 (35 cpm)


10

Excursie Italië roept vaak gedachten op over zaken als de Middellandse Zee, Romeinse ruïnes, Toscane en heerlijk eten. Maar zelden realiseren we ons dat Italië ook beschikt over uitgestrekte oppervlakten oernatuur in prachtige Nationale Parken. Met beren, wolven, lynxen, steenbokken en gemzen. Oernatuur zoals men in Europa slechts op een paar plekken tegenkomt. Het Abruzzo Nationaal Park in Midden-Italië is zo’n plek. En hoe kan men deze natuur beter leren kennen dan er doorheen te trekken.

Reis door onbekend Italiaans natuurgebied Eric van der Bilt*

Italiëgangers trekken vaak naar Toscane, wel eens het oudste cultuurlandschap van Europa genoemd. Gelukkig mag ook het aangrenzende Umbrië zich verheugen in een toenemende belangstelling. Het is een wat ruigere boerenstreek met een bosrijk heuvelland waar steeds vaker wolven en beren in doordringen. Ook in cultureel opzicht telt het gebied mee,

met name door de vele Middeleeuwse stadjes als Perugia, Spello, Spoleto en Assisi. Vergeven van oude kerken en steegjes met simpele, maar schilderachtige huizen. Alles overgoten met een Middeleeuws, christelijk sausje. Een plek die de bezoeker van Umbrië zeker niet mag missen is de veelkleurige vlakte van de Piano Grande. Met op de achtergrond het sprookjesachtige dorp

Monteluccia en het massief van de Monte Sibillini. Een adembenemend mooi landschap en een mooie introductie voor het berglandschap van de Abruzzen. De Apennijnen is een 30 tot 170 miljoen jaar oud gebergte dat als een ruggengraat loopt van Zuid-Italië tot aan de Po-vlakte. Het is vrijwel overal als bergrug herkenbaar met in Midden-

Archief HDL

Monte Lucia


Interview

11

Gems

Het Abruzzo Nationaal Park

Het park ligt in het hart van Italië, zo’n 200 km ten oosten van Rome en 150 km ten noorden van Napels. In 1872, het stichtingsjaar van het NoordAmerikaanse Yellowstone National Park als eerste in de wereld, werd in de Abruzzen een groot koninklijk jachtdomein gesticht. Bedoeld ter bescherming van jachtwild, zoals gems, beer en wolf. Nog steeds vormt dit domein het hart van het Nationale Park. Al in 1922 werden door particulieren de eerste stappen gezet tot oprichting van een Nationaal Park, hiertoe aangezet door de gemeenschap van het bergdorpje Opi. Dit initiatief werd een paar jaar later door de Italiaanse overheid beloond met een officiële status van beschermd gebied. Vanaf het begin was het beleid er niet alleen op gericht om de natuur te behouden, maar tevens moest de mens er er goed kunnen leven. Zowel in economische zin inzake het gebruik van het landschap, als in recreatieve en educatieve zin.

De bekende spanning tussen ecologie en economie. Groei

De 500 ha, ingebracht door de gemeenschap in het dorp Opi, is inmiddels uitgegroeid tot een parkoppervlakte van ruim 50.000 ha met daaromheen nog een beschermingszone van ruim 80.000 ha. Nergens mag gejaagd worden. Onder invloed van de slechte economische omstandigheden is een groot deel van de bevolking in de 20e eeuw weggetrokken. Mede daardoor vormt dit minst bevolkte deel van Italië het laatste toevluchtsoord voor de Abruzzen-gems, de Apennijnse wolf, de Lynx en de Bruine beer. Buiten de periode van 1958 tot 1969, toen er geen directie was en projectontwikkelaars een 7500 ha groot deel van het park nogal verminkt hebben door er lelijke hotels te bouwen en skihellingen aan te leggen, wordt het park op deskundige wijze bestuurd. Er werken zo’n 130 mensen, gesteund door 1000 vrijwilligers, die een onverwacht groot aantal informatieen bezoekerscentra, onderzoeksstations, studiecentra, hutten en kantoren exploiteren. De begroting bedraagt zo’n 4 miljoen euro, maar de 2 miljoen bezoekers per jaar geven het gebied een veel forsere economische impuls. Ecotoerisme en plattelandstoerisme vormen de grootste inkomstenbron van de Abruzzen. Rijk beukenbos

Het Abruzzo Nationaal Park met haar bergen, weiden, bossen, meren en rivieren kent een rijke flora en fauna. Er zijn maar liefst 1970 soorten hogere

Archief HDL

Italië indrukwekkende massieven van de Monte Sibillini, de Majella, Grand Sasso en natuurlijk het Abruzzo Nationaal Park. Hoewel de toppen nauwelijks tot 2500 meter reiken, maakt het gebergte een woeste en rotsachtige indruk. De Abruzzen bestaan uit kalksteen dat overal sporen draagt van de verwoestende werking van ijs en water. Hoewel het in Midden-Italië ligt kan er op de oosthellingen tot 1700 millimeter regen per jaar vallen. Hierdoor zijn de lagere zones beneden de 1800 meter onverwacht groen en weelderig en stromen er prachtige bergbeken en rivieren.

De Gemsenberg In het schilderachtige dorp Civitella Alfedena zijn nog resten van de pre-romeinse Italiaanse stammen de Marsi en de Samnieten te vinden. Het ligt prachtig op een heuveltop, met een weids uitzicht over het meer van Barrea waar de rivier de Sangro in uitstroomt. Het dorp draait op eco-toerisme en wordt momenteel helemaal gerestaureerd. Vanuit het plaatsje vertrekken ’s ochtends begeleide excursies naar de Gemzenberg. Duidelijk werd dat in het hele park de oude op schapenhouderij gebaseerde economie verdwenen is. Ook in de Abruzzen was sprake van transhumance (zie art. over de Extremadure in kwartaalblad 30, juni 2001). Schapen uit het hete zuiden werden vooral vanuit Foggia in het voorjaar naar de Abruzzen gedreven en keerden in de winter pas weer terug naar de laagvlakte. De miljoenen schapen zijn er niet meer en zullen ook niet meer terugkeren. Veel van de weiden zullen dus uiteindelijk met bos begroeid raken en weer tot wildernis worden. Na enige uren klimmen geraakten we boven de boomgrens op de top van de Gemzenberg. De naam was terecht want het stikte er werkelijk van de Gemzen. Van schuwe moeders met lammeren tot brutale mannetjes die brood uit onze handen vraten. Vervolgens ging de klim naar een refugio of berghut op de 2247 m hoge Monte Pedroso. Onderweg lagen vele wolvendrollen, die het territorium van het plaatselijke roedel afbakenden. In de refugio is de hele zomer een bergwacht aanwezig om stropen en ongewenste verstoring tegen te gaan. Een onvergetelijke excursie. Met vele gemzen, gentianen, crocussen en een onwaarschijnlijk zilverkleurig beukenbos.


12

Reisverslag Sulmona

Sulmona ligt iets ten noorden van het Abruzzo Nationaal Park. Het is de geboorteplaats van Ovidius, de Romeinse dichter die daar 43 jaar voor Chr. het levenslicht zag. De wat benauwde stad is gelegen in een blakerend dal met Florastoffige & fauna om zich heen imponerende bergmassieven. Pas bij Anversa, dorpjes, wordt het mooi. Het Wereld Natuur Fonds heeft op het einde van een kloof een bergstroompje gemaakt. Hier wordt de bevolking door educatie en met puur genieten de waarde van natuur en landschap bijgebracht. Klimmend langs het stroompje in een gloeiend hete kloof, beland je in het minuscule dorpje Castrovalva. Schilderachtig gelegen op een heuveltop. Ondernemende dorpelingen bieden daar prachtige erfgoedlogies aan. Het plattelandstoerisme is één van de nieuwe en hoopgevende Archief HDL

vormen van economie voor de lokale bevolking. In die zin zijn de ontwikkelingen in Drenthe daar heel erg mee te vergelijken. Grappig is dat er aan een muur in het Castrovalva

dorpje een litho uit 1930 hangt van de Nederlander Esscher. Hij heeft toen al het landschap van Castrovalva en Anversa prachtig vastgelegd. Vanuit Castrovalva vertrekt een afwisselende tocht verder de Abruzzen in. Na enige uren wandelen bereikten we een hoogte van ca. 1500 meter. Het beukenbos was hier verdwenen. In de diepte lag Scanno en links en rechts om ons heen de kale toppen van de Monte Genzana en de Montagna Grande. Een prachtig vergezicht. Via het deels door een lawine verwoeste en verlaten Vechio Fratura en begeleid door Vale gieren daalden we af naar Scanno. Weer een van die prachtige Italiaanse bergdorpen met een wirwar van steegjes en poorten. Vooral ’s avonds bruist het leven op straat. Scanno leent zich, al ligt het nog net buiten de grenzen van het Nationaal Park, uitstekend om er een paar dagen te blijven en stevige bergwandelingen te maken. Wijzelf beklommen de 2170 meter hoge Monte Genzana. Vanaf de kale top heeft men een onovertroffen uitzicht over de verschillende nabijgelegen bergmassieven van de Gran Sasso, Majella, Monte Sibillini en het Abruzzo Nationaal Park.

foto: Klaus Nigge/FN

een van die prachtige op heuveltoppen gelegen Italiaanse

Bruine beer

planten aangetroffen, waarvan sommige alleen in dit gebied groeien. In het voorjaar vormen de bos- en bergweiden een weelderige pracht met gentianen, irissen, orchideeën, crocussen en sleutelbloemen. Veruit de meest dominante vegetatie vormt het beukenbos dat hier tot ca. 1800 m hoogte kan groeien. Er zijn verder zo’n 25 andere soorten loofbomen aangetroffen. Hoog in de bergen zijn op een paar plaatsen nog ijstijdrelicten te vinden, zoals de Zwarte den en de Bergden. De kern van het park bestaat voor zo’n 60 procent uit beukenbos en voor zo’n 30 procent uit weiden. De grote betekenis van het park voor Europa is gelegen in de aanwezigheid van grote zoogdieren en vele vogelsoorten. Er zijn 300 broedvogelsoorten, waaronder Steenarend en Witrugspecht. Maar de grote zoogdieren maken toch de meeste indruk. Het symbool voor het park is niet voor niets de Italiaanse bruine beer, Ursus arctos marsicanus. Een kleine en veelal goedgehumeurde ondersoort van de Europese bruine beer. In het park leven momenteel een kleine 100 exemplaren die evenwel maar zelden te zien zijn. Krabsporen aan bomen zijn de meest voorkomende aanwijzing voor hun


Reisverslag

Oernatuur in de Abruzzen

er mede toe geleid dat ook de Apennijnse wolf, de Italiaanse ondersoort van de Grijze wolf, met zo’n 40 à 50 dieren aanwezig is. Zo’n 10 procent van de totale populatie. Naast de Wilde kat is sinds 1993 ook de Lynx spontaan in het park teruggekeerd. Er zijn zo’n 10 exemplaren aanwezig. De meeste van deze zoogdieren houden er een heimelijke levensstijl in de beukenbossen op na en men moet zich zeer veel moeite getroosten om ze te zien te krijgen. Europese oernatuur

Een wandeltocht dwars door het Abruzzo Nationaal Park is een feest voor iedereen die van bergen, zon, natuur en cultuur houdt. Er is zoveel te zien en te beleven dat het wandelen

geen moment verveelt. Alleen de zon maakt het soms zwaar. Het is prachtig om te zien dat de mensen van het park op zo’n zorgvuldige manier ons Europese erfgoed bewaken. En met verschrikkelijk veel visie, ook voor de lange termijn. Men streeft er onomwonden naar om de vele bergmassieven van de Apennijnen allemaal de status van Nationaal Park te geven. Waardoor één van de grootste natuurreservaten van Europa zou ontstaan. De primaire doelstelling is het ontwikkelen van een ongestoord bergecosysteem: vol met beren, wolven, gemzen, lynxen en arenden. Zo’n streven verdient onze steun. Door het te bezoeken kun je er op een hoogst aangename manier uiting aan geven.

* Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur/rentmeester van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

< Sangro bij Villetta de Barrea

Literatuur • Discovering the Abruzzo National Park 1997 ATS Italia Editrice. • Ontdek de jungle’s van Europa. WNF 2001, ISBN 90.215.999.88

Archief HDL

aanwezigheid. De vrouwtjes wegen zo’n 125 kilo, de mannetjes kunnen zo’n 350 kilo worden. In het park heeft men recent duizenden Wilde appels geplant. Zo hopen ze de dieren zoveel mogelijk binnen de grenzen te houden. In 1913 waren er minder dan 20 exemplaren van de Abruzzen-gems over. Een mooie en donkerder gekleurde ondersoort van de Gems. Inmiddels zijn er nu zo’n 500 à 600 in het park. Met succes worden er nog steeds groepjes dieren uitgezet in de aanliggende berggebieden. Een echt succesverhaal dus. In het park werden al in de zeventiger jaren met groot succes Ree en Edelhert uitgezet die nu populaties van 500 à 600 dieren vormen. De aanwezigheid van prooidieren heeft

13

Handige adressen • Abruzzo Nationaal Park hoofdkantoor Viale Tito Livio 12, 00136 Roma, tel. 06/35403331, fax 06/35403253 • SNP – wandelreizen, Postbus 1270, 6501 BG Nijmegen tel. 024-3277000, fax. 024-3277099, e-mail: info@snp.nl


Flora en fauna

De Kolgans Geert de Vries*

Wie eenmaal grote groepen ganzen heeft gezien en gehoord, wil elk jaar opnieuw dit typisch Nederlands schouwspel bewonderen. Nergens in Europa zijn ’s winters zoveel ganzen bij elkaar te vinden. Vooral de Kolgans komt veelvuldig voor. Deze overwinteraars zijn de laatste jaren spectaculair gestegen. Werden er dertig jaar geleden jaarlijks zo’n 40.000 geteld, nu zijn er ’s winters maar liefst een half miljoen van deze wintergasten in ons land.

foto’s: Geert de Vries

14

Kolganzen zijn trekvogels. Eind februari krijgen ze de kriebels in hun buik. Ze verlangen naar de toendra’s in Rusland en Siberië, maar liefst 3000 kilometer hier vandaan. In die periode zijn de koude toendra’s veranderd in een oase met veel mals gras. Een ideale plek voor Kolganzen om hun jongen groot te brengen. Als ‘onze’ Kolganzen op de toendra’s aankomen, is het gras soms nog bedekt met sneeuw. Dat geeft niet, want ze hebben in Nederland en tijdens de trektocht naar het noorden al zoveel gras gegeten dat ze er vet van zijn geworden. Dankzij dat vet kan het vrouwtje wel een maand op haar nest zitten zonder te eten. Zo blijven de eieren goed warm en worden niet gauw geroofd door vijanden. De jongen moeten uitkomen op het moment dat het gras gaat groeien. Begint het vrouwtje te vroeg met broeden, dan is er nog niet genoeg mals gras. De jongen gaan dan dood van de honger. Later gaan broeden is ook geen optie, want de jongen zijn dan

misschien niet op tijd vliegvlug om de ijzige poolwinter te kunnen ontvluchten. Eeuwige trouw

Ganzen sluiten een huwelijk voor het leven. Eenmaal aangekomen in het broedgebied moet er eerst worden gepaard. Soms moeten ze daarmee wachten tot er genoeg ijs is ontdooid. Ganzen kunnen namelijk alleen maar in het water paren. Het vrouwtje bouwt in haar eentje het nest. Ze legt 4 tot 6 eieren, die ze helemaal alleen uitbroedt. De jongen worden door pa en ma samen grootgebracht. In die tijd gaan de ouders ruien. Ganzen verliezen, net als eenden, in korte tijd al hun vleugelveren. Ze kunnen dan een maand niet vliegen. Als alles mee zit zijn de ouders en jongen tegelijk in staat om aan de lange reis naar Nederland te beginnen. In kleine groepjes komen de families in ons land aan. Het merendeel arriveert in de loop van december. De meeste Kolganzen brengen de winter in Friesland door, maar we zien


Flora en fauna

ze ook steeds vaker in Drenthe. Er verblijven hier tegenwoordig soms wel 20.000 exemplaren. Ze zijn vooral te zien in de omgeving van het Leekstermeer, het Zuidlaardermeer en het Hunzegebied. De Kolganzen blijven meestal de hele winter in hetzelfde gebied. Bij langdurige sneeuw trekken ze even naar het zuiden van ons land. Zodra de dooi echter invalt, komen ze weer terug. Woonwensen

Elk winterverblijf moet aan enkele eisen voldoen. Allereerst moet er genoeg voedsel zijn in de vorm van kort gras. Verder verlangen ze een ongestoorde maaltijd en een goede nachtrust. Daarom slapen Kolganzen

op het water, meestal op een meer. De slaapplaats mag niet verder dan zo’n 15 kilometer van het voedselgebied liggen. Kolganzen zijn echte graseters. Ze eten wel een halve kilo gras per dag. Driekwart van al het voedsel wordt binnen enkele uren al weer uitgepoept. Gras is namelijk moeilijk te verteren. Kolganzen eten dan ook graag kort en mals gras. Daarin zit meer voedsel. Bovendien kunnen ze lang gras niet goed naar binnen werken. Probeer maar eens met je handen op je rug een bord spaghetti leeg te eten. In de winter grazen ganzen niet alleen om hun honger te stillen. Ze moeten met dat gras ook vetreserves aanleggen. Die vet-

15

reserves dienen als brandstof voor de lange reis naar het hoge noorden. Bovendien heeft het vrouwtje dat vet nodig om eieren te vormen. Het is eigenlijk ongelooflijk dat het ei van een Kolgans op een Russische toendra voornamelijk het product is van de Nederlandse bodem.

De Grauwe gans heeft een rode snavel

Herkenning

De Rietgans heeft een donkere kop

Volwassen Kolganzen zijn onmiskenbaar te herkennen aan hun witte ‘kol’ en zwarte strepen op hun buik. Jonge Kolganzen missen deze kenmerken. Daarom worden ze ook vaak verward met Grauwe ganzen en Rietganzen. De Grauwe gans heeft echter een opvallende dikke rode snavel, terwijl de Rietgans een donkere kop heeft. Bij het bekijken van de wintergasten moeten we er dus voor zorgen dat ze hier ongestoord hun vetreserves kunnen opbouwen. Hoe zwaarder de ganzen in Siberië en Rusland aankomen, hoe groter de kans op een goed broedseizoen.

* G.W. de Vries, onderwijsconsulent voor natuur- en milieu-educatie, is lid van het algemeen bestuur van ‘Het Drentse Landschap’.

Kolganzen sluiten een huwelijk voor het leven en hebben elkaar veel te vertellen


16

Het Oude Diep

één geheel gaat vormen. Dan kunnen eindelijk de noodzakelijke werkzaamheden worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld het aanpassen van de waterhuishouding. Sommige aankopen worden pas gerealiseerd na een lang onderhandelingsproces. Met de verkopers bestaan soms al meer dan 10 jaar contacten. Aankopen is een zaak van lange adem en wederzijds vertrouwen tussen koper en verkoper. Wanneer een eigenaar wil

verkopen of grond wil ruilen moet de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ op dat moment slagvaardig kunnen handelen. De lijst met nieuwste aankopen laat zien is dat op deze manier keer op keer essentiële stappen kunnen worden gezet om de Ecologische Hoofdstructuur in Drenthe in te vullen. De aankopen uit de afgelopen periode: Doldersummerveld 5,65.45 ha. bouwland 0,43.48 ha. bos Reestdal 0,70.00 ha. grasland 1,26.90 ha. bouwland Oude Diep 1,98.20 ha. grasland Esbosjes Zuidwolde 0,49.55 ha. bos Hunzedal 3,65.60 ha. grasland 2,21.10 ha. bouwland 2,86.07 ha. grasland en weg 8,16.70 ha. bouwland Heidenheim 0,08.90 ha. veen Bosgebied Hollandsche Veld 1,78.70 ha. grasland

foto: Jaap de Vries

Aankopen

In de achterliggende periode konden weer een groot aantal bijzondere aankopen worden verricht. Eigenlijk is iedere aankoop bijzonder omdat bij ieder perceel een eigen verhaal hoort. De meeste aankopen staan niet op zichzelf, maar vaak gaat het om percelen die van groot belang zijn voor de rest van het reservaat. De legpuzzel wordt met iedere aankoop weer een stukje verder ingevuld, waardoor een reservaat op den duur

Rheebruggen 11,78.60 ha. bouwland 1,02.34 ha. zandwegen


17

Natuurbeleid in Drenthe Aankoopstop onderuit gehaald Het proces van het langzamerhand realiseren van beheerbare reservaten is abrupt onderbroken toen het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij eind september van de ene op de andere dag een aankoopstop voor grondverwerving instelde. Dit betekende ook voor de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ dat alle aankoop-onderhandelingen moesten worden afgebroken. Tot voor kort heeft de overheid, ook onder druk van de Tweede Kamer steeds nadrukkelijk laten weten dat in 2018 de Ecologische Hoofdstructuur (het samenhangende geheel van alle natuurgebieden) gerealiseerd moest zijn. Een slagvaardige samenwerking tussen de Rijksoverheid, de provincies en de particuliere natuurbescherming stond hierbij voorop. Dat het Ministerie van LNV vervolgens, zonder enige vorm van overleg “de stekker uit het stopcontact trekt” is door

de natuurbescherming dan ook vol onbegrip ontvangen. De aankoopstop geldt tot aan het einde van het jaar. Voor het volgend jaar is reeds aangekondigd dat er zeer fors bezuinigd zal moeten worden, waarbij het aankoopbudget gehalveerd is. De Minister heeft aangegeven dat hij natuurbeheer meer door boeren en particulieren wil laten uitvoeren. Dat zou positief zijn wanneer op deze wijze natuur- en landschapswaarden in landbouwgebieden worden ontwikkeld. Agrarisch natuurbeheer als bezuinigingsmiddel voor de Ecologische Hoofdstructuur is evenwel een vorm van boerenbedrog, zowel voor boeren als natuurbeschermers. Wanneer het Ministerie haar voornemen om het aankoopbudget te halveren daadwerkelijk zal uitvoeren, zal ook het beleid voor de Drentse natuur onderuit gehaald worden. De Minister lijkt

daarbij geen oog te hebben voor de dagelijkse praktijk tussen boeren en natuurbeschermers. Grondeigenaren, wiens gronden door de overheid zijn aangewezen als reservaat, mogen verwachten dat hun grond gekocht wordt op het moment dat zij daar aan toe zijn. In Drenthe is veel belangstelling voor kavelruilen, maar weinig of geen belangstelling voor agrarisch natuurbeheer. Agrarisch natuurbeheer waarvoor de bijbehorende middelen ook nog eens ontbreken. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ komt bij boeren in een onmogelijke positie. Het vertrouwen dat in jaren is opgebouwd kan niet in een transactie eindigen. Een jarenlang proces wordt van het ene op het andere moment verbroken. Het versnipperde grondbezit in Drenthe vraagt zowel voor de reservaten als de bestaande natuurgebieden om een adequaat aankoopbeleid. De goede traditie in Drenthe om gezamenlijk kavelruilen uit te werken om zowel de natuur als landbouw ontwikkelingsmogelijkheden te bieden, wordt met deze bezuinigingen vrijwel onmogelijk. Het beleid van de Provincie om via gebiedsgericht beleid kansen voor zowel natuur als landbouw te

benutten, zoals b.v. in het Hunzedal, wordt zinloos wanneer de overheid haar aankoopverplichtingen niet op een betrouwbare wijze nakomt. Het realiseren van gebiedsgericht beleid of de broodnodige ruimte bieden aan het water, wordt door het beleid van het gevallen kabinet onmogelijk gemaakt. Maar bovenal wordt met een dergelijk natuurbeleid de afname en achteruitgang van planten- en diersoorten niet tegengegaan. Dat is schrijnend omdat ook uit rapporten die in opdracht van de overheid worden gemaakt, zoals de Natuurbalans, blijkt dat natuurwaarden nog steeds achteruitgaan en dat alleen in natuurreservaten een positieve tendens waarneembaar is. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ hoopt dat de gezamenlijke provincies, de georganiseerde natuurbescherming maar ook verontruste burgers en de politieke partijen zullen helpen te voorkomen dat het natuur- en landschapsbeleid door het volgende kabinet alsnog om zeep wordt geholpen.


Waterwingebied Ruinerwold Het waterwingebied Ruinerwold is 11,5 hectare groot en ligt ten oosten van het gelijknamige dorpje. Even ten zuiden van het terrein ligt het beekdal van het riviertje Wold Aa. In zo’n overgangsgebied kunnen zich bijzondere planten ontwikkelen die kenmerkend zijn voor beekdalen. Op de droge delen ziet u plantensoorten zoals de Echte witbol, Veldzuring en Kamgras, terwijl op de lagere delen Geknikte vossenstaart en Fioringras voorkomt. De Waterleiding Maatschappij Drenthe (WMD) stimuleert de bloemenrijkdom door een aantal kruiden terug te brengen zoals Fluitekruid, Nagelkruid, Grote pimpernel, Koninginnekruid, Echte koekoeksbloem en Engelwortel.

Bos De bossen liggen op de zandgronden en bestaan grotendeels uit eiken en beuken en op de nattere gedeelten ziet u elzen en wilgen. In de toekomst wil de WMD meer licht in de bossen creĂŤren door selectief te kappen. Plantensoorten zoals Salomonszegel, Dalkruid en Wilde lijsterbes kunnen zich dan beter ontwikkelen. In deze bossen kunt u typische bosvogelsoorten tegenkomen, zoals de Grote bonte specht, Bosuil, Sperwer, Buizerd, Havik en de zaadetende vogelsoorten als de Pimpelmees, Spreeuw en de Vink. Nestkasten Verspreid over het gehele waterwingebied heeft de Stichting Vogelonderzoek Nederland (SOVON) tachtig nestkasten geplaatst. Elke week tellen en ringen vrijwilligers de vogels en hun jongen of eitjes. Zo is hier ook toename van de Bonte vliegenvanger vastgesteld.

IJskelder Vrij bijzonder is de oude ijskelder die zich in dit gebied bevindt. In deze ijskelder, een grote hut in het zand gegraven, bewaarde de boterfabriek de ijsblokken voor de koeling bij de boterfabricage. Dit begon rond 1900 en duurde tot de Eerste Wereldoorlog. Deze ijskelder vindt u aan de westzijde van de Koekangerweg. Sultansmeer De veenplas is 2,5 meter diep en ligt in een laagte die ontstaan is door verstuiving van zand aan het einde van de laatste ijstijd. De plas is later afgegraven voor de winning van veen en heeft ooit als ijsbaan gediend. Het is nu verpacht aan de visvereniging. Hierdoor en door

Deze pagina wordt verzorgd door NV Waterleidingmaatschappij Drenthe.

de diepte van 2,5 meter, is de ontwikkeling van vegetatie vrij beperkt. In het water of op haar nest langs de randen kan de Watersnip, een enkele Aalscholver of de Knobbelzwaan u nog verrassen tussen soorten als Kalmoes, Waterscheerling, Gele plomp en Waterzuring.

Wandelen De Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) deelt het natuurschoon in haar terreinen graag met u. Daarom zijn er diverse waterwingebieden toegankelijk voor wandelaars. De waterwingebieden inclusief de wandelroutes staan tevens beschreven op internet www.wmd.nl


Een eindje om met Het Drentse Landschap

Bertus Boivin / Eric van der Bilt

Wandelroute

19

foto: Joop van de Merbel

Het Doldersummerveld


Het Doldersummerveld

8

6

7

9 Er zijn in Drenthe nog maar een paar echt grote heidevelden over.

10

Het Doldersummerveld is er een van. Dat het veld er nog is, kun je bijna

5

toeval noemen. Toen de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ in 1967 het

4

ruim 400 hectare grote terrein wist aan te kopen, liepen er al brede af11

wateringssloten dwars over het veld om de ontginning voor te bereiden. Zover is het echter gelukkig nooit gekomen. Sindsdien ontwikkelde het

12

Doldersummerveld zich in dertig jaar tijd tot een van de waardevolste

2

vochtige heidevelden van Nederland. De wandelroute langs het veld is aangegeven met paaltjes met paarse koppen. 11 Loop vanaf de Huenderhoeve langs de weg richting Wateren.

slenk waarlangs het overtollige water

Links van de weg ligt het Doldersummer-

Vledder Aa afwaterde. Indertijd is de

veld van de Stichting Het Drentse

Vledder Aa net als de meeste andere

Landschap, rechts het Wapserveld van

Drentse beken rechtgetrokken. In het

Natuurmonumenten. Het zijn twee grote

Nationale Park proberen de natuur-

heidecomplexen die deel uitmaken van

organisaties de beek zijn natuurlijke

het Nationaal Park Drents-Friese Wold.

loop zoveel mogelijk terug te geven.

Om de vergrassing door met name het

Rechts van het pad ligt tussen de

Pijpenstrootje (in het Latijn Molinia) en

boompjes een oorlogsmonument op de

bosopslag tegen te gaan, worden beide

plaats waar de bezetter in september

velden begraasd door schapen en

1944 zes jonge Nederlanders fusilleerde.

runderen. In totaal is er zo’n 500 hectare

Als u een stukje langs het pad verder

omrasterd. Vanuit de schaapskooi naast

loopt komt u bij de Vledder Aa.

1 Start

15

van het Doldersummerveld richting © Topografische Dienst Emmen

13 16 14

Gentiaanblauwtje

de Huenderhoeve gaat de scheper vrijheideschapen het veld op. Hun belang-

4 Het paadje maakt een haakse bocht naar links. foto: Geert de Vries

wel dagelijks met zijn kudde Drentse rijkste taak is het om het gras tussen de hoeveelheden Pijpenstrootje die u met

5 U steekt de weg over en neemt het fietspad dat over het

name aan het begin van de wandeling

Doldersummerveld loopt. U kunt

zult zien, merkt u dat de kudde van

ook de zandweg rechts van het

scheper Homan zich de komende jaren

fietspad nemen.

niet hoeft te vervelen...

Lopend langs het Doldersummerveld zal

heidepollen weg te eten. Aan de

het u opvallen dat het veld geen vlak 2 Na ± 200 m. rechtsaf.

terrein is. Zandruggen en laagtes wisselen elkaar af. Met name op de nattere

3 U gaat linksaf over het gemaaide paadje en komt langs

stukken groeit nog veel Molinia. De

de brug.

de vergrassing hier krachtig aan. Op

De brug is in 2002 aangelegd in het

allerlei plaatsen langs het pad ziet u

kader van de plannen om het beekdal

stukken die tot op de bodem kaal

van de Vledder Aa te herstellen. Op

gemaaid zijn. Dit zogeheten diepmaaien

deze plaats lag in vroeger tijden een

is een goede en relatief goedkope

foto: Jan winters

Stichting Het Drentse Landschap pakt

3


Het Doldersummerveld Startpunt Aan de Huenderweg ligt vanuit Doldersum aan de rechterkant en vanuit Wateren links op huisnummer 1 de Huenderhoeve. Auto parkeren op de grote parkeerplaats bij het informatiepaneel. Lengte route

Honden Niet toegestaan vanwege de schapen en runderen.

7 km

Benodigde tijd

methode gebleken om de heide nieuwe

summerveld en de Stichting Het Drentse

kansen te geven. Ook worden regel-

Landschap kreeg de kans het veld te

matig stukken geplagd.

kopen. In de jaren daarna is ook de

Het pad over de hei lijkt regelrecht naar

Maatschappij van Weldadigheid zich zelf

de horizon te lopen. Hier proeft u nog

gaan ontwikkelen tot een organisatie

de sensatie van de ruimte en ‘leegte’ van

die natuur en natuurontwikkeling hoog

de heidevelden die tot in de twintigste

in het vaandel heeft.

eeuw een groot deel van Drenthe toen ontgonnen tot landbouwgrond en

7 Na een paar honderd meter neemt u het bospad rechtsaf.

productiebos. Ook een belangrijk deel

Het bos in het voormalig stuifzand-

van het veld hier is lange tijd met bos

gebied waar het pad door loopt, heeft

bedekt geweest. Aan het eind van het

zich in de loop van de tijd kunnen

pad ziet u nog een paar overblijvers.

ontwikkelen tot een ‘Drents bos’ met

Hier en daar steken nog stobben van

vele eiken, berken en elzen. Door een

omgehakte bomen boven de grond uit.

aantal jaren consequent te dunnen,

In totaal heeft de Stichting Het Drentse

kregen soorten die zich op de Drentse

Landschap in de loop van de jaren zo’n

bodem thuis voelen, voldoende licht,

tachtig hectare bos van het Dolder-

ruimte en voedsel om zich te

summerveld afgehaald.

ontwikkelen ten koste van de aan-

bedekten. De meeste Drentse hei werd

21/2 uur

Begaanbaarheid paden Doorgaans goed te belopen. De route is op de volgende manier ook met een rolstoel via verharde wegen te volgen: blijf tussen de punten 1 en 4 op de Huender-

Situatie A˚ 1850

weg, neem dan tussen de punten 4 en 5 en tussen 5 en 8 het fietspad, blijf bij 8 het fietspad volgen en ga vanaf punt 12 rechtdoor via Doldersum terug naar het startpunt.

Openbaar vervoer Arrivabuslijn Oosterwolde-Steenwijk nemen en op de halte Kerkweg in Boyl uitstappen. Daarna is het via de Doldersummerweg ongeveer 4 km lopen naar punt 12 in de route.

Regenwulp

geplante soorten. Een bos als dit maakt 6 Aan het eind van het veld gaat u linksaf. Hier ook weer

het de beheerder gemakkelijk, want hier hoef je zelf nauwelijks meer iets te doen.

heeft u de keuze de zandweg te nemen of het fietspad ernaast. Het pad draagt de fraaie naam Jongkindt

8 Aan het eind van het bospad gaat u linksaf het fietspad op.

Conincklaan. Het is genoemd naar de Coninck die in 1859 werd benoemd tot

9 Op de zes-sprong neemt u schuin linksaf het bospad dat de

directeur van de ‘vrije koloniën’ der

rand van het bos en het veld gaat

Maatschappij van Weldadigheid. Later

volgen. Eenmaal op het veld

zou hij de eerste directeur van de

versmalt het pad tot een

Rijkslandbouwschool in Wageningen

konijnenpaadje.

worden. Reeds in de tijd van Jongkindt

De Stichting Het Drentse Landschap

Coninck was de Maatschappij vanuit

heeft ervoor gezorgd dat het op het

Frederiksoord actief om grote delen van

Doldersummerveld steeds natter kon

Zuidwest-Drenthe te ontginnen. Ook

worden en dat de vergrassing op grote

het Doldersummerveld werd indertijd

delen van het veld werd teruggedrongen.

door de Maatschappij van Weldadigheid

In 1982, 1992 en 2002 heeft de

aangekocht met de bedoeling om het te

stichting de vegetatie van het veld

ontginnen.

nauwkeurig in kaart laten brengen. Uit

In de jaren zestig van de twintigste eeuw

de opeenvolgende onderzoeken bleek

sloeg in Nederland de stemming om ten

dat de afgelopen twintig jaar de

gunste van de natuurbescherming. Zo

oorspronkelijke dophei- en struikhei-

werd in 1964 het beroemde kroonbesluit

vegetaties de kans hadden gekregen om

van kracht dat het voortaan verbood

zich weer voluit te ontwikkelen. Zo is

om woeste grond te ontginnen. Het

het Doldersummerveld op dit moment

besluit haalde een streep door de plannen

een van de soortenrijkste vochtige heide-

van de Maatschappij met het Dolder-

velden van Drenthe. Uit het laatste

foto: Geert de Vries

Archief HDL

landbouwkundige C.J.M. Jongkindt

Dophei


onderzoek bleek dat op het veld maar

te laten nabouwen aan de rand van het

liefst 20 in Nederland zeer zeldzame

Doldersummerveld.

plantensoorten voorkomen, de zo-

Bovenop de toren heeft u op ongeveer

geheten Rode Lijst-soorten. Opvallend

dertien meter hoogte een fantastisch

zijn onder andere Beenbreek, Ronde en

uitzicht over het veld.

Kleine zonnedauw, Moeraswolfsklauw, Witte snavelbies en Klokjesgentiaan die

12 Neem het fietspad linksaf.

op dit moment massaal op het Doldersummerveld voorkomen.

13 U steekt de weg over en volgt het fietspad langs de Boylerstraat

10 Op een hoge zandkop gaat de route rechtsaf. Rechtdoor

linksaf richting Doldersum.

ligt het afgesloten deel van het Doldersummerveld.

14 Voorbij het weiland links van de weg, steekt u linksaf de straat

Als u goed naar de bomen rechts van

over en volgt u de zandweg.

het pad kijkt, ziet u dat de stammen tot

(Als u inmiddels zin heeft om

op vijf, zes meter van de grond zwart

even wat uit te rusten en te

zijn. Dit is het gevolg van een grote

drinken, zou u kunnen doorlopen

brand die in 1980 een belangrijk deel

naar Doldersum).

foto: Geert de Vries

Het Doldersummerveld

Beenbreek: geluk bij een ongeluk Op het Doldersummerveld groeit een voor Nederlandse begrippen buitengewoon zeldzaam plantje met de intrigerende naam Beenbreek. De wetenschappelijke naam is voluit Narthecium ossifragum. Het Latijnse woord ‘os’ betekent been en het werkwoord ‘frango’ staat voor breken: ook in het Latijn Beenbreek dus. mHet oude verhaal wil dat de plant een giftige stof bevat die ervoor zorgt dat runderen en schapen die de plant veelvuldig eten, gemakkelijk hun poten zouden breken. Waarschijnlijk zegt dat breken van de poten echter meer over het verzwikken en wegzakken in het natte, zompige milieu waar Beenbreek zich het beste thuis voelt. Voor een natuurorganisatie is het feit dat een plant als Beenbreek weer ergens voet aan de grond krijgt, een bewijs dat het met je beheer de goede kant opgaat. Hoewel er altijd ook factoren een rol spelen waar een beheerder maar heel weinig invloed op heeft. Zo stelt

van het bos op het Doldersummerveld een belangrijke bijdrage leverde aan de

15 Het zandpad maakt een scherpe bocht naar rechts richting

ontwikkeling van het Doldersummerveld.

Sophiahoeve.

Het instrument van het platbranden van

De Sophiahoeve werd in 1922 door de

de heide werd vroeger ook al door de

Maatschappij van Weldadigheid

schepers toegepast om de heide te

gebouwd als de eerste ontginnings-

in de as legde en daarmee ongevraagd

Beenbreek niet alleen hoge eisen aan de hoeveelheid grondwater, maar ook aan de specifieke kwaliteit ervan. Op sommige plekken op het Doldersummerveld groeit Beenbreek tegenwoordig weer zo talrijk dat hij de heide hier en daar in juli met zijn bloemen goudgeel kleurt. In de herfst na de bloei verandert die kleur in oranjebruin.

verjongen. Waarbij echter de grond met de as wordt bemest waardoor het Pijpenstrootje een voorsprong kreeg op de heideplanten die niets van de bemesting moeten hebben. Een maat-

boerderij op het Doldersummerveld.

wordt verbouwd, wordt net als gras en

Er zouden meer volgen was het plan,

het hooi voor een groot deel ’s winters

maar – zoals eerder gezegd – daar is het

weer opgevoerd aan het vee. Net zoals

nooit van gekomen.

dat vroeger in het oude Drentse

De Stichting Het Drentse Landschap is

boerenbedrijf gebeurde.

tegenwoordig eigenaar van de Sophia-

regel dus die de schapen eerder ten

beheersboerderij. De bedrijfsvoering is

16 Ga vóór de Huenderweg linksaf. Blijf aan deze kant van

11 Ca. 100 m. voorbij de bosrand slaat u linksaf door het grove

zo goed mogelijk afgestemd op het

de sloot. Het pad brengt u na

natuurbeheer. Op het land wordt na-

een paar honderd meter door een

dennenbos. Bij de kijktoren

genoeg alleen ‘ouderwetse’ mest van de

bosje langs het raster terug naar

rechtsaf.

eigen dieren gebruikt. Het graan dat

het startpunt.

hoeve en heeft hem in gebruik als

goede kwam dan het heideveld.

Tijdens een excursie naar het Poolse Nationale Park Biebrza zagen de mensen van de Stichting Het Drentse Landschap een kijktoren staan die door zijn eenvoud in constructie en het gebruik van natuurlijke materialen bij wijze van Ze maakten foto’s, namen de maten zo goed mogelijk op en gingen op zoek naar sponsors om de toren van Biebrza

foto: Jan Winters

spreken opvallend onopvallend was. © Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (december 2002) Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 – e-mail: mail@drentslandschap.nl


Documentaire

23

Stond de tijd soms maar even stil. Dan zouden de gebouwen, de mensen en de gewoonten uit eerdere tijden langer bij ons blijven. Vanuit deze gedachte restaureerde de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ enkele jaren geleden de oude schaapherderswoning van Westerbork. Het verhaal van de mensen die er woonden en leefden is inmiddels ook vastgelegd.

De scheper, zijn schapen en het schepershuis Door weer en wind met een kudde schapen over de heidevelden dwalen. Urenlang niemand in de buurt om even een praatje mee te maken. Dat is het beroep van een schaapherder. Tegenwoordig komt het beroep niet veel meer voor, maar aan het begin van de vorige eeuw liepen over de Drentse heide veel schaapherders rond. Veel dorpen hadden hun eigen schaapherder. Vooral de mest was belangrijk om de arme Drentse zandgronden vruchtbaar te kunnen maken. De herder haalde ’s morgens de schapen op bij de boeren in het dorp om ze mee het veld in te nemen. Aan het eind van de dag werden de schapen weer teruggebracht. Het beroep van schaapherder stond niet in hoog aanzien, en was zeker ook geen vetpot. Veel schaapherders beschikten niet eens over eigen woonruimte. Ze woonden vaak bij de boeren waarvoor ze werkten. Anderen hadden wel een eigen huis, maar zaten als kostganger bij de boeren van wie ze de schapen verzorgden, aan tafel. Zij kregen dan hun loon uitbetaald in de maaltijden die daar op tafel gezet werden. Schaapherders die zelf een paar schapen hadden, verdienden wat extra met de inkomsten die de wol van de schapen opleverde. Sommigen werkten erbij in allerlei baantjes. De schaapherders die trouwden en een gezin stichtten, hadden vaak moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Maar de meesten bleven vrijgezel. Een mooi voorbeeld is herder Hendrik Noordhuis uit Westerbork. ‘Armeluistraat’

De familie Noordhuis heeft decennialang aan de Pieterbergweg in Westerbork gewoond, toen de ‘armeluistraat’ van het dorp. De Pieterbergweg ligt een beetje afgelegen in het dorp. De bewoners van de buurt vormden vroeger een hechte gemeenschap. Evert Noordhuis was landarbeider,

Archief HDL

Archief HDL

Hester Postma en Daniël Nijenhuis*

schaapherder en bokhouder. Maar in het dorp stond hij vooral bekend als schoorsteenveger. Evert en zijn vrouw Fennegien kregen acht kinderen, waarvan twee op jonge leeftijd zijn overleden. De familie Noordhuis heeft hun huis volgens een oud volksrecht rond 1910 aan de Pieterbergweg gebouwd. Dit recht hield in dat men, vaak met hulp van buren en vrienden, in één nacht een eenvoudige woning bouwde. Het verhaal gaat dat wanneer er voor het krieken van de dag rook uit de schoorsteen kwam, het huisje mocht blijven staan. In het geval van de familie Noordhuis was de


Cultuur

Archief HDL

24

grond onder de woning in handen van de boermarke en dus gemeenschappelijk bezit. Niemand kon het gezin en hun huisje, dat gebouwd was van leem, zoden en hout, iets maken. Het huisje had lage muren en kleine ramen. Binnenin was er één grote ruimte met een lemen vloer. Vrijgezelle broers

Hendrik en Evert waren twee kinderen van Evert en Fennegien Noordhuis. Toen Hendrik 11 jaar was, werd zijn vader ziek. Hendrik werd van de ene op de andere dag uit de klas gehaald om met de schapen de heide op te gaan. Zijn vader overleed kort daarna. Na de dood van hun moeder, jaren later, bleef de vrijgezelle Hendrik samen met zijn jongere broer Evert in het huisje aan de Pieterbergweg wonen. Door de jaren heen hebben de broers het huisje opgeknapt. Het huisje had al vroeg stenen muren gekregen, maar een fundering heeft het huisje nooit gekend. Vanaf de Pieterbergweg ging Hendrik elke dag met zijn kudde, van inmiddels ongeveer 150 Schoonebeker schapen, naar de Boekweitenplas en het Scharreveld. Zijn broer Evert werkte ondertussen in loondienst bij verschillende bedrijven. Van het inkomen van Evert konden de beide broers in hun onderhoud voorzien. De kudde schapen leverde weinig op.

manier kon hij in zijn inkomen voorzien en hoefde hij bovendien zijn grote liefde, de kudde Schoonebeker schapen, niet op te geven. De kudde werd niet meer ondergebracht in de hokken bij de woning van Noordhuis aan de Pieterbergweg, maar aan de Zuidbrink in Westerbork. Hier zouden de schapen tot 1977 blijven. In dat jaar bouwde de gemeente een nieuwe schaapskooi aan de Pieterbergweg, schuin tegenover het oude ‘schepershuisje’. In deze kooi zijn tegenwoordig de werkschuur en het rayonkantoor van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ gevestigd. Eigenwijs

Bekenden van Hendrik schetsen hem als een grimmige, eigenwijze man, die leefde voor zijn schapen. Hij duldde weinig tegenspraak en had alles over voor zijn dieren. Noordhuis had daardoor vaak conflicten met de gemeente, die hij te laconiek vond in de zorg voor de dieren. Noordhuis wilde meer hooi en meer zorg voor ‘zijn’ dieren. Ook stond hij erop dat de kudde raszuiver werd gehouden. De gemeente bracht andere rammen bij de kudde, maar Noordhuis saboteerde door de rammen van het andere ras zakken om te binden. Zo kon geen enkel schaap drachtig worden van deze rammen. Later bleek dat dankzij deze eigenwijze actie het Schoonebeker ras is behouden. De kudde van Westerbork was de laatste kudde in Nederland die uit deze typische heideschapen bestond. De helft van de Westerborker kudde kwam in 1981 in het bezit van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Op het Hijkerveld vormden ze het begin van een nieuwe schaapskudde. In 1988 verhuisde de andere helft naar Orvelte. Dankzij een gericht fokprogramma zijn er gelukkig op dit moment weer zo’n duizend schapen van dit bijzondere ras! Net als hun voorouders doet ook de jongste generatie Schoonebekers haar uiterste best om de natuur kort te houden. Dat maakt ze onmisbaar in het Drentse landschap!

Vaste dienst

Het vroege overlijden van zijn zachtaardige broer Evert in 1962, was voor Hendrik een zware klap. Uit pure armoede besloot Hendrik zijn kudde Schoonebeker schapen van de hand te doen. De gemeente Westerbork zag de toeristische waarde van het bijzondere Schoonebeker ras in en nam de kudde schapen van Noordhuis over. Hendrik kwam nu als schaapherder in vaste dienst van de gemeente. Op deze

Nieuwe herder

De Schoonebeker schapen veranderden in 1977 niet alleen van adres, zij kregen ook een nieuwe herder. Hendrik Noordhuis ging met vervroegd pensioen. Een hartaanval had hem getroffen en zijn gezondheid stond het zware werk op de heide niet meer toe. Noordhuis werd opgevolgd door de Westerborker Gerrit Jan Huisman, die zelf opgroeide in de


25

Jaar van de Boerderij 2003

buurt van de Pieterbergweg. Als kleine jongen stond hij toe te kijken wanneer Hendrik Noordhuis met zijn schapen terug kwam van de heide. Net als Noordhuis is Gerrit Jan Huisman een grote liefhebber van het Schoonebeker schaap met de grote kromme neus en de dikke staart. Het is een krachtig en eigenwijs schaap, en de herder die er voor staat moet karakter hebben om de schapen aan te kunnen. Helemaal afscheid nemen van ‘zijn schapen’ kon Noordhuis trouwens niet. Na zijn pensioen vergezelde Hendrik de nieuwe schaapherder vaak op zijn tochten met de kudde en hielp hem soms met de verzorging van de beesten. Hendrik Noordhuis overleed in 1984 op 66 jarige leeftijd.

2003 is het jaar van de boerderij. Dit is de aanleiding voor de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ om extra aandacht te besteden aan het schepershuisje van Westerbork, immers ook agrarisch erfgoed. Historica Hester Postma heeft voor de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ onderzoek gedaan naar het schepershuisje, de herder en zijn schapen. Op basis van dit onderzoek regisseerde Daniël Nijenhuis van Beeldtaal Filmmakers een documentairefilm over het huisje, de legendarische bewoner ervan,

Herbouw

In 1996 kwam de grond van het schepershuisje in handen van de gemeente Westerbork. De gemeente wilde het huisje in verband met een bestemmingsplan voor een nieuwbouw wijk slopen. Het oude schepershuisje moest wijken voor een verbreding in de weg. Een protestactie van de plaatselijke bevolking onder aanvoering van mevrouw Jeltje Koerts, maakte de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ enthousiast voor de geschiedenis van het huisje. Met financiële steun van de voormalige gemeente Westerbork en het VSB Fonds kon het huisje na afbraak opnieuw worden opgebouwd, enkele meters verder aan de overkant van de weg. Het huisje wordt nu door de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ beheerd en verhuurd als vakantiewoning. De kudde Schoonebeker schapen graast inmiddels sinds enige jaren in de velden bij Orvelte, het Hijkerveld en Doldersummerveld. De laatste twee genoemde kuddes worden beheerd en verzorgd door de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

* H. Postma is studente geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze heeft tijdens haar stage voor de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ historisch onderzoek gedaan naar het schepershuisje * D. Nijenhuis is filmmaker en directeur van het bureau Beeldtaal in Deventer.

Hendrik Noordhuis, en zijn schapen, het zeldzame Schoonebeker ras. De film geeft aan de hand van het leven van de schaapherder een mooi beeld van de leefomstandigheden in Westerbork in het begin en het midden van de vorige eeuw en de sociale context in die tijd. Dorpsgenoten, familie en een oude collega-schaapsherder vertellen over hun herinneringen aan de herder, zijn schepershuis en aan het leven toen. Sonja van der Meer verzorgt namens de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ de eindredactie van de film. De film zal vanaf april 2003 te zien zijn in het bezoekerscentrum van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ en Staatsbosbeheer in Orvelte.


26

Flora en fauna

Blauwe reiger Joan D.D.Hofman*

Soms alleen of met enkelen, hier en daar zijn grotere kolonies. Al met al ligt de totale broedpopulatie rond de 400 paren.

Urenlang bewegingloos. Aan slootkant of rietzoom. Plots schiet de ingetrokken hals naar voren en boort de lange snavel het water in. Een nietsvermoedend visje of kikkertje is de klos. Al die

Winterleed

tijd opperste concentratie. Met priemende blik die niets ontgaat. Iedereen herkent in deze

Een gespecialiseerde visser dus? Ja en nee. ’t Is maar wat er voorhanden is. In visrijke gebieden staat vis hoog op het menu, maar ook landbeestjes worden gretig gepakt. Zijn voorkeur voor wat in het water leeft, roept bij menselijke vissers nog altijd het beeld op van een geduchte concurrent. Eeuwenlang is de Blauwe reiger om die reden fanatiek bejaagd. Inmiddels weten we dat de Blauwe reiger in het algemeen kleine visjes vangt; stekelbaarsjes en ander klein spul dat voor vissers niet interessant is. Al met al verorbert een reiger per dag ongeveer 350 gram en daarvan bestaat slechts gemiddeld een derde uit vis. Het hoofdvoedsel wordt gevormd door muizen, mollen, insecten en wat er verder over de grond scharrelt. Je ziet vaak een reiger behoedzaam door het land stappen. Met lange passen en een uitgestrekte hals. Spiedend naar alles wat voor hem eetbaar is. Onverteerbare haren van zoogdieren en schildjes van insecten worden als onbruikbaar restant uitgebraakt. Daaruit valt redelijk te reconstrueren wat er behalve vis nog meer geconsumeerd is. In de braakballen blijken vissen met graat en schub verdwenen.

foto: Joop van de Merbel

beschrijving wellicht de Blauwe reiger.

Situatie in Drenthe

Zoals het reigers betaamt, houden ook de Drentse zich voornamelijk op in gebieden met open water. Hun broedkolonies liggen nabij beekdalen of de laagveengebieden. Vanuit de nestplaats zoeken ze hun voedsel binnen 10 kilometer, al gaan ze ook wel naar voedselrijke gebieden die wat verder liggen. Verspreid over Drenthe broeden ze op ongeveer 30 plaatsen.

De reigerstand krijgt af en toe een gevoelige tik van een strenge winter. Bij stevige vorst en een flink pak sneeuw is voedsel moeilijk bereikbaar. Je ziet ze dan vaak met meerdere langs de rand van een wak staan. De hals S-vormig ingetrokken, de kop tussen de schouderbladen. Gewoon hongerig en kleumend. En als het wat lang duurt, overleven vele reigers het niet. In het volgende voorjaar kan de broedvogelstand meer dan gehalveerd zijn. Op termijn valt de schade wel mee, want na 3 jaar is de populatie weer ongeveer op het oude niveau. Het was de grote sterfte in de winter van 1963 die er toe heeft geleid dat de Blauwe reiger in ons land als beschermde soort is aangewezen. Voordien werd de soort al eeuwen bejaagd vanwege de vermeende schadelijkheid en om zijn veren. Na het jachtverbod van 1963 is de populatie snel gegroeid. Reigers die in noordelijke streken broeden, zijn zich kennelijk bewust van het gevaar dat daar voor hen dreigt. Zij trekken tijdig voor de vrieskou invalt naar warmere overwinteringsgebieden. Koloniebroeders

Van gezelligheid moeten reigers niet veel hebben. In een goed voedselgebied kun je er wel meerdere bijeen aantreffen, maar ze gaan allemaal hun eigen gang. Alleen als er nageslacht


Flora en fauna

27

foto: Joop van de Merbel

verdelen van het poeder gebruikt hij een poetsklauw, een soort kammetje dat aan zijn middelste teen zit.

Trouwen en scheiden

Heeft een mannetje zijn woonplaats bepaald, dan is het zaak een vrouwtje te versieren. Staand op zijn nest probeert hij zwaaiend met langgestrekte hals en lokgeluidjes de aandacht van een vrouwtje te trekken. Zijn uiterlijk tijdelijk verfraaid door lange kuif- en borstveren en de oranjegekleurde snavel. Reageert een vrouwtje positief, vaak door wat takken aan te dragen, dan is de basis voor paarvorming gelegd. Het broeden en het voeren van de jongen doen ze samen. Maar die samenwerking eindigt zodra de jongen uitvliegen. Het gezin valt dan volledig uiteen. Pa, ma en de kinderen gaan elk hun weg. Volgend jaar gaat pa het weer proberen. Meestal op een ander nest en met een nieuwe tijdelijke partner.

* Drs. J.D.D.Hofman is bestuurslid en redacteur van de Stichting ‘Het Drentse Landschap. Winterleed

Poederdons

Reigers beschikken over een speciaal toiletartikel. Niet om zich op te tutten, maar om het verenpak waterafstotend te houden. Op de borst en aan de flanken hebben ze een plek waar veertjes zitten die bij aanraking als poeder uiteenvallen. Met de snavel wrijft een reiger dit poeder regelmatig over zijn veren. Voor het inwrijven en

foto: JPeter Venema

geproduceerd moet worden, hebben ze oog voor soortgenoten. Uitgangspunt is dat er voldoende voedselaanbod in een gebied is om de jongen groot te kunnen brengen. En daar wordt dan een geschikte plaats voor een nest gezocht. Meestal in een hoge, stevige boom, soms laag in rietvelden. Dat meerdere reigers dan een voorkeur voor hetzelfde bosje hebben, verklaart de kolonievorming. Zo’n kolonie blijft om die reden vaak tientallen jaren op dezelfde plaats. De kans is overigens klein dat een mannetje hetzelfde nest kan betrekken, waaraan hij het vorige jaar gebouwd heeft. De eersten die al in februari de kolonie bevolken, hebben de eerste keus. Zij pikken de beste nesten in. Laatkomers moeten het met bouwvallen doen of helemaal opnieuw beginnen. Het nest is een groot takkenplatform. Een mannetje bouwt altijd verder, waarbij hij rustig takken van naburige nesten pikt. Een oud nest kan zo een gigantische takkenmassa worden. Zo’n takkenmassa biedt ook mogelijkheden voor andere dieren. Huismus, Koolmees, Spreeuw en Kauwtje bijvoorbeeld zijn regelmatig ongevraagde onderhuurders.

Al met al een fraaie en bijzondere vogel. Indrukwekkend vliegend met lome vleugelslag. Af en toe een rauwe kreet slakend die de stilte van een winteravond benadrukt.


28

Berichten

Kortweg Kremboong

21

Hijkerveld

Het bosreservaat Kremboong is samen met acht andere Nederlandse bosgebieden geselecteerd als strikt bosreservaat. Dit zijn reservaten waar in het geheel geen beheersinspanningen worden verricht. In eerste instantie is deze toekenning bedoeld om een wetenschappelijk experiment te kunnen uitvoeren en te bestuderen wat er met de natuurwaarden van zo’n bos gebeurt. Recentelijk is de paddestoelenflora van het bos onder de loep genomen. Een onderzoek dat uitgevoerd is onder de vlag van Alterra. Uit het onderzoek bleek dat het bos een zeer soortenrijke paddestoelenflora kent met zeven rode lijstsoorten. Er werden in totaal maar liefst 135 soorten vastgesteld.

foto: Gerrie Broos

Vlees

van he t land

schap De Stic hting ‘H et Dre heeft n ntse La og pak ndscha 5 kg b ketten p’ eschik gehak baar. E t van kost € en geh 28,–. U aktpak kunt v werkd ket anaf 6 agen t januar u s s e n 9.00 uw be i op stelling en 12.0 0 uur rentam telefon bt doo isch aa r n het g e ven, (0 Alle vr 592) 31 agen w 35 52. orden volgor behan de van deld in binnen k omst e de voo n zolan rraad s Het ge g trekt. hakt d ient op 22 janu woens ari tus sen 16 dag te wor .00 en den af 17.00 u g e ur h aald b Anner ij ABZ, weg 3 5 te An loo.

10

Het informatiecentrum Hijkerveld is qua ruwbouw inmiddels opgeleverd. Dankzij een genereuze subsidie vanuit de Europese Unie (Plattelandsontwikkelingsplan) kon het centrum gebouwd worden. Het ontwerp is van het architectenbureau B+O te Rheebruggen. De bouw was in de vertrouwde handen van de fa. Poortman uit De Bloemberg. Het Prins Bernhard Cultuur Fonds heeft € 10.000,– ter beschikking gesteld om de inrichting te realiseren. Mede met steun van de Nationale Postcode Loterij wordt nu gewerkt aan de inrichting van het gebouwtje. Dank gaat uit naar genoemde instanties voor hun steun.

Roerdomp

Diependal Van de heer Broos ontvingen we een foto van een Roerdomp die hij gemaakt had vanuit de vogelkijkhut. Roerdompen leven meestal verborgen in rietland waar ze jagen op kikkers en vissen. Ze lijken een voorkeur te hebben voor paling. Met een beetje geluk is vanuit de vogelkijkhut waar te nemen hoe de dieren hun prooi naar binnen werken. Deze doorgaans erg schuwe reigerachtigen naderen de hut regelmatig tot op enkele meters.


Berichten

34

ASSEN

Reestdal 34

10

22

EMMEN 21

32 HOOGEVEEN MEPPEL 7 26 7

Doldersummerveld Onze vaste slangenmonitoorders de heer Walpot en mevrouw Verver kwamen op hun reptielenroute in het Doldersummerveld voor het eerst een Gladde slang tegen. Ook werd er een exemplaar waargenomen tijdens de vegetatiekartering door onze medewerker mevrouw H. Heinemeijer. Omdat Gladde slangen zich maar moeilijk laten observeren is nauwelijks bekend hoe het met deze zeldzame dieren is gesteld. In samenwerking met Natuurmonumenten en diverse vrijwilligers zullen de inventarisaties in dit gebied de komende jaren geïntensiveerd worden. Mogelijk draagt dit bij aan een beter inzicht in het reilen en zeilen van de populaties Adders, Ringslangen, Gladde slangen en Hazelwormen binnen het Doldersummer- en het aangrenzende Wapserveld. Inmiddels is de reconstructie van de Huenderweg ver gevorderd en heeft een prachtige nieuwe weg opgeleverd. Hier kunnen straks schapen en Schotse hooglanders samen met het verkeer overheen trekken. Als kritische kanttekening moet

22 gesteld worden dat de bermsloten van de nieuwe weg veel te fors zijn aangelegd waardoor deze als een soort drainage van het vochtige heideveld gaan werken. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zal zich, met steun van het Waterschap Reest en Wieden en Natuurmonumenten, inzetten om deze bermsloot weer ondieper te maken.

7

Dit najaar is het boomkikkerproject ter hoogte van Rabbinge afgerond. Er zijn dertien nieuwe poelen aangelegd. De constructie van de poelen is optimaal afgestemd op de eisen die Boomkikkers er aan stellen. Dit betekent dat ze een relatief groot wateroppervlak en een geringe diepte hebben. Op deze manier kunnen ze in het voorjaar optimaal verwarmd worden door de zon. Boomkikkers zijn echte warmteliefhebbers. Ook is er veel aandacht besteed aan het verbeteren van het landbiotoop.

Hondstong

6

Het natuurontwikkelingsproject aan de rand van dit beekdalreservaat, dat in 1996 werd afgerond, ontwikkelt zich voorspoedig. In de diverse nieuwe natte laagten is dit voorjaar vastgesteld dat de Heikikkers zich voortplanten. Het uiterst zeldzaam geworden plantje Dwergvlas dat al vrij spoedig na de oplevering te voorschijn kwam, heeft zich fors weten uit te breiden. Er staan miljoenen planten. Ook vloog er dit jaar een IJsvogel rond.

Gladde slang

foto: Joop van de Merbel

6

29


30

Berichten Zwanen in het Annermoeras

foto: Joop van de Merbel

Nolderveld

Ondanks de grote tegenslag die ook het Hunzeproject zal ondervinden van het kabinetsbesluit om veel minder grond voor natuur aan te kopen, vonden er toch weer veel zaken doorgang. Ondermeer was er op 25 september in de Sprookjeshof een voorlichtingsavond van de gemeente Tynaarlo over het project Zuidoevers. In dit project werkt de gemeente samen met de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ om de nieuwbouw in De Groeve te combineren met nieuwe natuur en recreatie. Met name de huidige gebruikers van de vakantiehuisjes en de camping voelden zich in hun belangen bedreigd. Het lijkt belangrijk met deze belanghebbenden nader in gesprek te gaan, waarbij vooral de kansen duidelijk in beeld moeten worden gebracht. Het onderwijsproject krijgt nu geleidelijk meer vorm. Naast een bijdrage van de Gemeente

34 Tynaarlo heeft het VSB-Fonds besloten mee te helpen om de natuur bij de bewoners van het Hunzedal onder de aandacht te brengen. Met een bedrag van maar liefst € 29.000,–. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ is het VSB-Fonds zeer dankbaar hiervoor. Op 25 september gooiden leerlingen van de openbare basisschool Triangel uit NieuwAnnerveen zelf meegebrachte stenen in het water van de Hunze. Dit gebeurde natuurlijk niet zomaar. Om te zorgen dat het water het natuurgebied instroomt, is in de Oostermoersche Vaart een drempel gelegd bestaande uit meer dan 300.000 kilo stenen. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ wil graag de plaatselijke bevolking betrekken bij haar plannen voor het Hunzedal. Daarom heeft ze aan de leerlingen van de Triangel gevraagd hun ‘steentje bij te dragen’. Ter plaatse werd aan de kinderen

uitgelegd waarom het belangrijk is om de Hunze haar vrijheid weer terug te geven. Door het aanleggen van de drempel kon op 5 november door alle betrokkenen bij dit proces de Hunze-meanders in het Annermoeras bij Spijkerboor worden open gegraven. Alhoewel de eindoplevering van dit aansprekende project ADE (Annermoeras, Duunsche Landen, Elzenmaat), formeel pas in de loop van 2003 plaatsvindt, wilden we nu alvast onze waardering uitspreken aan onze partners door even stil te staan bij dit moment. Vlakbij Spijkerboor is een prachtig nat natuurgebied ontstaan met veel leuke recreatiemogelijkheden.

Kleine vuurvlinder

Op de website van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ vindt u meer achtergrondinformatie over het Hunzeproject: www.drentslandschap.nl.

foto: Jan Winters

Hunzedal

26

Het Nolderveld is één van de terreintjes die de laatste jaren regelmatig en vrij uitgebreid geïnventariseerd is op planten. Groot was dan ook de verbazing dat onze “Rabbinge-boer” Gerrit Schuurhuis met de mededeling kwam dat er Klokjesgentianen groeiden. In het hart van het terrein bleken 8 pollen met in totaal 12 bloemen tussen het gras naar boven te steken. Prachtig eigenwijs blauw. Alsof ze zeggen wilden “Je zag ons nooit, maar we waren er lekker wel”.


Berichten

31

Klokjesgentiaan

Bestuurssamenstelling per 30 september 2002 Dagelijks Bestuur (leden zijn tevens lid van het Algemeen Bestuur)

foto: Joop van de Merbel

Mevrouw A.D. Rensen-Oosting, Emmen (voorzitter) Ing. M. Verhagen, Smilde (secretaris) Mr. D. Hoorn, Oosterhesselen (penningmeester) Mr. O.W.E. Berg, Assen Drs. J.D.D. Hofman, Tynaarlo S. van der Veen, Vries

Boerenveensche plassen + Oude Diep In samenwerking met het IVN Hoogeveen en Landschapsbeheer Drenthe is met een groep vrijwilligers handmatig geplagd rond een groeiplaats van Klokjesgentianen. De betreffende plek was de laatste jaren nogal vergrast waardoor de gentianen moeite kregen om zich ter plaatse uit te zaaien. Gentianenzaad kiemt het beste op open plekjes in de vegetatie. Helaas kon de Roodhalsfuut dit jaar niet als broedvogel worden opgetekend. Wel werd voor het eerst de Waterral als broedvogel geregistreerd, direct met twee territoria. Ook de Roerdomp was dit jaar weer van de partij.

32

De jaarlijkse broedvogelinventarisatie door mevrouw Schimmel in het gebied Zuidmaten wees uit dat er in dit nieuw ingerichte natuurgebied 53 vogelsoorten broeden. Ook werden de vlinders ge誰nventariseerd. Hiervan bleken er maar liefst 26 soorten rond te vliegen. Hierbij zijn nogal wat soorten die karakteristiek zijn voor gevarieerd en bloemrijk grasland zoals Hooibeestje, Klein vuurvlindertje, Argusvlinder en Groot dikkopje. Het gebied is opmerkelijk rijk aan Icarusblauwtjes.

Algemeen Bestuur J.R. Beuker, Assen Mevrouw drs. J.N. Bottema-Mac Gillavry, Yde A.H. Bruins Slot, Ruinerwold Mr. F. Dohle, Meppel S.W.G. Groenendaal, Assen J.L.A. van Hagen, Zuidwolde Drs. B.J.S. Helming, Steenbergen Dr. ir. D.H. Keuning, Borger Mevrouw B.M. van Mil, Gasselternijveen H.A. Moorlag, Hoogeveen Prof. dr. ir. R. Rabbinge, Balkbrug R.H. van der Sleen, Groningen R.H.J. Staal, Dalen G.W. de Vries, Assen Drs. B.S. Wilpstra, Zuidlaren Ere-leden Mevrouw M.H. Hollema-Eikenberg, Rolde Prof. dr. H.Tj. Waterbolk, Haren

De heer dr. J.N.H. Elerie is in mei afgetreden. Hij is tien jaar lid geweest van het Dagelijks Bestuur. De stichting is hem dankbaar voor zijn betrokkenheid en inbreng in deze jaren.


32

Berichten

Nog meer kosten besparen U kunt de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ nog meer steunen door uw jaarlijkse bijdrage automatisch door foto: V. te Plate, Das & Boom

Drentse Dassen doen het goed

ons te laten incasseren. De kosten van het verzenden van de acceptgiro’s alsmede de hieraan verbonden administratie- en bankkosten zijn niet gering. Daarom hebben we met een aantal

De vereniging Das en Boom heeft in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij onderzoek verricht naar de ontwikkeling van de dassenstand in Nederland. Recent werd het verslag van de periode 1995-2000 gepresenteerd. In die periode is de landelijke verspreiding van de Das toegenomen met ruim 29%. Op landelijk niveau lijkt dit een bemoedigende ontwikkeling hoewel het er voor de Das in sommige delen van Nederland nog verre van rooskleurig uit ziet. Met de Drentse Dassen gaat het echter bijzonder goed. Er werd een groeipercentage van maar liefst 75% vastgesteld. Vooral in Midden-Drenthe heeft de groei goed doorgezet. Ook binnen de terreinen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ is het aantal dassenburchten de laatste jaren stevig toegenomen. De in 1998 uitgezette Dassen bij Wijster hebben hier een bescheiden maar succesvolle bijdrage aan geleverd. Destijds werden er 18 dieren uitgezet. Hiervan werden er al vrij vlot twee teruggemeld als verkeersslachtoffer. Naar alle waarschijnlijkheid hebben de overige dieren het weten te redden. Momenteel bevinden zich rond de uitzetlocatie drie grote dassenburchten, waar regelmatig jongen worden geboren. Ook zijn er ondertussen drie nieuwe dassenburchten ontstaan op enkele kilometers rond de uitzetlocatie. Twee hiervan zitten ook weer op terreinen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. De dassenpopulatie in het Reestdal lijkt volgens het onderzoek van Das en Boom niet gegroeid te zijn. Op zich hoeft dit geen verontrustende constatering te zijn omdat met name aan de Drentse kant vrijwel alle geschikte leefgebied ondertussen al bewoond is. In zo’n geval stabiliseert het aantal Dassen zich doordat de dieren in staat zijn het aantal geboortes binnen het familieterritorium te beperken. Het Reestdal zit ondertussen gewoon aardig vol. Toch heeft er naar onze eigen inschatting nog wel wat groei plaatsgevonden. We vinden er af en toe nog nieuwe burchten bij in onze terreinen. Dit komt echter in het onderzoek van Das en Boom niet uit de verf omdat hierbij vooral het aantal bewoonde kilometerhokken geteld wordt. De aantallen burchten en Dassen per kilometerhok is de laatste jaren nog wel iets toegenomen maar dit wordt niet geregistreerd. Zorgwekkend is wel dat de uitbreiding naar het noorden nog altijd niet goed van de grond lijkt te komen. De combinatie A-28 en Hoogeveensche vaart lijkt ondanks diverse tunnels en aanpassingen van de steile oevers nog altijd lastig te nemen voor Dassen. Heel af en toe wordt er al wel een dier waargenomen aan de andere kant van de vaart. Maar een fraaie veelbelovende dassenburcht is hier nog steeds niet gevonden. Daarentegen lijken de Reestdassen liever oostwaarts te trekken. Wie goed kijkt kan hun sporen aantreffen in het bosgebied rond Hollandsche Veld. Ook zit er nu alweer enkele jaren een dassenfamilie in het hoogveenreservaat Dalerpeel. In het Drents Friese Wold lijken de Dassen ook begonnen te zijn aan een comeback. Ook hier bevinden zich nu enkele permanent bewoonde dassenburchten.

banken afspraken gemaakt over automatische incasso. Om hier gebruik van te maken hebben we uiteraard uw toestemming nodig. Dat kunt u doen door de bijgevoegde machtigingskaart in te vullen en op te sturen. Voordelen van het automatisch afschrijven zijn:

• •

U vergeet nooit te betalen U bespaart uzelf en ons kosten van steeds terugkerende betalingen.

Indien u besluit over te gaan tot automatische incasso, dan kunt u:

Het afgeschreven bedrag tot een maand na afschrijving terug laten boeken door uw bankof girokantoor

De machtiging te allen tijde intrekken.

Alvast heel hartelijk dank voor uw extra steun!


33

foto: Jaap de Vries

De Loop van de Reest is ruim 100 kilometer lang en dat betekent etappes van ongeveer 10 kilometer. De route begint bij het station in Meppel en eindigt in Hoogeveen bij het station. Onderweg passeert u de Reest maar liefst veertien keer! Het routeboekje bevat behalve routebeschrijvingen en duidelijke routekaartjes ook een schat aan informatie over de Reest en de natuur en de cultuurhistorie van het Reestdal. Ook leest u over het werk van het Landschap Overijssel en de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ die samen ongeveer de helft van alle gronden in het Reestdal bezitten. Het ruim honderd pagina’s tellende boekje is uitgevoerd met een spiraalrug en gedrukt op papier dat tegen een stootje kan, waardoor het onderweg uitstekend hanteerbaar is.

Lange wandeling langs de Reest

De Loop van de Reest verschijnt in februari. Voor de begunstigers van het Landschap Overijssel en de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ geldt tot 15 januari een speciale voorintekenprijs van € 9,– (excl. € 2,50 verzendkosten) in plaats van € 11,–. Voor bestelling kunt u gebruikmaken van de bon elders in het blad. Zodra het boekje verschijnt, krijgt u het thuisgestuurd.

foto: Joop van de Merbel

Het project ‘Loop van de Reest’ is mede mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van het VSB Fonds, de ANWB, het Essent Fonds, de gemeente De Wolden en enkele particulieren.

foto: Joop van de Merbel

Lange tijd heeft een groep vrijwilligers gewerkt aan een wandeling langs onbekende paden door het Reestdal op de grens van Drenthe en Overijssel. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan een fraai routeboekje waarmee u de Loop van de Reest in tien etappes kunt lopen. Het boekje is een gezamenlijk project van het Landschap Overijssel en de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

foto: Geert de Vries

foto: Joop van de Merbel

Aanbieding voor begunstigers


34

Berichten

Diversen

Nieuwe begunstigers In de afgelopen periode heeft de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ weer een groot aantal nieuwe begunstigers kunnen begroeten. Door diverse wervingsacties hebben zich ruim 400 begunstigers aangemeld. We zijn blij dat onze achterban nog steeds groeit. Vooral in een tijd dat de Rijksoverheid minder betrouwbaar wordt als het gaat om natuurbeleid, is het goed te constateren dat de samenleving het behoud van natuur en cultuur wel belangrijk vindt. Inmiddels zijn er maar liefst elfduizend begunstigers die het werk van de Stichting steunen.

Drentse Boerderijen Gids Op 10 september werden de statuten getekend van de opnieuw opgerichte Stichting Drentse Boerderijen. Ruim een jaar geleden werd deze Stichting door gebrek aan steun opgeheven. Gezien het belang van de boerderij in het Drentse landschap en de grote bedreigingen die deze monumenten boven het hoofd hangen, is deze Stichting onder de hoede van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ opnieuw opgericht. Bestuursleden van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ vormen het bestuur, terwijl onze werkorganisatie haar ter beschikking staat. Bij de opheffing van de vorige boerderijen stichting heeft de Stichting ‘Het Drentse Land-

schap’ toegezegd haar nalatenschap onder een zo breed mogelijk publiek onder de aandacht te brengen. Daar willen we in voorzien door een Drentse Boerderijengids uit te geven. Waarin men alles kan vinden over de geschiedenis, verschijningsvorm maar zeker ook een juiste omgang met deze monumenten door de vele particuliere bewoners die aan hun panden gehecht zijn. Met genoegen kunnen we meedelen dat de Provincie Drenthe € 20.000,– aan dit project bijdraagt. Daarnaast stelt het VSB Fonds € 15.000,– ter beschikking en het Prins Bernhard Cultuur Fonds € 5.000,–. Veel dank daarvoor. Het boek zal eind 2003 het licht zien.

foto: Joop van de Merbel

De Larijweg, Ruinerwold

Statenverkiezingen: natuur als inzet De enorme aanslag die het demissionaire kabinet CDA, LPF, VVD op het bestaande natuur- en landschapsbeleid pleegt, maakt het belang van het Provinciale beleid op dit punt duidelijk. In maart zijn er Statenverkiezingen. Een goed moment om eens stil te staan bij de inzet die elke partij pleegt om een goed natuurbeleid ook voor de nabije toekomst gestalte te geven. Hoewel er nu nog maar een paar conceptverkiezingsprogramma’s bekend zijn, valt het op hoe defensief de partijen zich opstellen. Gelukkig wil men over het algemeen de realisering van de Ecologische Hoofdstructuur niet ter discussie stellen. Wel moet het goedkoper, moeten de ambities bijgesteld of moeten de boeren de natuur gaan beheren die zij ooit hebben laten verdwijnen. Hoewel onze zorg groot is, kan de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zich niet voorstellen dat de verschillende politieke partijen zich niet bewust zijn van het belang van ons prachtige landschap voor wonen, werken en recreëren. Terwijl ook meervoudig ruimtegebruik als natuur, waterberging, recreatiegebied, waterwingebied toch in deze tijd van integraliteit moet aanspreken. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ hoopt dat de Drentse kiezer met zijn of haar stem duidelijk maakt hoezeer zij hecht aan een mooie en groene provincie.


Het Drense Landschap

35

Stichting Lemferdinge Al vanaf eind 15e eeuw is de Havesathe Lemferdinge te Eelde, ook wel Ther Borgh genoemd, uit geschriften bekend. Na een bewogen geschiedenis is het enige decennia geleden door mevrouw Bähler-Boerma aan de dorpsgemeenschap van Eelde geschonken. De Stichting Lemferdinge onder bezielend voorzitterschap van mevr. G. Arends heeft zich bekwaam ingespannen om het pand te restaureren en van een toegesneden gebruik te voorzien. Momenteel zijn ongeveer 25 vrijwilligers verantwoordelijk voor het houden van een galerie, ze onderhouden de tuin en helpen daarnaast bij het gebruik van het goed als trouwen evenementenlocatie. Een geweldige prestatie die echter veel tijd en inzet vergt. Mede omdat deze Stichting van mening was dat alleen een professionele organisatie in staat zou zijn om hun hoogste te realiseren doel, het restaureren van het gehele complex, heeft zij de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ gevraagd de verantwoordelijkheid over te nemen. Op 23 september vond er op Lemferdinge een feestelijke gebeurtenis plaats, waarbij de Stichting Lemferdinge het voorgaande via een statutenwijziging heeft vastgelegd. Tijdens deze bijeenkomst konden alle betrokkenen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ en de Stichting Lemferdinge kennis met elkaar maken. Vanaf 1 januari 2003

gaat de nieuwe situatie in. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ is bestuur en vrijwilligers van de Stichting Lemferdinge zeer dankbaar voor het in ons gestelde vertrouwen. Gezamenlijk zullen we proberen de luisterrijke geschiedenis van Lemferdinge met nog meer glans toekomst te geven.

Cursussen in het Drents Archief Als de bladeren van de bomen vallen en de avonden langer worden, breekt het cursusseizoen weer aan. Het Drents Archief heeft een aantal zeer interessante cursussen. Bijvoorbeeld voor degenen die in de geschiedenis van Drenthe zijn geïnteresseerd of zij die nieuwsgierig zijn naar hun stamboom. De cursussen zijn opgezet samen met de Drentse Historische Vereniging en de Provinciaal Historicus. Een korte cursus (een module van twee lessen) die erg veel belangstellenden trekt, is de cursus ‘Beginnende stamboomonderzoeker’. Een andere korte cursus is een module waarin wordt geleerd hoe je archiefbronnen kun gebruiken om de levensomstandigheden van voorouders te ontdekken. Handig is ook de cursus ‘Oud schrift voor beginners’, waarin men leert oude handschriften te ontcijferen. De module ‘Onroerend goed’ is interessant als u de bewoningsgeschiedenis van huizen, erven of grond wilt uitzoeken. Ook bijvoorbeeld van het oude huis waarin u woont.

foto: Nicolette Wever

Diversen

Niet alleen leerzaam voor Drenten, maar zeker ook voor nieuwkomers in Drenthe, is de serie hoorcolleges Inleiding op de Drentse Geschiedenis. Een zevental experts vertelt in acht lessen de hele geschiedenis van Drenthe in vogelvlucht, vanaf de prehistorie tot heden. Belangstellenden moeten zich haasten, want de inschrijvingstermijn begint te verstrijken. De cursusfolder is aan te vragen bij het Drents Archief: tel. 0592 313523 of via e-mail: info@drentsarchief.org. Hierin staan alle cursussen en wordt uitgelegd hoe u zich kunt aanmelden. Voor meer informatie: Jan Bos, stafmedewerker PR en Communicatie telefoonnummer 0592 - 313523 of jan.bos@drentsarchief.org

Wand Emmen De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft van de vastgoedgroep Van den Bos een viertal etalages aangeboden gekregen in Emmen. De etalages bevinden zich in het nieuwe winkelcentrum en zijn nog beschikbaar voor verhuur. In samenwerking met Roel van den Bruelle van JBF Multi Media Communicatie uit Groningen heeft de illustrator Nicolette Wever prachtige collages van foto’s voor de ruiten ontworpen. Een zeer ludieke wijze van sponsoring waar de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ uiteraard geweldig blij mee is.


Het Drense Landschap Natuurgids Jan Schuinder geeft uitleg

foto: Geert de Vries

36

Vrijwilligersavond Tijdens de Week van het Landschap is ook de jaarlijkse bijeenkomst voor vrijwilligers gehouden. Ruim 80 vrijwilligers togen op deze avond naar Spijkerboor om daar het natuurontwikkelingsproject Annermoeras te aanschouwen. Na een stevige wandeling volgde een gezellig etentje in Cafe ’t Keerpunt. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ is erg verheugd dat de groep vrijwilligers steeds hechter wordt. Een en ander heeft te maken met het feit dat er steeds vaker in projectgroepen wordt gewerkt. Met veel enthousiasme helpen ze mee met tientallen activiteiten van de Stichting.

Nieuw handboek In het voorjaar van 2003 verschijnt er een nieuw handboek van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. In 1997 verscheen het eerste handboek. De oplage was toen 12 duizend exemplaren. Sindsdien hebben er 5 herdrukken plaatsgevonden. Totaal zijn er 23.500 boeken gedrukt. Niet alleen de begunstigers waarderen het handboek zeer, maar ook bij bezoekers van Drenthe is het een geliefd naslagwerk. In het nieuwe handboek zal, naast aandacht voor natuur en landschap, ook heel nadrukkelijk worden ingegaan op de rol die de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft als hoeder van het culturele erfgoed in Drenthe. Tevens zal er in het handboek aandacht zijn voor andere natuurterreinen die in Drenthe liggen en zullen cultureel interessante activiteiten nader belicht worden.

Natuurgidsencursussen In Drenthe starten volgend jaar twee natuurgidsencursussen die tot doel hebben om mensen kennis en vaardigheden op het gebied van natuur- en milieueducatie bij te brengen. Zoals bekend, hebben de meeste gidsen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ een IVNopleiding genoten. De cursussen zijn bedoeld voor mensen die het leuk vinden om iets met anderen in of met de natuur te doen. Specifieke voorkennis is niet nodig, maar interesse en belangstelling voor de natuur is uiteraard wel een voorwaarde. De IVN-afdelingen Zuidlaren, Eelde/Paterswolde en Vries hebben gezamenlijk een cursus ontwikkeld waarin het Drentse landschap een belangrijke rol speelt. De cursus start medio januari en wordt gegeven in De Veenhorst in Midlaren. De cursus duurt anderhalf jaar. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot Ineke Boland, telefoonnummer (050) 40 61 640. De natuurgidsencursus van het IVN Westerveld wordt gehouden in ‘Oens Huus’ in Wapse. Naast twee lesavonden, zal er ook elke maand een excursie naar een natuurterrein worden verzorgd. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met P.C. Beunder, telefoonnummer (0521) 55 11 66 of ivnwesterveld@hotmail.com.


37

Traog

bij aovend slingert e hen ’t onbekende, hen ’t èende zunder èend en stille gao ik langs zien pad

foto: Jaap de Vries

de ieuwigheid löp met mij op, op wegen die e kent en èendigheid giet in mien heufd tekeer

het locht van steerns lokt de schaden de nacht kröp uut het zachte locht bijtieden blef e in het schemer hangen, en döt e even of e draolt o, traogheid, kunst do ieuwig duren Klaas Koops


Expositie Lemferdinge Van 8 november tot 12 januari exposeren Hadewij Freeve en Ingeborg Freeve in Galerie Lemferdinge. De schilderijen van Hadewij zijn verhalend, naïef: ze schildert dieren en mensen. Het schilderen wisselt de kunstenares af met werken in het theater. De keramiste Ingeborg Freeve genoot haar opleiding aan de Seljord Folkehoyskole in Noorwegen. De archaïsche vorm is zo’n krachtig gegeven, dat ze daar eindeloos door wordt verleid, op zoek naar eenvoud in vorm en kleur. De expositie is gratis te bezichtigen op vrijdag tot en met zondag van 12.00-17.00 uur. Adres: Lemferdingelaan 2, 9765 AR Paterswolde. Telefoon: (050) 309 13 77.

Agenda Algemeen Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft. Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranjekanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten moet een verrekijker meenemen! Schaapskudde Hijkerveld De kudde vertrekt met de herder om 09.30 uur naar de heide en komt om 16.30 uur terug bij de kooi. De schaapskooi is te bereiken vanaf het dorp Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes.

Rosse woelmuis

wo. 25 dec. 14.00 uur 1e Kerstdag Traditionele kerstwandeling. Ook dit jaar houdt de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ weer haar traditionele kerstwandeling in de sfeervolle omgeving van de schaapskooi op het Hijkerveld. Start: bij de schaapskooi van het Hijkerveld, te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. vr. 27 dec. 13.00 uur Stevige winterwandeling over het Landgoed Vledderhof en omgeving. Een prachtige wandeling van ongeveer 3 uur op de kortste dag van het jaar. Start: de dagcamping aan de Solweg (weg Vledder - Doldersum).

Informatiecentra De Blinkerd Vamweg te Wijster • Open het gehele seizoen van 10.00 tot zonsondergang ’t Ende in de Stapel Stapelerweg 20, 7957 NB De Wijk Openingstijden: • Van 1 november tot en met 31 maart alleen op zondag van 11.00-17.00 uur

Voor alle activiteiten geldt dat honden helaas niet mee mogen; ook niet aangelijnd!

zo. 19 jan. 13.00 – 17.00 uur Open dag boerderij Kamps. Tijdens deze dag worden er regelmatig rondleidingen gehouden in en rond de boerderij. Om 14.00 uur start er een natuurwandeling in de omgeving van Kamps. De boerderij is gelegen aan de Kamps 1, even voorbij Deurze aan de weg van Assen naar Rolde. za. 25 jan. 14.00 uur Wintergasten op Diependal. Kijken naar de vogels die overwinteren op de vloeivelden van het Hijkerveld. Start is bij de vogelkijkhut. Deze is bereikbaar door in het dorp Oranje vanaf het Oranjekanaal, vlakbij ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. De route is met bordjes aangegeven.


Agenda

zo. 16 mrt. 14.00 uur Reptielen en amfibieën ontwaken. Een excursie over het Groote Zand waar onder meer veel Adders voorkomen. Start: op de parkeerplaats van camping ‘Het Grote Zand’, gelegen aan de weg van Hooghalen naar Amen, vlakbij Hooghalen.

foto: Geert de Vries

zo. 23 mrt. 10.00 – 16.00 uur Lammetjesdag schaapskooi Hijkerveld. De lente begint met lammetjes. Vanaf 10.00 uur worden u en uw (klein)kinderen verwelkomd met beschuit met muisjes. De activiteiten vinden plaats bij de schaapskooi. Deze is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes.

zo. 26 jan. 14.00 uur Bezichtiging van het landgoed Lemferdinge. De excursie gaat over de bouwen bewoningsgeschiedenis van het landgoed. Gestart wordt bij het gebouw Lemferdinge, Lemferdingelaan 2, Paterswolde. zo. 26 jan. 14.00 uur Lopen als een rups… Natuurbeleving voor het hele gezin. Een leuke doe-activiteit op een prachtige plek in het Reestdal. Start is bij informatiecentrum ’t Ende, Stapelerweg 20 te De Stapel (bij De Wijk). zo. 2 feb. 14.00 uur Het ontstaan van Drouwenerzand. Start: voor de receptie van bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterweg 7, Drouwen.

zo. 9 feb. 14.00 uur Wilde zwanen en rietganzen in het Hunzedal. Het Hunzegebied is een plek waar zwanen en ganzen graag vertoeven. Het is altijd een prachtig gezicht om grote groepen van deze vogels te aanschouwen. Start: café ’t Keerpunt, Oostermoer 1, Spijkerboor. zo. 16 feb. 14.00 uur Spoorzoeken in de Gasterse Duinen. Op zoek naar sporen van mens en dier. Start: bij het informatiebord op de parkeerplaats aan de Oudemolenseweg te Gasteren.

zo. 23 feb. 10.00 – 16.00 uur Open dag boerderij Rabbinge. Op deze dag kunt u eens een kijkje nemen in een ouderwets boerenbedrijf. Tot 16.00 uur staan de deuren van onze beheersboerderij voor u open. Om 14.00 uur start een natuurwandeling die de omgeving van de boerderij laat zien. Start: beheersboerderij Rabbinge, Rabbinge 7, Balkbrug. za. 1 mrt. 14.00 uur Broedvogels op Diependal. Op Diependal broeden enkele tientallen soorten vogels. Vanuit de vogelkijkhut kunt u ze ongestoord observeren. De vogelkijkhut is te bereiken door in het dorp Oranje vanaf het Oranjekanaal, vlakbij ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. De route is met bordjes aangegeven.

za. 29 mrt. 11.00 uur Archeologie en voorjaar op Rheebruggen. Een wandeling met een vleugje voorjaar en archeologie. Start is bij de beheersboerderij van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’, Rheebruggen 8 in Ansen. zo. 30 mrt. 14.00 uur Voorjaarswandeling Oude Diep. Twee jaar na de herinrichting van het Oude Diep ontstaat er rond dit beekdal al een mooi en afwisselend landschap. De excursie start op de parkeerplaats van de Blinkerd bij de kiosk aan het VAM-kanaal, bereikbaar vanaf de weg Wijster – Drijber. De route wordt met ANWB-borden aangegeven.

39


Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Koninklijke BOOM UITGEVERS Meppel (0522) 26 61 11 Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. POORTMAN Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw Royal Haskoning Groningen (050) 521 42 14 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘DE HAVIXHORST’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro HOLLEMA Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 312 34 00 Prominent in uitgaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) HULZEBOSCH Grondwerken C.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind KADASTER DIRECTIE NOORD Assen (0592) 30 48 88 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed CHRISTIAAN DEN DEKKER B.V. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering QUERCUS Boomverzorging en Advisering Emmen (0591) 51 27 07 Uw bomen, onze zorg Veenbedrijf HAVERKORT VROOMSHOOP B.V. Vroomshoop (0546) 64 38 02 Veenafgraving, verkoop veengrond en tuinaarde N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water

• • • • • • • • • • • • • • • • • • •

BUNING Wegenbouw B.V. Zuidwolde (0528) 37 31 64 Grond-, straat- en rioleringwerkzaamheden. Levering zand NATIONALE POSTCODE LOTERIJ Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe, TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 1 – 7860 AA Oosterhesselen Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uigeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen ERDMAN SCHMIDT Hoogeveen (0528) 27 72 66 Lichtgewicht tenten, slaapzakken, bergschoenen, rugzakken, etc. HARWIG Elektriciteitswerken B.V. Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, industriële automatisering, telematica, beveiliging DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies BTL UITVOERING Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen Architectenbureau WOUDA & VAN DER SCHAAF Meppel (0522) 25 57 96 DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties OCTANORM® Bunne (050) 309 51 33 Leverancier van aluminium interieurbouw-, standbouwen displaysystemen RANDSTAD DRENTHE Assen (0592) 39 77 11 Tijdelijk en vast personeel mede mogelijk gemaakt door Randstad JBF MULTI MEDIA COMMUNICATIE Groningen (050) 313 59 20 De Verhalenvertellers DIJKSTRA-GROEP Groningen (050) 403 14 31 Ontwerp van infrastructuur, projectmanagement, meetdienst en 3D-visualisatie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.