Kwartaalblad dec. 2003 no. 40
40
Magnuskerk Anloo
Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap Uitgave Stichting ‘Het Drentse Landschap’ Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962
Omslag Magnuskerk Anloo (John Stoel)
3
— bestuursberichten 4
Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het geeft informatie over de terreinbezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– . Als u ‘Het Drentse Landschap’ extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze:
Periodieke gift In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële acte toezegt. Voor bijdragen van € 50,– en hoger per jaar regelt en betaalt de Stichting de acte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van ‘Het Drentse Landschap’. Andere giften Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60,– te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. ‘Het Drentse Landschap’ is voor schenkingen binnen twee jaar tot in totaal € 4143,– (voor 2003) vrijgesteld van schenkingsrecht. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag. Legaten of erfstellingen Tot een bedrag van € 8284,– (voor 2003) is ‘Het Drentse Landschap’ geen successierechten verschuldigd. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag.
Oude Drentse kerken
— erfgoed Eric van der Bilt 9
Hetzelfde, anders gezegd
— gedicht
ISSN 1380-3263 Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.
Kom er even voor zitten
Rutger Kopland 10
Staartmees
— fauna Joan D.D. Hofman 12
Peter Breukink
— interview Sonja van der Meer 14
Moeraswolfsklauw
— flora Hester Heinemeijer 16
Lelieteelt
— milieu Sipke van der Veen 18
WMD
19
Landgoed Lemferdinge
— wandelroute Bertus Boivin/Eric van der Bilt 23
NPL
24
Drenthe en de eeuwigheid
— cultuur Werkgroep Eeuwigheid 30
Kortweg
— berichten 37
Aankopen
38
Agenda
foto: Joop van de Merbel
Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Prepress Von Hebel bv, Groningen Lithografie Arfo Colortechnics, Groningen Druk en afwerking Boom Pers Drukkerijen BV, Meppel
Bestuursberichten
3
Kom er even voor zitten... Ieder jaar verschijnt in het najaar de Natuurbalans, een uitgave van het Milieu- en Natuurplanbureau, in nauwe samenwerking met tal van overheidsinstituten op het gebied van natuur en milieu. U zult begrijpen dat bestuur en directie van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ altijd met grote aandacht kennis nemen van dit document. De Natuurbalans 2003 gaat met name in op de klimaatverandering. Die brengt namelijk nu al structurele veranderingen in de natuur teweeg: het groeiseizoen wordt langer, planten en dieren zoeken nieuwe leefgebieden en voedselketens raken verstoord. De voortgaande klimaatverandering zal in de toekomst waarschijnlijk meer effect hebben op de natuur dan nu reeds zichtbaar is. Die invloed kan zowel negatief als positief uitvallen. Er zullen in Nederland zowel soorten dieren en planten verdwijnen als bijkomen.
Niet alle soorten reageren even sterk op de veranderingen. Daardoor kunnen problemen ontstaan. Bijvoorbeeld als trekvogels niet het juiste voedsel aantreffen wanneer ze in hun broedgebieden arriveren of als vogels niet die speciale rupsen vinden die ze als voornaamste voedsel voor hun jongen plachten aan te slepen.
De realisatie van de EHS loopt echter achter op schema en dreigt nog verdere vertraging op te lopen. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ spant zich daarom, samen met andere natuur- en milieuorganisaties tot het uiterste in de tijdige uitvoering van de EHS weer hoog op de politieke agenda’s te krijgen.
Om biodiversiteit te behouden zal het overheidsbeleid gericht moeten zijn op vermindering van de uitstoot van broeikasgassen en daarmee op verlaging van het tempo van opwarming. Maar er zal daarnaast haast gemaakt moeten worden met de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) omdat daarmee de aanpassing van de natuur ondersteund kan worden zodat dieren en planten nieuwe leefgebieden kunnen bereiken.
Aleid Rensen Voorzitter Stichting ‘Het Drentse Landschap’
4
Erfgoed Het karakteristieke beeld van grote delen van Drenthe waar we zo trots op zijn, is het kleinschalige en vriendelijke esdorpenlandschap. Met prachtige rietgedekte boerderijen in rustieke dorpen en in het midden van het dorp de brink en vaak een kerkje. Hoewel minder nadrukkelijk dan in Friesland en Groningen, is ook Drenthe rijk gezegend met prachtige middeleeuwse kerkjes. Hun kerktorens steken vaak maar net iets uit boven de massieve eiken van het dorp. Ze waren vroeger de bakens in het open heidelandschap. Veel kerken maken deel uit van Drenthe’s meest aansprekende culturele erfgoed. Reden voor Stichting ‘Het Drentse Landschap’ om zich in te zetten voor het behoud van deze monumenten.
Rolde
Eric van der Bilt*
Al vanaf haar oprichting in 1934 heeft Stichting ‘Het Drentse Landschap’ als doelstelling om alles in Drenthe wat met natuur, landschap en cultuurhistorie te maken heeft, te behouden en zo mogelijk verder te ontwikkelen. Veel aandacht ging in de beginjaren uit naar de oude boerderijen in het landschap. Later werden ook keuterijen, havezaten en bijvoorbeeld het 17e eeuwse Schultehuis in Diever verworven. Sinds 1999 voert zij met de onder haar vleugels thuishorende Stichting Orvelte het beheer over 64 gebouwen in Orvelte. In hetzelfde jaar kreeg de stichting de beheersverantwoordelijkheid over de 21 hunebedden van de Provincie Drenthe, onovertroffen sieraden in ons oude landschap. ‘Het Drentse Landschap’ draagt zorg voor zowel natuur als cultuur. Zaken die in Drenthe voortdurend met elkaar te maken hebben en in elkaar overgaan. Inspanningen voor het behoud van de oude Drentse kerken passen heel goed binnen deze ontwikkeling. 1000 jaar geschiedenis
Zweeloo >
Drenthe was in de Middeleeuwen slechts dunbevolkt. Er woonden nauwelijks 20.000 mensen. Toch werden er tussen
foto: Joop van de Merbel
foto: John Stoel
Stichting Het Drentse Landschap ontfermt zich over oude Drentse kerken
foto: Joop van de Merbel
Rolde
de 11e en de 16e eeuw zo’n 37 kerkjes gebouwd. De oudste kerken in Drenthe, zoals die van Anloo en Vries, dateren uit de 11e en 12e eeuw. Ze zijn in Romaanse stijl gebouwd. De meeste dateren echter uit de 13e en 14e eeuw en worden gekenmerkt door een romano-gotische overgangsstijl. Ook zijn er kerken die in de 15e eeuw in de gotische stijl zijn gebouwd. Tot ca. 1600 waren de kerken katholiek. Na de Reformatie ontstonden er ook Nederlands Hervormde kerken. Door toename van de Drentse bevolking nam de behoefte aan nieuwe kerkgebouwen vanaf 1600 toe. Kerken in Coevorden, Hoogeveen, Hijkersmilde en Veenhuizen zijn hiervan prachtige voorbeelden. Typerend voor de 19e eeuw zijn de zogenaamde Waterstaatskerken. Om de kosten te drukken waren deze kerken volgens eenzelfde plan ontworpen door de ingenieurs van de Waterstaat. Vanaf het midden van de 19e eeuw tot een eeuw later werden kleine Gereformeerde kerken gebouwd, als ook kerken van andere geloofsgemeenschappen. Al met al valt een bijna duizendjarige geschiedenis in de kerkelijke monumenten van Drenthe af te lezen. Een van de meest onvervangbare en unieke onderdelen van ons Drentse culturele erfgoed. Grote kerkgemeenschappen
In onze provincie bevinden zich ongeveer 37 middeleeuwse kerken. Naar schatting is sprake van eenzelfde aantal kleinere kerkjes uit de 19e en het begin van de 20e eeuw, representatief voor het Drenthe van de ontginningsperiode. Vergeleken met onze Groningse buren zijn we niet zo rijkelijk bedeeld. In het Groningse landschap bevinden zich maar liefst zo’n 270 oude monumentale kerken. In de jaren zestig van de
vorige eeuw bleek de onderhoudssituatie van een groot aantal van deze kerkjes slecht. Omdat de kleine geloofsgemeenschappen niet in staat waren om de restauratie op zich te nemen, werd in 1969 de Stichting Oude Groninger Kerken opgericht. Doel van de stichting is het verwerven, beheren en openstellen van monumentale kerken en hun bijgebouwen. Inmiddels heeft de stichting 52 kerken in beheer en heeft ze zorg voor 2 torens en 21 kerkhoven. In Drenthe hebben we minder kerken en is de onderhoudssituatie van de meeste redelijk goed. Dit komt onder andere omdat de kerkgemeenschappen vaak groter en dus ook minder armlastig zijn dan in Groningen. Ondanks dat werd er in 1988 de Stichting Drents-Overijsselse Bedehuizen opgericht. Deze stichting stelde zich ten doel om belangstelling te wekken voor het instandhouden van oude, cultuurhistorisch waardevolle kerkgebouwen in Drenthe en Overijssel. In 1996 fuseerde deze stichting met de in 1990 opgerichte Stichting Oude Overijsselse Kerken. Vanaf dat moment was er de Stichting Drents-Overijsselse Kerken (SDOK). De doelstelling bleef onveranderd: het zonder winstoogmerk behouden van historisch belangwekkende kerkgebouwen. Dit gebeurt door verwerving, advisering en voorlichting. Het meest direct werd dat in praktijk gebracht door in 1996 de parochiekerk Hieronymus Aemilianus te Veenhuizen van het Rijk over te nemen. De kleine parochie kon deze grote kerk onmogelijk onderhouden en restaureren. Deze taak nam de SDOK op zich en eind 2003 wordt de succesvolle restauratie opgeleverd. Voorlichting
De Stichting Drents-Overijsselse Kerken zet zich niet alleen in voor het behoud van kerken, maar wil ook belangstelling
Erfgoed
wekken voor alles wat daarmee te maken heeft, in de ruimste zin van het woord. Ze heeft dat met veel verve gedaan. De stichting heeft een respectabel aantal boeken uitgegeven, zo’n 30 stuks. Ze gaan over kerken en kapellen, maar ook bijvoorbeeld over de Joodse begraafplaats in Blokzijl, de synagoge van Haaksbergen en middeleeuwse doopvonten in Drenthe en Overijssel. Een van de laatste boeken betreft een inventarisatie van oude kerken in Drenthe. Naast de Stichting Drents-Overijsselse Kerken is er ook
7
een Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen GroningenDrenthe actief. Deze stichting werd in 1990 opgericht op initiatief van de Vereniging van Kerkvoogdijen in de Nederlands Hervormde kerk. Zij helpt vitale en draagkrachtige kerkvoogdijen bij de instandhouding van hun kerk door het aanbieden van diensten betreffende het verkrijgen van vergunningen en subsidies en helpt bij de uitvoering van restauratieplannen. Eind jaren ‘90 van de vorige eeuw verschijnen er echter regelmatig zorgelijke berichten over het ontbreken van voldoende middelen voor restauraties. Tegelijkertijd ontstonden er, onder druk van de omstandigheden, ook andere vormen van het gebruik van kerken. Niet iedereen was hier gelukkig mee. Duidelijk werd toen dat er ondanks alle inspanningen van een aantal instanties en de betrokken kerkvoogdijen, in Drenthe een sterk en daadkrachtig vangnet nodig werd, vergelijkbaar met de Stichting Oude Groninger Kerken. Vanuit dat perspectief vond het bestuur van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ het zinvol na te denken over de mogelijke oprichting van een Stichting Oude Drentse Kerken. Ook binnen de Stichting DrentsOverijsselse Kerken werd deze discussie gevoerd. Toen de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ voorstelde om een zelfstandige Stichting Oude Drentse Kerken op te richten, werd het idee positief ontvangen.
foto: John Stoel
Doelen
Koepelkerk Veenhuizen
Na een breedvoerige discussie binnen het bestuur van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ werd besloten tot het oprichten van de Stichting Oude Drentse Kerken (SODK). Op 2 april 2003 werd deze oprichting beklonken. Een belangrijk argument om hiertoe te besluiten was het feit dat er van een aantal kerkvoogdijen in Drenthe bij onze collega’s van de Oude Groninger Kerken een verzoek om hulp was gekomen die zij om statutaire redenen evenwel niet kan verlenen. Een andere reden voor het bestuur van ‘Het Drentse Landschap’ om tot het oprichten van een nieuwe stichting over te gaan, was het gegeven dat de bestuurskracht binnen de Drentse kerkvoogdijen afneemt. De terugloop van het aantal actieve kerkleden leidt ook tot minder vrijwilligers die zich willen inzetten voor de kerkelijke gemeenschap. Dit betekent een toenemende belasting voor een
8
Cultuurhistorie
Behoud
foto: John Stoel
Het behoud van de grote verscheidenheid aan Drentse kerken is voor Drenthe en de verschillende gemeenschappen in haar dorpen van grote betekenis. De Stichting Oude Drentse Kerken hoopt om in samenwerking met de verschillende kerkvoogdijen en plaatselijke groeperingen de zekerheid te bieden dit onvervangbare cultuurbezit in stand te houden. Zij kan dat alleen met steun van vele Drenten, burgers en bestuurders. Wij rekenen daarom ook op brede steun vanuit de gemeenschap. R.K. Kerk Veenhuizen
steeds kleiner wordende groep. Om genoemde redenen is het dan ook de bedoeling dat de nieuwe Stichting Oude Drentse Kerken een vangnet zal bieden voor het eigendom, beheer en onderhoud van die kerkelijke gebouwen en bijbehorende zaken, zoals begraafplaatsen, die hun functie als godshuis dreigen te verliezen of die niet meer adequaat kunnen worden beheerd. Zij speelt geen rol voor kerkvoogdijen die zelf deze taak terzakekundig kunnen uitvoeren. De SODK wil ernaar streven om de oorspronkelijke religieuze en culturele gebruiksvormen zoveel mogelijk te handhaven. Gebruik en beheer zal in handen blijven van of worden gegeven aan een plaatselijke commissie die met steun van de stichting een grote mate van eigen verantwoordelijkheid zal dragen. Deze formule werkt in Groningen uitstekend. De Stichting Oude Groninger Kerken heeft toegezegd de SODK met haar deskundigheid te helpen. Dit wordt door ons als buitengewoon belangrijk ervaren.
foto: John Stoel
Gevelsteen N.H. Kerk Norg
* Lit.: ‘Kerken in Drenthe’ door drs. M.R. Hilbrandie-Meijer, 1999 SDOK.
* Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur/rentmeester van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.
De nieuwe Stichting Oude Drentse Kerken kan uw steun heel goed gebruiken. Ze wil haar taken zo snel mogelijk oppakken en ervoor zorgen dat de Drentse kerken als hart van onze dorpen voor de toekomst behouden blijven. Uw hulp om daarmee een start te maken is daarbij onmisbaar. U kunt uw gewaardeerde bijdrage overmaken op bankrekeningnummer 36.94.04.920, onder vermelding van bijdrage SODK. Alvast onze hartelijke dank voor uw gift.
HETZELFDE, ANDERS GEZEGD
Terwijl alles nog stroomde en niets bleef, hoe je ook probeerde terug te keren, wanneer vond je jezelf. Geen moment waarin je zag wat je weerzag. Maar nu, nu de zon doodstil in de hemel staat, de rivier tot haar geraamte verdord, het water dat zij wiegde verdampt. Of hetzelfde, anders gezegd: als er een rivier was die je heeft gekend, zo goed dat je wist, dit ben ik, die rivier is er nu.
foto: Dick Willems
Rutger Kopland
Uit: Geduldig gereedschap, Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam 1993
10
Fauna
Staartmees Joan D.D. Hofman*
Volgens de laatste schattingen broeden er in Drenthe drie- tot vijfduizend paar Staartmezen. Grofweg zo’n 10% van de landelijke populatie. Bepaald geen zeldzaamheid dus, maar in de broedtijd lastig te ontdekken. Dit komt door hun wat verborgen leefwijze en omdat ze niet uitbundig zingen. ’s Winters kom je ze gemakkelijker tegen als ze in groepjes door de bladloze struiken in je tuin scharrelen. Altijd op zoek naar voedsel. Altijd bezig, want het is niet niks als je je in leven moet houden met kleine insectjes en spinnetjes. Buiten de broedtijd leven Staartmezen in groepjes van vijf tot wel twintig exemplaren, zwervend door bossen en tuinen. In veel vogelboekjes staat dat het familiegroepjes zijn, maar dat is nog nooit aangetoond. Gezien de grootte van de groep zou het inderdaad een ouderpaar met hun jongen kunnen zijn. Volgens sommige vogelkundigen claimt elke groep een
bepaald gebied als haar territorium. Verder wordt wel beweerd dat na de winter paarvorming binnen de groep zou plaatsvinden. Maar dan is het – gezien het risico van inteelt – niet zo waarschijnlijk dat het familiegroepjes zijn. Anders dan ‘gewoon’
Hoe het ook zij, feit is dat je Staart-
mezen nooit alleen aantreft. Altijd in groepjes, soms samen met andere mezen als Koolmees, Pimpelmees en Zwarte mees. Waarschijnlijk een toevalligheid want Staartmezen zijn nogal op zichzelf, met onderling een sterke sociale band. In de verre verte zijn ze wel verwant aan de ‘gewone’ mezen, maar toch voldoende anders in bouw en gedrag om tot een aparte familie te worden gerekend. Onze soort komt voor in het grootste deel van Europa en in een brede band over Azië tot in Japan. In dit grote verspreidingsgebied zien ze er niet overal hetzelfde uit. Er worden een aantal regionale ondersoorten onderscheiden. Binnen elke ondersoort komt overigens nogal wat variatie in uiterlijk voor.
foto: Willem Weenink/FN
Witkoppen
In waarnemingslijsten wordt nogal eens melding gemaakt van ‘witkoppen’. Binnen de variatie die onze ondersoort kent, komen zowel donkergestreepte als lichtere kopjes voor. Maar die waarnemers menen vaak de oostelijke ondersoort gezien te hebben, die we niet zonder reden Witkopstaartmees noemen. Deze heeft echter tot in de nek een smetteloos wit kopje en scherp daarvan gescheiden een zwarte rug. Onze Staartmezen blijven ’s winters hier. De Oost-Europese echte witkoppen zijn ook niet zo van die trekkers, maar als het ze te bar wordt wijken ze wel eens naar het westen en het zuiden uit. Meestal gaat het dan in invasies en dan kunnen er ook in ons land groepjes Witkopstaartmezen worden gezien. Het is dan ook niet waarschijnlijk dat
flora en fauna
11
meldingen van enkele ‘witkoppen’ in een groepje van onze ‘gewone’ Staartmezen betrekking hebben op de oostelijke ondersoort.
Ook in de broedtijd blijkt de sociale binding sterk. Vaak krijgt een paartje al hulp van niet-broedende soortgenoten bij de bouw van het nest. En later helpen die weer een handje bij de verzorging van de 7 - 12 jongen: voeren en poep afvoeren. Per jong moet er dagelijks 2,5 gram aan kleine insectjes en spinnetjes aangesleept worden en zo’n portie heb je als ouders niet zomaar bij elkaar. Het nest is een wonder van bouwkunst. Anders dan de holbewonende ‘gewone’ mezen bouwen Staartmezen hun nest tussen de takken. In de keuze van de plaats zijn ze niet kieskeurig: dichte coniferen, klimop, maar ook meidoorns, bramen en andere struiken zoals jeneverbesstruwelen. Het nest is een vrij fors eivormig geval met alleen aan de zijkant een opening van ongeveer 3 cm. Als bouwmateriaal worden stukjes mos, korstmos, berkenbast en dergelijk zacht materiaal gebruikt; zelfs bolletjes piepschuim en snippers van papieren zakdoekjes zijn aangetroffen. Dit alles wordt bijeen gehouden met spinrag, haren en plantenpluis. Daar zijn ze dan wel drie tot zes weken mee bezig. De nestbol moet wel zo groot zijn dat het vrouwtje er in kan broeden en er samen met haar partner in kan overnachten. En ook voor de kinderschaar later moet er ruimte zijn. Het vogeltje is dan wel klein, een lijfje
foto: Willem Weenink/FN
Mantelzorg
van 6 cm. – meer veer dan vlees –, maar heeft wel een staart van 8 cm. Het nest blijkt nogal eens te krap gebouwd te zijn. Slimmeriken maken een gat aan de andere zijde, zodat de staart als een vlag naar buiten kan steken. Doen ze dat niet, dan komt het vrouwtje na de broedduur van twee weken met een gekreukelde staart weer tevoorschijn... Acrobaten
Staartmezen zijn pure insecteneters, al hangen ze wel eens aan een vetbol. Op de voedertafel zie je ze maar zelden. Beter dan welke vogel ook zijn ze in staat hun voedsel op de dunste twijgjes te zoeken. Ze hebben als het ware een gat in de markt gevonden. In alle standen, zelfs ondersteboven, struinen ze acrobatisch takjes en knoppen af,
waarbij hun lange staart als balanceerinstrument dient. Bij ijzel en langdurige sneeuw sterven velen de hongerdood. De broedpopulatie kan dan wel gehalveerd zijn. De Staartmees blijkt zich evenwel na een jaar of drie van een dergelijke ramp te kunnen herstellen. Het is puur genieten als zo’n clubje voortdurend zacht kwetterend in je tuin scharrelt. Enkele minuten snel een struik afzoekend, en dan op naar de volgende. Hopelijk valt de winter dit jaar mee.
* Drs. J.D.D.Hofman is bestuurslid en redacteur van ‘Het Drentse Landschap’.
12
Interview
Peter Breukink, directeur Stichting Oude Groninger Kerken:
“Wij geven de kerk terug aan het dorp” Sonja van der Meer*
Zoals de hunebedden onlosmakelijk met Drenthe zijn verbonden, zo zijn de kerken verankerd in het Groningse landschap. Als je door Groningen rijdt, zie je kerken; tenminste de torens. Ze liggen als prachtige juwelen, vaak op een wierde, in het immens weidse landschap. Nu zijn het er nog circa 200, ooit waren het er veel meer. De Groningers hadden gelukkig al heel snel door dat de teloorgang van de vele middeleeuwse kerkjes een halt moest worden toegeroepen. Reeds in 1969 werd de Stichting Oude Groninger Kerken in het leven geroepen. Inmiddels glorieert het Groningse kerkleven weer volop: kerkdiensten, concerten, theateroptredens, burgerlijke huwelijken en zelfs erfgoedlogies vinden er plaats. “De kerk is weer van de mensen”, stelt Peter Breukink, “En dat levert veel leuke initiatieven op”.
De Stichting Oude Groninger Kerken heeft een heel duidelijke visie op hoe er met kerken moet worden omgegaan. Uiteraard vindt ze het heel belangrijk dat er zoveel mogelijk kerken behouden blijven, maar dat kan alleen maar met steun van de desbetreffende gemeenschap. Zij bepaalt uiteindelijk wat er met de kerk wordt gedaan. “Het is voor ons ondoenlijk om het dagelijkse beheer van alle kerken uit te voeren. Dat moet door de mensen in het dorp worden opgepakt”, vindt Peter Breukink. “Tot nu toe levert dat nooit problemen op. Mensen hebben vaak een sterke verbondenheid met de kerk in het dorp. Ze zijn er gedoopt en hebben er huwelijken en begrafenissen bijgewoond. Vaak liggen hun voorouders op het kerkhof rond de kerk. Ze zijn blij dat de kerk niet verdwijnt en willen zich daar ook voor inzetten”. Bij de Stichting Oude Groninger Kerken werken zo’n 400 vrijwilligers. Ze organiseren jaarlijks vele tientallen activiteiten in en rond de kerk. “Hun inzet is onmisbaar”, zegt Breukink, “bij het behoud van dit Gronings cultureel erfgoed”.
Ontkerkelijking
Net als in de rest van Nederland hebben de Groningse kerkgemeenschappen te maken met een enorme terugloop van het kerkbezoek. Opmerkelijk is dat deze ontkerkelijking zich op het Hogeland al in de jaren zestig van de vorige eeuw voordeed. Steeds vaker stond de dominee voor een halfvolle of nog legere kerk te preken. Verontruste leden van de Nederlands Hervormde kerk staken de hoofden bij elkaar en richtten de Stichting Oude Groninger Kerken op. Doel was toentertijd belangstelling te wekken voor de Groninger kerken. Het woord ‘instandhouding’ kwam nauwelijks in de stukken voor. Toch was er veel moed en doorzettingsvermogen voor nodig om, dwars tegen de stroom van de tijd in, de zichtbare sporen van eeuwenoude vroomheid in stand te houden. Peter Breukink: “Het bestuur opereerde in het begin voorzichtig wat betreft verwerving van bezit. Hun activiteiten waren vooral gericht op het houden van excursies en lezingen en niet zozeer op verwerving en beheer van de gebouwen. Maar er moest iets gebeuren want de ‘oale’ kerken hadden nog niet de belangstelling van veel overheden”.
Fauna
13
Goed initiatief
Het staat volgens Peter Breukink buiten kijf dat een goed functionerende kerkenstichting van evident belang is om kerken te kunnen behouden. Ook Drenthe verkeert nu in de situatie dat het kerkbezoek afneemt en dat kan nogal wat gevolgen hebben voor het functioneren van de kerkgemeenschappen. Niet alleen wordt het lastiger om alle taken goed te kunnen uit-
foto: Harry Cock
Koninklijke bemoeienis
De voorlichtingsactiviteiten werden al snel gevolgd door aankoop en beheerswerkzaamheden. Na de eerste verwerving in 1970 neemt haar bezit langzaam toe. Halverwege de jaren zeventig krijgt de stichting plotseling veel kerken aangeboden, vaak in sterk verwaarloosde toestand. In 1975 kwam een ware restauratiegolf op gang. Gelukkig verkeerde de stichting toen in de luxueuze omstandigheid dat restauraties makkelijk gefinancierd konden worden. Hierdoor zijn vele kerken behouden. De statistieken over verdwenen kerken zijn bedroevend. Reeds vòòr de oprichting van de Stichting Oude Groninger Kerken waren al ongelooflijk veel kerken afgebroken; een proces dat volgens Peter Breukink al heel lang aan de gang was. “Door de hele provincie vind je stenen van kerken in andere, vaak oude, bouwwerken weer terug”, weet de directeur te vertellen. “Het was natuurlijk veel te kostbaar om deze stenen zomaar weg te gooien. Daarom werden ze gebruikt voor boerderijen en verdedigingswerken. Je komt ze echt op de meest gekke plekken weer tegen”.
oefenen, maar ook in financiële zin zal de kerkvoogdij op zoek moeten naar nieuwe inkomsten. Bijvoorbeeld voor het onderhoud van het kerkgebouw of om het orgel te kunnen restaureren. De verwachting is dat niet alle kerkvoogdijen dat goed van de grond kunnen krijgen. De Stichting Oude Groninger Kerken is al enkele malen door Drentse kerkvoogdijen benaderd voor hulp, maar kan vanwege statutaire redenen niet meer doen dan advies geven. Peter Breukink is dan ook zeer blij met het initiatief van de Stichting Drents-Overijsselse Kerken en Stichting ‘Het Drentse Landschap’ om een Drentse ‘zusterstichting’ op te richten. “Oude kerken sieren niet alleen ons landschap, maar ze weerspiegelen ook de volksaard van mensen die honderden jaren geleden in onze
provincies woonden. Er zijn al ontzettend veel van deze parels in het landschap verdwenen. Dat mogen er niet meer worden; zij zijn een kostbaar bezit. Daarom juich ik het enorm toe dat er een Stichting Oude Drentse Kerken is. Regionale identiteit is heel bepalend om je werk als stichting goed te kunnen doen. Gezien de activiteiten die Stichting ‘Het Drentse Landschap’ op het gebied van het cultureel erfgoed heeft ontwikkeld, is zij de meeste geschikte organisatie om dit proces verder handen en voeten te geven”.
CV Stichting Oude Groninger Kerken Opgericht in 1969 Kerken: 54 Kerkhoven: 21 Overige: pastorieën, dorpsplein en lijkhuisjes Donateurs: 6000 Medewerkers: 20 (10 Fte) Vrijwilligers: 400
* Drs. S. van der Meer is PR-functionaris van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.
14
Flora
Moeraswolfsklauw een stokoude Moeraswolfsklauw herken je aan de fijn bebladerde, groen oplichtende sliertjes die plat over de grond kruipen. Zo nu en dan maakt de plant verticale stengeltjes met aan het uiteinde in de oksel van de blaadjes een aantal oranje-, geelachtige bolletjes: de sporenkapsels. Wolfsklauwen zijn verre afstammelingen van prehistorische oerwoudplanten. In Drenthe groeien de huidige wolfsklauwen op vrijwel kale bodems, op heidevelden en in naaldbossen.
Hester Heinemeijer*
Moeraswolfsklauw is een pionier van natte heidevegetaties en kan kale bodems koloniseren. Deze zeldzame plant komt voor op weinig begroeide, natte, maar vooral voedselarme gronden. Een afgeplagde of opengetrapte bodem wordt vaak eerst rossig van kleur door het Paars heideviltwier. De Moeraswolfsklauw komt hierna te voorschijn, vaak samen met Zonnedauw en Snavelbies. Wolfsklauwen zijn sporeplanten. In feite zijn het verre nazaten van primitieve soortengroepen van lang vervlogen prehistorische tijden; ze zijn ‘vergeten’ om uit te sterven. In het Carboon, zo’n 300 miljoen jaar geleden, werden grote delen van de aarde bedekt met tropische moerasbossen. Deze bossen bestonden uit mossen, wolfsklauwen, paardestaarten en varens; allemaal sporeplanten. Het ging om duizenden soorten, sommige klein, maar ook grote bomen van wel 20 tot 30 meter. De zaadplanten zoals wij die nu kennen en die thans de overhand hebben, waren in de evolutie nog niet ontstaan.
Zowel de bouw van stengels en wortels als de wijze van voortplanting laat zien
Archief Jan Winters
Mysterieus
dat we hier met een zeer oude groep van planten te maken hebben. De stengels en wortels zijn alleen gevorkt vertakt, beide takken kunnen afzonderlijk verder groeien. Er is geen sprake van een hoofdstengel of stam. De blaadjes zijn klein, staan doorgaans in spiralen en hebben één onvertakt nerfje. Wolfsklauwen hebben geen zaden maar sporen. De geheimzinnige voort-
planting speelt zich verborgen onder de grond af. De sporen worden verspreid door de wind en kunnen forse afstanden afleggen. Indien een spore op een geschikte plek komt, ontwikkelt zich onder de grond een wit en slijmerig weefsel. Dit wordt de ‘voorkiem’ of prothallium genoemd. Deze voorkiem is alleen levensvatbaar indien hij samen kan leven met een
Spore
Nieuwe jonge wolfsklauw
15
Flora
Prothallium met mannelijke en vrouwelijke organen
mycorrizaschimmel. Na een of zelfs enkele jaren wordt de ‘voorkiem’ geslachtsrijp en vormt zowel vrouwelijke als mannelijke geslachtsorganen (respectievelijk de archegonia en de antheridia). Onder natte omstandigheden zwemmen de spermacellen uit een antheridium naar een eicel in een archegonium. Het eitje kan uitgroeien tot een nieuw plantje. Het is dus niet verwonderlijk dat het soms jaren duurt voor wij de aanwezigheid van wolfsklauw kunnen vaststellen, terwijl de plant al jaren onzichtbaar aanwezig was. Rode Lijst
In Nederland zijn nog vijf soorten wolfsklauwen bekend. Ze staan allen op de zogeheten Rode Lijst voor bedreigde en te beschermen soorten. Drenthe vormt in Nederland, door de aanwezigheid van relatief schrale zanden leemgronden, het laatste bolwerk van deze intrigerende soorten. De Moeraswolfsklauw komt het meeste voor. De Stekende wolfsklauw komt voor in naaldbossen en is aangetroffen in ruim vijftien gebieden. Zowel de Dennewolfsklauw als de Kleine wolfsklauw zijn uitermate zeldzaam geworden. De Grote wolfsklauw is
goed herkenbaar aan het ‘wollige’ uiterlijk wat veroorzaakt wordt doordat alle blaadjes voorzien zijn van een witte spitse punt. Eind vorige eeuw kwam Grote wolfsklauw nog in 65 terreinen voor. Een groot deel van deze groeiplaatsen is inmiddels verdwenen. Ook de Moeraswolfsklauw is in de twintigste eeuw sterk achteruit gegaan. Dit werd niet alleen veroorzaakt door het ontginnen van de heide, de ontwatering en luchtverontreiniging, maar ook door een ander gebruik van de heide. Natuurorganisaties proberen de groeiomstandigheden voor bepaalde plantensoorten zo goed mogelijk te maken, bijvoorbeeld door de voedselrijke toplaag af te graven. Zo komt de niet verontreinigde bodem weer aan de oppervlakte. Daarnaast is het van belang dat het grondwater dicht in de buurt van de vegetatie komt, waardoor de bodem minder snel uitdroogt. Vooral voor planten die graag vertoeven op vochtige en natte heide is dit essentieel. Positief resultaat
Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft in de afgelopen jaren bij diverse natuurontwikkelingsprojecten zeer
goede resultaten geboekt met het terugkrijgen van kwetsbare soorten als Moeraswolfsklauw en Zonnedauw. Ze doken op, soms bij duizenden tegelijk, op het Hamveld, Landgoed Vossenberg, Hondstong en Takkenhoogte. Voor de Moeraswolfsklauw is dit een tijdelijke opleving. Als de heide weer een gesloten vegetatiedek gaat vormen, verdwijnt de soort geleidelijk. Door de heide regelmatig te plaggen ontstaan er steeds nieuwe vestigingsmogelijkheden. Hopelijk blijven er voldoende geschikte groeiplaatsen voor de wolfsklauwen in Drenthe aanwezig. Waarschijnlijk zal de afname van de luchtverontreiniging het meest gunstige effect hebben, maar dat hebben we niet in de hand. Beheerders kunnen wel een handje helpen door plaggen of door in bossen op sommige plekken het verzuurde strooisel te verwijderen. Soms hebben dergelijke ingrepen onverwacht succes. In 2003 werden twee nieuwe groeiplaatsen van de Grote wolfsklauw ontdekt, één aan de rand van geplagde heide op het Hijkerveld en één op de lemige bodem van een nieuwe poel op Landgoed Rheebruggen.
Archief HDL
pionier
Stekende wolfsklauw
* Drs. H.D. Heinemeijer is ecologisch medewerker van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ .
16
Milieu
Lelieteelt in Drenthe, een zorgwekkende ontwikkeling Sipke van der Veen*
1
Volgens een bekend Nederlands gezegde is regeren synoniem met vooruitzien. De politieke werkelijkheid is daarmee niet altijd in overeenstemming. Te vaak laat men zich overvallen door ongewenste ontwikkelingen die om aanvullende regelgeving vragen. Zo worden we in Drenthe geconfronteerd met een snelle groei van de lelieteelt. Een hoogrenderende activiteit; voor menig Drentse boer een uitkomst. Er zijn echter wel enkele onplezierige bijverschijnselen. verlaging van de grondwaterstand, ontsiering van het landschap en aantasting van cultuurhistorische waarden. In Drenthe tref je lelieteelt al bijna overal aan en het wordt elk jaar meer. Met name de zuidwesthoek is een concentratiegebied. Alleen al in de gemeente Westerveld, een esdorpenlandschap met vele natuurgebieden, was in 2003 245 hectare met lelies beplant. In 2001 was dit ‘nog maar’ 170 hectare. Veel bestrijdingsmiddelen Lelies lijken zeer vatbaar voor allerlei kwalen en ziekten. Nog vóór het planten worden zowel de grond als de bollen met bestrijdingsmiddelen behandeld. Ook te velde wordt royaal gespoten, zowel preventief als curatief. Onder meer om schimmels, insecten en ongewenste kruiden te weren. Gemiddeld wordt per hectare ruim 100 kg werkzame stof toegediend, 3 keer zoveel als bij fabrieksaardappelen en meer dan 100 keer zoveel als bij snijmaïs.
2
foto’s: Wim van Dalen
De bloembollenteelt begon eind 16e eeuw in de omgeving van Haarlem en breidde zich snel in zuidelijke richting uit. Ook u hebt op school waarschijnlijk nog geleerd om trots te zijn op de bloemenpracht op de geestgronden achter de Hollandse duinen. En terecht, bloemen hebben een krachtige positieve invloed op ons welbevinden. Maar dat gevoel kan omslaan in het tegendeel wanneer de productiewijze van geteelde planten de natuurlijke flora en fauna om zeep blijkt te helpen. Nederland is mondiaal de grootste producent van bloembollen, met Japan en de V.S. als grootste afnemers. De stormachtige ontwikkeling van de lelieteelt is van tamelijk recente datum. Omdat de traditionele gebieden geen ruimte boden voor verdere uitbreiding zijn de lelietelers uitgeweken naar andere oorden, zoals de Kop van NoordHolland, Limburg en Drenthe. Onze stichting maakt zich zorgen over de neveneffecten: zware milieubelasting,
4
Milieu 1. Lelievelden tegen achtergrond Drents-Friese Wold. 2. Voorbewerkte velden – Den Nul. 3. Waterbasin spoelinstallatie – Den Nul. 4. Teruggestorte zandhopen – Eemster. 5. Uitspoelbasin spoelzand – Wapse.
Zo komen giftige stoffen, geproduceerd om levende organismen te vernietigen, terecht in de lucht en de bodem en kunnen in meer of mindere mate uitspoelen en afspoelen naar oppervlakteen grondwater. De nadelige en langdurige gevolgen voor waterkwaliteit en natuurwaarden zijn niet te negeren. Naast de bestrijdingsmiddelen draagt ook de intensieve gift van minerale meststoffen bij aan de milieubelasting. Lelies stellen hoge eisen aan de vochtig-
3
5
heidsgraad van de grond. Niet zelden is ontwatering van de percelen nodig, maar in de zomer moet bijna altijd veel extra water worden verstrekt. Dit wordt meestal verkregen door ter plekke van 60 tot 80 meter diepte grondwater op te pompen. Een te lage grondwaterstand is in Drenthe al vele jaren een van de belangrijkste oorzaken van verarming van flora en fauna. Intussen zijn tal van natuurterreinen omringd door lelievelden, waardoor op meerdere locaties de wrange situatie is ontstaan dat natuurbeheerders in hun terreinen met gemeenschapsgeld proberen de verdroging beperken, terwijl aangrenzende bollentelers de verdroging bevorderen. Ter voorkoming van beschadiging van de kostbare bollen worden deze vaak niet gerooid, maar wordt de teeltlaag in zijn geheel afgeschoven en afgevoerd. Om bollen en grond adequaat van elkaar te kunnen scheiden, zijn – niet altijd op landschappelijk verantwoorde wijze – spoelplaatsen ingericht. Bij het spoelproces is opnieuw heel veel water nodig, dat niet zomaar kan worden geloosd vanwege de schadelijke stoffen die het bevat. Landschappelijke aantasting De verwijderde grond moet terug naar de akkers. Een deel van de bollenteelt vindt plaats op de voor Drenthe karakteristieke, eeuwenoude essen. Het komt voor dat de spoelgrond benut wordt om wat lager gelegen delen op te hogen. Op deze manier wordt een uniek en onvervangbaar landschap geweld aangedaan en worden historische en mogelijk ook archeologische waarden aangetast. Na de oogst worden de bollen in etappes voorbereid voor verzending naar de afnemers. Daarvoor is een reeks industriële handelingen noodzakelijk. Het zou voor de hand liggen dat de gebouwen die daarvoor nodig zijn, een plek krijgen toegewezen op bedrijventerreinen. Helaas verschijnen er voor dit doel
ontsierende schuren op plekken waar dit landschappelijk ongewenst is. Bollenteelt draagt kenmerken van nietduurzaam grondgebruik en zolang er onvoldoende monitoring plaatsvindt, is niet precies bekend welke de langetermijn-effecten zijn, maar structuurbederf en uitputting van de grond, waterverontreiniging en schade aan flora en fauna liggen voor de hand. Ecologische bollen Gelukkig worden er initiatieven ontwikkeld om vat op de problematiek te krijgen. In de literatuur over dit onderwerp duiken begrippen op als duurzaam produceren, geïntegreerde productiemethoden, transparante kostenberekening, certificering (van innovatieve bedrijven) en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Er worden intenties uitgesproken die in de gewenste richting gaan. Op (zeer) lange termijn zou dit kunnen leiden tot ecologisch verantwoorde teeltwijzen die milieu, natuur en cultuurhistorie respecteren en volgende generaties niet opzadelen met de gevolgen van onverantwoord handelen. Onlangs hebben de twaalf provinciale Milieufederaties de brochure “Op weg naar duurzame bollenteelt” gepubliceerd. Hierin worden acht constructieve aanbevelingen gedaan die, als beleidsmakers hun verantwoordelijkheid nemen, zouden kunnen bijdragen tot een werkbaar compromis tussen de belangen van lelietelers en milieu. De sterk negatieve effecten van de lelieteelt in de huidige vorm vereisen evenwel op korte termijn bestuurlijk slagvaardig ingrijpen. Ook de consument kan een bijdrage leveren door uitsluitend biologisch geteelde bloembollen te kopen. Zie voor de adressen op www.bollenband.nl..
* S. van der Veen is bestuurslid van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.
18
Veel nutsbedrijven hebben na technische vernieuwingen het oude productieen distributieproces buiten gebruik gesteld of vervangen. Ook in de drinkwatervoorziening zijn vernieuwingen doorgevoerd. De watertorens, die lange tijd het enige middel vormden om druk op de leiding te houden, worden vervangen door nieuwe drukregelaars. Toch vormen de Drentse watertorens nog steeds markante punten in het landschap, als symbool van de zorg voor gezond drinkwater. Een van deze watertorens staat in Coevorden en is eigendom van Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD). Deze toren kan worden aangemerkt als een onderdeel van het industriĂŤle erfgoed, een bouwwerk dat vanwege de architectonische kwaliteiten het behouden waard is. De gemeente Coevorden heeft de toren dan ook terecht een plaats gegeven op de Monumentenlijst.
De watertoren in Coevorden De watertoren van Coevorden is in 1914 gebouwd naar een ontwerp van J.P.Hazeu als onderdeel van het productiestation Dalen voor de centrale waterleiding in dit gebied. De toren met eclectische stijlkenmerken is gebouwd op een markante plek op de voormalige vestingwallen binnen het beschermde stadsgezicht. De toren is 32,5 meter hoog en heeft een ijzeren reservoir met een inhoud van 150 kubieke meter. Door de groei van de bevolking en de toenemende waterbeschaving (auto wassen, meer tappunten in huizen) is het waterverbruik in Coevorden van 18 liter per persoon per dag in 1915 gestegen tot 126 liter in 2003. In 1987 is het waterleidingbedrijf van de gemeente Coevorden overgenomen door de WMD. Behalve de leidingen en het productiestation maakte de oude watertoren in het centrum hiervan ook deel uit. De pompen in het productie-
station schakelden in en uit, afhankelijk van het waterniveau in de toren. Het leidingnet bestaat voor een groot deel uit gietijzeren leidingen. Door de corrosie van het gietijzer is in de loop van de jaren een zodanige afzet van gecorrodeerd materiaal en kalkdeeltjes in het leidingnet ontstaan, dat er regelmatig klachten over bruin water waren. Na een uitgebreid onderzoek bleek dat de leidingen in het gebied tussen de watertoren en het productiestation de meeste problemen gaven. Op basis van dit onderzoek heeft de WMD besloten de watertoren buiten bedrijf te stellen. Sindsdien (1990) zijn er geen klachten meer geweest over bruin water. De watertoren heeft nu geen enkele functie meer in de watervoorziening. Begin 2004 start de WMD met restauratiewerkzaamheden aan de watertoren. Zo wordt het dak vernieuwd, het stucwerk gerepareerd en de roestvorming van de constructie aangepakt. Meer informatie: www.wmd.nl
Deze pagina wordt verzorgd door NV Waterleidingmaatschappij Drenthe
Een eindje om met Het Drentse Landschap
Bertus Boivin / Eric van der Bilt
Wandelroute
foto:van Joop de Merbel foto: Joop devan Merbel
Landgoed Lemferdinge
22
1
Landgoed Lemferdinge
2
Start 3 4 5 14 Tussen het stroomdal van het Eelder- en Peizerdiep en dat van de Drentsche Aa ligt een smalle zandrug waar in de Middeleeuwen de 6
dorpen Eelde en Paterswolde ontstonden. De aanwezigheid van de stad Groningen maakte het gebied tot een prestigieus toevluchtsoord
7
13
voor stadjers die niet op een paar centen hoefden te kijken. Op de rand van zand en beekdal ontstond een keten landgoederen die in Noord-
12
Nederland zijn weerga niet kent. Wandelend door de Eelder land-
9
8
goederen ademt u nog iets van de sfeer van de tijden toen de natuur
10
Tenslotte even praktisch. Mocht u ondanks het kaartje en onze aanwijzingen onderweg het spoor enigszins bijster raken, ga dan rustig op goed geluk verder. Hier rond Lemferdinge is het eigenlijk overal even mooi en ècht verdwalen kunt u er beslist niet! 1 Ga vanaf de parkeerplaats
Lemferdinge op zoek was naar een
(kijkend richting Lemferdinge)
sterke partner. Met deze samenwerking
rechtsaf.
hoopt men dichterbij de vervulling van
Lemferdinge hoort tot de oudste land-
een lang gekoesterde wens te komen:
goederen van Eelde, want reeds in
namelijk het in oude luister herstellen
1447 werd ‘het hof tho Lemferdinck’
van het gehele Lemferdinge-complex.
genoemd. Het eens zo trotse huis raakte
Op termijn misschien inclusief het
in verval en aan het begin van de
hoofdgebouw, zoals dat afgebeeld
negentiende eeuw was er alleen nog het
staat op de prent die de situatie rond
linker schathuis. Het ging als woonhuis
1800 weergeeft.
dienst doen. De laatste bewoners van
Regelmatig worden op de zolder
Lemferdinge waren het echtpaar
van Lemferdinge exposities
Bähler-Boerma, twee opmerkelijke
ingericht. Meer over de
mensen met buitengewoon veel sociaal
exposanten vindt u o.a. op
gevoel die veel voor Eelde en wijde
www.drentslandschap.nl.
omgeving hebben betekend. Zo stichtte
Lemferdinge wordt gerund
mevr. Geziena Bähler er in 1915 het
door een enthousiaste groep
eerste dorpshuis in Drenthe. In een van
vrijwilligers en is geopend van
de gangen van Lemferdinge vindt u op
vrijdag tot en met zondag van
een aantal panelen meer over hun leven
12.00 tot 17.00 uur.
en werken en over hun beroemde
U kunt er dan ook een kopje
vrienden.
koffie of thee komen drinken.
Sinds 2003 heeft Het Drentse Landschap het beheer van Lemferdinge overgenomen, omdat de Stichting
foto: Joop van de Merbel
Lemferdinge in bezit van de Stichting culturele activiteiten ging gebruiken.
15 11
Paspoorten van het echtpaar Bähler-Boerma.
Na de dood van de Bählers kwam Lemferdinge die het huis voor allerlei
© Topografische Dienst Emmen / No. 12B Vries
nog luxegoed van een enkeling was.
Landgoed Lemferdinge 1
Startpunt Parkeerplaats bij het
Benodigde tijd 2 Ă 2 /2 uur.
landgoed Lemferdinge in Eelde. (Neem komend vanuit het zuiden
Begaanbaarheid paden
na de luchthaven en de afslag
Uitstekend te belopen in alle
naar het dorp Eelde voorbij het
jaargetijden.
tuincentrum de eerste weg rechts. Ga aan het eind van de
Honden Toegestaan mits
weg links en neem vervolgens
2 De weg brengt u van Lemferdinge naar landgoed
aangelijnd.
De Duinen.
de eerste weg rechts bij het
De Duinen is eigendom van de
zwembad.)
Openbaar vervoer Uitstappen
Vereniging Natuurmonumenten.
bij halte Terra College.
Het landgoed ontstond in 1811 toen de
Lengte route ca. 5 km
boedel van Lemferdinge in delen werd opgesplitst. Het statige huis werd in 1824 in de toen populaire, uit Frankrijk overgewaaide neoclassicistische bouwstijl opgetrokken. 3 Neem het eikenlaantje langs de wei en ga daarna linksaf tussen de witte paaltjes door. In het bos rechts aanhouden, rand van het bos. Hier langs de bosrand van De Duinen is
foto: Jaap de Vries
goed te zien hoeveel hoogteverschil er
Grote bonte Specht
is tussen de zandrug waarop de Eelder landgoederen werden aangelegd, en het
foto: Jdaap de Vries
het pad volgt min of meer de
beekdal van de Drentsche Aa.
5 Aan het eind van het bospad neemt u de brede zandweg. Bij
Opvallende bosbewoners zijn de
het fietspad gaat u rechtsaf naar
spechten, die u onderweg beslist aan
landgoed Vosbergen.
het werk zult horen. Behalve de Bonte
Vosbergen is het jongste van de Eelder
spechten leven hier hun grotere familie-
landgoederen. Het werd in 1890
leden: de Groene en de Zwarte specht.
gesticht door mevr. Wilhelmina Johannes Kraus ging wonen. Zij
bospad dat parallel aan de zand-
Groeneveld Stichting die hier nog
weg loopt. Het pad gaat met een
steeds zo’n 106 hectare natuurterrein en
ruime boog dwars door het bos.
cultuurland in beheer heeft.
schonken het landgoed aan de Kraus-
In het huis Vosbergen is het museum van
foto: Joop van de Merbel
foto: Joop van de Merbel
Groeneveld die er later met haar man 4 Neem het bruggetje over de sloot en ga rechtsaf. Volg het
oude muziekinstrumenten van vioolbouwer Dick Verel gevestigd die zijn hobby zo zag groeien dat hij moest omzien naar een echt museum. Het museum is van vrijdag tot en met zondag geopend van 10.30 tot Bosanemoon
17.00 uur.
foto: Joop van de Merbel
Landgoed Lemferdinge
6 Loop voor het landhuis langs. Het eerste pad links is privé-
9 U kunt hier via pad en fietspad linksaf even een ‘uitstapje’
terrein, het volgende brengt u
maken naar het Sterrenbos en de
het bos weer in. Houdt de vijver
Borgstee.
met zijn enorme rododendrons
Vanaf het fietspad heeft u een fraai uit-
aan uw rechterhand.
zicht op de restanten van het beekdal
Het landgoedbos van Vosbergen is
van de Drentsche Aa. Hier is een
ingericht in de Engelse landschapsstijl.
project van start gegaan om onder meer
Deze vorm van tuinarchitectuur
de oude meanderende benedenloop van
bereikte in Nederland in de loop van de
de Drentsche Aa weer open te graven.
negentiende eeuw zijn hoogtijdagen die
Ga schuin rechtsaf het fraaie Sterrenbos
indertijd begon als reactie op de
in en verbaas u hoeveel graafwerk men
gekunstelde Italiaanse en Franse tuin-
in 1785 heeft moeten verrichten om de
kunst. In Engeland vond men dat het
sompige ondergrond geschikt te krijgen
de taak van de tuinarchitect was om de
voor dit toen buitengewoon modieuze
natuurlijke omstandigheden van het
stukje bosbouw.
landschap te verbeteren. Door de aanleg
Aan het eind van het Sterrenbos komt u
van enorme gazons, kronkelende paden,
bij de Borgstee waar vroeger de
grote waterpartijen, heuveltjes en keer-
havezate Oosterbroek gestaan heeft.
muren probeerde men de natuur n¢g
In 1836 werd Oosterbroek hier afgebroken omdat de plaats te vochtig
11 Neem de brede oprijlaan naar de doorgaande weg, ga daar
bos. Houdt zoveel mogelijk
mooier te maken. Op het landgoed Vosbergen vindt u het allemaal.
bleek en een paar honderd meter west-
rechtsaf het fietspad op en voorbij
Halverwege het bos komt u voorbij het
waarts hoog en droog herbouwd.
het oude tolhuis Eelde-De Punt
graf van Wilhelmina Berendina
7 Aan het eind van het bos komt u bij twee weilandjes.
Hier restte slechts de Borgstee.
neemt u het zandpad naar rechts.
Groeneveld en Johannes Siegfried
Neem het pad tussen de
12 Aan het eind van het weiland gaat u linksaf het bos in.
bijzondere naaldbomen. Ze geven de
weilanden door en blijf het bij
10 Terug op de route brengt het pad u naar de landgoederen
de volgende weitjes volgen.
Hoog-Hullen en verder rechtdoor
Het buigt met een flauwe bocht
naar Oosterbroek.
naar links.
Hoog-Hullen werd in 1870 als woon-
13 Ga op de driesprong linksaf. Na enige tijd ziet u rechts in de
14 U kruist de Vosbergerlaan en blijft rechtdoor lopen tot De
Op allerlei plaatsen ziet u jonge
huis gebouwd in neogothische stijl,
verte Vosbergen heel fraai aan de
Duinen. Links ligt het Eelder kerk-
boompjes aangeplant. Dit deed men om
maar kwam reeds is 1890 in eigendom
overkant van de weilanden in het
hof. Bij De Duinen volgt u de weg
op het beheer te besparen. Gelukkig is
van de Vereniging tot Bevordering van
men steeds beter gaan inzien dat zo’n
het Herstel van Drankzuchtigen.
fraai open weitje het gezicht van de
Tegenwoordig is in Hoog-Hullen een
landgoederen sterk mee bepaalt.
afkickcentrum voor drank- en drugs-
De beuk: boom van alle seizoenen In de bossen van de Eelder landgoederen overheerst de Beuk. Een boom die in alle seizoenen opmerkelijk fraai is: zijn tere groen in het voorjaar, zijn volledig dichte bladerdek in de zomer, zijn fraaie herfstkleuren en zijn sombere, glimmend zwarte stammen in de winter. Beuken zijn imposante verschijningen. Ze kunnen gemakkelijk tot dertig meter hoog worden en als de boomkroon de ruimte krijgt, worden Beuken bijna even breed als hoog. Onder een Beuk is het ‘s zomers donker en koel. Is het een wonder dat geliefden sinds mensenheugenis hun namen en harten in de gladde beukenstam kerven? Zijn dichte bladerdek zorgt er bovendien voor dat ondergroei in de zomer weinig kans krijgt. Planten die het met de Beuk uithouden, zijn soorten die in het vroege voorjaar bloeien, zoals de Bosanemoon. Beukenhout is zeer buigzaam en gemakkelijk te bewerken. Het is dan ook geliefd bij meubelmakers. Bovendien splintert het niet en zit er geen luchtje aan, zodat het goed in de keuken kan worden toegepast. Hakblokken bijvoorbeeld zijn vaak van beukenhout. Omdat beukenhout tamelijk zacht is, kan het eigenlijk alleen maar binnenshuis worden toegepast.
steeds het pad rechtdoor aan.
Kraus. Het grasveldje is omzoomd door plek een uitzonderlijke sfeer.
terug naar Lemferdinge.
verslaafden van de Kuno van Dijk 8 Volg het pad linksaf. Het brengt u terug naar de brede
Stichting. In het in het groen
zandweg achter langs de land-
directie van de stichting gevestigd.
goederen. Ga op het pad
(Hoog-Hullen en Oosterbroek zijn niet
© Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (december 2003)
rechtsaf.
voor het publiek toegankelijk.)
Bezoekadres: Kloosterstraat 5 – 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 – 9400 AB Assen
verscholen huis Oosterbroek is de
Tel. (0592) 31 35 52 – e-mail: mail@drentslandschap.nl
Nationale Postcode Loterij bedankt! In 2003 heeft Stichting ‘Het Drentse Landschap’ dankzij de steun van de Nationale Postcode Loterij talloze projecten kunnen realiseren. Zo konden we vele restauraties uitvoeren aan onze boerderijen en de landgoederen De Havixhorst en Lemferdinge. We konden werken aan diverse natuurontwikkelingsprojecten, maar ook was het mogelijk om een tweetal boeken uit te geven. In het voorjaar verscheen ons nieuwe handboek en recentelijk rolde het Drents Boer-boek van de pers. Het werk dat Stichting ‘Het Drentse Landschap’ met de steun van de Nationale Postcode Loterij kan doen betekent winst voor de natuur, cultuur en voor de mens. Maar u wint ook, want bij de Postcode Loterij maakt u elke maand kans op duizenden prijzen. Als u meedoet aan de Postcode Loterij wint u dus eigenlijk altijd. Pak die kans en geef zo de natuur en cultuur in Nederland extra steun.
Archief HDL
Bel: 0900 - 300 1500 (35 cpm)
24
Cultuur
Drenthe en de eeuwigheid Zoals de Griekse wijsgeer en staatsman Pericles al zei, valt de beschaving van een volk af te lezen aan de wijze waarop men zijn doden bezorgt. Dat er wellicht iets met onze hedendaagse dodencultuur aan de hand is, moge blijken uit het feit dat Stichting ‘Het Drentse Landschap’ regelmatig verzoeken krijgt van nabestaanden die ongelukkig zijn met de huidige vaak onpersoonlijke praktijk. Zij vragen ‘Het Drentse Landschap’ de as van hun geliefde te mogen verstrooien op een speciaal plekje in een van haar terreinen. Deze vragen hebben het bestuur van de stichting geïnspireerd tot plannen voor een bijzondere begraafplaats. Dit zou een plek kunnen worden van bezinning waar we de zorg voor onze doden met een gerust hart aan de natuur kunnen overlaten.
Archief HDL
Werkgroep Eeuwigheid*
Tumulibos bij Rolde.
Cultuur
De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft veel met grafmonumenten te maken, met name prehistorische. Sinds enkele jaren bijvoorbeeld is het beheer van de 21 provinciale hunebedden in handen van de stichting. Bovendien liggen in haar terreinen vele tientallen waardevolle prehistorische grafheuvels. ‘Het Drentse Landschap’ vindt dat deze prehistorische monumenten de kracht en de waarde van het landschap sterk mede bepalen. Bij het beheer staat respect voor deze plekken voorop. Een mooi voorbeeld vindt u op Kampsheide waar vlakbij elkaar een hunebed, grafheuvels en urnenvelden te vinden zijn. Archeologen hebben vastgesteld dat Kampsheide vanaf de bouw van het hunebed, dus vanaf 3500 v.Chr., tot het begin van de jaartelling nagenoeg ononderbroken als begraafplaats in gebruik geweest is. Later werd deze functie overgenomen door de kerk van Rolde waar reeds in de negende eeuw een eerste (houten) kerkje moet hebben gestaan.
Hunebedden Het Trechterbekervolk (3450-2900 v.Chr.) begroef zijn doden in hunebedden, veelal gelegen op enige afstand van hun nederzettingen. Nederland bezit nog 54 hunebedden waarvan er 52 in Drenthe liggen. Oorspronkelijk moeten het er een kleine honderd zijn geweest. Reeds in 1734 vaardigde de landdrost van Drenthe een plakkaat uit waarin de vernieling van hunebedden werd verboden, maar als in 1918 de nog overgebleven hunebedden niet tot rijksmonument verklaard waren, was er waarschijnlijk niet één overgebleven.
Het hunebed van van Loon, één van de 21 hunebedden die ‘Het Drentse Landschap’ van de Provincie Drenthe in beheer heeft.
Zo begroeven de mensen vanaf de vroege Middeleeuwen hun doden veelal rond de kerk. Ook bij veel Drentse kerken liggen hier en daar nog oude graven. De mooiste voorbeelden bestaan in Engeland waar rond oude kerkjes de meest schilderachtige kerkhoven tot op de dag van vandaag door de dorpsgemeenschap worden onderhouden. De zorg en betrokkenheid die hieruit spreken, beginnen we in onze moderne omgeving steeds meer te missen. Niet zelden worden in het dichtbevolkte Nederland graven soms al na tien tot vijftien jaar vanwege ruimtegebrek weer geruimd. Voor de nabestaanden voelt dit niet zelden als een ontkenning van het bestaan van de betrokken overledenen. Tegenwoordig gaan bij
de inrichting van begraafplaatsen economische en praktische motieven steeds zwaarder wegen. Slechts het aantal graven binnen een efficiënt ingerichte begraafplaats lijkt op zo’n moment nog te tellen. Deze ontwikkeling heeft in Nederland oude begraafplaatsen tot kostbaar cultureel erfgoed gemaakt. De meeste zijn sinds een kleine tweehonderd jaar aangelegd toen de overheid een einde ging maken aan het begraven bij de kerk. In veel steden en dorpen groeiden deze begraafplaatsen uit tot groene oases. In een parkachtige omgeving gaan hier natuur en cultuur indringend samen. Het beleid moet er hier op gericht zijn de mooie, oude begraafplaatsen als openbare en stille plek te behouden.
foto’s: Joop Leene
Oude rituelen
De manier waarop we met onze doden omgaan, is in de loop van de geschiedenis voortdurend aan veranderingen onderhevig geweest.
foto: Eric van der bildt
De afgelopen 5000 jaar kozen mensen steeds een vaste plaats in hun leefgebied om hun doden ter aarde te bestellen. Vanaf de prehistorie zijn er voortdurend overgangen te zien van de ene traditie in de andere. Gelukkig is er nog veel bewaard gebleven om dat verhaal te kunnen laten zien. Het begon met de hunebedden, de oudste grafmonumenten van ons land.
Öland – Denemarken.
25
Cultuur Grafheuvels en urnenvelden De mensen uit de Bronstijd (2100-750 v.Chr.) zetten hun doden bij in grafheuvels. Zo’n grafheuvel kon zo klein zijn dat hij nauwelijks opvalt in het landschap, maar soms ook hebben de heuvels een doorsnede van wel veertig meter. Aan het einde van de Bronstijd werd het gewoonte de dode te verbranden. Het kwam veelvuldig voor dat de urn met de as in een reeds bestaande grafheuvel werd ingegraven. Maar ook groef men rondom de urn een greppel en dekte deze toe met de vrijgekomen grond. Zo ontstonden urnenvelden, waar honderden urnen werden bijgezet die later nauwelijks in het landschap opvielen. Het cremeren van de doden bleef in zwang tot aan de komst van het christelijke geloof.
Blauwgestreeptestekelzwam. foto: Harry Cock
26
De grafheuvel op de foto was zo’n 4000 jaar geleden in gebruik. Hij ligt op het Hijkerveld van ‘Het Drentse Landschap’.
Het Drentse Landschap heeft plannen voor een
foto: Eric van der Bildt
bijzonder landschap
Fort uit de Steentijd op de Aran Islands – Ierland.
Taboe rond de dood
Aanvankelijk ontmoetten de voorstanders van het cremeren zo’n honderd jaar geleden in Nederland veel tegenstand, met name van de kant van de kerk. Het zou nog tot 1968 duren voor het cremeren wettelijk gelijkgesteld werd met begraven. Tegenwoordig vinden in Nederland ongeveer evenveel crematies als begrafenissen plaats. In relatie daarmee is er in de vorm van strooivelden, urnenvelden en urnenmuren een nieuwe dodencultuur gaan ontstaan. Door de snelle verandering van onze samenleving is de dood de afgelopen eeuw meer en meer buiten ons dagelijks bestaan komen te staan. Ontkerkelijking, overbevolking en materialisme spelen een rol in het proces dat de houding van de mens ten opzichte van de dood heeft doen veranderen en uiteindelijk bijna tot een taboe rond de dood leidde. De zorg voor de doden werd door een soms onpersoonlijke uitvaartindustrie uit handen van familie, vrienden en buren genomen. Daarmee was de dood op veilige afstand van dagelijkse leven gekomen, leek het.
Cultuur
27
foto: Bertus Boivin
Kerken en kerkhoven In 785 legde Karel de Grote de Frankische heerschappij aan de Saksen op en werd het christendom uitgeroepen tot staatsgodsdienst. Een van Karels meest ingrijpende verordeningen was dat lijkverbranding met onthoofding zou worden gestraft en dat de doden naar de begraafplaatsen van de kerk moesten worden overgebracht en niet naar de heuvels van de heidenen. Begraven werd voor de kerk al snel een grote bron van inkomsten. Tegen extra betaling kon er zelfs in de kerk begraven worden. Een verschijnsel dat ook na de reformatie gewoon doorging. Om redenen van volksgezondheid nam tegen het einde van de zeventiende eeuw de druk op de kerkelijke overheid toe om het begraven in de kerken te verbieden. Het zou echter tot 1829 duren voordat bij Koninklijk Besluit het begraven in de kerken verboden werd.
Op de foto ziet u een aantal oude graven naast het middeleeuwse kerkje van Zweeloo.
foto: Joop Leene
Nieuwe dodencultuur
Verlaten Middeleeuws mijnwerkersdorp. Populonia – Italë.
Bamburgh Castle – Schotland.
Blijkbaar komt er toch steeds meer behoefte aan nieuwe rituelen en aan een nieuwe vorm van dodencultuur. Regelmatig krijgen we bij ‘Het Drentse Landschap’ verzoeken van nabestaanden die de as van hun geliefde willen verstrooien op een speciaal plekje in onze natuurterreinen. Dit heeft alles te maken met het gegeven dat crematies – in tegenstelling tot de aloude grafrituelen – niet zelden enigszins industrieel en gevoelsarm aandoen. Ook wat er nadien met de urn of de as gebeurt, roept een wat ontheemd beeld op, want strooivelden en urnenmuren ontberen de sfeer van de oude begraafplaatsen. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ is zich steeds meer aan het ontwikkelen tot een erfgoedorganisatie
die de menselijke cultuur net zo belangrijk is gaan vinden als de traditionele natuur- en landschapsbescherming. Het bestuur van de stichting meent dan ook dat ze gezien haar huidige taakstelling een rol zou kunnen gaan spelen bij het ontwikkelen van een nieuwe plaats voor onze doden. Deze betrokkenheid onderstreept de relatie tussen de menselijke cultuur en de natuur die in Nederland vrijwel nergens zo nadrukkelijk aanwezig is als in Drenthe. Oase van rust
De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ wil de wens vanuit de samenleving om tot nieuwe rituelen te komen koppelen aan haar rol bij het beheer van het Drentse culturele erfgoed. Vanuit die rol willen we op zoek gaan naar nieuwe uitingen en nieuwe ruimtelijke vormen waarin cultuur en natuur moeiteloos in elkaar overgaan. Wat de uitingen van dodencultuur door de eeuwen heen met elkaar gemeen hadden, was dat het betekenisvolle plaatsen in het landschap waren. Moderne kerkhoven missen dat vaak omdat hier planologische overwegingen de grondslag voor de keuze
28
Cultuur
foto: Bertus Boivin
Begraafplaatsen Eveneens om gezondheidsredenen kwamen er ook steeds meer bezwaren tegen het begraven op het kerkhof middenin stad of dorp en pleitte men ervoor zogeheten buitenbegraafplaatsen buiten de stadsmuren aan te leggen. Als gevolg van een Koninklijk Besluit uit 1827 diende uiteindelijk elke gemeente de beschikking te hebben over een openbare begraafplaats. De Romantiek koesterde het natuurschoon als ontsnappingsmogelijkheid aan de overvolle steden. De natuur was tevens symbool van vergankelijkheid, van sterven en weer tot leven komen. Bij deze romantische levenshouding ontwikkelde zich op de begraafplaatsen qua tuinarchitectuur een eigen vormentaal. In de entourage van een prachtig ‘begraafpark’ werd het verdriet om de dood verzacht.
In 1892 werd aan de Beilerstraat in Assen de Zuiderbegraafplaats in gebruik genomen. Het was een ontwerp van J. Vroom die tot de belangrijkste ontwerpers van begraafplaatsen hoort.
Waar het tijdelijke van het menselijk streven en de kracht van de natuur elkaar vinden, ontstaan als vanzelf foto: Eric van der Bildt
betekenisvolle plekken.
Thermen van Caracalla – Rome.
> Villa Hadriana Rome.
foto’s: Eric van der Bildt
Cultuur
van de locatie bepaalden en niet zozeer de emotie. Misschien kan het ook anders en kan er ergens in Drenthe een nieuwe oase van rust en stilte ontstaan die zich in de loop van de tijd meer en meer als natuurgebied mag ontwikkelen. Hoe zou zo’n nieuwe plaats voor de doden eruit moeten zien? Moet het nieuwe landschap groots en meeslepend zijn, met spectaculaire afwisselingen en forse bouwwerken? Of moet het eerder sober en kleinschalig zijn, met bos, grafheuvels en zwerfstenen? We hebben er al over nagedacht. We denken aan een landschap met soms flinke hoogteverschillen. Hoogstens worden ze ongeveer 10 meter; dit is ongeveer de helft van de gemiddelde boomhoogte in Drenthe. Behalve heuvels en zandruggen, zijn er ook forse waterpartijen. Op allerlei plekken in dat landschap zal zich bos kunnen ontwikkelen. Geen dicht bos, maar zo open dat bomen er de ruimte krijgen om zo oud te worden als mogelijk is. Een sprookjesachtig grote bomenbos dat soms een beetje op een oude Drentse brink zal gaan lijken. Mogelijk met zwerfstennen daaronder. In zo’n nieuwe natuur zal een nieuwe
dodencultuur haar plek kunnen vinden. De vorm waarin staat nog helemaal open. Er zouden grafheuvels kunnen ontstaan die hoger worden met het aantal urnen dat erin begraven wordt. Of stapels stenen zoals de pelgrims naar Santiago de Compostela onderweg neervlijden om hun aanwezigheid vast te leggen. Of grillige muren van gebruikte steen waarin de urnen worden bijgezet. Muren met bogen, torens en gewelven die in de loop van vele jaren uitgroeien tot enorme structuren in het landschap. Zinloos lijkend op het eerste gezicht, maar vol betekenis voor wie de plek kan duiden. Zo kunnen we met de nodige creativiteit een plek creëren waar we onze geliefden respectvol achterlaten en de zorg voor onze doden met een gerust hart kunnen overlaten aan de natuur.
* In de Werkgroep Eeuwigheid zitten Eric v.d. Bilt, Joop Leene, Martin Verhagen, Sonja v.d. Meer en O.W.E. Berg.
29
Wat vindt u: moet Stichting ‘Het Drentse Landschap’ een plek creëren voor zo’n nieuwe dodencultuur? En zo ja, hoe zou die plek eruit moeten zien? We stellen uw mening zeer op prijs en daarom vragen we om de bijgevoegde antwoordkaart in te vullen en vóór 5 januari 2004 naar ons terug te sturen. Via onze website www.drentslandschap.nl kunt u de vragen uiteraard ook beantwoorden. Alvast onze hartelijke dank voor uw medewerking!
2 – Uffelter Binnenveld onderzoek wees echter uit dat het hier gaat om de nog zeldzamere Noordse winterjuffer.
foto: Geert de Vries
In het vorige kwartaalblad werd gemeld dat in dit gebied de zeldzame Bruine winterjuffer is aangetroffen. Nader
3 – De Slagen en Het Zwarte Gat
1 – Kampsheide Hazelworm
Kortweg 5
ASSEN
De Paddestoelenwerkgroep Drenthe heeft zich verdiept in de aanwezigheid van paddestoelen in het gebied van De Slagen en omgeving. Het intensieve speurwerk leverde maar liefst 194 soorten op. Nieuw voor Drenthe was de vondst van het Keutelkaalkopje die op een oude koeienvlaai groeide. Ook werd een nieuwe
Dit najaar werd tijdens een excursie een jonge Hazelworm waargenomen. Deze pootloze hagedissen komen in dit terrein waarschijnlijk vrij algemeen voor. Door hun verborgen leefwijze worden ze echter maar zelden waargenomen. De Klokjesgentianen lijken zich de laatste jaren uit te breiden. Ze staan bijna allemaal op en langs de rand van het wandelpad. Dit komt omdat wandelaars het gras langs het pad beschadigen. Hierdoor ontstaan er geschikte plekjes waar de gentianen zich kunnen uitzaaien. Op deze manier wordt in de loop van de jaren het paadje voorzien van een blauwe zoom. De wandelaars werken in dit geval onbewust mee aan het behoud van dit zeldzaam fraaie bloemetje.
1
5
2 4 HOOGEVEEN MEPPEL 3
Paddestoel
foto: Jaap de Vries
EMMEN
soort gordijnzwam gevonden. De soort heeft nog geen Nederlandse naam. De Latijnse naam is: Cortinarius haematochaelis. Er werden vijf kwetsbare Rode Lijstsoorten aangetroffen, te weten: Gele knotszwam, Wolvezelkop, Valse wolvezelkop, Veenmycena en de Berkenridderzwam.
Onlangs is het Verbeteringsplan viswaterbeheer Oude Diep uitgekomen. In dit plan worden beheers- en inrichtingsmaatregelen voorgesteld waarmee de visstand in de beek verbeterd kan worden. Al in 1999 werd de visstand van dit beekje onderzocht. Toen werden er slechts een tiental soorten aangetroffen. Vissoorten die karakteristiek zijn voor stromend water en een goed beekmilieu, ontbraken vrijwel volledig. De vele stuwen en het gebrek aan variatie in de beekstructuur maken het stroompje ongeschikt voor beekvissen. In het plan zijn dan ook voorstellen opgenomen om hierin verbetering te brengen. De voorstellen sluiten goed aan bij de natuurontwikkeling die reeds langs de beek in gang gezet is. Zo biedt het gebied Zuidmaten ondertussen een veel natuurvriendelijker aanblik. De beek slingert hier weer door het landschap. Voor beekvissen is dit deel interessant omdat er overstroming kan optreden. Ook is de variatie in diepte, stroming en plantengroei aanmerkelijk toegenomen. Opstuwing van de beek vindt hier niet meer plaats door stuwen maar door, voor vissen passeerbare, keienpassages. Het voortzetten van natuurontwikkeling langs het Oude Diep biedt dan ook de beste kansen tot realisering van de aanbevelingen uit het verbeteringsplan. Het verbeteringsplan viswaterbeheer is uitgegeven door de Hengelsportfederatie GroningenDrenthe. ‘Het Drentse Landschap’ was hier als lid van de projectwerkgroep nauw bij betrokken.
Berichten
Annermoeras
31
foto: Joop van de Merbel
4 – Oude Diep
5 – Hunzedal Het Hunzedal bruist van de activiteiten. Dit najaar heeft de Grontmij een onderzoeksopdracht gekregen om een natuurontwikkelingsplan te maken voor het deelgebied Torenveen-Bonnerklap. Dit gebied ligt tussen Gasselternijveen en Eexterveen. Het project is mogelijk door een ICES-subsidie van 75%. De rest wordt door Stichting ‘Het Drentse Landschap’ betaald, met steun van de Nationale Postcode Loterij en het Waterschap Hunze en Aa’s. Ook rond het Zuidlaardermeer, in het gebied de Zuidoevers, speelt een dergelijk voornemen. Samen met de
Gemeente Tynaarlo is inmiddels een schetsplan voor de ontwikkelingen rond De Groeve gemaakt. Na accordering door de gemeenteraad zal in 2004 gestart worden met de uitvoeringsvoorbereidingen. Op 21 november werd het eerste grote natuurontwikkelingsplan Annermoeras, Duunsche Landen, Elzenmaat opgeleverd. Alle betrokkenen liepen in één grote stoet over de kaden te genieten van het prachtige nieuwe wetland dat gerealiseerd is. Dank aan allen die ons steunden is zeker op z’n plaats. De natuurwaarden in de diverse natuurontwikkelings-
projecten langs de Hunze worden nauwlettend gevolgd. Op diverse plekken zijn dit jaar broedgevallen van de Blauwborst vastgesteld. Ook de Kwartelkoningen hebben het dit jaar bijzonder goed gedaan. Het Hunzegebied lijkt zich te ontwikkelen tot een toplocatie voor deze soort. De meeste territoria, ongeveer 10 stuks, werden aangetroffen in de gebieden Breevenen en de Duunsche Landen.
32
Diversen
•
Presentatie Drents Boerboek Op 10 november heeft gedeputeerde Hans Schaap het eerste Drents Boerboek in ontvangst genomen in de sfeervolle ambiance van Landgoed Lemferinge. Het Boer-boek is geen technische verhandeling geworden. Auteurs Bertus Boivin en Chris van der Veen geven in het Boer-boek op levendige wijze de geschiedenis van de Drentse boerderijen weer. Er is veel aandacht voor interessante details. Een groot aantal mensen komen in het boek aan het woord met hun verhalen en ervaringen. Beeldredacteur Martin Hiemink zocht en vond uniek beeldmateriaal en grafisch ontwerper Albert Rademaker maakte er een fraai verzorgd boek van. Het Boer-boek is een samenwerkingsproject van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ en uitgeverij Van Gorcum in Assen. Het boek is voor € 29,50 (excl. € 3,– verzendkosten) te bestellen bij het rentambt van Stichting ‘Het Drentse Landschap’, telefoonnummer (0592) 31 35 52.
schenkingen •HetGiften, bedrijf Cordis uit Roden heeft aan voorzitter Aleid Rensen van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ duizend dollar overhandigd. Onze hartelijke dank hiervoor. Cordis heeft de milieuprijs van Johnson en Johnson ontvangen en vond het toepasselijk om het bedrag dat hiermee gemoeid was te schenken aan een organisatie die zich inzet voor de natuur.
•
Grote subsidie in het kader van het Natuuroffensief Na eindeloze voorbereidingen heeft de Stichting toch van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een
€ 7.000,– ontvangen voor de tentoonstelling ‘Op je dooie akkertje’ die in het informatiecentrum Hijkerveld zal komen te staan. De tentoonstelling vertelt beknopt de geschiedenis van de dodencultuur in Drenthe. In tal van natuurterreinen van ‘Het Drentse Landschap’ zijn restanten van vroegere dodenculturen aan te treffen. Het natuurreservaat Kampsheide herbergt bijvoorbeeld een hunebed, grafheuvels en urnenvelden. Bovendien ligt er een kerkhof in de nabijheid. Stelt u zich voor: 5000 jaar lang hebben mensen hun doden in hetzelfde gebied ter aarde besteld... Stichting ‘Het Drentse Landschap’ is zeer verheugd dat dankzij de bijdrage van het VSBfonds de tentoonstelling over dit bijzondere thema gerealiseerd kan worden.
geweldige subsidie gekregen van 1,7 miljoen euro. Het geld is bestemd om een groot natuurontwikkelingsproject op het Landgoed Vossenberg, genaamd Reigerveen, uit te voeren. Bijzonder is ook dat het gehele project voor 100% gesubsidieerd wordt. Het project past binnen de doelen van het Oude Diepproject. Naast Reigerveen vinden er tevens inrichtingswerkzaamheden plaats in het Scharreveld en enige kleinere reservaatjes in de omgeving. Het werk zal onder de directie van Oranjewoud worden uitgevoerd door Oosterhuis bv uit Nijeveen.
Subsidies •Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft van het VSB-fonds
Met steun van een SGB-subsidie van € 8.500,– en met bijdragen van ‘Het Drentse Landschap’, Natuurmonumenten en het Waterschap Reest en Wieden wordt bij Doldersum momenteel een waterschapsleiding die het Doldersummerveld en het beekdal van de Vledder Aa ontwatert, naar een betere plaats verlegd. Daarmee wordt weer een stap gezet naar een betere waterhuishouding van het Doldersummerveld.
foto: Joop van de Merbel
•
Personeel Per 1 augustus is Petra Bom bij de Stichting in dienst getreden. Zij volgt Ingrid Kruse op en zal zich onder meer bezighouden met de vleesactie en de beheersadministratie.
Berichten
•
foto: Geert de Vries
•
Prins Bernhard Cultuurfonds steunt projecten Het Prins Bernhard Cultuurfonds heeft tot ons grote genoegen steun verleend aan een tweetal projecten. De eerste bijdrage is afkomstig uit het Pfältzer-Birnie Fonds en is bestemd voor de restauratie van boerderij Kamps. De andere bijdrage is ook afkomstig uit een fonds op naam, te weten het Röpcke-Wynia Fonds. Het bedrag is bestemd voor de restauratie van de keuterij in Midlaren. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ dankt het Prins Bernhard Cultuurfonds heel hartelijk voor de bijdragen. Ze is verheugd te merken dat het fonds steeds vaker projecten op het gebied van cultureel erfgoed steunt. Deze belangstelling bleek ook tijdens een bezoek dat de Commissie Natuurbehoud van het Fonds begin oktober aan onze provincie bracht. De Commissie heeft door het Hunzedal gewandeld en boerderij Kamps bezocht. Tijdens het bezoek sprak ze haar waardering uit voor het werk van de stichting. Omgekeerd waren wij blij dat we de commissie konden laten zien dat de stichting hun steun erg hard nodig heeft. Het stelt ons in staat om heel veel moois voor de Drentse natuur en cultuur te doen.
33
•
Toerisme, natuur en cultuur in Drenthe. Op 1 september vond er op initiatief van het CDA in Havelte een discussie plaats over de wenselijkheid van een derde nationaal park in de gemeente Westerveld. Zowel de politiek als de natuurbescherming kon op dit punt met de bevolking in discussie gaan. Opvallend was de weerstand tegen een derde park van de boeren, van het CDA lokaal en landelijk en zelfs van het Waterschap Reest en Wieden. ‘Het was al erg genoeg met al die natuur en de boeren hadden het al zo moeilijk en wie zal dat allemaal betalen’, was de teneur van de tegenstanders. Hoewel ‘Het Drentse Landschap’ zeker niet de grootste voorstander van het Nationale Parken-concept is, heeft zij zich uitgesproken vóór de komst van een derde park. Vanuit het natuurbeheer is er niet veel winst, behalve dan dat het draagvlak voor de natuur toeneemt en dat de educatiedoelstelling beter kan worden vormgegeven. Veel extra centen voor het beheer levert dat niet op en de nadelen voor de natuur zijn evident. In de ogen van ‘Het Drentse Landschap’ is
de weerstand tegen een derde Nationaal Park een beetje onheus, gezien de forse bijdrage van de natuur aan de werkgelegenheid in de toeristischrecreatieve sector van in dit geval Westerveld. Dit is ongeveer 30% van de totale economische activiteit. Een groter aantal Nationale Parken zou de druk op de natuur mogelijk beter spreiden waardoor de nadelen voor flora en fauna kleiner en beter beheersbaar kunnen worden. Rust, ruimte, stilte, cultuur en natuur zijn de echte kip met de gouden eieren voor Drenthe. Dit bleek nadrukkelijk ook tijdens het door de Milieufederatie, met steun van de ANWB en terreinbeheerders, op 7 oktober georganiseerde symposium over “Natuurlijke groei Toerisme”. Daar werd duidelijk dat er best ruimte is voor groei, mits verstandig benaderd. Natuurbeheerders, recreatieondernemers, de Kamer van Koophandel en erfgoedinstellingen kijken allemaal richting Provincie Drenthe om na het echec van het NNBT met een korte en krachtdadige visie op de toekomst van toeristisch Drenthe te komen.
Kruipend Zennegroen
Bijdrage Waterschap Reest & Wieden Het waterschap Reest & Wieden heeft een bijdrage gegeven voor het ‘Sprookje van Koning Water’ dat als interactieve voorstelling in het informatiecentrum De Blinkerd wordt vertoond. Het sprookje vertelt de geschiedenis van het water in Drenthe. Kinderen kunnen tijdens het bekijken van de voorstelling meedoen aan een quiz. Ze moeten dan vragen beantwoorden die te maken hebben met water en alles wat daarin groeit en bloeit. Naast het waterschap Reest & Wieden en Stichting ‘Het Drentse Landschap’ hebben Essent milieu, Recreatieschap Drenthe, Gemeente Middenveld en de Provincie Drenthe steun verleend aan de totstandkoming van het ‘Sprookje van Koning Water’.
•
Rectificatie Katshaarschans In het onlangs verschenen Handboek van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ wordt op pag. 154 een beschrijving gegeven van de eigendomssituatie. De tekst wekt de indruk dat de schans eigendom van de Stichting zou zijn. De feitelijke situatie is dat de schans met het omliggende natuurgebied en de zandweg eigendom zijn van de Stichting ‘Oud Drenthe’.
34
Berichten
•
Monumenten Na veel getouwtrek is er eindelijk een monumentenvergunning voor de restauratie van boerderij Kamps. Het bleek dat er een onoverbrugbaar verschil van mening was met betrokken ambtelijke partijen, zoals de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en het Drents Plateau, over delen van de restauratie. Voor ‘Het Drentse Landschap’ was het zeer teleurstellend om bij deze deskundigen geen begrip te vinden voor haar streven om, in het kader van het behoud van het Landgoed Kamps en vanuit de Belvedère-gedachte, dit oude ‘los hoes’ te herstellen. Men was van mening dat ook verminkingen aan het gebouw
foto: Jaap de Vries
Boerderij Kamps
behouden moeten blijven. Een nieuwe trend in de monumentenwereld die niet goed te begrijpen is.
van de urn nader onderzocht. In een van de komende kwartaalbladen wordt hieraan nog aandacht besteed.
Op 30 augustus vond er rond Rolde een prachtig muziekfestival plaats waarbij boerderij Kamps het decor was voor een optreden van ‘Rapalje’. Een goed bezocht initiatief waar ‘Het Drentse Landschap’ graag aan meewerkte.
Verbijsterend was voor ‘Het Drentse Landschap’ het krantenbericht dat de Gemeente Tynaarlo, ten behoeve van een carpoolplaats naast de A28 ter hoogte van de Vriezerbrug, de mooie boerderij De Esstede wil slopen. Nog wel in het Jaar van de Boerderij 2003 waarin nadrukkelijk gewezen is op het snelle verdwijnen van de boerderij uit ons landschap. Meer dan 55% is al verdwenen. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ doet een dringend beroep op de Gemeente Tynaarlo om de plannen terug te draaien.
De verbouwing van de keuterij Midlaren loopt vlot. Archeologisch onderzoek door ARC leverde ter plaatse van het achterhuis, niet ver van de beide hunebedden gelegen, de vondst op van een urn. Momenteel wordt de herkomst
•
Open Monumentendag Tijdens de Open Monumentendag hebben honderden mensen een bezoek gebracht aan De Havixhorst die dat weekeinde de deuren van al haar vertrekken had opengesteld. Velen stelden het zeer op prijs dat ze eindelijk een kijkje konden nemen in de suites van het chateauhotel-restaurant. De officiële opening van de Open Monumentendag vond ook op De Havixhorst plaats. Mr. Pieter van Vollenhoven verrichtte op 11 september als voorzitter van de Open Monumentendag tijdens een feestelijke bijeenkomst de openingshandeling. Onze dank gaat uit naar uitbater Jos Wijland en zijn medewerkers die de bezoekers op deze dagen zeer gastvrij ontvingen. Op andere plekken in het Reestdal kon men een kijkje nemen in (monumentale) boerderijen. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ had speciaal voor dit weekeinde een fietsroute ontwikkeld die langs vele Drentse boerderijen voerde. Honderden mensen hebben hiervan gebruik gemaakt. De Open dagen konden gehouden worden dankzij de inzet van vele vrijwilligers.
Berichten
foto: Geert de Vries
Dagpauwoog
•
Teleacuitzending ‘Vogels in hun Landschap’ Vanaf zondag 11 januari 2004 wordt op Ned. 1 om 17.25 uur de teleacserie ‘Vogels in hun Landschap’ uitgezonden. De 12 programma’s zijn gemaakt in samenwerking met Vogelbescherming Nederland, Cinatuur en de provinciale Landschappen. De presentatie is in handen van Nico de Haan. Hoe komt het dat in het ene landschap een vogelsoort bijna is verdwenen, terwijl die in het andere juist weer terugkeert en hoe belangrijk zijn in dat kader de activiteiten die de provinciale Landschappen ontplooien? De televisieserie ‘Vogels in hun Landschap’ gaat over deze wisselwerking tussen het landschap en de biotoop van vogels. De Drentse vogels komen in de uitzending van 25 januari aan de orde. Op www.teleac.nl is gedurende de uitzendperiode informatie te vinden over landschappen in de provincie, boeken en bijvoorbeeld de aanschaf van een vogelkijker.
•
Atlas ‘Dagvlinders in Drenthe’ Op 15 november heeft Ali Edelenbosch, gedeputeerde voor natuur, landbouw en landschap, in de vlindertuin van het Noorder Dierenpark in Emmen het eerste exemplaar van ‘Dagvlinders in Drenthe’ in ontvangst genomen. In deze nieuwe vlinderatlas voor Drenthe, die mede dankzij een financiële bijdrage van de stichting ‘Het Drentse Landschap’ kon verschijnen, zijn ook veel vlindergegevens van onze terreinen opgenomen. ‘Dagvlinders in Drenthe’ is rijk geïllustreerd met vrijwel uitsluitend in Drenthe gemaakte foto’s van alle tussen 1990 en 2001 waargenomen soorten. Samen met de talrijke kaarten, diagrammen en tabellen vormen ze een kleurrijk vlinderverslag van 248 pagina’s, dat je in deze sombere wintermaanden met verlangen doet uitkijken naar de eerste Dagpauwoog of Kleine vos van het komende voorjaar. ‘Dagvlinders in Drenthe’ is een uitgave van de Vlinderwerkgroep Drenthe en de Provincie Drenthe in samenwerking met
de Vlinderstichting. Het boek kost tot eind 2003 bij rechtstreekse bestelling bij Uitgeverij PubliQue (Antwoordnummer 913, 7800 VC Emmen) € 29,50 exclusief verzendkosten. Bij de boekhandel kost ‘Dagvlinders van Drenthe’ € 35, 00.
‘Inleiding in de historische •cartografie’ Oude kaarten zijn niet alleen mooi om naar te kijken, ze bevatten vaak ook een schat aan historische informatie. Om de betrouwbaarheid ervan te kunnen beoordelen, is het van belang iets over de oorsprong van de kaart te weten: wie was de kaartmaker, met welke techniek is de kaart gemaakt en met welk doel? Vaak was dat een zeer praktisch militair, juridisch of fiscaal doel. De bedoeling van deze cursus is om aan de hand van de uitgebreide kaartencollectie van 19.00-21.00 uur in het Drents Archief in Assen. Kosten: € 30,75. U kunt zich uitsluitend aanmelden door het overmaken van het cursusgeld onder vermelding van de cursuscode CART op postgirorekening 35.50.141, ten name van de Drentse Historische Vereniging te Assen. Aanmelden kan tot twee weken voor aanvang van de cursus. In de week voor de cursus ontvangt u een bevestiging van uw inschrijving.
•
Veenhuizen Het wil maar niet vlotten om dit onvervangbare erfgoed een goede bescherming te geven. Tegen alle afspraken in heeft Domeinen opnieuw enige gebouwen openbaar verkocht, waaronder de prachtige Stoomhoeve. Het is gewoon beschamend te zien dat de gezamenlijke overheden niet in staat zijn om adequaat te doen wat gewoon moet gebeuren: Veenhuizen duurzaam behouden. Het afgelopen jaar heeft ‘Het Drentse Landschap’ de partijen opgeroepen er nu echt werk van te maken, maar eigenlijk is er sindsdien niets veranderd. Het verval gaat gewoon verder. Een droevige zaak.
•
150 jaar Drents Museum Het Drents Museum behoort tot een van de alleroudste musea van Nederland en bestaat in 2004 maar liefst 150 jaar. In dat kader organiseert ze tal van bijzondere tentoonstellingen en activiteiten. De aftrap hiervoor wordt gegeven op zaterdag 28 februari. Een week lang zal het museum in het teken staan van alles wat met de Drentse cultuur te maken heeft: archeologie, kinderspelen, Drentse schilders, Drentse toal en folklore en een speciale dag voor de inwoners van Assen. Vier het feest mee en ontdek hoe veelzijdig het Drents Museum geworden is. Voor meer informatie: www. drentsmuseum.nl.
35
Aankopen in 2003
foto: Joop van de Merbel
•
Project ‘Mooi licht, Mooi donker’ Het einde van het jaar nadert, de dagen korter en de nachten lang en donker. Maar hoe donker is het nog in Drenthe? Kent u nog plaatsen waar het echt donker wordt? Maakt wegverlichting, verlichting van huizen en tuinen onze omgeving mooier of juist niet? Vindt u het veiliger met het licht aan? Is duisternis een oerkwaliteit van ons Drentse landschap? Hoe beleven we licht en donker? Allemaal vragen waar de Raad voor Ruimtelijk, Milieu en Natuuronderzoek (RMNO) antwoord op wil hebben. De RMNO is een project gestart onder de titel ‘Mooi licht, Mooi donker’. Marga Kool (dijkgraaf bij het waterschap Reest en Wieden) is als lid van de RMNO trekker van dit project. Belangrijk onderdeel van dit project is een pilot die in de provincie Drenthe wordt uitgevoerd. De pilot is een eerste onderzoek onder de bevolking, ambtenaren, bestuurders en belangenorganisaties naar de beleving van “licht en donker”. De RMNO is benieuwd naar uw ervaringen. Op de site www.rmno.nl is daarom een vragenlijst geplaatst waarin naar uw beleving van licht en donker wordt gevraagd. Graag hebben wij veel reacties! Op de site vindt u ook een nadere toelichting over het project ‘Mooi licht, Mooi donker’.
De aankoopstop van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is sinds september vorig jaar nog steeds van kracht. Dit betekende, zoals in vorige kwartaalbladen werd gemeld, dat het aankoopbeleid van de Stichting stil kwam te liggen. In juni kwamen er echter opeens verrassende berichten, toen bleek dat gebruik gemaakt kon worden van Europese fondsen. De middelen voor 2003 voor Plattelandsontwikkeling (POP) bleken niet volledig benut te worden. Aangezien grondaankopen meestal binnen een veel korter tijdsbestek kunnen worden afgerond dan plattelandsprojecten, leek grondverwerving de enige mogelijkheid om de budgetten binnen de gestelde termijn te benutten. De Provincie Drenthe heeft zich sterk gemaakt voor deze benadering en uiteindelijk heeft minister Veerman van LNV de keuze gemaakt om de nog beschikbare POP-gelden voor 2003 voor grondverwerving aan te wenden. De Provincie Drenthe bleek bereid te zijn de aankopen op de gebruikelijke wijze mee te financieren. Voor de Stichting brak vervolgens een zeer drukke periode aan om een groot aantal transacties binnen een korte termijn te realiseren. Met name in het Hunzedal werd daarbij nauw samengewerkt met de Dienst Landelijk Gebied. Deze onverwachte mogelijkheden boden ook voor de landbouw mogelijkheden om een aantal knelpunten op te lossen. Zo
werden een aantal kavelruilen gerealiseerd waardoor landbouwers hun bedrijfssituatie konden verbeteren. Zonder grondverwerving in het kader van het POP was dat niet mogelijk geweest. Ook konden een aantal landbouwers hun gronden ondanks de aankoopstop toch verkopen, hetgeen met name voor mensen die hun bedrijf wilden beëindigen een onverwachte mogelijkheid was. Dankzij de POP-gelden konden voor de Stichting eindelijk een aantal knelgevallen uit 2002 worden opgelost. Hierbij ging het om een viertal transacties waarover met verkopers reeds overeenstemming was bereikt, maar die als gevolg van de aankoopstop niet konden worden afgewerkt. Dit was zowel voor de verkopers als voor de Stichting een uitermate vervelende situatie. Bovendien kon de Stichting gronden verwerven waarover met de eigenaren soms al meer dan 20 jaar contacten bestonden en die juist op het moment van de Reestdal
aankoopstop te koop kwamen. Zo konden op het Landgoed Rheebruggen gronden van een boerderij worden aangekocht die in het verleden altijd deel hebben uitgemaakt van het landgoed. Op het Landgoed Vossenberg en in het Scharreveld werden belangrijke enclaves verworven waardoor een totaal gebied kan worden ingericht en bovendien kan de waterhuishouding nu geheel op de natuurfunctie worden afgestemd. Veel transacties werden gerealiseerd in het Hunzedal, zodat het proces van kavelruilen en grondaankopen ten behoeve van landbouwkundige verbeteringen en het realiseren van natuurontwikkelingsgebieden langs de Hunze weer in beweging kon worden gebracht. Na een periode van stilstand is in deze korte periode van veel transacties weer opnieuw gebleken hoezeer grond de motor is van veel veranderingsprocessen op het platteland!
1,31.89 ha.
Rheebruggen
31,56.23 ha.
Vossenberg
13,90.10 ha.
Scharreveld–
17,97.67 ha.
Boerenveensche Plassen/
1,97.50 ha.
Oude Diep Hunzedal
59,57.40 ha.
37
Bestuurssamenstelling per 30 september 2003
Dagelijks Bestuur Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (leden zijn tevens lid van het Algemeen Bestuur) Mevrouw A.D. Rensen-Oosting, Emmen (voorzitter) Ing. M. Verhagen, Smilde (secretaris) Mr. D. Hoorn, Oosterhesselen (penningmeester) Mr. O.W.E. Berg, Assen Drs. J.D.D. Hofman, Tynaarlo S. van der Veen, Vries De Dagelijks Bestuursleden van ‘Het Drentse Landschap’ zijn tevens bestuurslid van de Stichting Drentse Boerderijen, Stichting Lemferdinge en Stichting Oude Drentse Kerken. Algemeen Bestuur Mevrouw M. Arends-Luinge, Paterswolde J.R. Beuker, Assen Mevrouw drs. J.N. Bottema-Mac Gillavry, Yde A.H. Bruins Slot, Meppel Mr. F. Dohle, Meppel S.W. Groenendaal, Assen J.L.A. van Hagen, Zuidwolde Drs. B.J.S. Helming, Steenbergen Dr.ir. D.H. Keuning, Borger Mevrouw B.M. van Mil, Gasselternijveen H.A. Moorlag, Hoogeveen Prof.dr.ir. R. Rabbinge, Balkbrug R.H. van der Sleen, Groningen R.H.J. Staal, Dalen G.W. de Vries, Assen Drs. B.S. Wilpstra, Zuidlaren Ere-leden
foto: Jaap de Vries
Mevrouw M.H. Hollema-Eikenberg, Rolde Prof.dr. H.Tj. Waterbolk, Haren Bestuur Stichting Orvelte Mevrouw A.D. Rensen-Oosting, Emmen (voorzitter) Ing. M. Verhagen, Smilde (secretaris/ penningmeester) Mr. O.W.E. Berg, Assen Drs. J.D.D. Hofman, Tynaarlo S. van der Veen, Vries
Expositie Lemferinge Op landgoed Lemferdinge is van 5 december t/m februari 2004 een expositie te bezichtigen van Jan Dits en Ria Azu. De kunstenaar Jan Dits schildert al vanaf zijn academietijd bij voorkeur mensen die intensief ergens mee bezig zijn. Vanuit zijn belangstelling voor jazz – hij is zelf jazzdrummer – ontstonden vele jazzschilderijen en tekeningen. Hij maakte ook talloze schilderijen over sport. Ook bij deze expositie staat de mens centraal: van modellen, musici, sportvrouwen, danseressen en portretten in opdracht. In dezelfde periode is er in de galerie werk te zien van Ria Azu. Zij vertrok ongeveer vijf jaar geleden met haar man en kinderen naar Ghana om daar in het luchtvaartbedrijf van haar man te gaan werken. Haar grote belangstelling voor archeologie leidde tot een nieuwe passie: kralen. In de Ghanese cultuur spelen kralen een grote rol en zijn ze geliefd om hun ‘eigenheid’. Op de expositie zal haar ‘Distinctly African with a Dutch Touch Jewelry’ te zien en te koop zijn. Landgoed Lemferdinge, Lemferdingelaan 2, 9765 AR Paterswolde, tel. 050-3091377 of 050-3092532. Openingstijden: vrijdag t/m
Agenda Algemeen Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft. Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranjekanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten moet een verrekijker meenemen! Schaapskudde Hijkerveld De kudde vertrekt met de herder om 09.30 uur naar de heide en komt om 16.30 uur terug bij de kooi. De schaapskooi is te bereiken vanaf het dorp Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. Informatiecentra De Blinkerd Vamweg te Wijster Open het gehele seizoen van 10.00 uur tot zonsondergang
•
’t Ende Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk) van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur van 1 november tot en met 31 maart alleen op zondag van 11.00-17.00 uur
• •
Orvelte Dorpsstraat 1a te Orvelte van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur
•
Huenderhoeve Huenderweg 5 te Doldersum van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur van 1 november tot en met 31 maart alleen op zondag van 11.00-17.00 uur
• •
Laarzen gewenst! Verrekijker aan te bevelen. Spiegeltje en loep aanbevolen. Activiteiten speciaal gericht op kinderen.
zo. 21 dec. 14.00 uur Hunebedbouwers en andere bewoners van Kampsheide Een ontdektocht met een amateurarcheoloog naar prehistorische overblijfselen op Kampsheide en omgeving. Duur: 2,5 uur. Start: bij het informatiepaneel aan het G.A.M. van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo. zo. 21 dec. 11.00 - 15.00 uur Open dag Landgoed Lemferdinge Op deze dag kunt u een kijkje nemen in zowel het gebouw als het park van de havezate. Start: gebouw Lemferdinge, Lemferdingelaan 2 te Paterswolde. do. 25 dec. 1e Kerstdag 14.00 uur Kerstwandeling over het Hijkerveld De wandeling gaat ondermeer door het interessante jeneverbesstruweel. Start: bij de schaapskooi. Deze is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. di. 30 dec. 14.00 uur De zandheren van Drouwen De gidsen nemen u mee naar de nog zichtbare sporen van de oude landeigenaren van het Drouwenerzand. Start: voor de receptie van bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterstraat 7 te Drouwen. za. 3 jan. 13.00 uur Stevige winterwandeling over Landgoed Vledderhof en Vledderveld Een prachtige wandeling van ongeveer 3 uur rondom de kortste dag van het jaar. Start: werkschuur van Staatsbosbeheer aan de Middenweg te Vledder.
Agenda
39
za. 13 mrt. 14.00 uur Vogels op Diependal Op Diependal komen tientallen soorten vogels voor. Vanuit de vogelkijkhut kunt u ze ongestoord observeren. De vogelkijkhut is te bereiken door in het dorp Oranje bij ‘Speelstad Oranje’ de Zwarte weg in te slaan. De route is met bordjes aangegeven.
foto: Joop van de Merbel
zo. 21 mrt. 14.00 uur Bezichtiging Landgoed Lemferdinge De excursie gaat over de bouw en bewoningsgeschiedenis van het huis terwijl een andere gids u meeneemt voor een excursie door de tuin. Start: gebouw Lemferdinge, Lemferdingelaan 2 te Paterswolde.
zo. 18 jan. 14.00 uur Een stevige winterwandeling op Kampsheide met een vleugje archeologie Start: bij het informatiepaneel aan het G.A.M. van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo. za. 7 febr. 14.00 uur Wintergasten op Diependal Kijken naar de vogels die overwinteren op de vloeivelden van het Hijkerveld. Start: de vogelkijkhut. Deze is bereikbaar door in het dorp Oranje bij ‘Speelstad Oranje’ de Zwarte weg in te slaan. De route is met bordjes aangegeven. za. 14 febr. 14.00 uur Rabbinge en Holtberg Een excursie door de natuurgebieden langs de grensrivier de Reest. Start: vanaf de kerk in Oud Avereest (Overijssel).
zo. 15 febr. 14.00 uur Elzenmaat-Hunzedal Wandelexcursie in een winters landschap met uitleg over nieuwe natuur. Start: bij het informatiepaneel aan de Elzenmaat tussen Eexterveen en Eextermade. zo. 22 febr. 14.00 uur Het Groote Zand: wegen en sporen van mens en dier in de natuur Start: het centrale informatiepunt op de parkeerplaats bij het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, gelegen aan de weg van Hooghalen naar Amen.
zo. 29 feb. 14.00 - 16.00 uur Open middag op boerderij Kamps Met uitleg door deskundigen over de bouw, de bewoningsgeschiedenis en de restauratie van deze oudste boerderij van Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Start: boerderij Kamps gelegen aan de Kamps 1 even voorbij Deurze aan de weg van Assen naar Rolde. za. 6 mrt. 14.00 uur Archeologische excursie Kampsheide Een archeologische excursie langs de grafheuvels en het hunebed van Kampsheide. De gids toont hierbij vondsten uit eigen collectie. Start: bij het informatiepaneel aan het G.A.M. van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo.
zo. 21 mrt. 10.00 - 16.00 uur Lammetjesdag bij schaapskooien Hijkerveld en Doldersummerveld De lente begint met lammetjes. Vanaf 10.00 uur worden u en uw (klein)kinderen verwelkomd met beschuit met muisjes. De activiteiten vinden plaats bij de schaapskooien. De schaapskooi op het Hijkerveld is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. De schaapskooi Doldersummerveld ligt aan de Huenderweg 1 bij Doldersum. di. 23 mrt. 14.00 uur Het ontstaan van Drouwenerzand Start: voor de receptie van het bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterweg 7 te Drouwen. zo. 28 mrt. 14.00 uur Gasterse Duinen, amfibieën ontwaken Een excursie door een gebied waar ondermeer padden, kikkers en adders voorkomen. Start: bij het informatiepaneel van ‘Het Drentse Landschap’ op de parkeerplaats aan de Oudemolenseweg te Gasteren.
Voor alle activiteiten geldt dat honden helaas niet mee mogen; ook niet aangelijnd!
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Koninklijke BOOM UITGEVERS Meppel (0522) 26 61 11 Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. POORTMAN Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw Royal Haskoning Groningen (050) 521 42 14 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘DE HAVIXHORST’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro HOLLEMA Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 317 23 17 Een mooie gelegenheid om uit te gaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) HULZEBOSCH Grondwerken C.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind KADASTER DIRECTIE NOORD Assen (0592) 30 48 88 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed CHRISTIAAN DEN DEKKER B.V. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering QUERCUS Boomverzorging en Advisering Emmen (0591) 51 27 07 Uw bomen, onze zorg Veenbedrijf HAVERKORT VROOMSHOOP B.V. Vroomshoop (0546) 64 38 02 Veenafgraving, verkoop veengrond en tuinaarde N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
BUNING Wegenbouw B.V. Zuidwolde (0528) 37 31 64 Grond-, straat- en rioleringwerkzaamheden. Levering zand NATIONALE POSTCODE LOTERIJ Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe, TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 1 – 7860 AA Oosterhesselen Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen ERDMAN SCHMIDT Hoogeveen (0528) 27 72 66 Lichtgewicht tenten, slaapzakken, bergschoenen, rugzakken, etc. HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, cv/sanitair, telematica, beveiliging DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies BTL UITVOERING Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen Architectenbureau WOUDA & VAN DER SCHAAF Meppel (0522) 25 57 96 DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties OCTANORM® Bunne (050) 309 51 33 Leverancier van aluminium interieurbouw-, standbouwen displaysystemen RANDSTAD DRENTHE Assen (0592) 39 77 11 Tijdelijk en vast personeel mede mogelijk gemaakt door Randstad JBF MULTI MEDIA COMMUNICATIE Groningen (050) 313 59 20 De Verhalenvertellers CONCORDIA BOUWMATERIALENHANDEL Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel OOSTERHUIS BV Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk
Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van:
• • • •
Stichting Drentse Boerderijen, Stichting Oude Drentse Kerken Stichting Orvelte Stichting Lemferdinge