Kwartaalblad sept. 2004 no. 43
Veen
43
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Koninklijke BOOM UITGEVERS Meppel (0522) 26 61 11 Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. POORTMAN Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw ROYAL HASKONING Nijmegen (024) 328 42 84 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘DE HAVIXHORST’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro HOLLEMA Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 317 23 17 Een mooie gelegenheid om uit te gaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) HULZEBOSCH Grondwerken B.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind KADASTER DIRECTIE NOORD Assen (0592) 30 48 88 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed CHRISTIAAN DEN DEKKER B.V. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering QUERCUS Boomverzorging en Advisering Emmen (0591) 51 27 07 Uw bomen, onze zorg N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water BUNING Wegenbouw B.V. Zuidwolde (0528) 37 31 64 Grond-, straat- en rioleringwerkzaamheden. Levering zand NATIONALE POSTCODE LOTERIJ Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe, TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 1 – 7860 AA Oosterhesselen Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen ERDMAN SCHMIDT Hoogeveen (0528) 27 72 66 Lichtgewicht tenten en slaapzakken HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, cv/sanitair, telematica, beveiliging DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies BTL UITVOERING Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen Architectenbureau WOUDA & VAN DER SCHAAF Meppel (0522) 25 57 96 DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties OCTANORM® Bunne (050) 309 51 33 Leverancier van aluminium interieurbouw-, standbouwen displaysystemen RANDSTAD DRENTHE Assen (0592) 39 77 11 Tijdelijk en vast personeel mede mogelijk gemaakt door Randstad JBF MULTI MEDIA COMMUNICATIE Groningen (050) 313 59 20 De Verhalenvertellers CONCORDIA BOUWMATERIALENHANDEL Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel OOSTERHUIS BV Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk VAN DER ZEE VLEESGROOTVERBRUIK Emmen (0591) 63 70 01 Leverancier van vlees, vleeswaren, kaas, wild en gevogelte WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen
Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van:
• • • •
Stichting Drentse Boerderijen Stichting Oude Drentse Kerken Stichting Orvelte Stichting Lemferdinge
Bestuursberichten
3
Kom er even voor zitten . . . De gevolgen van een reis door China Nog niet eerder ben ik zo tevreden geweest in een land te wonen waar een aantal goede en degelijke natuur- en landschap-, milieu- en monumentenorganisaties actief zijn, dan tijdens onze reis deze zomer door China. Tot dusver brachten we doorgaans onze vakanties door in landen rijk aan (soms zelfs nog ongerepte) natuur en rijk aan cultuur. In het deel van China dat wij bezochten, het oosten, was daarvan nauwelijks sprake. Tijdens de periode die Mao Zedong aan de macht was, is er ontstellend veel cultureel erfgoed vernietigd. Een verbijsterende ervaring in een land dat als bakermat van cultuur en beschaving geldt.
foto: Joop van de Merbel
De laatste 10 jaar maakt datzelfde China een economische inhaalslag die zijn weerga niet kent. De reusachtige steden Hong Kong, Peking en Shanghai, met ieder afzonderlijk
bijna evenveel of meer inwoners dan heel Nederland, bouwen in een razend tempo steden waarvan de skyline doet denken aan die van New York en Chicago. Science fiction-achtige wolkenkrabbers van meer dan 400 meter hoog zijn geen uitzondering. En dat over enorme oppervlaktes. De gevolgen van deze ongebreidelde groei van woonwijken, kantoren, bedrijven en de daarvoor benodigde infrastructuur op de natuur, laat zich raden. In het tijdschrift National Geografic stond een alarmerend artikel over de milieuproblematiek in China. De luchtvervuiling is nu al ziekmakend voor miljoenen kinderen en ouderen, de biodiversiteit holt achteruit en schoon drinkwater zal binnen enkele jaren het grootste probleem van dit land met 1.2 miljard inwoners worden.
Nederland is ook dichtbevolkt. Maar bij ons is net op het juiste ogenblik ingegrepen met wetten, verordeningen en regels die ervoor gezorgd hebben dat iedere Nederlander zich na een half uurtje in de auto kan ontspannen in de natuur. In Hong Kong hebben 6 Chinezen samen een boom tot hun beschikking. Een Stichting als ons Drentse Landschap waakt dagelijks over het behoud van natuur en cultuur in onze naaste omgeving. Na de reis door China besef ik nog beter hoe ontzettend wezenlijk dat is.
Aleid Rensen Voorzitter Stichting ‘Het Drentse Landschap’
4
Cultuurhistorie Joan D.D.Hofman*
Veen Sleutel naar Drenthe’s verleden Tot in de tachtiger jaren van de vorige eeuw dolven grote grommende machines het bruine goud uit de Drentse bodem: turf, zoals veen gaat heten op het moment dat het vergraven wordt. In het veen ligt een stuk geschiedenis van duizenden jaren besloten. De exploitatie van veen is zeer ingrijpend geweest voor de Drentse economie, de natuur en het landschap. Een keerpunt tussen verleden en toekomst.
Archief Beijerick/HDL
Veen: “aard- of grondsoort die grotendeels is samengesteld uit gedeeltelijk verkoolde planten (grondstof voor turf)”. Zo luidt de omschrijving van veen in de dikke Van Dale. De clou van veen is dus dat het eigenlijk samengedrukte plantenresten uit een ver verleden zijn. Als je er een stuk uitsteekt en laat drogen, noemen we het turf. En dat is prima brandstof. Hoewel steenkool en olie beschikbaar waren, werd door sommigen nog tot in de vijftiger jaren van de vorige eeuw met turf verwarmd en gekookt. Nog maar enkele eeuwen geleden bestond het oppervlak
van Drenthe voor meer dan 60 procent uit deze door de natuur gevormde “aard- of grondsoort”. Het grootste veengebied lag aan de oostkant van de provincie en strekte zich uit van de Dollard tot Schoonebeek, grotendeels in Groningen en Duitsland, het zogenoemde Bourtanger Veen (of Moor). Ook elders in Drenthe, zoals bij Hoogeveen, Dalen en Smilde, lagen uitgestrekte veengebieden en daarnaast nog verscheidene kleinere. En dan hebben we het in dit verband over hoogveen. In het noorden en zuidwesten van de provincie lagen en liggen laagveengebieden, die we nu buiten beschouwing laten. Veenkoloniën
In de Middeleeuwen ontdekte men de mogelijkheden om het veen kleinschalig voor eigen gebruik te exploiteren. Daarmee werd de aanzet gegeven dit grootse pure natuurgebeuren te doen verdwijnen. De slappe, sompige veenbodem was moeilijk toegankelijk en te bewerken. In de zeventiende eeuw was men technisch zover dat men het veen kon ontwateren om het vervolgens te kunnen vergraven. Een stelsel van kanalen, vaarten en wijken werd stapje voor stapje ontwikkeld. Via deze kanalen kon behalve water de turf worden afgevoerd. Een bloeiende handel met het dichterbevolkte Holland kwam tot stand. De schaarste aan hout deed de vraag naar turf groeien. Investeerders uit vooral het rijke Holland kochten grote veengebieden aan en richtten kanaal- en verveningsmaatschappijen op. Tienduizenden goedkope arbeidskrachten kwamen van heinde en ver, zelfs uit Duitsland waar zich overigens dezelfde ontwikkeling afspeelde. De aanleg van de kanalen vond in handkracht plaats, net als het vergraven van de metersdikke veenpakketten, het stapelen van de miljoenen turven, het laden van de schepen etc. Mannen, vrouwen en kinderen werden ingezet. Er was enorm veel volk bij nodig dat het voor een schamel loontje deed. Maar zoveel activiteit en zoveel mensen gaf ook een impuls aan handel en nijverheid. Er ontstonden langs de kanalen langgerekte veenkoloniale dorpen met huizen, winkeltjes, schooltjes, bedrijfjes, bruggen en sluizen. Mechanisatie
Dit alles kwam in een geweldige stroomversnelling toen eind negentiende eeuw de bevolking explosief groeide en de
foto: Joop van de Merbel
6
Cultuurhistorie
foto:Drents Archief
Turfschip in Hoogeveen 1897
industrialisatie zich – dankzij ontdekking van elektriciteit en stoommachine – razendsnel ontwikkelde. De sterk toenemende vraag naar turf als brandstof voor bevolking en industrie ging gelijk op met de ontwikkeling van mechanisatie in de veenderijen en de verbetering van water-, spoor- en wegtransport. In alle veengebieden bruiste het, gigantische machines versneden het veen en stapelden de turven. Nadat de winning van steenkool mogelijk was geworden, nam de vraag naar turf als brandstof in de eerste helft van de twintigste eeuw af. De markt kromp in tot turfmolm en potgrond. Nieuw landschap
Nadrukkelijker dan voorheen kwam er in de twintigste eeuw naast de turfwinning een andere doelstelling: vergroting van het areaal landbouwgrond. Om de verveende gebieden daarvoor geschikt te laten zijn, eiste de overheid dat een deel van het veen met de zandondergrond werd gemengd. De aldus ontstane bodem wordt dalgrond genoemd. De verveners en veenarbeiders maakten plaats voor boeren en arbeiders van de aardappelmeel- en strokartonfabrieken. Er
ontstond een nieuw, volledig gecultiveerd landschap; vlak, weids en met lange strakke lijnen. Op de sociale armoede volgde ecologische armoede. De overheid realiseerde zich (te) laat dat er van de karakteristieke hoogvenen vrijwel niets meer resteerde en zette in op het behoud van de restanten, die overigens alle reeds in afgetakelde toestand verkeerden. Pas in de tachtiger jaren reden de laatste verveningsmachines het veld uit. Verkoolde planten
“Verkoolde planten” meldt Van Dale. En dan tot zes of zeven meter dik. Dat ligt er niet zomaar. Uitgezocht is dat de aanzet tot veenontwikkeling ongeveer 8000 jaar geleden begon; kort na de laatste ijstijd. We hadden hier toen een warme, vochtige periode. Het grondwater stond hoog. Laagtes in het Drentse dekzandplateau waren nat; de afstroming aan de buitenranden stagneerde door zeespiegelstijging. Plantengroei vulde deze ondiepe nattigheid met uitgestrekte moerassen. Dode planten zakten naar de bodem, nieuwe begroeiing hield het moeras in stand. De aangroei verliep sneller dan de afbraak. De laag dood materiaal werd
7
Cultuurhistorie
Kanalen- en wijkenstelsel, Smilde
waarin ze water kunnen opslaan. In (voedselarm, oligotroof) regenwater drijven ze rechtop stijf tegen elkaar; soms zo stijf dat je er voorzichtig overheen kunt lopen. Bovenin blijven ze groeien, onderin sterven ze af. De miljarden overtollige blaadjes zakken naar beneden. Daar is het extreem zuur en ontbreekt zuurstof. Afbraakbacteriën hebben hier geen kans en het afgestorven veenmos stapelt zich hier samen met resten van andere planten laagje voor laagje op om voor eeuwig bewaard te blijven. Nou, eeuwig... Het levende veenmosdek groeide geleidelijk naar boven en trok door zijn sponswerking een ‘waterheuvel’ mee omhoog. Hierdoor breidde het zich ook in de breedte uit en werd steeds meer Drents dekzand met veen bedekt.
dus dikker en dikker. Dit pakket noemen we veen. Het grondwater en het uit de wijde omgeving via beken toestromende water was matig voedselrijk (mesotroof). Van plaats tot plaats waren de omstandigheden anders en kwamen verschillende typen moeras tot ontwikkeling. Ongeacht het type moeras duiden we het mesotroof ontstane veen aan als moerasveen of laagveen. Regenwater
Op een gegeven moment was het moerasveen zo dik geworden dat de begroeiing het contact met de waterspiegel verloor. Slechts regenwater kon nog voorzien in de waterbehoefte van planten. Water met maar heel weinig mineralen (voedingsstoffen). Er is een groep mossen die heel goed met dergelijk water uit de voeten kan. Sterker nog, die het juist daarvan moet hebben: de veenmossen van het geslacht Sphagnum. Zij vestigen zich in de regenwaterlaag. Het zijn mossen zonder wortels met een heel dun stengeltje met wat blaadjes en bovenop een groeikopje. Hun blaadjes zijn maar één cel dik en bestaan behalve uit groene cellen ook uit open ruimten,
Dit proces is duizenden jaren doorgegaan. Elk jaar groeide de bodemlaag met halfverteerde (“gedeeltelijk verkoolde”) plantenresten enkele millimeters en werd hoogveen (regenwaterveen) gevormd. Van elk stukje hoogveen is tamelijk nauwkeurig de ouderdom te bepalen. Bij analyse zijn veel plantenresten nog te identificeren. Net als stuifmeel (pollen) van hogere planten die daar gegroeid hebben, maar ook dat is ingewaaid van planten uit de (verre) omgeving. Stuifmeelkorrels hebben een vorm en grootte die specifiek is voor een plantensoort. In het veen kan worden vastgesteld welke soorten toentertijd aanwezig waren, en grofweg in welke verhouding. Dit alles geeft ons een globaal beeld van hoe de vegetatie, het landschap en het klimaat er op een bepaald moment in het verleden uitzagen en hoe er in de loop van tijd veranderingen optraden. Ook de gewassen die onze verre voorouders teelden, hebben in de vorm van stuifmeel sporen nagelaten in het veen. Het hele veenpakket is een bodemarchief van natuur en cultuur van duizenden jaren. En dat archief hebben we in enkele eeuwen in rook doen opgaan...
Archief Beijerinck/HDL
foto’s: Geert de Vries
Bodemarchief
Veenmos, Lavendelheide en Kleine zonnedauw
* Drs. J.D.D.Hofman is bestuurslid en redacteur van ‘Het Drentse Landschap’. Noot van de redactie: meer informatie over hoogveen als levensgemeenschap en de flora en fauna is gepubliceerd in kwartaalblad nr. 32, dec. 2001.
8
Cultuurhistorie
Beelden ui t het veen zo breed is, dat iemand er op zou kunnen promoveren. Dit artikel brengt slechts enkele beelden naar voren, begeleid door een drietal foto’s.
foto: Drents Archief
Mark Goslinga*
De ontzieling van het veen
Oeroud is het idee dat de natuur om ons heen bezield is, bezield door goden of door geesten. Ook van veengebieden en bijbehorende moerassen hebben onze verre voorouders een beeld gehad van bezieling. We kunnen ons voorstellen, dat veengebieden respect afdwongen: ze konden namelijk verraderlijk en zelfs dodelijk zijn. In overgeleverde volksverhalen zien we regelmatig dat de
duivel actief is in het veen. En natuurlijk waren er de ‘witte juffers’ of ‘witte wieven’ en dwaallichtjes, die mensen van de begaanbare paden aflokten, diep de moerassen in om nimmer weer te keren. Het kon een schimmenrijk zijn, een rijk der doden. Veengebieden waren echter niet alleen gevaarlijk, maar ook bijzonder nuttig. Zo vormden ze een natuurlijke bescherming in tijden van onlusten en oorlogen. Nog belangrijker was dat het veengebied voorzag in menselijke basisbehoeften: het was er rijk aan bijvoorbeeld vis, reeën en gevogelte. De in veengebieden teruggevonden oeroude kano’s zijn ongetwijfeld gebruikt voor visvangst en jacht. En het uitgestoken en gedroogde veen, de turf, kon uitstekend branden. Het veen was dus heilig omdat het leven nam en tevens leven schonk, vergelijkbaar met bijvoorbeeld de zee voor kust- en eilandbewoners. Dat besef van heiligheid kreeg door de loop der tijd diverse verschijningsvormen. Uit archeologisch onderzoek is gebleken, dat er veelvuldig geofferd is in het veen. Gebruiksvoorwerpen, wapens, sieraden, wellicht zelfs mensen werden moedwillig afgestaan om goden en geesten gunstig te stemmen.
ingrijpende beheersing en exploitatie. Al in vele eeuwen daarvóór had het christelijke geloof de oude goden van het veen verdreven of – inspelend op oude ideeën over een dodenrijk – omgevormd tot slechts één kwade, duivelse ziel. Wellicht niet geheel toevallig waren het kerkelijke machten die al in de twaalfde en dertiende eeuw begonnen met systematische turfwinning: diverse kloosters verbrandden het veen dankbaar in hun bierbrouwerijen en steenbakkerijen. Hierop werd later voortgebouwd door stedelingen, kooplieden en compagnieën van investeerders. Veengebied werd gereduceerd tot de economische waarde van turf. Het begeleidende beeld is er één van totale ontzieling: zelfs de Werk voor velen – kanaalgravers
Het veen als onland
De ontzieling van het veen vond vooral plaats vanaf de rationele, marktgerichte zeventiende eeuw, toen vele veengebieden op grote schaal tot turf en vervolgens tot energie en as werden omgezet. Het veen was niet langer heilig. Een nieuw beeld uit het veen kreeg gestalte: het veen als onland, onnuttige natuur, dat tot nut werd na
foto: Collectie gemeente Borger-Odoorn
‘Beelden uit het veen’ is een onderwerp dat
duivel wordt verdreven door de menselijke beheersing. Het veen was ‘onland’, vooral in tijden dat veenexploitanten er wel heil in zagen. Amerika en het veen
De turfwinning bood mogelijkheden voor tal van mensen. Seizoensarbeiders uit Nederland en Duitsland konden hun werkzaamheden op het boerenland uitbreiden met een aantal weken of maanden turfsteken; jonge boerenstellen konden een bestaan opbouwen op plaatsen waar het hoogveen vergraven was en nieuwe landbouwgrond werd gecreëerd; koloniën met inwoners vanuit allerlei streek en geloofsrichting schoten uit de grond. Het veen werd een land van nieuwe kansen, een Amerika, welkom voor iedereen die
elders weinig uitzicht had. Overheden, investeerders, dominees hadden vaak een zware dobber aan deze nieuwe gemeenschappen, die de naam kregen losbandig en goddeloos, maar ook zeker vrijgevochten te zijn. Harmen van Houten, die zijn levensverhaal als veenbewoner optekende, roemde de vrijheid die het leven in het veen voor hem betekende: geen baas die je - bij wijze van spreken vanuit zijn panopticum constant in de gaten houdt en bovendien de vrijheid die steekt in de beleving van de eenzaamheid en uitgestrektheid van de natuur. Het leven in het veen was voor velen te verkiezen boven het leven in de fabriek.
9
foto: Drents Archief
Cultuurhistorie
houdt. Enkele jaren terug vond er hier in Drenthe een heus armoededebat plaats met als inzet de vraag of extreme armoede in het veen een mythe of werkelijkheid was.
Zwaar werk
Het veen als natuurreservaat Rusland en het veen
Maar natuurlijk was het hard werken in het veen. Er viel een goede boterham te verdienen, maar er waren ook magere jaren waarin mensen snel onder de armoedegrens schoten. Dergelijke magere jaren, soms gepaard met misstanden als gedwongen winkelnering en oneerlijke veenbazen, boden een goede bodem voor de opkomst van socialistische tendensen. In de zeventiende, achttiende en deels negentiende eeuw was de werkstaking het enige middel om hogere lonen en betere sociale voorzieningen af te dwingen. Met de opkomst van het socialisme kregen de mensen in het veen een meer structurele, georganiseerde stem. Toch waren er nog vaak stakingen en onlusten, vooral in de bijzonder magere jaren twintig van de twintigste eeuw. Uit deze tijd stamt ook het stereotype beeld van armoede, plaggenhutten, kinderarbeid en alcoholmisbruik; een beeld dat tot in zeer recente tijd stand
In de tweede helft van de twintigste eeuw was de turfwinning zo goed als verleden tijd. De veengebieden behielden lange tijd het beeld van een achtergebleven streek en bovendien van een regio waar weinig aantrekkelijks te vinden was. Veenkanalen verloren hun nut en werden gedempt. In recente tijd komt men steeds meer terug op dit beeld. De veenkoloniën blijken wel degelijk cultuurhistorische waarden te hebben. Steeds vaker vinden toeristen hun weg over bijvoorbeeld de kanalen die gespaard zijn gebleven. Kanalen die gedempt zijn wil men weer openleggen. En de weinige restanten hoogveen worden nu gewaardeerd als unieke natuurreservaten. Zo heeft het veen toch weer iets van zijn oude heiligheid teruggekregen.
* Drs. M.Goslinga is historicus en werkzaam bij het Drents Archief als conservator beeld en geluid.
10
Fauna foto: Flip de Nooijer/FN
Kraanvogel Geert de Vries*
Als je een vogelaar vraagt naar zijn eerste kraanvogelwaarneming, dan vertelt hij zonder te aarzelen precies de plek en de emoties die bij zo’n spectaculaire waarneming horen. Kraanvogels zijn imposante vogels die met een hoogte van 1,15 m de grootste vogelsoort van Europa zijn. Het gaat heel goed met de Kraanvogels. In de jaren ’80 van de vorige
eeuw trokken er in de
herfst zo’n 25.000 Kraanvogels over West-Europa. Nu zijn dat er maar liefst zo’n 125.000. Ook hebben ze hun broedgebied uitgebreid. Ze broeden inmiddels in Denemarken en in het westen van Duitsland. Het was slechts een kwestie
foto: Klaus Nigge/FN
van tijd dat in Nederland het eerste kraanvogeljong zou worden geboren. Dat gebeurde in 2001. De Kraanvogel is een vrij algemene broedvogel in het noorden en oosten van Europa. Deze vogels trekken in de late herfst naar het zuiden. Ze hebben een vaste trekroute die slechts zo’n 300 km breed is. Op deze tocht schampen ze net de oostkant van Nederland. Daarom wordt slechts een klein deel van al die tienduizenden trekvogels in Nederland waargenomen. De belangrijkste Nederlandse pleisterplaats ligt in De Groote Peel (NBr.). Hier tanken de vogels even bij om daarna hun weg naar het zuiden te vervolgen. Onderweg stoppen ze steeds vaker bij een nieuw aangelegd meer in Noord-Frankrijk: het Lac du Der-Chantecoq. Dit meer ligt precies op hun trekroute. Tienduizenden Kraanvogels blijven daar pleisteren. Zo’n 40.000 daarvan overwinteren daar zelfs. De rest zet de reis voort naar Spanje of Afrika. In het winterhalfjaar smullen ze lekker van de op de akkers achtergebleven graankorrels en maïs. Ook doen ze zich tegoed aan de eikels van Kurken Steeneik, met name in het vanouds bekende Spaanse overwinteringsgebied Extremadura. In maart arriveren ze weer in hun broedgebieden.
Fauna
Baltsende Kraanvogels
Rechts: De Trosbosbes is belangrijk voedsel voor de broedende Kraanvogels
Broedvogels in Nederland
De Kraanvogel is in Nederland al zo lang als broedvogel verdwenen dat het moeilijk is om historische bewijzen te vinden of, waar en wanneer ze hier hebben gebroed. Vanaf 2001 hebben enkele echter het Fochteloërveen uitverkoren om daar voor het eerst sinds eeuwen te gaan broeden. Kraanvogels prefereren vooral hoogveenmoerassen. Het nest wordt op kletsnatte plekken in het moeras gebouwd. Rust tijdens het broedseizoen is een belangrijke voorwaarde voor een goed broedsucces. Buitengewoon spectaculair is hun balts: een dansritueel waaraan meerdere vogels deelnemen. Rondlopen en springen, gehurkt en gestrekt, vleugelflapperend en pikkend, begeleid door hun kenmerkende, verdragende roep. Ervaren vrouwtjes leggen twee eieren. Jonge paren leggen dikwijls maar één ei. Vanaf 2001 hebben elk jaar één of meer paartjes met wisselend succes in het Fochteloërveen gebroed. De eerste weken verblijven de paren met jongen in het hoogveengebied. Zodra de jongen kunnen vliegen, worden ze veelvuldig op de aangrenzende akkers en weilanden gezien. In november trekken ze richting het zuiden.
Kraanvogels zijn alleseters. Zoals gezegd, eten ze in de winter graag restanten van graan en maïs maar ook aardappels en bieten worden gegeten. In het broedseizoen wordt veel dierlijk voedsel genuttigd. Waarnemers zagen dat Kraanvogels in het Fochteloërveen insectenpoppen, libellen, hagedissen, slangen en kikkers tot zich namen. In mei en juni doen de Kraanvogels zich vooral te goed aan libellen. In het Fochteloërveen is de landelijk gezien zeldzame Noordse witsnuitlibel vaak de klos. Sinds de vernatting komt de libel met vele tienduizenden exemplaren voor in dit natuurreservaat. Vanaf juli staan de bessen van de Trosbosbes op het menu. Deze bes is rond 1930 uit Noord-Amerika geïmporteerd naar de omgeving van Smilde. Vanuit kwekerijen is deze smakelijke bes door vogels verspreid naar vele hoogveenrestanten en veentjes in de wijde omtrek. Toename
De toename van de Kraanvogel wordt vooral toegeschreven aan een betere bescherming van de broedgebieden, de pleisterplaatsen en de overwinteringsgebieden. Ook is de voedselsituatie in de winter verbeterd in de vorm van graan en maïs. De recente aanpassing in het trekgedrag, het overwinteren in bijvoorbeeld Noord-Frankrijk in plaats van in Noord-Afrika, scheelt heel veel energie. Daardoor komen veel broedparen in een betere conditie in hun broedgebied aan. Kansen Dat Kraanvogels in ons overvolle land
toch nog rustige plekken hebben gevonden is een compliment aan de natuurbeheerder. Natuurbeherende instanties ervaren in toenemende mate een maatschappelijke druk om hun terreinen open te stellen voor een steeds mondiger en kritischer publiek. Wat dat betreft zou het leuk zijn als de Kraanvogels in de toekomst de nieuwe moerassen van het Hunzegebied als
foto: Geert de Vries
foto: Klaus Nigge/FN
Voedsel
11
broedgebied zouden uitkiezen. Het zou een eerbetoon zijn aan Stichting ‘Het Drentse Landschap’ die steeds een goede balans zoekt tussen het belang van de natuur en de recreant, maar uiteindelijk het natuurbelang laat prevaleren.
* G.W. de Vries is werkzaam bij het IVN Consulentschap Drenthe en is bestuurslid van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.
12
Erfgoed
Aan het Zuiderdiep in het 10 kilometer lange lintdorp Valthermond staat een op het oog vrij onopvallend huis. Dit huis is een typische vervenerswoning, zoals er in ‘de Drentse monden’ vele gebouwd zijn. Bijzonder aan dit pand is dat de huidige bewoner, de heer Freerk Hollander, een kleinzoon is van de bouwer ervan, Freerk Kamst. Verder is het opvallend dat het interieur wonderwel nog
foto: Harry Cock
vrijwel volledig intact en oorspronkelijk is, zelfs met de eerste verf.
Zuiderdiep 22, situatie ca. 1930 >
Leen de Graaf*
Omstreeks 1830 was vanaf de plek waar Valthermond begint, daar waar nu de brug de IJzeren Klap ligt, alleen hoogveenmoeras te zien, het Oostermoer. Het Stadskanaal was nog zes kilometer van die plek verwijderd, ongeveer daar waar het Stadskanaal in het Musselkanaal overgaat. Dit kanaal werd door de stad Groningen langs de grens tussen Groningen en Drenthe aangelegd om het Oostermoerse veen te ontwateren ten behoeve van de turfwinning. Op regelmatige afstanden werden loodrecht op het Stadskanaal zijkanalen, diepen of monden genoemd, gegraven die behalve voor afwatering ook voor de afvoer van gegraven turf dienden. Per jaar vorderde het graafwerk aan het kanaal met een ruime 300 meter. In 1833 is het plan voor afgraving van de Valther Veenen vastgesteld. In 1849 bereikte het Stadskanaal de grens van dit veengebied. De eigenaren hiervan wilden zo snel mogelijk met de winning van turf beginnen en besloten in overleg met de stad Groningen de mond van Valthe niet loodrecht op het Stadskanaal aan te sluiten, zoals oorspronkelijk de bedoeling was, maar, schuin via het Kavelingerdiep. Door deze vervroegde kanaalverbinding kon
men eerder beginnen. Na enkele kilometers boog men af naar het oorspronkelijk bedoelde tracé, maar – anders dan elders – met twee (!) parallelle diepen met een tussenzone van 200 meter (zie kader). In 1853 was het veen voldoende ontwaterd om de eerste turf te kunnen steken. Het afgraven van de eerste turf was het begin van het dorp Valthermond. Bebouwing in de vorm van keten en huizen volgde. Tijdelijke huizen
Aanvankelijk werden de graafwerkzaamheden en het steken van turf vooral verricht door seizoenarbeiders uit Friesland en Lippe in Duitsland. Voor huisvesting werden op het veen op de ‘vooraf’ – het voorste stukje van de af te graven veenplaats – zogenaamde Lipsterketen gebouwd, halfsteens huizen van ongeveer vier bij zeven meter. De keten werden weer afgebroken zodra het betreffende vooraf aan de beurt was om afgegraven te worden. Later werden wat grotere gezinswoningen op de vooraffen gebouwd, die twintig à dertig jaar dienst deden. Als een veenplaats was afgegraven, werd de ondergrond geschikt gemaakt voor landbouw door deze te mengen met de opzij gelegde bovenste laag van het veen, de bonkaarde of bolster. Vervolgens kon de permanente bebouwing opgericht worden. De boerderijen werden gebouwd aan de buitenzijde van de diepen, twee aan twee ontsloten via een draaibrug. Het gebied tussen de diepen was bestemd voor arbeiderswoningen, bedrijven,
foto: Harry Cock
Een vervenerswoning in Valthermond
Veenplaatsen
Zoon Freerk in het nagenoeg originele interieur
openbare voorzieningen en dergelijke. Naarmate de vervening vorderde, kwamen er meer boeren en konden veenarbeiders ook aan het werk als landarbeiders. Bedrijvigheid
Langzamerhand vestigden zich bedrijfjes in het dorp. Het eerste was van bakker Nicolaas Krak in 1856 in de Kavelingen op de eerste plaats vanaf het Stadskanaal. In 1880 waren er al 43; 3 aannemers, 8 bakkers/molenaars, 7 café’s/logementen, 1 kleermaker, 7 koopmannen, 1 schipper, 2 schoenmakers, 2 smeden, 1 stelmaker, 1 spekslager en 10 winkeliers/kruideniers. Vaak waren kruideniers ook vervener. Voor hen was vervening het hoofdbedrijf, de winkel nevenbedrijf, vaak met een ‘stille knip’ of kniepe, een café zonder vergunning... Ook was er vaak gedwongen winkelnering: een eis van de vervener om alle inkopen in de door hem gedreven winkel te doen op straffe van verwijdering... In 1920 waren er 125 bedrijven, in 1950 waren dat er 173. In 1950 telde Valthermond ongeveer 4500 inwoners. Zuiderdiep 22
In 1916 liet vervener Freerk Kamst een
woning met winkel en kantoor bouwen aan het Zuiderdiep, plaats 93, nu genummerd Zuiderdiep 22. Freerk hield zich bezig met de vervening, zijn vrouw Henderika Beekman dreef de winkel, zonder verplichte winkelnering, wel met stille knip. Bij een grote veenbrand in 1917 kon het pand ternauwernood gered worden door het flink nat te houden. Alle ruiten waren gesprongen, de boel van binnen nat en berookt. Negentig andere huizen en keten gingen in vlammen op. Zeventien mensen kwamen om het leven. Kamst had twee plaatsen aan de Valtherblokken in eigendom, meer veen werd bij de jaarlijkse verhuur gehuurd van de grote eigenaren als Tonckens, Hadders en Kevelingen. Voor de winning van turf had hij twee machines, zogenaamde locomobielen en huurde hij zo’n twintig arbeiders in. Freerk en Henderika hadden één dochter, Jantje, die na het overlijden van haar vader in 1926, met haar man Pieter Hollander bij haar moeder introk. Hollander nam de vervening over, Jantje zorgde voor de huishouding en moeder Henderika bleef de winkel beheren. In 1943 stopte Henderika met de winkel. In het
Valthermond is bijzonder door zijn dubbelmondensysteem. Dat hield in dat in de Valther Veenen twee evenwijdige kanalen gegraven werden haaks op het Stadskanaal, het Noorder- en het Zuiderdiep. Een enkelkanaalstuk, de Kavelingen, met 14 veenplaatsen, vormde de beschreven schuine verbinding tussen het Stadskanaal en het tweekanalenstelsel. De 96 veenplaatsen lagen dwars op de diepen en werden zo in twee stukken gehakt; de Noorder- en de Zuiderdwarsplaatsen. Deze werden in het midden tussen de kanalen gescheiden door een tijdelijke veenweg, de middenweg die werd aangelegd van Valthermond naar Valthe. De veenplaatsen waren 87,5 m breed en werden twee aan twee gescheiden door een wijk. Tussen de kanalen lagen de vooraffen. Deze waren bestemd voor tijdelijke bebouwing. Vanaf 1853 werden de Kavelingen en vanaf 1865 het Noorderdiep en het Zuiderdiep telkens met twee plaatsen verlengd. In het eerste jaar werd een ‘nauwdiep’ gegraven. Het jaar daarop werd dat tot ‘wijddiep’ verbreed. De zandwegen erlangs werden gelijk aangelegd. De overbodige stukken middenweg werden dan afgesloten. Nu ligt op die plek een scheidingssloot.
Cultuurhistorie De oorspronkelijke kastenwand van de winkel, inclusief het schilderwerk, is nog intact en wordt intensief gebruikt als boekenkast
foto: Harry Cock
14
gedoe met bonnen had zij geen zin. Moeder Henderika overleed in 1951, Pieter Hollander in 1958 en Jantje in 1981. Pieter en Jantje kregen drie kinderen, een dochter en twee zoons, die geen van drieën in de vervening gingen. De jongste, Freerk Hollander, geboren in 1927, bewoont thans nog het pand, dat qua interieur nog vrijwel in originele staat verkeert. Bouwstijl
De woning is gebouwd door aannemer Kleinenberg in een traditionele baksteenarchitectuur met expressionistische elementen, die aan de Amsterdamse School doen denken. Het expressionistische bleef voornamelijk beperkt tot de voorgevel; een zwaar aangezette
winkelpui en idem pui van de voorkamer/kantoor, een belangrijk gemaakte winkeldeur en een bijzondere bovenbeëindiging van de voorgevel met een doorbroken kroonlijst. In de directe omgeving en elders in de Veenkoloniën zijn meer uitgesproken voorbeelden te zien van deze expressionistische opvatting. Woning en winkel werden in bijpassende stijl ingericht en gedecoreerd. Getimmerde winkelkasten, een toonbank, geschilderde plafondbalken met daartussen gesjabloneerd schilderwerk, gedecoreerde schoorsteenmantels, bijpassend behang enz. De rechts uit het midden geplaatste voordeur gaf toegang tot de winkel, die aan de rechterzijde van het pand lag. Links was de mooie kamer. Meer naar achteren lagen de woonkamer en de keuken, waar Henderika ook de stille knip hield, en de andere vertrekken, daarachter de opslagruimte. In 1929 heeft Hollander het pand aan de achterzijde uitgebreid om meer opslagruimte te krijgen en in de winter de machines onder dak te kunnen zetten. De oorspronkelijke achtergevel is nog goed herkenbaar.
Bij een zware storm in 1961 waaide de schoorsteen van het dak tegen de opbouw van de voorgevel. Bij het herstel is deze opbouw niet teruggebracht en is de kroonlijst recht doorgetrokken. In 1962 is de rechter zijgevel gewijzigd. Het raamkozijn van de keuken is verbreed. Na 1962 is er, voorzover bekend, niets meer aan het pand veranderd. Op 10 juli 2003 heeft de heer Lambert Schomaker, als vertegenwoordiger van de stichting i.o. “Cultuurhistorische waarden in de Drentse Veenkoloniën” een verzoek ingediend bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg om te onderzoeken of het pand Zuiderdiep 22 te Valthermond op de lijst van beschermde monumenten geplaatst kan worden. De Rijksdienst heeft de gemeente om advies gevraagd. Deze op haar beurt vroeg advies aan de monumentencommissie, die in beginsel positief geadviseerd heeft, met de aanbeveling eventuele bescherming in een breder kader van vergelijkbare panden in Valthermond te plaatsen. Een besluit over bescherming is, juni 2004, nog niet genomen.
* De heer L. de Graaf is als adviseur monumentenzorg werkzaam bij het Drents Plateau.
Noot: Voor de beschrijving van de ontwikkeling van Valthermond is gebruik gemaakt van het boek “Bedrijvig Valthermond” onder redactie van Anja Schuring. Uitgeverij Edymion Groningen, ISBN 90-76535-03-5.
Archeologie Bij de turfwinning deden turfgravers al vroeg archeologische ontdekkingen. In een publicatie uit 1658 wordt melding gemaakt van het vinden van munten, ongewone en oude stenen, juwelen met inscripties en delen van wapens. Deze veenvondsten vallen vaak op door de uitmuntende kwaliteit
15 Leren schoenen, Munstersche Veld, 450-650 na Chr., geconserveerd in het veen
van conservering. Voorwerpen die in andere bodemarchieven zouden vergaan zoals organische materialen, blijven in het veen vaak bewaard alsof de tijd heeft stil gestaan. BenoĂŽt Mater*
Archeologische vondsten in het veen Veen heeft goede conserveringskwaliteiten, niet alleen omdat voorwerpen afgesloten zijn van zuurstof dat het rottingsproces in gang zet, maar ook door de aanwezigheid van zure stoffen in het veenmos. Deze binden het calcium waardoor de bacteriegroei geremd wordt. Een ingewikkeld systeem van hydro-chemische reacties zorgt zo voor fantastische omstandig-
foto’s: Drents Museum
Goudschat van Beilen, 395 na Chr., de tand des tijds doorstaan dankzij het veen
heden voor de conservering van organisch materiaal zoals haar, huid, nagels, organen, been, hout, wol, leer en bont. In het verleden werden vondsten in het veen vaak verzameld in rariteitenkabinetten of opgekocht door handelaren. Veel is echter voorgoed verdwenen. Sieraden en munten van goud en zilver hadden duidelijk waar-
de en werden veelal omgesmolten. Organische voorwerpen van hout of textiel werden niet zelden gewoon weggegooid. Veenlijken werden nogal eens vermalen tot poeder en onder de naam Mumia verkocht als geneesmiddel voor allerlei kwalen. Moerasgeesten
Toen vanaf het midden van de 19e eeuw her en der musea ontstonden, konden de archeologische ontdekkingen in de diverse museumcollecties worden opgenomen. Daar lagen ze decennialang keurig in de vitrines gerangschikt als getuigenissen van vroegere beschavingen. Al die tijd vroeg niemand zich af hoe de voorwerpen nu eigenlijk in het moeras terecht waren gekomen. Eigenlijk is dat vreemd. De oude nederzettingen en begraafplaatsen waren immers gelokaliseerd op de hogere zandgronden en de mens had uit economisch oogpunt niet veel te zoeken in de gevaarlijke en onbewoonbare moerassen. Ze waren moeilijk toegankelijk en angstaanjagend, zeker bij nacht. Het waren plaatsen die liever gemeden werden. Niet voor niets waren vennen en moerassen omgeven door mysterie
Archeologie
foto’s: Drents Museum
16
Impressies van landschappen in de gelijktijdige tentoonstelling “Veenlandschappen – een onwerkelijke werkelijkheid”
Het meisje van Yde: gewurgd achtergelaten in het veen
en gevaar. De frequent voorkomende grondmist droeg nog bij aan het griezelige karakter. Vroeger leidde dit tot bijgeloof over moerasgeesten en mythische figuren, zoals de ‘witte wieven’. Toch laten de vondsten van houten veenpaden zien dat vanaf het begin van de boerensamenlevingen in het Neolithicum (4400-2100 v.Chr.) deze gebieden deel uitmaakten van het territorium van de prehistorische mens. De veenvondsten werden tot voor kort geïnterpreteerd als per ongeluk verloren voorwerpen of bewust weggegooid afval. Langzaam begon echter de wetenschap zich te realiseren dat de mens sinds de prehistorie ook allerlei activiteiten ontplooide in die moerassen, activiteiten die wel eens een heel andere interpretatie konden hebben dan tot dusverre gedacht. Veenlijken
Vondsten in het veen blijven niet beperkt tot stenen bijlen, bronzen sieraden of andere waardevolle voorwerpen. Met enige regelmaat werden bij het turfsteken ook menselijke resten gevonden. In die gevallen werd veelal onmiddellijk de lokale politie erbij gehaald, omdat men in eerste instantie uitging van een recente misdaad. Pas veel later begon men zich te realiseren dat het heel wel mogelijk is dat de doodsoorzaak in het verre verleden moet worden gezocht. Bij de interpretatie van de veenlijken zijn archeologen er lang van uit gegaan dat het hierbij ging om mensen die in het moeras verdwaald waren en verdronken. Een van de meest bekende is wel het ‘meisje van Yde’, een van de ‘kroonjuwelen’ van het Drents
Museum. Ze is gevonden in mei 1897. C14-datering heeft uitgewezen dat ze leefde tussen 54 voor Chr. en 128 na Chr. Haar leeftijd is vastgesteld op ongeveer 16 jaar en ze had blond haar. Ze had een afwijking in de wervelkolom, scoliose genaamd, een ziekte die vooral meisjes kunnen krijgen. Toen het meisje van Yde gevonden werd, was haar hoofd voor de helft kaal geschoren en had ze een koord dat meerdere malen om haar nek gewonden was. Met deze wollen band, die in een schuifknoop was vastgebonden, is zij gewurgd. Bovendien had ze boven haar linker sleutelbeen een wond, die waarschijnlijk veroorzaakt is door een messteek. Offers in het veen
Een gewelddadige doodsoorzaak zoals bij het meisje van Yde is ook bij veel andere veenlijken geconstateerd. Soms blijken ze gewurgd, neergestoken of vastgebonden, soms zelfs onthoofd of in stukken gesneden. Het is mogelijk dat deze moorden een straf waren voor oneerbaar gedrag. In het literaire werk Germania van Tacitus, waarin de gebruiken en gewoonten bij de Germanen in 98 na Chr. vanuit een Romeins blikveld zijn beschreven,
Schatten uit het veen
< Zo zag het meisje van Yde er uit tijdens haar leven
lezen we “Verraders en overlopers hangt men op aan bomen; lafaards, deserteurs en perverten verdrinken ze in een modderige poel onder het gewicht van vlechtwerk” c.q. “...duwen ze in het zompige moeras en gooien er dan vlechtwerk overheen. Het verschil in de vorm van de executie heeft tot doel om misdaden tegen de samenleving openbaar te maken, de schanddaden daarentegen aan het oog te onttrekken”. Bestraffing van misdaden moest in het openbaar gebeuren, maar het slachtoffer moest uit het zicht worden begraven. Moerassen en vennen waren daarom perfecte plaatsen om van zulke lichamen af te komen. Er was een wereldwijd geloof dat het in deze gebieden spookte, dat ze de ingang naar de onderwereld van de vervloekten en geesten waren en dat er duivelse geesten rondwaarden. De terechtstellingen van de later als veenlijken teruggevonden personen kunnen goed als offers worden gezien. Er is in feite geen enkele aanleiding om de vondsten van veenlijken anders te interpreteren dan stenen bijlen of bronzen zwaarden. De waarde van een mensenleven is daarbij natuurlijk een wezenlijk onderscheid, maar de achterliggende gedachte is niet anders. Het terechtstellen van iemand kan op deze wijze gezien worden als het ultieme offer dat een samenleving aan de goden kan brengen.
Deze twee mannen vonden samen de dood in het veen bij Weerdinge
Met trots presenteert het Drents Museum in Assen vanaf 18 september 2004 tot en met 9 januari 2005 de grote internationale tentoonstelling The Mysterious Bog People – Schatten uit het veen. Het is de meest uitgebreide tentoonstelling ooit over offerrituelen in de Noord-Europese veen- en moerasgebieden. Dat begon al in de vroege prehistorie en liep door tot de late Middeleeuwen. De bezoeker zal zich verbazen over de grote verscheidenheid aan spectaculaire voorwerpen die door onze verre voorouders als offergaven in de moerassen werden gedeponeerd. Ruim 450 van deze vondsten, met als meest ultieme offer een mensenleven, geven niet alleen inzicht in de godsdienstige praktijken, maar geven tegelijkertijd een schat aan informatie over het dagelijkse leven in de prehistorie en de Middeleeuwen in Noordwest-Europa. De tentoonstelling, een initiatief van het Drents Museum in Assen, is een uniek samenwerkingsproject van het Drents Museum, het Niedersächsisches Landesmuseum in Hannover (Duitsland), het Canadian Museum of Civilization (CMC) in Ottawa/Gatineau en het Glenbow Museum in Calgary (beide in Canada).
Noot van de redactie: Over het ‘meisje van Yde’ is eerder gepubliceerd in kwartaalblad nr. 9, maart 1996.
Publicatie Bij de tentoonstelling is een prachtig geïllustreerde publicatie verschenen, waarin op aantrekkelijke wijze het verhaal verteld wordt van de veelzijdige schatten uit het veen. Het boek kost € 17,50 en is verkrijgbaar in de Museumwinkel.
Nog nooit eerder werd op deze wijze een internationaal museaal project gerealiseerd. De bijzonder vormgegeven tentoonstelling heeft inmiddels in Duitsland en Canada al bijna een half miljoen bezoekers getrokken. Na Assen gaat de expositie nog naar Engeland, naar vier musea in de Verenigde Staten
* Drs. B. Mater is conservator archeologie van het Drents Museum.
18 september 2004 – 9 januari 2005
en mogelijk naar enkele musea in Australië en Nieuw-Zeeland.
Het Drents Museum is geopend van dinsdag tot met zondag van 11.00-17.00 uur. Het museum is gevestigd aan de Brink 1 in Assen.
18
Stichting Oude Drentse Kerken
Veenkerken in Drenthe Joan D.D.Hofman*
“Wild en woest en ledig lag het ruwe veen. Slechts de heide vlocht er kransen overheen”. Met deze zinnen begint het bijna anderhalve eeuw oude Veenkoloniale Volkslied van Antony Winkler Prins, de Veendammer predikant die nog steeds bekend is vanwege zijn encyclopedie. Menig Drent uit de Gronings-Drentse Veenkoloniën kent de tekst, drie strofen lang. Overigens kennen we in Drenthe meer veenkoloniën, zo liggen er ook concentraties rond Emmen, Hoogeveen en Smilde. Tijdens de veenontginningen ontstonden in deze gebieden ‘veenkerken’, gebouwtjes voor de gelovige veenarbeiders waardoor zij geen uren hoefden te lopen naar een gebedshuis in een vergelegen dorp.
Archief HDL
De verveningsgeschiedenis van Drenthe is vooral bekend als de geschiedenis van kapitaalkrachtige ondernemers die vanaf de zeventiende eeuw, maar vooral eind negentiendebegin twintigste eeuw het land grootschalig ontgonnen. Minder bekend is dat al in de Middeleeuwen veenontginningen ter hand waren genomen. Zoals door Aduarder monniken bij Zuidlaarderveen, dat toen nog Everswolde heette. Een randveenontginning, waarbij de aan een zandrug grenzende betrekkelijk dunne rand van een uitgestrekt veengebied in cultuur werd gebracht. De meeste randveendorpen ontstonden eind vijftiende eeuw en werden in eerste instantie bevolkt door overloop vanuit de zanddorpen. Uit de namen
< Kolderveen >
19
Flora
Archief HDL
Wapserveen
gebouwd in 1803, een bakstenen zaalkerk. Bij de bouw zijn stenen gebruikt van een eerdere in 1461 gebouwde kerk. Bij de kerk van Wapserveen staat een meer dan twee eeuwen oude klokkenstoel. Al is er in de loop van latere eeuwen het nodige verbouwd, toch zijn alle drie genoemde kerken een bezienswaardigheid. Veenkoloniën
Systematische vervening van hoogveengebieden ten behoeve van turfwinning begon in de zeventiende eeuw, maar had zijn hoogtepunt in de negentiende tot in de twintigste eeuw. Door de manier van werken met lange kanalen ontstonden kilometerslange bewoningsreeksen, de veenkoloniale dorpen. De bevolking bestond vooral
Archief HDL
blijkt vaak nog bij welk zanddorp ze ‘hoorden’: Oud-Annerveen, Eexterveen, Gieterveen bijvoorbeeld. Ook Zuidwest-Drenthe kent randveendorpen, maar dan vaker met eigen namen, zoals Nijensleek, Kolderveen en Nijeveen. In de nieuwe dorpen moesten allerlei voorzieningen komen, waaronder een kerk(je). De afstand naar de moederkerk was niet alleen vaak groot en uren lopen, maar meestal ook moeilijk begaanbaar tijdens natte perioden. Een houten schuurtje of een stenen gebouwtje kon al gauw als Godshuis dienst doen. Door groeiende bevolking en toenemende welvaart kon men dergelijke bouwsels vervangen door grotere, meer solide kerken. De huidige gotische kerk van Kolderveen dateert van 1471, maar men vormde daar al vóór 1362 een zelfstandig kerspel met een eigen kerk! Meppelers kerkten tot 1422 in Kolderveen, want Meppel werd pas toen een kerspel. De kerk van Nijeveen is van 1477. Ook een gotische kerk, maar met een bijzondere constructie: het schip is gebouwd als een Drentse boerderij met gebinten die de kap dragen. De huidige kerk van het nabijgelegen Wapserveen is
uit veenarbeiders en neringdoenden. De herkomst van de bewoners verschilde van plaats tot plaats. Velen kwamen uit Friesland, maar er draafden zelfs Zeeuwen op. Veel boeren die het land naderhand in gebruik namen als landbouwgrond kwamen uit Groningen. In Zuidoost-Drenthe waren het vooral Duitsers, die er vaak al daarvoor lange tijd gevestigd waren om op het veen boekweit te verbouwen.Vandaar dat je in die streek nog zoveel Duitse namen aantreft. Kortom, een allegaartje aan mensen met uiteenlopende achtergrond en religie. De Friezen brachten vooral de gereformeerde geloofsbeleving mee, de Duitsers de rooms-katholieke. In jongere veenkoloniale dorpen als Valthermond en Tweede Exloërmond werd het in begin twintigste eeuw een veelkleurig palet: kerken voor hervormden, baptisten, gereformeerden, vrijzinnig hervormden en apostolischen... De veenkolonisten waren gelovig, maar wel ieder op zijn eigen wijze. In de negentiende en twintigste eeuw werden de veenkoloniën een land van kerken en kerkjes; de stichting van kerken ging vrijwel gelijk op met de voortgaande verveningen. Het bouwen van een kerk was echter een kostbare
20
Eigen kerk
Interieur Wapserveen
Archief HDL
Veenontginner en landmeter Lambartus Grevijlink nam het initiatief tot het stichten van Annerveenschekanaal vanaf 1770, de eerste veenkolonie in dat gebied. De gelovigen uit dit gebied, ook die uit Annerveen en Eexterveen, moesten wel anderhalf uur lopen naar de kerk van Anloo. De weg was niet alleen lang, maar ook zwaar te belopen, zoals overal in de veenstreken. Voor veenarbeiders en hun vrouwen die zes dagen voor dag en dauw opstonden en tot de late avond bezig waren, was kerkgang op zondag een extra belasting. Het vroege opstaan en de lange tippel, zorgden er regelmatig voor dat de gelovigen tijdens dienst in slaap vielen. Een eigen kerk was dus echt hard nodig. De nieuw te bouwen kerk kostte zevenduizend gulden. De kerkelijke gemeente kon niet meer dan 1500 piek opbrengen, de rest kwam van de provincie en de synode. Timmerman Kliphuis bouwde in 1835 een zaalkerkje naar waterstaatsmodel, met de pastorie eraan vast. De dominee kreeg ook grond voor een moestuin en een schuur om koeien te houden, want van het traktement kon hij niet leven. In 1860 kwam er een toren bij. In 1982 werd een restauratie doorgevoerd, waarbij veel werd bewaard maar ook enkele vernieuwingen onvermijdelijk bleken.
Waterstaatskerken
Koning Willem I vond dat het volk in een stevige (hervormde) religie moest staan en gaf de minister van Openbare werken en Waterstaat opdracht de bouw van kerken te bevorderen. De waterstaatsingenieurs ontwierpen (sobere) kerken en begeleidden de bouw ervan. Het wordt een classicistisch-eclectische bouwtrant genoemd. In Drenthe zijn tussen 1815 en 1870 vele kerken naar dat model gebouwd, soms ter vervanging van oudere. Het waren zaalkerken. Ook bijbehorende pastorieën en eventuele catechisatiegebouwtjes werden desgewenst meegenomen. Vele kerken op het zand werden naar dit model herbouwd. In
de veenkoloniën verrezen waterstaatskerken in onder meer Gieterveen (1840), Annerveenschekanaal (1835), Gasselternijveen (1859), Hollandscheveld (1851), Bovensmilde (1869) en Hoogersmilde (1845).
* Drs. J.D.D.Hofman is bestuurslid en redacteur van ‘Het Drentse Landschap’.
Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van Stichting Oude Drentse Kerken.
foto: Drents Archief
zaak. Zo’n gebouw kon alleen met behulp van stevige financiële bijdragen worden verwezenlijkt, want door de kerkelijke gemeente alleen – gevormd door voornamelijk armoedige arbeiders – viel dat niet op te brengen. Meestal werd het meeste geld voor de bouw van de kerk dan ook bijeengebracht door de overheid, de synode en welgestelde gulle gevers, niet zelden de – belanghebbende – verveners.
Een eindje om met Het Drentse Landschap
Bertus Boivin / Eric van der Bilt
Fietstocht
foto: Geert de Vries
Langs de grens van het veen
9
Langs de grens van het veen 16
11 12
10 9
13
15
14
17
Tijdens deze fietstocht maakt u kennis met alle facetten van het veen. Het maakt de tocht tot een reis door de tijd die vele duizenden jaren beslaat. U komt op plekken waar het veenmos zich heel voorzichtig aan het vestigen is. U ziet de schier eindeloze veenmoerassen die het
Start
veenmos vult met wat uiteindelijk kostbare turf wordt. En u ziet het
8
ontgonnen en de boeren bezit nemen van de grond. ‘Onlaand dat anmaokt weur’, noteerde de dichter Gerard Nijenhuis.
1 Rij via de Torenlaan (schuin tegenover de ingang van het
dit voor die tijd enorme bedrag er graag
Drea naar het Asserbos. U blijft
Dankzij de functie van schietterrein en
rechtdoor rijden over het fietspad
oefenterrein kon het Witterveld zich
langs de Hoofdlaan. Het fietspad
sindsdien in een natuurlijk isolement
gaat naast het Provinciehuis
blijven ontwikkelen en is het tegen-
onder de Europaweg door.
woordig een van de weinige plekken in
voor over...
Drenthe waar de waterhuishouding van 2 Blijf in de wijk Baggelhuizen het fietspad rechtdoor richting
dien aard is dat er nog levend hoogveen
Witten volgen. Het fietspad gaat
ook omdat alle overgangen tussen droge
onder de A28 door.
heide, natte heide en hoogveen er voor-
© Topografische Dienst Emmen / No. 12C Smilde en 12D Assen
landschap zoals het eruit gaat zien als de turf weggespit is, het veld
voorkomt. Uniek is het terrein met name
1 3 7 6 5
4
Veenhuizen
komen. Destijds vormde het veld de 3 Vóór het dorp Witten neemt u het fietspad linksaf. Aan het
overgang van de Smildervenen en het
eind van het fietspad de Haarweg
Tot op de dag van vandaag is het terrein
oversteken en naast het café het
in gebruik bij het ministerie van Defensie
fietspad vervolgen.
als ‘achtervanger’ van de schietbanen en
Het fietspad brengt u langs het unieke
moet u het Witterveld dus vanaf het
Witterveld. Eigenlijk is het meer geluk
fietspad bekijken.
foto: Jaap de Vries
Drentse zand.
van de negentiende eeuw de plannen
4 Het fietspad eindigt op de Eekhoutswijk. Daar gaat u rechts-
klaar om het te vervenen en te ontginnen.
af. In Smilde steekt u de Hoofd-
Tot de gemeente Assen besloot om de
vaart over en neemt u rechtdoor
extra werkgelegenheid van de vestiging
de Jonkerswijk.
van nieuwe kazernes binnen te halen
Toen het Drentse provinciaal bestuur
en daarom een plan bedacht om het
besloten had de Drentsche Hoofdvaart
ministerie van Oorlog – zoals dat toen
grotendeels opnieuw aan te leggen en in
nog heette – over de streep te krijgen.
1776 door te trekken naar Assen kwamen
Assen kocht het ongeveer 475 ha grote
de uitgestrekte venen van ‘de Smilde’ aan
Witterveld in 1891 als oefenveld voor
snee. De Eekhoutswijk en de Jonkerswijk
bijna 50 duizend gulden, maar men had
aan de overkant van de vaart zijn
voor het Witterveld lagen aan het eind
foto: Bertus Boivin
dan wijsheid dat het er nog is, want ook
2
Langs de grens van het veen Startpunt de Brink in het
Benodigde tijd 4 à 5 uur
centrum van Assen Openbaar vervoer NS-station Lengte route Circa 50 km
Assen
Iets minder ver? U kunt de route met zo’n 7 km bekorten door bij
Fietsverhuur Stationsrijwiel-
de Kolonievaart in Veenhuizen
stalling Assen, Stationsplein 1,
gegraven om het veenmoeras te
grote schaal te kunnen exploiteren.
9401 LB Assen, (0592) 31 04 24,
ontwateren. Later konden ze dan voor
Op de uitkijktoren ziet u nog tal van
info@grootjans.com (zie ook
het vervoer van turf worden gebruikt.
kanaaltjes en slootjes het veen in lopen.
www.fietsverhuurdrenthe.nl)
Een veenkoloniaal landschap als dit is
Dankzij de inspanningen van de
rechtsaf naar Assen terug te
een echt ‘productielandschap’ dat land-
Vereniging Natuurmonumenten is in
rijden.
bouw volledig naar zijn hand heeft
het ruim 2500 hectare grote gebied de
gezet. Het waterpeil is steeds onder
laatste jaren de veenvorming weer op
controle en de grond is productiegereed
gang gekomen. Dit bereikte men vooral
voor die gewassen waar men op ‘de
door het verhogen van het waterpeil
Smilde’ dat jaar het meest van verwacht.
met dammetjes en stuwen en door de
De natuur lijkt zich te hebben terug-
aankoop van landbouwgronden erom-
getrokken in de wegbermen en aan
heen die als buffer gingen dienen.
de slootkant.
Kroon op het werk van Natuur-
(punt 9) niet linksaf maar rechtsaf te slaan. Nog eens 8 km bespaart u zich door bij punt 15 meteen
foto: Brtus Boivin
monumenten was de vestiging van
Uitkijktoren
5 Voorbij de Jonkershof gaat u linksaf het fietspad op. U kruist
Kraanvogels in het Fochteloërveen. In
de landweg en komt uit bij de
jong uit het ei en dat was in Nederland
verharde weg (Lycklamavaart)
sinds de Middeleeuwen niet meer het
waar u rechtsaf slaat.
geval geweest! Het Fochteloërveen was
2001 kroop hier het eerste kraanvogel-
kennelijk weer groot en rustig genoeg
Fochteloërveen
foto: Bertus Boivin
6 Meteen na boerderij Williger-
om de vogels zich er thuis te laten
made gaat u voorbij de bocht
voelen. Bovenop de uitkijktoren is een
rechts het schelpenpad op
informatiepaneel over deze bijzondere
richting Veenhuizen.
gasten van het Fochteloërveen.
7 Na een paar honderd meter neemt u bij het informatiepaneel
8 Het schelpenpad langs de Lycklamavaart brengt u naar
rechts het bospad. U gaat een
de doorgaande weg langs het
smal bruggetje over waarna het
Fochteloërveen. U gaat hier rechts-
pad in het Plantsoen eindigt bij
af en in de flauwe bocht begint
de opvallende uitkijktoren aan
rechts het fietspad over het veld.
de rand van het Fochteloërveen.
Het schelpenpad volgt de zandrug
Als u terugrijdt en terug over het
Bonghaar die u naar de Drentse kant
bruggetje meteen rechtsaf gaat,
van het Fochteloërveen brengt. Sinds
komt u weer op het schelpenpad
mensenheugenis was dit een van de
uit.
weinige verbindingen waarlangs je van
Het Fochteloërveen op de grens van
Friesland naar Drenthe kon reizen.
Drenthe en Friesland is één van de
Na een paar honderd meter kunt u rechts
grootste hoogveenmoerassen die
een met rode paaltjes aangegeven wandeling
Nederland nog kent. Op allerlei plaatsen
over dijkjes en knuppelpaden maken.
is nog te zien hoe ook hier kanalen en
Na ongeveer 3,5 kilometer bent u weer
wijken gegraven werden om de turf op
bij uw fiets terug.
Langs de grens van het veen 9 Het fietspad eindigt bij de Kolonievaart in Veenhuizen.
11 Ga bij het ‘Carré’ rechtsaf de Meidoornlaan op, langs
Daar gaat u linksaf.
gevangenis Esserheem en dan
Bij de piepkleine buurtschap Veenhuizen
aan het eind van de verharde
kocht de Maatschappij van Weldadig-
weg rechtdoor de Meidoornlaan
heid in 1822 grond aan voor drie
vervolgen. Langs het zandpad ligt
gestichten om bepaalde lieden een tijdje
een smal fietspaadje dat u naar
uit het zicht van de beschaafde samen-
de Norgerweg brengt.
en ontwikkelden de gestichten zich
12 U neemt rechtsaf het fietspad langs Norgerweg en rijdt terug
meer en meer tot gevangenissen. Aan
naar de Kolonievaart waar u
het eind van de negentiende eeuw
linksaf uw weg vervolgt.
kreeg het huidige Veenhuizen zijn
Links in een flauwe bocht van de weg ligt
vorm dankzij ‘Hoofdingenieur van het
het Gevangenismuseum (Hoofdweg 8) waar
Gevangeniswezen’ W.C. Metzelaar.
u veel over het gevangeniswezen en het leven
Veenhuizen bleef tientallen jaren lang
in het dorp vroeger te weten komt. In de
een ‘verboden wereld’ waar alleen de
nabije toekomst zal het museum verhuizen
gestraften en degenen die er werkten,
naar het ‘Carré’ (punt 11). Het museum is
toegang hadden. Dit isolement zorgde
een groot deel van het jaar dagelijks geopend
voor het behoud van het monumentale
van 13 tot 17 uur, zie www.gevangenis-
karakter van het dorp. Sinds de
museum.nl.
Veenhuizen aan het Rijk overgedragen
penitentiaire inrichtingen zich terug-
foto: Geert de Vries
leving te houden. In 1859 werd
Kijken naar het veen Aan het eind van het fietspad over het Fochteloërveen moet u zeker even afstappen. Links loopt een bruggetje het veen in dat boven een kleine veenplas eindigt. De plas is omgeven door Lavendelhei, Kleine veenbes en Eenjarig wollegras en ontstond toen Natuurmonumenten het waterpeil op dit deel van het veld verhoogde. U ziet dat het Pijpenstrootje hier duidelijk aan de verliezende hand is. Het veenmos groeit onder water in snel tempo, sterft af en groeit weer aan en zal op den duur zo’n dik pakket vormen dat het boven de waterspiegel uitgroeit. Een nieuw stukje Fochteloërveen in wording dus!
getrokken hebben achter hun streng
13 Na het Gevangenismuseum
bewaakte muren en in het dorp het
uw weg vervolgen via het fiets-
‘gewone’ leven kon beginnen, zijn de
pad langs de doorgaande weg en
hij de Annie-Hoeve, waar u op de
meeste huizen in particuliere handen
aan het eind van het dorp het
Binnenweg als eerste langs komt, en de
16 Als de Binnenweg de Minister Cremerstraat kruist, slaat u
overgegaan. Onderweg zult u zien hoe
fietspad aan de stille kant van de
Dolly-hoeve naar zijn dochters.
rechtsaf. Het fietspad brengt
groot het gevaar is dat het monumentale
Kolonievaart nemen.
De animo in Zeijen om zich op het
u via de Asserweg en Ter Aard
Zeyerveld te vestigen was overigens
terug naar Assen.
karakter van het dorp ten onder gaat aan de persoonlijke smaak en verander-
14 In Huis ter Heide gaat u
minimaal. Men vreesde op het dorre
zucht van zijn bewoners.
rechtsaf langs de Norgervaart.
veld geen droog brood te kunnen
Ga dan bij het café de brug over.
verdienen en de eerste generatie boeren
17 Voorbij het viaduct gaat u twee keer rechtsaf terug naar het
U bent nu op de Koelenweg.
kwam dan ook uit ‘Holland’. Al
kanaal. Daar neemt u linksaf de
spoedig zou blijken dat de Zeijenaren
kanaaldijk. Vervolgens gaat u bij
zich vergist hadden…
de brug links en rijdt u langs de
10 Neem bij het sluisje rechts de Generaal Van den Boschweg.
15 15 Aan het eind van de Koelenweg even links en vervolgens
Oude-Hoofdvaartsweg en de
rechtsaf de Binnenweg op.
Vaart terug naar het centrum van
De weg naar links vervolgen.
Assen.
In 1908 kocht oud-minister van Koloniën Cremer van de boeren van Zeijen het 620 hectare grote Zeyerveld en liet hij de Heidemij het ontginnen. foto: Joop van de Merbel
Ontginning op dergelijke schaal was volstrekt nieuw in Drenthe. Op het Zeyerveld kwamen vijftien grote boerenplaatsen en een aantal arbeiders-
© Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (september 2004)
woningen. Cremer bedacht zelf de
Bezoekadres: Kloosterstraat 5 – 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 – 9400 AB Assen
namen van de boerderijen. Zo noemde
Tel. (0592) 31 35 52 – e-mail: mail@drentslandschap.nl
Plantenleven van Breevenen in ontwikkeling In waterwingebied Breevenen combineert Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) waterwinning met ontwikkeling van natte natuur. Omdat de WMD wil weten of de natuur in het gebied zich in de gewenste richting ontwikkelt, wordt het plantenleven ieder jaar in kaart gebracht. De ontwikkelingen zijn boeiend, maar er is geduld nodig voordat in Breevenen weer uitgestrekte moerassen en natuurlijke graslanden te bewonderen zijn.
Moerasrolklaver
Een belangrijke vereiste voor de terugkeer van de oorspronkelijke kwelwaterafhankelijke vegetaties is dat het gebied weer natter wordt. Daarom zijn de sloten gedempt en heeft de WMD enkele ondiepe slenken aangelegd. Daarnaast moet het gebied verschralen. Op veel plaatsen is de bodem nu nog te voedselrijk. Dit heeft tot gevolg dat vooral grassen als Timoteegras en Engels raaigras domineren. Ze groeien er volop. Door verschraling krijgen andere plantensoorten een kans en ontstaat er een grotere diversiteit aan planten- en dierenleven. De terreinbeheerders voeren het gewas na het maaien af. Zo wordt de bodem elk jaar wat armer.
Archief HDL
Holpijp
foto: Joop van de Merbel
foto: Geert de Vries
Breevenen had decennialang een landbouwbestemming. Door ontwatering en intensief agrarisch gebruik zijn de oorspronkelijke begroeiingen verdwenen. De WMD brengt het gebied terug in meer natuurlijke staat; een gebied met schrale graslanden op de hogere delen en moerasachtige bloemrijke hooilanden op de lager gelegen natte gronden.
Veenpluis
In Breevenen komen inmiddels weer veel soorten zeggen voor, zoals Moeraszegge en Snavelzegge. Maar ook de Koekoeksbloem, Moerasrolklaver en Holpijp hebben hun weg terug gevonden naar het gebied. Rondom de slenken hebben Grote ratelaar en Zwarte zegge hun habitat gevonden.
Het plotselinge verschijnen van Liggend hertshooi op een afgeplagde strook en Veenpluis in ĂŠĂŠn van de slenken geeft aan dat het gebied in de toekomst nog meer bijzondere verrassingen kan opleveren. Deze pagina wordt verzorgd door NV Waterleidingmaatschappij Drenthe
Drentse schaapskudden jonger dan gedacht
Schaapskooi Kraloo, ca. 1950
Theo Spek*
Schaapskudden horen bij Drenthe. Op duizenden schilderijen en fotoâ&#x20AC;&#x2122;s van vroeger tijd zien we kudden heideschapen onder leiding van een herder en een hond op de Drentse heidevelden grazen. Ook in het toerisme en in het natuurbeheer spelen schaapskudden vanouds een belangrijke rol. Het lijkt wel alsof heideschapen altijd bij het Drentse landschap hebben gehoord. Nieuw onderzoek wijst echter in een andere richting. De Drentse schaapskudden zijn minder oud dan we tot voor kort dachten.
Onze tamme schapen stammen oorspronkelijk af van de Aziatische moeflon, een ondersoort van het wilde schaap uit het Midden-Oosten. De oudste sporen van schapen in Nederland zijn gevonden in het kustgebied en het rivierengebied. Maar ook op de Drentse zandgronden zullen deze dieren al rond 3000 vóór Christus tot de veestapel hebben behoord. Uit Denemarken is namelijk bekend dat de boeren van de Trechterbekercultuur (hunebedbouwers) al schapen hielden. Ze graasden op kleine open plekken in het onmetelijke oerwoud. Met het ontstaan van wat grotere open plekken in het bos en zeker toen in de Bronstijd de eerste heidevelden ontstonden in Drenthe, zullen de mogelijkheden voor de schapenteelt sterk zijn verbeterd. Toch worden bij archeologische opgravingen maar weinig resten van schapen gevonden. Soms een aantal schapenbotten, soms wat schapenwol die was geofferd in de Drentse venen, een enkele keer ook een verdiepte stal die misschien een schaapskooi is geweest. Ook in de vele honderden archiefstukken over de middeleeuwse landbouw in Drenthe worden schapen nauwelijks genoemd. Daarentegen wemelt het van de vermeldingen van runderen, paarden en varkens en worden ook ganzen, kippen en bijen zeer geregeld vermeld in de archieven van vóór het jaar 1450. Kijken we naar de reglementen die in die tijd werden opgesteld voor de beweiding van de veldgronden in de marken Schipborg (1332), Ruinen (1407) en Roden (1437), dan gaat het opnieuw alleen
27
wol. Deze wol werd opgekocht door tussenhandelaren die het op boerenwagens naar de textielsteden vervoerden. Een archiefstuk uit 1572 vermeldt bijvoorbeeld een jaarlijkse levering van 150 wagens wol door een handelaar uit Diever aan de textielstad Naarden. Wanneer we ons bedenken dat er op een boerenwagen vele tientallen schapenvachten (wolvliezen) kunnen
maar over beesten (=runderen), peerden en verkenen en nooit over schapen. De kans is dan ook groot dat schapen in de veestapel van de middeleeuwse Drenten een zeer ondergeschikte rol vervulden. Hoewel er zeker schapen zullen zijn geweest ten behoeve van de eigen wolproductie voor de Drentse bevolking, was hun aantal vele malen kleiner dan in latere eeuwen. Commerciële schapenteelt
Hoe anders werd dit in de periode na 1450. Vanaf die tijd zien we schapen massaal optreden in de historische bronnen. Binnen tal van Drentse marken stelden de ‘buren’ (de dorpelingen verenigd in een buurschap) regels op voor het maximale aantal schapen dat per bedrijf mocht worden gehouden; een teken dat zij vreesden voor overbegrazing. En ook het aantal rechtszaken over het eigendom van schapen en het recht om schapen te weiden nam sterk toe. Klaarblijkelijk zijn de Drentse boeren tussen 1450 en 1550 massaal overgegaan op het houden van schapen. De oorzaken hiervoor lagen bij de zich snel ontwikkelende markteconomie van die dagen. De snel groeiende textielindustrie in de steden langs de Zuiderzee (Naarden, Elburg, Harderwijk) en in Holland (onder meer Leiden en Haarlem) had een grote behoefte aan inlandse wol. De Drentse boeren, die tijdens de Middeleeuwen voor een belangrijk deel op zelfvoorziening waren ingesteld, grepen hun kans en gingen in die tijd massaal over op de commerciële schapenteelt. Deze was gericht op het produceren van grote hoeveelheden
foto: Jaap de Vriesº
Archief HDL
Cultuurhistorie
Lezing van Theo Spek Op maandagavond 22 november houdt Theo Spek om 20.00 uur in het informatiecentrum in Orvelte een lezing over de Drentse Esdorpen. Belangstellenden moeten zich hiervoor opgeven bij het rentambt van Stichting Het Drentse Landschap, telefoon (0592) 31 35 52. Deelname is gratis, maar het aantal plaatsen is beperkt dus meldt u tijdig aan. Het informatiecentrum bevindt in de Dorpsstraat 1a in Orvelte.
28
foto: Jaap de Vries
Cultuurhistorie
worden geladen, dan wordt duidelijk dat de toenmalige wolhandel een behoorlijke omvang moet hebben gehad. We kunnen er dan ook vrij zeker van zijn dat in de periode 1450-1550 voor het eerst grote kudden Drentse heideschapen over de heidevelden en groenlanden van deze provincie hebben rondgelopen. Het vormde de start van een grote bloeiperiode van de commerciële schapenteelt in Drenthe, die rond 1660 zijn hoogtepunt bereikte en tot aan het begin van de twintigste eeuw zeer belangrijk zou blijven voor de Drentse economie.
weinig intensief. Hierdoor was het landschap veel minder uitgemergeld dan in latere tijd. Zowel de veldgronden als de hogere delen van de stroomdalen hadden in de latere Middeleeuwen een zeer afwisselend halfnatuurlijk landschap met een mozaïek van kleine bosjes, struwelen, heischrale graslanden en heidevelden die veel meer grassen en kruiden bevatten dan in latere tijd. De hogere flanken van de stroomdalen waren in die tijd nog ongeperceleerd. De kudden runderen konden over de hele lengte van het beekdal vrij grazen onder leiding van een beesteharder (koeherder), meestal een jongen uit het dorp. De bossen en struwelen werden eveneens begraasd. In de herfst joegen de boeren hun varkens het bos in om ze vet te mesten met eikels, het
De komst van vele tienduizenden schapen had grote gevolgen voor het Drentse landschap. Vooral de veldgronden en groenlanden kregen een geheel ander karakter. Vóór de komst van de commerciële schapenhouderij werden de veldgronden en stroomdalen vrij extensief begraasd door kudden runderen en in mindere mate ook door varkens, paarden en schapen. De begrazingsdruk was in de Middeleeuwen dan ook veel geringer dan na die tijd. Bovendien was ook de plaggenbemesting in deze tijd nog
foto: Jaap de Vries
Een ander Drents landschap
bekende akeren. Belangrijk is ook om te beseffen dat in het middeleeuwse landschap de overgangen van het ene landschapsdeel naar het andere zeer geleidelijk verliepen: van open via halfopen naar gesloten begroeiingen, van intensief bewerkt naar zeer extensief bewerkt en van zwaar bemest via licht bemest naar helemaal niet bemest. Door deze rijkdom aan ecologische gradiënten zal de diversiteit aan planten en dieren maximaal geweest zijn. Hoe anders werd dit toen na 1450 de grote schaapskudden in Drenthe hun intree deden en ook het plaggen van de heide steeds intensiever werd. Door de grootschalige afvoer van voedingsstoffen werd de bovengrond armer en armer en veranderden de vroeger zo rijk geschakeerde veldgronden in een
Als bioloog was Willem Roelofs gewend om natuur en landschap zeer nauwgezet te bestuderen. De boerderij op de achtergrond van zijn Herder met schaapskudde en andere figuren bij een schaapskooi uit 1861, vertoont het typisch Drentse uiterlijk van een hoofdgebouw met schuin daarachter een hooischuur.
29
foto: Uitgeverij Matrijs
Reisverslag
vrijwel boomloze paarsbruine heidevlakte. Op plaatsen waar te intensief werd beweid en geplagd ontstonden kleine zandverstuivingen die bij verwaarlozing allengs groter werden. Merkwaardigerwijs is het juist dit uitgemergelde en volledig door de mens afgeroomde heidelandschap dat in de negentiende eeuw als ideaalbeeld van het oude Drenthe ging fungeren en
waaraan sindsdien de mythe kleeft dat het hierbij om een zeer oud landschap zou gaan dat al vanaf de Bronstijd in Drenthe zou hebben bestaan. Niets is minder waar: zowel de schaapskudden als de boomloze paarse heidevlakten zijn feitelijk zeer jonge landschappen. Vóór die tijd waren er andere landschappen, die minstens zo interessant zijn als dat van het al te zeer geromantiseerde landschap van de negentiende eeuw. De werkelijkheid is in Drenthe gelukkig mooier dan de mythe. En wellicht kunnen we in het beheer van het Drentse landschap nog inspiratie ontlenen aan het veel rijker geschakeerde landschap van weleer.
* Ir. T. Spek werkt als historisch geograaf bij de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek in Amersfoort en promoveert op 1 oktober aan de Universiteit Wageningen op zijn proefschrift over het ontstaan van het Drentse esdorpenlandschap.
Uniek boek over het Drentse esdorpenlandschap Ter gelegenheid van het 70-jarig jubileum van onze Stichting verschijnt dit najaar een zeer bijzonder boek over het Drentse esdorpenlandschap. Het boek wordt samen met uitgeverij Matrijs geproduceerd en uitgegeven. Begunstigers van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ krijgen nu de kans om dit mooie boekwerk te bestellen tegen de voorintekenprijs van € 89,95 (na 1 januari 2005 geldt een prijs van € 119,95). U kunt hiervoor de bon uit de bijgevoegde folder toesturen aan Uitgeverij Matrijs. In oktober 2004 ontvangt u samen met het boek een acceptgiro waarmee u kunt betalen. Het boek zal ook verkrijgbaar zijn in de boekhandel.
30
Erfgoed
Werkgroep op de bres voor 2003 was het Jaar van de Boerderij. Een jaar waarin de boerderij volop in de belangstelling heeft gestaan en een jaar waarin er heel veel gebeurd is met, in en rond deze oude gebouwen. De boerderij leeft en is niet los te zien van het Drentse landschap. Kennen we Drenthe van uitgestrekte heide- of aardappelvelden? Daarachter liggen in de dorpen de boerderijen van waaruit de velden van oudsher bewerkt worden. Het Drents Boer-boek verhaalt er uitgebreid over: 7000 jaar verwevenheid tussen boerderij en landschap. De werkgroep Boerenerven zet zich in om ervoor te zorgen dat die relatie met het landschap (weer) duidelijk zichtbaar wordt.
foto: Harry Cock
Jacqueline Muffels*
Onder de noemer “Dahlia’s&1000schonen” heeft de werkgroep Boerenerven in 2003 aandacht gevraagd voor het traditionele boerenerf en proberen aan te geven welke mogelijkheden er zijn om een oud erf in te richten naar hedendaagse wensen. Het (boeren)erf is een belangrijke schakel tussen de boerderij en het landschap. De werkgroep wil vooral deze drie-eenheid –
boerderij, landschap, erf – benadrukken. De meeste bomen in de dorpen staan immers op het erf. Er is altijd veel aandacht voor de boerderij, de gebinten, de gevelstenen en de metselverbanden. De werkgroep vindt dat mensen ook oog moeten hebben voor de traditionele beplanting en gebruiken op het erf. De oude linden voor de gevel, de eiken, essen, elzen rond de boerderij.
Het hoogstamfruit, de karakteristieke meidoornhagen en de schaarse sierbeplanting op het erf zoals een boerenhortensia met bloemen als ‘schapenkoppen’ en een randje met dahlia’s en duizendschonen... Het boerenbedrijf verdwijnt langzaam maar zeker van het oude boerenerf. Nieuwe of oude bewoners toveren het erf om in hun persoonlijke paradijs, compleet ingericht naar steeds wisselende en elkaar snel opvolgende tuin-trends. Boerenerven verworden tot wezensvreemde eilanden in het eenvoudige, harmonische Drentse landschap. Het verdwijnen van hoogstamfruit en het te pas, maar meestal te onpas, toepassen van (lei)linden op het erf spreekt, wat de werkgroep betreft, boekdelen. Daarom heeft de werkgroep in 2004 een actie opgezet met de titel: “Bevrijd de Leilinde” (en maak er een traditioneel in Drenthe voorkomende Knotlinde van!). Onder dak
De werkgroep besefte dat het Jaar van de Boerderij slechts een aanzet was om haar doelstellingen te verwezenlijken. Daarom is zij begin dit jaar op zoek gegaan naar een nieuw onderkomen.
foto: Harry Cock
We zijn blij dat we bij ‘Het Drentse Landschap’ een plek hebben kunnen krijgen. De groeiende belangstelling van de organisatie voor het culturele (boeren)erfgoed sluit aan bij onze doelstelling. We willen het publiek zo goed mogelijk voorlichten over de bijzondere waarde van het Drentse boerenerf, maar ook willen we het Drentse boerenerf in alle facetten en verscheidenheid leren kennen en onze kennis verbreden en verdiepen. Daarvoor willen we in contact komen met oude bewoners, die de erven nog gekend hebben; liefst nog van voor de oorlog. Daarnaast willen we mensen met raad en daad bijstaan het oude erf te respecteren en het goede van het verleden te combineren met de eisen van vandaag de dag. Daar ligt de grote uitdaging.
De werkgroep heeft volop plannen. Allereerst komt half september een nieuwsbrief uit over hoogstamfruit op het erf. Tijdens de Pomologendagen, 16, 17 en 18 oktober in Frederiksoord, zal deze volop onder de aandacht gebracht worden. Tevens openen we een website, waarop u binnenkort onze publicaties, acties, manifestaties en nieuwsbrieven kunt vinden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de werkgroep via boerenerven@hetnet.nl of telefonisch (0516) 43 32 92. U kunt ook een fax sturen naar (0516) 43 21 91.
* Mevrouw J. Muffels is tuin- en landschapsarchitect en vrijwilliger van de Werkgroep Boerenerven Drenthe.
Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van Stichting Drentse Boerderijen en ondersteunt de Werkgroep Boerenerven Drenthe.
foto: Geert de Vries
boerenerven
Kamsalamander behouden dankzij de Met steun van de Nationale Postcode Loterij heeft Stichting ‘Het Drentse Landschap’ in diverse natuurgebieden en graslanden in Zuidwest-Drenthe het leefmilieu (biotoop) van de Kamsalamander kunnen behouden of zelfs verbeterd. Het betreft een groot project waarbij particulieren en terreinbeheerders en Landschapsbeheer Drenthe samen oude poelen hebben opgeschoond en uitgediept, uiteraard zonder aanwezige leemlagen te beschadigen. Ook zijn er verschillende nieuwe poelen gegraven. Het werk op Landgoed Vledderhof betekent winst voor de natuur, cultuur en voor de mens. Maar u wint ook, want bij de Postcode Loterij maakt u elke maand kans op duizenden prijzen. Als u meedoet aan de Postcode Loterij wint u dus eigenlijk altijd. Pak die kans en geef zo de natuur en cultuur in Nederland extra steun. Meedoen is eenvoudig, bel (0909) – 0033 (15cpm).
32
Snippereters
foto: Eef Arnolds
Psilocybe aurantiaca Oranjerode stropharia, een sieraad voor snipperpaden
Steeds meer snoeihout van bomen en struiken wordt verpulverd met behulp van een hakselmachine, een apparaat dat met veel kabaal takken verzwelgt en uitspuugt in de vorm van platte stukjes hout en schors. Deze houtsnippers worden meestal ter plaatse op de bodem achtergelaten. Ze bieden onverwachte mogelijkheden voor veel houtpaddestoelen, maar de toepassing houdt soms risicoâ&#x20AC;&#x2122;s in voor andere soorten.
Eef Arnolds*
Sinds mensenheugenis worden bomen en struiken gesnoeid. Dat gebeurt in tuinen en plantsoenen, langs wegen en plaatselijk ook in natuurgebieden. In veel bossen worden dunningen uitgevoerd waarbij de minder kansrijke bomen worden verwijderd. Een dikke eeuw geleden was vrijwel alle hout nog nuttig als brandhout. Met takkenbossen werden bijvoorbeeld de bakkersovens gestookt. Dit gebruik is, net als het sprokkelvrouwtje, vrijwel verdwenen. Tot twintig jaar geleden werd veel snoeihout op hopen verbrand. Nu wordt dat nauwelijks meer gedaan om veiligheidsredenen en vanwege milieubelasting. In bossen blijven takken vaak gewoon liggen om langzaam te vergaan, maar langs wegen en in plantsoenen is dat meestal geen optie.
Het is plaatselijk zinvol om snoeihout op te stapelen tot takkenhopen. Roodborst en Winterkoning nestelen er graag en kleine roofdieren als de Bunzing vinden er een goed onderkomen. Het grootste deel van het snoeihout wordt door groenbeheerders tegenwoordig echter machinaal verhakseld. Ook steeds meer particulieren schaffen zoâ&#x20AC;&#x2122;n energievretend en lawaaiig apparaat aan. De houtsnippers worden vaak in een dunne laag op paden, in wegbermen en onder struiken gedeponeerd, waar ze tijdelijk de groei van kruiden en grassen kunnen onderdrukken. Soms worden ze in grote hopen gedumpt. Paddestoelen op houtsnippers
Er zijn veel paddestoelen die op hout
groeien; in Nederland alleen al meer dan 1000 soorten. Sommige soorten groeien alleen op grote stammen, andere op dikke takken, weer andere op dunne twijgen. Al die paddestoelen vervullen een uiterst belangrijke rol in het bos. Ze breken het hout af tot humus en mineralen die voor de planten weer opneembaar zijn. Alleen dankzij deze houtrotters blijven de kringlopen van energie en stoffen in stand. Op houtsnippers vinden we vooral paddestoelen die van nature op kleine houtfragmenten groeien welke met de bodem in contact staan. Algemeen zijn bijvoorbeeld Gewoon donsvoetje, Hazenpootje, Sierlijke franjehoed en Bleek nestzwammetje. In bossen komen zulke soorten gewoonlijk heel lokaal voor in groepjes rond een afgevallen tak of stukjes schors. Door de grote concentratie van houtfragmenten op snipperplekken kunnen deze paddestoelen hier in enorme aantallen groeien, soms honderden per vierkante meter. Dat is in de herfst een feestelijk gezicht. Maar het zijn niet alleen gewone bospaddestoelen die hun weg naar snipperpaden gevonden hebben. Er zijn ook specialisten die vrijwel uitsluitend op bedden houtsnippers groeien, zoals de spectaculaire Oranjerode stropharia en de Blauwplaatstropharia. Spectaculaire toename
Vrijwel alle snipperpaddestoelen zijn in de loop van jaren steeds talrijker geworden door de toename van geschikte milieus. De Oranjerode stropharia en het Blauwwordend kaalkopje waren voor de komst van de
houthakselaar in Nederland vrijwel onbekend. Soms gaat de uitbreiding razendsnel. Het meest spectaculaire voorbeeld is de Geaderde leemhoed, een karakteristieke, grote paddestoel met een sterk geaderd hoedoppervlak. Deze soort werd pas in 1999 ontdekt op een snipperhoop in Rotterdam. Er was in de wetenschappelijke literatuur geen passende beschrijving te vinden. Pas dit jaar is hij voorzien van een wetenschappelijke naam, Agrocybe rivulosa. Inmiddels heeft de soort zich al over ons hele land uitgebreid en ook in Drenthe is ze vorig jaar op enkele plaatsen gevonden, altijd op bulten van houtsnippers.
onbekende soorten op houtsnippers zo plotseling vandaan komen. Het is aannemelijk dat sommige soorten uit verre streken komen aanwaaien. Schimmelsporen zijn tenslotte ultralicht en kunnen over honderden kilometers door luchtstromingen worden meegevoerd. Maar ook import met hout of grond is mogelijk. De Oranjerode stropharia is bijvoorbeeld uit Australië bekend en het Blauwwordend kaalkopje is mogelijk uit Noord-Amerika ingevoerd. De Gerimpelde leemhoed is tot nu toe niet uit andere continenten bekend. In dit geval zou je ook kunnen denken aan een succesvolle mutatie, een plotselinge verandering in genetisch materiaal, aangepast aan een speciaal milieu. De soort lijkt veel op de inheemse Vroege leemhoed, die gewoon op de grond groeit.
Import of evolutie?
Je vraagt je af waar die voorheen
Winst en verlies
foto: Eef Arnolds
Houtsnippers vormen dus een ideale voedingsbodem voor allerlei paddestoelen en sommige soorten zijn zelfs speciaal aangewezen op dit substraat. Er is echter ook een keerzijde aan de medaille. Met de vertering van de spaanders komen voedingsstoffen in de bodem terecht. Het deponeren van houtsnippers, maar ook van ander houtafval, is dus te beschouwen als een tamelijk subtiele, langzaam werkende vorm van bemesting. In voedselarme milieus kan dat leiden tot verruiging
Psilocybe cyanescens Blauwwordend kaalkopje, een wilde ‘paddo’
33
foto: Eef Arnolds
Stichting Oude Drentse Kerken
van de ondergroei. In plaats van mossen, bosbes en schapengras vinden we dan na verloop van tijd bramen en brandnetels. Padranden en wegbermen op schrale zandgrond vormen in Nederland een waardevol biotoop voor mycorrhizapaddestoelen, die in symbiose leven met boomwortels, bijvoorbeeld boleten, de Hanekam en de stekelzwammen waarover ik vorig jaar in dit tijdschrift geschreven heb. Die soorten verdwijnen als op de groeiplaatsen snoeihout of snippers worden gedumpt. In tuinen en stedelijk groen kunnen houtsnippers dus een verrijking betekenen voor de paddestoelenflora en de natuurbeleving in de herfst. Beheerders van natuurgebieden en wegbermen moeten echter opletten waar ze hun snippers laten. In voedselarme, schrale milieus kunnen door versnippering belangrijke natuurwaarden verloren gaan.
Psathyrella amarescens Bittere franjehoed, alleen bekend uit Holthe
* Dr. E.J.M. Arnolds is voorzitter van de Stichting Paddestoelenwerkgroep Drenthe en lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie van Stichting ´Het Drentse Landschap´.
‘Lopen in het landschap’ op zondag 26 september
Stichting ‘Het Drentse Landschap’ en de elf andere Provinciale Landschappen houden op zondag 26 september tientallen excursies in hun terreinen. ‘Het Drentse Landschap’ heeft vier locaties in Drenthe uitgekozen van waaruit excursies starten om 11.00 en 14.00 uur, te weten de informatiecentra ’t Ende, Orvelte, Hijkerveld en Doldersum. Ook zijn er in en rond de centra diverse kinderactiviteiten. Hieronder volgt per locatie een overzicht van het programma.
’t Ende
Orvelte
Huenderhoeve
Hijkerveld
Luisteren naar verhalen in het Reestdal
Wandelen door het verleden
Dwalen over de stille heide van het Doldersummerveld
Speuren naar sporen uit het verleden
Op stap in het Reestdal met verhalenvertelster Gerda Noordam. Onderweg vertelt ze sprookjesachtige natuurverhalen voor jong en oud.
Wandeling in en rond het het prachtige esdorp Orvelte. Onderweg wordt onder meer een nagebouwde prehistorische boerderij bekeken en een oude es (akker) bezocht.
Vanaf de schaapskooi bij de Huenderhoeve vertrekt een schitterende wandeling over het Doldersummerveld. Onderweg zal zeker een bezoek worden gebracht aan de uitkijktoren die aan de rand van dit bijzondere natuurgebied staat.
De gids laat tijdens deze wandeling de veelzijdigheid van het Hijkerveld zien.
Sinds mensenheugenis is de Reest het grensriviertje tussen Drenthe en Overijssel. Het Reestdal is het resultaat van een unieke samenzwering tussen de mens en de natuur. De boeren zijn de Reestlanden eeuwenlang op dezelfde manier blijven beheren door ze regelmatig te hooien en niet te bemesten. Zo ontstonden er aan weerszijden van de beek bloemrijke hooilanden. Aan de Reest liggen verschillende havezaten en boerderijen. Het informatiecentrum ’t Ende behoort tot de oudste boerderijen van het Reestdal. Haar ontstaansgeschiedenis gaat terug tot in de Middeleeuwen.
Het dorp Orvelte met zijn bijzondere oude boerderijen is het mooiste en meest gaaf bewaard gebleven esdorp van Nederland. Een bezoek aan Drenthe is dan ook niet compleet zonder een bezoek aan Orvelte. Wie door het dorp loopt, kan zich een redelijk goede voorstelling maken van hoe er in een Drents negentiende-eeuws esdorp geleefd en gewerkt werd.
Start: informatiecentrum Het Drentse Landschap/SBB/VVV, Dorpsstraat 1a, Orvelte. Andere activiteiten: Kinderen kunnen meedoen aan de speurtocht ‘Groeien de Drentse keien in de grond?’ Gratis de Multimediashow ‘Het Orvelte Dagboek’ bekijken. Er is een promotiestand van ‘Het Drentse Landschap’.
•
Start: informatiecentrum ’t Ende, Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk). Andere activiteiten: Vanaf bezoekerscentrum De Wheem (Oud-Avereest) zal ook een verhalentocht door het Reestdal (en deels op Drents grondgebied) worden georganiseerd. Beide programma’s worden om 14.00 uur herhaald. Geïnteresseerden kunnen dus aan beide activiteiten meedoen. Er is een promotiestand van ‘Het Drentse Landschap’.
•
•
•
foto’s: Jaap de Vries
•
Het Doldersummerveld is een uitgestrekt heidereservaat op de flank van het beekdal van de Vledder Aa, ten noorden van Doldersum. Het gebied maakt deel uit van het Nationaal Park Drents-Friese Wold. Het staat bekend als één van de best ontwikkelde natte heidevelden van Nederland.
Start: schaapskooi aan de Huenderweg nabij Doldersum. Andere activiteiten: Demonstratie schapendrijven. Bezoeken van het informatiecentrum. Er is een promotiestand van ‘Het Drentse Landschap’.
• • •
Het Hijkerveld behoort tot de grootste heidevelden van Drenthe. Een kudde Schoonebeker heideschapen houdt de heide open. Ze behoren tot de zeldzame huisdierrassen. In de loop van de zomer bestaat de kudde inclusief de lammeren uit zo’n 700 dieren. Ook Schotse hooglanders begrazen het gebied. Verspreid over het Hijkerveld zijn overblijfselen te vinden van prehistorische bewoning. Zo zijn er grafheuvels uit de Bronstijd en celtic fields uit de IJzertijd.
Start: schaapskooi Hijkerveld. Deze is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf Hijken staat de route met bordjes aangegeven. Andere activiteiten: Demonstratie schapendrijven. Bezoeken van het informatiecentrum. Speurtocht voor kinderen. Er is een promotiestand van ‘Het Drentse Landschap’.
• • • •
Aankopen Het kleine reservaat Stroeten kon door een spectaculaire aankoop worden uitgebreid, waardoor de oppervlakte meer dan verdubbelde. In 1970 werd als eerste aankoop een perceeltje ter grootte van 0,8 ha aangekocht om de daar voorkomende orchideeën te kunnen behouden. In de loop der tijd werden alle laaggelegen graslandpercelen in deze ‘stroet’ (in vroeger tijden het begin van een beekdal, als laaggelegen plek in de heide) met een gezamenlijke oppervlakte van 20 ha aangekocht. In de jaren ’80 van de vorige eeuw werd duidelijk dat herstel van de oorspronkelijke waterhuishouding noodzakelijk was om de orchideeën te kunnen behouden. Hydrologisch onderzoek toonde aan dat verwerving van de hoger gelegen gronden in het Stroetenveld noodzakelijk was. Door het dempen van alle sloten zou het water, ondergronds als toestromend kwelwater, het schraalland weer kunnen gaan voeden. Na lange discussie in de ruilverkaveling Mars- en Westerstroom werd uiteindelijk besloten dat deze uitbreiding in het kader van de ruilverkaveling gerealiseerd zou worden. De teleurstelling van de Stichting was groot toen aan het einde van de ruilverkaveling onvoldoende grond beschikbaar bleek om dit reservaat te realiseren. Vlak nadat de ruilverkaveling was afgesloten bleek het gelukkig alsnog mogelijk om dit gebied aan te kopen. Door het stoppen van een landbouwbedrijf kregen grondeigenaren in het Stroetenveld de
foto: Joop van de Merbel
Stroeten
mogelijkheid om grondruilen aan te gaan. Hieraan werd constructief meegewerkt. Via het Bureau Beheer Landbouwgronden kon het gehele Stroetenveld worden aangekocht. Hiermee is de weg vrijgemaakt deze hoge gronden in te richten als natuurgebied, zodat de laaggelegen gronden als kansrijke schraallanden optimaal kunnen worden ontwikkeld. Na vele jaren uiteindelijk een mooi eindresultaat voor alle betrokken partijen. Een reservaat dat klein is begonnen, kan zich na vele jaren tot een waardevol gebied van 62 hectare ontwikkelen.
genoemd. Alle waardeelhouders samen vormen dus feitelijk de Boermarke. Het Drentse deel van het Zuidlaardermeer staat op naam van de Boermarke Midlaren. Binnen deze Boermarke is de vroegere gemeente Zuidlaren (nu gemeente Tynaarlo) met meer dan de helft van de waardelen een van de belangrijkste waardeelhouders. Uit de contacten met de Boermarke en de Gemeente bleek dat een aantal waardeelhouders hun waardelen wel wilden verkopen. Dankzij de inzet van het Notariaat Zuidlaren zijn 29 van de totaal 144 waardelen aan de Stichting overgedragen. Dit betekent dus niet dat de Stichting rechtstreeks eigenaar is van een deel van het Zuidlaardermeer, maar dat zij ”gerechtigd is in de Boermarke”. Samen met de andere waardeelhouders kan nu gesproken worden over het beheer van het Zuidlaardermeer en de oeverlanden. De Stichting hoopt zo met alle betrokken partijen de waarde van het Zuidlaardermeer nog beter te kunnen behouden. De aankopen uit de afgelopen periode
Zuidlaardermeer Een aantal bijzondere aankopen zorgt ervoor dat de Stichting betrokken is bij het beheer van het Zuidlaardermeer. Het Groninger deel van het Zuidlaardermeer is in beheer bij de Stichting ‘Het Groninger Landschap’. Het Drentse deel is eigendom van de Boermarke Midlaren. Een Boermarke is een fenomeen dat al lange tijd bestaat en is een typisch Drents verschijnsel. Boermarken stammen uit de tijd dat nog niet alle grond was opgedeeld in verschillende particuliere eigendommen. Belangrijke delen van Drenthe waren in het verleden gezamenlijk eigendom. Sommige gebieden staan nog steeds niet op naam van een particulier, maar op naam van de Boermarke die dit als gezamenlijk eigendom beheert. Vanouds hebben de meeste bewoners van het dorp een ‘aandeel’ in de Boermarke. Deze aandelen worden waardelen
Hunzedal – Waardelen Zuidlaardermeer – 11,95.60 ha cultuurgrond Gieterveen – 2,03.10 ha cultuurgrond de Branden – 4,98.00 ha cultuurgrond – 0,49.00 ha bos nabij Gieten Reestdal – 0,54.60 ha Reestland en Reest Het Zwarte Gat / De Slagen – 7,33.20 ha cultuurgrond Stroeten – 3,20.75 ha cultuurgrond – 9,45.30 ha cultuurgrond – 22,41.25 ha cultuurgrond
Berichten
37
Kortweg 1 – Boerenveensche Plassen Afgelopen voorjaar werd er in het terrein een nieuwe groeiplaats van de Gevlekte orchis aangetroffen. Op een groeiplaats van Klokjesgentiaan waar recent handmatig geplagd is, verschenen dit jaar Kleine en
2 – Uffelter Binnenveld Wie Heideblauwtjes wil zien moet eens een bezoekje aan het Uffelter Binnenveld brengen. Deze zomer vlogen er vele honderden rond op de heide. Een spectaculair gezicht. De vennen op dit veld
Ronde zonnedauw. Tijdens een excursie van de Werkgroep Florakartering Drenthe werden veel bijzondere plantensoorten aangetroffen waaronder Liggend hertshooi en twee soorten vleugeltjesbloem.
ontwikkelen zich goed. Vooral de luidruchtige Groene kikkers zijn hier nadrukkelijk aanwezig. Ook huisvesten zich in de vennen dit jaar 3 paar Wintertaling en 2 paar Dodaars.
3 – Hunzedal / Annermoeras
foto: FFlip de Nooijer/FN
Maar liefst 3 paar Kluten hebben in het Annermoeras succesvol jongen grootgebracht. In juni werd er op enkele dagen een groep van 13 Lepelaars waargenomen. Ook waren er broedgevallen van Visdiefjes, Bergeenden, Grutto’s en Tureluurs in dit moerasgebied in ontwikkeling. Bastiaan van Leth, stagiair van het waterschap en fanatiek karpervisser, trof er een uitzonderlijk forse karper aan. De Schubkarper woog ongeveer 14 kg en was waarschijnlijk
Bij de vogelkijkhut is het ook deze zomer weer feest. Dit jaar zorgde een Woudaapje voor de nodige opwinding onder de aanwezige vogelliefhebbers. Het Woudaapje is een kleine reigersoort die, vandaar de naam aapje, behendig in rietruigtes en struiken weet te
klimmen. De soort overwintert in tropisch Oost-Afrika en is in Nederland een zeer zeldzaam voorkomende broedvogel. Het is dan ook nog even spannend om te zien of de soort een vaste bewoner van Diependal wordt. De Roodhalsfuten waren dit jaar met 8 paartjes aanwezig
3
ASSEN
4
5
3
6 2 1 HOOGEVEEN MEPPEL
4 – Hijkerveld / Diependal Woudaapje
30 à 40 jaar oud. Een indrukwekkende leeftijd voor een karper. Het dier is weer vrijgelaten en mag zijn oude dag doorbrengen in de nieuwe natuur van het Annermoeras.
waarvan in ieder geval 5 kans zagen een nest jongen groot te brengen. Ook was dit jaar de IJsvogel als broedvogel present. In het Noord-Hijkerzand werd bij toeval het nest van een Nachtzwaluw gevonden.
EMMEN
38
Berichten
Autosticker
5 – Doldersummerveld Op het Doldersummerveld was dit voorjaar regelmatig de roep van de Draaihals te horen. De Draaihals is een beetje een buitenbeentje in de familie van de spechten. In tegenstelling tot hun verwanten roffelen ze niet en beitelen ze geen hol uit voor zichzelf. Ze maken gebruik van bestaande holtes in bomen. Draaihalzen zijn bijzonder zeldzaam en laten zich bovendien moeilijk bekijken. In de buurt van de uitkijktoren waren deze zomer ook regelmatig Nachtzwaluwen en Houtsnippen waar te nemen. Beide vogelsoorten laten zich vooral ’s avonds laat bewonderen. Vanwege de droogte hebben watervogels zoals de Wintertaling het dit
Diversen jaar moeilijk op de vennen. Daar staat tegenover dat de droogvallende oeverzones als broedplaats kunnen worden gebruikt door de Kleine plevier. Een laatste restje water midden op het veld leverde toch nog een territorium van een Porseleinhoen op. In de kruidenrijke akkers achter de beheersboerderij werden enkele Kwartels gehoord. De hooilanden langs de Vledder Aa lijken zich als een stabiel broedgebied voor de Paapjes te ontwikkelen. Evenals voorgaande jaren waren er dit jaar zeker 10 paren aanwezig. Door pas laat in de zomer te maaien krijgen deze bijzondere graslandvogeltjes volop de kans hun jongen groot te brengen.
Vroege glazenmaker
6 – Rheebruggen
foto: J. Visser
Op Rheebruggen werd een Vroege glazenmaker waargenomen. Dit is een zeldzaam voorkomende libellensoort die maar zelden in Drenthe is waar te nemen. De jaarlijkse broedvogelkartering door Arend Jan van Dijk leverde onder meer op dat het aantal Geelgorzen op het landgoed weer eens gestegen is. Dit jaar werden er maar liefst 95 paar ingetekend wat weer 10% meer is dan het jaar ervoor. Verder werden er onder andere 2 paar Grauwe klauwier, 3 paar Wulpen en een waarschijnlijk broedgeval van Wespendief geconstateerd.
Nieuwe •fietsroute Volgens Cordaad, de Drentse vereniging van (ex-)hartpatiënten, kunnen mensen hun conditie veel effectiever weer op peil krijgen als zij actief zijn in de vrije natuur. Ze zouden dus meer moeten gaan fietsen. Dat leverde een intensieve samenwerking met Stichting ‘Het Drentse Landschap’ op die immers veel van die vrije natuur voorhanden heeft. Deze voor Nederland unieke samenwerking leidde tot een fraai ‘klaverblad’ van vier aan elkaar gekoppelde fietstochten waarvan u ook delen kunt wandelen of met de rolstoel kunt afleggen. Criteria bij het samenstellen waren dat de routes niet te lang (en ook niet te kort) mogen zijn, ze moeten bereikbaar zijn voor ‘als er iets gebeurt’ en ze moeten onderweg mogelijkheden bieden om even uit te rusten. Ook moet er voldoende beschutting zijn bij slecht weer. Op al deze punten is bij de samenstelling gelet. En uiteraard spreekt het voor zich dat deze fraaie tochten niet voorbehouden zijn aan de doelgroep van Cordaad. Voor iedereen is fietsen immers even gezond! De fietsroute kost € 1,00 en is bij de VVV’s of het rentambt van ‘Het Drentse Landschap’ in Assen te verkrijgen.
Nieuwe autosticker •Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft weer autostickers te koop. Ze kosten € 0,50 en kunnen bij het rentambt aan de Kloosterstraat 5 in Assen worden afgehaald. Nicolette Wever ontwierp de stickers. De illustratrice heeft vorig jaar ook de kinderstickers voor de Stichting gemaakt. bestuursleden •In Afscheid de vergadering van het Algemeen Bestuur op 24 mei jl. heeft onze Stichting om statutaire redenen afscheid genomen van een vijftal bestuursleden. Alle hebben zij zich tien, vijftien jaar of zelfs nog langer ingezet voor ‘Het Drentse Landschap’. De bestuursleden, mevrouw drs. J.N. Bottema-Mac Gillavry en de heren mr. O.W.E. Berg, drs. B.J.S.Helming en H.A. Moorlag, zijn na een toespraak met vele lofuitingen door de voorzitter, mevrouw Rensen, in de bloemetjes gezet. Ook kregen zij nog een prachtige ets overhandigd voor al hun getoonde inzet. Helaas kon de heer J.R. Beuker, ook aftredend bestuurslid, hier niet bij aanwezig zijn. De heer Berg trad ook terug als lid van het Dagelijks Bestuur, waarin hij vijftien jaar (tot 2001) als secretaris heeft gefungeerd. Na het ‘officiële’ gedeelte was er nog de mogelijkheid om wat na te praten onder het genot van een hapje en een drankje. Al met al een ontspannen en gepast afscheid.
Berichten
39
Andere relatie met Provincie Drenthe over veranderingen •in Boekje het landschap Op initiatief van Staatsbosbeheer is onlangs het prachtig vormgegeven boekje Landschap in verandering verschenen. Het boekje is in nauwe samenwerking met de Vereniging Natuurmonumenten en Stichting ‘Het Drentse Landschap’ tot stand gekomen. Landschap in verandering schetst op een heldere en aantrekkelijke wijze de geschiedenis en de actuele achtergronden en doelstellingen van het beheer van het nationaal park Drents Friese Wold. De auteur en illustrator Ulco Glimmerveen is er op treffende wijze in geslaagd de unieke waarden van het park en de kansen voor de toekomst te verbeelden. Landschap en biodiversiteit, twee belangrijke sleutelbegrippen in ons beheer, zijn zichtbaar voor iedereen. Maar een groot deel van de beheersmaatregelen van nu en straks is gericht op de processen die hieronder liggen: een noodzakelijk herstel van de
relaties tussen bodem, water, planten en dieren. Maatregelen die soms vragen oproepen, maar wel noodzakelijk zijn voor het uiteindelijke doel. Het is aan de terreinbeheerders om deze maatregelen uit te leggen. Deze brochure is mede om die reden vanuit het terreinbeheer geschreven. Landschap in verandering kost € 4,00 en is te verkrijgen bij de bezoekerscentra van het nationaal park Drents Friese Wold in Diever en Appelscha. U kunt het ook afhalen of bestellen bij het rentambt van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ in Assen. Indien we u het boekje moeten toesturen brengen we wel verzendkosten in rekening. schenkingen •In Legaten, juni ontving ‘Het Drentse Landschap’ een legaat van mevr. Hogewind-de Nijs uit Den Helder ter grootte € 45.000,–. Een geweldig gebaar waar we haar heel dankbaar voor zijn.
Toekomstbeeld uit ‘Landschap in verandering’, met op de achtergrond het Doldersummerveld
In het vorige kwartaalblad werd aandacht besteed aan het voornemen van de Provincie Drenthe om te bezuinigen op de Groene organisaties. Naar aanleiding van een motie van de PvdA, door de meeste andere partijen gesteund, werd het college van Gedeputeerde Staten opgeroepen om met de organisaties in gesprek te gaan. Om op basis van taken en beleidsdoelen te bepalen of, hoeveel en op welke zaken bezuinigingen doorgevoerd zouden kunnen worden. Dit biedt in ieder geval de mogelijkheid om op basis van een meer inhoudelijke benadering afspraken te maken. De reactie van ‘Het Drentse Landschap’ op de voorgestelde Algemene Subsidie Verordening (ASV) is in onze ogen ambtelijk door de Provincie erg negatief opgevat. Men beseft blijkbaar niet dat ‘Het Drentse Landschap’ niet op basis van een jaarlijks te bepalen subsidie de continuïteit van het beheer van bijna 7000 ha natuurgebied en 250 monumenten kan realiseren. Zo worden ook scholen, ziekenhuizen en provinciehuizen niet gefinancierd. Onze natuurgebieden zijn verworven met steun van de Provincie Drenthe en het Rijk. Ze zijn van iedereen en voor iedereen en beogen onze provincie mooi te houden. ‘Het Drentse Landschap’ moet dan ook de mogelijkheid krijgen deze taken naar behoren voor u en ons allemaal te blijven uitvoeren. Dat was de essentie van onze reactie op de ASV. Breuk personele relatie Na 40 jaar wil de Provincie Drenthe een einde maken aan de personele relatie die er met ‘Het Drentse Landschap’ bestaat. Sinds de jaren zestig zijn er medewerkers van de Stichting in provinciale dienst. Dat is iets wat de Provincie wenste en waar men ook tot zeer recent mee is doorgegaan. Nog in 2003 werd er een nieuwe medewerker op deze basis aangetrokken. Het betreft 10 medewerkers. In al die 40 jaar heeft deze relatie nooit tot bestuurlijke, personele of financiële problemen geleid. Het was voor ‘Het Drentse Landschap’ een solide basis voor de continuïteit van haar werk en bood de Provincie Drenthe de mogelijkheid om snel van de kennis en kunde van de medewerkers van de Stichting gebruik te kunnen maken. Denkt u maar aan het overnemen van Orvelte of het beheer van de Provinciale hunebedden. Deze personele relatie schijnt ondanks het succes echter niet meer in dit tijdbeeld te passen. Mede op basis van een discussie met de Drentse staten moet deze blijkbaar beëindigd worden. Dus bevinden we ons plotseling in een complexe onderhandeling met de Provincie hoe dit proces doorlopen kan worden zonder de belangen van de betrokken medewerkers en ook ‘Het Drentse Landschap’ te schaden. De medewerkers willen de situatie liever houden zoals deze is en zien op tegen deze.
40
Berichten
mezen, de donkere kopjes met witte streep op de voorgrond, met op de achtergrond de wat lichtere kopjes met een duidelijk gele rand van jonge Pimpelmezen. De familie Veldman uit Uffelte heeft dit broedseizoen deze foto gemaakt tijdens nestkastcontroles. Uit landelijke gegevens blijkt dat dit verschijnsel wel eens vaker is geconstateerd maar toch wel erg zeldzaam is. In dit geval is niet duidelijk of beide ouderparen de jongen voeren of dat slechts een van de mezensoorten zowel de eigen jongen als de pleegkinderen grootbrengen. Opening Informatie•centrum Hijkerveld Op vrijdag 11 juni is het informatiecentrum Hijkerveld op feestelijke wijze geopend door de gedeputeerde Ali Edelenbosch. Jaarlijks bezoeken vele tienduizenden wandelaars en fietsers dit prachtige heideterrein. Een prachtige locatie voor een informatiecentrum waar de bezoekers meer te weten kunnen komen over de geschiedenis en het beheer van het terrein. In het centrum is tevens een kleine expositie ingericht over de dodencultuur van Drenthe. Tijdens de opening werd ook even stilgestaan bij het 70-jarig jubileum van de Stichting en de onlangs aangeplante 35 ha bos. Het aan te leggen bos op het Hijkerveld is gefinancierd
foto: Fam. Veldman
waarneming •In Bijzondere één nestkast jonge Kool-
door het Nationaal Groenfonds. Dit fonds maakt zich sterk om de bosaanleg in Nederland te bevorderen en wil daarmee het broeikasgevaar helpen te bestrijden. Het Nationaal Groenfonds heeft specifiek voor de bosaanplant op het Hijkerveld een bijdrage gekregen van Kikkoman Foods Europe. Met de bijdrage van Kikkoman is 7,5 ha bos aangeplant. Het informatiecentrum is mede mogelijk gemaakt door medefinanciering van subsidie van EOGFL, Nationale Postcode Loterij, VSBfonds en ANWBfonds. Het ontwerp voor de inrichting is gemaakt door Bertus Boivin en Albert Rademaker. Zij maakten ook de teksten en vormgeving van de tentoonstelling. Von Hebel bv uit Groningen en Destic Kunststoffen uit Veendam verzorgden de productie ervan. Het Drents Museum en de familie Smit uit Emmen hebben materiaal voor de tentoonstelling over de Dodencultuur ter beschikking geschikt. Onze hartelijke dank voor de inzet en betrokkenheid van allen. Het is prachtig geworden.
Ecologische Hoofd•structuur in beeld Het Hunzedal is door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gekozen als één van de 13 landelijke voorbeelden van het succesvol realiseren van de Ecologische HoofdStructuur (EHS), in samenhang met een aantal andere functies. Succes heeft blijkbaar vele vaders gezien de grote betekenis die velen tijdens de bijeenkomst op 30 juni in Spijkerboor hechtten aan hun rol in het Hunzeproject. Het feit dat de Provincie Drenthe, het Waterschap Hunze en Aa’s en ook ‘Het Drentse Landschap’ maar zijdelings in het verhaal voorkwamen, deed onvoldoende recht aan hun langjarige inbreng. Opvallend was het sterke pleidooi van LNV voor het agrarisch natuurbeheer. Er werd uitgesproken dat er minder aan verwerving dan aan beheer zal worden bijgedragen. Een nieuw beleid dat een prachtig project als het Hunzedal in de toekomst echter onmogelijk zal maken. Frappant was de inbreng vanuit de landbouw zelf. Zowel door
de voorzitter van ‘Boerennatuur’, de heer Cazimier, als door individuele boeren werd wanhoop over de huidige regelgeving en de geringe vergoedingen voor het natuurbeheer uitgesproken. Een Friese boer, betrokken bij de landinrichting in ZuidoostFriesland, zei dat hij zelfs zijn eigen zoon niet kon overhalen om deel te nemen aan agrarisch natuurbeheer. Laat staan derden. Misschien dringt het te zijner tijd bij LNV door hoezeer ze, door de huidige beleidslijn, de oude partners van de particuliere natuurbescherming na bijna een eeuw trouwe dienst, in de steek laat. De middag eindigde positief door te herinneren aan de blijvende inspanning van het Rijk om de EHS voor 2018 te willen realiseren, de planologische bescherming ervan te verbeteren en het Hunzedal als Robuuste Verbindingszone te helpen realiseren. Dat laatste is van onschatbare waarde, mede voor de aanpassing van de waterhuishouding in het Hunzedal aan de eisen van de 21e eeuw. De excursie van ‘Het Drentse Landschap’ in het Annermoeras aan het einde van de middag werd door iedereen zeer gewaardeerd. Na alle onbegrip en onduidelijkheid op zo’n bijeenkomst, snapt blijkbaar iedereen dat slechts één doel telt: de natuur.
Van 1 t/m 12 november kunt u schriftelijk stemmen op kandidaten voor het bestuur van uw waterschap: Hunze en Aa’s, Noorderzijlvest, Reest en Wieden of Velt en Vecht. Maak gebruik van uw stemrecht en kies voor kandidaten die de belangen van natuur, milieu en landschap een warm hart toedragen! Deze ‘groene’ kandidaten worden ondersteund door de terreinbeherende organisaties en de milieufederaties in Drenthe, Groningen en Overijssel.
Waterschapsverkiezingen 2004 Schatrijk door Drenthe •Onder de titel “In het spoor
Water is van groot belang voor natuur en landschap. Een goed waterbeheer is daarom een belangrijke voorwaarde voor een vitale natuur en een aantrekkelijk landschap in Drenthe. Een belangrijke taak van het waterschap is het beheer van het waterpeil in kanalen, beken en sloten. Dit peil bepaalt of natuurgebieden de optimale grondwaterstand hebben of verdroogd zijn. Het waterschap bepaalt ook hoe oevers van waterlopen er uitzien: recht en steil met een saaie grasmat of kronkelend en vol bloeiende wilde planten. Het waterschap is daarnaast verantwoordelijk voor de zuiverheid van het water in elke beek en sloot in Drenthe. Het is niet vanzelfsprekend dat bij het beheer nadrukkelijk rekening wordt gehouden met gevarieerde plantengroei en goede leefomstandigheden voor vissen, salamanders en libellen. Het waterschapsbestuur maakt steeds afwegingen tussen diverse belangen. Het ‘zachte’ belang van een gevarieerde natuur en helder water moet daarbij wel voldoende gewicht hebben. Daarom vindt ‘Het Drentse Landschap’ het belangrijk dat er voldoende mensen in de besturen van de waterschappen zitten die oog hebben voor het behoud van natuur, milieu en landschap. Wij ondersteunen
van Drentse cultuurschatten” geeft Drents Goed een reeks magazines uit over de rijkdom die Drenthe biedt aan cultureel erfgoed. Ook natuur en landschap komen ruim aan bod, omdat de Drentse cultuur daarmee van oudsher nauw verweven is. De meest recente uitgave gaat over Orvelte en Drentse esdorpen. De tijdschriften zijn rijk geïllustreerd en laten de lezer wegdromen naar het verleden of naar onbekende streken. Want in Drenthe zijn nog hoekjes te vinden waar weinig mensen komen en waar veel valt te beleven. In de magazines zijn naast veel wetenswaardigheden ook gedichten en verhalen over Drenthe opgenomen. De rubriek “Met de gids op stap” bestaat uit wandel- en fietsroutes die u langs de onderwerpen van het betreffende nummer voeren. De tijdschriften kosten € 2,25 per stuk en kunnen afgehaald of besteld worden bij het rentambt van Stichting ‘Het Drentse Landschap’. De verzendkosten bedragen € 1,50. U kunt de tijdschriften ook kopen bij de VVV in Orvelte.
daarom de groene bestuurskandidaten, onder het motto: ‘Kies natuur in uw waterschapsbestuur’. Groene kandidaten Groene bestuurskandidaten zijn deskundige en gemotiveerde mensen met bestuurservaring. Ze houden rekening met alle belangen binnen het waterschap. Bij de belangenafweging zullen ze vooral kijken of er kansen benut kunnen worden voor natuur en milieu. De groene bestuurders zijn mensen die inzien dat zorgvuldig waterbeheer en verantwoord omgaan met natuur, milieu en landschap goed kunnen samengaan. Wilt u meer informatie over de groene kandidaten en hun gezamenlijke campagne? Kijk dan op www.kiesnatuur.nl. De groene kandidaten worden ook bekend gemaakt via speciale folders die zij zelf in oktober ruim verspreiden. De groene kandidaten zullen ook als zodanig herkenbaar zijn in de verkiezingsfolders die de waterschappen in oktober naar alle kiezers sturen. En…zet de stemperiode in uw agenda: van 1 t/m 12 november a.s.!
vleespaketten Schoonebeker lammerenvlees verkrijgbaar. ook kan er nog gehakt besteld worden. Bestellen kan via het rentambt van ‘Het Drentse Landschap’ op di. t/m vr. van 09.00-12.00 uur, tel. (0592) 31 35 52.
Archief HDL
van het Landschap •Er Vlees is nog een beperkt aantal
Kies voor natuur in uw waterschapsbestuur!
42
Agenda
zo. 19 sept. 13.00 uur Fietsen langs het Annermoeras en omgeving Op de fiets langs de nieuwe natuurnetwerken van de Hunze. Start: café ’t Keerpunt, Oostermoer 1, Spijkerboor.
Algemeen Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft. Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranjekanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten moet een verrekijker meenemen! Schaapskudde Hijkerveld De kudde vertrekt met de herder om 09.30 uur naar de heide en komt om 16.30 uur terug bij de kooi. De schaapskooi is te bereiken vanaf het dorp Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. Informatiecentra De Blinkerd Vamweg te Wijster Het hele jaar open van 10.00 uur tot zonsondergang
•
Hijkerveld Bij de schaapskooi. Route: zie boven Het hele jaar open van 9.30 tot 16.30 uur
•
’t Ende Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk) van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur van 1 november tot en met 31 maart alleen op zondag van 11.00-17.00 uur
• •
Orvelte Dorpsstraat 1a te Orvelte van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur
•
Huenderhoeve Huenderweg 5 te Doldersum van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur van 1 november tot en met 31 maart alleen op zondag van 11.00-17.00 uur
• •
Voor alle activiteiten geldt dat honden helaas niet mee mogen; ook niet aangelijnd!
zo. 26 sept. 11.00 en 14.00 uur Dag van het Landschap Vier mooie excursies op terreinen van ‘Het Drentse Landschap’. Startplaatsen: informatiecentra in Orvelte, Hijkerveld, Doldersummerveld en ’t Ende. Zie voor een uitgebreid programma van deze dag elders in dit blad.
zo. 3 okt. 11.00 uur De paddestoelen van Landgoed Rheebruggen De functie van paddestoelen in de natuurlijke kringloop. Op zoek naar bijzondere soorten. Start: bij de beheersboerderij van ‘Het Drentse Landschap’, Rheebruggen 8, Ansen.
za. 9 okt. 14.00 uur Herfstwandeling over Landgoed Vledderhof ‘Het Drentse Landschap’ verandert het bos op het landgoed van een eentonige ‘sparrenakker’ in een natuurlijker gemengd bos. Start: dagcamping Solweg, tussen Vledder en Doldersum.
zo. 3 okt. 14.00 uur Herfst op de Gasterse Duinen De gidsen gaan met u op zoek naar paddestoelen en vertellen alles over de kringloop in de natuur en de jaargetijden. Start: de parkeerplaats aan de Oudemolenseweg tussen Gasteren en Oudemolen.
zo. 10 okt. 14.00 uur Herfstverschijnselen op De Kleibosch De gidsen willen laten zien hoe de kringloop van voedingsstoffen in de natuur in z’n werk gaat. Start: boerderij Tichelwerk, Moleneind 4, Foxwolde.
Agenda zo. 17 okt. 14.00 uur Op zoek naar de oerbewoner van het Hijkerveld Een ‘Tijdpad’ voor kinderen van 7 t/m 12 jaar. Opgave bij Els Hurkmans: 0592-262829. Start: schaapskooi Hijkerveld. is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf Hijken is de route aangegeven met bordjes. za. 23 okt. 14.00 uur Paddestoelen zoeken op De Wildenberg Een gezamenlijke excursie met Landschap Overijssel waarbij op zoek wordt gegaan naar mysterieuze schimmels. Start: informatiecentrum de Wheem, Oud-Avereest (Overijssel). za. 30 okt. 14.00 uur Paddestoelen en kabouters op het Drouwenerzand Een paddestoelenexcursie gecombineerd met kinderactiviteiten voor kleine en grote kinderen. Start: parkeerplaats bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterweg, Drouwen.
foto: Jaap de Vries
zo. 31 okt. 14.00 uur De prehistorische grafheuvels van het Hijkerveld Amateur-archeologen vertellen u over de geschiedenis van het Hijkerveld en wat daar nu nog van te zien is. Ook eigen vondsten worden getoond, zoals pijlpunten en vuistbijlen. Start: schaapskooi Hijkerveld. Deze is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf Hijken is de route met bordjes aangegeven. za. 6 nov. 10.30 uur Lange Reestwandeling De gidsen nemen u mee op een lange wandeling door het Reestdal. We bezoeken zowel de Drentse als de Overijsselse kant van de beek. We lopen over eeuwenoude paden, langs mooie oude boerderijen en houtwallen. Start: boerderij De Hofstee, Nieuwe Dijk 26, buurtschap De Pieperij.
zo. 7 nov. 14.00 uur Mysterieuze Jeneverbessen van De Palms Een excursie langs de geheimzinnige Jeneverbessen die sinds mensenheugenis ‘op wacht’ staan. Start: ingang reservaat, gelegen aan het verlengde van de Middendorpstraat in Meppen. zo. 14 nov. 14.00 uur Reeën en andere dieren van het Hijkerveld De gidsen vertellen over welke zoogdieren het Hijkerveld bevolken. Start: schaapskooi Hijkerveld. Deze is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp Hijken is de route met bordjes aangegeven. za. 20 nov. 14.00 uur Gevleugelde wintergasten op Diependal Honderden vogels besluiten elk jaar op Diependal te overwinteren. Start: bij de vogelkijkhut. Deze is te bereiken door in het dorp Oranje, vlakbij ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. zo. 28 nov. 10.30 uur Dwalen over het Orvelterzand De gids neemt u mee door dit schitterende natuurgebied. Start: de picknickplaats van Staatsbosbeheer. Vanaf Orvelte de Orvelterbrug over en vervolgens rechtsaf langs het Oranjekanaal rijden. Eerste weg links nemen en na ongeveer 500 m ziet u aan de linkerkant de picknickplaats.
43
zo. 5 dec. 14.00 uur Sinterklaaswandeling over Het Groote Zand Een wandeling met als thema ‘De grote stille heide krijg je niet cadeau’. Start: het centrale informatiepunt op de parkeerplaats bij het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, gelegen aan de weg Hooghalen-Amen. zo. 12 dec. 14.00 uur Verkenningstocht op Landgoed Lemferdinge Een excursie door het huis en de tuin van het landgoed. Start: gebouw Lemferdinge, Lemferdingelaan 2, Paterswolde.
Speciaal arrangement rond tentoonstelling The Mysterious Bog People
zo. 19 dec. 14.00 uur Winterwandeling over Landgoed Rheebruggen Een wandeling met een smakelijke verrassing. Start: Beheersboerderij van ‘Het Drentse Landschap’, Rheebruggen 8, Ansen. Opgave: Hugo Spitzen, tel. 06-55535457. Kosten € 2,00.
Naar aanleiding van de tentoonstelling ‘The Mysterious Bog People – Schatten uit het Veen’ is speciaal voor de begunstigers van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ en voor de Vrienden van het Drents Museum, een exclusief arrangement samengesteld. Op zondag 3 oktober en op zondag 10 oktober 2004 bestaat de mogelijkheid om deel te nemen aan het volgende dagprogramma:
za. 25 dec. 14.00 uur Midwinterhoornblazers op het Hijkerveld Een Kerstwandeling over het Hijkerveld, begeleid door midwinterhoornblazers. Start: schaapskooi Hijkerveld. Deze is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk.
Vanaf 11.00 uur wordt u ontvangen met koffie met de echte Drentse specialiteit: Drentse Turf. Vervolgens houdt conservator Vincent van Vilsteren een boeiende lezing over de tentoonstelling. Daarna wordt er een lunch aangeboden en heeft u de mogelijkheid om de tentoonstelling te bezichtigen. Om 15.00 uur wordt u verwacht bij het natuurreservaat Hondstong, waar een excursie volgt naar de vindplaats van het meisje van Yde. De gids die u begeleidt tijdens deze wandeling zal zowel over de natuur als de archeologie vertellen. Om ongeveer 16.30 uur is het programma afgelopen.
di. 28 dec. 14.00 uur De zandheren van Drouwen De gidsen nemen u mee over het Drouwenerzand naar de zichtbare sporen van de vroegere landeigenaren. Start: parkeerplaats van bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterweg, Drouwen.
Laarzen gewenst! Verrekijker aan te bevelen. Spiegeltje en loep aanbevolen. Activiteiten speciaal gericht op kinderen.
De kosten van dit arrangement bedragen € 12,50 p.p. (inclusief entree museum, koffie met Drentse Turf, lezing, lunch en excursie). U rijdt op eigen gelegenheid naar de startplaats van de excursie. Voor meer informatie en opgave belt u vóór 1 oktober met het Secretariaat van het Drents Museum: (0592) 37 77 09, ma t/m do van 09.00-17.00 uur. Plaatsing geschiedt op volgorde van aanmelding. Opgave verplicht tot betaling!
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Koninklijke BOOM UITGEVERS Meppel (0522) 26 61 11 Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. POORTMAN Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw ROYAL HASKONING Nijmegen (024) 328 42 84 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘DE HAVIXHORST’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro HOLLEMA Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 317 23 17 Een mooie gelegenheid om uit te gaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) HULZEBOSCH Grondwerken B.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind KADASTER DIRECTIE NOORD Assen (0592) 30 48 88 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed CHRISTIAAN DEN DEKKER B.V. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering QUERCUS Boomverzorging en Advisering Emmen (0591) 51 27 07 Uw bomen, onze zorg N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water BUNING Wegenbouw B.V. Zuidwolde (0528) 37 31 64 Grond-, straat- en rioleringwerkzaamheden. Levering zand NATIONALE POSTCODE LOTERIJ Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe, TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 1 – 7860 AA Oosterhesselen Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen ERDMAN SCHMIDT Hoogeveen (0528) 27 72 66 Lichtgewicht tenten en slaapzakken HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, cv/sanitair, telematica, beveiliging DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies BTL UITVOERING Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen Architectenbureau WOUDA & VAN DER SCHAAF Meppel (0522) 25 57 96 DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties OCTANORM® Bunne (050) 309 51 33 Leverancier van aluminium interieurbouw-, standbouwen displaysystemen RANDSTAD DRENTHE Assen (0592) 39 77 11 Tijdelijk en vast personeel mede mogelijk gemaakt door Randstad JBF MULTI MEDIA COMMUNICATIE Groningen (050) 313 59 20 De Verhalenvertellers CONCORDIA BOUWMATERIALENHANDEL Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel OOSTERHUIS BV Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk VAN DER ZEE VLEESGROOTVERBRUIK Emmen (0591) 63 70 01 Leverancier van vlees, vleeswaren, kaas, wild en gevogelte WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen
Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van:
• • • •
Stichting Drentse Boerderijen Stichting Oude Drentse Kerken Stichting Orvelte Stichting Lemferdinge