Kwartaalblad nr.44

Page 1

Kwartaalblad dec. 2004 no. 44

44

De Hunze


Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap Uitgave Stichting ‘Het Drentse Landschap’ Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Prepress Von Hebel bv, Groningen Lithografie Von Hebel bv, Groningen Druk en afwerking Boom Pers Drukkerijen BV, Meppel

3

Kom er even voor zitten

4

Van dromen naar stromen

Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het geeft informatie over de terrein­ bezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage e 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven e 400,– . Als u ‘Het Drentse Landschap’ extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze:

Periodieke gift  In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50,– en hoger per jaar regelt en betaalt de Stichting de akte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van ‘Het Drentse Landschap’. Andere giften  Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60,– te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. ‘Het Drentse Landschap’ is voor schenkingen binnen twee jaar tot in totaal € 4243,– (voor 2004) vrijgesteld van schenkingsrecht. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag. Legaten of erfstellingen  Tot een bedrag van € 8483,– (voor 2004) is ‘Het Drentse Land­schap’ geen successierechten verschuldigd. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag.

— terreinbeschrijving

10

Omslag De Hunze (Joop van de Merbel) ISSN 1380-3263

— bestuursberichten

— natuureducatie

12

— fauna

— erfgoed

Ginie Arends-Luinge

Stroomdal

— gedicht

18

Geert de Vries

Lemferdinge

17

Hans Colpa/Geert de Vries

De Kleine zwaan

14

Eric van der Bilt/Sonja van der Meer

Onderwijsproject

Rutger Kopland

Vroege ochtendmist

— interview

Sonja van der Meer

21

Het Drouwenerzand

25

WMD

26

Winter op het boerenerf

— wandelrouteroute Bertus Boivin/Eric van der Bilt

— erfgoed

28

Pinken en gordijnen

— interview

30

I n e k e N o o r d h o f f / Tr u d y S t e e n h u i s

Vlier

— flora

32

Jacqueline Muffels

Joan D.D. Hofman

Roomse kerk in Veenhuizen

— Stichting Oude Drentse Kerken

Cor Rodenburg

34

NPL

35

Grondaankopen

36

Kortweg

42

Agenda

— berichten


Archief HDL

Bestuursberichten

3

Kom er even voor zitten… Sinds enkele maanden biedt het kantoor van de Stichting ‘Het Drentse Land­ schap’ onderdak aan de Werkgroep Boerenerven. Deze werkgroep, waar­ over in het vorige kwartaalblad een uitgebreid artikel stond, houdt zich bezig met het bewaren, herstellen en opnieuw inrichten van erven rond Drentse boerderijen. ‘Het Drentse Landschap’ prijst zich gelukkig deze werkgroep met al haar kennis en expertise letterlijk in huis te hebben. Ons beider doelstellingen sluiten naadloos op elkaar aan. Elk landschap kent zijn eigen boerderijtype met een eigen bouwstijl en een eigen inrichting van het erf. Een streekeigen en karakteristiek erf moet in harmonie zijn met de boerderij en met het land­ schap.

Onze Stichting bezit en beheert op dit moment zo’n 45 boerderijen en het is waarschijnlijk dat dit aantal de komende jaren vrij snel zal toenemen. Bijna al die boerderijen kregen of krijgen een nieuwe functie: van boerenbedrijf tot woonboerderij. De nieuwe bewoners hebben vaak wensen waaraan het oude boerenerf niet meer voldoet. Het is echter heel goed mogelijk om een compromis te vinden, waarbij toch de voornaamste karakteristieken van het traditionele Drentse boerenerf behouden blijven, zodat dahlia’s, duizendschonen, bellefleurs en jutte­ peren er weer een plaatsje krijgen.

mogelijk de drie-eenheid, boerderij, boerenerf en landschap, in stand blijft of hersteld wordt. Dat komt het Drentse landschap alleen maar ten goede!

Gelukkig is de belangstelling daarvoor van de meeste nieuwe boerderijbewoners groot. Gezamenlijk kunnen we er zorg voor dragen dat zoveel

Aleid Rensen Voorzitter Stichting ‘Het Drentse Landschap’


4

Terreinbeschrijving

Van dromen naar stromen Eric van der Bilt en Sonja van der Meer*

In 2001 startte Stichting ‘Het Drentse Landschap’ met het herstel van de laaglandbeek de Hunze. Dit riviertje met een lengte van ruim 40 kilometer begint ter hoogte van Borger waar het Voorste en Achterste Diep samenvloeien. Vanaf hier stroomt het water tegenwoordig deels via de nieuw gegraven meanders naar het Zuidlaardermeer. Jaarlijks zo’n 120 miljoen m3 water. De droom om hier een van de grootste natte beekdalgebieden van Nederland te maken, wordt steeds meer werkelijkheid nu ook de plannen voor Zuidoevers en Tusschenwater op tafel liggen. In 1990 verscheen het Natuur Beleids Plan (NBP), kort daarop gevolgd door een provinciale versie. In veel opzichten was het NBP grensverleggend. Vooral door de introductie van het thema Natuurontwikkeling, maar ook omdat het concept van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) steeds meer vorm kreeg. De EHS moet losse natuurgebieden met elkaar verbinden zodat de biodiversiteit van ons land beter kan worden behouden. Een prachtig en nog steeds zeer werkbaar concept. Er is eigenlijk maar één probleem dat tot nu toe de realisatie van de EHS bemoeilijkt heeft, namelijk de financiering. Deze is niet uitgewerkt en is in al die jaren afhankelijk gebleven van de politieke waan van de dag. Het­ geen door de kabinetten Balkenende I en II ook op pijnlijke wijze duidelijk werd via bijvoorbeeld de aankoopstop in 2003. Terug naar het begin in 1990. Het NBP bevatte vele mooie plannen voor de natuur in Nederland. Helaas ontbrak in de provinciale versie het Hunzegebied. In de ogen van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ een gemiste kans omdat dit gebied voldoende mogelijkheden bood voor het ontwikkelen van natte natuur, iets wat elders in Nederland buitengewoon moeilijk blijkt. De overtuiging dat deze kans gegrepen moest worden, zorgde ervoor dat ‘Het Drentse Landschap’ zich van 1990 intensief inzette voor het herstel van deze bijzondere laaglandbeek en het beekdal.

Fragment uit de topografische kaart van 1840, A. Werneke (Bron: Drents Archief)

Het verhaal van de Hunze begint zo’n 2000 eeuwen geleden in de voorlaatste ijstijd, het Saalien. Vanuit het noorden baanden ijsmassa’s met puin, steen en leem zich zuidoost­ waarts. Het smeltwater van deze gletsjer(s) werd gekeerd door de Hondsrug. Met het warmer worden van het land ontstonden er diepere laagten in het landschap. Zo ontstond

foto: Joop van de Merbel

Oerlandschap


Het Drense Landschap

5


6

Het Drense Landschap

foto: Henk Reinders

Natuurontwikkeling bij Spijkerboor (rechtsonder)

aan de voet van de Hondsrug de basis voor het oerstroomdal van de Hunze terwijl de aarde tijdens het Eemien op­warmde steeg de zeespiegel. Het dal werd voor een deel opgevuld met door wind en zeewater aangevoerde zandpakketten en klei. Op een aantal plekken ontstonden zandkoppen en rivier­ duinen. Door het warme klimaat raakte het dal begroeid met moerassen en hoogveen. Een ‘paradijs’ voor kraanvogels, elanden, bevers, oerossen en wisenten. Het hoogteverschil met de Hondsrug was toen 80 meter. Tegenwoordig is het dal van de Hunze slechts 15 meter tot plaatselijk 25 meter lager gelegen. In de 18e eeuw begon men op grote schaal veen af te graven. Het veen werd als turf voor de kachel per schip afgevoerd naar Groningen. Het dal was moerassig en de Hunze kronkelde verbeten door het landschap. In de vorige eeuw zijn diverse maatregelen genomen om de af­watering te verbeteren: aanleg van sloten, plaatsen van watermolens en het kanaliseren (rechttrekken) van de Hunze. De landbouw in het gebied nam toe en bepaalde sterk hoe het landschap eruit kwam te zien: een vlak aardappel­ land met grote rechte kavels, geëgaliseerd en gedraineerd.

Onderzoek

Ondanks alle ingrepen bleef kwelwater op vele plekken in het dal opborrelen. In 1993 heeft Marco Glastra van ‘Het Drentse Landschap’ onderzoek gedaan naar de ecologische mogelijkheden voor het Hunzedal. Zijn onderzoek toonde aan dat het Hunzedal grote potentie heeft: een lang en breed en hooggelegen inzijggebied, de Hondsrug, waar de neerslag aan het grondwater wordt toegevoegd en vervolgens zorgt voor veel kwel in het beekdal. Ook bleek dat dit water schoon was omdat de milieuomstandigheden goed waren. Verder meldde het rapport dat de grondmobiliteit – de frequentie van eigendomswisseling – in het gebied groot was en dat de grondprijzen relatief laag waren. Een ander gunstig aspect was het ontbreken van bebouwing. Tenslotte was inmiddels duidelijk dat de landbouw in dit gebied in economische zin onder druk stond en dat de betrokken gemeenten zochten naar alternatieve bouwlocaties om de woningdruk van de op de Hondsrug aanwezige esdorpen te verminderen. Allemaal factoren die het veranderingsproces in het Hunzegebied zouden vergemakkelijken.


7

Terreinbeschrijving

Bondgenoten

In die beginperiode, de jaren negentig van de vorige eeuw, was er bij de Provincie Drenthe nauwelijks belangstelling voor natuurontwikkeling in het Hunzedal. De grond was bedoeld voor de landbouw. Al snel werd duidelijk dat de plannen alleen gerealiseerd zouden kunnen worden met steun van maatschappelijke partners. Er werd gesproken met ‘Het Groninger Landschap’ die met zo’n 3000 ha aangewezen natuurreservaat een sterke positie had opgebouwd rond het Zuidlaardermeer. Een andere belangrijke partner werd het Wereld Natuur Fonds (WNF). Deze organisatie had in die tijd zeer veel interesse in nieuwe natte natuur, zeker als dat in combinatie met duurzame drinkwaterwinning kon plaatsvinden. Het onderzoek van Marco Glastra vormde de basis voor het ontwikkelen van de Hunzevisie die tijdens het Keuning­ congres in 1995, in samenwerking met het WNF en ‘Het Groninger Landschap’, werd gepresenteerd. De Hunzevisie bevatte ambitieuze plannen voor het realiseren van een natuurlijk beeksysteem van zo’n 6000 ha. Zowel overheden als bevolking reageerden enthousiast op de ideeën en daar­ mee was de weg vrij om aan de slag te gaan. Het verschijnen van de Hunzevisie zorgde voor een dominoeffect. Eén voor één sloten partners zich bij het project aan. De Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) en het Groninger Waterbedrijf bijvoorbeeld. Zij hebben belang bij veel en schoon water. Jaarlijks winnen deze bedrijven zo’n 35 miljoen m3 drinkwater uit het hele systeem. Ook de toeristische en recreatieve sector bleek een bondgenoot bij het grote veranderingsproces dat zich in en rond het Hunze­ dal zou gaan afspelen. Zowel de Provincie als het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) gaven later uiting aan hun steun door in de Natuur, Bos en Landschapsvisie (NPL) de natuurontwikkelingsoptie voor het Hunzegebied uit te werken. Het werd de leidraad voor het nieuwe streekplan, het Provinciaal Omgevingsplan (POP), dat 1998 verscheen. De impact van de ontwikkelingen op de leefbaarheid en het woonklimaat zou groter worden dan men toen kon vermoeden. Hunzeproject

Na de presentatie van de Hunzevisie ging het snel. Gesprekken met de WMD zorgden ervoor dat er plannen kwamen voor

natuurvriendelijke grondwaterwinning in de Breevenen. Ook werden voorbereidingen getroffen voor het natuur­ ontwikkelingsproject Annermoeras, Duunsche Landen en Elzemaat (ADE). In de Zoersche Landen werd 70 ha moerasbos aangelegd en tal van deelonderzoeken werden, veelal door studenten van het Van Hall Instituut, verricht. Ook schoten in het gebied vele deelprojecten als padde­ stoelen uit de grond. Teveel om op te noemen. Het bond­ genootschap werd zo breed en er waren inmiddels zoveel initiatieven, dat de Provincie Drenthe terecht de regie over het veranderingsproces naar zich toetrok. Het Hunzeproject kwam tot leven… Onder voorzitterschap van de Provincie Drenthe en met de steun van de drie betrokken gemeenten en een groot aantal partners werd eind jaren ’90 het natuurontwikkelingsgebied begrensd en kreeg het de benodigde status. Waterkwaliteit

Al vanaf het begin heeft ‘Het Drentse Landschap’ veel steun van het Waterschap Hunze en Aa’s mogen ontvangen. Gaan­de­weg het Hunzeproject werd de samenwerking bij het realiseren van nieuwe natte natuur steeds intensiever. Een en ander had sterk te maken met zorgelijke ontwikkelingen die speelden rond het waterbeheer. Het begon met de schijnbaar onoplosbare problematiek rond de waterkwaliteit van het Zuidlaardermeer. Het vuile Hunzewater, waarin rioolover­ storten en meststoffen werden geloosd, was volgens het waterschap de boosdoener. De waterkwaliteit van het meer was hierdoor zo slecht dat soms giftige blauwalgen het zwemmen en recreëren gevaarlijk maakten. Biologisch vis­ standbeheer en baggeren waren geen oplossing. Dat laatste kon hooguit worden gezien als symptoombestrijding. Het zeilen gaat even beter, maar na verloop van tijd moet het meer door de aanvoer van slib uit de Hunze opnieuw uit­ gediept worden. De oplossing voor de waterproblematiek van het Zuid­ laardermeer komt mogelijk uit het project Tusschenwater. Samen met het Waterbedrijf Groningen was ‘Het Drentse Landschap’ bezig in kaart te brengen hoe het creëren van een uitgestrekt riet-zegge-moeras in de benedenloop met duurzame grondwaterwinning bij De Groeve kon worden gecombineerd. Via dit moeras zou het slib van de Hunze

foto: Joop van de Merbel

De loop van de Hunze

Voormalige korenen oliemolen (thans museum) “De Wachter” bij Zuidlaren


8

Kattestaart

Kluut >

weggevangen kunnen worden, terwijl via een biologische zuivering van dit natuurlijke helofytenfilter het water ook veel schoner zal worden. Een prachtige oplossing omdat grondwaterwinning daaronder gewoon door kan gaan. Alleen vanuit de landbouw waren er bezwaren omdat het project een te grote oppervlakte zou beslaan. Deze bezwaren kwamen in een ander daglicht te staan toen bleek dat er vanuit de landelijke politiek opdracht werd gegeven om na te denken over waterbergingsgebieden. Het rapport WB-21 maakte duidelijk dat er door klimaats­ verandering meer regen in kortere tijd zal gaan vallen. Gecombineerd met bodemdaling en zeespiegelrijzing zal dat leiden tot een grote druk op onze zoetwatersystemen. Met bijvoorbeeld als uitkomst het recente overstromingsgevaar voor delen van de stad Groningen. In Noordoost Nederland werden de consequenties van deze klimaatverandering in beeld gebracht door de Stuurgroep Water 2000+, een initiatief van provincies en waterschappen. Zowel om redenen van veiligheid als om financieeleconomische redenen werd afgezien van het ophogen van kaden en dijken en het plaatsen van sterkere gemalen. De stuurgroep koos om redenen van duurzaamheid voor het vasthouden en bergen van water in meer natuurlijk in­gerichte beekdalen. Waarbij beken kunnen overstromen en beneden­ loopse gebieden langdurig water kunnen bergen. Juist dus in de benedenloop van de Hunze en in de polders rond het Zuidlaardermeer, een gebied waar Stichting ‘Het Groninger Landschap’ al bezig is om waterbergingsgebieden in te richten.

En niet te vergeten de Provincie Drenthe en het ministerie van LNV. De natuurontwikkeling begon in de deelgebieden Anner­ moeras, Duunsche Landen en Elzemaat. Hier kon over een traject van 7 km de Hunze weer haar oude loop hernemen. Deze loop was gebaseerd op de plek die de Hunze op oude kaarten had. In samenspraak met het waterschap werden er op ruime afstand van de Hunze nieuwe kaden aangelegd, zodat het hele gebied bij hoog water onder kan lopen. Ook werden er laagten uitgegraven, waarbij archeologisch waar­ devolle koppen en oude patronen gespaard bleven. Op verzoek van de streek werden de ruilverkavelingsbosjes geveld, waardoor het landschap weer open is geworden. Uiterwaarden

Het Hunzegebied heeft in de afgelopen jaren vele veranderingen ondergaan. De gekanaliseerde beek, de oude Oostermoerse Vaart, is nog steeds intact omdat we er zeker van willen zijn dat de aangrenzende landbouwgebieden voldoende droog blijven. Via drempels wordt het Hunze­

Veel steun

Dankzij de uitermate goede samenwerking kon er in 2001 rond Spijkerboor gestart worden met het maken van een fantastisch stuk nieuwe natuur. In het kader van de Herinrichting Drents-Groninger Veenkoloniën was er tussen Eexterveen en Zuidlaarderveen nogal wat ‘apenland’ te koop. Ook bleek dat het moeilijk was om de gronden langs de Hunze weer opnieuw aan boeren toe te delen. Mede met financiële steun van het WNF en de hulp van Bureau Beheer Land­ bouwgronden lukte het om tientallen hectares te verwerven die niet als natuurgebied waren aangemerkt. Later kregen we maximale steun van de Nationale Postcode Loterij, het Prins Bernhard Cultuurfonds, het VSBfonds en de WMD.

foto: Geert de Vries

foto: Jaap de Vries

Terreinbeschrijving


9

foto: Joop van de Merbel

Het Drense Landschap

water als het ware de oude loop weer ingedrukt om deze voldoende stroming te geven. Uiteindelijk is er een soort uiterwaardengebied van grote schoonheid ontstaan. Al snel vestigden zich bijzondere vogelsoorten, zoals Kwartel­ koning, Porseleinhoen, Watersnip, Kluut en Blauwborst. Ander vogels gebruiken het gebied al tijdens de trek om er te foerageren of te rusten. Voorbeelden hiervan zijn Kleine en Grote zilverreiger, tientallen Watersnippen en Kemp­ hanen, honderden Rietganzen, Kleine en Wilde zwaan, Bruine kiekendief en Goudplevier. Het gebied leent zich voor prachtige wandelingen en fiets­ tochten. Voor kanoërs is het een fantastische ervaring om – buiten het broedseizoen – door de oude meanders te varen! Drenthe heeft er een prachtig stukje natuur bij gekregen en zo wordt het ook door belanghebbenden gevoeld.

Achterste Diep speelt LOFAR, de grootste radiotelescoop ter wereld. ‘Het Drentse Landschap’ hoopt dat de gronden die hiervoor aangekocht moeten worden de status van natuurgebied kunnen krijgen. Er worden voorbereidingen getroffen voor natuur­ ontwikkelingsprojecten in het Voorste Diep, De Branden, De Oude Weer (Gasselternijveen), Torenveen-Bonnerklap, Tusschenwater en de Zuidoevers van het Zuidlaardermeer. Met steun van velen hopen we de komende 10 jaar tal van genoemde deelprojecten, net als het ADE- project, te kunnen realiseren. ‘Het Drentse Landschap’ vindt het een uitdaging om een landschap vorm te kunnen geven dat past bij de wensen van deze tijd. Zij dankt iedereen – instellingen, bedrijven, fondsen en overheden – die haar daarbij heeft geholpen. En naar wij hopen in de toekomst zullen blijven helpen.

De toekomst

In dit korte bestek kan onmogelijk aangegeven worden wat er allemaal is gebeurd, wie ons daarbij heeft geholpen en wat er nog op de rails staat. Het Hunzeproject is, onder de geest­ driftige leiding van de verantwoordelijke gedeputeerde mevrouw Edelenbosch, een voor Nederland uniek voorbeeld van effectief gebiedsgericht beleid geworden. Hier wordt daadwerkelijk een volledig ecosysteem, dat van een langzaam stromende laaglandbeek, gerestaureerd. Een voor Nederland zeer bijzonder gegeven. Het feit dat het Hunze­dal onderdeel van de Natte As is geworden, is mede te danken aan de inzet van de directie Noord van het Ministerie van LNV. Als onderdeel van een diagonaal van wetlands door heel Nederland zijn er nu ook middelen en beheersgelden beschik­ baar gekomen om het Hunzedal verder te ontwikkelen. Er staat ontzettend veel op stapel. In het brongebied van het

*  Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur van Stichting ‘Het Drentse Landschap’. *  Drs. S. van der Meer is hoofd communicatie van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


10

Natuureducatie

Jonge onderzoekers ontdekken de Hunze

Onderwijsproject succesvol

Niet alleen volwassenen, maar ook kinderen zien met eigen ogen dat hun leefomgeving in het Hunzedal verandert. Bij Spijkerboor bijvoor­ beeld. De kinderen die hier wonen zien dat er dijken zijn aangelegd, dat de Hunze over vele kilometers weer de vorm van een kronkelende beek heeft gekregen en dat weilanden en akkers plaats hebben gemaakt voor een natuurlijk moeras. ‘Het Drentse Land­ schap’ wil de bewoners van dit gebied graag uitleggen waarom ze dit doet. Voor volwassenen worden daarom voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. Voor de jeugd is samen met het IVN Consulentschap Drenthe een boeiend onderwijsprogramma ontwikkeld. De verwachting is dat door het belichten van allerlei aspecten van de nieuwe natuur, de kinderen meer betrokken raken bij hun eigen omgeving die vol­ op in verandering is. Het project wordt gesubsidieerd door Leren voor Duur­ zaamheid, LAG Oost Drenthe Leader, Provincie Drenthe, de gemeenten Tynaarlo, Aa en Hunze, BorgerOdoorn, Waterschap Hunze en Aa’s.

Hans Colpa en Geert de Vries*

De afgelopen jaren is veel gesproken over het vergroten van de leefbaarheid in het Hunzegebied. Elders in dit kwartaalblad staat beschreven welke organisaties in dit gebied actief zijn. Om de jeugd meer te betrekken bij de inrichting van de eigen omgeving, heeft Stichting ‘Het Drentse Landschap’ samen met IVN Consulentschap Drenthe een onderwijsproject opgezet. Tijdens dit driejarig project zijn maar liefst 40 basisscholen in de gemeenten Aa en Hunze, Borger-Odoorn en Tynaarlo op enigerlei wijze bezig met de natuur van de Hunze: welke waterdiertjes komen er voor en hoe is het gesteld met de waterkwaliteit van de Hunze. Op deze en nog veel meer vragen zoeken de jonge onderzoekers antwoord.

foto: Geert de Vries

Verschillende onderwijs­projecten

Het IVN Consulentschap Drenthe voert, in opdracht van Stichting ‘Het Drentse Landschap’, dit driejarig onder­wijsproject uit. Er zijn maar liefst 40 basisscholen in de gemeenten Aa en Hunze, Tynaarlo en Borger-Odoorn die meedoen. Het Consulentschap traint de leerkrachten van de basisscholen. Zij moeten vervolgens het geleerde weer overbrengen op de kinderen. Stichting ‘Het Drentse Land­ schap’ geeft ondersteuning bij zowel het trainen van de leerkrachten als het


begeleiden van de kinderen in het veld. Dankzij deze goede samenwerking is de spin-off van dit onderwijs­project groot. Het onderwijsproject Hunze bestaat uit verschillende deelprojecten. In 2003 is de cursus ‘Hunze, ken uw streek’ aan­ geboden waarin verschillende aspecten van het Hunzegebied centraal stonden. Honderd leraren hebben per fiets of kano het Hunzedal verkend. Ook hebben ze een bezoek gebracht aan de Waterleidingmaatschappij Drenthe. In datzelfde jaar zijn kinderen op 40 basisscholen aan de slag gegaan met het deelproject ‘Kleine beestjes in de schoolomgeving’. Een paar honderd kinderen uit de bovenbouw van het basisonderwijs zijn de beestenboel in het Annermoeras gaan verkennen. Vrij­ willigers van ‘Het Drentse Land­schap’ zorgden voor het deskundig begeleiden van deze jonge onderzoekers. Tentoonstelling

Speciaal voor de basisscholen is een fraaie tentoonstelling over wilde planten gemaakt. De tentoonstelling is gebruikt bij de uitvoering van het deelproject ‘Wilde Planten’ dat het afgelopen voorjaar van start is gegaan. Ook nu weer konden de kinderen uit de hoogste groepen van de basisscholen het moeras in duiken om de planten die hier voorkomen te herkennen. Voor honderden kinderen uit de buurt van de Hunze was dit een eerste ervaring met een echt moeras. Het werd een kennismaking om niet snel te vergeten, want velen kwamen met een heuse kletspoot thuis. Dit najaar zijn de leerkrachten van de deelnemende scholen vaardig gemaakt

om de groepen uit de bovenbouw de waterkant te kunnen laten onderzoeken. Deze activiteit is een onderdeel van een internationaal educatief water­ onderzoek, het zogeheten Watchproject. Kinderen konden allerlei proefjes doen en de resultaten ervan vulden ze in op een internetsite, zodat ook kinderen van andere scholen uit Nederland en daarbuiten dit kunnen lezen en kunnen vergelijken met hun eigen resultaten. Ook krijgen ze inzicht in de water­ kwaliteit van het Hunzegebied. Aan dit deelproject werkt ook Waterschap Hunze en Aa’s mee. De waterkwaliteit van het Annermoeras werd door de kinderen als redelijk tot goed beoor­ deeld. Hetzelfde gold voor het water bij de Bronnegermaden. Het meest spectaculair vonden ze toch wel het voorkomen van Waterschorpioenen in de Hunze. Het zijn beestjes die sprekend lijken op een kleine schorpioen met een staart als lange ‘snorkel’, zodat ook geademd kan worden. Verstopt tussen het groen wachten deze diertjes hun prooi – meestal watervlooien – af om plotseling met hun grijparmen toe te slaan.

11

foto: Geert de Vries

Natuureducatie

op deskundige wijze aan de bevolking laten zien dat het Hunzegebied steeds aantrekkelijker wordt voor planten en dieren en hoe de bevolking daarvan kan genieten.

Feest

Het speurwerk dat de honderden kinderen in de afgelopen jaren in het Hunzegebied hebben verricht, wordt in 2005 in de gemeenten Aa en Hunze en Tynaarlo feestelijk afgesloten. De schooljeugd zal dan op creatieve wijze aan de bevolking laten zien wat ze alle­ maal hebben ontdekt en hoe ze het gebied hebben beleefd. Ook zullen de kinderen als workshopleider voor de vele genodigden optreden. Ze zullen

*  J. Colpa is medewerker voorlichting & educatie van Stichting ‘Het Drentse Landschap’. * G.W. de Vries is onderwijsconsulent bij IVN Consulentschap Drenthe en bestuurslid van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


12

Het Drense Landschap

foto’s: Geert de Vries

De Kleine zwaan De Kleine zwaan is een karakteristieke wintergast die van half oktober tot maart in ons land te bewonderen is. Het grootste deel van de wereldpopulatie verblijft ’s win­ters in Neder­land. Gemiddeld zijn dat er zo’n 17.000. In de herfst foerage­ren ze op het water. ’s Winters eten ze vooral gras. Het gaat goed met de Kleine zwaan. De laatste vijfentwintig jaar is de ­po­pulatie verviervou­digd. Er zijn nu 25.000 exem­plaren, die allemaal rond de poolcirkel in Europees Rusland en Siberië broeden. Geert de Vries*

De Kleine zwaan lijkt op zijn grotere neef de Wilde zwaan. Belangrijkste verschil is dat de Kleine zwaan een rondere kop heeft en dat zijn snavel minder geel is. Ondanks dat de populatie Wilde zwanen groter is, is de Kleine zwaan in ons land veel algemener. Dat komt omdat de meeste Wilde zwanen elders overwinteren. Slechts bij strenge vorst komen ze even bij ons buurten. Dit in tegen­stelling tot

de Kleine zwanen. Deze vogels komen in oktober na een reis van minstens 3500 kilometer in ons land aan en blijven hier dan de hele winter. Deze tocht hebben ze niet in een keer af­gelegd. Onderweg moet de Kleine zwaan diverse malen stoppen om bij te tanken. Ze maken deze tussenstops om hun ‘brandstoftank’ weer te vullen met vet. Dat bijtanken vergt veel tijd. Een Kleine zwaan heeft ongeveer 3 weken

nodig om zijn brand­stoftank met 1000 gram vet te vullen. De Kleine zwaan is een zware vogel van ongeveer 6 kilogram. Zou hij daar­naast ook nog eens alle benodigde brand­stof voor de hele reis in een keer moeten opslaan, dan zou hij niet eens kunnen opstijgen door dat over­gewicht. De aanwezig­ heid van pleister­plaatsen tussen NoordRusland en Nederland is dan ook van levensbelang voor de Kleine zwaan.


Fauna

13

< Vechtende Kleine zwanen

Winterverblijf

De meeste Kleine zwanen gaan eerst naar het Lauwersmeer en de randmeren. Daar doen ze zich te goed aan de wortelknollen van met name fon­tein­ kruiden. Al watertrappelend maken de zwanen diepe kuilen in de bodem, waardoor de knolletjes vrij komen te liggen. Daarna gaan ze op hun kop staan om dit hoogwaardige voedsel boven water te krijgen. Nadat deze voedselbron is uitgeput, gaan ze op zoek naar oogstafval van aardappels en suikerbieten. In de winter zijn het vooral graseters. Gedurende de winter­ periode verblijven er maximaal 500 Kleine zwanen in het Hunze­ gebied. Het Zuidlaardermeer wordt als slaapplaats ge­bruikt. Mede door dit relatief grote aantal van deze in om­vang kleine vogelsoort is het Zuid­laarder­ meergebied aangewezen als speciale beschermingszone in het kader van de Europese Vogelrichtlijn en als Wetland. Strak reisschema

Om het broedgebied bij de poolcirkel op tijd te bereiken, beginnen Kleine zwanen al in maart aan hun terugreis. Behalve de vele uren die ze moeten

De Kleine zwaan heeft beduidend minder geel aan de snavel dan de Wilde zwaan (r)

vliegen, moeten ze ook regelmatig stoppen om bij te tanken. Vooral de laatste pleisterplaats bij de Witte Zee is van cruciaal belang. Dit is de plek waar ze doorstoten naar de poolcirkel. Als ze te vroeg op deze pleisterplaats aan­ komen, is de kans groot dat het water nog bevro­ren is. Ze kunnen dan niet foerage­ren en moeten hun kostbare vetreserves aanspreken. Komen ze te laat bij de Witte Zee dan is de kans groot dat soortgenoten het beste voedsel reeds hebben opgegeten. Goed voedsel is op die laatste tussen­ stop slechts voor een beperkt aantal zwanen beschik­baar. Het is de kunst om bij een soort kopgroep te horen. De zwanen die in het peloton zitten moeten namelijk meestal met ‘de kruimels’ genoegen nemen. Hierdoor kunnen veel vrouwtjes uit het peloton niet genoeg vetreserves aanleggen. Gevolg is dat menig gelegd ei te klein uitvalt. Te kleine jongen leggen al gauw het loodje bij extreme kou. Als je een goed broedseizoen wilt hebben dan moet je er als Kleine zwaan voor zorgen dan je in de kopgroep zit. Verre reis

De arctische zomer duurt slechts

120 dagen. De ontwikkeling van ei tot vliegvlugge zwaan duurt ongeveer 110 dagen. Er is slechts een marge van 10 dagen. Ook de trektocht naar Neder­land zit vol met gevaren. Het is ook niet niks: nog maar net 10 weken oud en dan moet je al een reis van 3500 km of meer maken. Bij barre weersom­standigheden overleeft het merendeel van de jonge vogels de eerste trektocht dan ook niet. Elke herfst wachten vogelaars in Nederland vol spanning op de komst van de Kleine zwaan; ze zijn zeer benieuwd hoeveel er weer terugkomen. Zwanen die met jongen terugkeren leveren helemaal een topprestatie. Maar eigenlijk is elke Kleine zwaan die men hier in Nederland ziet per definitie een kampioen. Gelukkig kunnen deze fascinerende wintergasten hier uitrusten en weer op krachten komen. Ze kunnen dan goed voorbereid beginnen aan hun volgende spannende lange reis naar het noorden.

< .....op zoek naar wortelknolletjes van fontein­kruiden...

*  G.W. de Vries is werkzaam bij het IVN Consulentschap Drenthe en is bestuurslid van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


14

Het Drense Landschap

Schakel in de tijd Lemferdinge, 1447-2003 Het motto ‘Schakel in de tijd’ werd aan Landgoed Lemferdinge meegegeven bij de heropening, na de restauratie van huis en park, op 12 september 1997. Mr. Pieter van Vollenhove onthulde op die dag een zonnewijzer, waarop deze zin te lezen is. Met deze handeling werd duidelijk gemaakt dat dit een van de schakelmomenten in geschiedenis van Lemferdinge was. Voor het toenmalige bestuur was het een bijzondere gebeurtenis omdat jarenlang hard gewerkt was om een grote opknapbeurt gerealiseerd te krijgen.

Ginie Arends-Luinge*

Mede door het historisch onderzoek van mevrouw T. Domenie-Verdenius is een aantal belangrijke feiten aan het licht gekomen over de geschiedenis van het landgoed Lemferdinge. Het verhaal begint, voorzover nu bekend, in 1447 met de bruiloft van Steven ter Borch uit Eelde en Grethe van Echten uit Ruinen. Beide echtelieden kregen van hun ouders veel goederen mee. Steven kreeg van zijn vader onder andere de Hof to Lenferdinge – land op de nyen ackeren –, al zijn goederen te Potterwolde en de tienden van Norch. Na het huwelijk van Steven en Grethe bleven zij en hun nazaten tot 1654 op Lemferdinge wonen. In dat jaar werd het gekocht door Ritmeester Joost van Welvelde. Hij probeerde van Lemferdinge een havezate te maken, maar dat mislukte. Voor hemzelf een


teleurstelling, voor Lemferdinge geen ramp. Wat hem niet lukte, kreeg Frederik Otto van Dörnberg Heiden wel voor elkaar in 1766. Hij verlegde het havezatenrecht van de Borch te Eelde naar Lemferinge, dat toen Ther Borch mocht heten. Lang zou het niet duren. Het Lemferdinge van Dörnberg Heiden was een andere dan het huis dat Joost van Welvelde bewoonde. Daarvoor had Lucas Nysing gezorgd. Uit zijn testament weten we, dat er tussen 1710 en 1720 een groot huis, omringd door dubbele grachten en twee schathuizen buiten de grachten werden gebouwd. Toen hij overleed, liet Lucas vele bezittingen na. In de gemeente Eelde alleen al waren vier landgoederen te vererven. Zijn oudste zoon Samuel koos Lemferdinge, dat uit de gemene boedel nog veerdig gemaakt moest worden.

veranderingen in het park, die Generaal Dumonceau door zijn soldaten liet uit­voeren. Deze tekeningen zijn later gebruikt voor de nieuwe plannen voor de tuin van Lemferdinge. Het jaar 1811 was letterlijk een ramp­ jaar voor huis en tuin. Een hevig onweer bracht onherstelbare schade aan en in de herfst werd Lemferdinge te koop aangeboden. Het geheel werd gekocht door Hendrik Uges, die behalve het westelijke schathuis het complex sloopte en alles aan de man bracht: steen voor steen en balk voor balk. Het huidige gebouw is in die tijd herbouwd met onderdelen van het grote huis. Een aantal zaken is nog duidelijk te herkennen, zoals ramen en blinden. De familie Van Swinderen liet het huis in 1888 nogmaals uitgebreid

Rampjaar

Belangrijk voor erkenning als monument en later als inspiratiebron voor de restauratie was Jean Baptiste Dumonceau. Hij werd eigenaar van Lemferdinge in 1796. Dumonceau woonde ‘s winters in Groningen in het pand waar nu het hotel-restaurant ‘Het Schimmelpenninckhuis’ is gevestigd. Hij was bevelhebber van het Bataafse leger in Noord-Nederland, met als standplaats Groningen. Hoewel hij niet zo vaak op Lemferdinge aanwezig was, weten we toch het een en ander uit die tijd door aantekeningen van zijn zoon. Die woonde als kleine jongen in Paterswolde en had daar goede herinneringen aan. Van hem zijn ook situatietekeningen van voor en na de

Archief HDL

foto: Joop van de Merbel

Erfgoed

15

verbouwen. Ze sloopten een uitbouw en veranderden de dakconstructie. Dankzij hen heeft Galerie Lemferdinge nu prachtig daglicht via het dak. De laatste bewoners van Lemferdinge waren de heer en mevrouw Bähler. Zij hebben niet veel aan het huis veranderd. Wel hebben ze door de speciale beschildering van de keuken hun stempel op het pand gedrukt. Nalatenschap

Mevrouw Bähler liet haar bezit in 1953 na aan Ons Dorps­huis, een sociaal culturele vereniging, die zij in 1915 mede had opgericht. Toen het testament openbaar werd, was het voor het bestuur van deze vereniging nog een moeilijke beslissing of ze het wel wilden aanvaarden. De te verwachten

De familie Bähler, de laatste bewoners van Lemferdinge


16 Interieur, vóór de restauratie

Archief HDL

Schakelen

inkomsten uit de erfenis waren nauwelijks toereikend om alles in stand te houden. Toch namen ze in 1953 een historische beslissing. Lemferdinge ging op dat moment in winterslaap en zo bleef alles zo als het was toen de Bählers er nog woonden. Alleen het dak werd na een stevige storm in 1972 gerestaureerd. Het huis en de mooie landschapstuin raakten steeds meer in verval. In 1983, toen de eigendomssituatie veranderde, was er veel overredings­ kracht nodig om de gemeenteraad van Eelde warm te krijgen voor het plan om een nieuwe stichting in het leven te roepen. Deze stichting zou het Land­ goed Lemferdinge van Ons Dorps­huis kopen en proberen er een nieuwe bestemming aan te geven en te restaureren. Met een nieuw bestuur

In 1994 kreeg Lemferdinge eindelijk een plek in het register van rijks­ monumenten. Dat bracht een reeks van activiteiten op gang. Verschillende bedrijven werden benaderd om plannen voor de restauratie te ontwikkelen. Gemeente­ambtenaren en monumenten­ zorg Assen dachten mee en waren een grote steun. Naast vele anderen die hun steentje bijdroegen, verdient de heer E.J. Panman, onze penningmeester, een extra pluim. Hij had er bijna een dagtaak aan om alles te regelen. In 1995 kreeg Stichting Lemferdinge een restauratiehypotheek en in 1996 werd begonnen met de restauratiewerkzaam­ heden. Er werd gewerkt volgens een stappenplan. Elke volgende stap kon pas gezet worden als er weer geld was. Tot grote opluchting en verbazing lukte dat elke keer weer. De vraag “Wat gaan we met het land­ goed doen, als het klaar is” was toen nog niet zo gemakkelijk te beantwoorden, vooral ook omdat we de wensen van het echtpaar Bähler niet zomaar terzijde wilden schuiven. Dat het gebouw nu in gebruik is als ontmoetingsruimte voor vele gelegen­ heden, als trouwlocatie en als galerie, was misschien niet precies de keuze

van de erflaters, maar het komt er gezien de mogelijkheden wel het dichtste bij. Een moment om te schakelen, zoals in het verleden zo vaak gebeurde. Zo’n moment was er ook in 2003 toen het beheer aan Stichting ‘Het Drentse Landschap’ werd overgedragen en Stichting Lemferdinge als hun dochter mocht doorgaan. Toekomstplannen voor Lemferdinge werden door elke eigenaar gemaakt en meestal uitgevoerd. Het bestuur van Stichting Lemferdinge had die plannen natuurlijk ook en met de restauratie is een groot deel verwezenlijkt. Toch blijkt dat het huidige Lemferdinge vaak te klein is voor de vele activiteiten die er plaatsvinden. Een tweede schathuis en/of het grote huis herbouwen? Wellicht is nu de tijd aangebroken om opnieuw te schakelen.

*  Mevrouw M. Arends-Luinge is oud-bestuurslid van de Stichting Lemferdinge en zit momenteel in het Algemeen Bestuur van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van Stichting Lemferdinge.

foto: Johan Vos

begonnen we een zoektocht naar de geschiedenis van Lemferdinge en naar middelen om herstel te kunnen uit­ voeren. Ondertussen werd het huis in de zomermaanden voor het publiek geopend, werden er verschillende tentoonstellingen georganiseerd en werd er veel energie gestoken in het instandhouden van huis en park.


Fragment uit het gedicht ‘Stroomdal’ uit de nieuwe bundel Een man in de tuin, Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam 2004

Stroomdal Het landschap met de rivier, het ligt alsof het bedoeld is dat het daar ligt, voor mij en alsof het bedoeld is dat ik hier ben en dit zie maar het landschap ligt er toch wel of ik hier nu ben en het zie, of niet het is het toeval dat het wilde, dat we zijn waar we zijn, ons bijeengebracht en scheidt

Rutger Kopland


Amateur-fotograaf Joop van de Merbel:

“Er gaat niets boven een landschap in de vroege ochtendmist”

Sonja van der Meer*

Voor dag en dauw opstaan om te kunnen zien hoe het Hijkerveld zich ontdoet van de ochtendnevel. Voor Joop van de Merbel zijn dat de mooiste ervaringen van het leven. “Als ik van de parkeerplaats door het bos naar het open veld loop, weet ik eigenlijk al wat ik ga zien. Maar elke keer word ik verrast door het prachtige schouwspel: het weidse veld, de laaghangende mist en in de verte Schotse hooglanders. Daar word ik stil van”. Hoe goed Joop deze momenten kan vastleggen, weten de lezers van het kwartaalblad maar al te goed. Jaarlijks maakt hij tientallen foto’s van de natuurgebieden van onze Stichting, de een nog mooier dan de ander.


Interview

foto: Joop van de Merbel

Knipwerk

De liefde voor de natuur bleef. Thuis richtte hij tijdens de oorlog een terrarium in voor hagedissen, niet in een glazen kastje maar in een door de Amerikanen gedropt biscuitblik. Ook kocht hij zijn eerste natuurboek: aquariumkunde. Het boek kostte 3,50 gulden, een hoop geld voor die tijd maar achteraf een duurzame investering want Joop heeft het nog

steeds in zijn bezit. Een jongen met zoveel interesse voor de natuur die moet hier iets mee gaan doen, zou je verwachten. Toch ging het bij Joop heel anders, hij werd namelijk kapper. “Na de oorlog had ik verschillende baantjes die allemaal niet goed bevielen”, licht hij toe. “Per toeval kwam ik te­recht bij een kapper in Scherpenzeel. Het knippen ging me al vrij snel goed af en ik vond het leuk om te doen. Na een paar jaar ben ik samen met mijn vrouw Riek, op advies van mijn baas, een eigen kapperszaakje begonnen in een schuurtje in het dorp”. De zaak liep al snel erg goed. Zelf denkt Joop dat dit kwam omdat ze, in tegen­ stelling tot zijn ex-baas, iedereen knipten. Bij Joop en Riek kon ieder­ een terecht, rijk of arm. Het maakte niet uit. Het waren drukke en hectische jaren want naast de kapperszaak was er het gezin: drie dochters en een zoon. Joop kwam nauwelijks meer in de natuur en dat maakte hem onrustig; hij wilde weer lekker zwerven. Die kans deed zich voor toen hij een advertentie van Hendrik van Boeijenoord in Assen zag waarin ze iemand vroegen met belang­ stelling voor fotografie en audiovisuele apparatuur. Joop solliciteerde en kreeg de baan. Drenthe werd zijn nieuwe grote liefde. Boerenleven

De verhuizing van de familie Van de Merbel geschiedde in de jaren ’60, een periode waarin het Drentse landschap aan de vooravond stond van ingrijpende veranderingen: grootschalige ruil­ verkavelingen die vaak gepaard gingen

met ontginningen. Voor Joop was Drenthe het nieuwe walhalla. Hij raakte verknocht aan het landschap en het boerenleven die hier nog zo nadrukke­ lijk met elkaar verweven waren. “Elders in Nederland was dat al verdwenen”, constateert hij. “In Drenthe heeft het ouderwetse boeren­ leven en alle gewoontes die daarbij horen nog heel lang stand gehouden.

foto: Joop van de Merbel

Joop van de Merbel werd in 1932 geboren in Dinteloord, maar verhuisde al snel naar de provincie Utrecht. Als kind bracht hij veel tijd door in de natuur. Terwijl andere kinderen gingen voetballen, zwierf Joop uren in zijn eentje door het veld en over de Utrechtse Heuvelrug. Genietend van de stilte, maar vooral genietend van de heerlijke geuren. Water en alles wat daarin groeide en bloeide trok met name zijn aandacht. Hij schroomde niet om door sloten en poelen heen te lopen om zo nog beter te kunnen ontdekken wat er allemaal in het water leefde: salamanders, kikkers en water­ juffers. Hij stond regelmatig oog in oog met ze. En zoals vele kinderen eigen is, vergat Joop meestal de tijd. “Van mijn moeder weet ik dat ik wel eens spoorloos was. Toen ik drie jaar was hebben ze me bijvoorbeeld aan het einde van de dag liggend onder een landhek gevonden. Ik lag daar prins­ heerlijk te genieten en snapte niet waarom iedereen zich zo druk maakte. Later begreep ik natuurlijk heel goed dat mijn ouders zich erg bezorgd hadden gemaakt; ze hadden al uren naar mij lopen zoeken”.

Joop van de Merbel op Kampsheide

19


Bestuurssamenstelling per 30 september 2004

foto: Joop van de Merbel

Dagelijks Bestuur Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (tevens leden van het Algemeen Bestuur)

Ik vond dat prachtig. Na werktijd stapte ik op de fiets en probeerde alles wat met dat leven te maken had zoveel mogelijk vast te leggen. De meeste boeren waren daar niet erg happig op, maar als ik zei dat ik vanuit Assen was komen fietsen dan gaven ze meestal wel toestemming”. De fietstochten van Joop leverden uit­ eindelijk een ontzettend waardevolle collectie aan boerentaferelen. Zijn fotoarchief geeft een prachtig beeld van hoe de boeren in Drenthe, nog niet eens zo heel erg lang geleden, woonden en leefden. Natuur

De eerste kennismaking met ‘Het Drentse Landschap’ geschiedde op het Hijkerveld. Tijdens het fotograferen van Schotse hooglanders werd hij gewaarschuwd dat die beesten wel eens gevaarlijk konden zijn. Bovendien mocht hij zich niet zomaar buiten de paden begeven. Joop reageerde verontwaardigd: “Mijn hele leven kom ik al op plekken waar niemand anders komt. U kunt me nu wel wegsturen maar morgen ben ik hier weer. Ik kan het toch niet laten!”. Al snel werd duidelijk dat het de directeur Eric van

der Bilt was waartegen hij sprak. In het gesprek dat daar op volgde kwamen de twee tot een deal: Joop kreeg toe­ stemming om te fotograferen in de terreinen van de Stichting mits zijn foto’s ook in het kwartaalblad mochten worden gebruikt. “Voor mij was dat een geweldige opsteker want nu zouden veel meer mensen kunnen genieten van al die prachtige dingen die ik onderweg tegenkwam”. Dat hij tijdens deze dwalingen door het landschap ook wel eens verrast wordt door onverwachte bezoekers, blijkt uit zijn verhaal over de hagedis op het Hijkerveld. Op een zomerse dag viel hij in het veld in slaap. Toen hij wakker werd lag er op zijn borst een hagedis heerlijk te zonnebaden. Gelukkig raakte hij niet in paniek en liet de hagedis rustig zijn roes uitslapen. “Van jongs af aan heb ik urenlang stil kunnen liggen, alleen dan kun je optimaal genieten van de natuur. Het was een heel bij­ zondere ervaring om dat nu eens samen met een hagedis te doen!”.

*  Drs. S. van der Meer is hoofd communicatie van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

Mevrouw A.D. Rensen-Oosting, Emmen (voorzitter) Ing. M. Verhagen, Smilde (secretaris) Mr. D. Hoorn, Oosterhesselen (penningmeester) Drs. J.D.D. Hofman, Tynaarlo S. van der Veen, Vries Algemeen bestuur Mevrouw M. Arends-Luinge, Paterswolde A.H. Bruins Slot, Meppel Mr. F. Dohle, Meppel S.W.G. Groenendaal, Assen J.L.A. van Hagen, Zuidwolde Dr. ir. D.H. Keuning, Borger Mevrouw B.M. van Mil, Gasselternijveen Prof. dr. ir. R. Rabbinge, Balkbrug R.H. van der Sleen, Groningen R.H.J. Staal, Dalen G.W. de Vries, Assen Drs. B.S. Wilpstra, Zuidlaren Ere-leden Mevrouw M.H. Hollema-Eikenberg, Rolde Prof. dr. H.Tj. Waterbolk, Haren Bestuur Stichting Orvelte Mevrouw A.D. Rensen-Oosting, Emmen (voorzitter) Ing. M. Verhagen, Smilde (secretaris/penningmeester) Drs. J.D.D. Hofman, Tynaarlo S. van der Veen, Vries

Het Dagelijks Bestuur van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ vormt tevens de besturen van de Stichting Drentse Boerderijen, Stichting Lemferdinge en Stichting Oude Drentse Kerken.


Een eindje om met Het Drentse Landschap

Bertus Boivin / Eric van der Bilt

Wandeltocht

25

foto: Jaap de Vries

Het Drouwenerzand


Drouwenerzand

6

7 ‘Een geducht natuurverschijnsel’ noemde de Drentse schrijver Harm Tiesing ruim een eeuw geleden de stuifzanden tussen Gasselte en Drouwen. Maar was het er allemaal wel zo ‘puur natuur’? Met minstens

paaltjeswandeling (paarse koppen) zult u zien dat de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ de afgelopen jaren flink aan het kappen geweest is om in dit in totaal ruim 200  hectare grote natuurgebied het oude stuifzand weer tot leven te brengen. Het Drouwenerzand is nog één van de weinige actieve stuifzandgebieden in Drenthe.

1 Ga bij het informatie­paneel het bos in en neem het eerste pad rechts. Aan het eind van het pad gaat u linksaf. Op het bospad zal u meteen het

links 2 neemt u bij de driesprong het paadje linksaf dat door het bos kronkelt. Probeert u zich hier midden in het bos de situatie van ruim honderd jaar

hoogte­verschil met de weg Gasselte-

geleden voor te stellen. U zou hier door

Drouwen rechts opvallen. Dan begrijpt u dat één storm destijds voldoende was

een boomloos landschap lopen in het mulle zand tussen metershoge zand­

om in een dag tijd de weg onder het zand te laten verdwijnen. Er werden zelfs aarden wallen aangelegd in een

heuvels. In 1843 beschreven de Drie Podagristen hun uitzicht als ‘een dorre en doodsche zandzee’: ‘Het is hier zoo

poging om deze belangrijke noordzuid­verbinding door Drenthe vrij te houden.

bar en ongezellig, dat er een groote mate van kloekmoedigheid toe behoort, om niet van vrouwelijke angst en vreeze aan elk zijner

Het beheer van de Stichting Het Drentse Landschap is erop gericht de

hoofdhairen een glinsterende zweetdruppel te zien hangen.’

bossen op dit deel van het Drouwener­ zand door het regel­matig te ‘dunnen’ een natuurlijker karakter te geven. Door veel bomen weg te halen kan het zonlicht de bosbodem goed bereiken en krijgen die soorten een kans die van nature in de Drentse bossen thuishoren. Elders op het terrein zijn inmiddels vele hectares bos helemaal gekapt om het zand daar vrij spel te geven.

Opmerkelijk in de gedunde delen van het bos is dat de Klimop op de bodem en de bomen zich de af­gelopen jaren explosief lijkt te verspreiden. Kenners zien er het signaal in dat het bos ‘rijper’ begint te worden. Hetzelfde geldt voor de hulststruiken die zich hier steeds beter thuis voelen.

Voorbij het brede zandpad

Het paadje komt uit op een

5

4 3

1

Start

2

foto: Jaap de Vries

eeuw bedwong de mens de ontketende natuur door het Drouwener­ zand vast te leggen met duizenden dennen. Onderweg tijdens deze

© Topografische Dienst Emmen / No. 12G Gieten en 12H Stadskanaal

evenveel recht mag je het Drouwenerzand mensenwerk noemen: te­veel schapen op de hei, teveel plaggen gestoken voor de potstal, te­veel verkeer over het veld, het bovenste laagje van de hei brak en het witte zand eronder raakte op drift. Aan het begin van de twintigste

8

9

Konijn

Situatie ca. 1905


Drouwenerzand Lengte route   5 km. 1

Startpunt   Informatiepaneel tegenover café-restaurant-speel-

Benodigde tijd   1 /2 uur.

tuin Het Drouwenerzand aan de weg tussen Gasselte en Drouwen,

Begaanbaarheid paden   Goed te belopen in alle jaargetijden.

parkeren op de grote parkeer-

Honden   Niet toegestaan vanwege de Drentse heideschapen.

gen enkele recreatie­bedrijven die ook op de route zijn aangesloten.)

plaats. (Ten noorden en ten zuiden van het Drouwener­zand lig-

Openbaar vervoer   Buslijn Groningen-Emmen, uitstappen

breder pad. Ga hier linksaf en 3 vervolgens op de viersprong rechtsaf naar de Kwartjesberg. De Kwartjesberg dankt zijn op­merke­ lijke naam aan het geld dat de Kwart­ guldenvereniging aan het eind van de negentiende eeuw in­zamelde in een

halte Drouwenerzand.

poging om het oprukkende socialisme in Nederland tot staan te brengen. De kwartjes waren bedoeld om de Oranjebond van Orde te ondersteunen die minderbedeelden met een goed­ levensonderhoud wilde laten voorzien. Aldus hoopte de Oranje­bond ze af te houden van de verlokkingen van het op de loer liggende Rode Gevaar. In 1902 kocht de Oranjebond ruim

foto: Jaap de Vries

300  hectare op het Drouwener­zand en liet het door de Nederlandse Heide­ maat­schappij ontginnen. Het lukte de ontginners om met veel mest en compost, karrenvrachten lupinestro en takken­ bossen en duizenden grove dennen en eiken het Drouwenerzand in twintig

Heideblauwtje

jaar tijd onder controle te krijgen.

foto: Jaap de Vries

Bij de Kwartjesberg neemt u het 4 pad rechts. Aan het eind bij de Alinghoek houdt u links aan

foto: Jaap de Vries

koop huis en een stukje grond in eigen

Het Drentse Landschap houdt dit deel van het veld afgesloten voor het publiek om vogelsoorten als Boomleeuwerik, Roodborsttapuit, Bergeend en Tapuit een optimale woonplek te gunnen. Vogellief­hebbers hebben hier zelfs de zeldzame Grauwe klauwier weer waar­ genomen.

en volgt u een brede laan langs

5 Voorbij het wildrooster gaat u bij de stuifzandvlakte rechtsaf en blijft u het pad volgen dat u vrijwel diagonaal over het veld

de rand van het veld. Op allerlei plaatsen langs de bosrand heeft u een goed uitzicht over het prachtige heideveld dat de oostkant van het terrein vormt. U ziet de resultaten van de begrazing door enkele tientallen Drentse heideschapen waar Het Drentse Landschap hier begin jaren tachtig mee begonnen is. Mooie solitaire Eiken en op­vallende Jeneverbessen bepalen het beeld.

voert. Op plekken als deze zandverstuiving bereikt het Nederlandse klimaat zijn extremen. Hier is niets dat de warmte vasthoudt of koelte brengt. ’s Zomers bereikt de temperatuur vlak boven de grond met gemak waarden van rond de 50 graden Celsius, terwijl de temperatuur dezelfde nacht weer tot op het vriespunt kan dalen. Aan de rand van zo’n woestijn weten


mossen zich te handhaven. Kijk bij­ voorbeeld eens van dichtbij naar het

de 6 route u linksaf. Op de viersprong gaat u rechtdoor en blijft u de rand van het veld volgen.

mos: het bijna fluorescerend groene Bronsmos, het droge grijze Rendiermos en de rode kraagjes van de mossoort met de intrigerende naam Rode heide­

Overal op het Drouwenerzand ziet u kiezelsteentjes in het zand. Ze zijn tijdens de voorlaatste ijstijd op de ijskap aan­ gevoerd. Let u eens op de vorm van de

lucifer. Er groeien meer dan 25 soorten korstmos op het Drouwenerzand. Steeds verder schuift het zand de hei

steentjes. Als wij aan kiezels denken, denken we aan door het rollen in het

slechts enkele soorten mossen en korst­

water gepolijste, gladde steentjes. De ijstijdkiezeltjes van het Drentse zand hebben hun scherpe kantjes echter niet verloren!

foto: Joop van de Merbel

op. Vijftien jaar geleden liep u hier nog door het bos. Het Drentse Landschap hielp de natuur een handje door aan de noordoostkant van de zandverstuiving een aantal bospercelen te kappen, waar­ door de wind meer vat op het zand kon krijgen. Aan weerszijden van het pad ziet u de boomstronken nog boven de heide uitsteken.

foto: Bertus Boivin

Drouwenerzand

Gaatjes in de grond Vrijwel zeker is het enige dat u van de Driehoornmestkever langs het heidepad over het Drouwener­zand te zien krijgt, mooie ronde gaatjes in de bodem. Kleine hoopjes wit zand markeren de plaatsen waar de mestkever een soms wel 50  centimeter lange buis recht naar beneden gegraven heeft. De Drie­hoorn­ mestkever dankt zijn naam aan de hoorntjes die het mannetje aan de bovenkant van zijn schild heeft. De mannetjes rollen schapenkeutels naar de ingang van hun holletje en ze duwen ze de buis in naar beneden. Onderaan staan de vrouwtjes klaar om de keutels naar de broedruimtes te duwen. Dankzij de overvloedige hoeveelheid voedzame mest groeien de keverlarven in tien maanden tijd uit tot een volgende generatie mestkevers die net als hun ouders niet voor één gat te vangen is...

Aan het eind van het pad verlaat 7 u via het rooster het ingerasterde gebied en gaat u linksaf.

Na zo’n honderd meter neemt

u8het pad rechts. Op de volgende kruising even linksaf en dan meteen weer rechts. Sinds de Heidemaatschappij het aan het

van vroeger. Steeds meer bos echter krijgt reeds het karakter van het open ‘stuifzandbos’ dat Het Drentse Land­ schap voor ogen staat: een bos waar de

begin van de twintigste eeuw inplantte, is het bos rond het Drouwenerzand behoorlijk van karakter veranderd. Als

weg 9 slaat u linksaf. Langs een slingerend bospaadje evenwijdig aan de weg loopt u terug naar het startpunt.

natuur zich zonder hulp zelf kan redden

productiebos is het vanwege de schrale

en waar het –  als prettige bijkomstig­ heid  – in alle jaargetijden buiten­

zandbodem nooit een commercieel succes geworden. Sommige stukken zien er nog uit als de ‘sparrenakkers’

gewoon plezierig toeven is! 9 Vlak vóór de doorgaande

Vlak voor de bosrand brengt

foto: Joop van de Merbel

© Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (december 2004) Bezoekadres: Kloosterstraat 5 – 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 – 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 – e-mail: mail@drentslandschap.nl


Het Drense Landschap

Winterwerk in het waterwingebied

25

In de winter is de natuur in onze waterwingebieden in rust. Dat betekent niet dat het beheer van de terreinen stil ligt. Integendeel. Het terreinteam van de Water足 leidingmaatschappij Drenthe (WMD) werkt in de wintermaanden hard door, zodat de natuur in het voorjaar een extra frisse start kan maken.

De graslanden in onze waterwingebieden maaien we voor de winter kort. Op een gemaaid land wordt de zon niet gehinderd door het hoge gras en dringt door tot in de bodem. Op die manier hebben zaden al in het vroege voorjaar veel licht en warmte om te kiemen. Toch maait de WMD niet alle gras足landen. Per waterwingebied laten we delen staan. In dit hoge gras vindt het wild in de winter een schuilplaats. Ook insecten hebben het hoge gras nodig om het koude seizoen te kunnen overleven. Het winterseizoen is voor het terreinteam een prima periode om klussen uit te voeren waarvoor in het groeiseizoen geen tijd is. In december en januari onderhoudt de WMD de bossen en houtwallen. Loofbos van ongeveer 15 jaar oud wordt uitgedund. Het verwijderen van bomen voorkomt dat het bos dichtgroeit. De overgebleven bomen krijgen meer ruimte en licht om zich te ontwikkelen. Sommige onderhoudswerkzaamheden worden bewust naar de winter verplaatst, om足dat ze op andere momenten het planten- en dierenleven verstoren. Het baggeren en schoonmaken van sloten en poelen bijvoorbeeld. Dit gebeurt in oktober en november, vlak voordat de kikkers en padden aan hun winterslaap beginnen en zich onder de modder wroeten.

foto: Joop van de Merbel

Ook in de winter is het de moeite waard om een waterwingebied te bezoeken. De vrieskou onder een helder blauwe lucht; een heerlijke dag om een frisse neus te halen. Kijk op www.wmd.nl voor wandelroutes.

Deze pagina wordt verzorgd door NV Waterleidingmaatschappij Drenthe


26

Erfgoed Terugkomend van een vakantie uit Zuid-Europa en het regent juist op dat moment in Nederland, dan kan de treurnis even toeslaan. Het groene bladerdek hangt dan druipend als een dik pak boven je hoofd en laat geen sprankje licht of lucht toe. Zo anders is het landschap in de winter. Het bladerdek is dan verdwenen en de takken hebben vrij spel. Ze tekenen zich af tegen een strak blauwe lucht of bewegen mee met voortjagende wolkenhemels. Het landschap wordt transparant.

Jacqueline Muffels*

foto: Hans Dekker

Winter op het boerenerf Op het boerenerf is het niet anders. Ook dat ondergaat een gedaante­ wisseling in de winter. Het ontdoet zich van zijn jas. Het erf wordt transparant en geeft zich bloot. Door het takkenspel tekenen de boerderijen zich af als driehoeken. Oude rieten daken geven zachte, golvende contouren. Nieuwe daken, afgedekt met pannen of plaatmateriaal geven een harde contour. Schuren en schuur­ tjes, het stookhok en de mestsilo komen te voorschijn en worden herkenbaar. De landbouwwerktuigen op het erf staan als oude dieren te rusten. In de moestuin wachten de kolen op een late oogst... Hagen leggen als het ware een bolle krans om het erf heen. Vooral de mei­ doornhaag met zijn fijne, grijze takken­ structuur doet het goed in de winter.

De beukenhaag valt op door zijn bruinrode kleur. Witte hekken trekken strakke, lange lijnen. Het boerenerf is in de winter als een boeiende ets, spaarzaam ingekleurd met donkere aardetinten met hier en daar een wit of groen accent. Wintersilhouetten

In de winter krijgt elke boom zijn eigen kenmerkende silhouet: de Eik robuust en grillig, de Linde slank en sierlijk, de Wilg fijn vertakt. De Els draagt proppen. Fruitbomen tekenen zich af met een stevig, gedrongen takkengestel, soms met hier en daar nog een vrucht. Ook het verschil tussen een knotlinde en een leilinde is nu goed te zien! Wintergroene bomen en struiken kwamen vrijwel niet voor in het

Drentse landschap, dus ook niet op het boerenerf. Alleen de Hulst, die immers inheems is in Drenthe, vond er een plek. Op het erf zijn ze ’s winters duidelijk te herkennen: voor de boerderij voor de sier, achter losstaand bij de boerderij, bij de schuren of als plukken donkergroen in singels en hagen, willekeurig uitgezaaid door vogels. Een enkele keer treffen we in het dorp een volledige haag van Hulst aan. Vroeger werd er op het erf bescheiden wintergroen aangeplant: een enkele, los­ groeiende Buxus om een palmtak van te kunnen snijden of een Rodo­den­­dron als sierheester in de voortuin bij een welvarende boerderij in de jongere veenontginningen. Weinig groen op het erf had een reden. Als de bomen hun blad namelijk verloren zocht men


Erfgoed

27

extra heesters voor meer beslotenheid. In het dorpsbeeld vallen ’s winters vooral de contouren op van de hagen. De fijne, bladverliezende meidoorn­ haag geeft een rustiger winterbeeld dan de grovere, ritselende beukenhaag, die zijn dode blad behoudt. Bovendien geeft de meidoorn een minder af­gesloten gevoel waardoor de bewo­ ners meer kunnen genieten van de doorkijkjes op het erf. En wie een enkele bank tegen het huis laat staan kan in de winterzon nog lekker nage­ nieten van de winterse silhouetten...

*  Ir. J. Muffels is lid van de Werk­ groep Boerenerven Drenthe.

de beschutting van de boerderij op en bleef men meer binnen. Door het kale hout hield men zicht op het land en de velden. Doorzichten

Tegenwoordig worden veel meer groenblijvende bomen en struiken op het erf geplant. Voor en achter de boerderij worden vaak dennenbomen en wintergroene sierheesters neergezet. Bladverliezende singels en hagen worden vervangen door doodsogende fijnsparrenbosjes en wintergroene schermen van andere coniferen of Laurierkers. Ook de overdadig vorm­ gegeven buxuspartijen vragen voort­ durend de aandacht. Het erf wordt een in zichzelf gekeerd, immer groen eiland, afgesloten van het landschap. Het doet niet meer mee aan de

gedaantewisseling tijdens de seizoenen. De doorzichtigheid, die juist zo karakteristiek is voor het landschap in de winter, dreigt van het boerenerf te verdwijnen. De eenheid tussen erf en landschap wordt doorbroken. Als bewoners van boerderijen in de winter wel beschermd willen worden tegen invloeden van buitenaf, dan kunnen ze proberen om binnenshuis meer privacy te creëren. Bijvoor­beeld door naar binnen schijnende auto­lampen met gordijnen te weren. Bewoners die bang zijn dat dat bladverliezend groen niet voldoende privacy en beschutting levert in de zomer, hebben het mis. Kies voor een terras om te zitten bij voorkeur een plek in de beschutting van de boerderij of een schuur(je). Plant eventueel een haag of

Onlangs is door de werkgroep Boerenerven een nieuwe Nieuwsbrief Dahlia’s en Duizend­ schonen, nr. 4, over fruitbomen op het erf uitgegeven: ‘Het erf, tussen bellefleur en juttepeer’. Deze kost € 1,00 en is bij het rentambt verkrijgbaar (excl. verzendkosten).

tekeningen: Greet Bierema

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van Stichting Drentse Boerderijen en ondersteunt de Werkgroep Boerenerven Drenthe.


28

Interview Bij Berend Spiegelaar (79) staan altijd wel een paar koffiekopjes op de bruine pers waarmee de tafel is bekleed: “Ik heb hier veel aanloop. Dat kost me heel wat koffie en cake”. Zijn grijsblauwe ogen kijken vrolijk; hij houdt van aanspraak en zit zelf ook niet gauw verlegen om woorden. Binnen heeft hij zijn eigen sfeer gehandhaafd, al is de boerderij onlangs helemaal vernieuwd.

“Pa wilde een pink, moe nieuwe gordijnen”

H a r r y f o t o :

Een vers pak stro op het dak, pas gemetselde muren, nieuwe boomdikke palen dragen de dakconstructie, maar de aanloop blijft als vanouds. Elke morgen komt buurman Jan Ellens (94) langs de meidoornheg gelopen om een bakkie te doen. Vanaf de weg is een oude open kapschuur te zien: “Die is gezet toen ik jong was, zo’n 70 jaar geleden. De gebinten komen uit het Anlooër bos; die hebben eerst een jaar in het water gelegen”. Hij wijst: de bosjes pijpestro die tussen de panlatten en de pannen geklemd zitten (dokken), heeft hij als kind eigenhandig met een broodmes op de Vijftig Bunder moeten snijden om te voorkomen dat wind en regen onder de pannen door zouden gaan. Spiegelaar schat dat het huis er al tachtig jaar stond toen hij met zijn vader, broers en timmerman Hovenkamp de kapschuur bouwde. “Toen ik jong was, zat er al houtworm in. Mijn ouders kochten huis en erf in 1920 voor 2200 gulden. Het geld leenden ze in Glimmen bij de boer waar vader voor werkte. Ze zijn hier met een kalf en een geit begonnen”. In die tijd zaten er drie gebinten in. “Er was een koestal en een varkenshok. Op 3,5 meter naast het huis stond een

C o c k

I n e k e N o o r d h o f f e n Tr u d y S t e e n h u i s *


Interview

schuurtje; naar de waterput moesten ze even een stukje lopen”. Paardenkracht

Vader Spiegelaar pakte alles aan waar wat mee viel te verdienen. Zo kon de loonwerker met zijn familie een eigen boerenbedrijfje opbouwen. “Als er dan wat geld was, wilde pa een pink kopen en moe nieuwe gordijnen. Pa kreeg meestal eerst zijn zin”, schetst hij de verhoudingen thuis. Met drie broers was het een echte mannenhuishouding. Moe Spiegelaar stond bekend als een lieve vrouw. “Van moetje kon je alles gedaan krijgen”. Met hard werken wist de familie zich te redden. “Mijn pa kreeg op een zeker moment ook een paard, een groot paard. Maar de deel was niet hoog genoeg, het paard stootte zijn hoofd. Vandaar dat het dak van de deel omhoog is gebracht”. Tot diep in de jaren zeventig werkte Spiegelaar met aangespannen paarden op het land. Hij was een van de laatste boeren die de levende trekkracht benutte en dat viel op. “Piet Meneer, dat was een hobby­ fotograaf, heeft er foto’s van gemaakt. Die staan op een kalender”. Lang woonde Berend met zijn beide ouders: vader overleed in 1979; moeder werd 93 jaar. “We zorgden voor elkaar. Zij kookte eten, maar op ’t laatst zag ze niet goed meer, dan moest ik helpen”. Eten koken, doet Berend nog elke dag. Hij wil blijven wonen in het huis waar hij is geboren. “Ik voel me hier het beste”. Verkommerende stallen

In 1979 verdwenen de koeien uit de deel. “Ik heb toen wel wat bouwland

gehouden. Jan Ellens was bij mij aan het werk. Ik had een stuk of achttien koeien. Maar toen ik 54 jaar was, ben ik afgekeurd vanwege astma.” Het was de tijd dat enkele boeren uit Midlaren een groeispurt namen: zij bouwden een ligboxenstal voor het melkvee en verhoogden de productie met behulp van nieuwe inzichten en technologie. Vanuit het raam ziet Spiegelaar de enorme stallen van de familie Kruims: sinds 2001 melken twee robots daar de 150 melkkoeien. Kruims is een van de drie overgebleven melkveehouders van het dorp. Op de graslanden rondom Midlaren lopen nog wat vleeskoeien maar vooral paarden. Spiegelaar ziet ze vaak, met meisjes op hun rug, langs komen draven. Na het vertrek van de laatste koeien raakte de stal langzaam in verval. Eind jaren negentig kwam er een gat in het dak van de deel: bij elke storm werd het groter. En Spiegelaar liet het maar. “Als ik mijn zin had gekregen, had ik alles eraf getrokken twintig jaar geleden en een nieuw huis erop gezet. Maar dat mocht niet”. Het halfsteensmuurtje bleef licht voorover hangen; onder­ tussen verkommerde de deel.

29

scherven en wat vuursteen. Berend kon een glimlach niet onderdrukken toen hij de archeologen met fijne kwastjes in de grond zag werken: vroeger groeven hij en zijn broers gewoon met een schep in de bodem. “Ze hebben een kleien pot gevonden – ja, hij was wel kapot hoor – maar je mag er haast nog niet naar kijken, zo zuinig zijn ze ermee”. Toen de archeo­ logen weer eens bij hem aan tafel ach­ ter de koffie zaten, kon hij het niet laten ze in de maling te nemen. “Ik zei: ze moeten mij niet te ver slepen. Daarom heb ik me hier een graf gekocht bij de hunebedden”. Zijn lach rolt tussen de koffiekopjes door over tafel.

Kostbare scherven

Tot in 2001 Stichting ‘Het Drentse Landschap’ de keuterij kocht en ging werken aan het behoud. Inmiddels is de deel vernieuwd; wellicht krijgt ook de kapschuur nog een opknapbeurt. Onder de vloer is bij de restauratie aardewerk uit de trechterbekercultuur gevonden. Waarschijnlijk stuitten de archeologen op een offerkuil, met daarin een complete, versierde kom. In een tweede kuil vond men pot­

* Voor dit artikel is geput uit “Het geheugen van Midlaren”, door Ineke Noordhoff en Trudy Steenhuis. ISBN 90-75115-35-0; Uitgeverij Drenthe; e 17,50 bij boekhandel Wolters, Stationsweg 15D, Zuidlaren (of door het bedrag over te maken op giro 81965 t.n.v. T. Steenhuis).


30

Het Drense Landschap

Vlier

f o t o :

W i l

M e i n d e r t s / F N

Stinkerds

Joan D.D.Hofman*

Flederbom, ick klag di, Dat Fewer plagt mi, Ick klag di ’t an, Un ga dorvan. Met een vliertak in de hand sprak men in de Middeleeuwen dit versje uit wanneer men koorts (Fewer) had. Of het hielp, weten we niet. Al sinds de prehistorie is er een sterke band tussen mens en Vlier. Ze zochten elkaar als het ware op. De Vlier, nu een algemene struik, ooit gerespecteerd om zijn mystieke en geneeskundige krachten. Mede door dat laatste neemt de Vlier

een bijzondere plaats in de folklore in. Van nature heeft de Vlier een plaats op voedselrijke, kalkrijke plekken, zoals je die in de duinen en langs rivieren aantreft. Plekken met veel dynamiek. Geschikte omstandigheden daarbuiten ontstonden, toen de mens in het land­ schap ging rommelen. Uit vondsten van stuifmeel en zaden weten we dat de Vlier al een plek vond bij bewoning in de prehistorie. De Vlier volgde de mens op de voet. Dat moest wel toverij zijn en daarom werd de Vlier met respect behandeld. Men was er van overtuigd dat de Vlier bescherming bood tegen boze geesten, bliksem en vuur. Bij allerlei rituelen werden takken of bladeren gebruikt om het kwaad te bezweren. Iemand die een Vlier omhakte of verbrandde, riep het onheil over zich af.

Al vroeg in het voorjaar springen de bladknoppen van de Vlier open. Eind mei komen de dichte, sterk vertakte bloeiwijzen met grote aantallen kleine, witte bloempjes, de vlierbloesem. Er hangt dan een zoetige, licht bedwelmende geur die de bittere geur van de bladeren tijdelijk overtreft. De bloempjes hebben geen nectar en trekken dan ook betrekkelijk weinig insectenbezoek. Bij de bestuiving speelt vooral de wind een rol. Door de uitbundige bloei vallen Vlieren in deze periode op. Zoals gezegd, de jonge takken en bladeren verspreiden een onprettige reuk. Dat vinden vliegen ook. Tip: Een bosje jonge vliertakken aan het hoofdstel houdt de vliegen verre van je paard. En zo je wilt ook uit de kamer, maar dan zit je wel in de stank. Sappige bolletjes

Na de bloei is de Vlier een onopvallende struik, al is hij aan zijn diepgegroefde, grijze oudere takken makkelijk te herkennen. Hij komt pas echt weer in beeld in september als de bessen gerijpt zijn: smakelijk uitziende, opvallend glanzende zwarte, sappige bolletjes. De zware bessenlast doet de takken soms diep buigen. Hun bitterzoetzure smaak zal niet iedereen bekoren. Door ze te koken en met flink wat suiker erbij worden ze verrukkelijk. Bovendien zijn ze erg gezond. Vogels zijn minder smaakgevoelig. Voor de miljoenen doortrekkende zangvogels zijn vlierbessen een belang­ rijke voedselbron. Hun consumptie wordt zichtbaar in de talloze blauwe


Ook al vroeg ontdekte men dat de Vlier uiterst nuttig gebruikt kon worden. Allereerst denk je dan natuur­ lijk aan de rijkdom aan sappige bessen. Het paarsrode sap is behalve een smakelijk en gezond voedingsmiddel een krachtige verfstof voor bijvoor­ beeld textiel of haren. De Romeinen waren meesters in het mengen van plantaardige sappen tot verfstoffen en inkten. Daarbij speelde vlierbessensap een belangrijke rol. Tegenwoordig wordt er nog van

foto:

Piet

Munsterman/FN

Flierefluiter

De gebruiksmogelijkheden van het harde, witte hout zijn beperkt. Dit komt vooral doordat de takken gevuld zijn met sponzig, wit merg. Uit de tijd van voor het plastictijdperk zullen velen zich nog herinneren dat je een houten buisje kon maken door dat merg er uit te peuteren. En dat werd dan een blaaspijpje bijvoorbeeld om het vuur aan te jagen, een proppen­ schieter of een fluitje. Zo valt te begrijpen waarop een ‘flierefluiter’ geblazen heeft. De oude Grieken noemden hun fluiten ‘sambuca’ en dat zou de naam bepalen van de Vlier die in het wetenschappelijke jargon Sambucus nigra heet. Nigra betekent ‘zwart’ en dat slaat op de bessen. De Vlier is algemeen in Drenthe in singels, houtwallen en bosranden. De binding met bewoning is wat af­gezwakt. Zijn historische plaats op het boerenerf wordt steeds meer in­genomen door coniferen en andere sierstruiken. Jammer. Er is op elk erf

W i m

Gebruiksplant

f o t o :

vlierbessen sap en jam gemaakt, zelfs vlierbessenjenever. Van de bloesems kun je heerlijke thee of limonade maken. Of je laat ze even meetrekken in een deeggerecht voor een speciaal smaakje. Op het vlak van de geneeskunst kon men in oude tijden alles van de Vlier gebruiken: bladeren, bloesem, bast, bessen, wortels. Voor alle mogelijke ziekten bood (of biedt?) de Vlier wel een medicijn. Een complete huis­ apotheek. In de homeopathie kom je hem nog tegen.

poepvlekken die we op straat en op de auto aantreffen. Voor de Vlier is dit echter een perfecte manier om zich te verspreiden, want de zaadjes verlaten de vogeldarm onaangetast.

31

K l o m p / F N

Het Drense Landschap

Jam

Laat 500 gr rijpe bessen zachtjes sudderen. Voeg al roerend 500 gr suiker toe. Roer er het sap van een citroen door en laat het zachtjes inkoken tot de gewenste dikte. Voor gelei het bessen/suiker-mengsel door een roerzeef persen en daarna het citroensap toevoegen en inkoken.

p o o r i s e d a n o m i L

Doe 20 grote jonge bloemschermen in 2 liter koud water. Laat dit 3 dagen trekken op een warme plaats. Zeef het daarna door een doek. Breng de vloeistof aan de kook en voeg al roerend 1 kg suiker, 2 zakjes vanillesuiker en het sap van 2 citroenen toe. Vijf minuten laten koken. Een scheutje in koude witte wijn levert een heerlijk aperitief.

en in elk tuintje wel een hoekje waar een Vlier de bewoners en de vogels plezier kan bieden. Het hoeft niets te kosten, want ze zijn gemakkelijk te stekken. En... je houdt boze geesten verre van je. *  Drs. J.D.D.Hofman is bestuurslid en redacteur van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


32

Stichting Oude Drentse Kerken

Een uniek monument

Roomse kerk in Veenhuizen Cor Rodenburg*

textielcontainer van het Leger des Heils met het opschrift: ‘Wij geloven’. Tot onze spijt is het gesprek over de mogelijke overdracht van de hervormde kerk aan de SODK abrupt en zonder motivatie door de Rijksgebouwen­ dienst afgebroken. Jarenlang werd er gesteggeld over de toekomst van de rooms-katholieke kerk. Het begon in 1985. Restauratie

De rooms-katholieke kerk in Veenhuizen, vernoemd naar de heilige Hiëronymus Aemilianus, patroon­heilige der wezen, verandert begin volgend jaar waarschijnlijk weer van eigenaar. In 1823 stichtte de Maatschappij van Weldadigheid hier een roomskatholieke kerk. 36 jaar later, in 1859, kwam het bedehuis in bezit van de Staat die het tot 1996 beheerde. De Stichting Drents-Overijsselse Kerken (SDOK) nam toen het godshuis over. Na drie eigenaren komt het monument volgend jaar naar verwachting in bezit van de prille Stichting Oude Drentse

M e l l e f o t o :

De rooms-katholieke kerk is een uniek monument. Uniek omdat het qua bouw afwijkt van de doorsnee katholieke kerken, maar ook omdat het het werk is van verpleegden en gedetineerden. Zo is de fraaie houten zoldering – waar vind je die nog in een kerk? – in ‘eigen beheer’ gemaakt. Dat geldt ook voor het priesterkoor. En dan te bedenken dat het Rijk jarenlang met plannen rondliep om het gebouw te slopen. De Bond Heemschut heeft dit weten te voorkomen met het pleidooi om er een beschermd monument van te maken. De Bond kreeg daarbij steun van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. De overbuur, de achtkante hervormde kerk uit 1823, was al beschermd monument. Het is daar een ‘gelovig hoekje’: hervormde en rooms-katholieke kerken en de School met den Bijbel (ooit de eerste roomse kerk!) en daar middenin een

B u r u m a

Kerken (SODK).

was dringend nodig. Het Rijk dacht eraan om de gemeenschap onder te brengen in de oude hervormde kerk. Hoe bedacht men het, zo’n combinatie van protestants en rooms! Een andere optie was de bouw van een kleine kerk, want het aantal parochianen liep terug en bovendien was de gedreven­heid tot kerkbezoek onder de gedetineerden ook niet zo groot.


Neo-gotiek

In 1823 werd weliswaar een roomskatholieke kerk gebouwd, maar die werd na enkele decennia te klein. Het duurde nog tot 1891-1893 eer er een nieuw gebouw verrees. Het oude kerkje staat nog steeds vlakbij de huidige kerk en doet nu dienst als School met den Bijbel. In het begin heeft het nog een aantal jaren als hulp-cellengebouw dienst gedaan. De bouwmeester van het Rijk in het Veenhuizer complex, W.C. Metzelaar, kreeg de opdracht tot nieuwbouw. Het was een man die net als zijn vader en voorganger vasthield aan ambachtelijke stijl. Hij ontwierp een kerk in een enigszins neo-gotische stijl, maar een­ voudig en met een eigen karakter. Het werd een grote zaalkerk, zonder pilaren, met aparte zitplaatsen voor de ambtenaren en daarnaast nog eens 800 plaatsen voor de ‘verplichte bezoekers’. Het plafond werd in hout – met versieringen – uitgevoerd in plaats van steen dan wel stucwerk. Die houten zoldering wordt gezien als de

M e l l e f o t o :

Er kwam geld en een idee voor een kleinere kerk. De uitverkoren plek was de hoek van de Hoofdlaan-Kerklaan. Het college van Gedeputeerde Staten (GS) stond dit echter niet aan. De argumenten waren zo aanvechtbaar dat iedereen zich erover kon verbazen dat ze werden op­gevoerd. Ze werden met succes aangevochten: de Raad van State verklaarde het besluit van GS nietig. Ondertussen bleek die strijd overbodig, want de Bond Heemschut had succes gehad: de kerk was tot beschermd monument verheven. En zo kon in 1993 het eeuwfeest van het huidige gebouw worden gevierd.

33

B u r u m a

Stichting Oude Drentse Kerken

oorzaak van de voortreffelijke akoestiek in de kerk. Het Roder Jongenskoor maakt daarvan heden ten dage dank­ baar gebruik. De zaalkerk telt acht traveeën (gewelf­ vlakken), heeft hoge, grote boog­ vensters, met spitsbogen van natuur­ steen. Het hoofdaltaar is aan de oost­ zijde (de kant van de opkomende zon, de richting naar Jeruzalem). De kerk is gebouwd van west naar oost. Metzelaar volgde hiermee de Heilige Linie, zoals door J.A. Alberdingk Thijm in zijn boek van 1858 beschreven. Hij gaf daarin aan dat de oostwaartse richting van kerk en altaar het hoofdbeginsel was van de kerkelijke bouwkunst. Waardevol

De SDOK heeft ervoor gezorgd dat een deel van de kerk gerestaureerd kon worden en dat is natuurlijk prachtig. Maar af is het nog lang niet. Er is bijvoorbeeld maar één toilet, terwijl er drie behoren te zijn. Dat aantal is ook nodig omdat er nogal wat concerten zijn in de zaal met zijn ‘ziende bekapping’. Bijzonder in de gewelfde apsis (priester­ koor) is de schildering van Christus’ Hemelvaart. Omdat de Haagse reclame­ schilder Adolf Gantzert in de oorlog geen beste was geweest, werd hij voor vijf jaar naar Veenhuizen gestuurd. Hij

wist de pastoor te overtuigen van zijn gaven en mocht het gewelf vullen. Het is een geslaagd werkstuk geworden uit de jaren 1946 en ’47, met een Christus­ figuur, twee engelen en elf apostelen (Judas was inmiddels afgevoerd). Maar er stond nog een figuur op in het linkse segment. Wat stelde de rechtse en in de kruisgang onbekende figuur met bedelstaf voor? Ruim tien jaar geleden kwam de oplossing van een van Gantzerts kleindochters, die het familie­ verbod – geen contact met ‘hem’ – doorbrak en eens in Veenhuizen kwam kijken naar wat opa zou hebben geschilderd. Het werd een emotionele ontmoeting en ontdekking: ‘Dat is opa!’. Maar... zoals excursieleider Jan de Maar inmiddels heeft ontdekt, één van de engelen is ‘oma’. Een boeiende kerk, een waarlijk cultureel erfgoed, net zoals heel Veenhuizen.

*  C. Rodenburg is vrijwillige medewerker van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van Stichting Oude Drentse Kerken.


Bedankt

In 2004 heeft Stichting ‘Het Drentse Landschap’ dankzij de steun van de Nationale Postcode Loterij talloze projecten kunnen realiseren. Zo konden we restauraties uitvoeren aan de Wildenberg en de keuterij Midlaren. We konden werken aan diverse natuur­ontwikkelingsprojecten in het Oude Diep en het Hunze­­dal, maar ook was het mogelijk om het boek van Theo Spek over Het Drentse esdorpenlandschap mede uit te geven. Het werk dat Stichting ‘Het Drentse Landschap’ met de steun van de Nationale Post­code Loterij kan doen, betekent winst voor de natuur, cultuur en voor de mens. Maar u wint ook, want bij de Postcode Loterij maakt u elke maand kans op duizenden prijzen. Als u meedoet aan de Postcode Loterij wint u dus eigenlijk altijd. Pak die kans en geef zo de natuur en cultuur in Nederland extra steun. Bel: 0900 – 300 1500 (35 cpm)


foto:

Joop

van

de

Merbel

foto:

Joop

van

de

Merbel

Aankopen

In de afgelopen periode werd de grootste oppervlakte verworven in het Hunze­dal. Het is duidelijk dat de grondmobiliteit in dit gebied erg groot is, de beschikbare middelen zijn veelal de beperkende factor. Veel gronden langs de Hunze worden aan­gekocht door middel van kavelruilen. Hiermee worden twee doelen gediend omdat naast de grondverwerving voor natuurontwikkeling ook aandacht kan worden besteed aan de verbetering van de landbouwstructuur. Landbouwers staan hun soms voor de akkerbouw wat minder geschikte percelen langs de Hunze af om gronden van betere kwaliteit terug te krijgen. Uiteraard is het doel daar­bij gericht op een verbetering van de verkaveling, bijvoorbeeld omdat gronden dichter bij het bedrijf liggen of goed aansluiten bij andere kavels. Zo kan de ‘scheiding van functies’ soepel verlopen, waarbij meer dan één partij voordelen heeft. Goede contacten in de streek en goede samenwerking zijn in dergelijke processen van essentieel belang. Daarom is binnen het Hunzeproject het kavelruilproject gestart. Hierin werkt de Stichting intensief samen met de Dienst Landelijk Gebied, de aankoper van het Bureau Beheer Landbouw­gronden, de Provincie Drenthe en de kavelruilcoördinator van de NLTO. Het hele proces wordt gevolgd door de kavelruiladviescommissie onder leiding van burgemeester mevr. Slagman van de gemeente Borger-Odoorn. Het kavelruilproject is erg intensief met veel vergaderingen en besprekingen,

maar het resultaat kan ook veel vol­ doening op­leveren. De Stichting kan zo op een groot aantal verschillende plaatsen gronden langs de Hunze in eigendom krijgen. Voor ‘Het Drentse Landschap’ is het van belang om aaneengesloten eigendommen te verwerven zo­dat ook de uitvoering van natuur­ontwikkeling ter hand kan worden genomen. Op dit moment is de aandacht gericht op het gebied Torenveen, globaal gelegen tussen de N33 en Gasselternijveen. Met betrokken landbouwers wordt geprobeerd tot ruilingen of verkopen te komen zodat hier een deel van de Hunze weer kan meanderen. Hiervoor moeten de besteksvoorbereiding van deze in­richtingsplannen en de grondverwerving zorgvuldig op elkaar worden afgestemd. Begin volgend jaar zal duidelijk worden of ook hier op korte termijn een nieuw natuurgebied kan ontstaan. Ook buiten het Hunzedal heeft een leuke grondoverdracht plaatsgevonden. Auto­ mobilisten die gebruik maken van de snelweg N 381 rijden ten zuidwesten van Westerbork als het ware door de heide. Ter hoogte van het Scharreveld snijdt deze autoweg de Boekweitenplas in twee delen. Aan de zuidkant van de weg ligt het 300 hectare grote reservaat het Scharreveld van de Stichting. Aan de noordkant van de weg ligt nog een smalle strook heide die bij de aanleg van de weg van het overige gebied werd afgesneden. Deze strook heide was eigendom van de Provincie Drenthe. De Provincie heeft besloten dit gebiedje

voor een symbolisch bedrag aan de Stichting over te dragen, waardoor beide delen van het gebied eigendom van de Stichting zijn geworden. Dit jaar viert de Stichting haar 70 jarig jubileum en wat zou mooier zijn dan het bereiken van de mijlpaal van 7.000 ha in beheer juist in dit jubileumjaar. Met de op handen zijnde ruiling met het Staatsbosbeheer lijkt dit te lukken... De aankopen uit de afgelopen periode:

De Slagen 13,09.15 ha cultuurgrond Heidenheim 0,66.80 ha bos Hunzedal 3,92.80 ha cultuurgrond nabij Gieterveen 7,82.24 ha cultuurgrond nabij Tusschenwater 22,12.10 ha cultuurgrond nabij Gasselternijveen 7,38.90 ha cultuurgrond te Eexterzand­voort 7,83 ha cultuurgrond te Gasselter­boer­veen 3,59.40 ha cultuurgrond te Buinerveen Scharreveld 3,84.95 ha natuurgebied


36

Berichten

Kortweg 1 – Reestdal In het gebied Rabbinge langs de Reest werden door mede­ werkers van de Vlinderstichting drie Zilveren manen waar­ genomen. Tot nu toe werd er van deze zeldzame moeras­ vlinder zeer zelden in dit gebied een zwerver waargenomen. Het feit dat het er nu drie zijn en dat ze gesignaleerd zijn in de buurt van een plant waar ze hun eitjes op afzetten, het Moeras­ viooltje, lijkt veelbelovend. Volgend seizoen zal dan ook nader onderzocht worden of de soort zich heeft voortgeplant.

3 – Landgoed Rheebruggen Op het landgoed werd in september door een mede­ werker een dode Ringslang gevonden. Het dier is vermoedelijk onder een auto gekomen. Dit is, voor zover bekend, de eerste waarneming van Ringslangen op dit land­ goed. Bij het Uffelter Binnen­ veld – op slechts 2 km afstand van dit landgoed – worden wel regelmatig Ringslangen aan­ getroffen. Het ontbreken van de soort op Rheebruggen, dat op zich een geschikt leefgebied lijkt te zijn, lijkt samen te hangen met de onpasseerbaar­ heid van de Drentse Hoofd­ vaart. Hoewel Ringslangen uitstekende zwemmers zijn hebben de steile oevers een sterke barrièrewerking. Op kleine schaal zijn hier

2 – Hunzedal Op veel fronten bruist het van de activiteiten in het Hunzedal. In de bovenloop speelt LOFAR: de supertelescoop die Astron bij Exloo wil realiseren. Voor een deel overlapt het gebied waarbinnen LOFAR gerealiseerd moet worden, de voor natuurontwikkeling bestemde gronden langs het Achterste Diep en het ‘ster­ gebied’ op de flank van de Hondsrug. Momenteel onder­ zoeken Astron en ‘Het Drentse Landschap’ in hoeverre door samenwerking hun beider doelen sneller en beter verwezenlijkt kunnen worden.

inmiddels enkele fauna-uittree­ plaatsen gerealiseerd. Mogelijk dat het gevonden dier één van de eerste exemplaren is die hiervan wist te profiteren. Hopelijk een voorbode voor betere tijden.

2

ASSEN

1 6

7

4

2

3 EMMEN 5 HOOGEVEEN

MEPPEL 1 1

Ringslang

4 – Doldersummerveld

foto: Geert de Vries

De vrijwilligers Maryan Verver en Bastiaan Walpot doen hier al enkele jaren een reptielen­ onderzoek. Zij zagen op hun laatste telronde in september maar liefst elf Adders, zeven Ringslangen en een hagedis. Om meer te weten te komen over het wel en wee van de Gladde slang in het Dolder­ summerveld is de vaste telronde ondertussen uitgebreid met een plaatjesroute. Door metalen golfplaatjes uit te leggen, kunnen schuwe reptielensoorten zoals de Gladde slang en Hazel­

worm, beter geteld worden. De dieren verstoppen zich graag onder de plaatjes om zo, zonder gezien te worden, wat zonnewarmte te kunnen op­vangen. Langs het fietspad werd recent een grote groeiplaats van de Kleine stinkzwam aangetroffen. Dit ‘kleine broertje’ van veel algemenere Grote stinkzwam wordt maar zelden aangetroffen. Net even iets sierlijker uit­ gevoerd en met een iets minder penetrant geurtje.


Berichten

37

5 – Oude Diep

Inmiddels is ‘Het Drentse Land­schap’, met steun van de Provincie en het Waterschap

Reest en Wieden weer een nieuwe fase ingegaan in het Oude Diep-project. Royal Haskoning is bezig met het voorbereiden van natuur­ plannen in de Pesserma bij Stuifzand, de Oostermaat bij Zwartschaap en de Eekma langs het Landgoed Vossen­berg. Eind 2004, begin 2005 zal dit met de omgeving worden besproken en de hoop bestaat dat het plan in 2006 uitgevoerd kan zijn. Voor de vrijwilligers werd er dit jaar een libellencursus georganiseerd. Hierbij werden twee inventarisatie-excursies gehouden door de Zuidmaten en langs de aangrenzende VAM-berg. Dankzij de natuur­ vriendelijke inrichting ontwikkelt dit gebied zich als een waar eldorado voor libellen. Het gebied bood de cursisten de mogelijkheid om veel soorten libellen en waterjuffers beter te leren kennen. Ook werd hier deze zomer een Zuidelijke glazenmaker waar­ genomen. Deze uit ZuidEuropa afkomstige soort is, voor zover bekend, nog maar één keer eerder in onze provincie waargenomen.

Tijgerspin

foto: Dick van Dorp

Met middelen uit het Natuu­r­ offensief van het Ministerie van LNV is inmiddels het project Reigerveen gerealiseerd, gelegen zowel in het dal van het Oude Diep als in het Landgoed Vossenberg. Het ziet er prachtig uit en is prima ontsloten vanaf de Bruntinger­ weg en het Linthorst-Homan­ kanaal. Een ander onderdeel van het Natuuroffensief in het Scharre­ veld dreigde niet op tijd uit­ gevoerd te kunnen worden. Oorzaak was een bezwaar van een omwonende waaruit bleek dat de gemeente het bestemmingsplan niet helemaal in orde had. Inmiddels is dat hersteld. Via een schorsings­ verzoek bij de Raad van State heeft de particulier alsnog geprobeerd om het project stop te zetten. Dat is ook niet gelukt. Met grote opluchting kon begin november ook dit natuurontwikkelingsproject opgeleverd worden. In 2005 zullen we in het kwartaalblad extra aandacht aan deze projecten schenken.

6 – Drouwenerzand Uit een dit jaar uitgevoerde broedvogelinventarisatie blijkt dat het Drouwenerzand zijn betekenis voor vogels van de droge heide goed weet vast te houden. Van de zeldzame Tapuit die het de laatste jaren overal bijzonder moeilijk lijkt te hebben, werden er in dit terrein toch nog drie broed­ paartjes vastgesteld. Ook de Nachtzwaluw werd aan­

getroffen. Verder is het terrein opmerkelijk rijk aan Boom­ leeuwerikken, Boompiepers en Roodborsttapuiten. Tijdens de eerste ronde in het voorjaar werd een Klapekster waar­ genomen. Dit bleek helaas slechts een overwinteraar te zijn en geen lokale broedvogel. In tegenstelling tot vorig jaar werd er dit jaar geen Grauwe klauwier meer aangetroffen.

7 – Hijkerveld Net als in het Uffelter Binnen­ veld werden er ook op het Hijkerveld voor het eerst Tijgerspinnen waargenomen. De Tijgerspin, vanwege zijn kleuren ook wel Wespspin genoemd, is een bijzonder grote bontgekleurde spinnen­ soort. Het dier is afkomstig uit Zuid-Europa en breidt zijn leefgebied de laatste jaren geleidelijk uit naar het noorden. Zeer waarschijnlijk is dit een gevolg van het opwarmende klimaat. Jonge Tijgerspinnetjes veroveren nieuwe gebieden door zich aan

een lange spindraad mee te laten voeren door de wind. Als het gebied en het klimaat geschikt zijn groeien de dieren na de eerste winter uit tot vol­ wassen spinnen. De vrouwtjes kunnen hierbij bijna 2 cm groot worden en horen daar­ mee tot de grootste spinnen­ soorten van Europa. Ook werden er dit jaar voor het eerst enkele Bandheide­ libellen waargenomen op het Hijker­veld. Ook dit is een soort die afkomstig is uit zuidelijker streken.


HELP! De Stichting Verzuipt

Juist in het jaar van haar 70e verjaardag wordt de Stichting ‘Het Drentse Land­schap’ overstelpt met allerlei bureaucratische werkzaamheden waardoor er het gevoel ontstaat dat we niet meer aan werken toekomen. Het begon al jaren geleden met het Programma Beheer, de beheers­ subsidie­regeling van het Ministerie van LNV. Bijna 5 jaar na in­voering is het nog steeds lastig om er mee te werken en het kost oneven­redig veel tijd om de subsidies aan te vragen, laat staan te wijzigen. Ondanks de recente evaluatie zijn de regeling en de procedures nog nauwelijks versoepeld. Ontwikkelingen op het gebied van de nieuwe CAO-Bos en Natuur zorgen voor nieuwe zorgen. Momenteel wordt er nog over onderhandeld, maar zo­als het zich laat aanzien zullen de loonkosten mogelijk aanmerkelijk stijgen. Op het gebied van personeel & organisatie vergt ook het implementeren van de nieuwe Personeelvertegenwoordiging veel tijd. Vanuit de ARBO-wet­­­geving zijn er ook steeds meer eisen t.a.v. de bedrijfs­voering. In december hoopt ‘Het Drentse Landschap’ het CBF-keur te ontvangen. Voorafgaand daaraan moesten onze statuten worden gewijzigd, moest er een klachtenregeling worden geïntroduceerd, is de systematiek van jaar­rekening en begroting volledig op z’n kop gegaan en moeten alle stichtingen in een geconsolideerde begroting worden samengebracht. Voorts moest er naast het jaarwerkplan een meerjarenbeleidsplan worden opgesteld. Om beter inzicht in de producten van ons werk te krijgen, is er een vol­ledig nieuwe codering in de weekstaten doorgevoerd. De boekhouding is via een nieuwe module direct gekoppeld met de urenregistratie en de project­administratie. Tenslotte is onze relatie met de Provincie Drenthe volledig op de schop. Er komt een einde aan de personele relatie onder de noemer van verzelf­ standiging. Dit proces wordt als een reorganisatie behandeld waarbij onder­handeld wordt over de implicaties voor individuele medewerkers en Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Tegelijk dreigen bezuinigingen voor de ‘groene organisaties’ en is een volstrekt nieuwe Algemene Subsidie Verordening door de Provincie vastgesteld. Dit bepaalt dat slechts voor één jaar subsidies worden verleend, hetgeen voor een op de continuïteit gerichte natuurbeherende organisatie grote onzekerheden met zich meebrengt. Ook deze toekomstige relatie vraagt weer een aparte wijze van begroten en verantwoorden. Natuurlijk beseffen we dat ‘Het Drentse Landschap’ niet los staat van de ontwikkelingen in de rest van de wereld. Tegelijk maakt het voorafgaande duidelijk dat het steeds lastiger wordt om tijd te vinden voor onze normale werkzaamheden, als over zo’n breed front van diverse gremia in de samen­leving steeds vaker moet worden voldaan aan steeds veranderende eisen. Dat komt zeker niet ten goede aan datgene waar we voor staan, namelijk het beschermen van natuur en cultuur in Drenthe!

E

HL HE LP

Diversen   Symposium “Breekbaar •landschap” In de sfeervolle omgeving van de statenzaal van het Drents Museum werd op vrijdag 5 november een symposium gehouden over het thema ‘Breekbaar landschap’. Aan­ leiding voor het symposium was het 70-jarig jubileum van de Stichting en het verschijnen van het boek Het Drentse es­dorpenlandschap van de land­ schapswetenschapper Theo Spek. Hij besteedt daarin onder meer aandacht aan de impact van het menselijk ingrijpen op het landschap vanaf de pre­historie. Tijdens het symposium hebben diverse sprekers hun visie gegeven op de broze relatie tussen architectuur en land­ schap. Hans Elerie, historisch geograaf, verving de zieke schrijver Theo Spek. In een interview met spreekstalmeester Jan Abrahamse, oud-redacteur van Noorderbreedte, zette hij uiteen hoe het onderzoek van de heer Spek toegepast kan worden. Professor Wim Denslagen, architectuurhistoricus, bepleitte dat architecten meer rekening moeten houden met de om­geving waarin een gebouw komt te staan. Onder leiding van de journalist Sietze van der Hoek werden de genodigden vervolgens uitgedaagd om mee te doen aan de discussie over mooi en lelijk. Zijn motto ‘Over smaak valt wel te twis­ ten’, leverde prikkelende dis­ cussies op over onder meer de dorpsuitbreiding bij Borger.

Directeur Eric van der Bilt hield tenslotte een betoog dat het belangrijk is dat provincie, gemeenten en erfgoed­ organisaties de handen ineen­ slaan om te voorkomen dat het landschap en alle waardevolle elementen hierin voorgoed verdwijnen. Het programma werd opgeluisterd door op­tredens van Marga Kool, Egbert Meijers en Rutger Kopland. Aan het einde van de middag werd het boek Het Drentse esdorpenlandschap door onze voorzitter Aleid Rensen uitgereikt aan Marga Kool en gedeputeerde Ali Edelenbosch.

•Per  Rectificaties abuis is in het vorige kwartaalblad vermeld dat mevr. Hogewind-de Nijs in Den Helder woonachtig was. Een oplettende lezer wees ons erop dat mevrouw Hogewindde Nijs al sinds 1943 in Drenthe woonde en werkte. Zij zette zich in al die jaren in voor het Drentse landschap. De Stichting ontving van haar een legaat van € 45.000,00. Bij de foto van de fietsroute ‘Langs de grens van het veen’ is vermeld dat deze foto door Geert de Vries is gemaakt. Dat is onjuist. Deze prachtige foto is door Jaap de Vries gemaakt. Onze excuses voor de foutieve vermelding.

L


39

Berichten

vrijwilligersdag •Op  Jaarlijkse 30 oktober werd de jaar­

actief •In  IVN-natuurgidsen het kader van de opleiding

lijkse vrijwilligersdag van ‘Het Drentse Landschap’ gehouden. Deze bijeenkomst is bedoeld om vrijwilligers elkaar beter te laten leren kennen, maar ook hoopt de Stichting zo iets terug te doen voor het vele werk dat de vrijwilligers jaarlijks verzetten. Dit jaar werd een bezoek gebracht aan het Zuidlaarder­ meerteam van ‘Het Groninger Landschap’. Dit is een groep van vrijwillige medewerkers die allerlei activiteiten rond het Zuidlaardermeer organiseert. Een goed moment dus om even in andermans keuken te kijken. Enkele enthousiaste leden van het team vertelden over ‘hun’ natuurreservaten en over het werk dat ze doen. Na een heerlijke Groningse koffie­ tafel werd er een tocht over het Zuidlaardermeer gemaakt en werd er gewandeld in het vloedmoeras van Leinwijk. Al met al een geslaagde dag, voor­ al dankzij het goede gastheer­ schap van het Zuidlaarder­meer­ team.

als IVN-natuurgids is een aantal natuurgidsen in spé in de IVN-afdelingen Zuidlaren en Westerveld actief geweest voor Stichting ‘Het Drentse Land­ schap’. In de afdeling Zuidlaren hebben Willie Riemsma en Henny Leijtens een uitstekend werkstuk afgeleverd ter afsluiting van hun natuurgidsencursus. Hun boekwerk ‘Annermoeras, daip, veen, vogels en bloempies’ geeft een aardig beeld van het Hunzedal door de eeuwen heen, waarbij aspecten aan de orde komen als bodem, water­ huishouding, veenontginning, bodemgebruik, gaswinning en hermeandering.

ze onder meer een ‘Schapen­ pad’ ontwikkeld. Een andere IVN-er, Joël Hessels, ontwikkelde een speciale excursie ‘Vogelgeluiden voor beginners’ op Rheebruggen en Rieks Hoving schreef een informatiefolder over het Nuilerveld. Wolter Moorman, Derk van der Helden, Kees van Hasselaar en Helma Meijer hebben reeds de eerste ervaringen als natuurgids voor ‘Het Drentse Landschap’ op­gedaan. Inmiddels zijn alle betrokkenen geslaagd voor hun opleiding. ‘Het Drentse Landschap’ bedankt de betrokken ‘stagiaires’ heel hartelijk voor hun inzet en de IVN-afdelingen voor hun samenwerking. Ze wenst alle nieuwe natuurgidsen veel succes met het gidswerk.

Margreet van der Valk en Joan Jongepier, deelnemers aan de natuurgidsencursus van IVN Westerveld, hebben zich op verzoek van ‘Het Drentse Landschap’ beziggehouden met kinderactiviteiten rond de schaapskooi Doldersummer­ veld. Voor de kleinsten hebben

•De  Libellenatlas Libellenwerkgroep Drenthe is bezig de libellenbevolking van Drenthe in kaart te brengen. Het is de bedoeling dat er binnen afzienbare tijd een verspreidingsatlas kan worden uitgegeven. Wie hier, door zelf te inventariseren, graag aan mee wil werken kan zich aan­ melden als lid van deze werk­ groep. De werkgroep organiseert bovendien regelmatig excursies, cursussen en geeft een nieuws­ brief uit. Ook is er een voor­ lopige werkatlas beschikbaar waarin de verspreidingsgegevens tot en met 2003 vermeld staan. De werkgroep beschikt sinds

Archief HDL

Rondvaart tijdens de jaarlijkse vrijwilligersdag op het Zuidlaardermeer

kort over een eigen website waar alle benodigde informatie te raadplegen is: www.drenthe. libellen.nl. Ook is de libellenbevolking van enkele terreinen van ‘Het Drentse Landschap’ nog niet compleet in kaart gebracht. Wie daar graag eens mee aan de slag wil, kan contact op­nemen met Bertil Zoer, te bereiken via het kantoor in Assen of per mail: b.zoer@ drentslandschap.nl.

•In  Gebouwen de maand december kon ‘Het Drentse Landschap’ de prachtige keuterij op Anholt 10 te Ruinen van de familie Schukking uit Zeist verwerven. Een authentieke keuterij uit het midden van de 19e eeuw. We zullen proberen het boerderijtje tot erfgoedlogies te restaureren. In één van de komende nummers zal hieraan extra aandacht worden besteed. De restauratie van boerderij Kamps is afgerond en de huurder zal hier in 2005 een galerie starten die gespecialiseerd zal zijn in COBRA-kunst. In onze ogen een aanwinst voor Drenthe.

foto: Jaap de Vries

Platbuik


40

Berichten

Drents Museum in 2005 •Het is weer tijd om uw agenda te trekken voor het nieuwe jaar. Een bezoekje aan het Drents Museum mag daarbij niet ontbreken want er worden ook na het succesvolle jubileum­­jaar weer een aantal top­tentoon­stellingen en aan­ trekkelijke activiteiten georganiseerd. Zo is er vanaf 22 maart de grote overzichtstentoonstelling van één van de belangrijkste hedendaagse figuratieve schilders Matthijs Röling, met ruim 100 schilderijen en tekeningen uit de periode 1960 tot 2005, waaronder indringende stillevens, prachtige portretten en naakten, natuurgetrouwe landschappen en interieurs en mytho­logische voorstellingen. De titel van de tentoon­stelling Mimesis (Grieks voor nabootsing van de natuur) verwijst naar Röling’s onuitputtelijke bron van inspiratie. In de zomermaanden (vanaf 19 juli) start de spectaculaire tentoonstelling voor het hele gezin over de beroemde, 5000 jaar oude gletsjer­ mummie Ötzi. De tentoonstelling wordt begeleid met tal van extra activiteiten voor jong en oud. In de winter halen we top­werken naar Assen uit de schilderkunst van de periode 1880 tot 1914 uit het Nationaal Museum in Praag. Uiteraard heeft het museum naast de tentoon­ stellingen ook dit jaar weer vele extra activiteiten voor jong en oud. Bijvoorbeeld in de crocus­ vakantie (noord), waarbij het museum in het teken staat van de Drentse Kunst&Cultuur. Elke dag is er een ander thema, met onder andere muziek, theater, architectuur, een kunstmarkt op 16 en 17 februari, volkscultuur, kinder­ activiteiten, demonstraties, rondleidingen en nog veel meer...! Het Drents Museum sluit in deze week aan bij ‘Assen Culturele hoofdstad van Drenthe’. Tijdens het Nationaal Museum­weekend op 9 en 10 april kunnen tuinliefhebbers hun hart ophalen. In dit Museum&Gardenweekend zijn er veel activiteiten voor jong en oud over onder andere oude boomrassen&tuinkabouters, een plantenmarkt&tuinarchitectuur, natuur&kunst en proeven&ruiken. Natuurlijk is er nog veel meer te zien, te doen en te beleven in het Drents Museum. Kijkt u daarvoor ook eens op de website www.drentsmuseum.nl

Cursus bewonings­ •geschiedenis Voor iedereen die geïnteresseerd is in de bewoningsgeschiedenis van een huis, erf of dorp organiseert het Drents Archief op 18 en 25 januari 2005 de cursus Onroerend goed. Gegevens over huizen en lande­rijen van de zeventiende tot en met de twintigste eeuw zijn te vinden in de bronnen die in het Drents Archief bewaard worden. Aan de hand van tekst- en kaartvoorbeelden wordt uiteengezet hoe daarin onderzoek gedaan kan worden. De deelnemers leren hoe de gevonden gegevens gekoppeld kunnen worden en hoe daar­ mee een eigendoms-/ bewoningsgeschiedenis van één of meer huizen en erven kan worden gereconstrueerd. Na het volgen van deze cursus zijn de deelnemers in staat de omvang en ligging van de onroerende goederen en de diverse eigendomsoverdrachten traceren. De cursus bestaat uit twee lessen. De lessen worden gegeven op dinsdag 18 en 25 januari 2005, van 14.30-17.00 uur, in het Drents Archief, Brink 4 te

Assen. Docent is Erwin de Leeuw, beheerder studiezaal van het Drents Archief. U kunt zich aanmelden door het cursusgeld à € 20,50 over te maken op postgirorekening 35.50.141, ten name van de Drentse Historische Vereniging te Assen, onder vermelding van de cursuscode ONRG. Aan­ melden kan tot twee weken voor aanvang van de cursus. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het Drents Archief, tel. (0592) 31 35 23. •  Stichting Oude Drentse Kerken Nog in december van dit jaar hoopt de SODK haar eerste kerkje in eigendom te verwerven. Het betreft het kerkje van de Vereniging Vrijzinnig Hervormden in Gieterveen. Een mooi Drents begin met dit kleine rood­stenen kerkje in het centrum van het dorp. Na een aantal verken­ nende gesprekken werd op 23 augustus met leden van de Vereniging een bezoek aan Marum gebracht. Daar heeft de Stichting Oude Groninger Kerken uitgelegd hoe een

Plaatselijke Commissie werkt. Het ligt in de bedoeling begin 2005 zo’n commissie in Gieterveen op te richten. Heeft u daar als bewoner van Gieterveen en omgeving belangstelling voor, dan kunt zich hiervoor schriftelijk aan­ melden op het kantoor van de Stichting in Assen. Naar we hopen kan de over­ name van de rooms-katholieke kerk in Veenhuizen ook binnen­kort geregeld worden. Aan de Rijksgebouwendienst is toestemming voor overdracht gevraagd. De restauratie is inmiddels financieel afgerond en is goed gelukt. Ook inzake de overname van de hervormde kerk te Boven­ smilde zijn de besprekingen met de Samen-Op-Weggemeente in een vergevorderd stadium. De SOW-gemeente in Vries heeft daarentegen uitein­ delijk besloten om de oude hervormde kerk aan te houden en de gereformeerde kerk af te stoten. De SODK wenst haar succes met deze stap en staat open voor samenwerking.


Berichten

De Boerderijen van VVD Staten­fractie •Op  Bezoek •Koekange eigen verzoek bezocht de

Branden •Door brandstichting is grote

Statenfractie van de VVD het rentambt op 13 oktober j.l. Samen met de Milieufederatie Drenthe kreeg ‘Het Drents Landschap’ de gelegenheid om toe te lichten waaaruit haar dagelijkse werk bestaat. Ook werd er een visie op de toe­ komst gegeven. In goede sfeer werd over tal van onderwerpen indringend gediscussieerd, van windenergie tot cultureel erf­ goed. Vanuit de VVD bestond waardering voor ons werk, hetgeen ook in de discussie over de voorgenomen bezuinigingen van Gedepu­teerde Staten op de groene organisaties was gebleken. Tijdens het gesprek werd voorts ingegaan op onze problemen met de nieuwe Algemene subsidieverordening. De relatie met de provincie Drenthe, door beide organisaties als buitengewoon belangrijk geacht, werd in de totale financiële context van ons functioneren bezien. Het werd een lange en vruchtbare avond waarbij ook de afspraak is gemaakt nog eens apart over de toekomst van Drenthe met elkaar van gedachten te wisselen. Zowel de Milieufederatie als­ ook ‘Het Drentse Landschap’ stellen dit soort initiatieven vanuit de politiek zeer op prijs.

schade aan onze eigendommen aan de Schiphorsterweg bij de Reest aangericht. Drie panden langs de zandweg naar de Lokkerij naast De Havixhorst zijn afgebrand. Twee ervan betroffen eigen­ dommen van ‘Het Drentse Landschap’, de derde was van de fam. Spijkerman die hun prachtige boerderij vrijwel geheel verloren zagen gaan. Een groot emotioneel en financieel verlies. Het eerste pand is reeds gerenoveerd, de andere twee zullen volgen. ‘Het Drentse Landschap’ is zeer gelukkig met het voor­nemen van de fam. Spijkerman om hun boerderij in de oor­spronke­­lijke vorm te herbouwen.

Omstreeks de jaarwisseling verschijnt onder de gelijk­ namige titel een boek over de boerderijen van Koekange. In dit boek zijn de 85 oorspronkelijke boerenerven beschreven met de daaruit voortgekomen 276 boerderijen van Weerwille, Koekange, Koekangerveld, Oshaar, Hoge Linthorst, Dwarsdijk en Broek­ huizen. In oude archieven en het kadaster zijn de bewoners en eigenaren vanaf begin 1600 verzameld. Op de kadastrale kaart van 1832 zijn de erven aangegeven. Bovendien zijn ruim 300 foto’s in het boek opgenomen, niet alleen van elke boerderij, maar ook van karakteristieke details. De boerderijencommissie van de Historische Vereniging de Wijk/Koekange is ruim 5 jaar bezig geweest met het verzamelen van de benodigde gegevens. Ze is daarbij begeleid en geadviseerd door de provinciaal historicus dr. M.A.W. Gerding. Het boek ‘De Boerderijen van Koekange’ is ruim 500 pagina’s dik, heeft een A4-formaat en kost bij bestelling vóór 1 januari 2005 € 49,95 (i.p.v. € 62,50). Bestellen kan telefonisch, schriftelijk of per e-mail bij de secretaris, de heer Buiter, van de Historische Vereniging de Wijk/Koekange. Het adres is: Oshaarseweg 64, 7958 PN Koekange, tel. 0522 451682, e-mail: a.buiter@hetnet.nl.

foto: E.J. Offerhans

foto: Joop van de Merbel

Dorpsrand Gees

De meest pijnlijke brand vormde het volledig afbranden van de uit 1640 stammende Wilms Boo te Schoonebeek. ‘Het Drentse Landschap’ was in gesprek met de eigenaar, de Stichting De Spiker, en wachtte al geruime tijd op instemming met de overdracht van de gemeente Emmen. Gehoopt wordt dat restauratie van dit unieke gebouw mogelijk zal zijn. De Stichting De Spiker kan op ‘Het Drentse Land­ schap’ rekenen.

Interieur Wilms Boo, ca. 1975

41


42

Het Drense Landschap

Agenda Algemeen Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft. Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranje­ kanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten moet een verre­kijker meenemen! Schaapskudde Hijkerveld De kudde vertrekt met de herder om 09.30 uur naar de heide en komt om 16.30 uur terug bij de kooi. De schaaps­ kooi is te bereiken vanaf het dorp Hijken via de Leem­ dijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes.

De Blinkerd Vamweg te Wijster Het hele jaar open van 10.00 uur tot zonsondergang

Hijkerveld Bij de schaapskooi. Route: zie boven Het hele jaar open van 9.30 tot 16.30 uur

’t Ende Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk) van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur van 1 november tot en met 31 maart alleen op zondag van 11.00-17.00 uur

• •

Orvelte Dorpsstraat 1a te Orvelte van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Huenderhoeve Huenderweg 5 te Doldersum van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur van 1 november tot en met 31 maart alleen op zondag van 11.00-17.00 uur

• •

Voor alle activiteiten geldt dat honden helaas niet mee mogen; ook niet aangelijnd!

foto: Jaap de Vries

Informatiecentra

zo. 19 dec. 14.00 uur Winterwandeling over Landgoed Rheebruggen Een wandeling met een smakelijke verrassing. Start: Beheersboerderij van ‘Het Drentse Landschap’, Rheebruggen 8, Ansen. Opgave: Hugo Spitzen, tel. 06-55535457. Kosten € 2,00. za. 25 dec. 14.00 uur Midwinterhoornblazers op het Hijkerveld Een Kerstwandeling over het Hijker­veld, begeleid door mid­ winterhoornblazers. Start: schaaps­ kooi Hijkerveld. Deze is te berei­ ken vanaf Hijken via de Leemdijk. di. 28 dec. 14.00 uur De zandheren van Drouwen De gidsen nemen u mee over het Drouwenerzand naar de zichtbare sporen van de vroegere land­ eigenaren. Start: parkeerplaats van bungalowpark Drouwenerzand, Gasselter­weg, Drouwen.

za. 8 jan. 14.00 uur Winterwandeling Vledderhof Tijdens de wandeling wordt onder andere uitgelegd hoe ‘Het Drentse Landschap’ op Landgoed Vledder­ hof probeert om van een eentonige sparrenakker een natuurlijker gemengd bos te maken. Start: dag­ camping werkschuur SBB aan de Middenweg tussen Vledder en Doldersum. zo. 16 jan. 14.00 uur Stevige winterwandeling op Kamps­heide Gidsen vertellen over dit oude gebied en laten zien dat de natuur in ruste is. Start: informatiepaneel aan het Van den Muyzenbergpad ten westen van Balloo.

Laarzen gewenst!


Het Drense Landschap Agenda

zo. 13 febr. 14.00 uur Hondstong, een gaaf en kleinschalig beekdal Vooral het ‘kamertjeskarakter’ en de houtwallen in de vorm van een ladderstructuur zijn hier nog duidelijk herkenbaar aanwezig. Start: parkeerplaats aan de noord­ zijde van het reservaat. Deze is te bereiken door vanaf de weg tussen Vries en Donderen de Veenweg in te slaan. Na twee kilometer bereikt u de parkeerplaats. zo. 20 febr. 14.00 uur Hunzedal - de Elzemaat Gidsen laten u de hermeandering van de Hunze - de Elzemaat zien. Start: informatiepaneel van ‘Het Drentse Landschap’ aan de Elze­maat tussen Eexterveen en Eextermade.

zo. 23 jan. 11.00 uur Fietsexcursie boerenerven Fietstocht langs boerenerven o.l.v. Heilien Tonckens (Werkgroep Boerenerven) in de omgeving Ruinen-Ansen. De fietstocht duurt ongeveer 3 uur. Opgave via Het Drentse Landschap (0592) 31 35 52. Eigen lunch­pakket meenemen s.v.p. zo. 23 jan. 14.00 uur Dialezing gevolgd door een excursie over de es van Orvelte Theo Spek geeft aan de hand van een dialezing uitleg over het es­dorpenlandschap in Drenthe. Na de lezing volgt een excursie door het dorp en naar de es. Opgave via Het Drentse Landschap (0592) 31 35 52.

Verrekijker aan te bevelen.

zo. 30 jan. 14.00 uur De zandheren van Drouwen De gidsen nemen u mee over het Drouwenerzand en vertellen over de strijd in het verleden tegen de dreigende woestijnvorming. Start: voor de receptie van bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterweg, Drouwen. za. 12 febr. 14.00 uur Wintergasten op Diependal Kijken naar de vogels die over­ winteren op de vloeivelden van het Hijkerveld. Start: de vogelkijk­ hut. Deze is te bereiken door bij Speelstad Oranje de Zwarteweg in te slaan. De route is met bordjes aangegeven.

Spiegeltje en loep aanbevolen.

za. 26 febr. 14.00 uur Het Reestdal Een excursie door natuurgebieden langs de grensrivier de Reest. Start: vanaf de kerk in Oud-Avereest. zo. 6 mrt. 14.00 uur Archeologische excursie Kampsheide Een excursie langs grafheuvels en het hunebed. De gidsen tonen hierbij vondsten uit eigen collectie. Start: informatiepaneel van ‘Het Drentse Landschap’ aan het Van den Muyzenbergpad ten westen van Balloo. zo. 6 mrt. 14.00 uur Huis en tuin landgoed Lemferdinge Gidsen vertellen over de bouw- en de bewoningsgeschiedenis van deze havezate. Er wordt ook een rond­ leiding door de tuin en het park gemaakt. Start: havezate Lemferdinge, Lemferdingelaan 2 te Paterswolde. Activiteiten speciaal gericht op kinderen.

za. 12 mrt. 14.00 uur Broedvogels op Diependal Op Diependal komen tientallen soorten vogels voor. U kunt ze ongestoord observeren onder begeleiding van een vogel­ deskundige. Start: de vogelkijkhut. Deze is te bereiken door bij Speelstad Oranje de Zwarteweg in te slaan. De route is aangegeven met bordjes. zo. 20 mrt. 10.00-16.00 uur Lammetjesdag bij schaapskooien Hijkerveld en Doldersummerveld De lente begint met lammetjes. Vanaf 10.00 uur worden u en uw (klein)kinderen verwelkomd met beschuit met muisjes. De activiteiten vinden plaats bij de schaapskooien van het Hijkerveld en het Dolder­ summerveld. De route voor de schaapskooi op het Hijkerveld is vanaf het dorp Hijken aangegeven met bordjes. De schaapskooi Dolder­summerveld ligt aan de Huenderweg 1 bij Doldersum. zo. 20 mrt. 14.00 uur Lentekriebels op De Kleibosch Voorjaarswandeling in een bos vol Bosanemonen en andere interessante planten. Start: bij de boerderij Tichelwerk, Moleneinde 4 in Foxwolde. zo. 27 mrt. 14.00 uur Amfibieën ontwaken in de Gasterse duinen Met de gidsen gaat u op zoek naar padden en heikikkers. Start: informatiepaneel van ‘Het Drentse Landschap’ op de parkeerplaats aan de Oude­ molenseweg te Gasteren.

Eigen fiets meenemen

43


Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• Koninklijke Boom UITGEVERS Meppel (0522) 26 61 11 • Aannemingsbedrijf VEDDER BV

Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. Poortman Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw ROYAL HASKONING Nijmegen (024) 328 42 84 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘de Havixhorst’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘Drenthe’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro Hollema Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 317 23 17 Een mooie gelegenheid om uit te gaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) Hulzebosch grondwerken B.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind KADASTER DIRECTIE NOORD Assen (0592) 30 48 88 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed christiaan deN DEKKER b.v. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering Quercus Boomverzorging en Advisering Gasselte (0592) 26 11 71 Uw bomen, onze zorg N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water Buning Wegenbouw B.V. Zuidwolde (0528) 37 31 64 Grond-, straat- en rioleringwerkzaamheden. Levering zand Nationale Postcode Loterij Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur

• RTV Drenthe

• •

• •

• •

Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe, TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 1 – 7860 AA Oosterhesselen Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen ErDman Schmidt Hoogeveen (0528) 27 72 66 Lichtgewicht tenten en slaapzakken HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, cv/sanitair, telematica, beveiliging DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies BTL UITVOERING Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen Architectenbureau Wouda & van der schaaf Meppel (0522) 25 57 96 DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties OCTANORM® Bunne (050) 309 51 33 Leverancier van aluminium interieurbouw-, standbouwen displaysystemen RANDSTAD DRENTHE Assen (0592) 39 77 11 Tijdelijk en vast personeel mede mogelijk gemaakt door Randstad JBF multi media Communicatie Groningen (050) 313 59 20 De Verhalenvertellers Concordia bouwmaterialenhandel Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel oosterhuis bv Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk VAN DER ZEE Vleesgrootverbruik Emmen (0591) 63 70 01 Leverancier van vlees, vleeswaren, kaas, wild en gevogelte WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen EELERWOUDE Oosterwolde (0516) 52 30 62 Natuurlijk ruimte voor groen

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van:

• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • Stichting Orvelte • Stichting Lemferdinge


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.