Kwartaalblad nr.71

Page 1

71

Kwartaalblad september 2011 no. 71

Heidebeheer


Kwartaalblad van Stichting Het Drentse Landschap Uitgave Stichting Het Drentse Landschap Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 30.28.75.751 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. H. Colpa, J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Grafische productie Koninklijke van Gorcum BV, Assen Omslag Heidebeheer / foto: Hanna Schipper ISSN 1380-3263 Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van Stichting Het Drentse Landschap. Het Drentse Landschap is een uitgave van Stichting Het Drentse Landschap. Het geeft informatie over de terrein­ bezittingen en activiteiten van de stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– . Als u Het Drentse Landschap extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Periodieke gift  In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50 en hoger per jaar regelt en betaalt de stichting de akte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van Het Drentse Landschap. Andere giften  Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. Legaten of erfstellingen  U kunt Stichting Het Drentse Landschap en/of Stichting Oude Drentse Kerken ook in uw testament begunstigen.

3

Eruitgelicht

— bestuursberichten

4 Heidebeheer

— beheer

10

De Loop van de Drentsche Aa

E r i c v a n d e r B i l t

— cultuur/recreatie

B e r t u s B o i v i n 12

Drenthe’s oudste Bevers

Wijnand van der Sanden

16

Tuin van de Eeuwigheid

— archeologie — cultuur

S o n j a v a n d e r M e e r 18

Tentoonstellingen Hunzedal

19

Speciale activiteiten

20

Dagpauwoog

— fauna

Geert de Vries

22

Godshuisjes

— Stichting Oude Drentse Kerken E r i c l e G r a s 24

De wegen naar het noorden

— fietsroute

B e r t u s B o i v i n / E r i c v a n d e r B i l t 26

Jaarverslag 2010

29

Ganzenbeleid

— fauna

U k o V e g t e r 30

Parasieten en sluipmoordenaars

— flora

E e f A r n o l d s 33

Waarvan akte

— aankopen

M e l l e B u r u m a 34

Limousin

— beheer

J o a n D . D . H o f m a n 35

Wervingsactie

Stichting Het Drentse Landschap en Stichting Oude Drentse Kerken zijn vrijgesteld van schenkings- en successierecht, zodat uw gift, schenking of legaat geheel ten gunste komt van deze stichtingen.

36

Amerikaanse vogelkers

38

WMD

Nadere inlichtingen over de hierboven vermelde mogelijke vormen van steun kunt u inwinnen bij het kantoor van de stichting of bij uw notaris.

39

Beeldschoon water

40

Nieuwe natuur in Oude Diep

Het Drentse Landschap

— flora

J o a n D . D . H o f m a n

— natuurontwikkeling U l c o V e g t e r 42

Kortweg

— berichten www.de12landschappen.nl


Bestuursberichten

In Nederland is de natuur er voor de mensen. Hoe begaan we ook zijn met het wel en wee van de Veenbesparelmoervlinder, het Korhoen of de Bever, we zijn toch vooral begaan met onszelf. Daarom moeten organisaties als de onze hun natuurgebieden zoveel mogelijk openstellen, zodat de mensen de natuur kunnen beleven. Ze zoeken er rust, schoonheid en harmonie. Sommigen zoeken de illusie van een verblijf in de wildernis. Slechts weinigen proberen er hun natuurkennis te verrijken. De Wageningse student Ruben Abma onderzocht dat: het betreft slechts zes procent van de mensen die de natuur intrekken. Dan heb je nog de mensen die de natuur vooral zien als een decor voor hun dadendrang. Gewoon wandelen of fietsen door het bos is voor hen niet genoeg, ze moeten paintballen, overlevingstochten maken en wat al niet. Matthijs Schouten, de professor die Abma begeleidde, schrijft ergens dat het hen niet om de natuurbeleving gaat, maar om een belevenis in de natuur. In de steeds belangrijker wordende beleveniseconomie is de natuur niet meer dan ‘de speelgrond voor de snelle kick, een pretpark’, aldus Schouten, die, half grappend, voorstelt ergens in Flevoland een apart ‘Great Dutch Nature Peak Experience Park’ in te richten. Zelf zou ik het fijn vinden als we de natuur niet steeds ondergeschikt maakten aan menselijke doeleinden. Maar met een filosofie als ’natuur om de natuur zelf ’ bouw je geen draagvlak als natuurorganisatie. Toch doen we daar in stilte ook veel aan. Gelukkig maar.

foto: Eric Wanders

Ali Edelenbosch voorzitter Stichting Het Drentse Landschap

3


4

Beheer

Heidebeheer oefening baart kunst Eric van der Bilt*

Het heidelandschap van Drenthe heeft zich in een periode van

veentjes en stuifzand dateert echter vooral vanaf de 17e eeuw. Alhoewel er al wel 5000 jaar lang schapen in Drenthe aanwezig zijn, werden ze toen in de grootste aantallen gehouden. Om de waardevolle wol maar ook vanwege de mest die de beesten in de potstal achterlieten. Grote gescheperde kudden schapen, eerst vooral Drentse heideschapen en later ook Schoonebekers, begraasden de heide. De boeren staken plaggen voor strooisel in de potstal waar de schapen ’s nachts in opgesloten werden. De plaggenmest die zo ontstond was nodig om de essen vruchtbaar te maken. Om daardoor meer winterrogge te kunnen verbouwen. HÊt product dat de Drentse boer op de markt verhandelde om aan het beetje geld naast zijn gebruikelijke ruilhandel te komen om het leven wat aangenamer te maken. Het van voedingsstoffen beroven van het landschap, via plaggen, branden en grazen, leidde uiteindelijk tot het schrale, kale, troosteloze heidelandschap dat we in onze tijd de paarse pracht zijn gaan noemen.

ruim vijfduizend jaar ontwikkeld. Al met de komst van de eerste boeren werd het proces gestart. Zij waren het die het woud op het Drents dekzandplateau kapten en met hun vee voorkwamen dat het weer zou dichtgroeien. De planten van de heide kwamen ook toen al voor maar niet in de bedekking zoals we die van onze huidige heidevelden kennen. Pas een eeuw noemen we het oude cultuurlandschap heide natuur. Met het veiligstellen als natuurgebied doemde ook het vraagstuk van het beheer op. Kennis die eigenlijk goeddeels verloren was gegaan en pas na het laatste kwart van de 19e eeuw, ondermeer door Het Drentse Landschap, met vallen en opstaan weer werd ontdekt. In de vele eeuwen die achter ons liggen varieerde het heidelandschap afhankelijk van de intensiteit van het gebruik nogal. Het beeld van de barre vrijwel boomloze heide met

De uitvinding van kunstmest en de introductie van prikkeldraad leidde vanaf het einde van de 19e eeuw tot een abrupt einde van deze oude esdorpeneconomie. De immense heidevelden werden in rap tempo ontgonnen en de gescheperde schaapskudden verdwenen van het veld. De marken werden verdeeld en de eindeloze heidevelden verbrokkelden tot een paar povere restanten. Pas in de zestiger jaren werden de ontginningen van woeste grond bij Koninklijk Besluit per direct gestopt om de laatste duizenden hectaren als natuurgebied te behouden. Deze restanten werden vooral door terreinbeherende instellingen als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Het Drentse Landschap verworven. Van adequaat beheer was aanvankelijk echter geen sprake. Als een heideveld niet meer zoals vroeger verschraald wordt dan groeit het dicht met grassen en uiteindelijk wordt het bos. Successie heet dat met een moeilijk woord. Eigenlijk herstelt de natuur zich weer tot het bos dat het oorspronkelijk was. Tussen 1975 en 1980 werd het beeld van de Drentse heidevelden bepaald door uitgestrekte pijpenstrootjesvlakten die soms meer op de Serengeti leken dan op ons oude cultuurlandschap. Ze groeiden dicht met Vliegdennen, Eiken, Berken en soms ook Amerikaanse vogelkers. Wat

foto: Sonja van der Meer

foto: Bertil Zoer

Situatie eind 19e eeuw



6

Beheer Heidegebieden in 1850. 173.617 ha (64,8%)

Heidegebieden in 1900. 131.760 ha (49,2%)

Heidegebieden in 1950. 22.948 ha (8,6%)

Kaartbeelden uit: Paarse Pracht, Heidelandschappen van Drenthe te bestellen via www.vangorcum.nl Prijs â‚Ź 24,95

Het Drentse Landschap in die tijd vooral deed was de heide branden, zoals de oude schepers dat vroeger ook deden zodat ze vers groen hadden voor hun kudden. Door de as vond echter een soort onbedoelde bemesting plaats waardoor de vergrassing eigenlijk versneld werd. Door het voortdurend branden bleven de velden overigens wel open. Dat branden was als beheersmaatregel dus volstrekt nutteloos.

Iedereen sprak er schande van. Al eerder werd de kudde Schoonebekers van Westerbork deels door de stichting overgenomen om dit prachtige zeldzame huisdierras voor uitsterven te behoeden. Koeien in alle soorten en maten, verschenen op de sterk vergraste heide en tezamen met de heideschapen wisten ze de velden in ieder geval open te houden. Begrazing introduceerde een fijn netwerk van verschillen door betreding, bemesting en verschraling. Met goede resultaten voor flora en fauna. Maar de paarse heide

In 1981 ging als gevolg van brandstichting vrijwel het volledige Doldersummerveld in vlammen op. Toen het voorjaar kwam leek het toch al sterk door Pijpenstrootje gedomineerde veld wel een kunstweide met raaigras. Waar we er in Drenthe toch al genoeg van hadden. Het was duidelijk dat er iets moest gebeuren. Kort tevoren was al onverbiddelijk helder geworden dat ons cultuurlandschap heide alleen maar kon blijven bestaan als de intensieve afvoer van voedingsstoffen weer werd geĂŻntroduceerd.Via maaien, plaggen, maar zeker ook via begrazen! Hier en daar waren er al wel wat initiatieven, zoals bijvoorbeeld de oprichting van de Ruiner schaapskudde in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Opgericht om het karakteristieke Drentse heideschaap te behouden. Maar runderen op de heide leek voor de natuurorganisaties toch een stap te ver. Uit de literatuur bleek echter overduidelijk dat ook rundvee traditioneel de heide begraasde. Denk maar aan sommige oude schilderijen. In Brabant werden in het Griendtsveen zelfs tot in de 2e helft van de 19e eeuw pinken op het veld geweid. Begrazing als wondermiddel

Het Drentse Landschap introduceerde in 1981 paarden en runderen als grazers op het Doldersummerveld.

foto: Sonja van der Meer

Het keerpunt


7 Heidegebieden in 1989. 12.838 ha (4,8%)

foto: Jaap de Vries

Adder

kregen we er niet mee terug en in die zin is begrazing ontegenzeggelijk een geweldige beheervorm maar niet het wondermiddel waarop sommigen hoopten… Roofbouw als essentie

Er moest qua afvoer van voedingsstoffen grover ingegrepen worden waarbij de meest ideale inzet plaggen was. Dit wordt gedaan door de toplaag van de bodem af te halen, meestal 8-10 cm maximaal, waardoor verschraling het snelst bereikt

wordt. Als Het Drentse Landschap hebben we eerst vooral ingezet op maaien en afvoeren via een hakselaar. In de jaren ‘80 werd machinaal plaggen mogelijk en ook dat werd soms zo grootschalig uitgevoerd dat de fauna er onder leed. Soms kreeg je als beheerder de tranen in je ogen na zo’n plagproject. Maar het moet gezegd, 5 jaar later groeide er meestal weer prachtige heide. Zachte heelmeesters, stinkende wonden... Toch blijft plaggen problematisch. Bijvoorbeeld omdat het plagsel als chemisch vervuild wordt aangemerkt, omdat er teveel cadmium of zoiets in zit. Het kostte dan een hoop extra geld om de hectares af te voeren. Maar ook door het afschaffen van de door het Rijk bedachte Regeling Effectgerichte Maatregelen (EGM), komen beheerders in de problemen.Via de EGM konden de terreinbeherende organisaties achterstallig onderhoud weg te werken of tijdelijk de te zware milieudruk op de heiden compenseren via een extra beheersinzet. En recent diende zich een nieuw probleem aan. In Drenthe mogen we van de gemeenten maaisel niet meer tijdelijk opslaan waardoor de verwerkingskosten weer enorm toenemen. Afvoer van voedingsstoffen is in onze overmatig vermeste tijd geen sinecure. Het veelvormige heidelandschap

Uit het voorgaande blijkt dat wij als terreinbeheerders door schade en schande veel hebben moeten leren over de inzet en de effecten van beheersvormen als begrazen, plaggen, chopperen en maaien. Om maar te zwijgen over de effecten van verdroging of teveel ammoniakdepositie. Toch hebben we wel geleerd om via een variabele inzet van de verschillende beheersvormen ook totaal verschillende heidelandschappen te behouden of zelfs te laten ontstaan. Eigenlijk komt het erop neer dat het meest cultuurlijke heideland-


Beheer

schap het meest intensief beheerd moet worden met de meeste afvoer van nutriënten. Dit is de paarse ‘VVV heide’ waar Drenthe zo bekend om staat.Via heischrale heide en boomheide naar bos vraagt een afnemende inzet van beheer. Het Drentse Landschap heeft voor al haar reservaten zo’n keuze gemaakt en het beheer daarop afgesteld. Zie voor het overzicht van het beheer van de verschillende heidelandschappen in de tabel hiernaast.

Open heide

Natuurontwikkeling

Vanaf 1990 doemt via het Natuurbeleidsplan en haar Ecologische Hoofdstructuur – het verbinden van natuurgebieden – ook het thema natuurontwikkeling op. Dat is in ons land meestal het uit slechte landbouwgronden nieuwe natuur maken zoals bijvoorbeeld in het Hunzedal. In het

Gesloten bos

Type landschap:

Omschrijving:

Beheer:

Paarse heide

Open Soortenarm (19e eeuws)

Maximale afvoer nutriënten: schaapskudde, plaggen, maaien, branden

Heischrale heide

Open heischraal/ grazig soortenrijk (17e eeuws)

Extensief begraasd Kleinschalig aanvullend maai/plag/ brandbeheer

Boomheide

Halfopen/parklandschap

(Zeer) extensief begraasd

Natuurbos

Spontaan ontstaan bos

Geen beheer/ wilde grazers

Cultuurlijk Maximaal verschralend Duur beheer

Natuurlijk Minimaal verschralend Goedkoop beheer

geval van de heiderestanten bood het ons mogelijkheden om losse reservaten door het afgraven van de bouwvoor in de tussenliggende gebieden weer samen te voegen tot een groot heideveld. Hetgeen vooral succesvol bleek op heideontginningsgronden die nog niet meer dan enige tientallen jaren geleden in cultuur waren gebracht. Het belangrijkste voorbeeld is het Plan Goudplevier (gestart in 1992) van Natuurmonumenten, maar ook ons eigen Scharreveld bij Westerbork is een mooi voorbeeld. Eigenlijk is het oude wijn in nieuwe zakken omdat de ambitie al veel langer bestond om grotere heidevelden uit delen te laten ontstaan. Nieuwe fijngevoeligheid

foto: Joop van de Merbel

8

In de jaren ‘70 was heidebeheer toch een beetje wildwest. Hele velden werden gebrand, soms veel te zwaar begraasd met verkeerde dieren, of te grootschalig geplagd en gemaaid. Laat staan dat er rekening gehouden werd met de archeologische waarden. Inmiddels hebben we geleerd om een veel betere balans tussen behoud van waarden en de noodzakelijke afvoer van nutriënten te houden. Heide is een gevarieerde en zeldzame levensgemeenschap die gekoesterd moet worden. We werken nu veel kleinschaliger. Er is zelfs een Blauwe Brigade om de Klokjesgentiaan en het Gentiaanblauwtje voor verdwijning te behoeden. Adderpopulaties worden gevolgd door Adders individueel te volgen. We monitoren dat het een lieve lust is en we zijn heel ingenomen met alle vrijwilligers die ons daarbij helpen. En het helpt. Tal van Rode Lijst soorten zijn teruggekeerd zoals de Roodborsttapuit, de Rugstreeppad, Heidekartelblad, Grote wolfsklauw of Klokjesgentiaan. Soorten als Veldleeuwerik, Graspieper, Adder, Heikikker, Moerassprinkhaan, Heideblauwtje, Witte en Bruine snavel-


Begunstigersavond over heidebeheer Donderdag 10 nov. 20.00-22.00 uur Stichting Het Drentse Landschap is vanaf de jaren ’80 bezig met het beheren van heidegebieden. Vanavond vertelt directeur Eric van der Bilt welke keuzes ten grondslag hebben gelegen aan de manier waarop de foto: Ron Soenveld

stichting met deze natuurgebieden omgaat. Hester Heinemeijer, hoofd Onderzoek en Planning, laat zien wat de gevolgen zijn van deze wijze van beheren voor planten en dieren.

bies, Moeraswolfsklauw, Kleine zonnedauw en Blauwe zegge zijn flink toegenomen. We zijn behoorlijk kundig inmiddels maar ruimte voor zelfvoldaanheid ontbreekt. Het gaat namelijk nog steeds niet echt bergop met de biodiversiteit in onze heidegebieden.

Tenslotte zal schaapherder Catrinus Homan

Moeraswolfsklauw

vertellen hoe het dagelijkse leven er op de heide voor hem en zijn honderden Schoonebekers uitziet. De toegang is gratis, maar aanmelden is wel verplicht vanwege het beperkte aantal plaatsen: aanmelden@drentslandschap.nl

Onze zorgen

of tijdens kantooruren (0592) 31 35 52. Locatie: De Schalm (ICO), Zuidhaege 2, 9401 NZ Assen

Roodborsttapuit

* Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur van Stichting Het Drentse Landschap.

foto: Johan Vos

De milieudruk in ons land is nog steeds te groot.Vooral de hoeveelheid ammoniak is veel en veel te hoog voor de aan voedselarme situaties gebonden fijnproevers van onze heidevelden. Ook voor de verdrogingproblemen zijn geen afdoende oplossingen, laat staan de versnippering. Het is nog steeds vrijwel onmogelijk een weg door de heide aan de openbaarheid te onttrekken. Denk maar aan het Scharreveld. De schandalige bezuinigingen op het natuurbeleid, de Kaderrichtlijn Water, de plattelandsontwikkeling en de afschaffing van de EGM-regeling doen het ergste voor het beheer in de toekomst vrezen. De terreinbeheerders zijn inmiddels behoorlijk vakbekwame heidebeheerders. Ze verschralen zich een ongeluk en op veel plaatsen gaat het goed met de heide. Het heidelandschap is een ultiem onderdeel van ons Drentse culturele erfgoed. In al haar veelvormigheid variërend van vochtige dopheidevelden tot droge struikheiden, veentjes, stuifzanden en heischrale graslanden.Van Wolverlei tot Wulp en van Drents tot Schoonebeker heideschaap betreffen het puur Drentse iconen. Het is onze morele taak om vierkant te gaan stáán voor een goed heidebeheer. Dat zullen we als Het Drentse Landschap dan ook onverkort doen.


Bertus Boivin*

De Loop van de Drentsche Aa


Cultuur/recreatie

11

Kennismaken met alle facetten van het Nationaal Landschap In november verschijnt De Loop van de Drentsche Aa. Na boekjes met wandelingen langs de Reest en het Oude Diep is dit de derde langeafstandswandeling van Het Drentse Landschap. Net als de vorige routes is hij uitgevoerd als handig gespiraleerd boekje. De nieuwe route laat wandelaars ruim 150 kilometer lang kennismaken met misschien wel de mooiste beek van Nederland. Bedenker van De Loop van de Drentsche Aa, Roelof Huisman uit Assen, heeft er alles aan gedaan om er een verrassende tocht van te maken en de platgetreden paden zoveel mogelijk te vermijden. De route begint in Assen en brengt u eerst een flink eind naar het zuiden waar vlakbij Elp het meeste zuidelijke brongebied van de Drentsche Aa ligt, waar het Amerdiep ontspringt. Verderop naar het oosten brengt De Loop van de Drentsche Aa u naar het begin van het Andersche Diep. Langs zandwegen en paadjes Roelof Huisman laat de route zoveel mogelijk over zandwegen, bospaden en smalle paadjes lopen. Daar is hij prima in geslaagd, want meer dan de helft van De Loop van de Drentsche Aa is onverhard. Met bezoekjes aan de dorpen aan weerszijden van de Drentsche Aa brengt de route u langs Oudemolensche Diep, Schipborgsche Diep en Westerdiep naar de provincie Groningen waar de Drentsche Aa eindelijk ook daadwerkelijk Drentsche Aa gaat heten. Via de landgoederen van Paterswolde en langs de oevers van het Paterswoldsemeer voert De Loop van de Drentsche Aa naar de stad Groningen. Vanaf de twaalfde eeuw vestigden zich daar langs de oevers van de Aa vissers, handelaren en handwerkslieden die de stad de eeuwen daarna welvaart brachten.

Langeafstandswandeling

Struinen door een nationaal landschap

De Loop van de Drentsche Aa kost € 13,50. Begunstigers van Het Drentse Landschap betalen € 11,50. U kunt het boekje nu al bestellen via de bon middenin dit nummer of via de webwinkel van Het Drentse Landschap op www.drentslandschap.nl. Vermeld dan code 2011LDA Het boekje is leverbaar vanaf 3 november.

Nieuw in De Loop van de Drentsche Aa De Loop van de Drentsche Aa verschilt op een aantal punten van zijn voorgangers: • De etappes zijn ingetekend op de door wandelaars zeer geliefde topografische kaarten schaal 1 : 25.000. • U kunt De Loop van de Drentsche Aa in beide richtingen lopen. Het boekje bevat per etappe routebeschrijvingen Assen-Groningen en Groningen-Assen. • Nieuw in het routeboekje zijn beschrijvingen van interessante plekken onderweg. Alle uiteraard fraai geïllustreerd met nieuwe en oude foto’s. • Bij elke etappe staat in het boekje een gedicht of een kunstwerk, zoals schilderijen van Berend Groen en Geke Hoogstins en gedichten van Rutger Kopland en Erik Harteveld. Zoals de gebruikers van de andere ‘Lopen’ gewend zijn, werden ook de routekaartjes en routebeschrijvingen van De Loop van de Drentsche Aa uitvoerig getest door ervaren wandelaars om u van een ongestoorde wandeling te verzekeren. * B. Boivin is freelance tekstschrijver en auteur van de Loop van de Drentsche Aa. De Loop van de Drentsche Aa is een samenwerkingsproject van Stichting Het Drentse Landschap met Staatsbosbeheer en het Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa. Het project is financieel mede mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van Provincie Drenthe, Gemeente Assen, Gemeente Aa en Hunze, Gemeente Groningen, Gemeente Midden-Drenthe, Nationale Postcode Loterij en het Waterbedrijf Groningen. Zie op pagina 19 voor informatie over een boeiende film over de Drentsche Aa.


12

Archeologie

Drenthe’s oudste Bevers Wijnand van der Sanden*

Enkele jaren geleden zijn er beverpaartjes uitgezet in het Zuidlaardermeer en de Hunze. Over de lotgevallen van die uit het Elbegebied afkomstige Bevers wordt met regelmaat geschreven in het kwartaalblad. De komst van deze allochtone Bevers valt min of meer samen met de belangstelling voor de autochtone Drentse Bever. Het begon allemaal in het Zuidlaardermeer, waar in 2005 een stukje Bever boven water kwam dat na onderzoek zo’n 2400 jaar oud bleek te zijn. ziekten en zelfs als afrodisiacum (het is vandaag de dag zelfs nog voor dat doel te koop via internet). Wat de pre- en protohistorische Drenten het meest gewaardeerd hebben aan de Bever, is onbekend. Zelfs voor de latere middeleeuwen en de nieuwe tijd weten we dat niet, want geschreven bronnen ontbreken ten ene male. Onderzoek

Zoals gezegd, begon het met een beverschedel die in 2005 uit het Zuidlaardermeer werd opgebaggerd. De context was een middeleeuwse voorde, in dit geval een beekoversteek door de Hunze. De verwachting was dat de schedel uit dezelfde tijd zou dateren (10de–12de eeuw) maar tot onze grote verbazing bleek hij veel ouder: hij stamde namelijk uit de ijzertijd. Een van de bij de voorde geborgen wilgentakjes met knaagspo-

Foto: Maarten Westmaas

Een door een Bever aangeknaagd wilgentakje uit het Zuidlaardermeer; het stamt uit de Romeinse tijd. >

De Bever is minimaal twee eeuwen weggeweest uit het Drentse landschap. Dat mogen we afleiden uit het feit dat het laatste exemplaar in Nederland in 1825 bij Zalk (Ov.) gevangen werd. Kortere of langere tijd daarvoor zal hij uit de Drentse wateren verdwenen zijn. Maar hoe lang precies weten we niet. We weten evenmin zeker wanneer de eerste Bevers in Drentse beken zwommen en daar hun burchten bouwden, maar omdat archeologen elders in Nederland beverresten uit de middensteentijd (tussen 8800 en 5000 v.Chr.) hebben gevonden, mogen we met enig vertrouwen aannemen dat het dier hier toen ook al deel van het ecosysteem uitmaakte.Voor de prehistorische mens was de Bever een aantrekkelijke prooi. Dat was niet alleen vanwege zijn vlees, zijn pels, botten en tanden (waar men kleding respectievelijk gereedschappen en sieraden van kon maken) maar vermoedelijk ook vanwege het castoreum. Castoreum (bevergeil) is een stof die mannelijke en vrouwelijke Bevers gebruiken om hun territorium te markeren. Omdat bevergeil acetylsalicylzuur bevat, speelde het een rol in de volksgeneeskunde, onder meer als pijnen ontstekingsremmer, maar het werd ook toegepast bij epilepsie en zenuw-

ren van een Bever leverde ook al een veel oudere datering op dan verwacht, namelijk de Romeinse tijd. Beide vondsten wijzen uit dat er in de ijzertijd en Romeinse tijd Bevers in de Hunze actief waren (voordat daar het Zuidlaardermeer ontstond). Een zoektocht in literatuur, oude kranten en archeologische depots maar ook recent veldwerk in de Drentsche


Foto: Maarten Westmaas

13

Aa leverde een reeks ‘nieuwe’ vondsten op, die samen onze huidige stand van kennis weergeven. De lezer die alle details wil weten, kan die vinden in de Nieuwe Drentse Volksalmanak van 2007, 2008 en 2010. Het vermeende beverrestant uit Yde dat in Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis in Leiden bewaard wordt, blijkt bij nader onderzoek een linkeronderkaak van een volwassen Bveverrat. De collectiebeheerder is van mening dat het in 1961 door F.I. Brouwer geschonken fragment geen hoge ouderdom heeft.

foto: Liesbeth Siccama

De oudste Drentse Bevers

Uit verschillende Drentse stromen kennen we nu ‘archeologische Bevers’. De Hunze is al ter sprake gebracht, maar ook uit het Achterste Diep (dat ook tot de Hunze gerekend moet worden), de Kleine Vecht, de Beilerstroom en het Amerdiep zijn resten van dit knaagdier afkomstig. En dan zijn er nog op twee ‘droge’ plaatsen botresten van de Bever aangetroffen, in Zweeloo en Wijster. Helaas zijn niet alle resten bewaard gebleven of geschikt/beschikbaar gesteld voor datering. Als we alle tot op heden verkregen dateringen op een rij zetten, dan beslaan deze de periode van de 15de eeuw v.Chr. tot

Beverresten uit het Achterste Diep bij Bronneger, gevonden in 1933.


Het toponiem Beverloo nabij Coevorden op de Chromotopografische Kaart uit ca. 1900, blad 275.

het midden van de 5de eeuw na Chr., lees: van de midden-bronstijd tot de vroege middeleeuwen (zie ook tabel 1). Behalve de fysieke resten zijn er enkele toponiemen die op de voormalige aanwezigheid van de Bever in Drenthe duiden. De meest betrouwbare zijn Beverloo, gelegen langs het Schoonebeekerdiep bij de buurtschap Weyerswold, Beverwieken, een strook grasland tussen Wapserveen en Nijensleek aan de Wapserveensche Aa en een Beverriet onder Vledder. Archeologisch onderzoek heeft dus aangetoond dat de Bever vanaf de bronstijd in Drenthe voorkomt, maar ongetwijfeld was hij al lang voor die tijd aanwezig en hebben we alleen nog geen tastbare overblijfselen daarvan. We mogen er gevoeglijk van uitgaan dat jagers/verzamelaars uit de middensteentijd dit dier op hun menu hadden staan en dat ook de trechterbekerboeren op dit dier gejaagd hebben om bijvoorbeeld de pelzen in hun kleding te verwerken. Opvallender is dat geen van de Drentse dateringen later valt dan de vroege middeleeuwen. De tand uit het graf van de ‘Prinses van Zweeloo’ is de jongste vondst. Als de ‘Prinses’ zelf een allochtoon is geweest, afkomstig uit

het Noord-Duitse kustgebied zoals wel is gesuggereerd, zou de betreffende bevertand niet eens van een inheemse Bever hoeven zijn. Als dat correct is en ze haar sieraad uit haar thuisregio meegebracht heeft, zijn er nog geen tastbare aanwijzingen voor de aanwezigheid van de Bever in Drenthe na de Romeinse tijd. Dat correspondeert Vindplaats

Bronstijd

ongetwijfeld niet met de werkelijkheid. De genoemde toponiemen (bij het Schoonebeekerdiep, Wapserveensche Aa en Sleenerstroom?) zullen ongetwijfeld niet zover in de tijd teruggaan, zeker niet verder dan de 16de eeuw. In een door Van Wijngaarden opgestelde lijst van historisch bekende bever­vangsten (1452-1825) ontbreekt Drenthe volledig. Ook komt de Bever in geen enkel Drents jachtreglement voor (het oudste is van 1563). De betekenis van de resten

De meeste van de in de tabel beschreven skeletresten zullen vermoedelijk afkomstig zijn van dieren die op een natuurlijke wijze om het leven gekomen zijn. Hun resten zijn in veen ingebed, aangespoeld bij een voorde,

IJzertijd

Romeinse tijd

Middeleeuwen

1. Coevorden

X

2. Valthermussel

X

3. Bronneger

138-337 na Chr.

4. Zweeloo

Ca. 450 na Chr.

5. Wijster 6. Beilerstroom

? 1421-1271 v.Chr.

7. Eexterzandvoort

163 v.Chr.

8. Eexterzandvoort

- 6 na Chr. 250-392 na Chr.

9. Zuidlaardermeer (bot)

406-257 v.Chr.

10. Zuidlaardermeer (hout)

41 v. Chr.

11. Amerdiep

Onbekend

- 124 na Chr.

1411-1136 v.Chr.

Tabel 1. Vindplaatsen van beverresten in Drenthe (in volgorde van ontdekking) en de datering daarvan; de C14-dateringen zijn gekalibreerd met Wincal25 en beslaan 2 standaarddeviaties.


Archeologie

etc. Alleen bij Wijster en Zweeloo is er meer aan de hand. Een beverbot in een paalgat van een opslagschuurtje moet daar via menselijke handelingen in terechtgekomen zijn. Misschien niet rechtstreeks, maar in ieder geval zal de Bever door mensen de nederzetting in gebracht zijn. Een geval apart is de hanger van de ‘Prinses van Zweeloo’. Dankzij onderzoek – met name in Engeland – weten we dat beversnijtanden vaker in vroegmiddeleeuwse graven (5de tot 7de eeuw) voorkomen en dat het daarbij gaat om lijkbijzettingen van baby’s, jonge kinderen, adolescenten en jonge vrouwen. De associatie met jonge, welgestelde individuen, in het bijzonder vrouwen, is zeer sterk. Onze ‘Prinses’ past in dat patroon. In een Britse studie

wordt verondersteld dat de sieraden gedragen kunnen zijn als amulet om een goed gebit te bevorderen, zowel voor kinderen (waarvan het gebit nog in ontwikkeling is) als voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd (omdat zwangerschap een aanslag vormt op de kwaliteit van het gebit). De zoektocht gaat door

Inmiddels is de oorspronkelijke aanwezigheid van de (autochtone) Bever vastgesteld in diverse beekstelsels. Uiteindelijk zullen ook zijn resten uit het Eelder- en Peizerdiep, het Schoonebeekerdiep en de Reest tevoorschijn komen. Dat is alleen maar een kwestie van tijd. Natuurontwikkeling is een van de ‘bronnen’ voor nieuwe vondsten.

15

Vondsten uit een culturele context – dus uit nederzettingen en graven – zullen er niet of nauwelijks bijkomen, want door het kalkarme karakter van de zandbodem blijven ze niet bewaard. En dat is jammer want archeologen zouden heel graag weten hoe Bevers werden gezien. Ongetwijfeld werden ze gewaardeerd als bron van voedsel en grondstoffen maar het elitegraf uit Zweeloo laat zien dat de Bever ook ‘symbolisch geladen’ was. We zullen het daarom in de toekomst van de beekdalen moeten hebben. Dat kan door systematische archeologische begeleiding van het uitgraven van oude beekmeanders, inspectie van incidentele baggerwerkzaamheden die door waterschappen worden uitgevoerd, etc. En dan zal er niet alleen gelet moeten worden op botmateriaal maar ook op aangeknaagd hout. Bij genoeg dateerbare vondsten komen we misschien nog ooit te weten wanneer de autochtone Bever voorgoed d’ Olde Landschap verliet.

foto: Johan Vos

* Dr.W.A.B. van der Sanden is als provinciaal archeoloog verbonden aan Stichting Drents Plateau.


16

Cultuur Sonja van der Meer*

Tuin van de Eeuwigheid Op 22 juni heeft Marga Kool, voorzitter van de nieuwe Stichting De

bouwwerken waar urnen in bijgezet kunnen worden. Een enquête die enkele jaren geleden gehouden is onder de achterban van Het Drentse Landschap bevestigde dat er behoefte was aan een nieuwe plek van bezinning. De uitslag wees uit dat het inrichten van een nieuw natuurterrein waarin de as van overledenen permanent en ongestoord een plek zouden kunnen krijgen, op grote steun kon rekenen. In onze huidige maatschappij worden, zeker in andere delen van het land, graven voor bepaalde tijd ter beschikking gesteld en worden ze na verloop van tijd geruimd. Begraafplaatsen krijgen steeds vaker andere bestemmingen. Daarom besloot Het Drentse Landschap om vanuit haar rol als beheerder van het Drentse culturele erfgoed op zoek te gaan naar nieuwe uitingen en nieuwe ruimtelijke vormen waarin cultuur en natuur moeiteloos in elkaar overgaan.

Eeuwigheid, de plannen gepresenteerd om in Drenthe een Tuin van de Eeuwigheid te realiseren waar natuur, herdenking en bezinning samenkomen. In een speciaal over dit onderwerp gemaakte brochure schetst de stichting een beeld van hoe een dergelijke tuin eruit zou moeten komen te zien. Stichting Het Drentse Landschap en Yarden Uitvaartorganisatie zijn de initiatiefnemers van dit bijzondere project. bij uitstek geschikt voor. Er zijn immers sinds de hunebedden op veel plaatsen herinneringen aan de dood in het landschap zichtbaar. En zo ontstond het idee om ergens in het Drentse landschap een Tuin van de Eeuwigheid aan te leggen. De gedachte was dat het niet zo maar een natuurbegraafplaats of strooiplek moest worden, maar een nieuw natuurgebied met ook

Arcadië

Illustratie: www.ulco-art.nl

In de afgelopen jaren vroegen nabestaanden Het Drentse Landschap steeds vaker om de as van hun geliefde te mogen verstrooien op een mooi plekje op een terrein van de stichting. Het zette ons aan het denken. Zou er behoefte zijn aan een speciale begraafplaats om de as van dierbaren in de natuur aan de aarde toe te vertrouwen? Drenthe leek er sowieso

Voor het realiseren van het project zocht Het Drentse Landschap samenwerking met een ervaren partner. Deze vond ze in de Vereniging Yarden. Afgesproken werd dat Het Drentse Landschap verantwoordelijk wordt voor de inrichting en het onderhoud van het gebied en Yarden de contacten met de belangstellenden verzorgd. Dankzij financiële steun van de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij hebben we onze plannen voor de Tuin van de Eeuwigheid door Arcadis kunnen laten uitwerken in concrete ontwerpen en begrotingen.


Verwondering

Het landschap van de Tuin van de Eeuwigheid kenmerkt zich door soms flinke hoogteverschillen. Behalve heuvels en zandruggen zijn er ook forse waterpartijen. Op allerlei plekken zal zich bos kunnen ontwikkelen, niet dicht maar open zodat bomen de ruimte krijgen om zo oud te worden als mogelijk is. Een sprookjesachtig groot bomenbos dat soms een beetje op een oude Drentse brink zal gaan lijken. Plaatselijk met zwerfstenen daaronder. In die nieuwe natuur zal een nieuwe dodencultuur haar plek kunnen vinden. In de Tuin van de Eeuwigheid komen geen graven. De as van dierbaren kan er worden verstrooid, in urnen worden bijgezet in grafheuvels of dienen als bouwstenen van kolossale urnenmuren. De achterliggende gedachte is: het individu wordt opgenomen in het grote geheel. Er wordt gebouwd met eerlijke en

Illustratie: www.ulco-art.nl

De Tuin van de Eeuwigheid moet eeuwigheid beloven, zo is de gedachte. Overledenen moeten er eeuwige rust kunnen vinden. Een arcadië waar we onze dierbaren voor altijd teruggeven aan de natuur. Het wordt een gebied waar we later naartoe kunnen om hun nabijheid te voelen. Een betekenisvolle plek in het landschap, voor eeuwig. Vanuit deze gedachte en geïnspireerd door tal van ideeën zijn inmiddels de eerste schetsen van de Tuin van de Eeuwigheid gemaakt door Ulco Glimmerveen. Het zijn voorbeelden van hoe de Tuin van de Eeuwigheid eruit zou kunnen gaan zien. Vooralsnog zijn er vier bouwstenen uitgewerkt. Afhankelijk van de plek en de financiële middelen kunnen deze bouwstenen gerealiseerd worden. De tijd zal leren wat er uiteindelijk mogelijk is.

natuurlijke materialen, passend bij het referentiebeeld van een arcadia. Uitgangspunt hierbij is dat het ‘waardeloze’, sobere materialen zijn. Er zullen geen herdenkingsplaquettes komen om de herinnering aan overledenen levend te houden. Bescheiden zou hier of daar een naam gegraveerd kunnen zijn in een steen of boom, maar dat is het dan ook. In de Tuin van de Eeuwigheid past slechts verwondering over een bijzonder natuurgebied die nauwelijks naam mag hebben.

maar ook steun van bedrijven en fondsen die met hun bijdragen ons helpen om de kosten voor de uitvoering te dekken. Zo kan er met de nodige creativiteit een oase van stilte en schoonheid gecreëerd worden waar we onze geliefden voor altijd respectvol achterlaten en de zorg voor onze doden met een gerust hart kunnen overlaten aan de natuur. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden op: www.tuinvandeeuwigheid.nl

Hoe nu verder?

Stichting De Eeuwigheid is nu toe aan een nieuwe stap. Daar is veel steun en geld voor nodig. Steun van overheden en instanties die de stichting helpen om een geschikte locatie te vinden,

* Drs. S.S. van der Meer is hoofd communicatie van Stichting Het Drentse Landschap.


Tentoonstellingen in het Hunzedal In de periode 5 t/m 20 november zijn er op loopafstand* van elkaar twee boeiende tentoonstellingen te bewonderen.

grafische bespiegelingen over cultuur en landschap Een keuze uit het ruim 40-jarig oeuvre van grafisch ontwerper Albert Rademaker, aangevuld met geactualiseerde ontwerpen. Deze tentoonstelling wordt gehouden in het kader van Cultuurlijk Aa en Hunze. Albert Rademaker is onder andere de vormgever van ons kwartaalblad en ontving in 2010 de Culturele Prijs van Drenthe.

Openingstijden: wo t/m zo 13.00 – 17.00 uur

Egberts Lent Hunzeweg 30 9657 PD Nieuw-Annerveen Informatie: Fred Wagemans 06 515 52 333

ANDSCHAP I NI NH HE ETT LL A NDSCHAP Dit jaarlijkse kunstevenement van Paviljoen Breeland staat dit jaar in het teken van 5 parels van het Drentse landschap: Ballooërveld, Reestdal, De Onlanden (Peizermaden), Hunzedal en Dwingelderveld. Acht landschapsschilders van naam (Siemen Dijkstra, Tim Blaauw, Rutger Hiemstra, Gineke Zikken, Joost Doornik, Marcel Duran, Hans Versfelt en Piet van de Hoef) vereeuwigden een aantal momenten van deze natuurlandschappen.

Openingstijden: wo t/m zo 13.00 – 17.00 uur

* Gratis wandelroute Speciaal voor deze gelegenheid is er een korte wandelroute door één van de mooiste stukjes van het Hunzedal uitgestippeld. De bezoekers kunnen vanuit Paviljoen Breeland een wandeling maken door het mooie natuurgebied Duunsche Landen naar de overzichtstentoonstelling in Egberts Lent. De wandelroute is gratis op te halen bij Paviljoen Breeland. Tegen inlevering van de bon uit de activiteitenagenda ontvangt u tevens een kopje koffie of thee gratis.

Paviljoen Breeland de Bulten 2-4 9468 TD Annen T 0598 468 577 www.breelandrecreatie.nl


Activiteiten

19

Activiteiten eruit gelicht Kijk voor meer activiteiten in de agenda april 2011 - september 2011 of op www.drentslandschap.nl

Natuurfilm: In het land van de Drentsche Aa

foto: André Brasse

zaterdag 1 oktober 20.00 uur

zondag 16 okt 14.00 uur

Voor deze film fietsten de makers Henk Bos en Janetta Veenhoven 2 jaar lang door het Nationaal beek- en esdorpenlandschap van de Drentsche Aa. Op magistrale manier hebben ze het Drentse landschap prachtig in beeld gebracht. Speciaal ter gelegenheid van de tentoonstelling Beeldschoon water die wij samen met de Natuur en Milieufederatie Drenthe in het ICO in Assen houden, kunt u genieten van deze unieke film. Een must voor ieder die de Drentse natuur een warm hart toedraagt. Kosten: € 6,50 p.p. Begunstigers kunnen met de kortingsbon reserveren en krijgen € 1,50 korting p.p. Aanmelden kan via aanmelden@drentslandschap.nl of 0592-313552. Locatie: ICO De Schalm, Zuidhaege 2, 9401 NZ Assen. (Opgave is noodzakelijk i.v.m. een max. aantal deelnemers). Uilen hebben een mysterieus nachtelijk leven. Elke dag kan je onder een slaapplaats van een uil vreemde ballen vinden. Wat zijn dat eigenlijk? Hoe ontstaan ze en wat vertellen ze over het leven van de uil en over andere dieren? Als echte speurneuzen komen kinderen zelf achter het antwoord. Locatie: informatiecentrum ’t Ende, Stapelerweg 20, 7957 NB De Stapel (bij De Wijk).

foto: Johan Vos

Kindermiddag uilen en muizen

zondag 23 okt 11.00 uur

foto: Harry Cock

Boererven in Meppen

zaterdag 26 nov 13.30 uur

Honderden vogels komen naar Diependal om te overwinteren. De voormalige vloeivelden vormen een waar vogelparadijs. Met ervaren vogelaars kijkt u welke vogels hier de winter doorbrengen. Start: vogelkijkhut. Deze is te bereiken door in het dorp Oranje de Zwarteweg in te slaan. De route naar de kijkhut is met bordjes aangegeven. foto: Joop van de Merbel

Wintergasten op Diependal

Van oudsher waren de boerenerven sober en eenvoudig, functioneel en in harmonie met het landschap. Heden ten dage dwalen we hier steeds verder van af. De Werkgroep Boerenerven neemt u vandaag mee op een wandeling langs de boerenerven in Meppen. Zij vertellen onderweg aan de hand van de voorbeelden die u tegenkomt, hoe een erf meer aangepast en ingericht kan worden naar deze oude maatstaven. Startlocatie: Restaurant Het Tramlokaal, Mepperstraat 3, 7855 PH Meppen.


20

Fauna

Dagpauwoog Geert de Vries*

De Dagpauwoog is een van de bekendste en mooiste dagvlinders van ons land. Haar verschijning is een lust voor het oog. De Dagpauwogen die u nu ziet vliegen brengen straks de winter door op een beschutte plek. Bijvoorbeeld in een holle boom of op een zolder. Omdat ze het grootste deel van hun leven slapend doorbrengen, kunnen ze meer dan een half jaar leven.

foto’s: Geert de Vries

Dagpauwogen zijn de eerste dagvlinders die in het voorjaar wakker worden. In mei vindt de paring plaats. Na de voortplanting gaan ze dood. In de voorzomer vliegen er tijdelijk geen Dagpauwogen omdat er dan alleen rupsen zijn.Vanaf juli zie je hun aantal weer toenemen. In de loop van de herfst gaan ze in winterslaap.

Het vrouwtje legt in mei wel duizend eitjes. In het kader van risicospreiding legt ze op verschillende Brandnetels vijftig tot honderd eitjes. Dagpauwogen kunnen hun eitjes alleen maar afzetten op deze planten. De rupsen van deze vlinders lusten niet anders. Als de Brandnetels op zijn kunnen ze niet overschakelen op ander voedsel. Een plant die de rups tot voedsel

dient, heet een waardplant. Er zijn vele vlindersoorten die de Brandnetel als waardplant hebben, zoals Kleine vos, Landkaartje en Atalanta. Om voedselschaarste te voorkomen hebben de vlinders de Brandnetels onderling min of meer verdeeld. De Brandnetels op droge plekken zijn voor de Kleine vos. De Dagpauwoog prefereert Brandnetels op vochtige plekken langs de waterkant en de Brandnetels langs bosranden of houtwallen zijn voor de Atalanta. De rups

De eitjes van Dagpauwogen komen na zo’n tien dagen uit. De rupsen leven eerst gezellig bij elkaar, beschermd door een spinsel van fijne draden. Dit omhulsel moet voorkomen dat de


Fauna

jonge rupsen opgegeten worden. Een vlinder kan alleen maar groeien in het zogeheten rupsstadium. De huid groeit niet mee. Wanneer de rups veel gegeten heeft knapt hij uit zijn jas. Die ‘oude jassen’ zijn goed te zien op de Brandnetels. Na elke vervelling krijgen de rupsen een groeispurt. Hoe ouder de rupsen worden hoe meer ze gaan eten. De rups zit dan niet meer in de relatief veilige behuizing van het spinsel, en moet een andere list ‘verzinnen’ om niet opgegeten te worden. Na enkele vervellingen gaat de rups er met zijn lange stekels steeds gevaarlijker uitzien. Dat lijkt indrukwekkend, maar het zijn nepstekels. Dit verschijnsel heet mimicry. De Dagpauwoog past mimicry ook toe door de grote ogen op zijn vleugels. Een vijand gaat meestal eerst op die nep-ogen af waardoor de vitale delen, zoals zijn kop, worden gespaard. Niet selectief

Een rups kan slechts een klein deel van de bladeren van Brandnetels voor zijn groei benutten. Ze kunnen niet de meest voedzame bestanddelen selecteren. Er zit daarom niets anders op dan de hele plant op te vreten. Het grootste

21

Toekomst

deel hiervan komt echter onverteerd in de vorm van vele keuteltjes weer naar buiten. Na de vierde vervelling verandert de rups in een pop. Hangend aan een Brandnetel of een takje wringt de pop zich uit het laatste rupsenhuidje. Na ruim een week schijnen de ‘ogen’ van de Dagpauwoog al door de dunne huid van de pop. Daarna duurt het niet lang meer voordat er een vlinder uit het omhulsel sluipt. In de pop worden de bestanddelen van de rups afgebroken en er wordt een geheel nieuw organisme opgebouwd. Bijna alles wordt opnieuw gebruikt. Slechts een kleine rode druppel afvalstof blijft er uiteindelijk over. Deze druppel wordt vaak ten onrechte voor bloed aangezien.

De toekomst ziet er veelbelovend uit. Hoewel het aantal vlinders per jaar sterk fluctueert, komt de Dagpauwoog in zowel het buitengebied als in de bebouwde kom overal voor. Het is een rasechte opportunist. Hij kan heel veel kilometers vliegen. Zo’n mobiele soort als de Dagpauwoog vindt meestal wel wat hij nodig heeft. Vlinders leven in twee werelden. In het rupsstadium heeft hij geschikte waardplanten nodig en als vlinder moeten er voldoende nectarplanten beschikbaar zijn.Voor de liefhebbers van Dagpauwogen betekent dit dat ze Brandnetels voor lief moeten nemen…

* G.W. de Vries is projectleider bij het IVN Consulentschap Drenthe en lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie van Het Drentse Landschap.


Stichting Oude Drentse Kerken

22

Godshuisjes Drentse kerken van bescheidenheid Het zijn bescheiden, maar wezenlijke onderdelen van de Drentse historie: de kleine kerkjes waar evangelisten op soms afgelegen plaatsen het geloof predikten. Omdat veel van die kerkjes hun functie hebben verloren en niet zijn beschermd, verdwijnen ze in snel tempo. Het boek ‘Godshuisjes, Drentse kerken van bescheidenheid’ legt in woord en beeld vast wat er nog rest.

foto: Sake Elzinga

Eric le Gras*

Ruïnes zie je niet vaak in Drenthe en een ruïne van een kerk is helemaal zeldzaam. Toch is een bouwval aan het Dommerskanaal het schilderachtige, maar droevige restant van wat bekend stond als het ‘Kerkje van Oonk’. Deze Oonk was een evangelist, die in het gebied tussen Erica en Schoonebeek het geloof predikte en waarschijnlijk ook sociaal werk deed. Bouwhistoricus Hans Ladrak en ik kwamen langs de ruïne toen we onderzoek deden voor ons boek over de Drentse keuterijen dat Het Drentse Landschap in 2008 presenteerde. Ook toen stond het er al troosteloos bij, maar dak en zolder, een fraai tongewelf, waren nog intact. Sindsdien is het alleen maar erger geworden. Het dak is ingestort en de muren wijken steeds verder uiteen. Het is een kwestie van tijd voor er alleen nog een puinhoop over is. In het boek zegt Rieks Tabak over het kerkje van Oonk aan het Dommerskanaal: “We zijn in 1973 in het huis naast het evangelisatiekerkje komen wonen. Dat huis stond bekend als de pastorie, maar of die benaming klopt betwijfel ik eigenlijk.Voor ons woonde hier namelijk geen echte dominee, maar een evangelist, ene Van Rinsen. Het kerkje heb ik erbij gekocht, het was toen nog in gebruik bij de Hervormde Kerk. Ik heb daardoor nog mot gehad. De auto’s van de kerkgangers stonden op onze oprit geparkeerd en ik kon op een zondag niet weg met mijn eigen auto. Dus klopte ik aan bij het kerkje om te vragen of de kerkgangers hun auto’s ergens anders wilden neerzetten. Dat deed ik precies onder


23

de preek en dat is me niet in dank afgenomen. Maar ja, ik wist niet dat ik op het verkeerde moment aanklopte.”

Lezersaanbieding Het boek ‘Godshuisjes, Drentse kerken van bescheidenheid’ kon naast de steun van Stichting Oude Drentse Kerken en Bond Heemschut gemaakt worden dankzij de bijdragen van het VSBfonds, JMfonds, Nationale Postcode Loterij, gemeenten Aa en Hunze, Assen, Emmen, Hoogeveen, Meppel, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo. Het boek zal in begin december in de winkel liggen. Begunstigers van Het Drentse Landschap kunnen dit bijzondere boek bij voorintekening met korting aanschaffen via het bestelformulier van de bij dit Kwartaalblad ingesloten folder.

Ondanks de slechte staat van het kerkje van Dommerskanaal is het een intrigerend gebouwtje met een boeiende historie en – zelfs nu nog – een eigen schoonheid. We hadden het onderwerp voor ons volgende boek: na de kleine Drentse keuterijen moest een boek volgen over de bescheidenheid van de evangelisatiekerkjes. Het was nu of nooit, want het ‘Kerkje van Oonk’ is niet het enige kerkje dat dreigt te verdwijnen. Stichting Oude Drentse Kerken nam het voortouw om het boek ook daadwerkelijk te kunnen maken. Al snel werd in Bond Heemschut, net als bij het keuterijenproject, een goede partner gevonden om samen mee te werken in dit project.Vrijwilligers van Het Drentse Landschap, historische verenigingen en gemeenten werden ingeschakeld om informatie boven water te krijgen over hoeveel heilige huisjes Drenthe nog heeft. Uit deze inventarisatie bleek dat er in de afgelopen jaren al heel wat van deze bescheiden gebouwtjes zijn verdwenen. De reden voor deze verdwijning is eenvoudig. Kleine kerkjes waren pakweg een eeuw geleden talrijk, maar hebben sindsdien hun functie verloren en zijn vaak al gesloopt. Andere kerkjes kregen nieuwe gebruikers. De research voor het boek, dat de naam ‘Godshuisjes, Drentse kerken van bescheidenheid’ kreeg, voerde ons onder andere naar een kapsalon, een winkel voor tweedehands kleding en

foto: Sake Elzinga

Functieverlies

een schietbaan. Andere kerkjes zijn overigens nog steeds in gebruik als plaats waar het geloof wordt verkondigd. Fotograaf Sake Elzinga kreeg ruimschoots de gelegenheid om op al die verwachte en onverwachte plaatsen fraaie beelden te maken. * E. le Gras is freelance journalist en o.a. auteur van de boeken Godshuisjes, Drentse kerken van bescheidenheid, Keuterijen in Drenthe en Paarse Pracht.

Rieks Tabak

ISBN: 97890 77548 837 NUR: 648 Formaat: 24x24 cm Aantal pagina’s: 120 Uitvoering: full colour, genaaid gebonden Verkoopprijs: € 19,50


4

20

4

17

Fietsroute 17

Eerste we g. ng Bu Winderwe Weg richti erweg LA. Einde Wind ad maakt twe ad LA. Fietsp KP 20 fietsp ad RA. Einde fietsp ndijk LA. w Bij Watermole enbergerweg. Einde b RA, Lucht bochten bij 8 KP 16 drie haakse paadje. Na gaande weg. LA langs door . 9 KP 14 RA, Hondstong eg RD. Rijkss 10 In Yde Kerkw met ing aldijk. 11 Op kruis . RA over Kana Kanaald oversteken buigt, weg naar links teken. Fiets 12 Waar weg overs Doorgaande n rechts Dor rotondes schui de weg ve 13 Na drie doorgaan en fietsp fietspad langs teken overs LA weg spoorlijn 14 KP 85 door en langs onder N34 58 RD. se bocht. KP Aa RA. Ei over Drentsche 15 Na brug langs bosra LA. Paadje aadje penp zandweg L penpaadje Einde schel

6

7

16

8

Bertus Boivin / Eric van der Bilt

5

6 7 10 15 9

De wegen naar het noorden

16

11

aan. langs golfb even KP 87 LA. gaande weg KP 81 bij door n richting . Weg volge Aa, o oversteken Drentsche KP 78 LA. Over kanaal. Noord-Willems even RA en di het kanaal 20 Over penpad. Sch schel RA bos boer 21 In het n volgen. Bij steeds blijve Vosbergerlaan. t naar links scherpe boch en LA 22 Vóór Huis de Duin Duinen. Na

17

18

12 14 13

19

Bestuurders noemen het bij voorkeur de ‘As Groningen-Assen’. Langs de as lopen de ‘wegen naar het noorden’: de A28, de spoorweg Assen-Groningen en het Noord-Willemskanaal. Drie slagaders die voor de noordelijke economie van vitaal belang zijn. U zult ze alle drie twee keer passeren vandaag. Misschien vraagt u zich af: moeten we hier vandaag wel gaan fietsen in al die drukte? Wij hebben onze scepsis onderweg helemaal laten varen. U fietst vandaag door een buitengewoon verrassend landschap. Grotendeels stil en rustig en zo fraai dat we de wegen naar het noorden op de koop toe nemen…

foto: Aucke Lubach

Hondstong Het landweggetje vanaf Yde volgt de grens van de hooggelegen Zuideresch van het dorp en de Hondstong, het beekdal van de Runsloot (punt 10 in de route). Onderweg heeft u prachtige doorkijkjes naar het beekdal. Als door een wonder bleef bij de ruilverkaveling Vries zo’n anderhalve kilometer Runsloot gespaard. Stichting Het Drentse Landschap werd eigenaar van het beekdalletje en een deel van het

aangrenzende veld. Samen met de Eekhoornsche Loop vormt de Runsloot een paar kilometer noordelijker het Eelderdiep. Als u ter hoogte van het paaltje met de paarse kop onderweg even rechtsaf het pad een eindje in loopt, kunt u nader kennismaken met de kronkelende Runsloot met oude bomen langs zijn oevers.

Boerderij Ter Hansouwe Op De Horst ten westen van het Eelderdiep ligt boerderij Ter Hansouwe op de westoever van het Eelderdiep (punt 4 in de route). Het is de eerste boerderij voorbij het diepje aan de rechterkant van de weg. Van oorsprong is Huis ter Hansouwe een middeleeuws ‘steenhuis’: een ridderlijke woonstee met stenen muren en omgeven door een gracht. De oudste vermelding stamt uit 1418. In dat jaar was Herman ter Hansouwe eigenaar van het huis. Delen van de muren stammen nog uit die tijd. Ter Hansouwe lag op een strategische positie, want het lag aan één van de weinige wegen door de moerassige Peizermaden richting stad Groningen. In de achttiende eeuw werd Ter Hansouwe een boerenbedrijf. Sinds 2010 is Stichting Het Drentse Landschap eigenaar van de boerderij. Ter Hansouwe zal gerestaureerd worden. De boerderij wordt particulier bewoond. U kunt hem goed bekijken vanaf het graspad rond de ‘slotgracht’.

foto: Hans Dekker

24

5

18

21 3


n. unne volge bochten. ee haakse pen-

weg RA schel boerderij LA.

straatweg

en brug

lgen. dijk RD vervo spad LA. dorp rpsstraat. Einde ervolgen. Fietspad pad volgen. t haakmaak ad n. Fietsp

25

Uitneembaar routekaartje in dit nummer. Ook te downloaden op www.drentslandschap.nl

61 schelinde pad KP and vervolgen. weg RA LA. Einde zand

a LA weg n RA, daarn g KP 78. door en over onder A28

ad LA. irect fietsp dje door bos helpenpaa RD vervolgen, rderij weg

1

RA over De s, zandweg startpunt. A terug naar

2

die kennen bij Gasteren en Oudemolen. Bij grote wateraanvoer kan het riviertje in dit gebied een enorm oppervlak met water bedekken.

Besloten Venen

foto: Geert de Vries

Ter hoogte van de golfbaan liggen rechts van de weg de Besloten Venen (punt 16 in de route). Tegen het eind van de laatste ijstijd is de Drentsche Aa hier door de Hondsrug gebroken naar het dal van de Hunze aan de andere kant. Geologen hebben op de bodem van het Zuidlaardermeer de puinwaaier van deze doorbraak gevonden. Later ging de Drentsche Aa weer zijn eigen weg en groeide het tijdelijke beekdal - zoals de naam al aangeeft - dicht met veen.

Kerkweg Vlak voor de Rijksweg kruist u de Kerkweg (punt 11 in de route). Het straatje dankt zijn naam aan het feit dat de mensen van Yde hierlangs naar Vries ter kerke ging. De Kerkweg maakte sinds de middeleeuwen deel uit van de oude weg van Groningen naar Assen. Toen halverwege de negentiende eeuw het Noord-Willemskanaal gegraven werd, legde men vlakbij het kanaal de nieuwe Rijksstraatweg aan. Ruim een eeuw daarna kwam de A28 aan de overkant van het kanaal. Drie wegen vlak naast elkaar, alle drie geheel ingericht naar de eisen van hún tijd…

Drentsche Aa Ter hoogte van het bruggetje gaat de Drentsche Aa voor het eerst écht Drentsche Aa heten (punt 15 in de route). Vanaf hier vormt de Drentsche Aa enkele kilometers de Drents-Groningse grens. Hier in de benedenloop is het niet meer de kronkelende beek, zoals we

Polder Lappenvoort Na het graven van het NoordWillemskanaal eindigde de Drentsche Aa in het kanaal (punt 20 in de route). De ‘Oude Aa’ was niet meer dan een zielig stroompje in de polders Lappenvoort en Oosterland. Aan die toestand is een eind gekomen nu de polders als waterbergingsgebied ingericht zijn en de oude bedding van de Aa weer werd uitgegraven.

Landgoederen De nabijheid van de stad maakte dat rijke Groningers sinds mensenheugenis de smalle zandrug tussen Eelderdiep en Drentsche Aa uitkozen om er hun buitens te bouwen. Tijdens deze fietstocht komt u langs Vosbergen, De Duinen en Lemferdinge (punt 21 in de route). Het huidige Lemferdinge is het voormalige schathuis van het 200 jaar geleden afgebroken huis. Tegenwoordig is Lemferdinge eigendom van Stichting Het Drentse Landschap en is het in gebruik als expositieruimte. Lemferdinge is de populairste trouwlocatie in de gemeente Tynaarlo.

3 1

Onderweg voorbij Tynaarlo komt de Kattenstaart (Lythrum salicaria) in de natte madelanden veelvuldig voor. Een groot deel van de zomer bloeien de planten met prachtige paarse bloemen. Bijen en hommels komen in groten getale bij de Kattenstaart foerageren. Als we de website van het kruidenvrouwtje mogen geloven, worden Kattenstaarten graag door kabouters als schuilplaats gebruikt. 2

In 1881 liet de Groninger bonthandelaar Hermannus Georgius Inden een villa aan het NoordWillemskanaal bouwen die hij naar zijn dochter Anna noemde. Naar de mode van die tijd kreeg Villa Anna een grote houten veranda en een oranjerie. Naast de villa kwam een koetshuis. In 1907 veranderde Villa Anna van eigenaar en van naam. Nieuwe eigenaar werd H. Dieters, voormalig steenfabrikant te Muntendam. Bij gebrek aan een Anna noemde hij zijn landhuis Bosch en Vaart. 3

Om voor een lijndienst Schiphol-Groningen in aanmerking te komen ging het Groninger stadsbestuur eind jaren twintig op zoek naar een geschikte plek voor een vliegveld. De Gemeente Eelde bood de Groningers een plaats aan op het Hakenkampsveld. Hier werd in mei 1931 het vliegveld Eelde officieel in gebruik genomen. Het was toen overigens niet veel meer dan een weiland waar een kudde schapen het gras kort moest houden.


26

Jaarverslag

In de loop van 2010 werd duidelijk dat het huidige kabinet aanzienlijk wilde bezuinigen op het natuurbeleid. Er mochten geen aankopen meer worden gedaan en de bestedingen voor het ontwikkelen van nieuwe projecten in het buitengebied werden stopgezet. Bovendien kwam er een stevige discussie op gang over de beheersvergoedingen die de natuurbeherende organisaties ontvangen; hierop moest ook flink gekort worden. Op 2 januari 2011 liet de Drentse groene sector met de campagnes Hart voor de natuur en Warm lopen voor de natuur weten dat ze het hier absoluut niet mee eens was. Hiermee werd teneur voor de onderhandelingen gezet‌

Jaarverslag 2010 Natuur en landschap Aan het einde van het jaar werden de zogeheten Lofargronden aan Het Drentse Landschap overgedragen. Hierdoor heeft de stichting maar liefst 354 hectare natuur weten te verwerven waarmee het totaal op 8269 komt. Een prachtig resultaat. Na een langdurig onderhandelingstraject heeft het ministerie van VROM het Hunzeproject Torenveen als klimaatbuffer gehonoreerd. Doel van het beekherstel is het realiseren van een natuurlijk beekdalsysteem dat tevens randvoorwaarden biedt voor calamiteitenberging en het in neerslagarme perioden vasthouden en naleveren van water, verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater, tegengaan van verdroging, verduurzaming van de drinkwaterwinning, en tevens: bevorderen van de recreatie, verbeteren woon- en leefklimaat en het verbeteren van de kavelstructuur van de landbouw. Met name de relatie tussen natuurontwikkeling, waterberging en een duurzame drinkwaterwinning was reden voor de toekenning. Door de aankoop van de laatste percelen in het deelgebied Bonnerklap ten noorden van Gieterveen ter hoogte van de N33, kon een start gemaakt worden met de voorbereidingen voor het maken

van een natuurontwikkelingsplan. Ook werd gewerkt aan een natuurontwikkelingsproject Zoersche Landen nabij Exloo in het Hunzedal en werd er met het Waterschap Reest en Wieden gesproken over de inrichting van de plas Veeningen of De Panjerd als waterbergingsgebied. Het Drentse Landschap zal alleen meewerken indien er ook winst voor de natuur in zit.

Erfgoed In 2010 kreeg Het Drentse Landschap het beheer over 2 nieuwe gebouwen.

Te weten boerderij Everts te Stuifzand en keuterij De Kosterij te Ruinerwold. Aan het einde van het jaar werd ook tot ons grote genoegen nog eens de kerk in Bovensmilde aan onze Stichting Oude Drentse Kerken overgedragen. Wooncorporatie Woonservice en de GGZ zullen achter de kerk een instelling voor ouderenzorg gaan bouwen en exploiteren. De kerk zal worden gebruikt voor culturele activiteiten. Zowel Het Drentse Landschap als de Stichting Oude Drentse Kerken zijn lid geworden van de Federatie Instandhouding Monumenten (FIM). Deze belangenbehartiger van de particuliere monumentensector bespreekt vooral met het ministerie van OCW de problemen van de sector. De stichting kreeg in 2010 voor maar liefst 6 projecten een toezegging, te weten: boerderij Egberts Lent te Nieuw-Annerveen, vervenerswoning te Valthermond, Huis ter Hansouwe te Peize, Drenthehof te Orvelte, boerderij Rheebruggen 10 te

Kengetallen Oppervlakte in beheer/eigendom Aantal begunstigers Aantal vrijwilligers Aantal personeelsleden Aantal bedrijfsbegunstigers Aantal verworven gebouwen Aantal kerken SODK Aantal persberichten Aantal kwartaalbladen Aantal excursies/lezingen Aantal deelnemers activiteiten (incl. onderwijs) Bezoekers 5 informatiecentra Besteding aan de doelstelling Kosten eigen fondsenwerving Kosten beheer en administratie/reguliere baten

2009 7.913 15.765 240 35 36 7 2 64 74.000 221 (8308 dln) 10.470 98.000 87,27% 9,04% 11,43%

2010 8.269 15.729 235 34 36 2 3 87 76.000 161 (12.743 dln) 9.093 92.000 94,9% 7,89% 11,51%


Jaarverslag

Ansen en de N.H. Kerk te Bovensmilde. Deze restauratieprojecten zullen in 2011 zijn aangevangen en/of gereed zijn.

Achterban en activiteiten Het Drentse Landschap kon in 2010 rekenen op een onverminderde steun van haar achterban. Het aantal begunstigers daalde licht naar 15.729 (in 2009 was dit 15.765). De stichting is verheugd dat in een periode waarin veel ideĂŤle groene organisaties leden verliezen, haar achterban is gebleven. Het Drentse Landschap heeft in 2010 ongeveer 400 publieksactiviteiten georganiseerd. Hieronder vallen excursies, lezingen, open dagen, educatieve activiteiten ĂŠn promotie tijdens markten en beurzen. Hieraan hebben in totaal 22.708 belangstellenden deelgenomen. In 2010 is er bewust gekozen om meer in te zetten op eigen excursies en lezingen met een inhoudelijke verdieping. Ook is een deel hiervan als arrangement aangeboden. Deze insteek bleek erg succesvol. In 2010 zijn 13 activiteiten georganiseerd specifiek voor gezinnen met kinderen. Hieraan hebben ruim 2000 mensen meegedaan. Vrijwilligers van het kinderteam zorgen voor de uitvoering en bepalen voor een deel ook de inhoud. Evenals in de voorgaande twee jaren heeft Het Drentse Landschap het bodemproject uitgevoerd. Dit in samenwerking met het IVN Consulentschap Drenthe.

Overzicht van de staat van baten en lasten over het jaar 2010 BATEN Baten uit eigen fondsenwerving 457.405 Baten uit acties van derden 937.500 Bijdragen projecten 2.609.303 Subsdies overheden aankopen natuurterreinen en 423.176 gebouwen Subsidies overheden beheer 1.720.273 Baten beheer natuurterreinen 1.223.951 Baten beheer gebouwen 890.409 Baten uit beleggingen 383.832 Overige baten 19.911 Som der baten 8.665.760 LASTEN Besteed aan doelstelling Kosten aankopen natuurterreinen en gebouwen Kosten beheer natuurterreinen Kosten beheer gebouwen Kosten projecten Kosten voorlichting, promotie, educatie en belangenbehartiging Totaal besteed aan de doelstelling Kosten werving baten Kosten beheer en administratie Som der lasten Resultaat Totaal Het resultaat van de fondsenwerving is als volgt tot stand gekomen; Bijdragen donateurs en bedrijfssponsoren Nalatenschappen Schenkingen en giften Af: kosten werving baten Netto resultaat eigen fondsenwerving

5% 11% 30% 5% 20% 14% 10% 4% 0% 100%

685.095 2.145.050 683.449 3.646.061 401.963

8% 25% 8% 42% 5%

7.561.618 56.765 655.619 8.274.002 391.758 8.665.760

87% 1% 8% 95% 5% 100%

372.327 12.637 72.441 457.405 56.765 400.640

Vrijwilligers Het aantal vrijwilligers is evenals voorgaande jaren stabiel: op 31 december 2010 waren het er 235. Voor bepaalde vrijwilligersgroepen zijn extra wervingsacties gestart. Het Drentse Landschap wil inspelen

op de maatschappelijke behoefte aan stageplekken voor leerlingen van de middelbare school. Er is een nieuw vrijwilligersteam dat zich bezig gaat houden met de uitvoering van de zogenaamde Maatschappelijke stages. Daarnaast

was het nodig om versterking te zoeken voor het scholenteam. Het Drentse Landschap vindt het namelijk belangrijk dat jongeren meer in aanraking komen met natuur. Diverse projecten waarbij speurtochten in natuurreservaten wor-

27


28

Jaarverslag

Ganzenbeleid den georganiseerd, moeten dit stimuleren. Hiervoor zijn extra vrijwilligers nodig.

Door een aantal organisaties waaronder Vogelbescherming Nederland, de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) en de verschillende terreinbeheerders is een akkoord gesloten over het beheer van ganzen in Nederland voor de komende vijf jaar.

Financieel resultaat De geconsolideerde jaarrekening 2010 sluit met een voordelig saldo van € 444.908,--. Het enkelvoudig resultaat van Stichting Het Drentse Landschap, zijnde een batig saldo van € 391.758,-- past in de lijn van de verwachtingen die gewekt zijn aan de hand van de gepresenteerde tussentijdse cijfers in de vorm van de halfjaarrapportage en de derde kwartaalrapportage. Ook de Stichting Oude Drentse Kerken en het Drs. A.V.J. Den Hartogh Fonds sloten het jaar met een batig saldo van respectievelijk € 5.277,-- en € 47.873,-- af. Nadat in het jaar 2009 al een aanzienlijk deel (62,5%) van de forse koersverliezen uit 2008 waren goedgemaakt, is het resterende koersverlies van 2008 ruimschoots weggewerkt door de goede beleggingsresultaten in 2010. De baten uit onze beleggingen bedroegen in 2010 € 444.476,-- en bestond naast rente- en dividendopbrengsten voor een bedrag van € 222.589,-- uit gerealiseerde en niet gerealiseerde koerswinst. Dit gegeven heeft voor een niet onbelangrijk deel bijgedragen aan het positief geconsolideerd resultaat van € 444.908,-- van Het Drentse Landschap over 2010. Een mooie prestatie zeker gezien het feit dat begin 2010 nog een bezuinigingstraject is gestart teneinde aangekondigde bezuinigingen vanuit de Provincie te kunnen opvangen. Vooruitlopend op deze bezuiniging die pas in 2011 zal worden geëffectueerd, hebben de reeds doorgevoerde bezuinigingen in 2010 eveneens een positief effect gehad op het uiteindelijke resultaat.

Het jaarverslag is te downloaden via www.drentslandschap.nl of tegen verzendkosten op te vragen bij het kantoor in Assen (0592) 31 35 52.

Aanleiding is de toenemende overlast door ganzen in landbouwgebieden (vraatschade) en in natuurterreinen. Doel van het akkoord is het terugbrengen van aantallen overzomerende ganzen tot aanvaardbare proporties. Vooral de Grauwe gans en de Brandgans komen tegenwoordig als broedvogel in Nederland steeds meer voor.Verder is het de bedoeling om exoten zoals Nijlganzen, Canadese ganzen en zogeheten ‘soepganzen’ (tamme verwilderde ganzen), terug te dringen. De noodzaak om dat via afschot te moeten doen wil men zo snel mogelijk afbouwen. Het Ganzenakkoord werpt de vraag op of en in welke mate ganzen in terreinen van Het Drentse Landschap voorkomen en of ze overlast veroorzaken. En zo ja, hoe Het Drentse Landschap hier dan mee omgaat. Daarom is de aanwezigheid van ganzen voor alle 34 terreinen in kaart gebracht inclusief een verwachte trend. Het blijkt dat ganzen als broedvogels nog maar weinig in onze gebieden voorkomen. Soms helemaal niet, soms in lage en stabiele aantallen.Veel van de gebieden van Het Drentse Landschap bestaan uit hei of bos en dat zijn voor

foto: Joop van de Merbel

U k o Ve g t e r *


ganzen niet de meest gunstige leefgebieden.Voor enkele terreinen bestaat het vermoeden dat de komende jaren de aantallen broedende ganzen beperkt kunnen toenemen. Alleen in sommige delen van het Hunzedal verwachten we dat zonder verder ingrijpen er mogelijk overlast naar omliggende agrarische gebieden kan ontstaan. Het gaat dan met name om het recent ingerichte LOFAR-gebied en het nog in te richten gebied Tusschenwater. De aanwezigheid van open water en veel en voedselrijk moeras zijn hier voor broedende ganzen gunstige voorwaarden. Kijken we specifiek naar enkele soorten dan geldt voor de Nijlgans (een exoot) dat die ondanks zijn wat schreeuwerig karakter in de huidige, stabiele lage aantallen geen probleem vormt. De Grauwe gans is in terreinen van Het Drentse Landschap een nieuwkomer. In Takkenhoogte en Diependal, terreinen met veel waterpartijen, ruige oevers en eilandsituaties, kan de soort goed uit de voeten. De omvang van dit geschikte leefgebied is echter beperkt, en de aantallen zijn dat daarom ook. De Canadese

gans komt al wat langer voor maar heeft de meest geschikte broedplekken inmiddels al wel ingenomen.We verwachten hier geen verdere toename. Om goed voorbereid te zijn op eventueel ongewenste ontwikkelingen heeft onze stichting een beheerrichtlijn voor ganzen opgesteld. Kort samengevat stelt deze dat de stichting • de ontwikkeling van ganzenaantallen in haar terreinen nauwlettend volgt met het Hunzedal als specifiek aandachtsgebied. • in relatie tot grootte en type terrein beoordeelt of aantallen ganzen de draagkracht van terreinen overschrijden. Hierbij maakt Het Drentse Landschap anders dan in het akkoord Nederland Ganzenland geen onderscheid tussen inheemse soorten of exoten. Uitzondering is de ‘soepgans’ die we waar nodig actief bestrijden. • waar nodig maatregelen neemt om schade aan derden voor te zijn. Deze kunnen bestaan uit het toepassen van kuikenvrij raster of het wegnemen van eieren. In een

uiterste geval kan het bij de soepgans gaan om het wegvangen van ganzen. In principe vindt er geen afschot van ganzen plaats in de terreinen van onze stichting. • in alle gevallen wordt gezocht naar oplossingen op maat, zonodig in overleg met overige grondeigenaren of andere betrokkenen.

* Drs. U.Vegter is hydro-ecoloog bij Stichting Het Drentse Landschap.


Flora

30

Parasieten en sluipmoordenaars Eef Arnolds*

Paddenstoelen vervullen allerlei functies in de natuur. Een deel van hen ruimt afval op, zoals afgevallen bladeren en dood hout. Andere soorten leven als parasieten op levende bomen. Dat klinkt een stuk minder sympathiek, maar zij spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van een natuurlijk, gevarieerd bos. En dat is weer van groot belang voor andere bewoners van het bos. Ieder leven is eindig, ook dat van bomen. Zo’n leven kan schematisch worden ingedeeld in drie fasen van gelijke duur: een aanwasfase waarin een boom snel groeit in hoogte en dikte, een stationaire fase waarin bij de volgroeide boom weinig verandert, en een aftakelingsfase waarin hij een holle stam krijgt, takken verliest en minder vitaal wordt.Vooral in de laatste fase De zwavelzwam verschijnt al vroeg in het jaar, meestal op eiken, maar hier op een peer

zijn bomen vatbaar voor aantasting door parasitaire schimmels doordat in hun verdedigingslinie, de schors, steeds meer gaten vallen. Dat kan ook jongere bomen overkomen, bijvoorbeeld na blikseminslag of als een storm een zware tak heeft afgerukt.Vaak weet een boom de schade tijdig te repareren, maar soms slagen schimmels er in om binnen te dringen. Ook dan is het pleit

nog niet beslecht. Soms weet de boom de zwamvlok in te kapselen, andere keren verspreidt de parasiet zich snel door de stam en wortels. Parasitaire paddenstoelen hebben het dus gemunt op oude en verzwakte bomen, en worden daarom zwakteparasieten genoemd. Na de dood van de gastheer kunnen ze nog jaren in het dode hout verder leven. Hun aanwezigheid bevordert de natuurlijke dynamiek in een bos doordat open plaatsen worden gecreëerd waar verjonging van bomen plaatsvindt. Door paddenstoelen aangetaste bomen zijn van groot belang voor veel andere houtbewoners, zoals honderden soorten insecten, maar ook spechten die bij voorkeur hun nestholte beitelen in het zachte, half verrotte hout van aangetaste stammen.

foto’s: Eef Arnolds

Eikhaas en Berkenzwam

Tot de zwakteparasieten behoren veel opvallende paddenstoelen, zoals de Zwavelzwam die al vanaf mei met oranjegele waaiers tevoorschijn komt. In Drenthe zien we hem meestal op stammen van oude eiken, vaak een paar meter boven de grond, maar hij kan op allerlei andere loofbomen groeien. De Eikhaas groeit aan of op de voet van oude eiken. Het bruine vruchtlichaam kan een halve meter breed worden en maakt uit de verte een bolle indruk, waardoor het met enige fantasie kan doorgaan voor een haas die onderaan een eik zit. Dichterbij blijkt de bol een ingenieus kunstwerk van schelpvormige hoeden die ontspruiten aan een herhaaldelijk vertakte, centrale steel. De meest algemene boomparasieten vinden we in Drenthe op berken.


Flora

31

Berk met tonderzwammen

De vruchtlichamen zijn weliswaar taai maar toch eenjarig, zodat elk jaar nieuwe moeten worden geproduceerd. Dat ligt anders bij de Echte tonderzwam die ook algemeen op krakkemikkige berken groeit. De houtige, grijze, hoefvormige vruchtlichamen kunnen wel 20 jaar oud worden. Ze vormen jaarlijks aan de onderzijde een nieuwe laag buisjes waarin microscopisch kleine sporen geproduceerd worden die voor de verspreiding zorgen. Laanbomen

Berken worden zelden ouder dan 80 jaar en raken veel jonger aan het kwakkelen dan eiken. Ze zijn dus eerder rijp voor de sloop. Bovendien is de berk een pionierboom die in de schaduw snel gaat kwijnen en dan vatbaar wordt voor indringers. In bijna alle Drentse bossen vinden we de Berkenzwam, die forse, bleke elfenbanken produceert op staande stammen en daar na het omvallen van de stam rustig mee doorgaat.

Andere zwakteparasieten zijn gespecialiseerd op naaldbomen, zoals de Dennenmoorder, een vrij onopvallende buisjeszwam die via wortelcontact bomen in de omgeving kan besmetten. De Dennenvoetzwam is een spectaculaire, grote paddenstoel, jong met een viltige, goudgele hoed. Hij groeit op de grond rond oude naaldbomen, in weerwil van zijn naam voornamelijk bij Lariks en Fijnspar, soms bij Douglasspar en hoogst zelden bij dennen. Ook de Grote sponszwam is een wortelparasiet. De vruchtlichamen zijn grote, roomkleurige, gekroesde bollen die het meeste aan de voet van sparren en dennen gevonden worden. Het is opvallend dat veel zwakteparasieten een voorkeur hebben voor bomen in wegbermen, lanen en parken. Een belangrijke oorzaak is dat veel bossen in Drenthe betrekkelijk jong zijn. De meeste oude bomen zijn te vinden langs wegen en in parken. Daarnaast speelt menselijk handelen een belangrijke rol. Bomen op deze plekken worden veelal hoog opgesnoeid ten behoeve van het verkeer,

waardoor grote takwonden ontstaan. En hoe vaak gebeurt het niet dat een bermboom geschampt wordt door een auto of een maaimachine waardoor stukken schors verdwijnen? Er bestaat ook een flinke kans dat hoofdwortels beschadigd worden bij het trekken van kabels door de berm of de aanleg van een nieuw fietspad. Al die wondplekken zijn potentiĂŤle openingen in de afweer van een boom waardoor een parasiet kansen krijgt. Wat te doen?

Het optreden van parasitaire paddenstoelen plaatst beheerders van natuurgebieden en openbaar groen voor een dilemma. Enerzijds behoren veel paddenstoelen van deze groep tot de meest spectaculaire en fotogenieke die er in ons land te vinden zijn. Bovendien groeien deze paddenstoelen vaak op

Eikhaas aan de basis van oude eik


32

Flora

Dennenvoetzwam

Vrijwilligers gevraagd voor paddenstoelentellingen In Drenthe worden al sinds 1998 paddenstoelen geteld door vrijwilligers in het kader van het landelijke meetnet paddenstoelen. Deze tellingen vinden in het paddenstoelenseizoen (juli - november) maandelijks plaats op vaste meetpunten verspreid door bossen en lanen in de provincie. De tellingen zijn beperkt tot een aantal goed herkenbare soorten. Voor handhaving en uitbreiding van het meetnet zoekt de Paddenstoelen Werkgroep Drenthe mensen met belangstelling voor paddenstoelen die aan dit project willen bijdragen. Uitgebreide kennis van of ervaring met paddenstoelen is niet vereist. Bij deelname ontvangt u een handleiding en een fraaie paddenstoelengids met kleurenfoto’s en beschrijvingen van alle te tellen soorten. Belangstellenden kunnen contact opnemen met de regionale coÜrdinator van het paddenstoelenmeetnet Kor Raangs, Waterland 100, 9734 BK Groningen, telefoon 06-21865366, e-mail korr@home.nl.

monumentale bomen die op zich het behouden waard zijn. Anderzijds wil niemand graag bij een storm een monumentale boom op zijn huis, auto of, erger nog, op zijn hoofd. Wat te doen? Het bestrijden van de paddenstoelen zelf is onmogelijk. Sommigen denken dat door het verwijderen van de vruchtlichamen de aantasting beperkt kan worden. De zwamvlok zet echter binnenin de boom zijn ondermijnende activiteiten voort en daar is niets tegen te beginnen. Het is moeilijk om de levensverwachting van een door paddenstoelen aangetaste boom te bepalen. Tegenwoordig nemen beheerders al gauw het zekere voor het onzekere, vooral in bebouwde gebieden en langs wegen. Ze gaan sneller, en vaak onnodig, over tot kap van bomen met paddenstoelen omdat ze beducht zijn voor schadeclaims bij calamiteiten. De toekomst voor paddenstoelen van oude bomen ligt in het bos. Daar kunnen bomen, voor zo ver ze niet langs wegen groeien, rustig oud worden en geleidelijk afsterven.Veel bosbeheerders hebben nog de neiging om naar de motorzaag te grijpen voor het zo ver is. Ze gaan echter geleidelijk inzien dat ook bomen recht hebben op een rustige oude dag en dat woudreuzen in allerlei stadia van verval bijdragen tot de biologische rijkdom en belevingswaarde van onze bossen.

* Dr. E.J.M. Arnolds is lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie van Stichting Het Drentse Landschap.


Aankopen

Waarvan akte... Melle Buruma*

* Ing. M.H. Buruma is rentmeester van Stichting Het Drentse Landschap.

foto: Jaap de Vries

In het jaar 2011 is de grondverwerving voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) als gevolg van het regeerakkoord tot stilstand gekomen. Los van de noodzaak tot bezuinigingen moet volgens dit akkoord de verwerving van grond tot het absolute minimum worden teruggebracht, ondanks dat dit het meest efficiënte middel is om natuurwaarden te beschermen of te ontwikkelen zo blijkt keer op keer. Op dit moment is er nog geen enkel zicht op overeenstemming tussen staatssecretaris Bleker en de Provincies over de toekomst van de EHS. Het Rijk lijkt geen enkel oog te hebben voor de consequenties voor de natuur. Afbraak van het natuurbeleid lijkt een doel op zich te zijn geworden. Langzamerhand wordt ook steeds duidelijker dat de consequenties verder reiken dan alleen het natuurbeleid; ook gebiedsprocessen, kavelruilen, landinrichting, het betrekken van particulieren bij het natuurbeheer en realisatie van projecten met waterdoelen, worden praktisch stopgezet. In Drenthe is de realisatie van de EHS voor meer dan tweederde deel voltooid en in veel gebieden ligt dat percentage nog hoger. De meeste gebieden leveren het beeld op van een gatenkaas; het wachten is op de laatste afrondingen. Deze aankopen hebben rendement voor een veel groter gebied. Worden deze afrondingen niet verworven dan is inrichting en gericht beheer het hele gebied niet mogelijk. Juist daarom is het nu zo fnuikend dat er geen geld beschikbaar is om tot aankoop over te gaan. Het Drentse Landschap heeft in de loop der jaren een heel netwerk opgebouwd met grondeigenaren en buren. In goede harmonie en op basis van wederzijds respect en vertrouwen wordt altijd gezocht naar oplossingen die aan alle belangen recht doen. Wat dat betreft is natuurbescherming al lang geen eenrichtingverkeer meer. Dit alles blijft nu onbenut en lijkt nu te gaan afbrokkelen. Deze afbraakpolitiek is niet in het belang van de natuur, of de boeren of hun buren en ook niet in het belang van de vitaliteit en toekomst van het platteland. Die wordt zo ook totaal afgeremd. Dat er ondanks deze sombere situatie toch nog een aantal transacties werden afgehandeld heeft te maken met een remspoor van het oude beleid. In 2010 en begin 2011 werden onder andere in het Reestdal en het Hunzedal een aantal kavelruilen afgerond waar de betrokken partijen al in een veel eerder stadium voor hadden getekend. Ook werd Het Drentse Landschap eigenaresse van een perceel in het Hunzedal door de compensatieverplichting van Rijkswaterstaat voor de verbreding van de N33. Er werden nog een aantal bosperceeltjes aangekocht, waaronder gronden die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het ecoduct over de N48 bij Zuidwolde. Ook kreeg de stichting grond in eigendom omdat de eigenaren hun grond aan Het Drentse Landschap wilden schenken of nalaten. Dat is in deze tijden waarbij de Rijksoverheid alle aandacht voor de natuur in Nederland lijkt te verliezen, een hartverwarmende ervaring.

33

Belangrijke aankopen • Reestdal 0,50.47 ha grasland nabij Meppel 0,02.88 ha grasland in de gemeente Staphorst verkoop 13,92.30 nabij Zuidwolde 15,39.80 ha bouw- en grasland nabij Zuidwolde 4,89.00 ha grasland en wallen nabij De Wijk •

Hunzedal 3,96.60 ha grasland nabij De Hilte 2,00.95 ha bouwland Boermastreek verkoop 0,88.90 ha ruilgrond Gasselte

• Scharreveld 2,41.25 ha bos • Doldersummerveld 4,75 ha grasland •

Esbosjes Zuidwolde 1,13.24 ha bouwland verkoop 2,51.52 ha bos 1,58.45 ha bos 0,86.73 ha bos 1,69.50 ha bos

Uffelter Binnenveld


foto: Bertil Zoer

Limousin La douce France

Joan D.D. Hofman*

Deze keer een schitterend etsje van een Limousin als u een nieuwe begunstiger aanbrengt. Imposant door zijn brede schouders en goed gevulde schoft. Een vetzak zou je denken, maar het is één bonk vlees. Een volwassen koe kan wel 800 kilo wegen, een stier zelfs 1000! Een paar eeuwen lang hebben Franse boeren runderrassen gekruist om een forse vleeskoe te krijgen. Al heel lang werden gedomestiseerde runderen al ingezet als trekdier voor de kar of de ploeg. Gespierde jongens dus. In ons land fokten de boeren de laatste eeuwen juist op de melkproductie en zat er weinig vlees op de botten. In de regio van de Franse stad Limoges waren ze zo succesvol met de fokkerij van een vleeskoe, dat die in 1854 internationaal erkenning kreeg als ras onder de naam Limousin. Het ras werd in Frankrijk zo gekoesterd als product van eigen bodem, dat het tot 1960 duurde dat men er in toestemde dat het geëxporteerd mocht worden. Natuurbeheerders zagen uitstekende mogelijkheden voor de Limousin. In te voedselrijke terreinen konden Limousins de overmatige begroeiing omzetten in vlees en zo bijdragen aan de gewenste verschraling.Verder was een voordeel dat het ras erg zelfredzaam is. Ze hoeven weinig veterinaire zorg. Ook bij het afkalven hebben ze in de regel geen hulp nodig. De kalveren worden door de moeder verzorgd; vandaar dat we ze ook wel zoogkoeien noemen. Met hun warmrode tot roodbruine vacht vormen ze een aantrekkelijke stoffering in het landschap. Toch is het niet verstandig om zomaar een gebied met Limousins in te lopen, want ze kunnen nog wel eens vervelend zijn tegen ‘indringers’. Een ander ‘nadeel’ is dat ze ’s winters niet buiten kunnen blijven. Mits het niet te koud en winderig is, voldoet een halfopen stal; anders moet de boel dicht. En er moet op stal natuurlijk gevoerd worden.


Het Drentse Landschap heeft momenteel ruim 400 Limousins lopen. Deze worden beheerd vanuit vier eigen beheerboerderijen in Zuidwest Drenthe (Reestdal 2, Doldersummerveld en Rheebruggen). Op deze bedrijven wordt ook gras en graan geteeld, zodat in de wintervoedering en stalstrooisel in de vorm van stro grotendeels met eigen producten kan worden voorzien. Op onze bedrijven wordt uiteraard zo natuurlijk mogelijk gewerkt. Het vlees van de Limousins die wegens overtolligheid moeten worden afgevoerd (stiertjes) is dan ook van zeer goede kwaliteit: zuiver, mager en mals. De door u aan te brengen nieuwe begunstiger kan daar meteen van profiteren!

* Drs. J.D.D. Hofman is redacteur van Het Drentse Landschap.

Gratis ets van Han van Hagen

Werf een begunstiger voor Het Drentse Landschap Wegens groot succes gaan we dit jaar uw inzet bij het werven van nieuwe begunstigers opnieuw belonen met een prachtige ets van beeldend kunstenaar Han van Hagen. Dit keer is het thema ‘Pubers van het Drentse landschap’. Zelf schreef hij over deze jonge dieren: De pubers van het Drentse landschap. Je kent ze wel. Pubers in de wei. Schoonebeker heideschapen, Schotse hooglanders, Limousins en Drentse heideschapen. Barstend van de energie lopen ze de volwassen viervoeters voor de voeten. Buitelen over elkaar, delen kopstoten uit. Bewegen zo onhandig, struikelen over eigen poten. Drinken nog immer verse melk uit moeders tap. Kijken welbewust de wereld in. Wie doet me wat? De derde ets die u kunt ontvangen als u een nieuwe begunstiger werft is de jonge Limousin. De ets heeft een afmeting van 160 mm x 110 mm en wordt in een A4 passepartout afgeleverd.

Uw hulp bij het behoud van de Drentse natuur en cultuur is hard nodig. Maak daarom uw familieleden, vrienden en kennissen voor slechts € 17,50 per jaar begunstiger van Het Drentse Landschap.Vul de cadeaubon in dit kwartaalblad vandaag nog in en ontvang snel de eerste prachtige ets.

Alvast heel hartelijk dank voor uw hulp!


36

Flora Joan D.D. Hofman*

Amerikaanse vogelkers “Bospest!” Zo noemen velen met duidelijke aversie de Amerikaanse vogelkers. Bosbouwers en natuurbeheerders spenderen jaarlijks een vermogen om deze struik in hun terreinen in toom te houden. Eigenlijk hebben we hem zelf geholpen de stap over de oceaan te maken. Als sierboom vanwege zijn schoonheid. Het is dus wel wat dubbel.

Aanvankelijk werd de Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) in de 19e eeuw om zijn vorm, uitbundige bloei en bessenpracht naar Europa gehaald. Later, eerste helft 20e eeuw, toen op grote schaal bebossing van heide-ontginningen plaatsvond, besloten bosbouwers – om de groei van de aangeplante naaldboompjes te stimuleren – er flink wat Amerikaanse vogelkers als ‘vulhout’ tussen te planten. De vogelkers is een snelle groeier en de naaldboompjes zouden hem daarin volgen. Een andere reden was dat de vogelkers veel blad produceert dat een bemestend effect op die arme heidebodems zou hebben. Maar zoals zo vaak bij de introductie van een exoot onderschatte men het risico dat de nieuwkomer zich zo thuis zou voelen, dat hij zich ten koste van de eigen flora en fauna zou uitbreiden.

Foto Geert de Vries

Verguisde pracht


Flora Lichtzoeker

De pleistocene zandgronden bleken bij uitstek geschikt voor de Amerikaanse vogelkers.Vogels die de kersjes eten, verspreiden de zaden. Op lichte, open plekken komt het zaad tot kieming; het best als de bodem wat losgewoeld is. En dan kan het snel gaan. De plant maakt meerdere stammen en groeit aanvankelijk wel een meter per jaar. Zo staat er al snel een forse struik met een dicht bladerdek. Ze kunnen met gemak tot meer dan tien meter hoog worden. Eronder groeit nauwelijks wat door gebrek aan licht. Al die vogelkersen bij elkaar – en er komen steeds weer nieuwe bij – nemen een flinke ruimte in in onze bossen ten koste van onze inheemse bosplanten. De ontwikkeling van het bos, het bosbeeld en de soortenrijkdom wordt daardoor sterk verstoord. Dat is de reden dat beheerders jaarlijks in de nazomer vlak voordat de kersjes rijp zijn en vogels ze gaan verslepen, de vruchtdragende struiken verwijderen. Uitzichtloze strijd

We weten dat het een uitzichtloze strijd is, maar niets doen is geen optie meer.Voor het bestrijden van de ‘prunus’, zoals de Amerikaanse vogelkers in het gangbare spraakgebruik vaak wordt aangeduid, zijn diverse methoden. Overal kleven bezwaren aan, maar het meest effectief en veilig is afzagen. De prunus heeft echter een sterk regeneratievermogen: de stobbe produceert volgend jaar vele uitlopers en dan is het probleem na enkele jaren groter dan het was. Noodgedwongen worden de stobben ingesmeerd met glyfosaat waardoor de plant doodgaat. Het rooien van de stobbe zou natuurlijk ook kunnen, maar dan krijg je een bodemverwonding die een ideaal kiembed vormt voor de vogelkers. De open plek

die is ontstaan krijgt veel licht en ligt vol met zaad. De beheerder moet er dus regelmatig langs om nieuwe opslag te verwijderen. Begrazing door schapen of geiten kan daarbij ook helpen, want die eten de jonge opslag. Oudere struiken worden gemeden om hun giftigheid. Gelukkig produceert de prunus geen worteluitlopers, want dan zou het wel heel lastig worden. Het Drentse Landschap pakt op deze manier planmatig jaarlijks tientallen hectares bos aan. Het prunusprobleem is daardoor in de terreinen van de stichting redelijk onder controle.

37

lijsterachtigen ervaren dat kennelijk anders. De Amerikaanse vogelkers komt in allerlei typen bos voor op niet te vochtige en te voedselrijke zandgronden, een bodemtype dat we in Drenthe veel aantreffen. Als liefhebbers van licht vind je ze vooral op opengemaakte plekken in het bos, in bosranden en op houtwallen. Ook op kale plekjes in de heide kom je ze vaak tegen. In Drenthe is de Amerikaanse vogelkers zeer algemeen op de zandgronden. Ze komt in veel mindere mate voor in beekdalen, veenweidegebieden en veenkoloniale gebieden.

De andere kant

We zeggen dan wel vaak ‘prunus’ als we het over Amerikaanse vogelkers hebben, maar dat kan eigenlijk niet. Prunus is een geslacht met honderden soorten, verspreid over de hele wereld. Veel soorten bloeien fraai en brengen smakelijke vruchten voort. Pruimen en kersen zijn daarvan gecultiveerde vormen. Tot onze inheemse wilde prunussen behoren Vogelkers, Zoete kers en Sleedoorn. De Amerikaanse vogelkers bloeit uitbundig in mei-juni, als de meeste andere prunussoorten al uitgebloeid zijn. Forse trossen van kleine, witte bloempjes. Een prachtig gezicht, dat doet denken aan de befaamde Drentse krentenboompjes (die overigens ook uit Amerika zijn ingevoerd….). In augustus rijpen de kersjes tot glanzende, paarszwarte vruchtjes (steenvrucht). Er zit één zaadje in, omhuld door een dun laagje vruchtvlees. Alhoewel sommigen er jam van schijnen te maken, zullen de meesten ze oneetbaar vinden vanwege de bitterheid. Spreeuwen en

* Drs. J.D.D. Hofman is redacteur van Het Drentse Landschap.


Schatten in de slenken Breevenen, het jongste waterwinen natuurgebied van WMD werd ingericht in 2000. Sindsdien zijn de ontwikkelingen op de voet gevolgd door ecologen en hydrologen. Het unieke aan Breevenen is dat het gebied zich uitstrekt van de Hondsrug tot de Hunze. Er bevinden zich zandkoppen, maar ook veraard veen en slenken. Er zijn kwellocaties, maar ook gebieden die worden beĂŻnvloed door neerslagwater. Door deze grote variatie is er voor veel verschillende soorten een geschikte leefomgeving aanwezig. Uit onderzoek blijkt dat er nog steeds nieuwe soorten verschijnen en dat de vegetatie een duidelijke ontwikkeling laat zien naar een situatie waar natuurontwikkeling in volle gang is. De mooiste resultaten van Breevenen bevinden zich in de slenken. Daar zijn kleine zeggenvegetaties ontstaan met Zwarte zegge, Zompzegge en Veenpluis. De randen van de slenken zijn de plekken waar Grote ratelaar en drie soorten orchideeĂŤn staan: Brede orchis, Gevlekte orchis en Rietorchis. Op plekken waar de slenken dieper zijn uitgegraven, komen Snavelzegge en Waterviolier voor. In de rietkragen rond de slenken vinden moerasvogels als Blauwborst, Kleine karekiet, Rietgors en Sprinkhaanzanger onderdak.

Kijk voor meer informatie over drinkwater op wmd.nl.

Blauwborst foto: Joop van de Merbel


Tentoonstelling

39

Beeldschoon water in ICO Assen De succesvolle tentoonstelling Beeldschoon water gaat over de Drentse onderwaterwereld. Fotograaf Willem Kolvoort heeft deze voor ons onbekende wereld op een fascinerende wijze in beeld gebracht. De foto’s zijn verzameld in een gelijknamig boek en een gelijknamige tentoonstelling die t/m 24 oktober te bewonderen is. Voor de laatste keer, want na drie jaar stopt de tournee van Beeldschoon water.

Aanleiding voor Beeldschoon water is de Europese Kaderrichtlijn Water die van de waterschappen vraagt om de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater te onderzoeken en met plannen te komen om de waterkwaliteit in hun gebied te verbeteren. Conclusie van de in Drenthe actieve waterschappen is dat er nog heel veel moet gebeuren voor het water hier aan de nieuwe richtlijnen kan voldoen. De Natuuren Milieufederatie Drenthe en Het Drentse Landschap bedachten dat het goed zou zijn om de kwaliteit van het Drentse water via foto’s in beeld te brengen. Ze vroegen Willem Kolvoort om dit te doen. Wie naar zijn foto’s kijkt kan zich moeilijk voorstellen dat de kwaliteit van het Drentse water niet overal even goed is. Kolvoort legde namelijk vele wonderschone ‘landschappen’ vast met zijn camera. Mooie plekken met helder kwelwater en veel waterplanten, visjes, slakken en insecten. Elders is het echter nog lang niet zo ver. Vaak is het water in de beek troebel en doods en dringt er nauwelijks voldoende licht onder het wateroppervlak door om een foto te kunnen maken. Wie nog een keer wil genieten van de prachtige foto’s kan tot en met 24 oktober een bezoek brengen aan de tentoonstelling Beeldschoon water. ICO Zuidhage 2 9401 NZ Assen


40

Natuurontwikkeling

Nieuwe natuur in Oude Diep U k o Ve g t e r *

Het gaat goed met de natuur in de nieuwe natuurgebieden in het

Het beekdal van het Oude Diep is als zoveel gebieden in Drenthe door ruilverkaveling in de vorige eeuw sterk van karakter veranderd. Het leidde tot schaalvergroting en ontwatering.Voor de landbouw was dit gunstig, natuur en landschap hadden er ernstig onder te lijden. Het Drentse Landschap pakte midden jaren negentig de handschoen op om natuur en landschap in delen van het gebied te herstellen. Daarom vond begin jaren negentig uitgebreid onderzoek plaats. Het rapport ‘Nieuwe kijk op het Oude Diep’ gaf vervolgens een visie op het gebied als geheel, inclusief de noodzakelijke herstelmaatregelen.Vooral herstel van de waterhuishouding en het kleinschalige landschap kwamen daarbij bovendrijven. In 2000 werd het deelgebied Zuidmaten als eerste ingericht, de Pesserma volgde in 2006, de Oude Kene in 2008.

Oude Diep van Stichting Het Drentse Landschap. Ruim tien jaar na de herinrichting van diverse deelgebieden gloort her en der het roze van orchideeën en het Moeraskartelblad. En klinkt de roep van de Kwartelkoning. Alle reden dus om eens stil te staan bij de vooruitgang van de natuur in het Oude Diep.

foto: TOPFOTO

Zuidmaten

In de Zuidmaten, het beekdalgebied aan de oostzijde van het VAMcomplex, leidde herinrichting tot herstel van het kleinschalige beekdallandschap met houtwallen inclusief meanderende beek en vernatting van het gebied. Al snel bleken tal van nieuwe plantensoorten zich in het gebied thuis te voelen. Niet alleen orchideeën (zowel de Gevlekte orchis als de Rietorchis), maar ook Holpijp en Wilde margrieten zijn hier nu te zien. Soorten die aangeven dat er veel variatie in natte en droge plekken is. De aanvankelijk massaal opkomende Pitrus, een soort van drogere milieus, begint het langzamerhand moeilijk te krijgen. De vlinderbevolking voelt zich steeds meer thuis in de Maten. Door meer


en kent droge en vrij natte delen. Langzamerhand ontwikkelen zich hier bloemrijke hooilanden en in het zuidelijk deel zelfs moerasachtige vegetaties. Dit voorjaar werden de eerste Dotterbloemen gevonden. Het lijkt een kwestie van tijd voordat hier zich weer soortenrijke Dotterbloemhooilanden ontwikkelen. Ook de vogelbevolking duidt op nattigheid. Niet alleen kritische weidevogels zoals Watersnip en Slobeend doen het goed hier, ook de zeldzame Kwartelkoning liet in 2008 zijn karakteristieke krassende geluid horen. Oude Kene

Pesserma

foto: Jaap de Vries

Het gebied Pesserma, boven Hoogeveen, is landschappelijk veel opener dan de Zuidmaten

Bij Hoogeveen is het terrein van de Oude Kene het meest recente stuk ‘nieuwe natuur’. Nu al is te zien dat rondom de beek Grote ratelaar, Echte koekoeksbloem en Moeras-vergeetmij-nietje, soorten van natte graslanden, zich uitbreiden. Het gebied geeft al een bloemrijke indruk met Bruin en Oranje zandoogje en Groot dikkopje als vaste vlinderbewoners. Ook reageerde de vogelbevolking vlot op dit nieuwe, natte gebied. In de zomermaanden zijn pleisterende groepen Lepelaars te zien maar ook voedselzoekende Grote zilverreigers, Oeverlopers en Witgatjes. Zilverreigers en Lepelaars zijn vooral verzot op de grote hoeveelheden Stekelbaarsjes en andere jonge vissen. Ook in het eerste jaar verschenen broedvogels als Zomertaling, Kleine plevier, Roodborsttapuit en Bosrietzanger. Omdat het gebied deels uit opgroeiend broekbos, deels uit rietvegetaties en deels uit natte graslanden bestaat is er voor allerlei vogelsoorten wel wat wils.

foto: Joop van de Merbel

variatie in vegetatiestructuur en de toegenomen bloemenrijkdom komen soorten als Icarusblauwtje, Groot dikkopje en Oranje zandoogje voor. En langs de beek zweven libellen als de Weidebeekjuffer en Blauwe scheenbeenjuffer. Het herstel van houtwallen, bosjes en poelen is ook voor veel andere diersoorten gunstig geweest. Zo zijn Geelgors en Roodborsttapuit meer algemeen, en inmiddels ook als broedvogel aanwezig. Kikkers en salamanders bewonen de aangelegde poelen. De Das heeft het weer aantrekkelijke landschap van de Zuidmaten uitgekozen als leefgebied.

Meer verrassingen

Tureluur

Alle inspanningen tot nu toe beginnen overduidelijk hun vruchten af te werpen. Wel zijn er nog een aantal knelpunten op te lossen. Zo is de kwaliteit van het beekwater nog onvoldoende, en zorgt ontwatering in het beekdal er op sommige plekken voor dat de ontwikkeling achterblijft bij de mogelijkheden. Toch valt te verwachten dat de komende jaren de positieve ontwikkeling zich doorzet. Meer verrassingen in de vorm van nieuwe planten- en diersoorten zullen dan ook niet uitblijven. Wie zelf eens een kijkje wil nemen bij het vernieuwde Oude Diep kan vanaf verschillende locaties het gebied in. Op de website van Het Drentse Landschap (www.drentslandschap.nl) zijn wandelroutes te downloaden voor de Oude Kene en Zuidmaten en een fietsroute om een indruk te krijgen van het gehele beekdal. U zult niet worden teleurgesteld!

< Gevlekte orchis

* Drs. U.Vegter is hydro-ecoloog van Stichting Het Drentse Landschap.


42

Berichten

2-Reestdal

Kortweg

foto: Adri Hoogendijk

1-Hunzedal Grauwe kiekendief

De natuurontwikkeling in het Hunzedal heeft al menige verrassing opgeleverd. Zeker op het gebied van vogels. In het voorjaar van 2011 werden ook de Grauwe kiekendief en de Velduil meermalen gespot. De Grauwe kiekendief is vooral bekend van het Oldambtgebied waar actieve nestbescherming leidde tot het in stand blijven van de populatie aldaar. Kennelijk is nu ook het Hunzedal een aantrekkelijk foerageergebied voor deze soort. En voelt ook de Velduil zich thuis in de nieuwe natuurgebieden.

Recent zijn sporen van de Das gevonden op een tot nog toe onbekende plek. Het ging om enkele duidelijk herkenbare wissels en een tweetal uitgegraven wespennesten in de graslanden van het Reestdal nabij Meppel. Het lijkt er op dat één of meerdere Dassen, wel bekend van het Reestdalgebied rond De Wijk, de Hoogeveense Vaart hebben kunnen oversteken.

Langs de Hunze zijn er ook dit voorjaar enkele Bevertjes bijgekomen. De jonge dieren zijn nu volop bezig de omgeving te verkennen. Hoeveel jongen er in totaal geboren zijn, wordt momenteel nog onderzocht. Op één plek is het gelukt om de jongen op een leeftijd van enkele weken al op de foto te krijgen. Op deze plek werden dit jaar twee jongen geboren. Een leuke aanvulling op de drie die hier vorig jaar geboren zijn.

Als onderdeel van het kleinschalig cultuurlandschap in het Reestdal heeft Het Drentse Landschap ook enkele akkers in beheer. Onderzoek naar de kwaliteit van deze akkers leverde de vondst van een grote groeiplaats van de plant Korensla op. Korensla is een plant met een fraai, klein, geel bloemetje die uiterst zeldzaam is in Nederland. Korensla groeit op nauwelijks bemeste, uiterst schrale akkers. Dat soort akkers is vrijwel niet meer te vinden in Drenthe. Korensla staat dan ook al lange tijd op de Rode lijst. Jaarlijks organiseert een groepje fanatieke vogelliefhebbers een Bird Watch bijeenkomst op de kijkbult van Takkenhoogte. Onder het genot van een kopje koffie met gebak proberen ze in enkele uren zoveel mogelijk vogels te spotten vanaf de heuvel. Wat er dit jaar gespot werd moet nog blijken, maar op de lijst van vorig jaar stonden maar liefst 1671 vogels verdeeld over 52 soorten vermeld. Behalve veel ‘toevallig’ overvliegende soorten zoals een paar honderd Grauwe ganzen en Kieviten zitten er ook veel soorten tussen die een duidelijke binding hebben met het gevarieerde en voor vogels aantrekkelijke gebied.

Het gebied Rabbinge ligt in de middenloop van het Reestdal. Een groot deel ervan is een laagte die net buiten het eigenlijke beekdal ligt. Het was in vroeger tijden een hoogveentje. Tegenwoordig komen naast begraasd weidegebied er enkele natte hooilandjes voor. De afgelopen jaren bleken kenmerkende soorten voor het gebied zoals Draadrus, Waternavel, Wateraardbei en Snavelzegge in aantal sterk terug te lopen. Oorzaak was het ‘vermossen’ en ‘vergrassen’ van de vegetatie. Met name Gewone haakmos ging de vegetatie sterk domineren en ook Moerasstruisgras nam sterk toe. Reden om te kijken of heel ondiep plaggen hier succesvol zou kunnen zijn. Door beheerder Gerrit Schuurhuis is daarom twee jaar geleden met een cyclomaaier voorzichtig de bovenste 5 tot 10 cm van het vegetatiedek afgeschraapt. Begin juli van dit jaar zijn vegetatie-opnamen gemaakt in drie van de hooilandjes. En wat bleek? In alle drie de gebieden is een vergelijkbare ontwikkeling op gang gekomen waarbij de voor Rabbinge typische soorten een comeback maken. Met name Draadrus keert terug maar ook Snavelzegge neemt toe. En in de moslaag heeft het Gewone haakmos plaatsgemaakt voor Puntmos en Veenmos. Door van tijd tot tijd pleksgewijs ondiep te plaggen lijkt het dus mogelijk de variatie in vegetatie en de soortenrijkdom voor het gebied Rabbinge te behouden. Een mooie conclusie.


Berichten

43

Rabbinge

3-Stroetenveld In juli heeft gedeputeerde Rein Munniksma het nieuw ingerichte natuurgebied Stroetenveld officieel geopend. Door het inrichten van het Stroetenveld zijn de leefomstandigheden van de Brede orchis en de Rietorchis veilig gesteld. Hydrologisch onderzoek in de jaren negentig had namelijk uitgewezen dat meststoffen vanuit de landbouw de groeiomstandigheden voor de orchideeën voortdurend verslechterden. In samenspraak met de Provincie Drenthe en met dank aan de landinrichtingscommissie van de Ruilverkaveling Mars- en Westerstroom werd er, na veel heen en weer gepraat, besloten om het hele oostelijke inzijggebied genaamd het Stroetenveld te verwerven. Dit gebeurde in 2004. Ook kon in 2007 met steun van de ruilverkaveling de beek weer meanderend gemaakt worden waardoor het dal sterk werd vernat en dat is weer gunstig voor de orchideeën. De inrichting van het gebied was mede mogelijk dankzij inrichtingsmiddelen uit de Provinciale Subsidieregeling Natuur en het Prins Bernhard Cultuurfonds en wel specifiek via het Röpcke-Wynia Fonds.

4-Doldersummerveld Gedurende enkele weken verbleef er op en rond het Doldersummerveld een Slangenarend. Slangenarenden zijn grote roofvogels die gespecialiseerd zijn in het vangen van slangen. In het gebied komt een stevige populatie Ringslangen en Adders voor, waar het dier op jaagde. Slangenarenden worden vaker in Drenthe waargenomen.Vrijwel jaarlijks in het nabijgelegen Fochtelooërveen. Meestal betreft het solitaire dieren.Voor zover bekend heeft het dier nog niet gebroed in Drenthe.

1

ASSEN

1 4

3 HOOGEVEEN

foto: Joop van de Merbel

MEPPEL 2

EMMEN

2-Reestdal


44

Berichten

Diversen huwelijksreis zouden fietsen. Dit bedrag zouden ze schenken aan een goed doel. Ze kozen hiervoor de beverspeurtocht uit. Het Drentse Landschap is het huwelijkspaar en alle andere schenkers zeer erkentelijk voor deze actie.

Schenkingen en legaten Van een oud-bestuurslid mochten wij € 1.000,-- ontvangen voor het plaatsen van een tweetal hekken. Drie kleinschalige ondernemers doneerden de bijdrage van hun Open Huis aan de stichting.Verder werd er een vijfjarige periodieke schenkingsakte van € 60 per jaar opgesteld. We willen iedereen heel hartelijk danken voor deze schenkingen.

De Stichting Oude Drentse Kerken werd voor 1/6 deel tot erfgename benoemd in een nalatenschap. De afwikkeling van deze nalatenschap zal nog geruime tijd in beslag nemen.

Aaldrik Pot en Nicolette Branderhorst fietsten ruim € 600,bij elkaar voor de educatieve beverspeurtocht in het Hunzedal. Als huwelijkscadeau hadden ze bedacht dat de gasten een bijdrage zouden leveren aan de kilometers die ze tijdens hun

Weet u dat u geen aftrekdrempel in de inkomstenbelasting heeft als u een vijf-(of meer) jarige periodieke schenkingsakte laat opstellen bij de notaris. Indien u Het Drentse Landschap of de Stichting Oude

Te huur Het Drentse Landschap heeft in Orvelte nog twee panden beschikbaar voor verhuur. Dorpsstraat 1, Functie: wonen en werken: 390 m2 Dorpsstraat 1

foto’s: Archief HDL

Dorpsstraat 2, (Tingieterij) Functie: wonen en werken: 400 m2

Dorpsstraat 2

Belangstellenden kunnen contact opnemen met: Arnold Kooistra, medewerker Gebouwen a.kooistra@drentslandschap.nl of tijdens kantooruren (0592) 304 131

Drentse Kerken benoemt in uw testament hoeft u geen belasting over de erfenis te betalen. Mocht u Het Drentse Landschap en/of de Stichting Oude Drentse Kerken als goede doel kiezen, dan zijn de notariskosten gratis.Wij hebben met het Notariaat te Zuidlaren hierover een financieel aantrekkelijk afspraak kunnen maken. Educatief programma synagoge In juni werd in de synagoge van Zuidlaren een nieuw ontwikkeld educatief programma ‘Het sjoeltje van Zuidlaren’ gepresenteerd. Hierin wordt de geschiedenis verteld van dit kleine gebouwtje dat jarenlang het onderkomen was van de Joodse gemeenschap. Aan de hand van een aantal opdrachten kunnen kinderen actief aan de slag gaan in de synagoge. Samen met Kunst en Cultuur Drenthe wordt bekeken of dit concept ook voor andere religieuze gebouwen in Drenthe kan worden uitgewerkt. Het educatieve programma was mede mogelijk dankzij bijdragen uit het door het Prins Bernhard Cultuurfonds beheerde Jenny Frieling Fonds en het donatiefonds van Rabobank NoordDrenthe.

BRIM Het BRIM (Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten) is sinds 1 januari van dit jaar opengesteld voor archeologie. De subsidie, die beschikt wordt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, voor het in stand houden van de archeologische monumenten bedraagt 60 % van de totale subsidiabele kosten.Voor een periode van 6 jaar zal Het Drentse Landschap vanaf 2012 € 53.668,00 ontvangen voor de instandhouding van haar archeologische monumenten. Steun de Drentse schaapskuddes De Natuur- en Milieufederatie Drenthe is gestart met een actie om ons bewuster te maken van het energiegebruik. Hiervoor hebben ze Be Schaap aangetrokken. September staat in het teken van de schaapskuddes in Drenthe. Een aantal natuurgebieden in Drenthe wordt begraasd met een schaapskudde. Dit is een effectieve manier van heidebeheer en bovendien een belangrijk toeristisch product. Zonder de schaapskudde groeit het heideveld dicht en wordt het uiteindelijk bos. Het is maar de vraag of er bij de aangekondigde bezuinigingen vanuit het Rijk straks nog voldoende geld is voor het beheer van een schaapskudde met een herder. Reden genoeg voor Be Schaap om de schaapskuddes een hart onder de riem te steken. Be steunt de schaapskuddes in


foto: Hans Dekker

Berichten

Drenthe door € 2,- te doneren voor elke deelnemer aan de meterstandenactie van het bespaarschaap.nl. Het Drentse Landschap heeft op het Hijkerveld en het Doldersummerveld grote schaapskuddes die een groot deel van het jaar dagelijks met de herder het veld op gaan. U maakt kans om gratis een dagje met ze mee te gaan als u zich aanmeldt bij het bespaarschaap. Bé verloot onder alle aanmelders in september/oktober 10 gratis excursies voor 2 personen, inclusief lunch. Wilt u ook de schaapskuddes steunen? Doe dan mee aan de meterstandenactie en steun zo het behoud van deze effectieve (en mooie) manier van natuurbeheer! Kijk op www.bespaarschaap.nl en doe mee.

Festival van het Landschap druk bezocht Het Drentse Landschap heeft tijdens het 2e Festival van het Landschap in Orvelte op 3 juli j.l. ruim 5000 bezoekers mogen verwelkomen. Dit was beduidend meer dan 2 jaar geleden. De sfeer was goed en de stichting kreeg dan ook zeer veel positieve reacties op het uitgebreide en gevarieerde programma. In 2013 vindt het festival weer plaats.

Korting op Erfgoedlogies Diependal Voor rustzoekers en natuurliefhebbers is er sinds kort een nieuwe bijzondere bed & breakfast in een prachtig natuurgebied van Het Drentse Landschap. Erfgoedlogies Diependal ligt namelijk aan de rand van het Hijkerveld, een van de meest uitgestrekte heidegebieden van Drenthe. Rust, ruimte, stilte, privacy en een prachtig uitzicht over de heide. Het is een ruime luxe accommodatie die plaats biedt aan 2 personen. Kijk voor meer informatie en om te reserveren op www.erfgoedlogiesdiependal.nl of bel 0592-268268 Begunstigers van Het Drentse Landschap ontvangen een korting van 10% op het boeken van een of meerdere overnachtingen.

45

Hunebedden informatievoorzieningen De Hunebeddenbeheergroep werkt momenteel aan het verbeteren van de informatievoorzieningen rond hunebedden. Er komen o.a. nieuwe informatiepanelen bij de hunebedden en ook wordt de ontsluiting naar de hunebedden aangepast. Daarnaast komt er een nieuw boek over dit onderwerp en wordt de informatie hierover ook via internet beschikbaar gesteld. Het project moet in 2012 worden afgerond. In de Hunebeddenbeheergroep zitten naast Het Drentse Landschap, Staatsbosbeheer, Hunebedcentrum ook de Rijksdienst voor het Culturele erfgoed en het Drents Plateau.

Webwinkel actie Via de webwinkel van Het Drentse Landschap zijn prachtige archeologische wandel- en fietsroutes te bestellen voor slechts € 1,50 per stuk. In de gidsjes staat naast een wandel- en/of fietsroute veel informatie over de geschiedenis van het landschap waar men doorheen komt. Begunstigers van de stichting krijgen € 0,50 korting als ze 5 of 10 exemplaren tegelijk bestellen. Kijk voor meer informatie of om een of meerdere gidsen te bestellen op drentslandschap.nl/webwinkel. De actie geldt t/m 1 december 2011. Begunstigers die geen internet hebben kunnen de gidsen tijdens kantooruren bestellen via 0592 - 31 31 35.


Berichten

Stichting Het Drentse Landschap heeft mede met steun van de Nationale Postcode Loterij een prachtige nieuwe langeafstandswandeling kunnen maken langs de loopjes van de Drentsche Aa. Hierdoor kunnen duizenden wandelaars kennis maken met dit prachtige landschap en bovendien onderweg genieten van vele historisch waardevolle cultuurschatten. De Loop van de Drentsche Aa betekent winst voor de Drentse cultuur. Door mee te doen met de Postcode Loterij maakt u elke maand kans op duizenden prijzen. Bovendien steunt u met uw lot de projecten van Het Drentse Landschap. Pak die kans en geef zo de natuur en cultuur in Drenthe extra steun.

foto: Jaap de Vries

Eerste prijs voor Jaap de Vries. Het gerenommeerde Duitse fototijdschrift NaturFoto organiseert jaarlijks een fotowedstrijd. Uit honderden ingezonden natuurfoto’s worden drie eerste prijswinnaars geselecteerd. Dit jaar sleepte Jaap de Vries een eerste prijs binnen met een fraaie closeup van twee Weidebeekjuffers. Op de foto staat een paartje beekjuffers die elkaar als het ware aftasten met de voorpootjes. Een uniek moment uiterst behoedzaam gekiekt. Jaap de Vries fotografeert bijna alles in Drenthe en fotografeert al vele jaren als vrijwilliger voor Het Drentse Landschap.

Eigen YouTube-kanaal Sinds kort beschikt Het Drentse Landschap over een eigen kanaal op YouTube. Daarop staan o.a. enkele promotiefilmpjes die in de informatiecentra draaien of hebben gedraaid. Tevens zijn er fragmenten uit de serie Schat van Drenthe te zien. In deze TV-serie toont Het Drentse Landschap de bijzonderheden van het Drentse cultuurlandschap. De serie is tot stand gekomen in samenwerking met JBF en Staatsbosbeheer.Voor de kinderen is er het sprookje Koning Water. Een verhaal over de relatie tussen mens en water door de geschiedenis heen en het belang van water voor de natuur. Dit sprookje draait momenteel ook in het informatiecentrum De Blinkerd.

Bel (0900) 300 1500 voor meer informatie.

foto: Auke Lubach

46


Windpark de Drentse Monden

Bezuinigingen

Binnen de Drentse politiek probeert men een zorgvuldig evenwicht te kiezen tussen het behoedzaam omgaan met ons landschap en het vergroten van het aandeel duurzame energie, waaronder windenergie. De verbazing was dan ook groot dat de ministers van EL&I en IenM stappen hebben gezet tot de realisatie van een grootschalig windpark Drentse Monden zonder daar de Provincie en de Gemeenten nadrukkelijk inspraak te bieden. Dit plan behelst het plaatsen van windmolens met een schaal en omvang die voor Nederland ongekend is. In Den Haag is kennelijk het beeld ontstaan dat als het ergens moet kunnen het wel in de Veenkoloniën moet zijn. In één van de meest karakteristieke open landschappen van Nederland. Juist hier zal de inbreuk op het landschap zeer ingrijpend zijn, zeker gezien het grote aantal molens en de hoogte daarvan. Het blijft echter een lastig dilemma; de noodzaak tot het aanwenden en ontwikkelen van alternatieve energiebronnen én de zorg voor ons landschap. De rijksoverheid legt juist in deze tijd veel verantwoordelijkheden neer bij Provincie en Gemeenten, om op gebiedsniveau te komen tot zorgvuldig en efficiënt beleid. De wijze waarop de plannen voor dit windmolenpark nu van bovenaf worden gedropt staat hiermee in schril contrast. De wijze waarop deze plannen tot stand komen en de eenvoud waarmee het landschap van de Veenkoloniën en het Hunzedal worden opgeofferd, betekenen voor Het Drentse Landschap dat zij geen andere keuze heeft dan zich tegen deze plannen te verzetten. Een zorgvuldige afweging binnen Drenthe inzake de aanwending van windenergie en behoud van het bijzondere karakter van ons landschap vraagt een andere benadering dan van Oost-Drenthe een soort windmolenpark op veen te maken. Tegelijk moet men constateren dat het realiseren van zo’n grootschalig park de toch al kwetsbare krimpregio van OostDrenthe sociaal-economisch helemaal de mogelijkheid op een leefbare toekomst ontneemt. Wie wil er ooit nog wonen onder deze giganten.

Er bestaat nog steeds geen duidelijkheid hoe de in het regeerakkoord aangekondigde bezuinigingen concreet voor natuur en landschap in Drenthe en voor onze organisatie gaan uitpakken. Daarnaast is bij de Provincie Drenthe de noodzaak tot bezuinigen manifest geworden. Als uitvloeisel van de Voorjaarsnota 2011 is een bezuiniging aangekondigd van € 300.000,-- voor een 6 tal organisaties uit de groene sector, waaronder Het Drentse Landschap. Wat dit gaat betekenen voor de individuele organisaties en de door hun, in afstemming met de Provincie uitgevoerde taken, zal de komende tijd duidelijk moeten worden. De Provincie heeft aangegeven dat de organisaties zelf moeten uitwerken hoe ze deze bezuiniging gaan invullen. Het betreft toch al gauw een bezuiniging van circa 12%, bovenop een eerdere van 5 tot 10%. Het Drentse Landschap vindt het moeilijk te begrijpen dat de Provincie Drenthe niet zelf aangeeft welke nieuwe beleidskeuzen onder deze bezuiniging liggen. Welke taken acht zij bijvoorbeeld niet meer nodig in dat licht, waardoor deze dan niet meer onder de afspraken vallen zoals de organisaties die in het kader van de ASV (Algemene Subsidie Verordening) sinds jaar en dag met de Provincie maken. En waarop hun werkzaamheden zijn gebaseerd. Tevens wordt gesuggereerd dat door beter samen te werken veel overlap te voorkomen zou zijn. De afstemming tussen Het Drentse Landschap en de andere organisaties is echter al voortreffelijk geregeld waardoor er feitelijk van overlap geen sprake is. Ook lijkt het erop dat door de organisaties te vragen na te gaan of fusies mogelijk zijn, voorbij gegaan wordt aan de eigenstandigheid van deze instellingen. Fusies leiden zelden tot kostenbesparing maar vaak wel tot verlies aan werkefficiëntie gedurende een langere periode. De betrokken organisaties zijn van mening dat zij recht hebben op een open en zakelijk gesprek met de Provincie om de bezuinigingen zo goed mogelijk in de sector te laten landen. Met respect voor de toekomstige uitvoering van de vele taken binnen het groene beleidsveld en voor de langjarige positieve inbreng van onze sector.

Eric van der Bilt Directeur Stichting Het Drentse Landschap

Natuur en landschap

de (Drentse) politiek


Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• Nationale Postcode Loterij Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur • VSBfonds Groningen - www.vsbfonds.nl Zet zich in voor de kwaliteit van de Nederlandse samenleving • PBCF Amsterdam - www.prinsbernhardcultuurfonds.nl Voor cultuur en natuurbehoud in Nederland • JMFonds Groningen - www.jmfonds.nl Levert bijdragen aan maatschappelijke ontwikkelingen • Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw • Bouwbedrijf H. Poortman Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw • GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau • ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau • Attero Wijster (088) 550 10 00 Energiek met milieu – Terugwinning grondstoffen en productie duurzame energie uit afvalstromen. • NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij • Havesathe ‘de Havixhorst’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant • NV Waterleidingmaatschappij ‘Drenthe’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... • Buro Hollema Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT • ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) • Quercus/Krinkels bv Gasselte (0592) 26 11 71 Uw bomen, onze zorg • N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water • KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Assen (0592) 37 95 55 Uitgeverij/grafisch bedrijf • BORK SLOOPWERKEN B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling • HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Groningen (050) 597 39 59 Uw installatie in goede handen!

• DE ROO DRENTE BV Bedum (050) 301 25 00 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen • BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies • ARCHITECTEN MEPPEL Meppel (0522) 25 57 96 • Concordia bouwmaterialenhandel Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel • oosterhuis bv Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk • WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen • ASTRON/LOFAR Dwingeloo www.astron.nl www.lofar.nl • WARENHUIS VANDERVEEN (ASSEN) Assen (0592) 31 16 11 Shop-in-shop totaalwarenhuis elton bv • Roden (050) 502 11 99 Producenten van ELLEN tochtprofielen • mueller sales Assen (0592) 36 16 00 Totaalconcept in Melkkoeling • Van liere grafisch bedrijf bv Emmen (0591) 611 099 Uw partner in communicatie • VNO NCW Noord Groningen (050) 534 38 44 Belangenbehartiger van het Noorden • Ensing Schilders Assen (0592) 348 080 Onderhoud- en protectiesystemen • VANDERSALM bouwkundig ontwerp- en adviesburo Dwingeloo (0521) 593 638 Nieuwbouw, verbouw, renovatie, projectontwikkeling en restauratie • DE FRIESLAND ZORGVERZEKERAAR Leeuwarden (058) 291 31 31 • FIETEN & ROOS BV Hoogeveen (0528) 230 990 inbraak- en brandbeveiliging - camerasystemen pc netwerken - toegangscontrole • Bureau B+O Architecten BV Meppel (0522) 246 625 • De Bonte Wever Assen 0592 - 356 000 / www.debontewever.nl Het meest complete all-in hotel van Nederland! • Exxenta b.v. Assen (0592) 370 510 Meetbaar rendement van organisatie tot communicatie ORANJA marketing communicatie reclame • Meppel (0522) 26 20 95 Verbinden vanuit de essentie: www.oranja.nl • BOUWBEDRIJF MOES v.o.f. Dwingeloo (0521) 59 12 95

Stichting Het Drentse Landschap zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van:

• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • Stichting drs. A.V.J. den Hartogh Fonds


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.