Talent

Page 1

Begaafde leerlingen horen er gewoon bij

Martijn: ‘Ik ben een trotse nerd’

Wekelijks 550 euro kwijt aan zorg

n a l t T e

ng 21

jaarga

019

#2 | 2

Leren plannen en organiseren

CBS De Akker focust op executieve vaardigheden


In h ou d

#2 | 2019

4 De stelling

B-onderwijs: aansluiting po op vo H laat sterk te wensen over

24 Veel initiatieven, geen lijn

p zoek naar hb-beleid in het O Nederlandse onderwijs

18 CBS De Akker focust op executieve vaardigheden

oogbegaafde kinderen hebben vaak H moeite met plannen en organiseren.

6 Gewoon hoogbegaafd

ylvia Drent: ‘Begaafde leerlingen horen S er gewoon bij in het onderwijs.’

12 Vergoede zorg en pgb’s bij hoogbegaafdheid

2

‘Ik was wekelijks 550 euro kwijt aan zorg voor mijn zoon’

Talent 2 maart 2019 • © 2019 Koninklijke Van Gorcum

28


28 ‘Hoe ouder ik word, hoe trotser ik ben om nerd te zijn’

artijn Wilhelm, 23 jaar, M masterstudent sterrenkunde Leiden

Carla Desain heeft weer 4 leerzame spellen uitgezocht. Kijk op pagina 15.

EN VERDER: 11 Column Floor Raeijmaekers 14 Column Annemieke van Manen 16 Vooruit 22 Kort nieuws 22 Challenge 27 Column Maddy Hageman 28 HB-portret 30 Boeken

Vooruitstrevend

E

r bestaan ongelofelijk veel synoniemen van het werkwoord veranderen. Afwisselen, anders worden, changeren, kenteren, keren, omslaan, overgaan, transformeren, … och, en nog veel, veel meer. Het kan je niet ontgaan zijn: Talent is veranderd. Het tijdschrift is in een nieuw jasje gestoken. In de tweede helft van vorig jaar is een groot lezersonderzoek uitgevoerd en de uitkomst stemde ons gelukkig positief. Het overgrote deel van onze lezers was uiterst content met de inhoud van het magazine en nam ook uitgebreid de tijd om zich van de inhoud van het magazine te vergewissen. Neemt niet weg dat er ook altijd (individuele) wensen overblijven: meer praktijkverhalen, meer wetenschappelijke onderbouwing, meer tips. Ben ik het helemaal mee eens. En gaan we ook zeker nastreven. Verandering van spijs doet eten. Naast een nieuwe frisse vorm hebben we een paar nieuwe namen aan ons magazine toegevoegd. Hiermee willen we nog meer dan voorheen ‘de talenten die met onze talenten werken’ de ruimte geven om zich verder te ontwikkelen. Ons idee: jullie staan er niet alleen voor en jullie kunnen wel wat hulp gebruiken, want er is nog veel werk te verzetten. Het is een muterend proces, een survival of the fittest. En niet zo lang geleden heb ik een wetenschappelijk criticus hierover horen zeggen dat veel mensen deze uitspraak verkeerd interpreteren. Niet de sterkste soort overleeft, maar de soort die het vermogen heeft om zich beste aan te passen aan de omgeving. Weten wij begaafde kinderen zo te stimuleren en te begeleiden dat zij vanaf hun jongste jaren uitgroeien tot gelukkige mensen en waardevolle burgers? Makkelijker gezegd, dan gedaan. Je hebt er vast een growth mindset voor nodig om dit te realiseren. En wellicht kan Floor Raeijmaekers, onze nieuwe columniste én specialist op dat gebied, ons daarbij helpen. Veel leesplezier. Frank Stienissen

© 2019 Koninklijke Van Gorcum • Talent 2 maart 2019

3


D e ste llin g SAMENSTELLING: CARLA DESAIN EN FRANK STIENISSEN

Corrieke Buist-Veurink, orthopedagoog in het vo; ECHA-specialist met eigen praktijk Agnita In het po is de laatste jaren meer aandacht voor hoogbegaafde kinderen, maar ik ben ik ervan overtuigd dat we er nog niet zijn. In mijn praktijk tref ik veel vastgelopen kinderen, zoals nu een jongen van 10, groep 7. Naar eigen zeggen heeft hij ‘nog nooit iets geleerd op school’. Hij bedoelt dat hij zich niet heeft hoeven inspannen. De kunst is daarom hem uit te dagen, zodat z’n hersens ‘uit de hangmat’ komen en aan het werk gaan. In mijn werk als orthopedagoog in het vo screen ik leerlingen bij binnenkomst op (hoog)begaafdheid. Wie daarvoor in aanmerking komt, mag deelnemen aan het ‘ecolyceum’. Daar doen ze doen de basisstof in vier dagen en werken één dag per week projectmatig. De leerkrachten zijn opgeleid in begaafdheidsdidactiek: verrijken, complexere opdrachten formuleren etc. Het probleem qua aansluiting ligt volgens mij vooral in de overdracht: nu weet men op het vo niet wat in het po is gedaan. Veel kinderen hebben

op het po niet leren leren, terwijl dit in het vo wel wordt verwacht. Vooral de creatieve denkers – die graag top-down werken – lopen vast in het vo omdat ze bijvoorbeeld woordjes moeten leren, zonder dat dit in een context staat of het doel en nut duidelijk is.

‘Wat betreft onderwijs aan hoogbegaafden staat de aansluiting tussen po en vo nog in de kinderschoenen’

Paul Ket, docent wiskunde Aan het begin van dit schooljaar hoorde ik dat er acht leerlingen met een hb-verklaring in mijn 1-gymnasiumklas zitten. Toen een korte blik in Magister mij geen duidelijkheid gaf om welke leerlingen het ging, besloot ik het maar even aan te kijken. Dus gingen alle leerlingen in de les gewoon aan de slag. In 1 gym betekent dat: rekenen loslaten en wiskunde leren. Voor veel leerlingen was het voor het eerst dat ze echt aangesproken werden op de notatie van denkstappen en het moeten maken van alle opgaven. Bij de eerste ronde proefwerken werd mij duidelijk welke leerlingen bij het hb-clubje horen. Contact met hb-begeleider bevestigde mijn vermoeden: de (diepe) onvoldoendes zaten bij de hoogbegaafde leerlingen…

4

Talent 2 maart 2019 • © 2019 Koninklijke Van Gorcum

Wiskunde leren vereist oefening, accuratesse, netheid, zorgvuldigheid, doorzettingsvermogen en voldoen aan vereisten. Dingen ‘moeten’ hoort er dus ook bij. De meeste leerlingen 1 gym, hoogbegaafd of niet, hebben in het po te weinig begeleiding gehad bij het ontwikkelen van deze vaardigheden. Zij die wel die begeleiding gehad hebben, leren nu het snelst en houden tijd over voor andere zaken. De aparte routes en de speciale projectjes die veel hoogbegaafde leerlingen in het po gehad hebben, hebben hen uiteindelijk een achterstand opgeleverd.


Cynthia Homminga, specialist hb stichting Saam scholen en moeder van 3 slimme kinderen (14, 14 en 17) Als moeder van (hoog)begaafde kinderen, onder wie een tweeling (14 jaar) maakte ik van dichtbij mee wat gebrek aan kennis kan doen in de begeleiding van leerlingen. Mijn zoon zit in 3 havo/ vwo op een school waar goed ingespeeld wordt op de onderwijsbehoeften van slimme leerlingen. Zijn tweelingzus is behalve slim ook dyslectisch en heeft dyscalculie. Op haar school bleken mentor en zorgcoördinator weinig kennis en begrip te hebben

Op 7 december 2018 is de Regeling subsidie begaafde leerlingen po en vo gepubliceerd – een nadere uitwerking van een onderdeel uit het huidige Regeerakkoord. Deze regeling beoogt de ontwikkeling te versterken van passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs. Het gaat om een aanvullende subsidie van €15 miljoen per jaar die voor vier jaar wordt toegekend, speciaal voor het onderwijs aan (hoog-)begaafden. Dat bedrag is waarschijnlijk snel op… Zo verzuchtte een hoogbegaafde leerling van 12 jaar die op de basisschool veel verrijkingsstof had gekregen: ‘Ik heb het gevoel dat ik hier op de middelbare school weer op nul moet beginnen.’

Hester Loeff, moeder van twee hoogbegaafde zoons (14 en 7) Het is mijn ervaring dat vooral hoogbegaafde jongens vastlopen in het vo. Ze blijken niet te hebben geleerd om te plannen, hoe te leren. Ook niet na vijf jaar voltijds hb-onderwijs in het po. Vo-docenten hebben vaak weinig inzicht in de problematiek van hoogbegaafde kinderen. Als er al expertise en beleid is, blijkt dit in de praktijk moeilijk om te zetten naar goede ondersteuning voor vastlopende hoogbegaafden. Ook het gebruikelijke afrekenen op je zwakste punten demotiveert hoogbegaafde leerlingen.

voor haar als persoon. Ze ging steeds meer onderpresteren, geen enkele docent kon door haar masker prikken. Haar hekel aan school groeide en ze werd bijna depressief. We hebben haar onlangs, in haar eindexamenjaar vmbo, laten switchen naar een school waar kennis en begrip wel aanwezig zijn. Ze wordt nu met de dag meer haar positieve zelf. Als specialist hoogbegaafdheid werk ik dagelijks met kinderen die het nodig hebben om gezien en gehoord te worden. Extra frustrerend om te merken dat mijn eigen kind onvoldoende geholpen kon worden door gebrek aan kennis over (hoog)begaafdheid. Voor mij een extra motivatie om mezelf binnen de stichting Saam scholen in te zetten voor alle leerlingen, de slimme in het bijzonder. Gelukkig werken in onze regio po, vo en samenwerkingsverband steeds nauwer samen om de aansluiting po-vo in alle opzichten te verbeteren.

Zo kon het gebeuren dat mijn zoon met een IQ van 140 startte in de brugklas vwo/havo, afzakte naar havo, en vervolgens als 14-jarige bleef zitten in 2 havo. Met een beetje pech gaat hij pas doorkrijgen hoe het werkt als het te laat is: Als hij is afgezakt naar de mavo, de motivatie verliest omdat zijn weg naar zijn gedroomde opleiding en baan is afgesneden. Bijkomend probleem: hij heeft zo steeds minder aansluiting met klasgenoten en voelt zich in toenemende mate ongelukkig op school. Ik begin nu te zien hoe het kan dat kinderen thuis komen te zitten: je wilt als ouder gewoon niet dat je kind kapot gaat op school. Op een gegeven moment zie je geen andere uitweg dan je kind thuishouden, om verdere schade te voorkomen.

© 2019 Koninklijke Van Gorcum • Talent 2 maart 2019

5


Sylvia Drent: ‘Begaafde leerlingen horen er gewoon bij in het onderwijs.’

Gewoon hoogbegaafd Sylvia Drent is een voorvechter voor goed onderwijs aan begaafde en hoogbegaafde kinderen. Ze is co-auteur en een van de drijvende krachten achter het Digitaal handelingsprotocol begaafdheid (DHH). Drent verschuilt zich niet, maar treedt ook niet graag op de voorgrond. Liever versterkt ze het fundament op de basisschool. Wie is Sylvia Drent? Talent legde haar negen stellingen voor. TEKST EN FOTO: FRANK STIENISSEN ILLUSTRATIE: SHUTTERSTOCK Stand van zaken Het Nederlandse onderwijs aan hoogbegaafden heeft nog een lange weg te gaan. Vooral het middelbare onderwijs blijft achter de feiten aanlopen. Om over het hoger en wetenschappelijk onderwijs maar niet te spreken. ‘Ik praat liever over onderwijs aan begaafden, want anders wordt die groep wel heel klein. Basisscholen doen echt hun best en maken grote vorderingen. Op het VO zie je volgens mij minder beweging en vernieuwing, maar dat is niet echt waar ik me mee bezig houd. Bijkomend probleem op de middelbare

6

Talent 2 maart 2019 • © 2019 Koninklijke Van Gorcum

school is – ook op het vwo – dat bij heel veel vakken wel heel veel wordt opgelegd. De vrijheid om zelf iets te bedenken en te leren is minimaal.’ Voorgebakken Het basisonderwijs maakt graag gebruik van sterk voorgestructureerde onderwijsmethoden. Daar zijn (hoog)begaafde kinderen, pubers en jongvolwassenen niet bij gebaat, is een veelgehoorde mening. Bovendien ontbreekt bij veel methodemakers de kennis om goed in te spelen op de specifieke behoeften van deze kinderen. ‘Methodemakers spelen hier niet op in, omdat die doelgroep niet interessant is voor hen. De groep hoogbegaafden is gewoon te


Talent februari 2019

7


Sylvia Drent en het Digitaal handelingsprotocol begaafdheid Na haar middelbare school studeerde Sylvia Drent verpleegkunde. Omdat de banen niet voor het oprapen lagen, besloot ze psychologie te gaan studeren. Drent daarover: ‘Professor Mönks was toen weliswaar hoofd van de vakgroep, maar met hoogbegaafdheid was ik nog helemaal niet bezig. Pas toen mijn kinderen naar school gingen en bleek dat ze best wel slim waren, is mijn belangstelling voor begaafdheid gegroeid. De directeur van de basisschool gaf mij het laatste zetje en moedigde me aan om er mijn werk van te maken. Het allereerste boek dat ik heb geschreven Hoogbegaafde kinderen kunnen meer is min of meer spontaan ontstaan. Ik had voor mezelf opgeschreven hoe mijn oudste zoon zou moeten werken. Het was Jan Philipsen van uitgeverij Ajodakt die tegen me zei: ‘Leuk, stuur eens op, ik wil dat wel uitgeven.’ Maar het was nog geen boek, het waren slechts 80 bladzijden. Daar heb ik een boek van gemaakt. Later leerde ik via Talent Eleonoor van Gerven kennen. Dat klikte heel goed. Aan de keukentafel hebben we toen de contouren getekend van een instrument dat leerkrachten op weg moet helpen met de eerste stappen in de begeleiding van begaafde leerlingen. Dan kunnen ze altijd nog om hulp vragen als het te moeilijk wordt, was ons idee. Daaruit is het Digitaal handelingsprotocol begaafdheid voortgekomen.’

klein. Al zie je wel een verandering door de Jaren heen. Diverse methoden geven meer aandacht aan leerlingen die meer aankunnen. Er is nu een tendens om de methode vaarwel te zeggen, maar daar ben ik eigenlijk helemaal niet zo enthousiast over. Ik vind dat je methodes gewoon moet gebruiken. Methodemakers hebben er verstand van. Je moet alleen wel kritisch naar kijken hoe je methodes gebruikt. Een goede keerkracht verstaat de kunst om binnen de methode zelf leerroutes uit te stippelen. Soms moeten slimme kinderen dan iets doen wat ze al kunnen, maar dat vind ik helemaal niet zo erg.

8

Talent 2 maart 2019 • © 2019 Koninklijke Van Gorcum

Er is ook een tendens dat je kinderen eerst vooraf moet toetsen, zodat je iedereen een eigen leerroute kunt geven. Ook daar ben ik niet superenthousiast over. Het heeft weinig kans van slagen. Ons onderwijs is daar niet op ingericht. Dan krijg je zoveel niveaus in de klas. Ik denk dat je de methode in grote lijnen kunt volgen. Met de kinderen die meer aankunnen, ga je compacten en verrijken. Een goede leerkracht lukt dat. Docenten moeten veel meer experimenteren. Ik ben bijvoorbeeld heel enthousiast over de 21ste century skills. Hiermee kun je hoogbegaafden heel goed, uitdagend onderwijs bieden. Het zijn niet de methodes maar de vakgebieden waar we zo aan vastzitten. We moeten breder kijken, meer verbanden leggen, de kinderen meer laten ontdekken. D’r is zoveel meer tussen hemel en aarde dan alleen de wereld in de klas. Je moet kinderen nieuwsgierig maken naar de dingen. Dat doen we veel te weinig. Natuurlijk moet je leren lezen en rekenen, maar we kunnen het onderwijs veel beter op de leerbehoeftes van de kinderen afstemmen. Dat gaat niet vanzelf. Leerkrachten moeten hierin geholpen worden. Je kunt niet van de ene op de andere dag leerdoelen stellen en daarbij leeractiviteiten ontwikkelen. Zeker niet als je dat nog nooit gedaan hebt. Besef overigens dat ook niet alle slimme kinderen deze vernieuwende vorm van


onderwijs aankunnen. Sommige kinderen hebben gewoon veel structuur en ondersteuning nodig bij het aanleren van deze vaardigheden.’ Passend Onderwijs Diverse recente internationale onderzoeken laten zien dat ons onderwijs veel te weinig aandacht heeft voor slimme leerlingen en dat hun prestaties dientengevolge ook achterblijven. De overheid laat flinke steken vallen. ‘Andere landen experimenteren wellicht meer met onderwijs aan deze groep leerlingen. Wij zijn erg conservatief. Nieuwe ideeën, zoals die 21st century skills, worden wel gelanceerd, maar niet echt ondersteund door de overheid. De overheid vindt dat we iets met getalenteerde leerlingen moeten doen, maar er wordt absoluut geen opvolging aan gegeven. In de officiële stukken over Passend Onderwijs vind je geen enkele paragraaf over begaafde of hoogbegaafde leerlingen. Soms wordt het thema wel opgerakeld, maar dat is dan alleen voor de bühne.’ Onderpresteren Het onderwijs moet volledig op de schop. Heel slimme leerlingen lopen soms jaren voor op de basisschool en op de middelbare school vervelen ze zich rot. ‘Het hoeft wetenschapOnderpresteren is eerder regel dan uitzondering. pelijk niet allemaal te ‘De laatste twintig jaar is er veel bereikt. Op de kloppen. Dat boeit me meeste scholen wordt er niet. Het gaat erom echt wel iets aan gedaan. Maar het zou veel gestrucdat een kind zich gaat tureerder en dus beter verwonderen over de kunnen. Daardoor zouden de inspanningen veel meer wereld om zich heen. effect hebben. Op de basisDat het bij alles vragen school presteren misschien wel alle hoofbegaafde gaat stellen. Hiermee leerlingen onder. Per dekun je niet vroeg finitie! Maar is dat zo erg? Het blijft basisonderwijs. genoeg beginnen.’ In principe is het op een reguliere school heel moeilijk om een hoogbegaafd kind constant geboeid te houden. Je kunt het best heel aardig doen, maar helemaal perfect zal het nooit matchen. Als een

heel slim kind niet altijd wordt uitgedaagd, hoeft dat niet tot grote drama’s te leiden. Een hoogbegaafd kind loopt pas echt vast als het niet leert leren, als het zichzelf niet weet uit te dagen, pas dan kan het zijn ei niet kwijt, met alle negatieve gevolgen van dien. Dus uitdagen hoeft niet continu, dat is bij andere leerlingen ook niet zo.’ Signaleren We hebben teveel oog voor de strikte criteria die aan hoofbegaafdheid worden toegekend. Als uit een test een IQ van 129 rolt, dan praten we niet over hoogbegaafd en wordt een speciale behandeling en benadering vaak niet nodig geacht. ‘Ik kom niet zoveel kinderen tegen die getest zijn. Het is leuk als er getest is, maar het zegt niet zoveel. Daarom hebben we het Digitaal handelingsprotocol begaafdheid (DHH) ontwikkeld. Dat protocol brengt onder andere de leereigenschappen van het kind in kaart. Dat is echt veel belangrijker dan het IQ-cijfer. Hoe leert het kind? Kan het grote leeren denkstappen maken? Laat het de eigenschappen zien die bij een hoog IQ horen? Die leereigenschappen zijn voor mij essentieel. Die moet je eerst in een kind ontdekken. Het DHH helpt je daarbij. Een kind met een hoog IQ moet je uitdagen, je moet op zoek gaan naar de juiste uitdaging. Soms kun volstaan met een moeilijkere opgave, andere kinderen hebben een totaal andere aanpak nodig.’ Poldermentaliteit Onze poldermentaliteit staat een gezonde ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen en jonge mensen in de weg. Passies en bijzondere talenten worden niet bijzonder gewaardeerd en gestimuleerd. Daardoor ontstaat een grote groep weinig onderscheidende mensen die bovendien onvoldoende intrinsiek gemotiveerd is.

© 2019 Koninklijke Van Gorcum • Talent 2 maart 2019

9


‘Absoluut waar. Ik vind sowieso dat we veel te veel dingen in gemiddelden stoppen. Iemand die erboven uitsteekt is al snel een opschepper of de prestaties worden gebagatelliseerd. Hij is niet overal goed in, hoor! Ik kom ouders tegen die op een verjaardagsfeest niet durven te vertellen dat hun kind hoogbegaafd is. Dat is niet goed. Ook deze kinderen moet je koeste‘Het is de taak van ren en al op jonge leeftijd uitdagen. Zeg tegen ze: de leerkracht om ‘Wat voor een vragen heb je hier nou bij? Ga dat begaafdheid op tijd eens uitzoeken, want dat te signaleren en er is leuk.’ Dat doen we veel te weinig en vaak veel te goed op in te spelen.’ laat. Als het thema Herfst voorbij komt, vraag dan aan een slimme kleuter: ‘Waarom verliest een boom z’n bladeren?’ Dat is best een ingewikkelde vraag. Juffen zeggen dan vaak: ‘Maar dat kun je toch niet aan een kleuter vragen.’ En dan zeg ik: ‘Waarom niet? Hij of zij komt wel met een antwoord.’ Het hoeft wetenschappelijk niet allemaal te kloppen. Dat boeit me niet. Het gaat erom dat een kind zich gaat verwonderen over de wereld om zich heen. Dat het bij alles vragen gaat stellen. Hiermee kun je niet vroeg genoeg beginnen.’

10

Talent 2 maart 2019 • © 2019 Koninklijke Van Gorcum

Meiden Vooral meiden hebben de neiging om heel snel het niveau en de mores van de omgeving aan te nemen. Hoogbegaafdheid wordt vaak te laat gesignaleerd. ‘Ja, het zijn vaak meisjes die niet opgemerkt worden. Ik test 85 procent jongens en 15 procent meisjes. Dat kan natuurlijk niet, het moet fifty-fifty zijn. Waarom? Meisjes verstoren het klassenproces veel minder vaak of minder heftig. Je moet die meiden bijna stimuleren om lastig te worden, want zo kom je in beeld. Als jongens zich gaan vervelen, gaan ze blijkbaar eerder storend gedrag vertonen. Ik vraag leerkrachten dikwijls: ‘Wat als een hoogbegaafd kind het helemaal niet vervelend lijkt te vinden om met de klas mee te doen? Wat doen jij dan?’ Hinderlijk gedrag mag natuurlijk niet de bepalende factor zijn om in actie te komen. Het de taak van de leerkracht om begaafdheid op tijd te signaleren en er goed op in te spelen.’ Individueel onderwijs De groep hoogbegaafde kinderen is heel divers. Niet alleen het verschil in IQ kan heel groot zijn, ook de interesses en kwaliteiten verschillen sterk. Om nog maar niet te speken van de sociaal-emotionele eigenschappen. Ook hoogbegaafde kinderen verdienen een individuele aanpak. ‘Je kunt niet zeggen dat zij het meer verdienen dan andere kinderen. Het kan misschien wel, maar dan moet je het onderwijs totaal anders inrichten met kleinere klassen en meer ondersteuners. Dat zie ik voorlopig niet gebeuren. Hoogbegaafde kinderen hebben overigens de kwaliteiten om met relatief weinig instructie veel zelf te doen. Niet alles hoeft nieuw te zijn. Elk kind mag zich op de basisschool ook wel eens vervelen of iets horen wat het al weet. Ik ben overigens geen voorstander van thuisonderwijs. Voor geen enkel kind. Kinderen moeten tussen andere kinderen opgroeien. Ik weet niet welk nadeel groter is: je af en toe vervelen of de sociale component missen. Hoewel ik zeker geen expert op dat gebied ben. Mijn expertise ligt op de scholen. Ik probeer deze kinderen juist niet uit te laten vallen door heel goed te kijken wat ze nodig hebben.’


C o l umn

Lang leve het mbo! Ik ben fan van het middelbaar beroepsonderwijs. Voor sommige hoogbegaafde jongeren kan het namelijk de redding zijn. Hap snap Links en rechts ontstaan er allerlei goedbedoelde initiatieven om hoogbegaafde kinderen extra aandacht te geven. Vaak ontbreekt de kennis en ervaring om deze kinderen goed te begeleiden. Zelden is er sprake van een ‘doorlopende leerlijn’. Het blijft allemaal hap-snap. ‘Het blijft voor basisscholen best lastig om er structureel mee bezig te zijn. Zeker voor kleinere scholen. Het integreren van deze groep kinderen blijft sowieso moeilijk, maar dat is eigenlijk wel wat ik wil. Als ze eenmaal gesignaleerd en gediagnosticeerd zijn, als ze dus bekend zijn, dan moet je kijken wat je ze in de klas kunt bieden, want daarin brengen ze de meeste tijd door.

Vroeger dacht ik daar anders over. Diep van binnen zag ik het als falen wanneer een hoogbegaafd kind het niet redde op minimaal de havo. Ik betrapte mezelf erop dat ik het soms had over ‘afstromen’ en ‘onder zijn niveau’. Langzamerhand ben ik hier genuanceerder over gaan denken. Ik kom namelijk te vaak jongeren tegen die volledig zijn vastgelopen op het voortgezet onderwijs, terwijl de toekomst er ooit zo rooskleurig uitzag. Veel van hen doorliepen de basisschool zonder veel problemen en sloegen als kind vaak zelfs een klas over. Meestal begonnen de problemen op de middelbare school. Sommigen konden het niet, sommigen wilden het niet, sommigen deden het niet. Ondanks een passend onderwijsaanbod, ondanks goede begeleiding en ondanks liefdevolle ondersteuning van ouders en docenten. Er zijn kinderen die gewoonweg niet passen in ons middelbare schoolsysteem. Jongeren die hun eigen pad willen en moeten volgen. Hoe mooi is het wanneer je dit pad kunt lopen via je interesse of passie? Vooral creatieve geesten kunnen op het MBO hun hart ophalen binnen opleidingen op het gebied van bijvoorbeeld muziek, grafische vormgeving, film, sport of game development.

Kinderen uit de klas te halen is zeker niet mijn eerste optie. Het is hartstikke leuk als een kind zich één keer per week helemaal kan opladen in de plusklas, maar dit kind mag zich de rest van de week niet vervelen in de reguliere klas. Het Digitaal handelingsprotocol begaafdheid (DHH) helpt scholen hiermee een heel eind op weg. Het werkt heel goed in het opsporen van deze groep kinderen. Het laat leerkrachten anders naar deze kinderen kijken. Het is een veelomvattend, stevig instrument, waarmee je moet leren werken. Ik vind het jammer dat veel scholen slechts een klein deel benutten. Er zijn scholen die bijvoorbeeld niet weten dat er een module leerlingbegeleiding in zit en heel veel compact- en verrijkingssuggesties. Het is een heel praktisch instrument. Maar goed, nog belangrijker is wellicht de algemene mindset op scholen en van de overheid: hoogbegaafdheid moet de normaalste zaak van de wereld worden. Helaas is dat het nog steeds niet geval.’

En ja, de lesstof zal cognitief waarschijnlijk niet heel uitdagend zijn en het merendeel van je klasgenoten zal een andere route hebben gevolgd. Maar misschien ontmoet je wel mensen die net zo bevlogen zijn als jij. En misschien lukt het je om weer in beweging te komen en te ervaren dat hard werken, doorzetten en jezelf uitdagen niet zo lastig blijkt te zijn wanneer je iets doet vanuit je passie. Dus ouders en docenten, durf gebaande paden los te laten. Een middelbareschooldiploma is niet heilig. En hoogbegaafde jongeren die hun passie vinden, die komen er wel.

Floor Raeijmaekers

Floor Raeijmaekers is Specialist in Gifted Education (ECHA) en eigenaar van Het TalentenLab. Ze geeft trainingen over hoogbegaafdheid en mindset en ze coacht hoogbegaafde kinderen. Floor is de bedenker van Fixie & Growie en samen met haar dochter schreef ze het boek ‘Hartstikke Hoogbegaafd!’.

© 2019 Koninklijke Van Gorcum • Talent 2 maart 2019

11


‘Ik was wekelijks 550 euro kwijt aan zorg voor mijn zoon’

Vergoede zorg en pgb’s bij hoogbegaafdheid Hoe moeilijk of makkelijk is het om zorg voor hoogbegaafde kinderen vergoed te krijgen? Pedagoge en voormalig gezinsvoogd Ilse van Hout bundelde alle vragen die ze tegenkwam en schreef er een brochure over.‘ De hulpvraag goed formuleren, dat is belangrijk.’ TEKST: PRISCILLA KEEMAN

D

e zoon van Daniëlle Verbeek is hyperhoogbegaafd en bijzonder gevoelig. Op 7-jarige leeftijd, na pestgedrag op school, voelt Sam zich zo ongelukkig dat hij tegen zijn ­moeder zegt: ‘Mam, als ik nu spring, ben ik overal vanaf.’ School weet niet wat te doen,

Sam

constateert gedragsproblematiek en adviseert speciaal basisonderwijs voor Sam. Verbeek denkt dat haar zoon daar niet beter wordt. Zij besluit ter plekke om Sam thuis te houden en doet melding bij leerplichtambtenaar en onderwijsinspectie. Ze zoekt het internet af naar een oplossing. ‘Ik kwam erachter dat je – als je er niet uitkomt met school – een onderwijsconsulent kunt inschakelen.’ Een onderwijsconsulent is, sinds de Wet Passend Onderwijs, inzetbaar bij problematiek rond plaatsing, schorsing en verwijdering van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. Daarnaast gaat een onderwijsconsulent op zoek naar oplossingen voor kinderen die langdurig thuiszitten zonder uitzicht op een onderwijsplaatsing. Tegelijkertijd schakelt Verbeek ook een zorgconsulent in: ‘Mijn man en ik wilden ervoor zorgen dat Sam weer naar school kon’. Om haar zoon daarin te ondersteunen zet Verbeek ‘heel veel coaching’ in. ‘Ik was wekelijks wel 550 euro kwijt aan de zorg voor hem. Dat kun je uiteindelijk niet meer dragen. We verkochten de auto en kochten een kleinere om even lucht te krijgen. Onderhoud aan het huis deden we gewoon niet, want dat lukte even niet. Met eten was ik heel creatief: voor 50 euro per week hadden de kinderen gezond eten.’ De hoge kosten voor zorg hebben niet alleen gevolgen voor het huishoudbudget van het gezin van Verbeek, maar laten zich ook gelden op sociaal gebied. ‘Je gaat


IVIO@School niet tegen iedereen zeggen dat je weinig te besteden hebt. Ik schaamde me op een bepaald moment.’ Onderwijsprobleem Volgens Ilse van Hout, talentbegeleider en eigenaresse van Praktijk Klavertje Vijf in Oirschot, wordt er al snel gedacht dat er bij hoogbegaafdheid geen zorg wordt vergoed. ‘Er is veel onwetendheid op dat gebied. Op het moment dat hoogbegaafdheid onderkend wordt bij een leerling, constateert men al snel een onderwijsprobleem. Vanuit de zorg geldt dan geen vergoeding. Terwijl, wanneer je kijkt naar bijvoorbeeld het zijnsluik uit het model van Tessa Kieboom, je ziet dat daar ook gevoeligheid, perfectionisme, faalangst en dergelijke bij kan komen kijken. Daar kan een leraar op school niets aan veranderen.’ Van Hout geeft een voorbeeld uit haar eigen praktijk: ‘Verschillende scholen herkenden een meisje van 16 niet als hoogbegaafde leerling. Ze kwam thuis te zitten en startte met IVIO [Nederlands afstandsonderwijs voor zorgleerlingen (zie kader) – red.]. Haar ouders vroegen mij om haar te begeleiden.’ Aanvankelijk zegt de gemeente tegen Van Hout: ‘Jij bent er niet voor om te begeleiden bij het huiswerk. Dat kunnen de ouders zelf.’ Wel mag zij de ouders begeleiden. Als de gemeente op deze manier reageert, kan dat komen doordat de hulpvraag niet concreet geformuleerd is, legt Van Hout uit (zie kader: Concrete hulpvragen). Onderwijsvoorzieningen vallen onder de verantwoordelijkheid van de school. ‘Ik ben er niet voor om wiskunde uit te leggen’, verduidelijkt Van Hout. ‘Dat kan een vakdocent beter. Maar door samen te werken kun je wel de randvoorwaarden

Samenwerking jeugdhulp en onderwijs In de Jeugdwet en de Wet passend onderwijs is bepaald dat gemeenten en samenwerkingsverbanden van schoolbesturen een plan moeten maken waarin ze beschrijven hoe ze jeugdhulp en het passend onderwijs willen organiseren. Beide partijen hebben de verplichting om deze plannen met elkaar te bespreken. Als het nodig is kan de gemeente ook een individuele voorziening treffen. Het gaat dan vaak om meer gespecialiseerde hulp, zoals bijvoorbeeld bij hoogbegaafdheid. Het is aan de gemeente om te bepalen welke hulp vrij toegankelijk is en welke hulp een individuele voorziening is. Gemeenten moeten zich in hun beleid richten op: • het probleemoplossend vermogen versterken van kinderen en jongeren, hun ouders en sociale omgeving; • de opvoedcapaciteiten bevorderen van ouders en de sociale omgeving; • preventie en vroegsignalering; • het tijdig bieden van de juiste hulp op maat; • effectieve en efficiënte samenwerking rond gezinnen.

Scholen in het basis- en voortgezet onderwijs kunnen door middel van IVIO@school passend onderwijs bieden of leerlingen extra vakken laten volgen. Dit maatwerk is mogelijk doordat IVIO@School individueel onderwijs biedt dat per vak is georganiseerd. De lespakketten bestaan uit onderwijsmaterialen, (tekst)boeken, werkboeken, schriften, schriften, leesboeken, practiummateriaal, examenbundels etc. Ook levert IVIO@School een uitgebreide jaarplanner en veel uitleg voor de leerling. Het startmoment en het tempo zijn bovendien vrij, waardoor leerlingen in hun eigen tempo kunnen leren. Om kwaliteit van onderwijs te waarborgen, bieden eerste- en tweedegraads vakdocenten bieden de leerling ondersteuning in een digitale leeromgeving. Zowel inhoudelijk als organisatorisch is het mogelijk met minder docenten of mentoren te werken, waardoor kosten gedrukt worden. IVIO@school geeft aan veel expertise te hebben opgebouwd op het gebied van ‘bijzondere’ leerlingen, waaronder hoogbegaafde. Kijk voor meer informatie op: www.ivioschool.nl.

creëren die bij het goed uitvoeren van een taak horen. Hoe begin je aan iets waar je onzeker over bent? Op die manier is het maken van huiswerk niet het doel, maar een manier om contact te maken.’ Vaak is bij hoogbegaafdheid ook psycho-educatie nodig, vindt Van Hout. ‘Ook voor hoogbegaafden is het belangrijk om jezelf te begrijpen en te weten hoe het komt dat je anders denkt. Vaak zijn hoogbegaafden ook genuanceerder en fijngevoeliger. Je ziet beter wat de ander nodig heeft en je past je snel aan. Sommigen hebben op een bepaald moment geen idee meer van wat ze zelf willen.’ Ook daar is dan hulp bij nodig, ­concludeert Van Hout. Informatie bundelen Voor Van Hout is het verschil tussen een onderwijs- en een zorghulpvraag duidelijk. Haar eerdere werkervaring als ambulant begeleider in complexe gezinssituaties, gezinsvoogd en voogd binnen de gedwongen jeugdzorg komt haar daarbij van pas. Toen zij bemerkte dat er veel vragen waren over de toepassing van de Jeugdwet (zie kader), aanvraag van Zorg in Natura (ZIN) en PersoonsGebonden Budget (PGB), besloot zij een brochure te maken voor ouders en zorgverleners. In Zorgen vóór of òm hoogbegaafden? Vind de wegen in de wereld van de (jeugd)zorg… Daarin informeert Van Hout over het stellen van hulpvragen en aanvraagtrajecten van zorg voor hoog­ begaafden en uitkering van gelden.

© 2019 Koninklijke Van Gorcum • Talent 2 maart 2019

13


C o l umn

Onaangepast onderwijs t

Ilse van Hou

Ook Verbeek is inmiddels helemaal op de hoogte. ‘Ik verzamelde alle informatie die er was over hoogbegaafdheid en alles dat er mee te maken had.’ Het vormde de opstap naar haar eigen praktijk UniQ Hoogbegaafd. Voor zoon Sam heeft zij inmiddels de beschikking over een persoonsgebonden jaarbudget van 13.500 euro, waarbij Verbeek zorgvuldig toeziet op correcte besteding van het bedrag. ‘Met de toewijzing van het bedrag aan specifieke diensten is het nu bijna nog moeilijk om het op te maken.’

Concrete hulpvragen In haar brochure Zorgen vóór of òm hoogbegaafden? Vind de wegen in de wereld van de (jeugd)zorg… beschrijft talentbegeleider Ilse van Hout de wegen die je als ouder kunt bewandelen bij het aanvragen van zorg voor hoogbegaafde jongeren. Voorbeelden van onderwerpen van hulpvragen op basis waarvan de gemeente zorg zou kunnen indiceren, zijn volgens Van Hout: • beperkt zelfvertrouwen • geen reëel zelfbeeld • fysieke en mentale onrust, bijvoorbeeld door overprikkeling • opvallend/zorgelijk gedrag (teruggetrokken, opstandig, ­grenzeloos, e.d.) • sociale situaties niet begrijpen • geen (sociale) aansluiting kunnen vinden • gebrek aan zelfinzicht • niet weerbaar zijn • tekort aan gelijkgestemden om begrepen te worden • (sociale) angsten • gebrek aan dagbesteding of werk (ondersteunende omgeving) • eenzaamheid, depressie, psychische klachten • suïcidale gedachten Van Hout gaat in haar brochure uitgebreid in op de Jeugdwet en het aanvraagtraject voor Zorg in Natura (ZIN) en PersoonsGebonden Budget (PGB), zowel vanuit het perspectief van ouders als van zorgaanbieders. De brochure Zorgen vóór of òm hoogbegaafden? Vind de wegen in de wereld van de (jeugd)zorg… is te bestellen via ilse@klavertje-vijf.nl.

14

Talent 2 maart 2019 • © 2019 Koninklijke Van Gorcum

Voor het maken van een boek over Hoogbegaafden en school zoek ik ouders en jongeren die hun schoolloopbaanverhaal willen delen. Inmiddels heb ik al veel mensen aangeschreven, maar het blijkt veel moeilijker dan ik dacht om ouders en kinderen te vinden die hun verhaal willen vertellen. Velen praten er liever niet over en sommige reacties zijn zelfs hartverscheurend. Zo appte een moeder dat ze zich heeft bedacht. De school waarop het aanvankelijk zo goed leek te gaan, gaf ineens aan niet meer te weten hoe het verder moest. Ze gaan nu een traject in van psychiatrisch onderzoek en oriënteren zich op Speciaal Onderwijs. Het wordt de zoveelste school en in zijn beleving “afwijzing”, schrijft ze. We zitten er helaas nog middenin en het is best pijnlijk allemaal. Niet het moment om te reflecteren. De handelingsverlegenheid van de school zorgt ervoor dat de problemen zich projecteren op het kind. Dan de reactie van een moeder van een 21-jarige: Ik had best mee willen werken, maar ons verhaal is niet meer actueel. [Mijn kind] heeft een enorme terugval gehad en we zitten in de laatste behandelmogelijkheden. Hij heeft aangegeven aangesloten te willen worden bij de Levenseinde Kliniek. Mijn leven wordt momenteel beheerst door verdriet. Net als ik zullen andere ouders met kinderen die niet in het schoolsysteem passen erg schrikken van deze reactie. Een balans vinden tussen aanpassen en jezelf blijven is voor onze kinderen zo belangrijk. Aanpassen tot de grens van jezelf blijven is bereikt. Jezelf blijven binnen de kaders van het aanpassen. En het lijkt soms wel dat door de steeds nauwere norm, de huidige generatie kinderen het moeilijker heeft. Toch blijf ik optimistisch. Dankzij opleidingen zoals die van Novilo en Echa is er steeds meer kennis over hoogbegaafdheid in het onderwijs. Ook is er meer draagvlak voor grote veranderingen van het schoolsysteem. In de Tweede Kamer zit Lisa Westerveld die de vinger op zere plekken legt. Deze week vulde ik het vragenformulier https://vertelpunt.nl van minister Slob van Onderwijs in. Leerlingen, ouders en docenten worden uitgenodigd hun ervaringen met passend onderwijs te delen. Geen idee of het wat oplevert, maar invullen kost weinig tijd en iedere flinter bewustwording van de noodzaak draagt bij aan het keren van het systeem.

Annemieke van Manen Annemieke van Manen studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, is moeder van een hoogbegaafde dochter (15) en schrijft over het nieuw te ontdekken werkveld dat zij Talent februari 2019 betreedt als student talent- begeleider bij Novilo. 14


Gaa f! Carla Desain is journalist/ orthopedagoog. In Talent zoekt zij telkens de leukste én leerzaamste lees- en spelmaterialen uit voor uw kind en/of leerling.

Kunst voor kinderen – Van Gogh

Als Verdriet op bezoek komt Dit boekje van Eva Eland heeft een aparte insteek waar ik even aan moest wennen. Maar inmiddels vind ik het prachtig. Om wat voor verdriet het gaat, wordt niet benoemd. Verdriet zelf speelt de hoofdrol, Verdriet met een hoofdletter, getekend als een Barbapapa-achtig wezen. Het verhaal begint zo: ‘Soms staat Verdriet onverwacht voor je deur. Het volgt je overal en komt zo dichtbij… je kunt bijna niet meer ademhalen.’ En een stukje verder: ‘Het is net of je zelf Verdriet bent geworden.’ Vervolgens brengt de schrijfster heel subtiel weer een scheiding aan tussen persoon en Verdriet: ‘Ga iets doen wat voor jullie allebei fijn voelt. Zoals tekenen, naar muziek luisteren of een beker warme chocolademelk drinken.’ En op het laatst kan Verdriet ‘zomaar zijn verdwenen als je wakker wordt’. Een boek dat je raakt; om te lezen, over te praten en te tekenen. Vanaf een jaar of 3, zonder bovengrens.

De reeks boeken-met-bouwplaat Kunst voor kinderen bestaat uit 4 delen over Van Gogh, Mondriaan, Bruegel en Rembrandt. Ik bekeek het deel De zonnebloemen van Vincent van Gogh van auteurs Ceciel de Bie en Reinoud Leenen en illustrator Georgien Overwater. Het is een mooi verzorgd en kleurig boek over het leven van Vincent en de manier waarop hij schilderde. Weetjes en verhalen wisselen elkaar af, levendig en interessant. Het hadden best meer dan 30 pagina’s mogen zijn! Achterin een doos met een bouwplaat van Vincents vaas met zonnebloemen op stevig, glimmend bedrukt karton, zorgvuldig gestanst. Tip: voor het uitdrukken van de gleufjes is een geodriehoek handig gereedschap. De bouwbeschrijving is heel summier, maar gelukkig zijn de onderdelen goed genummerd. Als je goed naar de afbeelding van het eindresultaat kijkt, kom je er wel uit. Bij het 8ste partje van de vaas kom je handen tekort, de rest is in je eentje te doen. Een leuk klusje voor kinderen vanaf 7 die voorzichtig en zorgvuldig kunnen werken. Big Balloon & Persgroep Nederland; ISBN 9789047805557; €17,50; €59,95 voor de reeks

Leopold; ISBN 9789025876036; €14,50

Gevaar op grote hoogte Dit spannende boek van Jack Heath kan op 30 verschillende manieren aflopen, afhankelijk van de beslissingen die je gaandeweg neemt. Iemand valt uit de trein; blijf je zitten of probeer je te helpen – met het risico dat je zelf ook verongelukt? Je ziet een hek; ga je erdoorheen of loop je door? Stap je over die plank heen of neem je ‘m mee? Verschillende keuzes sturen je naar verschillende vervolgbladzijdes. Ogenschijnlijk simpele beslissingen (of ingewikkelde morele dilemma’s) hebben soms grote gevolgen. Een bloedspannend boek voor 8 jaar en ouder. Leuk om in een groep(je) samen alle mogelijke verhaallijnen uit te pluizen. Welke afloop is het sterkst? Welke is ongeloofwaardig? Kun je zelf zo’n verhaal schrijven met meerdere mogelijkheden?

Blokken Deze Tangram-achtige game is een leuk tussendoortje. Vul een figuur op door de gegeven stukjes op hun plek te schuiven. Goed voor je ruimtelijk inzicht: zijn er stukjes die maar op één plek kunnen? Als je daarmee begint, is de rest makkelijker. Gratis, dus met irritante reclames tussendoor. Vanaf 6 jaar. Smart Games Studios; Alleen voor apparaten van Apple; gratis

Van Holkema & Warendorf; ISBN 9789000358151; €10

© 2019 Koninklijke Van Gorcum • Talent 2 maart 2019

15


V oo rui t

Les

Foto’s maken van orde op school Les: Doel:

Foto’s maken van orde op school e leerlingen maken in groepjes foto’s van D ‘ordening’ in en om het klaslokaal. Leerdoel is dat de leerlingen bewust om zich heen gaan kijken naar voorbeelden van ordening, reeksen, rijen, stapels en dergelijke. Doelgroep: leerlingen PO en VO Tijdsduur: 1-2 uur voor bespreking van de opdracht en het maken van de foto’s, 1 uur voor het tonen van de beste foto’s en de nabespreking. Eventueel kunt u de les opzetten als project en de leerlingen een week geven voor het maken van hun foto’s.

In deze les gaan de leerlingen in groepjes fotos maken met hun mobiel, met als onderwerp ‘ordening op school’. School is dé plaats voor orde en netheid! We zien er schoolbanken, tafels en stoelen in nette rijen, schoolboeken in het gelid op de plank, fietsen op een lange rij in het fietsenrek, jassen in de rij aan de kapstok, rijen lockers in de hal, schriften en tekenpapier op nette stapels. Dat komt natuurlijk doordat er in een school altijd veel van dezelfde dingen zijn: voor iedere leerling een zelfde geschiedenisboek, een fiets, een jas, een set potloden en een gummetje, en ga zo maar door. Lukt het de leerlingen om de sfeer van orde en netheid in hun school of klas in een pakkende foto te vangen?

MARYAN CAMPS ELS SCHROVER ILLUSTRATIES: EEFJE STAPPER

Het gaat erom dat ze: 1. Geconcentreerd om zich heen kijken, zoekend naar voorbeelden van ordening in hun omgeving 2. Ideeën delen met elkaar om onderwerpen op een interessante en originele manier te fotograferen (brainstorm en overleg) 3. Samenwerken, zowel creatief als technisch, om foto’s te maken die de boodschap goed overbrengen Bij de nabespreking gaan de leerlingen de verschillende foto’s volgens zelf opgestelde criteria objectief beoordelen. U bepaalt of u de leerlingen voor of na het maken van de mobiles de criteria laat opstellen. Voorbereiding U verdeelt de klas in groepjes van 3-4 leerlingen. Controleer of er in elk groepje een mobieltje is om mee te fotograferen.

Opdracht Zoek een plek op school of in je klas, waar duidelijk orde heerst, en maak een foto die de sfeer van die omgeving zo goed mogelijk vangt in een beeld.


Opzet 1. Voorbespreking Ieder groepje krijgt nu 10-15 minuten om te brainstormen over wat ze willen fotograferen om aan de opdracht te voldoen. Hoe verloopt de samenwerking? Komt iedereen aan het woord? Zijn er bijzondere ideeën?

2. Foto’s maken in groepjes De groepjes krijgen tijd om hun plannen uit te voeren en hun foto’s van ‘orde op school’ te maken. U bepaalt waar de leerlingen kunnen zoeken naar geschikte onderwerpen: in een of twee aangewezen lokalen (let wel op dat de groepjes elkaar niet voor de voeten lopen, of elkaars ideeën nadoen). Wanneer u erop kunt vertrouwen dat de leerlingen niet gaan zitten appen of spelletjes doen op hun mobieltjes, kunt u ze natuurlijk ook door de hele school laten zoeken, of ook op het schoolplein en in de fietsenstalling (rijen fietsen, rijen lockers, rijen ramen van het schoolgebouw ... Mogelijkheden te over!).

3. K euze van de beste foto in ieder groepje Als de foto’s gemaakt zijn krijgen de groepjes 10 minuten de tijd om te bepalen welke van hun foto’s ze het meest geslaagd vinden, en vooral waaróm ze dat vinden. Dat schrijven ze op in een aantal kernwoorden, die ze straks kunnen gebruiken om aan de grote groep hun bijdrage te presenteren. Deze kernwoorden kunnen ook de basis vormen voor de criteria om de foto’s in de grote groep te beoordelen. Ze leveren hun topfoto in bij de begeleider, die hem uitprint of projecteert op een laptop of het digibord.

4. Beoordeling door de groep De topfoto’s worden één voor één getoond en besproken door de hele groep. Samen kiezen de leerlingen de beste drie foto’s uit, en ze onderbouwen hun keuze met objectieve argumenten.

Observatie U heeft vier verschillende momenten om de deelnemers te observeren, en daarnaast de foto’s zelf, om na te bespreken hoe de deelnemers tot hun product gekomen zijn: • Hoe liep de samenwerking bij het bedenken van onderwerpen voor de foto’s? Werd iedereen gehoord? Kregen echt originele ideeën een kans? Of was er groepsdruk om ‘binnen de lijntjes te kleuren’? • Bij het maken van de foto’s: was er concentratie? Werden de gemaakte plannen uitgevoerd, of kwamen deelnemers ook op nieuwe gedachten bij het rondzoeken naar mooie onderwerpen? • Bij het kiezen van de beste foto’s: werden er goede argumenten gebruikt? Kwamen er goede ‘kernwoorden’ uit die discussie, die de basis konden vormen voor objectieve beoordelingscriteria? • Bij het beoordelen van de topfoto’s door de groep: was de discussie onderbouwd door de zelf geformuleerde criteria? Zijn er leerlingen die kunnen vertellen wat ze geleerd hebben van deze oefening? Over hun eigen manier van werken, over de samenwerking in groepjes? Kunnen ze de link leggen naar hun manier van werken in de klas?

© 2019 Koninklijke Van Gorcum • Talent 2 maart 2019

17


Plannen en organiseren

CBS De Akker focust op executieve vaardigheden

18

Talent 2 maart 2019 • © 2019 Koninklijke Van Gorcum

v.l.n.r.: Joyca van der Linde, Mariëlle Timmerman en Margreet Holtman


Hoogbegaafde kinderen hebben vaak moeite met plannen en organiseren. Dat leidt op de middelbare school tot problemen, waardoor het talent niet volledig tot bloei komt. CBS De Akker in Meppel onderkende het probleem en besloot stevig in te zetten op verbetering van de executieve vaardigheden. TEKST EN FOTO’S: MARTIN VAN ROOIJ

I

n 2011 startte Kindcentrum CBS De Akker in Meppel met een kwadraatafdeling. De kwadraatafdeling is het laatste kwadrant van de kwadraatscholen. Alle PCBO-scholen in Meppel horen bij de stichting Kwadraat. Deze scholen bieden meer- of hoogbegaafde kinderen Levelwerk in de klas (1e kwadrant). Daarnaast kan het kind deelnemen aan een verbredingsgroep (2e kwadrant), een bovenschoolse plusklas (3e kwadrant) of voltijds hoogbegaafdenonderwijs (4e kwadrant). Kortom: een getrapte opbouw, zodat de school precies kan bieden wat hoogbegaafde leerlingen nodig hebben. Nog korter: passend onderwijs voor hoogbegaafden.

Vastgelopen Leerkracht Joyca van der Linde vertelt wat de aanleiding was om met voltijds HB-onderwijs te beginnen. ‘Ondanks ons aanbod van verbreden en verdiepen liepen enkele kinderen vast ‘De kinderen op onze in het onderwijs. Sommigen kwamen school zijn vaak vastgethuis te zitten: overspannen, overbelast lopen binnen het reguliere of kampend met onderwijs. Verdieping, psychische problemen. Dat wilden we verbreding, een plusklas: natuurlijk niet. Daarhet is allemaal onvoldoende om zijn we toen met Kwadraat gestart.’ voor hen. Ze hebben echt IB’er Margreet Holtvoltijds HB-onderwijs nodig.’ man: ‘De kinderen die hier zitten, komen vaak van heinde en verre. Soms wonen ze wel dertig kilometer verderop. Het komt ook voor dat mensen naar (de regio) Meppel verhuizen omdat

hun kinderen bij ons op school zitten. De kinderen op onze school zijn vaak vastgelopen binnen het reguliere onderwijs. Verdieping, verbreding, een plusklas: het is allemaal onvoldoende voor hen. Ze hebben echt voltijds HB-onderwijs nodig.’ De Kwadraatafdeling van De Akker geeft les aan 85 kinderen, vier groepen in totaal (3/4/5, 5/6, 6/7 en 7/8), maximaal 22 leerlingen per groep. De snelle rekenaar ziet dat er nog drie plaatsen zijn; die worden in reserve gehouden voor crisisgevallen. Of die ruimte er komend schooljaar nog is, is de vraag. De verwachting is dat er dan een wachtlijst ontstaat. Niet versnellen Nieuwe aanmeldingen worden beoordeeld door een aannamecommissie, vertelt directeur Mariëlle Timmerman. ‘Die commissie wordt gevormd door een leerkracht, Margreet als IB’er, ikzelf vaak namens de directie en verder een extern adviseur die gespecialiseerd is in hoogbegaafdheid. We hebben ons aannamebeleid stevig opgetuigd, omdat het voor zowel de ouders als het kind nogal wat is om de oude school te verlaten en naar een heel nieuwe school te gaan, inclusief alle reistijd en heisa die ermee gemoeid is. Iedereen is erbij gebaat dat die stap zorgvuldig wordt gezet, zodat de kans van slagen groot is. Wij gaan namelijk de confrontatie met het kind aan. We laten het doelbewust tegen zijn grenzen aanlopen. Dan komen de frustraties, de woede en de strijd los. Het gaat schuren. Dat is nodig, omdat deze leerlingen vroeg of laat op weerstand en problemen zullen stuiten en moeten leren daarmee om te gaan. Liever hier dan in 5 VWO of pas op de universiteit. Vandaar dat we niet zo’n voorstander zijn van versnellen.

© 2019 Koninklijke Van Gorcum • Talent 2 maart 2019

19


Kwadraat juniorprogramma Ook kleuters (groep 1-2) met een ontwikkelingsvoorsprong heeft CBS De Akker het nodige te bieden. Geen voltijds HB-onderwijs – daarvoor is het nog te vroeg. Wat dan wel? Een aantal elementen, geïntegreerd in het reguliere programma. Alle onderbouwleerkrachten hebben een opleiding over ontwikkelingsvoorsprong gevolgd en weten hoe je met jonge kinderen kunt bouwen aan een growth mindset. Mariëlle: ‘We zien het kind al vroeg in zijn potentiële hoogbegaafdheid en stimuleren het al op jonge leeftijd om zijn talenten te ontwikkelen. Overigens moet je voorzichtig zijn met conclusies te trekken bij kinderen uit groep 1-2. Hun ontwikkeling verloopt grillig en een voorsprong kun je ook kwijtraken.’

We gunnen onze leerlingen de volle acht jaar om hier in een veilige omgeving te oefenen met dat schuren.’ Executieve vaardigheden Margreet werkt sinds april 2017 op De Akker als IB’er. ‘Het eerste wat ik deed was gesprekken voeren met leerkrachten, ouders en kinderen. Daaruit bleek al snel dat ons leerlingenbestand aan het veranderen was. Reguliere bassischolen hebben zich bekwaamd in het onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen. Hierdoor kunnen veel meer HB-leerlingen op hun eigen school ‘Wij gaan de confrontatie blijven. Het viel met name de met het kind aan. We leerkrachten op dat de kinderen die binnenkwalaten het doelbewust men op Kwadraat steeds tegen zijn grenzen meer moeite hadden met plannen en organiseren.’ aanlopen. Dan komen Joyca vult aan: ‘Toen we de frustraties, de woede hier startten met HB-onderwijs hadden we vooral en de strijd los.’ extreem hoogbegaafde kinderen – met een IQ van 145 en hoger – en succesvolle HB’ers. De kinderen die nu op Kwadraat zitten lopen doorgaans vast in het reguliere onderwijs. Ze zijn niet alleen hoogbegaafd maar hebben daarnaast bijvoorbeeld een leer- of een gedragsstoornis en velen vinden plannen lastig. Daarnaast hoorden we van uitgestroomde kinderen dat ze het vaak moeilijk hadden op de middelbare school. We wisten zeker dat dat

20

Talent 2 maart 2019 • © 2019 Koninklijke Van Gorcum

niet aan hun intelligentie kon liggen. Vandaar dat we toen aan de slag zijn gegaan met de executieve vaardigheden.’ Teugels aangehaald In het afgelopen jaar kwamen de executieve functies steeds meer centraal te staan. Daarbij werden niet alleen voor de hand liggende zaken bekeken, zoals de lesmethode, maar bijvoorbeeld ook de inrichting van de lokalen. Margreet: ‘Bij de belangrijke vakken, bijvoorbeeld spelling en rekenen, zijn we meer methodisch gaan werken, omdat dat voor de leerlingen meer structuur gaf. Verder bleek dat we het plannen en organiseren beter moesten inslijpen om kinderen goed voorbereid te kunnen laten uitstromen naar het VWO. We hebben toen een arrangement aangevraagd vanuit het samenwerkingsverband. Daardoor kregen we toegang tot de expertise van een aantal ambulante begeleiders. Die keken hoe wij te werk gingen, organiseerden een studiedag en namen een kijkje in onze klaslokalen. Op hun advies hebben we die prikkelarmer gemaakt, omdat onze doelgroep daar baat bij heeft. Ook hebben de begeleiders onze interne afspraken bekeken. Die zijn weer eens aangescherpt en we hebben ze visueel gemaakt.’ Joyca toont voorbeelden: ‘Mijn ogen kijken, mijn oren luisteren, mijn handen zijn stil, ik ben stil, ik zit stil.’ ‘Dit vragen we van kinderen om een instructie goed te kunnen volgen. De kaarten hoef ik eigenlijk al niet meer te laten zien. Ik hoef slechts mijn hand op te steken om de klas stil te krijgen. De afspraken gelden voor alle groepen, zodat in een volgend leerjaar geen misverstanden kunnen ontstaan over wat de regels zijn.’ Margreet: ‘Een voorspelbare leer/werkomgeving. Het is duidelijk wat wij van onze leerlingen verwachten. Dat is voor onze leerlingen heel belangrijk.’ Nadat de afspraken visueel verduidelijkt waren werden de executieve functies bekeken. Margreet: ‘We wilden een paar dingen van een kind weten: waar ben je goed in en waarin wil of moet jij je nog ontwikkelen? We gebruiken een scorelijst die zowel door het kind als de ouder(s) en de leerkracht wordt ingevuld.’ Deze lijst geeft volgens Joyca een mooi beeld van wat het kind al op orde heeft en waar het nog aan moet werken. ‘We bespreken die gegevens ook met de leerling, want de leerling beoordeelt zichzelf ook. Natuurlijk is zelfreflectie op jonge leeftijd niet eenvoudig. Als leerkracht van groep 3/4/5 moet ik ze daar nog bij helpen. Toch weten ze wel al vaak te benoemen waar ze aan willen werken. En ze leren


het snel, want ik bespreek wekelijks met ze wat ze hebben gedaan, hoe dat ging en welke doelen ze hebben voor die week. Als ik dan een gesprek heb met de ouders en het kind samen, vertelt het kind over zijn ontwikkeling en zijn leerdoelen. Dat is veel mooier dan dat ik de ouders vertel hoe het gaat.’ Boot als metafoor De volgende stap was: aan de kinderen uitleggen wat executieve functies zijn en waarom ze die nodig hebben om succesvol te zijn op de middelbare school. Margreet: ‘Wij doen dat met de Wijzer in Executieve Functies van Pica. Deze methode gebruikt een boot als metafoor. Wat heb je nodig om goed te kunnen varen? Een roer, een landkaart, een schroef, een anker enzovoorts. We hebben daarvan posters gemaakt voor in de klassen. Aan de hand daarvan leggen we uit waar kinderen goed in zijn en waarin minder. Dit is gekoppeld aan de vragenlijst, zodat kinderen die makkelijker kunnen invullen. Dan kan een kind bijvoorbeeld over zichzelf zeggen: ‘Ik moet werken aan mijn toerenteller, want mijn impulsbeheersing is nog niet wat het moet zijn.’ Prachtig, toch?’ Eén ding is jammer: het effect van de versterkte focus op executieve functies is voorlopig nog niet zichtbaar. Mariëlle ‘We zullen het pas zeker weten

als we van uitgestroomde leerlingen te horen krijgen: het gaat prima op de middelbare school, ook met plannen en organiseren. Dat duurt nog een paar jaar. We moeten dus nog even geduld hebben. Maar het goede nieuws is: we kregen het aanbod van een student onderwijskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen om hier onderzoek naar te doen. Ze gaat bekijken hoe het onze oud-leerlingen vergaat op het VWO. Dat aanbod hebben we uiteraard met beide handen aangegrepen.’

And now for something completely different Zit je lang stil of moet je je lang concentreren, dan verslapt na verloop van tijd je aandacht onherroepelijk. Kinderen hebben daar meer last van dan volwassenen. Hoe krijg je ze weer bij de les? Met energizers. Joyca gebruikt ze ook. ‘Soms doe ik een spellingsles buiten op het plein. Dan hang ik kaarten op en vraag ik de kinderen welke categorieën ze kunnen onderscheiden. Het is eigenlijk een combinatie van even bewegen, nadenken en een opdracht doen. Wat ook in is, is joggen. De leerkracht schrijft dan tafelsommen op het bord. De kinderen joggen dan op de plaats, naast hun tafel, terwijl ze de antwoorden geven. Zo doorbreek je de sleur. Ook dwing je de leerlingen tot automatiseren in plaats van de sommen razendsnel uit te rekenen.’

© 2019 Koninklijke Van Gorcum • Talent 2 maart 2019

21


Ni e u ws Deelnemers voor onderzoek gezocht Praktijk hoogbegaafd gaat wetenschappelijk onderzoek doen naar hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid. Voor gedegen wetenschappelijk onderzoek is een grote steekproef nodig en daarom zijn ze op zoek naar kinderen (vanaf groep vier), jongeren en hun ouders. Meedoen levert je ook nog wat op: na deelname verstrekt de onderzoeker je wetenschappelijk onderbouwde adviezen voor de omgang met hoogbegaafde en hooggevoelige kinderen in de klas. Interesse? Mail dan naar eveline@praktijkhoogbegaafd.nl

Subsidie voor begaafde leerlingen Een van de uitdagingen binnen het onderwijs is het verzorgen van passend onderwijs voor hoogbegaafden. Zij profiteren nu niet altijd voldoende van het bestaande aanbod. Daarom komt de overheid met subsidie voor de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs om deze leerlingen extra ondersteuning te geven. Die ondersteuning kan allerlei vormen aannemen: nieuwe activiteiten, aantrekken of ontwikkelen van meer expertise of het uitbouwen van bestaande voorzieningen. Om voor de subsidie in aanmerking te komen moet een school uiterlijk 31 maart de aanvraag indienen (inclusief activiteitenplan en begroting). De subsidieverstrekker kijkt bij het beoordelen van de aanvraag o.a. naar de samenwerking tussen scholen in de regio en of de kennis over hoogbegaafdheid wordt vergroot en beter wordt verspreid.

22

Internetradio over hoogbegaafdheid? Willem Wind van www.ikbenhoogbegaafd.nl speelt met het idee om via internet radio te gaan maken over hoogbegaafdheid. In een blog doet hij zijn idee uit te doeken en vraagt hij zijn websitebezoekers of hier interesse voor is. De eerste reacties zijn gemengd: waarom bijvoorbeeld niet een podcast die op elk moment te beluisteren is? Het idee is in elk geval interessant. Wordt vervolgd – of niet.

Ch a lle nge Write Now! De grootste schrijfwedstrijd voor Nederlandse en Vlaamse jongeren is weer begonnen. En jij kunt nog meedoen! Write Now is een schrijfwedstrijd voor jongeren van 15 t/m 24 jaar. Meedoen kan in verschillende categorieën: proza, poëzie, scenario, spoken word of songtekst. In april en mei vinden door heel Nederland en Vlaanderen voorronden plaats. De tekst heb je daarvoor al geschreven (en uiterlijk 31 maart ingediend). Op de dag van de voorronde volg je een schrijfworkshop, is er een programma met voordrachten en muziek én volgt natuurlijk de prijsuitreiking. De winnaars van de voorrondes gaan door naar de landelijke finale in juni. Een aantal tweede en derde prijswinnaars wordt daar met een wildcard ook voor uitgenodigd. In de voorrondes kun je €250 aan boekenbonnen winnen, in de landelijke finale staan een schrijfopleiding, MacBook en optredens op literaire festivals op het spel.

Talent 2 maart 2019 • © 2019 Koninklijke Van Gorcum


Programmeerkampen In de meivakantie (30 april t/m 2 mei) worden er weer programmeerkampen georganiseerd voor (vermoedelijk) hoogbegaafde kinderen vanaf 9 jaar. Je hoeft nog niet per se te kunnen programmeren om mee te doen. Er wordt zowel met als zonder computer geprogrammeerd en er zijn uitdagende opdrachten. Maar wat je óók leert, is het ombuigen van een fixed naar een growth mindset, doorzetten, fouten maken en vragen stellen. Dubbel leerzaam dus.

Festival van Talent Op 30 maart 2019 vindt in Eindhoven weer het Festival van Talent plaats: een jaarlijks terugkerend feestje voor hoogbegaafden, ouders, leerkrachten, coaches, IB’ers, psychologen en alle anderen die met hoogbegaafdheid te maken hebben. Er worden nieuwe materialen gepresenteerd, er staan allerlei stands met informatie en voorlichting en er zijn workshops te volgen. Een grote aparte ruimte is gereserveerd voor kinderen. Ze kunnen daar aan allerlei leuke en uitdagende activiteiten deelnemen. Omdat er vaak geen ouderbegeleiding bij nodig is, heb je zelf ook meer vrijheid om rond te lopen en een workshop te bezoeken. Van tevoren aanmelden is niet nodig, je kunt op 30 maart gewoon binnenlopen. Dat kost dan wel €2,50 per persoon. Voor meer informatie: festivalvantalent.nl

Thematische ECHA-conferentie In 2019 organiseert ECHA (European Council for High Ability) voor het eerst een thematische conferentie rondom hoogbegaafdheid. De conferentie zal 16 t/m 18 oktober plaatsvinden in het Kroatische Dubrovnik en heeft als thema creativiteit. Om preciezer te zijn: onderzoek naar creativiteit en innovatie, vanuit sociaal, individueel en onderwijskundig perspectief. Het is tot 1 april mogelijk om je abstract in te dienen via de website www.echathematic2019.info. Dan sta je in oktober misschien wel op de conferentie met keynote speaker Jonathan Plucker (professor in talentontwikkeling bij de John Hopkins universiteit). Mocht je nu al weten dat je dit evenement niet wilt missen: de registratie is intussen ook geopend.

Exit: the game

Kookwedstrijd

De escape room wordt een steeds bekender fenomeen – dit voorjaar vond zelfs een heus NK plaats. Je laat jezelf vrijwillig een uur lang in een kamer opsluiten en moet allerlei puzzels oplossen om er op tijd weer uit te komen. Dit kun je nu ook thuis beleven dankzij Exit: the game. Dit zijn kleine doosjes met allerlei puzzels. Zoals het een escape room betaamt heb je nog geen idee waar je de informatie die je vindt voor nodig hebt en wanneer je een puzzel compleet hebt en op moet kunnen lossen. Er zijn al veel verschillende varianten. Het enige nadeel is dat je ze maar één keer kunt spelen. Niet alle spelmaterialen halen het einde van het spel en bovendien weet je daarna de oplossingen. Als je een beetje uitdaging wilt kun je alles met een moeilijkheidsgraad onder de drie sterren wel overslaan. Vanaf dan zitten er in elk doosje leuke hersenkrakers. De spellen kosten rond de 10 euro per stuk en zijn bij speelgoed- en spellenwinkels verkrijgbaar.

Het Nationaal Comité Veteranendag organiseert elk jaar een wedstrijd voor scholieren. Wat voor wedstrijd dat is, verschilt per jaar. In 2019 is er gekozen voor een kookwedstrijd, waaraan scholieren van groep 7 en 8 van het basisonderwijs, of de eerste en tweede klas van het voortgezet onderwijs mee mogen doen. Je kunt deelnemen door een recept te maken voor een come back meal. Dat is de eerste maaltijd die een militair eet wanneer hij weer thuis is van een missie. De tien beste recepten worden in het voorjaar gekookt voor én geproefd door een groep veteranen. In principe doe je mee met je hele klas, dus vraag of je docent de recepten uiterlijk 1 april voor je op wil sturen. Je kunt mooie prijzen winnen, zoals een vlucht in een oude Dakota, een VIP-behandeling tijdens de Veteranendag of een ontmoeting met koning Willem-Alexander. www.veteraneninstituut.nl

© 2019 Koninklijke Van Gorcum • Talent 2 maart 2019

23


Op zoek naar hb-beleid in het Nederlandse onderwijs

Veel initiatieven, geen lijn Hoe staat het binnen het Nederlandse onderwijs met de aandacht voor hoogbegaafde leerlingen? Een gesprek met Matty Bruins, inspecteur voortgezet onderwijs, en Manon de Haas, inspecteur primair onderwijs en voor- en vroegschoolse educatie (vve). TEKST EN FOTO’S: CARLA DESAIN

Waar staan jullie als onderwijsinspecteurs in het spectrum tussen ‘boeman’ en ‘critical friend’? Manon: ‘We hebben tegenwoordig naast een waarborgfunctie (is de basiskwaliteit op orde?) ook een stimulerende functie. Binnen een onderzoek is meer dan vroeger ruimte voor gesprek en dialoog. Ik merk daardoor in de praktijk dat wij steeds meer als critical friend worden gezien. Tijdens observaties gaan we de klassen in met iemand van de school zelf, waardoor een gezamenlijke blik ontstaat. En veel scholen en besturen maken gebruik van de gelegenheid om hun eigen ambities en ontwikkelrichting aan ons te presenteren. Natuurlijk speelt de context van het onderzoek

24

Talent 2 maart 2019 • © 2019 Koninklijke Van Gorcum

een heel belangrijke rol. Het maakt uit of we in het kader van het vierjaarlijkse onderzoek op een school komen waar het goed gaat; of vanuit opgevangen signalen (van buitenaf of vanuit onze eigen jaarlijkse risicoanalyse). In dat laatste geval kan ons bezoek als minder plezierig en stimulerend beschouwd worden. Zeker als dan blijkt dat er veel onderdelen zijn die we niet als voldoende kunnen beoordelen.’ Welke rol speelt de Inspectie in (toezicht op) onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen? Manon: ‘We hebben geen gespecialiseerde hb-inspecteurs. We kijken allemaal of voor alle leerlingen, ook de hoogbegaafde, voldaan wordt aan hun onderwijs- en ondersteuningsbehoefte.’ Welke oplossingen hebben jullie gezien die scholen kiezen om hoogbegaafde leerlingen tegemoet te komen in hun ­onderwijsbehoefte? Manon: ‘Ikzelf heb nog geen onderzoek gedaan op een school met voltijds hb-onderwijs. Wel kom ik tegen dat kinderen op een reguliere school zitten en een of twee dagdelen per week naar een plusklas gaan. En ik heb een sbo bezocht met een specifieke hb-afdeling.’ Matty: ‘Ook ik zie veel diversiteit. Zo ken ik een school met een specifiek aanbod voor hoogbegaafde leerlingen in de hele onderbouw. Op sommige scholen mogen leerlingen vakken volgen op een ho-


ger niveau of een extra vak doen. Veel scholen hebben keuzewerktijd waarin leerlingen verdiepingsstof kunnen krijgen of extra hulp bij leren leren. Ik zie ook scholen waar leerlingen meer regie krijgen over hun eigen rooster, zodat ze tijd vrij kunnen maken om te werken aan eigen projecten. En er zijn scholen waar nauwelijks wat gebeurt op dit gebied.’ Manon: ‘Dat zie ik ook, dat verschillende scholen in dezelfde regio allemaal op hun eigen manier met dezelfde puzzel bezig zijn: ‘Hoe kunnen we aansluiten bij de specifieke behoefte van kinderen?’ Dan stel ik vaak de vraag: ‘(Hoe) bundelen en delen jullie je expertise met andere scholen binnen jullie bestuur en samenwerkingsverband?’’ Wat valt jullie het meeste op in deze ­diversiteit? Matty: ‘In de wet staat dat rekening moet worden gehouden met verschillen tussen (individuele of groepen) leerlingen en dat onderwijs daarop moet worden afgestemd. Wat mij opvalt, is dat er wel veel extra aanbod is via plusklassen en extra vakken. Maar in de reguliere lessen gaat het

In 2015 publiceerde de Inspectie van het Onderwijs de resultaten van een landelijk onderzoek Hoe gaan we om met onze best presterende leerlingen?; de huidige praktijk in het primair en voortgezet onderwijs, met voorbeelden ter inspiratie. Deze brochure is niet meer leverbaar, maar wel te downloaden op www.onderwijsinspectie.nl/binaries/onderwijsinspectie/documenten/publicaties/2015/04/09/ brochure-best-presterende-leerlingen/brochure-best-presterende-leerlingen-web.pdf

minder goed; differentiëren is heel moeilijk, hoor ik van docenten. De middenmoot goed lesgeven lukt wel, maar de onderkant en de bovenkant goed bedienen is echt lastig.’ Manon: ‘Ik herken het ruime extra aanbod buiten de gewone lessen. Ik ben dan altijd benieuwd naar de ‘transfer’. Natuurlijk is het leuk, zo’n aparte groep waar ze één dag per week uitdagende dingen doen. Maar wat gebeurt er de andere vier dagen van de week? Ik zie vaak dat zulke kinderen zich in de klas enorm zitten te vervelen, of in hun eentje zitten werken op de gang. Dan vraag ik altijd even: ‘Wat ben je aan het doen?’ ‘Eigen werk, want alles wat ze in de klas doen, kan ik al, vind ik te makkelijk’, hoor ik dan. Dan vraag ik verder: ‘Wanneer heb jij instructie? Wordt je werk nagekeken?’ Op die manier ga ik op zoek naar hoe het aanbod verweven is met de rest van de stof.’ Hoe staat het volgens jullie met de expertise op het gebied van onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen? Matty: ‘Ik heb het idee dat er steeds meer expertise is in het veld. Maar of echt ingespeeld wordt op de behoeften van een leerling, staat of valt met welke docent voor de klas staat.’ Manon: ‘Je ziet een grote diversiteit in diepgang van de aanwezige expertise. Er zijn scholen waar het team een studiemiddag heeft gedaan over hoogbegaafdheid; maar ook scholen waar iemand een stevige opleiding heeft gevolgd en daarna collega’s verder schoolt en begeleidt. Scholen die niet zomaar beginnen dingen te doen, maar eerst met het hele team goed nadenken over ‘Wat is onze visie? En hoe passen hoogbegaafde kinderen daarin?’ hebben een voorsprong. Ik ken wel voorbeelden van schoolteams die dat echt goed samen hebben uitgedacht, opgeschreven en doorgevoerd. Maar dan nog blijft zoiets kwetsbaar als de ‘kartrekker’ weggaat.’ Welke rol speelt het lerarentekort hierin? Manon: ‘Met het lerarentekort wordt het alleen maar ingewikkelder. Als de vaste groepsleerkracht

© 2019 Koninklijke Van Gorcum • Talent 2 maart 2019

25


Manon de Haas volgde na haar studie personeelwetenschappen de verkorte pabo en de opleiding tot remedial teacher. Ze stond een aantal jaren voor de klas in het po en gaf drie jaar les op het Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg van Fontys, met dyslexie als specialisatie. Daarna werkte ze bij verschillende onderwijsadviesbureaus en nu sinds acht jaar bij de onderwijsinspectie. Matty Bruins studeerde culturele antropologie. Haar loopbaan begon bij een onderzoeksbureau voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek. En ze had een bedrijf dat zeilzwerftochten organiseerde, onder andere voor groepen leerlingen. Daarna werkte Matty – voor ze twee jaar geleden onderwijsinspecteur werd – als beleids- en kwaliteitszorgmedewerker in het vo.

ziek wordt, is een schoolleider soms al blij als er een invaller voor de groep staat en de gewone lessen draait. Dan gaat de lat van de school noodgedwongen omlaag. Dan kan je geen eisen stellen aan specifieke hb-expertise. De huidige lesmethodes spelen goed in op drie differentiatieniveaus, het lukt ook invallers meestal wel om dat op orde te houden. Maar zowel de kinderen die moeilijker leren als de hoogbegaafden doen dan vaak gewoon mee met de rest van de groep. Aan hun heel specifieke onderwijsbehoefte komt een invaller vaak niet toe, hoe goed de schoolvisie ook is.’ Wat zien jullie bij de overgang van po naar vo? Matty: ‘Ik zie geregeld hoogbegaafde kinderen die zo makkelijk door de basisschool zijn gerold, dat ze nooit hebben geleerd om ergens moeite voor

26

Talent 2 maart 2019 • © 2019 Koninklijke Van Gorcum

, et onderwijs teurvoortgez ec ijs sp rw in ), de ts on (rech teur primair Matty Bruins Haas, inspec en Manon de

te doen. Die hebben nooit leren leren, omdat ze er vaak met één keer doorlezen wel mee wegkwamen. Als daar in de aansluiting tussen po en vo te weinig aandacht voor is, kunnen deze hartstikke slimme kinderen toch al in de onderbouw struikelen; bijvoorbeeld als ze veel woordjes moeten leren. Er zijn wel scholen waar expertise is, waar docenten begrijpen dat een hoogbegaafde leerling wel heel slim is, maar niet zomaar alles zelf wel kan en niet altijd intrinsiek gemotiveerd is. En waar wordt nagedacht over de ondersteuningsbehoefte van deze groep kinderen, hoe ze alsnog kunnen leren leren.’ Manon: ‘Ik hoor ook vaak dat de overgang po-vo een flinke hobbel is. Ik zie gelukkig goede initiatieven van po- en vo-scholen binnen een bepaalde regio die leraren uitwisselen; die gaan bij elkaar kijken, met name naar de sociaal-emotionele overgang van po naar vo. Dan kijken ze ook naar de groep hoogbegaafden.’ Sommige hoogbegaafde kinderen zijn zo versneld door het po gegaan, dat ze erg jong zijn (soms nog maar 8 of 9 jaar) als ze naar het vo gaan. Wat vinden jullie daarvan? Matty: ‘Ik heb leerlingen gesproken voor wie dat de minst slechte oplossing is, die – hoe jong ook –


C o l umn

Vooroordelen… goed op hun plek zijn op het vo. Ik was laatst op een school die ‘specifieke talentondersteuning’ en ‘uitdaging voor elke leerling’ in het beleid heeft staan. Daar doen ze dat heel goed met kinderen die vroeg klaar zijn met de basisschool. Het team staat ervoor open en neemt zo’n kind serieus. Natuurlijk zullen er altijd nog docenten zijn die er meer moeite mee hebben, maar het maakt een wereld van verschil als er vanuit schoolbeleid duidelijk aandacht voor is.’ Manon: ‘Iets soortgelijks speelt bij kleuters die versneld doorstromen naar groep 3. En bij 3-jarigen met een ontwikkelingsvoorsprong, die mogelijk al toe zijn aan het aanbod van de basisschool – iets dat wettelijk niet is toegestaan. Op po-scholen is steeds meer aandacht voor vroegsignalering van kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Een school die ik bezocht, heeft als visie geformuleerd: ‘We willen alle kinderen bieden wat ze nodig hebben, ook de voorlopers’. Ze organiseren scholingsdagen over dit onderwerp voor het onderbouwteam. Ze zetten een geschikt instrument in en voeren gesprekken met ouders om kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong zo vroeg mogelijk op te sporen. Niet om ze een label te geven, maar om uit te stippelen hoe ze kinderen het beste kunnen uitdagen op hun eigen niveau. Dat vind ik mooi.’ Iets heel anders: Wilde je als kind al onderwijsinspecteur worden? Matty: ‘Nee, toen ik op school zat had ik nooit kunnen bedenken dat ik nu onderwijsinspecteur zou zijn. Ik wilde graag zwerver worden, echt waar. Nu zwerf ik als onderwijsinspecteur ook door heel Nederland dus in dat opzicht heb ik mijn jeugddroom verwezenlijkt.’ Manon: ‘Ook ik heb nooit gedroomd over een baan als onderwijsinspecteur. Maar dan komt het op een bepaald moment op je pad en dan denk je: ‘Waarom ook niet?’ Het is een hartstikke mooi beroep! Je komt op zoveel verschillende scholen en je ziet hoeveel verschillende keuzes ze maken… Ik vind het heel interessant om met scholen op zoek te gaan naar ‘Wat willen jullie? Wat kunnen jullie beter doen? Waarin willen jullie verder groeien als team?’ Het leukste is als ik na een aantal jaar opnieuw bij scholen kom en dan groei zie ten opzichte van de vorige keer.’

Sanne is voor onze Plusklas aangemeld als bijna-thuiszitter. Ze is 7 jaar en heeft al heel wat schoolellende achter de rug. Perioden met buikpijn en niet meer naar school willen. Ze kan haar juf niet meer hóren. Via de huisarts kwamen de ouders bij een pedagoog: Sanne bleek hoogbegaafd te zijn. Toevallig zie ik Sannes vader door de supermarkt lopen. Hij ziet er somber uit, mat en onzeker. Na ieder artikel dat hij in zijn kar heeft gelegd, kijkt hij met een moeilijke blik zoekend op zijn telefoon. Alsof hij twijfelt aan alles. Maar vooral aan zichzelf. Hij is getrouwd met een tandarts en is zelf technisch opgeleid op MBO-niveau. Ik weet dat omdat ik Sanne al leerde kennen als peuter - met een ontwikkelingsvoorsprong. Die rond haar tweede jaar de weg wees naar oma in een andere buurt, veel kleuren kende en heel veel dierennamen. Toen ik destijds bij hen thuis was, was vader nogal stil. Ik nodigde hem een paar keer uit zijn kijk op kleine Sanne te geven. En dat deed hij dan met een verontschuldigende blik. En hij vertelde over zijn ‘lage’ opleiding. Een bijzonder ouderpaar. Ik benadrukte maar direct dat hoogbegaafd echt iets anders is dan hoogopgeleid. Hij herkende toch wel iets van zichzelf in zijn dochter…? Hij herkende meer in zijn zoon. Iets ouder, minder verbaal en veel belangstelling voor techniek. Dat snapte ik wel. Wat ik nu niet snap, is dat Sanne dus op de basisschool, ondanks haar jaar op een Peuter+ groep, helemaal niet is gezien. Naast de vruchtensappen vertelt vader mij dat Sannes juf, nadat ze was getest, zei: ‘Ach, als je deze kinderen gewoon behandelt, dus net als gemiddelde kinderen, dan worden ze vanzelf ook gewoon’. Ik verzin dit niet. In 2018, in het koninkrijk der Nederlanden. En niet overzee! Vader denkt dat het door hem komt. Hij praat niet zo makkelijk en ja, hij heeft ‘maar’ MBO. De school gelooft niet dat hij een hoogbegaafd kind kan hebben. Het deed me pijn deze vader zo terneergeslagen te zien. Vinden wij het vreemd dat er steeds meer thuiszitters zijn?

Maddy Hageman

Maddy Hageman studeerde geneeskunde en is sinds 10 jaar verbonden aan de Plusklas in Houten. Daarnaast heeft ze een eigen adviespraktijk als hoogbegaafdenbegeleider voor jonge kinderen. Talent februari 2019 © 2019 Koninklijke Van Gorcum • Talent 2 maart 2019

27 27


H B-po rtr et Martijn Wilhelm, 23 jaar, masterstudent sterrenkunde Leiden

‘Hoe ouder ik word, hoe trotser ik ben om nerd te zijn’ TEKST: CARLA DESAIN Hoe belangrijk was je hoogbegaafdheid in je leven? ‘Het was van jongs af aan duidelijk dat ik slim was – en ben. Ik kon goed leren en had op school eigenlijk nooit problemen. Ik heb mezelf nooit als hoogbegaafd beschouwd; maar toen ik op mijn 16e werd getest en mijn IQ boven de 130 bleek te liggen, verbaasde me dat niet. Eerlijk gezegd speelden mijn introversie en (extreme) verlegenheid een veel grotere rol. Ik was een stil kind, sociaal niet heel handig en ik maakte niet makkelijk nieuwe vrienden. Nou had ik ook als kind al niet per se veel vrienden nodig; ik had – en heb – genoeg aan een paar mensen om me heen met wie ik fijn op kan trekken. Echt eenzaam ben ik nooit geweest.’ Dat klinkt als … nerd? ‘Jazeker. Al op de basisschool werd ik zo gezien; bij wijze van geuzennaam ging ik mezelf toen ook maar zo noemen. In de loop der tijd kwam ik steeds meer leuke nerderige mensen tegen. In de 5e en 6e van het gymnasium mocht ik twee dagen per week naar het Junior College Utrecht (tegenwoordig heet dat U-Talent). Alle bètavakken volgde ik op de universiteit op een hoger niveau, de rest van de week ging ik gewoon naar school. Tijdens die JCU-dagen trok ik op met allemaal leerlingen die het – net als ik – fijn vonden om dieper in de stof te duiken. Hoe ouder ik word, hoe trotser ik ben om nerd te zijn. Bij mijn studie sterrenkunde aan de Universiteit Leiden bleken de introverten in de meerderheid. En ook in de sterrenkundeclub JWG zitten veel jongeren zoals ik. Samen hebben we truien laten maken met heel groot NERD erop. Ik draag die trui graag.’

28

Talent 2 maart 2019 • © 2019 Koninklijke Van Gorcum

Wilde je altijd al sterrenkundige worden? ‘Die interesse had ik al als klein kind, ja. Mijn opa had veel sterrenkundeboeken waar ik altijd graag in keek. Op mijn 10e ging ik voor het eerst op sterrenkundekamp; vele kampen volgden en mijn interesse groeide. Op m’n 12e mocht ik een keer op het Jeugdjournaal vertellen over de maansverduistering van die nacht. Dus het stond al vrij snel vast dat ik sterrenkunde zou gaan studeren, aan de Universiteit Leiden. Ik deed een dubbele bachelor, naast sterrenkunde ook natuurkunde. Dat klinkt zwaarder dan het was, omdat die studies veel overlap hebben. Voor mijn afsluitende masteronderzoek hou ik me nu bezig met de zwaartekrachtsgolven die ontstaan door dubbele witte dwergen. Witte dwergen zijn opgebrande, ingestorte sterren, waarvan er heel veel zijn in de Melkweg. We hebben er nog geen detector voor, die wordt waarschijnlijk pas over 10 à 20 jaar gelanceerd. Ik hou me nu vooral bezig met voorspellingen van toekomstige waarnemingen. Als het goed is, ben ik tegen de zomer afgestudeerd. Ik wil daarna promoveren in Ameri-


ka, het liefst in Seattle. Over een maand hoor ik of ik toegelaten ben.’ Hoe is het om op kamers te wonen? ‘Bij mijn ouders in Zeist blijven wonen was geen optie; de afstand naar Leiden is te groot. Dus zocht ik een kamer in Leiden. Ik probeerde het eerst een paar keer via een ‘hospiteeravond’ op een studentenflat. Voor mij als introvert was dat niet te doen, tussen 20 anderen die allemaal druk bezig waren te laten zien hoe leuk ze waren. Maar ik had geluk: een vriend van me, die ook introvert is, kreeg een tweepersoonsappartement toegewezen en vroeg mij als huisgenoot. Het is voor allebei een ideale situatie zo. Koken en eten doen we samen, verder zitten we graag ieder op onze eigen kamer. Maar als er iets is, lopen we makkelijk bij de ander binnen. Hij doucht ’s avonds, ik juist ’s ochtends, ook daarbij lopen we elkaar niet in de weg. We volgen dezelfde studie. In de beginjaren hadden we hetzelfde rooster en trokken we ook overdag veel samen op. Nu is dat anders omdat we verschillende afstudeerrichtingen hebben gekozen. De piekperiodes qua studiebelasting lopen nog wel gelijk. Toen we afgelopen zomer laat in de avond allebei onze eerste masterscriptie hadden ingeleverd, keken we elkaar aan: ‘Minecraft?’ ‘Minecraft!’ We hebben tot 3 uur ‘s nachts samen zitten gamen.’

C o l ofon Onafhankelijk tijdschrift over (hoog)begaafdheid. Verschijnt zes keer per jaar. www.tijdschrift-talent.nl HOOFDREDACTEUR

Frank Stienissen FOTOGRAFIE

Shutterstock, aangeleverde foto’s. Fotograaf cover: Martin van Rooij VASTE MEDEWERKERS

Marrigje de Bok, Maryan Camps, Ben Daeter, Carla Desain, Bruno Emans, Katja Keuchenius, Jan te Nijenhuis, Annette Bolder-Oorthuysen, Els Schrover, Ellen Sinot, Inge Slaats, Anne van Kessel, Maddy Hageman, Annemieke van Manen, Priscilla Keeman, Martin van Rooij, Mariska van Sprundel REDACTIEADRES

Dennenlaan 11, 5553 CV, Valkenswaard, info@stienissenmedia.nl, 06 - 51 10 64 34 Voor nieuwe abonnementen, verhuizingen of opzeggingen: klantenservice@vangorcum.nl UITGEVER

Koninklijke Van Gorcum BV Postbus 43, 9400 AA Assen Tel. 0592-379555 Fax 0592-379552 E-mail: klantenservice@vangorcum.nl www.vangorcum.nl ONTWERP LAY-OUT EN VORMGEVING

FIZZ | Digital Agency – fizz.nl

Heb je tips voor kinderen zoals jij vroeger: slim, introvert en verlegen? ‘Probeer gelijkgestemden te vinden. Als het niet lukt op school, zoek dan bijvoorbeeld een sterrenkunde-, natuurof schaakclub, zodat je iets ‘Zoek – met kleine hebt om naar uit te kijken. Zodra stapjes – je eigen weg’ je op de middelbare school komt, is de kans groter dat je ook op school iemand vindt. Je hoeft echt geen massa’s vrienden te hebben, voor jou is twee of drie misschien genoeg. Nerderig of introvert zijn is prima; het is wel fijn als je wat minder verlegen en onzeker wordt. Dat komt wel als je een activiteit vindt waar je goed in bent, liefst iets waar anderen je om waarderen. Bij mij was dat toen ik ging schrijven in het landelijke tijdschrift van de sterrenkundevereniging en toen ik later een van de leiders werd van het paaskamp. Het is een langzaam proces. Blijf het proberen, volg je interesses en zoek – met kleine stapjes – je eigen weg.’

ABONNEMENTEN

Een abonnement (inclusief inzage online archief en website) kost € 57,50 per jaar (incl. 6% btw en porto). Instellingen betalen € 71,50. Studenten betalen € 49,95 (kopie collegekaart meesturen). Losse nummers kosten € 12,95 (+ porto). Nieuwe abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Een abonnement wordt automatisch verlengd, tenzij een schriftelijke opzegging is ingediend bij afdeling Klantenservice van Koninklijke Van Gorcum: klantenservice@vangorcum.nl. ADVERTENTIES

Neem contact op met Ray Aronds van Recent BV: ray@recent.nl Telefoon 020-3308998 Postbus 17229 1001 JE Amsterdam © COPYRIGHT 2019

Koninklijke Van Gorcum, Assen. Alle auteursrechten ten aanzien van de inhoud van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. ISSN 1388-1809

www.sterrenkunde.nl/jwg

Talent 2 maart 2019

29


Boe ke n

Jouw begaafde leerling

Kei in hoogbegaafdheid, Het praktijkboek voor de leerkracht van Jan Kuipers is al ruim een half jaar op de markt. Volgens Kuipers heeft elke leerkracht het in zich om de meeste slimme kinderen op een haalbare, praktische, realistische en nuchtere manier goed onderwijs geven. Gewoon te midden van de andere leerlingen. Dat is zijn stellige overtuiging. KEI in de titel staat voor Kennis, Ervaring en Inzet. In de inleiding stelt Kuipers dat hij in zijn eerdere publicaties wellicht te veel de nadruk gelegd heeft op het beleidsaspect van hoogbegaafdheid en dat de leerkracht daardoor er een beetje bekaaid vanaf is gekomen. Dat wil hij met dit boek recht zetten. Vooral de vele praktijkvoorbeelden maken van dit boek een goed leesbaar boek. Perfect passend onderwijs is volgens Kuipers een utopie. Zo passend mogelijk is volgens hem echter wel haalbaar als leerkrachten over de juiste kennis en kunde beschikken..

Wie al veel weet van hoogbegaafdheid, zal in het boek Jouw begaafde leerling van leerkracht en specialist begaafdheid, Franka van Vlokhoven, niet veel nieuws vinden, Maar, zoals de 11-jarige Elise van der Horst in het voorwoord zegt: ‘Een boek over hoogbegaafdheid kopen is altijd goed, want je kunt nooit genoeg weten van hoogbegaafdheid’. Van Vlokhoven schrijft vanuit (schoolse) ervaring. In haar boek ligt niet de nadruk op modellen van hoogbegaafdheid, wel op vele praktijkervaringen. Op deze manier bespreekt Van Vlokhoven ook de profielen van begaafde leerlingen (Betts & Neihart, 2010), hooggevoeligheid en beelddenken. Van Vlokhoven bespreekt enkele signaleringsinstrumenten, aanpak binnen de groep en manieren om begaafde kinderen in de klas uit te dagen. Het leukst is misschien wel Hoofdstuk 8: Uitdagende activiteiten. Hier laat Van Vlokhoven haar creativiteit zien en biedt de lezende leerkracht mooie, praktische oefeningen met spannende namen als ‘Vang de Knervil!’ en ‘De wonderbaarlijke broodtrommel’. De beste tip uit het boek komt eigenlijk van Elise van der Horst: ‘Luister naar waar het kind echt behoefte aan heeft’.

Jouw begaafde leerling, Franka van Vlokhoven. Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum. ISBN 9789023256458, €20,-

Kei in hoogbegaafdheid, Het praktijkboek voor de leerkracht, Jan Kuipers, ISBN 9789492131911, Uitgeverij Eduforce , €29, 85.

Een nieuwe school voor de Intenso’s Ook over sensitiviteit gaat het boekje van Saskia Claassens-Hopstaken van Praktijk SAS. ‘Een nieuwe school voor de Intenso’s’ is een schattig verhaaltje over 5 kleine draakjes die elk één van de gevoeligheden/intensiteiten of overexcitabilities afbeelden. Het boekje is kleurig en gedrukt in een groot lettertype, wat maakt dat kinderen goed mee kunnen kijken/lezen. In dit eerste avontuur leren we Moto, Voelo, Zinto, Denko en Beeldo kennen met al hun eigenschappen. Door hun belevenissen en het feit dat zij zich uitgebreid mogen voorstellen op hun nieuwe school, leren hoogsensitieve kinderen iets over de verschillende intensiteiten die zij kunnen hebben. Het boekje biedt herkenning en in gesprekken over het verhaal kunnen inzichten worden opgedaan over het zelf van het kind. Tenslotte zitten in het verhaal ook enkele tips verwerkt.

Een nieuwe school voor de Intenso’s, Een nieuw avontuur voor de Intenso vijfling. Saskia Claassens-Hopstaken. Bravenewbooks.nl. ISBN 9789402184451. Te bestellen via www.praktijksas.nl.

30

Talent 2 maart 2019 • © 2019 Koninklijke Van Gorcum


Dit boek geeft antwoord op vragen als: – Waarom doet mijn hoogbegaafde puber zo sloom/brutaal/chaotisch? – Hoe weet ik wat er omgaat in mijn hoogbegaafde puber? – Waarom hebben sommige hoogbegaafden juist een prima puberteit? – Hoe bereiken wij samen een leefbare puberteit?

‘Aanvullend op de vele publicaties over hoogbegaafdheid blinkt dit nuttige en mooi vormgegeven werk uit doordat het geheel vanuit de praktijk is geschreven’ Recensie NBD - Biblion

Suzanne Buis

€ 20,95 | Hardcover ISBN 9789079603473 Suzanne Buis (Alkmaar, 1973) is zelf hoogbegaafd. Ze publiceerde tientallen kinderboeken, zoals de series over Floortje Bellefleur en Lizzy. De droomdenker helpt om met kinderen te praten over hoogbegaafdheid, hoogsensitiviteit en beelddenken. Voor volwassenen schreef ze onder andere Mijn hoogbegaafde kind en ik, waarin ouders van hoogbegaafde jonge kinderen hun verhaal doen. Naast het schrijven van boeken geeft Suzanne presentaties en trainingen voor ouders, leerkrachten en kinderen.


Kom naar het congres Talent in de klas

En praktijkgerichte workshops:

Op 4 april 2019 organiseert tijdschrift Talent voor de derde keer het succesvolle congres Talent in de klas in de Reehorst (Ede). Je krijgt handvatten om het onderwijs voor talentvolle leerlingen op jouw school op een goede manier in te richten. Met twee lezingen:

Embodio’s in de praktijk (Tessa Kieboom - Excentra) Ontdekken van Talent is van levensbelang (Els Pronk, Talentenfluisteraar) Beginner- of expertsessie Digitaal Handelingsprotocol Begaafdheid (Sylvia Drent, Adviesbureau voor hoogbegaafde kinderen in het basisonderwijs) Kwalitatief goed klassenmanagement van top tot intensief (Marilène Zwetsloot, Praktijk voor optimaal leren!)

Uitzonderlijk begaafde kinderen - aliens op Aarde? Renata Hamsikova, IeKu Advies Wat als hoogbegaafdheid ongelukkig maakt? Jenny Steggerda en Esther Roelfsema, IQwise

Kijken met de talentenbril (Karijn Breunig, coach, supervisor, docent en begeleidingskundige) Van traditionele naar integrerende didactiek! (Bert van der Mel, Driestar Educatief) Verrijking in de eigen groep Wetenschap en techniek (Lindy Wijsman, Universiteit Utrecht)

Ben je gebruiker van DHH of abonnee op Talent? Profiteer dan van korting Meer informatie: www.talentindeklas.nl

Begeleiding van kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong (Franka van Vlokhoven)

Jouw begaafde leerling Passend Onderwijs vraagt van jou, als (aan­

N I E U W!

komend) leerkracht of intern begeleider, dat je tegemoet komt aan alle onderwijs­ behoeften binnen je groep of op je school. Met Jouw begaafde leerling biedt Franka van Vlokhoven een goede basis voor het signaleren

en begeleiden van (hoog)begaafde leerlingen.

Auteurs: Jaar: Druk: Aantal pagina’s: ISBN: ISBN e-book: Onze prijs:

Franka van Vlokhoven 2019 1e 176 978 90 232 5645 8 978 90 232 5650 2 € 20,00

Bestel via webwinkel.vangorcum.nl of klantenservice@vangorcum.nl Stopper_A5_Jouw begaafde leerling.indd 1

20-02-19 10:59


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.