4 minute read

Theatervoorstelling steekt VVT-medewerkers een hart onder de riem

Er waren aanvankelijk 50.000 kaarten beschikbaar, er werden er 100.000 aangevraagd. De belangstelling voor de theatervoorstelling Mag ik je kussen? is groot. TheaterMakers Radio Kootwijk maakte in opdracht van Over morgen een eerlijke en oprechte voorstelling over de toekomst van de VVT-zorg.

Het gezelschap op het toneel bestaat uit zes personages. Gijsbert is een man op leeftijd die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Zijn dochter Lieke is documentairemaker en worstelt met haar rol als mantelzorger. Uit onvrede over de in haar ogen beperkte mogelijkheden voor haar vader, besluit ze een documentaire te maken waarin ze het zorgteam volgt. Dit team bestaat onder andere uit de ervaren en betrokken Ada die tevens verantwoordelijk is voor de begeleiding van leerling Noëlle. Noëlle worstelt op haar beurt weer met een onveilige thuissituatie, maar alleen Gijsbert merkt dat op. Zijn geheugen laat hem dan wel in de steek, met zijn empathisch vermogen is niets mis. Dan is er nog wijkverpleegkundige Richard, die vooral denkt in praktische oplossingen en de inzet van nieuwe technieken daarbij niet schuwt. Op de achtergrond is er nog de deejay, die de stem van de burgers, overheid, zorgverzekeraars en de media vertegenwoordigt. Tijdens de verschillende scènes is te zien hoe de personages met elkaar omgaan en hoe ze soms worstelen met hun eigen ideeën en ge-

Advertisement

Over morgen

De theatervoorstelling Mag ik je kussen? is onderdeel van het platform Over morgen, dat werk maakt van een toekomstbestendige zorgsector. Het platform is een initiatief van A+O VVT en opgezet met steun van het voelens. Ook de verschillen tussen generaties worden daarbij soms pijnlijk zichtbaar. En hoewel de intenties van alle betrokkenen goed zijn, is de praktijk weerbarstig. De scènes worden afgewisseld met ontroerende liedjes, opzwepende muziek en dans. Het dansen staat symbool voor de fysieke druk die zorgmedewerkers kunnen voelen. Niet geheel per ongeluk dansen sommige acteurs uit de maat of moeten zij het dansen staken.

In gesprek

Naarmate het einde van de voorstelling nadert, krijgen de personages meer begrip voor elkaar en hebben ze bovendien meer oog voor wat de ander nodig heeft. Op de kaarten die na afloop op de tafels liggen in de lobby, staat het mooi verwoord: ministerie van SZW. De theatervoorstelling Mag ik je kussen? geeft inzicht in de keuzes en dilemma’s waar zorgmedewerkers in de VVT dagelijks mee worden geconfronteerd en laat zien hoe belangrijk en dankbaar hun werk

Nooit de moed verliezen. Heb vertrouwen in elkaar. De liefde. Jullie met elkaar. Jullie team. Dat is het belangrijkste wat je hebt in het leven waarin je werkt.

Na afloop van de voorstelling gaan de toeschouwers met elkaar in gesprek over wat zij hebben gezien en gehoord. Opvallend is dat de deelnemers, veelal zorgmedewerkers, zich door verschillende personages geraakt voelen. “Ik identificeer mij vooral met dochter Lieke. Sinds kort ben ik zelf ook mantelzorger en ik weet uit ervaring hoe het voelt om al die ballen in de lucht te moeten houden”, vertelt een van de deelnemers. Haar collega werd vooral getroffen door de eenzaamheid van vader Gijsbert. “Je ziet dat de mensen om hem heen hem wel proberen te helpen, maar dat ze eigenlijk te druk zijn om echt even stil te staan bij hem.” Ook het tienminutengesprek is voor velen herkenbaar. “Toch is het belangrijk om de druk die je soms voelt niet aan de cliënt te laten merken. Die heeft daar niets aan”, merkt een van de deelnemers op. “Ik vind het belangrijk om in de tijd die ik heb, oprecht aandacht voor mensen te hebben. Dat is ook de reden dat ik in de zorg werk. Als je die roeping niet voelt, kun je er beter niet aan beginnen.” w is. De voorstelling is nog te zien tot begin september in diverse theaters. De voorstelling is gratis voor VVT-medewerkers.

A+O VVT is het arbeidsmarktfonds voor de VVT-sector. Hierin zijn alle cao-partijen voor de Cao VVT vertegenwoordigd, waaronder FBZ, de vakbond voor zorgprofessionals waarbij de LAD is aangesloten.

Meer informatie over Over morgen en de theatervoorstelling vind je op www.vvtwerktaanmorgen.nl

Walter Supèr is artistiek leider bij TheaterMakers Radio Kootwijk en regisseerde in opdracht van Over morgen de voorstelling Mag ik je kussen?. Hij schrijft en maakt voorstellingen op het snijvlak van werk, leven en liefde. Daarbij staan maatschappelijke vraagstukken centraal met als belangrijkste vraag: wat is werkelijk van waarde?

“Ik wilde een verhaal vertellen dat nog niet eerder is verteld”, legt Supèr uit. “Een fout die we als samenleving vaak maken, is dat we voor alle problemen direct een oplossing willen vinden. Maar soms moeten we accepteren dat die oplossing niet gelijk voorhanden is. In aanloop naar de voorstelling heb ik onder andere met organisatiepsychologen en sociologen gesproken. En allemaal zeggen ze hetzelfde: grote veran- deringen vragen om een ander soort gesprek. We moeten leren mee te bewegen in de transitie zonder elkaar daarin te verliezen. Dat is ook de belangrijkste boodschap die ik in de voorstelling wil meegeven. Het moet niet alleen herkenbaar zijn, ik wil ook onder de huid van het publiek kruipen. Zorgmedewerkers zijn vaak enorm bevlogen en betrokken bij hun cliënten, maar hebben daardoor ook het gevoel dat ze alles moeten oplossen. De voorstelling is in die zin ook bedoeld om zorgmedewerkers een hart onder de riem te steken: je hoeft het niet alleen te doen.”

Persoonlijk

Heeft het maken van deze voorstelling ook de eigen visie van Supèr op de zorg veranderd?

“Toen ik bezig was met schrijven, ging de gezondheid van mijn eigen moeder steeds verder achteruit. Zo werd ik zelf een beetje het personage Lieke. Ik wilde mantelzorger zijn voor mijn moeder en tegelijkertijd had ik ook mijn eigen bezigheden. Dat vond ik confronterend, het deed me zeer. Het liedje Slaap zacht kwam dan ook recht uit mijn hart. Door het maken van de voorstelling realiseerde ik mij dat ik niet van alles kon ‘eisen’ van de zorg, maar dat de zorg voor mijn moeder een samenwerking was tussen de zorgmedewerkers en mijzelf.”

This article is from: