3x brandtorens
AARDBEIEN van strobaal
LINNEN van eigen vlas
Maak zelf een HANGMAT
3x brandtorens
AARDBEIEN van strobaal
LINNEN van eigen vlas
Maak zelf een HANGMAT
Paarden van Corry van Hoorn
verschillende verse groentes uit de moestuin handvol verse tuinkruiden, zoals peterselie, munt en dille 350 g volle Franse kwark zout en peper scheutje olie
Maak de groentes schoon en snijd ze in mooie stukjes. Leg ze mooi neer rond een schaaltje op een houten serveerplank. Snijd een flinke handvol verse tuinkruiden fijn. Meng de kruiden door de kwark en breng op smaak met zout en peper. Schep de kruidenkwark in het kommetje in het midden van de plank en garneer met een scheutje olijf- of koolzaadolie.
Opgroeien met oud-Hollandse kapucijn
Met een beetje fantasie zie je in de aftekening en de kap van de oud-Hollandse kapucijn een monnikspij. Het ‘kapusientje’ valt op door zijn statige houding en zijn parelogen: een zwarte pupil in een sneeuwwit vlak en daaromheen een rood oograndje. Prachtig om te zien. En een duivenras zo oud als de schilderijen van Jan Steen. Voor Joost Kaper is misschien nog wel de belangrijkste reden om deze duifjes te houden het plezier dat zijn kinderen eraan beleven.
Theo Bosboom: “De foto van de mieren op de grote kaardenbol vormt naar mijn idee een duidelijke metafoor voor klimaatverandering. Ik ben bang dat de mieren de overstroming niet hebben overleefd, omdat de kaardenbollen uiteindelijk volledig onder water kwamen te staan. Het beeld laat zien dat klimaatverandering niet alleen ijsberen en andere iconische grote dieren treft, maar ook talloze kleine dieren, die voor ons ecosysteem minstens even belangrijk zijn. En het is niet zo moeilijk om de mieren in deze benarde positie te zien als symbool voor het lot dat ook de mensheid kan treffen als er niet heel snel dingen gaan veranderen.”
Magische onderwaterwereld na overstromingen
In haar atelier in Schoonhoven maakt Bregje Verhoef Turkse spintollen. Met Studio Spintol creëert ze niet alleen deze houten kleinoden, maar ook een fijne plek waar ze samen met een groep vrijwilligers op een zinnige manier werkt.
Ik kwam een aantal jaren geleden in aanraking met een spintol via een vriendin”, vertelt Bregje. “Ik vond het ontzettend leuk om met zo’n kleine tol draadjes te maken van wol. Maar al snel werd ik meer gefascineerd door de tol zelf. Hoe zit dat dingetje eigenlijk in elkaar? En hoe zou je dat zelf maken?” Tijdens een vakantie met vrienden vroeg ze een van haar reisgenoten het hemd van het lijf. “Ik had nog nooit aan houtbewerking gedaan, maar hij wel. Ik vroeg hem van alles en wilde na mijn vakantie gelijk aan de slag!” Het begon met vallen en opstaan. “Ik had letterlijk alleen een roestige oude zaag van de Action. Al snel had ik in de gaten dat ik ander gereedschap nodig had.” Met een lintzaag maakte Bregje haar eerste spintollen. “Ik kwam erachter dat het nogal een precies werkje is. Bij het maken van een spintol moet je veel passen en meten; de tol moet mooi in balans zijn om goed te kunnen werken.”
‘PlezierLINKS EN BOVEN Met een automatische frees freest Bregje haar zelfontworpen ontwerpbestanden uit in de stukjes hout.
Volgens Marjon Cootjans is het geen Amerikaanse hype. Moestuinieren op strobalen brengt haar flexibiliteit en een geweldige oogst, op een plek waar traditioneel moestuinieren ondoenlijk lijkt.
Vol enthousiasme, maar zonder groene vingers en niet gehinderd door veel kennis begon Marjon Cootjans een moestuin. Aanvankelijk floreerden haar planten en kon ze zich verheugen op de oogst van wel 35 tomatenrassen. Tot het dagenlang onophoudelijk ging regenen en het riviertje de Dommel dat langs de tuin loopt buiten zijn oevers trad. De gekoesterde moestuinplanten ro en weg en de gehoopte tomatenoogst ging ten onder aan phytophthora. Ze zocht troost en oplossingen op een tomatenfair in Vlaanderen en vond een boek van Joel Karsten over tuinieren op strobalen. De voordelen die ze sindsdien van die manier van moestuinieren ondervindt, deelt ze graag.
“Voor mij is het belangrijkste voordeel van een moestuin op strobalen ongetwijfeld dat het overal kan. Ona ankelijk van je grondsoort, zelfs als je op vervuilde grond moet werken: zet er strobalen neer en je kunt aan de slag. Een tuin vol tegels of alleen ruimte op de oprit? Geen probleem. Voor mij was de moeilijkheid van de tuin de ligging naast de Dommel. Als ik pech had overstroomde alles. Nadat ik was overgestapt op strobalen is de rivier ook een keer buiten zijn oevers getreden. Door de balen ligt de tuin al iets hoger dan wanneer je deze in de grond had aangelegd. Maar toen mijn moestuin onder liep zag ik meteen hoe veerkrachtig de tuin is.
“Een perfecte moestuin langs het grillige riviertje de Dommel.”
Heeft u deze zomer veel tomaten in de tuin?
Probeer dan eens tomatenjam. Deze jam is niet zoet maar hartig en erg lekker bij kaas, als dipsaus, bij een borrelplank of op een hamburger.
Tekst KLASKE BAKKER Fotografie OTTO KALKHOVENEen fijngesneden, verse rode peper erdoor maakt de jam extra pittig.
Eventueel kunt u de zaadjes van tevoren verwijderen.
Ingrediënten
1 kg rijpe tomaten 1 el versgeraspte gember 1 teentje knoflook, fijngesneden
150 g bruine basterdsuiker
50 ml citroensap 1 ½ el zout ½ tl gemalen komijn ½ tl gemalen koriander ½ tl gedroogde chilivlokken
Was de tomaten en snijd ze in stukken. Schep de tomatenstukjes in een ruime pan en bak ze enkele minuten aan met de gember en knofl ook. Voeg de overige ingrediënten toe en bak mee. Voeg eventueel een scheut water toe als het te droog lijkt. Breng het geheel aan de kook en zet het vuur lager. Laat de jam nu op een heel laag pitje zachtjes koken, één tot anderhalf uur. Roer regelmatig zodat de massa niet aanbakt. Proef de jam; misschien moet er nog iets meer peper of citroensap bij. De jam is klaar als hij er dik en glanzend uitziet. Schep de hete jam in schone, droge potjes en draai de deksels erop. Laat rustig a oelen.
Linnengoed van eigen vlas
Een trui of sokken van eigen schapenwol is een aardige manier om zelfvoorzienend te zijn. Wat ook kan is linnengoed van eigen land. Heleen en Erna zaaien ieder jaar een paar stroken vlas in de tuin. Het bloeit fraai blauw en levert uiteindelijk een lap stof op. Het is puur handwerk om de plantaardige oogst te verwerken tot een keurige draad. De Achterhoekse dames dragen hun kennis over, want: “Nu weet nog amper iemand waar linnen vandaan komt, terwijl vroeger iedere boer in de Achterhoek een vlasakker had, want dat had je nodig voor het eigen linnengoed. Noem ons maar levende geschiedenis.”
De vraag hoeveel vierkante meter vlas je nodig hebt voor één theedoek vindt Heleen Lorijn (65) uit Gaanderen lastig te beantwoorden. “Aan wat ik verbouw heb je niet genoeg. Vlas heeft eigenlijk geen afval, maar het mooie lint dat je overhoudt is maar een klein percentage van de hele vlasplant. Daar gaat het ons ook niet om, wij vinden het leuk om er je eigen draad mee te spinnen en ervan te kunnen weven, dat is onze doelstelling.” Ze heeft twee stroken van tien meter lang en anderhalve meter breed in de moestuin. De bossen vlas die hier vanaf komen zijn om te demonstreren. Ook om twee rassen te proberen bijvoorbeeld, waarvan de stevige aretha het op zandgrond beter doet dan sofie met haar slanke stengel. “Sofie was gaan legeren”, klinkt het professioneel. Maar toch: “We zijn hobbyisten en zetten ons ernaar”, zegt Erna Evers (73) die een paar vierkante meter in de moestuin van haar dochter gebruikt voor de vlasteelt. “Op een gegeven moment is het kiek’n wat ’t wot. De ene keer is het een mooi vlasjaar geweest en heb je lang, blond vlas, een andere keer groeit het slecht en wordt het amper zestig centimeter hoog, of ligt het plat. De ervaring telt voor ons.”
Aan de ene kant is vlas een ouderwets verhaal, tegelijk is de teelt van deze tijd. Neem alleen al het feit dat vlas goed tegen droogte kan. “Als vlas dorst heeft, kan de wortel tot twee meter in de grond groeien. Het heeft geen beregening of sproeien nodig.” Rond de honderdste dag in het jaar gaat het zaaigoed in de grond, zo vanaf 10 april, en honderd dagen later is het vlas rijp om te trekken. Daar is geen ingewikkelde oogstmachine voor nodig. “Als het zich gaat schonen, dat wil zeggen dat de onderste blaadjes eraf vallen, trek je het met wortel en al uit de grond. De penwortel breekt af en je trekt de zijwortels mee omhoog”, legt Heleen uit, terwijl Erna gelijk de vakterm voor het trekken noemt: “Het slijten. De Zeeuwse boeren zeggen ook dat de wortel eraan moet blijven om te voorkomen dat het vocht in de vezel trekt. En wanneer de wortel eraan blijft, blijft het vlas beter staan nadat het op kapellen of ruiters is gezet om te drogen.”
Heleen legt de bossen vlas kruislings op de grond om een paar dagen af te sterven. Daarna zet ze bossen van drie handen vol, gebonden met een ‘zeel’ van een paar stengels, op ruiters.
De Amerikaanse rivierkreeft is een ongewenste exoot. In het Groene Hart weet de jeugd wel raad met de kreeftjes. Ze maken er een feestmaaltijd van. Het is oogsttijd en in twee keukens kijkt u mee met het wecken & inmaken: belangrijk werk om deels zelfvoorzienend te leven. In Groningen zet een liefhebster zich in voor de ouderwetse wichterpruim, terwijl in West-Vlaanderen fokkers hun best doen om het traditionele rode rund terug op de kaart te krijgen.
Zelfvoorzienend leven
West-Vlaams rode rund
Intrigerende torens
ZILT VAN HET WAD
Gebruik de antwoordkaart achter in dit magazine of ga naar
www.landleven.nl/abonneren