NUMMER 12 | juli 2022
WOEST! AKKER van het NOORDEN
1
NIEUW in aardappelen
De nieuwe oplossing tegen
Alternaria // Zeer goede werking
// Voor hogere opbrengsten // Nevenwerking Sclerotinia // Ingebouwd resistentiemanagement
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. van het NOORDEN 2 AKKER Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
Voor meer informatie over Propulse, bezoek agro.bayer.nl of vraag ernaar bij uw lokale distributeur en/of adviseur.
COMMENTAAR
WOEST!
Terwijl Caroline van der Plas van de BoerBurgerBeweging (BBB) door veel mensen op het platteland op handen wordt gedragen, tweette cabaretier Erik van Muiswinkel dit: ‘Caroline van de Plas is een malafide zuivel- en vleesmarionet, een opportunist die niet geïnteresseerd is in oplossingen voor wat dan ook, en wier eventuele zetelwinst de zoveelste rem gaat worden op alles wat er met grote spoed moet gebeuren in Nederland. Maar: zo’n leuk mens!’ Het is een mening uit de meer elitair stedelijke hoek van de samenleving, van mensen die vinden dat de hedendaagse landbouw een spoor van vernieling door Nederland heeft getrokken en toch wel een van de hoofdschuldigen is van de volgens sommigen ‘desastreuse toestand’ waar de natuur zich in bevindt. Vanuit dit perspectief op de wereld lijken ook veel nieuws- en praatprogramma’s op radio en televisie gemaakt. Bijna dagelijks verbaas ik me over de verslaggeving rondom landbouw, stikstof en boeren. De toon van de presentatoren is vaak belerend, ietwat neerbuigend of, nog erger- och je bent best vertederend maar we nemen je niet heel serieus – een beetje zoals er tegen kleine kinderen en bejaarde mensen wordt gesproken. Zodra een boer aan tafel met steekhoudende argumenten komt, neemt de irritatie in het gesprek toe of wordt de mondige boer afgekapt. De boer aan tafel zit altijd in de verdediging, bijna nooit wordt er serieus geluisterd naar argumenten. Presentatoren en verslaggevers van gerespecteerde landelijke media presenteren de uitgangspunten van het huidige stikstofbeleid als keiharde feiten, terwijl ze dat niet zijn. De vooringenomenheid is enorm en dat is raar. De boeren stellen terechte kritische vragen, die de journalisten aldaar nooit stellen. Heeft de natuur daadwerkelijk zo veel te lijden van stikstof? Kunnen er ook andere oorzaken aan het lijden ten grondslag liggen? Over welke natuur hebben we het? Nooit wordt eens stevig doorgevraagd om de claim dat het zo slecht gaat met de Nederlandse natuur eens stevig te onderbouwen. Ondertussen wijst de landbouwsector er fijntjes op dat het aantal mensen, huizen, wegen, auto’s en vliegverkeer in Nederland zeer explosief is gegroeid ten opzichte van de jaren ’50. Zou dat misschien iets met achteruitgang van natuur te maken kunnen hebben? Waar wegen en steden komen, dartelen geen grutto’s meer. Zo liggen er nog vele, onbeantwoorde vragen. Begrijp me goed, ik zeg niet dat er geen probleem is. Ik zie vooral een wereld om mee heen die in vergelijking met ‘toen geluk nog heel gewoon was’ op alle fronten rigoureus veranderd is. Alles is meer, groter en vervuilender geworden. Als boeren terug moeten naar toen, moet alles terug naar toen. Huizen, mensen, wegen, auto’s, vliegtuigen, de hele samenleving, doe alles eens de helft minder. De meest zuivere vorm van consuminderen, het zou eerlijk en consistent zijn. Die vraag zou vaker op tafel moeten komen, in plaats van continu met vingertjes naar de boeren wijzen. De regering doet dat, ook al zegt ze van niet, in elk geval wel. Dit, in combinatie met een stikstofbeleid dat juridisch rammelt aan alle kanten, leidt ertoe dat de boeren terecht woest zijn. Ze voelen zich gepiepeld en krijgen, ondanks soms pittige acties, daarin de steun van een opvallend veel burgers, die vinden dat de Nederlandse regering ook op andere fronten is vervreemd van z’n volk. Het wordt een hete zomer. De boeren zijn woest, de polarisatie neemt verontrustende vormen aan. Dusdanig dat de vraag rijst of er überhaupt nog iets te lijmen valt.
Jelle Feenstra, jfeenstra@langsdemelkweg.nl
houd 4-5 PERSPECTIEF: BETAALD PARKWACHTER 6-7 PROJECT PERCEELEMISSIE WACHT OP VERVOLG 10-11 ‘BEZUINIGEN OP KWALITEIT KOST ALTIJD MEER’ 12-13 VEEL TECHNIEKNIEUWS OP ZONOVERGOTEN BIOVELDDAG 16-17 BIOSELECT-AARDAPPEL VAN KIEM TOT KNOL BIOLOGISCH 18-19-21 BODEMISCH FOOD CLAIMT AARDAPPEL MET MEER INHOUD 22-23 GEZUIVERD WATER TILT DRIJFMEST NAAR HOGER NIVEAU 25 NIEUW KANTOOR VOOR TTW 28-29 PO EIWITBOEREN WIL TEELT WEER LUCRATIEF MAKEN 30-31-33 ‘ZE LIJKEN STAPELGEK GEWORDEN IN DEN HAAG’ 34 SLAAP ZACHT, MENEER DE PRESIDENT
COLOFON Deze uitgave van Akker van het Noorden is gemaakt in partnerschap met een aantal bedrijven. Te weten: Agrico, Broekens BV, Countus, Hoogland BV, Niscoo en TTW. Uitgever: Persbureau Langs de Melkweg in Sneek Adres uitgever: Persbureau Langs de Melkweg, Lorentzstraat 21-A, 8606 JP Sneek Telefoon: 0515-429874 E-mail: redactie@langsdemelkweg.nl Redactie: Jelle Feenstra en Sjoerd Hofstee Verder werkten mee: Bouke Poelsma, Jorg Tönjes, Niels van der Boom, Niels de Vries en Koen van Wijk. Foto-cover: ANP Vormgeving: Houssam Diab Druk: Senefelder Misset Doetinchem Verspreiding: Dit magazine wordt door PostNL verspreid onder akkerbouwers en agribusiness in Drenthe, Groningen, Friesland, Flevoland, Overijssel en Noord-Holland. Wilt u dit magazine bij een volgende uitgave niet meer ontvangen dan kunt u dit aangeven bij de uitgever via redactie@langsdemelkweg.nl.
www.akkervanhetnoorden.nl Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan de redactie geen aansprakelijkheid aanvaarden voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden nadrukkelijk voorbehouden. Deze rechten behoren bij Persbureau Langs de Melkweg c.q de betreffende fotograaf. Artikelen uit deze uitgave mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt na schriftelijke toestemming van Persbureau Langs de Melkweg.
AKKER van het NOORDEN
3
Specialist in dak- en gevelsystemen Advies bij uw duurzaamheidsproject? Van uw asbest af of start u een nieuwbouwproject? Middendorp Montage adviseert u graag en neemt het traject van A tot Z voor u uit handen.
Renovatie Nieuwbouw Sandwichpanelen Golfplaten Asbestsanering Zonnepanelen
Bel ons voor een vrijblijvende offerte op 0342 - 44 20 08. Of kijk op de website:
4
AKKER van het NOORDEN
www.middendorpmontage.nl/offerte
ANALYSE
PERSPECTIEF: BETAALD PARKWACHTER
Acties van boeren en sympathiserende mededemonstraten bij het distributiecentum van supermarktketen Poiesz in Sneek.
De Nederlandse stikstofsoap krijgt er dagelijks een paar nieuwe hoofdstukken bij. De brij aan informatie maar ook desinformatie is groot, evenals de ontwikkelingen, die zich in razend tempo opvolgen. Tekst: Jelle Feenstra Foto: Niels de Vries
Bij het ter perse gaan van dit nummer was het laatste nieuws rondom de stikstofsoap dat boeren mogelijk een kwart tot de helft minder stikstof hoeven te reduceren. Dit omdat de winst die Nederland de komende jaren boekt met het behalen van klimaatdoelen niet zijn meegenomen in de berekeningen. De opgave voor de boeren wordt nog lichter als stikstofminister Christianne van der Wal ook de verplichte reducties voor verkeer en industrie bekend maakt. Want ook die zijn niet meegenomen in het beruchte kleurenkaartje. Voeden boerenwantrouwen Tegelijkertijd bracht Veldpost het nieuws dat uit WOB-verzoeken van akkerbouwer Wiljo Hepping uit Nieuw Balinge blijkt dat Provincie Drenthe ten onrechte zeer stikstofgevoelige natuur aanwees bij het Mantingerveld. Gedeputeerde Henk Jumelet zei prompt toe de natuurkaart aan te passen. Even eerder had stikstofprofessor Han Lindeboom gehakt gemaakt van de kleurenkaart van Van der Wal. Zo krijgt het wantrouwen bijna dagelijks meer voeding, wat leidt tot bijna dagelijkse protestacties van boeren. Al jaren wachten agrarische ondernemers op een duidelijk toekomstperspectief. De nieuwe
regering zou daar eindelijk serieus werk van maken. Maar als zelfs GroenLinksleider Jesse Klaver de perspectiefbrief van onze landbouwminister bestempelt als broddelwerk, weet je dat het niet is gelukt. In september moet Staghouwer een nieuw stuk aanleveren. Vertrouwen daarin hebben de boeren niet, evenmin dat ze vertrouwen hebben in de minister-president, die blijft roepen dat het allemaal goed komt. Premie Mark Rutte noemde het stikstofvraagstuk de grootste crisis in zijn politieke loopbaan, maar schitterde drie jaar lang door afwezigheid in het debat. Nu heeft hij beloofd om deze zomer ook zelf met boeren in gesprek te gaan. Dat de regering vasthoudt aan de omstreden Johan Remkes als bemiddelaar in het uit de hand gelopen conflict vergroot het wantrouwen alleen maar. Hoe moet het wel? Hoe moet het dan wel? Een transitie slaagt alleen van onderop. Oudlandbouwminister Cees Veerman zei het treffend. ‘Deze directieve regeringsaanpak is de verkeerde route. Ga eerst uitproberen, transitie vraagt per definitie tijd en ruimte. Wil je de landbouw ingrijpend veranderen, dan zul je het moeten doen samen met de mensen in het landelijk gebied. Dat
betekent al knedend draagvlak creëren en zorgvuldig masserend langzaam stapjes vooruit maken. Dat doe je niet in een paar jaar, neem de tijd.’ Die tijd is er niet, want er moeten woningen worden gebouwd, zegt de regering. Maar ook als de regering doorgaat op de weg van onteigening, zal het als gevolg van vele juridische procedures nog jaren duren voordat er weer voldoende stikstofruimte is. Stadsstaat Nederland Of het stikstofplan nu wel of niet de prullenbak in gaat, zeker is dat de druk op landbouw de komende jaren eerder groter dan kleiner wordt. Boerenvoorman Alex Datema zei daar over: ‘Wij denken dat we het als landbouw geweldig doen, maar steeds meer burgers vragen zich af wat die enorme voedselproductie bijdraagt aan onze brede welvaart en ziet ook de negatieve kanten van die productie. Dat verschil in perspectief weten we maar niet te overbruggen.’ Hij stelt dat Nederland zich in snel tempo ontwikkelt van een landbouwstaat richting een stadstaat. ‘Wil je boer blijven, dan moet je mee veranderen.’ De meeste boeren snappen dat ook donders goed. Ze vragen slechts om een eerlijk verhaal, tijd en perspectief. Vooral op die laatste zal Staghouwer op de vrije internationale handelsmarkt ook in september geen antwoord hebben. Of hij moet een hek om Nederland zetten en naar Zwitsers model van alle boeren betaalde parkwachters maken. AKKER van het NOORDEN
5
ACHTERGROND
PROJECT PERCEELEMISSIE Het project Perceelemissie in de hand is afgerond. Zo’n 70 Friese akkerbouwers werkten op vrijwillige basis aan het reduceren van de uit- en afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen. Wat is er bereikt? En komt er een vervolg?
Tekst en foto: Bouke Poelsma
De komende jaren moet de emissie van gewasbeschermingsmiddelen op akkerbouwbedrijven van zowel erven als percelen over de gehele linie fors worden teruggebracht. De overheid heeft de ambitie uitgesproken dat er in 2030 geen restanten van gewasbeschermingsmiddelen meer aangetroffen mogen worden in het oppervlaktewater. Met het project Perceelemissie in de hand als aanjager hebben zo’n 70 Friese akkerbouwers tussen 2017 en 2021 al flinke stappen gezet. Maatwerk per bedrijf De maatregelen die de akkerbouwers hebben genomen, zijn heel divers. Verhoging van het organisch stofgehalte van de bodem, beteelde kopakkers, ecoploegen, het toepassen van een freestand, drempels tussen de aardappelruggen en aangepaste spoorbreedten zijn enkele voorbeelden van genomen maatregelen. Bodembeheer en bodemgezondheid zijn de twee sleutelwoorden bij het terugdringen van uit- en afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen, stelt projectleider Sjoerd van der Meulen van LTO Noord. ‘Met het vergroten van de infiltratiecapaciteit van de bodem valt de meeste winst te behalen. Daarmee snijdt het mes voor akkerbouwers aan twee kanten: ze boeken milieuwinst én helpen hun bedrijf vooruit. Dit kan door minder zware machines of het inzaaien van de juiste groenbemesters om de bodemstructuur te verbeteren. Daarmee krijg je een betere koolstofvastlegging, hogere infiltratiecapaciteit en daarmee ook het tegengaan van verzilting.’ Akkerbouw Thomas Pollema heeft op een deel van zijn percelen 5 tot 7 centimeter hoge drempels aangelegd tussen de aardappelruggen om perceelemissie te reduceren. ‘Het is maatwerk en kan bij ons niet overal. Voor de meeste akkerbouwers is het niet een praktisch uitvoerbare maatregel.’
6
AKKER van het NOORDEN
Mooie successen Van der Meulen is content met de behaalde resultaten. ‘Sinds de start van het project zijn er door Wetterskip
WACHT OP VERVOLG Fryslân op de acht meetpunten in de provincie minder middelen in het oppervlaktewater aangetroffen en is de mate van normoverschrijding ook afgenomen.’ Hij concludeert dat de teeltmaatregelen dus zeker effect hebben gehad, maar erkent dat het moeilijk is om daar keiharde percentages aan te hangen. ‘Er zijn zo veel factoren die van invloed zijn op de uit- en afspoeling dat het moeilijk is om aan te geven wat precies door welke maatregel komt. De grootste winst is dat er bewustwording is gecreëerd.’ Projectdeelnemers hebben niet de illusie hebben dat de ambitieuze 0-lijn daadwerkelijk haalbaar is. Ook projectleider Van der Meulen geeft aan dat dit een lastig verhaal wordt. Volgens hem moet het uiteindelijke doel zijn om normoverschrijdingen in de toekomst te voorkomen. Het is de vraag of dat haalbaar is. ‘De huidige normen zijn streng. Tijdens een droge zomer kunnen we die zeker halen. Maar met clusterbuien van 40 millimeter is dat onbegonnen werk. Daar is geen maatregel tegen opgewassen.’ Spoorbreedte trekker aanpassen Pootaardappelteler Thomas Pollema uit Alde Leije deed vanaf de start mee aan het project. Zeven jaar geleden besloot hij en zijn familie de spoorbreedte van de trekker aan te passen naar 3,20 meter. De aardappelen worden sindsdien geteeld op onbereden grond. ‘Het water zakt daardoor beter weg.’ Een tweede maatregel is de inzet van een freestand. ‘Met behulp van een
Thomas Pollema: ‘Per perceel kijken naar de beste oplossing.’
rijenfrees gaan we met een tand tussen de ruggen, om ze open te trekken. Ook dat helpt om het regenwater weg te laten lopen’, vertelt Pollema. Met behulp van zogenoemde infiltratiegreppels tussen de aardappelruggen en de kopakker vangen de Pollema’s afstromend water op. Deze greppels staan niet in directe verbinding met de nabijgelegen sloten. De akkerbouwers legden ook groenstroken aan om het water af te remmen.
‘GROOTSTE WINST IS BEWUSTWORDING BIJ TELERS’ Drempels tussen de ruggen Een andere maatregel die de Pollema’s nemen, is het aanleggen van drempels tussen de aardappelruggen. Bij normale regenval kun je met drempels afspoeling naar sloten voorkomen. Voor veel akkerbouwers is deze maatregel echter praktisch bijna niet
‘NIET VAN BOVENAF OPLEGGEN’ De Friese akkerbouwers begonnen uitermate gemotiveerd aan het project Perceelemissie in de hand. Maar toen het aanleggen van drempels tussen aardappelruggen als verplichte maatregel dreigde te worden opgenomen in het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn, stuitte dat op weerstand. Hoewel de maatregel uiteindelijk werd geschrapt, voelden sommige deelnemers aan het project zich behoorlijk in het pak genaaid. ‘Gelukkig is het uiteindelijk niet doorgegaan, maar het is wel schadelijk voor de motivatie onder akkerbouwers’, zegt deelnemer Thomas Pollema. ‘Maatregelen moeten maatwerk zijn per bedrijf, moeten praktisch uitvoerbaar zijn en niet van bovenaf worden opgelegd’, vindt ook projectleider Sjoerd van der Meulen. ‘Anders kan je het wel vergeten.’ Pollema: ‘Als telers steken we onze nek uit om de perceelemissie tegen te gaan. Maatwerk is cruciaal. We willen geen generieke maatregelen. Die dreigden er toch te komen. Het momentum is daardoor wel wat weg en dat is jammer.’
uitvoerbaar. De drempels vormen vaak onwerkbare obstakels voor de selectiekar. Bovendien blijft het water bij extreme regenval tussen de ruggen staan. Bij Pollema speelt het probleem van de selectiekar niet. ‘Wij selecteren lopend in plaats van met een selectiekar.’ Op een aantal percelen werkt hij met drempels. ‘Dat helpt wel en een bijkomend voordeel van drempels tussen de ruggen is een betere knolzetting.’ Toch durft hij deze maatregel op de nattere percelen niet aan. ‘Daar gebruiken we liever een freestand. Je moet per perceel bekijken wat de beste oplossing is.’ De verschillende maatregelen bij de Pollema’s sorteren effect, zo blijkt uit metingen van het slootwater. ‘Zelfs in de natte zomer van 2021 werden rondom de percelen van ons geen normoverschrijdingen geconstateerd. Dat viel ons 100% mee.’ Het project heeft de Pollema’s nóg teeltbewuster gemaakt. ‘Je leert van andere deelnemers en hoeft niet alles zelf uit te vinden.’ Toch jubelt Pollema niet alleen maar over de goede resultaten. ‘Het aantal toegestane gewasbeschermingsmiddelen neemt alleen maar meer af. Dat werkt niet motiverend. We hadden met de genomen maatregelen juist gehoopt op het behoud van middelen.’ Wachten op vervolgproject LTO Noord is samen met Delphy bezig het project een passend vervolg te geven. Eigenlijk had er al een vervolgproject moeten lopen, zo geeft Van der Meulen aan. ‘De eerste subsidieaanvraag werd afgewezen. Daar balen we van. De kracht van het project is om gericht met meerdere mensen te kijken en te experimenteren in de praktijk.’ AKKER van het NOORDEN
7
Uw partner in landbouwmechanisatie Al ruim anderhalve eeuw is familiebedrijf Broekens Mechanisatie een begrip in Friesland en ver daarbuiten. Vanuit vier verschillende vestigingen adviseren en ondersteunen we onze klanten dagelijks bij de aankoop / verkoop van (landbouw)machines, evenals het onderhoud. Een begrip sinds 1854
Meer dan 20 dealerschappen
4 vestigingen in Friesland
Ruim aanbod occasions & demo’s
WWW.BROEKENS.NL Stiens Gorredijk Truerderdyk 4a Badweg 50 AKKER van het NOORDEN 0588257 17 12 0513 46 38 25 stiens@broekens.nl gorredijk@broekens.nl
Surhuisterveen Dalweg 7 0512 74 80 10 surhuisterveen@broekens.nl
Elahuizen Waldwei 16 0514 22 22 00 elahuizen@broekens.nl
De agrarisch financieringsspecialist
Ynsigt is dé plek waar je als agrarisch ondernemer aanklopt voor advies en begeleiding bij een financieringsvraagstuk.
Wij staan voor u klaar: www.ynsigt.nl 058 20 300 20 AKKER van het NOORDEN
9
REPORTAGE
‘BEZUINIGEN OP KWALITEIT
Maarten Breg: ‘Ook in de kas heb ik wat gespeeld met besparing op energiekosten, maar dat ging direct ten koste van de kwaliteit.’
Het is verleidelijk, bezuinigen op energie en hulpmiddelen nu de prijzen de pan uitrijzen. ‘Maar of het nu in de akkerbouw, de bloembollenteelt of de tulpenbroeierij is, het werkt altijd averechts’, stelt Maarten Breg van tulpenbedrijf Boon & Breg in Andijk. Tekst en foto: Koen van Wijk
In de Noord-Hollandse streek WestFriesland zijn vrijwel alle takken van sport in de land- en tuinbouw te vinden, maar voor de teelt en broei van bloembollen is het een hotspot. Het tulpenbedrijf Boon & Breg in Andijk is een van de grote spelers, met een productie van zo’n 50 miljoen stelen per jaar. Het bedrijf bestaat uit een complex van verwerkingsruimtes met loodsen vol pel- en sorteerlijnen, bewaar- en droogcellen. Daarachter staan twee kassen van totaal 1,5 hectare waar de tulpen worden
10
AKKER van het NOORDEN
gebroeid. De teelt gebeurt voornamelijk in Flevoland, op zo’n 100 hectare. Daarnaast telen de Noord-Hollanders nog tulpen in Chili, waar het seizoen tegengesteld is aan Nederland. Maarten Breg (38) runt het bedrijf met zijn neef John Boon. ‘Dankzij de productie in Chili kunnen we bijna jaarrond tulpen broeien. Ons seizoen is opgerekt van september tot juni. Dat is goed voor de bezetting van onze machines en personeel, bovendien ben je zo aantrekkelijker voor afzetpartners.’ De prijsstijgingen van vrijwel alle
grondstoffen - gas, diesel en meststoffen voorop – raken de bollentelers ook. De prijsstijgingen zijn vooral ontstaan tijdens de coronacrisis. De wereldeconomie heeft toen even stilgelegen en dat betaal je een keer terug. Daarna zorgde de oorlog voor nog een extra piek.’ Impact minder kunstmest gering Twee jaar geleden namen de NoordHollanders harde maatregelen door tulpen vroeger te rooien en niet meer te verwerken. ‘Ook heb ik in de kas wat gespeeld met besparing op energiekosten, maar dat ging direct ten koste van de kwaliteit.’ Hij probeerde de natuur te volgen door de temperatuur overdag op te laten lopen en ’s nachts niet meer bij te stoken. ‘De tulpen werden toen te lang en te slap.
KOST ALTIJD MEER’ Je bespaart tien mille op gas maar je verliest er vijftig op de markt.’ Dat is sowieso typerend voor bezuinigingen in de bollenteelt en de broeierij, volgens Breg. ‘De afweging om te bezuinigingen in de teelt maken wij vrijwel niet, want dat is een dubbeltje besparen en een kwartje verliezen. Bezuinigen op bemesting heeft geen zin. Er staat zo’n hoge omzetwaarde op een hectare dat de impact van wat minder kunstmest strooien heel gering is.’ Hetzelfde geldt voor beregening, vervolgt hij. ‘Je bespaart alleen maar diesel, maar verliest direct op kwaliteit. Het scheelt dat wij voor alle werkzaamheden machines hebben. Dan voel je de kosten op korte termijn veel minder hard dan degene die een loonbedrijf moet inhuren.’ Om de kostenstijgingen toch het hoofd te bieden kun je beter zorgen dat het aan de inkomstenkant minstens zo hard meestijgt. Breg: ‘Ik geloof dat daarvoor nog genoeg rek in de markt zit.’ Op personeelskosten besparen door te investeren in automatisering is wél zinvol, stelt de ondernemer. ‘Wij krijgen binnenkort een plantmachine voor de broeierij en binnen een paar jaar zal hier ook een selectierobot rijden om het ziekzoeken te vervangen.’ Energietransitie Het is mei, de periode tussen het
broeiseizoen en de verwerking van de nieuwe oogst, dus er heerst iets van rust in het bedrijf. Die luwte wordt echter verdrongen door drukke werkzaamheden aan installaties, sorteerlijnen en machines. Op vele plekken wordt gelast, geboord en geslepen. Veel onderhoudswerk wordt door techneuten onder het eigen personeel verricht. Naast onderhoud wordt ook gewerkt aan de aanleg van
‘WE HEBBEN STEVIG GEÏNVESTEERD IN ENERGIEBESPARINGEN’ een Warmte Koude Opslag installatie (WKO). Vanwege de gecombineerde behoefte aan verwarming en koeling is het onder broeierijen een trend om hiermee de energietransitie vorm te geven. Met WKO kunnen zij toe met tientallen procenten minder gas en sommigen zijn zelfs helemaal van het gas afgestapt. ‘De torenhoge gasprijzen die we sinds afgelopen najaar beleven zijn spannend voor ons. Energie betreft toch zo’n 15% van onze kostprijs’, vertelt Breg. Het is dan verleidelijk om te kiezen voor minder draaiuren in de
koeling of te besparen op verwarming in de kas en de bewaarloods. Maar het Andijkse bedrijf koos voor een forse investering in verduurzaming. Het nieuwe systeem bestaat uit een combinatie van warmtepompen, een WKO, een warmtewisselaar en ontvochtigingsinstallaties. De WKO heeft een warmte en een koude bron, op ongeveer 150 meter diepte onder het bedrijf. Breg legt uit: ‘Je haalt in de winter de warmte vanuit het warme grondwater en gebruikt dat om de schuur, kas, broeierij en droogruimtes te verwarmen. Het afgekoelde retourwater gaat daarna terug de koude-bron in.’ Dit water wordt in andere maanden weer benut om de koelmachines te voeden. Dankzij een warmtepomp, die de installateur speciaal voor tulpenbedrijven heeft ontwikkeld, kunnen de telers ook nog gelijktijdig warmte en koude uitwisselen. ‘Voor een bollenteler die zijn eigen bollen bewaart en broeit is dit een heel gunstige installatie. Het vraagt wel een enorme investering, maar met de huidige energieprijs is alles wat je aan energiebesparing doet interessant. Er komen dit jaar ook nog zonnepanelen op het dak, waarvan we de stroom vooral gaan gebruiken voor het drogen en koelen in de zomerperiode’, aldus Breg.
‘BEZUINIGEN IS KORTETERMIJNPOLITIEK’ Het is een tendens onder telers om te proberen de kostprijs omlaag te brengen en door te bezuinigen de sterke prijsstijgingen van energie, mest- en andere grondstoffen binnen de perken te houden, ziet Jacob Struik van Teeltadviesbureau TTW uit Sommelsdijk. ‘Maar het is onlogisch om te denken dat je met minder inputs dezelfde opbrengst van het land haalt. Als je minder investeert in je gewas, zie je meteen de opbrengst en bewaarkwaliteit achteruitlopen’, aldus de teeltadviseur. Toch ziet hij dat geregeld om zich heen gebeuren en dat vindt hij zorgelijk. ‘Ondanks de droogte toch nog wachten met beregenen, goedkopere vormen van bemesting strooien, bespuitingen tegen onkruid uitstellen, spuitschema’s tegen luis oprekken of draaiuren in de koeling beperken.’ Struik begrijpt het wel, maar noemt het kortetermijnpolitiek. Zoals het uitstellen van
beregenen tijdens het afgelopen droge voorjaar. ‘Water is essentieel en kan het verschil maken. Bollen moeten nu groeien van de loofmassa, maar door de droogte gaat die hard achteruit. Elke dag langer groen blijven is winst. Telers moeten zo lang mogelijk hun gewas aan de praat houden, dat vraagt investeren in water, bemesting en luis- en virusbestrijding.’ Bollentelers moeten het vooral hebben van de kwaliteit, stelt Struik. ‘Ze hebben weinig invloed op de verkoopprijs. Wel op hun opbrengst en productkwaliteit. Hoe meer bollen je oogst met een hoge bewaarkwaliteit, hoe flexibeler je bent op de markt. Je kunt meer product gespreid op de markt brengen, wanneer de prijzen gunstiger zijn. Dat geldt ook voor aardappelen en andere akkerbouwproducten.’ Niettemin beseft hij dat het extra hard werken is dit jaar voor telers om zowel voldoende opbrengst als kwaliteit te behalen. AKKER van het NOORDEN
11
REPORTAGE
VEEL TECHNIEKNIEUWS OP Op de eind juni gehouden BioVelddag in Lelystad waren veel technische innovaties te zien. Importeurs en dealers toonde vooral veel machines voor de onkruidbestrijding, maar ook robots en elektrische trekkers hadden de aandacht. Naast de biologische sector weten ook steeds meer conventionele boeren het evenement te vinden. Veel bedrijven zoeken hybride oplossing of komen inspiratie opdoen bij biologische collega’s. Wat viel op? Tekst en foto’s: Niels van der Boom
ZAAIBED FORCEREN BIJ VEEL GROENE MASSA Als alternatief voor hun bestaande overtopfrees bouwde Struik de BioRotix. Het betreft een voorseriemodel dat in Lelystad op de luzernestoppel werd uitgetest. De machine heeft een kleinere rotordiameter dan de traditionele overtopfrees. Dat vraagt minder brandstof en een minder zware trekker, zo is de ervaring. 200 pk volstaan voor de drie meter machine, die is uitgerust met gangbare freeshaken. Bijkomend voordeel is dat de rijsnelheid 3 tot 4 km/u bedraagt, wat het dubbele is van een traditionele
machine. De grond wordt zo’n 10 centimeter bewerkt waarbij de kluiten en groene massa tegen een spijlenrek vallen en worden bedolven onder een laag fijne grond. In één werkgang is zo een zaaibed te creëren of te forceren wanneer de omstandigheden erg droog zijn, of wanneer er veel groene massa staat. ‘Steeds meer percelen worden in de winter groen gehouden’, legt Menk Oosterhuis van dealer Abemec Flevoland uit. ‘Later in het voorjaar is het dan lastig om een zaaibed te maken. Een rotorkopeg houdt de resten bovenin, terwijl deze frees ze juist onderwerkt.’ De luzernestoppel was voor de BioRotix geen ideale voorvrucht. Met zijn freeshaken snijdt hij immers de plantenresten niet af, zoals een traditionele messenfrees dat wel doet. Toch zien Struik – en ook Abemec – vraag in de praktijk ontstaan naar zo’n machine waar dit jaar ervaringen mee zijn opgedaan.
ELEKTRISCHE TREKKER NOG NIET OP BOERENERF Abemec Flevoland, dochterbedrijf van Fendt-importeur Agromec uit Veghel, toonde een omgebouwde Fendt 700-serie. Het bedrijf ontwikkelde de trekker samen met Electric Construction Equipment (ECE). In de ingekorte fronthef hangt een optioneel 140 kW accupakket. De dieselmotor en dieseltank zijn verwijderd. Daar vind je een 140 kWh elektromotor en 70 kWh accu. Die gebruik je vooral voor manoeuvreren op het erf. Met een snellader laad je de wisselaccu in één uur tot 80% vol. Hoelang je met een volle accu kunt rijden, hangt af van het soort werk. Agromec komt zo tegemoet aan de vraag van aannemersbedrijven, die steeds vaker verplicht worden om geen CO2 meer uit te stoten bij projecten. Trekkerfabrikanten hebben meestal nog geen elektrische trekker beschikbaar. Fendt volgt de ontwikkeling dan ook op de voet en ondersteunt waar mogelijk. Abemec peilde in Lelystad vooral belangstelling, al verkocht het er al meerdere. De aanschafprijs tussen €
12
AKKER van het NOORDEN
450.000 en € 540.000 is even slikken. De losse wisselaccu kost nog eens €112.000. De klanten die Agromec nu heeft kiezen allemaal voor twee pakketten, zodat ze continu kunnen rijden, zegt Coen Loeffen. Hij is nauw betrokken bij de ontwikkeling. ‘Ook voor de boer is dit een goede oplossing omdat die vaak al zelf stroom opwekt met zonnepanelen of een windmolen. Subsidies, zoals het EHF, en Vamil/Mia moeten de investering verzachten.’
ZONOVERGOTEN BIOVELDDAG DEGELIJKE WIEDEG VAN EINBÖCK Opvallend was het grote aantal nieuwe wiedeggen op de BioVelddag, waaronder de Aerostar-Fusion van het Oostenrijkse Einböck. Een primeur in ons land van importeur Reesink Agri. De explosie in het aanbod van precisiewiedeggen is simpel te verklaren, legt productmanager Christiaan Borkus van Reesink uit. ‘Het patent op de dubbele veer van Treffler is verlopen waardoor andere bedrijven deze techniek nu ook kunnen gebruiken.’ Die bestaat uit een grote veer en daarin een
kleiner exemplaar, zodat de tanddruk kan variëren van een paar honderd gram tot zes kilo. Vanwege de dubbele veerconstructie blijft de druk van de rond gebogen 7 mm tand altijd gelijk, wat vereist is voor de ruggenteelt. In 6 rijen zijn de tanden aan een scharnierend frame bevestigd. Hydraulisch verstel je de tanddruk traploos. Reesink Agri toonde het middenmodel met 9,2 meter werkbreedte en 330 tanden (27 mm tandafstand) in Lelystad. Er zijn ook types met 6,2 en 12,2 meter werkbreedte. Met ruim twee ton is de machine niet licht. Daar werkt Einböck nog aan volgens de importeur. Zo klappen de loopwielen nu automatisch in wanneer je hem invouwt. Die constructie wordt vereenvoudigd, wat gewicht scheelt. Een mooi detail zijn de tanden achter de achterste loopwielen. Die krabben het rijspoor weer los zodat onkruid niet opnieuw vast kan groeien.
AGRONOMIC WIEDEG VOOR HET EERST IN NEDERLAND Agrotechniek Flevoland is het kersverse bedrijf van akkerbouwer Marco Perdaems uit Zeewolde. Op de Biovelddag stond hij voor het eerst als importeur van de Franse Agronomic wiedeg. Het bedrijf bouwt naast wiedeggen en schoffelmachines ook aardappelpootmachines en uienrooiers, maar Perdaems focust zich voor nu op de wiedeg. ‘In Flevoland is daar veel vraag naar’, merkt hij. De machine in Lelystad had 9,4 meter werkbreedte met 360 tanden (26 mm tandafstand). Dat sprak Perdaems erg aan, waardoor hij kansen zag voor de machine. Ook Agronomic gebruikt een 7 mm dikke rondgebogen tand. Onder een hoek van 120 graden is die zowel slepend als stekend te gebruiken. Agronomic kiest ervoor om één veer te gebruiken die middels staalkabels wordt opgespannen. Dat doe je met hydraulische cilinders. Perdaems heeft inmiddels de machine in Flevoland kunnen
testen en sleutelt nog aan details om het resultaat beter te krijgen. Vooral wanneer de jonge plantjes teer zijn is het zaak om met een zo laag mogelijk tanddruk van 250 gram te schoffelen. Een ander nieuw merk wiedeg is de machine van mechanisatiebedrijf Geertsema uit Munnekezijl. Op de Biovelddag werden de aanwezig merken, waaronder ook Horsch, APV en Treffler, gedemonstreerd in een jong gewas sperziebonen.
BEETLE CATCHER SLAAT COLORADOKEVER UIT HET GEWAS Eén van de weinige mechanische innovaties die niet voor de onkruidbestrijding is ontwikkeld, is de Colorado Beetle Catcher van het jonge bedrijf FieldWorkers. Met drie biologische akkerbouwers werd in 2020 een prototype ontwikkeld om coloradokevers uit de aardappelplanten te slaan. Hydraulisch aangedreven rotors met kunststofflappen tikken de planten aan waarna de kevers en andere insecten in opvangzakken tussen de ruggen
vallen. Zowel een machine voor voorop de trekker als achterop is ontwikkeld. De frontmachine klapt hydraulisch op waarna de zakken op het erf zijn te legen. Het voordeel van een machine in de fronthef is dat achterop een aanaardschoffel kan worden gemonteerd die de ruggen nog eens aanaardt en zo werkgangen combineert. Tijdens de ontwikkeling kwamen de bedenkers erachter dat wanneer de kevers van een plant worden gemept, ze zich een tijdje voor dood houden. Dat biedt kansen om ze te verwijderen. Het bedrijf haalde een POP3-subsidie binnen om de machine te ontwikkelen en heeft inmiddels twee exemplaren in de praktijk draaien. Het bedrijf toonde ook hun andere machine: de Weed-E. Een lichtgewicht wiedkar op zonne-energie die eenvoudig achter de auto is te transporteren.
AKKER van het NOORDEN
13
QUANTIS DE BIOSTIMULANT VOOR EEN WEERBAARDER GEWAS TEGEN HITTE EN DROOGTE ®
• Hitte- en droogtestress kost opbrengst, Quantis voorkomt dit. • Bewezen werking: gemiddeld 5% opbrengstverhoging. • Eenvoudig te combineren met andere bespuitingen. • Een rendabele toepassing die zich meerdere keren terugbetaalt. Nieuwsgierig? Ga naar
Download nu de gratis Quantis App en zie wanneer je aardappelen last krijgen van hitte- of droogtestress.
Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, www.syngenta.nl. Syngenta biedt diverse oplossingen die telers helpen hun bedrijfsvoering verantwoord te optimaliseren. Zie www.syngenta.nl/stewardship
van het NOORDEN veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. Gebruik AKKER gewasbeschermingsmiddelen ®/TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.
14
FLEXIBEL DICHTBIJ BETROKKEN INNOVATIEF
Granen
Diervoeders Meststoffen Zaaizaden Gewasbescherming Advisering
Maak nu een afspraak met een van onze adviseurs voor een advies op maat! Hoogland BV Leeuwarden | Tel. : 0518411400 | www.hooglandbv.nl
Adviseurs voor teelt, bewaring en verwerking Consultants for cultivation, storage and processing TTW-Systeem B.V. | Stratensweg 4, 3245 NG Sommelsdijk, The Netherlands | 0187-648222 | info@ttw.nl | www.ttw.nl AKKER van het NOORDEN
15
ACHTERGROND
BIOSELECT-AARDAPPEL VAN
Na een periode van sluimerende aanwezigheid gebruikt Agrico het merk BioSelect sinds kort weer volop richting telers en afnemers. De herintroductie moet benadrukken dat de aardappelen van Agrico van kiem tot knol biologisch zijn, iets wat op de internationale markt lang niet overal het geval is. Tekst en foto’s: Jorg Tönjes
‘Wij vinden biologisch zo belangrijk dat we een aparte focus willen hebben met BioSelect. Onder de grote vlag van Agrico komt ons biologische product minder goed naar voren.’ Dat zegt Mark Zuidhof, manager operations bij Agrico. Hij werkt samen met zijn collega’s aan een grotere herkenbaarheid van de biologische aardappelen van het pootgoedhandelshuis. De boodschap die Agrico wil uitdragen is dat er in de biologische teelt ‘van kiem tot eindproduct’ een kwaliteitsproduct wordt geleverd. Om die reden wordt het merk BioSelect nu opnieuw geïntroduceerd.
16
AKKER van het NOORDEN
Retail kan helpen Na een periode van sluimerende aanwezigheid gebruikt Agrico het merk weer volop richting telers en afnemers. De Next Generation-rassen van Agrico passen helemaal bij de BioSelectproducten, zegt Zuidhof. Maar vooral de extra aandacht voor de complete biologische oorsprong van BioSelect verdient aandacht, vindt hij. ‘Wij werken in de afzet op een Europese markt, waar de spelregels niet overal zo streng zijn als in ons eigen land.’ Het zou volgens Zuidhof helpen als de retail de pure afkomst van de BioSelect-aardappelen zou ondersteunen, door een voorkeur
voor op deze manier gekweekte en geteelde soorten te hebben. ‘Het draait ook niet alleen om resistentie tegen phytophthora, maar ook om schilkwaliteit, kooktype, opbrengend vermogen, verwerkingskwaliteit en een goed saldo voor de telers. Voor dat laatste heb je die resistenties natuurlijk nodig.’ Van 20 naar 8% niet-robuust Vorig jaar was een moeilijk jaar voor de biologische telers. Door de snelle ontwikkeling van de aardappelziekte, moesten telers vaak genoegen nemen met lage opbrengsten. Zelfs resistente
KIEM TOT KNOL BIOLOGISCH rassen kwamen minder ver dan normaal. Het onderstreept volgens Zuidhof het belang van de keuze voor sterke rassen en andere aspecten die samen de teelt weerbaarder maken. ‘Vorig jaar werkten de telers nog met 20 procent niet-robuuste rassen. Dit jaar gaan we heel snel naar maar 8 procent.’ De telers willen af van risico’s in schimmelgevoelige jaren en pakken samen met de coöperatie door op het pad naar nieuwe resistente rassen. Die nieuwe rassen worden steeds beter. ‘Agrico heeft betere resistenties in de rassen die nu onder nummer staan. Wat komt is zeer veelbelovend.
Manager operations Mark Zuidhof van Agrico: ‘Het zou helpen als de retail de pure afkomst van de BioSelect-aardappelen zou ondersteunen, door een voorkeur voor op deze manier gekweekte en geteelde soorten te hebben.’
De resistentiedoorbraken die vorig jaar de teelt zo moeilijk maakten, zijn niet verloren. Het hangt sterk af van de actieve stammen van de ziekteverwekker in een jaar. Door te stapelen met resistenties kunnen we het langer volhouden.’
voor biologische aardappelen. Daarbij zal de veredeling altijd heel breed naar de eigenschappen van de rassen kijken. ‘Wij ontwikkelen steeds meer rassen naast die voor de retail, bijvoorbeeld voor de verwerking. Daarom komen wij met rassen speciaal voor frites of
Bio versus gangbaar De gangbare teelt schuift op naar een geïntegreerde aanpak, waarin biologische strategieën een plaats krijgen. Bio en gangbaar bijten elkaar echter niet, zegt Zuidhof. ‘Je ziet meer bovenwettelijke eisen in gangbaar, dat wel. Biologisch blijft toch bestaan. De biologische telers doen steeds een stapje verder en ik denk dat de bewuste consument blijft kiezen voor biologisch geteelde aardappelen, zelfs als beide teelten dichter bij elkaar komen te staan in duurzaamheid.’ De lat ligt hoog bij de rasontwikkeling
chips. Dat waren vroeger kleine en onvoorspelbare markten en je kon van een Agria alles maken. Nu gaan we naar stabielere volumes en een chipsras als Beyonce of een fritesras als Nirvana wordt aantrekkelijk voor verwerkers. Als grootste biologisch handelshuis in dit segment blijven we voortdurend innoveren om de voorsprong te borgen.’
MARIEN POPPE: ‘BIOSELECT IS HOGE KWALITEIT VAN BEGIN TOT EIND’ Marien en Joos Poppe uit Nagele telen sinds 2003 biologisch. Pootaardappelen zijn een belangrijk gewas voor de broers. De naam BioSelect is volgens Marien Poppe weer terug op de zakken van Agrico om te onderstrepen dat de kwaliteit van de biologische keten bij dit product van begin tot eind hoog is. ‘We zijn met de rassen opgeschoven naar meer resistenties, waarin Agrico met haar rasportfolio voor elk marktsegment een ras kan bieden. Het begon voor ons met het ras Toluca. Daarna volgden meer robuuste rassen met goede marktpotentie en geschikt voor chips, frites en de retail.’ En het blijft niet bij alleen phytophthoraresistentie. ‘Robuust is ook goede knolzetting, beter bestand tegen virus. Dankzij de resistenties is er een grotere kans op uitgroei. Dit jaar verwacht ik dat dit weer gaat slagen. We zijn nu zo ver in het seizoen dat er genoeg onder komt.’ Het bouwplan van de broers is een 1 op 6 rotatie met een derde grasklaver en luzerne erin. ‘We beginnen met pootaardappelen, daarna een groenbemester, dan winterpeen, dan grasklaver, uien, witlofpennen en als laatste luzerne en weer van voor af aan’, zegt Marien Poppe. Op het perceel aan de Zuidwesterringweg, waar verschillende Agrico-rassen van Poppe staan, is begin juli het eerste loof al gebrand. Andere rassen mogen nog even door omdat de knollen nog niet helemaal aan de maat zijn. Poppe graaft een plant uit en toont een goed tal, maar nog net wat te kleine knollen. ‘Dankzij goede resistenties is de phytophthora beheersbaar en kunnen ze wat langer op het veld staan. Vorig jaar was een moeilijker jaar. Sommige
Marien Poppe: ‘We zijn met de rassen opgeschoven naar meer resistenties, waarin Agrico met haar rasportfolio voor elk marktsegment een ras kan bieden.’
resistentie rassen kregen toch de aardappelziekte. De niet-resistente rassen deden het nog slechter.’ De resistente rassen durft Poppe wat gemakkelijker uit de bron te beregenen. Andere rassen zouden door het natte blad net wat te vatbaar voor schimmels worden. Het succes van de teelt begint volgens de akkerbouwer bij het op orde hebben van de bodem en de gestage groei. De 55 hectare BioSelect pootaardappelen van de rassen Twinner, Twister, Alouette, Levante, Carolus, chipsras Beyonce en frietras Nirvana gaan vooral naar West-Europese en Scandinavische bestemmingen. Poppe Landbouw teelt nog maar een klein areaal niet-robuuste Agria en Ditta. ‘Ik hoop dat BioSelect de biologische Agrico-telers helpt om een sterke focus op de markt en de kwaliteit van biopootgoed te geven.’ AKKER van het NOORDEN
17
REPORTAGE
BODEMISCH FOOD CLAIMT AARD
Arnold van Woerkom denkt vanuit de bodem en de plant en maakt een agrarisch voedselproduct met meer inhoud.
Voedsel met meer inhoudsstoffen kan bijdragen aan langer blijvende gezondheid of beter herstel bij ziekte. Met die overtuiging telen akkerbouwer Arnold van Woerkom en zijn zoon John op hun bedrijf in Bant gewassen. Hun concept heet ‘Bodemisch Food’. Tekst en foto’s: Jorg Tönjes
Toen Arnold van Woerkom statistieken zag met teruglopende gehalten aan vitamines en mineralen in aardappelen, groenten en fruit, was zijn reactie dat dit anders moet. Samen met zijn zoon John runt de krasse zeventiger in Bant een 24 hectare groot akkerbouwbedrijf met een missie. Hij teelt 1 op 3 consumptieaardappelen, aangevuld met gerst, tulpenbollen, uien, graszaad als eenjarige teelt en groenbemestermengsels. In plaats van schaalvergroting zet Van Woerkom in op kwaliteitsverhoging. Schaalvoordeel is volgens hem ook te halen uit samenwerken. ‘Mijn idee over samenwerking is niet zo traditioneel. De agrarische sector is gewend heel hard te werken in de eigen bedrijven, maar niet aan de eigen onderneming. Dat zou wat mij betreft wel meer moeten. Nu lijkt het erop dat de grote jongens
18
AKKER van het NOORDEN
steeds doorgaan en de kleintjes hijgend volgen. In de slag om de markt heeft de boer gekozen voor gewin op korte termijn. Dat ging ten koste van de kwaliteit van ons voedsel. Overheden, banken, afnemers en toeleveranciers van de landbouw spoorden telers aan steeds verder te gaan in het vergroten
‘70% VAN ZIEK ZIJN GERELATEERD AAN VOEDSEL’ van de productie en tegelijk steeds schralere producten te maken. Dat model is ziekmakend.’ Niet groter worden, maar wel een voedzamer product telen, wie heeft dat dan nodig? Van Woerkom verwijst naar een gezondheidswetenschapper uit Maastricht die hij in de tachtiger
jaren sprak. De uitspraken van deze hoogleraar zetten hem aan het denken. ‘Hij zei dat de zorgkosten misschien wel met 30 tot 40 procent naar beneden konden, als ons voedsel niet zo ziekmakend meer zou zijn. Het komt erop neer dat van al ons ziek en zeer 70 procent gerelateerd is aan ons voedsel en 30 procent genetisch bepaald.’ Het geeft volgens de akkerbouwer te denken dat er zo weinig preventief gedaan wordt aan de zorgkosten die steeds hoger worden. ‘Ontbrekende elementen zorgen voor een onbalans in onze voeding en dat heeft gevolgen voor onze lichamelijke en geestelijke gezondheid.’ Van Woerkom durft de stelling neer te leggen dat de voedingsstoffen die we eten dezelfde uitwerking op ons hebben als geneesmiddelen. Daarbij legt hij de nadruk op genezing, want veel medicijnen bestrijden de symptomen van het ziek zijn en niet de oorzaak, is zijn stellige overtuiging. Geen belang bij verandering Het valt echter niet mee om het verhaal zo te vertellen dat er van alle
APPELEN MET MEER INHOUD kanten bijval komt. Van Woerkom: ‘Het lijkt erop dat beleidsmakers en onderzoekers er niet mee aan de slag gaan. Alleen gepensioneerde wetenschappers – lees onafhankelijke wetenschappers – lijken aan te sluiten. De rest vindt dat de boer moet blijven produceren zoals hij dat nu doet. Het moet, omdat de medicijnenindustrie dan ook kan blijven doen wat ze nu doet…’ Van Woerkom maakte meerdere keren mee dat hij in eerste instantie gehoor vond bij wetenschappers of ministeries, maar dat het daarna oorverdovend stil bleef. Daarom begon hij zelf de contacten te maken in een netwerk van gelijkgestemden en ervaringsdeskundigen. Marco van Gurp van Healthy Soil in Dronten vond dat hij een punt had met het streven naar gezonder voedsel. Andere mensen die bezig waren met bodem en voedsel haakten aan. Van Woerkom: ‘Allemaal hebben deze mensen kennis van vóór het chemische tijdperk en passen ze dat toe in de moderne landbouw.’ Het opnemen van een paar puntjes uit de aanpak van de bodemische voedselproductie is te gemakzuchtig, denkt Van Woerkom. ‘Regeneratieve landbouw is veel breder dan een project doen. Onze bestaande structuren blokkeren de integraliteit van die brede aanpak.’ Werken aan een enkel detail is niet genoeg, zegt de akkerbouwer. ‘Je moet een stapel maatregelen doorvoeren om het beter te doen.’
9.000 punten in vitaliteitstest Een paar maanden geleden legde Van Woerkom contact met een groep mensen die in Laren een volkstuinencomplex wilden beginnen. Hij hielp ze met het maken van een bouwplan en levert ze nu pootaardappelen. De Larense groep deed een vitaliteitstest met ‘gewone aardappels’, biologische aardappels en het Bodemisch Food product. ‘Gangbaar scoorde rond de 4.200 punten, biologisch dik 7.000, maar die van ons scoorden met 9.000 punten het hoogste. Ook uit laboratoriumanalyses blijkt keer op keer dat onze ‘bodemische’ aardappelen ruim 30 procent meer mineralen
en sporenelementen bevatten dan gangbare én biologische producten van collegatelers.’ Het zit volgens Van Woerkom in de opbouw van de bodem en de humus onderin de bouwvoor. ‘Elke laag in de bodem doet wat anders met de organische stof die je achterlaat. Uiteindelijk krijg je stabiele humus onderin. Als je gaat ploegen, werk je die humus boven en verbrand je er 20 procent van. Gooi je er stikstofkunstmest op, dan verbrand je weer 20 procent ervan. Daarom bouw je geen humus op als je die dingen steeds weer doet.’
‘ALLEEN GEPENSIONEERDE - LEES ONAFHANKELIJKE WETENSCHAPPERS LIJKEN AAN TE SLUITEN’ De aardappelen teelt hij op zavelgrond met veen op ongeveer een meter diepte. De nadruk in de teelt ligt op kwaliteit en inhoudsstoffen. Van Woerkom gebruikt geen kunstmest en ook geen drijfmest, maar haalt de voeding van het gewas uit wormenmest, wormencompostthee, champost, steenmeel en diverse sporenelementen via bodem en blad.
Daarnaast zaait hij na het oogsten mengsels van 16 verschillende zelf geteelde groenbemesters, die de bodem extra verrijken. Van Woerkom ploegt niet meer. Voor er tulpen op zijn land staan, gebruikt hij wel eens de krukasspitmachine, want die maakt wel los, maar keert niet. De planten krijgen hun voeding via de bodem en die voert hij alles in organische vorm. ‘En ik gebruik drie soorten steenmeel, die samen het hele pakket aan nutriënten aanvullen. Daarna is het zonlicht, voeding uit de bodem en de lucht en water. Wij geven maar 70 procent van de bemesting vergeleken met collega’s en toch zit er meer voedingswaarde in het gewas. We geven zelfs nog wat minder aan de basis en voegen dan wat toe tijdens de groei via het blad.’ Opneembaarheid is van belang en dat bereikt de teler door te kiezen voor organische vormen van bemesting. De wormenmest komt van een wormenkweker uit de buurt. Van Woerkom gebruikt 5 ton per hectare van dit product en hij maakt er zelf compostthee mee, die als bladvoeding dient. Niet biologisch Van Woerkom heeft wel eens gedacht over omschakelen naar biologisch. Hij
WAT IS BODEMISCH FOOD?
De aardappelen van Van Woerkom liggen in enkele supermarkten en worden geserveerd bij zorginstellingen.
Bodemisch is een combinatie van de woorden ‘bodem’ en ‘medisch’. Arnold en John van Woerkom claimen dat ze dankzij hun vruchtbare bodem producten kunnen telen met een medische waarde. Diverse verpleeg- en ziekenhuizen hebben de aardappelen van Bodemisch Food inmiddels op het menu staan. ‘De vitaminen, mineralen, sporenelementen en antioxidanten hebben een positief effect op de weerstand en het algemeen welbevinden van mensen’, is de overtuiging van Arnold van Woerkom. Een bijkomend voordeel volgens Van Woerkom is dat Bodemisch Food eerder een verzadigd gevoel geeft. ‘Hierdoor zijn er minder aardappelen nodig om hetzelfde effect te krijgen.’ De aardappelen van Bodemisch Food zijn kruimig met een volle, kruidige smaak. AKKER van het NOORDEN
19
Tijden veranderen, Infinito blijft:
betrouwbaar, sterk, flexibel
// Zeer effectief tegen Phytophthora // Werkt op alle isolaten // Beschermt zowel het blad als de knol // Flexibele dosering
Voor meer informatie over Infinito, bezoek agro.bayer.nl of vraag ernaar bij uw lokale Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. AKKER van het NOORDEN Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie. distributeur en/of adviseur Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie
20
REPORTAGE
Uit ecologisch telen en regeneratief bodembeheer groeit een aardappel met meer voedingswaarde, claimt Van Woerkom.
doet het toch niet. ‘Ik trof daar dezelfde gedachte over kortetermijngewin en emotie. De emotie is ‘geen chemie’. De meerprijs is niet gebaseerd op de inhoud. Dat wil ik nou juist wel. Dat is een langere en moeilijkere weg.’ Biologisch paste ook niet bij de werkwijze van Van Woerkom. Hij gebruikt een mengsel van groenbemesters, die hij zaait na de wintergerst en de tulpen en voor de aardappelen. De tulpen lijken niet te passen bij zijn bedrijf, maar hij heeft er een goede reden voor. ‘Omdat ze vroeg van het land zijn en de gerst ook, laten ze tijd voor de 16 soorten in het groenbemestermengsel.’ Om onkruid uit het mengsel in de volgende teelt te voorkomen zet de akkerbouwer nog wel een bodemherbicide in tijdens het voorjaar. Dat zou biologisch niet kunnen. Biologische telers kunnen daarom de mix van groenbemesters in
Wormencompost, de planten zijn er gek op.
de winter niet doen. De samenstelling daarvan is volgens van Woerkom zorgvuldig gekozen. ‘Ik denk dat je een goed en eerlijk verhaal moet hebben, dat de consument gemakkelijk kan begrijpen. De mensen snappen mijn verhaal goed. Voor deze manier van telen heb je wel meer machines nodig, je komt vaker in actie, je hebt speciale grondstoffen nodig en het vraagt denkkracht en organisatie.’ Aardappelen naar zorginstellingen De meerkosten moeten terugvloeien uit de verkoop van een beter product. Van Woerkom was pootgoedteler, maar kon de meerprijs niet krijgen bij de pootgoedhandelshuizen. Hij teelt nu consumptieaardappelen die hun weg vinden naar winkels, supermarkten en zorginstellingen. De aardappelen zijn van een eigen ras en hij teelt het pootgoed zelf. ‘Ik heb een aantal winkels en zorginstellingen meegekregen in de afzet en die halen er resultaat mee.’ Zelf verpakt hij de aardappelen op zijn eigen verpakkingslijn, zodat ze verkoopklaar in de winkel aankomen. ‘Boeren kunnen telen en ook verwerken. Doe je dat in eigen beheer, dan kan je voor hetzelfde geld meer voedingswaarde
leveren.’ Bij regeneratieve landbouw hoort biodiversiteit in het bouwplan. In Bant gaat dat met verschillende gewassen en de groenbemesters. Voor die teelt gebruikt Van Woerkom een machine die met een soort ‘wokkel’ de grond van de eerste 32 tot 35 centimeter optilt en daarmee losser maakt. Met een rotorkopeg maakt hij een zaaibed en zaait dan de groenbemesters. Hij geeft champost en spuit wat koper en zink. ‘Daarna blijven we eraf en laten het de winter over staan. Het hele jaar begroeiing is het hele jaar doorworteling en het hele jaar bodemleven.’ Na klepelen van de groenbemester volgt de aardappelteelt. Zeer diepe beworteling De aardappelen van Van Woerkom blijken heel diep te wortelen. Bij een bezoek van de bemestingsdeskundige McKinsey trof deze in een profielkuil aardappelwortels tot in het veen in de grond. Dat ligt bij Van Woerkom op 95 centimeter diepte. Dankzij een diepe structuur en goede drainage, door het bodemleven, komen water, lucht en wortels diep op deze bodem. De akkerbouwer beschouwt het als een bewijs van goed bodembeheer. AKKER van het NOORDEN
21
ACHTERGROND
GEZUIVERD WATER TILT DRIJF
Hoe krijg je als akkerbouwer kwalitatief zo hoogwaardig mogelijke rundveedrijfmest beschikbaar? ‘Zorg dat de veehouder een optimale eiwitbenutting nastreeft, voeg zuurstof toe en maak gebruik van een vitalisator met zuiver water’, stelt chemicus Annette van de Knaap. Tekst: Sjoerd Hofstee Foto’s: Geesje Rotgers & Annette van der Knaap
‘De drijfmest leek iets groener en iets vloeibaarder, maar misschien dacht ik dat louter omdat ik dat wilde zien’, zegt akkerbouwer Detmer Wage uit Wedde. Hij schafte afgelopen winter een vitalisator aan. Dat is een cilinder met speciaal gezuiverd water die in de mestkelder komt te hangen. Wage vroeg zijn leveranciers van drijfmest dat te doen en is dus zeer voorzichtig om conclusies te trekken. Dat geldt ook voor meerdere melkveehouders die de laatste jaren hiermee ervaring opdeden, al zijn de meeste geluiden positief. De meerderheid van hen spreekt van drijfmest die minder stinkt, makkelijker wil mixen, mooier over het land verspreidt, geen of minder koek in de kelder meer vormt, beter en vlotter
22
AKKER van het NOORDEN
wordt opgenomen door de bodem en meer gewas oplevert. ‘Ik verwacht dat het lastig is en blijft om harde bewijzen te verzamelen over de werking’, zegt Wage. ‘Maar samen met een groep collega-akkerbouwers probeer ik de laatste jaren op te schuiven naar een regeneratieve wijze van landbouw. Daarbij minimaliseren we kunstmest en is drijfmest, vooral van rundvee, de soort bemesting die we benutten. Het loont dus al snel om de kwaliteit daarvan te optimaliseren.’ De akkerbouwer stelt de vitalisator, waar hij zo’n € 1.250 voor betaalde, nadrukkelijk louter als hulpinstrument te zien. ‘Wil je het goed doen met de drijfmest dan moet je volgens mij met de melkveehouder overeenkomen dat
Voorbeeld van vitalisator in drijfmestkelder
die eiwitarm voert en een mest met een goede C/N-verhouding kan leveren. Maar in de praktijk is dat nog vaak een brug te ver.’ ‘Minimaliseer ureum’ Die ervaring heeft ook Annette van der Knaap. Zij is chemicus en deed eerder ervaring op met het vitaliseren bij waterzuiveringsinstallaties. Op eigen initiatief deed ze de afgelopen jaren een aantal praktijkproeven in drijfmest op verschillende melkveebedrijven. In februari deelde zij op uitnodiging van kenniscoöperatie Niscoo haar bevindingen en kennis in een online bijeenkomst. ‘Ik wil benadrukken dat vitaliseren, net zoals zuurstof toevoegen aan de drijfmest, een nuttig en werkend hulpmiddel kan zijn, maar dat goede mestkwaliteit echt begint bij goed voeren. En goed voeren betekent eiwitarm voeren. Alles wat de koe aan eiwit namelijk niet goed kan omzetten in melk of vlees, eindigt in de urine en
MEST NAAR HOGER NIVEAU de mest als ureum. Dit zorgt niet alleen voor meer ammoniakvorming in de drijfmest, maar ook voor een mindere kwaliteit mest’, stelt Van der Knaap. Daarna kan vitaliseren een volgende stap zijn. Van der Knaap licht toe dat de cilinder gevuld met ‘superwater’, zorgt voor elektromagnetische straling. Dit helpt de moleculen in het water – drijfmest bestaat voor 90% uit water te ordenen. Hierdoor vermenigvuldigen de gewenste bacteriën veel sneller, met de geschetste voordelen als gevolg. ‘Dat mag voor sommigen klinken als hocus pocus, maar voor de gewone chemicus is water niets meer dan H₂O. Praat je met een gespecialiseerde wateronderzoeker, zoals de Japanner Masuru Emoto, dan vertelt die over de enorme variatie in molecuulstructuren van water en hoe dat de kwaliteit van het leven in het water beïnvloedt. Het verschil kun je zelf zien als het water bevriest. De watermoleculen zijn dan in vaste vorm te bewonderen en hebben bij schoon water van een hoge kwaliteit een veel mooiere kristalvorming dan bijvoorbeeld vervuild water of water van een mindere kwaliteit. Zo werkt het voor het microleven in drijfmest ook.’ Snel resultaat zichtbaar Van der Knaap voerde in 2017 in Brabant bij enkele melkveebedrijven praktijkproeven uit met een Grander, een van de beschikbare type vitalisatoren. ‘Slechts acht dagen voorafgaande aan het uitrijden hebben we de Grander in de mestkelder gehangen en tegelijkertijd, met hulp van een compressor, tijdens het mixen lucht in de mest meegegeven. De veehouder heeft de mest toen voorzichtig gemixt. Met het blote oog was zichtbaar dat de drijfmest binnen enkele dagen in een soort spinaziesoep veranderde in plaats van een taaie drijfmest met korst erop. We hebben stroken met bewerkte en onbewerkte drijfmest naast elkaar bekeken en voor mij was duidelijk te zien dat de bodem de met de vitalisator bewerkte mest veel sneller opnam.’ Het inlaten van lucht, en dus zuurstof, in de drijfmest, noemt Van der Knaap minstens zo nuttig als het gebruik van een vitalisator. Zeker bij stallen waar de drijfmest onder een dichte vloer wordt
is. Omdat elke stal en mestopslag anders is, maar ook omdat de industrie hier niets aan verdient, zijn er amper tot geen eenvoudige systemen op de markt. Je hebt bijvoorbeeld ook het Aeromix-systeem dat de mest periodiek in beweging brengt. Dat kan ook goed werken, omdat het ook het mixen vervangt, maar dan praat je over een forse investering. Zuurstofrijke lucht toevoegen via bijvoorbeeld een tyleenslang en een pompje hoeft weinig te kosten.’
Detmer Wage: ‘Harde bewijzen verzamelen over de werking blijft lastig.’
opgeslagen. ‘Zonder regelmatige, of liefst continu, toevoer van zuurstof in de drijfmest, krijgen ongewenste anaerobe bacteriën veel kans. Die zorgen voor het rottingsproces in plaats van het rijpingsproces dat je wenst. Het gevolg van geen of te weinig zuurstoftoevoer is een koek op de mest en een kwaliteitsval van de drijfmest.’ Van der Knaap stelt dat een beetje zuurstof toevoegen al enorm kan helpen. ‘Met een beetje bedoel ik bijvoorbeeld een slang met luchtgaatjes op de kelderbodem leggen en deze aansluiten op een aquariumpomp. Dat kost amper vermogen en is voor veel veehouders of akkerbouwers met een mestopslag zelf in elkaar te knutselen. Iedereen moet ook zelf bekijken hoe dat op zijn of haar bedrijf het beste toe te passen
VITALISATOR IN DE PRAKTIJK Kenniscoöperatie Niscoo organiseert deze zomer een bijeenkomst waarbij met vitalisatoren bewerkte drijfmest wordt getoond in de mestopslag en op het land. Volg www.niscoo.nl voor nadere informatie over tijd en datum van deze bijeenkomst.
Gebruik en kosten delen Een vitalisator kost zo’n € 1.000 tot € 1.500 per stuk. ‘Maar die kun je eventueel ook gezamenlijk aanschaffen’, tipt Van der Knaap. Zij benadrukt daarbij zelf geen enkel commercieel belang te hebben. ‘Vanuit mijn kennis en achtergrond heb ik deze mogelijkheden op enkele plaatsen in de praktijk kunnen uittesten. De praktijk laat in drijfmest, net als in drinkwater, goede resultaten zien en grotendeels vind ik die ook verklaarbaar. Deze kennis en ervaring deel ik louter om de sector vooruit te helpen. Ondertussen doen wetenschappelijke onderzoekers overal ter wereld ook hun best om de achterliggende theorie te doorgronden, want er gebeurt steeds meer onderzoek op het gebied van vitalisatie van water, mest, zaden en pootgoed, bloemen en fruit. Juist omdat het in de praktijk zo fantastisch blijkt te werken. Daarom zeg ik tegen boeren: kijk bij en luister naar collega’s die er ervaring mee opdeden en doe er uw voordeel mee.’ Dat is precies hoe Detmer Wage er tegenaan kijkt. ‘Het is het proberen wel waard. In de tuinbouw en industrie kunnen velen zich niet voorstellen dat je niet met vitalisatie van water werkt. Daarom verwacht ik bij drijfmest ook wel positieve effecten. En de techniek er achter, op basis van magnetisme, kennen we ook al van de MagGrow spuittechniek. Hocus pocus is het daarom wat mij betreft niet. Oké, zo’n apparaat is niet gratis, maar ook niet echt duur. Ik verwacht dat dit zeker niet de minst renderende investering blijkt op ons bedrijf.’ AKKER van het NOORDEN
23
BIOLOGISCH Met 70 aangesloten biologische telers en een oppervlakte van ruim 750 hectare is Agrico de grootste leverancier van biologisch geteelde poot- en consumptieaardappelen. Als tafelaardappel, chips, frites of andersoortig aardappelproduct vinden onze BioSelect aardappelen hun weg naar de consument via de supermarkt, natuurvoedingswinkel en groentespeciaalzaak. Door de inspanningen van ons eigen kweek- en researchbedrijf beschikken we over een breed pakket aardappelrassen, die stuk voor stuk in de smaak vallen bij de kritische, biologische klant.
agricobioselect.com 24 AKKER van het NOORDEN
ACHTERGROND
NIEUW KANTOOR VOOR TTW als sector een streep trekken: tot hier en niet verder. Anders saneren we de landbouw hier weg, met grote gevolgen.’
TTW-medewerkers aan het meten in een tulpenveld. Op de achtergrond het nieuwe kantoor in Sommelsdijk.
Teeltadviesdienst TTW is verhuisd van Oude-Tonge naar een bijzonder nieuwbouwproject in het buitengebied van Sommelsdijk. Directeur Jacob Struik maakt zich zorgen over de toenemende druk op landbouw in Nederland. Tekst: Jelle Feenstra Foto: TTW
Bijna drie jaar geleden was Nederland eveneens in de ban van trekkeracties. TTW-directeur Jacob Struik hield destijds een inleiding voor een groep van vijftig mbo-akkerbouwscholieren in Friesland. Hij toonde een illustratie die bouwgroep BAM al in 2013 presenteerde. Hierop wordt een door hen ingeschatte invulling van Nederland in 2030 geschetst. ‘Wie goed kijkt, ziet dat er voor landbouw geen ruimte is ingetekend. Die ruimte moet je bevechten’, zei hij. Struik schetste het beeld van een snel oprukkende stadstaat, waar amper nog plaats is voor landbouw. Mijlenver voor op buitenland ‘We gaan al aardig die kant op hè’, verzucht Struik, nu vanuit het gloednieuwe TTW-kantoor in Sommelsdijk. Gerust is hij er bepaald niet op, dat er een krachtige landbouw blijft in Nederland. Hij vreest dat de overheid de kip met de gouden eieren
aan het slachten is. ‘We doen wel eens projecten in het buitenland, maar dan merk je dat het kennisniveau in Nederland, en ik durf te zeggen zeker dat van ons, mijlenver voor ligt op de rest van de wereld. Daardoor kun je er in het buitenland vaak minder mee, het gat is groot.’ Hij vertelt dat boeren in
‘TELEN IN NEDERLAND IS TOPSPORT’ het buitenland qua mentaliteit, inzicht en technische kennis op veel plekken achterlopen op Nederland. ‘Telen in Nederland is gewoon topsport. Wat hier basisbegeleiding is, is daar het hoogste niveau.’ Dat alles opofferen kan en mag niet gebeuren, vindt Struik. Hij hoopt dat het gezonde verstand terugkeert bij de regering. ‘En anders moeten we
Kantoor met proefveldjes Ondanks zijn zorgen over de toekomst van de boeren in Nederland investeerde Struik met zijn TTW toch in gloednieuwe huisvesting voor zijn adviesdienst. Het is een bijzonder gebouw geworden, middenin de polder van Goeree Overflakkee. Het kantoor is 1.000 vierkante meter en bevat ruimte voor monsternames en klimaatcellen. De enorme glazen pui op de zuidkant is een echte blikvanger. Op het dak ligt een halve meter grond met gras erop. ‘Goed voor de isolatie en mooi voor de landschappelijke inpassing’, zegt Struik. Op drie kanten van het gebouw is een grashelling gemaakt, zodat je met de maaier al maaiend het dak op kunt rijden. Op het dak staat, ingebouwd in het gras, ook een grote betonnen bak. Daarin liggen 220 zonnepanelen, tegelijkertijd doet de bak ook dienst als regenwateropvang. Op het drinkwater na draait het hele gebouw op regenwater. Er is gebouwd met hoogwaardig materiaal, de verlichting is daglicht gestuurd. ‘Ik wilde graag een pand dat nu nog redelijk bijzonder is, maar over tien jaar gewoon is.’ Het kantoor staat op 1,5 hectare grond. Er is dus ruimte om diverse proefveldjes aan te leggen. ‘Nu bedenken we het op kantoor en proberen het uit bij de boer. De verhuizing maakt het mogelijk dat we ook zelf proefjes kunnen doen.’ TTW heeft 13 medewerkers en helpt akkerbouwers, broeiers en trekkers van witlof, uien, aardappelen, granen en bloembollen met behulp van eigen verzamelde data anders naar hun perceel en gewas te kijken. Door omstandigheden te verbeteren, kan het groeiproces beïnvloed worden, met een hogere opbrengst als einddoel. ‘Wij bieden een andere kijk. Niet vanuit emotie maar vanuit data kijken wij naar een gewas. In ons TTW systeem is 35 jaar aan data opgeslagen waar we ieder moment een beroep op kunnen doen om telers te adviseren.’ AKKER van het NOORDEN
25
ACHTERGROND
PO EIWITBOEREN WIL TEELT
Op vrijdag 6 mei 2022 is vanuit de Nederlandse Akkerbouw Vakbond de Producentorganisatie (PO) Eiwitboeren van Nederland opgericht. De PO maakt zich hard voor de rendabele teelt van eiwitrijke gewassen van eigen bodem. Bij de start bestaat de PO uit 29 telers van verschillende vlinderbloemige eiwitgewassen. Drie van hen vertellen hun verhaal. Tekst: Jorg Tönjes Foto’s: Jorg Tönjes en PO Eiwitboeren
De PO Eiwitboeren van Nederland is de eerste producentenorganisatie van telers van eiwitrijke gewassen. Zowel biologische als gangbare boeren zijn welkom; telers die al eiwitrijke gewassen telen of willen telen, van veldboon tot lupine, van soja tot kikkererwt. ‘Het belangrijkste doel is samen een duurzame en
rendabele eiwitteelt bereiken, met een verdienmodel en eerlijke prijzen voor de boeren’, zegt voorzitter Henk Janknegt uit Zeewolde. Hij is zelf akkerbouwer en teelt als eiwitgewas veldbonen (zie pagina 29). Voor menselijke consumptie en met name voor veevoer worden veel eiwitrijke grondstoffen van ver gehaald.
Bijvoorbeeld uit Canada, Zuid-Amerika, Rusland of Oekraïne. Dat kan en moet anders, vindt de PO Eiwitboeren van Nederland. ‘Ketenpartijen en ook de overheid moeten zich hard maken voor Nederlandse eiwitteelt. Omdat de teelt invulling geeft aan maatschappelijke wensen voor landbouw, milieu, waterkwaliteit en stikstof. ‘Wij kunnen telen op een milieuvriendelijke manier, zorgen voor een gezondere bodem, sparen transport uit en we lossen een deel van het stikstofprobleem op, want de bonen laten 70 tot 80 kilo stikstof achter voor het volgende gewas.’ Green Deal Eiwitrijke gewassen Het zijn doelen die aansluiten bij de doelstellingen van de Nationale Eiwitstrategie. Deze strategie van de
‘LUPINE IS GEWAS MET ENORME POTENTIE’ André Jurrius uit Randwijk teelt witte lupine op zijn bedrijf Ekoboerderij De Lingehof. Hij is bestuurslid en medeoprichter van de PO Eiwitboeren. Samen met zijn compagnon Marieke Laméris probeert Jurrius met ‘Lekker Lupine’ de lupine op de borden van de consumenten te krijgen. ‘Lupine is een gewas met een enorme potentie. En het is goed voor de landbouw, het klimaat en de gezondheid.’ Jurrius en Laméris hebben een markt te veroveren en met Lekker Lupine behaalden ze al een mooi succes door de Rabo Food Forward award te winnen in maart 2020. Inmiddels telen vijftien bedrijven op totaal 50 hectare voor Lekker Lupine. ‘We werken aan drie pijlers: de teelt, inclusief de veredeling. Dan de productontwikkeling en het op de markt brengen. En als derde de community, van consument tot en met zaadleverancier. We werken echt aan ketensamenwerking, zodat we vraag en aanbod in balans kunnen laten groeien.’ Het mooie is dat vanuit deze keten er steeds nieuwe producten met lupine gemaakt worden, bijvoorbeeld een smeerkaas. ‘Het verbaast me wat er allemaal mee kan.’ De PO Eiwitboeren krijgt een belangrijke functie bij de ontwikkeling van de teelt. ‘Wij kunnen alleen functioneren als we een eerlijke prijs voor de eiwitgewassen krijgen. Daarnaast is het belangrijk dat telers meer diversiteit in de gewassen krijgen en vlinderbloemigen passen zeker bij onze bedrijven.’ Jurrius vertelt dat de lupinen samen met bacteriën in de wortelknolletjes luchtstikstof binden. ’Daarom kunnen ze zonder bemesting groeien. De bacterie brengen we aan met een entstof die je door het zaad
26
AKKER van het NOORDEN
André Jurrius: ‘Belangrijk om meer diversiteit in de gewassen te krijgen.
roert. We zaaien op rijtjes met een graanzaaimachine. Eind augustus of begin september gaan we dorsen.’ De opbrengsten wisselen nog, de spreiding is groot. ‘Maar gemiddeld wordt er twee ton per hectare geoogst.’ De telers van Lekker Lupine ontvangen een basisprijs van 1 euro per kilo en, als het lukt, daarboven een winstdeling.
WEER LUCRATIEF MAKEN rijksoverheid heeft als doel om de komende vijf tot tien jaar de zelfvoorzieningsgraad van nieuwe en plantaardige eiwitten te vergroten, op een duurzame manier die bijdraagt aan de gezondheid van mens, dier en natuurlijke omgeving. Dit moet gebeuren via Green Deal Eiwitrijke Gewassen. In de deal spreken het Rijk en ruim vijftig andere partijen met elkaar af de teelt, verwerking en consumptie van Nederlandse eiwitgewassen te bevorderen. Om dat alles te bereiken, moet de markt voor eiwitgewassen wel drastisch
Henk Janknegt, voorzitter van de PO Eiwitboeren van Nederland: ‘Ik denk dat de handel en de retail een grote rol en verantwoordelijkheid op zich moeten gaan nemen door bij Nederlandse telers in te kopen.’
‘KIKKERERWT TEGEN WERELDMARKTPRIJS KAN NIET UIT’ Peter en Anna Laan uit Tollebeek telen dit jaar voor het eerst kikkererwten. ‘Het is een experiment’, zegt Peter Laan. ‘Er zijn maar een paar telers van kikkererwten in Nederland. In Duitsland, Frankrijk en Polen staan duizenden hectares.’ Laan zaaide de erwten begin mei. De oogst zal vermoedelijk eind augustus of begin september zijn. Laan wil niet te laat oogsten, om zijn grond te sparen. Tollebeek kan in het najaar een natte plek in de polder zijn, dus zware machines wil hij dan niet op het land hebben, liever staat er dan al een groenbemester. ‘Een loonwerker denkt over de oogst na. Waarschijnlijk gaan we zwadmaaien en dan dorsen. Als het goed gaat, zal er een ton of Peter Laan: ‘Als het goed gaat, zal er een ton of drie afkomen.’ drie afkomen.’ Na de kikkererwten komen er aardappelen op het perceel. Dat de kikkererwt een maaivrucht is, Eiwitboeren kwam ik met Inagro in contact. De past goed in het bouwplan en ze laten waarschijnlijk onderzoekers daar zijn heel attent. Als ik ze een vraag samen met de groenbemester voeding voor het of een foto stuur van het gewas, zijn ze heel enthousiast volggewas achter. ‘In het verleden teelden we tulpen, en behulpzaam. We krijgen de informatie makkelijker in maar dat gaat op deze grond niet meer door de België dan uit Nederland.’ Hij teelt de kikkererwten vrij en bodemdaling.’ Laan was ook op zoek naar een gewas is benieuwd naar de prijs. ‘Tegen wereldmarktprijzen kan met afzetmogelijkheden om bij te dragen aan een in ieder geval niet uit. Maar er is wel vraag. Dat zie je aan toekomstbestendig akkerbouwbedrijf. De kikkererwt de opkomst van hippe vegetarische gerechten als falafel sluit hier goed bij aan. De kennis haalt hij uit België. en hummus.’ ‘Via een ander lid van de Producentenorganisatie
AKKER van het NOORDEN
27
Peter, hoe maak ik mijn bedrijf toekomstbestendig? Als akkerbouwer sta je voor een grote uitdaging.
bijvoorbeeld op het vlak van duurzaamheid, is het fijn
Je wil je grond namelijk maximaal benutten, maar
om iemand te hebben die jou bij deze keuzes ondersteunt.
je wil ‘m niet uitputten. Tegelijkertijd wil je zorgen
Countus is specialist in de agrosector en kan jou helpen
voor een gezonde onderneming.
om je onderneming toekomstbestendig te maken. Wil je hier een keer over sparren? Kom voor een kennismaking
Daarbij is het heel belangrijk dat je de juiste keuzes maakt.
gerust en vrijblijvend langs bij één van onze vestigingen.
En ondanks dat jij heel goed weet welke opties je hebt,
Een digitale kennismaking kan natuurlijk ook!
Countus Assen
Countus Hardenberg
Countus Steenwijk
0592 20 00 07
0523 28 08 80
0521 53 47 00
Countus Dronten
Countus Joure
Countus Zeewolde
0321 38 28 45
0513 65 79 90
036 52 214 37
Countus Emmeloord
Countus Leeuwarden
Countus Zwolle
0527 61 33 41
058 21 001 01
038 45 526 00
28
AKKER van het NOORDEN
ACHTERGROND
veranderen. ‘Er zijn afspraken nodig over de prijs en gegarandeerde afname met andere partijen in de keten. Alleen dan zijn de plannen van de Nationale Eiwitstrategie realistisch’, stelt Janknegt. Hij vertelt dat het dertig jaar geleden mis is gegaan, met het Blair House Akkoord. ‘Ik ben zelf opgegroeid op een gemengd bedrijf met akkerbouw en vee in het westen van het land. Mijn vader zaaide bonen en maïs voor het voer van de koeien. Toen het akkoord van 1992 de import van soja en andere eiwitgewassen goedkoper maakte dan de eigen teelt, verdween de eiwitteelt grotendeels. Om die terug te krijgen, moet de teelt dus financieel aantrekkelijker worden voor de Nederlandse telers. In prijs kunnen we niet concurreren met import uit China, Australië en Zuid-Amerika.’ Inkopen bij Nederlandse telers Janknegt hoopt dat een verenigde
groep telers de partijen bij de les kan houden in de intentie om Nederlandse peulvruchten vooruit te helpen. Over duurzame ketens met langjarige garanties voor de telers wil de producentenorganisatie afspraken
‘IN PRIJS KUNNEN WE NIET CONCURREREN MET IMPORT UIT CHINA, AUSTRALIË EN ZUID-AMERIKA’ maken. ‘En natuurlijk ook over een faire prijs. Ik denk dat de handel en de retail een grote rol en verantwoordelijkheid op zich moeten gaan nemen door bij Nederlandse telers in te kopen. Wij vinden dat afnemers in Nederland bereid moeten zijn om het gat te dichten tussen onze kostprijs en die
in het buitenland.’ Janknegt wijst erop dat in de ons omringende landen telers vaak gekoppelde steun van de overheid ontvangen per hectare gezaaide peulvruchten. Dat samen met de goedkopere grond in die landen maakt het speelveld ongelijk voor de Nederlandse telers. Samen optrekken De Producentenorganisatie Eiwitboeren wil daarom komen tot bindende afspraken maken met afnemers en de overheid in Nederland. Ze hopen met hun samenwerking een sterkere onderhandelingspositie en daarmee betere contractvoorwaarden en prijzen te krijgen. Ook is de organisatie interessant voor grote afnemers en eindaanbieders, zoals supermarkten en cateraars. Immers, door samen op te trekken kunnen telers een groter volume van plantaardige eiwitten leveren.
‘WE MOETEN MEER AAN STORYTELLING DOEN’ Akkerbouwer Henk Janknegt uit Zeewolde twijfelde vorig jaar of hij wel door zou gaan met zijn veldbonen. De oprichting van een producentenorganisatie – hij was zelf medeoprichter - haalde hem over de streep om de teelt toch nog een kans te geven. Het werd 8 hectare zomerveldbonen in plaats van de wintervariant. Hij verwacht dit jaar tussen de 6 en 7 ton bonen te oogsten. Vorig jaar teelde hij de bonen voor inkoper Herba, voor € 33 per 100 kilo. Dit jaar heeft Janknegt de bonen vrij. Hij verkoopt ze, samen met vijf collega-telers in Flevoland, aan de hoogste bieder en verwacht bijna het dubbele, ongeveer 60 euro per 100 kilo. Janknegt zaaide dit jaar in maart en verwacht half augustus te dorsen. Omdat deze veldboon voor menselijke consumptie is, gebruikt hij een type met weinig bitterstof erin. In het saldo van de teelt is vooral de prijs bij verkoop van belang. ‘Die telt harder dan een paar kilo’s meer. Je ziet in alle teelten de kosten oplopen, met dit jaar de sterk gestegen brandstofkosten. We brengen als Eiwitboeren de kostprijs in beeld met een kostprijsmodel, zoals de Nederlandse Akkerbouw Vakbond dat voor aardappels doet.’ Eenmaal gezaaid, probeert Janknegt de bonen zo snel mogelijk te laten sluiten, zodat onkruid geen kans krijgt. Na zaai gebruikt hij eenmaal een bodemherbicide. Soms is er een fungicidebehandeling nodig tegen chocoladevlekkenziekte. ‘Bestuiving is een puntje. Ik zet daar dit jaar hommels bij in.’ De hommels vliegen eerder dan andere insecten en kunnen daardoor de vroegste bloemen al bestuiven, die heel belangrijk zijn voor de peulopbrengst. Janknegt vindt
Teler Henk Janknegt toont een pakketje veldbonenburgers.
het belangrijk dat hij en zijn collega-telers de gewassen laten zien aan de consumenten: ‘We moeten meer aan storytelling doen, uitleggen wat lokaal geproduceerd eiwit tegen een eerlijke prijs voor Nederland doet.’
AKKER van het NOORDEN
29
REPORTAGE
‘ZE LIJKEN STAPELGEK
Leo Vogels: ‘Je mag van ons op diverse fronten ook verdere verbeteringen verwachten: in bijdragen aan meer biodiversiteit, in mindering van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. Maar daarvoor moeten we wel voldoende tijd krijgen.’
‘De politiek in Den Haag heeft niet in de gaten hoe belangrijk de landbouw is voor Nederland. Niet alleen sociaal-economisch en strategisch, ook voor het landschappelijk beheer’, stelt akkerbouwer Leo Vogels (36) in Firdgum. Hij wil best meebewegen met maatschappelijke wensen. ‘Als we maar voldoende tijd krijgen.’ Tekst: Jelle Feenstra Foto’s: Niels de Vries
Op het raam van de grote bewaarschuur voor aardappelen en uien prijkt een reusachtige portretfoto van de Vogels-mannen: vader Emile, geflankeerd door zijn zoons Leo en Pieter. Het portret is onderdeel van het project Bildtstars en Eigenheimers,
30
AKKER van het NOORDEN
een foto- en verhalenroute van Friese akkerbouwbedrijven langs de Waddenkust. De foto is gemaakt in 2018, een jaar nadat het akkerbouwbedrijf werd getroffen door een grote brand. En drie jaar vóórdat Emile Vogels op 4 juni 2021 op 69
jarige-leeftijd door een tragisch ongeval om het leven kwam. Het verdriet is groot, maar het leven en dus ook het akkerbouwbedrijf wacht op niemand. Ook niet op Emile Vogels. Hij was de charismatische leider van de akkerbouwacties eind jaren 80 en begin jaren 90. Toen de graanprijzen in elkaar donderden, staken op ‘t Bildt een paar bouwboeren de boze koppen bij elkaar. Ze wilden actievoeren. Emile Vogels had bravoure, was welbespraakt en werd hun voorman. Met honderden toeterende trekkers stonden ze in Den Haag én tot op
GEWORDEN IN DEN HAAG’ de trappen van het statige landgoed Lauswolt in Oosterwolde, waar de Europtop destijds vergaderde. ‘Heit was voor de duvel niet bang, stond op tegen onrecht, maar had ook oog voor de mensen die het sociaal moeilijk hadden’, vertelt Leo.
Van boer tot ondernemer Ondernemer was Emile Vogels ook. Op z’n 18e stapte hij in het ouderlijk bedrijf, dat met koeien en aardappelen toen nog gemengd was. De koeien gingen weg en de Vogels specialiseerden zich in akkerbouw. Het bedrijf innoveerde en groeide door de jaren. Ze probeerden met succes nieuwe gewassen als wortelen en ijsbergsla en kochten - als er weer een buurman te koop kwam -
regelmatig grond bij. Nu, anno 2022, staat er een modern en gespecialiseerd akkerbouwbedrijf met 300 hectare grond in gebruik. Pootaardappelen is met zo’n 100 hectare in een 1 op 3 bouwplan het belangrijkste gewas. Verder telen ze tarwe, uien, suikerbieten en wat consumptieaardappelen. Leo Vogels is al een aantal jaren de spil van het pootgoedbedrijf. Hij woont sinds 2015 op de boerderij met z’n vrouw Willeke en inmiddels ook hun dochters Geerte, Griet-Anne en Guusje Emilie. Leo houdt het bedrijf in maatschap met zijn broer Pieter, die na een Rabobank-verleden inmiddels een eigen bedrijf heeft. Dit bedrijf, Moovement, houdt zich bezig met ‘track en trace’ van koeien, wat met name in uitgestrekte gebieden als Australië de boeren helpt op hun vee te passen. Pieter bemoeit zich niet met het technische en operationele gedeelte van het akkerbouwbedrijf, maar brengt financiële kennis en verzorgt de boekhouding. Pootgoed is het hoofdgewas. De maatschap Vogels teelt vooral voor coöperatie Agrico. Op het land staan rassen als Fontane, Arizona, Manitou en Arsenal. De Spunta telen ze vrij en het ras Electra gaat naar de IPM Potato Group. ‘We kopen de poters in als S en ze gaan weg als E. Dat past het beste bij de manier waarop wij het bedrijf hebben ingericht. Stammenteelt doen we bewust niet. Het is zeer arbeidsintensief en vraagt meer menskracht en specifieke machines. De kans op fouten is vele malen groter. Ik
Drie medewerkers bezig met selectie in het pootgoed.
denk dat deze manier van telen beter bij ons past’, zegt Leo. Kwaliteit en efficiency Brandschoon staan de dit voorjaar gebruikte machines in de grote werktuigenberging, alweer paraat voor voorjaar 2023. Orde, netheid, secuur werken en vooruit denken, het past bij hoe Leo Vogels het akkerbouwbedrijf runt. Op tijd ploegen. Consequent zijn met spuiten, niet bezuinigen op de litertjes. Een nacht doorrooien voordat er regen komt. Groenbemesters tijdig onderwerken. ‘Ik ga voor kwaliteit en efficiency en daar hoort een strakke organisatie bij.’ ‘Leo is echt een manager’, zegt z’n vrouw Willeke. ‘Het geheel overzien, vooruit denken, kijken wat en wie ergens voor nodig zijn en daarop investeren in machines of menskracht, om zo het beste resultaat te krijgen.’ Leo: ‘Maar het beste resultaat is niet altijd het beste rendement. De laatste 30% is misschien wel 50% van de energie. En dan moet je je afvragen of je die laatste 50% erin wilt stoppen. Die afweging maak ik per keer.’ Bewaarschuur voor 4.500 kisten Het visitekaart van het akkerbouwbedrijf van maatschap Vogels is de aardappel- en uienbewaring op basis van zuigventilatie. Deze biedt plaats aan 3.500 kuubskisten met pootaardappelen en 1.000 kisten met uien. ‘Een veel betere logistiek, enorme tijdsbesparing en een veel betere bewaarkwaliteit zorgen ervoor dat de foutenmarge met de nieuwe schuur fors naar beneden is gegaan’, vertelt Leo. De restwarmte van de koeling wordt gebruikt voor de vloerverwarming. ‘Als je hier in de wintermaanden werkt, zijn dat veel betere omstandigheden dan in een koele, donkere loods. Nu is het er warm en licht’, vertelt Leo. Het dak ligt vol zonnepanelen en de loods is gebouwd onder architectuur. De antracietzwarte kleur past goed bij de vaak grijszwarte luchten boven de Waddenzee en de gebruikte hellingsgraden zorgen voor verzinking in het landschap. De plannen voor de nieuwe schuur lagen er al, maar werden versneld door de grote brand in het najaar van 2017. Toen ging met de AKKER van het NOORDEN
31
Het TTW-Systeem® wordt gebruikt voor:
- het vastleggen van relevante perceels- en gewasgegevens - teelt-, koel- en verwerkingsadviezen - het vergelijken van uw gegevens met het gemiddelde van andere bedrijven - het vergelijken van uw gegevens met voorgaande jaren en/of andere gewassen op uw bedrijf - gewasontwikkelingsoverzichten, inclusief foto’s - beheer van plaatsspecifieke data (georeferentie)
Welke opbrengst is er op uw perceel mogelijk en welke opbrengst haalt u werkelijk? Dit verschil - de yield gap of het ‘opbrengstgat’ - pakken we samen bij de kop, met als doel om dit kleiner te maken. Een zo hoog mogelijke opbrengst, gecombineerd met een hoge kwaliteit en een efficiënt gebruik van hulpmiddelen. Daar streeft u toch ook naar?
Adviseurs voor teelt, bewaring en verwerking Consultants for cultivation, storage and processing
Wist u dat:
TTW-klanten opbrengsten halen die 10 tot 20 procent boven het
CBS-gemiddelde liggen? Adviseurs teelt, bewaring verwerking TTW-Systeem B.V. voor | Capelleweg 1, en 3255 LB Oude-Tonge, The Netherlands | 0187-648222 | info@ttw.nl Samen maken we die groei mogelijk! Consultants for cultivation, storage and processing
| www.ttw.nl
Graan telers gezocht! Meer-waarde van uw graan, voor u!
Door een flinke groei van onze omzet zijn we op zoek naar nieuwe graantelers die met ons willen samenwerken! Met een eigen verwerking van granen op onze locatie te Leeuwarden zijn we in staat om de graanketen nòg verder te verkleinen. Na inname en opslag worden de tarwe en gerst rechtstreeks bij ons verwerkt tot hoogwaardig diervoeder, dit zonder verder onnodig tussentransport of op&overslag. Een kortere keten binnen de Nederlandse graanhandel en –verwerking bestaat er niet! Dit maken we niet alleen waar door korte lijnen met een vlotte service maar ook door de gerealiseerde prijs
voor uw graan.
Camiel Hoogland 06 3000 9444
Jan Klaas de Graaf
Adviseurs voor teelt, bewaring 06 8230 7944 en verwerking Consultants for cultivation, storage and processing
Hoogland BV is lid van de:
Groningse Graanbeurs
Hoogland BV Leeuwarden | Tel. : 0518411400 | www.hooglandbv.nl
TTW-Systeem B.V. | Stratensweg 4, 3245 NG Sommelsdijk, The Netherlands | 0187-648222 | info@ttw.nl | www.ttw.nl
32
Flexibel
AKKER van het NOORDEN
|
Dichtbij
|
Betrokken
|
Innovatief AKKER van het NOORDEN
3
REPORTAGE
bewaarloods de totale aardappeloogst in vlammen op. Meer rooicapaciteit Paradepaardje in de werktuigenberging is de dit voorjaar gekochte nieuwe Dewulf Enduro, een 4-rijige zelfrijdende zeefbandrooier op banden. Landbouwmechanisatiebedrijf Broekens leverde de machine. Vooral de capaciteit valt op. De 2-delige bunker met afvoerelevator is met een inhoud van 10 ton de grootste in zijn segment. Een ander kenmerk is de hoge manoeuvreerbaarheid. Qua bodemdruk scoort de rooier ook hoog, een uitgekiende gewichtsverdeling over drie assen zorgt daarvoor. De aankoop is opvallend, omdat de vorige rooier pas anderhalf jaar oud was. ‘Maar dat was een 2-rijïge en dat geeft met 40 hectare uien en 100 hectare pootaardappelen toch wel wat beperkingen, zeker als je niet te vroeg wilt beginnen met rooien en gaat voor de best renderende verhouding tussen in de maat en bovenmaat. De tijd om ze dan goed binnen te halen wordt korter. Dus je moet in een paar weken heel veel doen. Dat betekent dat je jaarlijks een aanslag doet op je medewerkers, die dan dagelijks van 6 uur ’s morgens tot middernacht in de weer zijn. Dan ben je niet duurzaam bezig. Vandaar dat we nu een machine hebben die in kortere tijd meer hectares rooit.’ Maar waarom anderhalf jaar geleden dan geen 4-rijïge rooier gekocht? ‘Omdat ik niet met kiepers door het land wil rijden. Dat is niet goed voor de bodem. Deze rooier heeft een veel grotere bunker ten opzichte van andere 4-rijïge rooiers. Dan kun je de kieper gewoon op het kopeinde neerzetten.’ Goed op grond passen De Friese akkerbouwer probeert sowieso goed op z’n grond te passen.
De nieuwe 4-rijige zelfrijdende zeefbandrooier met grote bunker geeft veel voordelen.
Schaalvergroting blijft noodzakelijk, denkt Vogels. ‘Slechts een enkeling kan voldoende geld verdienen met een kleinschalig bedrijf in een nichemarkt.’
Hij zaait groenbemesters na de tarwe en er komt eens in de twee of drie jaar vaste mest of compost op de grond. Het stro wordt gehakseld en voor de uien en bieten de grond in gaan, rijdt hij organische mest. De ploeg blijft ook vaker in de schuur, Vogels kiest steeds vaker voor niet-kerende grondbewerking. Het bedrijf telt vier fte en een flexibele schil van losse arbeidskrachten. De maatschap ruilt grond uit met een melkveehouder en huurt aardappelland van de buurman, met wie ze een goede samenwerking hebben. De man brengt arbeid en technische kennis in het bedrijf. Leo probeert het bedrijf zo efficiënt mogelijk in te richten, maar verliest ook de sociale component niet uit het oog. Het is bijvoorbeeld een reden dat hij vooral jongens uit de buurt inzet. ‘Gezellig even koffie of een biertje drinken, de alledaagse dingen bespreken. En je hoort even wat er speelt in de omgeving. Die sociale component vind ik heel belangrijk en je blijft er zelf ook een leuker mens bij.’ Is het nog leuk om boer te zijn? Het is half juni en Leo wijst naar buiten, naar de gewassen op de zonovergoten akkers buiten. ‘Ik vind dit de mooiste tijd van het jaar. Je stopt in het voorjaar het begin van een voedselgewas in de grond en dat staat nu te groeien en bloeien, dat is toch fantastisch?’ Hoofdschuddend zegt hij: ‘De Haagse politiek realiseert zich het belang van voedsel totaal niet. Boeren die voedsel produceren zijn voor dit land zowel strategisch, sociaaleconomisch als voor het landschappelijk beheer van een zo veel groter belang dan Den Haag in de gaten heeft. Ik vind het echt niet normaal dat politici gewoon bereid zijn
dat op te offeren voor meer verkeer, meer industrie en meer woningbouw. Ze lijken wel stapelgek geworden daar.’ Vogels vindt het terecht dat mensen kritisch kijken naar de hedendaagse landbouw: ‘Je mag van ons op diverse fronten ook verdere verbeteringen verwachten: in bijdragen aan meer biodiversiteit, in mindering van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. Maar daarvoor moeten we wel voldoende tijd krijgen. Daarnaast moeten feiten en een redelijke afweging van belangen leidend zijn, niet emoties en halve of zelfs onwaarheden.’ Ook wijst hij erop dat voldoen aan maatschappelijke eisen en wensen in de regel ook verdere schaalvergroting betekent. ‘Om de kosten daarvan te kunnen blijven dragen, is dat gewoon nodig. Slechts een enkeling kan voldoende geld verdienen met een kleinschalig bedrijf in een nichemarkt.’ ‘Net tefolle prakeseare’ De maatschap Vogels heeft nog plannen genoeg. Zo hoopt het bedrijf de komende jaren te groeien van 300 hectare grond in beheer naar 300 hectare grond in eigendom. Nu is dat 220 hectare eigendom en 40 hectare vaste pacht. Ook sluit Willeke niet uit om in de toekomst op het bedrijf iets te doen met zaalverhuur en groepsontvangst in een landelijke omgeving. Ondanks de bedreigingen die van alle kanten op de landbouw afkomen, zijn ze vastbesloten om met het boerenbedrijf een mooie toekomst te bouwen. Leo sluit af met de woorden van zijn vader. ‘Net tefolle prakeseare, gewoan trochsette.’ Oftewel: ‘Niet te veel piekeren, gewoon doorzetten.’ AKKER van het NOORDEN
33
COLUMN
SLAAP ZACHT, MENEER DE PRESIDENT
Een bom sloeg in toen de brieven van stikstofminister Christianne van der Wal en landbouwminister Henk Staghouwer in de publiciteit kwamen. Er worden doelen gesteld van meer dan 70% reductie van stikstofuitstoot naast kwetsbare natuurgebieden en een reductie van 12 tot 47% voor andere gebieden in Nederland. Gemiddeld is de landbouw in Nederland verantwoordelijk voor 40% stikstofreductie. Dit betekent dat een derde van de veestapel moet worden gesaneerd en dat de overblijvende veehouderijbedrijven op slot worden gezet. Ook de akkerbouw ontkomt niet aan de doelstellingen. Verduurzaming van de bouwplannen met een minimaal gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en het telen van nieuwe, laag salderende eiwitgewassen moet de biodiversiteit verbeteren en de nitraatuitstoot naar water tot een minimum beperken. Een heel scala aan maatregelen naar een duurzame landbouw, met een beschamend zuinig toekomstperspectief voor de agrarische ondernemers in Nederland. Welke keuze maakt onze overheid eigenlijk met de gepresenteerde plannen? Gezien de zuinige perspectieven die door de overheid aan de agrarische ondernemers worden geboden, lijkt het er op dat de overheid niet meer kiest voor landbouw in Nederland. De stikstofreductie die de landbouw realiseert, wordt gebruikt voor de bouw van huizen en wegen. Voor het ontwikkelen van industriegebieden en zonnevelden. En voor het inrichten van natuurparken, waar de consument in zijn vrije tijd kan onthaasten. Met de voorliggende plannen neemt de Nederlandse regering afstand van de doelstelling die na de Tweede Wereldoorlog is ingezet: nooit meer honger, met de focus op het produceren van voedsel. Met de huidige oorlog in Oost-Europa, waarin voedsel als wapen wordt gebruikt, is het toch niet te bevatten waarom een andere keuze wordt gemaakt. Juist nu in deze tijd, waarin mogelijk de helft van de wereldbevolking met hongersnood te maken gaat krijgen, verwacht je toch van de overheid dat onze eerste levensbehoefte, voedsel, wordt veiliggesteld? Nee hoor, wij kiezen voor bloemen op de akkers terwijl de wereld aan de rand staat van een grote hongersnood. In deze context is het nog zuurder dat één van de regeringspartijen op hun partijcongres een motie heeft aangenomen om de 100 km op de snelwegen te verhogen naar 130 km. Dan kan je voor de bühne aangaande het stikstofbeleid wel een motie indienen tegen de voorstellen van de minister, feit is wel dat je als partij zelf aan de tekentafel van het nieuwe beleid hebt gestaan. De wal zal het schip hopelijk keren. Feit is dat het nieuwe landbouwbeleid grote verdeeldheid brengt in de samenleving, met politieke verschuivingen als gevolg. Het is maar de vraag of dat voor de BV Nederland gunstig is. Alles overziend, wat nu over de agrarische sector wordt uitgerold, doet mij denken aan een protestlied van Boudewijn de Groot uit 1966 tegen de oorlog in Vietnam. Terwijl de wereld in brand staat, kijkt de Amerikaanse president de andere kant op. Zoals Rutte nu de andere kant opkijkt, terwijl onze boeren in grote onzekerheid zijn geraakt. De titel van het liedje luidt: ‘Welterusten meneer de president, slaap zacht.’ Rutgher Steenbeek, Branchespecialist Akkerbouw Countus accountants + adviseurs
34
AKKER van het NOORDEN
Carial Star ®
Eén schot twee voltreffers • • • • •
Voorkomt Alternaria én Phytophthora Zowel tegen Alternaria solani als Alternaria alternata Zeer doeltreffend op Phytophthora en snel regenvast Nevenwerking tegen Sclerotinia 2 in 1 – dus gebruiksgemak en kostenbesparend
Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, www.syngenta.nl. Syngenta biedt diverse oplossingen die telers helpen hun bedrijfsvoering verantwoord te optimaliseren. Zie www.syngenta.nl/stewardship Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.
AKKER van het NOORDEN
35
Rijden door het platteland van boer naar boer, dat is het mooiste wat er is! Marc uit Wijnjewoude
WERKEN IN TRANSPORT: Melk Veevoer Bieten Aardappelen
VAST | FLEXIBEL | FULLTIME | PARTTIME | DAG | NACHT | MEERDAAGS
36
AKKER van het NOORDEN
Bekijk onze vacatures: