Melk van het Noorden X

Page 1

NUMMER 10 | Mei 2019

MELK van het NOORDEN

1


DE GIEK 31 - DRACHTEN T. +31(0)512 – 582058 WWW.PASMESTOPSLAG.NL

MESTOPSLAG KOMT NATUURLIJK ALTIJD VAN PAS!

PAS Mestopslagsystemen: ✓ Levert & bouwt alle soorten systemen en afdekkingen ✓ Repareert alle soorten systemen en afdekkingen ✓ Keurt alle soorten systemen en afdekkingen ✓ Reinigt mestopslagsystemen t.b.v. onderhoud, keuringen en verplaatsen ✓ Regelt meldingen en vergunnningen voor mestopslagsystemen MELK van het NOORDEN

2


€22,-

actie 21+4=

€18,48 per dosis

GUARD

Ki-code: 767875 aAa: 243165

KAASMACHINES!

VVH Helga 8 (v. Guard) 2e kalfs vsp 305 dgn 11.523 kg melk, 4,27% vet, 3,60% eiwit eig. van Veelen Holsteins, Biddinghuizen foto: Alger Meekma

Sterk Mascuard (v. Guard) vsp 305 dgn 11.769 kg melk, 4,82% vet 3,87% eiwit 130 LW eig. Sterk Holsteins, Punthorst

Afstamming vol Duitse degelijkheid: Guarini x Leif x Mascol x Bonatus • •

Betrouwbare fokstier (1.135 dochters) +0,20% vet, +0,31% eiwit met +633 kg melk

• • •

Gesekst beschikbaar voor €39,-

Kappa caseine BB Zeer robotgeschikt Pinkenstier

EIWIT VAN EIGEN BEDRIJF

ENERGIE NEUTRAAL

MINDER CO2 UITSTOOT

Maatvoer in grondstoffen

Samen met Hoogland BV ‘on the way to Planet Proof’ Maak nu een afspraak met een van onze adviseurs voor advies op maat!

Hoogland BV Leeuwarden | Tel. : 0518411400 | www.hooglandbv.nl MELK van het NOORDEN

3


Service Bedrijf

JAN CASTELEIN B.V.

Leverancier van

“Het nieuwe melken”

CENTER CASTELEIN 28 www.jancastelein.nl | Oergongswei 9 scharnegoutum MELK van het NOORDEN

MELK van het NOORDEN

4


INHOUD

DE WINST VAN BOXTEL

6-7-9 ‘ANTI-VEEHOUDERIJLOBBY ZIT OVERAL, KRIMP VEESTAPEL IS HET DOEL’

Ruim tweehonderd activisten voor je neus, vastbesloten om in te breken in je stal. Daar sta je dan als boer, in je eentje tegenover een overmacht. Vroeger, op straat, was je enige overlevingskans de bluf. De grootste van het stel eruit pakken, die een geweldige slag voor z’n harses geven en dan maar hopen dat de rest van de groep zo onder de indruk was dat ze afdropen. Anno 2019 riskeer je met die strategie een gevangenisstraf. De boer in Boxtel was verstandig en deed het niet. Dus drongen de activisten de stal binnen, mochten ze tien uur blijven zitten om hun statement te maken en konden ze op vertoon van hun ID ongestraft weer huiswaarts keren. Akkerbouwer annex Nieuwe Oogst-columnist Piet Hermus uit Zevenbergschen Hoek kwam er minder genadig af. Hij kreeg vanwege een aantal kritische klimaatcolumns een brief met een dooie rat erin, de zoveelste bedreiging. Daarop schreef hij in een volgende column dat het dubbelloopsgeweer voor mensen die zijn gezin bedreigen snel is gepakt. Politie op het erf en geweer meteen in beslag genomen. Banenrepubliek Nederland? Op twitter stond het. De verharding van de strijd kan niet los worden gezien van het ‘framen en shamen’ van boeren dat al een tijd aan de gang is en door bepaalde dier- en milieuorganisaties vakkundig wordt georganiseerd. In het klimaatdebat wordt de veehouderij dikwijls aangewezen als hoofdschuldige. Uitstervende insecten? Komt door de boeren. Vervuiling van het oppervlaktewater? Komt door de boeren. Afname van de biodiversiteit? Juist. Uitsterven van weidevogels? De boeren. Ontbossing van tropische oerwouden voor veevoer? Fijnstof? Allemaal de schuld van de boeren. Wie zich er een beetje in verdiept, weet dat de feiten dikwijls anders liggen dan organisaties met bepaalde agenda’s graag doen willen laten geloven. Links. Rechts. Midden. Voor dierhouderij. Tegen dierhouderij. De winst van ‘het bezet van Boxtel’ is dat door de vele publiciteit het grote publiek wat serieuzer gaat meedoen in de discussie over veehouderij. Boxtel pakte wat dat betreft heel gunstig uit voor de veehouderij. De actie van de dieractivisten werd breed veroordeeld, er werd geluisterd naar het verhaal van de boeren en er was begrip voor de manier waarop boeren in Nederland voedsel produceren. Ook was er veel applaus voor de spontane boerenactie #doesnormaal, die opriep tot een fatsoenlijke discussie over de rol van de boer in Nederland. Een verharding van strijd is nooit leuk, maar brengt wel dichter bij die fundamentele discussie of we nog door willen met de veehouderij in dit land. Volgens mij gaf het gros van Nederland een vrij duidelijk antwoord: Ja, graag!

11 2018: MINDER LITERS, MINDER INKOMEN 12-13 ‘LIEVER HONDERDEN SLURVEN DAN ÉÉN SLEUFSILO’ 15 GARANTIEPRIJS 2020 HOGER ÉN LAGER 16-17 BANK VAKER BUITENSPEL BIJ VERWERVEN FOSFAATRECHTEN 18-19-21 GRUTTOBOER OP ZOEK NAAR BETER VERDIENMODEL 22-23 ZELFWERKZAAMHEID MAAKT MODERNE MELKTECHNIEK BETAALBAAR 24-25 GRILLIG WEERTYPE TEKENT EERSTE SNEDE GRASOOGST 28-29 ‘BELOON DE KOE MET VERS WEIDEGRAS EN ZIJ BETAALT U TERUG’ 30-31 REGELS VOOR HET KEUREN VAN MESTSILO’S AANGESCHERPT 32-33 ‘AANBOD GLUCOSE BEPAALT EIWITBENUTTING’ 36-37 ‘HET IS EEN BETAALDE ERKENNING, MAAR MELK IS NIET OPEENS BETER’ 38-39 ‘IK WIL WETEN WAT IK VOER EN OP LAND TEKORT KOM’ 40-41-43 WAAROM A-WARE NIET MEER IN DE LTOMELKPRIJSVERGELIJKING ZIT 44-45 MET DUIDELIJKE VISIE TOEWERKEN NAAR 150 KOEIEN 46 MELKVEEHOUDER, WORD NIET VAN HET UITSTERVENDE RAS

Jelle Feenstra, hoofdredacteur jfeenstra@langsdemelkweg.nl

Colofon Deze uitgave van Melk van het Noorden is gemaakt in samenwerking met een aantal bedrijven. Te weten: Agriland Assurantieadvies, Dairy Valley, GGI Holland, Hoogland BV, Landbouwstart. nl, Luimstra Loon- Grondverzet- en Transportbedrijf, Niscoo, Nutrilab BV & Van der Meerakker Service BV, PAS Mestopslagsystemen, RinAgro, Servicebedrijf Jan Castelein, Silobags, Speerstra Feed Ingredients, Accountantskantoor Van der Veen & Kromhout en W.H. van der Heide Voedertransport en Opslagsystemen.

• Uitgever: Persbureau Langs de Melkweg • Adres uitgever: Persbureau Langs de Melkweg, Postbus 217, 8600 AE Sneek. Telefoon: 0515-429876. E-mail: redactie@langsdemelkweg.nl • Redactie: Sjoerd Hofstee en Jelle Feenstra • Verder werkten mee: Bouke Poelsma, Berrie Klein Swormink, Marjolein van Woerkom, Fred van Diem, Marcel van Kammen, Landpixel & Niels de Vries.

• Vormgeving: Houssam Diab • Druk: Senefelder Misset Doetinchem • Verspreiding: Dit magazine wordt door Sandd verspreid onder melkveehouders en agribusiness in Drenthe, Groningen, Friesland, Flevoland, de bovenste helft van Noord-Holland en de bovenste helft van Overijssel. Wilt u dit magazine bij een volgende uitgave niet meer ontvangen dan kunt u dat aangeven bij de uitgever via redactie@langsdemelkweg.nl

MELK van het NOORDEN

5

Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan de redactie geen aansprakelijkheid aanvaarden voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden nadrukkelijk voorbehouden. Deze rechten behoren bij Persbureau Langs de Melkweg c.q de betreffende fotograaf. Artikelen uit deze uitgave mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt na schriftelijke toestemming van Persbureau Langs de Melkweg. Vind alle artikelen én meer nieuws op www.melkvanhetnoorden.nl


BESCHOUWING

‘ANTI-VEEHOUDERIJLOBBY ZIT OVERAL,

Zondag 19 mei vormden 150 trekkers het woord #Doesnormaal. Om vanuit de agrarische sector op te roepen tot discussiëren op redelijke wijze. De actie trok veel media-aandacht.

Melkveehouders zijn het helemaal zat. Continu worden ze met halve en hele leugens in een kwaad daglicht gezet. En het lijkt met de dag erger te worden, nu ook het vega-terrorisme op de deur klopt van collegaveehouderijsectoren. Het maakt de vraag actueel hoe lang het nog duurt voordat het eerste melkveebedrijf wordt bezet. Jelle Feenstra Reinout Burgers, Dirk Bruins, Langs de Melkweg & eigen foto

Stalguerrilla op het platteland. Onder die kop bracht De Telegraaf op 13 mei een alarmerend artikel over het toenemende geweld van dierextremisten tegen boeren. Met inbraken, bedreiging, intimidatie en sabotage houden dierextremisten boerenfamilies uit hun slaap, stond er te lezen. Twee dagen later onderstreepte de urenlange bezetting van een varkensbedrijf in Boxtel door 150 dierextremisten hoe actueel het artikel van redacteur Edwin Timmer was. De vraag rijst hoe lang het nog duurt voordat het eerste melkveebedrijf bezoek krijgt van ongenode gasten. ‘Dat kan zo maar een keer gebeuren’, denkt Caroline van der Plas, momenteel chefredacteur bij Pig Business, een vakblad voor varkenshouders. Ze volgde de gebeurtenissen in Boxtel van nabij en ging een aantal jaren geleden als journalist twee dagen undercover in een kamp voor dierenactivisten in het Engelse Tonbridge. Daar zag ze hoe

jongens en meisjes werden opgeleid om harde acties uit te voeren tegen de vleesindustrie. ‘Beïnvloedbare tieners en twintigers werden geronseld door de top van de Europese dierenactivistenbeweging.’ Van der Plas leerde er hoe je blokkades moet maken, hoe je dreigbrieven verstuurt zonder sporen na te laten, hoe je moet vechten tegen de politie, hoe je je computer moet beveiligen en hoe je dierenbevrijdingsacties kunt uitvoeren. Het accent lag destijds vooral op vleesbedrijven en de bontindustrie, schetst Van der Plas. ‘Een groot aantal branden in vleesbedrijven en talloze dierenbevrijdingsacties bij de nertsenfokkers waren het gevolg. Nu zijn andere veehouderijsectoren aan de beurt’, weet ze zeker. Minstens zo zorgelijk vindt ze dat de rebellerende dierenactivisten van toen zich nu hebben geworteld in de politiek, de overheid, de media, de wetenschap, het onderwijs en de MELK van het NOORDEN

6

rechtspraak. ‘Er is op allerlei niveaus een felle lobby gaande tegen de Nederlandse veehouderij. Boeren vragen zich af waarom milieupartijen en dierenorganisaties zoveel aandacht krijgen in de media. Ik weet precies waarom. Zij zijn de media, zij zijn de politiek, zij zijn het onderwijs, zij zijn de overheid, zij zijn de wetenschap en zij zijn de rechtspraak geworden. Alleen hebben ze de lange haren, kistjes en legerbroeken ingeruild voor keurige kapsels en moderne, hippe kleding. De met krantenletters aan elkaar geknipte dreigbrieven zijn verruild voor Twitter en Facebook. En het kraakpand is ingeruild voor de grachtengordel.’ Schuld van de boeren Of Van der Plas gelijk heeft? Feit is dat je in de media tegenwoordig struikelt over de problemen die de agrarische sector in Nederland ten laste worden gelegd. ‘Het laatste wat de sector moet doen, is zichzelf in een Calimerorol laten drukken. Want er valt op een aantal terreinen wel degelijk wat te verbeteren. Maar feit is wel dat organisaties die daar belang bij hebben de berichtgeving regelmatig kleuren’, zegt Jan Cees Vogelaar, in tal van functies nog altijd nauw betrokken bij het wel en wee van de sector. Hij was mede-oprichter van Stichting Agri Facts, die rapporten en onderzoeken van en voor overheden en niet-


KRIMP VEESTAPEL IS HET DOEL’ gouvernementele organisatie (ngo’s) over de veehouderij wetenschappelijk toetst. Agri Facts boekte inmiddels al een aantal successen. Diverse organisaties, waaronder het Planbureau voor de Leefomgeving, moesten rectificeren omdat hun ‘feiten’ niet klopten. Vogelaar heeft wel een verklaring voor het anti-landbouwsentiment dat er lijkt te heersen in Nederland. ‘De bevolking in Nederland is explosief gegroeid ten opzichte van andere Europese landen, woont vooral in steden en heeft niets met landbouw.’ Het is volgens hem een belangrijke reden dat conclusies van rapporten vaak van tevoren al vaststaan. Mineralen in oppervlaktewater. Ammoniak en verzuring. Fijnstofproblematiek. Landbouwgif in oppervlaktewater. Uitstoot van broeikasgassen. In veel rapporten wijst de vinger al snel richting veehouderij. ‘Er is een georganiseerde lobby die stevig inzet op krimp van de veestapel.’ Hij zet vraagtekens bij de meegaande houding van belangenbehartigers en agribusiness bij de uitkomsten. ‘Laat je je bejagen of ga je terugjagen? Ik denk dat er genoeg harde feiten zijn om terug te jagen.’ Slim uitgevoerd offensief Melkveehouder en bestuurder Eline Vedder uit Drenthe treedt regelmatig op in tv-programma’s. Daar merkt ze dat er vaak strak wordt gestuurd op de boodschap die naar voren moet komen. ‘Dan willen ze dat ik iets zeg in een bepaalde richting, terwijl ik juist een heel andere kant op wil. Het is lastig om je boodschap goed voor het voetlicht te brengen.’ Ook Vedder is ervan overtuigd dat een heel netwerk van organisaties, partijen en media warme banden onderhoudt. Ze schreef er enige tijd geleden een column over, waarin ze diverse lijntjes tussen pro-vega, anti-dierlobby en een aantal media blootlegde. Ook valt het haar op dat moties van de Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer, acties van Wakker Dier op radio en tv en uitzendingen van Zembla of Radar in kort tijdbestek bijna altijd over hetzelfde onderwerp gaan. ‘Toeval? Of gewoon een heel slim uitgevoerd offensief? En daar moeten

‘Horendol als je de krant openslaat’ Melkveehouder Piet de Boer uit Weidum (zie ook reportage op pagina 12-13) ergert zich regelmatig over het beeld dat van de melkveesector wordt geschetst. ‘Het gebeurt wekelijks dat je een krant openslaat en als melkveehouder wordt afgeschilderd als milieucrimineel.’ Toen de Leeuwarder Courant vorig jaar naar zijn inzicht op dat punt ook uit de bocht vloog, klom hij in de pen voor een ingezonden stuk. De reacties en steunbetuigingen stroomden binnen, terwijl Piet de Boer de hoofdredacteur en journalist Jantien de Boer een halve dag langskwamen op zijn bedrijf. ‘Ze waren oprecht onder de indruk hoe wij als gangbare boer voor het landschap en de vogels zorgen. De toon van de Leeuwarder Courant is daarna ook gematigd, maar in andere media is het nog dagelijks een crime. Ik heb nog steeds veel plezier in het vak, maar dit soort zaken komt mij vaak de strot uit. Wij weiden de koeien dag en nacht en krijgen nooit klachten, wel veel complimenten. Vervolgens moet in voortdurend lezen hoe slecht we het doen. Wie weet hoe we ons daar nog beter tegen kunnen weren, mag alstublieft met de oplossing komen.’ wij boeren, slechts gewapend met nuchter boerenverstand, dan tegengas aan proberen te geven, tussen het runnen van een boerderij door.’

Een partij die volop bezig is om een boerentegengeluid te organiseren, is Team Agro NL. Gangbare boeren, biologische boeren, natuurboeren,

‘Makkelijk is het niet, maar toekomst is er zeker’ ‘Het fosfaatgebeuren heeft er enorm ingehakt. Dat heeft veel energie weggehaald bij melkveehouders, zeker als je dan ook nog eens continu allerlei negatieve publiciteit over je heen krijgt’, constateert melkveehouder Wilco Brouwer de Koning (37) uit Heiloo. Hij zit in de LTO-vakgroep Melkveehouderij en was een van de organisatoren van de actie #doesnormaal. ‘Wat er in Boxtel is gebeurd, ging veel te ver. Dat kan niet en dat mag niet. Daarom hebben wij met trekkers een statement gemaakt: kunnen Wilco Brouwer de Koning we op een fatsoenlijke manier met elkaar het gesprek aan gaan in plaats van mensen te gijzelen? Dat heeft een hoop positieve reacties opgeleverd, ook vanuit de algemene media.’ Brouwer de Koning antwoord volmondig ‘ja’ op de vraag of er toekomst is voor de melkveesector in Nederland. ‘De wereld blijft veranderen, dat zal niet stoppen. Maar ontwikkel mee, blijf gewoon je verhaal vertellen, stel je open en ga het gesprek aan want er is veel onkunde over de melkveehouderij.’ Hij denkt dat de melkveehouderijsector met gras, de rol van de koe in de kringloop en een modern en diervriendelijk imago bij het grote publiek genoeg draagvlak heeft voor een mooie toekomst.

MELK van het NOORDEN

7


Voor levering en plaatsing van: Starre- en spiraalvijzels, Polyester silo’s, Graanverwerking. Tevens uw adres voor siloreparaties.

www.whvanderheide.nl

Service en onderhoud, wij staan 24/7 voor u klaar. 0512-360001 8 MELK van het NOORDEN


BESCHOUWING

Activisten bij de varkensstal in Boxtel. De actie maakte duidelijk hoever een klein deel van de maatschappij wil gaan in hun lobby tegen de veehouderij.

veehouders en akkerbouwers en tuinders trekken daarin gezamenlijk op, als koepel van bestaande pr-initiatieven. Doel: een effectieve en slagvaardige communicatie en public relations voor de hele sector. Caroline van der Plas is mede-initiatiefnemer. Ze zegt: ‘Als boeren moeten wij ons verhaal nog meer en nog vaker blijven vertellen. Aan de politiek, aan de media, in het onderwijs, maar vooral aan de burger. Want hoe moedeloos je er misschien soms ook van wordt, 98 procent van de burgers is geïnteresseerd. Maar ze kennen het verhaal niet. Daar moeten we ons op richten. Communiceren, praten, vertellen, laten zien. En vooral herhalen. Moet het tienduizend keer? Doe het dan 10.001 keer. Want bij de burger zit je licence to produce.’ Kalfjes achilleshiel sector Het stemt Vedder blij dat tal van boeren en boerinnen uit verschillende landbouwsectoren inmiddels volop bezig zijn met allerlei kleinere initiatieven die van onderop komen. ‘Communicatie wordt pas sterk als het onderwerp heel dicht bij je ligt. Dan komt het uit je hart, is het echt en komt de boodschap over.’ In haar optiek is in Nederland sprake van een relatief kleine anti-veehouderijgroep, die buitenproportioneel veel lawaai maakt. ‘Dat kunnen ze blijven maken zolang ze bij de stille meerderheid, die niet zo goed weet hoe de vork precies

in de steel zit, een gehoor vinden. Wij moeten er voor zorgen dat dat podium tegen die extreme organisaties zegt: ‘Hee, stelletje mafkezen, wat voor onzin zijn jullie aan het verkondigen’. Streng zijn Daarom is het zo nodig om te blijven investeren in het vertrouwen tussen agrarische sector en de samenleving.’ Hoe? ‘Transparant zijn. Je verhaal

‘HERHAAL JE BOODSCHAP 10.001 KEER ALS HET TIENDUIZEND KEER MOET. WANT BIJ DE BURGER ZIT JE LICENCE TO PRODUCE.’ vertellen, op open dagen, op social media, waar maar. En verder keihard je best doen’, antwoordt Vedder. ‘Maar ook streng zijn voor jezelf.’ Voorbeelden? De melkveehoudster stelt dat het onderwerp kalfjes erg gevoelig ligt. ‘Dat is de achilleshiel van de sector. Blijf daar ver weg van discussie. Er zijn boeren die zwakke kalveren niet willen behandelen, omdat de prijzen slecht zijn. Dan bekijk je het echt te smal. Dat kalfje zorgt ervoor dat jouw koe melk geeft, dat je aaibaar bent voor het MELK van het NOORDEN

9

publiek. Behandel dat kalf dan ook als zodanig.’ Tegengeluid van De Telegraaf In de algemene en landelijke media is het momenteel vooral De Telegraaf die regelmatig een duidelijk tegengeluid laat horen in het voordeel van de boeren. Toch lijkt er ook bij andere media sprake van een kentering. Zo concludeert columnist Jan-Willem Wits in Adformatie dat ‘de negatieve framing van grotere dierhouderijen als megastal z’n langste tijd wel heeft gehad. Hij schrijft: ‘Nu de Wageningen Universiteit openlijk Wakker Dier heeft beticht van overdrijving, beginnen journalisten eindelijk een keer kritische vragen te stellen. Het leidde in De Volkskrant tot een artikel met als kop: ‘Hoe slecht is de megastal écht?’ Ook bij de bezetting van de varkensstal in Boxtel kregen de boeren de publieke opinie mee. Maar Vedder weet dat de strijd niet gestreden is. ‘Ik ben bang dat dat niet de laatste actie was, er komen er meer, dat hebben ze ook aangekondigd. Dit zijn partijen die maar een ding willen: de veehouderij moet weg uit Nederland. Daar valt ook niet mee te praten. Ik geloof heilig in dialoog, maar wel met partijen die daar open voor staan, zoals de Dierenbescherming. Voor de rest blijft het een kwestie van: wees transparant, vertel je verhaal en blijf keihard je best doen. Veel meer kun je niet doen.’


YOUR PARTNER IN QUALITY ASSURANCE

van de Meerakker Service BV

Analyse ruwvoer

Monstername ruwvoer, grond (vee)drinkwater en mest. Analyse: grond, (vee)drinkwater en mest

Veldstraat 25 5473 AH Heeswijk Dinther Telefoon: 0413 - 28 95 48

Uw contactpersoon in het Noorden:

Sipke Talsma: 06 - 12 96 52 24 Uw contactpersoon in het Zuiden:

Ruud van de Meerakker: 0413 - 28 95 48 MELK van het NOORDEN

10

info@vandemeerakkerservice.nl www.vandemeerakkerservice.nl


ANALYSE

2018: MINDER LITERS, MINDER INKOMEN Met een knappe melkprijs leek 2018 de boeken in te kunnen als een goed financieel jaar voor melkveehouders om buffers op te bouwen. Schijn bedriegt echter. Sjoerd Hofstee Landpixel

Melkveehouders hebben gemiddeld gezien een melkprijs van ruim 37 cent nodig om break-even te draaien.

Het jaar 2017 was financieel gezien voor melkveehouders een topjaar. Het was ook het jaar van het fosfaatreductieplan en de generieke korting van ruim 8 procent op nietgrondgebonden bedrijven. Het effect ervan wordt in de cijfers van 2018 duidelijk. Waar melkveehouders gemiddeld gezien in 2017 de bankrekening nog met ruim een halve ton zagen stijgen, is dat over 2018 ‘slechts’ € 4.100. Dat blijkt uit een analyse van cijfers uit de database van accountantskantoor Van der Veen & Kromhout uit Gorredijk.

45.0 40.0 35.0 30.0 25.0 20.0 15.0 10.0 5.0 0.0

Minder melkgeld Een resultaat van ruim € 4.000 na aflossingen en een gemiddelde privéopname van zo’n € 40.000 is op zich een goed resultaat voor de sector. Zeker vergeleken met de jaren 2015 en 2016, toen op veel bedrijven serieus werd ingeteerd op het eigen vermogen. De melkprijs lag in 2018 echter met 37,7 cent per kilo melk op een heel behoorlijk niveau. In 2017 was dat echter voor de melkveehouders vanuit deze database bekeken gemiddeld nog 41 cent. Wat verder opvalt is dat de kosten over de hele linie, bij zowel de KRITIEKE OPBRENGSTPRIJS MELK toegerekende als niet-toegerekende kosten, licht stegen. De kosten moesten namelijk, door het fosfaatreductieplan en de generieke korting, gedeeld worden door minder liters. Dat maakt dat de kritieke melkprijs 2017 gem. 2018 gem. 2018 25% voor deze categorie Var. kosten -/- overige opbr. Vaste kosten (excl. afschr.) Financiele verplichtingen Privé / arbeid

Vervangingsinvesteringen

Opbrengstprijs melk

MELK van het NOORDEN

11

in 2018 kwam te liggen op 37,3 cent per kilo melk. Met een daadwerkelijke melkprijs van 37,7 cent verklaart dat cijfer dat het eindresultaat voor de gemiddeld scorende boer € 50.000 minder positief uitpakt. Aandacht loont Het gat naar de top 25 procent was ook over 2018 aanzienlijk. Deze bedrijven behalen gemiddeld een kritieke melkprijs van 33,2 cent en houden zodanig onder aan de streep gemiddeld € 47.700 over. Wat opvalt bij deze groep is dat hun melkprijs iets hoger ligt. Het percentage weiders ligt er ook hoger waardoor weidepremies meer worden benut. Wat nog meer opvalt, is dat deze categorie beduidend minder kilo’s melk per VAK (Volwaardige Arbeidskracht) aflevert. 431.000 per VAK ten opzichte van 541.000 voor het gemiddelde. ‘Aandacht loont’, kan geconcludeerd worden. Minder koeien per VAK zorgt gemiddeld gezien immers voor meer tijd per koe en voor het beter uitdenken van en werken aan tactische en strategische keuzes. Fosfaatrechten Aan de kostenkant valt het op dat de top 25 procent minder uitgeeft aan voer, mestafvoer en lagere bewerkingskosten heeft. De invloed van kosten aan fosfaatrechten valt relatief nog mee. Al betaalde de gemiddelde boer in 2018 net zoveel aan leasekosten voor fosfaatrechten als de kopgroep met verleasen binnenhaalde. Bedrijven in de top 25 procent lossen ruim een cent per kilo melk meer af dan gemiddeld. Hiervoor is ruimte op deze bedrijven, maar ze kiezen er ook bewust voor. Tel daarbij op dat de kopgroep ook voor privé bijna € 6.000 meer uittrekt en het gat qua resultaat wordt nog groter. Duidelijk is dat deze categorie ook in 2018 prima heeft geboerd, maar dat melkveehouders gemiddeld gezien een melkprijs van ruim 37 cent nodig hebben om break-even te draaien.

Kijk op www.langsdemelkweg.nl voor de uitgebreide uitwerking van de cijfers.


REPORTAGE

‘LIEVER HONDERDEN SLURVEN

Melkveehouder Piet de Boer uit Weidum houdt niet van half werk. ‘De graskuil toedekken doe ik altijd zelf en grondig. Het uurtje extra werk dat ik erin stop, win ik in de winter dubbel en dwars terug.’ Sjoerd Hofstee Langs de Melkweg

Het is eind april als 40 hectare eerste snede volledig luchtdicht onder het kuilplastic ligt bij Piet de Boer (53). Onder een droge, maar bewolkte lucht weidt de 130 koppen tellende melkveestapel van De Boer en zijn vrouw Sandra Compas (48) naast de stal. Ondanks een intensiteitsgraad van ruim 17.000 kilo melk per hectare, loopt de veestapel vanaf 23 maart dit jaar dag en nacht buiten. ‘Zodra het kan gaan ze eruit en als de draagkracht het niet meer houdt, gaan ze weer op stal. Vorig jaar was dat pas begin december’, vertelt de melkveehouder. Hij aanschouwt de dreigende lucht nogmaals en stelt uitermate blij te zijn tussen Pasen en Koningsdag de eerste snede te hebben gekuild. ‘Ik

ben een absolute mooi weer maaier. Eigenlijk was de vrucht nog iets te kort, maar nu hebben we met veel zonlicht een heerlijk gezond product kunnen winnen. De tweede snede laat ik dan wel iets langer groeien, die gaat over deze 1e snede heen en zo compenseren beide snedes elkaar hopelijk goed.’ Op eerste paasdag kwam de

‘KUILGRAS IS HET GROOTSTE KAPITAAL OP MIJN ERF’

Piet de Boer, samen met jongste dochter Marit op de shovel, lift het kleed van de graskuil met een zelfontwikkelde eenvoudige klem.

MELK van het NOORDEN

12

loonwerker om de ruim 40 hectare te maaien met twee triple maaiers. De Boer liet na twee velddagen het gras aan de bult rijden; niet in een sleufsilo. ‘Gras in een sleufsilo inkuilen, heb ik afgezworen. Gewoonweg omdat je na het uitkuilen dan nooit de kuil helemaal goed luchtdicht krijgt. Dat wil ik wel per se want aan schimmel en broei heb ik echt een broertje dood.’ De Boer laat daarom de graskuil goed inrijden en dekt de kuil dan steevast af met twee nieuwe plastic kleden. Daaroverheen gaat een dekkleed en linten met zware trekker- en vrachtwagenbanden om het kleed goed strak te houden. Het afdekken van de zijkanten noemt hij het belangrijkste. Die legt hij rondom helemaal vol met 20 kilo’s grindslurven in metselvorm. Dat betekent: twee slurven naast elkaar. In het midden daarvan komt er een slurf bovenop te liggen. Zo liggen er twee rij dik op elkaar rond de hele graskuil. Daar


DAN ÉÉN SLEUFSILO’ voorlangs komt ook nog een hele rij op de asfaltvloer waar op gekuild is. ‘Deze laatste rij is erg belangrijk want ervaring leert dat er tussen de slurven door anders toch altijd plekken zijn waar lucht doorgaat en schimmel of broei zich kan vormen.’ Of dat niet een heel karwei is? ‘Dat valt mee. Het kost mij bij de eerste en tweede snede wellicht een uurtje extra. Doordat we winters niet tot nauwelijks verlies hebben, verdien je dat ook qua tijd makkelijk terug. En we zorgen dat we het voor elkaar hebben. In het voorjaar bestel ik bij Silobags grindslurven zoveel we nodig zijn. Eventueel laat ik in de zomer nog eens een bigbag komen, daar bespaar ik niet op. Ik gebruik bewust grind omdat zand uitspoelt. Je moet er met grind alleen om denken dat je de slurven optilt en niet over asfalt of beton sleept,

Melk uit Friesland naar CONO De 1,2 miljoen kilo melk per jaar van De Boer gaat naar CONO Kaasmakers in de Beemster. Hij is één van de zes boeren in Friesland die de melk aan de Noord-Hollandse kaasverwerker levert. Een erfenis van zijn ‘emigratie’ naar Friesland in 1993. ‘CONO betaalt een goede melkprijs, maar loopt daarvoor ook altijd voorop met duurzaamheidseisen. Volgend jaar gaan we allemaal over op VLOG-melk en is het gebruik van glyfosaat verboden. Door later te ploegen, oefen ik er op mijn maisland al wat mee. Een hele uitdaging, maar ook dat gaat lukken. Als boer heb je weinig keus. Als je door wilt, moet je wel meebewegen met de steeds voortschrijdende eisen. Dat is ons de aflopen jaren steeds gelukt, dus de komende jaren ook vast wel.’ anders zijn ze zomaar kapot.’ Kleed met klem omhoog Bij het uitkuilen in de winter en het voor- en najaar, als hij in de stal naast het weidegras een mengsel bijvoert, maakt de melkveehouder de kuil elke week zelf open om deze vervolgens weer volledig en secuur luchtdicht af te sluiten. Om dat werk eenvoudiger te maken, liet hij een klem maken die hij voorop zijn shovel kan plaatsen waar hij het plastic ineens mee omhoog kan tillen. ‘Juist omdat ik zo precies ben, wil ik dit klusje altijd zelf doen’, vertelt de ondernemer. ‘Iedereen moet zelf bepalen hoe hij of zij z’n gras behartigt, maar ik zie het als het grootste kapitaal op het erf en steek er daarom bewust tijd en energie in om het goed te krijgen én te houden.’ Blok voor weidegang De nu ingekuilde ruim 40 hectare is een deel van de in totaal 77 hectare areaal. 9 hectare is snijmais, 8 hectare zit in beheer en bevat deels kruidenrijkgrasland (2 ha) en plas/ dras (2 ha) om de weidevogelstand te stimuleren. 18 hectare vormt een blok waar de koeien weiden. Dit blok is verdeeld in zeven percelen. ‘Elk dagdeel krijgen de koeien een ander perceel, dat rouleert steeds door. Ik schaar daarbij bewust niet te lang in en door de vlotte roulatie ook niet te lang uit. Nu lopen ze er al zes weken en zijn ze voor de nacht verhuisd naar het etgroen van enkele net gemaaide percelen. Binnenkort verhuizen ze voor zowel de dag als nacht naar een nieuwe hoek van 18 hectare, verdeeld in zeven percelen. Zo draait het systeem steeds door.’ In het voorjaar is het gras bemest met MELK van het NOORDEN

13

De grindslurven in metselvorm rond de nieuwe kuil gelegd.

drijfmest en kunstmest; 20 kuub en 170 kilo KAS-Zwavel op de weidepercelen en 40 kuub en 250 kilo KAS-Zwavel op de maaipercelen. Sturen doet De Boer op basis van het ureum en de mest. De bijvoeding in de stal is hierbij ook een essentieel onderdeel. De hele zomer door krijgen de koeien tijdens en na de melkbeurten aan het voerhek een rantsoen van kuil en mais, aangevuld met 22 kilo aardappelsnippers, 7 kilo bierbostel en 1 kilo maismeel. In de zomer wordt de kuil vervangen door smakelijk hooi. In de winter is dit rantsoen gelijk, met als enige verschil dat er meer kuil ingaat en de maismeel ingeruild wordt voor raap/soja. Bedrijfsvoering op gevoel De koeien presteren prima op het uitgekiende systeem en rantsoen met een rollend jaargemiddelde van 9.500 kilo met 4,32 vet en 3,77 procent eiwit. Zelf stelt De Boer de bedrijfsvoering vooral op gevoel te doen. ‘Kijken naar de koeien, het ureum en de mest. Door daar op in te spelen, kom je een heel eind.’


HEALTHY ANIMALS – HIGH PROFITS •

Gefermenteerde gist, ter verhoging van de voerefficiëntie en diergezondheid

Pensbestendig gefractioneerd vet, voor verhoging van melkvet en melkproductie

Pensbestendige choline, voor een soepele transitieperiode en betere vruchtbaarheid

Langzaam vrijkomend ureum, voor een hogere productie microbieel eiwit

speerstra.com Postbus 160 | 8530 AD Lemmer | T +31 (0)514 569 001 | F +31 (0)514 569 002 | E mail@speerstra.com

Verdergaande natuurlijke bevordering van de kringloop landbouw dat levert onder de streep meer op! 1

Beperkt ammoniakemissie in stal en op land. Zorgt voor homogenere drijfmest.

2

De door AgriMestMix gekweekte micro-organismen in de mest, zorgen voor een beter bodemleven en gezonde plantengroei.

3

De plant neemt hierdoor makkelijk spoorelementen op, en beschikt over een beter benutbaar eiwit.

Scan de QR code en lees meer op www.rinagro.nl

een product van: MELK van het NOORDEN

14

Rinagro

Tel. 0515-232724

Smart Farming www.rinagro.nl


ANALYSE

GARANTIEPRIJS 2020 HOGER ÉN LAGER Royal FrieslandCampina (RFC) sleutelt aan de garantieprijs. De prijs wordt vanaf 2020 gebaseerd op hogere gehalten, wat op papier een stijging geeft. Daartegenover staat een daling door het eruit halen van toeslagen. Jelle Feenstra FrieslandCampina

Het publiceren van de garantieprijs op basis van hoger vet- en eiwitgehalte kan FrieslandCampina en haar leden een handje helpen op de weg omhoog.

Ledenmelkveehouders vrezen een daling van de garantieprijs van minstens een cent in 2020. Of die vrees gerechtvaardigd is, kan de zuivelonderneming niet bevestigen. ‘We hebben op de ledenvergadering uitgelegd dat de garantieprijs door het meerekenen van allerlei toeslagen geen zuivere weergave van de markt meer oplevert en dat we daaraan iets willen doen’, zegt woordvoerder Jan Willem ter Avest. 0,6 cent hoger Hij stelt dat het nog te vroeg is voor een diepere inhoudelijke toelichting. ‘We hebben naar de leden toe een denkrichting geschetst. Die wordt nu in de ledenraden verder besproken. Eind dit jaar wordt een definitief voorstel in stemming gebracht.’

Een belronde langs ledenmelkveehouders van FrieslandCampina maakt al wat wijzer. Het plan is om de verhouding eiwitvet-lactose op 10-5-1 te houden, maar het eiwit- en vetgehalte van het gemiddelde bedrijf wel te actualiseren, lees te verhogen. Dat zorgt voor een gepubliceerde garantieprijs die zo’n 0,6 cent hoger komt te liggen. Daarmee wordt een stevigere prijs in de markt gezet, wat een handje kan helpen in de prijsonderhandelingen met de retail en wellicht ook richting het presteren van andere zuivelverwerkers. Want hoe zeer FrieslandCampina het zelf ook ontkent, met haar systeem van de garantieprijs is de grote zuivelreus natuurlijk een prijszetter. De melkveehouder merkt de papieren verhoging niet in de beurs. Hij wordt, net als nu, gewoon

MELK van het NOORDEN

15

betaald op basis van kilogrammen vet en eiwit. Maar de hoop is dat met een hogere prijszetting in de markt ook meer geld wordt verdiend voor de melkveehouders. Toeslagen Over de in de garantieprijs opgenomen toeslagen is op de ledenvergaderingen gezegd dat deze gaandeweg de jaren steeds luxer in de garantieprijs zijn meegenomen. In de laatste vijf jaar tijd steeg het absolute niveau van de meegewogen toeslagen van andere fabrieken van € 20 naar € 96 miljoen. Een dergelijk bedrag komt, omgeslagen over het totaal aantal liters geleverde melk, neer op zo’n 95 cent per kilo melk. Die hoogte is volgens FrieslandCampina niet conform hoe het werkelijk is, omdat lang niet alle melkveehouders van andere fabrieken deze toeslagen krijgen, terwijl ze wel worden meegewogen als zodanig. Daarom wil FrieslandCampina de toeslagen uit de garantieprijs. Of dat geheel of gedeeltelijk is, is niet duidelijk. Vreugdenhil voor DOC Nog een verandering is dat DOC Kaas uit het rijtje van de drie meegewogen Nederlandse zuivelondernemingen verdwijnt. Dit wordt gedaan omdat moederbedrijf DMK al meedoet. Vreugdenhil Dairy Foods komt voor DOC in de plaats. Verder verdwijnt de gelijke meeweging van elke 33,3 procent van de drie Nederlandse zuivelondernemingen Cono, Leerdammer en DOC. De fabriek met de meeste melk wordt voortaan het zwaarst meegewogen, dat is Vreugdenhil Dairy Foods. De melkprijs van CONO Kaasmakers, al jaren de hoogste van Nederland, gaat dus minder zwaar meewegen. Niet schokkend, dit scheelt ongeveer 0,05 cent in de garantieprijs. Opgeteld bij de 95 cent aan toeslagen die eraf gaat, kom je dan op een min van 1 cent, die van de garantieprijs afgaat. Als zodanig hebben sommige melkveehouders de berekening ook gemaakt. Of die ook daadwerkelijk uitkomt, blijft afwachten. De definitieve uitkomst wordt in december 2019 duidelijk.


ACHTERGROND

BANK VAKER BUITENSPEL BIJ Melkveehouders kopen fosfaatrechten vaak met eigen geld. Lukt dat niet, dan is altijd nog een bank. Maar die zegt steeds vaker ‘nee’. Dit zorgt ervoor dat het huren van fosfaatrechten met een koopoptie in opkomst is. Jelle Feenstra Landpixel

Een huurkoopovereenkomst van fosfaatrechten levert een verhuurder fiscaal voordeel op.

MELK van het NOORDEN

16

‘Ja, dat klopt. Het aantal melkveehouders dat kiest voor het huren van fosfaatrechten met koopoptie is duidelijk aan het groeien’, reageert Ids Schaap van Fosfaatrecht.nu. Het zijn volgens hem vooral melkveehouders die de aankoop bij de bank niet gefinancierd krijgen. ‘Maar er zijn ook ondernemers die evengoed kiezen voor huurkoop als ze het via de bank wél gefinancierd kunnen krijgen. Ik merk dat vooral bij klanten van de Rabobank, die een strikte aflossingstermijn van maximaal vijf jaar hanteert. Die hoge aflossingsdruk kun je op deze manier mooi omzeilen, terwijl je toch een stukje bedrijfsontwikkeling in gang zet.’ Volgens agrarisch bedrijfsadviseur Arend Hoekstra van Van der Veen & Kromhout biedt de huurkoopconstructie een goede oplossing voor bedrijven die niet direct fosfaatrechten kunnen of willen kopen. ‘De huurder voelt minder druk op de liquiditeit en krijgt zekerheid dat de rechten uiteindelijk zijn eigendom worden. Het voordeel voor de verhuurder is minder belastingdruk want hij voorkomt hiermee directe afrekening met de fiscus.’ Hoekstra is momenteel voor enkele boeren bezig om een contract voor het huren van fosfaatrechten met koopoptie in orde te maken. Contract komt precies Het opstellen van de contracten komt erg precies, vertelt Hoekstra. ‘Bij een gangbaar huurkoopcontract spreken verhuurder en huurder een totaalprijs en een aflossingstermijn af. De fosfaatrechten gaan na de laatste betaaltermijn automatisch over naar de koophuurder. Het nadeel voor de verhuurder in deze constructie is dat hij meteen bij het afsluiten van de overeenkomst wordt aangeslagen over het totale afgesproken koophuurbedrag.’ Om daar wat


VERWERVEN FOSFAATRECHTEN bewegingsvrijheid in te krijgen, gingen de in de VLB verenigde accountants in gesprek met de fiscus. Dit leverde afgelopen najaar resultaat op. ‘Kort gezegd komt het erop neer dat er in de huurkoopovereenkomst een duidelijke onzekerheid moet zitten of de huurder de rechten op het eind van de periode wel of niet koopt. Dat is het grote verschil met gangbare huurkoop, waar het totaalbedrag en de zekerheid van koop van tevoren al is vastgesteld en de verhuurder door de fiscus meteen wordt gezien als een verkoper’, zo verduidelijkt Hoekstra het best wel ingewikkelde verhaal. Concreet: als twee partijen kiezen voor het huren van fosfaatrechten in combinatie met een optie tot koop aan het eind van de periode, blijft het juridische eigendom en dus ook het risico liggen bij de verhuurder. ‘Bij deze optie spreek je ook een aflossingstermijn af, maar dan in combinatie met bijvoorbeeld een afspraak dat er na deze periode nog 10 of 20 procent moet worden betaald. Nogmaals, de koop moet niet van tevoren al 100 procent vaststaan, dat is de grens die de fiscus hanteert voor wat betreft het wel of niet ineens aanslaan van de verhuurder’, zo vertelt Hoekstra. Het voordeel voor de verhuurder bij deze constructie is dat hij gedurende de afgesproken periode – doorgaans een periode van zes tot acht jaar - jaarlijks huurinkomsten krijgt en aan het eind van de periode koopopbrengsten. Zo kan hij de inkomsten spreiden, wat fiscaal aanzienlijk voordeliger is. Want hij kan zo buiten het hoogste tarief van de inkomstenbelasting blijven. De belastingbesparing kan oplopen tot wel 15 procent. Zit de verhuurder tegen de AOW-gerechtigde leeftijd aan, dan kan dit percentage zelfs oplopen tot bijna 30 procent. Goed ondernemerschap Ook voor de huurder kan het huren interessant zijn ten opzichte van koop. Ids Schaap refereerde daar al aan in het begin van dit verhaal. Door het huren van fosfaatrechten hoeft in veel gevallen geen aparte financiering te worden

‘Totale opbrengstprijs ligt hiermee hoger’ Een melkveehouder uit Brabant verhuurt via Fosfaatrecht.nu zo’n 1.500 kilo aan fosfaatrechten voor een afgesproken looptijd van vijf jaar via een huurkoopovereenkomst. ‘Dat is circa 35 procent van het totaal aan rechten dat ik had. Het overige heb ik verkocht en mijn schulden mee afgelost. Omdat ik dit geld niet direct nodig heb, heb ik bewust voor deze optie gekozen. Zo krijg ik vijf jaar lang € 26 per kilo en bij verkoop nogmaals € 80,-. Opgeteld een prijs van € 210,- die daarmee hoger ligt dan de prijs die ik anders kreeg. En door het gefaseerde inkomen over vijf jaren, bespaar ik in al die jaren belasting. Hoeveel? Dat weet ik niet precies, maar het kan vast uit.’ Helemaal zonder risico is zijn inzet niet. Theoretisch kan Nederland over vijf jaar zonder fosfaatrechtenstelsel zitten of de huurder ziet van de koop af. ‘Voor beide ben ik niet bang. Ik geloof niet dat we in dit land ooit weer van de fosfaatrechten afkomen en de huurder kan de rechten over vijf jaar vast niet voor een lagere prijs dan € 80,- kopen die wij nu hebben afgesproken.’ geregeld. ‘Kopen via de bank en dan in vijf jaar tijd aflossen is niet voor iedereen weggelegd. Nu kun je dus die betaling spreiden met minder druk, het totaalbedrag pakt natuurlijk wel hoger uit’, zegt Schaap. Zijn ervaring is wel dat melkveehouders eerder te koop lopen met de opmerkingen als ‘Ik heb vandaag een pakket fosfaatrechten gekocht’ dan dat ze zeggen ‘Ik heb vandaag een pakket fosfaatrechten geleased.’ ‘Het idee is dan toch dat je het bij de bank niet rond kon krijgen. Ten eerste is dat lang niet altijd zo en ten tweede vind ik het juist getuigen van goed ondernemerschap, dat je op deze manier toch een methode vindt om je bedrijf door te ontwikkelen.’ Het gebruiksrecht van de fosfaatrechten wordt bij het verhuren in één keer overgeschreven van de verhuurder naar de huurder. Hierbij gaat 10 procent van de rechten verloren door afroming. Het eigendomsrecht blijft bij de verhuurder, de melkveehouder huurt de rechten voor een bepaalde looptijd en aan het einde van de looptijd moet er een

‘DEZE METHODE KAN JUIST GETUIGEN VAN GOED ONDERNEMERSCHAP’

MELK van het NOORDEN

17

definitieve koopovereenkomst worden gemaakt. Dit komt erop in de praktijk meestal op neer dat de koper aan het eind van de periode een koopsom betaalt, verminderd met de betaalde huurinkomsten gedurende de looptijd. Maatschap is andere optie Een ander alternatief voor het kopen van fosfaatrechten is het aangaan van een samenwerkingsverband tussen een stopper en een blijver. ‘In de maatschap brengt de stakende boer de fosfaatrechten in. Hij ontvangt jaarlijks een vergoeding voor zijn arbeid en inbreng’, licht Herrold Lammertink toe, directeur van DLV Advies. De verkoper heeft zo een langere overgangsperiode van het boer zijn naar het definitief staken van het bedrijf. Lammertink vertelt dat bij een maatschap de verkopende partij eigenaar blijft van de fosfaatrechten. Ook blijven alle fosfaatrechten behouden en vindt er geen 10 procent afroming plaats. ‘Deze constructie geeft de koper de mogelijkheid om over een langere periode de fosfaatrechten te betalen, maar deze wel al direct te kunnen gebruiken. Ook kunnen eventueel gebouwen en dieren van de verkoper meteen worden gebruikt.’ Nadeel van deze constructie is dat beide partijen daadwerkelijk in de onderneming moeten participeren. Dat brengt altijd risico’s met zich mee.


REPORTAGE

GRUTTOBOER OP ZOEK NAAR Doodgeknuffeld worden ze, door mensen en organisaties die een melkveehouderij willen vol weidevogels in bloemrijke weilanden. Bote en Astrid de Boer realiseren dit plaatje op hun melkveebedrijf in Tjerkwerd. Maar een inkomen dat past bij hun inspanningen blijft uit. Jelle Feenstra Marcel van Kammen, Fred van Diem & eigen foto

Bote’s Paradys. De tekst bij de levensgrote grutto in het weiland aan de provinciale weg Bolsward-Workum zegt geen woord te veel. De bezoeker wordt getrakteerd op een kakafonie van weidevogelgeluiden, vooral afkomstig van grutto’s, kieviten en tureluurs. Het waterpeil op 12 hectare ouderwets greppelland is door de melkveehouder 90 centimeter omhoog gebracht. De geur en kleur van boterbloemen, paardenbloemen, veldzuring, smalle weegbree en bijna vergeten grassoorten brengen de iets oudere bezoeker terug naar zijn jeugdjaren. Vredig herkauwende koeien in de voorjaarszon, omringd door in totaal zo’n 200 weidevogelnesten en een plasdrasgebied, maken het paradijs compleet. Dit is dus het plaatje waar Nederland

– de Provinsje Fryslân voorop – zo graag naar toe wil: extensief beheerd grasland, door een grondgebonden boer met nog geen twee koeien per hectare land. Weilanden vol met kruiden en weidevogels. Het lijkt ook het perfecte plaatje voor de Planet Proof-melk van FrieslandCampina. Toch komt melkveehouder Bote de Boer niet in aanmerking voor de plus van nu 1 en straks 2 cent op deze melkstroom. De melkveehouder heeft op de meeste van zijn 54 hectare land lichte en zware agrarische natuurbeheerpakketten liggen. Laat maaien en ouderwets bemesten betekent lang en uitgegroeid gras. Met deze overdosis aan pensprik komt de melkproductie niet hoger uit dan 7.500 kilo per koe. Dat is voor de op de Kringloopwijzer gebaseerde Planet Proof-melkstroom te weinig om

MELK van het NOORDEN

18

onder de toegestane grens voor CO²uitstoot te blijven. Planet Proof is intensiveren Paradoxaal genoeg moet De Boer, die nu VLOG-melk levert, eigenlijk juist intensiever gaan boeren om Planet Proof-melk te mogen leveren. Het waterpeil weer naar beneden brengen, afstappen van de plasdras, het land intensiever gaan bewerken en bemesten, vroeger maaien en een deel van het dan overtollige ruwvoer verkopen. Mais gaan telen en de melkproductie per koe lekker opschroeven. Een groot deel van het agrarisch natuurbeheer raakt hij dan wel kwijt. En van de tweehonderd weidevogelnesten blijven er dan misschien nog twintig over. Maar dan mag hij tenminste wel Planet Proof-melk leveren. Op papier wordt zijn bedrijf dan namelijk veel klimaatefficiënter. Dit is precies wat in zijn ogen niet klopt aan de systematiek. Veel boeren kiezen voor die route en zijn op papier Planet Proof. Ze kennen genoeg voorbeelden van boeren die thuis vooral turbogras telen en een behoorlijk intensieve bedrijfsvoering draaien, waardoor ze de klimaatdoelstellingen halen. Voor het benodigde agrarische natuurbeheer


BETER VERDIENMODEL kopen ze wat ‘vogeltjesland’ op afstand, gooien er een zwaar pakket op en kijken er verder nauwelijks naar om. Hoeveel gruttokuikens eruit komen, is van ondergeschikt belang. Maar ze zijn dan wél Planet Proof. Terwijl Bote en zijn vrouw Astrid het ideaalplaatje, compleet met kruidenrijke melk leveren, maar door de gehanteerde rekenmethode buiten de Planet Proofboot vallen. € 80.000 meer zonder kosten Het is verleidelijk om het roer toch om te gooien naar een intensievere manier van boeren. De melkproductie kan dan met dezelfde krachtvoergift als nu - 12 tot 14 kilo brok per koe per dag – met 2.000 kilo melk per koe omhoog. 90 koeien maal 2.000 kilo melk maal 35 cent is € 60.000 extra. Een plus van 2 cent op de Planet Proof-melk vanaf 2020 betekent nog eens € 17.000 erbij is bijna € 80.000 meer. Voor al hun inspanningen op 54 hectare vogeltjesland krijgen ze nu jaarlijks zo’n € 30.000. Dat bedrag valt dan grotendeels weg. Maar netto komt er jaarlijks dan wel € 50.000 meer binnen. En dan zijn extra kosten die ze maken op het slecht bewerkbare greppelland nog niet eens meegerekend. Toch willen Bote en Astrid deze

weg niet bewandelen. Toen ze het melkveebedrijf in 2000 kochten van melkveehouder Tjalke van der Meer wemelde het op de oude greppelstukken al van de weidevogels. In de toen lopende ruilverkaveling schoven ze een aantal stukken land vlak tot goed bewerkbaar land. Al snel zagen ze dat dit de weidevogels niet ten goede kwam. Dat vonden ze jammer. Het leidde tot terughoudendheid in intensiveren. In plaats daarvan gingen ze juist de extensieve kant op, met de komst van zwaardere pakketten aan natuurbeheer. Dat betekent niet maaien voor 15 juni en alleen bemesten met vaste, ruige mest. Slachtoffer eigen succes Die strategie werd een succes, zo’n succes dat de vogels ook de omringende en intensiever bewerkte weilanden op hun melkveebedrijf weer gingen bevolken. In enthousiaste samenwerking met de Vogelwacht Bolsward en het agrarisch collectief werd het vogeltjesland steeds een stukje verder uitgebreid. Het werd een sport om zoveel mogelijk uitvliegende grutto’s te realiseren. Zo ontstond een eldorado van weidevogels, terwijl ook de kruiden weer terugkwamen. Maar

MELK van het NOORDEN

19

Melkveehouder Bote de Boer met een van z'n gruttokuikens.


www.agrilandassurantieadvies.nl Uw adviseurs: Wilco de Boer: René van der Meer: Feite Roelevink: Frits Biegel:

06 - 50 66 02 44 06 - 25 05 41 44 06 - 11 88 84 88 06 - 27 08 81 29

Balthasar Bekkerwei 70, Leeuwarden • 058 20 10 151

PARTNERKANTOOR VAN

100 95 75

25 5 0

MELK van het NOORDEN Animax_2018_Dutch Cow Management_new logo version_final artwork_10-5-19 10 May 2019 18:04:53

20


REPORTAGE

nu dreigen ze slachtoffer te worden van dat succes. De keerzijde is namelijk dat het steeds moeilijker wordt om voldoende eiwitrijk voer van het land te halen en de koeien aan de melk te houden. Vooral in de wintermaanden is er flink eiwitrijk krachvoer nodig om de melkproductie nog enigszins op niveau te houden. Omschakelen loont niet Alles beschouwend zou je zeggen dat het melkveebedrijf van De Boer beter vandaag dan morgen biologisch kan worden. Met een meerprijs van 8 tot 10 cent op de biologische melk worden hun inspanningen voor ‘het perfecte plaatje’ immers wél beloond. Maar de melkveehouder twijfelt. Bij de huidige bedrijfsvoering is de ruwvoerkwaliteit onvoldoende en moet er zoveel biologisch eiwitkrachtvoer worden aangekocht dat de kosten hoger zijn dan de opbrengsten. ‘Dan kunnen we net zo goed gangbaar blijven.’ Biologisch worden is alleen interessant als hij minstens de helft van zijn bedrijf weer uit het agrarisch natuurbeheer haalt. Dan kan hij op dat deel van het land met een intensieve biologische bedrijfsvoering - grasklaver, vroeg maaien en de koeien binnen houden tot na de eerste snede - misschien zoveel eiwit halen dat biologisch loont. Conclusie: om voor de meerprijs van biologisch of Planet Proof in aanmerking te komen, moet het bedrijf intensiveren. Dat betekent minder hectares natuurbeheer en dus minder weidevogels. Het beleid voor agrarisch natuurbeheer is er juist op gericht om grotere, robuustere gebieden te krijgen. Als je van 54 hectare naar 27 hectare teruggaat, is het maar de vraag hoeveel weidevogels er over blijven. Immers, minder hectares met lang gras

Bote de Boer: te extensief voor Planet Proof en biologisch.

Nieuwe stal produceert stromest De komende periode oriënteren Bote en Astrid de Boerzich op een beter verdienmodel. Zeker is dat er een nieuwe stal komt. Waarschijnlijk wordt dit een stal met vrijligboxen en stro, met een dichte vloer met scheiding van mest en urine. De vaste ruige mest die uit de stal komt is goed voor de weidevogels, de dunne fractie een goede kunstmestvervanger, wat interessant wordt als ze toch kiezen voor biologisch. Ook kijken ze samen met gezonde bodemdeskundige Theo Mulder naar kansen om tegen vergoeding van overheden organisch afval te gaan afnemen en fermenteren om dit vervolgens te zetten als bodemverbeteraar op hun land.

‘BELONING PER UITVLIEGEND KUIKEN IS OPLOSSING VOOR ONS’ betekent meer kans op predatie. ‘Als je ziet hoe goed een robuust systeem hier werkt en hoe mooi het is om al die weidevogels terug te hebben, dan willen we alleen maar graag verder nog die kant op. Maar zonder verdienmodel wordt de vraag langzamerhand wel: ten koste van hoeveel, hoe ver ga je nog

Eldorado voor grutto zorgt voor tekort aan eiwit voor de koeien.

MELK van het NOORDEN

21

door? We hebben vijf kinderen en er komt een opvolger aan.’ Als het aan De Boer ligt, moet er voor agrarisch natuurbeheer een uitbetaling komen op basis van elk gruttokuiken dat uitvliegt. ‘Als je al het geld in Nederland dat in weidevogelbeheer wordt gestoken zou omslaan per kuiken dat uitvliegt, hebben we ons verdienmodel te pakken. Dan pakken we in plaats van € 30.000 het dubbele en gaan we mooi op deze manier door’, zegt hij. In zijn ogen doet zo’n systeem ook meer recht aan de inspanning van de boer. ‘Nu krijgt een boer die om de nesten heen maait een vergoeding. Terwijl dat juist averechts werkt omdat predatoren afkomen op de bosjes en alle eieren of kuikens opvreten. Dus je moet zo lang wachten met maaien dat alles is uitgevlogen of de nestbescherming combineren met weidegang en dan afrastering eromheen. Ik zet rood lint om kuikens van kort gemaaid land te houden. Met camera’s en lichtbakken proberen we predatoren weg te houden. Het is een vak op zich om kuikens uitgevlogen te krijgen, dat zou ook als zodanig beloond moeten worden.’


REPORTAGE

ZELFWERKZAAMHEID MAAKT MODERNE Melkveehouders Aardema in Schoonebeek melken binnenkort in een 2x12 rapid exit melkstal waarin de tepelbekers uit de vloer komen. Door het kopen van een tweedehands rapid exit frame, gebruikte melkapparatuur en veel eigen arbeid, drukken de ondernemers de kosten. Berrie Klein Swormink

Kijk je rond op het bedrijf van Jan, Henny en Mindert Aardema in Schoonebeek dan zie je al snel dat we hier te maken hebben met boeren die gespitst zijn op het in de hand houden van de kosten. Mindert (32) wijst naar de ligboxenstal: ‘In 2014 bouwden we in eigen beheer een ligboxenstal voor € 2.200 per ligplaats.’ Mindert hoopt het bedrijf binnen enkele jaren over te nemen van zijn ouders Jan (64) en Henny (62). Momenteel werkt Mindert nog drie dagen per week bij een grote akkerbouwer. Dat verhindert hem niet om vele uren actief te zijn op het eigen melkveebedrijf. De afgelopen twee jaar staken Jan en Mindert veel tijd in de bouw van een nieuwe melkstal. De melkstal is een logisch vervolg op de komst van de ligboxenstal in 2014. ‘In 1980 bouwde ik met Henny een voerligboxenstal voor 62 melkkoeien. Ik dacht dat die groot genoeg zou zijn voor de rest van mijn carrière als melkveehouder. Maar dat bleek niet het geval. De voerligboxenstal werd te krap en niet meer de ideale huisvesting voor onze melkkoeien. Dat uitte zich onder meer in een hogere celgetaldruk dan ons lief was’, aldus Jan. Nieuwe melkerij op nieuwe plek Sinds 1980 melkt Aardema in een 2x5 visgraatmelkstal die is gesitueerd in het voormalige achterhuis van de boerderij. Deze melkstal is versleten, gedateerd en heeft te weinig capaciteit voor de melkveestapel die momenteel uit 90 koeien bestaat. ‘Eerst dachten we aan het vervangen van de visgraatmelkstal door een nieuw, groter exemplaar op

dezelfde plek’, vertelt Mindert. ‘Vooral omdat we zo’n melkstal gewend waren.’ Jan: ‘Maar een nieuwe melkstal op de plek van de oude zou betekenen dat er eerst een tijdelijke melkstal zou moeten komen. Dat zagen we niet zo zitten.’ Ook de optie om automatisch te gaan melken passeerde de revue. Maar die viel al snel weer af. Mindert: ‘Bij een robot moet je 24 uur per dag beschikbaar zijn. Bij een melkstal hoeft dat niet meer dan drie van de 24 uur te zijn. En tijdens het melken krijg je al je koeien onder ogen. Maar minstens zo belangrijk: we vinden de kosten van automatisch melken te hoog. Dat komt onder meer omdat we nog niet genoeg koeien hebben om de capaciteit van twee robotboxen optimaal te benutten.’ Het denken over en zoeken naar melkstallen ging verder. Via internet kwamen de melkveehouders drie jaar geleden op het spoor van een gebruikte 2x12 rapid exit melkstal inclusief Gascoigne Melotte (GM) melkapparatuur.

‘DE GROOTSTE BESPARING ZIT IN MINDER ARBEIDSLOON’

MELK van het NOORDEN

Deze stal bleek precies te passen in het voorste deel van de voormalige voerligboxenstal. Voor € 7.000 verwisselde de rapid exit van eigenaar. Het nieuwe melken In dezelfde periode maakten Jan en Mindert kennis met het ‘Nieuwe Melken’. Bij ‘Het Nieuwe Melken’ komen de melkbekers uit de grond omhoog door middel van perslucht. ‘We gingen naar een open dag bij een melkveehouder

Jan bij de melkstal in aanbouw waar binnenkort de tepelbekers zonder klauw uit de vloer komen.

22


MELKTECHNIEK BETAALBAAR

Mindert bij de techniek die de Rapix Exit aanstuurt.

met dit systeem en raakten meteen enthousiast. Bij dit systeem heb je geen melkklauwen meer. Je gebruikt beide handen om de tepelbekers aan te sluiten en werkt daardoor een stuk sneller’, vertelt Mindert. Het enthousiasme van vader en zoon viel op bij ontwikkelaar en leverancier Jan Castelein, die de twee melkveehouders uitnodigde om eens te komen proefmelken. Jan: melken in een zij-aan-zij stal waarbij je tussen de achterpoten door aansluit, was voor mij wel even wennen als verstokte visgraatboer. We raakten echter nog enthousiaster dan we al waren. Dit systeem maakt melken een stuk minder belastend.’ In overleg met de eigen SAC dealer Wijha bv in Hardenberg en Jan Castelein maakten de Aardema’s een plan om het nieuwe melken te combineren met het aangekochte rapid exit frame, in de oude melkstal aanwezige SAC melkapparatuur en bij te kopen gebruikte melkapparatuur. Voor € 4.000 verkocht Mindert de GM -melkapparatuur die ze met de rapid exit stal in huis haalden. Eén zijde bijna klaar Inmiddels zijn we een paar jaar verder. Eén zijde van de nieuwe melkstal is bijna klaar. Het meeste werk hebben Mindert en Jan zelf gedaan. Voor bouwwerkzaamheden konden ze terugvallen op een ZZP’er die hen één dag per week hielp. Om de nieuwe melkstal in de voerligboxenstal te krijgen, moest er inpandig flink wat gebeuren. Per

De ligboxstal die nog ruimte biedt voor het houden van meer koeien.

Bedrijfsgegevens Jan, Henny en zoon Mindert Aardema hebben in Schoonebeek (Dr.) een melkveebedrijf met 90 koeien en bijbehorend jongvee. Bij het bedrijf hoort 60 hectare grond, waarvan 12 hectare in gebruik is voor de teelt van snijmais, de rest is grasland. De gemiddelde jaarproductie van de koeien is 9.200 kilo met 4,75 % vet en 3,75 % eiwit. saldo verdwenen 16 ligboxen. Bij het nieuwe melken is er een loopruimte nodig onder de melkstanden om bij de daar aanwezige apparatuur te kunnen. Daartoe maakten de Aardema’s een put van drie meter diep in de grond. Ook doet de kelder dienst om technische zaken als de melkpomp en de hydrauliekunit van de rapid exit een plek te geven. Omdat het GM-besturingssysteem niet meer te gebruiken was, maakte Mindert zelf een nieuwe besturingskast voor bediening van de rapid exit. ‘Gelukkig ben ik redelijk handig. In het verleden heb ik enige jaren bij een melkmachinedealer gewerkt.’ Het is de bedoeling om binnen een paar weken één zijde van de nieuwe melkstal in gebruik te nemen. Dan volgt een volgende fase in het proces. De apparatuur voor de andere zijde van de melkstal moet uit de huidige melkstal komen. Dit kan pas als die stal buiten gebruik is. MELK van het NOORDEN

23

Na het overzetten van de apparatuur volgt volledige ontmanteling en sloop van de oude melkstal. ‘We gaan van de ruimte die vrijkomt een onderkelderde wachtruimte maken.’ Met de afronding van de nieuwe melkstal, de sloop van de oude en de bouw van de wachtruimte zullen een aantal maanden gemoeid zijn, schatten Mindert en Jan. Ze mikken er op dat in oktober alles klaar is. ‘En in ieder geval voor aanvang van het nieuwe stalseizoen.’ Grote besparing Mindert geeft aan dat de verbouwing van voerligboxenstal tot melkstal ongeveer € 20.000 heeft gekost. Daar komt € 3.000 bij voor het rapid exit frame en € 3.500 aan gebruikte melkapparatuur. Wat ze precies kwijt zijn aan de techniek voor ‘Het Nieuwe Melken’ vermelden de maten liever niet in de krant. Jan: ‘De grootste besparing die we realiseren is niet de aankoop van gebruikte apparatuur, maar arbeidsloon dat we niet hoeven te betalen omdat we de afgelopen paar jaar heel veel zelf hebben gedaan. Die besparing was alleen haalbaar doordat Mindert ook in het bedrijf werkt.’ De ondernemers zijn van plan om de komende jaren de melkveestapel geleidelijk te laten groeien; alleen met eigen aanwas om de gunstige gezondheidsstatus van de veestapel niet in de waagschaal te stellen. In de stal is nog ruimte voor zo’n 35 koeien extra. ‘Voorlopig kunnen we vooruit.’


IN ‘T VELD

GRILLIG WEERTYPE TEKENT EERSTE SNEDE GRASOOGST Het was rond 20 april toen veel melkveehouders hun eerste snede graskuil al binnenhaalden. De grote groep wachtte echter langer, tot de eerste week van mei of medio mei. De laatste periode pakte door de bank genomen het beste uit. Zo ook voor de maatschap Landman in Raerd die tussen 13 en 16 mei 50 hectare in eigen beheer inkuilden. Op de avond van 16 mei werd het kleed over de graskuil getrokken en was de 1e snee grasoogst voor 2019 achter de rug. ‘In de eerste week van mei hadden we al 20 hectare ingekuild. Het weer viel toen tegen, vandaar dat we de grote hap nog even lieten staan. De regen en wind van de tweede week mei maakte wel dat het maaien nu lastiger ging; het gras was gaan liggen. Maar uiteindelijk hebben we een mooi product kunnen winnen’, vertelt Jolmer Landman. ‘Ik schat in dat er richting de 4.000 kilo drogestof op stond en het product gemiddeld droger dan 40 procent is. Maar dat is prima, daar kunnen we komende winter wel mee uit de voeten.’

MELK van het NOORDEN

24


MELK van het NOORDEN

25


BEZOEK ONS TIJDENS: NRM VAN 28 T/M 29 JUNI IN ZWOLLE

FOSFAATRECHTEN KOPEN OF VERKOOP DOE JE EENVOUDIG ZELF ONLINE GEEN GEDOE EN DIRECT ONLINE

BEL: 085-4016809 VOOR HET ACTUELE AANBOD

WAAROM FOSFAATRECHT.NU

Via Fosfaatrecht.nu komen vraag en aanbod

Rechtsteeks zakendoen

samen waarbij koper en verkoper direct met

Actuele prijzen, vraag en aanbod

elkaar kunnen handelen. Is er na een bieding

Transparante prijsvorming

overeenstemming bereikt? Dan gaan wij voor

Heldere marges

beide partijen aan de slag.

KIJK VOOR DE GOEDKOOPSTE VVO’S OP WWW.MESTVERWERKEN.NU

MELK van het NOORDEN 26 Tsjûkemarwei 6c, 8521 NA Sint Nicolaasga, 085-4016809, info@fosfaatrecht.nu


36 26

MELK van het NOORDEN

MELK van het NOORDEN

27


INTERVIEW

‘BELOON DE KOE MET VERS WEIDE Schaar koeien in op een weideperceel als het driebladstadium is bereikt en breng de veestapel elke shift op een nieuw vers perceel. ‘Zo beloon je de dieren, creëer je de meeste grasgroei en minste verliezen’, betoogt Ivor Awty. De Australische uitvinder van de Pature Reader lichtte zijn visie onlangs toe in Warstiens. Sjoerd Hofstee Niels de Vries & Ivor Awty

Op uitnodiging van kenniscoöperatie Niscoo kwam Ivor Awty (69) eind mei een week naar Noord-Nederland. Awty heeft jarenlange ervaring met weiden van grotere en kleiner koppels op onderzoekscentra in de staat Victoria in Zuidoost-Australië, is uitvinder van de Pasture Reader (zie kader) en werkt inmiddels al jaren als zelfstandig consultant. Volgens hem geldt wereldwijd dat veel melkveehouders in de stal het voeren consistent en gedegen uitvoeren terwijl ze verwachten dat het in de weide vanzelf moet gaan. ‘Dat is onterecht, maar je kunt koeien veel leren en het jezelf daarmee makkelijker maken. Als je je systeem op orde brengt en consistent werkt, kun je ook in Nederland wel

richting de 15 ton drogestof van een grasperceel winnen. Om zover te komen, moet je echter wel begrijpen hoe gras groeit en hoe het reageert op jou handelen als melkveehouder.’ Driebladstadium is optimum Volgens Awty begint goede weidegang met vruchtbaar land met een goede toestand van fosfaat, PH en voldoende goede grassen. ‘Als je dat up to date hebt en houdt, ga je aan de slag. Verdeel je weidepercelen in verschillende stukken. Dat kan eenvoudig met behulp van stroomdraad. Liefst deel je het zo in dat alle percelen de grootte hebben voor voldoende grasaanbod voor één shift tussen twee melkbeurten. Lukt dat

Ivor Awty (midden) licht zijn visie met woord en daad toe tijdens de onlangs gehouden studiebijeenkomst in Warstiens.

MELK van het NOORDEN

28

praktisch gezien niet, dan maak je het zo dat de koeien er maximaal driemaal achter elkaar terugkomen. Inscharen doe je als het gras het driebladstadium heeft bereikt. Wordt het gras langer en komt het in het vierbladstadium, dan sterft het onderste eerste blad af. Dit zorgt dan nog wel voor vulling in de koeienpens, maar niet meer voor voederwaarde. En dat is zonde.’ Korter inscharen dan het driebladstadium is volgens Awty niet wenselijk omdat het gras dan nog niet haar optimale punt heeft bereikt en het de hergroei beperkt. Hij licht toe: ‘Kort gras is voor de koe het meest smakelijk. Als je bijvoorbeeld standweiden toepast of rotatieweiden waarbij de koeien vaker dan drie dagen achter elkaar terugkomen op eenzelfde perceel, grazen ze het jonge gras af wat net weer boven komt. Het nadeel daarvan is niet alleen dat het gras boven de grond niet doorgroeit en dus minder wordt benut, maar ook de wortels van de grasplant groeien minder. Door kort jong gras te laten afgrazen, laat je als het ware de energie uit de plant wegvreten. Dat maakt dat


GRAS EN ZIJ BETAALT U TERUG’ Oorsprong Pasture Reader in mijnbouw Ivor Awty werkte tot het begin van deze eeuw meerdere jaren als onderzoeker op tien onderzoeksboerderijen. Daarin deed hij veel onderzoek naar optimalisatie van weidegangsystemen. Hij raakte overtuigd dat met gerichte bijvoeding 80 procent van de melkproductie uit weidegras mogelijk was. Daarvoor was echter ook nodig om de grasgroei continu te monitoren om zo het juiste inschaarmoment per perceel en de verdeling steeds goed te kunnen bepalen. ‘Ik liep mij het schompes door al die metingen en dacht: dit moet anders’, vertelt Awty. Hij dacht terug aan de sonartechnieken die hij inzette in de mijnen waar hij eerder in zijn carrière werkzaam was. ‘Het lukte om met deze techniek ook het drogestofpercentage van gras goed in beeld te krijgen. Dit hebben we verder uitgewerkt en zo is de Pasture Reader ontstaan. Door de jaren heen is het systeem verfijnd. Nu kun je na een ritje rijden de gegevens direct downloaden en op je laptop of PC direct en overal uitlezen.’ Het systeem is ook in Nederland onder de naam Pasture Reader Holland op de markt. Awty vertelde erover tijdens zijn recente bezoek aan Nederland, maar vooral over zijn visie op optimaliseren van weidegang. Op uitnodiging van kenniscoöperatie Niscoo ging hij op het melkveebedrijf van familie Kooistra in Warstiens op praktische wijze de fijne kneepjes van het weiden bij langs.

de wortels zich niet stevig zetten en hergroei minder vlot gaat.’ Standweiden is om deze reden wat Awty betreft uit den boze en als het kan moet je volgens hem altijd kiezen voor stripgrazen. Om dit optimaal te laten functioneren, is het volgens hem zaak om de koe te leren dat zij in het land altijd vers gras gepresteerd krijgt en tussendoor in de stal smakelijke bijvoeding. Golfbal na uitscharen ‘Je moet toewerken naar een systeem waarin je de koeien steeds beloont. De percelen maak je zo groot dat alles afgeweid wordt. Dat betekent ongeveer een grashoogte van vijf centimeter.’ Awty geeft de letterlijke vuistregel mee om een vuist op de grond te plaatsen en dan te proberen het gras te plukken. ‘Als dat lukt, staat er nog te veel gras. Je kunt ook een golfbal meenemen en die voor je uitrollen. Als die zichtbaar blijft, is het gras voldoende kort afgegraasd. Als je bij een volgende ronde dood gras in een perceel ziet, weet je ook dat het de vorige keer niet kort genoeg is afgegraasd.’ De koeien worden uitgeschaard en gaan naar de melkstal. In of bij de stal krijgen ze altijd smakelijke

bijvoeding gepresenteerd. Zo worden ze gestimuleerd vlot uit het land naar de stal te komen. ‘Als je dit één keer bij de koeien tussen de oren hebt, hoef je alleen nog maar even te toeteren of iets dergelijks. De koeien komen dan vlot.’ Vervolgens gaan de koeien na melken en de bijvoeding weer naar een nieuw perceel waar ze een nieuw afgemeten portie vers gras krijgen aangeboden.

‘MET TÉ VEEL BIJVOEREN, CREËER JE TE VEEL VERLIEZEN EN EXTRA KOSTEN’ ‘De koeien weten snel genoeg dat ze ook in het land weer een vers en smakelijk portie krijgen aangeboden en zullen daarom ook weer uit de stal vlot naar het land willen.’ Om dit systeem goed te laten draaien, is het wel essentieel om niet té veel bij te voeren op stal. ‘Vorig jaar ben ik ook in Nederland geweest en toen heb ik wel begrepen dat veel Nederlandse melkveehouders gewend zijn om ruim bij te voeren op stal. Ze nemen het zekere voor het onzekere, denken ze. MELK van het NOORDEN

29

Het optimale driebladstadium van een grasplant.

Echter, daarmee span je het paard achter de wagen. Enerzijds wordt het weidegras minder benut en anderzijds ben je veel duurder aan het voeren dan nodig. Al dat voer dat je in de stal voert, is eerst vaak al extra gewonnen van het land om het vervolgens in overvloed voor het voerhek te brengen. Het kost tweemaal extra brandstof. Dat is zonde en kost geld.’ Jongvee trainen In het hoogseizoen groeit gras volgens Awty gemiddeld in 21 dagen naar het driebladstadium, 7 dagen per blad. Vanzelfsprekend heeft het weer en de tijd in het jaar daar invloed op. Met de inzet van een paar meer en minder percelen voor de rotatie kun je daar volgens hem in sturen. Percelen die drie keer geweid zijn, worden daarna gemaaid om weer schoon door te gaan voor een volgende ronde. ‘Deze principes zijn in Australië en Nederland niet echt anders. Dat geldt daarom ook voor de structuren die je kunt aanbrengen en hoe je de dieren traint in jouw systeem. Koeien zijn gewoontedieren en gevoelig voor een terugkerende beloning. Dat kun en moet je bij het jongvee al leren. Pinken kun je ook prima elke dag op een perceel laten grazen om ze tussendoor op een gezette tijd kort in de stal te halen en bijvoorbeeld een kilo krachtvoer te verstrekken. Of dat extra tijd en werk kost? Ja natuurlijk, maar het is onderdeel van je gehele bedrijfsstructuur om weidegang serieus te nemen en er ook echt een goed saldo mee te behalen.’


ACHTERGROND

REGELS VOOR HET KEUREN VAN De regelgeving voor het keuren van stalen mestsilo’s is verder aangescherpt. Stalen silo’s dienen voorafgaand aan een inwendige keuring schoon te worden opgeleverd. Bouke Poelsma PAS

Sinds 1 maart 2019 is de regelgeving voor het keuren van mestopslagen aangepast. Stalen mestsilo’s dienen voorafgaand aan een inwendige inspectie schoon te worden opgeleverd. ‘Silo’s moeten leeg en schoon zijn voordat ze gekeurd mogen worden. Daarbij hoort ook een reinigingsverklaring’, zo vertelt Jaap Veenstra van PAS Mestopslagsystemen. Bij het schoonmaken én keuren van de silo dient bovendien een onafhankelijke gasmeetdeskundige aanwezig te zijn, om mogelijke aanwezige gassen te meten. ‘Tijdens een keuring dienen er twee mensen aanwezig te zijn. Een gecertificeerde keurmeester met ademlucht en een gecertificeerde manwacht met ademlucht’, aldus Veenstra. De aangescherpte regels zijn vastgelegd in de Beoordelingsrichtlijn 2344 (BRL 2344). De nieuwe regels vloeien voort uit enkele dramatische ongelukken met

mestsilo’s. ‘Het gaat nog te vaak mis. Mensen realiseren zich lang niet altijd dat er ook in een vrijwel lege silo gevaarlijke mestgassen aanwezig kunnen zijn. Wie zonder ademlucht door een laagje van 10 centimeter mest loopt, is levensgevaarlijk bezig. Mogelijk aanwezige gassen als waterstofsulfide en blauwzuurgas kunnen dan vrijkomen. Het gevaar wordt onderschat.’ Het is een harde conclusie, die Jaap Veenstra van PAS Mestopslagsystemen trekt. Hij ziet en hoort in de praktijk dat er zo nu en dan nog altijd onnodige risico’s worden genomen. Dramatische ongelukken Na aanleiding van het incident in het Friese Makkinga, waarbij op 19 juni 2013 drie mensen om het leven kwamen bij het reinigen van een mestsilo en een vierde persoon ernstig gewond raakte, deed de Onderzoeksraad voor Veiligheid

Het schoonmaken kan deels van buitenaf beginnen. Hiervoor wordt een plaat uit de silo gehaald en de luiken blijven tijdens de hele schoonmaak ook open.

onderzoek naar de gevaren van mestgassen. Ieder jaar zijn er zeker drie ongelukken met ernstig gewonden en/ of doden te betreuren, zo concludeerde de Onderzoeksraad. Vorig jaar ging het nog mis in het Groningse Oldehove, toen een 15-jarige jongen in een mestkelder viel en later overleed. ‘Mestgassen zie je niet en ruik je niet. Ze vormen een ongrijpbaar gevaar’, aldus Veenstra. Investeren in certificatie PAS Mestopslagsystemen levert, bouwt, reinigt en keurt alle type mestopslagen. Op jaarbasis keurt het bedrijf zo’n 300 mestopslagen, verspreid door heel Nederland. Het gaat om in- en uitwendige inspecties. ‘We hebben geïnvesteerd in certificatie en voldoen aan alle eisen’, aldus Veenstra. Hij somt op welke acties het bedrijf heeft uitgevoerd om aan de nieuwe Beoordelingsrichtlijn te voldoen. ‘Onze medewerkers hebben cursussen gevolgd en we hebben geïnvesteerd in nieuwe gasmeters en een nieuwe pomp.’ Veenstra’s collega Gerard van der Kooi vult aan: ‘Wij moeten iedere silokeuring melden bij Kiwa. We worden maximaal acht keer per jaar door Kiwa gecontroleerd. Controles worden steekproefsgewijs uitgevoerd.’ Veenstra juicht het toe dat de regels

De medewerker die reinigt draagt een beschermend gasmasker en spuit de silo met hoge druk schoon.

MELK van het NOORDEN

30


MESTSILO’S AANGESCHERPT voor het schoonmaken en keuren van mestsilo’s zijn aangescherpt. ‘Dat is een goede zaak. Veilig werken staat voorop.’ De aangescherpte eisen zorgen wel voor extra kosten. Voor het schoonmaken en keuren van een mestsilo brengt PAS Mestopslagsystemen €1.850 in rekening. ‘De kosten verschillen per bedrijf en hangen af van de tijd die nodig is om de silo schoon te maken’, aldus Veenstra. Diens collega Gerard van der Kooi raadt boeren aan om voorafgaand aan een keuring advies in te winnen over de staat van de silo. ‘Aan de buitenkant zie je niet hoe goed de silo er van binnen nog uitziet.’ ‘Denk aan lange termijn’ Het opknappen van een stalen mestsilo kost al gauw €1.250 per dag. De kosten kunnen oplopen tot duizenden euro’s. ‘Vraag je af of dat nog de moeite waard is. Die investering verdien je niet terug. Melkveehouders met een stalen mestsilo moeten naar de lange termijn kijken. Die silo’s moeten iedere vijf jaar worden gekeurd’, aldus Jaap Veenstra. Volgens Veenstra en Van der Kooi zijn er in Nederland zo’n 3.000 stalen mestsilo’s. Die verdwijnen binnen nu en 20 jaar, zo verwachten zij. ‘Die silo’s zijn bijna allemaal 20 jaar of ouder en

hebben niet het eeuwige leven. Nieuwe stalen silo’s worden nauwelijks nog geplaatst’, aldus Veenstra. Volgens hem kiezen melkveehouders voor degelijkheid. Dat resulteert in keuzes voor foliebassins, mestbassins of gaaswandsilo’s. Sommige boeren kiezen voor een betonnen silo, al zijn die flink aan de prijs, zegt Veenstra. ‘Een betonnen silo met een capaciteit

van 2.500 kuub kost zo’n € 80.000. Een mestbassin kost € 30.000.’ Ook nu de regelgeving voor het schoonmaken en keuren van stalen mestsilo’s is aangescherpt, blijft voorzichtigheid geboden, waarschuwt Gerard van der Kooi. ‘Je moet je zaken goed voor elkaar hebben en blijven opletten.’

Stappenplan reinigen mestsilo In de Beoordelingsrichtlijn 2344 staat omschreven welke eisen worden gesteld aan het reinigen van een stalen mestsilo. • De mestopslag dient ontdaan te zijn van alle vloeibare en vaste reststoffen. Er mogen geen reststoffen aanwezig zijn op alle te inspecteren kritische plekken; • Tijdens het reinigingsproces mag geen beschadiging van een eventuele aanwezige inwendige coating hebben plaatsgevonden; • Er moet voldoende zuurstof (18 – 21%) in de mestopslag aanwezig zijn; • Alle explosiegevaarlijke gassen moeten zich beneden de 10% LEL (CH4) bevinden en de toxische gassen onder de WG-waarde (H2S, HCN, CO2, CO en NH3) bevinden. Dit dient aangetoond te worden door een onafhankelijke deskundige die in het bezit is van een geldig diploma Gasmeten volgens de SSVV opleidingsgids; • Een ondergetekende verklaring dat het mestbassin is schoongemaakt met inbegrip van alle bovengenoemde punten. Voor het betreden van het mestbassin door de leverancier dient altijd een gasmeting op zuurstof en waterstofsulfide te worden uitgevoerd door een persoon die in het bezit is een geldig diploma voor de opleiding Gasmeten volgens de SSVV opleidingsgids.

Het overtollige water en mest dat vrijkomt wordt weggepompt en moet worden afgevoerd.

Gasmeters meten tijdens de hele reiniging op zuurstof (O), blauwzuur (HCN), zwavelwaterstof (H2S), de Lower Explosion Limit (LEL) en ammoniak (NH3).

MELK van het NOORDEN

31


ACHTERGROND

‘AANBOD GLUCOSE BEPAALT

Om een hoogproductieve koe goed te voeren, spelen aminozuren een sleutelrol. En om die te benutten is juist energie, in de vorm van bestendig zetmeel, van wezenlijk belang, zegt Wilfried van Straalen. Hij geeft een lesje ‘Eiwit voeren voor gevorderden’. Sjoerd Hofstee Landpixel & Speerstra Feed Ingredients

Eigenlijk wil Wilfried van Straalen de term Ruw Eiwit (RE) niet meer horen, laat staan zelf gebruiken. Toch kan de onderzoeker en consultant van Schothorst Feed Research niet anders, zo vertelde hij onlangs op een inleiding bij Speerstra Feed Ingredients in Eesterga. ‘Iedereen die iets meer kennis heeft van voeren van koeien weet dat de term Ruw Eiwit op zichzelf weinig zegt. Het gaat om de kwaliteit en vooral de types eiwitbouwstenen in een rantsoen. Met DVE en OEB kom je al een stuk verder en daarna kijken we naar aminozuren. Om de term Ruw Eiwit kunnen we echter niet heen omdat het vanuit wet- en regelgeving, denk bijvoorbeeld aan de Kringloopwijzer, nog volop wordt gebruikt.’ Bij rantsoenen van 175 gram RE of meer speelt de discussie over de juiste samenstelling niet zo sterk. In dat geval is er van alle benodigde eiwitcomponenten voldoende aanbod.

Onder druk van de mestwetgeving dalen rantsoenen naar 160 ruw eiwit en minder. Daarbij speelt ook het financiële plaatje zeker een rol, eiwit aankopen is immers een kostenpost. Belang groeit Van Straalen geeft aan het belang om verder te kijken dan die basisterm de laatste jaren duidelijk groeit. ‘Rantsoen bevatten onder invloed van de mestwetgeving minder eiwit, de stikstofefficiëntie wordt belangrijker en eiwitbronnen als soja en restproducten uit de palmolie-industrie staan onder druk. Nu we meer en vaker zoeken naar alternatieven is het van belang om ook de samenstelling en kwaliteit van die alternatieve bronnen goed op waarde te schatten.’ Bij een RE van 160 gram of minder komt dus de samenstelling van het eiwitaanbod in een rantsoen nadrukkelijk om de hoek kijken. De eerste stap is daarbij te kijken naar

Grasrijke rantsoenen kunnen soms als gevolg van een laag DVE-gehalte ook te weinig effectieve aminozuren bevatten.

MELK van het NOORDEN

32

het DVE en OEB aandeel. De normen daarvoor zijn bekend en gehalten worden op ruwvoeranalyses ook duidelijk aangegeven. Daarbij wordt nog wel eens verondersteld dat grasrijke rantsoenen met een relatief laag RE-gehalte minder snel voor tekorten zorgen. Van Straalen noemt dat een misvatting. ‘Het DVE-gehalte in graskuil is sterk variabel en meer dan eens laag. Tegenwoordig helemaal omdat steeds vaker gras vrij vochtig wordt ingekuild. Dat kan zorgen voor een tekort aan de benodigde aminozuren. Droge kuilen zorgen voor meer DVE en dat raad ik dan ook aan. Ondanks dat het ook waar is dat broei en schimmel eerder een risico vormen bij iets drogere graskuil.’

Benutting vraagt tijd De grootste slag voor een optimale benutting van het eiwitaanbod is nog altijd te slaan door goed ruwvoer te winnen. Dat betekent gemiddeld gezien het gras te tijd te geven om te groeien en vooral het aangeboden stikstof de tijd om op te worden genomen door de plant. Het eiwit wordt daarmee bestendiger en bevat meer aminozuren. Daarnaast wordt een energierijkere kuil van 900 VEM gewoonweg vlotter verteerd dan een 800 VEM graskuil waardoor de aminozuren beter vrijkomen en benut kunnen worden


EIWITBENUTTING’ door de koe. Een koe is een herkauwer en optimale fermentatie in de pensniveau staat daarom altijd voorop. Bij lagere REgehalten moet je echter ook weten wat er op darmniveau wordt verteerd. DVE staat niet voor niets voor Darm Verteerbaar Eiwit. Van Straalen licht toe dat dit helemaal speelt als je met hoogproductieve koeien werkt. ‘Ongeveer 2/3 van het voeraanbod wordt in de pens verwerkt. Dit kan bij een optimale werking tot een melkproductie van circa 30 tot 35 kilo per koe per dag leiden. De rest moet gecreëerd worden vanuit bestendige voerbestandsdelen die in de darm verteerd worden.’

zo belangrijk is de benutting. En dat ligt vooral aan het begin van de lactatie kritisch. Van Straalen licht toe: ‘Een net afgekalfde hoogproductieve koe wil meteen veel melk produceren. Hiervoor wordt lactose aangemaakt uit glucose. Die glucose wordt aangemaakt door propionzuur in de lever. In het begin van de lactatie is het aandeel propionzuur echter nog niet op peil en stokt ook de hoogproductieve koe op basis daarvan haar melkproductie bij circa 30 liter daags. Omdat de koe meer wil produceren, zorgt de koe ervoor dat glucogene aminozuren omgezet worden in melk en zodanig minder worden benut voor melkeiwit. Je ziet

Aanbod aminozuren Eiwit in veevoer kan tot wel twintig verschillende type aminozuren bevatten. De meest bekende zijn Methionine, Lysine en Histidine. Deze zijn het bekendste omdat ze het eerst limiterend zijn. Een optimaal rantsoen bevat 2% Methionine en 5,7% Lysine van het totaal aanbod DVE in een rantsoen, uitgaande dat er op de DVE-norm wordt gevoerd. ‘Methionine en Lysine zijn meestal de limiterende aminozuren, daarom rekenen we daarmee. Voor Histidine zijn we zover nog niet, maar steeds meer signalen wijzen er wel op dat dit aminozuur juist het eerst limiterend is in grasrijke rantsoenen’, zegt Van Straalen. Het aanbod van de juiste samenstelling aan aminozuren is één, maar minstens

‘METHIONINE WERKT POSITIEF VOOR HET LEVERMETABOLISME’ dan ook dat wanneer je meer eiwit voert aan verse koeien, je direct een hogere melkproductie krijgt. Meer eiwit voeren voor dit doeleinde is echter duur en relatief inefficiënt. Wat het beste werkt is om het aandeel bestendig zetmeel te verhogen. Dat is extra aanbod van energie dat glucose vormt waardoor de glucogene aminozuren beter benut worden voor het aanmaken van melkeiwit. Meer energie voeren zorgt op deze wijze voor een betere benutting van het eiwitaanbod. Feitelijk moet er volgens Van Straalen voor een optimaal voeraanbod aan het

'Druk op soja stimuleert vraag naar alternatieven' Bestendige aminozuren kunnen vaak niet in brokvorm worden verwerkt omdat de benodigde coating door het persproces dan niet in tact blijft. ‘Zou dat gebeuren dan komt het in de pens vrij terwijl je juist wilt dat het op darmniveau vrij komt’, licht Jan Pool van Speerstra Feed Ingredients toe. Dit bedrijf levert onder andere het product Amino-Shure XM wat het aandeel Methionine verhoogt in het rantsoen. ‘Vooral in rantsoenen rijk aan snijmais is dit vaak het eerst limiterende aminozuur’, weet Pool. Hij schat in dat zo’n 5 procent van de Nederlandse melkveehouders serieus inzet op optimalisatie met behulp van dergelijke producten. ‘In de VS ligt dat percentage in veel regio’s veel hoger. Daar is ook meer onderzoek gedaan en daar komen positieve effecten uit naar voren. Hier zijn wij nog evangelisten als we de waarde van aminozuren toevoegen prediken. Nu de sojakraan steeds verder dichtgaat, neemt echter de zoektocht naar alternatieven voor effectieve eiwitbronnen in het rantsoen toe. Ik verwacht dat het gebruik van producten als Amino-Shure XM daardoor in de toekomst toeneemt.’

MELK van het NOORDEN

33

Wilfried van Straalen tijdens de studiedag in Eesterga.

begin van de lactatie gekeken worden naar de som van glucose-aanbod uit aminozuren, propionzuur en bestendig zetmeel. ‘In de praktijk wordt dat vaak als te complex ervaren en wordt er gewerkt met een minimale norm voor bestendig zetmeel. Dat pakt meestal ook goed uit, maar op die wijze voer je soms wellicht een overaanbod bestendig zetmeel.’ Aminozuren bijvoeren Zeker bij rantsoen met een relatief laag eiwitaandeel en een hoogproductieve veestapel is voldoende aanbod van aminozuren dus een belangrijk punt. Het is mogelijk om enkelvoudige bestendige aminozuren aan het rantsoen toe te voegen (zie kader). Van Straalen stelt dat deze producten in de basis prima zijn, maar lang niet altijd nodig. Gewoonweg omdat het bestaande rantsoen voldoende benodigde aminozuren bevat. ‘Juist om die reden pleit ik ervoor om darmverteerbaar Lysine en Methionine op te nemen in rantsoenberekeningen.’ Daarbij stelt hij dat de claims van leveranciers, dat toevoeging van aminozuren een positief effect hebben op het metabolisme van de koe, best kunnen kloppen. ‘Uit onderzoek weten we bijvoorbeeld dat extra aanbod van Methionine een positieve effect heeft op de leverwerking. Dit zorgt voor een betere vetverwerking waardoor slepende melkziekte minder impact heeft en minder lang aanhoudt. Ook neemt het risico op leververvetting af. De positieve effecten van voldoende aanbod van de eerst limiterende aminozuren komen dan wellicht niet altijd op korte termijn naar voren in de vorm van bijvoorbeeld meer melkeiwit of melkgift, maar via een betere stofwisseling in de koe wel op middellange termijn.’


E. coli en Mastitis natuurlijk ® bestrijden met MASCOL Vermindert het gebruik van antibioticagebruik. Stimuleert krachtig de lichaamseigen afweer.

0

Onderdrukt een opkomende ontsteking.

dagen

WACHTTIJD Een product van:

Rinagro

Tel. 0515-232724 Smart Farming www.rinagro.nl

Scan de QR code en lees meer op www.rinagro.nl

Verzekerd van een persoonlijke aanpak Frits Biegel, adviseur

Wilco de Boer, eigenaar en adviseur

René van der Meer, Feite Roelevink, adviseur adviseur

Agriland Assurantieadvies Balthasar Bekkerwei 70, Leeuwarden • 058 20 10 151 MELK van het NOORDEN

34


MELK van het NOORDEN

35


REPORTAGE

‘HET IS EEN BETAALDE ERKENNING,

De melk van Johan Baas en zijn zoon Robin uit Nijeholtwolde gaat sinds 1 april weg onder het label Planet Proof. ‘Het levert waardering op, uitgedrukt in een mooie plus op het melkgeld. Onze bedrijfsvoering vraagt geen grote aanpassingen, ook niet in het rantsoen, dat maakt het logisch deze kans te grijpen.’ Sjoerd Hofstee Langs de Melkweg

Johan Baas (53) runt zijn melkveebedrijf net ten noorden van Wolvega met hulp van zijn vrouw Janny en hun drie kinderen. De gedreven beoogde opvolger Robin (20) schuift ook aan. Hij volgt momenteel de opleiding dier- en veehouderij aan het Van Hall Larenstein in Leeuwarden. Vanuit hun woning hebben ze direct zicht op de 85-koppige melkveestapel. Die loopt begin mei nog in de stal. Vanaf de tweede helft mei gaan ze overdag de wei in. Over de weg, want achter de stal ligt amper beschikbare grond vanwege de spoorlijn die achter de boerderij langs loopt. Twee derde van de eerste snede graskuil is net binnengehaald. Eerst kuilen, dan weiden. Het is een bewuste keuze van Johan. ‘Qua bemesting is het veel eenvoudiger als je alles eerst een keer maait. En zo zorg je voor voldoende goede kwaliteit kuil. Bovendien is het weer in het vroege voorjaar vaak wisselend; ik ben bang dat dat te veel melk kost.’

Eerst VLOG-deelname Vorig jaar augustus kwam de kans voorbij aan te sluiten bij het VLOGprogramma van FrieslandCampina. Dat leverde een plus van 1 cent, maar vroeg wel een aanpassing in het rantsoen. VLOG staat immers voor gmo-vrij en dus geen soja. ‘Die aanpassing viel erg mee’, vertelt Robin. ‘Wij gebruiken premix via Hoogland. In overleg met hen zijn de sojaschroot en sojahullen die daarin verwerkt werden, vervangen door raapschroot. Dat was de enige aanpassing. Het betekende wel een kostprijsverhoging van 0,3 cent per kilo melk, mede omdat wij ook het jongvee GMO-vrij voerden om een extra controle weg te kunnen strepen. Netto was onze winst door deelname aan VLOG dus circa 0,7 cent per kilo melk.’ De melkproductie bleef met circa 10.000 kilo, 4,34 procent vet en 3,51 eiwit stabiel. CO²-uitstoot De deelname aan VLOG was nog maar net opgestart toen afgelopen najaar

Robin en Johan Baas in één van hun plas/dras en kruidenrijke percelen.

MELK van het NOORDEN

36

bekend werd dat ook in het Noorden melkveehouders werden gevraagd voor deelname aan Planet Proof. Een plus op het melkgeld van eerst 1 cent en vanaf 2020 2 cent lag in het verschiet. Vader en zoon togen naar een drukbezochte voorlichtingsbijeenkomst in Leeuwarden en vulden online hun gegevens in om in aanmerking te kunnen komen voor deelname. Op basis van een te hoge CO²-uitstoot, voortvloeiend uit de Kringloopwijzer 2017, vielen ze eerst buiten de boot. In januari werd hen weer gevraagd hun gegevens in te vullen en interesse kenbaar te maken. Die tweede ronde kwamen ze glansrijk door, alle scores waren erg positief (zie kader onderaan pagina). ‘Bij deze aanmelding gold de Kringloopwijzeruitslag van 2018. Het moet bijna wel zo zijn dat daarbij een correctie voor veengronden is doorgevoerd. Omdat we nu wel positief uitkwamen voor de CO²-uiststoot. Enfin, het biedt ons een mooie kans. Daar gaan we voor’, zegt Johan. Eerst was er nog wel even twijfel of ze daadwerkelijk voor deelname wilden kiezen. ‘We kunnen niet meer terug naar VLOG als Planet Proof bijvoorbeeld volgend jaar voor ons geen vervolg krijgt’, licht Robin toe. ‘Daarom was ik eerst wat afhoudend. Maar toen de uitkomst liet zien dat we overal erg goed scoorden, groeide het vertrouwen dat we niet zomaar meer uit dit programma kunnen worden gezet.’ Dat de scores goed uitvallen, heeft sterk te maken met verschillende


MAAR MELK IS NIET OPEENS BETER’ aanpassingen die ze de afgelopen jaren in de bedrijfsvoering doorvoerden. Zo werd twee jaar geleden een nieuwe mengwagen aangeschaft die zorgde voor de mogelijkheid om een homogener rantsoen te verstrekken. Daarnaast wordt sinds vorig jaar mei gewerkt met minder krachtvoer in de krachtvoerautomaten en meer in de basis aan het voerhek. ‘Dit zorgde voor verbeterde gezondheid en met name klauwgezondheid bij de koeien’ vertelt Johan. ‘Er wordt nu dus een premix verstrekt in het basisrantsoen die iedere twee weken naar behoefte aangepast kan worden. Ook wordt het gras sinds vorig jaar ingekuild in een lasagnekuil om het hele jaar een stabiele basis te hebben.’

antwoord van onze coöperatie.’

Monitoring Vanaf nu worden hun scores per kwartaal gemonitord. Ze moeten blijvend goed scoren om niet het risico te lopen dat FrieslandCampina hen uit het programma haalt. ‘Het houdt je ook scherp om aan goed management te blijven werken. Dat is een positieve bijvangst van zo’n deelname’, vindt Johan. Er is echter nog een ander risico: mocht de marktvraag naar Planet Proof producten toch tegenvallen, dan heeft FrieslandCampina minder PP-melk en dus deelnemers nodig. ‘Niets wijst daar nu op, maar theoretisch is het mogelijk. Ik heb de vraag ook gesteld welke boeren dan af moeten haken. Zijn dat de bedrijven die van de deelnemers het minste scoren op de selectiecriteria of de deelnemers die het laatst erbij kwamen? Daarop hebben we nog geen

Kruidenrijk implementeren Hun bedrijfsvoering lijkt geknipt voor Planet Proof deelname. Bij de 85 koeien en 40 stuks jongvee behoort een areaal van 52 hectare. Dat is verdeeld in 32 hectare productief grasland, 9 hectare snijmais, 6 hectare kruidenrijk grasland met deels plas/ dras bij huis en 5 hectare land van Staatsbosbeheer op afstand dat ook onder speciaal beheer valt. Door hun aandeel kruidenrijk grasland in het areaal, voldoen ze ook aan de eisen die Planet Proof daaraan stelt. ‘Het hooi van die percelen kunnen we heel goed benutten voor het jongvee en droge koeien. Het levert structuurrijk en zeer smakelijk hooi die een prima combinatie vormt met het gras dat we van de andere percelen winnen’, zegt Johan. ‘Voertechnisch brengt inzet op kruidenrijk grasland dus wat ons betreft

Hoogland start studieclub PP-deelnemers Voor Planet Proof deelnemers is het lastig in te schatten aan welke knoppen ze kunnen draaien om deelnemer te kunnen blijven. Met de verwachting dat duurzaamheidsprogramma’s zich uitbreiden, start Hoogland BV uit Leeuwarden daarom binnenkort een studiegroep. Daarnaast kijkt de mengvoerleverancier ook hoe binnen alle processen een zo laag mogelijke uitstoot gerealiseerd kan worden. Jolmer de Vries van het bedrijf licht toe: ‘Uit eigen onderzoek vorig jaar bleek dat onze voeders op CO²- en methaanuitstoot relatief al erg goed scoren. Alkagrain zit laag qua methaanuitstoot en premixen die wij maken zijn qua CO² veel efficiënter dan brokjes. Dat is ook logisch, een bewerking van grondstoffen tot een brokje kost immers meer energie. Om dit in bijvoorbeeld Planet Proof als voordeel te kunnen benutten moet dit in de Kringloopwijzer verwerkt worden. Daar werken we hard aan door te overleggen met de overheid. We verwachten daarvoor later dit jaar nog goedkeuring te ontvangen en dit te realiseren.’

Eisen en resultaten voor deelname Planet Proof

Om deel te kunnen nemen aan het programma ‘On the way to Planet Proof’ gelden een paar algemene regels. De verdere selectiecriteria en scores van bedrijf Baas staan hieronder aangegeven. Eiwit van eigen land Stikstof bodemoverschot (kg N/ha) Ammoniakuitstoot (kg NH³/ha) Blijvend grasland Beheerspakket of eigen verklaring Levensduur (in dagen) CDM-score (0-100) KalfOK-score (0-100) Uitstoot CO² (gram CO²eq/kg melk)

Bedrijf Baas 64 103 69 82 ja 2165 98 93 1045

Topniveau > 60 < 140 < 75 > 60 ja > 2038 > 86 > 80 < 1100

Basisniveau > 50 < 150 < 80 > 40 ja > 1886 > 86 > 70 < 1200

MELK van het NOORDEN

37

eerder winst dan verlies. En als de inzet ook nog echt opgroeiende vogels oplevert, zorgt het voor een win-win situatie. Al valt het grootbrengen van kuikens door predatie van vooral de steenmarter de laatste jaren niet mee.’ Nauwelijks aanpassingen ‘Wij voldeden eigenlijk aan de criteria zonder dat we het zelf wisten. Het enige dat we moesten doen is een extra koeborstel aanschaffen en in de stal monteren. Voor elke 70 koeien moet er namelijk één hangen’, vertelt Robin. Een andere eis is dat alle runderen een ligplek hebben. Overbezetting is niet toegestaan. ‘Wij willen uitbreiden naar circa 95 koeien. Met een kleine uitbreiding, in combinatie met vervanging van de voorgevel, is dat mogelijk. Ook hierbij moeten we dan dus blijven zorgen dat elk dier minimaal een ligplaats heeft’, vervolgt Robin. Een zorg die hen nog wel bezig houdt? ‘Als Planet Proof maar geen standaard wordt in de markt’, stelt Robin ‘Dan raken wij onze plus kwijt.’ Tegelijkertijd tonen vader en zoon zich nuchter en realistisch: ‘Onze melk is nu niet opeens anders of beter dan vorig jaar. De melk van collega’s is ook niet minder goed of smakelijk’, zegt Johan. ‘Je merkt alleen wel dat veel collega’s nieuwsgierig zijn hoe het ons lukt om goed te kunnen scoren. Veel willen stiekem zelf ook graag aansluiten. Het is hoe dan ook toch een stukje beloning voor je duurzame bedrijfsvoering.’


ACHTERGROND

‘IK WIL WETEN WAT IK VOER De markt van het nemen van monsters en het analyseren van data neemt een vlucht. Opkomende speler Van de Meerakker/Nutrilab speelt daarop in. ‘Steeds meer boeren zien de toegevoegde waarde ervan in.’ Marjolein van Woerkom Jan Bouwhuis & Van de Meerakker/Nutrilab

Hij bemonstert tien tot twintig percelen per jaar, maar ook mest-, stikstof- en kuilanalyses krijgt hij regelmatig onder ogen. Voor René Cruijsen, biologisch melkveehouder en akkerbouwer in Dreumel, zijn deze data van cruciaal belang. ‘Ik wil weten wat ik voer en wat ik op mijn land te kort kom aan mineralen. Zeker voor een biologisch bedrijf als de onze zijn die gegevens erg belangrijk.’ Als hij organische stof in zijn land te kort komt, zaait hij grasklaver in of strooit hij gips om het perceel te

verbeteren. Een andere keer kiest hij voor vruchtwisseling. ‘Ik heb maar een beperkt aantal middelen beschikbaar om te sturen, dus ik moet alle data zo goed mogelijk in kaart hebben, zodat ik alles zo goed mogelijk kan benutten.’ Toegevoegde waarde Cruijsen is niet de enige die zo redeneert. Steeds meer boeren zien de toegevoegde waarde van monsternames en de daarbij behorende data-analyses in. Data wordt steeds belangrijker op het boerenerf. ‘Er is een groep boeren die het nemen van monsters nog steeds ziet als een

René Cruijsen (links) en monsternemer Jan van der Weijden beoordelen een net gestoken monster van ingekuild Italiaans raaigras dat als groenbemester was ingezet.

MELK van het NOORDEN

38

verplichting, als een noodzakelijk kwaad’, zegt Ruud van de Meerakker van Van de Meerakker Service. ‘Maar ik denk dan, als het toch moet, doe er dan je voordeel mee. Het goed interpreteren van data levert rendement op.’ ‘Uit onderzoek blijkt dat je met data van grond, kuil en mest 15 procent meer opbrengst uit je dieren kan halen’, voegt zijn collega Pieter Vos van Nutrilab, toe. ‘Gelukkig is er een steeds groter wordende groep boeren die die toegevoegde waarde inziet. Het credo ‘meten is weten’ geldt ook hier.’ Sinds januari 2017 werken de twee bedrijven samen en zijn een opkomende speler in de markt van monsternames en data-analyses. Ze springen in een gat dat enkele jaren geleden ontstond toen menig agrarisch laboratorium overgenomen werd. ‘Hierdoor werden veel veehouders verplicht om zaken te doen met een dominante partij, maar dat past niet bij elke boer’, zegt Van de Meerakker die zelf van een


EN OP LAND TEKORT KOM’

Pieter Vos

varkensbedrijf komt. ‘Wij willen ze met onze ‘one stop shop’, een totaalpakket voor de boer, een alternatief bieden.’ ‘Daarin hebben we elkaar ook gevonden’, vult Vos aan. ‘We hebben dezelfde houding. Ontzorgen staat bij ons voorop. We zijn enorm servicegericht. Ik denk dat dat ons ook onderscheid van andere partijen in deze markt. We zijn proactief en denken mee met de veehouder.’ Ter illustratie vertellen ze een anekdote van vorig jaar, tijdens de droge zomer, die een enorme diversiteit aan kuilen opleverden. ‘Eén analyse van een kuil was niet voldoende. De kwaliteit binnenin een kuil verschilde zoveel, dat we veel aanvragen kregen voor snijvlakmonsters. Wij kunnen dan binnen 24 uur ter plaatste zijn en binnen 48 uur heeft de betreffende boer de analyse binnen. Al komt het voor ons nog zo ongelegen of ligt het in zo’n uithoek, wij lossen het op’, zegt Van de Meerakker. Groei in markt De twee ondernemers voorspellen groei in de markt van monsternames. ‘Data wordt steeds belangrijker. Denk alleen al aan de wet- en regelgeving’, zegt Van de Meerakker. ‘Nu minister Carola Schouten heeft aangekondigd een nulmeting te willen doen om de bodemgesteldheid in kaart te brengen, zal zij dat zeker gebruiken om nieuw beleid op af te stemmen. De boer zal daar ook de gevolgen van ondervinden en moet op termijn wellicht vaker bodemanalyses laten uitvoeren.’ Maar ook binnen het boerenbedrijf neemt de behoefte aan cijfers toe.

‘Smart farming is zo’n voorbeeld. De data die wij verzamelen, kan daar prima voor gebruikt worden’, zegt Van de Meerakker. ‘Daarnaast staat er enorme druk op het boerenerf’, zegt Vos. ‘Niet alleen de wet- en regelgeving, maar ook het klimaat en rendement zorgen voor druk. Dat houdt in dat veehouders steeds efficiënter moeten gaan werken. Dat betekent grotere bedrijven met meer management. Daarmee neemt de behoefte aan data en analyses toe. Dat tij is niet meer te keren.’ Ook heeft de veehouder zijn cijfers nodig om het sentiment in de samenleving te kunnen pareren, stelt hij. ‘Dat zie je nu weer met zo’n club dierenactivisten, die uren bij die varkensboer hebben gebivakkeerd. Hun beweegredenen zijn puur gebaseerd op sentiment. Dierenwelzijn

‘GROEP DIE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN MONSTERNAME ZIET, GROEIT’ is juist gebaat bij grotere bedrijven. Dus wil je als boer aan het roer blijven en de juiste beslissingen nemen op basis van data in plaats van sentiment, dan heb je data en analyses nodig om mee te sturen.’ Adviesrol Op kort termijn willen de twee heren hun markt verder uitbreiden. Op langere termijn zien ze ook een adviesrol voor zichzelf weggelegd. ‘Begrijp me goed’, zegt Van de Meerakker. ‘Wij willen niet op de stoel van de voerleverancier gaan zitten. Onze taak is het leveren van betrouwbare cijfers. Wij zijn onafhankelijk en hebben dus geen belang bij goede of slechte cijfers. Maar om de veehouder te kunnen ontzorgen, willen we ook de mogelijkheid creëren deze te adviseren.’ Daarnaast valt er nog veel meer te achterhalen. ‘Vreest een boer voor botulisme in zijn kuil, dan gaan we daarmee aan de slag. Zo zijn er nog MELK van het NOORDEN

39

Ruud van de Meerakker

veel meer onderwerpen. Wat dacht je van drinkwater? Je kan je voer- en kuilmanagement nog zo op orde hebben, maar als je koeien matig drinkwater tot hun beschikking hebben, krijg je nooit hoog producerende dieren’, zegt Van de Meerakker. ‘Datzelfde geldt voor luchtkwaliteit in stallen. Dat gaat een item worden. Daar ben ik van overtuigd.’ Analyses nodig Terug naar René Cruijsen. Zijn biologisch melkveebedrijf bestaat uit honderd melkkoeien met een rollend jaargemiddelde van 8.000 liter. Daarnaast kent het familiebedrijf een akkerbouwtak van 160 hectare, waarvan 80 hectare akkerbouw en 80 hectare voor het melkvee. De keuze van zijn krachtvoerbrok stemt hij af op zijn kuilanalyses. ‘Ik moet blijven bijsturen om productie te behouden. Meestal is het energiegehalte wel goed, maar wat betreft eiwit wisselt het nog wel eens.’ Twee jaar geleden is hij begonnen met het telen van zijn eigen krachtvoer. Zijn doel is om binnen vijf jaar geen krachtvoer meer hoeven aan te kopen. ‘Het staat me tegen dat ik als biologisch boer krachtvoer niet uit mijn eigen omgeving haal en door aan te kopen ben je altijd duurder uit. Dus ik heb hier zelf ook economisch voordeel bij.’ Hij teelt nu triticale en erwten en is ervan overtuigd dat hij zijn doel gaat halen. ‘Waar een wil is, is een weg, maar ik heb er wel data-analyses voor nodig. Anders kom ik er niet.’


ANALYSE

WAAROM A-WARE NIET MEER IN

Akelig leeg was ineens het vakje in de staafdiagram van de LTO Internationale Melkprijsvergelijking over februari 2019 boven Royal A-ware. Veehouders in Nederland blijven dit jaar verstoken van de vergelijking tussen de melkprijzen van de twee toonaangevende zuivelfabrieken van Nederland, Royal FrieslandCampina en Royal A-ware. Jelle Feenstra Royal A-ware en Royal FrieslandCampina

In de Nieuwe Oogst van 8 maart stond een klein berichtje, iets weggestopt onderin het redactionele artikel over de LTO Internationale Melkprijsvergelijking van januari. Er stond het volgende: ‘In de LTO Internationale Melkprijsvergelijking, die ZuivelNL in opdracht van LTO samenstelt, is de melkprijs van Royal A-ware niet meer meegenomen. Vanaf dit jaar hanteert de snelgroeiende onderneming, naast de biologische melkstroom, vier van elkaar verschillende melkstromen. Daarmee is de melkstroom, waarmee de vergelijking met andere

ondernemingen plaatsvindt, te klein geworden om goed te kunnen vergelijken’, stelt ZuivelNL. Als het aan LTO Nederland had gelegen, had Royal A-ware nu nog gewoon in de vergelijking gestaan. De oorzaak van het uittreden van A-ware is een duidelijk verschil van inzicht tussen A-ware en LTO Nederland over hoe je in de melkprijsvergelijking omgaat met melkstromen. Klaas de Jong van A-ware legt verderop in dit verhaal uit op welke manier je volgens hem melkprijzen correct met elkaar kunt vergelijken. Eerst het

verhaal van Willem Koops, sinds jaar en dag de samensteller van de LTO Internationale Melkprijsvergelijking. Hij stelt de vergelijking samen op basis van melkgeldbriefjes van boeren van de deelnemende fabrieken. In combinatie met aanvullende informatie van fabriek en andere betrokkenen berekent hij de informatie vervolgens terug naar de gestandaardiseerde vet- en eiwitgehaltes en kwantumtoeslagen. Melkveehouders in Nederland waren blij met de komst van A-ware in de vergelijking. Een objectief vergelijkingsinstrument tussen twee toonaangevende verwerkers in Nederland zuivelland is de moeite waard. Melkveehouders konden nu met eigen ogen zien dat het opkomende Royal A-ware met haar melkprijs telkens iets dichter naar het niveau van Royal FrieslandCampina toekroop. Dat effect werd nog versterkt nadat aan de melkprijsvergelijking op basis van 500.000 kilogram melk twee vergelijkingen werden toegevoegd: één op basis van een jaarleverantie

A-ware is het niet eens met de systematiek die LTO hanteert bij de samenstelling van de melkprijsvergelijking.

MELK van het NOORDEN

40


DE LTO-MELKPRIJSVERGELIJKING ZIT van één miljoen kilo melk en één op basis van een jaarleverantie van 1,5 miljoen kilo melk. Volgens Koops omdat het representatiever maken van de vergelijking al op de planning stond. Maar niet in de laatste plaats ook door bemoeienis van A-ware zelf. Dit pakte voor hen immers positief uit, vanwege de flinke kwantumtoeslag die gehanteerd wordt voor grote leveranciers.

Gemiddelde van melkstromen Iedereen blij nu? Toch niet. Het was A-ware dat een nieuwe discussie op gang bracht. Het bedrijf heeft sinds oktober 2018 vijf verschillende melkstromen: gangbare melk, weidemelk, boerderijmelk, de speciale melkstroom voor Albert Heijn en biologische melk. In een toelichting zegt directeur Klaas de Jong het volgende. ‘Elke stroom heeft zijn eigen melkprijs, kenmerken en bijbehorende premies. Daarnaast kennen we toeslagen voor kwaliteit, duurzaamheid en kwantum. Een hoofdmelkstroom kennen we bij A-ware niet. Elke melkprijs is gebaseerd op de markt waar deze melk wordt ingezet. Op basis hiervan wilde A-ware toe naar een gewogen gemiddelde van vier melkstromen, de biologische niet meegerekend. Deze prijs wilde A-ware dan met accountantsverklaring aanleveren aan Koops.’ Maar LTO Nederland wilde daar niet aan. Zij staan op het standpunt om een vergelijking van de hoofdmelkstroom per fabriek te publiceren, dit om een zo eerlijk mogelijke melkprijsvergelijking tussen de fabrieken te krijgen. Daarnaast is een gewogen gemiddelde melkprijs volgens LTO niet haalbaar en praktisch onuitvoerbaar. ‘Dan moet je het uitbetaalde melkgeld delen door de precieze hoeveelheid melk die de fabrieken krijgen aangeleverd. Nog los van het feit dat veel fabrieken dat niet bekend maken, rolt daar een vrij nietszeggende prijs uit’, is Koops van mening. LTO stelde daarom voor om gangbare melk met weidepremie + boerderijmelk als hoofdstroom te nemen. Volgens Koops liggen die twee stromen qua melkprijs zo’n beetje gelijk en heb je dan de hoofdstroom van A-ware te pakken. A-ware bleef op het standpunt

graag mee te willen werken maar dan op basis van een publicatie van het gewogen gemiddelde van haar vier melkstromen. LTO blijft op het standpunt dat één vergelijkbare hoofdmelkstroom de basis moet zijn. ‘Ons uitgangspunt is dat we de hoofdstromen met elkaar willen vergelijken. Dat betekent dat je per onderneming bepaalt welke premies

wel of niet worden meegenomen. De melkprijzen van FrieslandCampina en A-ware waren beide vanaf het begin inclusief de gemiddelde uitbetaalde premie voor weidemelk.’ De uitkomst van de discussie is dat Royal A-ware sinds februari niet meer meedoet in de LTO Internationale Melkprijsvergelijking. Om toch een tweede Nederlandse

Boerderij-vergelijking: RFC 2,8 cent boven A-ware

Nu de melkprijzen van FrieslandCampina en A-ware niet meer met elkaar kunnen worden vergeleken bij LTO, zijn melkveehouders aangewezen op de nationale melkprijsvergelijking van Weekblad Boerderij. Die vergelijkt de melkprijzen op basis van een combinatie van door fabrieken aangeleverde gegevens en melkgeldbriefjes. De grafiek hieronder toont een vergelijking van het verloop van de minimale en maximale melkprijs die boeren in de eerste vijf maanden bij FrieslandCampina en A-ware konden ontvangen. De rode en blauwe lijn tonen het verloop van de minimummelkprijs van beide fabrieken, dus zonder weidegang en andere toeslagen. Uit de Boerderij-melkprijsvergelijking komt naar voren dat de kale melkprijs van FrieslandCampina over de eerste vijf maanden van 2019 2,8 cent hoger ligt dan die van A-ware. Dit op basis van een jaarleverantie van 1,1 miljoen kilo melk met 4,41% vet en 3,47% eiwit. De groene en oranje lijnen tonen het verloop van de prijzen die boeren maximaal bij beide fabrieken kunnen krijgen, bijvoorbeeld door bij A-ware mee te doen aan de Albert Heijn-melkstroom of bij FrieslandCampina aan Planet Proof. Voor de ‘topmelkstroom’ betaalt FrieslandCampina zijn boeren volgens de melkprijsvergelijking van Boerderij een halve cent meer dan A-ware doet.

Maximale melkprijs FrieslandCampina, Gemiddelde over 1e vijf maanden 2019 = € 38,06 Maximale melkprijs A-ware, Gemiddelde over 1e vijf maanden 2019 = € 37,55

40

Minimum melkprijs FrieslandCampina Gemiddelde over 1e vijf maanden 2019 = € 35,56

39 38,21

38

37,55

38,46

38,46

37,55

37,95 37,21

37 36

Minimum melkprijs A-ware Gemiddelde over 1e vijf maanden 2019 = € 32,80

38,05

38,05

35,71

35,96

36,55

35,96 35,46

34,71

35 34 33,30

33,30

33 32,80

32,80

32 31,80

31

jan.

feb.

mart

april

mei

juni

juli

aug.

sep.

oct.

Bron: Boerderij

MELK van het NOORDEN

41


Onder iedere 25 vaste én nieuwe Silobags klanten die zich melden bij onze stand verloten wij een bigbag slurven! MELK van het NOORDEN

42

U VINDT ONS OP H ET MvhNPLEIN


ANALYSE

zuivelonderneming in de melkprijsvergelijking te krijgen, is LTO nu op zoek naar een melkveehouder van een andere fabriek. Waarschijnlijk wordt op 20 juni aanstaande, als de LTO Melkprijsvergelijking over 2018 wordt gepresenteerd, bekend gemaakt dat de particuliere zuivelverwerker Vreugdenhil Dairy Foods erbij komt. Vreugdenhil heeft zo’n 900 leverende melkveehouders in Nederland. Het bedrijf verwerkt jaarlijks 1,3 miljard kilo melk tot voornamelijk melkpoeder, waarvan driekwart naar buiten de EU gaat. Vergelijken steeds lastiger Het onderliggende probleem van bovenstaande discussie ligt nog iets dieper. De toegenomen diversiteit in melkstromen, met allemaal verschillende toeslagen, maakt het vergelijken van melkprijzen tussen fabrieken steeds lastiger. Want welke stromen en welke toeslagen ga je nu precies met elkaar vergelijken? Weekblad Boerderij, dat op nationaal

niveau een eigen melkprijsvergelijking heeft, kiest ervoor om te vermelden wat een leverancier bij een fabriek minimaal en wat hij maximaal kan ontvangen. ‘Zo kan de boer zelf een keus maken bij welke stroom hij graag wil aansluiten’, motiveert de samensteller van deze vergelijking, redacteur rundveehouderij

Klaas van der Horst. Ondertussen beraadt ook LTO zich op meer helderheid in het vergelijken van de diverse stromen en toeslagen, vertelt Koops. ‘Ik denk aan een soort van basisvergelijking en vervolgens in een soort van bijlage op een rij zetten welke toeslagen de fabriek betaalt.’

Reactie van Royal A-ware

In een reactie op het artikel laat Royal A-ware weten dat LTO het initiatief heeft genomen om A-ware uit de melkprijsvergelijking te halen. ‘A-ware wilde graag door, maar dan op basis van gewogen gemiddelde melkprijs van vier melkstromen. Dat is namelijk de enige manier om de uitbetalingscapaciteit van melkfabrieken onderling op correcte manier te vergelijken’, zegt directeur Klaas de Jong. De prijzen van de Boerderij-vergelijking kloppen volgens De Jong in grote lijnen, al is het verschil in de kale melkprijs kleiner, 2,55 in plaats van 2,8 cent, laat de fabriek weten. ‘Maar ook deze melkprijsvergelijking is appels met peren vergelijken. ‘Je vergelijkt een hele grote RFC-stroom met een hele kleine A-ware stroom. Daarom kijken wij liever naar het gewogen gemiddelde van onze vier melkstromen. Die vergelijken we vervolgens met de garantieprijs van FrieslandCampina. Op basis daarvan zit FrieslandCampina over de eerste vijf maanden op basis van 1,1 miljoen kilo melk 0,76 cent hoger dan A-ware en op basis van 1,5 miljoen kilo melk 0,46 cent hoger.’

Veehouders in Nederland blijven dit jaar verstoken van een vergelijking tussen de melkprijzen van de twee toonaangevende zuivelfabrieken van Nederland, Royal FrieslandCampina en Royal A-ware.

MELK van het NOORDEN

43


REPORTAGE

MET DUIDELIJKE VISIE TOE

Op zuivelboerderij De Driesprong in Noordwolde (Gr.) wordt stapsgewijs toegewerkt naar een omvang van 150 melk- en kalfkoeien. Een verhaal over visie, vooruitgang en verbreding. Bouke Poelsma

Grond verkopen, vermogen losmaken en op eigen benen staan. Anton en Brenda Boer weten wat dat is. Ze zijn sinds 2013 eigenaar van melkveebedrijf De Driesprong. ‘Ik zat in maatschap met mijn ouders en mijn broer. Brenda en ik zijn met het melkveebedrijf verder gegaan. Mijn broer runt hier in de buurt nu een schapenboerderij’, vertelt Anton Boer. Om de overname mogelijk te maken, verkocht Boer in totaal 20 hectare. Het duurde echter niet lang voordat de melkveehouder zijn areaal weer op peil had. Hij zag mogelijkheden om een nabijgelegen perceel van 2 hectare te kopen en greep zijn kans. Niet lang daarna kwam de buurman, waarna Boer opnieuw een slag kon slaan. ‘Er kwam 90 hectare vrij. Dat was een verrassing. Het areaal wordt verhuurd aan zes melkveehouders. Wij huren 17 hectare’, aldus Boer. Volgens

overnameplan startten Anton en Brenda Boer in 2013 met 120 melk- en kalfkoeien, met als doel door te groeien naar 150 stuks. Vanwege het fosfaatreductieplan en het fosfaatrechtenstelsel zijn die groeiplannen nog niet gerealiseerd. ‘Dat aantal koeien zit nog steeds in mijn achterhoofd. Maar we willen stapsgewijs groeien en ook alleen met eigen aanfok’, aldus Boer, die momenteel 130 melk- en kalfkoeien houdt. Boer heeft een apart staldeel met 20 ligboxen leegstaan. Boer heeft een duidelijke visie, waarbij hij continu streeft naar het verbeteren van de resultaten. Hij werkt

Anton en Brenda bij de ingang van hun bedrijf waar ze zowel op verbreding als groei inzetten.

MELK van het NOORDEN

44

protoculair, is consequent en waakt voor bedrijfsblindheid. ‘Ik sta open voor andermans mening en ik ben niet bang om dingen uit te proberen. Maar ik hou in grote lijnen vast aan de ingeslagen weg.’ Boer investeerde tot dusverre twee keer in fosfaatrechten. Hij kocht 400 kilo fosfaat. Voor een partij van 150 kilo legde hij € 275 per kilo neer. Een partij van 250 kilo kostte hem € 190 per kilo. Wat hij dit jaar gaat doen, hangt onder meer af van de melkprijs. ‘Inmiddels is de productie weer een staffel omhoog. We moeten zo’n 100 tot 150 kilo fosfaat kopen of vee verkopen.’ Optimaliseren Hoewel de stalcapaciteit nog niet volledig wordt benut, maakten de melkveehouders de afgelopen jaren


WERKEN NAAR 150 KOEIEN

Kalveren worden stevig gevoerd om vroeg geïnsemineerd te kunnen worden.

enkele mooie verbeterslagen. De productie per koe steeg 2.000 liter, van 7.700 kilo in 2013 naar 9.755 in 2019. De rek is er wat hem betreft nog niet uit. ‘Net als collega-melkveehouders hebben we het ondereind van de melkveestapel weggedaan. Dat verklaart de productiestijging’, vertelt Anton Boer. Zijn vrouw Brenda haakt in. ‘Nu is Anton echt te bescheiden hoor. We hebben de stal op meerdere punten aangepast. Het voerhek is verplaatst en we werken nu met waterbedden. Dat scheelt een stuk.’ Anton Boer knikt instemmend. ‘Van overbezetting is bovendien geen sprake meer.’ De drinkwatervoorziening is geoptimaliseerd. Via een pomp wordt water onder hoge druk bijgevuld in de bakken, waardoor koeien altijd schoon drinkwater hebben. ‘Dat heeft zeker bijgedragen aan de productiestijging’, aldus Boer. Ook zijn voerstrategie heeft een positieve uitwerking op de melkproductie. Sinds eind 2017 werkt Boer met een kleine, tweedehands voermengwagen. Die kostte € 5.500 en heeft een capaciteit van 10 kuub. Boer: ‘Ik wist niet of voer mengen wat was, maar op den duur komt er een grotere mengwagen.’ ’s Winters voert hij tweemaal daags. Het rantsoen bestaat uit kuil, mais, maismeel, soja, energiebrok, eiwitbrok, mineralen én water. Met 38 procent is het rantsoen behoorlijk nat. ‘De koeien nemen het voer goed op, al blijft selectie een aandachtspunt. De neus en de bek zitten veel te dicht bij elkaar’, zegt Boer met een glimlach. Het aandeel krachtvoer is 31.05 kilo per 100 kilo meetmelk. Op het gebied van diergezondheid

De geoptimaliseerde stal biedt ruimte voor meer melkvee.

Bedrijfsprofiel Anton (43) en Brenda (43) Boer en hun drie kinderen Anne, Jessica en Luuk hebben in het Groninger Noordwolde een melkveebedrijf met 130 melk- en kalfkoeien, ruim 50 stuks jongvee en 77 hectare (60 hectare eigendom). Het rollend jaargemiddelde is 9.650 liter, met 4,36% vet en 3,58% eiwit. De melkveehouders doen aan weidegang. boekten de melkveehouders eveneens progressie. De vloer van de melkstal (2x10 zij-aan-zij) werd voorzien van rubber. De roostervloer werd opgeruwd. Het aantal klauwproblemen nam mede daardoor fors af. ‘We hebben een stuk minder problemen met witte lijnen en dikke hakken’, aldus Boer. Uierontstekingen komen minder vaak voor. Het celgetal daalde van 250 naar 100 tot 120. ‘We zijn gaan voordippen, werken met nieuwe tepelbekers en -voeringen en houden het vacuüm beter op peil’, vertelt Boer. Vroeg insemineren De melkveehouders investeren in langlopende relaties met erfbetreders. Rietjes sperma kopen ze al jarenlang bij GGI Holland. ‘We willen zoveel mogelijk melk per box en zetten vooral in op melkproductie, kruisligging en vruchtbaarheid’, aldus Boer, die gewend is om € 18 tot € 25 per rietje te betalen (exclusief korting). Hoewel ze zelfzuivelaars zijn, kiezen de melkveehouders nu nog niet bewust voor stieren met een hoger vetgehalte. Wel gebruiken ze sinds vijf jaar hogere MELK van het NOORDEN

45

genomics stieren wat goed bevalt. Op aanraden van GGI experimenteerde Boer met vruchtbaarheidsbolussen. Zijn ervaringen zijn positief. ‘We hebben bij veertig stuks vee bolussen toegediend. De dieren kalfden goed af en ze bleven niet aan de nageboorte staan. Je weet bovendien zeker dat ze de bolussen krijgen.’ Jongvee wordt hard gevoerd. Boer streeft ernaar om pinken op een leeftijd van 12,5 maanden te insemineren. Huisverkoop De melkveehouders doen aan verbreding. Zo hebben ze een goedlopende handel opgezet in tweedehands skelters. ‘We kopen ze in, knappen ze op en verkopen ze door’, aldus Anton, die wekelijksvijf tot tien verkoopt. De winkel is voorlopig zes dagen per week geopend. Met name op zaterdagen is het druk. ‘We zitten nog in de groeifase. Het is een hoop werk, maar ik krijg er veel energie van’, aldus Brenda. De melkveehouders investeerden ruim € 10.000 in het professionaliseren van de huisverkoop, een bedrag dat op termijn moet worden terugverdiend. Maar op zuivelboerderij De Driesprong spelen niet alleen de financiën een rol. Anton en Brenda Boer zoeken actief de verbinding met burgers. ‘Daar ligt een taak voor de veehouderij. We moeten als sector niet in de verdediging schieten’, vertelt Anton. Brenda: ‘We willen laten zien wat we doen en vinden het leuk om groepen te ontvangen en mensen iets bij te brengen. Ze kunnen onze zuivelproducten bovendien proeven én kopen. We merken nu al dat mensen uit de stad Groningen echt voor onze zuivelproducten kiezen.’


COLUMN

MELKVEEHOUDER, WORD NIET VAN HET UITSTERVENDE RAS Biodiversiteit staat voor ‘verscheidenheid aan leven in een bepaald gebied’. Het toverwoord stort zich op velerlei wijze op de melkveesector. Onder ander via verschillende extra duurzame melkstromen wordt de term te kust en te keur benoemd; of het concept nu Planet Proof, Caring Dairy, Beter Leven sterrenzuivel of Aware/AH betreft. Menig melkveehouder lijkt de komst van dergelijke melkstromen als een bedreiging te zien. Dat heeft weinig zin. De Nederlandse en WestEuropese markt vraagt erom dus de melkverwerkers springen daar op in. En als u als melkveehouder de kans heeft, spring dan ook meteen op die rijdende trein. De toekomst ligt duidelijk in een grote diversiteit aan melkstromen. Dat brengt ook meer diversiteit aan melkveehouders met zich mee. Daar is niets mis mee. Als deelname aan zo’n concept voor u binnen bereik ligt, dan heeft nu instappen zeker drie voordelen. 1) U pakt de plus mee die er nu voor wordt betaald; niemand weet hoe lang die plus er op blijft. 2) Uw extra inzet op duurzaamheid en biodiversiteit nu maakt het makkelijk om door te schakelen als de eisen later verder worden aangescherpt. Wie nu achterblijft, raakt steeds verder achterop op dit terrein. 3) Na 2022 krijgt echt niet elke melkveehouder meer de 100% vaste toeslag vanuit het GLB zoals nu gewend. Voor hetzelfde geld moet meer gedaan worden. Aan biodiversiteit, inderdaad. Gaat dat ‘gezeur’ over meer biodiversiteit dan nooit over, hoor ik u denken. Nee, dat gaat niet over. De samenleving blijft openheid vragen omtrent uw inzet op biodiversiteit en de verdere bedrijfsvoering. En niet louter van uw collega’s, maar van alle melkveehouders. Ook van u dus. Daarom krijgt iedere melkveehouder er een taak bij: transparant zijn. Zet letterlijk de stallen open en licht toe wat er op het bedrijf gebeurt. Geen tijd voor? Plant een groot bord bij de ingang van het erf waarop u noteert welke dieren er in de stal en de wei lopen en wat voor fijn product er door uw inzet wordt geproduceerd. En spreek bijvoorbeeld met de collega’s in de buurt af om allemaal een strookje wilde bloemen bij het fietspad en de slootranden langs, daar waar verkeer passeert, te zaaien. Wijzen naar de belangenbehartigers om deze taak op te pakken is te makkelijk. Elke individuele melkveehouder heeft hierin een verantwoordelijkheid. Gratis is dat niet. Het is een investering in de toekomst van uw sector én uw eigen bedrijf. Want laten we ervoor waken dat in de reeks van verlies aan biodiversiteit in Nederland niet de boer ook tot de uitstervende rassen behoort.

Arend Hoekstra

Agrarisch bedrijfsadviseur Van der Veen & Kromhout

MELK van het NOORDEN

46


DIERVOEDERS | GRANEN | MESTSTOFFEN | ZAAIZADEN | ADVISERING

FLEXIBEL

DICHTBIJ

BETROKKEN Innovatief

Maak nu een afspraak met een van onze adviseurs voor een advies op maat!

Hoogland BV Leeuwarden | Tel. : 0518411400 | www.hooglandbv.nl

Als ze zelf mocht kiezen... Voor een soepele transitie en snellere start

VOOR MEER INFORMATIE KIJK OP REASHURE.NL OF BEL +31(0)514 569001 MELK van het NOORDEN

47


MELK van het NOORDEN

48


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.