NUMMER 15 | December 2021
STRIJD OM NEDERLANDSE MELK EN VLEES BARST LOS MELK van het NOORDEN
1
Wij gaan nooit op uw stoel zitten ..maar komen graag bij u aan tafel.
Balthasar Bekkerwei 72c, Leeuwarden • 058 20 10 151
TEGENVALLENDE MELKPRODUCTIE?
Diamond V is een beproefd product dat de ruwvoervertering van de koe op natuurlijke wijze stimuleert. Dit zorgt voor meer beschikbare energie, wat de melkproductie en de gehaltes in de melk verhoogd. Economisch-wetenschappelijk onderzoek toont aan: Dit is de beste investering in vertering Hogere voerefficiëntie (met name ruwvoervertering) Gezondere koeien (met name pensgezondheid) Informeer bij uw voerleverancier naar de voordelen van Diamond V of bezoek onze website.
www.speerstra.com
0514 56 90 01
HEALTHY ANIMALS – HIGH PROFITS MELK van het NOORDEN
2
PRESTEERT UW JONGVEE OP HET BESTE NIVEAU?
Weet u hoe de biestvoorziening is op uw bedrijf? Optimaliseert u de kalveropfok aan de hand van data? Benieuwd hoe wij u meer inzicht kunnen geven in de kalveropfok? Neem dan contact met ons op! PROGRAMMAKALF GEZONDE EN STERKE KALVEREN
Met Denkamilk & Programmakalf staan wij in de startblokken om de jongveeopfok samen met u verder te optimaliseren!
WWW.PROGRAMMAKALF.NL | 0342 - 47 92 00
MELK van het NOORDEN
3
NUMMER 15 | December 2021
INHOUD STRIJD OM NEDERLANDSE MELK EN VLEES BARST LOS MELK van het NOORDEN
1
6-7-8-9
11 12-13 15 18-19 21 22-23 24-25-27 28-29 30-31-33 34-35-36-37 41
PLOTSELINGE HONGER NAAR NEDERLANDSE MELK COLUMN: TIJD VOOR EEN NIEUWE, ONAFHANKELIJKE COÖPERATIE DE HERNIEUWDE OPKOMST VAN MONO-MESTVERGISTING VAN AMMONIAK NAAR CIRCULAIRE MESTSTOF MELK VAN HET NOORDEN ON TOUR: STUDIEREIS NAAR (OOST-) DUITSLAND STUREN OP BCS LASTIGER ‘VOOR IETS MEER KOSTEN WEET JE VAAK VÉÉL MEER’ ‘CO2-FOOTPRINT MELK BEPAALT STRAKS JE SPEELRUIMTE’ JONGVEE HARD VOEREN, KOEIEN SCHERP VOEREN MES IN VEESTAPEL ÉN MEGARUILVERKAVELING OP KOMST BOEREN VOLOP AAN DE SLAG MET WATERSTOF ‘WIJ SPELEN KORT OP DE BAL’
42-43
OPGEWEKT AAN KOP VAN TOPMELKERSLIJST
44-45
‘SCHAALVERGROTING IS VOOR ONS ONVERMIJDELIJK’
49
‘CIJFER IS NIET LEIDEND’
50-51
MESTMARKT REAGEERT OP STIJGENDE KUNSTMESTPRIJZEN
52-53
‘BRAND BIJ DE DIEREN, DAAR MOET IK NIET AAN DENKEN’
54-55
MESTOPSLAG KRIJGT TWEEDE LEVEN
56-57
‘WIJ DOEN NOG EEN BEETJE AAN OUDERWETSE FOKKERIJ’
60-61
MET EIGEN KRACHTVOER NAAR 11.600 KILO MELK PER KOE
62-63-64-65 66
VEEHANDEL LAAT VLEESKETEN AH/A-WARE ONTPLOFFEN COLUMN: WAT VOOR OVERHEID WIL JE ZIJN?
Colofon Deze uitgave van Melk van het Noorden is gemaakt in samenwerking met een aantal bedrijven. Te weten: Agriland Assurantieadvies, Bio Enterprise, Denkavit, GGI Holland, Hoogland BV, Landbouwstart.nl, Lely Centers Heerenveen; Zuidwolde; Bunschoten & Maassluis, Luimstra Loon- Grondverzet- en Transportbedrijf, Melkcontrole Nijland, Niscoo, Nutrilab BV & Van der Meerakker Service BV, PAS Mestopslagsystemen, Silobags, Speerstra Feed Ingredients, Accountantskantoor Van der Veen & Kromhout en W.H. van der Heide Voedertransport en Opslagsystemen.
• Uitgever: Persbureau Langs de Melkweg Adres uitgever: Persbureau Langs de Melkweg, Lorentzstraat 21-A, 8606 JP Sneek Telefoon: 0515-429876 E-mail: redactie@langsdemelkweg.nl
• Verspreiding: Dit magazine wordt door PostNL verspreid onder melkveehouders en agribusiness in Drenthe, Groningen, Friesland, Flevoland, het overgrote deel van Noord-Holland en de bovenste helft van Overijssel. Wilt u dit magazine bij een volgende uitgave niet meer ontvangen dan kunt u dat aangeven bij de uitgever via redactie@langsdemelkweg.nl
• Redactie: Sjoerd Hofstee en Jelle Feenstra • Verder werkten mee: Bouke Poelsma, Berrie Klein Swormink, Ida Hylkema, Sanne van Raalte, Alice Booij, Rochus Kingmans, Tijmen van Zessen, Peter van Houweling, Evelien van Elk, Landpixel, Janny Brouwer, Niels de Vries, Persburo Melissen, Marcel van Kammen, Jacob van Essen en Rens Hooyenga.
Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan de redactie geen aansprakelijkheid aanvaarden voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden nadrukkelijk voorbehouden. Deze rechten behoren bij Persbureau Langs de Melkweg c.q de betreffende fotograaf. Artikelen uit deze uitgave mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt na schriftelijke toestemming van Persbureau Langs de Melkweg.
• Vormgeving: Houssam Diab • Druk: Senefelder Misset Doetinchem • ISSN-Nummer: 2667-2642
MELK van het NOORDEN
Vind alle artikelen én meer nieuws op www.melkvanhetnoorden.nl
4
DÉ KRINGLOOPBOER BESTAAT NIET Een grotere tegenstelling lijkt bijna niet mogelijk: terwijl de politiek plannen fijn slijpt om een substantieel deel van de melkveehouderij de deur te wijzen, strijdt de markt meer dan ooit om de gunst van de Nederlandse melkveehouder. Deze strijd staat natuurlijk niet helemaal los van de forse krimp van de melkveestapel. Dat is wrang voor de boeren die moeten wijken, maar een duidelijk voordeel voor de blijvers. De huidige marktontwikkelingen tonen het aan. De economische wet van vraag en aanbod doet zijn werk. Dat het Nederlandse product aan populariteit wint in de markt, is winst. Net als het feit dat de huidige opbrengstprijzen voor melk en vlees inmiddels substantieel hoger liggen dan in de afgelopen jaren. Zaligmakend is het natuurlijk niet. Allereerst al niet omdat de kosten bijna navenant meestijgen, maar ook omdat de melkveehouderij zich de komende jaren met nieuwe uitdagingen geconfronteerd ziet. En dan doel ik niet op stikstof. Daar maakt ogenschijnlijk een groot deel van Nederland zich druk over, maar ook dat ebt weer weg. Ik doel op de dossiers CO₂ én methaan. Binnen de melkveesector wordt dat inmiddels ook wel erkend. Wetenschappers, techneuten, adviesbureaus en meerdere melkveehouders duiken er dan ook bovenop. Grofweg zijn er onder die melkveehouders twee stromingen te ontwaren hoe hier mee om te gaan: een stroming die terecht stelt dat een lage input ook leidt tot een lage output en daarmee een lage milieu-impact. En een stroming die kiest voor technische oplossingen. Vanuit die laatste categorie is bijvoorbeeld ook de hernieuwde populariteit van mono-mestvergisters te verklaren. Met zo’n installatie is niets mis. Sterker nog, het is de moeite waard om de waarde van mest extra te benutten door er stroom en gas uit te winnen. En de installatie helpt ook nog om de methaanproductie te reduceren. Opnieuw een pluspunt. Echter, deze ‘methaan-winst’ is het grootst wanneer de installatie, en dus de veestapel, intensief gevoerd wordt. Hoge input is hoge output. En daar begint de schoen te wringen. Want ik zie het gebeuren dat zowel de boeren die werken volgens het principe ‘lage input is lage output, als de boeren met een mono-mestvergisting en ‘hoge input is hoge output’, willen pronken met hun lage milieu-impact. En als zij het zelf niet doen, dan zijn er wel onderzoeksinstellingen zoals Wageningen UR, die het voor hen doen. Het duurt niet lang meer of de mono-mestvergistboer wordt als dé kringloopboer geframed door dit soort partijen. Maar moet je dat willen? Ja, in dit geval wel. Melkveehouders die door lage input de kringloop op hun bedrijf sluiten, verdienen het label kringloopboer. Maar de melkveehouder die door middel van technische innovaties aantoonbaar bijdraagt aan circulariteit net zo goed. Twee totaal verschillende stromingen die binnenkort een sticker ‘ik ben kringloopboer’ opplakken. Dit kun je vreemd of onwenselijk noemen, maar het is gewoon exact hoe de steeds diverser wordende melkveesector zich ontwikkelt. Sjoerd Hofstee, hoofdredacteur shofstee@langsdemelkweg.nl
MELK van het NOORDEN
5
ANALYSE
PLOTSELINGE HONGER NAAR N De melkprijs vliegt omhoog en het einde lijkt nog niet in zicht. Melk is in trek, die van Nederlandse bodem in het bijzonder. Is er een nieuwe melkoorlog losgebarsten? Tijmen van Zessen Arla en A-ware
De zuivelmarkt is in beweging en dat is nog de meest voorzichtige omschrijving die melkverwerkers noemen als hen wordt gevraagd de huidige marktsituatie te duiden. Een slag om melk of zelfs een oorlog gaat de meesten te ver, maar de honger naar Nederlandse melk is duidelijk toegenomen, zo bevestigt een belronde langs acht Nederlandse melkverwerkers. Zuivelmarktdeskundige Mark Voorbergen is verrast dat die strijd nu pas losbarst. ‘Het heeft iets weg van opportunisme. Het huidige melktekort lijkt wel het startschot te zijn voor de lange-termijn-oriëntatie van Nederlandse zuivelbedrijven. Maar al sinds de stikstofproblematiek nijpend
is, weet iedereen dat dit moment eraan kwam, het moment dat Nederlandse melk een schaars goed wordt.’ Diverse Nederlandse zuivelverwerkers staan open om meer melk te ontvangen (zie kaders op deze en volgende pagina’s). Wat is er aan de hand? Groei lijkt uitgesloten Veel ontwikkelingen lopen door elkaar heen. Soms staan ze los van elkaar, maar ze komen wel samen in een smeltkroes die behoorlijk wat reuring veroorzaakt in het zuivellandschap. De actuele vraag naar zuivel is goed, de voorraden laag en de aanvoer van melk daalde in september en oktober opnieuw met 4% ten opzichte van vorig jaar. Daar komt de politieke
LEERDAMMER: ‘VERWACHTE KRIMP VEESTAPEL STUWT VRAAG’
DOC KAAS: ‘ALS COÖPERATIE GAAN WIJ VOOR CONTINUÏTEIT’
Kaasmaker Leerdammer is nog niet actief op zoek naar melk. De fabrieken in Schoonrewoerd en Dalfsen zijn per 1 oktober eigendom van een nieuw moederbedrijf. De Franse Bel Groupe heeft het merk verkocht aan wereldmarktleider en landgenoot Lactalis. Het bedrijf zit in een transitieperiode met mogelijk een nieuwe strategie, vertelt Arie Griffioen, hoofd melkvoorziening bij Leerdammer. Maar de situatie op de melkmarkt volgt hij op de voet en hij ziet overeenkomsten met de grondstoffenmarkt voor veevoer. ‘Ik heb tien jaar gewerkt als inkoper bij een mengvoerbedrijf, op die grondstoffenmarkten steeg de vraag ook wel eens boven het aanbod uit. In de Nederlandse zuivelmarkt zie je nu een reactie die niet losstaat van de verwachte krimp van de veestapel. Als fabrieken ook na die krimp willen produceren wat ze nu doen, dan is het zeker stellen van aanvoer verstandig. In dat opzicht kun je stellen dat er honger is naar Nederlandse melk’ Verwerking 1-1-2021: 748.000.000 kilo melk Verwerking 1-1-2022: 730.000.000 kilo melk Mutatie: -18.000.000 kilo melk
Na jaren van afnemende melkaanvoer van eigen leden keert het tij voor DOC Kaas. De kaasmaker uit Hoogeveen weet zich verzekerd van tientallen nieuwe leden per januari 2022. ‘We zijn de afgelopen jaren melkveehouders kwijtgeraakt en nu is er aanbod van nieuwe leden. De vraag naar zuivel is goed, dus we staan open voor nieuwe leden’, zegt Geert Hartlief, manager coöperatiezaken. ‘Wij zijn een coöperatie, voor ons is continuïteit belangrijk. We gaan voor lange termijn relaties met onze leden. Dat merken we ook aan de nieuwkomers die bij ons aankloppen. Die zoeken naar inspraak, transparantie over de bedrijfsvoering en het boerenbelang voorop.’ Hij wil de vraag naar melk geen oorlog noemen: ‘Dat is te kort door de bocht. Door fosfaatrechten lag groei al niet meer voor de hand, maar mogelijk leiden nieuwe kabinetsplannen tot minder melk. Die reële dreiging is voor boeren lastig, maar ook voor de industrie.’ Verwerking DOC 1-1-2020: 614.000.000 kilo melk Verwerking DOC 1-1-2022: 650.000.000 kilo melk Mutatie: +36.000.000 kilo melk Verwerkte melk (DMK GmbH) 2020: 6,6 miljard kg
MELK van het NOORDEN
6
NEDERLANDSE MELK
Er is ‘honger’ naar Nederlandse melk. Arla Foods bijvoorbeeld zoekt vooral melkveehouders die weidemelk leveren en zet de deur open voor boeren uit het hele land.
onzekerheid bij over wat er met de ledenvergadering. Toch hoeft zo’n omvang van de veestapel gebeurt. leegloop volgens Voorbergen niet Krimp ligt voor de hand, welke kleur slecht uit te pakken, mits de focus het kabinet ook krijgt (zie ook pagina 6 gericht is op het vasthouden van de t/m 9.) volumes met het hoogste rendement. ‘Voor een verwerker van melk zijn er dan twee opties’, schetst Voorbergen. Come-back DOC Kaas ‘Fabrieken sluiten en de minder De tweede strategie die renderende contracten afstoten, is zuivelverwerkers volgens Voorbergen de eerste.’ Deze strategie ligt vooral kunnen volgen, is het binnenhalen van voor de hand bij extra melk. En FrieslandCampina, dat gebeurt nu ‘DE ZUIVELMARKT waar komend jaar dus volop. Vooral in totaal 272 miljoen WAS LANGE TIJD SAAI, Vreugdenhil en kilogram melk Arla schudden MAAR NU IS ER verdwijnt. Sinds de aan de boom, WEER GOED GELD TE afschaffing van de maar ook Farmel VERDIENEN, OOK MET melkquotering heeft krijgt er tientallen de marktleider al leveranciers bij BULK’ dertien fabrieken komend jaar. Zelfs gesloten en met DOC Kaas lijkt een het vertrek van de 239 boeren dit come-back te maken. A-ware probeert jaar is aanpassing van de capaciteit in Ierland Nederlandse kaas van Ierse opnieuw noodzakelijk, liet topman melk te maken. En ook in Estland Hein Schumacher onlangs weten investeert het bedrijf in kaasproductie. op een speciaal ingelaste online Het lijken stappen om de merkloze
VREUGDENHIL: ‘WE WILLEN WEER 70% EIGEN MELK’
CONO: ‘HET IJZER SMEDEN ALS HET HEET IS’
In 2014 bouwde poederfabrikant Vreugdenhil Dairy Foods een nieuwe fabriek in Gorinchem. Het bedrijf verwerkt nu in totaal 1,4 miljard kilo melk per jaar, tien procent van de Nederlandse melkplas. De helft daarvan moest tot voor kort worden bijgekocht in de handel. Maar door de bijgebouwde verwerkingscapaciteit in Nederland is die vrije markt sterk teruggelopen. In maart van dit jaar besloot Vreugdenhil de deur open te zetten voor nieuwe leveranciers. ‘Vóór de bouw in 2014 kwam 70 tot 80 procent van onze melk van eigen veehouders, daar willen we weer naar toe’, vertelt Patrick Besten, directeur melkvoorziening. ‘Het doel is 150 miljoen kilo melk extra melk op te halen. Inmiddels is daarvan 100 miljoen binnen, afkomstig van veehouders die op onze wachtlijst staan of die ons zelf bellen. We richten ons op Nederlandse melk vanwege de goede kwaliteit.’ Oorlog wil Besten het ook niet noemen, maar er is wel veel beweging. De politieke onzekerheid houdt ook Vreugdenhil dagelijks bezig. ‘Eén ding is zeker: het aantal koeien gaat in Nederland niet stijgen. Daarop anticiperen we ook, dat speelt zeker een rol.’ Verwerking 1-1-2021: 1.400.000.000 kilo melk, waarvan 700.000.000 van eigen veehouders Verwerking 1-1-2022: 1.400.000.000 kilo melk, tenminste 800.000.000 van eigen veehouders Mutatie: +100.000.000 kilo melk (minimaal)
Cono is nog niet op zoek naar extra melk. Volgens directeur Wim Betten is er in zijn bedrijf nog steeds een goede balans tussen aanbod en vraag: ‘Wij verwerken verschillende productstromen en ontvangen meer melk dan we verkazen. Die speelmelk heb ik nodig, maar we gaan niet meer kaas maken dan we kunnen verwaarden.’ Betten verwijst in zijn duiding van de markt naar het vertrek van leden bij FrieslandCampina. Andere ondernemingen spelen daar op in, zodat ze in de toekomst minder afhankelijk zijn van het bijkopen van melk. Zij willen nu voldoende grondstof borgen. ‘Je moet het ijzer smeden als het heet is. Wie wil groeien, heeft melk nodig. Want de melkplas in Nederland gaat niet meer toenemen.’ De honger naar specifiek Nederlandse melk valt volgens Betten betrekkelijk simpel te verklaren: de meeste melk verdwijnt in de kaasbak. Sinds 2010 heeft Nederlandse Goudse kaas het keurmerk ‘Beschermde Geografische Aanduiding’ (BGA) waardoor deze kaas alleen met Nederlandse melk gemaakt mag worden. Verwerking 1-1-2021: 420.000.000 kilo melk Verwerking 1-1-2022: 414.000.000 kilo melk Mutatie: -6.000.000 kilo melk (autonome afname, stoppers)
MELK van het NOORDEN
7
ANALYSE
Goudse foliekaas met goedkopere melk te maken. Nederlandse melk is te duur voor een merkloos zuivelproduct. Die melk past beter in hoog renderende contracten. Hoe opmerkelijk is het dat juist
‘Melkprijs blijft hoog’ De gunstige stemming op de zuivelmarkt houdt volgens analist Mark Voorbergen nog wel even aan, zeker tot het tweede kwartaal van 2022: ‘De interventievoorraden voor melkpoeder zijn weg en dat lijkt ook voor boter het geval te zijn.’ Vroeger nam de melkplas duidelijk toe wanneer de melkprijzen boven in de vijfendertig cent per kilo melk uitkwamen. Dit keer liggen de kaarten anders. Enerzijds door de timing; het seizoen begeeft zich in het dal van de aanvoer en is in landen als Nederland, Duitsland en Frankrijk lager dan in andere seizoenen. In oktober werd er weer ruim procent minder gemolken dan vorig jaar. Er is een slag om melk gaande en in een krimpende markt gaat de p van prijs bewegen.’
Nederlandse melk zo in trek is? De zuivelmarkt is toch bij uitstek een markt met een internationaal speelveld? Voorbergen: ‘Het label Dutch heeft een positieve perceptie in de markt die sterk verankerd is. Op de eerste plaats dankzij de consistente kwaliteit van Nederlandse melk, maar ook vanwege de positionering met weidegang, klompen en molens. Dat is niet alleen maar lucht, dat is gebaseerd op vijftig – zestig jaar consistente kwaliteit en leveringszekerheid.’ Afnemer wil KKM-melk Germ Bruinsma, vertegenwoordiger bij handelshuis Farmel, onderschrijft dit aspect van kwaliteit. ‘Onze afnemers vragen om KKM-gecertificeerde melk. Ook een grote partij als Ausnutria, met bulkafzet in het buitenland, stelt deze eis. Er is wel handel in deze melk, maar die komt niet uit het buitenland.’ Bovendien is transport van melk duur, zeker nu. Melk bestaat voor 87 procent uit water, daar kunnen verwerkers niet ver mee rijden. Al met al is de zuivelmarkt kennelijk een stuk minder internationaal dan tot dusver gedacht of voorgespiegeld. Ook de handel
via de spotmarkt biedt geen soelaas. Met de aanhoudend goede vraag en het opdrogende aanbod is dat een kleine markt. Door de bijgebouwde verwerkingscapaciteit in Nederland neemt de hoeveelheid spotmelk ook niet snel meer toe. In de reuring op de huidige zuivelmarkt
FARMEL: ‘WE WORDEN WEKELIJKS GEBELD DOOR BOEREN’
RFC: ‘MISSCHIEN WEL WEER NIEUWE LEDEN WERVEN’
Farmel is actief op zoek naar meer melk. Op de beurs in Hardenberg stond de zuivelafnemer met een stand om boeren warm te maken zich bij hen aan te sluiten. Germ Bruinsma is contactpersoon voor de melkveehouders van Farmel, dat zelf geen fabriek heeft, maar wel een meerderheidsbelang in Vecozuivel. Farmel is ook een belangrijke leverancier voor onder meer Vecozuivel en Ausnutria; laatstgenoemde is voor 50% eigenaar van Farmel. ‘Wij worden wekelijks gebeld en gaan graag met de boeren in gesprek. We verwerken diverse melkstromen, waaronder die voor het beter leven keurmerk. De boer kan dus kiezen welke melkstroom voor zijn bedrijf het beste past. Inmiddels hebben we tientallen boeren aangenomen.’ De meeste boeren komen van Friesland Campina. De boeren die overstappen zijn volgens Bruinsma op zoek naar houvast. ‘Wij hopen hen een toekomstbestendige strategie te bieden, maar we zijn niet op jacht. Melkveehouders komen zelf in beweging en wij anticiperen daar op.’ Verwerking 1-1-2021: 250.000.000 kilo melk Verwerking 1-1-2022: 270.000.000 kilo melk Mutatie: +20.000.000 kilo melk
FrieslandCampina (RFC) verliest komend jaar 272 miljoen kilo melk. Tijdens een speciaal ingelaste online ledenvergadering zei topman Hein Schumacher dat het noodzakelijk is om de capaciteit opnieuw af te stemmen op het melkvolume. Dan ligt sluiting van melkfabrieken of productielijnen het meest voor de hand. FrieslandCampina werft niet actief nieuwe leden, maar bestuurslid Hans Hettinga gaf tijdens het webinar ook aan dat het toelaten van nieuwe leden niet langer onbespreekbaar is voor RFC. Het punt zal tijdens de driejaarlijkse evaluatie van het aannamebeleid in 2022 onderwerp van gesprek zijn. FrieslandCampina baseert de strategie op trends in de markt en op overheidsbeleid. Het concern werkt voortdurend aan het optimaal bezetten van het productienetwerk, wat niet wil zeggen dat er momenteel melk wordt bijgekocht. Cijfers daarover maakt RFC sinds enige jaren niet meer openbaar. Verwerking ledenmelk 1-1-2021: 10.064.000.000 kilo melk Verwerking ledenmelk 1-1-2022: 9.792.000.000 kilo melk Mutatie: -272.000.000 kilo melk
MELK van het NOORDEN
8
Verwerker A-ware Arla Bel Leerdammer Cono DOC Kaas RFC Vreugdenhil
Dec/20 33,24 33,15 33,89 35,03 32,15 34,65 35,96
Nov/21 40,19 36,84 39,09 n.n.b 38,83 40,71 n.n.b
gem laatste 12 maanden* 35,36 34,7 35,52 37,11* 34,75 36,56 35,86*
Ontwikkeling voorschotsprijzen in de afgelopen 12 maanden in €/100 kilo melk (Bron: Boerderij) * De gem. voorschotsprijzen van Cono en Vreugdenhil zijn berekend op een gem van 11 maanden t/m okt. 2021
Dairy en het beter leven keurmerk van de Dierenbescherming. Dit soort melkstromen lenen zich minder voor de handel tussen fabrieken en daarom willen fabrieken hiervoor graag melk van eigen leveranciers. De vraag is hoe de strijd om melk uitpakt en hoe lang die nog aanhoudt. In theorie ontstaat er bij het sluiten van fabrieken weer evenwicht, mits deze niet door andere verwerkers wordt overgenomen, zoals A-ware doet met de poederfabriek van FrieslandCampina in het Belgische Aalter.
speelt nog een ontwikkeling. En dat is die van de duurzame melkstromen. Nooit eerder waren die zo divers en talrijk als op dit moment. Tien jaar geleden was er gangbare en biologische melk, nu bestaan er allerlei concepten: weidemelk, VLOG, Planet Proof, het AH-concept, Caring
Financieringsbeleid RFC Linksom of rechtsom is de beweging op de zuivelmarkt een direct gevolg van het vertrek van de 239 boeren van FrieslandCampina. Als hun melk niet beschikbaar kwam, was er voor anderen niets te halen. De leegloop bij de zuivelgigant kent een geheel eigen dynamiek, vaak een optelsom van oorzaken, maar het nieuwe financieringsbeleid drukt wel zwaar. Voor boeren die leveringscertificaten moeten financieren, kost het € 8 per 100 kilo melk om bij de coöperatie
te blijven. Tel daarbij op de € 5 vertrekpremie uit het DMF-fonds en het verschil tussen blijven of vertrekken is € 13 per 100 kilo melk. Dat komt neer op aanzienlijke bedragen. De vraag is hoe de strijd om melk uiteindelijk zal uitpakken en hoe lang die nog aanhoudt. In theorie zou er bij het sluiten van fabrieken weer een evenwicht ontstaan, mits deze niet door andere verwerkers worden overgenomen, zoals A-ware doet met de poederfabriek van FrieslandCampina in Aalter (België). Mark Voorbergen verwacht dat de actie op de melkmarkt nog wel even doorgaat. ‘De zuivelmarkt was lange tijd saai, maar nu is er weer goed geld te verdienen, ook met bulk. Blijkbaar hebben ondernemingen een trigger nodig om in actie te komen.’
ARLA FOODS: ‘WIJ HEBBEN MEER MELK NODIG’
A-WARE: ‘DE DEUR STAAT OPEN, MAAR WE WERVEN NIET ACTIEF’
Begin oktober maakte Arla Foods bekend dat het in Nederland op zoek is naar nieuwe leden. ‘We verwachten dat we de komende jaren gaan groeien en hebben dus meer melk nodig’, verklaarde Mark Boot, managing director van Arla in Nederland, België en Frankrijk. Arla zoekt vooral melkveehouders die weidemelk leveren en zet de deur open voor boeren uit het hele land. Arla haalt (biologische) melk op bij ongeveer honderd Nederlandse leden, maar de fabriek in Nijkerk heeft ruimte voor meer melk. Tot 2018 was de capaciteit 300 miljoen liter melk, maar dankzij een renovatie is die capaciteit gegroeid. Arla wil niet zeggen hoeveel extra melk het kan gebruiken, maar uit een optelsom van de melkstromen valt op te maken dat er zeker nog 140 miljoen liter melk richting de Scandinavische zuivelreus zou kunnen vloeien. Dat zou neerkomen op meer dan een verdubbeling van eigen melk. Verwerking 1-1-2021: tenminste 100.000.000 kilo melk (eigen melk) Verwerking 1-1-2022: meer dan 100.000.000 kilo melk Mutatie: +? (Dit maakt Arla niet bekend)
Royal A-ware timmert al wat jaren aan de weg als nieuwkomer op de rauwe melkmarkt. In 2013 bouwde het bedrijf van Jan Anker in Heerenveen een nieuwe kaasfabriek. Inmiddels verwerkt A-ware een melkplas van 1,8 miljard kilo melk per jaar en is daarmee in omvang de tweede zuivelspeler op de Nederlandse markt. De deur staat open voor nieuwe leveranciers van boerderijmelk, maar A-ware werft momenteel niet actief in Nederland. Wel in België, waar het 300 miljoen kilo melk zoekt voor de melkpoederfabriek in Aalter. Hoeveel extra melk A-ware in Heerenveen kan gebruiken, wil de firma niet kwijt. ‘De melk moet passen in het segment en daarover voeren we het gesprek met veehouders die zich bij ons melden’, aldus een woordvoerder van A-ware. De melkstroom voor Albert Heijn is in elk geval vol op dit moment. Naar die stroom vloeit momenteel zo’n 400 miljoen kilo melk op jaarbasis. Afkomstig van de grootste helft van de aan A-ware verbonden leveranciers. Verwerking 1-1-2021: 1.800.000.000 kilo melk Verwerking 1-1-2022: 1.800.000.000 kilo melk, maar waarschijnlijk meer Mutatie:+? (Dit maakt A-ware niet bekend)
MELK van het NOORDEN
9
ALLROUND TOPSTIEREN BIJ GGI HOLLAND
VISOR PS Gretl (v. Visor PS)
3 generaties excellente koeien Productie: +555 kg met +0,24 % vet en +0,06 % eiwit. Best exterieur Hoog voor levensduur, vruchtbaarheid en gezondheid
Luca Nolli
Ki-code: 782169
aAa 615243
Brown Swiss
#2 DOCHTERGETEST DUITSLAND, #1 IN ZWITSERLAND
Gesekst beschikbaar
Ki-code: 769821
Topproducties, zeer persistente dochters Hoog voor gezondheid en levensduur Pinkenstier aAa 432561, A2A2 en BB Gesekst beschikbaar
Red Holstein
Viona 2e kalfs (v. Effektiv)
EFFEKTIV-RED
Alex Arkink
#1 EXTERIEUR IN DUITSLAND, KRACHTIGE EN MOOIE KOEIEN
HOKUSPOKUS Hokuspokus dochter Talla
Productie en gehalten ruim positief: +691 kg met +0,09 % vet en +0,04 % eiwit Beste uiers en benen Hoog voor vruchtbaarheid, levensduur en gezondheid Pinkenstier Gesekst beschikbaar aAa 531462, A2A2
Luca Nolli
Ki-code: 783213
Fleckvieh
#2 DUITSE FLECKVIEHLIJST
Voorwijk 2395 (v. Bonum)
Ki-code: 769577
Echte melkstier (+1.558 kg) met super eiwit (+0,16%) Hoog voor levensduur (+826 LVD) en uiergezondheid (105 UGH) Pinkenstier & robotgeschikt A2A2 en BB aAa 432516 Gesekst beschikbaar
Nederland: GGI-Holland BV Bosjessteeg 2 • 8271 RK IJsselmuiden Tel. 038-3333 670 Internet: www.ggi.nl • E-mail: info@ggi.nl
MELK van het NOORDEN
/ggiholland
10
ggi_holland
Holstein
BONUM
Alger Meekma
ALLROUND EXTERIEUR
COLUMN
TIJD VOOR NIEUWE, ONAFHANKELIJKE COÖPERATIE Na jaren achterover te hebben geleund als boer, zien we dat het agrocluster onze problemen niet meer gaat oplossen. We worden geconfronteerd met ons laksheid om zelf eigenaarschap te tonen. En dat terwijl we in een veranderende wereld een verschuiving van belang en invloed zien. Steeds vaker zien we dat het belang van de eigenaren van de coöperaties - wij, de leden - op gespannen voet komt met dat van de onderneming. Mijn voorspelling is dat CO₂ het volgende thema wordt waaruit dit blijkt. De onderneming FrieslandCampina (RFC) heeft aantoonbaar lage CO₂-uitstoot én hoge CO₂-opslag op boerengrond nodig om de melk goed weg te kunnen zetten in de markt. Carbon neutral milk wordt een must. Dit zal zich uiteraard vertalen in extra maatregelen binnen FoqusPlanet. Zo’n inzet lijkt in eerste instantie in het belang van de leden. Een goede afzetmogelijkheid van melk is namelijk ook in hun belang. Toch? Natuurlijk klopt dat. Echter, als de onderneming RFC de verminderde uitstoot en CO₂-opslag vermarkt, betekent dat hooguit dat ledenmelkveehouders een marktconforme melkprijs blijven krijgen. Als de leden zelf hun inzet borgen via carbon credits en deze vermarkten, is dat veel lucratiever en heeft het op hun bedrijfsvoering en inkomen veel meer invloed. Maar hoe dan? Als boeren moeten we deze verschuiving van invloed en belang organiseren. Concreet: Het is nodig dat RFC en andere coöperaties substantieel geld steken in een onafhankelijke, als startup opererende boerencoöperatie, die invulling geeft aan een verdienmodel voor maatschappelijke diensten. Deze coöperatie, met startkapitaal en slagkracht, gaat de inzet die boeren leveren voor maatschappelijke diensten tot waarde brengen. Dat geldt dus voor CO₂-neutraal produceren, maar bijvoorbeeld net zo goed voor inzet op biodiversiteitsherstel.
Pieter van der Valk
Melkveehouder in Ferwoude
De verantwoordelijkheden komen daar te liggen waar ze horen. De boer gaat vanuit een nieuwe, onafhankelijke coöperatie aan de bak om zijn inzet beloond te krijgen en ziet dat dan ook concreet terug in extra inkomen. De invloed en controle ligt niet langer bij RFC, maar de duurzaamheidsresultaten kunnen nog steeds, of zelfs veel beter, direct vertaald worden in de marketing van de melk. Winst voor de onderneming, voor de boer en voor de ecologie; een win-win-win-situatie. Dat is nog eens ‘Melk met Meerwaarde’ en ‘Nourcing for Nature’. Ik zie het zo: of we gaan met z’n allen binnen de bestaande coöperaties door op de huidige weg. Wat voor de meeste melkveehouders zo veel betekent als: overdag doorploeteren voor louter een markconforme melkprijs waar je net zo’n beetje de rekeningen van kunt betalen en ‘s avonds zeuren en zaniken op de eigen coöperatie. Of we organiseren, vanuit onze eigen coöperaties, onze inkomstenstromen écht anders.
MELK van het NOORDEN
11
ACHTERGROND
DE HERNIEUWDE OPKOMST
Een Mono+ installatie zoals Agradu ze meer hoopt te plaatsen bij melkveehouders met minstens 10.000 kuub verse mest.
Melkveehouders met een mono-mestvergister beuren SDE-subsidie voor de productie van duurzame energie. De eerste commerciële partij biedt nu een concept aan zonder SDE subsidie en met een vaste jaarlijkse vergoeding. Bouke Poelsma Bouke Poelsma, Agradu en RFC
Met Coöperatie Jumpstart zette initiatiefnemer FrieslandCampina (RFC) in 2016 in op mono-mestvergisting. Na een lange aanloopperiode zijn er op dit moment 34 melkveehouders die via Jumpstart aan mono-mestvergisting doen. ‘Buiten Jumpstart draaien bij nog een paar melkveehouders installaties. In totaal zijn er ongeveer veertig mono-mestvergisters actief’, zegt Jan Dirk van Mourik, projectleider vanuit FrieslandCampina. RFC ziet een toenemende internationale vraag naar duurzame zuivel. Met mono-mestvergisting produceren melkveehouders groen gas of groene stroom. Via GvO’s (Garanties van Oorsprong) kan RFC aantonen dat de groene energie bij leden-melkveehouders wordt geproduceerd. ‘Op die manier verlagen we onze CO₂-voetafdruk’, aldus Van Mourik. RFC betaalt hiervoor een jaarlijkse vergoeding aan z’n ledenmelkveehouders.
Dagverse mest en schaalgrootte Voor het toepassen van monomestvergisting is het gebruik van dagverse mest een belangrijke voorwaarde. Melkveehouders die mono-mestvergisting overwegen, dienen een bepaalde schaalgrootte te hebben. Voor de productie van groene stroom richt Jumpstart zich op bedrijven met 175 koeien of meer. Voor de productie van groen gas gaat de coöperatie uit van 300 koeien of meer. RFC investeert zelf niet in monomestvergisters. Jumpstart werkt samen met drie leveranciers van mono-mestvergisters: Biolectric, HoSt en Biogas Plus. Jumpstart heeft voor komend jaar twintig nieuwe monomestvergisters in beeld. Melkveehouders met een eigen mono-mestvergistingsinstallatie beuren SDE-subsidie voor de productie van groene stroom en het hergebruik van de vrijgekomen MELK van het NOORDEN
12
warmte of voor de productie van groen gas. Afhankelijk van de situatie kunnen installaties in 6 tot 9 jaar worden terugverdiend. Sommige melkveehouders investeerden in mono-mestvergisting door middel van een samenwerkingsverband met de fabrikant van de installatie (zie kader). Samenwerkingsconstructie Ook de Friese onderneming Agradu - een partij die al sinds 2006 gespecialiseerd is in de productie van biogas en groen gas - biedt melkveehouders mono-mestvergisting via een samenwerkingsconstructie aan. Dit staat los van SDE-subsidies. Een ander belangrijk verschil met bestaande Jumpstart-projecten is het feit dat Agradu zich met Mono+ richt op de zogenoemde HBE-markt (hernieuwbare brandstof eenheden). Daarvoor dient de producent ISCC- of NTA8080-gecertificeerd te zijn, zodat de herkomst en duurzaamheid van de grondstoffen is gewaarborgd. De HBE’s gaan naar de transportsector. ‘Hierbij gaat het om fossiele brandstofproducenten die met het kopen van deze HBE’s voldoen aan hun bijmengverplichting en zo de CO₂voetafdruk verlagen. Deze markt biedt
VAN MONO-MESTVERGISTING veel kansen’, zo zegt Yke Roelevink, projectleider bij Agradu. Na de beurs in Hardenberg heeft Roelevink er vertrouwen in dat Agradu de komende twee jaar bij zeker tien melkveehouders een monomestvergister kan neerzetten. Agradu wordt eigenaar van de installatie, de melkveehouder beurt gedurende de contractduur van twaalf jaar een vaste vergoeding voor het opstalrecht en de mest. ‘We richten ons op bedrijven met minimaal 250 koeien of 8.000 vleesvarkens. Het aatal dieren is niet leidend, maar we hebben jaarlijks 10.000 kuub dagverse mest nodig om de installatie rendabel te laten draaien. Veebedrijven kunnen eventueel samenwerken om voor voldoende mest te zorgen.’ Ontzorgen Melkveehouders die kiezen voor Mono+, tracht het bedrijf te ontzorgen. Zo regelt Agradu de vergunningsaanvraag, financiering, het
‘MONO+ LEVERT JAARINKOMEN OP VOOR DE BOER’
operationele deel en draagt het risico. De installatie neemt op het bouwblok zo’n 1.000 vierkante meter ruimte in beslag. Agradu kan deze installatie via het eigen monitoringssysteem 24/7 controleren en bedienen. ‘De boer fungeert daarbij als onze oren en ogen’, aldus Roelevink. Hij doet geen uitspraken over de hoogte van de vergoeding voor het opstalrecht en de mest. ‘Met Mono+ heeft de boer er een stabiel jaarinkomen bij’, zo wil hij wel kwijt. Toekomst Agradu biogas volgt de ontwikkelingen op het gebied van bio-lng en waterstof op de voet. Roelevink vindt het voor dit laatste nog te vroeg om daar nu op in te zetten. ‘De potentie is er zeker, maar voor de komende jaren richten we ons in hoofdzaak op de productie van groengas en bio-lng.’
‘Stroom uit mest, geweldig toch!’
Sander Bouma heeft sinds augustus een mono-mestvergister in gebruik. De melkveehouder is een samenwerking aangegaan met de fabrikant van de installatie. Bouma bouwde in 2009 een ligboxenstal in eigen beheer. Met de keuze voor een dichte vloer sorteerde hij destijds al voor op mono-mestvergisting. ‘Het gebruik van dagverse mest is een pré bij mono-mestvergisting’, aldus Bouma, die enthousiast vertelt over het opwekken van energie uit koeienmest. ‘Stroom maken van mest, dat is toch geweldig!’ De mono-mestvergister bij Bouma draait sinds medio augustus. De melkveehouder is een samenwerking aangegaan met fabrikant Biolectric. De SDE-subsidie voor het opwekken van stroom én het hergebruik van de warmte gaat naar Biolectric, die ook eigenaar is van de installatie. Bouma beurt een vergoeding voor het leveren van de mest. Hoeveel geeft hij niet prijs. Wel dat die vergoeding gekoppeld is aan het rendement van de installatie. Met het project is in totaal een kleine € 500.000 gemoeid. Bouma investeerde € 150.000 in voorbereidingskosten waarvoor hij naar eigen zeggen bij de bank de nodige scepsis moest overwinnen. Met de recente MELK van het NOORDEN
13
verkoop van 25 hectare grond aan verzekeringsmaatschappij ASR maakte Bouma echter kapitaal vrij om te investeren in fosfaatrechten, een familielening af te lossen en extra af te lossen op de financiering. ‘Ik heb weliswaar niet de hoofdprijs ontvangen, maar het gaf me wel de nodige ruimte. Het is natuurlijk niet zo dat hier alles zomaar mogelijk is’, aldus de ondernemer, die de grond van ASR via erfpacht in gebruik heeft. Voor dit nieuwe project liet de ondernemer een mestput uitgraven. Die heeft een capaciteit van 750 kuub en bevindt zich onder de monomestvergister. ‘Die put is bedoeld voor de na-vergisting’, aldus Bouma, die van FrieslandCampina een jaarlijkse vergoeding van € 6.000 ontvangt voor zijn GVO (Garantie van Oorsprong). De zuivelreus kan daarmee aantonen dat er duurzame energie bij lid-melkveehouder Bouma wordt geproduceerd. De mono-mestvergister van Bouma is uitgerust met twee WKK-motoren van in totaal 44 KW. Een paar maanden na de ingebruikname van de installatie is het nog zoeken om het optimale rendement te behalen. Toch vertrouwt de melkveehouder erop zijn investering in 5 jaar terug te verdienen. Na die periode heeft hij ook jaarlijks de mogelijkheid om de installatie van Biolectric over te nemen.
MELK van het NOORDEN
14
ACHTERGROND
VAN AMMONIAK NAAR CIRCULAIRE MESTSTOF De ammoniak in deze afgezogen lucht wordt gebonden met een zuur en omgezet in een vloeibare meststof. Een veehouder kan kiezen uit zwavelzuur of salpeterzuur, al naar gelang de behoefte aan een zwavel- of stikstofmeststof. Deze vloeibare meststof wordt opgeslagen in een aparte tank en is de derde mineralenstroom.
‘MET DIT SYSTEEM KUN JE PRIMA BLIJVEN WEIDEN’
70% reductie De Lely Sphere zorgt voor een ammoniakreductie van meer dan 70 procent, aldus de producent. Schmeitz: ‘Dat is gebaseerd op metingen op drie van de vier testbedrijven. De resultaten van het vierde bedrijf verwachten we binnenkort. Naar aanleiding van de eerste metingen is het systeem beoordeeld met een voorlopige emissiefactor op de RAV-lijst van 3,6 kg NH3 per dierplaats per jaar.’ Voor een stal met 120 melkkoeien en een roostervloeroppervlakte van 600 m2 is de investering tussen de € 150.000 en € 170.000. Dit omvat de aankoop en installatie van het gehele systeem, bestaande uit vloerstrips, mestrobot, afzuigunits en opslagtank. Een gescheiden afvoersysteem van urine en mest is niet per se nodig, maar zorgt wel voor een hogere ammoniakbinding en gerichter gebruik van de mest. ‘Uit een urinekelder kun je meer ammoniak terugwinnen dan uit een drijfmestkelder’, legt Schmeitz uit. Het dichtslibben van de gaatjes in de vloer wordt voorkomen door urinerende koeien, de mestrobot die de mest regelmatig opzuigt en afvoert en het feit dat er lucht wordt aangezogen door de gaatjes. Het afzuigen van de ammoniak zorgt bovendien voor een gezonder klimaat in de stal, stelt Lely.
aparte mestkelder gestort. Dit resulteert in twee verschillende mineralenstromen: mest met vooral fosfaat en urine met vooral kalium en stikstof. Buiten de stal staan de N-capture afzuigunits die de lucht onder en vlak boven de roosters afzuigen.
Vijftien in actie Er draaien inmiddels zo’n vijftien Lely Sphere systemen. In Nederland is Lely nu nog vooral in Noord-Brabant actief met de introductie van het systeem. Het is de bedoeling dat het systeem binnenkort wordt uitgerold naar de rest van Nederland.
De N-capture afzuigunits staan buiten de stal en zuigen de lucht onder en vlak boven de roosters af.
Lely speelt met de Lely Sphere in op het scheiden van mest en urine én gaat nog een stapje verder. De ammoniak uit de mestkelder wordt afgezogen en omgezet in een meststof, waardoor de stikstof circulair kan worden ingezet op het eigen bedrijf. Ida Hylkema Lely
Dit systeem werkt significant anders dan een luchtwasser, zegt Ellen Schmeitz van Lely International om een veelgehoord misverstand te ontkrachten. ‘Bij ons systeem hoeft de stal niet te worden afgesloten en blijft ook weidegang mogelijk. Ons systeem richt zich specifiek op de lucht in en vlak boven de mestkelder. Die wordt afgezogen en de ammoniak hieruit wordt omgezet in een meststof die de veehouder weer kan gebruiken voor zijn bemesting. Daarmee kan hij de mineralen uit de eigen mest efficiënter gebruiken en kunstmest besparen.’ De Lely Sphere, door de fabrikant ‘circulair mestverwaardingssysteem’ genoemd, ‘produceert’ drie mineralenstromen die gericht kunnen worden ingezet bij de bemesting. Het systeem scheidt vaste mest en urine
door middel van strips met gaatjes in de roostervloer. De urine loopt hierdoor in de mestput en de vaste mest blijft op de roosters liggen. Deze mest wordt opgezogen en afgevoerd door een mestrobot en - indien mogelijk - in een
MELK van het NOORDEN
15
MELK van het NOORDEN MELK van het NOORDEN
16 35
Wij zijn Royal A-ware, een oer-Hollands familiebedrijf met een passie voor goed eten. Van uw hoogwaardige melk maken we de mooiste producten voor onze klanten in Nederland én de rest van de wereld. In 2015 opende onze kaasmakerij en mozzarella- & room-
Inge Koopmans is HR Business Partner: ‘We zijn altijd op
fabriek in Heerenveen. We zijn er trots op dat sindsdien al
zoek naar enthousiaste collega’s. Er wordt in Heerenveen
meer dan 1.000 melkveehouders met ons samenwerken.
gewerkt in kleine, hechte teams en met de nieuwste
Dankzij de hoge kwaliteit melk die we van hen ontvangen,
apparatuur en technologie. Kent of bent u onze nieuwe
kan Royal A-ware blijven groeien. We zijn dan ook continue
collega? Scan de QR-code hieronder en bekijk onze
op zoek naar collega’s die van die melk de beste kaas,
vacatures. Wie weet spreken we elkaar snel!’
mozzarella of slagroom maken.
www.royal-aware.com
MELK van het NOORDEN
17
Studiereis naar (Oost-)Duitsland 9 t/m 11 maart 2022
Kosten: € 649/ per persoon*. Melk van het Noorden organiseert een 3-daagse studiereis naar (Oost-) Duitsland. Deze reis per touringcar start vroeg op woensdagochtend 9 maart vanuit Heerenveen en eindigt vrijdagavond 1 maart 20. Op deze reis bezoekt u verschillende melkveebedrijven en ondernemers met uiteenlopende visies en bedrijfsvoeringen. Bedrijven die onder andere op het programma staan: - Rudi Denissen in Wöbelin; melkt ruim 80 koeien, heeft een akkerbouwtak en kassen met groenten. De kassen worden verwarmd met restwarmte uit de biogasinstallatie. - Koepon Farms in Brüel; melkt 1.0 biologische Jerseys. Op 4.0 hectare grond wordt al het eigen ruwvoer en krachtvoer geteeld en 3.50 ooien gehouden. - Jan Jelmer Dijkstra in Tempelfelde; melkt 60 koeien en bewerkt 1.40 hectare akkerbouwland in samenwerking met Vincent Overmars.
Opgave vóór 1 februari 2022 via het inschrijfformulier op www.melkvanhetnoorden.nl
MELK van het NOORDEN
18
MELK van het NOORDEN
19
DE WEBSHOP OP HET GEBIED VAN MEST(TECHNIEK)! Wij zijn niet zomaar een shop. Wij zijn trots op het feit dat we al meer dan 40 jaar rondlopen in de mest(opslag). Dus ook als u behoefte heeft aan vakmensen voor de montage en reparatie bent u bij ons aan het juiste adres!
Bestel en betaal gemakkelijk en vertrouwd online. WWW.MESTTECHNIEK.NL
Voor iedere kuil hebben wij de juiste oplossing! Dit jaar zijn de verschillen in graskuilen groot. Van extreem taai tot snel. Bij iedere graskuil leveren wij maatwerk om te melken naar de doelstelling van uw bedrijf! Door onze regionale grondstoffen is ons voer vrijwel altijd VLOG.
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
‘‘Ook met deze kuil zorg ik voor een optimaal rantsoen’’
Neptunusweg 3, Leeuwarden
0518 411400
www.hooglandbv.nl
MELK van het NOORDEN ad willem schouw.indd 1
Altijd bedrijfsspecifiek maatvoer Grof gewalste grondstoffen Arbeidsbesparing Mineralen op maat Constante pH in de pens Non-GMO & EU-28
post@hooglandbv.nl
20 19-11-21 13:07
ACHTERGROND
STUREN OP BCS LASTIGER
Regelmatig de conditie scoren kan eenvoudig aan het voerhek.
Als koeien te dik of te dun zijn, krijgen ze sneller problemen met gezondheid en vruchtbaarheid. Minder eiwit in het rantsoen maakt het lastiger om te sturen op conditie. Schothorst Feed Research onderzoekt hoe je daar het best mee om kunt gaan. Berrie Klein Swormink Langs de Melkweg
De theorie over de optimale conditie van koeien kom je regelmatig tegen. Het liefst zie je dat een koe als ze afkalft een bodyconditiescore (BCS) heeft van 3 tot 3,5; dus niet te vet is. Na afkalven komt een koe in een fase met een negatieve energiebalans en spreekt ze lichaamsreserves aan. Uitgangspunt is dat de BCS niet onder de 2,5 komt. Hoe krijg je dit in de praktijk voor elkaar? ‘Regelmatig de conditie van alle melkkoeien scoren, is een goede manier om inzicht te krijgen’, zegt Wilfried van Straalen, senior researcher and consultant ruminants bij Schothorst Feed Research in Lelystad. ‘Het verloop van de BCS in combinatie met melkproductiegegevens maakt zichtbaar wat het effect is van het voerregime op de melkproductie en de lichaamsaanzet van de koeien. Twee hormonen hebben hierbij een grote rol: groeihormoon en insuline. Groeihormoon reageert vooral op vet
en eiwit in het rantsoen, en bevordert de melkproductie. Insuline reageert sterk op zetmeel in het rantsoen. Onder invloed van insuline kan een koe met veel zetmeel in het rantsoen sterk vervetten in de tweede helft van de lactatie.’ Gevolgen van minder eiwit Van Straalen vertelt dat onderzoek naar de conditie van melkkoeien een
‘EEN BEPAALDE MATE VAN VETBEDEKKING IS ALTIJD GEWENST’
actueel onderwerp is. ‘Onder invloed van overheidsbeleid staat er druk op het eiwitgehalte in het rantsoen. In theorie kan minder eiwit in het rantsoen MELK van het NOORDEN
21
remmend werken op de melkproductie. Daarom doen we hier momenteel veel onderzoek naar. We willen graag weten op welke manier je het best terughoudend kunt zijn met eiwit in het voerrantsoen. Of, met andere woorden: wat is gunstig om de melkproductie te behouden en te voorkomen dat de BCS te snel oploopt.’ Van Straalen kan nog niet vooruitlopen op de uitkomsten van het onderzoek. Een middel in de strijd tegen vervetting in de tweede lactatiehelft is het opnemen van bestendige vetten in het rantsoen. ‘Voor wie er geen ervaring mee heeft, klinkt het tegenstrijdig. Maar onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat bestendig vet, met name C16:0, helpt om de melkproductie te bestendigen’, zegt Hessel Reitsma van Speerstra Feed Ingredients. Hij adviseert bedrijven waar koeien te vet aan de droogstand beginnen om bestendig vet in de tweede lactatiehelft te combineren met een iets lager zetmeelaandeel in het rantsoen. ‘In de eerste helft van de lactatie is het juist gewenst om veel zetmeel te voeren om de negatieve energiebalans te beperken. Insuline zorgt dan nog niet voor vervetting.’ Hulpmiddelen Aanbieders van additieven noemen vaak pensbestendige choline als een nuttig hulpmiddel bij het sturen van de conditie van koeien. Van Straalen van Schothorst Feed Research erkent dat choline daarbij een rol kan spelen. ‘Choline ondersteunt de leverfunctie en kan daarmee koeien helpen die veel lichaamsreserves mobiliseren. Vooral koeien die gevoelig zijn voor slepende melkziekte.’ Van Straalen stelt dat het nog beter is te voorkomen dat een koe in een situatie belandt waarin haar lever het nauwelijks meer kan bolwerken. Dat koeien te mager aan de droogstand beginnen, komt minder vaak voor dan te vet. Reitsma: ‘In het algemeen geldt dat de BCS van een koe tijdens de droogstand constant moet blijven. Toch zou ik proberen om een te magere koe in die periode iets te laten groeien. Een bepaalde mate van vetbedekking is voor een koe gewenst om zo nodig op een gezonde manier lichaamsreserves vrij te kunnen maken.’
INTERVIEW
‘VOOR IETS MEER KOSTEN
V.l.n.r: Pieter Vos, Jan van der Weijden, Ruud en Jan van de Meerakker: ‘Met een uitgebreide mestanalyse, kun je met kunstmest het gewas precies geven wat nodig is. Het is heel wijs om daar een paar tientjes aan te besteden.’
Na een reeks van fusies en overnames in de wereld van agrarische laboratoria lijkt er voor de boer weinig meer te kiezen. Dat was voor Van de Meerakker Service reden om een alternatief te zoeken en Nutrilab Agro te starten. ‘Wij willen boeren meer keus bieden.’ Peter van Houweling
In 2013 startten de broers Ruud en Jan van de Meerakker, naast hun varkenshouderij, met een serviceverlenend bedrijf voor mestadministratie en bijbehorende analyses. Ze haalden zelf de monsters op, lieten die analyseren in laboratoria en verzorgden de mineralenadministratie. Dat breidde al snel uit met grond- en kuilonderzoek. Jan van der Weijden, die daar veel ervaring mee heeft, sloot zich bij hen aan en werd mede-eigenaar. Maar de vennoten liepen er steeds meer tegenaan dat het ene na het andere laboratorium werd overgenomen
door een grote internationale partij. Daarom zochten ze een alternatief en kwamen uit bij Nutrilab, dat al 65 jaar ervaring heeft in veevoeranalyses. ‘Vanaf dag één hebben we een klik’, vertelt Van der Weijden. ‘We hebben dezelfde beleving, waarin de klant voorop staat.’ Pieter Vos van Nutrilab beaamt dat: ‘Voor ons is dat heel belangrijk. Als je ons belt, krijg je direct een persoon aan de lijn die je kan helpen. We zijn altijd bereikbaar, ook na kantoortijd. Wij zijn allebei betrokken bedrijven met kennis van zaken.’ Vanaf 2017 werken beide bedrijven MELK van het NOORDEN
22
samen. En al snel groeide bij de ondernemers het idee om een stap verder te zetten. Na enkele jaren van samenwerking besloten ze daarom om Nutrilab Agro op te richten. Vanuit dat bedrijf bieden ze mest-, ruwvoer-, grond- en wateranalyses aan. Ze verzorgen zowel de monstername als de analyses. Dat laatste was makkelijker gezegd dan gedaan. Het proces om geaccrediteerd te worden, kostte een jaar. De ondernemers investeerden fors in analyseapparatuur. Vervolgens moesten ze bij de onafhankelijke Raad van Accreditatie aantonen dat hun werkwijze betrouwbare uitkomsten geeft. ‘Zo’n stap is best een risico’, zegt Vos. Sinds juni heeft het bedrijf de accreditatie in huis voor mest. Toegevoegde waarde De ondernemers zetten deze stap in
WEET JE VAAK VÉÉL MEER’ een krimpende markt met enkele grote spelers. Welke meerwaarde kunnen ze bieden? ‘In ons vakgebied zijn wij het meest betrokken’, zegt Van der Weijden. ‘Geen vraag is ons te gek en wij gaan dóór waar de meeste anderen stoppen. Wij zijn altijd op zoek naar oplossingen.’ De mannen noemen diverse voorbeelden die hun aanpak typeren. Zoals van een klant die land heeft naast een zuiveringsinstallatie. Op het land is veel sprake van kwel. ‘Wat zit daarin?’, wilde de veehouder weten. ‘Dat zoeken we dan tot de bodem uit’. Een andere veehouder had veel problemen met de gezondheid van zijn vee. Hij had van alles geprobeerd, maar niets hielp. Hij vermoedde dat ganzen de oorzaak waren. Nutrilab Agro onderzocht daarop de kuilen en het gras. Er bleken veel giftige mycotoxines in te zitten. ‘Wij werken in zulke situaties ook samen met dierenartsenpraktijken’, zegt Vos.
Ervaring met ruwvoer Nutrilab is destijds ontstaan uit de handelsmaatschappij in veevoergrondstoffen van de familie Schouten, die ook eigenaar is van Nutrilab. Als zestig jaar geleden werden de boeren die graan leverden betaald op basis van het eiwitpercentage, vertelt Vos. ‘Voederwaarde-analyse zit in ons bloed. Dat geldt ook voor Ruud en Jan van de Meerakker. Door hun jarenlange
ervaring weten zij als geen ander wat de relatie is tussen goed voer en gezonde dieren.’ Medewerkers van Nutrilab Agro beoordelen elk resultaat van ruwvoer individueel. Naast de NIR analyse voor kuilen en balen, worden de monsters voortdurend op de klassieke wijze doorgelicht, vertelt Van de Meerakker. ‘De boer en zijn kuil zijn voor ons geen nummer’, benadrukt Vos. ‘Elke klant krijgt persoonlijke aandacht.’ Gezond veedrinkwater Jan van de Meerakker noemt ook voorbeelden die hij ziet met een slechte waterkwaliteit. Hij kwam eens bij een
‘IN HET ZIEKENHUIS TWIJFEL JE TOCH OOK NIET AAN DE UITSLAG’ veehouder die problemen had met de gezondheid van zijn vee. Hij zocht het uit. De oorzaak was een poreuze drinkwaterslang die in de mest lag. Op een ander bedrijf stond het waterreservoir kort onder het golfplatendak. Bij warm weer werd het water te warm waardoor allerlei ziektekiemen zich ontwikkelden. Het kiemgetal was veel te hoog. ‘Dat is vaak een oorzaak van problemen’, zegt Ruud van de Meerakker. Volgens hem is het
Apparatuur in het laboratorium oogt eenvoudig, maar hiermee worden complexe analyses uitgevoerd.
MELK van het NOORDEN
23
geen oplossing om middelen aan het water toe te voegen. ‘Dan neem je de oorzaak van een probleem niet weg.’ Veehouders nemen de uitkomst van een slechte analyse niet altijd voor waar aan. ‘Dan krijgen wij meestal als eerste reactie: ‘Het monster is niet goed’, of ‘Het lab heeft het fout gedaan’, zegt Jan van de Meerakker. ‘Maar als je in een ziekenhuis een uitslag krijgt, dan twijfel je daar toch ook niet aan.’ Grond- en mestanalyses Nutrilab Agro onderscheidt zich ook met grondanalyses. Het bedrijf introduceerde de Bodemindex. Klanten zien daarin in één oogopslag hoe een perceel scoort op vier essentiële onderdelen uit de analyses. Dat voorkomt dat ze de bomen niet meer zien in het bos van alle parameters op de analyse-uitslag. Het eerste onderdeel is het vermogen om mineralen te binden, aan de hand van de percentages lutum en organische stof en de pH. Het tweede is het vermogen om stikstof te mineraliseren. De directe beschikbaarheid van basisnutriënten is het derde onderdeel. Het vierde is de structuur van de bodem. Het bodemrapport geeft bovendien adviezen hoe de bodemkwaliteit is te verbeteren. De mannen van Nutrilab vinden dat veehouders die een bodemmonster moeten hebben voor de derogatie, te snel kiezen voor een analyse alleen op stikstof en fosfaat. ‘Voor iets meer kosten weet je véél meer’, zegt Ruud van de Meerakker. ‘Sommige rundveehouders geven hun veestapel een standaard hoeveelheden mineralen, maar het is beter om de gift af te stemmen op de aanwezige mineralen in het ruwvoer.’ Hij constateert dat veehouders soms minder eiwit aan het voerrantsoen toevoegen, als dat duur is. ‘Dat komt terug in de mestsamenstelling. Als je die niet analyseert weet je dat niet. Met een uitgebreide analyse, kun je met kunstmest het gewas precies geven wat nodig is. Het is heel wijs om daar een paar tientjes aan te besteden. Dan krijg je ook veel meer informatie. Wij denken graag mee met de boer. Het houdt bij ons niet op bij een rapportje.’
REPORTAGE
‘CO2-FOOTPRINT MELK BEPAALT
Van links van rechts: Aede-Piet Hoekstra, Henk Bles, Daniël en Ellen Metzlar.
Op het bedrijf van Bles Dairies in Broek wordt met graskuil van amper 800 vem en zonder soja, momenteel 37 kilo per koe gemolken met nette gehalten. ‘De jongens zitten er ook bovenop. Mooi om te zien’, zegt Henk Bles. ‘Want vergis je niet. Dit is gewoon een commercieel melkveebedrijf waar geld moet worden verdiend.’ Sjoerd Hofstee Niels de Vries
Bij het binnengaan van de stal van Bles Dairies in Broek valt het oog meteen op de enorme ruimte. De in totaal 200 koeien hebben gemiddeld meer dan één box tot hun beschikking en de looppaden zijn, vooral bij de droge koeien, erg breed. ‘Natuurlijk willen wij graag een netjes bedrijf kunnen
tonen als hier bezoekers komen’, zegt Henk Bles die eigenaar is van Bles Dairies waar het melkveebedrijf vanaf 2015 ook onderdeel van is geworden. ‘Maar het beeld vertekent enigszins omdat we in de nabije toekomst door kunnen en willen groeien naar 250 koeien op deze locatie. Afgelopen jaar MELK van het NOORDEN
24
hebben we een verbouwing afgerond en een derde melkrobot in gebruik genomen. Waar we later de vierde melkrobot positioneren, is nog een vraag. Misschien wel in een aparte stal om een andere melkstroom te kunnen bedienen. Dat laatste is echter nog totaal niet zeker en concreet, maar verklaart wel de reden dat er nu wat extra ruimte is bij de droge koeien.’ Strategisch overleg Henk Bles bezoekt wekelijks het bedrijf en loopt dan de lopende resultaten en bijzonderheden met het team bij langs. Fysiek is zijn bijdrage op het bedrijf nul. Bedrijfsleider Daniël Metzlar en vaste medewerker Aede-Piet Hoekstra voeren alle werkzaamheden uit, samen
STRAKS JE SPEELRUIMTE’ meeste dieren insemineren en kalven de vaarzen op 22,5 maand af.’ Volgens de bedrijfsleider is dat niet te jong, zolang de dieren goed ontwikkeld zijn én niet te snel weer worden geïnsemineerd. ‘Jonge vaarzen insemineren wij nu op circa 90 dagen na afkalven. Voorheen deden we dat op 50 tot 60 dagen, maar dan moesten ze met een hoge productie droog worden gezet en zagen we ze als 2e kalfskoe te vaak iets terugvallen. In die zin moet je de jong gekalfde vaarzen naar ons idee dus wel voldoende tijd gunnen om ze optimaal te laten presteren.’ Het is een voorbeeld van de gestructureerde wijze van managen die op het bedrijf wordt nagestreefd. Ook in het voeren komt dat terug. Iets wat momenteel ook echt nodig is, omdat de graskuil van matige kwaliteit is. ‘Andries Sneep noemde onze 1e snede graskuil onlangs stro’, vertelt Daniël lachend. ‘Qua lage energie- en eiwitwaardes heeft hij gelijk. Wij boeren op veengrond waarvan wij afgelopen voorjaar niet tijdig alle gras konden maaien en inkuilen. Dat heeft de kwaliteit beslist geen goed gedaan.’
met Daniëls vrouw Ellen die de opfok van de jongste kalveren voor haar rekening neemt. Eens per kwartaal schuift Henk Bles langer bij hen aan voor uitgebreid strategisch overleg. Dan nemen Andries Sneep van Hoogland BV voor het voeren, Jan Aalberts van Semex voor de fokkerij en dierenarts Dick Soede van It Griene Hert ook deel. ‘We hebben gezamenlijk doelstellingen met KPI’s opgesteld’, vertelt Metzlar. Die KPI’s zijn onder andere: € 8 voersaldo per koe per dag; 3 kilo vet en eiwit per koe per dag; een pregnancy rate van 25% en een inseminatiegetal van 60%. Vaars tijd gunnen ‘Wij geloven in het meten van resultaten
en duidelijk doelgericht werken’, vervolgt Metzlar. ‘Alle kalveren testen we op genomics en de hoogst scorende dieren insemineren we met gesekst sperma. Daarnaast meten
‘HUIDIGE GRASKUIL IS NET STRO’ we alle kalveren op 2,5 maand, als we ze spenen, en op een leeftijd van 4 maanden opnieuw. De groei moet gemiddeld minimaal 800 gram per dag zijn. We streven naar gemiddeld 900 tot 1.000 gram en dat lukt meestal ook wel. Om die reden kunnen we probleemloos vanaf 13 maanden de MELK van het NOORDEN
25
Droogte, muizen en ganzen Het huidige rantsoen bestaat uit 12 kilo 1e snede graskuil, 10 kilo 2e snede graskuil, 4 kilo sodagrain, 4 kilo snijmais en 6,5 kilo premix dat onder andere veldbonen, alkagrain en raapzaadschroot bevat en water. ‘Soja voeren we niet omdat we VLOG-melk leveren via de Boerderij-melkstroom van A-ware’, licht Daniël toe. ‘Mais proberen we ook te weren uit het rantsoen, maar eerlijk gezegd valt dat niet mee. Wij hebben met 125 hectare grasland wel voldoende grond tot onze beschikking, maar droogte, muizen en ganzen spelen ons de laatste jaren nogal parten als het gaat om voldoende ruwvoer van het land halen.’ Op de top produceerde de veestapel gemiddeld 42 kilo, medio november ligt dat rond de 37 kilo met 4,13% vet en 3,56% eiwit. Nog altijd een hoge productie en zeker met de kwalitatief matige 1e snede graskuil. ‘Maar Daniël en Aede-Piet zitten er ook bovenop’, weet Henk Bles. ‘Toen de productie onderuit zakte met deze graskuil zijn
MELK van het NOORDEN
26
REPORTAGE
Het team van Bles Dairies legt de lat hoog: ‘Die 3 kilo vet en eiwit per koe per dag gaan we weer halen.’
ze meteen gaan sleutelen met de hoeveelheid water dat bijgemengd wordt. Dat zorgde vlot voor een betere opname en daarmee productie. Wij werken hier met managementsysteem IDA. Dat systeem gaf aan dat de vreettijd omlaag ging terwijl de productie nog amper zakte. Dat was een tijdig signaal om bij te sturen. Het is mooi om te zien dat de jongens daar dan ook fanatiek mee aan de slag gaan. De voerefficiëntie ligt niet voor niets gemiddeld op 1,55.’ Koeien gezond houden Daniël glimlacht bij die woorden. ‘Mijn passie ligt ook bij het optimaliseren. Dat kan ook hier nog volop. Bijvoorbeeld door nog beter de maaimomenten te kiezen en zo kwalitatief beter ruwvoer te winnen. Want ook voor het saldo is dat van wezenlijk belang. De voerkosten liggen momenteel op 12,5 tot 13 cent per kilo melk. Dat is niet laag, maar acceptabel in onze werkwijze. Alles is er ook op gericht om de koeien gezond te houden. Dat verhoogt uiteindelijk het totale saldo. Daarbij leggen we de
lat hoog. Zoals de 3 kilo vet en eiwit per koe per dag. Dat halen we nu net niet, maar hebben we wel gehaald en gaan we ook weer halen. Daarbij compenseren we niet met soja en gebruiken we veel tarweproducten. Ook dat helpt volgens ons in het gezond houden van de koeien in combinatie met een hoge melkproductie.’
‘WIJ GROEIEN DOOR NAAR 1,15 MILJOEN KILO MELK PER FTE’ Henk Bles knikt. ‘Het werken met tarweproducten die Hoogland BV uit de regio betrekt, heeft een bijkomend belang. Ik geloof namelijk echt dat de CO₂-footprint, of de totale milieu-impact per kilo melk, in de nabije toekomst leidend wordt voor je speel- en groeiruimte als melkveehouder.’ Daarnaast wijst hij op het belang van een hoge arbeidsefficiëntie: ‘We realiseren hier nu 920.000 kilo melk per FTE. Met het doorgroeien in aantal MELK van het NOORDEN
27
koeien en een vierde robot willen we naar 1,15 miljoen kilo melk per FTE.’ Angus op het bord Bij dat alles stelt de ondernemer het oog voor de omgeving niet te verliezen. ‘Wij weiden de koeien niet. Dat is, op onze trapgevoelige veengrond, een bewuste keuze die alles afwegende gemaakt is. En vaar je eenmaal een koers dan moet je niet zomaar weer afwijken. Maar wij houden wel Anguskalveren aan uit het ondereinde van de veestapel. Die willen we gaan weiden in een nabijgelegen natuurgebied. Het idee is dan om frequent een dier ambachtelijk te laten slachten en het vlees aan te bieden in restaurant Omke Jan van mijn tweelingbroer in Woudsend. Op die manier geven wij ook invulling aan maatschappelijke wensen en eisen. Ook dat doen we heel bewust, maar vergis je niet: boven alles is dit gewoon een commercieel melkveebedrijf dat z’n eigen broek moet ophouden. Als we daar concessies aan doen zijn we helemaal niet duurzaam bezig.’
REPORTAGE
JONGVEE HARD VOEREN, Dankzij hard voeren van het jongvee weet familie De Groot scherpe resultaten te halen. ‘Goed kijken naar de resultaten en die vergelijken met collega’s, dat is mooi’, zegt Johan de Groot. Sanne van Raalte Persburo Melissen
Doelgericht management zonder poespas. Dat kenmerkt de bedrijfsvoering van Jan (57) en zoon Johan de Groot (27). In het Overijsselse De Krim houden zij, waar nodig met hulp van hun vrouwen Mannie (58) en Denise (31), 120 melkkoeien en 45 stuks jongvee. Drie jaar geleden hebben zij deze moderne locatie gekocht, dicht bij hun vorige locatie die aan vervanging toe was. Van een oude ligboxenstal naar een stal van twee jaar oud gaf een flinke sprong: de dagproductie ging van 23 naar 30 kilo melk per koe. Van 80 koeien is de familie snel naar 120 dieren gegroeid. De melkproductie lieten ze daarom bewust weer zakken wat het huidige rollend jaargemiddeld op 8.100 kilo
melk per koe per jaar met 4,50% vet en 3,60% eiwit brengt. ‘Zo komen we twee fosfaatklasses lager uit en hebben we meer koeien, voor het geval er een referentiedatum voor stikstof komt’, legt Jan hun keuze uit. ‘Daarnaast willen we zoveel mogelijk eigen ruwvoer benutten’, vult Johan aan, die 50 hectare gras en 12 hectare maisland in gebruik heeft. Naast weidegang voeren de ondernemers in het najaar vers gras op stal. ‘Heel oktober hebben we dit jaar geen eiwit aangekocht’, zegt Johan zelfs, die deze zomer op een gemiddeld krachtvoerverbruik van 13 kilo per 100 kilo melk zat. Landwerk, klauwbekappen en insemineren doen vader en zoon zelf. Ze werken met kruisingen van Holstein x Montbeliarde x Holstein, op basis van aAa. 30% van het ondereind van
Johan en Denise in de afkalfbox waar kalveren de eerste dag bij de koe blijven, vanwege arbeidsgemak en voor een vlotte opstart van de koe.
MELK van het NOORDEN
28
de veestapel insemineert Johan met Belgisch Blauw. Er staat een koppel opvallend robuuste, brede, zelfredzame koeien met een extra spiertje, die met gemak hun productie aan kunnen. In de melkstal krijgen de koeien maximaal 8 kilo brok, wat Johan na tachtig dagen in lactatie snel afbouwt, aan de hand van de melkvoertabel. Humuszuur door de melk In tegenstelling tot de koeien, voert De Groot de kalveren juist erg hard. ‘Voldoende ruw- en krachtvoer zorgen dat de voeropname het eerste jaar zo hoog mogelijk is.’ Dat is de filosofie van Johan. De droge koeien staan midden in de koeienstal. Vlak voor of tijdens het kalven verhuist de koe naar het aangrenzende strohok, waar ze het melkveerantsoen krijgt. De eerste dag blijft het kalf bij de koe. ‘Het geeft veel arbeidsgemak en de koe start vlot op’, ziet Johan, die vier dagen in de week buiten de deur werkt als voeradviseur. Op dag 2 gaat de koe het koppel in. Tijdens het melken doet Johan het kalf in een eenlingbox, waardoor hij weinig tot geen stress bij koe en kalf ziet. Na drie dagen biest krijgen zowel de vaars-
KOEIEN SCHERP VOEREN als stierkalveren magere melkpoeder, waarbij de vaarskalveren op de top 990 gram poeder per dag krijgen. ‘Vanwege de stremming gebruiken we een product op basis van magere melkpoeder. Je merkt dat de kalveren zich voller voelen dan bij melkpoeder op basis van wei’, ervaart Johan. Elk kalf krijgt dagelijks 20 cc vloeibaar humuszuur door de melk heen. ‘Dit ondersteunt de darm en voorkomt kalverdiarree’, is de ervaring van Johan, die nog wel eens Cryptosporidium onder de kalveren had. ‘Afgelopen jaar heb ik maar één kalf met diarree gehad, terwijl we gestopt zijn met het enten van de droge koeien tegen RotaCorona’, vertelt Johan enthousiast. De kosten van het humuszuur zijn met € 2 per kalf voor de hele melkperiode ook een stuk lager dan de dure enting. Inzicht in biestkwaliteit Sinds twee jaar doet De Groot mee aan Programmakalf. ‘Het voordeel is dat wij meer inzicht krijgen in de kalveropfok’, vindt Johan. Door de rapportage van zijn afgeleverde kalveren, heeft Johan zijn kalveropfok
Programmakalf biedt extra inzicht Programmakalf van Denkavit is een samenwerking tussen melkveehouder, veehandelaar en kalverhouder. Het doel is gezonde en sterke kalveren in zowel de melkvee- als kalverhouderij, door onder andere informatie van de kalverhouder terug te koppelen naar de melkveehouder. Door gezamenlijke extra aandacht voor groei, vitaliteit en gezondheid, kan elk kalf meer rendement opleveren. Ieder kwartaal krijgt de melkveehouder een rapportage met het totaal eiwitgehalte in het bloed, een indicator voor biestopname en -kwaliteit. Daarnaast krijgt hij inzicht in het startgewicht, kalvervitaliteit (ijzergehalte), uitval tot dag 42 en het gemiddelde van de andere deelnemers. Sinds 2018 doen nu 1.000 melkveehouders mee. ‘Je ziet dat melkveehouders de opfok hebben aangepast door de rapportage. Van droogstandsrantsoen aanpassen tot overschakelen op melkpoeder. Hoe langer melkveehouders meedoen aan Programmakalf, hoe fanatieker ze worden’, vertelt Henk Sijtsma, jongveespecialist bij Denkavit. ‘Je ziet echt gezondere en betere kalveren en daarmee ook meer werkplezier voor de melkveehouder én kalverhouder.’ aangepast. ‘We zagen dat de totaal tevreden. Daarnaast kijkt de gedreven eiwitwaarde in het bloed krap was. ondernemer naar vitaliteit, een maat Dat betekent dat de biestkwaliteit voor het ijzergehalte in het bloed. ‘En onvoldoende is’, legt Johan uit, die dat dan weer vergelijken met de andere sporadisch zelf met een brix-meter de deelnemers, dat vind ik wel mooi.’ biestkwaliteit bepaalt. ‘De bloedmeting van Programmakalf is betrouwbaarder’, 6 maanden op stro ziet De Groot, die daarom meer eiwit ‘Jongvee kost geld’, stelt Johan. in de droogstand is gaan voeren. ‘De Daarom worden niet meer dan 45 stuks droge koeien starten nu beter op. De gehouden en streeft de maatschap totaal eiwitwaardes van onze kalveren naar een levensproductie bij afvoer van zitten met 88% minimaal 45.000 weer ruim boven de kilo melk. Vanaf gewenste 80%.’ ‘NA BLOEDMETINGEN dag veertien komen Op advies van de vaarskalveren ZIJN WE MEER EIWIT zijn Denkavitin groepshokken IN DROOGSTAND specialist is Johan met een kalverbar. GAAN VOEREN’ zijn stierkalveren Ze krijgen brok, ook water gaan muesli, hooi en het geven. ‘Elke dag koeienrantsoen. vers water omdat de bacteriegroei Na twaalf weken worden de kalveren anders snel oploopt.’ Dankzij de gespeend. Tot zes maanden krijgen kwartaalrapportage kan De Groot zien ze onbeperkt brok en blijven op of zijn opfok goed loopt. ‘Ik probeer stro. Eenmaal gehuisvest in ligboxen de uitval op ons bedrijf te beperken, krijgen ze het melkveerantsoen met het is mooi als er dan ook geen tot een jaar 2,5 kilo brok per dag en uitval bij de vleesveehouder is’, vindt weidegang. Op de oude locatie lag de Johan, die tot nu nog geen uitval van afkalfleeftijd van de vaarzen nog op zijn kalveren bij de vleesveehouder 27 maanden. Dankzij hard voeren ligt heeft gehad. Afgelopen kwartaal was dat nu op 23,7 maanden, dichtbij hun het opzetgewicht van de kalveren streefwaarde van 23 maanden. Bij een op 19 dagen 54 kilo. Het ras vindt kruishoogte van 1.35 meter insemineert Johan zeker zo belangrijk. Met 77% Johan zijn jongvee. Met gemiddeld 1,7 luxe kalveren, uit de typering Luxe, inseminaties is het jongvee drachtig. Holstein plus of Holstein, tegenover ‘Dankzij het goed voeren kunnen we het gemiddelde van 40% van de met onze vaarzen ook hard melken’, andere deelnemers is hij dan ook erg besluit de gedreven Johan tevreden. MELK van het NOORDEN
29
ANALYSE
MES IN VEESTAPEL ÉN MEGA
Schets van toekomstscenario zoals die op de onderhandelingstafel bij de kabinetsformatie ligt. Bron: LNV
Het mes gaat in de Nederlandse rundveestapel en flink ook. Een afname van 40% aan melkkoeien en 4,2 miljard kilo melk moet volgens de meest vergaande scenario’s in 2030 gerealiseerd zijn. De krimp gaat samen met een landelijke megaruilverkaveling. Vooral boeren rondom natuurgebieden en in de veenweide zijn de Sjaak. Boeren in de kustgebieden van Noord-Nederland, Kop van Noord-Holland en Flevoland ontspringen de dans. Jelle Feenstra
MELK van het NOORDEN
30
RUILVERKAVELING OP KOMST De landkaart hiernaast laat zien hoe het nieuwe kabinet Nederland de komende tien jaar wil gaan inkleuren. Alles wat donkergeel is, betekent ruim baan voor melkveehouderij en akkerbouw. De bedrijven in deze gebieden doen met moderne stallen en technologieën, die het milieu ontzien, volop mee op de wereldmarkt. Alles wat donkergroen is ingekleurd, is natuurgebied, daar vindt geen agrarische activiteit plaats. De twee kleuren er tussen in zijn lichtgeel en lichtgroen. De woorden zeggen het eigenlijk al: lichtgeel biedt plaats voor ‘light-versies’ van plantaardige of dierlijke productie, zeg maar extensievere vormen van akkerbouw en melkveehouderij. In lichtgroen domineert de natuur: boeren is er niet onmogelijk, maar staat wel voornamelijk in dienst van de natuur. Conclusie: de ruimte om redelijk onbeperkt te boeren in de toekomst – dus alles wat donkergeel is - ligt vooral in Noord-Nederland (de kustgebieden in het bijzonder), de Kop van NoordHolland, Flevoland en Zeeland. Dit gebied beslaat in totaal zo’n 845.000 hectare. In de rest van Nederland, een gebied van zo’n 1,1 miljoen hectare, moeten melkveehouders en akkerbouwers hun productie overwegend ondergeschikt maken aan het leveren van diensten, zoals natuurbeheer, waterbeheer of recreatie. Plan basis stikstofakkoord Deze kleurenlandkaart is terug te vinden in een van de bijlagen bij de brief die landbouwminister Carola Schouten op 12 november bij de Tweede Kamer op tafel heeft gelegd. De brief is bedoeld als voorzet om de landbouw in Nederland ingrijpend te hervormen. Een voorzet van het oude aan het nieuwe kabinet. Tussen die twee zal, gezien de laatste ontwikkelingen in de formatie, weinig verschil zitten. Het is een brief met een aantal zeer duidelijke bijgevoegde uitwerkingen en berekeningen. Die zijn gemaakt door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), Wageningen UR en RIVM. Alles wijst erop dat ze ook de basis vormen voor een stikstofakkoord van het nieuwe kabinet, waar de vier formerende partijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie op afstevenen.
Veel van de stukken die Schouten heeft gepresenteerd, kwamen het afgelopen jaar in fragmenten en deelrapporten al voorbij. Nu is het samengevoegd tot een geheel. Het lijkt de basis voor de meest grootscheepse landbouwhervorming van Nederland sinds Mansholt. Bronnen rond de formatie zeggen dat het kabinet het al jaren etterende stikstofprobleem nu eindelijk in één keer goed willen regelen, zodat iedereen, de boeren
GROOTSTE LANDBOUWHERVORMING SINDS MANSHOLT OP KOMST in het bijzonder, weten waar ze aan toe zijn. Het voordeel, stellen de planmakers, is dat je er niet alleen het stikstofprobleem mee oplost, maar ook diverse opgaves op gebied van klimaat, biodiversiteit en waterkwaliteit. Het transitieplan voor de landbouw gaat € 20 tot € 30 miljard kosten. Boeren kunnen worden uitgekocht, verplaatst of subsidie krijgen voor natuurbeheer en -ontwikkeling. 40% minder koeien uitkomst Vooral boeren in de natuurgebieden in Gelderland, Overijssel, NoordBrabant en Drenthe zijn de Sjaak. Hetzelfde geldt voor melkveebedrijven in de Friese en Zuid-Hollandse veenweidegebieden. Als de plannen
4,2 miljard kilo minder melk Volgens berekeningen van Wageningen Economic Research leidt minder koeien en minder boeren tot 4,2 miljard kilo melk minder in 2030, zeg maar een daling van ruim 14 naar 10 miljard kilo melk. Netto voorzien de rekenaars een krimp van slechts 1,6 miljard kilo melk. Omdat ze de melkaanvoer uit het buitenland zien toenemen van een half miljard kilo melk nu naar 2,6 miljard kilo melk in 2030.
MELK van het NOORDEN
31
doorgaan, krimpt de melkveehouderij hier met minstens de helft. Uitgesmeerd over het hele land komt de krimp van de melkveestapel in beide varianten uit op ruim 30%. Deze reductie komt echter bovenop de koeien die al weg zijn of de komende paar jaar weggaan op basis van reeds ingezette stikstofmaatregelen. Het maakt dat de krimp van de melkveestapel in Nederland tussen 2019 en 2030 in beide scenario’s uitkomt op zo’n 40%. Dit percentage is geen doel op zich, maar de uitkomst van een serie maatregelen die worden genoemd in de twee meest waarschijnlijke scenario’s. Deze zijn uitgewerkt door het Planbureau voor de Leefomgeving en zitten als bijlage bij de brief van Schouten van 12 november. Bekijk ze eens rustig op www.minlnv.nl. Scenario’s A en B Scenario A is gericht op stikstofreductie en extensivering van melkveebedrijven. Stikstofreductie gaat vooral via opkoopregelingen waardoor vooral de melkveestapel krimpt. De landbouw extensiveert in gebieden waar dat voor het halen van natuur- en milieudoelen noodzakelijk is. Dat is met name rond Natura 2000-gebieden en in de eerder genoemde veenweidegebieden. Variant B is vooral gericht op het verminderen van de stikstofdepositie. Stikstofreductie wordt in eerste instantie gerealiseerd door via opkoopregelingen de melkvee-, varkens- en pluimveestapel te laten krimpen. Daarnaast worden ammoniakemissieplafonds aan de landbouw opgelegd. Een heffing op de uitstoot van ammoniak moet boeren bewegen om hun uitstoot daadwerkelijk te verminderen. Scheiding van functies Welk scenario het nieuwe kabinet ook kiest, het gaat samen met een grootscheepse ruilverkaveling. Landbouwpolitieke kopstukken als Louise Fresco, Pieter Winsemius, Rudy Rabbinge en oudminister Cees Veerman pleiten al een aantal jaren voor een scherpere scheiding van de functies landbouw en natuur. Het geeft beide meer ruimte. Het is ook geen toeval dat een landelijke
Digitaal boeren met Lely Horizon De toekomst van de melkveehouderij draait om het verkrijgen van kennis uit data om uw leven gemakkelijker, uw veestapel gezonder en uw bedrijf winstgevender te maken. Lely Horizon vertaalt de data naar bruikbare inzichten, zodat u de juiste beslissingen kunt nemen. Gebruik de overzichtelijke dashboards op maat en krijg advies waar en wanneer u wilt. Neem voor meer informatie contact op met uw lokale Lely Center of ga naar www.lely.com/horizon.
Slim boeren binnen handbereik
Lely Center Heerenveen
Lely Center Zuidwolde
0513 - 63 16 77 info@hee.lelycenter.com www.lely.com/heerenveen
0528 - 37 20 30 033 - 299 6260 info@zui.lelycenter.com info@bun.lelycenter.com www.lely.com/zuidwolde MELK www.lely.com/bunschoten van het NOORDEN 32
Lely Center Bunschoten
Lely Center Zevenbergen 088 - 122 8400 info@maa.lelycenter.com www.lely.com/zevenbergen
ANALYSE
megaruilverkaveling een belangrijk onderdeel was van het vroegtijdig afgeschoten plan van AgriNL. Dit netwerk, met daarin elf grote agribusinessbedrijven en LTO, presenteerde in oktober een actieplan om de stikstofdiscussie uit de impasse te trekken. De goedbedoelde poging schoot in het verkeerde keelgat van boeren en ander belangenbehartigers. De bedrijven achter het idee wisten, uit angst voor omzetverlies, niet hoe snel ze zich moesten distantiëren van het plan. Het hele gebeuren geeft wel duidelijk aan in welke richting wordt gedacht in de overleggen tussen rijk en de toonaangevende spelers in de agrarische sector. Stip op de horizon Natuurlijk, de voorzet van Schouten aan het nieuwe kabinet is nog geen definitief beleid. Boerenbelangenorganisaties als
HERINRICHTING LANDBOUW ZAT OOK IN PLAN AGRINL
LTO en NAJK lachen de plannen zelfs een beetje weg en verwachten dat de soep niet zo heet niet wordt gegeten als opgediend. Maar dat de nieuwe regering de voorzet van de oude met verve oppakt, lijdt geen twijfel. Voor de agrisector als geheel is dat een stevige dreun. Duizenden banen weg. Een forse krimp van de agribusiness én de nijpende vraag of de sector niet te klein wordt om in het buitenland toonaangevend te blijven op gebied van kennis en innovatie. Je kunt die negatieve boodschap ook volledig omdraaien. Per gebied weten boeren straks waar ze aan toe zijn. Een vergoeding van 130% van de waarde van een bedrijf kan voor veel individuele boeren een uitkomst zijn, een opluchting zelfs. En de historie leert dat een stevige sanering vaak leidt tot een hernieuwde bloei van de sector, die voorop loopt in kennis, technologische ontwikkeling én verdienvermogen. Het is maar vanuit welk perspectief je er tegenaan wilt kijken.
‘Liever slecht nieuws dan nog vijf jaar onzekerheid’ ‘Melkveehouders krijgen liever de boodschap dat het einde verhaal is voor hun bedrijf in dit gebied dan dat ze nog vijf jaar moeten doormodderen in desolate staat van onzekerheid.’ Agrarisch bedrijfsadviseur Arend Hoekstra van Van der Veen & Kromhout doet een vriendelijk doch dringend appèl op de overheid om boeren in kwetsbare gebieden heel snel duidelijkheid te geven over hun toekomst. ‘Normaal voer ik deze gesprekken met oudere melkveehouders zonder opvolger. Maar nu steeds vaker ook met jongere ondernemers, voor wie stoppen en de boel verkopen een serieuze overweging is geworden.’ De woorden van Arend Hoekstra, agrarisch bedrijfsadviseur bij Van der Veen & Kromhout, onderstrepen de penibele staat waarin een deel van de melkveehouderijsector verkeert. Hoekstra heeft het druk met begeleidingsgesprekken met melkveehouders en dat komt omdat veel van zijn klanten met de handen in het haar zitten. Grondprijzen onder druk Van der Veen & Kromhout is een accountantskantoor met vestigingen in Gorredijk en Joure en relatief veel melkveehouders die opereren in de Friese veenweide of rondom natuurgebieden als de Alde Feanen, Rottige Meenthe, Bakkeveenstser Duinen of het Drents Friese Wold. Stuk voor stuk gebieden die lichtgeel of lichtgroen kleuren op de landkaart op pagina 30. De schaduwwerking van de kleuren die deze gebieden hebben gekregen, Arend Hoekstra: ‘Tijd om snelheid te maken met duidelijkheid en ruimschootse uitkoopvergoedingen voor de boeren. Ze hebben lang genoeg gebungeld.’
MELK van het NOORDEN
33
hangt als een zwaard van Damocles boven de bedrijven. De grondprijzen staan er meer en meer onder druk. Wie wil er nog een melkveebedrijf kopen in gebieden waar natuur en recreatie dominerend worden boven koeien melken? Hoekstra vertelt dat het bij een deel van melkveebedrijven ook economisch allesbehalve floreert. ‘Met name op de wat kleinere bedrijven zie je dat de hogere kosten voor krachtvoer, brandstof, energie en kunstmest erin hakken. Natuurlijk, de melkprijs stijgt ook. Maar op veel bedrijven is deze pas sinds twee maanden kostendekkend. Hoe lang houdt de melkprijs dit niveau vast?’ Kleuren steeds feller Het economische aspect is maar de helft van het verhaal. Want ook op de financieel gezonde bedrijven – melkveehouders die enkele centen onder de kritieke opbrengstprijs uitkomen en dus gezonde winst maken - zijn er zorgen over de schaduwwerking van de kaarten die langzaam maar zeker steeds iets feller worden ingekleurd. Hoekstra: ‘Wat moet je doen met dat zwaard van Damocles boven je? Investeren? Heeft dat nog zin dan? Verkopen? Aan wie dan? Doorboeren en wachten tot de zak met geld een keer voorbij komt? Wanneer is dat dan?’ Hij ziet in de praktijk dat banken de krappe marges in combinatie met dit soort overwegingen steeds vaker aangrijpen om melkveehouders te adviseren om een nieuwe carrière ‘maar eens serieus te gaan overwegen’. Zo vaak, na weer een gesprek, blijven de bijna wanhopige woorden van de boer hangen: ‘Liever een slechte boodschap met duidelijkheid dan nog weer vijf jaar onzekerheid.’
ACHTERGROND
BOEREN VOLOP AAN DE Het speelveld op de energiemarkt gaat zó veranderen dat er voor boeren flinke kansen liggen in waterstof, voorspellen experts. De eerste boeren zijn er al mee bezig. Rochus Kingmans Evelien van Elk en Bouke Poelsma
Een trekker vullen met waterstof. Nu nog toekomstmuziek, maar dichterbij dan gedacht.
MELK van het NOORDEN
34
SLAG MET WATERSTOF
T
om Saat wordt komend voorjaar de eerste boer in Nederland die met de waterstoftrekker EOX175 van het Arnhemse bedrijf H2-trac gaat rijden. De waterstof komt van een 10 hectare groot zonnepark op de voormalige vuilstortplaats Braambergen. Saat doet dit project samen met de eigenaar van Braambergen, het bedrijf Afvalzorg. Volgend jaar verrijst hier ook een pompstation voor waterstof. Saat runt met zijn vrouw Tineke van den Berg een gemengd biologisch-dynamisch (BD) bedrijf met 220 hectare. Hij is er rotsvast van overtuigd dat waterstof de diesel gaat vervangen. ‘Het móet gewoon gebeuren. Toen ik op de middelbare school zat, schreef ik al een opstel over waterstof, dat was in de tijd van de oliecrisis. Waterstof is de enige logische manier om van de olie af te komen.’ Hij verstookt per jaar 70.000 liter diesel op zijn bedrijf en dat is hem al heel lang een doorn in het oog. ‘Op ons BD-bedrijf zijn we volledig circulair. Maar er is nog een groot, zwart gat en dat is die diesel. Waarvan ik, al sinds de waarschuwingen van de club van Rome in 1972, weet dat het een aflopende zaak is.’ Elektriciteitsnet zit vol Waterstof. Af en toe duikt het woord op, in het kader van energietransitie. Maar nog niet zoveel. De focus ligt op groene elektriciteit afkomstig van windmolens en zonnepanelen. Maar de groei van het aantal windmolens en zonnepanelen legt een pijnlijk manco bloot: het huidige elektriciteitsnet in Nederland kan al die groene stroom op piekmomenten niet aan. Reden voor boeren om naar andere mogelijkheden te kijken. Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om de piekstroom op te slaan in een grote batterij. Zoals Jan Reinier de Jong, akkerbouwer in het Drentse Odoorn. Hij was zes jaar geleden de eerste boer in Nederland die daartoe besloot. Hij produceerde met zijn duizend zonnepanelen veel meer stroom dan hij zelf kon inzetten, ondanks de overstap op bijvoorbeeld elektrisch beregenen, een elektrische heftruck en de stroom die hij inzet in het verwerken en koelen van zijn
MELK van het NOORDEN
35
ACHTERGROND
aardappels. Hij gebruikt de batterij om op de elektriciteitsmarkt stroom te verkopen, maar ook te kopen. Dat heet de onbalansmarkt. Dat is een markt om in elektriciteit te handelen. De prijzen op deze markt kunnen variëren tussen bijvoorbeeld min 50 cent tot plus 80 cent per kWh. ‘Bij een negatieve prijs koop ik graag in. Bij een hoge prijs verkoop ik graag en dan daalt onze consumptie door afschakeling van de ventilatie, de koeling of de aardappelbewaring en leveren we maximaal van het zonnedak en uit de accu.’ Waterstof als energiedrager Er is een in de ogen van velen nóg perspectiefvollere manier om het teveel aan geproduceerde groene stroom te benutten: er waterstof van maken. De methode is vrij eenvoudig: via elektrolyse maak je van water (H2O), waterstof (H2) en zuurstof (O2). Simpel gezegd: in een elektrolyzer stuur je door twee elektroden groene stroom door water, waarna er H2 en O2 overblijft. Nu is dat procedé nog een dure aangelegenheid. Maar bijvoorbeeld het Groningse bedrijf Tieluk werkt hard om elektrolyzers beter, kleiner en goedkoper te maken. Richard Meester heeft met zijn
investeringsmaatschappij BNR-Capital een belangrijk aandeel in Tieluk. De kosten variëren van € 20.000 tot € 80.000. Meester: ‘Elke boer zou zijn eigen producent van energie moeten worden. Hij heeft de mogelijkheden en de ruimte. Als je als boer zelf waterstof produceert, ben je kijkend naar de toekomst echt spekkoper.’ Waterstof uit biogas Een andere manier om waterstof te maken is uit biogas. Professor Ad van Wijk, hoogleraar toekomstige
‘WATERSTOF WORDT DÉ VERVANGER VAN FOSSIELE BRANDSTOF’ energiesystemen aan de TU Delft, is hier enthousiast over. Zonder de potentie van waterstof uit elektrolyse tekort te willen doen. De professor zou in november in Heerenveen een lezing geven voor de melkveehouders en akkerbouwers van kenniscoöperatie Niscoo, maar die bjieenkomst ging vanwege de aangescherpte Covid19-maatregelen niet door. Hij zegt: ‘Ik zie veel perspectief om biogas, dat
vooral methaan (CH4) bevat, om te zetten in waterstof en CO₂ of andere koolstofverbindingen.’ Van Wijk krijgt bijval van Richard van de Sanden van het bedrijf DIFFER in Eindhoven, dat fundamenteel onderzoek doet naar nieuwe vormen van energieproductie. Via betrekkelijk eenvoudige processen kun je volgens hem uit biogas, dat voor de helft uit methaan bestaat, naast waterstof ook basismoleculen als ammonia, ethyleen of methanol produceren en verkopen. ‘Volgens mij zouden veel boeren op kleine schaal bijvoorbeeld methanol of ethyleen kunnen gaan produceren. Zodat naast de tankwagen die melk ophaalt er ook een tankwagen komt die waterstof en methanol ophaalt. Daar liggen echt grote kansen voor boeren.’ Nog niet rendabel Professor Van Wijk is helder als hem de vraag wordt voorgelegd of waterstof produceren en gebruiken als boer rendabel is. ‘Als je er nu aan rekent kan het nog niet uit. Maar we staan aan de vooravond van grote veranderingen. Ondertussen wordt de techniek steeds beter en goedkoper.’ Een van de veranderingen waar Van Wijk op doelt is het beprijzen van fossiel geproduceerde CO₂. De industrie en
Waterstofleiding verbindt melkveebedrijf met woonwijk Een rechtstreekse waterstofleiding loopt straks van het melkveebedrijf van Wim en Marjolein van Tilburg uit het Groningse Siddeburen naar een jaren 70 woonwijk in de nabijgelegen plaats Wagenborgen (zie afbeelding). De warmtepompen die de woonwijk verwarmen, zijn hybride en lopen onder andere op waterstof. Marjolein van Tilburg is enthousiast over het project dat vooralsnog alleen op papier bestaat. ‘Als we als boeren iets kunnen bijdragen aan de uitdagingen met betrekking tot klimaat, natuur en energie dan is het wel dit. Wij hebben de ruimte en mogelijkheid om waterstof te produceren waarmee huizen duurzaam verwarmd kunnen worden.’ Van Tilburg is vastbesloten om er een succes van te maken, maar veel zal afhangen van de businesscase en de daaruit voortvloeiende
financiering. ‘Zonder subsidie gaat dit niet lukken’, weet Marjolein, die eraan toevoegt dat de waterstofproductie op het bedrijf in een aparte BV wordt gestopt. ‘Ik denk dat waterstof produceren op het boerenerf gewoon wordt. Wij hopen met dit project de weg vrij te maken voor andere boeren, zodat het voor iedereen gewoon wordt.’
MELK van het NOORDEN
36
elektriciteitsbedrijven hebben daar al mee te maken en dat zal alleen maar toenemen. ‘Als je uit biogas H2 en CO₂ maakt, kun je verdienen aan de verkoop van groene CO₂- certificaten, waardoor het verdienmodel aantrekkelijker wordt.’ Een andere belangrijke ontwikkeling volgens Van Wijk is wat heet de Hernieuwbare Brandstof Eenheden (HBE). ‘De Shell’s en Total’s van deze wereld hebben al een bijmengverplichting van 5 tot 10% CO₂-vrij geproduceerde biobrandstoffen. Waarschijnlijk nog dit jaar zal Nederland besluiten dat waterstof ook op de HBE-lijst komt. Concreet betekent dit dat je op die HBE-markt € 3 á € 4 per kilo voor de waterstof kunt beuren. Tegen productiekosten van € 7 á € 8 per kilo, betekent dit al een forse stap richting een rendabel verdienmodel voor de productie van waterstof.’ H2-trekker nog te duur Een waterstoftrekker is nu nog drie keer zo duur als een dieseltrekker. Het Arnhemse bedrijf H2trac levert de eerste 100% waterstoftrekker aan Stadsboerderij Almere: de
EOX175. Een 175 pk-trekker, elektronisch gestuurd en via een brandstofcel volledig elektrisch aangedreven. Een waterstoftrekker met brandstofcel is nu nog erg duur, erkent directeur Peter Jan van Ham. ‘Maar als wij er twintig kunnen bouwen, dan gaat er € 150.000 van de prijs af en wordt het wel interessant.’ Van Ham praat met infragiganten als BAM en Heijmans. Die zoeken naar mogelijkheden hun emissies te verlagen. Professor Van Wijk is ervan overtuigd dat waterstof op het punt van doorbreken staat. ‘Als je kijkt wat we als Nederland binnen Europa hebben afgesproken over het terugdringen van CO₂, methaan en NOx (stikstofoxiden) dan hebben we over drie tot vier jaar een compleet ander speelveld.’ Hij heeft dan ook een duidelijke oproep naar boeren: ‘Als je een beetje op de toekomst wilt zijn voorbereid, dan moet je serieus naar waterstof kijken. De vraag is niet óf er waterstof komt, maar wanneer. Waterstof wordt dé vervanger van fossiele brandstof om duurzame energie over de wereld te kunnen transporteren.’
Aardgasvrij met waterstof uit monomestvergisters Een groep van twaalf melkveehouders in het Gelderse Laren wil de kans grijpen die Van de Sanden schetst. Robbert Haytink is een van hen. Het plan is dat er op elk bedrijf een monomestvergister komt om vervolgens het geproduceerde biogas (groen methaan) centraal te verwerken. Een van de opties waar nu in een haalbaarheidsstudie naar wordt gekeken is om dat groene methaan via een proces dat plasmalyse heet om te zetten in waterstof en vaste koolstof Uit monomestvergisters kan in de toekomst mogelijk groen methaan omgezet worden in waterstof. (black carbon). ‘Die techniek lijkt veelbelovend’, zegt Haytink. Het initiatief voor een biogashub vloeit voort uit ‘Aardgasvrij 2022 klaar zijn. Maar Haytink ziet nu al wel ‘de gigantische Laren’, een projectgroep van Larenaren met het doel potentie van biogas, die nu nog te weinig wordt gebruikt.’ onderzoek te doen naar de mogelijkheden, de gevolgen, Het mes snijdt volgens hem aan verschillende kanten: de kosten en de betaalbaarheid van het aardgasvrij maken ‘Waterstof, CO2-uitstoot terugdringen, minder ammoniak van de gebouwde omgeving in Laren en het omliggende en dus stikstof en betere mest voor mezelf in de vorm van buitengebied. De haalbaarheidsstudie zal begin januari digestaat.
MELK van het NOORDEN
37
MELK van het NOORDEN
36 26
MELK van het NOORDEN
MELK van het NOORDEN
38
27
Wij gaan nooit op uw stoel zitten ..maar komen graag bij u aan tafel.
Balthasar Bekkerwei 72c, Leeuwarden • 058 20 10 151
Praktijkonderzoek laat zien: Koeien starten beter op met Topro Dry bolus
• • • •
Meer vreetactiviteit Meer herkauwactiviteit 4% meer melkgift 29% minder klinische melkziekte
Topro Dry bolus Scan de code voor alle info!
Download nu de whitepaper! topro.nl/topro-kennisbank/whitepaper-dry-bolus/
animal health
MELK van het NOORDEN
39
Heeft u uw fosfaatplanning ? ld e g e r e g l a 1 2 0 2 r voo BEL 085-4016809 VOOR HET ACTUELE AANBOD FOSFSAATRECHTEN!
OOK IN 22022 022 ALLES IN BALANS speerstra.com
MELK van het NOORDEN
40
REPORTAGE
‘WIJ SPELEN KORT OP DE BAL’
Lely Horizon werkt taakgestuurd
‘Er is zoveel ruwe data beschikbaar. Ik denk dat er nog veel meer uit te halen is’, stelt Harrald Helmers.
‘De melkrobot beloont je als het management goed is’. Dat merkt melkveehouder Harrald Helmers nu hij zeven jaar werkt met automatisch melken. Sanne van Raalte Persburo Melissen
In maatschap met zijn ouders Harrie en Henriëtte boert Harrald Helmers (36) in Giethoorn, waar hij 1,6 miljoen kilogram melk per jaar levert. Harrald werkt fulltime buiten de deur, zijn moeder parttime. De maten hebben daarom ingezet op automatisering. Twee Lely A4 melkrobots staan flink vol met 130 melk-en kalfkoeien, die een rollend jaargemiddeld van 12.000 kilo melk met 4,10% vet en 3,60% eiwit per koe leveren. ‘Een goede melkproductie is ook het doel, we hebben ze om te melken’, vindt Harrald, die flinke stappen heeft gezet. In 2014 is de nieuwe stal gebouwd, toen de productie nog op 9.300 kilo melk per koe per jaar lag. ‘De productiestijging komt door een andere manier van voeren. Robotmelken maakt dat de koeien de productie goed aan kunnen door de extra melkingen’, ervaart Helmers, die stuurt op een maximale voeropname. ‘Celwanden zijn de beperkende factor. Daarom maaien we elke vier weken, zodat gras beter verteerbaar is en minder celwanden heeft’, vertelt de ondernemer. ‘Ik stel
zelf het krachtvoer samen en kies voor grondstoffen met een hoge verteerbaarheid en minder celwanden.’ Veranderingen monitoren ‘Als het rantsoen klopt, laat de koe dat direct zien’, vindt Helmers. De vet-en eiwitgehaltes, herkauwactiviteit en loop op de robot zijn indicatoren die hem daarbij helpen. ‘Door automatisch melken kun je kort op de bal spelen. Bij veranderingen kun je goed monitoren hoe de koeien daar op reageren.’ Naast automatisch melken werkt Helmers met automatisch voer aanschuiven en tochtdetectie. Ook een automatisch voersysteem sluit hij op termijn zeker niet uit. ‘Ik denk dat automatisch voeren dezelfde opmars gaat maken als robotmelken.’ Werklijsten automatiseren Sinds een aantal weken werkt Helmers met het nieuwe managementprogramma Lely Horizon. ‘Als je eenmaal weet waar alles staat, is het overzichtelijker en mooier dan MELK van het NOORDEN
41
Lely A3, A4 of A5-gebruikers kunnen overstappen op managementprogramma Horizon. Na vijf maanden gratis gebruik kiest de veehouder een van de drie pakketten, in prijs variërend van € 0,35 tot € 0,75 per lacterende koe per maand. ‘Horizon is gericht op taakgestuurd werken en kent veel routineoverzichten’, vertelt Stan Boons van Lely Center Zuidwolde. Het is een zelflerend en adviserend systeem. Ook nieuw is koe-index, een index op basis van reproductie, melkproductie en robotrendement. ‘We zijn nog volop in ontwikkeling, ik verwacht nog meer nieuwe mogelijkheden.’ T4C’, ervaart Helmers. Ook het feit dat er nu één app op de telefoon staat, in plaats van meerdere apps, vindt hij erg prettig. ‘Ik vind het een groot pluspunt dat er nu ook voorspellingen in zitten. Zo weet je wat je kunt verwachten qua melkproductie en kalveren. Ook geeft de app nu adviezen, zoals minder vaak melken als een koe veel mislukte melkingen heeft’, vertelt Helmers, die ook daadwerkelijk het management daar op aanpast. ‘Er is zoveel ruwe data beschikbaar. Ik denk dat er nog veel meer uit te halen is.’
REPORTAGE
OPGEWEKT AAN KOP
Peter Lekkerkerker voor de stallen waar links melkkoeien worden gehuisvest. De droge koeien en aandachtskoeien staan in de rechter stal. In die stal worden ook losse grondstoffen opgeslagen.
Ruim een jaar lang kampte Peter Lekkerkerker uit Gytsjerk met onverklaarbare problemen binnen de veestapel. Het kostte hem menig koe. Een echte oorzaak werd nooit gevonden, maar sinds dit voorjaar loopt het soepeler. En ondanks alles lukte het de hoge melkproductie te behouden. Wat heet: dit jaar voert de familie Lekkerkerker de topmelkerslijst van Melkcontrole Nijland aan. Bouke Poelsma
Een goedgemutste Peter Lekkerkerker (34) neemt de felicitaties voor het aanvoeren van de topmelkerslijst van Melkcontrole Nijland op zijn erf graag in ontvangst. Toch plaatst hij ook meteen een kanttekening. ‘We doen hier niets bijzonders hoor. Er zijn ook zeker bedrijven die het beter doen dan wij.’ Op de Friese topmelkerslijst neemt Lekkerkerker plaats 36 in. Op de landelijke lijst staat hij op nummer 303. Lekkerkerker zit goed in zijn vel. Hij neemt alle tijd om over het ouderlijk bedrijf te vertellen en zijn bezoek rond te leiden. De jonge melkveehouder wil zich niet meer laten beïnvloeden door
negatieve geluiden van buitenaf. Hij focust zich op zijn bedrijf en heeft zich daarbij voorgenomen om van iedere dag te genieten. De fosfaatproblematiek, de heisa rond de kalverfraude en de boerenprotesten; Lekkerkerker volgde het op de voet en werd er opstandig van. ‘Alle heisa in en om de sector leidde bij mij persoonlijk tot veel negativisme. Ik werd bijna gek van al het gedoe’, zo zegt Lekkerkerker, die zich met een andere mind-set niet meer wil laten beïnvloeden door stress. ‘Ik blijf op de hoogte via de Agrarische Jongeren, vakbladen en nieuwsbrieven. Maar ik volg niet meer alles op de voet MELK van het NOORDEN
42
en kijk niet meer ieder uur op social media. Dat is echt een aanrader.’ Onverklaarbare problemen De goede resultaten op het bedrijf dragen ook zeker bij aan de gemoedstoestand van Lekkerkerker. De productie zit goed onder de koeien, terwijl er toch een poos lang onverklaarbare problemen waren. Tussen 2019 en het voorjaar van 2021 was er het nodige trammelant op het bedrijf. Tientallen koeien vielen uit. De exacte oorzaak werd niet gevonden, tot frustratie van Lekkerkerker, bij wie de moed soms in de schoenen zakte. ‘De problemen deden zich voor in alle lactatiestadia. Er zat ook geen eenheid in de problemen.’ Bloedmonsters, leverbiopten en voeren watercontroles leverden niks op. ‘We hebben alles onderzocht. Op een klein aantal bedrijven waar zich problemen voordoen, wordt helaas geen oorzaak gevonden’, aldus Lekkerkerker, die de melkproductie wel in de benen wist te houden. ‘We zijn niet onder 11.000 liter
VAN TOPMELKERSLIJST
Een Poolse medewerker neemt het gros van de melkbeurten voor zijn rekening.
uitgekomen. Het rollend jaargemiddelde ligt op 12.091 liter, met 3,95% vet en 3,41% eiwit’ De melkveehouder is blij dat de problemen achter de rug zijn op vof Cowmilk, zoals het bedrijf heet. ‘Het is enorm opgeknapt. Dat is natuurlijk fantastisch’, aldus Lekkerkerker, die uit een echte ondernemersfamilie komt. Naast het ouderlijk melkveebedrijf hebben zijn broers Arjan (Cowrubber) en Marco (Cowmach) eigen bedrijven in de agrarische sector. ‘Arjan richt zich op loopvloeren. Marco zit in de mestschuiven’, vertelt Peter, die sinds 2013 met zijn ouders in maatschap zit. Sinds 2017 is er een vruchtbare samenwerking met de buurman in een vof. Bij hem lopen zo’n 150 stuks jongvee in de stal. Aan melkkoeien telt het bedrijf 265 stuks. In totaal is 159 hectare in gebruik. Ingezet op groei Als twintiger deed Peter Lekkerkerker 2,5 jaar ervaring op in de Texaanse melkveehouderij. Hij werkte er op
een bedrijf met 2.000 koeien, een onvergetelijke ervaring. ‘Toen ik terugkwam was er ruimte in het bedrijf en hebben we volop ingezet op groei’, vertelt Lekkerkerker, wiens ouders Piet en Marieke in 1998 vanuit Elsloo naar Gytsjerk verhuisden. ‘Ze zijn hier begonnen met 65 koeien.’ Gevraagd naar de bedrijfsvoering van familie Lekkerkerker wordt snel duidelijk dat 2016 een belangrijk jaar was voor het huidige succes. ‘Toen zijn we overgegaan op TMR-voeren en driemaal daags melken.’ Het melken gebeurt in een 2x12 60 graden-melkstal. Een Poolse medewerker neemt het gros van de melkbeurten op zich. De koeien worden gehouden in drie verschillende groepen: verse koeien, oudmelkte koeien en een aandachtsgroep. Lekkerkerker werkt met twee verschillende rantsoenen; een rantsoen van afkalven tot droogstand en een droogstandsrantsoen. De aandachtskoeien krijgen extra hooi verstrekt. Lekkerkerker voert altijd zelf, tweemaal daags. Het rantsoen bestaat uit kuilgras, snijmais, perspulp, bierbostel, gerst en eiwitmeel (soja gemengd met lijnzaad en raapschilvers). ‘We werken met losse grondstoffen en voeren geen brok’, vertelt de melkveehouder. ‘Bij de rantsoenberekening gaan we uit van 38% drogestof. Waar nodig sturen we bij met eiwit en energie’, aldus de melkveehouder, die scherp let op de samenstelling van de mest. Uitdagende ruwvoerkwaliteit Met de goede kwaliteit kuilgras en mais van 2020 melkt het nu als een tierelier, zegt Lekkerkerker. Met de mindere kwaliteit van dit jaar wordt het na de jaarwisseling een uitdaging. ‘Het is een uitdagende kuil. We mengen nu nog met de kuil van vorig jaar. Dat houdt een keer op.’ De krachtvoerkosten bedragen nu 11,5 cent per kilo melk, inclusief jongvee en droge koeien. ‘We hebben straks met de nieuwe kuil zeker 2 kilo krachtvoer per koe per dag extra nodig om de productie op peil te houden.’ Het melken in groepen draagt bij aan het succes, zo stelt Lekkerkerker. ‘De verse koeien hoeven niet lang te wachten bij de melkput. Dat betaalt zich MELK van het NOORDEN
43
uit, evenals het stabiele TMR-rantsoen.’ De melkveehouder besteedt veel aandacht aan zijn verse koeien. Hij wil ze snel goed aan de melk krijgen. ‘De focus ligt op de kritische periode na het afkalven. We zitten er bovenop. Een goed begin is het halve werk. Een koe die wat mankeert, wordt direct geselecteerd en geholpen. Als het moet dan ben ik ook op zondag klauwen aan het bekappen.’ Lekkerkerker is geen fervente fokkerijliefhebber. Hij zet in op robuuste Holstein-koeien, met een goede productie. ‘We werken het liefst met sterke en gezonde dieren’, aldus de melkveehouder, die zich meer wil toeleggen op de productie van A2A2-melk en het ontwikkelen van een ketenstrategie. ‘Ik ben aan het onderzoeken of we ooit nog iets meer kunnen doen met de melk. Daar
‘IK KIJK NIET MEER IEDER UUR OP SOCIAL MEDIA. ECHT EEN AANRADER’ zit winst in en valt meer uit te halen’, aldus de melkveehouder, die een productiestijging richting 12.500 liter zeker haalbaar en goed werkbaar acht. De melkveehouder streeft niet koste wat het kost naar een hogere productie. Het moet ook praktisch uitvoerbaar blijven. ‘Daarom werken we ook met een mengsel van stro, kalk en water als boxbedekking. Voor de koeien zou zand in de boxen beter zijn. Maar dat is een stuk bewerkelijker.’ Optimaliseren Richting de toekomst wil Lekkerkerker optimaliseren en in kleine stapjes uitbreiden. Daarbij houdt hij alle opties open. Wel houdt hij de focus op het produceren van melk. Verbreding is niet zijn ding. Het toepassen van weidegang is op dit moment niet aan de orde. ‘Het past niet binnen onze bedrijfsvoering. De huiskavel laat het eigenlijk ook niet toe. We zitten hier op een dunne laag klei op veen, trapgevoelige grond’, aldus de melkveehouder, die ook vandaag weer met een goed gevoel tussen de koeien staat.
REPORTAGE
‘SCHAALVERGROTING IS VOOR Het bedrijf van de familie Flapper in Molkwerum zit volop in de groei. Zoon Folkert staat in de startblokken om bij zijn vader in maatschap te stappen. Koeien die probleemloos afkalven en lang meegaan vormen de basis van hun bedrijf. Ida Hylkema
De familie Flapper heeft de blik vooruit gericht. Zoon Folkert (23) is bezig met de afronding van zijn opleiding aan Aeres Hogeschool Dronten en het is de bedoeling dat hij in mei volgend jaar met zijn vader Thomas in maatschap gaat. Het bedrijf heeft 35 hectare huiskavel en zeven hectare op afstand. Op twee hectare daarvan wordt snijmais verbouwd. Vorig jaar hadden ze tachtig melkkoeien, nu zijn dat er circa honderd en het doel is om de stal met 130 plaatsen de komende jaren langzaam vol te laten lopen. De stal uit 1987 is gerenoveerd en ingericht voor het melkvee. Het jongvee en de droge koeien zijn in 2012 naar een nieuwe stal verhuisd. ‘De stal is op orde, het erf ingericht, het fosfaat geregeld en we hebben pinken aangekocht. Daarnaast houden we meer jongvee aan. Nu is het nog zaak om er grond bij te krijgen’, schetst de melkveehouder de route naar
schaalvergroting. Mineralenaanvulling Voor een bedrijf in de groei is het belangrijk dat de basis goed is. Die basis begint al voor de geboorte van het kalf, bij de voeding van de droge koeien. De droge koeien op het bedrijf van Flapper krijgen kuil die specifiek voor deze groep is gereserveerd. ‘Schraal, maar wel met eiwit’, zegt Folkert. ‘Dit jaar zijn dat vooral de latere balen van herfstgras, omdat daar eiwit in zit.’ Door de groei van het bedrijf is het systeem er dit jaar wat uit, maar het is de bedoeling de droge koeien weer in twee groepen te houden. Zes tot zeven weken voor afkalven worden de koeien drooggezet en komen ze in de eerste groep. Drie weken voor afkalven komen ze in de closeup groep en krijgen ze naast de speciale kuil ook een transitiebrok. Voor een goede
Thomas (links) en Folkert Flapper: ‘Wij zijn het wel aardig met elkaar eens.’
MELK van het NOORDEN
44
mineralenvoorziening krijgen de koeien aan het begin van de droogstand een Topro Dry bolus toegediend. Dit is een mineraal dieetvoeder in de vorm van een bolus speciaal afgestemd voor de droogstandsperiode. Deze bolus voorziet het dier 60 dagen lang van jodium, kobalt, koper, mangaan, zink, selenium, en de vitamines A, D3 en E. Dit ondersteunt een optimale voorbereiding op het afkalven, start van de lactatie en een optimale vruchtbaarheid, aldus de bijsluiter. Naast de functie van mineralenverstrekker zorgt de bolus er volgens Flapper ook voor dat de koeien meer voer opnemen, zowel voor als na het afkalven. ‘Het is belangrijk dat de droge koeien blijven vreten om genoeg pensvulling te houden. Daarnaast zijn de koeien vitaler, ook na het afkalven. We hebben weinig last van melkziekte’, stelt Folkert. ‘En de kalveren zijn ook vitaler’, vult zijn vader aan. ‘We hebben nauwelijks kalversterfte. Natuurlijk gaat er wel eens wat mis, maar dat ligt niet aan de vitaliteit van de kalveren.’ Lang door produceren Koeien die na het afkalven goed opstarten en lang melk geven, daar streven de Flappers naar. De gemiddelde melkproductie is 9.000 liter met 4,40% vet en 3,70% eiwit. ‘We streven naar 10.000 liter, maar dat mag niet ten koste gaan van de koe’, zegt Folkert. Met een
ONS ONVERMIJDELIJK’ gemiddelde levensproductie van circa 40.000 kilo en een afvoerleeftijd van 6 tot 7 jaar, worden de koeien relatief oud. ‘Als je er goed op past, lukt dat wel’, stelt Thomas Flapper nuchter vast. ‘We weiden zomers, daarmee hebben ze de ruimte en heb je minder klauwproblemen. En als je de koeien goed uit de droogstand krijgt, heb je ze ook weer snel drachtig.’ Zijn zoon vult aan: ‘De tussenkalftijd is met 410 tot 420 dagen hoger dan gemiddeld, maar we hebben dan wel koeien die langer door produceren.’ Met een oudere veestapel is er minder jongvee nodig, waardoor de opfokkosten lager zijn en het is efficiënter voor het fosfaatquotum. Maar levensduur moet geen doel op zich worden, realiseren ze zich. ‘Je moet probleemkoeien ook weer niet te lang aanhouden. Met een vervangingspercentage van 18 procent zaten we op het randje.’ Het vervangingspercentage is nu niet representatief, omdat er vanwege de groei van het bedrijf relatief veel jongvee wordt aangehouden. ‘Dat is goed te merken in de omzet en aanwas en de hoeveelheid voer die naar het jongvee gaat.’ Overtuigd grondgebonden Het bedrijf is de laatste jaren door de groei van de veestapel behoorlijk intensiever geworden. Meer grond onder het bedrijf staat daarom hoog op het verlanglijstje. ‘We willen zoveel
Vader en zoon zijn een route naar schaalvergroting ingezet: ‘De stal is op orde, het erf ingericht, het fosfaat geregeld, houden meer jongvee aan en hebben pinken aangekocht. Nu is het nog zaak om er grond bij te krijgen.’
mogelijk eigen gras voeren. Daarmee haal je een hogere marge dan dat je alles moet aankopen. Maar daarvoor heb je wel genoeg grond nodig’, stelt
‘DE KOEIEN BLIJVEN VITALER DOOR HEN EXTRA MINERALEN TOE TE DIENEN’ Folkert. Om nog meer eiwit van het eigen bedrijf te halen, wil hij ook aan de slag met klaver. ‘Het is hier kalkrijke zavelgrond, daarop wil klaver wel.’ Grondgebondenheid is een belangrijke
Onderzoek staaft goed gevoel
Een stagiare van Van Hall Larenstein deed tussen februari en augustus dit jaar onderzoek naar de werking van de Topro Dry bolus. Aan het onderzoek deden 120 melkkoeien mee (52 in de testgroep en 68 in de controlegroep) verdeeld over acht melkveebedrijven. Al deze bedrijven melken met een melkrobot waar herkauw- en vreetactiviteit wordt gemeten. De testgroep kreeg één Topro Dry bolus toegediend op het moment van droogzetten. Verder is op de bedrijven niets gewijzigd in het rantsoen. De koeien in de groep die de bolus kregen toegediend, lieten in de laatste week van de droogstand meer vreetactiviteit zien. Na één week in lactatie was het verschil zelfs significant. ‘Als koeien rondom afkalven meer voer opnemen, heeft dit een positieve invloed op de rest van de lactatie’, stelt Jack van Mensvoort van Topru Animal Health. ‘Wij ontvangen vaak positieve berichten van melkveehouders die de bolussen gebruiken. Het is mooi dat dat positieve gevoel nu gestaafd werd door dit onderzoek.’
MELK van het NOORDEN
45
voorwaarde voor een melkveebedrijf met toekomstperspectief, is de overtuiging van de jonge melkveehouder. Hij heeft er zin in om als ondernemer in het bedrijf te stappen. ‘Je doet het voor jezelf en het is je eigen prestatie, dat geeft motivatie. Mijn streven is om zoveel mogelijk marge per liter te halen voor een goed rendement. Daarvoor is goed ondernemerschap nodig, maar ook massa. Schaalvergroting zorgt voor meer slagkracht en is onvermijdelijk. Maar daarnaast zoeken we ook naar meer marge door meer uit de melk te halen. We zijn leverancier van A-ware en willen later misschien wel instromen in hun duurzame melkstroom voor Albert Heijn. Ons bedrijfssysteem is vrij simpel en past daar wel bij.’ Vader Thomas deelt die visie. ‘Grondgebondenheid en duurzaamheid zijn belangrijke aandachtspunten voor de toekomst’, stelt hij. ‘Wij zijn het wel aardig met elkaar eens en alles is bespreekbaar. Mijn vader klaagt alleen wat meer over alle regels waar we mee te maken hebben en krijgen’, lacht zijn zoon. ‘Dat zie ik meer als een gegeven en een uitdaging. Ik denk dat het stikstofverhaal voor ons wel meevalt. We hebben een NB-vergunning voor 150 plaatsen. Daarmee kunnen we uit de voeten, op voorwaarde dat we de beschikking over meer grond krijgen. Maar dat gaat vast ook wel lukken. Je moet de kansen pakken waar je kunt.’
PAS Mestopslagsystemen:
DE GIEK 31 - DRACHTEN T. +31(0)512 – 582058 WWW.PASMESTOPSLAG.NL
✓ Levert & bouwt alle soorten
MESTOPSLAG KOMT NATUURLIJK ALTIJD VAN PAS!
systemen en afdekkingen
✓ Repareert alle soorten systemen en afdekkingen
✓ Keurt alle soorten systemen en afdekkingen
✓ Reinigt mestopslagsystemen t.b.v. onderhoud, keuringen en verplaatsen
✓ Regelt meldingen en vergunnningen voor mestopslagsystemen
FLEXIBEL DICHTBIJ BETROKKEN INNOVATIEF
ALKAGRAIN
De regionale eiwitbron ✓ Hoge energiedichtheid ✓ Betere penswerking ✓ 1 op 1 vervangen voor soja/raap ✓ VLOG-waardig ✓ Betere eiwitbenutting ✓ Regionaal geproduceerd ✓ Helpt bij goede vertering taaie kuil
Maak nu een afspraak met een van onze adviseurs voor een advies op maat! Hoogland BV Leeuwarden | Tel. : 0518411400 | www.hooglandbv.nl MELK van het NOORDEN Alkagrain melk van het noorden.indd 1
46
23-11-21 08:33
0512-544000 info@becono.nl www.becono.nl
Studiereis naar (Oost-)Duitsland
De Fok 14, 9206 BD, DRACHTEN
9 t/m 11 maart 2022
Betonwegen Kavelpaden Erfverhardingen Kuilplaten Vloeren
Meer informatie en opgave: zie pagina 18-19 in dit magazine en www.melkvanhetnoorden.nl MELK van het NOORDEN
47
Melkcontrole
Nijland
voert
de
melkcontrole uit en verwerken de gegevens zoals u dat wenst. Wij analyseren de melkmonsters in eigen laboratorium en geven een snelle en duidelijke uitslag. NIEUW
!
NI
E
! W U
W! NIEU W
!
IEU W! N ! N I W
EU
ondketos erz e oek N IE
UW! NIE
U
WAAROM KIEZEN VOOR MELKCONTROLE NIJLAND? Meerdere mogelijkheden gegevensverwerking met of zonder fiattering Hege Wier 2 8771 RN Nijland
Klantgericht werken Snelle verwerking dus snelle uitslag
info@melkcontrolenijland.nl www.melkcontrolenijland.nl
Service op maat MELK van het NOORDEN
48
ACHTERGROND
‘CIJFER IS NIET LEIDEND’
Voor een hoge voerefficiëntie moet de voeropname hoog zijn en de omzetting naar melkproductie optimaal functioneren.
Streven naar een hoge voerefficiëntie is prima, maar efficiënt omgaan met beschikbaar ruwvoer gaat duidelijk verder dan kijken naar één cijfer. Dat stelt voedingsspecialist Frens Hoeve. Sjoerd Hofstee Landpixel
‘Als de melkveehouder een voerefficiëntie van 1,5 haalt, loopt het waarschijnlijk prima. Maar als het aandeel vaarzen in een koppel relatief hoog is, bijvoorbeeld bij een groeiend bedrijf, dan kan een voerefficiëntie van 1,4 minstens zo goede score zijn’, zegt Frens Hoeve. Hij is voedingsspecialist bij Speerstra Feed Ingrediënts en houdt zich intensief bezig met sturen op optimale voerefficiëntie. Met de gewonnen graskuilen van afgelopen voorjaar en zomer ziet hij melkveehouders worstelen. Bij de vroeg gewonnen kuilen is het probleem volgens Hoeve vaak dat deze relatief nat zijn en het eiwit hieruit in één keer vrijkomt in de pens. ‘Daarnaast komen uit deze kuilen vaak veel melkzuurbacteriën vrij. Daar kan de koe niet direct wat mee. Dat moet eerst omgezet worden naar propionzuur. Lukt dat niet, dan zal de melkproductie tegenvallen en ligt pensverzuring op de loer. Je kunt overwegen om gistproducten als Diamond V in te
zetten. Daarmee wordt het proces van melkzuurbacteriën omzetten naar propionzuur ondersteund.’ Hoeve noemt het toevallig en interessant dat dit type gistproducten dit jaar ook goed passen bij de droge, taaie graskuilen waar veel melkveehouders mee moeten werken. ‘Het ruw eiwit in die kuilen is vaak
‘TE VEEL HERKAUWEN IS OOK NIET PER SE GOED’ laag, maar dat komt door de enorme hoeveelheden die per snede zijn geoogst. De kwaliteit van het eiwit is meestal wel erg hoog en bestendig, maar komt daarom grotendeels niet in de pens maar pas in de darm vrij. In de pens is, door die taai afbreekbare kuil, wel een hoog aandeel ruwe celstof aanwezig. De bacteriën die die ruwe MELK van het NOORDEN
49
celstof moeten afbreken, hebben 24 uur per dag een stikstofbron nodig. Als melkveehouder kun je die via extra soja en raap aanbieden, maar vaak is dat een dure optie. Gewoon voerureum toevoegen is een optie, maar dat lost in twee uren op. Ik adviseer liever om 50 tot 100 gram NitroShure per koe te voeren. Dat komt in acht uren verdeeld vrij in de pens.’ Zo’n product is toch ook niet gratis? ‘Dat klopt. Het kost tussen de € 0,13 en € 0,26 per koe per dag. Bij een melkprijs van circa € 40 per 100 kilo melk is het al snel lonend en kan het goed concurreren met bijvoorbeeld extra soja voeren.’ Ook de kritische geluiden over het voeren van ureum kent Hoeve, maar hij deelt de visie niet dat ureum toevoegen onnatuurlijk zou zijn. ‘Kijk nog eens naar de natte, vroeg gewonnen, graskuilen die een categorie boeren nu dus voert. Daar zit net zo goed veel ureum in en daarover doen we niet moeilijk.’ Gezonde koeien Nog even terug naar het cijfer voerefficiëntie. Als bijvoorbeeld droge graskuil onvoldoende goed wordt opgenomen, blijft de voerfermentatie onder de maat. Het gevolg is een melkproductie die achterblijft en een voerefficiëntie die onder druk komt te staan. De vraag is hoe erg dat is als de koeien wel gezond zijn. ‘Wanneer de koeien veel herkauwen of wanneer het melkureum op bijvoorbeeld 22 ligt, wil dat niet automatisch zeggen dat de pens gezond is en optimaal functioneert. Te veel herkauwen kan ook en als de pens niet goed werkt, gaat het melkureum soms omhoog terwijl er in de pens wellicht te weinig eiwit beschikbaar is. Maar sowieso is de situatie in dit voorbeeld vervelend, omdat je melkgeld laat liggen’, zegt Hoeve. ‘Een hoge voerefficiëntie haal je alleen als de koeien gezond zijn en veel melk produceren op basis van het voer dat ze krijgen aangeboden. Om die reden moet je streven naar gezonde koeien die optimaal produceren. Realiseer je dat, dan is het gevolg automatisch een hoge voerefficiëntie.’
ACHTERGROND
MESTMARKT REAGEERT OP
De forse stijging van de kunstmestprijzen heeft gevolgen voor de dierlijke mestmarkt. De waarde van mest neemt toe waardoor de afzetkosten voor bedrijven met een mestoverschot omlaag gaan. Berrie Klein Swormink Langs de Melkweg
Het afgelopen jaar zijn de prijzen van kunstmest sterk gestegen; vooral die van de stikstofhoudende kunstmestsoorten. KAS Nutramon bijvoorbeeld, kostte op 31 december 2020 € 20,90 per 100 kilo. November 2021 is de prijs € 60,90. Ook kalihoudende kunstmest is flink duurder geworden. In 2019 publiceerde Wageningen Universiteit de uitkomsten van een studie voor het ministerie van LNV om uit te zoeken hoe je het gebruik van kunstmest kunt ontmoedigen ten gunste van het gebruik van dierlijke mest. De onderzoekers rekenden onder meer met een heffing op stikstofkunstmest. Ze concludeerden dat je met een heffing stikstofkunstmest
minstens drie keer zo duur zou moeten maken om te bereiken dat vervanging van kunstmest door stikstofrijke dierlijke mestproducten economisch interessant wordt. Dat er vooral kansen liggen op het gebied van stikstof komt omdat in de Nederlandse landbouw het gebruik van fosfaat uit dierlijke mest al vrijwel maximaal is. Voor vervanging van stikstof is er meer ruimte omdat er momenteel nog volop stikstofkunstmest gebruikt wordt. Nog geen twee jaar na publicatie van het rapport lijkt de theorie al door de praktijk ingehaald. Stikstofkunstmest is in een jaar tijd ongeveer drie keer zo duur geworden. Niet als gevolg van een door de overheid opgelegde heffing, maar door sterk MELK van het NOORDEN
50
gestegen energieprijzen waardoor de productiekosten van kunstmest omhoog vliegen. Geen grote verschuivingen In de dagelijkse praktijk leiden de enorme prijsstijgingen van kunstmest voorlopig echter niet tot grote verschuivingen in de verhouding tussen de toepassing van kunstmest en
‘DE MARKT IS ZEER ONZEKER, NIEMAND DURFT NOG PRIJZEN AF TE GEVEN’ dierlijke mest. Regelgeving maximeert het gebruik van dierlijke mest. Op de meeste melkveebedrijven met een mestafvoerverplichting, is stikstof de beperkende factor. Neem bijvoorbeeld de zeventien melkveebedrijven die deelnemen aan project Koeien & Kansen. Zestien van deze bedrijven
STIJGENDE KUNSTMESTPRIJZEN bedrijven bepalend voor de hoeveelheid mestafvoer. Melkveebedrijven met een derogatievergunning mogen maximaal 230 of 250 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar aanwenden. Voor niet-derogatiebedrijven is dat 170 kilo N.
De mestmarkt is aan het schuiven: akkerbouwers vragen meer dierlijke mest en veehouders kunnen komend voorjaar wellicht euro’s toekrijgen waar ze nu betalen voor mestafzet.
hebben te maken met verplichte mestafvoer. Stikstof is op alle K&K
Pilots hoopgevend In Nederland loopt een aantal pilots waarvoor de Europese Commissie ontheffing heeft verleend om gebruik te maken van mineralenconcentraten boven op de gebruiksruimte voor dierlijke mest. Het gaat hier om producten die je kunt gebruiken als alternatief voor kunstmest. Een voorbeeld is project Kunstmestvrije Achterhoek. Zo’n zeventig boeren in de Achterhoek maken sinds een paar jaar gebruik van ‘de Groene Weide Meststof’ . Dit is de naam van de kunstmestvervanger die mestverwerker Groot Zevert maakt met behulp van dierlijke mest. Kees Kroes van LTO Noord is projectleider. Hij verwacht dat Brussel waarschijnlijk vanaf 2022 het gebruik van kunstmestvervangers overal toestaat. ‘Kunstmestvrije Achterhoek heeft laten zien dat je kunstmestvervangers op een praktische en verantwoorde manier
Zuinig zijn met kunstmeststikstof nu interessanter Om te bepalen of het strooien van een kilo meer of minder stikstofkunstmest op grasland economisch aantrekkelijk is, moet je weten wat een kilo drogestof gras waard is, en wat kunstmest kost. Op www.voederwaardeprijzen.nl staan actuele voederwaardeprijzen. De prijzen zijn aangegeven per Kvem en Kdve (Kvem = 1000 vem en Kdve = 1000 dve). We rekenden met een kwaliteit van 860 vem en 70 dve per kilo drogestof (ds) gras. De voerprijs voor 19 oktober 2021 is dan: Prijs per kilo ds gras = Kvem per kg ds gras x prijs per Kvem + Kdve per kg ds gras x prijs in Kdve = 0,860 kvem/kg ds x € 0,223/kvem + 0,070 kdve/kg ds x € 0,789/ kdve = € 0,253 per kg ds gras. Uitgaande van een prijs van € 60,90 voor KAS Nutramon kost 1 kilo kunstmeststikstof € 2,26. Een kilo extra stikstof strooien zou bij deze prijs minimaal 8,9 kilo ds gras (2,26/0,253) moeten opleveren. In veel gevallen zal dit niet lukken. Cijfers, in het verleden op een rij gezet door de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen laten zien, dat in de meeste jaren de marginale bruto-opbrengst schommelt rond de 7,5 kg ds gras. Het is nu dus lastiger om een hogere kunstmestgift (mits mogelijk volgens de gebruiksnorm) rendabel te maken. Met andere woorden: terughoudend zijn met stikstofkunstmest is in de meeste gevallen interessant.
MELK van het NOORDEN
51
kunt gebruiken. Daarmee is dit project niet alleen in het belang van de boeren in de Achterhoek maar voor de hele veehouderij.’ Als Brussel daadwerkelijk vanaf 2022 het gebruik van kunstmestvervangers toestaat, kan er meer stikstof uit dierlijke mest in de veehouderij blijven. Zo ver is het nog niet. En het is de vraag hoe snel mestverwerkers kunnen inspelen op gewijzigde omstandigheden. Mestmarkt reageert Ondertussen reageert de mestmarkt wel op de sterk gestegen prijzen van kunstmest. Cumela, onder meer de brancheorganisatie van de mestdistributiebedrijven, constateert dat de vraag naar dierlijke mest toeneemt. ‘Intermediairs krijgen vooral vragen vanuit de akkerbouw over mogelijkheden om dierlijke mest geleverd te krijgen’, meldt Hans Verkerk, secretaris Meststoffendistributie bij Cumela. ‘De markt is echter zeer onzeker, waardoor bedrijven nog geen prijzen voor begin volgend jaar durven af te geven.’ Mestdistributeurs houden er rekening mee dat de omstandigheden op de mestmarkt de komende jaren zullen veranderen. Niet alleen als gevolg van de hoge kunstmestprijzen, maar ook omdat de veestapel gaat krimpen. Dit kan betekenen dat dierlijke mest schaarser en duurder gaat worden. Mesthandelaren merken nu al dat akkerbouwers meer vragen naar drijfmest. Door de extra vraag lijken de marktverhoudingen te veranderen. Veehouders die gewend waren een paar euro per kuub toe te betalen bij mestafvoer, kunnen het komende seizoen mogelijk een paar euro ontvangen. Mestkorrels duurder Signalen dat mestbe- en verwerkers de productie opvoeren om meer te kunnen profiteren van de gewijzigde omstandigheden, komen bij Cumela nog niet binnen. ‘Wel is duidelijk dat de verkoopprijzen voor bijvoorbeeld mestkorrels op dit moment enorm aan het stijgen zijn.’
ACHTERGROND
‘BRAND BIJ DE DIEREN, DAAR Visuele keuringen op brandveiligheid worden vanaf 2022 verplicht. Onder andere verschillende installaties met zonnepanelen zullen ondeugdelijk worden verklaard, waarschuwen experts. Het bedrijf van Jan van der Werff onderging al een keuring op de elektrotechnische installaties en hij doet het direct weer als het moet. ‘Voor de dieren moet het veilig zijn.’ Sjoerd Hofstee Langs de Melkweg
Jan van der Werff (50) verhuisde als kind met zijn ouders vanuit Drachten naar Winschoten om daar te gaan boeren. In Drachten moesten ze wijken voor uitbreiding van industrieterrein en in 1999 moesten ze in Winschoten wijken voor de Blauwe Stad. Vervolgens streken ze neer in Ravenswoud op een bedrijf waar toen 165 koeien werden gemolken. Inmiddels runt Van der Werff een bedrijf met 350 melkkoeien en 160 hectare grond met zijn vrouw Anneke, twee medewerkers en krijgt hij hulp van de oudste twee dochters Helen en Floor die beide interesse hebben in het werk en het bedrijf. De familie Van der Werff zat nog geen jaar in Ravenswoud toen het huis van Jans ouders in brand vloog. ‘Het was op dezelfde dag als de vuurwerkramp in Enschede, ik weet het nog goed’, vertelt Van der Werff. ‘De verhuisdozen stonden deels nog ingepakt. Die hebben we er grotendeels uit kunnen halen. Het huis is deels afgebrand, maar verder was er geen lichamelijke schade bij personen. Relatief liep dat dus heel goed af, maar de
toestand. Daar moet je toch werkelijk niet aan denken.’ Verouderde stoppenkast Toen hij door Agriland Assurantieadvies, zijn adviseur in risicobeheer, drie jaar geleden werd gevraagd om een visuele keuring uit te laten voeren, twijfelde hij dan ook niet lang. ‘Ik heb die keuring uit laten voeren en daaruit bleek dat hier en daar een draadje bloot lag,
schrik zit er dan natuurlijk wel even in. Ik heb later dan ook meer dan eens gedacht: wat zou het erg zijn als dat je overkomt bij de koeien in de stal. Dat je die dieren dan hoort loeien in hun letterlijk en figuurlijk benauwde
Jan van der Werff (rechts) in gesprek met adviseur Harry Zeewuster.
MELK van het NOORDEN
52
MOET IK NIET AAN DENKEN’ de compressor was iets mee, de aardlekschakelaar was een dingetje en een verouderde stoppenkast voldeed niet aan de eisen. Logisch want twintig jaar geleden gingen we anders om met installaties en eisen dan vandaag de dag. Ik heb er zelf weinig verstand van en begin er sowieso niet zelf aan te prutsen. Het rapport heb ik mijn vaste installateur gegeven en die heeft die punten meteen verholpen. Als ik straks weer zo’n keuring moet doen, doe ik het weer zo. Want ik wil het voor onszelf en vooral voor de dieren gewoon veilig voor elkaar hebben. Je hoort het immers nog best vaak dat het misgaat, vooral door kortsluiting.’ Terugkerende keuringen Harry Zeewuster van Agriland Assurantieadvies prijst Van der Werff om zijn houding. ‘Het is aan de ondernemer om de beste schutter voor doel te zetten. Jan doet dat goed. Hij schroomt niet om advies in te winnen op alle terreinen als hij dat nodig acht.’ Bij Van der Werff is eerder al een visuele keuring uitgevoerd omdat de totaal verzekerde som hier boven de € 5 miljoen ligt. Maar vanaf 2022 komt elk bedrijf verplicht aan de beurt. De regelgeving schrijft dan voor dat bedrijven met meer dan 100 koeien elke drie jaar een keuring moeten ondergaan en kleinere bedrijven elke vijf jaar. Verzekeringsmaatschappijen kunnen in sommige gevallen ook nog aanvullende eisen opleggen. ‘Daar kun je kritisch of sceptisch over doen, maar het komt voort uit het feit dat er tussen 2012 en 2020 gemiddeld 37 stalbranden per jaar waren’, licht Zeewuster toe. ‘Meer dan een miljoen dieren zijn daarbij omgekomen. Dat gebeurt wel meest in de intensieve veehouderij, maar net zo goed ook in de melkveehouderij komen stalbranden nog te vaak voor. Meestal door kortsluiting maar ook blikseminslag of trekker-ontbranding zien we helaas nog meer dan eens voorbij komen.’
‘Veel installaties met zonnepanelen worden afgekeurd’ De aangescherpte regels voor keuringen op agrarische bedrijven gaan ingrijpende gevolgen hebben voor menig installatie met zonnepanelen op staldaken, waarschuwt Harry Zeewuster. ‘In het verleden zijn er verschillende installaties te pas en te onpas neergelegd zonder goed te kijken naar de geldende normen. Wie vóór 2015 zonnepanelen op het staldak heeft gekregen of na 2015 maar niet volgens de nu geldende NEN1010voorschriften, heeft grote kans dat de keuringsinspectie de installatie afkeurt. Deze moet dan aangepast worden aan de huidige voorschriften om door te mogen draaien. Dit kan een kleine aanpassing betreffen, maar ook vergaande gevolgen hebben. Bijvoorbeeld dat alle panelen er af moeten en opnieuw moeten worden gelegd. Dat loopt vanzelfsprekend in de papieren.’ Ongediertebestrijding De nieuwe keuring, die vanaf volgend jaar verplicht wordt, zal voor alle stallen en gebouwen gelden en wordt ook strenger. ‘Waar de keuring van Van der Werff van drie jaar geleden nog onder de Scope 8 viel, wordt nu Scope 10 de norm. Dat betekent dat alle elektra nog grondiger bij langs wordt gelopen. Dat geldt dus zeker ook voor bijvoorbeeld zonnepanelen
‘JE HOORT BEST VAAK DAT HET MISGAAT, VOORAL DOOR KORTSLUITING’ en de bijbehorend installatie (zie kader). Een ander voorbeeld is dat je als melkveehouder aan kunt tonen dat je aan ongediertebestrijding doet.’ ‘Dat laatste vind ik een goede zaak’, zegt Van der Werff. ‘Mijn melkmachinemonteur vertelt mij altijd dat de meeste storingen voortkomen uit knagende ratten en muizen aan kabels. Voor brand is dat natuurlijk ook een risico.’ Over zonnepanelen en de installatie hoeft de melkveehouder zich niet druk te maken want die heeft hij niet. ‘Ik wilde ze wel, maar ons transformatorhuisje was te licht. Daarvoor moest een kabel uit het dorp getrokken worden en werd het hele grapje € 30.000 duurder voor mijzelf. Dat werd mij wat te gortig.’ MELK van het NOORDEN
53
Zelfrijdende mengwagen Een continu stroomvoorziening is voor hem wel belangrijk, mede omdat de koeien het jaarrond binnen blijven. ‘Ik vind de koppel inmiddels te groot om goed te kunnen weiden en zowel wij als de veestapel zijn dit systeem gewend. Als mijn dochters in de toekomst anders willen dan is dat te zijner tijd aan hen.’ De melkveestapel wordt dagelijks door de melkveehouder zelf gevoerd. Met een machine waar wel het nodige geld onder zit: een zelfrijdende mengwagen. ‘Maar eigenlijk valt dat ook mee’, zegt Van der Werff. ‘De aanschaf is hoog, maar ik werk al twintig jaar met zo’n machine. Elke zes jaar ruil ik deze in voor een nieuwe. Doordat de restwaarde hoog is, valt het herinvesteren mee. Zo’n machine is wel kwetsbaar en daarom verzeker ik ze altijd vijf jaar. Het laatste jaartje neem ik dan nog een gokje alvorens ik ze inruil.’ Adviseur Harry Zeewuster hoort het glimlachend aan. ‘Je moet de risico’s verzekeren die je niet kunt dragen, niet datgene dat je wel kunt dragen. Die regel telt bijna altijd. Maar voor brandrisico’s geldt dat je zeker weet dat de risico’s te groot zijn om te dragen. Helaas blijft het aantal stalbranden hoog. Op hogere premies zit niemand te wachten, vandaar dat het preventieve werken toe moet nemen. Onder andere dus via aangescherpte keuringen. Voorkomen is immers beter dan genezen. Die regel telt echt altijd.’
IN HET VELD
MESTOPSLAG KRIJGT Melkveehouders die uitbreiden, hebben vaak meer mestopslag nodig terwijl stoppers hun externe mestopslag vaak wel willen slijten. Dat betekent kans op een match. Steeds vaker vinden netsilo’s of mestzakken dan ook een tweede leven. Sjoerd Hofstee Frans Mulder & PAS Mestopslagsystemen
Het gebeurt meer dan eens in de praktijk: een melkveehouder breidt uit in het aantal dieren en ziet zijn
tekort aan mestopslag toenemen. Een compleet nieuwe grote betonnen silo is een forse investering en betekent
ook meer extra opslag dan nodig. In dat geval kan gekeken worden naar een gebruikte mestopslag. Met het toenemende aantal stoppers en uitbreiders, komen er namelijk steeds meer hiervan op de markt. En zeker niet louter afdankertjes, maar silo’s die nog in prima staat zijn voor hergebruik. Grondige reiniging Jaap Veenstra van PAS Mestopslagsystemen merkt het ook: ‘De uitruil van gebruikte mestsilo’s komt steeds vaker voor. Bij mestzakken en netsilo’s is het vaak goed mogelijk, mits ze nog in goede staat zijn. Tot 2.000 kuub aan grootte van de opslag is dit prima te doen.’
1
3
Afbreken en opbouwen in beeld 1- Zeil en net worden gedemonteerd nadat de gebruikte silo is gereinigd. 2- Al het zeil en netten worden geordend en verzameld. 3- Alle zeilen, buizen en leidingwerk, herbruikbaar of niet, worden ontmanteld en opgeruimd. 4- Nadat alles gecheckt is, en waar nodig onderdelen zijn vernieuwd, wordt de silo waterpas weer opgebouwd. 5- Zeil en netten worden ‘als nieuw’ aan elkaar gemonteerd. 6- Het opbouwen van de gebruikte silo wordt in dit voorbeeld verzorgd door medewerkers van PAS. Melkveehouders die dat liever zelf doen, kunnen er voor kiezen de opbouw zelf te verzorgen.
MELK van het NOORDEN
54
2
TWEEDE LEVEN Als een melkveehouder zijn mestzak of netsilo van de hand wil doen, wordt eerst de staat hiervan gecontroleerd. Is dat in orde en koopt PAS de opslag, dan wordt eerst alles grondig gereinigd. ‘Anders is er voor onze mensen niet in te werken en voor het transport is alle vuil ook ballast dat het te zwaar maakt’, licht Veenstra toe. Daarna wordt de silo en alle bijbehoren volledig afgebroken en opgeruimd. Vervolgens worden de nodige reparaties uitgevoerd zodat de gebruikte silo weer als nieuw is. ‘Dat moet ook want hij moet eerst ook worden goedgekeurd. Bij zo’n keuring wordt onder andere gecontroleerd of de opslag 100% lekdicht is en alle draaibare delen bij bijvoorbeeld de invoer goed functioneren’, vertelt Veenstra. ‘Buizen en leidingwerk moeten we vaak compleet vernieuwen. Desalniettemin kan de koper bij aanschaf van een gebruikte silo ten opzichte van de nieuwprijs al snel 25 tot 50% besparen.’
4
5
6 MELK van het NOORDEN
55
INTERVIEW
‘WIJ DOEN NOG EEN BEETJE Als jong broekie begon Jeroen Kloosterziel 25 jaar geleden als importeur van GGI-sperma. ‘Ik ben niet geboren als verkoper’, geeft de inmiddels 47-jarige aan. ‘Ouderwets fokken’, ‘Vertrouwen in bewezen stieren en veel variatie in rassen’, noemt hij als succesfactoren. Alice Booij GGI
Hij is al klaar, de GGI-kerstkaart van 2021. Welk tafereel erop staat afgebeeld, houdt Jeroen Kloosterziel nog even geheim. Dat het een glimlach op het gezicht van menig melkveehouder zal toveren, staat al wel vast. Al jarenlang weet Jeroen met kalveren in een zijspan, in een trein, in een luchtballon of met een koe in het circus een verrassende foto te combineren met een mooie GGI-leus en wens voor het nieuwe jaar. ‘Tegenwoordig worden we wat geholpen door de moderne techniek van de foto-bewerking’, zegt Jeroen met een knipoog. Wat ooit als geintje ontstond, is uitgegroeid naar een mooie traditie (op deze pagina’s meerdere voorbeelden daarvan).
bussen vol veehouders en studieclubs mee naar Duitsland om bedrijven en shows te bezoeken’, noemt Jeroen als één van de succesfactoren van het begin. ‘We moesten de Duitse fokkerij bekend maken. Dat een stier als Basar toen hoog doorkwam heeft goed geholpen.’ Een beetje geluk moet je hebben, vervolgt hij. ‘Mensen belden om rietjes te bestellen, dat had ik nog niet eerder meegemaakt.’ De verdiende guldens gingen direct in reclame en nog meer naamsbekendheid. ‘De Duitse stieren hadden ook de naam dat ze niet te hoge gehalten gaven, daar moesten we wel aan werken.’ En dus stopte Jeroen ook energie in zijn netwerk in Duitsland. ‘Al vanaf mijn veertiende jaar ging ik naar het buitenland: Ierland, Onderscheid maken Zwitserland, Amerika. Overal pik je De kerstkaart hoort stiekempjes bij het wat op en je leert vooral makkelijk onderscheidende karakter dat GGI contacten leggen.’ Om ook zonder in de afgelopen de titel ‘dr.’ enige 25 jaar heeft indruk te maken ‘WE HEBBEN NOOIT opgebouwd. Een bij de oosterburen ECHT HARD GEROEPEN stak hij zichzelf in jubileum waar de bescheiden colbert en stropdas. DAT WE EIGENLIJK Jeroen zelf ‘Ik ben niet een ELK RAS WEL IN ONS eigenlijk niet geboren verkoper, PAKKET HEBBEN’ zo bij stilstaat. maar ik wist wel ‘We hebben meteen met welke wel een leuk stieren wij naar de personeelsuitje gehad, maar verder Nederlandse veehouder zouden gaan: is het weer gewoon business as stieren waarbij ik na drie jaar nog usual.’ Toch is het feit dat GGI Holland tevreden veehouders een kwart eeuw bestaat wel een aantref. Dat motto mijlpaaltje om bij stil te staan. Toen hebben we nog Jeroen in 1996 begon, werkte hij steeds.’ parttime vanuit het zolderkamertje Om de afzet van de in zijn woonhuis. Eigenlijk waren de rietjes in de begin stieren uit Duitsland onbekend bij de jaren een slinger te Nederlandse melkveehouders. Wat geven, ging GGI een veehouders wel wisten is dat ze in samenwerking aan met Duitsland grote, zware koeien hadden KI de Toekomst, toen en dat de Holsteinisering al heel vroeg Roel Samplonius er nog zijn intrede had gedaan. ‘We namen de scepter zwaaide. MELK van het NOORDEN
56
‘Die had vertegenwoordigers in bijna heel Nederland zitten. Daarmee werd onze afzet ineens een stuk groter.’ De verkoop kwam in een stroomversnelling en met mensen als Ronnie van der Lee en Rene de Wit kwamen er collega’s bij. ‘In eerste instantie als freelancers, later als medewerkers. Dat was het einde van de ‘one man show’, vertelt Jeroen lachend, terwijl hij toevoegt
AAN OUDERWETSE FOKKERIJ’ dat hij het zonder zijn vrouw Wilma niet had gered. ‘Ik hecht veel waarde aan een fijn team om me heen. Doel is dat we het allemaal goed hebben en elkaar aanvullen in kennis en vaardigheden. Ik ben dan ook blij en trots dat we zo’n mooi team hebben.’ In totaal bestaat
dat inmiddels uit elf personen waarvan vijf als freelancer/parttimer. Zelf stieren uitzoeken Met een grotere afzet van sperma kwam ook het vertrouwen vanuit Duitsland naar de importeur. ‘We zoeken zelf de stieren uit waarmee we ons in Nederland kunnen onderscheiden. Stieren met eiwit en afkomstig uit goede koefamilies.’ Dat zijn niet altijd dezelfde stieren die ook veel gebruikt worden in Duitsland. ‘Daar moesten ze eerst wel aan wennen. ‘Wat willen jullie met die stier?’, vroegen ze dan. We zochten stieren die zich bewezen hadden, met weinig afbreukrisico. Wij doen het anders.’ Iets wat ouderwets denken misschien, noemt Jeroen het. ‘Ik was eerst ook terughoudend over de genomic stieren. We noemden het gewoon veredelde proefstieren. Nu blijkt dat het succespercentage om fokstier te worden hoger is door onze strenge voorselectie, neemt het aandeel genomics stieren wel toe.’ Met stieren als Mascol, Bonatus, Lonar, Jerudo (roodbont), Harley (Brown Swiss), Vanadin (Fleckvieh) en Mavid is GGI zo succesvol geworden. ‘Mavid stond al op de nominatie om naar de slachtbank te gaan. Wij zagen probleemloze koeien van hem op de eerste dochtertour met hoog eiwit en zo hebben we de hele voorraad gekocht en is hij gebleven.’ Meer recentere voorbeelden zijn Brentano en Guard als zwartbonte MELK van het NOORDEN
57
stieren. ‘De bloemetjes buiten het perk, die zoeken we op.’ Een voorbeeld daarvan op exterieurgebied is roodbonte Effektiv (Effort x Freddie x Goldwyn). ‘Daar hebben we afgelopen maanden hele beste tweedekalfskoeien van gezien’, geeft Jeroen aan. ‘We willen zien wat we verkopen. Daarmee kunnen we ook vol vertrouwen onze veehouders adviseren.’ Alle rassen Met het vertellen over de filosofie van de zwartbontfokkerij in Duitsland wordt het importeurschap van GGI-Spermex eigenlijk tekort gedaan. ‘We hebben alle rassen in het vat’, geeft Jeroen aan. ‘Fleckvieh is in Duitsland het tweede grootste ras’, noemt hij als voorbeeld. Brown Swiss, Jersey, MRIJ, Angler en vleesveerassen komen er nog bij. ‘We hebben nooit echt hard geroepen dat we eigenlijk elk ras wel in ons pakket hebben’, overpeinst hij. Een aantal jaren geleden voelde het aanprijzen van andere rassen ook een beetje als afvallen van de (R)HF. Dat is nu zeker niet meer het geval. ‘In Duitsland vind je grootschalige bedrijven met 1.000 en meer koeien, en ook de ‘postbodeboeren’ met tien koeien, voor elke markt en elk ras hebben we de stieren.’ Met A2A2, en ook hoornloos. ‘Daarin liep en loopt Duitsland voorop.’ De markt verandert. ‘We hebben niet alleen maar stierenpraat’, geeft Jeroen aan. De verkoop van bolussen om de gezondheid en vruchtbaarheid te bevorderen, zit inmiddels ook in het pakket van de GGI-mensen. En ook een paringsprogramma. ‘De genetica gaat hard, de afstammingen zijn voor ons al amper meer bij te houden.’ Maar het programma is niet te uitgebreid. Het checkt de afstamming (in 5 generaties), voorkomt inteelt en erfelijke gebreken en kan uitgebreid worden met suggestie op basis van aAa. ‘Daarin zijn we aan het ontzorgen. Strategieën zoals alle kalveren testen op genomics zie ik op dit moment nog niet zitten. Dat is nog allemaal te duur.’ ‘Houd de kosten laag en het systeem simpel’, motiveert Jeroen. Onderscheidend? ‘Gewoon met nuchter boerenverstand meedenken.’
Topro Calcium bolus ...méér dan alleen calcium De bolus levert per behandeling*: • • • •
40g Calcium 12g Fosfor Vitamine D3 Magnesium
* 1 behandeling is 2 bolussen
Scan de code voor alle info! animal health
Heeft u de mestverwerking ? ld e g e r e g l a 1 2 0 2 voor
KIJK VOOR DE SCHERPSTE PRIJS VAN VVO’S OP WWW.MESTVERWERKEN.NU
MELK van het NOORDEN
58
Monstername en analyses van:
Ruwvoer
Mest
Grondmonsters
Veedrinkwater
(ook voor Bex, kringloopwijzer)
(ook voor wetgeving)
Mest (AP05 en AP06)
Veldstraat 25a 5473 AH Heeswijk Dinther Telefoon: 0413 - 28 95 48
Uw contactpersoon in het Noorden:
Sipke Talsma: 06 - 12 96 52 24 Uw contactpersoon in het Zuiden:
Ruud van de Meerakker: 0413 - 28 95 48 MELK van het NOORDEN
59
info@nutrilabagro.nl www.nutrilabagro.nl
REPORTAGE
MET EIGEN KRACHTVOER NAAR Mocht de landbouwminister weer eens naar NoordNederland komen, dan moet ze eens een kijkje nemen in Witteveen (Midden-Drenthe). Daar brengt de Sneul VOF het kringloopboeren volop in praktijk. Jelle Feenstra Rens Hooyenga
Of het harde prijsonderhandelingen zijn die hij en z’n vrouw voeren? ‘Dat valt mee hoor, we hanteren marktconforme prijzen’, antwoordt melkveehouder Wydo van den Heuvel lachend. Hij voert zijn koeien ontsloten tarwe en gerst en koopt deze in bij zijn echtgenote Marja Peltjes. Samen hebben ze een vof, met de naam Sneul VOF. Hierin draait hun oudste zoon Marcel, net afgestudeerd aan Aeres Hogeschool in Dronten, inmiddels ook mee. Marja heeft samen met haar zus ook een akkerbouwbedrijf dat nauw samen werkt met het melkveebedrijf. Dit geeft mogelijkheden voor een ruimere gewasrotatie, betere bodemvruchtbaarheid, het verbouwen van krachtvoer en mestplaatsing in de regio. Beide bedrijven opereren vanaf dezelfde locatie.
40% minder krachtvoeraankoop Het melkveebedrijf en akkerbouwbedrijf zijn juridisch strikt gescheiden, onder andere om derogatie te behouden. Feitelijk is sprake van een gemengd bedrijf, waarbij alle mest op eigen grond kan worden geplaatst en er ruwen krachtvoer voor terug komt. ‘We zetten in op lokaal geteeld krachtvoer, dat verbouwen we toch al zelf. Daarmee vullen we ongeveer de helft van onze totale krachtvoergift, die rond de 28 kilo per 100 kilo melk ligt. Dit jaar is de verhouding vanwege het lagere eiwitgehalte in de kuilen ongeveer 40% eigen krachtvoer en 60% aangekocht’, vertelt Marcel.
‘De melkproductie heeft met de introductie van compactvoeren echt een boost gekregen’, constateren Marcel en Wydo van den Heuvel.
MELK van het NOORDEN
60
Voor het melkveebedrijf betekent het werken met losse grondstoffen van eigen bodem lagere kosten, voor het akkerbouwbedrijf hogere opbrengsten omdat er geen tussenhandel is. ‘Eerst voerden we alleen ontsloten tarwe, dit jaar zijn we gestart met gerst en we kijken serieus om er een eiwitteelt bij te doen, veldbonen wellicht. Extra voordeel van eigen teelt is dat je precies weet wat je voert en hoe het product behandeld is’, zegt Wydo. Het melkveebedrijf telt 116 melkkoeien en 45 stuks jongvee met 69 hectare land. De stal, waar asbestplaten vrij recent zijn vervangen door sandwichpanelen, stamt uit 1990. Er staan twee melkrobots. De melk gaat naar coöperatie NoorderlandMelk, waarvan ze sinds de oprichting in 2007 lid zijn. NoorderlandMelk levert de vlog-gecertificeerde melk aan Royal A-ware in Heerenveen. ‘We streven naar een hoge levensproductie per koe, met respect voor dier, grond, omgeving en onszelf’, zegt Wydo. Er is ruim aandacht voor klauwverzorging en voor de droogstaande koeien worden speciale
11.600 KILO MELK PER KOE mengkuilen met mineralen gemaakt. Combi weidegang-compact voeren De gemiddelde melkproductie per koe ligt op 11.600 kilo melk met 3,88% vet en 3,44% eiwit. De koeien krijgen van eind maart tot begin december met Nieuw Nederlands Weiden dagelijks een vers perceel aangeboden. ‘Dit jaar stonden de koeien eerder op stal vanwege het natte weer.’ De dieren hebben in het weideseizoen vrije keus tussen buiten en binnen. Best een uitdaging om dit te combineren met hoge melkproducties. ‘Het scheelt dat we land dicht bij de stal hebben, de koeien hoeven weinig te lopen. En we voeren volop bij op stal.’ Dat, in combinatie met veel melkdrang, zorgt voor een moyenne van 2,7 melkingen per dag in het weideseizoen. ‘We hoeven de koeien niet vaak op te halen.’ Het bedrijf past compact voeren toe. Hierbij wordt water aan het voermengsel in de mengwagen toegevoegd en het voer door intensief mengen zo klein mogelijk gemaakt. Zo is er minder selectie en komt het opgenomen rantsoen beter overeen met het berekende rantsoen. ‘De melkproductie heeft sindsdien echt een boost gekregen’, constateert Marcel. Het mengrantsoen bestaat uit graskuil, snijmais, ontsloten tarwe en
De pletter in de stal zorgt voor een karamelachtige geur. Dat maakt de gerst erg lekker voor de koeien.
raapschilfers. De geplette gerst zit pas sinds dit voorjaar in het rantsoen en wordt gevoerd in de melkrobots. ‘We zochten een vervanger voor mengvoer’, vertelt Marcel.
met de resultaten. ‘Gerst is een prima koeienlokker. Het pletten zorgt voor een karamelachtige geur, daar zijn de koeien gek op’, zegt Wydo. Marcel vertelt dat na de introductie van gerst het aantal melkingen meteen met 0,3 punten steeg. ‘Ook het aantal weigeringen nam meteen toe. Dat zegt wel iets.’ Hij benadrukt dat het voor maximaal resultaat wel van belang is om de geplette gerst zo vers mogelijk te voeren.
1,8 kilo gerst per dag Op advies van hun onafhankelijke voeradviseur kwamen de Van den Heuvels in contact met Wiebe Harm van der Heide in Surhuisterveen. Zijn mannen legden een compleet vijzelen transportsysteem met schoner en pletter aan, inclusief volledige installatie Minder ammoniak en methaan een investering van € 13.500 ex btw. Wydo, Marja en Marcel koersen op Dit zorgt ervoor dat de gerst schoon en een toekomstbestendig melkveebedrijf. voldoende fijn in de melkrobots komt. ‘Dat betekent meebewegen met Met een shovel vullen Wydo of Marcel ontwikkelingen, anders blijf je geen de trechter vóór de voersilo. Een vijzel boer.’ Zo doen ze de komende vier jaar transporteert de gerst naar de silo. mee aan het Netwerk Praktijkbedrijven. Speciale beluchting houdt condens en Hierin gaan veertig melkveehouders schimmelvorming buiten de silo. Na de in het hele land aan de slag met het silo gaat de gerst terugdringen van door een schoner, ammoniak- en ‘GERST IS EEN PRIMA die het laatste kaf methaanuitstoot. KOEIENLOKKER’ en stro scheidt van Het doel is de korrel. Een vijzel praktisch haalbare brengt de gerst en betaalbare in de pletter in de stal. Na het pletten maatregelen ontwikkelen om 15 tot brengt de vijzel de gerst in de robots. 30% reductie te realiseren. ‘Wij vinden Het bedrijf voert nu 1,8 kilo gerst per het belangrijk dat maatregelen niet koe per dag. ‘Eigenlijk is dat aan de alleen genomen worden op basis van lage kant. Maar onze eerste snede kuil rekenmodellen, aannames en forfaits, bevat slechts 113 gram ruw eiwit tegen maar dat ze onderbouwd zijn met normaal 165. Dit tekort compenseren metingen en cijfers uit de praktijk. we met eiwitrijk krachtvoer en dat Ook moeten maatregelen haalbaar en gaat ten koste van gerst, dat vooral betaalbaar zijn’, aldus Wydo van den energie brengt.’ Het systeem heeft Heuvel. ‘Het is een mooie kans om nog enige ‘finetuning’ nodig, maar onder deskundige begeleiding dingen de Van den Heuvels zijn erg content uit te proberen’, voegt Marcel toe. MELK van het NOORDEN
61
ACHTERGROND
VEEHANDEL LAAT VLEESKETEN
Veehandelaren laten zich niet zomaar aan de kant zetten.
Na een plus van 5 cent op melk kunnen de Albert Heijnmelkveehouders van A-ware nu ook een plus van € 115 per slachtkoe krijgen. Albert Heijn en A-ware wilden de veehandel in de oorspronkelijke opzet weren uit de gesloten keten. Maar veehandelaren laten zich niet zomaar aan de kant zetten. Jelle Feenstra Jacob van Essen, Niels de Vries en Albert Heijn
Op 30 november 2021 ging er een streep door alle getekende contracten van melkveehouders die zich hadden aangemeld voor de nieuwe vleesketen ‘Beter voor Rundvlees’ van Albert Heijn en A-ware. Het project gaat wel door, maar met nieuwe partners en onder andere voorwaarden. Albert Heijn en A-ware gaan nu in zee met slachterij Vion, die de koeien slacht in Dokkum of Tilburg. Voor de twee oorspronkelijke ketenpartners, slachterij Ameco en Heijdra Vleesvee, is in de nieuwe opzet geen rol meer weggelegd. Alle eerdere getekende deelnameformulieren en voorwaarden komen per 30 november 2021 te
vervallen, zo lieten Albert Heijn en A-ware de 450 potentiële deelnemers op zaterdag 27 november per mail weten. Melkveehouders die willen meedoen, moeten zich opnieuw aanmelden. De premie per aangemelde koe die rechtstreeks van het melkveebedrijf naar de slacht gaat, blijft € 115. Het grote verschil met het eerste contract, dat door diverse melkveehouders reeds was ondertekend, is dat de veehouder nu weer volledig zelf opdraait voor de kosten voor transport, commissie en slacht van de koe, gemiddeld zo’n € 75. In de oorspronkelijke opzet was de veehandel ertussenuit en hoefde de MELK van het NOORDEN
62
melkveehouder louter voor transport en slachtkosten te betalen. De inkoop was centraal geregeld. Oorspronkelijke plan Dit najaar presenteerden Albert Heijn en A-ware hun plannen aan alle melkveehouders die al meedoen aan het Beter voor Koe, Natuur & Boer-programma. Aan dit programma doen inmiddels zo’n 450 melkveehouders mee. In ruil voor een scala aan voorwaarden krijgen ze een meerprijs van 5 cent per kilo melk. De supermarktketen en A-ware geven het project nu een vervolg door het restproduct van deze keten – het vlees – te verwaarden. Er komen twee vleesstromen: een deel van de melkkoeien gaat via afmesters naar de slachters en een deel rechtstreeks. Voor het afmesten waren afspraken gemaakt met Heijdra Vleesvee in IJsselsteijn. Slachterij Ameco in Apeldoorn, onderdeel van de Van Drie Groep, zou de koeien slachten. Maar beide partijen doen nu niet meer mee. Albert Heijn heeft nieuwe afspraken
AH/A-WARE ONTPLOFFEN
Het rundvleesassortiment van eigen huismerk bij Albert Heijn komt binnenkort voor 90% van koeien van A-ware-melkveehouders.
gemaakt met Vion, dat nu de inkoop regelt van de koeien. Volgens Albert Heijn hebben Ameco en Heijdra Vleesvee zelf aangegeven niet verder te willen. Verder krijgt de veehandel in het stuk tussen melkveebedrijf en slachterij, in tegenstelling tot het eerdere plan, nu
wel alle ruimte. Dat betekent wel dat de melkveehouder per afgevoerde koe nu meer kosten maakt. Veehandel er tussenuit Waarom is het oorspronkelijke ketenproject ontploft? Het lijkt erop
Het succesvolle melkproject van Albert Heijn en A-ware krijgt een vervolg met vleesverwaarding.
MELK van het NOORDEN
63
Nederlands rundvlees in trek Jarenlang was de uitgemolken Nederlandse melkkoe een afvalproduct: nog net goed voor het gehakt of de worst, maar dan hield het ook snel op. Mals vlees uit Argentinië en Ierland, dát was pas vlees. Maar het tij lijkt te keren. Albert Heijn stapt voor het eigen huismerk voor bijna 100% over op Nederlands rundvlees. Maar ook Jumbo kondigde vorige maand aan rundvlees van Nederlandse melkkoeien die weidegang hebben gehad, te verkopen. Deze koeien zijn afkomstig van leden van FrieslandCampina en worden verwerkt bij Verhey Vlees, onderdeel van de Van Loon Group. Boeren die hieraan meedoen krijgen een opslag van 5 cent per kilo geslacht gewicht. Boeren die al hun afgemolken koeien leveren aan het Jumbo-concept, krijgen daar nog 2 cent per kilo geslacht gewicht bovenop. Een totale plus van 7 cent.
ACHTERGROND
dat de veehandel zijn macht heeft laten gelden. Albert Heijn en A-ware wilden de veehandelaren ertussenuit halen. De twee initiatiefnemers presenteerden de boeren een plan voor een premie van € 115 per slachtkoe. Daarnaast zou het wegvallen van de veehandel de boer nog eens een besparing van € 45 opleveren. ‘Dus eigenlijk is de meeropbrengst niet € 115 maar € 160 per afgemolken koe’, zo kregen de boeren op besloten voorlichtingsbijeenkomsten te horen. Op een melkveebedrijf met 100 melkkoeien en een afvoer van 30% toch een mooi extraatje van bijna € 5.000. De veehandel kreeg lucht van de
plannen van Albert Heijn en A-ware. Ineens waren er steeds meer melkveehouders die hun bedankten voor bewezen diensten. Dit alles leidde tot grote onrust. Veehandelaren begonnen twijfel te zaaien bij melkveehouders. Dat lukte. Moesten melkveehouders de jarenlange band met hun veehandelaar zo maar opgeven voor een leveringscontract met een aantrekkelijke bonus? Die veehandelaar regelt immers vaak ook allerlei andere zaken tussendoor even voor de boer. Ook wees een aantal veehandelaren op de risico’s. Dat de koppeling van melk aan vlees ‘gezien de vele breed uitgemeten
Heijdra Vleesvee doet niet meer mee Behalve afgemolken koeien die rechtstreeks van de melkveehouder naar de slachter gaan, willen Albert Heijn en A-ware ook een premiumvleeslijn opzetten. Ook deze koeien moeten komen uit het Beter voor Koe, Natuur & Boer-programma. Heijdra Vleesvee uit IJsselstein zou de premiumstroom gaan verzorgen, maar dat is nu veranderd. Het bedrijf van Edwin en Anita Heijdra is gespecialiseerd in het afmesten van melkkoeien tot uniforme vleeskoeien met een stabiele vleeskwaliteit. Het plan was om hier de betere afgemolken koeien op een stal met stro en een speciaal rantsoen van gras, mais, aardappelschillen en bierbostel in enkele maanden tot kwaliteitsvlees van Nederlandse bodem te promoveren. De bonus voor de koeien die in aanmerking kwamen voor de Heijdra-route lag voor de melkveehouder op € 165 per koe, € 50 hoger dan bij afvoer rechtstreeks naar de slacht. A-ware en Albert Heijn laten in de mail aan melkveehouders weten ‘dat er wordt gewerkt aan een alternatieve oplossing voor het afmesten van uw koeien’. Anita Heijdra wilde kort voor het ter perse gaan van dit nummer geen commentaar geven op de vraag waarom Heijdra Vleesvee niet meer meedoet.
vleesschandalen in de media’ niet zonder risico is (zie kader op pagina 65). Dat een melkveehouder voor een lange periode een leveringsplicht aangaat en zijn vrijheid verliest. En dat het maar zeer de vraag is dat de op het oog aantrekkelijke bonus hoger uitkomt dan wat veehandelaren met hun handel op de vrije markt voor de boer verdienen. Toezeggingen voor deelname gingen ‘on hold’. Intussen vonden achter de schermen bij de diverse betrokken De advertentie waarin Albert Heijn zijn plannen met Nederlands rundvlees aankondigt.
MELK van het NOORDEN
64
Andries Kingma: ‘Verstandige move’ De Friese veehandelaar Andries Kingma noemt de aanpassing in het ketenproject van Albert Heijn en A-ware om de veehandel weer een rol te geven verstandig. Hij gaat niet mee in de conclusie dat de veehandel middels een machtsspel de boel heeft laten ontploffen. ‘Ik zou liever willen spreken van bijsturen.’ Hij erkent wel dat de veehandel in de rundvleesketens veel macht heeft. ‘De veehandel heeft de kennis, de contacten en de logistiek om de koeien snel en efficiënt op de juiste plaats te krijgen.’ Hij plaatst nog wel een kanttekening bij hoe de vleesketen van Albert Heijn en A-ware nu gestalte gaat krijgen. ‘Als er maar één slachterij meedoet, sluit je concurrentie uit. De premie kan dan wel eens snel een sigaar uit eigen doos worden.’ partijen heftige discussies plaats. Zo zou slachterij Ameco ook worden geboycot door diverse veehandelaren, als drukmiddel om uit de gesloten keten te stappen. Water bij de wijn De onrust in de veehandel en bij boeren landde al snel bij Albert Heijn en A-ware. Daarop schreven zij in een mailing aan de potentieel deelnemende melkveehouders dat er veel enthousiasme is. Maar dat er ook vragen binnenkomen, met name over de rol van de veehandelaar. In de mailing stond: ‘Wij respecteren de band tussen de melkveehouder en veehandelaar en begrijpen dat er veel melkveehouders zijn voor wie deze samenwerking verder gaat dan enkel de afvoer van melkkoeien. Om dit een duidelijkere invulling te geven hebben wij het proces aangescherpt.’ Die aanscherping kwam erop neer dat melkveehouders in het oorspronkelijke plan tóch meer vrijheid zouden krijgen om binnen het concept te kiezen voor het werken met een veehandelaar. Clash tussen keten en handel Blijkbaar was die verruiming onvoldoende om alle partijen in de oorspronkelijke keten binnenboord te houden. Het eindresultaat is dat er geen rol meer is weggelegd voor slachterij Ameco en Heijdra Vleesvee. ‘Ameco heeft zich teruggetrokken en Heijdra Vleesvee heeft ook besloten de samenwerking te beëindigen’, laat een woordvoerder van Albert Heijn weten. Bronnen rond beide bedrijven zeggen dat het beëindigen van de samenwerking ‘niet vrijwillig’ was. Heijdra wil geen commentaar geven op de ontstane situatie. Ameco was kort voor het ter perse gaan van dit nummer
niet bereikbaar voor commentaar. De vleesketen van Albert Heijn en A-ware gaat nu dus verder met Vion, maar zoals het lijkt met voor de boer toch enigszins uitgeklede
voorwaarden. Het hele gevecht lijkt sterk op een botsing tussen enerzijds de nieuwe wereld: één of enkele grote marktpartijen, die liefst werken met gesloten ketens zonder tussenhandel, een strakke regie en op basis van vooraf afgesproken prijzen rechtstreeks zaken doen met de boer. En anderzijds de oude wereld van de handel, die vooral werkt op basis van emotie en vertrouwensband en boeren waarschuwt voor de grote, boze marktpartij die vooral uit is op eigen gewin. Een strijd om de macht, die de komende weken ongetwijfeld een vervolg krijgt. ‘Het gaat ons om een gezond verdienmodel voor de melkveehouders’, aldus de woordvoerder van Albert Heijn.
‘Koppel vlees niet aan melk’
‘Koppel vlees niet aan melk’, waarschuwen enkele veehandelaren in een ingezonden brief die ze naar de redactie van Langs de Melkweg stuurden, uitgever van Melk van het Noorden. De schrijvers, waarvan naam en afzender bekend zijn bij de redactie, roepen melkveehouders op goed om na te denken of ze wel willen instappen in de gesloten vleesketen van Albert Heijn, A-ware en Vion. ‘Vleesveebedrijven, slachterijen en het transport liggen onder een steeds groter vergrootglas. Wat gebeurt er wanneer misstanden worden waargenomen bij de dieren of de verwerking daarvan binnen het Albert Heijn/A-ware-concept? Zorgt de koppeling met het melkgeld dan ook niet voor gevolgen voor de melkopbrengsten van de melkveehouder?’ Ook waarschuwen ze voor het gevaar dat negatieve berichtgeving de melkstroom kan meenemen in de negatieve spiraal. ‘Je kunt je voorstellen dat de gevolgen voor de melkveehouders ontzettend groot zijn wanneer de afnemers van de melk, door de koppeling aan het vleesconcept, onder externe druk moeten afhaken.’ Over het concept, het werken met één vaste slachterij zeggen ze: ‘Wij zijn er van overtuigd dat flexibiliteit in keuze van slachthuis en vleesconcept per af te leveren rund resulteert in de hoogste prijs voor een melkveehouder. Dit zorgt voor concurrentie en een marktwerking die zich uit in een hogere opbrengst voor de slachtrunderen.’
MELK van het NOORDEN
65
COLUMN
WAT VOOR OVERHEID WIL JE ZIJN?
De Tweede Kamer verkiezingen zijn bijna negen maanden geleden geweest. Het regeerakkoord kan wel klaar zijn als u deze column leest, maar sowieso hebben we in deze periode als agrosector al heel wat meegemaakt. Duidelijk is dat de samenstelling van het huidige kabinet gelijk is aan het nieuwe kabinet. Je kunt daardoor niet met droge ogen constateren dat het speelveld, waarin de formatiepartijen zich nu bevinden, compleet los staat van het huidige kabinet. Dat gezegd hebbende, blik ik terug. Begin september lekten er ineens stukken naar buiten die gedeeld waren in het huidige kabinet. Het betrof een PBL-rapport waarin een groot bedrag stond beschreven om boeren te onteigenen. De sector raakte in rep en roer en dat is ook niet vreemd. Niemand wist hier iets van en ineens was deze boodschap daar. Nog geen week later kwam er weer een gelekt stuk naar buiten. Dit keer was het een advies van de landsadvocaat over het intrekken van Natuurbeschermingswetvergunningen. Ook dit gaf weer een golf van reacties richting de politiek. Begin november verscheen een brief vanuit het kabinet over een hele rits aan rapporten waarin ook gesproken wordt over emissiereductie en eventuele inkrimping van de veestapel. Opnieuw ging er een golf van onrust door de sector heen. Nog geen zeven dagen later lekt een formatiestuk dat Gert Jan Segers een paar weken geleden in de trein heeft laten liggen. Het stuk dateert nog van eind september. Waarschijnlijk ziet de wereld aan de formatietafel er nu heel anders uit. Echter je weet het niet. Dat niet weten is het probleem en maakt ons boeren enorm wanhopig of onzeker. Hangt er nu een zwaard van Damocles boven ons bedrijf of komt het schip met geld en kansen? We gaan ook enorm naar elkaar kijken. Tot mijn grote schrik ging het gerucht in mijn eigen club dat ik als alwetende bestuurder een peildatum aan zag komen en massaal koeien had gekocht. Maar van een nieuwe peildatum weet ik niets. En geloof het of niet: ik doe al jaren aan koeien verkopen in plaats van aankopen. Echter, ik kan het boeren niet kwalijk nemen dat ze gespannen zijn en onrustig om zich heen kijken wat er gebeurt. Al die halve boodschappen en rapporten maken je als ondernemer gek. Je wilt niet nog een keer aan de verkeerde kant van de streep staan, zoals je misschien ten tijde van fosfaatrechten wel stond. De overheid en de politiek lijken dit niet te snappen. Voor hen lijkt het lekken en het strooien met rapporten onderdeel te zijn van een normaal besluitvormingsproces. We hebben behoefte aan een overheid en een politiek die meebouwt aan onze toekomst in plaats van deze toekomst constant onzeker te maken. Mijn hoop is dat een nieuw kabinet zich serieus inspant om de huidige houding te veranderen. Anders kunnen we nooit samen bouwen aan een toekomstbestendige sector. Dat zou doodzonde zijn.
Roy Meijer
Voorzitter NAJK en melkveehouder in Witteveen
MELK van het NOORDEN
66
“Ik ben begonnen als boerenhulp en ben daarna via Werff talent doorg troomd in het chauffeursvak. Nu werk ik in de aardappelen en in de bieten.” Benjamin uit Leeuwarden
Durf jij het aan?
0513 - 610380 MELK van het NOORDEN
67
Is uw (asbest)dak aan vervanging toe? Vraag eenvoudig een vrijblijvende offerte op. Specialist in daken gevelsystemen Renovatie Nieuwbouw Sandwichpanelen Golfplaten Asbestsanering Zonnepanelen
Met nieuwe sandwichpanelen of golfplaten kan uw dak weer jaren vooruit. Wij
ontzorgen u graag van A tot Z in het hele proces. Nieuwe beplating biedt daarnaast ook kansen voor de toekomst, door bijvoorbeeld het plaatsen van zonnepanelen. Wij advise-
ren u graag over de beste dak -en/of wandoplossing voor uw persoonlijke situatie. Vraag op onze website in 2 minuten een offerte op.
WWW.MIDDENDORPMONTAGE.NL/OFFERTE MIDDENDORP MONTAGE
MELK van het NOORDEN 68 Krollerweg 11 3774 RG Kootwijkerbroek
T 0342 - 442 008