Akker van het Noorden 07

Page 1

NUMMER 7 | november 2019

GENOEG!

AKKER van het NOORDEN

1


FLEXIBEL DICHTBIJ BETROKKEN INNOVATIEF

ETHYLEEN

Meer knollen, meer opbrengst en meer rendement ✓ Meer controle op de bewaring ✓ Rust in de organisatie ✓ Meer knollen per plant ✓ Een hogere opbrengst ✓ Vlotte opkomst ✓ Controle op Co2 gehalte ✓ Geen mutanten

Uw specialist in ethyleen bewaring Hoogland BV Leeuwarden | Tel. : 0518411400 | www.hooglandbv.nl

Vakbladen voor de regio www.langsdemelkweg.nl

2

AKKER van het NOORDEN


PROLOOG

GENOEG!

De cover van deze uitgave is indrukwekkend: oneindig veel trekkers die de snelwegen domineren. Het was hét beeld van deze herfst en dat zegt wel wat. Boeren zijn geen actievoerders. Ze houden van hun werk, de strijd met de natuur, het doorlopen van de seizoenen. Ze doen wat moet gebeuren, weten dat qua inkomen het ene het andere seizoen niet is. Ze snappen dat ze in het dichtbevolkte Nederland moeten opereren binnen strakke regels, dat er regelmatig een controleur op de stoep staat. Zolang het maar gebeurt op basis van logische redenatie, ook wel gezond boerenverstand genoemd. Ik ken weinig beroepssectoren die zo plichtsgetrouw en welwillend zijn als de boerenstand. Maar kijk: de laatste jaren kwam er regel op regel bij. De ooit zo verfoeide bureaucratie in Rusland valt in het niet bij wat boeren hier aan starre, van achter een bureau bedachte regelgeving voor de kiezen krijgen. Ondertussen gaat er geen dag voorbij of ergens komt voorbij hoe slecht de boeren zijn voor milieu of klimaat. Opvallend is dat deze geluiden voortdurend komen uit een bepaalde hoek van onderzoekers, wetenschappers en journalisten, die zichzelf onafhankelijk noemen, maar dat getuige hun publicaties, waarin ze feiten negeren en selectief shoppen in publicaties, allesbehalve zijn. Een beweging die de boeren eruit wil en een verdere verstedelijking van Nederland toejuicht, met nog meer huizen, nog meer wegen. Een beweging die onder valse voorwendselen wat graag de landbouwgrond opeist als nieuwe achtertuin. De veenweide onder water, een paar knuffelboeren erin en Nederland presenteren als de nieuwe culturele hoofdstad van Europa. Kijk ons intelligent en klimaatbewust bezig zijn. Is dat het? Wat maakt dat we zitten in de krankzinnige discussie waarin we zitten? Dierenbeulen, gifspuiters, natuurvernietigers: boeren brengen het klimaat in crisis. Dat is wat ik hoor en lees in veel media. Terwijl de gewone man in de straat zich afvraagt of Nederland niet stilaan volledig aan het doordraaien is. Tot en met vandaag heb ik nergens bewijs kunnen vinden voor de stellingname dat boerenbedrijven inderdaad veel vervuilender zijn dan het wonen, het werken of het recreëren dat we dagelijks met z’n allen doen. Integendeel zelfs. Landbouw is helemaal niet de kern van het probleem, maar op veel fronten juist de oplossing voor het klimaatvraagstuk. Het echte probleem is dat we met steeds meer mensen komen, dat we auto’s en vliegtuigen hebben uitgevonden, dat we fossiele brandstoffen opstoken, dat we in de westerse consumptiemaatschappij struikelen over het keuzeaanbod en snakken naar het nieuwste model van de iPhone X. We geven geld uit aan merkartikelen en luxe stedentripjes, om er vooral maar bij te horen. Het verbrassen compenseren we door steeds minder uit te geven aan goed voedsel. Om de footprint die we achterlaten uit te vegen, is er een zondebok gevonden: de boeren. Deze beroepsgroep slikte alles en deed zijn ding, jarenlang. Totdat een man met tijd over heel Nederland op slot zette. En een D66’er riep dat de veestapel maar moest halveren. Dezelfde man die, toen hij nog werd betaald door de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), riep dat melkveehouders in Nederland erg milieuvriendelijk produceren. Het was de lont in het kruitvat. Voor het eerst sinds begin jaren negentig stapten ook de akkerbouwers massaal op de trekker om de veehouders te steunen en een hard statement te maken: tot hier en niet verder, het is genoeg! Uit solidariteit, maar vooral ook omdat akkerbouwers voelen dat hun sector de volgende is die op basis van discutabele argumentatie de brandstapel op dreigt te gaan.

houd 4-5-7 BOERENACTIES: ‘STRAKS IS AKKERBOUW AAN DE BEURT’ 9 ‘REGELS REMMEN KRINGLOOPBOER’ 10-11 ECONOOM EDIN MUJAGIĆ: ‘RENTES BLIJVEN LAAG’ 12-13 VOER UIT REGIO VERVANGT SOJA OP KOEIENMENU 14-15 ‘FIJN OM OP DEZE MANIER BOER TE ZIJN’ 16-17 STRO MET EENDENMEST VOOR BETERE AARDAPPELSCHIL 19 VAKBEURS NAAR GRONINGEN 20-21 ‘DE 6 VOOR BIETENPRIJS DUURT NOG WEL EVEN’ 22-23 ‘BEN JE BEREID KLAAR TE ZIJN VOOR DE TOEKOMST?’ 25 HET GAT VAN DE BURGER

9

4

10

12 14

Jelle Feenstra, hoofdredacteur jfeenstra@langsdemelkweg.nl COLOFON Deze uitgave van Akker van het Noorden is gemaakt in partnerschap met een aantal bedrijven. Te weten: Agrico, AgroVital, Countus, Hoogland BV, TTW en Niscoo. Uitgever: Persbureau Langs de Melkweg in Sneek Adres uitgever: Persbureau Langs de Melkweg, Lorentzstraat 21-A, 8606 JP Sneek Telefoon: 0515-429876 E-mail: redactie@langsdemelkweg.nl Redactie: Sjoerd Hofstee en Jelle Feenstra Verder werkten mee: Niels van der Boom, Wiebe Dijkstra, Niels de Vries, Annemarie Eldering, Marcel van Kammen, Anjo de Haan, Persburo Melissen en Landpixel Foto-cover: ANP Vormgeving: Houssam Diab Druk: Senefelder Misset Doetinchem

Verspreiding: Dit magazine wordt door Sandd verspreid onder akkerbouwers en agribusiness in Drenthe, Groningen, Friesland, Flevoland, Overijssel en Noord-Holland.

16

Wilt u dit magazine bij een volgende uitgave niet meer ontvangen dan kunt u dit aangeven bij de uitgever via redactie@langsdemelkweg.nl.

20

www.akkervanhetnoorden.nl Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan de redactie geen aansprakelijkheid aanvaarden voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden nadrukkelijk voorbehouden. Deze rechten behoren bij Persbureau Langs de Melkweg c.q de betreffende fotograaf. Artikelen uit deze uitgave mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt na schriftelijke toestemming van Persbureau Langs de Melkweg.

22

25 AKKER van het NOORDEN

3


ACHTERGROND

BOERENACTIES: ‘STRAKS IS Wie boerenprotest zegt, noemt in dezelfde adem de stikstofproblematiek. Het vraagstuk raakt de akkerbouwsector niet direct. Toch waren akkerbouwers alom vertegenwoordigd bij de protesten en stonden ze op de barricaden, zij aan zij met hun veehouderijcollega’s. Waarom eigenlijk? Tekst: Niels van der Boom Foto’s: Anjo de Haan en Langs de Melkweg

De druppel die voor velen de emmer deed overlopen, was de uitspraak van D66 Kamerlid Tjeerd de Groot. De geopperde halvering van de veestapel resulteerde in een dominoeffect. De gehele agrarische sector voelde boosheid opwellen. Op de grote eerste actiedag van 1 oktober stond naast de stikstofcrisis ook waardering voor de boer hoog op de agenda. Veel akkerbouwers voelden zich nauw verbonden met dit thema. Onder andere op het vlak van gewasbescherming missen ze begrip. Vooral een lange termijn visie hierop ontbreekt en daarover is veel onvrede. Maar er is meer. De akkerbouwsector realiseert zich tevens: ‘Nu is het de veehouderij, straks is de akkerbouw aan de beurt.’ Dat idee bevestigen ook de twee akkerbouwbelangenbehartigers, de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) en LTO Akkerbouw. In de naweeën van de eerste actiedag

De protestactie van 1 oktober op het Malieveld werd massaal bezocht.

4

AKKER van het NOORDEN

op 1 oktober, maar ook bij de tweede protestactie op 16 oktober, bleef het thema stikstof domineren. Raakte de akkerbouwzaak al snel ondergesneeuwd? Allerminst. De NAV stelde een zes-punten-plan op en toont zich tot op de dag van vandaag solidair met de actievoerders, zolang het publieksvriendelijke acties betreffen. Voorzitter Teun de Jong merkt op dat samenhang tussen beide sectoren vereist is. Er is immers veel overlap: CO2-binding, mest en bodembeheer. ‘Wij willen de kunstmest graag behouden. Goede samenwerking tussen de sectoren is daarom vereist, licht hij toe. Een samenhangend landbouwbeleid mist nu, vindt De Jong. ‘Minister Carola Schouten van LNV stelde een Taskforce Verdienvermogen Kringlooplandbouw op, maar is vervolgens aarzelend om adviezen over te nemen en tot

beleid om te zetten. Dat steekt de NAV.’ Het is volgens De Jong vooral veel paniekbeleid, terwijl er juist grote behoefte is aan een meerjarige visie. Iets wat de sector al jaren aankaart. De NAV pleit voor een gelijke behandeling, ook in relatie tot andere sectoren. ‘Zo kan de luchtvaartsector in deze discussie niet buiten schot blijven.’ Wat LTO Akkerbouw-voorman Jaap van Wenum erg tegen het borst stuit is hoe gemakkelijk wordt omgegaan met eigendommen. ‘Nu gaat het om stikstofruimte afpakken. Straks is het akkerbouwareaal. Daarom zijn wij akkerbouwers solidair met onze veehouderijcollega’s. Maar ook om de hele regelgeving. Vooral het onderwerp gewasbescherming is een heet hangijzer. Glyfosaat, neonicotinoïden en nog veel meer middelen. Het houdt de akkerbouwsector continue bezig.’ Kippenvelmoment Akkerbouwer Ivan Dogterom uit Oude-Tonge (ZH) onderschrijft de noodzaak voor een lange termijn beleid. Zowel op 1 als 16 oktober was hij met een trekker aanwezig op het Malieveld. ‘De steun die we


AKKERBOUW AAN DE BEURT’ kregen van de Haagse bevolking was indrukwekkend. Schoolklassen stonden ons toe te zwaaien, wat echt een kippenvelmoment was’, herinnert hij. ‘Met de steun voor de boer zit het dus wel goed. Iedereen heeft zich keurig gedragen en daarmee een mooi statement gemaakt.’ Dogterom stelt dat ook de akkerbouwsector snakt naar een lange termijn beleid om op te kunnen ondernemen. Vanuit het Groningse Nieuwolda trok collega-akkerbouwer Otto Knotnerus naar de provinciehoofdstad om tegen de stikstofmaatregelen te protesteren. ‘Mijn vader was bij de protesten in 1990. Nu reed ik met de trekker mee’, vertelt hij. Eén keer demonstreren in zijn carrière moet voldoende zijn, hoopt hij. ‘Boeren staken niet zomaar. Doen ze het wel, dan is er écht wat aan de hand.’ Ook Knotnerus noemt de burgersteun hartverwarmend. ‘Woensdagmiddag reden we met trekkers over de rondweg. Alle kinderen stonden ons toe te zwaaien, dat was prachtig.’ Het

gewasbeschermingsbeleid is inderdaad een knelpunt voor de akkerbouw, stelt hij. ‘Toch is het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wat mij betreft net zo’n prangende kwestie. Of de huidige politiek verandering brengt, is afwachten.’ Ook Dogterom is terughoudend met nieuwe acties. ‘Je moet de gunfactor niet verliezen en de politiek nu de tijd geven om met een concreet antwoord en nieuw beleid te komen.’ Concrete actiepunten De NAV noemt een aantal concrete punten waar de organisatie zich hard voor wil maken. Voorkomen dat gewasbeschermingsmiddelen worden verboden voordat er een alternatief is gevonden, is een van de actiepunten. Dit geldt zeker voor glyfosaat, die in relatie tot niet-kerende grondbewerking als onmisbaar wordt beschouwd. Ook maakt de NAV zich druk om vrijhandelsverdragen als CETA en

Mercosur. ‘Hoe gaat de consument ooit meer geld betalen voor duurzame producten wanneer er een goedkoper buitenlands alternatief in het schap ligt’, vraagt voorzitter De Jong zich af. Hij zegt dat er vanuit de wet- en regelgeving steun moet komen om de positie van de boer te verbeteren. Hij doelt op de mogelijkheid tot het maken van prijsafspraken en het oprichten van producentenorganisaties. ‘Die kunnen een eerlijke prijs afdwingen, in plaats van het aan de markt over te laten.’ LTO staat liberaler in deze kwestie. De organisatie is niet tegen handelsverdragen, mits er de juiste voorwaarden aan worden gehangen. Van Wenum: ‘We zijn een exporterend land en moeten de handel tot zekere hoogte vrij spel geven. Maar dan wel met goede voorwaarden, zoals wij die in de EU hanteren. Mercosur heeft zeker nadelen voor onze sector, maar

AKKER van het NOORDEN

5


ai157297188559_Melkweg_Algemeen_Agro-vital_188x132_nov-2019.pdf 1 5-11-2019 17:38:08

NIEUW BOEK! Deze prachtige, nieuwe uitgave gaat over het belangrijkste gewasbeschermingsmiddel dat we kennen: WATER! In dit boek leren teler, loonwerker en adviseur om meer rendement te halen uit gewasbeschermingsmiddelen. Het is een ideale aanvulling op de spuitlicentiecursus. Exemplaar bestellen? Neem contact op met ons: bel 0561-433155 of mail naar info@agro-vital.com

TTW-Systeem B.V. Capelleweg 1 3255 LB Oude-Tonge 0187-648222 www.ttw.nl

witlof uien aardappelen granen bloembollen

Adviseurs voor teelt, bewaring en verwerking Consultants for cultivation, storage and processing

6

AKKER van het NOORDEN

chicory onions potatoes cereals flowerbulbs


ACHTERGROND

CETA heeft ook voordelen. Het is niet zwart-wit.’ Verschuiving van macht De boerenprotesten bewerkstelligden dat de Nederlandse burgers herbewust zijn gemaakt van de landbouwsector. In de sector zelf lijkt een stammenstrijd en machtsverschuiving plaats te vinden op het front van de belangenbehartigers. Daarbij moet vooral de ministeriële gesprekspartner LTO het bij een deel van de boeren ontgelden. LTO zou te veel op schoot zitten bij de beleidsmakers en te makkelijk toegeven aan diens eisen. Van Wenum meent dat van een stammenstrijd geen sprake is bij de akkerbouw. ‘De melkveehouderij kent meer versnippering in de belangenbehartiging. LTO Akkerbouw zit bijna volledig op één lijn met de NAV. En de punten die ik tot nu toe van FDF heb gezien passen ook binnen onze ideeën. Wat zij goed doen, zijn de korte lijnen met hun achterban en een snelle nieuwsvoorziening via bijvoorbeeld WhatsApp. LTO is traditioneler ingesteld, maar ook dat verandert. Jonge ondernemers vragen om een andere manier van benaderen en doen het meeste met hun telefoon.’ Doordat de Farmers Defence Force (FDF) zich opwierp als actieve actievoerder en hoeder van het boerenbelang, zat deze organisatie op 31 oktober aan tafel bij minister Schouten. Daar kaartte FDF onder andere ook het gebrekkige gewasbeschermingsmiddelenbeleid aan. Inmiddels hebben belangenbehartigers vanuit alle sectoren zich begin november in het ‘Landbouw Collectief’ verenigd. Hierbij zijn namens de akkerbouwers LTO Akkerbouw, NAV maar bijvoorbeeld ook het NAJK betrokken. Aalt Dijkhuizen is aangesteld als voorzitter. Woordvoerder en FDF-bestuurslid Jeroen van Maanen spreekt de hoop uit dat sectorbrede vertegenwoordiging ook op de lange termijn blijft bestaan. ‘De overheid heeft voor iedere sector wel plannen, ook voor de akkerbouw. Goede belangenbehartiging met één organisatie en één stem zie ik als positief voor de landbouw.’ Hij geeft aan dat hierover de ideeën tussen de organisaties nog verschillen. PFAS treft akkerbouw Ook de Grond in Verzet-actie van 30

In verschillende provinciesteden vonden trekkeracties plaats, zoals hier in Groningen.

oktober, eveneens op het Haagse Malieveld, heeft een link met de akkerbouwsector. De veelbesproken PFAS-stoffen worden overal in de bodem teruggevonden en dus ook bij akkerbouwers. Wie grond aan- of afvoert van buiten zijn bedrijf, moet monsters laten nemen op deze stoffen. Daarbij is één korrel op een hoop grond al voldoende voor afkeuring. ‘Akkerbouwers krijgen

‘DE WIND WAAIT UIT DE VERKEERDE HOEK’ hier onder andere mee te maken wanneer ze hun producten laten wassen, bijvoorbeeld wortelen of aardappelen’, legt Herma van den Pol van loonwerkbrancheorganisatie Cumela uit. Hoe nu verder Terwijl sommige boerenbelangenbehartigers zich ingraven en geen centimeter meer willen wijken, grijpt de NAV de protesten aan om een visie te ontwikkelen. Leden kunnen hiervoor inbreng leveren. De visie moet begin 2020 zijn uitgewerkt. Jaap van Wenum van LTO Akkerbouw hamert op het belang van goede samenwerking met de veehouderijsectoren. ‘Er zijn wederzijdse belangen. Het beleid voor de veehouderijsector beïnvloedt indirect de akkerbouw. Denk bijvoorbeeld aan het mestbeleid.’ Voor de akkerbouw blijft het thema gewasbescherming bovenaan de agenda staan, stelt Van Wenum. ‘In 2020 verdwijnen nieuwe belangrijke

middelen, zonder dat alternatieven beschikbaar zijn. In kleine teelten zijn we gewend aan beperkingen, maar ook de grote teelten worden nu getroffen. Gaat dit ten koste van de productkwaliteit, dan zijn we in Nederland echt verkeerd bezig.’ Van Wenum stelt een reductie in gebruik voor de lange termijn toe te juichen, mits er een aantal harde andere toezeggingen komt. ‘Ik doel dan vooral op versoepeling van het veredelingsbeleid.’ Sterke natuurpoot LNV Niet alleen landelijk, ook op provinciaal niveau bruist het van de onrust. In Groningen hield de provinciepolitiek aangaande het stikstofbeleid voet bij stuk, ondanks felle protesten. Zo forceerden boeren een deur en drongen ze het Groninger provinciehuis binnen. Ook in Noord-Holland hield de provincie voet bij stuk. Knarsetandend zien boeren in deze provincies toe hoe collega’s in Friesland het wel lukt om het stikstofbeleid voorlopig op te schorten. Op 11 november trokken boeren in Noord-Holland daarom opnieuw met trekkers naar Haarlem toe om een petitie te overhandigen en duidelijk te maken dat de sector wordt ondermijnd. ‘Natuurorganisaties en groene partijen hebben het op het landbouwareaal gemunt’, ziet ook NAV’er De Jong. ‘De natuurtak heeft een hele sterke poot om binnen de deur bij het ministerie. De minister zet zich in, maar de wind waait uit de verkeerde hoek. We blijven daarom hameren op een goed en eerlijk afgewogen beleid voor onze sector.’ AKKER van het NOORDEN

7


WANNEER U UW PASSIE MET ONS DEELT...

...ONTDEKKEN WIJ INSPIRERENDE MOGELIJKHEDEN Wij ontmoeten u graag tijdens de Agrotechniekbeurs Locatie: TT Assen; stand 1.19 Countus Assen / Zwedenlaan 3 / T (0592) 20 00 07 / assen@countus.nl Countus Dronten / De Rede 30 / T (0321) 38 28 45 / dronten@countus.nl Countus Emmeloord / Daalder 1 / T (0527) 61 33 41 / emmeloord@countus.nl Countus Hardenberg / De Schans 3 / T (0523) 28 08 80 / hardenberg@countus.nl Countus Joure / Mercatorweg 2 / T (0513) 65 79 90 / joure@countus.nl Countus Leeuwarden / Heliconweg 62 / T (058) 210 01 01 / leeuwarden@countus.nl Countus Steenwijk / Oostermeentherand 2C / T (0521) 53 47 00 / steenwijk@countus.nl Countus Zeewolde NOORDEN 2 / T (036) 522 14 37 / zeewolde@countus.nl 8 AKKER van /hetLandauer Countus Zwolle / Dokter Stolteweg 2 / T (038) 455 26 00 / zwolle@countus.nl

www.countus.nl


REPORTAGE

‘REGELS REMMEN KRINGLOOPBOER’ De kwaliteit van de teelt naar een hoger niveau brengen. Dat is het streven op het akkerbouwbedrijf van de familie Van der Wekken in Creil. Ze doen van alles om de bodem rijker te maken. Tekst: Jelle Feenstra Foto: Niels de Vries

De jonge akkerbouwer Erik van der Wekken (22) is vierdejaarsstudent agrarisch ondernemerschap tuinbouw en akkerbouw aan de Aeres Hogeschool in Dronten. Hier volgt hij ook de opleiding duurzaam bodembeheer, kennis die hij als toekomstig opvolger op het ouderlijk akkerbouwbedrijf in Creil goed kan gebruiken. ‘Een gezonde bodem is toch de sleutel naar mijn toekomst.’ Schaalvergroting zit er op het bedrijf met 50 hectare akkerbouw en 12.000 biologische vermeerderingsleghennen niet echt in. De hectareprijzen rijzen met bedragen van € 125.000 in de Noordoostpolder de pan uit. ‘Daarom proberen we met onze teelten in de hogere marktsegmenten te komen’, zegt Christiaan van der Wekken, Erik’s vader. S’en telen De poters werden jarenlang als E’s en A’s afgeleverd, maar nu willen Christiaan en Erik toch steeds meer S’en gaan telen. Ook experimenteerden ze vorig jaar met witte uien. Drijfmest komt het erf niet op, in plaats daarvan wenden ze stromest, compost, of, nog liever, champost aan. Alles om de bodem rijker te maken. ‘Je moet ervan uitgaan dat de gewasbescherming in

toenemende mate verdwijnt, dan moet je zorgen voor een gezonde bodem met veel organische stof. Dat zorgt voor weerbare gewassen.’ Het bedrijf teelt verder zaaiuien, witlof, roodlof, graszaad en koolzaad voor vermeerdering. De kippen worden sinds twee jaar biologisch gehouden. Wil Van der Wekken met de akkerbouw die kant ook op? ‘Nee’, zegt Erik. ‘Omdat je in mijn optiek met de combinatie biologie en chemie uiteindelijk efficiënter en duurzamer voedsel produceert. In biologische teelten heb je geen redmiddelen, met als gevolg dat er hoge pieken en diepe dalen in opbrengst zijn. Dat vind ik niet echt duurzaam. En bij ons op school is er soms felle discussie, dat gangbare boeren meer moeten spuiten tegen phythopthtora omdat de biologische boeren het niet doen. Zonder iemand te veroordelen geloof ik erg in de combi, een beetje chemie achter de hand houden om te sturen op voedselstabiliteit.’ Bodem is basis Ten Brinke BV in Creil begeleidt de akkerbouwers. ‘De bodem is de basis voor een gezonde teelt, dat is onze visie, vertelt Wouter ten Brinke. Ter ondersteuning voorziet hij het bedrijf onder andere van efficiënte

fosfaatmeststoffen en bladbemesters. De Van der Wekkens stellen dat ze best toe willen naar een kringlooplandbouw, maar dat de regelgeving niet altijd meewerkt. ‘Zo moeten we de biologische kippenmest afvoeren en gangbare mest aanvoeren, omdat de biologische mest niet op onze gangbare akkers mag’, vertelt Christiaan. Ten Brinke pleit voor ruimere gebruiksnormen.‘Voorlopers in de akkerbouw gebruiken maximaal organische vaste mest of compost, gecombineerd met efficiënte kunstmest, om binnen de mestnormen een hoge opbrengst te realiseren. Zij zien na vijf jaar een opbrengstverhoging van 10 tot 15 procent. De gewassen worden weerbaarder en er zijn minder gewasbeschermingsmiddelen nodig. Maar om dit te halen, moet er wel meer wettelijke gebruiksruimte komen voor voedingsstoffen uit organische mest, zoals bijvoorbeeld stikstof en fosfaat. De huidige regels frustreren kringlooplandbouw.’ Erik hoopt dat er meer ruimte komt, hij zit vol toekomstplannen. Zo denkt hij na over bloemrijke akkerranden, om vandaaruit natuurlijke vijanden in te zetten tegen bedreigingen als trips en de uienvlieg. Ecoploegen doet hij al op een aantal percelen. ‘Ik kan me uit mijn jeugd nog herinneren dat mijn vader mopperde als ik bij het witlofrooien tweemaal over hetzelfde stuk reed. Papa was zuinig op de bodem en ik ben vast van plan die gedachte verder door te voeren in onze bedrijfsvoering.’

Christiaan en Erik van der Wekken: ‘Een gezonde bodem is de sleutel naar de toekomst.’ AKKER van het NOORDEN

9


ECONOMIE

ECONOOM EDIN MUJAGIĆ: Jonge akkerbouwers met investeringsplannen hoeven zich geen zorgen te maken: de leenrentes blijven de komende jaren extreem laag. Slecht nieuws voor oudere akkerbouwers met veel spaargeld: dat geld wordt elk jaar 3 procent minder waard en dus teren ze de komende jaren in op vermogen. Tekst: Jelle Feenstra Foto’s: Landpixel en OHV

Het was een prikkelend relaas dat Edin Mujagić (42), hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer, op woensdag 6 november neerlegde in het Abe Lenstra-stadion in Heerenveen. Kenniscoöperatie Niscoo hield er een bijeenkomst voor agrarische ondernemers over de kansen en bedreigingen op de financiële markten. Centraal stond de al tijden historisch lage rentestand. Blijft die rente laag? ‘Ja. De kans dat er een 11-stedentocht komt op 31 juli is groter dan dat de korte en lage rentes op de kapitaalmarkt spoedig normaliseren’, stelde Mujagić. Boeren kunnen dus de komende jaren onbekommerd geld tegen lage rentes blijven lenen – er zit nog wel een addertje onder het gras maar dat komt verderop in dit artikel - terwijl boeren die geld op de spaarrekening hebben staan de klos zijn. De inflatie in Nederland ligt momenteel rond de 3 procent. ‘Dat betekent bij de huidige spaarrente van circa 0 procent dat je elk jaar 3 procent inteert op je spaargeld’, concludeert

Mujagić. Sommige banken spelen zelfs met de gedachte om een negatieve spaarrente in te voeren. Het spaargeld gaat dan waarschijnlijk massaal in een oude sok, naar een andere bank, wordt belegd of opgenomen om de hypotheek mee af te lossen. Zo ver is het nog niet in Nederland. ‘Maar dat de bom van goedkoop geld een keer ontploft en Nederland flink gaat tegen werken bij economische recessie, daar ben ik van overtuigd’, zegt Mujagić. Verkeerd beleid banken De econoom verwijt de Europese Centrale Bank (ECB) en de Amerikaanse tegenhanger Fed – dit zijn de banken die boven de gewone commerciële banken staan - dat ze veel te lang zijn doorgegaan met het verlagen van de rentes en het opkopen van staatsobligaties. Dit beleid is bedoeld om de economie te stimuleren en de inflatie aan te jagen. De redenering is: bij een lage rente is het aantrekkelijker om geld uit te geven of te investeren,

wat de economie een boost geeft. Om weer uit de vorige economische crisis - die duurde van 2008 tot 2013 - te komen, waren dat prima instrumenten, aldus Mujagić. ‘Maar de fout die banken hebben gemaakt, is dat ze uit angst voor economische terugval dit beleid tot op de dag van vandaag hebben doorgezet, zelfs nu het economisch al een aantal jaren beter gaat. Daarmee hebben de centrale banken huishoudens, bedrijven en banken verslaafd gemaakt aan gratis geld. En nu draai je dat niet zo makkelijk meer terug.’ Mujagić had liever gezien dat de centrale banken een paar jaar eerder waren gestart met kleine, voorzichtige renteverhogingen, dit om natuurlijke en robuuste groei van de economie te houden. ‘Nu is feitelijk sprake van een onnatuurlijke situatie die zo maar een keer kan ontploffen. En dan heb je geen middelen als renteverlaging of opkopen van staatsobligaties meer, omdat je die onderdeel van structureel beleid hebt gemaakt.’ Een gevolg daarvan kan zijn dat een nieuwe economische crisis dieper en heftiger kan worden als die van 2008. Te meer omdat door het goedkope geld de schulden van bedrijven en landen inmiddels ook aanzienlijk hoger zijn dan in 2008. Toen kromp de economie fors, regende het

‘De kans op een 11-stedentocht op 31 juli is groter dan dat de korte en lage rentes op de kapitaalmarkt spoedig normaliseren’, stelt Edin Mujagić.

10

AKKER van het NOORDEN


‘RENTES BLIJVEN LAAG’ nl en hij schreef een aantal boeken, waaronder het veelbesproken Geldmoord, waarin hij de rol van de centrale banken kritisch onder de loep neemt. Hij zegt: ‘Zonder tot de conclusie te komen dat we in Europa afstevenen op oorlog, zie ik wel veel parallellen met wat er toen in Joegoslavië gebeurde en nu in Europa, met toenemende tegenstellingen tussen Noord- en ZuidEuropese landen. Ook daar werden de

‘BANKEN HEBBEN ONS VERSLAAFD GEMAAKT AAN GRATIS GELD’ geldpersen aangezet om de problemen op te lossen, zonder resultaat. Ook daar weigerden deelstaten om de economie met goedkoop geld tijdig te hervormen. In de economische historie liggen veel wijze lessen opgesloten. Ik maak me niet direct zorgen over een oorlog, wel of de euro over tien jaar nog bestaat.’ Edin Mujagić, auteur van het boek Geldmoord.

faillissementen, steeg de werkloosheid enorm en schrompelde de wereldhandel ineen. Oorlog Joegoslavië Waarom hebben banken dat niet gedaan, de rentes eerder verhogen? Mujagić: ‘Een speeltje afpakken van iemand die verslaafd is, is lastig. Je weet nooit hoe zo iemand reageert: of die persoon gaat stil in een hoekje zitten of begint wild om zich heen te slaan. En als iemand wild om zich heen begint te slaan, kun je economische instabiliteit en in het allerergste geval oorlog krijgen.’ Mujagić ondervond het zelf aan den lijve, in het voormalige Joegoslavië, dat als gevolg van een diepe financiële crisis en ruzies over geld tussen het rijke noorden en het arme zuiden werd verscheurd. Hij vluchtte naar Nederland, waar hij als macro- en monetaire economisch analist aan een mooie carrière werkt. Voor agrarische ondernemers is hij met enige regelmaat te zien aan de interviewtafel van www.boerenbusiness.

Nieuwe crisis tijdkwestie Dat er een nieuwe economische crisis komt, leidt voor Mujagić geen twijfel. Sterker nog, de tekenen dat het economische tij aan het keren is, zijn volgens hem niet meer te negeren. Dat is ook niet erg, vindt hij. ‘Recessies horen onlosmakelijk bij economische ontwikkeling. Je kunt recessie met veel kunst- en vliegwerk een tijdlang uitstellen, maar nooit helemaal uitbannen. De centrale bankiers denken dat ze dat wel kunnen, maar ik geloof daar niet in. Het gevolg van alsmaar rente verlagen en opkopen van staatsschulden is dat ze bij een nieuwe periode van laagconjunctuur door hun munitievoorraden heen zijn en de recessie harder en dieper wordt dan nodig.’ Wanneer die recessie er komt, durft Mujagić niet te voorspellen. ‘Het kan nog een paar jaar goed gaan, maar vaak is het een hele onverwachte gebeurtenis die de boel ook ineens volledig op de kop kan zetten.’ Welk scenario zich ook ontpopt, wat er ook gebeurt: ‘De rentes blijven laag’, zo voorspelt Mujagić. Hij baseert zich daarbij op de inflatieverwachtingen voor de komende jaren én uitspraken

LAGERE RENTE CLAIMEN BIJ BANK De Française Christine Lagarde is begin deze maand gestart als nieuwe hoogste baas van de Europese Centrale Bank (ECB). Ze is de opvolgster van de Italiaan Mario Draghi. Het beleid van de ECB om de rente verder te verlagen en schulden van banken op te kopen, lijkt, tot spijt van econoom Edin Mujagic, onverminderd te worden voortgezet. Voor de korte termijn ziet hij voor boeren echter wel een klein rentevoordeel dat ze kunnen claimen bij hun bank. ‘De rente voor commerciële banken op speciale ECB-leningen gaat iets omlaag, terwijl de banken over grote bedragen die ze verplicht moeten aanhouden van de ECB geen negatieve rente hoeven te betalen. Die twee zaken rechtvaardigen de vraag van boeren aan hun bank om die voordeeltjes te vertalen in een wat lagere leenrente.’ van de nieuwe ECB-voorzitter Christine Lagarde. Zij wil het beleid van renteverlaging en opkopen van obligaties voortzetten. En als er toch een recessie komt? ‘Ook dan blijven de rentes laag om de economie er weer bovenop te helpen.’ Risico-opslag banken Wat betekent dit alles nu voor de renteverhogingen die commerciële banken aan ondernemers – lees boeren – doorrekenen? ‘Die blijven laag, maar wel met een duidelijke kanttekening: bij slechter wordende financiële vooruitzichten gaan banken extra risico-opslag in rekening brengen. Dat betekent dat ondernemers op hun spaargeld 0 procent rente krijgen en in de krant lezen dat de rentes zo laag zijn. Maar als ze dan lenen, schrikken ze vervolgens van een stijgende rente vanwege de opslag die de bank rekent. Durf daar kritisch op te zijn naar je bank.’ AKKER van het NOORDEN

11


REPORTAGE

VOER UIT DE REGIO VERVANGT Akkerbouwers zijn gespecialiseerd in planten telen, melkveehouders in koeien melken. Dus waarom als akkerbouwer geen voer telen voor melkkoeien? ‘Nederland wil toe naar een regionale kringlooplandbouw. Wij verwachten dat er vaker voer uit de regio op de menukaart van de koeien komt te staan’, zegt teeltadviseur Teo Wijbenga van Hoogland BV.

Tekst: Jelle Feenstra Foto’s: Annamarie Eldering

Een mooi voorbeeld van een regionale veevoersamenwerking is die tussen akkerbouwer Piet Hoekstra (70) in Sint Jacobiparochie en melkveehouder Piet Jan Thibaudier (33). De samenwerking ontsproot in het najaar van 2014, toen muizen het grasland van de melkveehouder in Lemmer hadden geruïneerd. Hoekstra, schoonvader van Thibaudier, bood aan om 5 hectare voederbieten voor de melkveehouder te telen. Zodat hij in 2015 in elk geval voldoende voer had voor zijn koeien. De kwaliteit van de bieten beviel de melkveehouder zo goed, dat hij sinds dat jaar niet anders meer wil. ‘De melk wordt dankzij de voederbieten dikker, zowel het vet- als het eiwitpercentage stegen met 0,2 procent, terwijl ik per koe nu een liter meer melk.’ Samen verdiepten Hoekstra en Thibaudier zich in teelt- en kennisontwikkeling rondom voederbieten. Die haalden ze met name uit Duitsland en Denemarken, waar de teelt meer ingeburgerd is. Hoekstra zaait de bieten in april en rooit ze tussen augustus en december. Eenmaal in de drie weken gaat er een vracht van ’t Bildt naar Zuidwest-Friesland. De melkveehouder kocht in Duitsland een speciale machine waarmee hij de bieten versnippert, daarna komen ze in een mengrantsoen voor 180 melkkoeien. Voor

Hoekstra is de teelt qua bouwplan en beschikbare machines makkelijk in te passen, omdat hij al suikerbieten in het bouwplan heeft. Hij teelt nu een paar hectares graan minder. ‘De voederbieten kunnen qua saldo concurreren met suikerbieten. Dat saldo houdt momenteel niet over, maar is nog altijd beduidend beter dan dat van graan.’ Teelt eiwit in lift De teelt van voedergewassen in Nederland vertoont de laatste jaren een stijgende lijn, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Het areaal voederbieten verdrievoudigde sinds 2014 en bedraagt ruim 1.800 hectare. Ook het areaal eiwithoudende voedergewassen groeide flink, naar 9.000 hectare. Dat is een stijging van ruim 40 procent ten opzichte van 2008. Luzerne is verreweg het grootste gewas, met een oppervlakte van 7.500 hectare. Daarvan staat 6.550 bij akkerbouwers. Dit is echter niet het gewas waar veel groei in zit. De groei zit hem met name in de teelt van sojabonen. Dit areaal beslaat in Nederland inmiddels 540 hectare. In 2014 lag dit nog op 100 hectare. Ook de teelt van veldbonen wint aan belangstelling: hier groeide het areaal van 280 hectare in 2014 naar 710 hectare

Melkveehouder Piet Jan Thibaudier en akkerbouwer Piet Hoekstra (rechts) inspecteren de akkers met voederbieten.

12

AKKER van het NOORDEN

in 2018. Daarnaast werden er vorig jaar 257 hectare voedererwten geteeld en 56 hectare lupine. Lage carbon footprint In Noord-Nederland probeert handelsonderneming Hoogland BV het telen van regionaal veevoer al langer te stimuleren. Het bedrijf wil een regionale schakel zijn tussen akkerbouw en melkveehouderij, de twee sectoren die het bedient. Zo gaat de tarwe van Friese en Groninger akkerbouwers in diverse veevoerproducten, zoals de sojaschrootvervanger

VAN GRAS TOT GLAS Een voorbeeld van kringlooplandbouw doet zich voor in Dokkum. Daar werken de kleine zuivelcoöperatie ZUCO en Hoogland BV sinds kort samen aan het invullen van een zelfvoorzienende regionale kringloopzuivelketen: van gras tot glas. Er wordt toegewerkt aan een GMO-vrije samenstelling van regionaal geteelde gerst en veldbonen, met een aanvulling van lijnzaadmeel, mineralen en vitamines. Concreet: akkerbouwer Klaas Rienks uit het Friese Waaxens zaaide dit najaar een hectare veldbonen, twee hectare gerst en twee hectare luzerne. Deze voeders gaan als regionale aanvulling op weidegras en hooi naar het melkveebedrijf van ZUCO. De stalmest van de koeien gaat retour en dient, naast de worteling en stikstofbinding door de geteelde voedergewassen, als organische bodemverbeteraar voor de teelt van pootaardappelen op het bedrijf van Rienks. Dat de koeien geen importvoer krijgen, maar veevoer van een Friese bodem maakt de ultieme streeken kringloopbeleving van de melk compleet. Het eindproduct van de samenwerking is in de vorm van tal van culinaire zuivelproducten te proeven in het centrum van Dokkum.


SOJA OP KOEIENMENU alkagrain. ‘De grondstoffen voor onze melkveehouders worden uitsluitend in de regio geproduceerd door akkerbouwers. Het geeft melkveehouders een lage carbon footprint, terwijl het akkerbouwers kansen biedt op betere graansaldo’s’, stelt teeltadviseur Teo Wijbenga van Hoogland BV.

Kansen benutten Volgens Wijbenga kijkt Hoogland BV voortdurend naar kansen om een plus te zetten op gewasteelten in de regio. Zo begon het bedrijf in 2010 met een regionaal voercentrum, startte in 2012 het project met regionaal geteelde baktarwe voor Koopmans Meel in Leeuwarden, introduceerde Hoogland BV in 2014 ontsloten tarwe – sodagrain – gevolgd door alkagrain in 2015. Ook de premixconcepten en de in Leeuwarden gebouwde premixfabriek draaien niet in de laatste plaats dankzij tarwe van akkerbouwers uit NoordNederland. De laatste twee jaar kijkt het bedrijf uit Leeuwarden nadrukkelijk naar het opzetten van teelten voor voedergewassen. Zo onderzoekt het bedrijf momenteel of de winterveldboon een volwaardige vervanger van soja is als eiwitbron in veevoer. Hiervoor loopt een proef bij akkerbouwers en melkveehouders in Friesland en Groningen. ‘We willen weten of het economisch haalbaar is om met de lokale teelt regionale kringlopen te sluiten’, vertelt Wijbenga. Veldbonen gedorst De veldbonen zijn inmiddels gedorst en de eerste melkveehouders krijgen het eiwitrijke gewas nu geplet en gewalst terug in het mengvoerrecept. Omdat de teelt van winterveldbonen om een akkerbouwmatige aanpak vraagt, wordt er ook naar de mogelijkheden bij akkerbouwers gekeken. ‘Het saldo van tarwe en gerst als wisselteelt staat onder druk. Winterveldbonen hebben qua bodemvruchtbaarheid en stikstofbinding voordelen. Bovendien is het gewas redelijk vroeg aan de kant, met de oogst in augustus. En met potentiële opbrengsten van 8 ton per hectare liggen er zowel voor akkerbouwers als melkveehouders mogelijkheden’, denkt Wijbenga.

Voederbieten liggen klaar voor de reis naar Lemmer.

‘MINDER SLEPEN MET ETEN’ Akkerbouwer Piet Hoekstra is geïnteresseerd in regionale teelten en vergeten gewassen. Vorig jaar trok hij op een perceel langs de Oudebildtdijk veel aandacht met het gewassenveld ‘50 tinten groen’. Daarin teelde hij 50 verschillende oude gewassen, zoals emmertarwe, meekrap, cichorei, hopperupsklaver en boekweit. De akkerbouwer maakte zelfs een boekje met informatie over de 56 gewassen die de afgelopen 500 jaar op ‘t Bildt zijn geteeld. ‘Het gaf een kick om die gewassen weer terug te zien in het veld’, vertelt hij. Hoekstra wilde met dat project ook een statement afgeven. ‘De maatschappij vervreemdt van voedsel. In het schap van Albert Heijn kun je in de winter aardbeien krijgen. We vliegen sperziebonen over uit Israël. We zijn hierin te ver doorgeschoten. Naar mijn idee moeten we minder slepen met eten en meer terug naar basisvoedsel uit onze klimaatzone.’ Om die ambitie te onderstrepen, herintroduceerde Hoekstra in 2012 de Dik Trom-erwt. Deze volle ronde erwt, vernoemd naar de bekende jeugdige boekenheld, was geliefd in Groningen in de jaren zestig en zeventig. Maar omdat er rassen met hogere opbrengst kwamen, raakte de Dik Trom in de vergetelheid. Totdat de akkerbouwer uit Sint Jacobiparochie een handvol zaden vond in de genenbank in Wageningen. Hij begon ermee te telen en nu is De Dik Trom-erwt een erkend streekproduct in de gegoede restaurants. Thibaudier voert geen veldbonen. Op basis van voeranalyses denkt hij dat de erwten beter bij het grasrantsoen op zijn bedrijf passen. ‘Erwten bevatten een hoog DVE en zetmeel. Bij bonen is het zetmeel en ruw eiwit ook hoog, maar het DVE lager en het niet voor de koe beschikbare OEB hoger.’ Dit maakt dat hij samen met Hoekstra en Hoogland BV naar de mogelijkheden van andere vlinderbloemige gewassen kijkt, van het land van Hoekstra. ‘Dat levert hogere eiwit- en zetmeelgehaltes

in het rantsoen, waardoor ik minder eiwitrijk krachtvoer hoef in te kopen. Thibaudier is vastbesloten om de samenwerking met Hoekstra door te zetten. ‘De consument begint meer belangstelling te krijgen naar producten uit een regionale kringloop. Ik wil die boot niet missen en werk daarom vast die kant op.’ Voor akkerbouwer Hoekstra geeft het gewas stikstofbinding, een mooie bodemstructuur. ‘En, als je het goed invult, wellicht ook een leuk saldo.’ AKKER van het NOORDEN

13


REPORTAGE

‘FIJN OM OP DEZE Een kringloopbedrijf dat ‘klimaatpositief’ is, waar geen kunstmest of chemie wordt gebruikt en waar voedzaam eten het teeltdoel is. ‘Het is fijn om op deze manier boer te zijn’, zegt biologisch akkerbouwer Jan Willem Bakker (43) uit Munnekezijl. Tekst: Jelle Feenstra Foto’s: Marcel van Kammen

‘Gezonde grond, gezond gewas, gezonde consumenten, dat is ons uitgangspunt’, zegt biologisch akkerbouwer Jan Willem Bakker.

Het biologische akkerbouwbedrijf van de familie Bakker in Munnekezijl telt 80 hectare land. Hier telen ze in een 1 op 6 rotatie bloemkool (25 hectare), pootaardappelen (12 hectare), pompoenen (12 hectare), knolselderij (8 hectare), wortels (4 hectare) en gras-klaver (12 hectare). Dit laatste wordt in balen aan 40 Fleckvieh-koeien gevoerd. De dieren zijn onderdeel van de kringloopbedrijfsvoering die Jan Willem Bakker nastreeft. De koeien worden afgemest en verlaten op driejarige leeftijd het bedrijf. Ze lopen een groot deel van het jaar in 80 hectare natuurland in het nabijgelegen nationaal park Lauwersmeer. De mest van de koeien gebruikt Bakker voor de akkers, aangevuld met vaste koeien- en geitenstromest van andere bedrijven. Twintig jaar is het akkerbouwbedrijf nu

biologisch. Toen Jan Willem destijds van de landbouwschool kwam, had hij niet zo veel met biologisch. Maar de teelt en resultaten op de nabijgelegen akkerbouwproefboerderij SPNA Kollumerwaard inspireerden hem en zijn vader Wridzer om het roer om te gooien. Bakker ervaart de twintig jaar als een constante zoektocht naar kwaliteitsverhoging. ‘Dit zoeken is zich steeds meer gaan richten op de bodem. Al doende en zoekende zijn we er achter gekomen dat een gezonde bodem gezonde gewassen geeft. Maar eigenlijk wisten we dit ook wel. We waren het gewoon een tijdje vergeten door de introductie van kunstmest en andere chemische redmiddelen.’ De Bakkers puzzelden zich naar diverse innovatieve oplossingen. Zoals de schoffelmachine, die met

Koeien om tot meer kringloop te komen.

14

AKKER van het NOORDEN

perslucht niet alleen onkruid, maar ook de eitjes van de koolvlieg wegblaast. Of de samen met mechanisatiebedrijf Geertsema omgebouwde trekker met een spoorbreedte van 3.20 meter, om zo bewerking in de beddenteelt mogelijk te maken. Akkerranden met bloemenmengsels stimuleren natuurlijke vijanden zodat het bedrijf minder last heeft van plaaginsecten. Biologisch-dynamisch De zoektocht gaat nog wel even door. Zo kijkt Bakker naar de mogelijkheden voor een zelfrijdende bloemkooloogstmachine op energie van de 548 zonnepanelen die hij najaar 2018 op de schuur plaatste. De volgende marktgerichte stap van de akkerbouwer komt er ook aan: hij gaat biologisch-dynamisch telen. ‘Voor

De omgebouwde trekker met spoortbreedte van 3,20 meter.


MANIER BOER TE ZIJN’ 95 procent doen we dat automatisch al, maar door ons de ideeën van de biologisch-dynamische manier van boer zijn ons eigen te maken, hopen we nog een stapje te kunnen maken: in de groei van gewassen, bij het vee, in de grond en voor onszelf.’ Kenmerkend voor BakkerBio, zoals het akkerbouwbedrijf heet, is dat de bodem in alles centraal staat. Niet de plant wordt bemest, maar het bodemleven. ‘Door de grond bijna jaarrond te beplanten met gewassen en groenbemesters en te bemesten met vaste runder- of geitenstromest heeft de bodem altijd voldoende voeding’, vertelt Bakker. Daarnaast probeert hij het bodemleven zo min mogelijk te verstoren. Dat betekent dat hij de gewassen teelt in bedden, gebruik maakt van vaste rijpaden en dat hij niet ploegt en spit in de bodem. Dit resulteert in een natuurlijke groei van planten en het beter vasthouden van meststoffen doordat er minder stikstof uitspoelt. Daardoor hoeft het bedrijf 30 procent minder te bemesten. ‘We mogen 170 kilo stikstof per hectare aanvoeren, maar dat is niet nodig. Gemiddeld 100 kilo N per hectare is voldoende, terwijl we toch een intensief bouwplan hebben.’ Chemie is onbalans De opbrengsten op het bedrijf zijn, zeker voor biologische begrippen, goed. Bij bloemkool, het belangrijkste gewas op het bedrijf, scoort BioBakker een oogstpercentage van 85 procent. Er werd dit jaar 60 ton knolselderij per hectare geoogst en de wortelopbrengst kwam uit op 90 ton. ‘Gezonde grond, gezond gewas, gezonde consumenten, dat is ons uitgangspunt’, zegt Jan

Willem Bakker. ‘Elke keer als je chemie gebruikt, creëer je onbalans. Dat geldt net zo voor bewerkingen of grond waar overheen wordt gereden. Waarom zou je planten of zaaien in grond waarin de plant niet tot volle wasdom kan komen?’ Telen voor Agrico De producten worden afgezet via onder andere The Greenery, Naturelle, Agrico en Laarakker Bio afgezet. Ook is er verkoop rechtstreeks van de boerderij. ‘Afzet is een voortdurend aandachtspunt, waar je elk jaar weer voor moet vechten’, zegt Bakker. Hij teelt al twintig jaar op biologische wijze pootaardappelen voor Agrico. Hij koopt miniknollen aan. Deze blijven voor vermeerdering drie of vier jaar op het bedrijf, daarna teelt hij voor de verkoop. De gemiddelde hectareopbrengst ligt op 38 ton, hij is daar tevreden over. De helft van het aardappelareaal bestaat uit de rassen Agria en Ditta, op de overige zes hectare staan twee ‘next generation’ rassen van Agrico: Carolus en Twister. Dit zijn rassen die door hun phytophthtora-resistentie stabiliteit geven in de opbrengst. Tot dusverre bleef Bakker gevrijwaard van virussen. Ook dit jaar, waarin de virusdruk hoog is, kent hij geen problemen. ‘Gangbare boeren denken juist dat we daar veel last van hebben. Mijn theorie daarover is de volgende: virusziek wordt overgebracht door luizen. Luizen gaan op zoek naar zieke planten, die vinden ze doordat zieke planten geurstof uitscheiden. Kunstmest maakt dat de plant net zulke geurstoffen uitscheiden. En dus komen er onder bepaalde omstandigheden meer luizen en meer virus bij planten

Bloemkool is het belangrijkste gewas.

die kunstmest hebben gekregen.’ Phytopthora en rhizoctonia zijn twee lastig te beheersen ziekten in de biologische teelt. Bakker ziet op zijn eigen bedrijf door de loop van de jaren wel steeds meer verbetering. ‘De kwaliteit van de aardappels wordt alsmaar beter en dat komt naar mijn idee omdat de grond steeds gezonder wordt. Ik zie op ons bedrijf ook verschil in gewassen op grond die pas tien jaar biologisch wordt bewerkt en op grond die al twintig jaar biologisch is. Op die oudere grond houden de Agria en Ditta het bijvoorbeeld beduidend langer uit zodra de phytopthoraschimmel actief is. Ook is er op deze gronden nauwelijks aantasting van rhizoctonia.’ Hij stelt wel dat schurft op zijn aardappels een aandachtspunt is. ‘Ik vermoed dat er een relatie is met het hoge organische stofgehalte in de grond.’ Geld niet drijfveer Over het financiële rendement van het bedrijf is hij tevreden. ‘Maar geld is niet de drijfveer. Het bedrijf loopt, er zit continuïteit in. En ik heb een mooi verhaal te vertellen: een kringloopbedrijf dat klimaatpositief in plaats van klimaatneutraal is, waar geen kunstmest of chemie wordt gebruikt en waar voedsel met hoge voedingswaarde vandaan komt. Deze manier van boeren kan een antwoord zijn op de vraag hoe we in de toekomst landbouw willen bedrijven in Nederland. Het is gewoon erg fijn om op deze manier boer te zijn.’

Al twintig jaar vrij van virusziek in de pootaardappels. AKKER van het NOORDEN

15


ACHTERGROND

STRO MET EENDENMEST VOOR De wildgroei in biostimulanten is groot, net als de claims op de voordelen. Daarom komt er in 2021 strengere Europese regelgeving. Wat betekent dit voor de gebruikers, de boeren?

Tekst: Wiebe Dijkstra Foto: Menko van Zwol

Akkerbouwer in het Groningse Spijk is hij, Menko van Zwol. Hij teelt er aardappelen voor consumptie en frites, op mooie kleigrond in het noordelijkste puntje van de provincie. De opbrengst is prima en de interne kwaliteit van de knollen ook. Minder tevreden is hij over de schilkwaliteit. Die loopt de laatste jaren terug. ‘Jammer, want een mooie schil is wel je visitekaartje.’ Kan een biostimulant daarin verbetering brengen? Van Zwol volgde de bodemcursus van René Jochums bij Mulder Agro. Die constateerde dat er voor de teelt te veel vers gehakseld stro werd ondergewerkt. Zes ton per hectare. Dat kon het bodemleven niet aan, concludeerde adviseur Jochums. Van Zwol: ‘Zoveel stro in de grond wordt dan snel een

ziekteverwekker. Dan ben je bezig met composteren in plaats van fermenteren.’ Het systeem moest anders, luidde de opdracht voor de akkerbouwer. Nu wordt het stro van het land gehaald en door een boer in de buurt gebruikt in een stal met pekingeenden. De stro komt na verloop van tijd weer uit de stal met een verhouding van een derde mest en twee derde stro. Dat levert op het land behalve een betere structuur ook drie keer zeven procent aan NPK op, zegt Van Zwol. Met de nieuwe aanpak wordt de vertering verbeterd en het bodemleven extra gestimuleerd. Eind augustus, bij het zaaien van de groenbemester, ging het organische materiaal over de graanstoppel. Samen met het

Voorop de trekker van akkerbouwer Menko van Zwol is spuitapparatuur gemonteerd waarmee de biostimulant Microferm en melasse op de grond wordt gespoten.

16

AKKER van het NOORDEN

bacteriemengsel Microferm als biostimulant en melasse dat vanuit de tank op de trekker op de stoppel wordt gespoten. Ervaring met biostimulanten heeft Van Zwol niet. Hij kende Microferm als middel in mest, maar niet het gebruik in de bodem. Zijn eerste indruk in het veld: ‘De phacelia met klaver die we hebben gezaaid staat er uitstekend voor. Maar dat is de eerste aanblik. Hoe het er in de bodem voorstaat met de vertering van het stro moet aan het eind van de winter of in het voorjaar blijken.

Interessante markt Biostimulanten is de verzamelnaam voor plantversterkers en bodemverbeteraars. Globaal gaat het om middelen op basis van zeewierextracten, organische zuren of micro-organismen. Er is een interessante markt ontstaan als gevolg van krappere bemestingsnormen en toenemende maatschappelijke druk om bestrijdingsmiddelen uit te bannen. Logisch dus dat producenten overal in de wereld volop bezig zijn met biostimulanten. Een goede ontwikkeling? Aad


BETERE AARDAPPELSCHIL Termorshuizen is kritisch. ‘De claims op de voordelen zijn hoog, terwijl het bij een aantal biostimulanten maar de vraag is of die claims correct zijn’, zegt de zelfstandig adviseur en eerdere docent en onderzoeker bij Wageningen Universiteit. Termorshuizen sprak onlangs in Apeldoorn tijdens de dealerdag van Agro-vital/Agriton, het bedrijf dat meerdere biostimulanten op de markt brengt. Termorshuizen inventariseerde vorig jaar de middelen die als biostimulant in de markt worden gezet. Hij telde in Europa ruim duizend producten van zo’n tachtig fabrikanten en schat de omzet in Europa op € 1 miljard. Met name in Zuid-Europa is de wildgroei groot. ‘Als je de reclameteksten leest, vraag je je af of het in de praktijk echt ook allemaal zo goed zal werken.’ De wildgroei in biostimulanten is voor de Europese Unie reden om regulerend op te treden. Tot 2021 is nog sprake van een vrije markt, daarna komen er regels. Kort gezegd betekent dit dat tot 2021 iedereen nog een micro-organisme, organisch zuur, kruidenextract of een mengsel daarvan als biostimulant op de markt mag brengen, met de claim dat het product de plant weerbaarder maakt. Daarna worden de regels strenger. Vanaf dan moet de producent met hardere bewijzen komen of een product daadwerkelijk werkt en aantonen dat het niet schadelijk is voor het milieu. Biostimulantleveranciers die claimen dat het product óók beschermt tegen ziekten en plagen, zoals bodemschimmels en schadelijke insecten, moeten een nog langer traject door. Omdat het product volgens de gewasbeschermingswet dan een gewasbeschermingsmiddel is. In dat geval moet voor de stof en het product een toelating worden aangevraagd bij respectievelijk EFSA en College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en biociden (CTGB). Zweem van kwakzalverij Termorshuizen noemt het een goede zaak dat de regelgeving strenger

‘OP DREMPEL VAN NIEUWE TIJD’

Dat de markt langzamerhand wordt overspoeld met nieuwe middelen is lastig. De boer moet meer te weten te komen om de voor- en nadelen goed te kunnen afwegen. ‘Met biostimulanten staan we op de drempel van een nieuwe tijd. Dat vraagt extra alertheid van de boer en van ons als leverancier’, zegt Gjalt Jan Feersma Hoekstra. Hij en zijn bedrijf Agriton/Agro-vital verdiepen zich al langere tijd in plantversterkers en bodemverbeteraars. Zelf brachten ze recent een nieuwe biostimulant op de markt: Amylovital, een bacteriemiddel voor de bodem. ‘Onafhankelijk onderzoek is nu belangrijker dan ooit. Jammer dat de meeste onafhankelijke onderzoekers zijn verdwenen. Mijn advies: verlang van de leverancier betrouwbare onderzoeksresultaten.’ Eigen boerenervaringen zullen volgens Feersma Hoekstra de komende tijd bepalend zijn voor de groei die biostimulanten zullen maken. ‘De werking van biostimulanten hangt af van omstandigheden. Van de temperatuur bijvoorbeeld, maar ook van de hoeveelheid organische stof in de grond. Maar ik ben ervan overtuigd: de opmars van biostimulanten is niet te meer te stuiten. De maatschappij wil dat er wat verandert in het middelengebruik in de land- en tuinbouw. Dat er meer natuurlijke middelen worden ingezet. ‘Geen wonder dus dat hierop door de producenten wordt ingespeeld. Het is veelzeggend dat het bij een kwart van de aanvragen voor toelating bij Nefyto gaat om groene producten.’ wordt. Mede door het ontbreken van regulering hangt om biostimulanten een zweem van kwakzalverij, reden dat akkerbouwers vaak nog argwanend kijken naar dit soort groene producten. Serieuze aanbieders met wél werkende biostimulanten - Agrovital/Agriton claimt daar een van te zijn - ondervinden er imagoschade van. Terwijl biostimulanten juist een heel belangrijke

‘DE OPMARS VAN BIOSTIMULANTEN IS NIET TE STUITEN’ rol kunnen spelen in een toekomst met minder gewasbeschermingsmiddelen. ‘Planten en teeltsystemen moeten in 2030 aanzienlijk beter bestand zijn tegen ziekten en plagen. Goede biostimulanten kunnen daarbij helpen’, stelt Termorshuizen. Biostimulanten worden in de nieuwe EU-meststoffenwetgeving gesplitst in twee groepen: biostimulanten en bodemverbeteraars. De EU is van oordeel dat biostimulanten moeten zorgen dat ze de tolerantie voor abiotische stress vergroten, de gewaskwaliteit verbeteren en zorgen voor een betere beschikbaarheid van de in de bodem aanwezige nutriënten.

Hier zullen biostimulanten op worden beoordeeld vanaf 2021. Ook voor bodemverbeteraars heeft ‘Europa’ basisregels opgesteld. Die moeten bijdragen aan het handhaven, het verbeteren of het beschermen van de fysische en chemische eigenschappen van grond, zorgen voor een betere bodemstructuur en zorgen voor een toename van bodembiologische activiteit. Voor beide soorten middelen geldt: de claims op het etiket moeten kloppen. Teler verantwoordelijk Dat telers extra alert moeten zijn op het gebruik van biostimulanten blijkt uit de kamervragen die landbouwminister Carola Schouten recent beantwoordde. Daaruit blijkt dat de gebruiker van biostimulanten verantwoordelijk is voor eventuele schadelijke gevolgen. Hoezeer dat tot problemen kan leiden, blijkt uit de fipronil-affaire: pluimveehouders gebruikten een bloedluismiddel, waarvan ze niet wisten dat het een verboden werkzame stof bevatte. Zo draaiden ze op voor de kosten. Het gebrek aan toelatingsonderzoek en etiketteringsvoorschriften legt dus ook bij biostimulanten een grote verantwoordelijkheid bij de toepasser, lees de boer. AKKER van het NOORDEN

17


Het TTW-Systeem® wordt gebruikt voor: - het vastleggen van relevante perceels- en gewasgegevens - teelt-, koel- en verwerkingsadviezen - het vergelijken van uw gegevens met het gemiddelde van andere bedrijven - het vergelijken van uw gegevens met voorgaande jaren en/of andere gewassen op uw bedrijf - gewasontwikkelingsoverzichten, inclusief foto’s - beheer van plaatsspecifieke data (georeferentie)

Welke opbrengst is er op uw perceel mogelijk en welke opbrengst haalt u werkelijk? Dit verschil - de yield gap of het ‘opbrengstgat’ - pakken we samen bij de kop, met als doel om dit kleiner te maken. Een zo hoog mogelijke opbrengst, gecombineerd met een hoge kwaliteit en een efficiënt gebruik van hulpmiddelen. Daar streeft u toch ook naar?

Wist u dat: akker- en tuinbouwcoach voor teelt en bewaring

TTW-klanten opbrengsten halen die 10 tot 20 procent boven het CBS-gemiddelde liggen? Samen maken we die groei mogelijk!

FLEXIBEL DICHTBIJ BETROKKEN INNOVATIEF

Granen

Diervoeders

Meststoffen

Zaaizaden

Gewasbescherming Advisering

Maak nu een afspraak met een van onze adviseurs voor een advies op maat!

Hoogland BV Leeuwarden | Tel. : 0518411400 | www.hooglandbv.nl

18

AKKER van het NOORDEN


BEURSNIEUWS

VAKBEURS NAAR GRONINGEN De eerste editie van de Landbouw Vakbeurs stamt uit 1985. Na omzwervingen langs verschillende plaatsen krijgt deze beurs van 21 tot en met 23 januari 2020 een doorstart in MartiniPlaza in Groningen. Gerard Stamsnijder is directeur van AST Expo BV en al decennialang verbonden aan de Landbouw Vakbeurs. De beurs startte in Borne en had van 2008 tot 2017 Assen als thuisbasis. Stamsnijder vertelt wat hem ertoe bracht afscheid te nemen van Assen en in januari in Groningen ‘zijn’ beurs voor Noordelijke agrariërs te organiseren: ‘De exploitant van de hal in Assen wilde ons richting een samenwerking met Fedecom sturen. Wij willen echter onafhankelijk opereren.’ Voor Stamsnijder geldt dat bezoekers en standhouders tevreden moeten zijn. ‘Beide groepen moeten een volgende editie weer willen komen. Slagen wij daar niet in, dan doen we het niet goed genoeg.’ De Landbouw Vakbeurs vindt van dinsdag 21 januari tot en met donderdag 23 januari plaats; elke dag van 13.00 tot 22.00. ‘Dat zijn tijden en dagen die de boeren het beste passen, weten we uit ervaring’, licht Stamsnijder toe. ‘Ook ligt Groningen voor veel boeren mooi centraal,

De Landbouw Vakbeurs kent een divers aanbod van standhouders.

is er voldoende parkeerruimte dichtbij en is er ruimte voor seminars en workshops naast de beursvloer.’ Daar vindt onder andere het openingscongres plaats, dat in samenwerking met de Rabobank en LTO Noord wordt gehouden. ‘We verwachten zo’n 10.000 bezoekers, vooral uit de drie Noordelijke provincies’, vertelt Stamsnijder. ‘Naast het openingscongres kunnen die kennis opdoen bij 130 zeer diverse standhouders. Als bezoekers tevreden vertrekken met meer kennis als bagage, ben ik ook tevreden.’

Kaarten kosten € 10 aan de kassa en met kortingsbon (zie pagina 27) of in de voorverkoop € 7. Kaarten in de voorverkoop zijn online te bestellen via landbouwvakbeurs.nl.

Melkweg_Bokashi-Lasagna-advertentie_188x132_2017.pdf 1 17-10-2017 10:13:57

AKKER van het NOORDEN

19


ACHTERGROND

‘DE 6 VOOR DE BIETENPRIJS De suikerbietenteelt kende nog niet zo lang geleden gouden tijden. De uitbetalingsprijzen van verwerker Cosun lagen op een historisch hoog niveau. Die periode lijkt verder weg dan ooit. Hoe gaan telers hier mee om? Tekst: Niels van der Boom Foto: Landpixel en Countus

20

AKKER van het NOORDEN


DUURT NOG WEL EVEN’ De teelt van suikerbieten zit diepgeworteld op akkerbouwbedrijven. Stoppen met bieten, dat doe je niet zomaar. Misschien vanwege het coöperatief karakter dat de teelt heeft. In 2017 bereikte het areaal met bijna 90.000 hectare zijn grootste oppervlakte in tien jaar tijd. Even terug de recente geschiedenis in. In twee tranches nam het bietenareaal in ons land af. In 2004 dook het onder de 100.000 hectare, om vier jaar later onder de 80.000 hectare te komen. Het areaal bleef vervolgens lange tijd stabiel, zo tussen 70.000 en 72.000 hectare. Telers die bleven, wisten uiteindelijk goede saldo’s te realiseren. Beëindiging van het quotum in 2017 zorgde ervoor dat alle Europese suikerproducenten groeiden en ook het aantal telers. In 2017 pluste de Nederlandse bietenteelt met 16.300 hectare. Dit luidde een nieuwe prijsmalaise in. Met als gevolg dat het areaal dit jaar een duik van 6.000 hectare maakt en nu weer onder de 80.000 hectare uitkomt. Het aantal telers in Nederland nam tot 2015 gestaag af, met bijna 1.800 bedrijven. Vervolgens klom dit aantal weer. Ook in de woelige periodes breidden bedrijven hun areaal uit, vooral in Noordoost-Nederland. In Europa is merkbaar dat de suikersector zich opnieuw moet zetten. De uitbetalingsprijs van coöperatie Cosun kent een grillig verloop. In de jaren met een klein areaal, zoals in 2012, bereikte het een recordhoogte van

€ 68,80 per ton. In 2015 was daar nog € 43 van over. Afgelopen oogst bedroeg de prijs € 35,59 per ton en schreef Suiker Unie voor het eerst rode cijfers.

Hoogste in Europa De bietenprijs van Cosun is nog steeds verreweg de hoogste in Europa, vooral omdat deze wordt vermeerderd door de inkomsten van de Cosun-dochters Aviko Potato, Sensus en SVZ. Die troef heeft alleen Nederland. Britse boeren krijgen voor oogst 2020 een basisprijs van € 19,09 per ton geboden. In Frankrijk, Duitsland en Polen is dat niet veel beter. Dit jaar beweegt de Europese suikerverkoopprijs rond € 300 per ton. Voor het laatste kwartaal worden spotprijzen tot € 450 verwacht. Cosun belooft voor oogst 2019 een uitbetalingsprijs tussen de € 32,50 en € 35,59 per ton. Gezien het marktverloop is een niveau gelijk aan 2018 haalbaar. Voor 2020 is het toewijzingspercentage op 105 procent vastgesteld. Surplusbieten worden tot 15 procent boven de toewijzing afgerekend. Daarmee stijgt het areaal naar 85.000 hectare. Royal Cosun-voorzitter Dirk de Lugt onderschrijft het positieve sentiment. ‘Zeker op de Europese markt is dit het geval’, bevestigt hij. De EUproductie ligt dit jaar 10 procent lager, op 17,5 miljoen ton. Ook voor oogstjaar 2020 wordt gerekend met tekorten. Vooral in Duitsland en Frankrijk stoppen telers en krimpt de oppervlakte, weet De Lugt. ‘Droogte heeft dit jaar mede voor

WITLOF IN TREK ALS VERVANGER SUIKERBIET Nu het bietensaldo onder druk staat, ziet Gea van Renselaar, bedrijfsspecialist bij Countus in Emmeloord, dat akkerbouwers alternatieven overwegen. Bijvoorbeeld de teelt van witlof. ‘De afgelopen vijf jaar bedroeg het gemiddeld saldo van witlofpennen € 4.900 per hectare in Flevoland. Voor suikerbieten was dat € 3.900. Rekenen we met een bietenprijs van € 32,50, dan bedraagt dit saldo nog maar € 2.300. Wel merkt ze op dat de teeltrisico’s van witlof groter zijn. Van Renselaar constateert dat de bieten in het noordoosten van Nederland redelijk in het bouwplan blijven. ‘We zien dat een lager bietensaldo wordt gecompenseerd door een hoger omzet bij zetmeelaardappelen, als gevolg van een betere uitbetalingsprijs. Per saldo wordt nog evenveel verdiend, waardoor de bieten in het bouwplan blijven. Telers accepteren lagere opbrengsten voor nu en wachten op verbetering.’ Countus ziet in het hele land de teelt van uien opkomen. ‘Bieten worden hiervoor niet weggedaan, maar bouwplanverschuivingen zijn wel zichtbaar. Dit gaat meer ten koste van zetmeelaardappelen en gerst.

een kleinere oogst gezorgd. Wereldwijd zien we een kleine verbetering. Vooral omdat Brazilië meer rietsuiker tot ethanol verwerkt. De ontheffingen voor neonicotinoïden in sommige lidstaten zorgen voor een ongelijk Europees speelveld. Nederland geeft geen ontheffing, waardoor telers hier meer kosten maken om de bieten gezond te houden. Dat lukt vaak dan ook nog niet. ‘We zien aantastingen tot 60 procent, vooral in het zuidwesten van Nederland. Dat kost zo 1,5 procent suiker’, zegt De Lugt. Deuk in vertrouwen Het vertrouwen in de teelt, hoe diepgeworteld ook, heeft een deuk opgelopen. De bouwplannen zitten bij veel bedrijven vol. Een focus op rustgewassen is merkbaar, om ruimte te geven aan intensieve teelten. Bij een mager saldo moeten bieten het veld ruimen. In kleigebieden speelt de oogst een rol. Niet iedereen zit te wachten op zware rooimachines. In Flevoland speelt mee dat relatief veel akkerbouwbedrijven omschakelen naar de biologische teelt. Het suikerbietenareaal in deze provincie nam dit jaar met 990 hectare af. De bietenteelt was er een van weinig zorgen en een lage input. Met het wegvallen van de neonics-zaadcoating is dat veranderd. Telers hebben een spannend jaar achter de rug. Op zware gronden zorgde de opkomst voor problemen, gekoppeld aan koud weer. Vooral in het zuidwesten is vergelingsziekte duidelijk merkbaar, wat veel suiker kost. Twee droge jaren en een hoge ziektedruk verlagen het saldo van de teelt. De handel in LLB’s toont het sentiment in de markt. De prijs staat sterk onder druk. Verhuren of surplusbieten verhandelen, het zogenaamde bietentoerisme, wordt strenger beoordeeld. Creatief boekhouden is er niet meer bij. Eiwitwinning uit blad Ondertussen probeert Cosun nieuwe inkomstenbronnen aan te boren. Bijvoorbeeld met winning van plantaardig eiwit uit bietenblad. ‘We investeren hier nu in, maar het duurt jaren voor zoiets geld oplevert. Het zal nog wel even duren voor er weer een 6 voor de bietenprijs staat.’ AKKER van het NOORDEN

21


VISIE

‘BEN JE BEREID KLAAR TE Het is hoog tijd voor veel akkerbouwers om wat vaker en beter in de spiegel te kijken. Dat stelt TTW-directeur Jacob Struik. Hij bepleit meer focus op de zeer snel veranderende vraag vanuit markt en maatschappij. Tekst: Sjoerd Hofstee Foto’s: TTW & BAM Lifecycle Magazine

Jacob Struik (45) deelde zijn visie begin november in Aldeboarn voor een groep van vijftig mbo-akkerbouwscholieren (zie kader). ‘Jullie moeten het doen in de toekomst’, hield Struik de jonge agrariërs voor om meteen de knuppel in het hoenderhok te gooien. ‘Het ideaalbeeld van de jonge boer lijkt nog altijd om 24 uur per dag in een overall op een dikke trekker te zitten. De vraag die je echter moet stellen: zit de maatschappij daar nog op te wachten? Het antwoord is simpel: nee.’ In 2030, slechts tien jaar vanaf nu, ziet de wereld er volgens Struik drastisch anders uit. ‘Het is het onderbuikgevoel van de verstedelijkte consument dat de marktvraag bepaalt. Akkerbouwers die dat onderkennen en er op inspelen, blijven boer. Wie dat niet doet, krijgt het al snel veel moeilijker en haakt uiteindelijk af.’ Struik stelt dat dit onder andere betekent dat er hard gewerkt wordt aan een verbod op diesel- en benzinegebruik. ‘Meer mensen

wonen in een verstedelijkt gebied en minder mensen rijden een auto. Die patronen zijn in de Randstad al zichtbaar. Daar moet je je ogen niet voor sluiten.’ Hij versterkt zijn stellingname met een illustratie die de grote bouwer BAM al in 2013 presenteerde. Hierop wordt een door hen ingeschatte invulling van Nederland in 2030 geschetst. ‘Wie goed kijkt, ziet dat er voor landbouw geen ruimte is ingetekend. Die ruimte moet je bevechten.’ Voedselpatroon verandert De TTW-directeur zegt deze ontwikkeling natuurlijk niet te schetsen omdat het zijn wensplaatje is, maar omdat het volgens hem de realiteit is. ‘De wereld om ons

Bouwbedrijf BAM presenteerde al in 2013 een toekomstschets voor 2030 waarbij ingeschat wordt dat verstedelijking in West-Nederland verder doorzet en recreatie in de rest van het land. Dat voor landbouw niet specifiek ruimte is ingetekend en deze branche niet apart wordt benoemd, geeft stof tot nadenken, vindt Jacob Struik.

22

AKKER van het NOORDEN

heen verandert veel sneller dan menigeen denkt. En zeker dan menig akkerbouwer denkt. De meesten schieten meteen in de verdediging bij het zien en horen van zo’n toekomstschets en stellen dat snelle veranderingen niet kunnen. Maar dan onderschat je de kracht van de onderbuikemotie van de consument. Die emotie maakt dat de consument richting een andere wijze van voedsel consumeren beweegt. Om een voorbeeld te noemen: plattelandsbewoners eten vaak nog op gezette tijden thuis; in de stad neemt dat in rap tempo af. Dat maakt dat andere type producten worden gevraagd die anders worden verpakt en aangeboden. Ook het voedselpatroon verandert. Veel vaker staan producten als insecten, meelwormen en zeewier op het menu. De komende tien jaar komt er echt serieus schot in deze veranderingen. Als akkerbouwer, zeker als jonge akkerbouwer, moet je jezelf de vraag stellen: ben ik bereid om klaar te zijn voor die toekomst? Als het antwoord nee is, ben je over tien jaar


ZIJN VOOR DE TOEKOMST?’

geen boer meer.’ Struik beseft dat hij grote veranderingen schetst die een zekere angst in kunnen boezemen. Het is één van de redenen dat agrariërs vaak niet tot nauwelijks bewegen. ‘Waar het mij om gaat is dat de akkerbouwer van de toekomst niet naar de buurman, maar naar de markt kijkt. En dan bedoel ik niet de termijnmarkten, maar naar de stedelijke consument die de producten koopt. Sta open voor wat er verandert en let op wat die veranderingen met zich meebrengen.’ Struik zegt vanzelfsprekend te begrijpen dat akkerbouwers niet van vandaag op morgen volledig kunnen veranderen. Dat hoeft volgens hem ook niet. ‘Je moet echter voorkomen dat Jacob Struik presenteert zijn visie te midden van circa vijftig mbo-akkerbouwstudenten. je de komende jaren wordt verbaasd door de snel veranderende vraag. Dat doe je door je ogen en oren goed van de consument. Struik stelt dat de akkers te lopen. Vooruitstrevende open te houden. Begin bijvoorbeeld akkerbouwers of externe partijen in de technologie toepassen en goede eens met echt na te denken over voedselketel, die daar het beste op mensen om je heen verzamelen, daar middelengebruik. Dat staat sterk inspelen, de komende jaren koopman draait het om. Verdiep je bijvoorbeeld onder druk. Je kunt in de kansen die zijn. ‘Ik geef meteen toe: dat is enorm volledig op dezelfde blockchain de lastig. Ook Planet Proof ontstond uit ‘HET ONDERBUIKGEVOEL akkerbouwsector weg doorgaan of emotie van de consument en daarvoor je stelt bijvoorbeeld VAN DE CONSUMENT kan bieden. En zorg wordt inderdaad amper tot niet een een plan op om dat jijzelf of een deel meerprijs uit de markt gehaald. Maar BEPAALT DE jaarlijks minimaal van je medewerkers daar kun je over mopperen of op VERANDERENDE een paar procent goed data kunnen anticiperen. Dat laatste betekent MARKTVRAAG’ minder middelen verwerken. Aan die gewoonweg niets anders dan de te gebruiken. En vaardigheden is op veranderende vraag te blijven volgen en je probeert jaarlijks een of enkele akkerbouwbedrijven in de komende die trachten te bedienen. Vandaar mijn alternatieven uit. Zo werk je bewust aan jaren echt een toenemende behoefte.’ vraag: ben je als akkerbouwer bereid de eisen die in de toekomst toch wel Terug naar het onderbuikgevoel klaar te zijn voor zo’n toekomst?’ strenger worden.’ Daarnaast tipt Struik dat menig akkerbouwer er goed aan doet de fiscale bedrijfsvorm onder de loep te nemen. ‘Veruit de meeste Jacob Struik deelde zijn visie als gastspreker voor circa vijftig mboakkerbouwbedrijven vormen een scholieren. Deze kwamen samen vanuit het Centrum voor Innovatief maatschap en de meesten draaien Vakmanschap (CIV). Dit is een samenwerkingsverband vanuit bedrijven en enkele miljoenen jaaromzet. In het MKB scholen om mbo-scholieren door te laten groeien naar innovatieve vaklui. is een bedrijf bij dergelijke omzetten al Een deel van de scholieren hoorde de visie van Struik in stilte aan en knikte lang geswitcht naar een BV-structuur. zo nu en dan heel voorzichtig; de boodschap van benodigde veranderingen Het maakt je weerbaarder en flexibeler. leek bij hen te landen. Een ander deel roerde zich als oppositie. Die laatste Ook om met delen van je bedrijf meer groep gelooft niet veel van de vooruitzichten die Struik schetst. ‘Over tien risico’s te nemen de veranderende jaar geen benzine of diesel meer? Dat is absolute onzin’, zo lieten ze zich marktvragen te bedienen.’ onder andere horen. ‘Dit verhaal is veel te theoretisch. Veel gaat er niet De boer van de toekomst is een veranderen de komende tien jaar. Als hij over tien jaar terugkomt dan zal hij boer in pak, prikkelt Struik nog even dat wel toegeven’, schamperde een andere scholier. verder. ‘Niet omdat dat beter is en Struik zelf lachte hen breed toe. Hij gelooft juist in het omgekeerde. ‘Ik omdat vakmanschap niet meer wordt hoop en verwacht een aantal van deze jongelui zeker over tien jaar weer gevraagd, maar omdat het de boer van te ontmoeten. En dan actief op hun eigen akkerbouwbedrijf. Ik ben zeer de toekomst ontbreekt aan tijd om zelf benieuwd hoe ze dan terugkijken op hetgeen we nu bespreken.’ alles uit te voeren en kilometers over

‘OVER TIEN JAAR NOG WEINIG VERANDERD’

AKKER van het NOORDEN

23


VERHUISD NAAR GRONINGEN

LANDBOUW VAKBEURS DINSDAG - WOENSDAG - DONDERDAG

21 T/M 23 JANUARI

MARTINIPL A Z A GRONINGEN

INFORMATIE Openingstijden di. 21 januari wo. 22 januari do. 23 januari

LOCATIE 13.00 - 22.00 uur 13.00 - 22.00 uur 13.00 - 22.00 uur

Adres Martiniplaza Groningen Leonard Springerlaan 11a 9727 KB Groningen

ORGANISATIE AST Expo B.V. info@ast-expo.nl www.ast-expo.nl

24

AKKER van het NOORDEN

Route A7/ N7 ring West - afrit 36

W W W . L A N D B O U W V A K B E U R S . N L


COLUMN

HET GAT VAN DE BURGER Binnen de kringlooplandbouw zit een gigantisch lek, namelijk de mens. Feitelijk is de mens de grote valsspeler in het systeem. Er gaat veel voedsel naar toe, maar er komt maar weinig van terug. Natuurlijk, er is hier en daar een burger die zijn voedselresten samen met het tuinafval composteert en weer in zijn tuin aanwendt. Maar veel verder gaat het niet. Hetzelfde geldt voor de poep, zeg maar de mensenmest. Na het doortrekken van de wc komt het afvalwater met de menselijke uitwerpselen in het riool terecht en verdwijnt het in een rioolzuiveringsinstallatie, waar het met filters en aerobe bacteriën grondig wordt schoongemaakt. Wat overblijft is slib en schoon water, dat weer naar het oppervlaktewater gaat. Een klein deel van het slib wordt verbrand en levert zo energie. Het overgrote deel wordt vergist tot biogas, dat ook wordt ingezet als energiebron. Zo betrekt een woonwijk in Apeldoorn zijn warmte van vergiste mensenpoep. Eigenlijk zonde, want zo gaan veel waardevolle voedingsstoffen uit mensenpoep verloren voor de kringloop. Kunnen we als akkerbouw niet iets meer doen met die mensenmest? Vroeger was de menselijke ontlasting een meststof. Het hield de landbouwgronden vruchtbaar. Uit mijn jeugd kan ik me herinneren dat op het gemengde bedrijf van mijn ouders een septictank stond. Als die vol was, werd de inhoud over het land gereden. Onze gewassen groeiden er weelderig van. De melkveehouderij staat onder zware maatschappelijke druk. Er zijn al minder koeien en het lijkt erop dat dat proces nog wel even doorgaat. Dit betekent dat er grond vrij komt voor akkerbouwbedrijven. Vooral in de streken waar melkveehouderij en akkerbouw verweven zijn en de grond bouwlandwaardig is, is dit aan de orde. Dit biedt kansen voor de akkerbouw, zoals een verruiming van de teeltrotatie, opschaling van gewassen met een hoog saldo of inruil van matig voor de akkerbouw geschikte grond. Tel uit je winst: minder oogstrisico, minder verlies en een hoger rendement. Kortom, groeien in kwaliteit in plaats van omvang. Minister Schouten wil de kringlooplandbouw een stevige impuls geven: minder input van kunstmest en krachtvoer, meer plantaardig eiwit en minder dierlijk eiwit in de voedselketen. De verwachting is dat we daardoor minder vee nodig hebben. Minder vee betekent minder mest en dat kan best een probleem gaan worden. Want als je fors terug moet in kunstmest, word je juist afhankelijker van organische mest. Bij de akkerbouwer moet er nu wel een belletje gaan rinkelen: hoe denkt hij straks zijn gewassen nog goed te kunnen laten groeien? Hoe denkt hij zijn bodemvruchtbaarheid op peil te kunnen houden? Akkoord, we hebben gelukkig nog compost dat ons helpt. En natuurlijk, we kunnen nog de nodige mineralen en nutriënten uit de reststromen van onze industrie halen. Maar het begint al duidelijk te worden dat we de nog beschikbare koeienmest wel zeer efficiënt moeten gaan gebruiken om voldoende van het land te halen. Hoog tijd dus om het gat van de burger in figuurlijke zin te dichten door het in letterlijke zin beter te benutten. Jan Lucas Spijkman, Branchespecialist Akkerbouw Countus accountants + adviseurs

AKKER van het NOORDEN

25


AKKER van het NOORDEN

24 26AKKER van het NOORDEN


Kortingsbon Landbouw Vakbeurs MartiniPlaza Groningen

21 t/m 23 januari 2020 Knip deze bon uit. Bij inlevering aan de kassa bij de Landbouw Vakbeurs bespaart u â‚Ź 3,- op uw entreekaartje. Deze kortingsbon wordt u aangeboden door

Uitgever van Akker van het Noorden AKKER van het NOORDEN

27


28

AKKER van het NOORDEN


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.