NUMMER 11 | December 2019
MELK van het NOORDEN
1
MELK van het NOORDEN
MELK van het NOORDEN
2 35
Service Bedrijf
JAN CASTELEIN B.V.
Leverancier van
“Het nieuwe melken”
CENTER CASTELEIN 3 28 www.jancastelein.nl | Oergongswei 9 scharnegoutum MELK van het NOORDEN
MELK van het NOORDEN
Pak de volle bonus met Ki-code: 769577 Lev.nr.: DK 05609302452
BONUM
• Balisto x VG 89 Epic x VG 89 Garett x VG 87 Bolton • Geweldige uniforme dochtergroep op de German Dairy Show 2019 • 113 uier, 111 totaal exterieur • +1.596 kg melk met +0,13% eiwit • Pinkenstier • Geschikt voor ieder melksysteem • aAa: 432516 • Kappa Caseïne: BB Beta Caseïne: A2A2
Bonum dochtergroep tijdens de German Dairy Show 2019
Uniforme, productieve en sterke koeien met super uiers!
Betty (v. Bonum)
Conventioneel € 24,-
Bella (v. Bonum)
Actie 21+4 = € 20,16
MELK van het NOORDEN
4
Gesekst € 45,-
INHOUD
TIJD VOOR PLAN B 2.0 Boeren op trekkers zetten de NZO buitenspel, LTO is de macht kwijt en oer-CDA’er Jan Cees Vogelaar roept dat het tijd is voor Thierry Baudet. Sinds 1 oktober, de dag dat boeren massaal op trekkers naar Den Haag trokken, is niets meer wat het was. Stikstof was het kruit, D66-er Tjeerd de Groot ontstak het lont, diep opgekropte onvrede explodeerde compleet: chaos in melkveehouderijland. De gevestigde belangenbehartigers liggen op de rug, de trekker is deze dagen een machtig boerenwapen. In tijden van anarchie ontstaan nieuwe coalities, samenwerking die je tot voor kort niet voor mogelijk hield. Zoals het Landbouwcollectief, dertien belangenorganisaties verenigden zich. Het plan van het collectief om de stikstofcrisis te beteugelen, blinkt niet uit in progressiviteit. De strategie is tijd winnen door laaghangend fruit te plukken en ergens snap je dat wel. De stikstofcrisis lijkt vooral een papieren probleem dat je kunt tackelen door te meten, tijdrekken tot de uitkomsten dus. De kans is reëel dat de 46 procent uitstoot die het RIVM de landbouw toeschrijft minstens halveert. Wat niet halveert, is de bevolking. Nog even en Nederland is één grote stad. In zo’n omgeving kun je gelijk hebben, het krijgen is een ander verhaal. Het Landbouwcollectief kiest voor de hakken in het zand route: behouden wat je hebt. Een groeiende groep boeren die je niet hoort, gaat liever voor meebewegen en veranderen. Een van hen is Alex Datema. Aan de Ronde Tafel van Melk van het Noorden (vanaf pagina 6) zegt hij dat alle maatschappelijke ontwikkelingen één kant op wijzen: dat er geen ruimte meer is voor oplossingen die de veehouderij in het verleden steeds toepaste. Hij neemt de route naar maatschappelijke acceptatie. Een dergelijk progressief signaal vanuit het Landbouwcollectief was welkom geweest. De slikken-of-stikken houding doet het goed onder boeren, maar is korte termijnwerk. Nu alle landbouworganisaties eensgezind om tafel zitten, ligt er dé kans om met een gedegen sectorplan voor maatschappelijke acceptatie te komen. Te meer omdat Jan Cees Vogelaar als opperadviseur aan het tafelhoofd zit. Hij schreef in 2016 Plan B. Schrap alle mestwetgeving voor de melkveehouderij, kies voor een sector die gekoppeld is aan grond, met maximaal 2,4 koeien per hectare en niet meer dan 17.000 kilo melk. Boeren met een te intensieve veestapel kregen vijf jaar de tijd af te bouwen naar 2,4 koeien per hectare. De ngo’s waren enthousiast en bereid hun handtekening onder het plan te zetten. Het had de sector jarenlang gevrijwaard van knellende regelgeving. Onder zware druk van de ZLTO zei LTO nee. Eindresultaat: fosfaatrechten. De tijd is rijp voor Plan B nieuwe stijl. Weg met alle regeltjes en complexe mestwetgeving, robuuste kaders zetten, koeien en hectares tellen om écht grondgebonden te worden. Zeker, ook dat gaat bij veel melkveebedrijven pijn doen. Maar met een redelijke overgangstermijn kan er veel. Het Landbouwcollectief zou er zichzelf en de melkveesector een geweldige dienst mee bewijzen. De trekker kan niet eeuwig de beste belangenbehartiger voor boeren blijven.
6-7-8-9-10-11 RONDE TAFEL-DISCUSSIE: VECHTEN OF VERANDEREN? 12-13 ‘NIEMAND WEET NOG WAT WEL EN NIET MAG’ 15 BOUWEN VOOR DE TOEKOMST 16-1 AOV KAN BETER EN GOEDKOPER 19 TETRA’S EN KLAVERS FAVORIET 21 ‘NIETS MIS MET DEZE HANDEL’ 23 TOEWERKEN NAAR PLANETPROOF 25 VAKBEURS NAAR GRONINGEN ` ‘RENTES 26-27 ECONOOM EDIN MUJAGIC: BLIJVEN LAAG’ 29 OPINIE: (STIK)STOF TOT NADENKEN 30-31 ‘MELK OP BASIS VAN MICROBIOLOGISCH EIWIT IS DE TOEKOMST’ 33 FINETUNEN VAN NIEUWE MELKEN 35 KRACHTVOER UIT DE REGIO 36-37 ADDITIEVEN GOED VOOR PUNTJES OP DE I BIJ EIWITBENUTTING 39 MIXEN BELANGRIJK BIJ AFVOER 40-41 ONDERHOUD SILO’S VERDIENT AANDACHT 42-43 MEER MELKVEEBEDRIJVEN KRAP BIJ KAS 45 VVO-MARKT IN ELKAAR GEKLAPT 46-47-48-49 FRIESLANDCAMPINA HEEFT EEN VERTROUWENSPROBLEEM
Jelle Feenstra, hoofdredacteur jfeenstra@langsdemelkweg.nl
50 BV IS BIJNA NOOIT EEN PRÉ
Colofon Deze uitgave van Melk van het Noorden is gemaakt in samenwerking met een aantal bedrijven. Te weten: Agriland Assurantieadvies, GGI Holland, Hoogland BV, Landbouwstart. nl, Luimstra Loon- Grondverzet- en Transportbedrijf, Niscoo, Nutrilab BV & Van der Meerakker Service BV, PAS Mestopslagsystemen, RinAgro, Servicebedrijf Jan Castelein, Silobags, Speerstra Feed Ingredients, Accountantskantoor Van der Veen & Kromhout en W.H. van der Heide Voedertransport en Opslagsystemen.
• Uitgever: Persbureau Langs de Melkweg • Adres uitgever: Persbureau Langs de Melkweg, Lorentzstraat 21-A, 8606 JP Sneek Telefoon: 0515-429876 E-mail: redactie@langsdemelkweg.nl
• Vormgeving: Houssam Diab •Druk: Senefelder Misset Doetinchem
• Redactie: Sjoerd Hofstee en Jelle Feenstra
• Verspreiding: Dit magazine wordt door Sandd verspreid onder melkveehouders en agribusiness in Drenthe, Groningen, Friesland, Flevoland, de bovenste helft van Noord-Holland en de bovenste helft van Overijssel.
• Verder werkten mee: Bouke Poelsma, Berrie Klein Swormink, Gineke Mons, Ida Hylkema, Annamarie Eldering, Landpixel, Anne van der Woude en Niels de Vries.
Wilt u dit magazine bij een volgende uitgave niet meer ontvangen dan kunt u dat aangeven bij de uitgever via redactie@langsdemelkweg.nl
MELK van het NOORDEN
5
Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan de redactie geen aansprakelijkheid aanvaarden voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden nadrukkelijk voorbehouden. Deze rechten behoren bij Persbureau Langs de Melkweg c.q de betreffende fotograaf. Artikelen uit deze uitgave mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt na schriftelijke toestemming van Persbureau Langs de Melkweg. Vind alle artikelen én meer nieuws op
www.melkvanhetnoorden.nl
RONDETAFELGESPREK
RONDE TAFEL-DISCUSSIE: De melkveehouderijsector zit in de vechtmodus, terwijl politiek en maatschappij de sector vragen om te veranderen. Wat nu? Hoe verder? Melk van het Noorden ontving op het redactiekantoor in Sneek drie melkveehouders Friesland, Groningen en Noord-Holland uit voor een Ronde Tafel-discussie. ‘De boeren hebben genoeg gedaan en ik laat me niet meer belazeren’ tegenover ‘We moeten als sector zelf het lef hebben om het roer om te gooien.’ Jelle Feenstra en Sjoerd Hofstee Niels de Vries
De rust moet wederkeren in de sector, maar hoe? Melkveehouders snakken naar duidelijkheid. Een helder omschreven doel waar ze in een aantal jaren in alle rust naar toe kunnen werken, zonder keer op keer te worden overvallen door nieuwe regels. Nu rolt de sector van de ene in de andere discussie. Is het niet fosfaat of stikstof, dan wel klimaat, broeikasgassen of biodiversiteit. Dat remt, frustreert, nekt individuele veehouders en verstikt de sector als geheel. Is het niet hoog tijd voor een heldere stip op de horizon, die leidt naar een maatschappelijk gewenste melkveehouderijsector. Melk van het Noorden nodigde op het redactiekantoor in Sneek vier melkveehouders uit Friesland, Groningen, Noord-Holland en Drenthe uit voor een Ronde Tafel-discussie hierover. Henk Schoonvelde uit Koekange was verhinderd (zie kader op pagina 11). Dieuwke Bakker uit Menaldum, Alex Datema uit Briltil en Jack Rijlaarsdam uit Stompetoren schoven aan. Sjoerd Hofstee en Jelle Feenstra zijn de interviewers en de band start nu.
dan moet het weer anders. Als het al lukt om afspraken te maken, is er altijd wel een nieuwe meneer Vollenbroek die de zaak juridisch aanvecht, krijg je toch weer een mes in je rug. Nee, er is veel wantrouwen onder boeren en niet onterecht denk ik. Ik voel me dus niet geroepen om een stip op de horizon te zetten.’ Jelle: ‘Hoe sta jij erin Alex?’ ‘Anders. We staan voor een hele grote transitie in de landbouw. Het landbouwmodel van continu al onze problemen oplossen
Sjoerd: ‘Hoe moet de stip er uitzien Jack?’ ‘Ik was altijd van het meebewegen, maar zit nu in de weerstand en met mij veel melkveehouders. We laten ons niet bestelen door een onbetrouwbare politiek. Als wij een stip zetten, zien we dat als eindpunt. Partijen als Groen Links zien dat als een startpunt. En met wie spreek je wat af? De politieke samenstelling wisselt om de vier jaar en
Aan tafel van links naar rechts Sjoerd Hofstee, Dieuwke Bakker, Jack Rijlaarsdam, Jelle Feenstra en Alex Datema.
MELK van het NOORDEN
6
met techniek, schaalvergroting en intensivering is op. Kijk ik naar de maatschappelijke ontwikkeling, gedoe rondom klimaat, stikstof landschap, biodiversiteit en je kunt alle thema’s wel opnoemen, ze wijzen allemaal één kant op. Dat is dat er geen ruimte meer is voor oplossingen die we in het verleden steeds toegepast hebben. En daar kun je op twee manieren mee omgaan: afwachten op wat er over je heen komt of zelf het initiatief nemen. Ik geloof in het laatste.’ Dieuwke: ‘Hoe zie je dat voor je?’ Alex: ‘Ik denk dat we toe moeten naar een landbouw die opereert binnen de milieugrenzen. Dat gaan we niet oplossen door nog meer schaalvergroting en intensivering.’ Jack: ‘Wij opereren niet binnen de milieugrenzen, begrijp ik?’ Dieuwke: ‘Ja, dat verbaast mij ook.’ Alex: ‘Het hangt er van af hoe je milieugrenzen definieert. Als je kijkt naar de wettelijke milieukaders, dan opereren we daar voor een groot deel wel binnen. Maar die milieukaders worden wel anders. Met name stikstof en klimaat gaan ons hard raken.’
VECHTEN OF VERANDEREN? Dieuwke: ‘Eigenlijk praat je nu net als Jan Huitema en Helma Lodders. Ik was laatst op de Dairy Campus, zij waren daar namens de VVD. En zij waren dat gewoon al aan het invullen voor ons. En zo praat jij nou ook. Dan denk ik: we geven toch niet zo maar toe dat we binnen nóg strengere kaders moeten gaan boeren?’ Jack tegen Alex: ‘Die gladde verhalen over meebewegen, kopen we niet zo veel voor. We gaan onze huid zo duur mogelijk verkopen. Ik rijd regelmatig naar Den Haag, overal wordt gebouwd, overal worden wegen aangelegd. Dus de grond raakt op, terwijl over vijftien jaar op natuurlijke manier de helft van de melkveehouders is verdwenen. Maar denk nou niet dat de natuur daar baat bij heeft. Er gaan koeien weg, er komen mensen terug, er komen wegen terug, er komen vliegtuigen terug. Dus al die sprookjes, dat wij het voor het milieu moeten doen, dat is klinkklare onzin. Wij moeten krimpen om de BV Nederland aan de gang te houden.’ Dieuwke:
‘Normen zo heilig dat we doel missen’ Over één ding zijn de drie melkveehouders aan de Ronde Tafel het roerend eens: ‘We knopen ons in Nederland zo vast aan normen dat we vergeten zijn waarom we ze gesteld hebben’, verwoordt Jack Rijlaarsdam. ‘Dat is in de stikstofdiscussie zo, maar bijvoorbeeld ook bij de Mestwet. Het doel is dat er maximaal 50 milligram nitraat in het grondwater mag zitten. Maar melkveehouders worden afgerekend op 170 kilogram N – met derogatie 250 kilo N per hectare - waar slaat dat op?’ Dieuwke Bakker: ‘Op 1 september stoppen met bemesten en op 15 februari mag je weer los en het moet in de grond, waar ben je dan mee bezig, wil je dan echt geen weidevogels in het land?’ Alex Datema: ‘Ik heb ook veel liever dat ze tegen mij zeggen: jij moet die norm halen en we komen eens per twee jaar een monster nemen. Dan zorg ik wel dat ik het goed voor elkaar heb. We moeten echt toe naar afrekenen op het doel, niet op het middel.’ ‘Precies! Stikstof is een gecreëerd Dieuwke: ‘Dat was de bom.’ probleem, zo zie ik dat. En dat Alex: ‘Uitbarsting van een optelsom probleem komt bovenop allerlei ander van hele lange frustratie. Mijn punt is: gezeur. Ons gevoel is: wij doen het als je niet continu in de strijdmodus wilt al zo goed, hebben veel problemen zitten, moet je als sector zelf een doel opgelost en nu krijgen we dit weer. zetten. Zo van: wij denken dat we dit Wij hebben inclusief en dit over tien jaar PAS-meldingen 95 kunnen presteren ‘GLADDE VERHALEN en maak daar dan procent van onze stikstofproductie OVER MEEBEWEGEN, afspraken over, dan vergund, de kun je verder. En ik KOPEN WE NIET industrie 20 tot denk dat wij veel VEEL VOOR’ 25 procent. meer kunnen dan we Dan kun je wel tot nu toe hebben heel erg de laten zien. We moeten bal richting landbouw schuiven, zelf het lef hebben om te kijken wat we maar dat lijkt mij onterecht. Dus kunnen doen.’ ook ik sta voorlopig met de hakken in het zand.’ Jelle: ‘Nu hebben alle Alex: ‘Ik snap de landbouworganisaties verenigd in weerstand bij Jack en het Landbouwcollectief een plan bij Dieuwke heel het kabinet neergelegd om uit de goed. De grote stikstofcrisis te komen. Is dat een actiebereidheid goede eerste aanzet naar een stip?’ onder boeren Alex: ‘Nee, want de vraag ‘zitten we komt voort uit wel in het juiste systeem, waar willen de laatste vijf, we nu echt heen als landbouw’ wordt zes jaar. Dat er bij niet beantwoord. Hooguit kan het ieder probleem in de voor de korte termijn een beetje lucht media wordt gedaan geven.’ of het de schuld van Jack: ‘Met laag hangend fruit plukken de boeren is. Klimaat, tijd winnen, zo zie ik het plan. Maar insecten, biodiversiteit, ik snap de defensieve houding, het landschap, het is allemaal stikstofprobleem is gecreëerd door de schuld van de boeren. de overheid, en wordt nu eenzijdig op Ondertussen etterde het het bordje van de landbouw gelegd. stikstofverhaal maar door Bij het fosfaatplan maakten we de en toen zei Tjeerd de Groot fout zelf knelgevallen aan te wijzen dat het een goed idee is om de en die hebben we laten barsten, dat veestapel te halveren.’ mag nooit weer gebeuren. Daarom MELK van het NOORDEN
7
RONDETAFELGESPREK
Alex Datema: ‘We gaan toe naar een EU-toeslagensysteem met een vast deel en variabel deel dat je verdient naarmate je meer dingen doet die die de maatschappij graag wil’
ben ik blij dat de NZO een pak op z’n donder heeft gehad, met die trekkerblokkade in Amersfoort. Geen sectorreductieplannen meer, klaar.’ Sjoerd: ‘Om verder te komen, moet je toch ook een keer weer uit die weerstandhouding, Jack?’ Jack: ‘Ik zit niet stil hoor, we zijn met een groep melkveehouders hard aan het lobbyen bij de provincie NoordHolland. Die mogen wat meer dan landelijk, zijn ook wat slagvaardiger. We hebben ze al tussen de oren gepeuterd dat zelfs als ze alle melkveebedrijven in Noord-Holland opkopen er nog steeds een stikstofprobleem is. Was wel een eye-opener voor sommigen. Ook snappen ze inmiddels dat het misschien niet alleen aan stikstof ligt, maar dat het beheer in veel Natura-2000 gebieden tekort schiet. Eerst kijken naar de feiten, dan beleid
Jack Rijlaarsdam, melkveehouder in het NoordHollandse Stompetoren. Bedrijf met 180 koeien, columnist van Nieuwe Oogst, woordvoerder/voorman van acties in Noord-Holland.
maken. Eerst meten, dan beleid maken, zo moet de discussie lopen. Pas dan wil ik wel eens nadenken over bewegen.’ Alex: ‘Melkveehouders zijn door alle perikelen de regie kwijt over hun eigen bedrijf en hun eigen keuzes in bedrijfsontwikkeling. Daar zit het grootste probleem. Wil je daaruit komen, dan moet de landbouwsector zelf met een helder beeld komen: waar willen we dan wel naar toe? Maar daar zijn we het sectoraal nog niet helemaal over eens. Voor mijn eigen melkveebedrijf zie ik de kringloopvisie van Carola Schouten als een mooie kapstok, een mooi houvast. Dat is een landbouw waar je toekomstgericht mee aan de slag kunt.’ Jelle: ‘O ja? Ik heb nog helemaal geen idee waar Carola Schouten naar toe wil. Hoe ziet dat
Dieuwke Bakker, melkveehouder in het Friese Menaldum. Bedrijf met 600 koeien, ambassadeur van boerenbelangenbehartiger Team Agro NL.
MELK van het NOORDEN
8
kringloopplaatje er dan uit? Alex: ‘Ik lees in haar visie dat je de kringloop moet sluiten op zo’n laag mogelijk niveau, dus op bedrijfsniveau kijken wat je kunt sluiten. Dan concludeer je al snel dat je ook voer van anderen nodig hebt en ga je kijken welk voer je uit de buurt kunt halen, provincie, Nederland, Europa, in die volgorde. Waarom graan uit de Oekraïne halen als akkerbouwers in Nederland het ook kunnen verbouwen?’ Dieuwke: ‘Als ik mijn mest goed kwijt kan bij een akkerbouwer en ik krijg daar graan voor terug, is het dan een bezwaar als ik met mijn melkveebedrijf nog wat intensiever word? Ik bedoel: is er in zo’n kringloopkader ook ruimte voor een melkveebedrijf met 1.000 koeien?’ Alex: ‘Jawel. Alleen als we er daar te veel van krijgen, krijgen we gedoe met
Alex Datema, melkveehouder in het Groningse Briltil. Bedrijf met 110 koeien, voorzitter van BoerenNatuur, schrijft regelmatig opiniestukken.
de maatschappij.’ gebeuren.’ Dieuwke: ‘Nou waarom? Zo’n bedrijf Alex: ‘Mijn stelling is dat als je heel is heel goed uit te leggen, nodig ze kritisch naar je bedrijf kijkt – hoeveel maar uit. Wij hebben een maatlatstal kunstmest gebruik ik, hoeveel voor 600 koeien, je kunt het niet beter krachtvoer gebruik ik, hoe ga ik met bedenken voor de koeien, echt niet. mijn grond om – en je gaat daar Ze kunnen in- en uitlopen in de zomer, op bijsturen, dan is dat goed voor weidegang doen we ook nog aan. Al milieu, voor biodiversiteit en voor je zou ik 2.000 koeien hebben, als ik dat portemonnee. Ga je geld verdienen kan realiseren, is het toch gewoon voor het aanleggen van plas-dras? goed? Die discussie moet eens Nee, dus daar moet op andere stoppen.’ manieren geld voor komen. En die Alex: ‘Ik hoor mogelijkheden zijn er overigens niet dat en komen er steeds jij met je bedrijf meer.’ ‘DIE GEDACHTE, intensiever wordt. DAT GROTER BETER Volgens mij is jouw Jelle: ‘Welke rol IS, DAAR MOET JE bedrijfsmodel: ik ga moet de overheid VANAF.’ samenwerken met daarin spelen?’ een akkerbouwer Alex: ‘In de tijd van dus kan ik meer melk Mansholt trok de produceren. Daarmee werk jij ook overheid miljarden uit om de boeren toe naar grondgebonden boeren en mee te nemen in het traject van kringlooplandbouw. Bottomline: als schaalvergroting en efficiëntie. De door een collega graag duizend koeien wil het rijk betaalde landbouwvoorlichting melken en hij doet dat op de goede ging elke boer helpen om beter te manier, helemaal prima. Alleen we worden. Dat is helemaal weg. Het zitten in een frame dat je moet groeien gevolg is dat als ik niet zelf een om toekomst te hebben. Die gedachte, onafhankelijk adviseur inhuur ik voor dat groter beter is, daar moet je vanaf.’ advies afhankelijk ben van de veevoerJack: ‘Schaalvergroting is puur om en kunstmestleverancier. Die zullen niet bestaansrecht te houden. De kostprijs tegen mij zeggen: we denken dat het stijgt door, je inkomen niet, dus moet beter wordt als je minder krachtvoer je voor hetzelfde inkomen meer koeien koopt of kunstmest strooit. Als de melken. Moeilijker is het niet. En als overheid dus wil dat wij op een andere jij dat gaat keren, ik ben er een groot manier boeren, dan moeten ze daar voorstander van, maar ik zie het niet ook tijd en geld in steken om boeren MELK van het NOORDEN
9
te helpen die stappen te zetten. Ook kun je Europese gemeenschappelijke landbouwgelden gebruiken om beweging te krijgen.’ Jack en Dieuwke fel: ‘Als de maatschappij die thema’s wil, moet ze daar maar voor betalen, boter bij de vis. Niet via Brussel, maar rechtstreeks.’ Alex: ‘De Europese toeslagen blijven, maar of je het leuk vindt of niet: we gaan nog meer naar een systeem dat er een vast deel is en een variabel deel dat dat je verdient naarmate je meer dingen doet die de maatschappij graag wil.’ Sjoerd: ‘En welke rol moet de markt spelen in de transitie?’ Alex: ‘In Polen kunnen ze inmiddels net zulke goede kaas maken als wij, maar zij hebben nog niet het imago en wij wel. En de komende jaren gaat het niet alleen om kwaliteit, maar ook over wat de impact van de melk en kaas is op het milieu. Zuivelfabrieken die aantonen dat ze daar goed op scoren, krijgen hun product beter vermarkt. Iedereen vervloekt de kringloopwijzer - ik af en toe ook – maar als Danone vraagt aan een grote zuivelmaatschappij wat doen jullie aan mineralenmanagement dan is er maar één land op de wereld die kan zeggen: wij hebben dat goed voor elkaar, want wij hebben de kringloopwijzer.’ Dieuwke: ‘Maar wou je om die reden nu nog meer zaken daar in opnemen
RONDETAFELGESPREK
Dieuwke en Jack: ‘Als de maatschappij het echt anders wil, moet ze daar voor betalen. Boter bij de vis.’
om die positie te behouden, terwijl de rest nog niks doet?’ Alex: ‘Arla is bezig om een programma op te zetten om al hun boerderijen te vragen hoe ze met CO2 omgaan. Willen wij onze marktvoorsprong behouden, dan moet je continu nadenken wat de kwaliteitsvraag over drie, vier vijf jaar is. En daar kun je zowel over alle melk of via speciale melkstromen op insteken. ’ Sjoerd: In 2016 lag het zogeheten plan B van Jan Cees Vogelaar op tafel. Er was een akkoord met alle belangrijke ngo’s: gewoon toe naar een paar koeien per hectare en een hele hoop regelgeving overboord kieperen. Was het voor tien jaar klaar geweest. Maar het grootste deel van de melkveehouderij zei: dat moeten we niet doen. Alex: Als je het nu zou vragen, hadden ze waarschijnlijk wel ja gezegd.’ Jack: ‘Plan B was geen oplossing voor het fosfaatprobleem, wel voor het imagoprobleem.’ Alex: ‘Ik ben daar geen voorstander van. Als je kiest voor 2 of 2,5 gve per hectare, sla je alle ondernemerschap dood. Want de ene boer kan op één hectare drie koeien melken zonder veel krachtvoer aan te kopen en de ander maar twee. Iemand die goed
met koeien en gras omgaat kan dus veel meer liters melk per hectare produceren met de eis van 65 procent eiwit van eigen grond. Ik wil als ondernemer graag een doel en daar zelf naar toe kunnen werken.’ Sjoerd: ‘A-ware wilde de kunstmest uit de Albert Heijn-melkstroom. Moeten we daar naar toe? Dieuwke: ‘Het maken van kunstmest is zeer milieuvervuilend, daar kunnen we kort over zijn. Daarnaast is het krom dat wij mest moeten afvoeren en
kunstmest moeten aanvoeren. Als we zo kunnen innoveren dat we uit mest kunstmestkorrels kunnen maken, dan vind ik dat helemaal prima. Ik wil graag eigen mest zoveel mogelijk benutten.’ Alex: ‘Ik denk dat wij voor een heel groot gedeelte wel zonder kunstmest kunnen, mits we de ruimte krijgen om het op een andere manier te doen. Wat je aan stikstof en fosfaat onttrekt aan je gewas mag je er aan dierlijke mest ook weer opbrengen. Daar moeten we naar toe.
Alex Datema: ‘Ik geloof niet dat er een geheime agenda ligt om de veehouderij weg te krijgen.’
MELK van het NOORDEN
10
Sjoerd: ‘Je krijgt minstens een plus van 3 cent op de basismelkprijs als je geen kunstmest gebruikt. Wat zeg je dan?’ Jack: ‘Waar kan ik tekenen?’ Dieuwke: ‘Dan doen wij niet mee. Ik moet mij grond heel goed benutten dus ik kan niet zonder die kunstmest. Ik zou het wel willen, maar dan moeten de regels veranderen.’ Jelle: ‘Okay, dan veranderen we die regels, gooien we kunstmest en krachtvoer eruit en zijn we een heel eind op de goede weg toch? Dan kunnen ‘ze’ toch niet zo veel meer van je vinden.’ Jack: ‘Jij denkt dat alle kritiek dan weg is en we leven nog lang en gelukkig? Weet je, ze hebben eerst de nertsenhouders de nek omgedraaid, nu zijn de varkenshouders aan de beurt, dan de pluimveehouders en dan komen wij erachteraan. Maakt niet uit wat je doet, het houdt nooit op. Los daarvan geloof ik niet dat je zoiets sectoraal moet regelen. Als er een fabriek is die daar een melkstroom op maakt met een meerprijs, kun je als ondernemer zelf kiezen of je instapt, daar geloof ik veel meer in. We willen allemaal liberale handel, maar ook van alles reguleren, die twee gaan niet samen, de markt zal het vooral moeten doen.’ Alex: ‘We hoeven niet af van krachtvoer, we moeten af van voer dat we uit Brazilië halen. Dat voer uit Brazilië kun je ook dichter bij huis verbouwen, in Europa of deels ook in Nederland. En nog veel meer reststromen van de voedingsindustrie gaan gebruiken.’ Jelle: ‘We zitten nu al een paar uur te praten, maar we hebben geen stip op de horizon gekregen. Jammer.’ Alex: ‘De verdeeldheid in de sector is dusdanig dat je die ook niet zo maar krijgt. Voor mezelf heb ik die stip op de horizon wel. Ik ga werken aan kringlooplandbouw en wil over tien jaar geen gezeik meer over mest, klimaat en biodiversiteit.’ Dieuwke: ‘Het bedrijf dat we nu hebben, konden we net op tijd realiseren zonder veel gedoe en dat willen we continueren, liefst nog wat vooruit. Rustig door ontwikkelen, dat is onze motivatie.’. Jack: ‘We zijn gegroeid van 70 koeien in 2015 naar 180 stuks nu
‘Het spel is over voor de dierhouderij’ Melkveehouder Henk Schoonvelde in Koekange is somber gestemd over de toekomst van de veehouderij in Nederland. ‘Het spel is over voor de dierhouderij in Nederland. We hebben het gevecht verloren van de groene, linkse elite. Je kunt wel allerlei stippen op de horizon willen zetten, maar de realiteit is dat we qua kostprijs links en rechts worden ingehaald omdat het hier door alle regels en maatschappelijke druk steeds moeilijker wordt om grote, professioneel geleide bedrijven neer te zetten, die voor een break-even melkprijs van 30 cent grote plassen melk kunnen leveren. ‘Voor mij zijn dit moderne bedrijven, die toekomstbestendig kringlooplandbouw kunnen toepassen. Maar het lijkt er op dat veel partijen in Nederland deze bedrijven geen ruimte meer willen geven, gevoed vanuit een nostalgisch onderbuikgevoel.’ Schoonvelde wijst erop dat de melkveesector in Nederland heel wat afpoldert om draagvlak te houden. ‘Als sector zijn wij volop in gesprek met ngo‘s, halen we de burger in de stal en sluiten we convenanten met partijen zoals de Dierenbescherming en WNF. Maar als boer vraag ik mij af: tot hoever moeten we nog meebuigen. Wanneer zeggen wij als melkveehouders: tot hier en niet verder, omdat we anders omvallen?’ Hij voorziet een melkveehouderij die langzaam maar zeker wordt uitgehold en richting een Oostenrijkse situatie gaat: kleine bedrijven met weinig kosten, die betaald krijgen voor maatschappelijke diensten en vaak in deeltijd worden gerund door iemand met een baan ernaast. ‘Het zou me niet verwonderen dat de bijdrage van de landbouw aan de economie in Nederland over tien jaar is gedaald van 10 naar 5 procent.’ en daar komen volgend jaar hopelijk nog 20 stuks bij. Omdat ik denk dat ik daarmee over twintig jaar nog een bedrijf heb dat aan het gemiddelde voldoet. Dus mijn stip op de horizon is de komende jaren vooral optimaliseren. Ik haal mijn pensioen met deze stal wel, maar als ik zie wat er in Noord-Holland gebeurt dan ben ik bang dat het hier
‘GEEN KUNSTMEST EN KRACHTVOER NEEMT KRITIEK ECHT NIET WEG’ tegen die tijd is veranderd in Hongkong aan de Noordzee. Ten noorden van Alkmaar zal nog wel wat veehouderij blijven, maar alles daaronder wordt moeras of natuur met hooguit een paar BD-boeren erin om het gras kort te houden.’ Alex: ‘Ik ben minder pessimistisch en geloof ook niet dat er een geheime agenda ligt om de veehouderij weg te krijgen. Ten eerste zijn de economische MELK van het NOORDEN
11
belangen van de landbouw daarvoor te groot, ten tweede creëer je een enorm afvalprobleem en ten derde verpaupert het platteland. Daar komt bij: wij beheren een landschap dat gemiddeld genomen hoog gewaardeerd wordt door de burger en de provincies hebben nooit genoeg geld om veenweidegebieden op te kopen. Niemand zit ook te wachten op grote moeras- en bosgebieden. Dus ook daar blijven boeren, bijvoorbeeld door grond die wordt opgekocht door de overheid weer uit te geven aan boeren die door willen, zodat die de ruimte hebben om te extensiveren of nog iets te groeien. Zo blijft er een grote diversiteit aan melkveehouders. Een deel produceert voor de wereldmarkt, een deel wordt biologisch en daar tussenin krijg je allerlei vormen, afhankelijk van de regio.’ Jack: ‘Er is geen oorlog zo erg of er blijft een soldaat over. Zoveel jonge boeren bij de acties, dat is positief. Die moeten we bij de discussie zien te houden. Wij zingen het wel uit tot ons pensioen, het zou mooi zijn als het daarna ook verder gaat.’
REPORTAGE
‘NIEMAND WEET NOG WAT ‘Tûk buorkje’, de kosten in de gaten houden en bewuste keuzes maken, daarmee weten Nolle en Geke Reitsma uit Pingjum hun melkveebedrijf te ontwikkelen. Ze dachten vergunningsruimte te hebben voor 200 melkkoeien, maar met de stikstofcrisis sloeg ook de onzekerheid toe. ‘Knap waardeloos.’ Ida Hylkema
Nolle (50) en Geke (47) Reitsma wonen sinds 1998 op het melkveebedrijf aan de kop van de Afsluitdijk, waar met recht gesproken kan worden van een weidse omgeving. Vanuit de keuken kijken ze uit op de Waddendijk tussen Zurich en Harlingen. In het weiland voor het bedrijf lopen schapen. De 150 Swifters vormen Geke haar afdeling. De familie Reitsma verhuisde in 1975 vanuit Schettens naar de toen nog kop-hals-rompboerderij waar de pake van Nolle samen met zijn vader en oom een melkveebedrijf begon. In 1990 kwam Nolle in het bedrijf en drie jaar later maakte de schuur plaats voor nieuwbouw. Ook kwam er een loods voor machines en de schapen in de lammertijd. In 2006
volgde een volgende uitbreiding. Toen bouwden ze over de bestaande stal een nieuwe stal. Aan beide kanten kwam er een rij boxen bij (van 2+2 naar 3+3) en de stal werd 20 meter langer. In 2007 startten ze met robotmelken met twee DeLaval melkrobots. Ondertussen is er ook een derde – de nieuwste V300 – bij gekomen. Het is de bedoeling dat de andere twee ook door dit type worden vervangen. Knoop doorhakken Met de derde robot kregen ze weer lucht in het bedrijf. ‘Op een gegeven moment is de maximale capaciteit bereikt en moet je de knoop doorhakken. Teveel koeien op een robot breekt je op een gegeven moment ook op’, zegt de
Nolle en Geke Reitsma met op de achtergrond de nieuwe V300 melkrobot van DeLaval
MELK van het NOORDEN
12
melkveehouder. En met het oog op de toekomst – ze hebben vier kinderen, Rinze Bouke (20), Tjalling Douwe (19), Marianne (17) en Gosse Pieter (16 ); waaronder potentiële opvolgers – willen ze het bedrijf verder ontwikkelen. ‘Vorig jaar hebben we fosfaatrechten bijgekocht en 24 koeien. En de derde robot. We zaten er al jaren tegenaan te hikken, want de regelgeving verandert voortdurend. Je weet niet waar je aan toe bent. We hebben bijvoorbeeld voor de plaatsing van de derde robot wat aanpassingen in de stal gedaan en PAS-berekeningen laten maken. Ook omdat we zijn gegroeid in het aantal stuks vee. Volgens die berekeningen mogen we uitbreiden tot 200 koeien, maar met de stikstofperikelen staat alles weer op losse schroeven.’ Momenteel hebben ze 180 melkkoeien, 120 stuks jongvee en 150 schapen op 106 hectare. Twee jaar geleden hebben ze land gekocht van een buurman. ‘Als die kans er is, moet je die niet laten lopen. Je zit hier tegen de Waddenzee en het akkerbouwgebied aan, dus veel mogelijkheden om grasland te kopen zijn er niet.’ Zes hectare
WEL EN NIET MAG’ Groot voordeel vind ik ook dat we nu een lasagnekuil kunnen maken en dus het hele jaar door dezelfde kuil kunnen voeren. Ik ben echt heel blij met deze investering.’
Het bedrijf ligt tussen Pingjum en Zurich, aan de kop van de Afsluitdijk.
verhuren ze aan een akkerbouwer als aardappelland en op één hectare rust een uitgestelde maaidatum.
allemaal in eigen beheer. ‘Mijn vader helpt geregeld mee en de laatste jaren springen de kinderen ook steeds meer bij.’ Dat betekent dat er een Geen poespas respectabel machinepark in de loods Gras vormt de hoofdmoot van het staat, maar ook dat de loonkosten nihil melkveerantsoen. ’s Zomers vers gras zijn. Om de ruwvoederwinning verder via stalvoeren en kuil te optimaliseren, en ’s winters kuil met investeerden ze ‘WISPELTURIGE brok. ‘Geen snijmais twee jaar geleden en bijproducten en in een automatisch REGELGEVING andere poespas, afdeksysteem van MAAKT OOK alleen maar gras Easy Silage. ‘Het FOKKERIJKEUZES en kuil en brok. voordeel van dit LASTIGER’ We voeren met systeem is dat je een eenvoudige met één machine doseerwagen en twee bulten kunt voerautomaten en hebben geen afdekken’, legt Reitsma uit. ‘We zaten voermengwagen. Dat scheelt zo 2 krap in de ruimte, daarom hebben cent in de kostprijs’, stelt Reitsma. Met we de twee silo’s breder en langer het eenvoudige rantsoen halen ze een gemaakt.’ Ze kunnen nu met een gemiddelde melkproductie van 9.800 afstandsbediening de kuilbult afdekken. kilo melk met 4,23 procent vet en 3,59 De machine wordt aangedreven door procent eiwit. De melk wordt geleverd zonnepanelen. ‘Het waait hier altijd en aan Hochwald in Bolsward. het viel niet altijd mee om de graskuil De landwerkzaamheden doen ze goed dicht te krijgen en te houden.
Deuren open voor de burger Het bedrijf van Nolle en Geke Reitsma was de afgelopen zomer één van de zeven deelnemende bedrijven aan de boerenfietstocht ‘Efkes Buorkje’ rond Arum, Witmarsum, Pingjum en Kimswerd. Het was een gezamenlijk initiatief van de boerinnengroep, LTO Noord en de agrarische jongeren. ‘We vinden het belangrijk om te laten zien wat er gebeurt in de landbouw. Er zijn die dag 450 bezoekers geweest, daar waren we best tevreden mee. Alleen jammer dat de kritische burgers niet op zo’n activiteit afkomen. Het zijn toch vooral mensen die al een link met de agrarische sector hebben die meedoen. Gezellig was het wel.’
MELK van het NOORDEN
13
Fokkerij De wand in de keuken van de Reitsma’s hangt vol bordjes van Workumer aardewerk. Ieder bordje staat voor een 100.000 kilo koe of een 10.000 kilo vet-en-eiwit koe en is aangeboden door melkcontrole Nijland. Het bedrijf bracht tot nu toe elf 100.000 liter koeien voort en drie koeien haalden de grens van 10.000 kilo vet en eiwit. Fokkerij is een hobby van Nolle en hij zoekt zelf de juiste stieren bij zijn koeien. ‘Ik heb vroeger veel aan veebeoordelen gedaan en was lid van de technische commissie’, vertelt hij. Waar hij op let bij de stierkeuze? ‘Een koe met massa, met beste benen en een goed uier. Voor ons als robotmelker is ook de achterspeenplaatsing belangrijk.’ Hij gebruikt stieren van verschillende aanbieders, zoals GGI. In de stal lopen momenteel meerdere dochters uit Duitse stieren, waarbij Zabing veel voorkomt. Ook kent de veestapel momenteel veel dochters van Cricket, Atlantic, Wonder en Goldmar. Met de wispelturige regelgeving is ook fokkerij lastig geworden. ‘Na het einde van de melkquotering moest je vooral op melk gaan inzetten, met de fosfaatwetgeving werden de gehaltes belangrijker. Eigenlijk loop je altijd achter de muziek aan.’ Indrukwekkende acties Die onzekerheid, dat houdt hen nu het meest bezig. Gelden de PASberekeningen die ze hebben laten maken nog wel? Mogen ze nog uitbreiden naar 200 koeien? Niemand die het weet. Geke en de kinderen zijn tot twee keer toe naar Den Haag afgereisd, de tweede keer met beide oudste zonen op de trekker. Ook staken ze de Afsluitdijk over om hun Noord-Hollandse collega’s een hart onder de riem te steken. Indrukwekkende acties waar ze veel saamhorigheid voelden, maar nog steeds is er geen duidelijkheid. ‘Niemand weet wat wel en niet mag. Een waardeloze situatie.’
FLEXIBEL DICHTBIJ BETROKKEN INNOVATIEF
ALKAGRAIN
De regionale eiwitbron ✓ Hoge energiedichtheid ✓ Betere penswerking ✓ VLOG-waardig ✓ Betere eiwitbenutting ✓ Regionaal geproduceerd ✓ Minder fosfaat
Duurzaam en gezond alternatief voor soja in melkveerantsoenen Maak nu een afspraak met een van onze adviseurs voor een advies op maat!
Hoogland BV Leeuwarden | Tel. : 0518411400 | www.hooglandbv.nl alkagrain advertentie melk van het noorden.indd 1
22-11-19 11:15
Verdergaande natuurlijke bevordering van de kringloop landbouw dat levert onder de streep meer op! 1
Beperkt ammoniakemissie in stal en op land. Zorgt voor homogenere drijfmest.
2
De door AgriMestMix gekweekte micro-organismen in de mest, zorgen voor een beter bodemleven en gezonde plantengroei.
3
De plant neemt hierdoor makkelijk spoorelementen op, en beschikt over een beter benutbaar eiwit.
Scan de QR code en lees meer op www.rinagro.nl
een product van:
MELK van het NOORDEN
14
Rinagro
Tel. 0515-232724
Smart Farming www.rinagro.nl
REPORTAGE
BOUWEN VOOR DE TOEKOMST Melkveehouders Kees en Gosse Bakker zetten in het Friese Hiaure een nieuwe stal neer voor 150 koeien. Ze hopen de stal in februari in gebruik te kunnen nemen. Bouke Poelsma
Gosse (29) en zijn vader Kees Bakker (56) bij de nieuwe stal in aanbouw.
Begin november zijn de contouren van de nieuwe ligboxenstal van familie Bakker duidelijk zichtbaar. De spanten staan. Het is nu even wachten totdat de buitenmuren worden opgetrokken en de stal van een dak wordt voorzien. Kees en Gosse Bakker hopen dat ze de stal in februari 2020 in gebruik kunnen nemen. ‘Mijn zoon Gosse wil het bedrijf graag voortzetten. Er moest dus wel wat gebeuren’, zo vertelt Kees Bakker. De bestaande ligboxenstal is veertig jaar oud en voldoet niet meer aan de moderne standaarden. ‘Alles is er te klein’, verduidelijkt Bakker, die eind 2015 al een vergunning binnen had om een nieuwe stal te bouwen. ‘Vanwege de fosfaatperikelen hebben we toen even gewacht en de bouw uitgesteld.’ Bouwkosten De nieuwe 2+0+3-ligboxenstal biedt straks plaats aan 150 melkkoeien. De melkveehouders willen de droge koeien huisvesten in de oude stal. ‘We willen graag doorpakken en de nieuwe stal zo snel mogelijk vol hebben. Wie A zegt moet ook B zeggen.
Intussen is het ook nog afwachten welke stikstofmaatregelen er worden afgekondigd’, vertelt Bakker. De bouwkosten van de nieuwe stal zijn begroot op €7.027 per ligplaats. Vader en zoon Bakker hebben extra fosfaatrechten nodig om meer koeien
‘POTENTIE IS ER OM 1.000 KILO PER KOE MEER TE MELKEN’ te mogen melken. Ze kochten eerder dit jaar 300 kilo fosfaat. Ze hebben nog 1.000 kilo extra nodig voor het beoogde aantal melkkoeien. De melkveehouders produceren nu zo’n 1,2 miljoen kilo met ruim 120 melkkoeien op jaarbasis. Ze verwachten dat de productie in de nieuwe stal omhoog gaat. ‘Onze koeien moeten straks eerst wennen aan hun nieuwe onderkomen. Maar ze hebben de potentie om straks op jaarbasis 1.000 kilo melk per
De oude en nieuwe stal zichtbaar. In de oude stal worden nu nog 120 melkkoeien en 70 stuks jongvee op 50 hectare grasland gehouden.
MELK van het NOORDEN
15
koe per jaar meer te produceren’, stelt Gosse Bakker. Het rollend jaargemiddelde ligt nu op 9.751 liter, met 4,22 vet en 3,52 procent eiwit. Stalinrichting De stal wordt gebouwd door bouwbedrijf Visser in Dokkum. Geertsma in Rinsumageest neemt een deel van het installatiewerk voor zijn rekening, net als Jan Castelein uit Scharnegoutum, die ook de stalinrichting verzorgd. ‘We zijn een dag met Castelein op pad geweest om verschillende mogelijkheden te bekijken’, vertelt Gosse Bakker, die aangeeft dat de nieuwe stal straks net zoveel vreetplaatsen als ligplaatsen heeft. ‘Dat was wel een belangrijk uitgangspunt bij het maken van de plannen’, zo vertelt de jonge melkveehouder. De bestaande 2x10-melkstal wordt door Jan Castelein verplaatst naar de nieuwe stal en uitgebreid tot een 2x12-uitvoering, met automatische koeherkenning. ‘De melkstal krijgt een nieuw frame. Bovendien kunnen we straks ook voeren in de melkput. Die mogelijkheid hebben we nu nog niet’, vertelt Gosse Bakker. De melkveehouders kozen voor de Ecovloer van Anders Beton. De boxen worden bedekt met koematrassen. ‘We werken nu met diepstrooiselboxen, bedekt met zaagsel. Dat is me toch te arbeidsintensief’, vertelt Gosse Bakker. De nieuwe MDV-stal wordt voorzien van een geïsoleerd dak. De warme zomers van de afgelopen jaren deden hen daartoe besluiten. De melkveehouders doen aan weidegang. Na de ingebruikname van de nieuwe stal willen ze zich op termijn eens verdiepen in de verschillende soorten melkstromen. ‘Maar dat is geen doel op zich’, aldus Gosse Bakker.
ACHTERGROND
AOV KAN BETER EN Bij veel melkveehouders leeft de overtuiging dat een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) veel te duur is. De Goudse liet zich voorlichten en zag dat het beroep van agrariër fysiek minder zwaar en risicovol is dan voorheen. De verzekering is daarop aangepast op de moderne gemechaniseerde boer, net als de premie. Sjoerd Hofstee Langs de Melkweg
Henk Reinders geeft het eerlijk toe. Hij dacht tot anderhalf jaar geleden ook dat het beroep van agrariër fysiek dusdanig zwaar is dat het terecht een hoog risicoprofiel droeg. Tot de accountmanager Branches & Koepels van De Goudse verzekeringen op uitnodiging van Kees Maas, directeur van DCA en Boerenbusiness, zelf enkele agrarische bedrijven bezocht. ‘Ik werd een beetje wakker geschud. Het boerenvak is nog steeds zwaar
en intensief, maar onder invloed van mechanisatie en automatisering enorm veranderd en fysiek minder belastend. De psychische druk, die is wel toegenomen.’ Reinders bracht zijn kennis terug naar het hoofdkantoor van De Goudse. Daarop ontwikkelde de maatschappij een nieuwe AOV voor agrariërs. ‘In verzekeringsland schalen wij beroepen in vijf verschillende klassen in. Vijf is erg zwaar, één is het lichtste’, vertelt
Een AOV sluit je af voor de lange termijn. Voor het geval je iets overkomt wat niemand hoopt, maar helaas ook elke melkveehouder kan overkomen.
MELK van het NOORDEN
16
Reinders. ‘Melkveehouders zaten in klasse 4, maar zijn bij ons nu naar klasse 2 gegaan. Ze vallen niet in klasse 1 omdat het beroep psychisch wel zwaarder is geworden. Daarbij moet je denken aan de toenemende druk die boeren ervaren door weten regelgeving en toenemende administratieve lasten. Om op die realiteit beter te anticiperen, proberen we met onze nieuwe AOV daarop in te spelen.’ Reinders doelt op de mogelijkheid als verzekerde om op kosten van de verzekeringsmaatschappij met psychologen van een gespecialiseerd bureau te kunnen praten over psychische klachten. ‘Die gesprekken zijn volledig anoniem. Niets daarvan wordt met ons als verzekeraar gedeeld’, benadrukt Reinders. ‘De ondernemer zelf, maar ook zijn
GOEDKOPER familieleden kunnen hiervan gebruik maken.’ Abonnement erbij Dat is echter niet alles. Om qua premiehoogte tot een nog aantrekkelijker aanbod te komen, ging De Goudse met Boerenbusiness een overeenkomst aan: agrarisch ondernemers die een abonnement bij deze nieuwssite afsluiten, krijgen 10 procent korting op de premie voor hun AOV. ‘Waarom we dat doen?’, stelt Reinders hardop de vraag. ‘Omdat wij graag onze AOV’s willen onderbrengen bij boeren en Boerenbusiness vanzelfsprekend graag meer abonnees wil. Moeilijker is het eerlijk gezegd niet. Het kan qua kosten beslist goed uit hoor, vergis je niet. Zo’n abonnement kost hooguit een paar honderd euro terwijl de extra korting snel het
dubbele of driedubbele aan waarde vertegenwoordigd.’ De premiekosten daalden met deze aanpak van De Goudse dus fors. Maar hoeveel eigenlijk? ‘Er zijn nu boeren die jaarlijks € 5.000 tot € 7.000 betalen aan AOV-premie. Met dit nieuwe pakket zijn ze soms wel voor minder dan € 3000 te verzekeren’, vertelt Wilco de Boer van Agriland Assurantieadvies. Hij is een van de zelfstandig adviseurs die de AOV van De Goudse in de markt zet en de nieuwe opzet ook meermaals met Reinders doorsprak. ‘Een AOV is echter een complex product en echt per persoon verschillend. Het is daarom lastig om in algemene zin bedragen en reductie in premies te noemen. Het verschil in jaarlijkse kosten is echter substantieel.’
Wel kijken we bij klanten die een reductieregeling hebben afgesloten met een AB of de wachttijd van een AOV hoger kan worden ingeschaald. Dit verlaagt de premie vaak ook aanzienlijk.’ Henk Reinders zegt dat juist dit soort visies maken dat hij bewust de samenwerking zoekt met partijen als Agriland. ‘Wilco weet veel beter dan wij wat er echt onder de boeren leeft en wat hun mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. Goed omgaan met zo’n reductieregeling en daarop je wachttijd in de AOV afstemmen, is daarvan een goed voorbeeld.’
Extra vergoeding Een andere aanvulling op de nieuwe AOV is een eenmalige vergoeding voor de eerste Reductieregeling zeven dagen in te De Boer vult aan huren arbeid na een ‘OP DE TOTALE dat boeren ook ongeluk of ziekte. LOOPTIJD VAN vaak het argument ‘Bijna altijd rust er een EEN AOV GAAT gebruiken dat ze al wachttijd op de AOV een overeenkomst alvorens de uitkering HET VAAK OM EEN hebben lopen in werking treedt. FORSE BESPARING’ met de agrarische Normaal doet een bedrijfsverzorging verzekeraar dan niets (AB). ‘Zo’n voor de verzekerde’, reductieregeling bij een AB is licht Reinders toe. ‘Boeren hebben waardevol, maar vooral voor de korte juist in die eerste periode echter vaak termijn interessant. Een AOV sluit je af vervanging nodig. Om hierin verlichting voor de lange termijn. Voor het geval te bieden, compenseren wij voor het je iets overkomt wat niemand hoopt, inhuren van vervangende arbeid.’ maar helaas iedereen kan overkomen. In de praktijk werkt dat als in dit voorbeeld: een melkveehouder is voor € 40.000 verzekerd. Als je daarvan 7/365e deel neemt, komt je op € 767,-. ‘Ik bespaar zeker meer dan € 1.000 per jaar’ Dit bedrag vergoedt De Goudse. Bart Huitema (31) heeft in Oudehaske samen met zijn familie een bedrijf met 120 melkkoeien en 1.200 vleesvarkens. Ruim vijf jaar geleden trad hij Vertrouwen officieel toe tot het bedrijf en sloot een Arbeidsongeschiktheidsverzekering ‘Verzekeren is ook een kwestie van (AOV) af bij Interpolis. Onlangs sloot hij die via Agriland over naar De Goudse. vertrouwen’, stelt Wilco de Boer. ‘Wilco de Boer tipte mij over de besparingsoptie. Het scheelt zeker 30 tot 40 ‘Melkveehouders die bij ons verzekerd procent in de kosten. Exact weet ik het niet eens, maar dat betekent voor zijn, moeten er op kunnen vertrouwen mij meer dan € 1.000 per jaar. En dat voor dezelfde voorwaarden met extra dat ik hen een goed product adviseer. faciliteiten in de eerste week van ziekte. Ik heb mij er wel over verbaasd dat Dit AOV-pakket van De Goudse biedt het zoveel scheelde, maar ik begrijp dat ons risicoprofiel is herijkt en dat we duidelijk meer dan andere pakketten en nu als minder fysiek zwaar beroep worden ingeschaald.’ is goedkoper. Op de totale looptijd van Huitema sloot bewust een AOV af en wil daar ook mee verder, ondanks dat een ondernemer die op z’n twintigste het kostenplaatje ook nu nog aanzienlijk is. ‘Het is duur ja, maar ik heb nu een AOV afsluit tot 67 jaar, gaat het ook een vrouw en dochter en daarvoor voel ik mij mede verantwoordelijk. soms om forse bedragen. Bijna té fors, Het risico op wegvallen van inkomen, door bijvoorbeeld een ongeluk, dek ik zou je denken als je argwanend bent. daarom bewust af.’ Maar als ik niet in het product geloofde, adviseerde ik het niet.’
MELK van het NOORDEN
17
MELK van het NOORDEN
36 26
MELK van het NOORDEN
MELK van het NOORDEN
18
27
ACHTERGROND
TETRA’S EN KLAVERS FAVORIET in het Britse klimaat gekweekt zijn. De genoemde mengsels scoren op opname bovengemiddeld goed, maar tonen niet een hoger suikergehalte. Terwijl suiker toch ook staat voor smakelijkheid. Paulus Strikwerda van Hoogland BV verklaart dit door het hoge aandeel tetra’s in deze mengsels. ‘Diploïde grassen geven een dichtere zode wat zorgt voor een ‘Het eerste wat opviel was dat de goede draagkracht. Door de dichtere schapen, die in de winter als eerste zode wordt het gras echter ook iets op het perceel liepen, al de thimothee eerder muf; tetra’s en klavers blijven eruit vraten’, vertelt Egbert Wierenga. langer smakelijk wat de hoge opname ‘Voor mij was dat de verklaart.’ eerste les: thimothee Wierenga is ‘IK BEN ERG is zeer smakelijk, enthousiast over de maar niet geschikt Engelse grasmengsels. BENIEUWD HOE om als monomengsel ‘Ik kijk nu met veel DE ENGELSE te zaaien. De zode interesse hoe die GRASMENGSELS wordt er te open door rassen de winter DE WINTER waardoor je meer doorkomen. Als pollen en onkruid dat positief uitpakt, DOORKOMEN’ krijgt.’ gebruik ik deze rassen waarschijnlijk als ik Smakelijke tetra’s weer op een perceel herinzaai toepas.’ Op de Groninger zeeklei kwam Havera 1 gemiddeld gezien als beste uit de Kruidenrijk test. Op voederwaarde, hergroei en In de proef waren ook enkele vooral opname scoorde dit mengsel, kruidenmengsels meegenomen, dat voor 70 procent uit tetraploïde waarvan één zeer kruidenrijke. Qua Engels Raai bestaat, erg goed. Ook de opname kwam dit mengsel het minste mengsels Kingshay Preffered + klaver uit de proef. ‘Kruidenrijke grasmengsels en Kingshay Hybrid PRG + klaver kunnen best interessant zijn, mede kwamen duidelijk bovengemiddeld uit door het hoge aandeel hoogwaardige de bus. Dit zijn Britse mengsels die ook mineralen dat ze bevatten’, vindt Strikwerda. ‘Alleen was dit kruidenrijke mengsel in deze proef uitgevoerd met rietzwenkgras. Dat is meer een grassoort voor maaien en werd door de koeien niet echt gewaardeerd. Was de combinatie met Engels Raai gemaakt dan zag de uitkomst er vast anders uit. Het vinden van passende kruidenmengsels in weiderantsoenen is gewoonweg nog een zoektocht de komende jaren.’ Strikwerda stelt dat het er vooral om gaat zoveel mogelijk kilo drogestof weidegras in korte tijd in de koe te krijgen. ‘Kijk je naar de uitkomst van deze praktijkproef dan lijkt een combinatie van Havera 1 met klavers het ideale weidemengsel. Maar dat is over één jaar. We wachten eerst de winterhardheid en hergroei volgend jaar af voor we kijken wat de beste keuzes zijn.’
Qua smakelijkheid, opname en voederwaarde scoren weidemengsels met een hoog aandeel tetra’s en klavers bovengemiddeld goed. Dat blijkt uit de proef gehouden bij maatschap Wierenga-Grashuis in Garnwerd. Voor kruidenrijke grasmengsels blijkt de ideale mix nog een zoektocht. Sjoerd Hofstee Hoogland BV
De maatschap Wierenga-Grashuis houdt circa 170 melk- en kalfskoeien op 90 hectare grasland. De melkveestapel krijgt vanaf het vroege voorjaar weidegang; zodra en zolang het kan dag en nacht. Hierbij hanteert de melkveehouder het systeem van roterend standweiden. ‘De dieren lopen nooit tweemaal direct achterelkaar op hetzelfde perceel. Ze gaan steeds rond over enkele percelen waarbij ze elke 5 tot 6 dagen weer terugkomen op een perceel.’ Wieringa was direct geïnteresseerd mee te werken aan een weidegangproef die Hoogland BV afgelopen voorjaar startte in Friesland op klei op veengrond en bij WierengaGrashuis op zeekleigrond. Vier hectare was aan herinzaai toe. Op dit perceel werden in het najaar van 2018 dertien verschillende grasmengsels in stroken ingezaaid. Vanaf het voorjaar tot de herfst van 2019 werden onder andere opname, voederwaarde en hergroei gemeten.
De koeien van maatschap WierengaGrashuis verdeelden zich op het proefperceel meestal redelijk evenredig over de verschillende stroken met weidemengsels. Toch waren de verschillen in opname over de hele zomer goed meetbaar.
MELK van het NOORDEN
19
www.agrilandassurantieadvies.nl Uw adviseurs: Wilco de Boer: René van der Meer: Feite Roelevink: Frits Biegel:
06 - 50 66 02 44 06 - 25 05 41 44 06 - 11 88 84 88 06 - 27 08 81 29
Balthasar Bekkerwei 70, Leeuwarden • 058 20 10 151
PARTNERKANTOOR VAN
HEALTHY ANIMALS – HIGH PROFITS •
Gefermenteerde gist, ter verhoging van de voerefficiëntie en diergezondheid
•
Pensbestendig gefractioneerd vet, voor verhoging van melkvet en melkproductie
•
Pensbestendige choline, voor een soepele transitieperiode en betere vruchtbaarheid
•
Langzaam vrijkomend ureum, voor een hogere productie microbieel eiwit
speerstra.com Postbus 160 | 8530 AD Lemmer | T +31 (0)514 569 001 | F +31 (0)514 569 002 | E mail@speerstra.com MELK van het NOORDEN
20
ACHTERGROND
‘NIETS MIS MET DEZE HANDEL’ Het is een terugkerende klacht onder melkveehouders: handelaren in fosfaatrechten houden kunstmatig de prijs hoog. ‘Niets van waar. Deze handel is juist super transparant’, reageren enkele handelaren en beheerders van online verkoopsites. Sjoerd Hofstee Landpixel
Via internet is de handel transparant. Handelaren en potentiële kopers kunnen dit te allen tijde op de voet volgen.
De handel in fosfaatrechten gaat met sterke pieken en dalen. Verschijnt er een nieuwsbericht wat mogelijk invloed heeft op de prijsvorming, dan haasten handelaren zich naar hun bureau. Zij weten dat de telefoon dan gaat rinkelen. Meer dan eens kregen deze handelaren de laatste twee jaar het verwijt de prijs kunstmatig hoog te houden. Bijvoorbeeld door rechten op te kopen en vast te houden. Ook wordt gesuggereerd dat bij een dalende prijs het aanbod op verkoopsites opeens offline wordt gehaald. In de Tweede Kamer werden er zelfs al vragen over gesteld aan minister Schouten. Die liet weten geen vergaande aanwijzingen te hebben die wijzen op manipulatie. ‘En zo is het ook’, zegt Ids Schaap van Fosfaatrecht. nu. ‘Natuurlijk kan ik ook niet uitsluiten dat er handelaren zijn die soms hun aanbod te snel offline halen of juist een partijen rechten langer vasthouden en speculeren op hogere prijzen. Sterker nog, ik weet wel zeker dat dit in een enkel geval is gebeurd in de afgelopen
twee jaar. Maar dat zijn incidenten. Niets wijst erop dat het vaak gebeurt.’ Quotum.nu Schaap noemt de handel juist erg transparant. Volgens hem ligt dat aan verkoopsite quotum.nu. ‘Negentig procent van de potentiële kopers kijkt op quotum.nu. Iedereen ziet hetzelfde aanbod op hetzelfde moment. Boeren
‘EERSTE BELLERS HEBBEN GELUK, DAARNA IS HET SNEL OP’ die voornemens zijn te kopen, zien dan het aanbod krapper worden of ze zien dat een daling stagneert. Komt er dan ook nog een nieuwsbericht voorbij dat de boel triggert, dan bellen meerdere boeren in een tijdsbestek van enkele uren meerdere handelaren. De handel heeft doorgaans weinig voorraad dus de eerste bellers hebben MELK van het NOORDEN
21
geluk; daarna is het op. De boeren die achter het net vissen, bellen nog een aantal handelaren en krijgen daar dan nul op het rekest. Vervolgens denken deze laatste handelaren dat er plots veel vraag is en zoeken andere kilo’s. Daarvoor bieden ze meer geld en plaatsen advertenties met een hogere prijs.’ Schaap bevestigt dat in zo’n geval van relatief veel verkoop in een korte tijd hij ook advertenties met aanbod snel offline haalt. ‘Maar dat is omdat wij op dat moment geen, of onvoldoende ander aanbod voorhanden hebben. Daarvoor moeten we eerst zelf weer rondbellen.’ Geen afspraken Co Scholten is eigenaar van de website quotum.nu. Hij denkt dat het verhaal van Schaap grotendeels klopt. ‘Bij nieuwartikelen die de prijs kunnen beïnvloeden, zien wij direct een piek in bezoekersaantallen. Ook aanbieders houden dit scherp in de gaten; dat lijkt mij ook logisch.’ Scholten gelooft niet in prijsafspraken of veel speculatie. ‘De prijzen fluctueren echt sterk. Daar valt slecht op de speculeren, lijkt mij. En afspraken onder elkaar wie wel of niet op een bepaald niveau mag verkopen, maken handelaren echt niet. Uiteindelijk willen ze allemaal handel doen, dat is hun verdienmodel. Ze zouden wel gek zijn als ze daarover afspraken zouden maken.’ Jan Dortmans bemiddelt voor DLV Advies in fosfaatrechten. Hij herkent zich sterk in het verhaal dat nieuwsfeiten de meeste invloed hebben op de handel en de prijsvorming. ‘De sterke prijsfluctuaties wijt ik dan ook aan frequente wijzigingen in regelgeving.’ In manipulatie of speculatie door handelaren gelooft hij niet. ‘Er zal vast eens een handelaar tussen zitten die wat rechten vasthoudt, maar dat gebeurt niet veel. Stel iemand doet dat met 1.000 kilo fosfaat. Er staat momenteel 20.000 kilo te koop. Op de prijsvorming heeft zo’n portie dus weinig invloed’, zegt Dortmans om te vervolgen dat hij nog geen week vooruit kan voorspellen hoe de prijs beweegt. ‘In zo’n markt wil je speculatie wel achterwege laten.’
Voor levering en plaatsing van: Starre- en spiraalvijzels, Polyester silo’s, Graanverwerking. Tevens uw adres voor siloreparaties.
www.whvanderheide.nl
Service en onderhoud, wij staan 24/7 voor u klaar. 0512-360001 22 MELK van het NOORDEN
REPORTAGE
TOEWERKEN NAAR PLANETPROOF Melkveehouders Henk en Jannie van der Veen in Surhuizum willen PlanetProof-melk produceren. Om toegelaten te worden zetten ze in op CO2-reductie. Bouke Poelsma
De koeien in de stal realiseren een rollend jaargemiddelde realiseren van 8.500 liter, met 4,40 procent vet en 3,50 procent eiwit.
Tijdens zijn studie aan de Hogere Landbouwschool kwam de nu 54-jarige Henk van der Veen tot de conclusie dat hij op een andere manier wilde boeren dan zijn vader jarenlang gewend was. ‘Het moet en het kan anders, zo vond ik toen al. Ik wilde meer aandacht besteden aan de bodem, meer melken van eigen ruwvoer en weidegang toepassen’, vertelt de maatschappelijk betrokken melkveehouder. Het boerenbedrijf is al decennialang eigendom van familie Van der Veen. ‘ik ben de vierde generatie. Onze zoon Roelof staat klaar om het bedrijf op termijn over te nemen’, vertelt de melkveehouder, niet geheel zonder trots. Met het oog op de toekomst wil Henk van der Veen graag PlanetProof-melk produceren. De melkveehouder gelooft in de kracht en het perspectief van het PlanetProof-certificaat, dat verder reikt dan de zuivelsector alleen. Drie thema’s staan bij PlanetProof centraal: Biodiversiteit, Dierenwelzijn en
Klimaat. ‘Als het gaat over die eerste twee thema’s dan voldoen we aan alle eisen. We moeten aan de slag met het thema Klimaat’, vertelt de ondernemer, die een scala aan maatregelen nam om de CO₂-uitstoot te reduceren. Hij verlaagde de kunstmestgift van
‘MOLLEN ZIJN TEKEN VAN RIJK BODEMLEVEN’ 100 naar 15 kilo stikstof per hectare; een forse reductie. ‘We werken met een toevoegmiddel in de mest, zodat we minder stikstof kunnen strooien.’ De kwaliteit van de graskuilen houdt
Henk en Jannie van der Veen op een perceel van hun 59 hectare grasland.
MELK van het NOORDEN
23
hij ermee op peil. Het inkuilen van het gras verzorgt Loon-, Grondverzet- & Transportbedrijf Luimstra, ook uit Surhuizum. Luimstra is CO₂-ladder niveau 3 gecertificeerd, werkt zo ook richting een CO₂-neutrale bedrijfsvoering en verstrekt gegevens over het CO₂-verbruik bij bijvoorbeeld inkuilwerkzaamheden aan de melkveehouder. Ureum verlagen De melkveehouder verlaagde ook de krachtvoergift. Het aandeel krachtvoer per 100 kilo melk is nu 25 kilo. Hij koos daarnaast voor eiwitarmer krachtvoer, ook om C0₂ te reduceren. ‘De bodemvoorraad aan stikstof was enorm. Het ureumgehalte was met 27 aan de hoge kant. We zitten nu op een ureum van 22 en willen toe naar 18’, vertelt de melkveehouder. Met PlanetProof – begin volgend jaar hoopt hij het certificaat te ontvangen – wil hij profiteren van een plusje van 2 cent op de melkprijs. Bij de investering in een nieuwe 24-stands binnenmelker kan hij met het productiecertificaat bij de bank profiteren van een rentevoordeel van 0,5 procent. ‘We melken nu in een 2x6-visgraat. We willen volgend jaar toe naar 120 melken kalfkoeien en hebben nog meer stalruimte. Met de carrousel spelen we daar op in.’ In 1992 werd in sommige stukken land van de melkveehouder een organische stofgehalte van 2 procent gemeten. Inmiddels is dat percentage toegenomen tot gemiddeld 9. ‘Op sommige percelen hebben we nu zelfs last van mollen. Die zitten daar niet voor niets. Dat is een teken van een rijk bodemleven’, aldus de Friese melkveehouder.
E. coli en Mastitis natuurlijk ® bestrijden met MASCOL Vermindert het gebruik van antibioticagebruik. Stimuleert krachtig de lichaamseigen afweer.
0
Onderdrukt een opkomende ontsteking.
dagen
WACHTTIJD Een product van:
Rinagro
Tel. 0515-232724 Smart Farming www.rinagro.nl
Scan de QR code en lees meer op www.rinagro.nl
Heeft u de fosfaatplanning
voor 2019 al rond? WILT U FOSFAATRECHTEN KOPEN OF VERKOPEN? BEL 085-4016809
MELK van het NOORDEN
24
BEURSNIEUWS
VAKBEURS NAAR GRONINGEN De eerste editie van de Landbouw Vakbeurs stamt uit 1985. Na omzwervingen in verschillende plaatsen krijgt deze beurs van 21 t/m 23 januari 2020 een doorstart in MartiniPlaza in Groningen. Gerard Stamsnijder is directeur van AST Expo BV en al decennialang verbonden aan de Landbouw Vakbeurs. De beurs startte in Borne en had van 2008 tot 2017 Assen als thuisbasis. Stamsnijder vertelt wat ertoe bracht afscheid te nemen van Assen en in januari in Groningen ‘zijn’ beurs voor Noordelijke agrariërs te organiseren: ‘De exploitant van de hal in Assen wilde ons richting een samenwerking met Fedecom sturen. Wij willen echter onafhankelijk opereren.’ Voor Stamsnijder geldt dat bezoekers en standhouders tevreden moeten zijn. ‘Beide groepen moeten een volgende editie weer willen komen. Slagen wij daar niet in, dan doen we het niet goed genoeg.’ De Landbouw Vakbeurs vindt van dinsdag 21 januari tot en met donderdag 23 januari plaats; elke dag van 13.00 tot 22.00. ‘Dat zijn tijden en dagen die de boeren het beste passen, weten we uit ervaring’, licht Stamsnijder toe. ‘Ook ligt Groningen voor veel boeren mooi centraal,
De Landbouw Vakbeurs kent een divers aanbod van standhouders.
is er voldoende parkeerruimte dichtbij en is er ruimte voor seminars en workshops naast de beursvloer.’ Ook bij de beurs in januari wordt daar al gebruik van gemaakt in de vorm van een openingscongres in samenwerking met de Rabobank en LTO Noord. ‘We verwachten zo’n 10.000 bezoekers, vooral uit de drie Noordelijke provincies’, vertelt Stamsnijder. ‘Naast het openingscongres kunnen die kennis opdoen bij 130 zeer diverse standhouders. Als bezoekers tevreden vertrekken met meer kennis als bagage, ben ik ook tevreden.’
Kaarten kosten € 10 aan de kassa en in de voorverkoop € 7. Die zijn online te bestellen via landbouwvakbeurs.nl.
Heeft u uw mestverwerking
ld? e g e r e g l a 9 1 0 2 r o o v KIJK VOOR DE SCHERPSTE PRIJS VAN VVO’S OP WWW.MESTVERWERKEN.NU
MELK van het NOORDEN
25
ECONOMIE
ECONOOM EDIN MUJAGIĆ: Jonge melkveehouders met investeringsplannen hoeven zich geen zorgen te maken: de leenrentes blijven de komende jaren extreem laag. Slecht nieuws voor oudere melkveehouders met veel spaargeld: dat geld wordt elk jaar 3 procent minder waard en dus teren ze de komende jaren in op vermogen. Jelle Feenstra Landpixel en OHV
Het was een prikkelend relaas dat Edin Mujagić (42), hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer, op woensdag 6 november neerlegde in het Abe Lenstra-stadion in Heerenveen. Kenniscoöperatie Niscoo hield er een bijeenkomst voor agrarische ondernemers over de kansen en bedreigingen op de financiële markten. Centraal stond de al tijden historisch lage rentestand. Blijft die rente laag? ‘Ja. De kans dat er een 11-stedentocht komt op 31 juli is groter dan dat de korte en lange rentes op de kapitaalmarkt spoedig normaliseren’, stelde Mujagić. Boeren kunnen dus de komende jaren onbekommerd geld tegen lage rentes blijven lenen – er zit nog wel een addertje onder het gras maar dat komt verderop in dit artikel - terwijl boeren die geld op de spaarrekening hebben staan de klos zijn. De inflatie in Nederland ligt momenteel rond de 3 procent. ‘Dat
betekent bij de huidige spaarrente van circa 0 procent dat je elk jaar 3 procent inteert op je spaargeld’, concludeert Mujagić. Sommige banken spelen zelfs met de gedachte om een negatieve spaarrente in te voeren. Het spaargeld gaat dan waarschijnlijk massaal in een oude sok, naar een andere bank, wordt belegd of opgenomen om de hypotheek mee af te lossen. Zo ver is het nog niet in Nederland. ‘Maar dat de bom van goedkoop geld een keer ontploft en Nederland flink gaat tegen werken bij economische recessie, daar ben ik van overtuigd’, zegt Mujagić. Verkeerd beleid banken De econoom verwijt de Europese Centrale Bank (ECB) en de Amerikaanse tegenhanger Fed – dit zijn de banken die boven de gewone commerciële banken staan - dat ze veel te lang zijn doorgegaan met het verlagen van de rentes en het
opkopen van staatsobligaties. Dit beleid is bedoeld om de economie te stimuleren en de inflatie aan te jagen. De redenering is: bij een lage rente is het aantrekkelijker om geld uit te geven of te investeren, wat de economie een boost geeft. Om weer uit de vorige economische crisis - die duurde van 2008 tot 2013 - te komen, waren dat prima instrumenten, aldus Mujagić. ‘Maar de fout die banken hebben gemaakt, is dat ze uit angst voor economische terugval dit beleid tot op de dag van vandaag hebben doorgezet, zelfs nu het economisch al een aantal jaren beter gaat. Daarmee hebben de centrale banken huishoudens, bedrijven en banken verslaafd gemaakt aan gratis geld. En nu draai je dat niet zo makkelijk meer terug.’ Mujagić had liever gezien dat de centrale banken een paar jaar eerder waren gestart met kleine, voorzichtige renteverhogingen, dit om natuurlijke en robuuste groei van de economie te houden. ‘Nu is feitelijk sprake van een onnatuurlijke situatie die zo maar een keer kan ontploffen. En dan heb je geen middelen als renteverlaging of opkopen van staatsobligaties meer, omdat je die onderdeel van structureel beleid hebt gemaakt.’ Een gevolg daarvan kan zijn dat een nieuwe
‘De kans op een 11-stedentocht op 31 juli is groter dan dat de korte en lage rentes op de kapitaalmarkt spoedig normaliseren’, stelt Edin Mujagić.
MELK van het NOORDEN
26
‘RENTES BLIJVEN LAAG’ ondernemers is hij met enige regelmaat te zien aan de interviewtafel van www. boerenbusiness.nl en hij schreef een aantal boeken, waaronder het veelbesproken Geldmoord, waarin hij de rol van de centrale banken kritisch onder de loep neemt. Hij zegt: ‘Zonder tot de conclusie te komen dat we in
‘BANKEN HEBBEN ONS VERSLAAFD GEMAAKT AAN GRATIS GELD’
Edin Mujagić, auteur van het boek Geldmoord.
economische crisis dieper en heftiger kan worden als die van 2008. Te meer omdat door het goedkope geld de schulden van bedrijven en landen inmiddels ook aanzienlijk hoger zijn dan in 2008. Toen kromp de economie fors, regende het faillissementen, steeg de werkloosheid enorm en schrompelde de wereldhandel ineen. Oorlog Joegoslavië Waarom hebben banken dat niet gedaan, de rentes eerder verhogen? Mujagić: ‘Een speeltje afpakken van iemand die verslaafd is, is lastig. Je weet nooit hoe zo iemand reageert: of die persoon gaat stil in een hoekje zitten of begint wild om zich heen te slaan. En als iemand wild om zich heen begint te slaan, kun je economische instabiliteit en in het allerergste geval oorlog krijgen.’ Mujagić ondervond het zelf aan den lijve, in het voormalige Joegoslavië, dat als gevolg van een diepe financiële crisis en ruzies over geld tussen het rijke noorden en het arme zuiden werd verscheurd. Hij vluchtte naar Nederland, waar hij als macro- en monetaire economisch analist aan een mooie carrière werkt. Voor agrarische
Europa afstevenen op oorlog, zie ik wel veel parallellen met wat er toen in Joegoslavië gebeurde en nu in Europa, met toenemende tegenstellingen tussen Noord- en Zuid-Europese landen. Ook daar werden de geldpersen aangezet om de problemen op te lossen, zonder resultaat. Ook daar weigerden deelstaten om de economie met goedkoop geld tijdig te hervormen. In de economische historie liggen veel wijze lessen opgesloten. Ik maak me niet direct zorgen over een oorlog, wel of de euro over tien jaar nog bestaat.’ Nieuwe crisis tijdkwestie Dat er een nieuwe economische crisis komt, leidt voor Mujagić geen twijfel. Sterker nog, de tekenen dat het economische tij aan het keren is, zijn volgens hem niet meer te negeren. Dat is ook niet erg, vindt hij. ‘Recessies horen onlosmakelijk bij economische ontwikkeling. Je kunt recessie met veel kunst- en vliegwerk een tijdlang uitstellen, maar nooit helemaal uitbannen. De centrale bankiers denken dat ze dat wel kunnen, maar ik geloof daar niet in. Het gevolg van alsmaar rente verlagen en opkopen van staatsschulden is dat ze bij een nieuwe periode van laagconjunctuur door hun munitievoorraden heen zijn en de recessie harder en dieper wordt dan nodig.’ Wanneer die recessie er komt, durft Mujagić niet te voorspellen. ‘Het kan nog een paar jaar goed gaan, maar vaak is het een hele onverwachte gebeurtenis die de boel ook ineens volledig op de kop kan zetten.’ Welk scenario zich ook ontpopt, wat er ook gebeurt: ‘De rentes blijven laag’, MELK van het NOORDEN
27
Lagere rente claimen bij bank De Française Christine Lagarde is begin deze maand gestart als nieuwe hoogste baas van de Europese Centrale Bank (ECB). Ze is de opvolgster van de Italiaan Mario Draghi. Het beleid van de ECB om de rente verder te verlagen en schulden van banken op te kopen, lijkt, tot spijt van econoom Edin Mujagic, onverminderd te worden voortgezet. Voor de korte termijn ziet hij voor boeren echter wel een klein rentevoordeel dat ze kunnen claimen bij hun bank. ‘De rente voor commerciële banken op speciale ECB-leningen gaat iets omlaag, terwijl de banken over grote bedragen die ze verplicht moeten aanhouden van de ECB geen negatieve rente hoeven te betalen. Die twee zaken rechtvaardigen de vraag van boeren aan hun bank om die voordeeltjes te vertalen in een wat lagere leenrente.’ zo voorspelt Mujagić. Hij baseert zich daarbij op de inflatieverwachtingen voor de komende jaren én uitspraken van de nieuwe ECB-voorzitter Christine Lagarde. Zij wil het beleid van renteverlaging en opkopen van obligaties voortzetten. En als er toch een recessie komt? ‘Ook dan blijven de rentes laag om de economie er weer bovenop te helpen.’ Risico-opslag banken Wat betekent dit alles nu voor de renteverhogingen die commerciële banken aan ondernemers – lees boeren – doorrekenen? ‘Die blijven laag, maar wel met een duidelijke kanttekening: bij slechter wordende financiële vooruitzichten gaan banken extra risico-opslag in rekening brengen. Dat betekent dat ondernemers op hun spaargeld 0 procent rente krijgen en in de krant lezen dat de rentes zo laag zijn. Maar als ze dan lenen, schrikken ze vervolgens van een stijgende rente vanwege de opslag die de bank rekent. Durf daar kritisch op te zijn naar je bank.’
VERHUISD NAAR GRONINGEN
LANDBOUW VAKBEURS DINSDAG - WOENSDAG - DONDERDAG
21 T/M 23 JANUARI
MARTINIPL A Z A GRONINGEN
INFORMATIE Openingstijden di. 21 januari wo. 22 januari do. 23 januari
LOCATIE 13.00 - 22.00 uur 13.00 - 22.00 uur 13.00 - 22.00 uur
Adres Martiniplaza Groningen Leonard Springerlaan 11a 9727 KB Groningen
ORGANISATIE AST Expo B.V. info@ast-expo.nl www.ast-expo.nl
Route A7/ N7 ring West - afrit 36
W W W . L A N D B O U W V A K B E U R S . N L MELK van het NOORDEN
28
OPINIE
(STIK)STOF TOT NADENKEN Melkveehouder Peter Oosterhof uit het Drentse Foxwolde gooide vijf jaar geleden het roer volledig om. Die koerswijziging heeft het boeren voor hem weer leuk gemaakt. In dit opiniestuk legt hij uit waarom. Peter Oosterhof Marieke den Oudsten en Peter Oosterhof
De koeien van Peter Oosterhof weiden in december nog gewoon, hij melkt er 110 op 80 hectare land.
Vijf jaar geleden ging in anders boeren. Een bewuste keuze was dat niet, ik was een beetje zat van het high input model. Nu zeg ik: die koerswijziging heeft het boeren weer leuk gemaakt, niet alleen voor mij maar ook voor mijn omgeving. Economisch legt het me geen windeieren. Ik laat tussen koe en gras nu veel stappen weg, dat bespaart kosten. Het geeft me ook een goed gevoel dat ik als boer niet langer een verdienmodel ben voor toeleverende bedrijven. Ik heb nu zelf weer een goed verdienmodel, terwijl de nieuwe manier van boeren ook nog een oplossing biedt voor veel hedendaagse problemen. Zonder KAS geen PAS Neem stikstofreductie, in mijn ogen niet erg ingewikkeld om te realiseren. Minder kunstmest en krachtvoer betekent minder stikstof. Als je ook nog veel beweidt, blijven mest en urine een groot deel van het jaar gescheiden, dat betekent nog minder stikstof. Zonder KAS geen gras hoor ik vaak. Ik zeg liever: zonder KAS geen PAS. Minder gras? Nee hoor, ik breng diversiteit aan in de vorm van stikstofbindende klavers en kruiden, zo gaan economie en ecologie hand in hand. Daar kan geen kunstmestfabriek tegen op. Weiden spaart de bodem: geen verdichting. Ook heb ik meer verschillende groeistadia, gunstig voor weidevogels en insecten.
Weiden bespaart ook diesel (CO2) en voorkomt maaislachtoffers. De conserveringsverliezen van 15 tot 20 procent bij het inkuilen ben ik kwijt, nu gaan de hoogste voedingswaarden van gras direct de koe in. Dat scheelt krachtvoer. Elke wagen gras die ik
‘NIEUWE WEG VOELT ALS UIT DE KAST KOMEN’ minder van het land haal, scheelt een tank drijfmest retour (CO2, NH3). Meer diversiteit aan planten betekent een beter en dieper wortelend gewas. Dat betekent minder uitspoeling, meer organische stof, meer CO2-vastlegging. De grootste winst is geen kunstmest: 25 procent van de Nederlandse aardgasproductie gaat op aan het maken van stikstofkunstmest. Landschapsplezier Landschapspijn is landschapsplezier
Paardenbloem verrijkt het land.
MELK van het NOORDEN
29
geworden. De koeien doen het werk dus is kavelvorm en grootte van minder belang. Landschapselementen zijn op mijn bedrijf juist een meerwaarde: schaduw voor de koeien, plek voor het wild en de vogels, die op hun beurt de muizenpopulatie in toom houden. Resultaat is een divers landschap met weidende koeien, plek voor natuur en minder transportbewegingen op de smalle weggetjes in het buitengebied. Voor mijn ommezwaai voelde ik me soms meer apotheker dan boer. Nu zijn de koeien gezonder. Of dit nou komt door een lagere melkproductie, kruidenrijk grasland, minder krachtvoer of een minder melk-typisch gefokte koe, het zal de combinatie zijn. Voor aantal boeren oplossing Voor Maar voor een groot aantal grondgebonden extensieve bedrijven denk ik dat zo boeren een pracht van een oplossing is. De vaste erfbetreders zullen proberen de boer op andere gedachten te brengen: ze adviseren om meer te bemesten, meer bij te voeren en meer te gaan melken. Gelukkig ben ik op mijn weg de juiste mensen tegen gekomen, adviseurs die me op het juiste pad weten te houden en een tegengeluid geven tegen de nog steeds komende erfbetreders van voorheen. Daardoor is het op mijn bedrijf de laatste jaren meer door minder geworden. Minder kosten, meer verdienen. Meer werkplezier, meer ruimte voor natuur en weer meer boer. Is er dan niets minder geworden? Ja, de uitstoot. Minder NH3, minder CO2. En minder stress. Ik ga verder op de ingeslagen weg. Met stichting Het Drentse Landschap voer ik verkennende gesprekken voor meer bomen en struiken op mijn grond. Verder denk ik aan het aanleggen van poelen en zelfs aan kleinschalige akkerbouw. Met dit stuk hoop ik een steentje bij te dragen aan het verduurzamen van het landbouwsysteem. Ik merk dat veel collega’s behoorlijk geïnteresseerd zijn, maar nog in de afwachtstand staan. Heel begrijpelijk. Een nieuwe weg inslaan tegen de geijkte richting in…., het voelt toch een beetje als uit de kast komen.
INTERVIEW
‘MELK OP BASIS VAN MICROBIOL Als het melkveehouders lukt om een gezond bodemklimaat te krijgen, dan maken ze écht grote stappen voorwaarts. Dan creëer je een klimaat waarin aerobe bacterie-eiwitten omgevormd worden naar aminozuren voor de grasplant. ‘Het resultaat is beter ruwvoer met eiwit dat de koe één op één kan omzetten in melkeiwit, dus amper nog uitstoot van stikstof en broeikasgassen. Dat is in mijn ogen het verdienmodel voor de toekomst’, zegt bodemdeskundige Rinze Joustra. Jelle Feenstra Anne van der Woude
Rinze Joustra: ‘Het beleid wankelt, milieu en volksgezondheid bepalen in de toekomst het beleid van de agrarische sector.’
MELK van het NOORDEN
30
Rinze Joustra heeft veel kennis over de bodem. Hij maakt al jaren naam met Rinagro, een bedrijf in mineralenmengsels met bacteriën. Het meest bekende mengsel van het bedrijf heet Agrimestmix. Het toevoegen van deze ‘vloeistof met minerale zuurstof’ aan de mest zorgt ervoor dat in de voorheen vrijwel zuurstofloze drijfmest (anaerobe) een veel zuurstofrijkere omgeving (aerobe) wordt gecreëerd. ‘Met het mengsel switchen we binnen een week de microbiologie van anaerobe naar aerobe. En dan krijg je langzaam maar zeker weer gezond leven in de bodem en begint deze microbiologisch eiwit te leveren, met alle voordelen van dien.’ Joustra claimt dat als gevolg van deze aanpak de koeien gezonder en productiever worden. Bijkomende winst van Agrimestmix is nagenoeg geen uitstoot van stikstof, methaan en lachgas. Het kost een bedrijf met 110 koeien ongeveer € 1.750 om de mest met Agrimestmix te behandelen. Het aantal melkveehouders dat zijn mengsel gebruikt groeit, jaar op jaar. Telde RinAgro in 2010 zo’n 750 klanten, nu zijn het er 2.700 in Nederland en zo’n 1.000 in het buitenland. Opereerde hij eerst vanuit Piaam, tegenwoordig heeft hij ook vestigingen in Leeuwarden en het Duitse Kleef. Tijdens het interview rinkelt de telefoon onophoudelijk, de stikstofcrisis heeft iets losgemaakt. ‘Er is beweging’, constateert Joustra. Morgen rijdt hij samen met een goede klant van hem, melkveehouder Auke Stremler uit Jorwert, naar Bunnik. Daar werkt dé stikstofdeskundige van Nederland, Jan Willem Erisman. Hij is geïnteresseerd in de visie van Joustra en wil graag horen welke rol het mineralenmengsel kan spelen om uit de stikstofimpasse te geraken. Twee dagen later is in De Pathé in Amsterdam de première van een documentaire over het gedachtengoed van Joustra. De stikstofcrisis regeert over Nederland, het lijkt erop dat de visie van Rinze Joustra uiterst serieus wordt genomen.
LOGISCH EIWIT IS DE TOEKOMST’ Wat mankeert er volgens u aan de huidige manier van boeren in Nederland? ‘Kunstmest en het injecteren van drijfmest hebben de bodem dood gemaakt. Nitraat is de gangbare stikstofvorm geworden en heeft de oorspronkelijke eiwitkringloop verdrongen. Maar nitraat belast levende wezens te veel. Een koe krijgt er een te hoog ureum van in de melk, geiten, schapen, paarden, mensen, niemand kan er goed over. Het gevolg is slechte eiwitbenutting, verliezen naar het milieu en gezondheidsproblemen.’ Joustra heeft er een duidelijke theorie over. ‘De kern is: met digistaat en drijfmest breng je anaerobe bacteriën in de grond en anaerobe bacteriën breken geen organisch materiaal af. Je krijgt er wel gasvorming van: ammoniak, lachgas, blauwgas en methaan. De grond wordt nu enkel en alleen gebruikt als substraatteelt. Alles wat erop groeit, groeit op de bemesting die we er opbrengen. We hebben de microbiologie uitgeschakeld en een levenloze omgeving gecreëerd.’ Hoe gaan we dat omdraaien? ‘Zolang er geen onderscheid wordt gemaakt tussen een anaerobe of een aerobe bodemklimaat, ofwel een levenloos of levende bodem, kun je de mooiste kringloopplannen bedenken, maar wordt de eiwitbenutting nooit veel beter en blijven we op een dood spoor zitten. De koe wordt dubbel belast, eerst omdat hij nitraateiwit uit het gras niet goed benut en vervolgens omdat er energierijk voer in moet om het ureum laag te houden. Stoppen met kunstmest is naar de toekomst toe de juiste weg. Maar dan nog duurt het jaren voordat de bodem weer een beetje gezond is.’ Kan het sneller? ‘Als je op korte termijn iets wilt veranderen, moet je de drijfmest levend maken, waardoor de uitstoot van ammoniak en broeikasgassen grotendeels verdwijnt, evenals de geur. Ook blijven er dan meer en betere voedingstoffen in de mest. Dat zorgt ervoor dat melkveehouders minder kunstmest en krachvoer nodig hebben.’
En dat lukt met het toevoegen van Agrimestmix? ‘Ja. Ik heb genoeg onderzoeken die dat staven. De melkveehouders die het gebruiken, boeken op alle fronten vooruitgang. Het mengen van de mest gaat beter, het gras wortelt beter en is smakelijker, bevat veel meer goede eiwitten, mineralen en wordt beter opgenomen. De diergezondheidskosten
‘VOOR NATURA 2000MELK LIGT ER EEN KANS’ zijn aanmerkelijk lager en in de kringloopwijzer scoren de bedrijven heel gunstig.’ Als het zo gemakkelijk was, zou iedereen uw idee toch meteen omarmen? ‘Ik krijg bij de gevestigde instituten geen ingang, omdat er daar alleen maar wordt gedacht in scheikundige formules. Ze denken niet in microbiologie, geloven niet dat er bacteriën zijn die stikstof binden. Die variant hebben wij dus wel ontdekt.
‘Wachten op Spaanse griep 2.0’ Rinze Joustra denkt dat de op nitraat gebaseerde landbouw niet alleen melkveehouders, maar ook de volksgezondheid bedreigt. ‘Het zorgt ervoor dat de anaerobe leefomgeving steeds groter wordt en dat is een omgeving die dood en verderf zaait. Joustra ziet het toenemend aantal listeria- en salmonellauitbraken op melkveebedrijven maar ook bij supermarkten als verontrustende signalen. ‘Wij moeten het gebruik van antibiotica en bestrijdingsmiddelen reduceren, maar de ziekteverwekkende omgeving wordt alleen maar groter, ik vind dat zorgwekkend, het is wachten op een Spaanse griep 2.0, waar we dan geen oplossing meer voor hebben.’
MELK van het NOORDEN
31
We hebben niet voor niks wereldwijd octrooi gekregen op het product, dat is het wetenschappelijke bewijs dat het werkt. De microbioloog die de toetsing deed zei: ik kan mijn opleiding wel in de prullenbak gooien want dit kan niet. Toch kan het.’ Nu nog de beleidsmakers en onderzoeksinstituten in Nederland zien te overtuigen? ‘Veehouders worden op kosten gejaagd met dure mestvloersystemen en luchtwassers. Dat hebben die instituten bedacht. Maar blijkbaar werken die niet, anders hadden we nu geen stikstofprobleem gehad. Dan moet je misschien wat anders gaan proberen, naar de benutting, in plaats van iets doen aan de uitstoot. Maar mijn onderzoeksvoorstellen komen nooit door de onderzoekselectie van Wageningen University.’ Wordt u bewust tegengewerkt? ‘Dat mag ik niet hardop zeggen hè? Mansholt waarschuwde destijds al dat subsidies een eigen wereld creëren en daarom niet voor oplossingen zorgen. Misschien is mijn vinding een bedreiging voor een van de verdienmodellen van Wageningen UR, zoals methaan. Maar het beleid wankelt, milieu en volksgezondheid bepalen in de toekomst het beleid van de agrarische sector, ook dan is het zaak om nog geld te kunnen verdienen.’ Hoe komen we uit de stikstofcrisis? ‘Wij hebben een heel effectieve methode: het omvormen van bacterieeiwitten in aminozuren naar ruwvoer. Resultaat: beter ruwvoer met eiwit dat de koe één op één kan omzetten in melkeiwit en amper nog verliezen naar het milieu. Dat is in mijn ogen het verdienmodel voor de toekomst. Als Carola Schouten of een zuivelverwerker dit oppakt, zou je rondom Natura-2000 gebieden heel goed Natura 2000-zuivel kunnen gaan maken: melk op basis van microbiologisch eiwit in plaats van nitraateiwit. Iedereen weet door de stikstofcrisis meteen wat Natura 2000melk is, dus die kun je vast drie keer zo duur verkopen. Dat zou een prachtige oplossing van de crisis zijn.’
MELK van het NOORDEN
32
ACHTERGROND
FINETUNEN VAN NIEUWE MELKEN Een nieuw melksysteem op de markt zetten is geen sinecure. Hoe ga je bijvoorbeeld om met het reiniging van de melkbekers als dat meer tijd neemt dan gewenst? Jan Castelein vond met hulp van drie scholieren een mogelijke oplossing. Sjoerd Hofstee Langs de Melkweg
Sierd de Boer (links), Wessel Wijnja (midden) en Kees Castelein tonen het prototype met vier buizen om de melkbekers semi-automatisch te kunnen schoonmaken.
Als over melksystemen gesproken wordt, wordt het Nieuwe Melken sinds een paar jaar naast robots en traditionele melkstallen ook genoemd. Dit systeem kenmerkt zich door het weglaten van melkklauwen. Het systeem zorgt er zo voor dat de melkbekers altijd recht onder de uier gepositioneerd zijn en het voor de melker veel lichter en ergonomischer is. De laatste vier jaar is de verkoop en installatie echt op gang gekomen en inmiddels werken zeven melkveehouders in Nederland met het systeem. Om beter te weten hoe deze melkveehouders het systeem ervaren, voerden drie scholieren een enquête uit. Kees Castelein (17), Wessel Wijnja (16) en Sierd de Boer (16) pakten dit op als onderdeel van hun Technasium/Havo 5-opleiding. Van de ondervraagde melkveehouders kregen ze de respons dat het melken veel lichter én sneller gaat dan voorheen. Als nadeel werd benoemd het schoonmaken van de melkbekers. Dit neemt volgens een aantal meer tijd dan wenselijk. ‘Eén van de melkveehouders melkt driemaal daags in een 34-stands carrousel. Het schoonmaken kost hem opgeteld anderhalf uur per dag’,
vertelt Kees Castelein. Hij is de zoon van uitvinder en distribiteur van het melksysteem Jan Castelein. Prototype Melkveehouders die met het systeem werken, halen nu na de melkbeurt alle melkbekers omhoog en spuiten die met een hogedrukspuit schoon.
‘DIT VOORJAAR WILLEN WE EEN ECHTE INSTALLATIE TESTEN’ ‘Het signaal van het tijdrovende schoonmaken hadden we al vaker gehoord’, vertelt Jan Castelein. ‘Gelukkig moesten de scholieren ook een ‘doe-opdracht’ uitvoeren. Ik heb hen daarom gevraagd iets uit
Bevuiling van de melkbekers is een ongegronde vrees, stelt Castelein.
MELK van het NOORDEN
33
te vinden om het schoonmaken te automatiseren.’ De jongelui slaagden erin een prototype te fabriceren en te testen. Hiermee wordt een karretje met daarop vier aluminium buizen over de melkbekers geplaatst. De melkbekers worden op zuignapjes onderaan de buizen vacuüm gezogen. In de buizen zitten borstels en de installatie wordt op perslucht en water aangesloten vanuit de melkput. ‘Het idee is dat de melker na het melken het karretje met de buizen over de eerste stand met melkbekers plaatst. De bekers worden vlot gereinigd en de installatie schuift op naar de volgende stand’, licht Kees Castelein toe. ‘Onze verwachting is dat dit systeem minimaal zo goed en vlot kan werken als het reinigen met een hogedrukspuit. Of dat daadwerkelijk zo uitpakt, moet nog blijken. We zijn door dit prototype wel zo overtuigd van de mogelijkheden dat we een echte installatie laten bouwen. We hopen die in het voorjaar van 2020 uit te proberen op de verschillende melkveebedrijven.’ Ongegronde vrees Over de huidige verschillende melkveehouders gesproken, zijn die er wel voldoende? Zeven gebruikers in vier jaar tijd is mooi, maar ook weer niet echt een hoog aantal. ‘Er is beslist continu interesse van melkveehouders uit binnen- en buitenland’, vertelt Jan Castelein. ‘Onzekerheid door wet- en regelgeving maakt echter dat veel melkveehouders de laatste jaren voorzichtiger zijn geworden om te investeren in een nieuwe melkstal.’ Er is echter nog een punt waar vaak vragen over rijzen. Dat is de vrees voor mest op of in de melkbekers als koeien schijten tijdens het melken. ‘Ten eerste zit er een mestgoot achter wat meer dan 80 procent van de mest wegvangt’, zegt Jan.’Ten tweede hangen de bekers gedurende het melken natuurlijk onder het uier. Dan kunnen de bekers dus niet vervuild raken. Er is dus een slechts een minimale kans, tijdens het aansluiten en de afname van de melkbekers van de uier, dat ze vervuild kunnen raken. Ik zeg altijd: kom gewoon eens proefmelken. Dan zie je dat die vrees ongegrond is.’
DE WEBSHOP OP HET GEBIED VAN MEST(TECHNIEK)! Wij zijn niet zomaar een shop. Wij zijn trots op het feit dat we al meer dan 40 jaar rondlopen in de mest(opslag). Dus ook als u behoefte heeft aan vakmensen voor de montage en reparatie bent u bij ons aan het juiste adres!
MELK van het NOORDEN
34
REPORTAGE
KRACHTVOER UIT DE REGIO Minder import van soja, meer krachtvoer van eigen grond of van akkerbouwers in de omgeving. Dat is het streven waarmee Hoogland BV invulling wil geven aan kringlooplandbouw. De eerste succesvolle voorbeelden zijn er. Jelle Feenstra Annamarie Eldering
Een mooi voorbeeld van een regionale veevoersamenwerking is die tussen akkerbouwer Piet Hoekstra (70) in Sint Jacobiparochie en melkveehouder Piet Jan Thibaudier (33). De samenwerking ontsproot in het najaar van 2014, toen muizen het grasland van de melkveehouder in Lemmer hadden geruïneerd. Hoekstra, schoonvader van Thibaudier, bood aan om 5 hectare voederbieten voor de melkveehouder te telen. Zodat hij in 2015 in elk geval voldoende vreten had voor zijn koeien. De kwaliteit van de bieten beviel de melkveehouder zo goed, dat hij sindsdien niet anders meer wil. ‘De melk wordt dankzij de voederbieten dikker, zowel het vet- als het eiwitpercentage stegen met 0,2 procent, terwijl ik per koe nu een liter meer melk.’ Hoekstra zaait de bieten in april en rooit ze tussen augustus en december. Eenmaal in de drie weken gaat er een vracht van ’t Bildt naar Zuidwest-Friesland. De melkveehouder kocht in Duitsland een speciale machine waarmee hij de bieten versnippert, daarna komen ze in een mengrantsoen voor zijn 180 melkkoeien. Voedergewas in lift De teelt van voedergewassen in Nederland vertoont een stijgende lijn, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Zo verdrievoudigde het areaal voederbieten sinds 2014
naar ruim 1.800 hectare. Het areaal eiwithoudende voedergewassen steeg sinds 2008 met bijna 50 procent naar ruim 9.000 hectare. Luzerne is verreweg het grootste gewas, met 7.500 hectare. De groei zit hem met name sojabonen. Dit areaal groeide in vier jaar tijd van 100 naar 540 hectare. Ook de teelt van veldbonen wint aan belangstelling: hier groeide het areaal van 280 hectare in 2014 naar 710
Van gras tot glas Zuivelcoöperatie ZUCO en Hoogland BV werken samen aan een zelfvoorzienende regionale kringloopzuivelketen: Concreet: akkerbouwer Klaas Rienks uit het Friese Waaxens zaaide dit najaar een hectare veldbonen, twee hectare gerst en twee hectare luzerne. Deze voeders gaan als aanvulling op weidegras en hooi naar het melkveebedrijf van ZUCO. De stalmest van de koeien gaat retour, als bodemverbeteraar voor de teelt van de pootaardappelen. Het eindproduct is in de vorm van tal van culinaire zuivelproducten te proeven in het centrum van Dokkum.
hectare in 2018. In Noord-Nederland probeert handelsonderneming Hoogland BV het telen van regionaal veevoer al langer te stimuleren. Het bedrijf wil een regionale schakel zijn tussen akkerbouw en melkveehouderij, de twee sectoren die het bedient. Zo gaat de tarwe van Friese en Groninger akkerbouwers in diverse veevoerproducten, zoals de sojaschrootvervanger alkagrain of het ontsloten tarweproduct sodagrain. ‘Dit geeft melkveehouders een lage carbon footprint, terwijl het akkerbouwers kansen biedt op betere graansaldo’s’, stelt teeltadviseur Teo Wijbenga van Hoogland BV. Veldbonen en erwten De laatste twee jaar kijkt het bedrijf uit Leeuwarden ook nadrukkelijk naar het opzetten van teelten voor voedergewassen. Zo onderzoekt Hoogland BV momenteel of de winterveldboon een volwaardige vervanger van soja is als eiwitbron in veevoer. Hiervoor loopt een proef bij akkerbouwers en melkveehouders in Friesland en Groningen. ‘We willen weten of het economisch haalbaar is om met de lokale teelt regionale kringlopen te sluiten’, vertelt Wijbenga. Ook de erwtenteelt staat in de picture. Thibaudier, die het product al eens voerde, is geïnteresseerd. ‘Erwten bevatten een hoog DVE en zetmeel, terwijl de OEB van erwten ook heel gunstig is. Daardoor hoef ik minder eiwitrijk krachtvoer in te kopen.’ De melkveehouder is vastbesloten om de samenwerking met Hoekstra door te zetten. ‘De consument begint meer belangstelling te krijgen naar producten uit een regionale kringloop. Ik wil die boot niet missen en werk daarom vast die kant op.’
Melkveehouder Piet Jan Thibaudier (links) en akkerbouwer Piet Hoekstra inspecteren de akkers met voederbieten.
MELK van het NOORDEN
35
ACHTERGROND
ADDITIEVEN GOED VOOR PUNTJES Voor een optimale eiwitbenutting kan gewerkt worden met additieven die zorgen voor een hoger aandeel darmverteerbaar eiwit. Goed ruwvoer blijft echter gewoon leidend; additieven kunnen een bijdrage leveren bij het puntjes op de i te zetten in het rantsoen. Gineke Mons Bosch Beton
Hoe kun je als melkveehouder nog een slag maken in het verbeteren van de eiwitbenutting in het rantsoen? ‘Goed ruwvoer is en blijft de basis’, kopt Jan Dijkstra in. Hij is hoofddocent Diervoeding van Wageningen UR. ‘Ruwvoer is driekwart van je rantsoen. Dus dat moet van hoge kwaliteit zijn. Voorkom broei, voorkom schimmel en gebruik waar nodig een kuilverbeteraar, dat levert echt wat op.’ Vers gras bevat verhoudingsgewijs meer darmverteerbaar eiwit (DVE) dan onbestendig eiwit (OEB). Maar zodra gras wordt gemaaid, beginnen de planteigen enzymen al met de afbraak van de lange eiwitketens waardoor het eiwit onbestendiger wordt. In de graskuil gaat dat eiwitafbraakproces verder. Kuilgras heeft daarom naar verhouding een hogere OEB en een lager gehalte DVE. Om die reden pleit Jaap van Zwieten van het onafhankelijke voeradviesbureau Dairyconsult sterk voor het voeren van vers gras. ‘Beweiden en zomerstalvoedering is nummer één. Vers gras is de meest natuurlijke eiwitbron voor de koe. Daarmee kun je
soja en raap in het rantsoen voor een groot deel achterwege laten.’ Het eiwit wordt dus al afgebroken zodra het gras is gemaaid. Zeker bij vochtig, warm weer. Daarom zijn een korte veldperiode en goed inkuilmanagement van belang. Maar
‘KOE KAN TOT 60 à 70 PROCENT IN EIGEN EIWITBEHOEFTE VOORZIEN’ ook vlinderbloemige gewassen zoals rode klaver kunnen hier een positieve rol bij spelen, geeft Van Zwieten aan. ‘Rode klaver bevat bijvoorbeeld polyphenoloxydases, enzymen die eiwitafbraak in de kuil tegengaan. Dat maakt gras-klavermengsels interessant.’ Jan Dijkstra noemt in dit verband ook het gewas esparcette, eveneens een vlinderbloemige. ‘Dat bevat stoffen, tanninen, die binden met eiwit. Dat gebeurt al tijdens het inkuilproces. De tanninen remmen de eiwitafbraak
Een goede eiwitbenutting begint bij het goed winnen en inkuilen van gras.
MELK van het NOORDEN
36
waardoor je meer bestendig eiwit overhoudt.’ Maar het luistert nauw: bij een overmaat aan tannines bestaat het risico dat ook in de darm het eiwit niet meer beschikbaar komt. Bovendien verlaagt een teveel aan tannines de voeropname. Dijkstra: ‘Het wordt nu nog niet toegepast in Nederland, maar het lijkt ons wel interessant om esparcette apart te telen en dan samen in te kuilen met gras.’ Sowieso zou het voor veredelingsbedrijven interessant kunnen zijn om grassen te veredelen waarin die eiwitafbraakremmende stoffen van nature al aanwezig zijn, meent de onderzoeker. ‘Ik denk dat er in de grasveredeling zeker nog een en ander te winnen is op het gebied van eiwitefficiëntie’ Dijkstra stelt ook dat de stikstofefficiëntie sinds 2012 is verslechterd. ‘Vanwege de derogatie bevatten rantsoenen minder snijmais. Rantsoenen zijn eiwitrijker geworden, en het eiwitaandeel in krachtvoer als geheel is eerder toe- dan afgenomen. Dat is nadelig voor de N-efficiëntie.’ Een groter aandeel snijmais in het rantsoen melkt makkelijker, met een betere eiwitbenutting dan in pure grasrantsoenen. Dit vanwege de glucogene energie uit maiszetmeel. Dijkstra: ‘In sommige gevallen kan ik me voorstellen dat het voor veehouders zelfs voordeliger is om niet meer mee
OP DE i BIJ EIWITBENUTTING te doen met de derogatie, vanwege de hogere stikstofefficiëntie.’ Hoge OEB-gehalten Andries Sneep is als veevoerdeskundige werkzaam bij Hoogland BV. Volgens hem begint het verbeteren van de stikstofefficiëntie en eiwitbenutting al bij de bemesting. Hij werkt daarom graag met vloeibare ureum. ‘Dat bindt meteen aan het kleihumuscomplex, het is niet gevoelig voor uitspoeling en makkelijk beschikbaar voor het gewas. Dat resulteert in hogere gehaltes bestendig eiwit in het gras.’ Het afgelopen voorjaar zijn er in het grasrijke Noorden volgens Sneep echter veel graskuilen gemaakt met hoog gehalte OEB, van 60 tot soms wel 100 gram. Dat betekent in een rantsoen met 10 kilo drogestof graskuil 600 tot 1000 gram OEB, terwijl 300 gram wenselijk is. Op pensniveau zal dus veel energie (suikers, zetmeel) moet worden bijgevoerd om dat onbestendig eiwit nog zo goed mogelijk te benutten. Maar hoe voorkom je daarbij pensverzuring? Sneep: ‘Wij doen dat door onze grondstoffen niet te vermalen, maar grof te walsen. Dan komt de energie in de pens langzamer vrij en hou je de pH stabieler.’ Eiwitmotor in pens Jurrien Boerma van Speerstra Feed Ingrediënts stelt dat de koe een groot voordeel heeft: de koeienpens is
eigenlijk ook een eiwitmotor. ‘Ze kan voor 60 tot 70 procent in haar eigen eiwitbehoefte voorzien. Om dit optimaal te benutten is het belangrijk om het juiste pensmilieu te creëren. Je kan hierbij denken aan het toevoegen van bepaalde gefermenteerde gisten. Die zorgen voor een gezond werkende pens. Celwand afbrekende bacteriën worden gestimuleerd net zoals de totale bacteriepopulatie in de pens.’ Minstens zo interessant noemt Boerma het toevoegen van de pensbestendige
‘Iets lager ureum en iets meer melk’ Melkveehouder Sven Oostra uit het Drentse Vredenheim nam in de zomer van 2019 deel aan een proef met Protispar. Dit werd toegevoegd aan het TMR-rantsoen van zijn 140 melkkoeien. ‘De melkproductie steeg licht, misschien een half litertje per dag; het eiwitgehalte bleef gelijk. De gezondheid van de koeien was gewoon goed. We zaten eerder wel behoorlijk hoog in het ureum, rond de 26, 27. Dat gehalte daalde gemiddeld met twee punten, dat betekent dus minder stikstofverliezen.’ Voor de proef kreeg hij de Protispar kosteloos van Hoogland BV. ‘Maar normaal kost het wel redelijk wat’, is hij van mening. ‘Ik weet nog niet of dit economisch rendabel is op mijn bedrijf.’
MELK van het NOORDEN
37
aminozuren methionine en lysine, dit zijn de meest limiterende aminozuren om de eiwitbenutting te verbeteren. ‘Bij een laag ruw eiwitgehalte in het rantsoen, laten we zeggen 14 procent, kan toevoeging van die aminozuren leiden tot eenzelfde eiwitrendement als bij 16 procent ruw eiwit. En dat met minder verliezen’, stelt Boerma. ‘Maar om dat toe te passen, moet je wel een heel stabiel TMR-rantsoen hebben. Als je vaak wisselt van graskuil is het lastig, dan blijf je rekenen.’ Daarnaast noemt Boerma het product Protispar dat Speerstra op de markt brengt: etherische oliën die een remmend effect hebben op de eiwitafbrekende bacteriën in de pens, waardoor er meer eiwit op darmniveau beschikbaar blijft. Boerma: ‘In dit product zitten ook de positief werkende tannines verwerkt waar Dijkstra over spreekt. Protispar kost 6 cent per koe per dag, maar je kunt er een halve kilo soja mee uitsparen, en dat kost ruwweg drie keer zoveel. Dat resultaat kwam ook naar voren in een praktijkproef uit 2012 bij tien melkveehouders in Overijssel.’ Ook Boerma deelt de mening dat goede graskuil maken en voeren het belangrijkste is, maar wil duidelijk maken dat additieven voor veel melkveehouders een nuttig hulpmiddel zijn om de puntjes op de i zetten en meer uit het rantsoen te halen. Een stellingname die de andere drie veevoerspecialisten onderstrepen.
Verzekerd van een persoonlijke aanpak Frits Biegel, adviseur
Wilco de Boer, eigenaar en adviseur
René van der Meer, Feite Roelevink, adviseur adviseur
Agriland Assurantieadvies Balthasar Bekkerwei 70, Leeuwarden • 058 20 10 151
Kortingsbon Landbouw Vakbeurs MartiniPlaza Groningen
21 t/m 23 januari 2020 Knip deze bon uit. Bij inlevering aan de kassa bij de Landbouw Vakbeurs bespaart u € 3,- op uw entreekaartje. Deze kortingsbon wordt u aangeboden door
Uitgever van MELK van het NOORDEN
38
ACHTERGROND
MIXEN BELANGRIJK BIJ AFVOER Voor een boer die mest afvoert, ook al is het maar één vrachtje, tellen tegenwoordig de gemeten waarden van die vracht door richting de voorraadbeheer. Snel een beetje mest afvoeren met lage N- en P-waarden, vaak veroorzaakt door niet of slecht mixen, kan daardoor voor extra kosten en gedoe zorgen. Sjoerd Hofstee Persbureau Langs de Melkweg
Bij mesttransport wordt verplicht een mestmonster genomen waaruit de daadwerkelijke waarden worden bepaald.
‘Het is de bewustwording waar het hoeveelheid in de putten wil de mest hier en daar nog aan ontbreekt bij niet goed mixen; dit blijft er dan ook bij. mestafvoer en voorraadbeheer’, zegt De vracht drijfmest wordt afgevoerd Bert Luimstra van het gelijknamige en bemonsterd. Hieruit komen veel mesttransportbedrijf uit Surhuizum. Hij lagere waarden naar voren dan de vertelt dat sinds 4 kilo N en 1,5 2018 de regels kilo P. Nu nadert ‘MELKVEEHOUDERS op dit gebied zijn het einde van het aangescherpt. kalenderjaar. De BESEFFEN VAAK NIET Golden voorheen melkveehouder DAT DE REGELS ZIJN bij afvoer de denkt aan dezelfde AANGEPAST’ forfaitaire normen voorraad genoeg van 4 kilo stikstof te hebben, (N) en 1,5 kilo maar door de fosfaat (P) in rundveedrijfmest, nu nieuwe regels van RVO en NVWA is gelden de echte waarden die uit een er een grotere voorraad nodig om je mestmonster naar voren komen. mestboekhouding kloppend te krijgen. Luimstra schets een voorbeeld. Het is Er is namelijk, gebaseerd op de lage februari en een melkveehouder heeft waarden in de afgevoerde mest, minder de putten nagenoeg vol. Hij besluit een mest afgevoerd dan de veehouder had vracht mest af te voeren. Door de grote berekend op basis van de forfaitaire MELK van het NOORDEN
39
normen. ‘Het komt meer dan eens voor dat melkveehouders dat niet beseffen. Zij voeren in het begin van het kalenderjaar een beetje mest af en verwachten geen problemen. Deze regel geldt echter nu voor het tweede jaar en wij achten de kans groot dat de controlerende autoriteiten gaan optreden tegen degene die dit niet goed hebben geregeld. Vandaar onze waarschuwing.’ Luimstra zegt dat als het mis gaat op dit vlak, het eigenlijk altijd mis gaat met even één of een paar vrachtjes mest snel laten afvoeren. ‘Als je goed mixt, is er bijna nooit wat aan de hand. Dat moet dan natuurlijk wel tijdig gebeuren. Als het schuim al op de roosters staat, wil het meestal niet meer goed mixen. Voor volgend jaar is dat dan ook iets wat iedereen die mest afvoert nog beter tot zich kan nemen. Daarbij geldt namelijk ook nog eens dat de ontvangende partij veel liever homogene drijfmest ontvangt met voldoende hoge N en P waarden.’ Fout herstellen Voor diegene die eerder dit jaar al wel zo’n ‘fout’ gemaakt heeft en nu waarschijnlijk afstevent op te weinig voorraad op papier, is het zaak tijdig dit te erkennen en op te lossen. Een optie is om voor 31 december extra mest af te voeren, maar die mest kan meestal in het voorjaar prima benut worden. Dat betekent dus extra kosten en extra verlies van nuttige eigen drijfmest. Luimstra vroeg zijn accountant Arend Hoekstra van Van der Veen & Kromhout om mee te denken. Die adviseert in zo’n geval om kort voor 31 december de mest goed te mixen en monsters te laten nemen door een erkend monsternemer. ‘Zorg er voor dat die monsters representatief worden genomen en laat de monsternemer ook ondertekenen dat hij of zij dat op die wijze heeft gedaan’, zegt Hoekstra. ‘Door dit te doen heb je een soort contrabewijs om duidelijk te maken dat de N- en P-waarden van de eerdere meting veel te laag waren. Hiermee ben je niet 100 procent zeker gedekt, maar sta je wel veel sterker bij het aanvechten van een eventuele boete die de NVWA je mogelijk verstrekt.’
ACHTERGROND
ONDERHOUD SILO’S De aandacht voor onderhoud van voer- en kunstmestsilo’s lijkt toe te nemen, maar ontsnapt zo nu en dan nog aan de aandacht van melkveehouders. Door beschadigingen en roestvorming kunnen onveilige situaties ontstaan. Berrie Klein Swormink
Bijna iedere melkveehouder herkent het wel: een voer- of kunstmestsilo toont schade of roestplekken. De waan van de dag regeert echter waardoor onderhoud wordt uitgesteld. Heel begrijpelijk, maar niet altijd verstandig. Ongevallen met omvallende voer- of kunstmestsilo’s gebeuren gelukkig niet vaak, maar als het gebeurt kunnen de gevolgen fataal zijn. ‘Op veel bedrijven is er niet zo veel aandacht voor de staat van kunstmest- en voersilo’s. Pas als een boer een keer staat toe te kijken bij het volblazen en bijvoorbeeld ziet dat de silo niet meer goed vaststaat, gaat er vaak een lampje branden en onderneemt hij actie’, weet Wiebe Harm van der Heide in Surhuisterveen (Fr.). Hij is eigenaar van W.H. van der Heide voedertransport & opslagsystemen, een bedrijf dat zich
onder meer bezighoudt met onderhoud van silo’s en levering van nieuwe en gebruikte silo’s. Voor het onderhouden van silo’s bestaat geen wet- of regelgeving. Het is geen officieel arbeidsmiddel, waardoor zo’n opslag niet periodiek gekeurd hoeft te worden. Van der Heide is daar ook geen voorstander van, maar bepleit iets meer aandacht voor het onderhoud. ‘Een APK voor silo’s betekent weer een extra controleur op het erf. Daar zit niemand op te wachten. En het is ook niet nodig. Boeren zijn prima in staat om de staat van de voer- en kunstmestsilo’s zelf te beoordelen’, concludeert Van der Heide. Oude poten kwetsbaar Op welke punten gaat het vaak mis?
‘Silo’s doen doorgaans vele jaren dienst. Dat een silo weinig onderhoud nodig heeft, betekent niet dat er nooit iets hoeft te gebeuren’, zegt Van der Heide. Hij constateert dat de poten van een silo kwetsbaar zijn. ‘Wat we in de praktijk regelmatig zien, zeker bij silo’s die oud zijn, is dat de silopoten bijvoorbeeld dienst doen als steun voor de opslag van afrasteringspalen. Daarmee bevorder je dat de onderkant van de poten worden omgeven door stof en vuil. En dat draagt bij aan het doorroesten van de metalen poten.’ De mannen van Van der Heide komen in het veld nog regelmatig silo’s tegen waarvan de poten niet zijn gegalvaniseerd, maar gemaakt van gelakt ijzer. ‘Dan kun je er op wachten dat ze een keer doorroesten’, zegt Danny Boersma, collega van Wiebe Harm van der Heide. ‘Silo’s die al veertig jaar op een boerderij staan, zijn gewoon een keer op.’ Een regel bij Van der Heide is dan ook dat ingeruilde silo’s met gelakte poten niet meer worden doorverkocht. Boersma en Van der Heide komen soms ook nog silo’s tegen waarbij het
Danny Boersma (links) en Wiebe Harm van der Heide: ‘Een boer is prima in staat de staat van een silo te beoordelen, maar moet dat zo nu en dan ook doen.’
MELK van het NOORDEN
40
VERDIENT AANDACHT polyester deel van de silo rust op een betonnen ring. Boersma: ‘Dat zijn silo’s van tientallen jaren oud. Fabrikanten gebruiken tegenwoordig geen beton meer bij het maken van silo’s. Een risico van de betonnen ring is het ontstaan van betonrot. Aan de buitenkant is dat vaak lastig te zien, maar het kan er wel toe leiden dat zo’n silo op den duur omvalt. Zo’n oudere silo hoeft niet verkeerd te zijn, maar het is verstandig daarop te controleren.’
staanders en schoren.
Vraag naar silo’s en onderhoud Van der Heide heeft geregeld vraag naar gebruikte silo’s. Die heeft het bedrijf volop in voorraad en deze kunnen ook probleemloos ingezet worden. ‘Omdat wij ze voordat we ze verkopen van A tot Z nalopen en zo nodig eerst repareren. Ook worden de silo’s van binnen en buiten volledig gereinigd’, vertelt Danny Boersma. Ook krijgen beide mannen regelmatig Beschadigingen telefoontjes van veehouders die Dan zijn er nog de beschadigingen van onderhoud willen laten uitvoeren poten en schoren door bijvoorbeeld aan hun silo’s. Vaak blijkt dan dat de aanrijdingen met de trekker of andere leverancier van voer of kunstmest machines. Het de boer heeft overkomt bijna elke geattendeerd op melkveehouder ‘EEN OUDE SILO KAN de noodzaak. ‘De wel een keer in zijn afgelopen jaren zijn NOG PRIMA ZIJN, of haar carrière er meerdere silo’s MAAR MOET JE dat een silo wordt omgevallen tijdens geraakt. Dat is ook GEWOONWEG VAKER het vullen. Een nooit helemaal uit te enkele keer met CONTROLEREN’ sluiten, maar deze fatale afloop. In een beschadigingen aantal gevallen kon vormen wel een de chauffeur van belangrijke oorzaak van het ontstaan de bulkwagen net op tijd wegkomen. van zwakke plekken. ‘Door een Leveranciers van voer en kunstmest zijn aanrijding kan de constructie van de verantwoordelijk voor de veiligheid van silo meteen veel schade oplopen, hun chauffeurs. Het is begrijpelijk dat bijvoorbeeld als je een deuk in een poot ze daarom veel aandacht schenken rijdt. Maar dat kan ook een kwestie van aan veiligheid op het boerenerf. Al is tijd zijn omdat beschadigingen vaak dat natuurlijk in de eerste plaats de gelegenheid bieden voor het ontstaan verantwoordelijkheid van de boer zelf. van corrosie’, licht Boersma toe. Hoe dan ook: dat de aandacht voor Roestvorming kan leiden tot zwakke goed onderhoud van silo’s lijkt toe te plekken bij borgingsbouten, voeten, nemen, is een positieve ontwikkeling.’
Voorbeeld van kwetsbare poot door een aanrijding
Voorbeeld van plek die doorroest na enkele jaren
‘Niet meer risico met gebruikte voersilo’s’ Bijna vier jaar geleden investeerde Martin Hagen in een nieuwe melkveestal in Morra. Om kosten te besparen koos hij voor de aankoop en plaatsing van gebruikte voersilo’s. Volgens Hagen doen de voersilo’s niet onder voor nieuwe. Onderhoudskosten heeft hij nog niet gehad. ‘Siloleverancier Van der Heide heeft de silo’s grondig nagekeken en waar nodig schade hersteld’, vertelt Hagen. ‘Daardoor hebben we voor een lagere prijs voersilo’s kunnen plaatsen die wat mij betreft nog tientallen jaren dienst kunnen doen. Het grootste deel van een voersilo bestaat uit polyester. Dat gaat niet snel kapot. De metalen delen zijn kwetsbaarder en gevoeliger voor schade en roest. Daarom kijk ik af en toe kritisch naar mijn silo’s, maar gelukkig heeft dat nog niet geleid tot benodigde reparaties.’ Melkveehouder Hagen zegt dat hij wederom zou kiezen voor gebruikte silo’s als hij weer voor die keuze zou komen te staan.
MELK van het NOORDEN
41
Voorbeeld van betonrot in siloring
ECONOMIE
MEER MELKVEEBEDRIJVEN De melkveehouderij in Nederland zit krap bij kas. Steeds meer bedrijven hebben moeite om bij een melkprijs van 36 cent, waar veel boeren dit jaar op uitkomen, alle rekeningen betaald te krijgen. Waar moet dat heen? Jelle Feenstra Landpixel
Nu het tegen het einde van het jaar loopt, hebben de accountants het druk. Boekhoudingen moeten klaar en een groeiend aantal melkveehouders vraagt extra zorg omdat ze onder curatele van de afdeling bijzonder beheer van de bank zijn gekomen. Zonder getallen te noemen constateert Marijn Dekkers van de Rabobank dat het aantal boeren in bijzonder beheer sinds het einde van de melkquotering hoger is dan de jaren daarvoor. ‘Niet dat dit aantal dit jaar specifiek is toegenomen. Wel zien we dat nu de melkprijs in 2019 weer wat lager uitkomt meer boeren moeite hebben met het betalen van de rekeningen. Terwijl de melkprijs al drie jaar redelijk stabiel is, op of boven het niveau van 36 cent waarmee we rekenen in langjarige begrotingen bij financiering.’ Kostprijs stijgt De belangrijkste reden dat melkveehouders in deze situatie terecht komen, is dat de kostprijs in Nederland maar blijft stijgen. In de afgelopen vijf jaar zakte de Nederlandse melkveehouderij qua kostprijs van de middenmoot naar de laatste plaats. Melkveehouder Henk Schoonvelde uit Koekange, voorzitter van de Nederlandse afdeling van de European Dairy Farmers (EDF), een club Europese boeren die zich bezig houdt met economisch gezond boeren, geeft aan waar de pijn zit. ‘Een gemiddeld Europees melkveebedrijf heeft een melkprijs nodig van 32 cent om break-even te draaien. Dat is de opbrengstprijs van de melk waarbij alle kosten, verplichtingen en privé-uitgaven zijn te betalen. Van al het melkgeld boven deze prijs kun je een boot kopen, meer grond of het op de bank zetten. In Nederland gaat dat de meeste melkveebedrijven niet lukken, omdat onze kritieke opbrengstprijs in vijf jaar tijd is gestegen van 33 naar 38 cent. Collega-melkveehouders in andere
landen vragen zich dan ook serieus af hoe Nederland gaat overleven in het Europese speelveld.’ Ook agrarisch bedrijfsadviseur Arend Hoekstra van Van der Veen & Kromhout ziet dat boeren bij de huidige melkprijs moeite hebben om de rekeningen betaald te krijgen. ‘En dat is gezien het gestegen niveau van de gestegen
Europese collega‘s. Maar nu lijkt ook dat feestje voorbij en rijst de vraag: hoe nu verder?’ Iets doen aan de kostprijs lijkt een logisch antwoord, maar de vraag is hoeveel daarop nog kan worden bespaard. De kostprijs is namelijk niet zo maar gestegen. Nederlandse melkveehouders bouwen door de strenge regelgeving duur in vergelijking met andere landen. Logisch, als je verplicht bent peperdure vloeren neer te leggen om ammoniakuitstoot te beteugelen. Daar komt bij dat er bij nieuwbouw doorgaans wordt gekozen voor een hoge mate van automatisering. Arbeid is niet alleen
Marijn Dekkers van de Rabobank: ‘We zien in 2019 meer boeren die moeite hebben met het betalen van de rekeningen.’
break-even melkprijs dus niet zo vreemd. Terwijl het nog niet heel lang geleden is dat veel melkveebedrijven met 32 cent wel uit de voeten konden.’ Aan infuus melkprijs RFC Schoonvelde stelde eerder dit jaar in zijn column in vakblad Boerderij het volgende: ‘De sector heeft de laatste jaren aan het infuus gelegen van de bovengemiddelde melkprijs van FrieslandCampina. Goede posities, geluk en handelsgeest in onder andere China en Nigeria brachten een plus van een 3 à 4 cent ten opzichte van onze MELK van het NOORDEN
42
duur, maar een melker is ook steeds moeilijker te vinden. ‘Een andere reden voor de moeizame situatie op melkveebedrijven is dat er rondom het einde van de melkquotering enorm is geïnvesteerd in extra stalruimte. Door de komst van de fosfaatwetgeving zijn lang niet alle stalplaatsen bezet’, stelt Hoekstra. Zo hebben nietgrondgebonden bedrijven die een korting kregen van 8,3 procent op hun fosfaatrechten deze lang niet allemaal al weer opgevuld. ‘En die extra melk komen veel bedrijven nu net tekort om alles financieel rond te zetten.’ Dekkers
KRAP BIJ KAS ziet dit ook: ‘De korting op fosfaat zorgt voor minder omzet bij gelijkblijvende of iets stijgende kosten.’ Kosten verdunnen lastig De stijging van vaste kosten jaagt Nederlandse melkveehouders naar schaalvergroting: meer liters melk produceren om de kosten te verdunnen. Juist dit wordt steeds moeilijker in Nederland omdat hiervoor productierechten en vaak ook grond nodig is. Fosfaatrechten zijn duur, grond is schaars. Bovendien betekent meer melken ook meer krachtvoer. Uit de bedrijfseconomische cijfers van Van der Veen & Kromhout blijkt dat ook: de
voerkosten verdubbelden in vijftien jaar tijd en onderstrepen de melkdrift van Nederlandse melkveehouders. Naast de voerkosten zijn ook andere directe kosten gestegen. ‘Brandstof, machines en loonwerk, het is allemaal een stuk duurder geworden’, merkt Hoekstra in de cijfers. Sector zit klem Het gevolg van dit alles is dat Nederland op alle fronten klem zit en langzaam maar zeker op achterstand raakt. EDF-voorzitter Henk Schoonvelde: ‘In verschillende
RFC 3 cent boven A-ware Uit de melkprijsvergelijking van weekblad Boerderij blijkt dat FrieslandCampina over 2019 waarschijnlijk zo’n 3 cent meer gaat betalen dan A-ware. De kale melkprijs van A-ware – dus zonder toeslagen - over heel 2019 komt uit op 32,57 cent per kilo melk exclusief btw. De kale melkprijs van FrieslandCampina over 2019 bedraagt 35,12 cent, een verschil van 2,55 cent per kilo melk. Bij FrieslandCampina komt er normaal gesproken nog een nabetaling bij. De verwachting is dat die vergelijkbaar is met de 0,59 cent over 2018, waarmee het verschil met A-ware zou uitkomen op ruim 3 cent. Boerderij keek ook naar de hoogst haalbare melkprijs van beide fabrieken. De A-ware melkveehouder die alle plussen meepakt komt uit op 37,32 cent per kilo melk. Bij FrieslandCampina is dat 37,62 cent per kilo melk, exclusief de nabetaling. A-ware betaalt in vergelijking met 2018 dit jaar gemiddeld zo’n 2,5 cent per kilo melk minder uit. De voorschotmelkprijs van FrieslandCampina ligt 0,76 cent per kilo melk lager dan in 2018. landen zie je grote, professioneel goed geautomatiseerde sector met geleide bedrijven ontstaan die voor moderne gebouwen, met ondernemers een break-even melkprijs van 30 cent die volop met duurzaamheid bezig grote plassen melk kunnen leveren.’ zijn en een zuivel die Europees Hij karakteriseert deze bedrijven als: bovengemiddeld presteert.’ verdunnen van kosten door schaalgroei, strak gemanaged, opgeruimd, hoog Plusjes in markt pakken dierwelzijn en scherpe kostprijs. ‘Dit zijn Ook Hoekstra ziet nog genoeg toekomstbestendige kansen. ‘Een bedrijven die toenemend aantal ‘KRITIEKE de productie melkveebedrijven OPBRENGSTPRIJS IN jaarlijks opvoeren. kiest de strategie In Nederland van niet groeien NEDERLAND IN VIER wordt het door maar het bedrijf JAAR VAN 33 NAAR de voornoemde optimaliseren en 38 CENT’ factoren voor zo inrichten dat ondernemers je de plusjes in steeds lastiger om de markt zoveel dit soort bedrijven te realiseren. Met als mogelijk probeert mee te pakken. Dat extra nadeel dat de Europese melkprijs betekent bij de melkfabriek proberen ook niet gaat stijgen. Een economische aan te sluiten bij een melkstroom wetmatigheid is namelijk dat de met een plus, zorgen dat je in de melkprijs altijd in de buurt blijft van de kwaliteitsprogramma’s bij de beste laagste kostprijs.’ 25 procent probeert te komen en Wat blijft er dan wel over voor de goed om je heen blijven kijken waar Nederlandse melkveehouderij in het nog meer plussen te verdienen politieke sentiment van biodiversiteit, zijn.’Dekkers beaamt dat. ‘In de sector klimaat en extensivering? Marijn leeft de ambitie om met gestapelde Dekkers stelt dat melkveebedrijven niet beloningen - banken, zuivelbedrijven, zoveel knoppen hebben waaraan ze waterschappen, provincies, rijk, Europa kunnen draaien. ‘De sector kenmerkt - duurzame maatregelen te belonen. zich door dunne marges, een hoge Dit kan de komende jaren een steun in kostprijs en langlopende financieringen.’ de rug zijn voor het rendement van de Toch is hij niet pessimistisch over de Nederlandse melkveehouders.’ toekomst. ‘Ik erken dat de uitdaging Hoekstra: ‘Als je daar als boer een voor melkveehouders in het huidige beetje slim op probeert in te spelen, ondernemersklimaat in Nederland kan het mes aan twee kanten gaan behoorlijk zijn. Maar de vooruitzichten snijden: minder kosten en een hogere voor zuivel zijn goed en er staat een opbrengst.’ MELK van het NOORDEN
43
van de Meerakker
YOUR PARTNER IN QUALITY ASSURANCE
Service BV
Analyse ruwvoer
Monstername ruwvoer, grond (vee)drinkwater en mest. Analyse: grond, (vee)drinkwater en mest
Veldstraat 25 5473 AH Heeswijk Dinther Telefoon: 0413 - 28 95 48
Uw contactpersoon in het Noorden:
Sipke Talsma: 06 - 12 96 52 24 Uw contactpersoon in het Zuiden:
Ruud van de Meerakker: 0413 - 28 95 48 MELK van het NOORDEN
44
info@vandemeerakkerservice.nl www.vandemeerakkerservice.nl
ACHTERGROND
VVO-MARKT IN ELKAAR GEKLAPT Melkveehouders met een mestverwerkingsplicht zijn weinig geld meer kwijt aan de aankoop van VVO’s. De VVO-markt is in elkaar geklapt en daardoor dragen VVO’s weinig meer bij aan de uitbouw van mestverwerking. Berrie Klein Swormink Landpixel
VVO’s zijn zo laag in waarde dat ze nauwelijks meer een stimulans vormen voor mestverwerking.
Veehouders met een mestoverschot zijn sinds 2014 verplicht om een deel van dat overschot te laten verwerken. De grootte van de verwerkingsplicht is afhankelijk van de regio waar een bedrijf is gevestigd. Voor 2019 zijn de percentages: 59 procent in regio Zuid, 52 procent in regio Oost en 10 procent in de rest van het land. Veehouders met een mestverwerkingsplicht kunnen deze afkopen door het aanschaffen van een Vervangende Verwerkingsovereenkomst (VVO). Het idee achter VVO’s is om veehouders die goed uit de voeten kunnen met mestverwerking meer mest te laten verwerken dan waartoe ze verplicht zijn. Voor deze extra hoeveelheid verwerkte of geëxporteerde mest kunnen deze veehouders VVO’s sluiten met veehouders die niet aan hun verplichte hoeveelheid mestverwerking komen. Het verwerken van mest is voor varkenshouders goedkoper dan voor rundveehouders, omdat het fosfaatgehalte in rundveemest veel lager is dan in varkensmest. In de praktijk is dan ook meestal de situatie dat melkveehouders VVO’s kopen die vrijkomen bij de verwerking/export van varkensmest. Daarmee betalen deze melkveehouders indirect voor
mestverwerking. Althans dat is de bedoeling. De laatste jaren zijn de prijzen van VVO’s sterk gedaald. In 2014 en 2015 bleven de prijzen nog redelijk op peil, maar daarna zakten ze elke keer gedurende het jaar helemaal in. De actuele prijs schommelt rond de € 0,50 per kilo fosfaat. Ter vergelijking: in de
‘MESTBELEID HEEFT NIET HET BEOOGDE EFFECT’ beginjaren is er ook wel € 2,50 per kilo fosfaat betaald. Voor melkveehouders die VVO’s nodig hebben, is het prettig dat de prijs laag is. De keerzijde van de medaille is dat VVO’s nauwelijks meer een stimulans vormen voor mestverwerking. Systematiek werkt niet Rechtenmakelaar Ids Schaap in Sint Nicolaasga concludeert dat de systematiek achter de VVO’s niet goed werkt. Hij ervaart dat mesthandelaren gebruik maken van een maas in de wet die het mogelijk maakt dat melkveehouders VVO’s kopen die onder meer vrijkomen bij de export van kippenmest. Formeel kan dit niet MELK van het NOORDEN
45
omdat de overheid een schot heeft geplaatst tussen kippenmest en overige mestsoorten. ‘Intermediairs die kippenmest exporteren, hebben de mogelijkheid om de daarbij vrijkomende VVO’s toe te kennen aan een andere meststroom die ze ook in geregistreerde opslag hebben gehad, bijvoorbeeld varkensmest’, vertelt Schaap. Volgens hem komen er op deze manier extra VVO’s op de markt. Daardoor is de prijs naar een minimum niveau gezakt. Grote bende Intermediairs ontkennen de gang van zaken die Schaap schetst niet, maar volgens hen spelen er meer factoren. ‘Het hele mestbeleid is een grote bende’, zegt Gerard Oude Lenferink van mestintermediair Gebroeders Oude Lenferink in Fleringen. ‘Neem alleen al het feit dat veebedrijven aan de voorkant producten aanvoeren op grond van forfaitaire cijfers, terwijl ze aan de achterkant mest afvoeren op grond van zogenaamd nauwkeurige analyses. Je kunt wel nagaan dat de rekensommen niet kloppen en dat boeren op zoek gaan naar manieren om de zaak kloppend te maken’, aldus Oude Lenferink. Hij zegt liever robuustere mestregels te zien zoals in Duitsland of Denemarken. Joop van Leijssen van Mestdistributie J. van Leijssen in Poortvliet (Zld.) vindt het te stellig om te beweren dat VVO’s die ontstaan bij export van kippenmest verantwoordelijk zijn voor het inklappen van de VVO-markt. ‘Voor mij is in ieder geval duidelijk dat het totale mestbeleid niet het beoogde effect heeft. Het zou goed zijn als een commissie van deskundigen het hele systeem eens onder de loep neemt.’ Brancheorganisatie Cumela beschouwt het huidige prijsniveau van VVO’s vooral als het resultaat van vraag en aanbod. ‘Er wordt veel mest geëxporteerd en daar komen VVO’s bij vrij’, zegt Hans Verkerk, secretaris meststoffendistributie bij Cumela Nederland. De mestexport is groter dan nodig zou zijn op grond van de binnenlandse plaatsingsmogelijkheden. Dat komt door marktwerking. In het buitenland wordt er voor mest betaald’, aldus Verkerk.
ANALYSE
FRIESLANDCAMPINA HEEFT EEN Staat FrieslandCampina onder grotere financiële druk dan de onderneming aan kan? Valt wel mee, stelt de leiding. Een groeiend aantal leden is er echter totaal niet gerust op. Bij hen zakt het vertrouwen steeds verder weg. Waar het aan schort is de communicatie. Sjoerd Hofstee Langs de Melkweg en FrieslandCampina
Het rommelt bij FrieslandCampina (RFC). En dat is geen nieuws. Al zeker drie jaar lukt het Nederlands grootste zuivelcoöperatie niet om goede financiële resultaten te realiseren. Volgens de top van directie en bestuur is dat overdreven gesteld. Zij spreken
liever van een ‘zakelijk uitdagende omgeving’. Daarin hebben ze wellicht gelijk. Het kan best zijn dat het minder slecht gaat met RFC dan menig lid denkt en zijn of haar collega’s vertelt op een feestje, het voetbalveld of aan de keukentafel.
De meeste omzet en winst moet voor RFC nog altijd uit Azië komen. Met de onrust in Hongkong valt dat momenteel tegen.
MELK van het NOORDEN
46
Hoe dan ook, het beeld dat momenteel beklijft is dat RFC het niet lekker aan het draaien heeft en krijgt. De 85 ledenbijeenkomsten verliepen dit najaar op veel plekken dan ook erg rumoerig. Een groep leden uit Twente die een brief opstelde met kritische punten kreeg binnen enkele weken 2.800 ondertekeningen terug. Het schetst de omvang van het wantrouwen. Dat er zoveel wantrouwen heerst is ergens ook niet zo vreemd. In amper een paar jaar tijd is er ook nogal wat gebeurd bij en rond RFC. Naast het plan om minder melk te mogen leveren op straffe van een dubbeltje korting valt
VERTROUWENSPROBLEEM te denken aan: tegenvallende resultaten in China en Pakistan; afstoten van een eigen mozzarellafabriek; een negatievere beoordeling qua kredietwaardigheid; de verkoop van CSK en Riedel; de uitrol van Planet Proof waar lang niet elk lid in directe zin van kan profiteren; voorstellen tot deels bovenwettelijke koemonitor en koealert en het voorstel tot aanpassing van de garantieprijssystematiek. Het wantrouwen bij melkveehouders wordt verder gevoed door verschillende al langer durende problemen in meerdere productielocaties waaronder Borculo, Workum en Beilen. Daarnaast
is in de wandelgangen, ook binnen de de leden. Vertaal je deze aanpassing onderneming, gemor over de uitloop van het melkgeldregelement naar de van veel zuivelkennis. Dit was eerder cijfers van 2018 dan betekent dit dat al een kritische noot die vaak te horen er van de daling indirect € 0,39 per viel. De afgelopen jaren verlieten 100 kilo via de nabetaling alsnog bij de verschillende boeren komt. Netto hooggeplaatste komt de daling in ervaren managers melkgeld op basis DISTRICTSRADEN en directeuren de van de cijfers van ‘EISTEN’ VAN zuivelonderneming. 2018 dan neer op HOOFDBESTUUR Meest recente en € 0,50 per 100 kilo WATER BIJ DE WIJN bekende van hen is melk. Dit voorstel waarschijnlijk Jan stuitte echter op TE DOEN Bles die zelf ontslag zoveel verzet dat het nam en per 1 april hoofdbestuur zich 2020 officieel uit dienst treedt. Geen genoodzaakt voelde hier opnieuw naar van deze werknemers wil ook maar iets te kijken (zie kader). zeggen over de reden van het vertrek Veel leden denken dat de top van en hun visie op de huidige stand van RFC deze aanpassing aangrijpt zaken bij RFC. om de financiële problemen van de onderneming te camoufleren. Volgens Garantieprijs ledenraadslid Gerben Smeenk uit Op de recent gehouden Makkinga, voorzitter van district 5, is ledenbijeenkomsten dit najaar dat niet het geval. Wel ervaart hij een ging het toch vooral over de tweedeling onder de leden. Een deel voorgestelde aanpassing van de heeft vertrouwen in de onderneming garantieprijssystematiek. Door alle en bestuurders en een deel zit vol toeslagen die referentiefabrieken de wantrouwen. Smeenk stelt dat een deel laatste twee jaar in toenemende mate van de leden alle moeizame dossiers uitbetaalden, is de garantieprijs te en tegenvallers bij elkaar optelt om luxe geworden en verdient deze een vervolgens de conclusie te trekken dat aanpassing. Eerdere berekeningen het wel dramatisch moet gaan met schetsen een verlaging van RFC. ‘Waar het echter aan schort is € 0,89 per 100 kilo in 2020 ten goede communicatie. Het lukt de top opzichte van 2018 op de garantieprijs. van RFC en ons als ledenraadsleden Dit geld komt dan ten goede aan de maar niet om duidelijk te maken winst van FrieslandCampina. Van die waarom er welke keuzes worden extra winst komt 35 procent in de vorm gemaakt en wat het belang daarvan is van een prestatietoeslag en 10 procent voor de onderneming.’ in de vorm van ledenobligaties terug bij Smeenk vertelt dat communicatie
RFC zwakt aanpassing garantieprijs af Het voorstel van Royal FrieslandCampina (RFC) om de garantieprijssystematiek aan te passen, stuitte om enorm veel kritiek. Zoveel dat de leiding besloot het plan aan te passen en de scherpe kantjes er af te halen. Meerdere districtsraden wilden ook niet vóór aanpassing van de garantieprijssystematiek stemmen als het bestuur geen water bij de wijn deed. Op 17 december stemt de ledenraad over een voorstel dat de garantieprijs minder laat dalen dan de eerder berekend € 0,89 per 100 kilo melk. Hoeveel minder is nog onduidelijk. Binnen het voorzittersoverleg is eind november hierover met het bestuur afgesproken dat als het voorstel in dezelfde lijn blijft met wat er nu ligt, de aanpassingen dan niet opnieuw vooraf worden gedeeld met de leden. Na de ledenraadsstemming van 17 december worden alle leden over het definitieve voorstel, dat dan zo goed als zeker door de stemmig is gekomen, geïnformeerd.
MELK van het NOORDEN
47
ANALYSE
ook het hoofdthema was op het voorzittersoverleg met het hoofdbestuur eind november. ‘Er gebeurt zo ontzettend veel. Als ledenraadsleden worden wij continu gevoed met informatie en blijven we goed op de hoogte. De andere leden krijgen veel minder informatie. Sterker nog; grotendeels spreken we die slechts tweemaal per jaar drie uurtjes in een grote drukke zaal tijdens een ledenvergadering. En dan is er ook nog zo’n 40 procent die bijna nooit op een ledenbijeenkomst komt. Dit moet echt anders en beter. Daarover is iedereen binnen hoofdbestuur en ledenraad het inmiddels wel eens. We denken daarbij aan meerdere huiskamergesprekken of georganiseerde 1 op 1 gesprekken met melkveehouders’, vertelt Smeenk. ‘Met meerdere voorzitters uit de ledenraad zijn we zo ook het gesprek aangegaan met de kritische Twentse boeren. Dat heeft meteen veel kou uit de lucht gehaald. Dergelijk inzet kost veel tijd, maar het moet wel. Te vaak en te veel gaat het qua communicatie de laatste jaren echt niet goed.’ Vet verwaarding Melkveehouder Jan Schouten uit Kantens is ook kritisch lid en leverancier van FrieslandCampina en volgt de coöperatie intensief. Vorig voorjaar liet hij samen met zes Groninger collega’s van zich horen onder de noemer ‘Het Vrije Coöperatieve woord’. Zij spraken zich toen nadrukkelijk uit tegen het melkvermindersplan van RFC. De groep diende een alternatief plan in, sprak met bestuurs- en directieleden, maar kreeg de voorstellen niet gerealiseerd. Schouten daagde het RFC-bestuur vorig jaar uit om meer ondernemerschap te tonen. Dat doet hij nog steeds. Toch hielden hij en de andere groepsleden zich dit jaar stil in de publieke discussie over FrieslandCampina. ‘Het is helder dat FrieslandCampina momenteel wat krapper bij kas zit. Dat is heel vervelend, maar hoeft geen ramp te zijn. Ik denk dat het in het belang van de coöperatie is om de directie nu juist de tijd en ruimte te bieden tot betere resultaten te komen.’ Tegen de aanpassing van de garantieprijs heeft Schouten geen bezwaar. ‘Als uit de analyse blijkt dat de toeslagen betaald door andere fabrieken enorm zijn opgelopen,
De omzet van de Campina-merken steeg sinds acht jaar weer eens door introductie van het PlanetProof.
moet je de systematiek herijken. Het aangepast omdat vet de laatste jaren is niet fair richting de directie dat de duidelijk meer waard is in de markt.’ onderneming in basis een te hoge prijs De situatie die Schouten schetst, moet betalen voor de melk.’ klopt. Arla Foods bijvoorbeeld is één Daarmee is de kous echter niet af van de referentiebedrijven van RFC. voor Schouten. Hij Arla betaalde in wil een volledige december 2019 in ‘COMMUNICATIE analyse van de Zweden en melkprijs opbouw van de MET DE LEDEN MOET uit waarbij voor vet garantieprijs. Dat 41 Kronen werd ECHT ANDERS EN betekent ook kijken betaald en voor BETER’ naar de verhouding eiwit 45 Kronen. In in uitbetaling op december 2015 lag vet- en eiwitgehalte deze verhouding bij de andere zuivelondernemingen nog op 28 Kronen voor vet en 43 voor in het mandje voor de garantieprijs. eiwit. ‘FrieslandCampina betaalt uit op ‘Dat referentiebedrijven aansluiten basis van eiwit, vet en lactose in de op de markt en RFC op dit punt verhouding 10-5-1. Andere fabrieken niet, maakt voor ons veel verschil. Ik betalen niet voor lactose en hebben kan beter een melkprijs van 35 cent de verhouding in de uitbetalingsprijzen krijgen bij de huidige verhouding MELK van het NOORDEN
48
willen wij melkveehouders stimuleren op een hoog melkeiwit te sturen. Daar kun je op tegen zijn, maar dit beleid is echt gekozen als het best passende voor de onderneming.’
die Arla hanteert dan bij een 10/5/1 verhouding. Een kilo melkeiwit produceren is immers duidelijk duurder dan een kilo melkvet. De markt en uitbetalingsverhouding zijn veranderd en de boeren die leveren aan de referentiebedrijven hebben daar kostprijsvoordeel van. Als je de analyse maakt over een eerlijke opbouw van de garantieprijs, moet je dit punt volgens mij ook meenemen. De garantieprijs hoort immers een afspiegeling te zijn van de markt, zo zijn de afspraken.’ Uitbetalingsystematiek FrieslandCampina licht bij monde van directeur Coöperatieve Zaken Robbert Rothkrantz toe dat de reëel betaalde vet- en eiwitprijzen wel verwerkt worden in de garantieprijs. ‘Elke maand kijken wij naar de werkelijk kiloprijs voor
vet en eiwit die de referentiebedrijven uitbetalen. Die worden omgerekend naar onze standaardgehalten. Gaat de prijs bij een referentiebedrijf voor vet omhoog en voor eiwit omlaag, dan wordt dat dus beslist meegewogen’, stelt Rothkrantz. Vervolgens kiest RFC er echter inderdaad voor uit te betalen op basis van de 10:5:1 verhouding voor respectievelijk eiwit, vet en lactose. ‘Dat is een heel bewuste keuze omdat die verhouding het beste aansluit bij ons productportfolio en de hoogste toegevoegde waarde levert voor onze leden’, zegt Rothkrantz. ‘FrieslandCampina verdient veel meer aan eiwit uit de melk dan aan vet. Dat staat los van het feit dat vet nu goed wordt betaald in de markt. Met deze verhouding richting uitbetalingsprijs MELK van het NOORDEN
49
Matige prestatietoeslag Terug naar de financiële situatie. FrieslandCampina betaalt over 2019 een gemiddelde garantieprijs uit die net boven de € 35 per 100 kilo uitkomt (€ 35,16, LTO melkprijsvergelijking). Dit is iets lager dan de € 35,50 per 100 kilo over 2018 uit dezelfde vergelijking. Met die daling valt RFC echter beslist niet uit de toon bij andere zuivelondernemingen in Nederland en omringende landen. Sterker nog, de meeste andere fabrieken laten over 2019 een grotere daling in de voorschotsprijs zien ten opzichte van vorig jaar. Eind februari 2020 weten we welke nabetaling er voor de leden van RFC nog bij komt. Gezien de duidelijke winstwaarschuwing van Hein Schumacher, met name aangaande de onrust in Hongkong, lijkt een betere nabetaling dan de € 0,59 per 100 kilo in 2018 er sowieso niet in te zitten. Dat is opnieuw een matig resultaat, maar betekent nog steeds winst. Alleen veel minder dan leden in de recente geschiedenis gewend waren. En de succesvolle introductie van PlanetProof dan? Daar pochen bestuur en directie nogal over. Gesteld wordt onder andere dat de verkoop van Campina-merkproducten onder het PlanetProof-keurmerk afgelopen jaar 2 procent zijn gestegen. Een mooie opsteker na acht jaar van dalende omzet van het Campina-merklabel. De winst die hiermee wordt behaald, is voor de totale onderneming echter gering’, zegt woordvoerder Jan-Willem ter Avest. ‘De grote omzetten en winsten komen niet uit het binnenland, maar moeten nog altijd komen uit markten als China en Hongkong.’ Waar zit de waarde van PlanetProof voor de onderneming en alle leden dan wel in? ‘Het helpt enorm in de herkenbaarheid op de thuismarkt. Daarnaast willen de eigen leden logischerwijs ook graag een sterk eigen merk van hun zuivelbedrijf in de supermarkten zien liggen. Bovendien helpt alle winst natuurlijk wel mee aan een positief resultaat voor de onderneming’, besluit Ter Avest.
COLUMN
BV IS BIJNA NOOIT EEN PRÉ Het klinkt zo mooi: hoge winsten draaien en amper belasting betalen. De BV zou voor dat laatste dé oplossing zijn. Ook in de melkveehouderij wordt steeds vaker het woord BV genoemd. Het zou een véél modernere bedrijfsvorm zijn dan een maatschap of vof. Ik help u uit de droom: voor 95 procent van melkveehouders is het totaal niet interessant. De hoofdreden daarvoor is overduidelijk: uw winst is te laag. Te laag in ieder geval om voordeel uit een BV-constructie te halen. De winst moet per ondernemer namelijk zeker op € 120.000 liggen. Dat halen de meeste melkveehouders bij lange na niet. In elk geval niet jaar op jaar. Die hoge winst is nodig omdat je fiscale voordelen als de zelfstandigenaftrek opgeeft. Ook zijn de afschrijvingsmogelijkheden op gebouwen vaak fors lager bij een BV. Maar het belangrijkste nadeel is relatief nieuw: wie volledig overgaat op een BV, verkoopt zijn fosfaatrechten aan de BV en verliest door afroming 20 procent van die fosfaatrechten. Om afroming van fosfaatrechten te voorkomen en verschillende fiscale voordelen te behouden, wordt bij oprichting van een BV in de agrarische sector wel een VOF aangegaan met de eigen BV. Formeel zijn het twee entiteiten, maar jij als ondernemer bent ‘toevallig’ eigenaar van beide ondernemingen. Vervolgens breng je bedrijfsonderdelen met hoge winsten onder in de BV en onderdelen met lagere winsten in de VOF. In de BV betaal je ‘slechts’ 19 procent belasting over de eerste € 200.000 winst. Dit wordt de komende jaren verlaagd naar 16,5 procent in 2020 en 15 procent in 2021. Boven de € 200.000 winst betaal je in 2019 en 2020 25% en vanaf 2021 21,7% belasting. Logischerwijs gaan ook de jaarlijkse accountantskosten sterk omhoog in een constructie waarbij je twee bedrijven runt. Nog een reden waarom de winst per ondernemer minimaal op die € 120.000 moet liggen. Het lage belastingtarief van een BV klinkt natuurlijk erg verleidelijk, maar naast de reeds genoemde nadelen zit er nog een addertje onder het gras. Een BV betekent namelijk vooral: uitstel van belasting betalen. Als je staakt of verkoopt moet je nogmaals 25 procent afdragen over de eerdere winsten. Zitten er dan geen voordelen aan een BV? Vanzelfsprekend wel. Doordat je directe belastingdruk elk jaar lager is zolang je boert, heb je meer ruimte voor investeringen. Daarnaast kan het bij een bedrijfsovername makkelijker zijn om vanuit een BV gefaseerd vermogen door te schuiven. Een derde voordeel is de extra flexibiliteit. Als je bij meerdere bedrijfsonderdelen elke deel onderbrengt in een aparte BV kun je op dat onderdeel meer risico nemen, zonder dat het invloed heeft op de andere bedrijfsonderdelen. Begrijp mij goed. Er is principieel niets op tegen om te switchen naar een BV. Het wordt alleen te vaak verheerlijkt. Wil je het toch? Laat je dan echt gedegen informeren. Elke BV-constructie vraagt specifiek maatwerk. En teken pas voor een nieuwe structuur als jezelf ook echt nog overzicht hebt hoe het werkt. Anders draag je van de winst wellicht minder af aan de belasting, maar meer aan de accountant. Geloof het of niet uit mijn mond: maar dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn.
Arend Hoekstra
Agrarisch bedrijfsadviseur Van der Veen & Kromhout
MELK van het NOORDEN
50
www.speerstra.com
+31 (0) 514 569 001
mail@speerstra.com
lle o v s cce tten u s en en ze m a S app 20? st in 20
VOLG ONS
HEALTHY ANIMALS – HIGH PROFITS
FLEXIBEL DICHTBIJ BETROKKEN INNOVATIEF
VOORUITKIJKEN NIEUW SEIZOEN Succes richting TOPKUIL 2020
✓ Botanische samenstelling ✓ Teeltplan 2020 ✓ Bemesting ✓ In- en uitkuilmanagement
Al meerdere jaren op rij lukt het ons samen met onze relaties deze prestatie te behalen!
Hoogland BV Leeuwarden | Tel. : 0518411400 | www.hooglandbv.nl
Topkuil advertentie melk van het noorden.indd 1
MELK van het NOORDEN
51
22-11-19 11:17
Natuerlik de lekkerste uit Friesland
nu bij Albert Heijn in het koelschap MELK van het NOORDEN
52