Strijdkreet 8

Page 1

Magazine van het Leger des Heils Jaargang 125 nr. 8

Eenzaam? Je bent niet alleen!

Zo’n 3 miljoen Nederlanders voelen zich eenzaam

Bij Bosshardt

De verhalen liggen op straat

MICHAEL ELIA Jarenlang boos op God! 50|50 hotel belmont

Ook Honduras telt voor ons!

Volop meedoen Het geloof ontdekt via Alpha-cursus


redactie

nr. 8

hoofdredacteur Kapitein Robert Paul Fennema eindredacteur Menno de Boer redactie | redactie@legerdesheils.nl Jurjen Sietsema Marko Mellema vormgeving Nathan Sudmeier Traffic Arnoud van Roosmalen Coverfoto Wolfgang Lienbacher

reageren & abonnementen Leger des heils t.a.v. redactie postbus 3006, 1300 EH, Almere Redactie | redactie@legerdesheils.nl

druk Senefelder Misset BV Mercuriusstraat 35 7006 RK Doetinchem

strijdkreet Magazine van het leger des heils Stichter | William Booth Internationaal leider | Generaal Linda Bond Leider Nederland | Commissioner Hans van Vliet www.legerdesheils.nl | info@legerdesheils.nl

Š Leger des Heils 2012 Het Leger des Heils is een internationale beweging en behoort tot de universele christelijke kerk. Zijn boodschap is gebasseerd op de Bijbel. Zijn dienstverlening wordt gestimuleerd door de liefde tot God. Zijn opdracht is het Evangelie van Jezus Christus te prediken en in Zijn naam menselijke nood te lenigen zonder enige vorm van discriminatie.


iedereen wil meedoen! INHOUD de verhalen liggen op straat

4

Doe je mee? 6 Maria doet weer mee

8

Geloven verandert je

10

Belmont helpt honduras

12

Michael Elia 14 Eenzaamheid in NL

16

lees- en luistertip

18

strijdkreet | 3


De verhalen liggen op straat Wat weten we eigenlijk van elkaar? Wie woont er twee deuren verderop? Welk verhaal heeft hij of zij? In buurtsteunpunt Bij Bosshardt in de Utrechtse wijk Zuilen komen elke dag gewone mensen op verhaal. Op zoek naar gezelschap, naar warmte. Om te ontsnappen aan (dreigende) eenzaamheid. Twee willekeurige mensen, twee verhalen. Jurjen Sietsema

Louise

“Ik hoor er hier bij en ik mag meedoen. Ik moet nog wel veel leren, maar ik krijg daar de kans voor en dat voelt veilig.” Louise komt twee keer per week in het buurtsteunpunt Bij Bosshardt in de Utrechtse wijk Zuilen. Als gastvrouw. Ze woont op zichzelf in Overvecht. “Gelukkig wel, want met mannen ben ik klaar. Dat hoeft van mij niet meer.” Louise heeft een zwaar leven achter de rug. Geboren en getogen in internaten en op haar zestiende aan de drugs geraakt. “Ik geloof dat ik alles wel zo’n beetje heb gebruikt, maar cocaïne nog het meest.” In 1998 volgde een keerpunt. Louise lag toen letterlijk en figuurlijk in de goot. Misbruikt en tot op het bot toe verkleumd. “Ik heb gehuild zoals ik nooit gehuild heb, diep vanuit mijn ziel en God heeft mij gehoord. Van toen af is het beter gegaan. Ik ben tot geloof gekomen en heb me aangesloten bij een kerk.” Daar bleek dat het functioneren in een gemeenschap nog niet zo gemakkelijk was. “Een echt aardige persoon was ik niet. Ik wantrouwde iedereen om mij heen. Geen wonder, ik ben zo vaak voorgelogen.” Ze besloot dat het beter was om niet meer bij de kerk te horen, maar wilde graag haar geloof handen en voeten geven. “Ik voelde dat God met mij aan het werk was. Dat ik al die jaren waarin ik zwaar verslaafd was, achter me mocht laten.” Ze las over Bij Bosshardt en besloot zich aan te melden. Tot haar eigen verbazing mocht ze aan de slag als gastvrouw. “Ik leer hier zo veel. God geeft me de verantwoordelijkheid waarvan ik dacht dat ik hem niet aankon en het werkt. Natuurlijk kom ik weleens situaties tegen waarvan ik niet goed weet wat ik ermee moet. Dan is coördinator Elselies er. Zij helpt mij en vertelt hoe ik een situatie moet aanpakken. Bijvoorbeeld als ik aan iemand vraag om iets te doen en diegene wil dat niet. Zelf trek ik me dat nog weleens te persoonlijk aan. Dan komt er een beetje van de oude Louise naar boven. Die niet zo aardige persoon. Maar gelukkig wordt het steeds minder.” Louise heeft het gevoel dat ze er weer helemaal bij hoort. Dat ze er mag zijn en dat ze kansen krijgt.

4 | strijdkreet


Erszébet

De van oorsprong Hongaarse Erszébet Bojnar woont om de hoek van het buurtsteunpunt van het Leger des Heils en komt er elke dag. “Het is hier zo goed, zo warm en zo gezellig.” Ze glundert als ze het zegt. Vorig jaar overleed haar tweede man. Toch is ze niet eenzaam, zegt ze. Ze heeft haar kinderen en ze komt in Bij Bosshardt. Haar tweede huiskamer. Erszébet (in het Nederlands Elisabeth) vluchtte in 1956 samen met haar eerste man voor de Russen die op 4 november van dat jaar het land binnenvielen. Het was de aanleiding, want het plan om Hongarije te verlaten was er langer. “Als christenen hadden we het ook voor de opstand al erg moeilijk. Bovendien had ik er al zes en een half jaar gevangenisstraf opzitten. Voor ‘spionage’. Ik werkte als jong meisje op een fabriek in de buurt van Boedapest. Op een dag vroeg iemand me een brief te bezorgen. Wist ik veel wat er in die envelop zat. Ik werd opgepakt en met vier anderen veroordeeld tot levenslang. Gelukkig kreeg ik amnestie. Dat was mijn redding en de mogelijkheid om het land uit te komen. Via Oostenrijk kwamen we terecht in Nederland. Puur toeval. We stapten in Oostenrijk in een trein, de deuren gingen dicht en daar zaten we dan. We zijn maar in Nederland uitgestapt.” Het stel woonde negen jaar in Den Haag. “Daar werd mijn man verliefd op een Hollandse. Na mijn scheiding leerde ik ook iemand anders kennen met wie ik meer dan 35 jaar gelukkig ben geweest. Ik heb geen moment spijt van gehad van mijn vlucht, maar ben wel terug geweest naar mijn geboorteland. Voor het eerst in 1987. Zeven keer in dat jaar. Dat werd pas mogelijk nadat ik koningin Beatrix een brief heb geschreven waarin ik vroeg of ze mij wilde helpen uitzoeken waarom ik het land niet meer in mocht. Ik kreeg een brief terug die ik met liefde bewaar. Door haar kon ik terug naar mijn geboorteland en volgde een weerzien met mijn familie.” Haar verhaal vertelt ze met verve. Ze heeft het al vaker verteld. Aan iedereen die het maar horen wil. “Ik sta ook in het boek over Hongaren in Nederland. Zoek maar op.” Als ze wegloopt, lacht ze en steekt haar hand op naar een andere bezoekster. “Dag meissie. Ben je d’r ook weer? Fijn dat je kon komen. Anders ga ik je nog missen. En jullie mij.”

strijdkreet | 5


Hey! Doe je Mee? Menno de Boer Het is druk op het schoolplein. De zon schijnt, de thermometer wijst 23 graden aan en het rumoer van spelende kinderen klinkt stratenver door. In de hoek bij de zandbak waakt een juf over de kleinsten; die zijn druk in de weer met schepjes, emmertjes en kruiwagentjes. De jongens van groep 8 doen een wild tikspel en rennen luid schreeuwend achter elkaar aan. Onder de oude eikenboom wordt geknikkerd. Kleine Tristan is aan de beurt. Hij knijpt zijn ogen een beetje dicht om goed te kunnen mikken. Uit zijn linkermondhoek komt voorzichtig het puntje van zijn tong naar buiten. ‘Nu goed richten...’ Bij het hek wordt op de maat van een ronddraaiend springtouw een bijpassend liedje gezongen. Een groep van wel meer dan twintig meiden heeft het grootste plezier. Anke Op een afstandje van de groep gillende meiden, staat Anke. Anke hoort er niet zo bij. Ze is wat dik en draagt een brilletje dat eigenlijk wat te klein is. Haar kleren passen niet bij de laatste mode. En waar anderen rondstappen op Vans en Nike’s, draagt zij linnen schoenen van de Action. Anke’s vader heeft geen werk

6 | strijdkreet

meer en zit al anderhalf jaar thuis. Haar moeder werkt twee ochtenden in de slagerij van de supermarkt. Veel geld is er niet bij haar thuis. De andere kinderen vinden Anke vaak maar gek. Ze reageert altijd zo verschrikt als je haar iets vraagt en kijkt dan zo bang. Gek kind. Ze slist ook een beetje. ‘Ha, ha! Anke! Zeg eens: slome Sjaantje sloeg de slome slager?!...’ Het ‘edele drietal’ Thuis is Anke vaak met haar zusje aan het touwtjespringen. Ze kan het best goed! Maar op school vindt iedereen haar raar. Denkt iedereen dat ze niks kan en maken ze grapjes over haar. Ze kijkt naar Iris, Bianca en Helga. Het ‘edele drietal’ uit haar klas staat te smoezelen en de blikken gaan in de richting van Anke. Dan rent Iris naar Anke toe. “Doe je mee?” roept ze. Anke schrikt en kijkt om. Maar daar is niemand. Bedoelt ze mij? “Anke, doe je mee?” herhaalt Iris. Anke kijkt een beetje angstig naar Iris, maar haar hart maakt een klein sprongetje… “Wil je echt dat ik meedoe met touwtjespringen?” vraagt ze voor de zekerheid. “Ja joh. Dat kun je vast heel goed!” gilt Iris en kijkt grijnzend achterom naar haar vriendinnen. Morgen weer? Anke loopt met Iris mee en sluit aan in de rij. Het touw draait rond en rond en dan is Anke aan de beurt. Iris


fluistert: “Nou zullen we het krijgen.” En dan rent Anke naar voren en springt. Ze springt zoals ze nog nooit gesprongen heeft. Op het ritme van het lied… Ze zweeft bijna! Ze draait tijdens het springen zelfs helemaal om haar as. En dan, precies op het goede moment, er weer uit. Iris, Bianca en Helga zijn stomverbaasd. “Hè? Ik dacht die kan niks,” reageert Helga verbaasd. Anke staat intussen aan de andere kant van het touw. Ze praat met een paar meisjes die vol bewondering vragen hoe ze dat precies deed. Dan gaat de bel. “Doe je morgen weer mee?” vraagt een van de meisjes aan Anke. En die knikt. Ja. O ja! Heerlijk! Morgen weer! Iedereen is waardevol Hoe vaak zien we het niet. Mensen die niet mee kunnen komen. Om allerlei redenen. Redenen die we meestal niet kennen. Ze staan aan de kant. Met al hun talenten. Soms ligt het ook aan ons dat ze niet meedoen. Dan vinden we ze maar raar of vies of dom. Eigenlijk is dat niet oké van ons. En ook niet erg slim. Want ieder mens is waardevol, ook al doen ze soms dingen die wij niet begrijpen of zien ze er anders uit dan wij. Maar als we de stap wagen en vragen of ze meedoen, dan worden we vaak verrast.

Mogen verraders ook meedoen? In de Bijbel staat het verhaal van Zacheüs. Dat was een klein onooglijk en vervelend mannetje, die belastinggeld binnenhaalde voor de vijand. Een verrader. En hij was nog oneerlijk ook. Hij rekende te veel en stak dat in eigen zak. Zo was hij stinkend rijk geworden. De mensen moesten hem niet. Walgden van hem en lieten hem zoveel mogelijk links liggen. Maar dat deed Jezus niet. Die ging het gesprek met Zacheüs aan. “Ik zou graag bij je komen eten,” zei Hij zelfs. Het publiek eromheen moet gedacht hebben: “Wat doet ‘ie nou? Zomaar eten bij zo’n verrader? Dat kan toch niet?” Maar Jezus zag meer in Zacheüs. En toen Zacheüs mee mocht doen, verraste hij iedereen door het geld dat hij anderen op een gemene manier had afgenomen, vierdubbel terug te betalen. En de helft van zijn goederen gaf hij aan de armen… Als we anderen weer laten meedoen, beleven we de mooiste dingen. Doe je mee? Wil je het hele verhaal van Zacheüs lezen? Je vindt het in hoofdstuk 19 van het evangelie van Lucas in de Bijbel.

strijdkreet | 7


Maria

doet weer mee!

Maria had zichzelf al opgegeven. Ze verloor haar man, haar vrienden en haar levensvreugde. Het Leger des Heils gaf Maria niet op en ging de strijd samen met haar aan… Jurjen Sietsema Haar appartement op de tweede van een elf etages hoog flatgebouw is misschien niet groot, maar groot genoeg voor Maria. Ze is tenslotte maar alleen. Achtenzestig is ze nu. Vijf jaar geleden verloor ze haar man Willem, haar grote steun en toeverlaat. “Veel te jong. Aan een hartstilstand. Daar heb ik nog last van. Hij was alles voor me. Het was zo’n lieverd, zo’n goeie man.” Willem regelde alles voor hen beiden. De financiën, de huur, de boodschappen. Maria deed het huishouden. Kinderen hadden ze niet. “Ik kon geen kinderen krijgen. Daar hebben we best verdriet van gehad, maar je leert je erbij neer te leggen.” Met het overlijden van Willem, verloor Maria ook het contact met vrienden en familie. “Die wonen ver weg. Ik ben met Willem vanuit Brabant naar het oosten verhuisd. We moesten wel, vanwege zijn werk.” Dat vriendschappen snel verwateren na een overlijden, ervoer Maria al snel.” Ze willen wel de leuke dingen, maar je verdriet hoeven ze niet.”

energiemaatschappij gas en elektriciteit af en na verloop van tijd kreeg ze een alarmerende brief. Ze rommelt wat in een stapel oude papieren die op de keukentafel ligt en trekt er een brief van de woningbouwvereniging uit. “Kijk, hier staat het. Ik moest het huis uit. Vreselijk vond ik dat. Ik wist niet meer hoe het moest. Waar ik naartoe moest en wie me nog kon helpen. Ik dacht: dit is het einde.”

Grijs Genoegen

Gelukkig woont ze nog steeds in haar woning. “Ik heb huilend de woningbouwvereniging gebeld en ze verteld hoe ik me voelde. Toen zei die mevrouw dat ze iemand zou sturen.” Dat bleek iemand van het project Grijs Genoegen van het Leger des Heils. Professionals van het Leger zoeken oudere mensen op die problemen hebben en niet of nauwelijks sociale contacten hebben. Ze helpen ze bij het op orde krijgen van hun leven en proberen ze weer in contact te brengen met anderen.

Droog brood en koffie

Dat verdriet werd voor Maria op een gegeven moment zo heftig, dat het haar niet meer lukte om de zaken op een rijtje te houden. “Ik voelde me zo naar en depressief. Ik bleef lang op bed liggen, liep soms de hele dag in mijn nachtjapon en liet de gordijnen dicht. Ik had er geen zin meer in.” Boodschappen deed ze amper. “Het eten smaakte me niet. Ik at soms wat droog brood en dronk veel koffie, maar koken voor mezelf? Nee, dat deed ik op een gegeven moment niet meer.” Haar depressiviteit zorgde ervoor dat ze de interesse in het leven verloor en dingen vergat. “Zoals al die dingen die Willem altijd regelde. De huur en alle andere zaken. Ik heb het vreselijk laten versloffen. Er bleven maar brieven komen. Zoveel dat ik ze maar niet meer openmaakte. Op een gegeven moment ging ook regelmatig de bel. Ik heb niet opengedaan. Wie moest er nu wat van mij?”

“Ik moest het huis uit”

Het bleef niet zonder gevolgen. Eerst sloot de

8 | strijdkreet

Bergopwaarts

Het bleek de redding voor Maria. “Vanaf toen is het weer bergopwaarts gegaan. De financiën zijn misschien nog niet op orde, maar ik ben al een heel eind en ik mag hier blijven wonen. Elke dinsdag ga ik naar een inloopochtend van de kerk (het korps) van het Leger. Daar ontmoet ik veel mensen met wie ik een praatje maak en met wie ik leuke dingen doe. Om twaalf uur eten we samen. Dat voelt heel goed. Vanaf september ga ik meehelpen koffieschenken op de inloopochtenden.”

“Blij dat mensen zich om mij hebben bekommerd”

Er zijn nog steeds momenten waarop Maria zich eenzaam voelt. “Dan denk ik aan Willem en dan zit ik toch weer te huilen, maar het zijn momenten. Zo ellendig als ik me heb gevoeld, voel ik me niet meer. Ik ben blij dat er mensen zijn geweest die zich om mij hebben bekommerd. Zonder hen had ik nooit mijn nieuwe vrienden leren kennen. Ik had mezelf al opgegeven, maar het Leger mij gelukkig niet.”


strijdkreet | 9


“ Geloven heeft invloed op je hele leven”

Eva en Amanda ontdekken geloof via Alpha-cursus Jurjen Sietsema

Eva van der Zouwen en Amanda Beet leerden het Leger des Heils kennen via een Jeugd Alpha-cursus. Ze bezoeken de samenkomsten en doen volop mee. “Het voelt als een warm bad.” Wat staat er in de Bijbel en hoe pas je dat toe in je dagelijks leven? Het zijn vragen die aan de orde komen in de Alphacursus. Een cursus die door verschillende kerken in het hele land wordt gegeven. Ook door het Leger des Heils.

10 | strijdkreet

Het is een manier om te ‘ruiken’ aan het geloof. Om te kijken of het iets voor je is. Geheel vrijblijvend. Gewoon een nuchter verhaal over wat christenen geloven en wat ze drijft. Het geloof een kans geven Niet iedereen besluit na zo’n cursus lid te worden van een kerk. En als dat het geval is, dan even goede vrienden. Voor Eva en Amanda was dat anders. Zij gingen bewust op zoek en vonden antwoorden. Nog niet alle, maar wel voldoende om op weg te gaan met het geloof. Om het een kans te geven.


Durven ontdekken Ze schelen zes jaar. Ze zaten ook niet in dezelfde cursus, maar toch lijkt het alsof ze elkaar al jaren kennen. Er wordt veel gelachen tijdens het gesprek en de fotosessie. Dat kan ook bijna niet anders. Hun verhalen zijn vrolijke verhalen. Geen zware kost maar een verhaal van twee jonge vrouwen die op zoek waren en de durf hadden om te ontdekken. “Een beetje vreemd” Eva (27) is onderwijzeres aan een basisschool. Groep 3. Amanda wil het basisonderwijs in. Ze doet de pabo. Eva heeft een christelijke achtergrond. “Maar mijn ouders waren niet heel actief. Ik heb wel op een christelijke basisschool gezeten en later op een christelijke club, maar als tiener ben ik daar door omstandigheden, met pijn in het hart, mee gestopt.” De ouders van Amanda (21) waren allesbehalve gelovig. “Toch vinden ze het prima dat ik het christelijk geloof heb omarmd, dat ik me hier op mijn gemak voel en vrienden heb. Ze vinden het misschien een beetje vreemd, maar ze hebben altijd gezegd dat ik zelf mijn geloof moest kiezen.” Door met het geloof of niet? De Jeugd Alpha-cursus bij het Leger des Heils was niet de eerste voor Amanda. “Met mijn beste vriendin had ik er hiervoor ook al één gedaan. De tweede voelde misschien nog wel beter dan de eerste. Het past wel in het proces dat ik doormaak. Ik heb, net als Eva, op een christelijke basisschool gezeten. Niet omdat het moest, maar omdat het zo uitkwam. Daar hoor je dingen die je verder wilt ontdekken. In het tweede jaar van de middelbare school ontstond bij mij het gevoel dat ik wilde weten of ik door wilde met het geloof of niet. Ik kende de kinderverhalen, maar wilde nu het hele verhaal.” Zwevend Het was Eva’s stagebegeleidster op de pabo die haar wees op de Jeugd Alpha-cursus. “Ik ben een tijdje zwevende geweest. Wist niet wat ik met het geloof moest. Ik heb haar advies opgevolgd en kwam toen uit bij het Leger des Heils. Daar gaven ze de

cursus.” Dat het Leger des Heils ook een kerk is, wist geen van beiden. Eva: “Ik kende het Leger als goed doel. Als kind spaarde ik altijd een jaar lang voor het Leger. Voor arme mensen. Dan kwamen ze vlak voor Kerst langs en dan gooide ik het gespaarde geld in de collectebus.” De ontdekking van het Leger als kerk voelt nog steeds als een warm bad. “Ik ben geraakt door de oprechte belangstelling die mensen hier voor je hebben. Niemand komt hier ongezien binnen en gaat ongezien weer naar buiten. Daar waar je op andere plekken in de maatschappij nog wel eens hardheid tegenkomt, zie je hier respect en zorgzaamheid. Dat voelt heel goed.” Geloven geeft veerkracht “Het maakt dat wat er verteld wordt nog dieper binnenkomt,” zegt Amanda. “Je ziet waar het vandaan komt. Vanuit welke motivatie mensen leven en hun geloof handen en voeten geven.” Eva: “Geloven heeft invloed op je hele leven, op de keuzes die je maakt, op wie je bent. Het verandert de manier waarop je naar jezelf en naar de wereld om je heen kijkt en geeft je veerkracht om met moeilijke situaties in je leven om te kunnen gaan. “ Nog veel te ontdekken Eva en Amanda bezoeken regelmatig de samenkomsten van het Leger des Heils. “Eva nog iets meer dan ik.” Eva besloot onlangs om adherentlid van het Leger des Heils te worden. Ook was er een dankdienst waarin een zegen is gevraagd over het leven van het eenjarige dochtertje van Eva en haar man. “Een bijzondere gebeurtenis.” Beiden zijn ze actief als oppas tijdens de diensten en nemen deel aan een jongerengroep. “Als verdieping. Want er is nog zoveel te ontdekken.”

Foto: Amanda en Eva

strijdkreet | 11


Foto: hotelmanager Frans Maandag en food & beveragemanager Iris van Hengel

50|50 hotel Belmont helpt zieke kinderen in Honduras Jurjen Sietsema 50|50 Hotel en Congrescentrum Belmont in Ede is een bijzonder bedrijf. Het kent geen winstoogmerk. De financiële middelen worden besteed aan goede doelen. Daarnaast is Belmont een erkend re-integratiebedrijf waar cliënten van het Leger des Heils onder begeleiding van professionals de kans krijgen om

12 | strijdkreet

werkervaring op te doen op weg naar betaald werk. Een hotel dat anderen laat meedoen. En dat krijgt met het ondersteunen van een onderwijsproject in zuid-amerika nog een extra dimensie. Belmont adopteert namelijk een Leger des Heils project in Honduras. “We willen graag iets terugdoen”.


In het ziekenhuis liggen en toch onderwijs krijgen. Dat klinkt voor westerse begrippen misschien als vanzelfsprekend, maar in Midden-Amerikaanse landen is het dat zeker niet. In de Hondurese stad San Pedro Sula heeft het Leger des Heils daarom een project opgezet waarin een leerkracht les geeft in het grootste ziekenhuis van de stad. Kinderen die zo ziek zijn dat ze niet van hun zaal af kunnen, krijgen bezoek van vrijwilligers. De kinderen komen uit de laagste sociaaleconomische klasse. Dat wil zeggen dat hun ouders geen geld hebben voor dure behandelingen. Zoals de ouders van nierpatiëntje Juanita. Een schrijnend geval. Ze heeft al heel wat operaties achter de rug. Om definitief van haar probleem verlost te zijn, heeft ze een niertransplantatie nodig, maar haar ouders kunnen die niet betalen. Ze volgt de lessen zo goed en zo kwaad als het gaat.

Kijk voor meer informatie over 50|50 Hotel Belmont op www.5050-belmont.nl. Voor meer informatie over de internationale projecten die het Leger des Heils vanuit Nederland steunt kijkt u op: http://www.legerdesheils.nl/ internationale-ontwikkelingsamenwerking

Leger des Heils

Ouders komen vaak van heinde en ver naar het ziekenhuis om hun kind te bezoeken. Om hen te ondersteunen heeft het Leger des Heils een sociaal fonds in het leven geroepen. Daaruit kunnen ze een bijdrage krijgen voor medicijnen en behandelingen die ze zelf niet kunnen betalen. Maar dat is nog niet alles. Het Leger des Heils verstrekt ook maaltijden aan de kinderen en hun ouders. “En daar komen wij in beeld,” zegt hotelmanager Frans Maandag. “Wij werken hier ook met eten en het is goed je te realiseren dat er veel mensen op de wereld zijn die niet of nauwelijks te eten hebben. Wij zeggen dat we in een crisis zitten, maar als je eerlijk bent moet je toegeven dat we het eigenlijk gewoon nog steeds erg goed hebben in Nederland.” Het idee voor de ondersteuning van het project ontstond na een ingrijpende verbouwing van het viersterren hotel en congrescentrum aan de Goorsteeg in Lunteren. Een volcontinubedrijf. Er is elke dag wel iets te doen. “We wilden iets terugdoen, iets extra’s,” zegt Frans. Hij trekt de projectkar samen met food & beveragemanager Iris van Hengel. “Sinds de verbouwing is bij ons, en bij het personeel, steeds meer het besef gaan leven op wat voor een prachtige plek wij ons werk mogen doen. Frans kwam met het idee om vanuit die dankbaarheid een project te ondersteunen. Ik ben op zoek gegaan naar een geschikt project. Eerst in eigen land. Daar vond ik vooral eenmalige projecten die al ondersteund werden. Toen kwam ik in aanraking met de afdeling Internationale Ontwikkeling en Samenwerking van het Leger des Heils in Almere. Zij hebben ons dit project aangereikt.” Volgens Frans is San Pedro Sula een project dat goed bij 50|50 hotel Belmont past. “Wat we doen door onze ondersteuning, is meetbaar en haalbaar. Een maaltijd kost 2 euro. Hoe concreet wil je het hebben? Met relatief weinig geld, voed je heel wat monden.” “Ik hoop, en ik verwacht, dat dit project een groot succes wordt,” zegt Iris. “Onze bezoekers kunnen ook meedoen. In de hal van het hotel komt een display te staan waarop te zien is hoeveel maaltijden we al hebben kunnen sponsoren. Een prachtig doel.”

strijdkreet | 13


Als muzikant Michael Elia (43) op 16-jarige leeftijd zijn opa verliest, stort zijn wereld in. “Mijn opa was heel belangrijk voor mij. Binnen het gezin waarin ik opgroeide, was weinig genegenheid. Een knuffel of ‘ik hou van je’, was er niet bij. Mijn opa was anders. Hij las me altijd voor uit de Bijbel en leerde me bidden. Maar toen hij overleed, ben ik heel erg boos op God geworden. En die boosheid is vorig jaar oktober pas verdwenen.” Michael leidt een bewogen leven. Als beveiligingsbeambte werkt hij op een gegeven moment zo’n zeventig uur per week en in zijn gezin loopt het niet lekker. “Eind jaren negentig begon mijn huwelijk stuk te lopen. We hadden een zoontje en mijn toenmalige vrouw was zwanger van ons tweede kindje. De spanningen thuis en op het werk resulteerden bij mij in een stevige burn out.” Muziek als middel tegen burn out “Mijn enige uitlaatklep op dat moment, was muziek. Ik zing, speel piano en gitaar en heb een tijd conservatorium gedaan. Muziek hielp me om te gaan met mijn problemen. In 1999 ben ik muziekles gaan geven op de R&B-school (R&B is een muziekstijl, red.) en dat vond ik prachtig. Na een half jaar kreeg ik wat onenigheid omdat ik niet betaald kreeg en toen ben ik voor mezelf begonnen. Zang- en muziekles geven aan kinderen. Prachtig! En: het liep meteen heel goed. Stapje voor stapje vond ik de weg uit mijn burn out.” Verdriet en geluk Michaels huwelijk verloopt minder goed en in 2003 komt er een eind aan de relatie. “Al bij de geboorte van onze dochter wist ik dat het niet goed zou komen. Ik heb ervoor geknokt, maar het is helaas niet gelukt. Ik was nog altijd boos op God, had veel verdriet en bidden deed ik alleen als het erg slecht met me ging. Naar de kerk gaan, was er al helemaal niet meer bij. Toen leerde ik mijn huidige vrouw kennen. Bij haar voelde ik me op mijn gemak. Kon ik mezelf zijn. Toch dacht ik in het begin van onze relatie: ‘dat wordt niets, zo’n mooie vrouw, dat is veel te hoog gegrepen voor mij.’ Zij dacht daar gelukkig heel anders over en ze heeft me door een moeilijke periode geholpen. Ik ben heel erg gezegend met haar.”

14 | strijdkreet

Kom je eens bij ons zingen? Een van zijn muziekleerlingen nodigt Michael in 2011 uit om eens te komen zingen tijdens een kerkdienst van het Leger des Heils in Almere. Er worden contacten gelegd en op de eerste zondag in oktober staat Michael ‘op het programma’. “Het leek me best leuk. Ik dacht nog: ‘Zingen is zingen en ach die kerk doet me toch niets, dus waarom niet?’ Maar dat pakte wel even anders uit. Al bij het oefenen met het koor op de vrijdag ervoor gebeurde er iets met me. Ik werd heel hartelijk ontvangen en het liep allemaal zo lekker dat ik erg onder de indruk raakte. Bij thuiskomst zei ik zelfs tegen mijn vrouw: ‘ik moet het niet te leuk gaan vinden…’ Op zondag zou ik het lied ‘Houd mij dicht bij U’ gaan zingen. De tekst kon ik zo van het computerscherm lezen, dus ik dacht: dat ga ik niet oefenen, dat komt wel goed.” Weer meedoen Die zondag maakt Michael voor het eerst sinds tijden weer een kerkdienst mee. En dan is hij aan de beurt. Hij wordt naar voren gevraagd en er volgt een kort interview. “Vlak daarvoor was er al een lied gezongen waar ik heel emotioneel van was. Ik huilde tranen met tuiten en snapte er eigenlijk niets van. Toen ik naar voren kwam voor het interview, heb ik mijn hele levensverhaal verteld. Het rolde er zomaar uit. Ik wist niet wat me overkwam. Zoveel emoties, maar ook een enorme rust. En toen moest ik natuurlijk nog zingen. Ik stapte naar voren en zong. Ik heb geen enkele keer op het computerscherm gekeken… En toen wist ik het zeker: God is er echt! Hij is me trouw gebleven en nu mag ik weer meedoen. Thuis heb ik alleen maar gehuild. Van geluk.” Iedere week Inmiddels bezoekt Michael de diensten iedere week en heeft hij een nieuw levensdoel. “Ik wil mensen inspireren met mijn stem en mijn muziek. Ik wil ze vertellen dat ze waardevol zijn en dat God van hen houdt. Ik heb mijn muzikaliteit van God juist daarvoor gekregen. Die zondag heeft mijn leven veranderd. De boosheid is weg en een heerlijke rust is ervoor in de plaats gekomen. Niet dat alles nu vanzelf gaat, maar ik kan nu beter met tegenslag omgaan. In mijn werk kan ik kinderen vertellen dat God er voor hen is. Wie je ook bent en wat je ook gedaan hebt in je leven, God houdt van je!”


“ Toen ik naar voren kwam heb ik mijn hele levensverhaal verteld. Het Rolde er zomaar uit.”

Michael Elia was jarenlang boos:

“ Maar God heeft mij kennelijk nooit los gelaten” Menno de Boer

Nathan Sudmeier

strijdkreet | 15


Hebben ze alweer afgebeld? Jurjen Sietsema

Wolfgang Lienbacher

Wat is je eerste gedachte als je naar de cover van deze Strijdkreet kijkt? Wat zie je? Wie zie je? En, wat doet het met je? Een beeld kan soms meer zeggen dan duizend woorden, luidt het gezegde. Maar, wat zegt dit beeld over het thema van deze maand: meedoen? Doet het meisje op deze foto mee? Of juist niet? En waar zijn die anderen, voor wie iets lekkers klaarstaat? Wat vindt het meisje ervan dat ze daar alleen zit? Is dat uit haar blik op te maken? Wat zegt haar gezichtsuitdrukking eigenlijk? De foto roept dus tal van vragen op, zonder ze te beantwoorden. Waarom dan deze foto? Omdat ze symbool staat voor zoveel mensen over wie wij geen concrete

16 | strijdkreet

informatie hebben. Het zijn de gezichten die wij dagelijks tegenkomen. Op weg naar ons werk, naar school, naar de supermarkt. Anoniem. Enkele herinneren we ons. Omdat we ze dagelijks tegenkomen of omdat er iets in hun blik of hun gezichtsuitdrukking is, wat ons raakt. ‘Die meneer die altijd alleen naar de supermarkt loopt, of dat meisje dat altijd alleen op haar fietsje door het park rijdt, zonder vriendinnetjes.’ Hoe alleen zijn deze mensen eigenlijk? En als ze alleen zijn, zijn ze dan ook eenzaam? Het bijzondere maar ook lastige van het


nadenken over dit soort vragen is, dat we moeten toegeven dat we het gewoonweg niet weten. En: willen we het antwoord eigenlijk wel weten? We hebben het tenslotte druk genoeg met het op koers houden van ons eigen leven. Toch is het goed om eens stil te staan bij het begrip meedoen. Mensen die meedoen, horen erbij. Mensen die niet meedoen, staan aan de kant. Dat moet wel een eenzaam gevoel geven. Hoe voelen we ons zelf als we niet worden uitgenodigd voor een feestje of niet als een van de eersten worden uitgekozen om mee te doen met een spel tijdens de gymles op school? Het Leger des Heils heeft recentelijk onderzoek laten doen naar eenzaamheid. Hieruit blijkt dat er rond 3 miljoen Nederlanders zijn die aangeven dat ze zich eenzaam voelen. Alarmerend is dat deze groep voor een belangrijk deel bestaat uit jonge mensen van zo rond de 25 jaar. Mensen van wie je verwacht dat ze volop in het leven staan. Bouwen aan een carrière, een relatie, een bestaan. Maar het zijn juist deze mensen die ’s avonds een leeg huis aantreffen als ze thuiskomen. Ze eten alleen en brengen hun avonden vaak door voor de tv of achter hun computer. Hun vrienden zijn vaak virtuele vrienden met wie ze via Facebook of Twitter veelal oppervlakkige contacten onderhouden. In het ‘echte leven’ zien ze, behalve hun collega’s, vaak maar bitter weinig andere mensen met ze, kwalitatief gezien, ook weinig diepgaande relaties hebben. Als we ervan uitgaan dat de mens een sociaal wezen is, dan dringt zich al snel de vraag op welke zin een leven in eenzaamheid heeft? Wij als Leger des Heils geloven dat God ons als mensen aan elkaar heeft gegeven. De mens is geschapen voor relaties. Die met God en

die onderling. Om elkaar te helpen, met elkaar te huilen, met elkaar te lachen en elkaar op te beuren als we het moeilijk hebben. Wij mensen zijn er voor elkaar en niet om een groot deel van ons leven in eenzaamheid door te brengen. Dat zit niet in onze natuur. Dat heeft geen zin en het geeft geen zin. Het brengt ons bij een tweede punt uit het onderzoek. Steeds meer mensen zoeken in deze onrustige, complexe wereld naar de zin van het leven, naar de zin van lijden en van sterven, naar zingeving. Daar is niets zweverigs aan. Het is een menselijke behoefte. Het onderzoek laat op dit gebied een mooie ontwikkeling zien. Een steeds groter wordende groep mensen vindt zin in het ‘er zijn voor anderen’ door vrijwilligerswerk te doen. Ze helpen bij de sportvereniging van hun kind of worden maatje van iemand die schulden heeft, ze gaan op bezoek bij ouderen of ze doen boodschappen met iemand die dat niet zo goed durft. Ze zoeken de ander op in zijn of haar eenzaamheid. Ze nodigen de ander uit om (weer) mee te doen. Dat is hoopvol, maar als je het goed bekijkt een druppel op een gloeiende plaat. Er zijn nog te veel mensen van wie we niet weten dat ze eenzaam zijn, en er zijn teveel mensen die er weinig voor voelen om een ander uit zijn of haar eenzaamheid te halen. Dat en het feit dat eenzaamheid niet als een van de grootste maatschappelijke problemen van deze tijd wordt gezien, maken dat eenzaamheid lastig te bestrijden is. We moeten het tenslotte ook willen. De meneer die altijd alleen naar de supermarkt loopt. Dat meisje dat nooit samen met vriendinnetjes in het park fietst. Het zijn gezichten, net als dat van het meisje op de voorplaat van deze Strijdkreet. Maar het zijn wel gezichten van mensen die het verdienen om mee te doen, erbij te horen. Wij kunnen elkaar zin in het leven geven door te zoeken naar de zin in ons eigen leven en te ontdekken dat die ligt in het er zijn voor elkaar.

strijdkreet | 17


lees- en luistertip! Wat nou crisis? Christus In een tijd dat mensen steeds angstiger en bezorgder worden over economische malaise en sociale onrust, spreekt Jan Wolsheimer tegendraads zijn vertrouwen uit in Jezus Christus. Er zijn wellicht redenen om ons zorgen te maken. Maar er zijn betere redenen om vast te houden aan ons geloof, moedig een tegencultuur te vormen die niet denkt en handelt volgens de principes die in de wereld van geld en macht gangbaar zijn. Je leest over geloof, hoop en liefde. Een bevlogen verhaal dat gedragen wordt door persoonlijk, doorleefd geloof. Wolsheimer houdt niet alleen een pleidooi voor gerechtigheid en duurzaamheid, hij is ook eerlijk over zijn eigen worsteling met ‘zoals het in het leven van een volgeling van Jezus Christus eigenlijk zou moeten gaan’. Met Tegen de draad houdt de auteur zichzelf en zijn lezers een spiegel voor. Soms is dat gelukkig ook een lachspiegel. Interessant voor christenen die een authentiek geestelijk leven willen leiden, maar niet weten hoe ze dat moeten bereiken. Titel: Tegen de draad Auteur: Jan Wolsheimer Uitgever: Ark media ISBN: 978 90 33819 82 7 Prijs: € 11,95

125 jaar leger des heils Muziek is bij het Leger des Heils meer dan een traditie. Met muziek wordt het geloof in God en Jezus handen en voeten gegeven. Het Leger bestaat al 125 jaar in Nederland en ter ere van dat feest is er een jubileumcd opgenomen. Met 325 zangers en muzikanten zijn bekende en minder bekende Legerliederen opgenomen. Een prachtig historisch overzicht en een ‘must have’ in iedere muziekcollectie.

Titel: Doen wat we geloven Uitgever: Leger des Heils (Harbourlight) Bestellen via: webwinkel.legerdesheils.nl Prijs: € 17,50

18 | strijdkreet


koppelraadsel

1 2

In de puzzel moeten woorden van acht letters komen te staan. Voor elk gevraagd woord zijn twee woorden van vier letters gegeven. Aan u de taak de woorden van acht letters te vinden, door de woorden van vier letters steeds te combineren. Als u de hele puzzel hebt opgelost, leest u in de getinte balk een naam uit Numeri 32:8.

3 4 5 6

1. STEK + WRAK = ruimte om schoonmaakgerei op te slaan 2. DAAR + PETS = ontsierende en pijnlijke verwijding van een ader 3. HUID + REIS = gezelschapsdier 4. ELST + JEEP = kier 5. IERS + TEUN = Noord-Afrikaan 6. BAND + VOEG = landloper 7. VAAS + SMET = hoeveelheid opgehoopt vet 8. EEDE + REIN = allemaal 9. TAAN + ROOD = pinda 10. LEER + DEEG = gestudeerd iemand 11. PRET + NAAR = papegaai.

7 8 9 10 11

De Zwart & Witjes Dat was Henk, hij Hij wilde weten belde vanuit Tenerife hoe het weer in

Nederland was...

...toen ik zei dat het hier al dagen regende...

...begon hij keihard te lachen daarna heeft hij opgehangen!

Abonnee worden van de Strijdkreet? word nu abonnee via: 036 - 539 81 51

Naam:

â‚Ź 13,50 per jaar

Straat en nr:

Of vul de bon in en stuur deze in een enveloppe

Postcode:

zonder postzegel naar: Administratie Strijdkreet, Antwoordnummer 209, 1300 WJ ALMERE. Betaling kan alleen via automatische incasso.

Plaats: Rekeningnummer:


Gewoon... voor elkaar

Liefde zit niet alleen in woorden, maar vooral in daden. Uit de bijbel: 1 Johannes 3 vers 18


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.