8 minute read

Hoe het Leger ervoor zorgt dat elke deelnemer het juiste traject krijgt

Next Article
Maak e e n latte

Maak e e n latte

Jaarlijks helpt de afdeling Welzijns- en Gezondheidszorg van het Leger zo'n 50.000 mensen. De manieren waarop we zorg en welzijn bieden, lopen uiteen. Onze deelnemers kunnen in een nachtopvang verblijven, tijdelijk in onze afkickkliniek wonen of hulp aan huis ontvangen. Hoe begeleiden we mensen die in aanraking komen met het Leger des Heils naar de juiste vorm van hulp? En wie regelt de benodigde zorg op het juiste moment en zorgt ervoor dat dit efficiënt en effectief verloopt?

Dat doet een bureau van het Leger des Heils dat hier speciaal voor is ingericht: Bureau Trajectmanagement (BTM). De mensen van BTM stemmen in het hele zorgtraject af met de deelnemers, verwijzers en andere samenwerkingspartners. Ook zorgt BTM ervoor dat het zorgaanbod van het Leger des Heils het passende antwoord is op wat de deelnemer nodig heeft. Ten slotte zorgt BTM ook voor de passende financiering.

Waarom er een Bureau Trajectmanagement kwam

Tot 2015 organiseerden de verschillende zorgafdelingen van het Leger des Heils hun eigen instroom, doorstroom en uitstroom van mensen. In 2015 veranderde dat. Een bureau met een overstijgende rol zorgt ervoor dat er een centraal overzicht is van alle producten van het Leger, en dat mensen sneller doorverwezen kunnen worden. Deelnemers hoeven bijvoorbeeld niet meer een nieuw intakegesprek te voeren als ze van de ene vorm van zorg naar een andere vorm gaan binnen het Leger des Heils, bijvoorbeeld vanuit een maatschappelijke opvang naar verslavingskliniek Wending in een andere regio.

Wat BTM doet

Voordeur van het Leger Bureau Trajectmanagement heeft verschillende rollen binnen de organisatie. Allereerst is het een soort voordeur van het Leger des Heils. Je zou het Leger des Heils kunnen zien als een groot huis met zeven voordeuren, want elke zorgregio heeft zijn eigen BTM. Deelnemers worden aan die voordeur gebracht door zogenoemde ‘verwijzers’, denk aan buurtteams, ouderkindteams van gemeenten, de GGD, zorgkantoren of Justitie. Christa Baas is manager van BTM in Amsterdam, Heralt Hogeboom stuurt BTM van zorgregio Midden-Nederland aan. Heralt: “Voor elke deelnemer bekijken we welke zorg het meest passend is, hoe de zorg betaald wordt en of de behoeften van de deelnemer bij onze voorzieningen aansluiten. Als je je aanmeldt bij het Leger des Heils, gaan wij informatie verzamelen en uitdiepen, voeren we een gesprek met je verwijzer en jou en doen we vervolgens een intakegesprek. Hierna kan iemand, zoals wij dat noemen, geplaatst worden. Vanaf dan blijven we betrokken in het hele proces dat je doorloopt.”

Kwaliteit bewaken

Christa: “Naast het organiseren van de zorg op het administratieve en financiële vlak heeft BTM ook een belangrijke taak als het gaat om het bewaken van de kwaliteit van de zorg. De medewerkers van BTM zorgen ervoor dat de deelnemers passend kunnen deelnemen aan de verschillende voorzieningen en diensten. Daartoe is het belangrijk dat we naar andere organisaties communiceren welke plekken er beschikbaar zijn en of er wachttijden zijn. Doordat we samen met de afdelingen goed zicht hebben op hoe het met elke deelnemer gaat, kunnen we snel handelen op het moment dat iemand uit kan stromen. Ook houden we scherp in de gaten welke trends er zijn binnen het zorglandschap, zodat we op tijd onze voorzieningen kunnen aanpassen als we daarmee beter aansluiten op de zorgbehoefte van onze deelnemers.”

Het ‘managen’ van een traject Het traject dat iemand doorloopt tussen het binnenkomen door de BTMvoordeur en het uitstromen, kan lang en ingewikkeld zijn. De deelnemers die bij het Leger des Heils komen, kennen meestal een combinatie van verschillende problemen. Ze hebben vaak ernstige en extra ingewikkelde zorgvragen en moeten daarom verschillende soorten zorg gelijktijdig of na elkaar krijgen. Dit wordt door BTM zorgvuldig afgestemd met de deelnemer en de zorgafdelingen.

Christa: “Dit doen we vanuit een integrale aanpak. Daarmee bedoel ik dat we die verschillende soorten zorg niet los van elkaar aan iemand geven, maar juist heel goed op elkaar afstemmen. Dus als iemand en huishoudelijke hulp nodig heeft, begeleiding en verpleging, maar ook in een vervuild huis leeft, dan zorgen we ervoor dat er een goed afgestemde combinatie van zorg komt: eerst het team van de Bijzondere Schoonmaak, en vervolgens begeleiding en dagelijks verpleging, en wekelijks een huishoudelijke hulp. Als het om iemand in onze 24-uursopvang gaat, kun je denken aan een goed afgestemd traject van opvang, begeleiding, behandeling en dagbesteding.”

Tijdens het traject heeft de trajectmanager regelmatig contact met de afdelingsmanager, gedragswetenschapper en persoonlijk begeleider. Daarmee wordt dan afgestemd of de deelnemer nog de juiste zorg krijgt, genoeg perspectief heeft, of er extra aandacht of zorg nodig is en of er eventueel nog een nieuwe zorgindicatie moet worden aangevraagd. Heralt: “In dat hele traject zijn we gericht op het herstellen van het gewone leven. We willen iemand zo goed mogelijk helpen aan een huis, aan werk, aan zinvolle vrijetijdsbesteding, het opbouwen van relaties of het vinden van zingeving. De hulp die we aanbieden, moet natuurlijk helemaal aansluiten bij wat iemand nodig heeft. Soms vullen we die hulp aan met vormen van drang of dwang, als iemand onder toezicht staat van reclassering of jeugdbescherming.” van zorg binnen een traject vindt niet altijd alleen met collega’s van het Leger des Heils plaats. Delen van iemands traject kunnen worden uitgevoerd door een andere organisatie, een ketenpartner. “Hierbij letten we er vooral op dat het hele boeket aan zorg dat iemand krijgt zo goed mogelijk aansluit bij de wensen en de mogelijkheden die deelnemers hebben. Het gaat niet om wat makkelijk is voor ons, maar wat het beste past voor iemand die deelneemt aan het Leger des Heils.”

Waarom er maatwerk nodig is Bij complexe trajecten met mensen met verschillende uitdagingen past maatwerk. Binnen het Leger des Heils wordt daarom wel vaker gesproken over ‘een supermarkt aan diensten’. Majoor Bosshardt kwam als eerste met deze term. Christa: “Met andere woorden: je kunt bij het Leger een hele eigen winkelkar vullen met wat jij nodig hebt. Juist omdat onze deelnemers altijd te kampen hebben met meerdere problemen, kunnen we niet anders dan voor iedereen een passende oplossing bedenken. Daar stemmen we onze zorgproducten op af.

Wat dat betreft is ons werk ook wel weer overzichtelijk: mensen bij wie sprake is van enkelvoudige problematiek worden niet bij ons aangemeld. Mensen die naar het Leger des Heils worden verwezen, hebben bijvoorbeeld een verslaving in combinatie met een licht verstandelijke beperking, psychiatrische problemen, somatische klachten, schulden, armoede en de afwezigheid van een sociaal netwerk.”

Dat het niet gemakkelijk is om de zorg voor de soms zeer uitzonderlijke zorgvragen die het Leger binnenkrijgt te financieren, beaamt Heralt. “Op de trajecten die wij bieden, passen meestal geen reguliere zorgprijzen. Maar onze ervaring is ook dat financiers eigenlijk altijd wel begrip hebben voor de kosten van onze zorg, als wij maar heel duidelijk zijn en goed onderbouwd uitleggen wat onze deelnemer nodig heeft. Hoe duidelijker we voor en tijdens het traject zijn, hoe soepeler de financiering verloopt. Het gebeurt regelmatig dat deelnemers tijdens het traject weer andere zorgvragen krijgen. Daar moeten we wel op kunnen anticiperen.”

Robbie Hageman is tweevoudig wereldkampioen kickboksen. Op 20 mei vocht hij z’n afscheidspartij, vanwege een hersentumor.

Met God Win Ik Altijd

ijn vader was vroeger hard voor me. Als we met de auto ergens naartoe gingen en ik was een minuut te laat, dan moest ik lopen. M’n opa is hetzelfde. ‘Een Hageman komt niet te laat’, zegt hij altijd. Ik vind dat kinderen tegenwoordig te soft worden benaderd. Wat dat betreft zou een dienstplicht voor jongeren niet verkeerd zijn. Mijn drie zoons moeten verplicht een keer per week boksen, mijn dochtertje – van wie mijn vrouw momenteel zwanger is – hoeft dat niet. Als zij straks naar school gaat, weet iedereen: die heeft drie broers, Eva Hageman laten we maar met rust.

Ik heb weinig last gehad van de behandelingen, een beetje van de chemo. Thuis laat ik daar niks van merken; als man en hoofd van het gezin moet ik het goede voorbeeld geven. In mijn waarheid betekent dat: niet aanstellen, het doet papa niks. Mocht ik eens boos zijn, dan uit ik dat op de bokszak. M’n oudste zoontje van zes bokst ook en hem leer ik: niet huilen als je een klap krijgt, dat haalt de pijn niet weg. Tijdens Kamp van Koningsbrugge huilde ook iemand. Ik zei toen: ‘Stop met janken, of stop met het programma, je houdt de hele groep op.’

Drie avonden in de week ben ik in mijn sportschool. De andere avonden train ik volle bak voor mijn afscheidswedstrijd. Ik heb iedereen beloofd dat dit m’n allerlaatste wedstrijd is, daar sta ik inmiddels zelf ook achter. 15 mei eindigt mijn vijfde kuur en die chemotherapie maakt trainen dubbel zwaar. Daarnaast ben ik de vrije tijd met mijn gezin extra gaan waarderen. Niettemin moet ik er die laatste wedstrijd staan, het wordt geen knuffelpartij.

Tijdens trainingen zeggen m’n sparringpartners: ‘Ik doe rustig aan met je hoofd.’ Dan zeg ik: ‘Zelf weten, ik niet met dat van jou’, en dan geef ik meteen de eerste twee klappen, flink hard. Ik wil niet dat ze me sparen; beter dat ze me nu raken dan straks

Mensen noemen mijn ziekte soms het belangrijkste gevecht van mijn leven, maar zo zie ik het niet. Als je in God gelooft, win je sowieso. In die zin is het een oneerlijke strijd, want God vecht voor jou. Als je dat niet kunt geloven, is dat heel jammer en zou je de Bijbel eens moeten openslaan.’

Of je nu iets wilt betekenen voor je medemens of tijd over hebt omdat je met pensioen bent: vrijwilligerswerk is altijd een goed idee. Bij het Leger des Heils werken naast de 7.000 betaalde medewerkers zo’n 10.000 vrijwilligers. Juliette, Cees en Lorette vertellen waarom zij zich vrijwillig voor het Leger des Heils inzetten.

LORETTE LAUMANS (56) werkt nu ongeveer tien maanden in Noord-Brabant als gastgezinondersteuner voor mensen die gevluchte Oekraïners opvangen in hun huis. Ze helpt hen bij de praktische en sociaalemotionele zaken waar ze tegenaan kunnen lopen. “Toen de oorlog uitbrak, wilde ik graag iets doen. Als in Nederland oorlog zou uitbreken en ik moest vluchten, dan zou ik ook hopen dat mensen mij willen opvangen.”

Haar belangrijkste advies voor andere vrijwilligers?

"Luisteren. Wees behulpzaam waar dat nodig is, maar maak het voor jezelf ook niet te moeilijk, bijvoorbeeld door jezelf op te dringen. Mijn gastouders zijn behoorlijk zelfstandig, maar vinden het fijn dat ze me altijd kunnen bellen.”

JULIETTE VAN WIJK (20) werkt twee dagdelen in de week als vrijwilliger in een tweedehandskledingwinkel in Zundert (Noord-Brabant). Haar belangrijkste taak is om de winkel netjes te houden. Juliette: “Dan komen klanten hier graag.” Ze is er zelf op maandag en woensdag van tien tot twee uur en om twaalf uur gaat ze lunchen. “Het is hier altijd heel gezellig en ik doe van alles, bijvoorbeeld de kleding op kleur sorteren. Ik houd heel erg van kleding. Het allerleukste vind ik de kinderhoek.”

Raadt Juliette anderen ook aan om vrijwilligerswerk te gaan doen? Nou en of. “Het is heel leuk! Doe het!”

CEES VAN OORT (79) is twee dagen in de week chauffeur voor het Leger des Heils in Utrecht. “Ik heb het ontzettend naar mijn zin. Ik moest wel even wennen in het begin. Bijna alle mensen die ik vervoer, zijn verslaafd. Daardoor zijn ze nog wel eens een beetje wisselvallig, maar daar moet je doorheen kijken. Nu is het contact heel goed en zeggen ze: ‘bedankt chauffeur, tot morgen’.” Cees’ tip voor andere vrijwilligers: wees geduldig. “Blijf rustig en geef normaal antwoord als iemand iets vraagt. Het belangrijkste is: veroordeel niemand en behandel iedereen als mens.”

Wil je ook iets doen?

Scan de QR-code en vind vrijwilligerswerk in jouw buurt.

Tjalling Vonk Over Nationaal Actieplan Dakloosheid

‘EERST EEN THUIS’

This article is from: